RICHTLIJN KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD CJG
Handboek CJG - Richtlijn Kindermishandeling en huiselijk geweld - Februari 2010 - Pagina 1
1.
INLEIDING
Ruim 107.000 kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar in Nederland worden blootgesteld aan een vorm van kindermishandeling. Dit blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd door de Universiteit Leiden en de Vrije Universiteit Amsterdam en is gepubliceerd in 2007. Dit komt neer op 3% van de kinderen van 0-18 jaar. In dit verband wordt onder kindermishandeling verstaan het aan kunnen wijzen van blijvende schade ten gevolge van fysieke en/of psychische mishandeling, verwaarlozing of seksueel misbruik. Uit Amsterdams onderzoek bij scholieren van 12 tot 17 jaar blijkt dat ruim een derde van de ondervraagde scholieren aangeeft dat ze ooit een gebeurtenis hebben meegemaakt die als vorm van kindermishandeling kan worden beschouwd. De onderzoekers maken de kanttekening dat de gevonden cijfers mogelijk aan de conservatieve kant zijn. Ook zijn van de schoolgaande kinderen voornamelijk autochtone scholieren ondervraagd en blijkt generalisatie van de bevindingen naar allochtone leerlingen niet goed mogelijk. Uit divers onderzoek komt naar voren dat kindermishandeling een van de belangrijke doodsoorzaken van kinderen is. De aandacht voor kindermishandeling heeft wereldwijd een nieuwe impuls gekregen door het vrijwel over de gehele wereld vastgestelde Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind. In steeds meer landen wordt duidelijk dat kindermishandeling een groot probleem is met zeer ingrijpende gevolgen voor individu en samenleving. Het bestrijden van kindermishandeling is dan ook een van de prioriteiten van het programmaministerie voor Jeugd en Gezin. Daarom wordt in heel Nederland 'RAAK' (Regionaal Actieplan Aanpak Kindermishandeling) geïmplementeerd met als doel dat eind 2010 elke regio een sluitende aanpak van kindermishandeling heeft. Aangezien het getuige zijn van geweld tussen ouders ook onder de definitie van kindermishandeling valt, is het belangrijk dat CJG-medewerkers signalen van huiselijk geweld oppakken en waar nodig actie ondernemen. In dit hoofdstuk komen de volgende onderwerpen aan de orde: • RAAK: doelstelling, beleid en implementatie • Aanpak kindermishandeling binnen het CJG conform doelstellingen RAAK: beleid en implementatie • Aanpak kindermishandeling binnen het CJG: uitvoering in de praktijk • Taken aandachtsfunctionaris kindermishandeling • Advies- en meldpunten • Positief opvoeden Triple P • Eigen Kracht-conferenties • Sociale kaart
2. REGIONAAL AKTIEPLAN AANPAK KINDERMISHANDELING (RAAK) Doelstellingen van RAAK • het voorkomen van kindermishandeling • het tijdig signaleren en onderzoeken of er sprake is van kindermishandeling • het tijdig stoppen van kindermishandeling door aanbieden van zorg en hulp op maat Het uiteindelijke doel is te komen tot een ‘zorgcontinuüm’ (naadloos op elkaar aansluitende onderdelen van een zorgstructuur) zoals geformuleerd door prof. Jo Hermanns. Die is opgebouwd uit de volgende componenten: Universele preventie. Selectieve preventie. Handboek CJG - Richtlijn Kindermishandeling en huiselijk geweld - Februari 2010 - Pagina 2
Geïndiceerde preventie. Vroege interventie op maat in gezinnen bij tekenen van opvoedingsnood. Hulpverlening en/of bescherming bij vermoedens of constatering van kindermishandeling.
Een groot aantal van deze activiteiten vinden plaats in het CJG: - in het aanbod aan de cliënt op iedere CJG-locatie - in de samenwerking tussen het CJG en ketenpartners - in de werkwijze van instellingen die aangesloten zijn bij het CJG. Regionale invoering RAAK Per regio wordt RAAK ingevoerd. Hiervoor is tot eind 2010 per regio een coördinator RAAK aangesteld. Bij de uitvoering van RAAK in de regio’s wordt aangesloten op onder andere de volgende landelijke ontwikkelingen en initiatieven: publiekscampagne ‘Wat kan ik doen?’ invoering wettelijke meldcode kindermishandeling en meldrecht huiselijk geweld ontwikkelingen van Centra voor Jeugd en Gezin aanpak huiselijk geweld JGZ-richtlijn Secundaire Preventie Kindermishandeling programma Beter Beschermd Landelijke Actieprogramma Aanpak Kindermishandeling (LAAK) diversiteit in jeugdbeleid professionalisering in de jeugdzorg Verwijsindex Risicojeugd 1 Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg In dit handboek wordt verder de term aanpak kindermishandeling gebruikt in plaats van RAAK. Dit omdat RAAK na 2010 als project op houdt te bestaan, maar de aanpak van kindermishandeling natuurlijk permanent moet zijn. Samenwerkingsafspraken Om de hierboven beschreven aanpak van kindermishandeling in het CJG te implementeren zijn de volgende samenwerkingsafspraken nodig: • •
Alle instellingen die in het CJG samen werken hebben een instellingsprotocol kindermishandeling/huiselijk geweld, een aandachtsfunctionaris kindermishandeling en organiseert de deskundigheidsbevordering van de eigen instelling. Dit instellingsprotocol voldoet aan de richtlijnen zoals deze zijn vastgelegd in het Basismodel Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling (Ministerie VWS, 2010). Organisaties stellen zelf hun meldcode vast met inachtneming van de eisen die daaraan in de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling zullen worden gesteld. Organisatie moeten er verder voor zorgen dat professionals in hun instellingen ook met de meldcode kunnen werken. De samenwerkende partners implementeren gezamenlijk de verbinding tussen deze instellingen in een zogenaamd Regionaal Handelingsprotocol Kindermishandeling . In het Regionale Handelingsprotocol wordt opgenomen dat medewerkers van een CJG altijd in actie komen bij (een vermoeden van) kindermishandeling en dat er in het geval er een keuze moet worden gemaakt tussen de behartiging van de belangen van het kind of die van ouders /verzorgers er in beginsel wordt gekozen voor het belang van het kind Medewerkers van het CJG handelen conform de privacywetgeving en privacyrichtlijnen van de eigen organisatie en indien vastgesteld de privacyrichtlijnen van het CJG zoals vastgelegd in de convenanten. Medewerkers van een CJG delen in beginsel altijd hun zorgen en/of vermoedens van kindermishandeling met de ouders, en afhankelijk van de leeftijd met het kind.
1
voorheen Elektronisch Kinddossier
Handboek CJG - Richtlijn Kindermishandeling en huiselijk geweld - Februari 2010 - Pagina 3
3.
Ouders/verzorgers (en indien van toepassing het kind) zijn waar mogelijk betrokken bij het maken van een plan van aanpak dat op hen van toepassing is. Medewerkers van het CJG dragen er zorg voor dat alle voor de zorg relevante gegevens en contacten met ouders/verzorgers betreffende een gezin wordt vastgelegd in het dossier jeugdgezondheidszorg in het kader van de wettelijke functie monitoring van het kind. Ouders zijn op de hoogte van de verslaglegging en hebben inzage in het dossier Melden in de Verwijsindex, een adviesvraag of melding bij het AMK en rapportages aan het AMK of Raad voor de Kinderbescherming worden in beginsel besproken met ouders/verzorgers, de melding wordt geregistreerd in het dossier jeugdgezondheidszorg. Iedere CJG-partner wijst binnen de eigen organisatie één of meerdere ‘aandachtsfunctionarissen kindermishandeling’ aan die het onderwerp kindermishandeling/huiselijk geweld zoals in dit handboek omschreven, op de agenda houdt. Zie paragraaf 4 voor een taakomschrijving van genoemde aandachtsfunctionaris. Deze aandachtsfunctionarissen komen regelmatig bijeen en zijn te vinden in database aandachtsfunctionarissen van het Steunpunt Huiselijk Geweld. Medewerkers van het CJG kunnen de aandachtsfunctionaris kindermishandeling voor alle onderdelen van het proces om consult of coaching vragen, ook voor emotionele ondersteuning, zie paragraaf 4. CJG-partners zorgen voor een structurele inbedding van een scholingsplan en deskundigheidsbevordering van medewerkers op het gebied van signaleren, interpreteren en handelen in geval van kindermishandeling/ huiselijk geweld. Dit houdt naast scholing ook het coachen van medewerkers in (onderdeel van functioneringsgesprekken). Het scholingsplan is in lijn met de uitgangspunten van Positief Opvoeden, zorgcoördinatie, werkwijze AMK en Eigen Kracht-conferenties. Voor de inhoud van de scholing kan gebruikt worden gemaakt van de diensten van bijvoorbeeld het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld en AMK. De procesregisseur van het CJG wordt i.s.m. de aandachtsfunctionarissen kindermishandeling verantwoordelijk gesteld voor de doorontwikkeling en vernieuwing van de aanpak van kindermishandeling/ huiselijk geweld. Globaal kan worden gesteld dat de procesregisseur zich in dat kader bezighoudt met de bewaking en sturing van de processen in de multidisciplinaire aanpak van complexe casuïstiek en dat de aandachtsfunctionarissen kindermishandeling van de diverse organisaties zich bezig houden met de beroepsgerichte coaching, begeleiding en deskundigheidsbevordering van de individuele werknemer van de ‘eigen’ instelling. Knelpunten in de samenwerking moeten via de procesregisseur en de aandachtsfunctionarissen kindermishandeling vertaald worden in actiepunten, gericht op het verbeteren van de aanpak en ketensamenwerking. Belangrijke samenwerkingspartner hierin voor de procesregisseur is tevens de beleidsmedewerker Huiselijk Geweld van de gemeente en de uitvoeringsregisseur bij de GGD/gemeente.
AANPAK KINDERMISHANDELING BINNEN HET CJG
Ieder CJG heeft minimaal vijf functies, nl: • Verstrekken van informatie en geven van advies • Signaleren • Toeleiden naar hulp • Geven van licht pedagogische hulp • Coördinatie van zorg De aanpak kindermishandeling is in deze vijf functies verweven..Als onderstaande activiteiten door het CJG op maat aan de cliënt worden aangeboden draagt het CJG bij aan het verwezenlijken van de doelstellingen van de aanpak van kindermishandeling, zie schema 3.1..In dit verband worden samenwerkingspartners ook als cliënt beschouwd.
Handboek CJG - Richtlijn Kindermishandeling en huiselijk geweld - Februari 2010 - Pagina 4
Schema 3.1 Functie Verstrekken van informatie en advies over (voorkomen van ) kindermishandeling
Signaleren van (dreigende) kindermishandeling /huiselijk geweld
Toeleiding naar hulp
Cliënten
Activiteit/aanbod
Waar/hoe
Ouders/verzorgers Kind
Uitdragen adviesfunctie CJG Beantwoorden van vragen over kindermishandeling-huiselijk geweld. Informeren over sociale kaart Het geven van voorlichting over o.a. geweldloos opvoeden, shaken babysyndroom
Instellingen
Uitdragen functie/doel CJG Beantwoorden van algemene vragen over kindermishandeling-huiselijk geweld Informeren over sociale kaart, uitleg rol AMK, BJZ, SHG Kindgericht informatieverstrekking met in acht neming van privacyreglement
Ouders/verzorgers Kind
Signalering van risicofactoren en signalen van (dreigende) kindermishandeling/huiselijk geweld Probleemverheldering met ouders/verzorgers, kind. Omgaan met signalen volgens protocol kindermishandeling en privacyreglement. Dossiervorming
Instellingen
Uitwisselen van kindsignalen of risicofactoren met inachtneming van privacyreglement
Ouders/verzorgers kind
Verwijzing op maat, binnen of buiten CJG 1 gezin 1 plan, kind centraal, ouders/verzorgers betrokken in plan
Telefonisch spreekuur Inloopspreekuur, opvoedspreekuur, Face to face-contacten: consulten, huisbezoeken (standaard en op indicatie) Telefonische contacten Thema-avonden Brochures Website Publicaties informatiebulletins Telefonisch, Afspraak, wederzijds initiatief Thema-avonden voor professionals Casuïstiekbespreking Netwerkcontacten Website Brochures Publicaties Sociale kaart Informatiebulletins Tijdens alle contacten met ouders, verzorgers, kinderen face t o face, mail , groepsvoorlichting etc Toetsen van vermoeden/signalen bij ouders, verzorgers evt kind, collega’s, aandachtsfunctionaris kindermishandeling, AMK, SHG d.m.v. instrumenten als Verwijsindex, Samen Starten, SDQ, observatielijsten, PGO Wederzijds initiatief Samenwerkingsafspraken over o.a. uitwisseling van signalen, terugkoppeling na verwijzing. In samenhang met alle betrokkenen, toewijzing zorgcoördinatie i.s.m. ouder/verzorger, kind, 1aanspreekpersoon voor ouder/verzorger, kind. 1 gezin, 1 plan.
Handboek CJG - Richtlijn Kindermishandeling en huiselijk geweld - Februari 2010 - Pagina 5
Instellingen
Licht pedagogische hulp
Coördinatie van zorg
4.
Ouders/verzorgers, kind
Korte lijnen binnen en buiten CJG Overdracht en terugkoppeling Bereikbaarheid/beschikbaarheid sociale kaart 1 gezin, 1 plan waarin doelen, wie doet wat wanneer, terugkoppeling, evaluatiemomenten, afspraken casemanagement Opvoedingsadviezen Versterken opvoedingsvaardigheden
Instellingen
Korte lijnen binnen en buiten CJG Overdracht en terugkoppeling Bereikbaarheid/beschikbaarheid
Ouders/verzorgers Kind
1 gezin, 1 plan waarin doelen op maat, wie doet wat wanneer, terugkoppeling, evaluatiemomenten, afspraken wie is aanspreekpersoon
instellingen
1 gezin, 1 plan duidelijkheid zorgcoördinatie en taakverdeling Bij stagneren proces opschaling naar procesregisseur
Samenwerkingsafspraken over verwijsprocedures, afstemming van zorg, casemanagement , overdracht van gegevens, afstemming.
Triple P niveau 2 en 3 Opvoedspreekuren Kortdurende VHT Consulten en huisbezoeken, ook op indicatie Brochures Website Samenwerking na overdracht/verwijzing, wederzijdse terugkoppeling, multidisciplinair overleg, vaststellen zorgcoördinatie. Ouder/verzorger , kind wordt actief betrokken Ouders nemen deel aan maken plan, bijv MDO, hulpverleneroverleg, eigen kracht conferentie. procesregisseur neemt regie
AANDACHTSFUNCTIONARIS KINDERMISHANDELING
Een van de doelstellingen vanuit de aanpak kindermishandeling is het per organisatie/instelling benoemen en trainen van een aandachtsfunctionaris kindermishandeling/complexe gezinssituaties. Deze functionarissen worden bij voorkeur op staf- en/of beleidsniveau benoemd en houden zich bezig met het verbeteren van de kwaliteit van de zorg in gezinnen waarbinnen sprake is van (vermoedens van) kindermishandeling of kindermishandeling dreigt te gaan plaatsvinden. Zij zetten binnen de ‘eigen’ organisatie kindermishandeling als onderwerp continu op de agenda, ondersteunen en scholen de eigen medewerkers beroepsspecifiek en zorgen voor koppeling van praktijk naar beleid van de instelling en vice versa. Tevens zijn zij voor hun organisatie contactpersoon/samenwerkingspartner voor de procescoördinator van het CJG waar het gaat om beleidsmatige activiteiten en procedures en zij ondersteunen het management van de eigen organisatie. De taken van de aandachtsfunctionaris zijn: •
Inhoudelijke ondersteuning van de beroepskracht bij (vermoeden van) kindermishandeling door middel van: o toetsen vermoeden
Handboek CJG - Richtlijn Kindermishandeling en huiselijk geweld - Februari 2010 - Pagina 6
• •
• • • • • • • • • • • •
o coachen proces o ondersteuning adviesvraag en/of melding AMK o begeleiding rapportage aan derden o follow up Beroepskrachten ondersteunen bij het delen van de zorgen met andere professionals binnen de instelling met name gericht op omgaan met concretisering, vraagstelling en privacy. Beroepskrachten ondersteunen bij het delen van de zorgen met andere professionals buiten de instelling, zoals huisarts, GV, Maatschappelijk werk, MEE, BJZ , AMK, Raad van de Kinderbescherming etc. met name gericht op omgaan met concretisering, vraagstelling en privacy Vastleggen van afspraken, taakverdeling en bijbehorend tijdspad betreffende een consultvraag van de medewerker aan de aandachtsfunctionaris kindermishandeling. Ondersteunen medewerkers bij het maken van rapportages naar de Raad voor Kinderbescherming of het AMK Meewerken aan het actualiseren van het regionale protocol kindermishandeling Jaarlijks actualiseren van het interne protocol kindermishandeling Scholen van medewerkers, gericht op de functie en gebaseerd op het regionale protocol kindermishandeling en andere beschikbare informatie voor medewerkers Scholing en ondersteuning van de beroepskrachten wat betreft dossiervorming en privacy Zorg dragen voor structurele deskundigheidsbevordering bij beroepskrachten over signaleren en omgaan met (vermoeden van) kindermishandeling Kennis hebben van aangiftebeleid bij de politie en ondersteunen bij het doen van aangifte bij de politie, ondersteuning bij getuigenverklaringen rechtbank Structureel overleg met AMK/Steunpunt Huiselijk Geweld over gang van zaken rond kindermishandeling Inwerken nieuwe medewerkers ten aanzien van signaleren van zorgwekkende opvoedsituaties en (vermoeden van) kindermishandeling, inclusief registratie en rapportage. Jaarrapportage/Jaarverslag, inclusief registratie van aantallen casussen, Publicaties
Verplicht contact uitvoerende medewerkers met aandachtsfunctionaris kindermishandeling : o Inzake gevallen die in de pers verschijnen o Vermoeden van (laten) uitvoeren meisjesbesnijdenis of onder druk staan meisjesbesnijdenis uit te voeren, het signaleren van meisjesbesnijdenis o Vragen om informatie door een advocaat o Oproep van de rechtbank tot getuigen in een zaak rond kindermishandeling o Melding AMK
5.
ADVIES- EN MELDPUNTEN
De meeste signalen of meldingen van kindermishandeling komen terecht bij een aantal regionale advies- en meldpunten. Samenwerking tussen het CJG en deze meldpunten is daarom belangrijk. Deze meldpunten zijn: Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) Bij het AMK kan men bij (vermoedens van) kindermishandeling om advies vragen of een melding doen. Men kan bijvoorbeeld voor advies terecht bij het AMK om: een inschatting te maken van de aard en ernst van de problemen van het kind
Handboek CJG - Richtlijn Kindermishandeling en huiselijk geweld - Februari 2010 - Pagina 7
te overleggen hoe men zorgen om het kind of vermoedens van kindermishandeling met de ouders kan bespreken te overleggen welke hulp men het kind of de ouders kan bieden te overleggen of het doen van een melding kindermishandeling bij het AMK geïndiceerd is.
Het AMK kan na een melding kindermishandeling onderzoek doen naar de vermoedens van kindermishandeling. Zie ook het protocol kindermishandeling. Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Naast het AMK zijn er de Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG's). Zij hebben een functie die lijkt op die van het AMK wanneer er sprake is van geweld binnen een gezin waar het gaat om volwassenen. De Steunpunten hebben echter niet de wettelijke onderzoeksbevoegdheid die het AMK wel heeft als het kinderen betreft. Slachtoffers, plegers, buren etc kunnen het Steunpunt bellen om voor informatie en advies bij (vermoedelijk) huiselijk geweld. Zo nodig kan er vanuit het ASHG een melding bij het AMK worden gedaan. Er wordt dan advies gegeven over wat in de betreffende situatie het beste is om te doen. Waar nodig gaat het Steunpunt in overleg met de betrokkenen (in ieder geval met het slachtoffer en waar mogelijk met de pleger en de kinderen) over passende hulp om het geweld te stoppen (systeemgerichte hulp op gang brengen). Het Steunpunt verleent zelf geen hulp maar verwijst daarvoor door naar partners in de hulpverleningketen. Ook professionals kunnen bij het steunpunt terecht voor advies Deze Steunpunten voeren mede de Wet Tijdelijk Huisverbod uit. Deze kan worden opgelegd bij huiselijk geweld ,ook als er sprake is van kindermishandeling. Bij een huisverbod wordt de dader uithuisgeplaatst en is er contactverbod. De Steunpunten voeren gedurende de periode dat de pleger uit huis geplaatst het casemanagement uit voor de hulpverlening. Zij maken daartoe samen met de betrokkenen een hulpverleningsplan. Aangezien er bij geweld tussen partners ook vaak kinderen betrokken zijn is informatieuitwisseling (inclusief terugkoppeling) en afstemming met het CJG van groot belang: getuige zijn van huiselijk geweld is ook een vorm van kindermishandeling. Er vindt afstemming tussen het SHG en het AMK plaats als er naast partnergeweld in een gezin ook sprake blijkt te zijn van kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld. Meldpunt Vangnet&Advies GGD Hollands Noorden In het algemeen kan men stellen dat de OGGZ (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg) zich richt op sociaal kwetsbare mensen die zorg en of hulp nodig hebben, maar deze door diverse oorzaken niet krijgen. Zij weten bijvoorbeeld niet waar ze de zorg kunnen halen, de zorg kan de mensen soms niet bereiken of er kan een noodzaak zijn tot zorg, maar wil men de zorg niet. Dit soort gezinnen behoren tot een risicogroep als het gaat om huiselijk geweld/kindermishandeling. Personen (burgers of professionals) die zich zorgen maken over mensen die zich in een zorgwekkende situatie bevinden en niet uit zichzelf een hulpvraag stellen of de hulp weigeren kunnen bellen of mailen met het Meldpunt Vangnet en Advies. Het Meldpunt stapt op mensen af, is vasthoudend, brengt hulpverleningsinstanties bij elkaar en laat de cliënt pas los als hij of zij wordt geholpen door de meest passende instantie. Het Meldpunt werkt nauw samen met andere organisaties en meldpunten, ook met het AMK en het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld.
6.
POSITIEF OPVOEDEN (TRIPLE P)
De naam 'Triple P' staat voor positief pedagogisch programma. Het is een programma voor opvoedingsondersteuning en bedoeld voor ouders met kinderen van 0 tot 16 jaar. Triple P is een laagdrempelig, integraal programma met als doel (ernstige) emotionele- en gedragsproblemen bij kinderen en kindermishandeling te voorkomen door het bevorderen van competent ouderschap. Tripple P kent vijf interventieniveaus: Niveau 1: informatiecampagnes in de media Handboek CJG - Richtlijn Kindermishandeling en huiselijk geweld - Februari 2010 - Pagina 8
Niveau 2: Niveau 3: Niveau 4: Niveau 5:
voorlichtingsgesprekken gericht advies bij specifieke zorgen ondersteuning bij ernstige gedragsproblemen gezinsinterventie bij ernstige gedragsproblemen
Als invulling voor de CJG-functie ‘Licht pedagogische hulp’, wordt in de hele regio NHN interventieniveau 1 t/m 3 ingevoerd. Interventieniveau 4 en 5 is van toepassing in situaties waarbij sprake is van (dreigende) kindermishandeling/ huiselijk geweld. Dit aanbod past niet meer binnen het CJG maar kan worden ingebed in het aanbod van de tweedelijns samenwerkingspartners van het CJG zoals de jeugd GGZ. In Noord-Kennemerland gaat uitvoering gegeven worden aan de interventieniveaus 4 en 5. In de andere regio’s bestaat dit concrete voornemen nog niet. Pathways Naast het kernprogramma kent Triple P ook een aantal uitbreidingen die zich richten op specifieke doelgroepen. In dit kader is de module Pathways relevant. Pathways Triple P (PWTP) richt zich op ouders met een risicovol opvoedingspatroon waarmee de ontwikkeling van kinderen ernstig kan worden geschaad. Dat kunnen gezinnen zijn waarbij er al een vermoeden van kindermishandeling is of een ondertoezichtstelling is uitgesproken. Maar Pathways kan ook van betekenis zijn voor een grotere groep gezinnen die kenmerken vertonen van een risicovol opvoedingspatroon zoals een strenge/dwingende opvoedingsaanpak en onrealistische verwachtingen van kinderen. Vaak is er bij ouders een duidelijke lacune in basale opvoedingsvaardigheden te constateren. De Pathwaysmodule behoort tot de meer intensieve interventies van het Triple P programma (niveau 4). De interventie wordt uitsluitend aangeboden aan ouders die al gestart zijn met Triple P niveau 4. De interventie kan worden ingezet als de anderen niveau’s te weinig houvast bieden of als er onvoldoende vooruitgang wordt geboekt. Maar kan ook los van eerdere niveau’s worden aangeboden. Het is wenselijk dat deze module ook in de regio Noord-Holland Noord ingezet gaat worden.
7.
EIGEN KRACHT-CONFERENTIES
Zowel binnen de jeugd en binnen de Steunpunten Huiselijk Geweld worden in situaties van huiselijk geweld/kindermishandeling en/of zorgpunten rond kinderen vaak Eigen Krachtconferenties ingezet om te komen een oplossing. Een Eigen Kracht-conferentie is een bijeenkomst waarin de familie met haar sociale netwerk (ouders, kinderen, familie en anderen die hen nastaan) samen een plan maken over de oplossing van de gesignaleerde problemen. Het kan zowel hulp binnen het netwerk als professionele hulp betreffen. De regie ligt bij degene die in de bijeenkomst centraal staat. Een Eigen Krachtconferentie is geen vorm van hulpverlening, maar een manier van besluitvorming over de aanpak van zorgpunten en de gewenste hulp door het gezin, waardoor de kans dat (ouders/familie van) kinderen een beroep doen op (langdurige en/of zware vormen van) jeugdzorg kleiner wordt. Families en netwerken weten vaak wat de onderliggende oorzaak is van zorgpunten, problemen en geweld en wat nodig is om de problemen op te pakken, het geweld te stoppen en in de toekomst problemen en geweld te voorkomen. Het familienetwerk kan geheimen doorbreken en isolement van betrokkenen voorkomen. Een Eigen Kracht-conferentie kan preventief worden ingezet, voordat problemen escaleren of voordat zware hulp nodig is. De Eigen Kracht-conferenties van dit project kunnen op dit moment in de front-offices van de Centra voor Jeugd en gezin en de Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld in de regio’s Kop van Noord-Holland en Noord-Kennemerland worden ingezet.
Handboek CJG - Richtlijn Kindermishandeling en huiselijk geweld - Februari 2010 - Pagina 9
8.
SOCIALE KAART
In dit hoofdstuk is al een aantal vormen van hulpverlening die in situaties van kindermishandeling/huiselijk geweld kan worden ingezet aan de orde gekomen. Enkele andere vormen van hulpverleningsprogramma’s zijn Helpende Hand, Samen Starten en VoorZorg. Het totale aanbod gericht op kindermishandeling/huiselijk geweld vormt een doorlopende lijn beginnend bij preventie en voorlichting, gevolgd door lichte vormen van opvoedingsondersteuning, zwaardere trajecten als Pathways en VoorZorg tot uiteindelijk de noodzaak voor geïndiceerde hulp. Omdat het aanbod per gemeente en regio varieert, is het belangrijk dat er binnen iedere CJG een overzicht van het beschikbare hulpverleningsaanbod voorhanden is, zowel voor professionals als voor de klant. Bovendien moet via het CJG de toegang tot dit aanbod geregeld zijn.
Handboek CJG - Richtlijn Kindermishandeling en huiselijk geweld - Februari 2010 - Pagina 10