Rescue Deck Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
1.
Veiligheidsaanwijzingen
2.
Aansprakelijkheid
3.
Omschrijving van het systeem
4.
Installatie
5.
Luchtgedreven pompen
6.
Biggen en voeren
7.
Reinigen
8.
Onderhoud
9.
Garantie
10.
Troubleshooter
1. Veiligheidsaanwijzingen
• De producent is ten aanzien van geleverde
zaken niet aansprakelijk voor vergoeding van
schade van welke aard dan ook behoudens
• Lees voor ingebruikname van de installatie de
bepalingen van dwingend recht inzake
produktaansprakelijkheid.
gebruikershandleiding.
• De installatie is zelfstartend, vermijd contact
• Op al onze leveringen is het Nederlands recht
met draaiende delen of delen die kunnen gaan
draaien.
• De machine heeft een stekker met randaarde.
van toepassing.
3. Omschrijving van het systeem
Verzeker Uzelf ervan dat het aardcircuit in Uw
elektrische installatie in orde is. Gebruik een
groep voorzien van een aardlekschakelaar met
Rescue decks kunnen een uitkomst bieden voor
een inschakelstroom van maximaal 30 mA.
biggen die bij de zeug onvoldoende melk krijgen.
De machine werkt op 230V.
Het systeem bestaat uit huisvesting en een
• Bij alle werkzaamheden met uitzondering van
voerinstallatie. De huisvesting ‘deck’ biedt plaats
vullen, mixen en pompen eerst stekker uit het
aan 12 biggen en garandeert een microklimaat
stopcontact trekken.
waarbij infectiedruk van buiten af tot een minimum
• Gebruik geen hoge drukspuit bij het reinigen
wordt beperkt. De decks worden geplaatst in
van de besturingskast, mixer en pomp.
kraamafdelingen, eventueel boven een kraamhok.
• Gebruik uitsluitend de juiste zekeringen.
De decks kunnen ook in een aparte ruimte worden
De waardes staan aangegeven bij de
geplaatst. De decks bestaan uit een kunststof hok
betreffende zekeringhouders.
met rooster, kap en mestafvoer. De decks worden
• Gebruik de machine nooit met een beschadigd
geleverd met een verzinkt draagframe. De poten
worden door de eindgebruiker gemaakt en
elektrisch snoer.
• Schakel voor het herstellen van beschadigingen
geplaatst op de gewenste positie.
of het verhelpen van storingen een vakman in.
• Jaarlijks dient er een inspectie plaats te vinden
De voerinstallatie bestaat uit een gesloten
op het gebied van elektrische veiligheid. Deze
ringleiding. Met behulp van een pomp wordt deze
inspectie dient te worden uitgevoerd door een
leiding gevoed vanuit een melkmixer. Dit continue
hiertoe bevoegde vakman. Naast visuele
proces wordt gestuurd door een besturingsunit die
beoordeling van de kwaliteit van de bedrading
tevens zorgt voor niveaubewaking en anti-
worden minimaal doorslagspanning en het
bezinkregeling. In elk deck staan drie cups. Één voor
aardcircuit gecontroleerd. Overige metingen
water en twee voor melk. De melkcups maken deel
dienen te worden verricht in overeenstemming
uit van de gesloten ringleiding. Hart van de melkcup
met de van toepassing zijnde regelgeving.
is een gepatenteerde nippel. Deze zorgt voor een
• Controleer de mixer wekelijks op lekkage en laat
niveauregeling en een schone, gedoseerde aanvoer
eventuele lekkages onmiddellijk door een
van melk vanuit de leiding naar de cups. De biggen
vakman herstellen.
zelf bedienen de nippel.
2. Aansprakelijkheid • De producent is niet aansprakelijk voor schade
en of letsel welke het gevolg zijn van het niet of
niet goed opvolgen van de aanwijzingen in de
gebruikershandleiding.
4. Installatie
a. Deck (foto 1) De installatie van de decks begint bij het zoeken van de juiste plaats. Er zijn twee mogelijkheden. De beste optie is een plek in de kraamafdeling. De decks kunnen boven de kraamhokken worden geplaatst zodat ruimte wordt bespaard. Een kraamhok is ook uit oogpunt van technische resultaten de beste keus omdat er altijd gelijke leeftijden bij elkaar liggen en omdat de afdeling na een ronde in zijn geheel kan worden gereinigd.
1
Bij elk deck wordt een verzinkt draagframe meegeleverd. Aan dit draagframe kunnen poten worden gemonteerd. Deze poten kunnen sterk verschillen naar gelang de gewenste plaatsing c.q. hoogte en moeten daarom lokaal worden gemaakt. Elk frame heeft twee langere en twee kortere bevestigingspunten. De langere komen aan de achterzijde. Dit zorgt voor een iets voorover hangend deck zodat mest en spuitwater goed kunnen afvloeien.
2
Wanneer het frame is geplaatst wordt het deck hier in gelegd. Vervolgens worden het rooster, de afdekking en de mestafvoerslang geplaatst. Zorg voor een degelijke pvc buis naar de put waarin de mestafvoerslang uitmondt. Monteer de 2 glijprofielen (foto 2). Deze geleiden het zichtvenster.
b. Melkmixer (foto 3) De melkmixer moet worden neergezet in een droge omgeving. De slangaansluiting aan de voorzijde is de aanzuigleiding van de pomp. Aan de onderzijde zit een snelkoppeling voor de retour van de pomp. Het laatste deel van de retourleiding heeft op 1,5 m. van de mixer een snelkoppeling die losgetrokken kan worden om restmelk en spoelwater af te pompen.
3 3
c. Pomp (foto 4) De pomp moet worden vastgebout op een plek lager dan het melkniveau in de mixer. De perszijde zit aan de bovenkant en de zuigzijde aan de voorkant van de pomp. Bij leidingen langer dan 50 meter heeft een luchtgedreven pomp (foto 5) de voorkeur. Deze is tegen meerprijs leverbaar. Bij installatie van een luchtgedreven pomp is de aanwezigheid van een
4
compressor noodzakelijk.
5 d. Besturing (foto 6) De besturing moet aan een wand worden geschroefd in een droge ruimte. Kabels naar stopcontact, mixer en pomp dienen zo te worden weggehangen dat men er niet aan kan blijven haken of over struikelen. De pompstekker komt onder ‘pump’, de mixerstekker onder ‘mixer’ en de grijze sensorstekker onder ‘level’. 6 e. Melkcups (foto 7) Ontvet de melkcups en lijm met de meegeleverde lijm in elke melkcup een pvc bocht. Steek het uiteinde van de bocht niet verder dan 3,5 cm. in de melkcup. Lijm op dezelfde wijze tussen de melkcups het rechte stuk pvc, zodat het geheel een ‘U’ vormt (foto 8). Deze ‘U’ wordt met behulp van binders vastgezet op het rooster, ongeveer 30 cm van de voorzijde van het deck. De melkcups worden door middel van de gepatenteerde nippel met melk gevoed. De biggen doen dit spelenderwijs. De nippel wordt automatisch afgesloten bij voldoende melkniveau in de cups. f. Watercup Lijm in de watercup op dezelfde wijze als bij de melkcup een pvc bocht. De watercup wordt op 60 cm. van de voorzijde met binders vastgemaakt. Het verdient aanbeveling om in de waterleiding, direct naast de aftakking naar de watercup, een los stuk slang met een kogelafsluiter te laten hangen. Dit vergemakkelijkt het schoonmaken wanneer incidenteel, in een melkcup gemest wordt.
7
g. Ringleiding (foto 8) De ringleiding is een ONONDERBROKEN leiding. Dat wil zeggen vanuit de pomp wordt de melk door ALLE melkcups gepompt om vervolgens weer in de mixer terug te komen. De ringleiding mag nergens worden afgetakt. Daarnaast moeten randen, van bijvoorbeeld koppelingen, en scherpe bochten zoveel mogelijk worden voorkomen. Voor de ringleiding wordt een speciale slang gebruikt
8
met een maat van 24 mm buitenwerks. In de meeste gevallen wordt de leiding langs het plafond geleid, daar zit hij het minst in de weg. De beste methode voor montage is het monteren van een pvc steunbuis waardoor de slang wordt geleid. Dit zorgt voor een zo recht mogelijke leiding zonder uitzakkingen. Bij elk deck loopt de leiding naar beneden om, nadat de melkcups zijn gepasseerd, weer omhoog te lopen. h. Lamp (foto 9) In het dak van elk deck is een uitsparing gemaakt. Hierdoor moet een regelbare lamp worden gehangen van MAXIMAAL 250 watt. Het is noodzakelijk dat de lamp 250 watt kan halen vanwege de warmtebehoefte van de jonge biggen. Hang de lamp niet te laag ter voorkoming van ongewenste luchtstroom door het lampgat. Vermijd aanraking van de lamp met het kunststof. In de loop van de opfokperiode wordt de lampsterkte gehalveerd en ten slotte, wanneer de dieren zelf voldoende warmte produceren, kan de lamp uit.
9
5. Luchtgedreven pompen
In de Rescue decks worden de beste resultaten
Ten aanzien van het beperken van vocht in de lucht
bereikt bij gebruik van luchtgedreven pompen
zijn er 4 stappen van belang;
(foto 5). Luchtgedreven pompen werken zonder
1. Zorg ervoor dat de luchtinlaat van de
roterende delen waardoor de vetbollen in de melk
compressor op een zo droog mogelijke plek zit,
intact blijven en vetuittreding wordt beperkt.
dus niet in een ruimte met dieren.
Daarnaast kunnen luchtgedreven pompen traploos
2. De meeste compressoren hebben een
worden ingesteld, dit zorgt voor steeds de optimale
aftapkraan onder in de tank, tap de tank
druk tijdens voeren en reinigen.
minimaal 1 maal per week af.
3. Als de standaard maatregelen (zie ook punt 4) Bij lange circuits, langer dan 50 m., kunnen de
onvoldoende blijken te zijn moet er een
elektropompen onvoldoende druk opbouwen en
waterlozer worden geplaatst. De (automatische)
moet met lucht worden gewerkt.
waterlozer wordt geplaatst in de (neerwaartse)
leiding na de tank.
Met betrekking tot lange circuits is het goed om op
4. Standaard wordt een filterregulator
te merken dat de drukverschillen tussen het eerste
meegeleverd. Hierin opgevangen water moet
en het laatste deck te groot kunnen worden voor
worden afgevoerd.
een gelijkmatige melkflow. De drukverschillen kunnen worden verminderd door in de leiding na het laatste deck een smoorklep te plaatsen. Bij korte circuits kan een smoorklep nodig zijn als de afstand tussen het laatste deck en de melktank kleiner is dan 10 meter. Eisen aan de luchtdruk installatie 1. Capaciteit
De capaciteit van de compressormotor is niet
van belang omdat luchtbehoefte van de pomp
gering is. Wel van belang is de luchttankgrootte,
deze moet tenminste 200 liter bedragen.
Hierdoor is er voldoende buffer om grote
schommelingen in druk tegen te gaan. Een grote
tank voorkomt ook dat de motor vaak aanslaat
en is daardoor gunstig voor de levensduur van de
motor.
2. Ontwatering
De lucht die in de pomp wordt gebracht moet
vrij zijn van olie en water. Olie kan in perslucht
komen door een compressor van slechte
kwaliteit en door het gebruik van een
olievernevelaar, welke voor sommige
persluchttoepassingen wordt gebruikt.
Schema luchtbehandeling
1 2 7
3
4
5
1. inlaat 2. compressormotor 3. tank 4. waterdrain 5. neerwaartse leiding van tank naar waterlozer 6. waterlozer 7. afsluiter, handmatig 8. regelventiel 9. afsluiter elektrisch 10. pomp
6
8 9
10
6. Biggen en voeren
7. Reinigen
• In het deck komen maximaal 12 biggen.
1. Wekelijks moet de gehele ringleiding worden
• Maak nooit meer melk aan dan nodig is voor 1 dag.
gereinigd met behulp van de volgende stappen:
• Door de besturing op ‘OFF’ te zetten wordt de
a. Op elke melknippel wordt een stop geplaatst
pomp uitgeschakeld (geldt niet voor
(foto 9). De stop voorkomt dat de biggen
luchtgedreven pomp).
spoelwater kunnen drinken.
• Vul de mixer met water, volg de aanwijzingen op
b. De koppeling in de retourleiding, 1,5 m. voor de
de verpakking van de melk. Zet de besturing op
mixer, wordt losgetrokken en eventuele
‘MIX’. Nu start de mixer en blijft de pomp
restmelk uit de mixer wordt weggepompt.
uitgeschakeld (geldt niet voor lucht-gedreven
Besturing op ‘RUN’.
pomp).
c. De mixer wordt nu gevuld met 20 liter water
• Voeg het melkpoeder toe, volg de aanwijzingen
waarmee de melk uit de ringleiding wordt
gepompt. Besturing op ‘RUN’.
• Zet na het mixen de besturing op ‘RUN’ hierdoor
d. Zet de besturing op ‘OFF’. Maak de
wordt de pomp gestart (geldt niet
losgetrokken koppeling weer vast. Nu wordt
voor luchtgedreven pomp).
op de verpakking.
de mixer gevuld met warm water waaraan een
• Elk uur start de besturing de mixer kort op om
melkleidingreinigingsmiddel is toegevoegd
bezinking te beperken.
(melkveehouderij benodigdheden, volg de
• Wanneer de mixer leeg is stopt de besturing de
aanwijzingen op de verpakking).
pomp. Dit is zichtbaar doordat de rode lamp op
e. Zet de besturing op ‘RUN’. Hierdoor wordt het
de besturing gaat branden.
reinigingsmiddel rondgepompt. Schakel na 15
• De melkcups worden door een lichte aanraking
minuten terug op ‘OFF’.
f. Net als de restmelk wordt het
• Zonodig de biggen met de bek bij de melk
reinigingsmiddel nu uit het systeem gepompt,
houden om leerproces te versnellen.
zie punt 6b. Daarna de ringleiding nogmaals
• Verdere instellingen zijn niet nodig.
naspoelen met 20 liter water. Dit spoelwater
afpompen.
g. Na het verwijderen van de stops is de
installatie weer klaar voor gebruik.
van de nippels met melk gevuld.
2. Schoonspuiten decks.
Bij het schoonhouden van decks die na een
ronde leegkomen, is het essentieel om de
ringleiding niet te onderbreken. Het is mogelijk
om te spuiten met het rooster en de cups erin,
men kan ook kiezen om het rooster te
verwijderen voor schoonspuiten. Daartoe
moeten de binders van de melkcups worden
verwijderd en de complete ‘U-bocht’ met cups
wordt nu boven het deck gehangen terwijl de
melk er nog steeds doorheen stroomt. Een derde
optie is snelkoppelingen aan de ‘U’ bocht te
bevestigen, deze te ontkoppelen en de losse
slanguiteinden aan elkaar te koppelen. Zo
onttrekt men de niet in gebruik zijnde melkcups
aan de ringleiding.
8. Onderhoud
10. Troubleshooter
1. Wekelijks moet een visuele controle op lekkage
1. Nippels geven onvoldoende melk.
bij de mixer en de pomp plaats-vinden. Wordt er
a. Nippel met sleutel 21 linksom uit cup
lekkage vastgesteld dan moet deze onmiddellijk
draaien en schoonmaken.
met behulp van een vakman worden verholpen.
b. Na laatste deck leiding naar plafond leiden en
pas daarna retour richting mixer.
2. Jaarlijks moet er een inspectie plaatsvinden op
c. Druk op leidingverhogen door gebruik te
het gebied van elektrische veiligheid. Deze
maken van een luchtgedreven pomp.
inspectie dient te worden uitgevoerd door een
d. Bij een structureel te hoge vervuiling van de
hiertoe bevoegde vakman. Naast een visuele
nippels is het mogelijk om in de ringleiding
beoordeling van de kwaliteit van de bedrading
een filter te plaatsen. Dit heeft als nadeel dat
worden minimaal doorslagspanning en het
het dagelijks moet worden uitgespoeld.
aardcircuit gecontroleerd. Overige metingen
moeten verricht worden in overeenstemming
2. Pomp werkt niet of niet voldoende.
met de nationale regelgeving.
a. Pomp vervangen door standaard
meegeleverde reserve-pomp.
9. Garantie
De garantieperiode bedraagt 1 jaar.
3. Sensor werkt niet.
a. Controleer op vervuiling tussen de sensorstift
en de wand van de mixer.
b. Bij onterecht uitschakelen van de pomp door
de sensor kan tijdelijk zonder sensor worden
gewerkt. Hiertoe schakelt U de sensor
schakelaar op de besturingskast op ‘OFF’.
4. Biggen starten moeilijk op.
a. Zorg voor voldoende warmte. In sommige
gevallen kan het nodig zijn om het voorste
deel van het deck enkele dagen af te dekken.
b. Houd biggen zonodig bij de melk om het leren
te versnellen.
c. Biggen die niet aan de melk gaan onmiddellijk
ruilen met een big bij een zeug.
d. Opdrogen van opgelegde biggen met poeder
(silverdust-mistral).
5. Vetuittreding bij de melk.
a. Te lange mixtijd.
b. Te hoge oplostemperatuur.
Contactgegevens Voor productinformatie: Provimi P.O. Box 5063
3008 AB Rotterdam
T + 31 (0)10 423 95 00 F + 31 (0)10 484 56 24 E
[email protected]
I www.provimi.nl
Voor technische informatie: Wit Ben Wit T + 31 (0)515 33 14 46 E
[email protected]