RESPONS 07
Thema Klimaat
26
Klimaatopgave verbinden aan betere leefomgeving
RESPONS is een uitgave van RPS 52.118029 I 4.280587
April 2016 I Jaargang 5
Mensen leven langer in een goed microklimaat
51.661395 I 4.315488
Geachte relatie,
RPS
Met het afsluiten van een nieuw klimaatverdrag in Parijs hebben we de ambitie weer een vorm gegeven. Het staat mij nog helder voor de geest dat die ambitie heel snel wegvloeide na het mislukken van ‘Kopenhagen’. De wereld ging een downturn in en is daar nu acht jaar later weer uitgeklauterd. Wij doen graag mee met de nieuwe ambities: praktisch, kostenefficiënt, samen met klanten en partners. Deze editie van Respons opent met twee vooraanstaande denkers binnen het groenblauwe stadsdomein. Zij vertellen wat er nodig is voor het realiseren van een goed microklimaat waarin mensen langer en prettiger leven. In Vianen onderneemt men allerlei maatregelen om de stad versneld duurzaam en klimaatbestendig te maken. U leest waarom deze uitdaging voor dit historisch gebied nét even wat groter is dan bij veel andere steden. Ook binnen Overijssel staat duurzaamheid hoog op de agenda. Binnen de IJssel-Vechtdelta werken zes overheidspartners samen aan een klimaatbestendige toekomst. U krijgt een inkijkje hoe zij investeringen in waterveiligheid benutten om de regio tegelijkertijd voor haar inwoners aantrekkelijker te maken. Kansen ziet de provincie Overijssel ook bij de asbestdakenproblematiek. In 2024 moeten alle asbestdaken in Nederland vervangen zijn door veilige, duurzame daken. Vanuit RPS spelen we een actieve rol bij de inrichting van een landelijk platform om dit proces te versnellen. Die ambassadeursrol past ons goed als marktleider in dit lastige veld.
4 locaties: Breda Delft Leerdam Zwolle
RPS is een onafhankelijk advies- en ingenieurs bureau. Met een team van 400 specialisten werken we dagelijks, vanuit verschillende disciplines, aan een veilige leef-, woon- en werkomgeving. We zijn actief in de werkvelden ‘Gebieden, Gebouwen en Infrastructuur’ en ‘Milieu & Veiligheid en Laboratoria’. Langdurige relaties Onze dienstverlening typeert zich door het bouwen aan langdurige relaties met onze opdrachtgevers. Onze persoonlijke en daadkrachtige aanpak resulteert in pragmatisch advies, dat niet alleen klopt op papier maar vooral toepasbaar is in de praktijk. Geen dikke rapporten maar werkende oplossingen.
Voor de toekomst is de inzet van windenergie op land en zee één van de schoonste opties voor het verminderen van CO2-uitstoot. Daarom sluiten we deze Respons af met Windpark Krammer dat is ontstaan uit een groots burgerinitiatief. Uniek in zijn soort, omdat het voor het eerst gebouwd wordt op een primaire waterkering. Tot slot beleven we donderdag 26 mei 2016 de vierde editie van Rotterdam Peil, het jaarlijkse evenement voor onze klanten over stad en haven. Als spreker verwelkomen we Hamit Karakus, directeur van Platform 31, een organisatie die actief bemiddelt tussen overheden om vernieuwing en ontwikkeling van onze leefomgeving te bevorderen. De ambitie van Hamit kennen we nog uit zijn periode als wethouder van Rotterdam, toen hij in crisistijd besloot door te bouwen aan de stad. We zijn benieuwd naar zijn verhaal over de klimaatbestendige stad en hopen u te ontmoeten in de Kantine van het Rotterdamse theater Walhalla, op de kop van Katendrecht. Ik wens u veel leesplezier! Frank Vrolijks Algemeen directeur
02 | 03
03 Voorwoord
Inhoudsopgave
07 MENSEN LEVEN LANGER IN EEN GOED MICROKLIMAAT Marjolein Pijpers-van Esch en Jeroen Kluck
12 Bijzondere combinaties in Eendragtspolder
15 NATUURGRILLEN STELLEN VIANEN VOOR PITTIGE UITDAGING Antoinette van Heijningen en Frank Meurs
21 Duurzame oplossingen voor bodemdaling in Woerden
22 PROVINCIE OVERIJSSEL PRIKKELT ASBESTDAKEIGENAAR Erik Lievers
25 Asbestdaken herkennen op afstand
26 PROEFTUIN IJSSEL-VECHTDELTA VERBINDT KLIMAATOPGAVE AAN BETERE LEEFOMGEVING Menno ten Heggeler 30 WINDPARK KRAMMER, BUITEN DE OEVERS VAN DE COMFORTZONE Tijmen Keesmaat
04 | 05
29 Dijk van een verbetering tussen Kinderdijk en Schoonhovenseveer
32 Derde Nederlands huishoudens ‘groener’ door wind op zee
52.119064 I 4.287923
52.002098 I 4.355434
Stedenbouwkundige dr. Ir. Marjolein Pijpers-van Esch en waterexpert dr. ir. Jeroen Kluck in de Delftse PROEFtuin.
‘MENSEN LEVEN LANGER IN EEN GOED MICROKLIMAAT ’ STEDENBOUWERS WORDEN BLAUW- EN GROENDENKERS De opwarming van de aarde vormt een bedreiging voor het leefklimaat in steden. Met een slimme positionering én de juiste materialisatie van gebieden en gebouwen is daar veel aan te doen. Een gesprek met twee vooraanstaande denkers die actief zijn in het groenblauwe stadsdomein. Ze zouden bij menig agrariër in het landelijk buitengebied niet misstaan. De andijvie, spinazie en raapsteel staan er zo vroeg in het seizoen al kostelijk bij. Ook de stokrozen en fruitbomen dragen bij aan een idyllisch, dorps karakter van de tuin. Maar schijn bedriegt. We zijn slechts een paar stappen verwijderd van het centrum van Delft. Terwijl daar de hectiek van het stadse leven overheerst, verbouwen de inwoners hier in deze proeftuin zelf hun voedsel. Duurzaam en biologisch. Omringd door hoogbouw met veel beton en glas. Het zijn initiatieven die steeds meer voorkomen binnen het Nederlands straatbeeld. Neem
Rotterdam dat met het aanleggen van daktuinen op grote gebouwen niet alleen een bijdrage levert aan de biologische voedselketen, maar ook de zomerse hitte in het centrum binnen de perken houdt. Geen overbodige luxe, want in deze dichtbebouwde steden kan het verschil in temperatuur tussen stad en omgeving oplopen tot 9 graden Celsius blijkt uit onderzoek van TNO. Hitte-eilanden Het maakt steden in de zomer tot ware hitte-eilanden. Warmte wordt immers langer vastgehouden in steen en blijft dan
06 | 07
MENSEN LEVEN LANGER IN EEN GOED MICROKLIMAAT ook ‘s nachts hangen. Daar komt bij dat de emissie van auto’s, airco’s en industriële installaties het kwik ook nog eens omhoog stuwt. “Het huidige stadsontwerp verergert die situatie”, stelt stedenbouwkundige dr. Ir. Marjolein Pijpers-van Esch. Ze promoveerde vorig jaar op het thema hoe stedenbouwkundigen het klimaat in een stad kunnen beïnvloeden. Strekking van haar proefschrift: ‘Mensen leven langer en gezonder in een goed microklimaat’. Marjolein vindt dat het microklimaat bij stedenbouwkundigen daarom een belangrijkere rol moet spelen in het ontwerpproces. Met een microklimaat bedoelt Marjolein het kleinschalig klimaat van straten, tuinen en pleinen, dat wordt beïnvloed door factoren als zonnestraling, geluid, daglicht, luchtkwaliteit en wind. “De meeste mensen beseffen niet hoe groot het effect van microklimaat op hun gezondheid is. In 2006 overleden duizend mensen als gevolg van de hittegolf.” Toch ervaart dr. ir. Jeroen Kluck dat Nederlanders nog vaak onverschillig zijn als het om hitte gaat. “Dan hoor je dat ‘we toch ook lekker op vakantie naar Spanje gaan’. Maar het wordt straks een groot probleem. Naast invloed op onze gezondheid zorgt hittestress ook voor minder productiviteit en dus minder economische groei”, weet de lector ‘Water in en om de stad’ aan de Hogeschool van Amsterdam. Geitenwollensokken Het aanleggen van groenvoorzieningen, zoals in Delft en Rotterdam, zijn prima initiatieven om het microklimaat in de stad te beïnvloeden. Daarnaast kunnen stedenbouwkundigen volgens Marjolein nog aan tal van andere knoppen draaien. “Gebruik bijvoorbeeld lichte gevels en bestrating om de zon te reflecteren. Of plaats gebouwen dicht bij elkaar, dan warmen ze minder en langzamer op, maar houden ze warmte langer vast. Daarnaast draagt een gesloten bouwblok weer bij aan geluidsreductie. En de rol van de wind in het stedelijk klimaat kun je ook goed sturen. Bij goed ontworpen hoogbouw waai je minder snel van je fiets.” De promovenda deed onderzoek naar het stedelijk microklimaat en keek wat de gevolgen daarvan zijn op de gezondheid en het welbevinden van de inwoners. De uitkomst vertaalde ze naar stedenbouwkundige ontwerpmiddelen. “Ik sprak tijdens mijn onderzoek met stedenbouwkundigen. Zij kunnen op elke plek en voor iedere ontwerpopgave richting geven aan het microklimaat. Helaas gebeurt dat nog veel te weinig.” Ze vervolgt: “Toen ik in 2006 begon met mijn onderzoek keken ze me aan van: ‘Wat is dit voor geitenwollensokken onderwerp? Gelukkig wordt het belang van een microklimaat steeds meer erkent. Voorwaarde is wel dat ontwerpers en opdrachtgevers zich realiseren dat je dat vanaf het begin in het project mee moet nemen.
08 | 09
52.002098 I 4.355434
De Delftse PROEFtuin is een tijdelijke tuin van 0,5 ha waar een grote groep vrijwilligers groente en fruit op een natuurlijke wijze verbouwen.
51.925855 I 4.476552
Impressie van de Rotterdamse DakAkker, het grootste stadslandbouwdak in Europa.
MENSEN LEVEN LANGER IN EEN GOED MICROKLIMAAT
Wees niet bang dat het veel investeringen vergt, of dat je het hele systeem op zijn kop moet zetten. Met weinig is veel mogelijk.” Ideale stad Overigens gaat het bij het klimaatbestendig inrichten van steden niet alleen om microklimaat. Ook kwesties als duurzaamheid en waterberging komen aan bod. “Er is nog geen definitie van klimaatbestendigheid en dat maakt het lastig werkbaar voor gemeenten”, merkt Jeroen. Samen met de Hogeschool van Amsterdam en enkele gemeenten wil de lector daar verandering in brengen. Hij is trekker van een tweejarig onderzoeksprogramma dat gemeenten gaat helpen bij de klimaatbestendige gebiedsinrichting. Zo werkt de projectgroep onder meer aan een voorbeeldenboek dat laat zien hoe je specifieke wijktypologieën duurzaam kunt inrichten. Een wijktypologie is bijvoorbeeld een bloemkoolwijk (type woonwijk met een woonervenstructuur), binnenstad, tuindorp of middelhoogbouw. Jeroen: “We ontwikkelen voorbeeldmodellen die andere gemeenten kunnen gebruiken bij de herinrichting. Compleet met een kostenbatenanalyse voor beheer en onderhoud. Binnenkort verschijnt er een eerste voorbeeldboek met inrichtingsvarianten voor drie wijktypologieën”, aldus de lector. Is er een ideale stad te omschrijven? “Er is een set aan maatregelen die ervoor kan zorgen dat steden een beter leefklimaat krijgen, maar die blijf je altijd op verschillende manieren combineren. Er is dus niet één vorm”, weet Jeroen. “Gelukkig maar”, knikt Marjolein. “Want dan zien steden er overal hetzelfde uit. Als ontwerper moet je nog steeds de vrijheid hebben hoe en op welke wijze je je gereedschapskist inzet.” Ramblas Binnen de mediterrane landen weten ze in ieder geval alles van hete zomers. Lopen zij voorop in hun aanpak? Jeroen: “Als ik de internationale symposia bekijk, merk je dat ze ook in het buitenland zoekende zijn. Extra bomen, schaduw met doeken, of een vernevelingsinstallatie? Het blijft een lastig onderwerp”, ervaart de lector. “Afgelopen zomer merkte ik dat het op de de Ramblas heerlijk koel was onder de bomen, maar in de nabijgelegen straten was geen boom te bekennen. Dat ligt natuurlijk ook aan de levenstandaard. Waar liggen de prioriteiten als het gaat om investeringen?” Bij een compacte stad kunnen de investeringen in voorzieningen over meerdere huishoudens worden verdeeld. Zo woon je in de stad al snel met honderdvijftig huishoudens op één hectare. “Dat is een mooie discussie”, zegt Jeroen. “Qua energie en materiaalgebruik is het kostenbaten technisch gezien interessant. In een stadscentrum heb je per m² minder energiekabels en leidingen nodig dan in een
10 | 11
MENSEN LEVEN LANGER IN EEN GOED MICROKLIMAAT
bloemkolenwijk, omdat je meer met elkaar deelt. Maar de vraag is of het leefklimaat er aangenamer op wordt? Daar is nog onvoldoende onderzoek naar gedaan.” Stappen maken De hoop is dus gevestigd op onze (toekomstige) stadsontwerpers. Maar dan zullen de bouwkundige opleidingen volgens Marjolein hun verantwoordelijkheid moeten nemen om het thema microklimaat nadrukkelijker uit de schaduw te halen. “Het watervraagstuk is door onze strijd tegen het water stevig verankerd in de studieprogramma’s. Dat geldt niet voor de
Bijzondere combinaties in Eendragtspolder
12 | 13
natuurkundige aspecten. Vaak komen ze pas aan bod als studenten al gewend zijn op een bepaalde manier te ontwerpen. Als je niet weet wat werkt en waarom, ga je het ook niet toepassen.” De promovenda pleit er daarom voor het microklimaat integraal onderdeel van de opleiding tot stedenbouwkundige te maken. “Dan kun je pas écht stappen maken. Overigens kan iedereen daar vanaf nu zelf al een bijdrage aan leveren. Vervang tegels in de tuin door gras, plant een boom, schilder je daken wit. Alle beetjes helpen.”
De Eendragtspolder is een bijzonder gebied vanwege de unieke combinatie van waterberging, recreatie en de internationale Willem-Alexander roeibaan. Zo zorgt de polder in Zevenhuizen er niet alleen voor dat de inwoners beschermd zijn tegen wateroverlast. Ook vormt het dit jaar het strijdtoneel van het wereldkampioenschap roeien. De aanleg van de roeibaan is gekoppeld aan de herinrichting van de Eendragtspolder die de waterbergingscapaciteit in het stroomgebied van de rivier de Rotte vergroot. Bij hoogwater fungeert de roeibaan als een soort tijdelijke badkuip die vier miljoen kuub water kan bergen. Daarnaast is binnen het ontwerp veel aandacht geweest voor de recreatieve functie van het gebied. Zo kan er op de kades rond de roeibaan gefietst en gelopen worden. Ook is het mogelijk om het gebied met een roeibootje te verkennen. Verder is er volop ruimte voor ecologische ontwikkeling, omdat het gebied een broedplaats is voor zeldzame vogels. RPS is intensief betrokken geweest bij de contractbegeleiding voor de aanleg van de roeibaan. Opdrachtgever Dienst Groenservice Zuid-Holland koos voor een UAV-GC contract bij de uitvoering. Projectmanager Cees van de Zande van RPS voerde twee jaar lang tweewekelijks een audit uit om de werkzaamheden van de aannemer te toetsen. “Voor aannemers is het een uitdaging om UAV-GC contracten te managen. Dat heeft alles te maken met het kunnen aantonen van de geleverde kwaliteit en technische oplossingen. Binnen dit project hebben we hiermee een mooie ontwikkelingsslag doorgemaakt, die ervoor heeft gezorgd dat de kwaliteit van geleverde werkzaamheden op hoog niveau zijn uitgevoerd.”
51.925855 I 4.476552
De groenten op de DakAkker worden afgenomen door restaurants uit de buurt, en in het oogstseizoen verkocht in het DakPaviljoen.
52.089487 I 5.110158
Gebiedsontwikkelingsexpert Antoinette van Heijningen en wethouder Frank Meurs.
NATUURGRILLEN STELLEN VIANEN VOOR PITTIGE UITDAGING MET VERSNELDE MAATREGELEN NAAR KLIMAATBESTENDIGE ÉN KARAKTERVOLLE STAD Achter de naam Vianen gaat een historisch bolwerk schuil dat zich opmaakt voor een duurzame en klimaatbestendige toekomst. Een gesprek met de verantwoordelijk wethouder Frank Meurs en gebiedsontwikkelingsexpert Antoinette van Heijningen over de Blue Deals, ‘Huisje Boompje Beter’ app, New York en rioolstelsels. Wie tegenwoordig met een eeuwenoude kaart door het centrum van Vianen loopt, zal niet verdwalen. Aan het Middeleeuwse stratenpatroon is nauwelijks iets veranderd. De stadsmuren, verdedigingswerken en kastelen die nog intact zijn gebleven, verwijzen naar de rijke historie van dit pittoreske vestingstadje aan de Lek. Die blik op het verleden vormt een ideale toeristische trekpleister, maar voor het waarborgen van een veilige toekomst gelden andere wetten. Ook Vianen ontkomt niet aan het duurzaam en klimaatbestendig inrichten van de stad. De uitdaging is daarbij nét even wat groter dan bij veel andere steden. Voor maatregelen is er beperkte fysiek ruimte en de historische diamantjes moeten ongeroerd blijven. Brainstormen “Als het gaat om duurzaamheid lopen we in Vianen voorop”, begint Frank Meurs stellig. De wethouder met onder meer milieu, duurzaamheid en beheer openbare ruimte in portefeuille vertelt enthousiast over een aantal initiatieven. Zoals het windpark Autena dat alle inwoners van Vianen moet voorzien van groene stroom. Of de introductie van de zogenaamde ‘Nul-op-de-meter’
woningen voor huurders die momenteel nog bivakkeren in slecht geïsoleerd huizen. Maatregelen die helpen om Vianen versneld duurzaam, waterrobuust en klimaatbestendig te maken. Anderhalf jaar geleden besloot Vianen hiervoor ook te participeren in de Blue Deals (zie kader). Een initiatief vanuit het Watertorenberaad (zie kader), ondersteund door het ministerie van Infrastructuur en Milieu dat de samenwerking van gemeenten met het bedrijfsleven een zetje geeft. “Van oudsher is het klimaatbestendig maken van steden vooral een gemeente- en ingenieurskwestie. De Blue Deals stimuleren ook het bedrijfsleven en de inwoners om een steentje bij te dragen. Diverse private en publieke partijen komen in Vianen bij elkaar om te brainstormen over hoe om te gaan met klimaat- en wateropgaven”, legt Antoinette van Heijningen uit. De eigenares van Urbancore en medeoprichter van het Watertorenberaad is één van de participanten binnen de Blue Deal en adviseert in ‘gebiedsontwikkeling nieuwe stijl’.
14 | 15
NATUURGRILLEN STELLEN VIANEN VOOR PITTIGE UITDAGING De eerste ervaringen met initiatieven die vanuit de Blue Deals zijn ontstaan, smaken naar meer. Zoals de app ‘Huisje Boompje Beter’. Een toepassing die bewoners informeert over wat ze zelf rondom het huis kunnen doen aan de verbetering van het klimaat. Door regenwater op te vangen en te gebruiken voor het huishouden. Of stoeptegels uit de tuin te vervangen door meer groen of isolerende begroeiing op een plat dak.
Groen en blauw Versneld naar duurzaam met de Blue Deals vindt ook plaats bij nieuwproject Hoef en Haag. Daar verrijzen achttienhonderd woningen. Groen en blauw vormen belangrijke speerpunten bij de inrichting. Zo geven bomen extra schaduwplekken in de zomer, terwijl ze na het vallen van de blaadjes de zon doorlaten voor verwarming. De aanleg van smalle straatprofielen moet zorgen dat er meer ruimte ontstaat
51.991786 I 5.095122
voor groene buffers, die samen met de aangelegde meander, het regenwater op kunnen vangen. “De huizen kunnen bovendien ‘energierekeningloos’ worden gekocht en er zijn plannen om gebruik te maken van wind- en waterenergie van de nabijgelegen stuw”, vertelt Frank bevlogen over de duurzaamheidsplannen. Vianen gebruikt de ervaringen uit Hoef en Haag onder meer bij het klimaatbestendig herinrichten van bedrijfsterrein De Hagen. Op die plek domineert het verharde
BLUE DEALS Het Watertorenberaad heeft met steun van het ministerie van Infrastructuur en Milieu de Blue Deals ontwikkeld die de samenwerking tussen steden en projecten met het bedrijfsleven stimuleren. Vianen heeft zich in 2014 voor een periode van drie jaar verbonden aan de Blue Deals. Partners die de gemeente daarbij ondersteunen zijn: Waterschap Rivierenland, SVP architectuur, stedenbouw Haver Droeze, Blauwhoed, BPD en RPS.
Rondom de binnenstad van Vianen zijn nog grote delen van de middeleeuwse verdedigingswerken te zien
16 | 17
NATUURGRILLEN STELLEN VIANEN VOOR PITTIGE UITDAGING oppervlak en daarom is het gebied vatbaar voor wateroverlast. “Dit is nu precies dé gedachtegang achter de Blue Deals”, meent Antoinette. “Leg de wateroverlastproblematiek niet alleen bij de overheid neer, maar ga actief het gesprek aan met het bedrijfsleven. Hoe kijken zij daar tegen aan? Waaraan kunnen en willen zij een bijdrage leveren? Eén van de participanten in de Blue Deals heeft in New York en Antwerpen met een rekentool in kaart gebracht welke bedrijven bij intensieve buien onder water komen staan. Met blauwe en rode kleuren is dat in één oogopslag zichtbaar. Daarmee vergroot je het bewustwordingsproces bij bedrijven en kunnen ze beter bepalen of ze mee willen financieren.” “Dat werkt”, vult Frank aan. “Vorig jaar hebben we drieëntwintighonderd woningen onderworpen aan een warmtescan waarmee we in beeld brachten welke huizen een lekkage hadden. Als je de bewoners daarmee confronteert, zijn zij eerder bereid maatregelen te nemen.” Kwetsbare plekken Bedrijven en bewoners nadrukkelijk betrekken bij het klimaatbestendig inrichten luidt dus het devies. “Eén van de discussies die daarbij speelt is hoe om te gaan met de openbare ruimte”, ervaart Antoinette. “Wat zijn we bereid aan groen te accepteren en wat niet? Want, wat goed is voor het opnemen van water zorgt ook weer voor meer onderhoud. Je ziet dat mensen die collectief bouwen hierover met elkaar in gesprek gaan. De gemeente bepaalt het basisniveau. Willen de inwoners een plus hebben, dan onderhouden en beheren ze dat zelf. Bij Hoef en Haag heeft dat geresulteerd in meer groen bij de parkeerplaatsen om het water bij overtallige neerslag op te vangen.” Geen overbodige luxe gezien de recente ontwikkelingen. Afgelopen augustus viel er in één uur ruim veertig millimeter
18 | 19
neerslag in Vianen. Zuidelijk omliggende gebieden als Werkendam en HardinxveldGiessendam kregen het dubbele voor de kiezen. In een woonwijk stond het water in de woningen tot wel dertig centimeter hoog. Een ontwikkeling die volgens Antoinette past bij de recente klimaatscenario’s. “Waar extreme regenval voorheen eens in de tien jaar voorkwam, wordt dat nu eens in de vijf jaar. Elke graad opwarming van de aarde geeft veertien procent meer intensiteit in de buien”, weet ze. Een door RPS uitgevoerd onderzoek maakte Vianen nog meer bewust van de gevolgen die dit met zich mee brengt. In dat onderzoek is gekeken hoe het centrum van Vianen zich houdt bij bepaalde regenbuien en wat de zwakke plekken in het maaiveld zijn. Met een geavanceerde rekentool werden verschillende gradaties van buien gesimuleerd. “Daarmee kregen we in één oogopslag een beeld van de kwetsbare plekken binnen onze stad. Je ziet op welke plekken het water niet makkelijk wegvloeit vanwege de ommuurde stadsgracht. Ook het hoogteverschil van twee meter tussen de noord- en lager gelegen zuidkant zorgt voor problemen. Al het water verzamelt zich immers altijd in de laaggelegen delen van het centrum. Hoewel we binnen dijkring 16 goed beschermd zijn, loopt het riool snel vol. Dan voel je de druk, dat je maatregelen moet gaan nemen”, klinkt de wethouder strijdbaar. Gescheiden rioolstelsel Samen met hydrologen, ecologen, ontwerpers en ingenieurs bekijkt Vianen welke maatregelen het meest effectief zijn om de waterproblematiek in het centrum te verminderen. Voor het maken van een goede inschatting worden de informatiestromen uit de rekentool gekoppeld. Geplande herinrichtingsprojecten bieden hierbij volop kansen. Zo grijpt Vianen de herbestrating van de
51.996358 I 5.091485
Een inkijkje in de lange en karakteristieke Voorstraat.
51.996503 I 5.091485
Vianen is 760 jaar oud en beschikt over 190 Rijksmonumenten.
NATUURGRILLEN STELLEN VIANEN VOOR PITTIGE UITDAGING
WATERTORENBERAAD Het Watertorenberaad is een samenwerkingsverband tussen een groot aantal publieke (Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties/Infrastructuur en Milieu, provincies, gemeenten, kennisinstituten), publiek-private (corporaties) en private (beleggers, ontwikkelaars, bouwers, ontwerpers) partijen. Het beraad houdt zich al enkele jaren bezig met nieuwe wegen voor gebiedsontwikkeling
Duurzame oplossingen voor bodemdaling in Woerden
karakteristieke winkelstraat (Voorstraat) aan om een regenwaterstelsel aan te leggen naast het bestaande gemengde rioolstelsel. Het regenwaterstelsel zal het hemelwater straks separaat van de wegen afvoeren en dat vergroot de bergingscapaciteit in het gemengd rioolstelsel. Voordeel is dat ook de lager nabijgelegen gebieden (winkelstraat loopt van hoog naar laag) hier met hun regenwaterriool op aan kunnen sluiten. Daarnaast komt op een andere plek in het centrum een gootconstructie dat overtallig hemelwater rechtstreeks moet afvoeren naar de stadsgracht.
Verder kijkt Vianen bij de herinrichting van het winkelgebied met het aanleggen van een bomenstructuur naar kansen om de hittestress te beperken. De gemeente bereidt zich kortom gestaag voor op een klimaatbestendige toekomst. Met maatregelen die geen afbreuk mogen doen aan het monumentale karakter van de stad. En door het leggen van verbanden tussen de verschillende gebruikersgroepen, beleidsdoelstellingen en budgetten. “Een pittige uitdaging waar we met alle betrokkenen voorlopig prima in slagen”, besluit de wethouder.
Wateroverlast op straat, schade aan rioleringen en kabels en leidingen. Wegen en tuinen die verzakken en een slechte kwaliteit van de buitenruimte. Het zijn voor het kerkdorp Kanis in Woerden de gevolgen van de wegzakkende veenbodem. RPS ondersteunt de gemeente bij het duurzaam aanpakken van dit probleem. Woerden ligt voor meer dan tachtig procent op een ondergrond die bestaat uit veen. Door oxidatie, krimp en zettingen is het maaiveld de afgelopen decennia flink gedaald. Als je daar niks aan doet, kan de bodem de komende vijftig jaar blijven zakken tot anderhalve centimeter per jaar. De ervaring van de gemeente Woerden leert dat op dit soort slappe bodems te vaak een forse ophoogslag nodig. Dat moet anders en duurzamer, vindt de gemeente. Daarom wordt in Kanis een pilotproject voorbereid. Daarin worden de Life Cycle Costs van aanleg, onderhoud en vervanging berekend over een periode van honderd jaar. Daarmee wordt inzichtelijk dat de nu forse investering zich binnen deze periode terugverdient ten opzichte van de traditionele ophogingen. Met een nieuwe, duurzame oplossing blijft Woerden straks gevrijwaard van grootschalig onderhoud. RPS heeft in opdracht van de gemeente een variantenstudie uitgevoerd om een haalbare variant te bepalen voor het duurzaam ophogen van de woonstraten, tuinen en ondergrondse infrastructuur (met een totale lengte van één kilometer) naar het oorspronkelijke aanlegniveau. Uit de variantenstudie blijkt dat voor Kanis een zettingsvrije betonconstructie de beste maatregel is. “Beton biedt op langere termijn de meeste zekerheid”, zegt projectleider Joost Wattel van RPS, die als directievoerder met een soortgelijk problematiek in Gouderak al goede ervaringen heeft. “De fundering bestaat uit trillingvrij aangebrachte heipalen. Daarop wordt een betonconstructie gestort als basis voor de rijbaan. De kabels en leidingen komen in een gefundeerde goot. Zo krijg je één stabiele constructie die niet zakt.” RPS werkt de gekozen constructie uit tot een referentieontwerp. Daarbij is ook aandacht voor klimaatadaptieve maatregelen. Zoals het bergen en opvangen van water en de aanleg van groenstroken. In 2020 moet de reconstructie van de openbare ruimte in Kanis gereed zijn.
20 | 21
PROVINCIE OVERIJSSEL PRIKKELT ASBESTDAKEIGENAAR VAN MILIEUSCHADE NAAR DUURZAME ENERGIE Als aanjager en verbinder grijpt de provincie Overijssel de asbestdakenproblematiek aan om duurzamer te worden. Gedeputeerde Erik Lievers vertelt over deze voortvarende aanpak waarbij het Rijk met interesse over zijn schouders meekijkt. Bam! Die presentatie over asbestkanker kwam binnen bij Erik Lievers. Een longarts schetste onlangs haarscherp de gevolgen van deze ziekte en dat maakte indruk op de gedeputeerde van de provincie Overijssel, met onder meer milieu en energie in portefeuille. “Het is een vreselijke vorm van kanker waarbij de longen langzaam verstenen. Een gevaar dat helaas nog onvoldoende erkend wordt als ik kijk naar de prioriteiten vanuit het Rijk. Jaarlijks kampen we met 570 verkeersdoden, terwijl er 500 mensen overlijden aan asbestkanker. Zet dat eens af tegen de veelvoud aan investeringen in verkeersveiligheid? Dus moeten we creatief zijn, want er is geen tijd te verliezen!”, klinkt hij strijdbaar. Kansen Vanwege de onverwoestbare eigenschappen is veel asbest in daken verwerkt. Een landelijk asbestverbod moet zorgen dat dit uiterlijk 2024 overal verwijderd is. RPS speelt een actieve rol bij de inrichting van een landelijk platform om dit proces te versnellen. Aan Overijssel de taak tien miljoen vierkante meter asbestdak te saneren. Een grootscheepse operatie die niet louter lasten, maar ook kansen biedt om de omgeving te verduurzamen, vindt de provincie. “Uitgangspunt is dat elke pandeigenaar verantwoordelijk is voor zijn eigen asbestverwijdering. Dan kun je
22 | 23
als overheid twee dingen doen. In 2024 handhaven en sancties opleggen, of direct de regiefunctie oppakken en met betrokken partijen zoeken naar oplossingen waarmee we de provincie beter achterlaten voor onze kinderen”, aldus Lievers. Geen abc-tje Een mooi streven, maar waar begin je? Eerst even de feiten. Van de tien miljoen vierkante meter aan asbestdaken in Overijssel behoort driekwart toe aan agrarische bedrijven. De rest aan bedrijven, particulieren en maatschappelijke vastgoed. Omgerekend zal er tot 2024 per dag 3400 vierkante meter gesaneerd moeten worden. Met een landelijke subsidie voor het verwijderen van asbestdaken (minimale omvang 35 vierkante meter) doet het Rijk een duit in het zakje. Daarnaast kunnen de agrariërs gebruikmaken van een provinciale stimuleringsmaatregel. Verwijderen zij asbest van het dak, dan krijgen zij subsidie voor het plaatsen van zonnepanelen. “Een mooi voorbeeld waarbij je de oplossing koppelt aan een terugverdienmodel en bijdraagt aan het milieu”, stelt Lievers. Al beseft hij dat dit streven niet voor elke agrariër een abc-tje is. “We gaan persoonlijk met ze in gesprek om gericht hun specifiek probleem in kaart te brengen. Soms zijn daken bijvoorbeeld zodanig verweerd dat er ook vezels in de bodem terechtkomen. Een bijkomende complicatie waar nog geen subsidie voor is.
52.509464 I 6.103831
Gedeputeerde Erik Lievers met op de achtergrond een deel van de stad van Zwolle.
52.4782115 I 6.027053
Asbestsanering van daken in Hattemerbroek.
PROVINCIE OVERIJSSEL PRIKKELT ASBESTDAKEIGENAAR Overijssel staat voor de opgave om 10 miljoen m² aan asbestdaken te saneren. Met 7,2 miljoen m² (230.000 m² is reeds gesaneerd) is de opgave voor de agrariërs het grootst. Gevolgd door 1.000.000 m² bij ondernemers (150.000 m² is reeds gesaneerd). Particulieren moeten nog 850.000 m² aan asbestdak verwijderen. Maatschappelijke vastgoedpartijen het overige deel.
Doelgerichte asbestanalyses op afstand
Ook bekijken we welke subsidiekanalen er wel beschikbaar zijn en stimuleren we banken mee te denken.”
duurzame financieringen. Verzekeraars voor maatgerichte polissen. En de provincie als aanjager en verbinder.”
Participatie Deze werkwijze is gestoeld op een doelgroepgerichte aanpak. Hiervoor stelt de provincie Overijssel momenteel een asbestplan op waarin agrariërs, particulieren en ondernemers kunnen rekenen op een maatwerktraject. Vooral bij laatstgenoemde wil de provincie gas geven. Om geen tijd te verliezen zijn tweehonderdvijftig persoonlijke gesprekken met ondernemers gepland. “We willen van elk specifiek probleem een businesscase maken. Hoe kun je asbest op jouw dak het best verwijderen? Wat doe je met een nieuw dak en hoe kun je dat het beste financieren?” Lievers hoopt daarmee een beweging op gang krijgen waarin kennisinstellingen, gemeenten, banken en verzekeraars participeren. Hij legt uit: “Je wilt voorkomen dat pas in 2023 actie wordt ondernomen. In het verleden trapten we in de valkuil dat we subsidie beschikbaar stelden en verwachtten dat de problemen zichzelf oploste. Dat werkt niet. De oplossing moet komen door samenwerking van alle betrokken partijen. De gemeente voor het op de gewenste wijze benutten en inrichten van de leefruimte. De asbestsector voor de meest efficiënte en veilige manier voor saneringstrajecten. De banken voor
One-stop-shop Om dat te stimuleren vertelt Lievers over het creëren van informatiepunten volgens het one-stop-shop principe. De asbestdakeigenaren kunnen dan terecht bij één adres voor asbestverwijdering, nieuwe daken, energiemaatregelen (zonnepanelen, isolatie) en de financiering. Zo ontstaan er kruisbestuivingen tussen de aanbieders, verwacht de gedeputeerde. “Asbestsaneerders komen in gesprek met leveranciers van daken. Banken trekken op met leveranciers van zonnepanelen om ze tegen aantrekkelijke rentetarieven aan te bieden. Of denk aan collectieve saneringstrajecten voor dakeigenaren die niet in aanmerking komen voor subsidie.” Hoewel meters maken belangrijk is, benadrukt Lievers dat ook het duurzaam verwerken van asbest aandacht verdient. “Nu verplaatsen we het probleem. Is het straks mogelijk de vezels te scheiden van de rest en duurzaam te hergebruiken? Ik doe een oproep aan de sector om daar over na te denken. Veel partijen zijn van goede wil, maar individueel lukt niet.” Overijssel lijkt in ieder geval op de goede weg om alle partijen op de wagen te krijgen. Als het Rijk je dan ook nog bestempelt als voortrekker in de aanpak van asbestdaken, lijken de paden geplaveid voor een mooie en duurzame toekomst.
Een asbestdak herkennen is lastig. Grote aantallen bij verschillende type eigenaren maken het nog complexer. Want, waar bevinden die daken zich precies? Om wat voor type dak gaat het? En behoren ze toe aan woningen, bedrijven of boerderijen? Het zijn vraagstukken waar provincies mee te maken krijgen en efficiëntie gevraagd is. Asbestdeskundigen van RPS voeren daarom alvast een eerste inventarisatie uit met behulp van actuele luchtfoto’s binnen geografische informatiesystemen. Zo kan alvast gekeken worden of er sprake is van asbestverdachte daken. Door het combineren van specifieke informatie over dakoppervlakten, zonnepaneelopties, bestemming en het bouwjaar van panden is het mogelijk eenvoudig selecties te maken. Zo brengt de asbestdeskundige met één druk op de knop alle woningen voor 1994 (invoering asbestverbod) in beeld. Met de mobiele asbestlaboratoria van RPS worden de eerste inventarisaties door monstername geverifieerd en eventuele vervolgstappen genomen.
24 | 25
GEDURFDE PRAKTIJKPROEVEN VOEDEN NIEUWE WERKROUTINES PROEFTUIN IJSSEL-VECHTDELTA VERBINDT KLIMAATOPGAVE AAN BETERE LEEFOMGEVING Binnen de IJssel-Vechtdelta werken zes overheidspartners samen aan een klimaatbestendige toekomst. Investeringen in waterveiligheid bieden tegelijk kansen om de regio nog aantrekkelijker te maken voor wonen, werken en recreatie. Programmamanager Menno ten Heggeler van de provincie Overijssel spreekt over de kracht van verbinden en het loslaten van gewoontes. Er lijkt maar geen eind te komen aan de kilometerslange geluidswal rondom nieuwbouwwijk Stadshagen in Zwolle. Hoewel, een geluidswal. Het heeft meer weg van een dijk. Menno ten Heggeler beaamt het met een vermakelijke glimlach. Hij staat met zijn voeten in speciaal ingezaaid dijkgras en legt uit dat de geluidswal ook een waterkerende functie heeft. “Daarmee voorkomen we dat de woningen van twintigduizend inwoners meters onder water komen te staan als de polder bij Mastenbroek overstroomt.” Hoewel de constructie een voor de hand liggend idee lijkt, is het in Nederland nog niet eerder toegepast. “De extra werkzaamheden voor waterveiligheid nemen we relatief goedkoop mee in het werk aan de geluidswal. Die wordt robuuster, krijgt een afwerking met klei en dijkgras”, weet de programmamanager. Water van alle kanten Zwolle ligt in de IJssel-Vechtdelta. Uit economisch oogpunt een belangrijke en drukbevolkte regio. De druk op de ruimte is groot en de regio is erg kwetsbaar als het gaat om de grillen van de natuur. In het gebied verenigen het IJsselmeer, de IJssel, de Vecht en de Sallandse weteringen zich. Uit de hoogwatersituatie in het voorjaar van
26 | 27
2012 blijkt dat er een stevige opgave ligt in het gebied. Het water komt er van alle kanten en overstromingen zijn lastig te voorspellen. Bovendien nemen de buien als gevolg van de klimaatverandering toe. Dit maakt de IJsselVechtdelta qua waterhuishouding uitzonderlijk complex en tegelijk uniek in Nederland. Proeftuin Vier jaar geleden hebben de provincie Overijssel, het waterschap Groot Salland en Veiligheidsregio IJsselland samen met de gemeenten Zwolle, Kampen en Zwartewaterland daarom de krachten gebundeld in het programma ‘Waterveiligheid en klimaatbestendigheid’. Een plan dat stevig is ingebed in het landelijke Deltaprogramma, maar op regionaal gebied een stap verder zet. “We zijn in Nederland anders naar waterveiligheid gaan kijken. Niet alleen naar de kans op een overstroming, maar ook naar de effecten daarvan. Dan kom je op het ruimtelijk domein en zijn er meer partijen die een bijdrage kunnen leveren”, ervaart Menno. Het projectteam bekijkt met zowel publieke als private partijen hoe ze opgaven slim aan elkaar kunnen koppelen met concrete uitvoeringsprojecten.
52.4782115 I 6.027053
Programmamanager Menno ten Heggeler van de provincie Overijssel voor de kilometerslange geluidswal rondom nieuwbouwwijk Stadshagen.
52.514840 I 6.094388
Klimaatbestendig bouwen van appartementencomplex Kraanbolwerk aan de stadsgracht in de binnenstad van Zwolle.
GEDURFDE PRAKTIJKPROEVEN VOEDEN NIEUWE WERKROUTINES
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft circa 343 kilometer aan primaire waterkeringen. Dat zijn dijken en duinen langs de Noordzee, langs de Waddenzee, het IJsselmeer en het Markermeer. In dit werkgebied ligt ook nog 1.500 kilometer aan regionale waterkeringen.
Waterdicht De gevolgen daarvan worden langzaam zichtbaar in het landschap. Naast de geluidswal zijn er fietspaden gecombineerd met dijkversterkingstrajecten. Ook het klimaatbestendig bouwen van appartementencomplex Kraanbolwerk aan de stadsgracht in de binnenstad van Zwolle spreekt tot de verbeelding. De waterstanden kunnen daar sterk fluctueren, omdat de stadsgrachten direct verbonden zijn met het IJsselmeer en de Sallandse Weteringen. “Om die reden worden de woningen op de begane grond verhoogd en waterdicht gemaakt. Daarnaast krijgen alle woningen waterbestendige elektronische voorzieningen. En is er een mogelijkheid gecreëerd de parkeergarage af te sluiten bij dreigend hoogwater”, somt Menno enkele maatregelen op. Leerproces De regio IJssel-Vechtdelta speelt met dit soort initiatieven een belangrijke rol als aanjager binnen het landelijke Deltaprogramma. Niet voor niets heeft Minister Schultz van Haegen de regio aangewezen als proeftuin voor meerlaagse veiligheid. IJssel-Vechtdelta wil met deze experimenten een bijdrage leveren aan het leerproces in Nederland. Met onderbouwde onderzoeken van RPS en de projectpartners Hydrologic en Infram, zijn ze gestoeld op doordachte keuzes. Menno: “Kosten-batenanalyses en schetsontwerpen bevestigden bijvoorbeeld dat het effectief is rondom kleine stedelijke kernen als Kampen
Dijk van een verbetering tussen Kinderdijk en Schoonhovenseveer
en Genemuiden gevolgbeperkende keringen te bouwen die aansluiten op de hoogtes in het landschap. Ook de effecten van de opwaardering van geluidswallen zijn vooraf in kaart gebracht.” Burgers prikkelen IJssel-Vechtdata koos er bewust voor eerst in de buitenlucht ervaring op te doen met klimaatbestendige gebiedsontwikkelingen en het daarna pas geleidelijk te laten landen in beleidsplannen. “We moeten af van de gewoonte dat je vanachter je bureau bepaalt wat goed is voor de wereld”, stelt Menno. “Ontwikkel nieuwe routines. Experimenteer en zoek daarbij de samenwerking met andere partijen. We zien de meerwaarde van het verbinden wel, maar het kost inspanning. In Nederland zijn we gewend als partij liever zelf onze klus te klaren. Maar uit onze proeftuin merken we dat samenwerking juist creatieve oplossingen oplevert die tijd en kosten besparen en de esthetica verhogen.” De burger mag in dat proces niet vergeten worden. Menno vindt dat je zijn of haar eigen belang dan wel aan de klimaatbestendige inrichting moet koppelen. “Inwoners maken zich niet direct zorgen om klimaatverandering. Voldoende parkeergelegenheid en meer groen op straat. Dát raakt hen. Stimuleer de burger daarom om voortuintjes aan te leggen om het regenwater sneller te laten infiltreren, maar verlaag dan ook de rioleringsbelasting. Zo krijg je een win-win situatie waarmee je met alle betrokkenen inspeelt op een duurzame toekomst.”
Het 17 kilometer lange dijkverbeteringstraject tussen Kinderdijk en Schoonhovenseveer is momenteel één van de meest ingrijpende binnen Nederland. Met nieuwe technieken en innovaties haalt aannemerscombinatie CDVM, waar RPS een bijdrage aan levert, alles uit de kast om de hinder voor de omgeving te beperken. Zo heeft deze dijkversterking de primeur dat voor het verbeteren van de binnenwaartse stabiliteit op grote schaal de ‘boorpalentechniek’ wordt toegepast. “Aan de binnenzijde versterken we de dijk met 1350 betonnen palen. Bij deze methode is heien overbodig. Buispalen worden in de grond geboord, leeggehaald en gevuld met beton waarna de buizen weer worden getrokken. Dit veroorzaakt aanzienlijk minder trillingen dan het plaatsen van traditionele stalen damwanden”, legt omgevingsmanager Marco van Leeuwen van RPS uit. Daarnaast worden bestaande woningen opgevijzeld, zodat onder en rondom deze panden steunbermen aangebracht kunnen worden. Ook de nieuwe worden uitgerust met een opvijzelbare fundering. Waterschap Rivierenland speelt met deze oplossingen in op de klimaatverandering en toekomstbestendigheid van de versterkte waterkering. Eind 2017 moet het project zijn afgerond.
28 | 29
WINDPARK KRAMMER, BUITEN DE OEVERS VAN DE COMFORTZONE OVERHEDEN OMARMEN GROOTS BURGERINITIATIEF In Zeeland verrijst in 2018 een uniek windmolenpark dat voor het eerst gebouwd wordt op een primaire waterkering. Projectdirecteur Tijmen Keesmaat vertelt hoe dit bijzonder burgerinitiatief zowel technisch als sociaal een uitdaging is. Stevige intimidaties tijdens inspraakavonden. Zelfs tot het bespuwen toe. Als het gaat om het plaatsen van windturbines lopen de emoties soms hoog op. Tegenstanders daarvan laten zich nu eenmaal explicieter gelden dan voorstanders. Tijmen Keesmaat maakte het in zijn carrière diverse keren mee, maar laat zich er niet door beïnvloeden. Uiteraard sluit hij in zijn rol als projectdirecteur bij Windpark Krammer zijn ogen niet voor de belangen van kritische omwonenden. Maar samen met de 3500 leden van de coöperaties Zeeuwind en Deltawind heeft hij een missie: met windenergie een bijdrage leveren aan een groenere wereld. ‘Keiharde nee’ In Krammer bleef het tijdens de inspraakavonden rustig. Terwijl de meeste beleidsmakers zich buigen over burgerparticipatie bij windprojecten, namen de inwoners van Zeeland en GoereeOverflakkee, verenigd in de twee reeds genoemde coöperaties, juist zelf het initiatief voor één van Nederlands grootste wind-oplandprojecten. Vanaf een uitkijkpost op de toekomstige locatie spreekt Tijmen bevlogen over het project dat in 2018 gerealiseerd moet zijn. Op en rond de Krammersluizen, onderdeel van de Deltawerken, komen 34 windturbines van bijna 180 meter. Goed voor 100 megawatt aan stroom. Dat is vergelijkbaar met 204 voetbalvelden vol zonnepanelen. De projectdirecteur wijst op een reeks dijken
30 | 31
en dammen bij het sluizencomplex, waar straks de windturbines op verschijnen. Dat is nog niet eerder in Nederland gebeurd. “Rijkswaterstaat treedt hiermee ver buiten haar comfortzone”, stelt Tijmen. “Ze zijn van een keiharde ‘nee’, naar een ‘nee, tenzij’ gegaan. Daar heb ik veel waardering voor.” Met Rijkswaterstaat aan de hand zijn allerlei onderzoeken uitgevoerd om de mogelijkheden feitelijk te onderbouwen. Want hoe voorkom je dat de dijken en dammen hun waterkerende functie niet verliezen? Hoe krijg je alles binnen zo’n uitdagende omgeving logistiek op zijn plek? En wat betekent dat voor de flora en fauna? Dochter Het zijn technische uitdagingen die er niet om liegen. Neem alleen al de aanleg van het tracé. Vijftien kilometer aan hoofdspanningsbekabeling moeten hun weg vinden onder de smalle dammen en door de kostbare gronden van agrariërs. “Onder het sluizencomplex worden buizen geboord waar mijn zevenjarig dochtertje doorheen kan lopen”, illustreert Tijmen de impact. “Voor het bepalen van de beste route met de minste overlast voor betrokkenen heeft RPS diverse tracéstudies uitgevoerd van het station in Middelharnis naar het nieuw te bouwen overgangsstation bij de Krammersluizen. Ook zijn diverse aanlegmethoden met RPS besproken. Zo werken we bijvoorbeeld met een kabelploeg die de bundel kabels tijdens het
51.660733 I 4.165147
Projectdirecteur Tijmen Keesmaat met op de achtergrond het gebied rond de Krammersluizen waar in 2018 het windpark verschijnt.
WINDPARK KRAMMER, BUITEN DE OEVERS VAN DE COMFORTZONE Nederland wekt nu maar 5.6% schone energie op, dat moet minstens 14% zijn in 2020. Windenergie, op land en zee, is de schoonste en best toepasbare optie voor het verminderen van CO2-uitstoot en een onmisbare pijler in onze toekomstige energiemix. Daarnaast maakt schone energie die we zelf opwekken ons minder afhankelijk van olie- en gas producerende landen.
ploegen direct op diepte legt. Daardoor wordt het land van de agrariër maar één keer belast en is de aanleg- en structuurschade vele malen minder. Gelukkig zijn we er met deze grondeigenaren prima uitgekomen.” Keukentafelgesprekken Diverse keukengesprekken zijn daaraan voorafgegaan. Want de sleutel voor het welslagen van het project ligt volgens Tijmen in de dialoog met betrokken. Van omwonenden tot ambtenaren en van waterschappen tot milieuverenigingen. De projectdirecteur laveert voortdurend tussen de verschillende belangen. “Kijk, onderaan de streep moet dat windpark er gewoon komen, maar de vraag is in welke vorm. Het is belangrijk dat iedereen op de weg daarnaartoe binnen de randvoorwaarden meedenkt, zodat iedereen kan leven met het uiteindelijke resultaat. Daarbij gaat het écht niet alleen om het sentiment. Vaak betreft het essentiële belangen die omwonenden treffen, zoals geluidsoverlast, slagschaduw en de waardevermindering van de woning. Bij dit windpark zijn die aspecten minder van belang, omdat de dichtstbijzijnde woningen op meer dan een kilometer zitten.” Vleermuizen Belangrijk zorgenkindje is wel het ecologisch gebied rondom de Krammersluizen.
Derde Nederlands huishoudens ‘groener’ door wind op zee
Kraamkamer van vogels en vleermuizen. Het domein ook van de grootste roofvogel van Europa, de zeearend. “Het beschermen van deze dieren vormt één van de belangrijkste randvoorwaarden binnen het project”, legt Tijmen uit. Hiervoor zijn vliegroutes nauwlettend in kaart gebracht en afgebakend. Daar komen geen windturbines. Verder wordt het windpark uitgerust met cameradetectiesystemen. Op het moment dat zij vogels en vleermuizen in het vizier krijgen, stoppen de wieken met draaien. Een windpark vergt mede door dit soort maatregelen een investering van tweehonderd miljoen euro en dat gaat met CO2-uitstoot gepaard. “Maar binnen zes maanden produceert een windpark meer energie dan dat het bij de bouw aan onder meer CO2-uitstoot heeft gekost”, pareert Tijmen de energetische terugverdientijd. “Bij een zonnepaneel ligt de terugverdientijd op vijf jaar”, aldus de projectdirecteur die eerder onder meer windparken in Zuid-Afrika, Frankrijk en Italië realiseerde. “Ik vind het fascinerend een bijdrage te leveren aan projecten die niet enkel op papier bestaan, maar ook écht een project in de echte wereld wordt. Als ik die wereld daarmee beter achterlaat, dan dat ik hem aantrof ben ik gelukkig.”
De voorbereidingen om ruim vijf miljoen huishoudens van elektriciteit te voorzien met windturbines op zee zijn in volle gang. Een stevige ambitie uit het energieakkoord die binnen zeven jaar gerealiseerd moet zijn. Nederland beschikt momenteel al over drie windparken die tientallen kilometers uit de kust liggen. Twee zijn er in aanbouw. Samen zijn ze goed voor een opbrengst van 958 megawatt (MW). Genoeg voor één miljoen huishoudens. De overige vier miljoen huishoudens volgen tussen 2017 en 2023. Hiervoor heeft het kabinet drie gebieden in de Noordzee aangewezen voor de kust van Zeeland (Borsele: 1400 MW), Noord-Holland (700 MW) en Zuid-Holland (1400 MW). Netwerkbeheerder TenneT verzorgt de aansluiting van de windmolens op het landelijk stroomnet. RPS Nederland participeert met haar Engelse collega’s (RPS Group) in het voortraject. Hiervoor heeft TenneT RPS Group gekwalificeerd als één van de partijen voor dienstverlening voor de engineering van de kabelroutes en ondersteuning bij het inzetten van geografische informatiesystemen (GIS). In opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert RPS momenteel een kwaliteitscheck uit van onderzoeken door een aantal ingenieursbureaus naar de bodemopbouw en - structuur van het nieuw te ontwikkelen gebied in Borsele.
32 | 33
51.661395 I 4.315488
Windmolens bij de Mariadijk in Ooltgensplaats in de omgeving van het te realiseren Windpark Krammer.
COLOFON RPS Elektronicaweg 2 2628 XG Delft T +31 15 750 16 00
[email protected]
TEKST
www.rps.nl
Jeroen Wolbers
REDACTIE Stef van Remmen
FOTOGRAFIE Paulien de Gaaij
Jeroen Wolbers Liza Bakker
VORMGEVING Grafisch Ontwerpbureau Onze Jongens DRUK Crezée Grafische Oplossingen Oplage 5.000 exemplaren