Richtlijnen houdingsadviezen bij zuigelingen voorkeurshouding en overstrekken
Na de geboorte houden zuigelingen/baby’s hun hoofd vaak naar dezelfde kant. Meestal gaat dit binnen enkele weken over. Echter sommige baby’s blijven hun hoofd naar één kant draaien. Zo zal de baby de éne kant van zijn lichaam beter leren kennen dan de andere kant. Ook kan het achterhoofd aan de zijde waarop hij* altijd ligt platter worden. Door zo’n voorkeurshouding op tijd op te heffen, kunnen blijvende gevolgen worden voorkomen. Deze folder geeft tips om de baby te helpen zijn voorkeurshouding te verminderen en/of op te heffen. In het begin kost het u en de baby energie en is het resultaat niet direct zichtbaar. Toch is belangrijk dat u doorgaat met stimuleren, uw moeite wordt beloond.
Enkele basisregels • Stimuleer de baby om het hoofd naar het midden te draaien. Doe dit liever niet door aan zijn hoofd te komen maar lok hem met uw gezicht en stem. Bij een baby die ouder is dan 3 maanden kan een felgekleurd speeltje de aandacht trekken. Als dit lukt, kunt u vervolgens de baby stimuleren om het hoofd naar de niet-voorkeurszijde te laten draaien. Dit doet u op dezelfde wijze, door de aandacht van de baby te vragen. • Zorg dat de baby in rugligging zoveel mogelijk recht naar voren kijkt. Zo leert hij beide armen en benen evenveel te gebruiken. • Leg de baby gedurende de eerste 2-3 maanden tijdens de verzorging al spelenderwijs op zijn buik met de ellebogen onder zijn schouders. Leg hem terug op zijn rug zodra hij het niet meer leuk vindt (voordat hij huilt).
In bed • Leg de baby op de rug met het hoofd naar de nietvoorkeurszijde. Soms lukt dat niet en draait hij zijn hoofd meteen weer terug. Probeer het nog eens als hij slaapt. • Baby’s kijken graag naar het licht. Leg hem zo neer dat het licht van de niet-voorkeurszijde komt. Zo nodig kunt u het bedje omdraaien of andersom opmaken. • Als de baby wakker is, leg dan het speelgoed of een muziekje aan de niet-voorkeurszijde (maak de voorkeurszijde niet interessant).
Verzorgen • Probeer bij de verzorging aan het voeteneind of aan de niet-voorkeurszijde te staan. • Rol de baby tijdens het aan- en uitkleden zoveel mogelijk op zijn zij en buik. • Verzorg de baby op een ruim oppervlak waarop u hem kunt draaien. Rol hem zowel links als rechts om en draai hem vanuit de rug naar de buik (en omgekeerd). Liever niet vanuit rugligging de baby onder de oksels oppakken en dragen.
Dragen • Probeer de baby bij de verzorging in een ronde houding te dragen. Zo doorbreekt u de spanning in de nek, waardoor het hoofd beter kan doordraaien. • Let er op dat bij het dragen van de baby op de arm, zijn benen en heupen gebogen zijn en dat zijn schouders en armen naar voren staan. • Draag de baby afwisselend op uw rechter- en linkerarm. U kunt de baby ook vóór u dragen.
Voeden • Zorg dat de baby in een beetje ronde houding wordt gevoed; het hoofd moet niet achterover liggen. • Bij borstvoeding wordt de baby in wisselende houding gevoed (rechter en linker borst). Bij flesvoeding proberen het hoofd naar de nietvoorkeurszijde te laten draaien (tepelzoekreactie). • Bij het voeden met de fles kunt u de baby ook recht voor u op uw benen leggen zodat hij u aankijkt en zijn hoofd in het midden houdt. Zet uw voeten op een steuntje.
De Maxi-Cosi en het wipstoeltje • In de Maxi-Cosi kan de baby niet vrij bewegen. Let er op dat hij niet scheef ligt. Gebruik de Maxi-Cosi vooral als vervoermiddel en niet als zitstoeltje. • De baby mag wel in een wipstoeltje zitten of er een kort slaapje in doen. Wel het wipstoeltje zo horizontaal mogelijk plaatsen.
In de box • Leg de baby zó in de box dat het licht en geluid van de niet-voorkeurszijde komen. • Leg de baby regelmatig onder toezicht even op de zij en op de buik. Door hem een paar keer per dag op zijn buik te laten spelen, leert hij zijn hoofd op te richten en rond te kijken. Veel baby’s vinden dit in het begin niet prettig. Help de baby door een niet te dikke opgerolde handdoek onder zijn borst te leggen, zodat hij eventueel kan steunen op zijn ellebogen. Houd zijn aandacht gevangen door tegen hem te praten of met een felgekleurd speeltje. De baby pas op zijn buik neerleggen als hij zijn hoofd in rugligging in het midden kan houden. Als dat nog niet lukt, moet u met oefenen op de buik wachten.
• Plaats in het begin speeltjes, midden boven de baby bij rugligging. Lukt het de baby om er naar te kijken, verhang dan geleidelijk de speeltjes meer naar de niet-voorkeurszijde. • Bij buikligging moet de voorkeurszijde niet interessant gemaakt worden; geen speeltjes neerleggen. • Spelen op de buik is een goede oefening, maar slapen moet op de rug.
Hoe kun je overstrekken verminderen? Soms heeft een baby de neiging tot overstrekken en dit kan gepaard gaan met onbedaarlijk huilen. Beiden zijn vaak signalen van onlust. Een van de reden dat we overstrekken willen verminderen, is dat een baby zich daardoor wat comfortabeler kan gaan voelen en hij daardoor tot meer gevarieerd bewegen zal komen, kan draaien, omrollen en met handjes en voetjes kan spelen. Hierdoor kan hij zich beter ontwikkelen. Er zijn een aantal redenen dat een baby zich overstrekt. Dit ziet u o.a. bij spugen, krampjes, benauwdheid, overprikkeld zijn. Het is dan nodig om te zoeken naar een goede oplossing voor bovenstaande problemen zodat het overstrekken minder wordt. Indien hier vragen over zijn kunt u dit bespreken met uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige-jeugdgezondheidszorg.
Oppakken met draaien • Vanuit rugligging met een arm de benen en het bekken buigen en daarna de baby op de zij draaien (rechterzij m.n. bij spugen). • Ga met uw andere arm achter de schouder langs en pak de bovenarm vast. • Til de baby nu op en draai de baby zo met de rug naar u toe, zodat de baby gesteund onder de bovenbenen met de rug tegen u aan in een buighouding komt en u de baby verticaal kunt dragen in een meer gebogen houding.
Liggen Liggen op de rug, op een zachte onderlaag met een rolletje onder de benen. Dragen in buikligging tegen u aan • Het hoofd ligt op uw onderarm. • Een arm steunt de borst. • De andere arm tussen de benen door steunt de buik.
Dwars liggen op aankleedkussen • Het kussen gebruikt u bij baden en verschonen. • Het is ook te gebruiken in de box. • Het kind ligt wat stabieler doordat hoofd en billen iets omhoog liggen. • Dit is een goede houding om contact te maken.
Liggen in zitzak • Goede buighouding. • Veilig omsloten (daartoe mag de zitzak niet te zwaar gevuld zijn). • Gemakkelijk te instaleren in box of kamer. • Laat het kind niet alleen en kijk regelmatig of het nog goed ligt.
Kind frontaal op schoot • Dit is een goede houding om contactspelletjes te doen. • Massagehouding. • Eventueel kunt u rustig wiegen met de benen. • Het geven van flesvoeding is op deze manier ook mogelijk.
Kind zit op schoot • Het kind zit in de kuil van uw benen. • De benen van het kind liggen wat hoger. • Schouders en hoofd van het kind zijn gesteund.
Liggen in hangmat • Goede buighouding. • Heen en weer wiegen is mogelijk in het horizontale vlak. • De hangmat kunt u overdag in box of kinderbedje hangen. • Zorg ervoor dat op buikhoogte wat speelgoed hangt. • Laat het kind niet alleen en kijk regelmatig of het nog goed ligt.
* Omdat we niet weten of uw baby een jongen of een meisje is, en in het belang van de leesbaarheid, hebben we het in de folder over “hij” als het over de baby gaat. Hier kan ook “zij” gelezen worden. Bronvermelding: ‘De voorkeurshouding van uw baby’, Stichting Thuiszorg Midden-Limburg, F. Sleijpen kinderfysiotherapeut
(043) 3 690 680
Jeugdgezondheidszorg
(043) 3 690 690
Algemeen telefoonnummer
(043) 3 690 670
Huishoudelijke Hulp
(043) 3 690 670
Verplegen en Verzorgen (24 uur per dag)
(043) 3 690 660
Uitleen van hulpmiddelen
(043) 3 690 630
Kraamzorg (24 uur per dag)
(043) 3 690 620
Voedingsvoorlichting en dieetadvisering
(043) 3 690 610
GroenekruisService (lidmaatschap)
E-mail
[email protected]
Bezoekadres
Mockstraat 1, Maastricht
Postadres
Postbus 1307, 6201 BH Maastricht
GroenekruisDomicura is in het bezit van
het ISO HKZ kwaliteitscertificaat.
01/2011 GkD-JGZ407
Internet www.groenekruisdomicura.nl