®
Ridder LogicLink 600 Gebruikers- en installateurshandleiding
Art.nr. 103040 – Versie 2007.01 – Januari 2007
1
Inleiding ..................................................................................................4 1.1
Gebruikershandleiding Ridder LogicLink600 ................................................................ 4
1.2
Opbouw gebruikershandleiding..................................................................................... 4
1.3
Waarschuwingen in gebruikershandleiding................................................................... 4
2
RLL600 ...................................................................................................5 2.1
Functies RLL600 ........................................................................................................... 5
2.1
Functie RLL600-Master in een klimaatregeling............................................................. 6
2.2
Functie RLL600-Slave in een klimaatregeling............................................................... 6
2.3
Functies Handbediening RLL600 .................................................................................. 7
3. Installatie RLL600. ..........................................................................................8 3.1
Algemeen ...................................................................................................................... 8
3.2
Layout RLL600-print...................................................................................................... 9
3.3
Montage.......................................................................................................................11
3.4
Aansluitschema’s. .......................................................................................................12
3.5
3.4.1
Aansluitschema’s RLL600-IN .........................................................................13
3.4.3
Aansluitschema’s externe aansturing en terugmelding. ................................30
3.4.4
Aansluitschema’s gelijkloopregeling/ volgregeling .........................................36
Inregelen RLL600........................................................................................................38 3.5.1
Controle thermische beveiliging. ....................................................................40
3.5.2
Draairichting controleren. ...............................................................................40
3.5.3
Afstellen eindschakelaars...............................................................................41
3.5.4
Inleren RLL600...............................................................................................42
3.5.5
Aanstuurrichtingen controleren. .....................................................................44
4
Bediening. .............................................................................................46
5
Storingsoplossing en reparaties............................................................50 5.1
Gebruiker.....................................................................................................................50
5.2
Installateur ................................................................................................................... 53 5.2.1
Storingen tijdens inleren.................................................................................53
5.2.2
Storingen na inleren. ......................................................................................55
Notities..............................................................................................................60
2
3
1
Inleiding
1.1 Gebruikershandleiding Ridder LogicLink600 Het is belangrijk om deze gebruikershandleiding te lezen, voordat de Ridder LogicLink600 (RLL600) wordt geïnstalleerd. De gebruikershandleiding voor de RLL600 heeft als doel de elektrotechnische installateurs informatie te geven om op correcte wijze de RLL600 te installeren. In deze gebruikershandleiding wordt met instructies aangegeven hoe de RLL600 stap voor stap geïnstalleerd moet worden. Voor de elektrotechnische installateurs geldt dat deze gekwalificeerd en onderlegd moeten zijn om de in deze handleiding beschreven werkzaamheden uit te voeren.
1.2 Opbouw gebruikershandleiding De gebruikershandleiding voor de RLL600 is opgesteld volgens de Nederlandse norm NEN 5509. Vanuit deze norm is de inhoud, structuur en formulering tot stand gekomen. Deze handleiding is ingedeeld in verschillende hoofdstukken. Per hoofdstuk worden de belangrijkste zaken per onderwerp behandeld. Hierbij moet o.a. gedacht worden aan de elektrische montage van de RLL600 en de veiligheid. Het is van groot belang dat iedereen, die bij de installatie aanwezig is, kennis neemt van de gehele inhoud van deze gebruikershandleiding, om op een correcte en verantwoorde wijze de RLL600 te installeren.
1.3 Waarschuwingen in gebruikershandleiding In deze handleiding worden opmerkingen, tips en waarschuwingen vermeld, indien deze op een voorkomende handleiding van toepassing zijn. Ze zijn opgedeeld in een aantal gradaties. Hieronder is een overzicht gegeven en is beschreven wat de onderliggende betekenis van de tip, opmerking of waarschuwing is.
4
2
RLL600
De RLL600 is een universele geïntegreerde besturingsinterface voor Ridder motorreductoren. De eigenschappen van de RLL600 zijn: • Eenvoudiger installatie; • Verbetering van communicatie tussen klimaatcomputer en motorreductor; • Nauwkeuriger regelsysteem creëren.
2.1 Functies RLL600 De RLL600 heeft de volgende functies: 1. Linksom / rechtsom aansturen van de motorreductor; 2. Naar een gewenste positie sturen met een 24V AC/DC sturing; 3. Naar een (exacte) positie sturen bij het aansturen met 0 -10V regeling of met een bussysteem (CANopen / BACnet); 4. Thermische beveiliging van de motor op afstand resetbaar; 5. Wachttijd tussen direct aansturen van tegenovergestelde richting 6. Weergave aantal draaiuren; 7. Systeembewaking op maximaal koppel; 8. Foutmeldingen terugkoppelen door middel van een alarm contact; 9. Positie en foutmelding uitlezen door middel van het bussysteem; 10. Positie uitlezen door middel van de potentiometeremulatie; 11. Gelijkloopregeling regelen voor het aansturen van meerdere motoren die één doorlopend (scherm)systeem aansturen; 12. Volgregeling regelen voor het aansturen van meerdere motoren waarbij de gewenste positie voor alle motoren altijd gelijk is. 13. Mogelijkheid tot aansturen van een frequentiegeregelde motor;
De RLL600 is in de volgende uitvoeringen leverbaar; • RLL610 en RLL611: In deze uitvoering heeft de RLL600 de hierboven beschreven functies 1 tot en met 9; • RLL660 en RLL661: In deze uitvoering heeft de RLL600 de hierboven beschreven functies 1 tot en met 9 en 13; • RLL620 en RLL621: In deze uitvoering heeft de RLL600 de hierboven beschreven functies 1 tot en met 12; • RLL670 en RLL671: In deze uitvoering heeft de RLL600 alle 13 hierboven beschreven functies, behalve functie 11 (gelijkloopregeling). De RLL610/611; en de RLL660/661 zijn de slave motoren. De RLL620/621 en de RLL670/671 zijn de master motoren. De configuraties van de verschillende RLL600 zien er als volgt uit;
Intern (IN) opgebouwd op de motorreductor: • De RLL610/611/620/621-IN hebben een aluminium behuizing direct gemonteerd op een Ridder motorreductor in combinatie met een 3 fase motor • De RLL660/661/670/671-IN hebben een aluminium behuizing direct gemonteerd op een Ridder motorreductor in combinatie met een frequentie geregelde motor.
5
Extern (EX) besturingscomponenten zitten in een losse kunststof behuizing: • De RLL610/611/620/621-EX hebben een PC behuizing in combinatie met een Ridder motorreductor met een 3 fase motor. • De RLL660/661/670/671-EX hebben een PC behuizing in combinatie met een Ridder motorreductor met een frequentie geregelde motor.
Het uiterlijke verschil tussen de RLL610/611/660/661 Slave motoren en de RLL660/661/670/671 Master motoren is duidelijk waar te nemen op de print X1 aan de hand van de connectoren. Bij de Master uitvoering zijn alle aansluitposities voorzien van een connector. Bij de Slave uitvoering zijn de connectoren P3 en P7 niet op de print gemonteerd.
Slave P6
Mast er
P22
1 2 3 4 5 6
P6
7 8 9 10
P22
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10
K4
K4
11 12 13 14
P11
53 54 55 56 57
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
P8
11 12 13 14
P11
F2
P23
P9
P3
P3
J5 34 35 36 37 38
P2
53 54 55 56 57
J6 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
P8
F2
P23
P9
J5 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
P4
P10
P5
34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
P2
P7
P4
P10
P5
P7
Afbeelding 1
X1 als Slave of Master uitvoering
2.1 Functie RLL600-Master in een klimaatregeling De RLL600-Master uitvoering heeft de volgende functies: • Aansturen van Slaves in een gelijkloop- of volgregeling, met behulp van CANopen via een intern bussysteem. Deze Master kan worden aangestuurd op de volgende manieren: o 24V AC-DC o 0-10V o CAN-open bussysteem o BAC-net bussysteem o Handbediend • Positie terugmelding via een 4-20mA signaal bij het aansturen van een 24V AC-DC vanuit de klimaatcomputer.
2.2 Functie RLL600-Slave in een klimaatregeling De RLL600-Slave uitvoering heeft de volgende functies: • Als CANopen of BAC-net Slave functioneren in een bussysteem dat vanuit de klimaatcomputer direct wordt aangestuurd. • Als CANopen Slave functioneren in een intern bussysteem dat vanuit de RLL600-Master wordt aangestuurd. • Aansturing 0-10V • 24V AC-DC aansturing zonder terugkoppeling.
6
2.3 Functies Handbediening RLL600 De handbediening heeft als functies: 1. Het handmatig linksom of rechtsom / open of dicht sturen van een systeem; 2. Het in automaatstand zetten van het aandrijfsysteem, zodat deze kan reageren op aansturingen vanaf de klimaatcomputer; 3. Het handmatig stoppen van het aandrijfsysteem door de handbediening op nul te zetten; 4. Het Reseten van storingen in de RLL600 door de handbediening op nul te zetten; 5. Het uitlezen van de status van de RLL600 aan de hand van knippercodes die op de handbediening zijn uit te lezen.
De handbediening heeft de hoogste prioriteit in het RLL600 besturingssysteem. Op het moment dat de handbediening niet op automaatstand staat worden alle externe aansturingen genegeerd. Bij een gelijkloopregeling kan dit tot schade leiden. Zie hoofdstuk gelijkloopregeling.
7
3. Installatie RLL600. 3.1 Algemeen Tijdens montage dient de RLL600 beschermt te worden tegen invloeden van buitenaf. Alleen tijdens werkzaamheden mag de kap van de RLL600 verwijderd worden. Zorg er dan voor dat er geen water of stof in de besturingskast kan komen. Nadat de directe werkzaamheden zijn afgelopen dient de kast weer gesloten te worden om beschermd te zijn tegen omgevingsinvloeden. Indien de RLL tijdens montage in de buitenlucht hangt dient deze beschermt te zijn tegen spatwater.
Sluit de besturingskast volledig af om de besturing te beschermen tegen invloeden van buitenaf.
De RLL600 dient zo snel mogelijk aan de voedingsspanning gehangen te worden zodat de kast daardoor condensvrij blijft. De transformator genereert een constante warmte in de kast waardoor condensvorming geen kans heeft.
Voorkom condens in de kast door de voedingsspanning aan te sluiten.
Raak de printplaat zo min mogelijk aan. Zorg ervoor dat de printplaat niet geraakt wordt door harde scherpe voorwerpen zoals een schroevendraaier. Beschadiging van de printplaat zal leiden tot het niet juist functioneren van de RLL600.
Raak de printplaat niet aan met harde scherpe voorwerpen.
Zorg ervoor dat statische elektriciteit geen beschadiging aan de print kan veroorzaken. Ontlaat eerst jezelf alvorens met de print te gaan werken. Dat geldt ook op met moment van het plaatsen van stekers. De beste methode is het dragen van een geaarde polsband.
Pas op voor statische elektriciteit.
8
3.2 Layout RLL600-print
P6
P22
P6
LED
P22
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10
K4 K4 11 12 13 14
P11
53 54 55 56 57
J6 15 16 17 18 19
P3
P3
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
P8
F2
P23
P9
J5 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
P2
P2
P7
P4
P7 P8 P4 P9 Afbeelding 2
LED = F2 =
P10
P5
P10
P5
P11
P23
F2
Overzicht van de besturingsprint
Indicatie voor voedingsspanning print Zekering voor de print
9
P6
Eindschakelaars
P7
Tussenliggende Positie uitgang
1 2 3 4 5 6
Rechts' Rechts Links' Links Noodstop' Noodstop
39 40
+ -
P22 Incrementele Encoder 7 8 9 10
B GND A 5 V DC
P4
Handbediening
41 42 43 44 45 46
12 V DC Links Auto Rechts Indicator 0 / Rood Indicator 1 / Groen
P11 Frequentie Geregelde Motor
P10 Draairichting Relais
11 12 13 14
47 48 49 50
Snelheid hoog Relais Snelheid hoog Relais' Alarm contact Alarm contact'
P3
CAN Bus (Master)
15 16 17 18 19
CAN Hi CAN Lo CAN GND
24 V Voeding Relais Links Relais Noodstop Relais Rechts
P5
Overstroom Beveiliging
51 52
Overstroom contact Overstroom contact'
P23 Voeding P8
Reserve In-/Uitgang
20 21 22 23
63 54 55 56 57
277 V 230 V 115 V 0V Aarde
K4
Speciale Handbediening
P9
Klimaatcomputer
24 25
Links Links'
26
Rechts
1
5 V DC
27
2
5 V DC
28
Rechts' Snelheid hoog
3
GND
29
Snelheid hoog'
4
-
30
Analoog in +
5
Serieel TXD
31
Analoog in GND
6
Links
32
Alarm contact
7
Serieel TXD
33
Alarm contact'
8
Stop
9
GND
10
Rechts
P2
CAN Bus (Slave)
11
Indicator 0 / Rood
34
CAN Hi
12
Stop / Annuleer Leertraject
35
CAN Lo
13
5 V DC
36
CAN GND
14
Start Leertraject
37
15
Indicator 1 / Groen
38
16
GND
Tabel 1
Verklaring aansluitpunten besturingsprint RLL600
10
3.3 Montage Bij het monteren van een RLL600 moet er op het volgende gelet worden; 1. Voor elke RLL600 moet in de voedingskabel een werkschakelaar geplaatst worden. Op de werkschakelaar kan de voeding worden doorgelust naar de volgende RLL600. De diameter van de doorluskabel is afhankelijk van het totale vermogen dat geschakeld wordt. 2. Bij de configuratie waarbij een frequentiegeregelde motor wordt toegepast moeten de besturingskabels afgeschermde kabels zijn. Voor de rest is het aansluiten van de RLL600 in een aluminium behuizing direct gemonteerd op een ridder motorreductor gelijk aan die van een losse Ridder motorreductor. Bij het monteren van de RLL600 in een kunststof behuizing moet er ook op de volgende punten gelet worden; 1. De besturingskast moet zo dicht mogelijk bij de motorreductor gemonteerd worden. De maximale afstand is 10 meter. 2. De montage van de encoder moet op de volgende manier gebeuren, anders dan bij een potmeter maakt het niet uit in welke stand de motorreductor of de encoder staat;
1. Demonteer de encoder van zijn montagebeugel;
2. Monteer montagebeugel;
3. Schuif de encoder helemaal op de montagebeugel tot de nokjes op de montagebeugel tegen de encoder aanliggen; Bij een niet geheel aangedrukte encoder kan de RLL600 de motor afschakelen op een koppelbewakingsfout doordat de encoderschijf t.o.v. de lens niet op juiste afstand zit geplaatst;
4. Draai de encoder tot de aanslag;
5. De encoder is gemonteerd.
Het onjuist monteren van de encoder zal leiden tot een onjuist signaal naar de besturingsprint waardoor de RLL600 op “koppelbewaking” wordt afgeschakeld.
11
3.4 Aansluitschema’s. Deze paragraaf is opgedeeld in 3 subparagrafen; • Aansluitschema’s RLL600-IN (Opgebouwd op de motorreductor) • Aansluitschema’s RLL600-EX (Kunststof kast naast de motorreductor) • Aansluitschema’s externe aansturing (aansturingen van de klimaatcomputer) In de lay-outs en schema’s verder in deze handleiding worden de symbolen gebruikt die in onderstaande tabel zijn weergegeven. Symbool S1
Werkschakelaar (S11 en S12)
S2
Beveiligingsschakelaar (S21 en S22)
X0
Besturingskast (intern / extern)
X1
Besturingsprint
X2
Handbediening
X3
Eindschakelsysteem
X4
Encoderbeugel met encoder
K1
Draairichting 1 relais
K2
Draairichting 2 relais
K3
Beveiligingsrelais
K4
Frequentie hoog relais
Q1
Thermische beveiliging.
L1
Fase 1
L2
Fase 2
L3
Fase 3
N
Nul
PE
Aarde
D1
Rode LED handbediening
D2
Groene LED handbediening
LED
Groene LED besturingsprint
F2
Tabel 2
Omschrijving
Zekering
Symbool omschrijving
In de schema’s staat in een kader weergegeven welk deel van de bedrading is voorbedraad door Ridder. Alle bedrading die buiten het kader “voorbedraad” staat weergegeven dient door de installateur aangesloten te worden.
12
3.4.1 Aansluitschema’s RLL600-IN
22 T3
6
X1
4 2
T2 T1
6
1
6
98 N.O. 96 97
T1
4 T2
N.C.
2
4 5
95
Man
PUSH TO RESET 2
1.6
3
TEST
22 6 4 2
T3 T2 T1
K3
TRIPPED
Trip
A2
A1 21
NC
5
L3
3
L2
1
L1
Q1
T3
X3 Auto
4
22 T2
58
2
K2
T1
5
L3
3
L2
1
L1
21
NC
A2
A1
T3
5
L3
3
K1
L1
L2
21
NC
A2
A1
RLL600-IN aansluitschema algemeen voor: eindschakelaar; encoder en handbediening .
X4 X1
X3
X4
In de lay-out van de besturingskast van de RW45 zit de eindschakelaar een halve slag gedraaid ten opzichte van boven getoonde lay-out. Afbeelding 3
X0 (Lay-out besturingskast motorreductor intern, algemene aansluiting)
P6
P22
P6
P22
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10
K4 11 12 13 14
P11
53 54 55 56 57
J6 15 16 17 18 19
P3
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
P8
F2
P23
P9
J5 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
P2
P7
P4
P10
P5
P4 Afbeelding 4
X1 (Besturingsprint, algemene aansluiting)
13
6 5 4 3 2 1
Afbeelding 5
P1
X2 (Handbediening + Print Handbediening)
X3
X4 Naam 5V A 0V B
12 #2
X2 RIDDER
S12
10
S11 #1
D1 D2
S22
#4
Draadkleur Rood Geel Zwart Paars
6
#3
S21 4 #5 0V #6 5V
1 2 3 4 5 6
#1
#2
#3
#4
4
12
Aansluit nummer RW240 RW70 RW45 RW400 RW140 RW600 RW200 Naam 1 7 1 #1 3 9 3 #2 7 1 7 #3 3 9 9 #4 A B A #5 B B A #6
6 x 1 mm²
P4 Ingangen Logic Link best uringsprint (X1)
41 42 43 44 45 46
P11 13 14
P6 1 2 3 4 5 6
P22 7 8 9 10
Voorbedraad
Schema 1
besturingsprint X1 voor handbediening; eindschakelaar en encoder icm 3-fase motorreductor Intern
14
X3
X4 Naam 5V A 0V B
12 #2
X2 RIDDER
S12
10
S11 #1
D1 D2
S22
#4
Draadkleur Rood Geel Zwart Paars
6
#3
S21 4 #5 0V #6 5V
1
2
3
4
5
6
#1
#2
#3
#4
4
12
Aansluit nummer RW240 RW70 RW400 RW140 Naam RW600 RW200 #1 7 1 #2 9 3 #3 1 7 #4 3 9 #5 A B #6 B A
6 x 1 mm²
P4 41 42 43 44 45 46
P6 1
2
3
4
5
6
P22 7
8
9
10
Ingangen Logic Link best uringsprint (X1) Voorbedraad
Schema 2 Ingangen besturingsprint X1 voor handbediening; eindschakelaar en encoder icm frequentiegeregelde motorreductor Intern
15
A2 T1
2
T3
6
A2
98
6
T3
N.O. 96 97
T1
4 T2
N.C.
2
4 5 1.6
95
PUSH TO RESET
Man Trip TRIPPED
A2 4
3
TEST
Q1
6
T2
2
K3
T1
T3
22
NC
5
L3
3
L2
1
K3
L1
21
A1
Aut o
X3
2
4
22 T2
58
2
K2
T1
21
NC
5
L3
3
L2
1
L1
K2 58 PE
X1
4
T2
6
T3
22
NC
5
L3
3 1
K1
A1
L1
K1
L2
21
A1
RLL610/611/620/621-IN aansluitschema: Aluminium behuizing, 3 fase motor.
X4
Q1
Afbeelding 6
X1
X0 (Lay-out besturingskast 3-fase motorreductor intern)
P6
P22
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10
K4 11 12 13 14 53 54 55 56 57
P11 J6 15 16 17 18 19
P3
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
P8
F2
P23
P9
J5 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
P2
P7
P4
P10
P5
P10 Afbeelding 7
P5
P23
X1 (Besturingsprint, met aansluitingen voor RLL610/611/620/621-IN 3-fase motorsturing)
16
S1
3- POL+N 400V/ 50Hz
L1 L2 L3 N PE
L1 L2 L3 N
T1 T2 T3 N
5 x 1,5 mm² 1 3 5
K2
1 3 5
K1
PE
58
PE
58
1 3 5
K2 2 4 6
2 4 6
1 3 5
K3 2 4 6 1 3 5 97 95
Q1
98 96 2 4 6
4 x 1,5 mm²
U1 V1 W1
PE
P23
Logic Link best uringsprint (X1)
M 3
Mot or
Schema 3
54 56
Voorbedraad
Voeding 3-fase motorreductor Intern
Uit gangen Logic Link best uringsprint (X1)
47 48 49 50
51 52
P10
P5
22
95
Q1
K1 21
K2
A1 A2
Mot or Draairicht ing 1
22
97
K2 96
K3
A1 A2
Q1 21
K1
98
A1 A2
Mot or Beveiligings Draairicht ing 2 relais
Hulpcont act t hermische beveiliging Voorbedraad
Schema 4
Uitgangen besturingsprint X1 3-fase motorreductor Intern
17
RLL660/661/670/671-IN aansluitschema: Aluminium behuizing, frequentie geregelde motor.
X1
K1 A2 A1A2 A1A2 A1
K4
K1 K2 K4 58
11 14 11 14 11 14
K2
X3
59
58 PE A1 21
A2 22
5
6 2
K3
1
X4
4
3
K3
X1 Afbeelding 8
X0 (Lay-out besturingskast frequentiegeregelde motorreductor intern)
P6
P22
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10
K4 11 12 13 14 53 54 55 56 57
P11 J6 15 16 17 18 19
P3
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
P8
F2
P23
P9
J5 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
P2
P7
P4
P10
P5
P10 P11 P7
Afbeelding 9
P23
X1 (Besturingsprint, met externe aansluitingen voor RLL660/661/670/671-IN)
18
S1 L1 L2 L3 N PE
3- POL+N 400V/ 50Hz
L1 L2 L3 N
T1 T2 T3 N
5 x 1,5 mm² 1
3 5
K3
PE
58
PE
58
1 3 5
K3 2 4 6
4 x 1,5 mm² P23
Ingangen Frequent ieregelaar
Schema 5
L1 L2 L3
PE
Logic Link best uringsprint (X1)
54 56
Voorbedraad
Voeding frequentiegeregelde motorreductor
Uit gangen Logic Link best uringsprint (X1)
47 48 49 50
11 12
P10
51 52
P11
P5
95 97
Q1
K2
A1 A2
K3
96 A1 A2
K4 K1
A1
A2
Q1 98
A2
Mot or Mot or Beveiligings Draairicht ing 1 relais Draairicht ing 2
Schema 6
A1
Frequent ieregelaar hoge f requent ie
Hulpcont act t hermische beveiliging
Voorbedraad
Uitgangen besturingsprint X1 frequentiegeregelde motorreductor Intern
19
Uit gangen Logic Link best uringsprint (X1)
13
14
P11
13
K1
13
K2 14
13
K4 14
14
6 x 0.75 mm²
Ingangen Frequent ieregelaar
10
8
7
9
11
12
Voorbedraad
Schema 7
Ingangen frequentiegeregelde motorreductor Intern
20
3.4.2 Aansluitschema’s RLL600-EX RLL600-EX aansluitschema algemeen voor: Kunststof eindschakelaar; encoder en handbediening.
X1
X1
4
2 95
6
96 97
98
98 97 96 95 2
PUSH TO RESET
TEST
3
TRIPPED 4
Trip
5 Aut o
K2
Man
K1
A2 22
6
4
2
K3
58 59
A1 21 5 3 1 A1 21 5 3 1
1.6
A2 22 6 4 2 A2 22 6 4 2
Q1
A1 21
5
3
1
Afbeelding 10 X0 (Lay-out besturingskast 3-fase motorreductor Extern)
P6
P22
P6
P22
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10
K4 11 12 13 14
P11
53 54 55 56 57
J6 15 16 17 18 19
P3
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
P8
F2
P23
P9
J5 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
P2
P7
P4
P10
P5
P4 Afbeelding 11 X1 (Besturingsprint, algemene aansluiting)
21
X4 8 9 10 11 12
X3
1 5Vdc (rood) 2 Kanaal B (paars) 3 GND (zwart )
4
6 7
1 2 3
1 2 3 4 5
4 Kanaal A (geel)
Afbeelding 12 X3 + X4 (Lay-out Eindschakelaar + encoder motorreductor Extern)
X3
X4 12
3
9
S11 X2 RIDDER
S22 10 6
S12 1
7
Naam 5V A 0V B
Draadkleur Rood Geel Zwart Paars
S21
D1 D2
4 B 0V A 5V 1
3/ 9/ 12 7
4
1 2 3 4
1 2 3 4 5 6
7 x 1 mm² 6 x 1 mm²
Ingangen Logic Link best uringsprint (X1)
P4
P11
41 42 43 44 45 46
P6
13 14
P22
2 4 6
7 8 9 10
Voorbedraad
Schema 8
Ingangen besturingsprint X1 voor handbediening; eindschakelaar en encoder icm 3-fase motorreductor Extern
X3 12 3
X2 RIDDER
S11
9
1
D1 D2
S22 10 6
S12 7
X4 Naam Draadkleur 5V Rood A Geel 0V Zwart B Paars
S21 4
1
2 3 4
5 6
1
3/ 9/ 12 7
4
B 0V A 5V
7 x 1 mm²
6 x 1 mm²
P4
Ingangen Logic Link best uringsprint (X1)
41 42 43 44 45 46
P6 2 4 6
P22 7 8 9
10
Schema 9 Ingangen besturingsprint X1 voor handbediening; eindschakelaar en encoder icm frequentiegeregelde motorreductor Extern
22
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
X3
X4
geel (7) zwart (8) paars (9) rood (10)
Kanaal A GND Kanaal B 5 Vdc
Afbeelding 13 X3 + X4 (Lay-out Eindschakelaar + encoder motorreductor Extern specifiek voor de RPR100)
X3
X4 12
3
9
S11 X2 RIDDER
S22 10 6
S12 1
7
Naam 5V A 0V B
Draadkleur Rood Geel Zwart Paars
S21
D1 D2
4 A 0V B 5V 1
1
2
3 4
5
2
3
4
5
6
A 0V B 5V
6
7 x 1 mm² 6 x 1 mm²
Ingangen Logic Link best uringsprint (X1)
P4 41 42 43 44 45 46
P11 13 14
P6 2
4
6
P22 7
8
9 10
Voorbedraad
Schema 10
Ingangen besturingsprint X1 handbediening; eindschakelaar en encoder icmRidder Power-Roller Extern
23
RLL610/611/620/621-EX aansluitschema: Kunststof behuizing, 3 fase motor. 1 2 3 4 5 6
7 8 9 10
X1
X1 11 12 13 14
53 54 55 56 57 20 212223 24 2526 2728 29 30 3132 33
34 35 36 37 38 3940 414243444546 47484950 5152
6
4
2 95
96 97
15 16 17 18 19
98
98 97 96 95 2
PUSH TO RESET
TEST
3
TRIPPED 4
Trip
5 Auto
K2
A1 21 5 3 1 A1 21 5 3
K1
Man
K1
A2 22
6
4
K2 58 PE
Q1
2
K3
58 59
1
1.6
A2 22 6 4 2 A2 22 6 4 2
Q1
A1 21
5
3
1
K3
Afbeelding 14 X0 (Lay-out besturingskast 3-fase motorreductor Extern)
24
P6
P22
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10
K4 11 12 13 14 53 54 55 56 57
P11 J6 15 16 17 18 19
P3
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
P8
F2
P23
P9
J5 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
P2
P7
P4
P10
P5
P10
P5
P23
Afbeelding 15 X1 (Besturingsprint, met aansluitingen voor RLL610/611/620/621-EX 3-fase motorsturing)
25
S1
3- POL+N 400V/ 50Hz
L1 L2 L3 N PE
L1 L2 L3 N
T1 T2 T3 N
5 x 1,5 mm² 1 3 5
K2
1 3 5
PE
58
PE
58
1 3 5
K1
K2 2 4 6
2 4 6
1 3 5
K3 P23
Logic Link best uringsprint (X1)
2 4 6
54 56
1 3 5 97 95
Q1
98 96
Voorbedraad
Q1 2 4 6
4 x 1,5 mm² U1 V1 W1
PE
M 3
Mot or
Schema 11
Voeding 3-fase motorreductor Extern
Uit gangen Logic Link best uringsprint (X1)
47 48 49 50
51 52
P10
P5
22
K1
95
Q1
K2
21
K2
A1 A2
Mot or Draairicht ing 1
22
96
K3
A1 A2
Q1 21
K1
97
98
A1 A2
Mot or Beveiligings Draairichting 2 relais
Hulpcontact t hermische beveiliging Voorbedraad
Schema 12
Uitgangen besturingsprint X1 3-fase motorreductor Extern
26
RLL660/661/670/671-EX aansluitschema: Kunststof behuizing, frequentie geregelde motor.
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10
X1 11 12 13 14
53 54 55 56 57 15 16 17 18 19
20 212223 24252627282930 313233
34 35 36 37 38 3940 414243444546 47484950 5152
A2 A1A2 A1A2 A1
A2 22
K1 K2 K4 58
6
4
2
K3
59 A1 21
5
3
1
11 14 11 14 11 14
K1 K2 K4 58 PE
Afbeelding 16
K3
X0 (Lay-out besturingskast frequentiegeregelde motorreductor Extern)
27
P6
P22
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10
K4 11 12 13 14 53 54 55 56 57
P11 J6 15 16 17 18 19
P3
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
P8
F2
P23
P9
J5 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
P2
P7
P4
P10
P5
P10 P11 P7
Afbeelding 17
P23
X1 (Besturingsprint, met externe aansluitingen voor RLL660/661/670/671-EX)
S1
3- POL+N 400V/ 50Hz
L1 L2 L3 N PE
L1 L2 L3 N
T1 T2 T3 N 5 x 1,5 mm²
1 3 5
K3
PE
58
PE
58
P23
Logic Link best uringsprint
1 3 5
K3
Voorbedraad 2
Ingangen Frequent ieregelaar
Schema 13
54 56
4 6
L1 L2 L3
PE
4 x 1,5 mm²
PE
Voeding frequentiegeregelde motorreductor Extern
28
Uit gangen Logic Link best uringsprint (X1)
47 48 49 50
11 12
P10
51 52
P11
P5
95
Q1 96
K2
A1
K3
A2
A1 A2
95
K1
K4
A1
A2
Q1 96
A2
Mot or Mot or Beveiligings Draairicht ing 1 relais Draairicht ing 2
Schema 14
A1
Frequent ieregelaar hoge f requent ie
Hulpcont act t hermische beveiliging Voorbedraad
Uitgangen besturingsprint X1 frequentiegeregelde motorreductor Extern
Uit gangen Logic Link best uringsprint (X1)
13 14
P11
13
K1
13
K2 14
13
K4 14
14
6 x 0.75 mm²
Ingangen Frequent ieregelaar
Schema 15
10
8
7
9
11 12
Ingangen frequentiegeregelde motorreductor Extern
29
3.4.3 Aansluitschema’s externe aansturing en terugmelding. De RLL600 kan op verschillende manieren worden aangestuurd, hieronder staan de aansluitschema’s voor de verschillende mogelijkheden. In de RLL600 kan er maar 1 aanstuurmogelijkheid tegelijkertijd gebruikt worden. P6
P22
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10
K4 K4 11 12 13 14
P11
53 54 55 56 57
J6 15 16 17 18 19
P3
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
P8
F2
P23
P9
J5 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
P2
P7
P2 Afbeelding 18
P4
P7
P10
P5
P9
X1 (Besturingsprint met aansluiting externe aansturing en terugmelding)
30
Richt ing 1
Richt ing 2
Fout cont act
Analoge aanst uring
Frequent ie hoog
Digit ale aanst uring
Frequent ie geregelde mot or
Aansturing Digitaal / Analoog.
24 Volt
0- 10 Volt
+ -
+ -
P9 Klimaat comput er 24
Schema 16
25
26
27
28
29
30
31
32
33
Aansluiting digitale en analoge externe aansturing op steker P9.
Zodra beide ingangen van de digitale aansturing (pin 24 en pin 26) gelijktijdig worden aangestuurd, reageert de RLL600 niet en staat de motor stil.
Digitale aansturing Voeding
24 Volt AC 10.5 mA
Voeding
24 Volt DC 10 mA
Analoge aansturing Voeding 0-10 Volt DC 0.05 mA Tabel 3
Technische gegevens digitale en analoge externe aansturing.
31
CAN High CAN Low CAN GND
maximaal 127
RLL X
ext erne CANopen aanst uring
RLL 2
RLL 1
Aansturing CANopen bussysteem.
Twist ed- pair
Twist ed- pair
Twist ed- pair
Twist ed- pair
Twist ed- pair
Twist ed- pair
CAN Af scherming
Afscherming aan behuizing PE X1
P2
Afscherming aan behuizing PE
P2
X1
34 35 36 37 38
Schema 17
Af scherming aan behuizing PE P2
X1
34 35 36 37 38
34 35 36 37 38
Aansluiting CAN-bus aansturing aansluiten op steker P2 en afscherming op PE (behuizing).
Afscherming aansluiten. De afscherming van de kabel moet aangesloten worden aan de aluminium behuizing van de RLL600-IN of aan de montageplaat van de RLL600-EX.
CAN High en CAN Low dient in één twisted-pair bedrading te worden aangesloten. CAN GND wordt via het tweede twisted-pair bedrading aangesloten. Daarbij dient er wel op gelet te worden dat steeds dezelfde ader wordt gebruikt. Een andere mogelijkheid is beide draden op CAN GND aan te sluiten.
Afsluitweerstand verwijderen. Een CANopen bus kabel moet aan beide uiteinden van de kabel worden afgesloten d.m.v. een weerstand. Deze afsluitweerstand zit samen met een jumper op de RLL600 printplaat. Door middel van de jumper kan gekozen worden of de afsluitweerstand wel of niet aangesloten is. Door de jumper weg te halen (kwart slag draaien) is de afsluitweerstand niet aangesloten. P6
De eerste of laatste RLL600 op de CANbus
RLL600 waarop de CANbus word doorgelust
P22
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10
K4 11 12 13 14 53 54 55 56 57
P11 J6 15 16 17 18 19
P3
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
P8
F2
P23
P9
J5 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
P2
P7
P4
P10
51 52
P5
Afbeelding 18, Jumper J5 van het CANopen bussysteem. Begint of eindigt de CAN bus bij een RLL600, m.a.w. is de RLL600 de eerste of de
32
laatste op de CAN bus, dan moet jumper J5 niet worden gedraaid. In de ander gevallen draai de jumper een kwart slag, Standaard is de afsluitweerstand aangesloten.
De Specificaties van de te gebruiken CAN kabel zijn: -
Afgeschermde kabel met 2 x 2 getwiste aders van 0,75mm2 AC karakteristieken: 120 ohm impedantie en maximaal 5 ns/m lijnvertraging Aansluiten bij ISO11898-2
33
Aansturing BAC-net bussysteem.
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10
11 12 13 14 53 54 55 56 57 15 16 17 18 19
20 212223 24 252627282930 313233
34 35 36 37 38 3940 414243444546 47484950 5152
Afbeelding 19
BAC-net aansluiting op X1.
maximaal 127
RLL X
ext erne BACnet aanst uring
RLL 2
RLL 1
Op de positie K4 wordt de speciale BAC-net print gestoken. Tijdens het inleren dient deze BAC-net print verwijdert te worden omdat K4 ook gebruikt wordt voor het aansluiten van de speciale handbediening voor het inleren of programmeren van de RLL600 print.
BACnet B BACnet A
BACnet Af scherming
Af scherming aan behuizing PE X1
K4 BACnet B
Schema 18
A
Af scherming aan behuizing PE X1
K4 BACnet B
A
Af scherming aan behuizing PE X1
K4 BACnet B
A
Aansluiting BAC-net aansluiting op X1.
De afscherming van de kabel moet aangesloten worden aan de aluminium behuizing van de RLL600-IN of aan de montageplaat van de RLL600-EX. De lengte van de buskabel en het maximale aantal deelnemers is afhankelijk van de belasting op de buskabel. Raadpleeg de elektrisch installateur over de lengte en het aantal deelnemers. Bij BAC-net wordt het begin of einde van de buskabel NIET afgesloten door een afsluitweerstand.
De BAC-net buskabel dient te voldoen aan bepaalde eisen. Bij Priva zijn gegevens over deze buskabel te verkrijgen.
34
Analoge positie terugmelding (alleen RLL620 / RLL670) De RLL600 heeft een uitgang (P7, pinnen 39 en 40) die de potmeter simuleert, deze uitgang levert een 4-20 mA signaal. Waarbij 4 mA wordt geleverd als de motor bij de ene eindschakelaars staat en 20 mA als de motor bij de andere eindschakelaar staat Aansluitschema analoge positie terugmelding: 39
40
P7 t erugmeldsignaal
39
40
P7 t erugmeldsignaal
Weerst and
+ -
500O
24 Volt
+ -
A
24 Volt
Ampère met er
V Volt met er
Schema 19
4-20 mA uitgang
De voeding voor dit circuit is een externe 24 VDC bron. De weerstandswaarde in het 2-10V signaal kan zelf gekozen worden afhankelijk wat nodig is, bijvoorbeeld: Er wordt gekozen voor een weerstand van 500 Ω :
U = I * R =>
4 * 500 = 2Volt
=> 20 * 500 = 10Volt De spanning die dan gemeten word over de weerstand loopt van 2 tot 10 Volt over de gehele loopweg van de motorreductor van de ene naar de andere eindschakelaar.
35
3.4.4 Aansluitschema’s gelijkloopregeling/ volgregeling Gelijkloopregeling; Een gelijkloopregeling wordt toegepast in een systeem dat door meerdere motorreductoren wordt aangestuurd en waarbij het systeem fysiek aan elkaar verbonden is (bijvoorbeeld een schermsysteem bestaande uit één doek dat wordt aangestuurd door meerdere motorreductoren). Bij dit systeem is er één RLL600 Master (RLL620/621) en zijn de rest (tot maximaal 5) Slaves (RLL610). De Master wordt via de handbediening of externe aansturing aangestuurd en stuurt zowel zichzelf alsmede gelijktijdig de Slaves en controleert ook de gehele loopweg of alle motorreductoren niet en vooraf ingegeven marge ten opzichte van elkaar afwijken. Indien de afwijking te groot wordt schakelt de Master het gehele gelijkloopsysteem uit. De Slaves zijn RLL600`s die met CANopen worden aangestuurd. Aangezien een handbediening altijd een hogere prioriteit heeft als de externe aansturing wordt het door Ridder aanbevolen om de Links/Rechts aansturing op de handbediening van de Slaves niet aan te sluiten. Bij een handmatige aansturing van de Slaves kan schade aan het systeem ontstaan. Sluit de bekabeling van de handbediening van de Slaves in een gelijkloopregeling zo aan dat alleen de automaat en de LED`s functioneren.
Het systeem mag niet met de handbediening worden gestuurd voordat het gehele systeem is ingeleerd.
Sluit in bij een gelijkloopregeling de handbedieningen van de Slaves, pin 2 en pin 4 niet aan, omdat het aansturen van een Slave met de handbediening schade aan het systeem kan veroorzaken.
Volgregeling; Een volgregeling wordt toegepast in een systeem waarbij meerdere motorreductoren een gelijksoortig systeem aansturen en waarbij het systeem niet fysiek aan elkaar verbonden is. Bij dit systeem is er één RLL600 Master (RLL620/621 of RLL670/671) en zijn de rest (tot maximaal 24) Slaves (RLL610; RLL660). Ze hebben allemaal een handbediening die alleen voor zichzelf werkt. De Master geeft de externe aansturing door aan de Slaves. De Slaves zijn RLL600`s die met CANopen worden aangestuurd. Deze Slaves mogen wel met hun eigen handbediening handmatig worden aangestuurd aangezien de verschillende systemen niet mechanisch met elkaar gekoppeld zijn.
Aansluiten gelijkloopregeling en volgregeling. Het aansluiten van de RLL600 Master en Slaves in de gelijkloopregeling en volgregeling zijn aan elkaar gelijk. Aangezien het hier gaat om een intern bussysteem dient één van de RLL600’s te functioneren als Master en ook dient men bij dit interne bussysteem rekening te houden met het plaatsen van een afsluitweerstand aan beide uiteinden van de buskabel. Het is niet noodzakelijk dat de Master aan het begin van de buskabel zit, afhankelijk van de positie van de externe aansturing dient de plaats van de Master in de gelijkloop- of volgregeling gekozen te worden.
36
16
Schema 20
17
18
Bij VOLGREGELING maximaal 25
Af scherming aan behuizing
P3 CAN- bus 15
Bij GELIJKLOOPREGELING maximaal 5
RLL SLAVE X
RLL SLAVE 1
RLL MASTER
Af scherming aan behuizing
Af scherming aan behuizing
P2 CAN- bus
19
34
35
36
37
P2 CAN- bus
38
34
35
36
37
38
Aansluitschema CANopen bus-aansturing gelijkloop- en volgregeling.
CAN High en CAN Low dient in één twisted-pair bedrading te worden aangesloten. CAN GND wordt via het tweede twisted-pair bedrading aangesloten. Daarbij dient er wel op gelet te worden dat steeds dezelfde ader wordt gebruikt. Een andere mogelijkheid is beide draden op CAN GND aan te sluiten.
Net zoals bij de normale CANopen bus-aansturing heeft het CANopen bussysteem in de gelijkloop-/volgregeling een afsluitweerstand aan beide uiteinden van de CAN kabel. P6
P22
1 2 3 4 5 6
15 16 17 18 19
7 8 9 10
15 16 17 18 19 K4 11 12 13 14
P3
P3 P11
53 54 55 56 57
J6 15 16 17 18 19
P3
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
P8
F2
P23
P9
J5 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
Afbeelding 20
Jumper CAN bus gelijkloop-/volgregeling.
P2
P7
P4
P10
51 52
P5
Jumper J6 hoeft alleen gecontroleerd te worden bij de master. Bij de slaves dient jumper J5 gecontroleerd te worden. Begint of eindigt de CAN bus bij een RLL600, m.a.w. is de RLL600 de eerste of de laatste op de CAN bus, dan moet jumper J6 niet worden gedraaid. Draai in de andere gevallen de jumper een kwart slag.
37
3.5 Inregelen RLL600. Zodra de RLL600 gemonteerd en aangesloten is, moet de RLL600 worden afgeregeld. Onder afregelen worden de volgende stappen verstaan: 1. het controleren van de thermische beveiliging; 2. het controleren van de draairichtingen met de bijbehorende eindschakelaars; 3. het afstellen van de eindschakelaars; 4. het inleren van de RLL600; 5. het controleren van de aanstuurrichtingen. Bij een opzichzelfstaande RLL600 of een RLL600 in een volgregeling kunnen deze stappen per RLL600 afzonderlijk gedaan worden. Bij een gelijkloopregeling kan stap 1 bij elke motor onafhankelijk gecontroleerd worden. Omdat bij een gelijkloopregeling de motoren fysiek met elkaar verbonden zijn, moeten stappen 2 tot en met 4 bij alle RLL600`s gelijktijdig gebeuren. Controleer bij het inregelen van een gelijkloopregeling continu of de RLL600`s gelijk staan of lopen. Controleer of alle RLL600 in een gelijkloopregeling dezelfde draairichting hebben bij gelijke aanstuurrichting van de inleerhandbediening. Test dat voordat begonnen wordt met inleren. Indien de draairichtingen niet gelijk zijn, maar de RLL600 stuurt wel de motorreductor juist aan, dan is het verkeerd om draaien van de motorreductor opgelost door de eindschakelaarbedrading en de encoderbedrading om te wisselen. Het aansturen van één RLL600 in een gelijkloopregeling bij het afregelen kan schade veroorzaken aan het systeem. Stuur daarom bij het afregelen altijd alle RLL600`s gelijktijdig in dezelfde richting aan! Controleer dat de gehele loopweg. In een gelijkloopregeling dienen alle aandrijvingen “dezelfde” loopweg te krijgen. Realiseer dat door alle aandrijvingen gelijktijdig te starten en te stoppen en de eindschakelaars eenduidig af te stellen. De onderlinge loopweg mag niet meer dan 20mm verschillen omdat dan de gelijkloopregeling kan gaan bijregelen terwijl dat voor het systeem niet nodig is. Het afregelen van de RLL600 gebeurd met een inleerhandbediening, deze wordt met een vlakke bandkabel aangesloten op de print. In afbeelding 8 is de inleerhandbediening te zien en waar deze op de print moet worden aangesloten. P22
P6 1 2 3 4 5 6
7 8 9 10
Motor operational Learning off Learning on Save setpoint
Cancel learn
11 12 13 14 53 54 55 56 57
P11 J6 15 16 17 18 19 P3
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 P8
J5 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 P2
P7
P23
P9
P4
Afbeelding 21
P10
51 52 P5
X1 (Besturingsprint) + Speciale handbediening
38
Draaischakelaar Op de inleerhandbediening zit een draaischakelaar, hiermee kan de motor in de gewenste richting worden gestuurd. Tijdens het inleren hoeven de symbolen van aansturingrichting op de handbediening niet overeen te komen met de werkelijke aansturingrichting van het systeem. Nadat het systeem is ingeleerd wordt gecontroleerd of de aanstuurrichting van de handbediening overeenkomt met de draairichting van het systeem. Meer informatie over controleren hiervan staat in hoofdstuk 3.3.5 “Aanstuurrichtingen controleren”. Als de inleerhandbediening actief is en de draaischakelaar wordt dan langer dan 5 seconde in de stand “0/Cancel” gezet, wordt de inleerhandbediening afgesloten en wordt de handbediening actief. Alles wat er gebeurd is in de tijd tussen het actief maken van de inleerhandbediening en het afsluiten ervan word niet opgeslagen. De RLL600 gebruikt dan de gegevens die hij had voordat de inleerhandbediening actief werd gemaakt. LED`s Op de handbediening zitten tevens 2 led`s die, d.m.v. een knippercode, de huidige situatie weergeven. In Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. zijn de codes te zien met daarna de uitleg.
Motor in normaal bedrijf
1
2
Groen
Rood
Rood
Groen
Groen
Rood
Rood
Groen
Groen
Rood
Rood
Groen
Groen
Rood
Rood
Leren in wachten
3
4
Groen
Leren actief
Setpoint opgeslagen
Tabel 4
Knippercodes van de inleerhandbediening.
1. Motor in normaalbedrijf. De RLL600 werkt normaal en reageert niet op de inleerhandbediening. 2. Leren in wachten. De RLL600 reageert op de inleerhandbediening en kan worden afgeregeld en ingeleerd. 3. Leren actief. De RLL600 is klaar om of bezig met de loopweg in te leren. 4. Setpoint opgeslagen. Een setpoint van de frequentie geregelde motor is opgeslagen.
Zorg er altijd voor dat tijdens het controleren de motor de richting op loopt waarbij het geen schade aan kan richten aan het systeem.
39
3.5.1 Controle thermische beveiliging. Controleer bij de RLL600-EX na het aansluiten of de thermische beveiliging op de juiste waarde (Afbeelding , punt 1) staat ingesteld. Bij de RLL600-IN is de juiste waarde van de motor al ingesteld. De draaischakelaar (Afbeelding , punt 2) op de thermische beveiliging moet in de stand “auto” staan. Staat de draaischakelaar niet op de stand “auto” dan zal de thermische beveiliging zichzelf niet automatisch reseten. Bij de RLL600-IN en RLL600-EX is deze draaischakelaar ingesteld in de stand “auto”.
1
Man 1.6
5 4 TRIPPED
2 Man 1.6
TRIPPED
TEST
Trip PUSH TO RESET
Aut o
3
Trip PUSH TO RESET
TEST
95
N.C.
96 97
N.O.
98
2
T1
4 T2
6
T3
Afbeelding 22
3
2
5 4
2
Aut o
Thermische beveiliging.
3.5.2 Draairichting controleren.
Afbeelding 23
RSU Eindschakelsysteem.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Schakel de voedingspanning uit; Sluit de Inleerhandbediening aan op de RLL600; Zet de draaischakelaar op de inleerhandbediening op de stand “learn”; Schakel de voedingspanning in; Zet, zodra de rode en de groene led continu branden, de draaischakelaar in de stand “0”; Stuur de motor aan in de richting dat het geen schade kan aanrichten aan het systeem; Controleer of de schakelmoer (Afbeelding 23,4) de richting van de eindschakelaar op draait waarbij de motor wordt afgeschakeld; 8. Is dit het geval, ga verder met “afstellen eindschakelaars”;
40
9. Is dit niet het geval, Schakel de voedingspanning uit; 10. Draai bij een 3 fase motor 2 fases van de voedingspanning om en bij een frequentiegeregelde motor pin 14 van relais K1 en pin 14 van K2 om; 11. Indien de bekabeling is omgedraaid ga terug naar punt 3.
Draai niet de bedrading van de RSU om in verband met de draairichting van de encoder!
3.5.3 Afstellen eindschakelaars. 1. Breng, met behulp van de inleerhandbediening, het systeem in "beginstand" of in “eindstand” en stel vast welke bedrijfsschakelaar (Afbeelding 23, S11 of S12) moet worden bediend; 2. Draai aan de vastgestelde zijde kartelmoer (Afbeelding 23,2), "handvast" tegen aanslag. De kartelmoer is gemakkelijk met de hand op de draadas (Afbeelding 23,1) te verdraaien. De schakelmoer (Afbeelding 23,4) verplaatst zich hierbij als geheel langs de draadas; 3. Verdraai nu stelring (Afbeelding 23,3) over de kartelmoer zóver, dat de werkschakelaar net wordt geschakeld; 4. Draai vervolgens de stelring met stelschroeven (Afbeelding 23, a en b) vast op de kartelmoer. De stelring is nu niet meer op de kartelmoer te verdraaien; 5. Laat de aandrijving naar de andere eindpositie lopen; 6. Herhaal de punten 1 t.e.m. 4 voor het afstellen van deze eindschakelaar.
Indien bij een afgesteld RSU eindschakelsysteem de motorreductor met de hand mechanische aangedreven (achter in de motor) wordt, moet gecontroleerd worden of dat de ingestelde eindstanden van het schakelsysteem niet overschreden worden. Dit kan beschadiging van het eindschakelsysteem veroorzaken waardoor het eindschakelsysteem niet goed meer zal functioneren!
41
3.5.4 Inleren RLL600. Het inleren houd in dat de gehele loopweg van de ene eindschakelaar tot de andere eindschakelaar wordt afgelegd. Bij het inleren moet de richting van de loopweg altijd de richting zijn waarbij de motor het meeste koppel moet leveren (het zwaarste loopt). De manier waarop dit inleren gebeurd hangt af van het type motor dat gemonteerd is, een “3 fase” of een “frequentie geregelde” motor.
Bij het veranderen van de loopweg of bij het wijzigen van het draaimoment van de motorreductor, doordat bijvoorbeeld het schermdoek is vervangen, moet de RLL600 opnieuw worden ingeleerd! Daarna herkent de RLL600 de nieuwe loopweg of het nieuwe draaimoment en kan de RLL600 het systeem daarmee optimaal aansturen. 3 fase motor. Indien de inleerhandbediening al op de print is aangesloten mag stap 1 t/m 5 worden overgeslagen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Schakel de voedingspanning van RLL600 uit; Zet de draaischakelaar op de inleerhandbediening in de stand “Learn”; Verbind de “flatcable” van de inleerhandbediening met de printplaat op de daarbij behorende connector; Schakel de voedingspanning van de RLL600 in; Zet, zodra de rode en de groene led continu branden, de draaischakelaar op de inleerhandbediening in de stand “0”; Stuur de motorreductor naar de eerste eindschakelaar, leer in van licht naar zwaar. (bij luchting en bij scherming van dicht naar open); Wacht tot de motor is gestopt op de reeds ingestelde eindschakelaar; Zet de draaischakelaar op de inleerhandbediening in de stand “Learn”; Wacht 5 seconden, de rode led knippert en de groene led brand continu; Zet de draaischakelaar op de inleerhandbediening in de stand waarbij de motor naar de andere eindschakelaar loopt( in deze richting moet de motor het meest koppel te leveren); Wacht totdat de motor in de ander eindschakelaar is gelopen, het inleren is afgerond; Schakel de voedingspanning van RLL600 uit; Verwijder de inleerhandbediening, zorg ervoor dat de printplaat daarbij zo min mogelijk belast word; Schakel de voedingspanning van de RLL600 in, de RLL600 is nu te bediening met de normale handbediening.
42
Frequentie geregelde motor (alleen op RLL660/RLL670). Het inleren van een frequentie geregelde motor gaat hetzelfde als een normale motor met als enige verschil dat er twee setpoints ingegeven moeten worden. Door deze twee setpoints weet de besturing wanneer de motor op de hoge frequentie mag draaien, Op Afbeelding is een schematische weergave van de motorloopweg te zien met daarin de twee setpoints. Mocht er één setpoint gewenst zijn, plaats dan de niet gewenste setpoint zo dicht mogelijk bij de eindschakelaar.
LAGE FREQUENTIE HOGE FREQUENTIE
EINDSCHAKELAAR SETPOINT
Afbeelding 24
SETPOINT
EINDSCHAKELAAR
Schematische weergave motorloopweg.
Indien de inleerhandbediening al op de print is aangesloten mag stap 1 t/m 5 worden overgeslagen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
Schakel de voedingspanning van RLL600 uit; Zet de draaischakelaar op de inleerhandbediening in de stand “Learn”; Verbind de “flatcable” van de inleerhandbediening met de printplaat op de daarbij behorende connector; Schakel de voedingspanning van de RLL600 in; Zet, zodra de rode en de groene led continu branden, de draaischakelaar op de inleerhandbediening in de stand “0”. Stuur de motorreductor naar de eerste eindschakelaar, leer in van licht naar zwaar. (bij luchting van dicht naar open, bij scherming ook van dicht naar open); Wacht totdat de motor in deze eindschakelaar is gelopen; Zet de draaischakelaar op de inleerhandbediening in de stand “Learn”; Wacht 5 seconden, de rode led knippert en de groene led brand continu; Zet de draaischakelaar op de inleerhandbediening in de stand waarbij de motor naar de andere eindschakelaar loopt( in deze richting moet de motor het meest koppel te leveren); Zet zodra de motor op de eerste setpoint is de draaischakelaar op de inleerhandbediening in de stand “Learn”, minimale looptijd tussen eindschakelaar en setpoint frequentieregelaar is 20 seconde; Wacht 3 seconden, de rode led gaat langzamer knipperen en de groene led brand continu; Zet de draaischakelaar op de inleerhandbediening in de stand van punt 10 om zijn loopweg te vervolgen; Zet zodra de motor op de tweede setpoint is de draaischakelaar op de inleerhandbediening in de stand “Learn”; Wacht 3 seconden, de rode led gaat langzamer knipperen en de groene led brand continu; zet de draaischakelaar op de inleerhandbediening in de stand van punt 10 om zijn loopweg te vervolgen; Wacht tot de motor is gestopt op de reeds ingestelde eindschakelaar, het inleren is afgerond; Schakel de voedingspanning van RLL600 uit; Trek voorzichtig de “flatcable” van de inleerhandbediening uit de connector; Schakel de voedingspanning van de RLL600 in, de RLL600 is nu te bediening met de normale handbediening.
43
3.5.5 Aanstuurrichtingen controleren. Hieronder valt de controle of de verschillende aanstuurrichtingen overeenkomen met de beweging van het systeem. Het aanpassen van de aanstuurrichting wordt bij de handbediening en de 24V-aansturing gedaan door het omwisselen van bedrading. Bij het aanpassen van externe aansturingen 0-10V en bussysteem wordt de draairichting softwarematig aangepast. Dit geldt ook voor de terugmelding m.b.v. de analoge positie terugmelding (potmeteremulatie). Bij het softwarematig aanpassen wordt gebruik gemaakt van het programma Tera Term Pro, dit kan ook een ander hyperterminal programma zijn. Zie voor meer informatie bij het aanbrengen van wijzigingen in de RLL600 met Tera Term Pro de handleiding “Instelmenu RLL600 installateur”. Bij het wisselen van de aanstuurrichtingen bij een gelijkloop- of volgregeling dienen zowel de Master evenals de achterliggende Slaves gewijzigd te worden om zodoende alle onderlinge CANopen posities gelijk te krijgen. Handbediening controleren: 1. Stuur de motor met de normale handbediening in een richting aan; 2. Controleer of het symbool op de handbediening logischerwijs overeen komt met de beweging van het systeem, pijl omhoog is open en pijl omlaag is sluiten; 3. Is dit het geval, ga verder met punt 8; 4. Is dit niet het geval, schakel de voedingspanning uit; 5. Verwissel de draad op pin 42 met die van pin 44 van connector P4. 6. Schakel de voedingspanning in; 7. Indien de bekabeling is omgedraaid ga terug naar punt 1; 8. de RLL600 is klaar om met de handbediening aan te sturen; 9. De LED`s zijn goed aangesloten als de groene LED continu brand en de rode LED uit is. 24 volt externe aansturing controleren: 1. Zet de draaischakelaar op de handbediening in de stand “auto”; 2. Stuur de motor met de externe aansturing in een richting aan; 3. Controleer of de gewenste richting van de externe aansturing overeen komt met de beweging van het systeem; 4. Is dit het geval, ga verder met punt 9; 5. Is dit niet het geval, schakel de voedingspanning uit; 6. Verwissel de draad op pin 24 met die van pin 26 en de draad van pin 25 met die van pin 27 van connector P9. 7. Schakel de voedingspanning in; 8. Indien de bekabeling is omgedraaid ga terug naar punt 1; 9. De RLL600 is klaar om extern aangestuurd te worden. 0-10 volt externe aansturing: 1. Zet de draaischakelaar op de handbediening in de stand “auto”; 2. Stuur de motor met de externe aansturing met 0 volt aan; 3. Controleer of de gewenste richting van de externe aansturing overeen komt met de beweging van het systeem; 4. Is dit het geval, ga verder met punt 18; 5. Is dit niet het geval, verander de aanstuurrichting als het mogelijk is in de klimaatcomputer of volg de volgende stappen; 6. Schakel de voedingspanning uit; 7. Sluit de inleerhandbediening aan op de RLL600; 8. Zet de draaischakelaar van de inleerhandbediening in de stand “0”; 9. Sluit de PC aan op de inleerhandbediening d.m.v. een RS232 kabel; 10. Start het programma “Tera Term”; 11. Schakel de voedingspanning in en druk binnen 3 seconde op de spatiebalk van de pc; 12. Ga via “Installation menu / Motor settings” naar “Switch analogue control settings“ en verwissel hier de 0-10 naar 10-0 of andersom. 13. Ga uit het menu door 4 keer de “0” in te drukken.
44
14. 15. 16. 17. 18.
Schakel de voedingspanning uit; Trek voorzichtig de “flatcable” van de inleerhandbediening uit de connector; Schakel de voedingspanning in; Indien de instelling is gewijzigd ga terug naar punt 1; De RLL600 is klaar om extern aangestuurd te worden.
CAN-bus externe aansturing: 1. Zet de draaischakelaar op de handbediening in de stand “auto”; 2. Stuur de motor met de externe aansturing met 0000HEX aan; 3. Controleer of de gewenste richting van de externe aansturing overeen komt met de beweging van het systeem; 4. Is dit het geval, ga verder met punt 17; 5. Is dit niet het geval, verander de aanstuurrichting als het mogelijk is in de klimaatcomputer of volg de volgende stappen; 6. Schakel de voedingspanning uit; 7. Sluit de inleerhandbediening aan op de RLL600; 8. Zet de draaischakelaar van de inleerhandbediening in de stand “0”; 9. Sluit de PC aan op de inleerhandbediening d.m.v. een RS232 kabel; 10. Start het programma “Tera Term”; 11. Schakel de voedingspanning in en druk binnen 3 seconde op de spatiebalk van de pc; 12. Ga via “Installation menu / Motor settings” naar “Switch CAN control settings” en verwissel hier de 0000HEXFFFFHEX naar FFFFHEX-0000HEX of andersom. 13. Ga uit het menu door 4 keer de “0” in te drukken. 14. Schakel de voedingspanning uit; 15. Trek voorzichtig de “flatcable” van de inleerhandbediening uit de connector; 16. Schakel de voedingspanning in; 17. Indien de instelling is gewijzigd ga terug naar punt 1; 18. De RLL600 is klaar om extern aangestuurd te worden. Analoge positie terugmelding controleren (alleen voor RLL620 / RLL670): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Stuur de motor met de normale handbediening in een richting aan; Controleer of de signaalverandering overeen komt met de beweging van het systeem; Is dit het geval, ga verder met punt 16; Is dit niet het geval, verander de looprichting als het mogelijk is in de klimaatcomputer of volg de volgende stappen; Schakel de voedingspanning uit; Sluit de inleerhandbediening aan op de RLL600; Zet de draaischakelaar in de stand “0”; Sluit de PC aan op de inleerhandbediening; Start het programma “Tera Term”; Schakel de voedingspanning in en druk binnen 3 seconde op de spatiebalk van de pc; Ga via “Installation menu / Motor settings” naar “Analoque output settings” en verwissel hier de 4 tot 20mA naar 20 tot 4mA of andersom. Ga uit het menu door 4 keer de “0” in te drukken. Schakel de voedingspanning uit; Trek voorzichtig de “flatcable” van de inleerhandbediening uit de connector; Schakel de voedingspanning in; Indien de instelling is gewijzigd ga terug naar punt 1; De waardeverandering geschied volgens de gewenste beweging.
Na deze controles en het inleertraject is de RLL600 klaar voor gebruik.
Berg de inleerhandbediening na gebruik altijd zorgvuldig op.
45
4
Bediening.
Afbeelding 25
Handbediening
Elke RLL600 heeft een handbediening, zie Afbeelding, hiermee kan de RLL600 handmatig aangestuurd worden. Bij de gelijkloopregeling hebben de slaves wel een handbediening, maar mogen ze niet worden gebruikt om de motoren aan te sturen. Controleer voordat er handmatig gestuurd word of de groene led op de handbediening continu groen brand, en dus of er geen storingen aanwezig zijn. De prioriteit van de handbediening ligt boven die van de externe aansturing. In Tabel zijn de functies te zien van de verschillende standen van de schakelaar op de handbediening. symbool
Omschrijving Draairichting 1 (Open)
0
Motor wordt niet aangestuurd, draaiuren uitlezen en tevens reset stand na een storing. Automaatstand, RLL600 reageert op externe aansturingen.
0
Motor wordt niet aangestuurd, draaiuren uitlezen en tevens reset stand na een storing. Draairichting 2 (Dicht)
Tabel 5
Functies draaischakelaar handbediening.
Tevens voorziet de handbediening de gebruiker van informatie over de status van de RLL600 d.m.v. de twee led`s. Deze informatie is van belang bij het oplossen van eventuele storingen en daarom is het aan te raden om de handbediening zichtbaar te plaatsen. Zie afbeelding 13 voor de knippercodes die op de normale handbediening kunnen voorkomen en daaronder de uitleg.
De handbedieningen van de Slaves moeten in de automaatstand staan, alleen dan werkt het systeem en regelt de Master de Slaves.
46
1
2
3
Groen
Groen
Rood
Rood
Groen
Groen
Rood
Rood
Groen
Groen
Rood
Rood
Groen
Groen
Rood
Rood
Groen
Groen
Rood
Rood
Groen
Groen
Rood
Rood
Groen
Groen
Rood
Rood
Groen
Groen
Rood
Rood
Groen
Groen
Rood
Rood
Groen
Groen
Motor normaal bedrijf
Weergave draaiuren
Leerstand
4 Geen voedingspanning
5
Motor Thermisch uitgeschakeld
6 Overbelasting systeem
7
8
9
10
Motor in noodstop
Geen CAN bus aanwezig
Marge error
Geen loopweg Rood
11
12
Tabel 6
1x
Rood
Groen
Groen
Rood
Rood
Groen
Groen
Rood
Rood
Encoder error
Meerdere storingen tegelijk
Knippercodes normale handbediening.
47
1. Motor normaal bedrijf. Motorbesturing functioneert volgens behoren. 2. Weergave draaiuren. De RLL600 aangestuurde motor heeft 100 uur of een veelvoud daarvan gedraaid, dit signaal wordt dan voor 3 dagen weergegeven op de handbediening. Het aantal keer dat de groene led knippert, tussen de lange tijd dat hij uit is (t3), vermenigvuldigd met 100 is het aantal draaiuren (afgerond naar beneden op honderdtallen).Dit signaal wordt tevens éénmaal getoond als de draaischakelaar van de handbediening op 0 word gezet. In afbeelding 13 heeft de RLL600 300 uur gedraaid. 3. Leerstand. De RLL600 staat in de leerstand, leer de RLL600 in volgens deze handleiding. Blijft deze melding staan na het inleren, neem dan contact op met uw installateur. 4. Geen voedingsspanning. Indien de printplaat geen voedingsspanning heeft zal deze geen knippercode afgeven op de handbediening. Beide LED’s op de handbediening zijn uit. De oorzaak hiervan kan zijn dat de voedingsspanning extern is uitgeschakeld. Er kan dan ook geen voedingsspanning op de ingang van de print gemeten worden. Indien er spanning op de ingang van de print staat maar de groene LED boven de trafo is uit dan is de zekering van de print defect. Vervang dan deze zekering. Indien dat geen oplossing bied zal de gehele print vervangen dienen te worden. De oorzaak hiervan kan zijn een probleem met de print zelf of het niet juist voeden van de print. Controleer daarom bij het plaatsen van de nieuwe print of de voedingsspanning juist is aangesloten. 5. Motor thermische uitgeschakeld. De motor heeft voor een te langere tijd meer stroom getrokken dan is ingesteld. Wacht 5 minuten en reset dan de RLL600 door de draaischakelaar op de handbediening in een “0”-stand te draaien en dan weer terug naar de stand waarin hij stond. Gebeurt dit meerdere malen neem dan contact op met uw installateur. 6. Overbelast systeem. Door een oorzaak is de motor zwaar gaan lopen. Controleer het systeem op mankementen en reset de RLL600 door de draaischakelaar op de handbediening in een “0”-stand te draaien en dan weer terug naar de stand waarin hij stond. Gebeurt dit meerdere malen neem dan contact op met uw installateur. 7. Motor in noodstop. De RLL600 heeft mogelijk de werkschakelaar niet gezien en is doorgelopen in de beveiligingsschakelaar. De spanning moet op de RLL600 blijven, anders weet de besturing niet in welke beveiligingschakelaar de motor is gelopen, en moet de motor er vervolgens met de hand worden uitgedraaid. De RLL600 kan nu alleen in de tegengestelde richting draaien totdat de motor uit de eindschakelaar is gedraaid, hiermee kan de motor aangestuurd worden in geval van nood. Gebeurt dit meerdere malen neem dan contact op met uw installateur.
Is er een noodstopsituatie ontstaan doordat de fases verkeerd zijn aangesloten dan eerst de motor met de handbediening uit de noodstop draaien. Daarna pas de fases omdraaien!
8. Geen CAN-bus aanwezig. De CAN-bus aansturing is weggevallen, raadpleeg de storingsinformatie die bij de partij hoort die de RLL600 aanstuurt.
48
9. Marge error. Door een oorzaak is de huidige positie van de RLL600 met een te grote stap versprongen. Deze foutmelding zorgt bij een op zichzelf draaiende of in een volgregeling opgenomen RLL600 niet voor dat de motor wordt afgeschakeld, maar de RLL600 moet wel worden nagekeken door Ridder Drive Systems. Bij een RLL600 in een gelijkloopregeling zorgt deze fout ervoor dat het gehele systeem volledig word stopgezet. De handbediening van de master RLL600 werkt nu alleen voor de master RLL600 en niet voor het gehele systeem! Om de foutmelding te reseten moet elke RLL600 in de gelijkloopregeling met zijn eigen (speciale) handbediening naar dezelfde eindschakelaar worden gestuurd. Zodra alle RLL600’s in dezelfde eindschakelaar staan is de foutmelding weg en werkt de handbediening van de master weer voor het gehele systeem, het systeem moet wel worden nagekeken door Ridder Drive Systems.
Bij een Marge error in een gelijkloopregeling werkt de handbediening van de Master alleen nog voor de Master. Bij het aansturen van alleen de Master met de handbediening kan schade aan het systeem ontstaan. 10. Geen loopweg Indien de codering aangeeft dat de RLL600 geen loopweg is de RLL600 niet of onjuist ingeleerd. Leer de RLL600 in en deze storing is verholpen. 11. Encoder error. Door het verkeerd om aangesloten zitten van de bedrading of het niet juist monteren of het vervuilen van een encoder ontstaat deze fout. De RLL600 krijgt verkeerde pulsen binnen waardoor deze niet zijn juiste positie en loopsnelheid kan bepalen. Controleer de volgorde van de bedrading. Indien de bedrading juist is aangesloten zal de encoder niet juist zijn gemonteerd of zijn vervuild. Haal dan de encoder uit de motorreductor door deze los te nemen van de draadas (as van de eindschakelaar). Controleer de encoderschijf en de lens van de encoder op vervuiling. Indien onderdelen van de encoder vervuild zijn vervang dan de complete encoder. Indien de encoder niet vervuild is dient deze volgens de aangegeven methode in deze handleiding gemonteerd te worden. 12. Meerdere storingen tegelijk. Bij meerdere storingen die gelijkertijd optreden brand het rode LED continu. De knippercode geeft hierbij geen richting in het zoeken van de fout. Door de handbediening op nul te zetten wordt mogelijk één fout tijdelijk opgeheven en komt mogelijk de andere fout als knippercode naar voren. Een combinatie van fouten kan diverse oorzaken hebben. Veelal zal het te maken hebben met het niet juist aanwezig zijn van het bussignaal icm een niet juiste draairichting van de RLL600. Controleer de draairichting en de aansluiting en het juist gemonteerd zijn van de encoder. Fouten kunnen mogelijk beter getraceerd worden door het RLL600 om te programmaren naar een RLL600 zonder externe aansturing. Daarbij worden de fouten die van buitenaf worden geïntroduceerd geëlimineerd. Daarna kunnen interne / aansluitfouten worden opgelost. Door de RLL600 weer terug te programmeren zal de eerdere externe fout weer naar boven komen.
49
5
Storingsoplossing en reparaties
Mocht er zich een storing voordoen dan mag de gebruiker alleen oplossingen uitvoeren uit de paragraaf “gebruiker”. Mocht dit niet tot een oplossing leiden, moet er contact opgenomen worden met de installateur die vervolgens met oplossingen uit de paragraaf “installateur” de storing verhelpt. Mocht er een wijziging moeten worden aangebracht in een van de parameters van de RLL600 lees dan de instructies in de handleiding “Instelmenu RLL600” goed door.
5.1 Gebruiker Probleem Constatering
Signalering op de handbediening.
1
Groen
Groen
Rood
Rood
Motor normaal bedrijf
Oorzaak 1 Oplossing 1
Motor normaal bedrijf. Motorbesturing functioneert naar behoren.
Probleem Constatering
Signalering op de handbediening.
5
Motor Thermisch uitgeschakeld
Groen
Groen
Rood
Rood
Oorzaak 1 Oplossing 1
Motor thermische uitgeschakeld. Wacht 5 minuten en reset dan de RLL600 door de draaischakelaar op de handbediening in een “0”-stand te draaien en dan weer terug naar de stand waarin hij stond. Gebeurt dit meerdere malen achter elkaar of is de storing niet te reseten neem dan contact op met uw installateur.
Probleem Constatering
Signalering op de handbediening. 7
Oorzaak 1 Oplossing 1
Groen
Groen
Rood
Rood
Motor in noodstop
Motor in noodstop, de RLL600 heeft de werkschakelaar niet gedetecteerd en is doorgelopen in de beveiligingsschakelaar De RLL600 kan nu alleen in de tegengestelde richting draaien totdat de motor uit de eindschakelaar is gedraaid, hiermee kan de motor aangestuurd worden in geval van nood. Gebeurt dit meerdere malen neem dan contact op met uw installateur.
50
Probleem Constatering
Signalering op de handbediening. 8
Geen CAN bus aanwezig
Groen
Groen
Rood
Rood
Oorzaak 1 Oplossing 1
Geen CAN-bus aanwezig Raadpleeg de handleiding/storingsinformatie van het bussysteem die hoort bij de externe aansturing. Is daarna de storing niet opgelost neem dan contact op met de installateur
Probleem Constatering
Signalering op de handbediening. Groen
Groen
Rood
Rood
6 Overbelasting systeem
Oorzaak 1 Oplossing 1
Overbelast systeem Controleer het systeem op eventuele zware belastingen en reset de RLL600 door de draaischakelaar op de handbediening in een “0”-stand te draaien en dan weer terug naar de stand waarin hij stond. Gebeurt dit meerdere malen neem dan contact op met uw installateur.
Probleem Constatering
Signalering op de handbediening. 3
Oorzaak 1 Oplossing 1
Groen
Groen
Rood
Rood
Leerstand
De RLL600 staat in de leerstand Neem contact op met de installateur
51
Probleem Constatering
Signalering op de handbediening. 9
Oorzaak 1 Oplossing 1
Groen
Groen
Rood
Rood
Marge error
Marge error, de positie van de RLL600 heeft een te grote stap gemaakt. Bij een op zichzelf draaiende of in een volgregeling opgenomen RLL600 de foutmelding reseten door de draaischakelaar op de handbediening in een “0”-stand te draaien en dan weer terug naar de stand waarin hij stond. Het reseten van een gelijkloop regeling gaat anders, want bij de master RLL600 van de gelijkloopregeling werkt de handbediening nu alleen voor de master RLL600. Het reseten van een gelijkloopregeling gebeurt door elke RLL600 in de gelijkloopregeling met zijn eigen (speciale) handbediening tegelijk naar dezelfde eindschakelaar te sturen. Zodra alle RLL600’s in dezelfde eindschakelaar staan is de foutmelding gereset en werkt de handbediening van de master weer voor het gehele systeem. Neem in beide gevallen contact op met de installateur
Probleem Constatering
Signalering op de handbediening. 2
Oorzaak 1 Oplossing 1
Groen
Groen
Rood
Rood
Weergave draaiuren
Weergave aantal draaiuren Dit is geen storing maar een status indicatie. De RLL600 aangestuurde motor heeft 100 uur of een veelvoud daarvan gedraaid, dit signaal wordt dan voor 3 dagen weergegeven op de handbediening. Het aantal keer dat de groene led knippert, tussen de lange tijd dat hij uit is (t3), vermenigvuldigd met 100 is het aantal draaiuren (afgerond naar beneden op honderdtallen).Dit signaal wordt tevens éénmaal getoond als de draaischakelaar van de handbediening op 0 word gezet. In Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. heeft de RLL600 300 uur gedraaid.
52
5.2 Installateur De storingen zijn opgedeeld in twee paragraven omdat tijdens het inleren de constatering anders kan zijn; - Tijdens het inleren - Na het inleren
Bij werkzaamheden aan de RLL600 dient de voedingspanning altijd uitgeschakeld te zijn.
5.2.1 Storingen tijdens inleren Probleem Constatering
Motor draait niet. Bij aansturing van motor schakelt het relais wel maar draait de motor niet. 3
Groen
Groen
Rood
Rood
Leerstand
Oorzaak 1 Oplossing 1
De bekabeling is defect of niet correct aangesloten Schakel de spanning uit, controleer met behulp van het aansluitschema de bekabeling en controleer de bedrading op draadbreuken
Oorzaak 2 Oplossing 2
De aansluitklemmen van het relais zijn niet goed aangedraaid. Schakel de spanning uit, controleer of alle aansluitklemmen van het relais goed zijn aangedraaid.
Probleem Constatering
Motor stopt na 3 seconde draaien 3 seconde na aansturing stopt de motor en kan met de inleerhandbediening niet meer gestuurd worden. Na reset met de handbediening kan er weer voor 3 seconde met de speciale bediening gestuurd worden 3
Groen
Groen
Rood
Rood
Leerstand
Oorzaak 1 Oplossing 1
De encoder is niet aangesloten Sluit de encoder aan
Oorzaak 2 Oplossing 2
Een draadbreuk in de encoderkabel Vervang de encoderkabel
Oorzaak 3 Oplossing 4
De encoder is defect Vervang de encoder.
Probleem Constatering
Motor blijft in thermische storing Storing thermische beveiliging blijft na 5 minuten wachten en reseten
53
3
Groen
Groen
Rood
Rood
Leerstand
Oorzaak 1 Oplossing 1
De instelknop op de thermische storing staat niet op “AUTO” Zet de instelknop op “AUTO”
Probleem Constatering
Motor loopt in beveiligingschakelaars Een beveiligingschakelaar is bekrachtigd 3
Groen
Groen
Rood
Rood
Leerstand
Oorzaak 1 Oplossing 1
Motor draait verkeerde kant op. Draai de motor eerst uit de beveiligingschakelaar d.m.v. de motor in tegengestelde richting te sturen. Draai daarna bij een normale motor 2 fases van de voedingspanning om en bij een frequentiegeregelde motor pin 14 van relais K1 en pin 14 van K2 om;
Probleem Constatering
RLL600 gaat in de inleerfase terwijl er geen eindschakelaar is bekrachtigd De LED`s op de inleerhandbediening gaan knipperen volgens de melding “Leren actief” zonder dat er een eindschakelaar bekrachtigd is 3
Groen
Groen
Rood
Rood
Leerstand
Oorzaak 1 Oplossing 1
Bekabeling van de eindschakelaars is defect of niet juist aangesloten . Schakel de spanning uit, controleer en waar nodig corrigeer de bedrading
Probleem Constatering
RLL600 doet niets De groene led op de handbediening en de groene led op de print branden niet Groen
Groen
Rood
Rood
4 Geen voedingspanning
Oorzaak 1 Oplossing 1
Geen spanning op de printplaat. Controleer met een multimeter of er wel voedingspanning aanwezig is.
Oorzaak 2 Oplossing 2
Zekering defect. Schakel de spanning uit, vervang de zekering.
Oorzaak 3 Oplossing 3
Print verkeerd aangesloten. Schakel de spanning uit, controleer de aansluiting met het aansluitschema.
54
5.2.2 Storingen na inleren. Probleem Constatering
Signalering op de handbediening. Groen
Groen
Rood
Rood
1 Motor normaal bedrijf
Oorzaak 1 Oplossing 1
Motor normaal bedrijf. Motorbesturing functioneert volgens behoren.
Probleem Constatering
Motor draait niet. Bij aansturing van motor schakelt het relais wel maar draait de motor niet. Groen
Groen
Rood
Rood
1 Motor normaal bedrijf
Oorzaak 1 Oplossing 1
De bekabeling of motor is defect Schakel de spanning uit, controleer de bekabeling en motor.
Probleem Constatering
Besturing reageert nergens op. De groene led brand, maar de RLL600 is via de handbediening niet te sturen. Groen
Groen
Rood
Rood
1 Motor normaal bedrijf
Oorzaak 1 Oplossing 1
Probleem Constatering
De bedrading naar de encoder en of eindschakelaars zijn niet goed of niet volgens het aansluitschema aangesloten. Schakel de spanning uit, controleer en waar nodig corrigeer de bedrading en leer de besturing opnieuw in. Mogelijk moeten er ook 2 fases omgedraaid worden.
Het versturen van de positie over de CAN-bus werkt niet goed. Het bericht van de motor over de huidige positie wisselt tussen 0000 HEX en FFFF HEX Groen
Groen
Rood
Rood
1 Motor normaal bedrijf
Oorzaak 1 Oplossing 1
Probleem Constatering
De bedrading naar de encoder en of eindschakelaars zijn niet goed of niet volgens het aansluitschema aangesloten. Schakel de spanning uit, controleer en waar nodig corrigeer de bedrading en leer de besturing opnieuw in. Mogelijk moeten er ook 2 fases omgedraaid worden.
De terugmelding van de besturing van 4-20mA werkt niet. Waarde van de terugmelding verandert niet bij het aansturen van de motor.
55
Groen
Groen
Rood
Rood
1 Motor normaal bedrijf
Oorzaak 1 Oplossing 1
Probleem Constatering
De bedrading naar de encoder en of eindschakelaars zijn niet goed of niet volgens het aansluitschema aangesloten. Schakel de spanning uit, controleer en waar nodig corrigeer de bedrading en leer de besturing opnieuw in. Mogelijk moeten er ook 2 fases omgedraaid worden.
De terugmelding van de besturing van 4-20mA verandert heel snel. Waarde van de terugmelding verandert heel snel bij het aansturen van de motor. Groen
Groen
Rood
Rood
1 Motor normaal bedrijf
Oorzaak 1 Oplossing 1
De RLL600 is niet goed ingeleerd. Leer de RLL600 opnieuw in.
Probleem Constatering
De gelijkloopregeling regelt de verkeerde motor bij. Één motor wordt door de master zomaar stil gezet en de andere(n) loopt/lopen door. De motor die achterligt wordt vervolgens niet goed gecorrigeerd, maar kan zelfs nog wel een stop worden gezet. Groen
Groen
Rood
Rood
1 Motor normaal bedrijf
Oorzaak 1 Oplossing 1
De encoder van één of meerdere RLL600`s is niet volgens de juiste methode gemonteerd. Demonteer en monteer alle encoder van de gelijkloopregeling volgens de in deze handleiding beschreven manier en leer de gelijkloopregeling opnieuw in.
Probleem Constatering
Signalering op de handbediening.
5
Motor Thermisch uitgeschakeld
Groen
Groen
Rood
Rood
Oorzaak 1 Oplossing 1
Thermische beveiliging niet goed ingesteld. Stel de thermische beveiliging op de juiste waarde in.
Oorzaak 2 Oplossing 2
Motor thermische uitgeschakeld. Controleer en verhelp de oorzaak waardoor de thermische beveiliging wordt aangesproken.
Probleem Constatering
Motor blijft in thermische storing Storing thermische beveiliging blijft na 5 minuten wachten en reseten op de handbediening verhelpt het probleem niet.
56
5
Motor Thermisch uitgeschakeld
Groen
Groen
Rood
Rood
Oorzaak 1 Oplossing 1
De instelknop op de thermische storing staat niet op “AUTO” Zet de instelknop op “AUTO”
Probleem Constatering
Signalering op de handbediening. 7
Groen
Groen
Rood
Rood
Motor in noodstop
Oorzaak 1 Oplossing 1
Motor in noodstop, eindschakelaar niet gedetecteerd. Draai de motor eerst uit de beveiligingschakelaar d.m.v. de motor in tegengestelde richting te sturen. Controleer en eventueel vervang de eindschakelaars en de bekabeling ernaar toe.
Oorzaak 2 Oplossing 2
Motor in noodstop, motor draait verkeerde kant op. Draai de motor eerst uit de beveiligingschakelaar d.m.v. de motor in tegengestelde richting te sturen. Draai daarna bij een normale motor 2 fases van de voedingspanning om en bij een frequentiegeregelde motor pin 14 van relais K1 en pin 14 van K2 om;
Oorzaak 3
Bij een 3 fase motor is de doorverbinding in connector P11 op de aansluitklemmen 13 en 14 niet aanwezig of de draad bevat een draadbreuk. Plaats of controleer de doorverbinding op connector P11.
Oplossing 3
Probleem Constatering
Signalering op de handbediening. 8
Geen CAN bus aanwezig
Groen
Groen
Rood
Rood
Oorzaak 1 Oplossing 1
Geen CAN-bus aanwezig Raadpleeg de handleiding/storingsinformatie van het bussysteem die hoort bij de externe aansturing.
Oorzaak 2 Oplossing 2
Draadbreuk in de CAN kabel. Controleer de CAN kabel op draadreuk en vervang de kabel.
Oorzaak 3 Oplossing 3
Foutief geplaatste steker P2 en/of P3. Controleer waar ze volgens de handleiding horen te zitten en plaats ze op de juiste connector.
Probleem
Signalering op de handbediening.
57
Constatering
Groen
Groen
Rood
Rood
6 Overbelasting systeem
Oorzaak 1 Oplossing 1
Overbelast systeem Controleer waardoor de motor zwaar belast wordt, los het op en probeer de motor opnieuw aan te sturen.
Oorzaak 1
Gebeurt dit direct na het inleren bij het aansturen van de RLL600 dan zit de bedrading naar de encoder en of eindschakelaars niet goed of niet volgens het aansluitschema aangesloten. Schakel de spanning uit, controleer en waar nodig corrigeer de bedrading en leer de besturing opnieuw in. Mogelijk moeten er ook 2 fases omgedraaid worden.
Oplossing 1
Probleem Constatering
Signalering op de handbediening. 3
Groen
Groen
Rood
Rood
Leerstand
Oorzaak 1 Oplossing 1
De RLL600 staat in de leerstand Leer de RLL600 opnieuw in, mocht dit zich vaker voordoen neem dan contact op met uw leverancier.
Probleem Constatering
Signalering op de handbediening direct na het inleren. Direct na het inleren verschijnt deze knippercode en het is niet te reseten zolang een eindschakelaar bekrachtigd is. Is de storing buiten een eindschakelaar gereset dan verschijnt de knippercode zodra een eindschakelaar wordt bereikt. 9
Oorzaak 1 Oplossing 1
Probleem Constatering
Groen
Groen
Rood
Rood
Marge error
De bedrading naar de encoder en of eindschakelaars zijn niet goed of niet volgens het aansluitschema aangesloten. Schakel de spanning uit, controleer en waar nodig corrigeer de bedrading en leer de besturing opnieuw in. Mogelijk moeten er ook 2 fases omgedraaid worden.
Signalering op de handbediening. 9
Groen
Groen
Rood
Rood
Marge error
Oorzaak 1 Oplossing 1
Slecht contact tussen printplaat en eindschakelaars. Controleer en eventueel vervang de bedrading.
Oorzaak 2 Oplossing 2
Moeren op de draadas van het eindschakelsysteem lopen zwaar. Neem contact op met uw leverancier.
58
Probleem Constatering
Besturing reageert nergens op. De groene led brand 3 seconde gaat dan even uit en weer aan. 11
Oorzaak 1 Oplossing 1
Groen
Groen
Rood
Rood
Encoder error
De bedrading naar de encoder en of eindschakelaars zijn niet goed of niet volgens het aansluitschema aangesloten. Schakel de spanning uit, controleer en waar nodig corrigeer de bedrading en leer de besturing opnieuw in. Mogelijk moeten er ook 2 fases omgedraaid worden.
Oorzaak 2 Oplossing 2
De encoder is niet juist gemonteerd of is vervuild. Demonteer de encoder en controleer de encoderschijf en de lens op vervuiling. Vervang de complete encoder indien vervuiling wordt waargenomen. Monteer daarna de schone (nieuwe) encoder volgens de methode die in deze handleiding staat weergegeven.
Probleem Constatering
RLL600 doet niets De groene led op de handbediening en de groene led op de print branden niet Groen
Groen
Rood
Rood
4 Geen voedingspanning
Oorzaak 1 Oplossing 1
Geen spanning op de printplaat. Controleer met een multimeter of er wel voedingspanning aanwezig is.
Oorzaak 2 Oplossing 2
Zekering defect. Schakel de spanning uit, vervang de zekering.
Probleem Constatering
Besturing reageert bij aansturing in een draairichting niet. Na aansturen van een draairichting gaat de groene led even uit en weer aan. Groen
Groen
10
Geen loopweg Rood
Oorzaak 1 Oplossing 1
1x
Rood
Het inleren is mislukt. Leer de besturing opnieuw in.
59
Notities. ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………
60
………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………
61