Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
Roel Mehlkopf Jan Bonenkamp Casper van Ewijk Harry ter Rele Ed Westerhout
Inhoud Hoofdstuk 2: kosten en baten nominale garanties
Hoofdstuk 4: risicoverdeling tussen jong en oud
- Nominale garanties resulteren in gemiddeld lager pensioen
- Leeftijdsdifferentiatie resulteert in betere afruil risico en rendement
- Nominale garanties verhogen inflatiegevoeligheid pensioenen
- Leeftijdsdifferentiatie resulteert in stabieler pensioen voor ouderen
- Aantrekkelijk om harde rechten later in het leven op te bouwen
- Leeftijdsdifferentiatie kan impliciet via herstelbeleid. Premie instrument is daarbij belangrijk
Centraal Planbureau 2
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Veronderstellingen
Centraal Planbureau 3
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Veronderstellingen Economie (SZW parameters) Onzekerheid: aandelen en inflatie
Bevolkingssamenstelling
Gemiddeld rendement obligaties 4,5%
Deterministische levenscyclus: - Werkzame periode 25-65 - Pensioenperiode 65-85
Gemiddeld rendement aandelen 8,5%
Evenwichtige bestandsopbouw
Volatiliteit rendement aandelen 20%
Analyse beperkt tot traject boven de franchise: premie en vervangingsratio als percentage premiebasis (loonsom minus franchise)
Gemiddelde prijsinflatie: 2% Reële loongroei: 1% Centraal Planbureau 4
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Deel 1 Kosten en baten van nominale garanties
Centraal Planbureau 5
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Ontwerp combi contract Combi contract: •
Harde rechten opgebouwd via doorsnee systematiek
•
Naar verwachting helft pensioenuitkering uit harde rechten
•
Combi contract gefinancierd via ‘ringfencing’: -
Combi contract heeft zelfde beleggingsmix als ‘zacht contract’, behalve wanneer nominale toezeggingen in gevaar komen
Centraal Planbureau 6
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Rebalancing in ‘ringfencing’ strategie
Vaste beleggingsmix
Ringfencing
Stijgende aandelenprijzen
Obligaties bijkopen
Obligaties bijkopen
Dalende aandelenprijzen
Aandelen bijkopen
Niets
Centraal Planbureau 7
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Implicaties harde rechten voor pensioenuitkomsten Twee implicaties voor pensioenen: 1. Minder opwaarts potentieel ›
Minimale hoeveelheid obligaties
2. Pensioenen inflatiegevoeliger ›
Obligatieportefuille lange looptijd
Centraal Planbureau 8
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Combi contract vs zacht contract
Centraal Planbureau 9
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Combi contract heeft minder opwaarts potentieel Mediaan vervangingsratio
Afname mediaan t.o.v. zacht contract
Afname mediaan t.o.v. zacht contract als helft AOW
Geen
70,0%
0,0%
0,0%
Kwart
64,4%
5,6%
2,8%
Helft
57,6%
12,4%
6,2%
Volledig
47,1%
22,9%
11,5%
Deel harde rechten
Centraal Planbureau 10
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Meer opwaarts potentieel als harde rechten opgebouwd vanaf latere leeftijd Mediaan vervangingsratio
Afname mediaan t.o.v. zacht contract
Afname mediaan t.o.v. zacht contract als helft AOW
25-jarige leeftijd
57,6%
12,4%
6,2%
35-jarige leeftijd
60,8%
9,2%
4,6%
45-jarige leeftijd
63,5%
6,5%
3,2%
Opbouw harde rechten vanaf
Centraal Planbureau 11
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Afruil nominale garanties en inflatiebescherming
Centraal Planbureau 12
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Conclusies kosten en baten nominale garanties 1. Nominale garanties resulteren in gemiddeld lager pensioen •
Afname mediaan 12.4 procentpunt
2. Nominale garanties verhogen inflatiegevoeligheid • •
Lange-termijn obligaties slechte bescherming tegen inflatierisico Echter: lange termijn obligaties goede bescherming tegen reële rente risico (niet in model)
3. Aantrekkelijk om harde rechten later in het leven op te bouwen • •
Afname mediaan half zo groot als harde rechten opgebouwd vanaf 45 Pensioenuitkering minder gevoelig voor inflatie
Centraal Planbureau 13
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Deel 2: Risicoverdeling tussen jong en oud
Centraal Planbureau 14
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Verdeling van risico’s binnen een pensioenfonds Efficiente verdeling van risico: risico’s spreiden door ze toe te delen aan deelnemers die het best in staat zijn om ze dragen (en hen bij voorkeur daarvoor te belonen) Jongeren hebben grotere risicocapaciteit dan ouderen: - Jongeren beschikken over grote hoeveelheid menselijk kapitaal met relatief laag risicoprofiel via toekomstig arbeidsinkomen - Jongeren kunnen schommelingen in aanspraken makkelijk dragen, omdat waarde van opgebouwde aanspraken klein in vergelijking tot hun menselijk kapitaal - Optimaal als aanspraken jongeren risicovoller dan aanspraken ouderen Centraal Planbureau 15
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Life-cycle vs constante beleggingsmix
Gemiddelde vervangingsratio
Life cycle beleggingsm ix
Constante beleggings mix
80.1%
78.4%
Kwantielen vervangingsratio •
1% kwantiel
28.0%
26.1%
•
2.5% kwantiel
31.7%
29.5%
•
10% kwantiel
41.1%
40.1%
•
25% kwantiel
52.8%
51.7%
5.2%
8.8%
15.9%
26.8%
Standaarddeviatie vervangingsratio •
over periode van 1 jaar
•
over periode van 10 jaar
Centraal Planbureau 16
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Impliciete leeftijdsdifferentiatie via herstelbeleid A
B
C
D=C/A
E=C/B
Opgebouwd pensioenvermogen
Totaal pesnioenvermogen
Vermogens -verlies
Vermogens -verlies als fractie van opgebouw d vermogen
Vermogens -verlies als fractie van totaal vermogen
35-jarige
1,1 x salaris
5,3 x salaris
0,3 x salaris
29%
6%
76%
55-jarige
5,8 x salaris
7,4 x salaris
1,5 x salaris
26%
20%
68%
75-jarige
6,1 x salaris
6,1 x salaris
0,8 x salaris
12%
12%
33%
Centraal Planbureau 17
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
F= D / 37.5% Impliciete aandelen exposure
15 april 2011
Impliciete leeftijdsdifferentiatie via herstelbeleid Direct herstel
Korte hersteltermijn
Korte hersteltermijn
Lange hersteltermijn
Lange hersteltermijn
Zonder premie instrument
Met premie instrument
Zonder premie instrument
Met premie instrument
35-jarige
50%
76%
152%
161%
227%
55-jarige
50%
68%
59%
68%
51%
75-jarige
50%
33%
18%
15%
8%
Centraal Planbureau 18
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Decompositie aandelen exposure
Aandelen exposure
35-jarige
55-jarige
75-jarige
152%
59%
18%
Via aanpassingen aan reeds opgebouwde rechten
42%
39%
18%
Via aanpassingen aan toekomstige pensioenopbouw
11%
3%
0%
Via preme instrument
99%
17%
0%
Totaal
Centraal Planbureau 19
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Impliciete vs explicieite leeftijdsdifferentiatie Expliciete leeftijdsdifferentiatie
Impliciete leeftijdsdifferentiatie
(aanpassing aan pensioenrechten proportioneel met gemiddelde looptijd uitkeringen)
(uniform rechten aanpassen, waarin jaarlijks 1/10e deel van overschot of tekort wordt verrekend met rechten)
35-jarige
144%
161%
55-jarige
78%
68%
75-jarige
15%
15%
Centraal Planbureau 20
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011
Conclusies risicoverdeling tussen jong en oud 1. Leeftijdsdifferentiatie resulteert in betere afruil risico en rendement 2. Leeftijdsdifferentiatie resulteert in stabieler pensioen voor ouderen 3. Leeftijdsdifferentiatie kan impliciet via herstelbeleid ›
Premie instrument belangrijk
Centraal Planbureau 21
Risicoverdeling bij hervorming van het aanvullend pensioen
15 april 2011