Reglement voor de Raad van Toezicht Woonstichting St. Joseph Boxtel Augustus 2015
Reglement voor de Raad van Toezicht woonstichting St. Joseph november 2007; aangepaste versie 22 juli 2010, 15 augustus 2011, 26 augustus 2015 Definitief vastgesteld : RvT-vergadering 06 september 2010, 15 augustus 2011,
1
1. Reglement voor de Raad van Toezicht Woonstichting St. Joseph. Artikel 1: Vaststelling en reikwijdte reglement. 1. Dit reglement is vastgesteld en goedgekeurd in de vergadering van de Raad van Toezicht van 26 augustus 2015(Herziening van Reglement voor de Raad van Toezicht t.g.v. herziening van de Woningwet, Woonstichting St. Joseph Boxtel, 15 augustus 2011); 2. Dit reglement geeft, in aanvulling op de statutaire bepalingen, regels met betrekking tot aangelegenheden van de Raad van Toezicht, welke regels door de Raad van Toezicht, dan wel door ieder lid van de Raad van Toezicht, afzonderlijk dient te worden nageleefd. Onverminderd het bepaalde in dit reglement zal ieder lid van de Raad van Toezicht voor zijn functioneren als uitgangspunt hanteren de Governance Code van woningcorporaties; 3. Van het bestaan van dit reglement wordt melding gemaakt in het verslag van de Raad van Toezicht in het verslagjaar. Dit reglement wordt op de website van de corporatie geplaatst. Artikel 2: Samenstelling van de Raad van Toezicht. 1. De Raad van Toezicht bestaat conform artikel II, lid 2 van de Statuten, uit vijf personen. Twee leden van de Raad van Toezicht zijn op bindende voordracht voorgedragen door de Huurdersbelangenvereniging; 2. De benoeming vindt plaats conform het bepaalde in artikel 12, 13 en 14 van de statuten; 3. De Raad van Toezicht is aanspreekbaar op zijn functioneren. De toezichthouders zijn geschikt voor hun taak volgens de vigerende geschiktheidsnorm (Woningwet artikel 30.2). De Raad van Toezicht is zelf verantwoordelijk voor het goed uitoefenen van zijn taken en verantwoordelijkheden en moet zorgen voor voldoende tegenwicht (‘countervailing power’) binnen de Raad van Toezicht als ook tussen Raad van Toezicht en Bestuur. 4. Elk lid van de Raad van Toezicht beschikt over de specifieke deskundigheid die noodzakelijk is voor de invulling van zijn taak, binnen zijn rol in het kader van de profielschets van de Raad van Toezicht. De thans geldende profielen zijn opgenomen in bijlage A. De Profielschetsen, samenstelling en overzicht nevenfuncties worden op de website gezet; 5. De raad van Toezicht kan een verzoek indienen bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam om een individuele toezichthouder of volledige Raad van Toezicht te ontslaan (Woningwet artikel 33). Artikel 3: Benoeming Raad van Toezicht. 1. De Raad van Toezicht stelt – in overleg met bestuurder – een profiel van de Raad van Toezicht en afzonderlijke leden op. Bij elke (her)benoeming wordt herzien of het profiel nog voldoet en zonodig tot aanpassing besloten; 2. De Raad van Toezicht stelt een procedure voor werving, selectie en benoeming van de leden voor de Raad vast. De gevolgde procedure van werving en selectie van leden van de Raad van Toezicht wordt in het jaarverslag verantwoord. De Raad van Toezicht kiest hierin onafhankelijk. De Bestuurder heeft een adviserende rol. De thans geldende procedure, zijnde een openbare werving, is opgenomen in bijlage B en wordt op de website gezet; 3. De Raad van Toezicht en de bestuurder zorgen voor een juiste ondersteuning van en samenwerking met de huurdersbelangenvereniging bij hun voordracht van leden als bedoeld in de Woningwet (artikel 30.9). Voor de op voordracht van de huurdersbelangenvereniging benoemde toezichthouders gelden dezelfde criteria en vereisten als voor de andere leden van de Raad van Toezicht. 4. Wanneer de Raad van Toezicht een bestuurder of toezichthouder wil (her)benoemen, moet deze persoon eerst een geschiktheids- en betrouwbaarheidstoets (fit & propertest) ondergaan. De Reglement voor de Raad van Toezicht woonstichting St. Joseph november 2007; aangepaste versie 22 juli 2010, 15 augustus 2011, 26 augustus 2015 Definitief vastgesteld : RvT-vergadering 06 september 2010, 15 augustus 2011,
2
5. 6.
7.
8.
9.
10.
Autoriteit Woningcorporaties voert deze fit & propertest namens de minister uit. Uit deze test volgt een positieve of negatieve zienswijze. Een positieve zienswijze is een vereiste voor (her)benoeming. Een benoeming zonder positieve zienswijze is onrechtmatig. De Autoriteit Woningcorporaties kan Woonstichting St. Joseph een sanctie (bestuurlijke boete) opleggen indien een bestuurder of toezichthouder zonder zienswijze of zonder positieve zienswijze is benoemd; De Raad van Toezicht maakt een rooster van aftreden dat zodanig is ingericht dat de continuïteit wordt gewaarborgd. Het rooster wordt gepubliceerd in het jaarverslag en op de website. Alle leden volgen na benoeming een introductieprogramma, waarin de relevante aspecten van een functie aan bod komen. In ieder geval wordt aandacht besteed aan algemene, financiële en juridische zaken, de financiële verslaglegging door de corporatie, de specifieke aspecten die eigen zijn aan de betreffende corporatie en haar activiteiten en de verantwoordelijkheden van een toezichthouder; Leden van de Raad van Toezicht blijven hun kennis ontwikkelen door middel van trainingen en cursussen. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan gewenst gedrag. De Permanente Educatiesystematiek is hierop van toepassing. In het jaarverslag worden in het verslagjaar behaalde PEpunten van de Raad van Toezicht vermeld. De Raad van Toezicht beoordeelt jaarlijks op welke onderdelen leden van de Raad van Toezicht gedurende hun benoemingsperiode behoefte hebben aan nadere introductie of opleiding. Het bestuur speelt hierin een faciliterende rol; De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd door de Raad van Toezicht voor een periode van ten hoogste vier jaar en kunnen eenmaal voor een periode van ten hoogste vier jaar worden herbenoemd. In geval van fusie van de corporatie gaat de termijn niet opnieuw in; De Raad van Toezicht benoemt geen personen waarbij sprake is van onverenigbaarheden conform artikel 4.
Artikel 4: Onverenigbaarheden. 1. Leden van de Raad zijn onafhankelijk. Dat wordt getoetst aan de hand van de hierna te noemen afhankelijkheidsregels. 2. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht is onverenigbaar met (Woningwet artikel 30 lid 4-7): a) lidmaatschap van een bestuur van een woningcorporatie; b) een eerder lidmaatschap van het bestuur van Woonstichting St. Joseph of haar directe rechtsvoorganger; c) een eerder lidmaatschap van het bestuur of Raad van Toezicht van een woningcorporatie of haar directe rechtsvoorganger die ten tijde van dat lidmaatschap een aanwijzing heeft gekregen wegens ondeugdelijke bedrijfsvoering, of die onderworpen is geweest aan een van de andere bij wet benoemde toezichtsmaatregelen, zoals onder meer beschreven in artikel 30, lid 6c van de Woningwet;, d) lidmaatschap van een toezichthoudend orgaan (raad van toezicht of raad van commissarissen) waarvan een ander lid van de Raad van Toezicht óók lid is; e) een functie bij een maatschappelijke organisatie, indien een bestuurder van Woonstichting St. Joseph tevens bestuurder is bij deze maatschappelijke organisatie; f) lidmaatschap van een college van burgemeester & wethouders, college van Gedeputeerde Staten of dagelijks bestuur van een waterschap van een gebied waarbinnen de woningcorporatie werkt, of een organisatie die de belangen van gemeenten, provincies of waterschappen behartigt; g) een functie bij de overheid (Rijk, provincie, gemeente, waterschap) indien hierdoor betrokkenheid kan ontstaan bij het beleid van Woonstichting St. Joseph of bij de uitvoering van het volkshuisvestingsbeleid van de overheid. Reglement voor de Raad van Toezicht woonstichting St. Joseph november 2007; aangepaste versie 22 juli 2010, 15 augustus 2011, 26 augustus 2015 Definitief vastgesteld : RvT-vergadering 06 september 2010, 15 augustus 2011,
3
h) Als een kandidaat eerder een bestuurs- of toezichtfunctie had bij een maatschappelijke organisatie, moet hij of zij verklaren dat deze organisatie nooit een aanwijzing of maatregel heeft gekregen door (nalatig) handelen van de betreffende kandidaat. De kandidaat moet tevens verklaren dat hij of zij nooit is veroordeeld voor een financieeleconomisch misdrijf. 3. Verdere afhankelijkheidscriteria zijn dat het betrokken lid van de Raad van Toezicht, dan wel zijn echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad: a) In de 5 jaar voorafgaande aan de benoeming werknemer of lid van het bestuur van de woningcorporatie (inclusief gelieerde rechtspersonen) is geweest; b) Een persoonlijke financiële vergoeding van de woningcorporatie of van een aan haar gelieerde rechtspersoon ontvangt, anders dan de vergoeding die voor de als lid van de Raad van Toezicht verrichte werkzaamheden wordt ontvangen en voor zover zij niet past in de normale uitoefening van bedrijf; c) In de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming een belangrijke zakelijke relatie met de woningcorporatie of een aan haar gelieerde rechtspersoon heeft of in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming heeft gehad. Daaronder wordt in ieder geval begrepen het geval dat de toezichthouder, of een kantoor waarvan hij aandeelhouder, vennoot, medewerker of adviseur is, is opgetreden als adviseur van de woningcorporatie en het geval dat de toezichthouder bestuurder of medewerker is van een bankinstelling waarmee de woningcorporatie een duurzame en significante relatie onderhoudt; d) Binnen 5 jaar geen bestuurder kan worden bij dezelfde corporatie; e) Aandelen houdt, of bestuurder of toezichthouder van een rechtspersoon is die aandelen houdt, in een aan de woningcorporatie gelieerde vennootschap, of vennoot is dan wel bestuurder of toezichthouder is van een vennoot in een contractuele vennootschap waarin ook de woningcorporatie vennoot is; 4. In geval van ontstentenis of belet van het bestuur kan een lid van de Raad van Toezicht bij hoge uitzondering voor maximaal drie maanden de rol van bestuurder op zich nemen. Hieronder is te verstaan de situatie dat vanuit de werkorganisatie of door inzet van een externe geen adequate oplossing voor handen is. In dat geval treedt het lid tijdelijk terug uit de Raad van Toezicht en neemt dus niet deel aan de besluitvorming van de Raad van Toezicht. Na deze periode van maximaal drie maanden kan deze persoon weer toetreden tot de Raad van Toezicht. Hierbij wordt dit lid niet betrokken bij de besluitvorming over zaken die zich in die betreffende drie maanden hebben voorgedaan. Artikel 5: Onafhankelijkheid. 1. Ieder lid van de Raad van Toezicht moet onafhankelijk en kritisch bij kunnen dragen aan het toezicht van de Raad van Toezicht. De Raad van toezicht stelt van ieder lid vast of hij/zij onafhankelijk toezicht kan houden en meldt dat in het jaarlijks verslag van de Raad van Toezicht. Daarbij neemt de Raad de bepalingen als genoemd in de Woningwet (artikel 30.6) in acht; 2. Leden van de Raad van Toezicht melden een (mogelijk) tegenstrijdig belang direct aan de voorzitter van de Raad van Toezicht en aan de overige leden van de raad. Daarbij geeft het lid van de Raad van Toezicht inzicht in alle relevante informatie; 3. De Raad van Toezicht handelt als volgt in geval van (mogelijk) tegenstrijdige belangen bij de bestuurder, leden van de Raad van Toezicht en de externe accountant: a. Nadat de voorzitter van de Raad in kennis is gesteld, consulteert deze de overige leden – elk afzonderlijk – en stelt vervolgens vast of het gaat om een incidentele onverenigbaarheid. Indien het voorafgaande de voorzitter betreft, treedt de vicevoorzitter in zijn plaats; Reglement voor de Raad van Toezicht woonstichting St. Joseph november 2007; aangepaste versie 22 juli 2010, 15 augustus 2011, 26 augustus 2015 Definitief vastgesteld : RvT-vergadering 06 september 2010, 15 augustus 2011,
4
b. Als sprake is van een incidentele onverenigbaarheid, waarvoor een tijdelijke oplossing gevonden kan worden, werkt het desbetreffende lid aan die oplossing mee. Betreft het een meer dan een incidentele onverenigbaarheid, dan dient het desbetreffende lid van de Raad af te treden; c. Een lid van de Raad van Toezicht neemt niet deel aan de discussie en de besluitvorming over een onderwerp of transactie waarbij dit lid van de Raad van Toezicht een tegenstrijdig belang heeft; d. Besluiten tot het aangaan van transacties waarbij tegenstrijdige belangen van leden van de Raad spelen die van materiële betekenis zijn voor de corporatie en/of de betreffende leden van de Raad, behoeven altijd de goedkeuring van de Raad. Dergelijke transacties worden gepubliceerd in het jaarverslag van de corporatie met vermelding van het tegenstrijdig belang en de verklaring dat de bepalingen van dit artikel zijn nageleefd; e. Met het oog op het in dit artikel gestelde, geeft ieder lid van de Raad bij zijn aantreden op voorhand aan dat, als het gaat om de eigen positie in de Raad, hij zich zal neerleggen bij het oordeel van de Raad en daar naar zal handelen. f. Indien de bestuurder een tegenstrijdig belang meldt, doet de Raad van Toezicht waar nodig navraag en bepaalt vervolgens – zonder aanwezigheid van het betrokken bestuurder – of sprake is van een tegenstrijdig belang en besluit – indien dat het geval is – hoe dit tegenstrijdig belang wordt beëindigd. Artikel 6: Rol van de voorzitter van de Raad van Toezicht. 1. De Raad stelt een schriftelijk profiel van de voorzitter op, waarin de voor het voorzitterschap specifieke deskundigheden en vaardigheden zijn opgenomen; 2. De voorzitter is in beginsel permanent aanspreekbaar voor de overige leden van de Raad en bestuurder. De voorzitter onderhoudt nauw en frequent contact met bestuurder en houdt de Raad regelmatig en nauwkeurig van de contacten op de hoogte; 3. De voorzitter van de Raad van Toezicht ziet er op toe dat: a) De vergaderingen efficiënt, effectief en in open sfeer plaatsvinden, waarin alle leden gelijkwaardig kunnen participeren en tijdig de informatie ontvangen die nodig is voor de goede uitoefening van hun taak; b) De Raad van Toezicht als team goed kan functioneren; alle leden van de Raad van Toezicht zijn hiervoor verantwoordelijk maar de voorzitter draagt hiervoor een specifieke verantwoordelijkheid; c) Voldoende tijd bestaat voor de beraadslaging en besluitvorming door de Raad van Toezicht; d) De commissies van de Raad naar behoren functioneren; e) De bestuurder en de leden van de Raad tenminste één keer per jaar worden beoordeeld op hun functioneren, dat dit schriftelijk wordt vastgelegd en op een professionele wijze wordt uitgevoerd; f) De contacten van de Raad met het bestuur, de ondernemingsraad en de HuurdersBelangenVereniging (HBV) en andere belangenhouders naar behoren verlopen; g) De toezichthouders hun introductie-, opleidings- of trainingsprogramma volgen. 4. De voorzitter treedt namens de Raad naar buiten op; 5. De voorzitter van de Raad van Toezicht is geen voormalig bestuurder van de woningcorporatie; 6. Het functioneren van de voorzitter wordt jaarlijks door de voltallige raad beoordeeld; de bestuurder wordt hierin gehoord.
Reglement voor de Raad van Toezicht woonstichting St. Joseph november 2007; aangepaste versie 22 juli 2010, 15 augustus 2011, 26 augustus 2015 Definitief vastgesteld : RvT-vergadering 06 september 2010, 15 augustus 2011,
5
Artikel 7: Secretariaat. 1. De Raad voorziet in een secretariaat met archief, waarin onder andere notulen en andere vergaderstukken, evenals alle correspondentie en overige documentatie de Raad betreffende worden bewaard; 2. Secretariaat en archief worden gehouden ten kantore van de woningcorporatie. De voorzitter/secretaris ziet er op toe dat het archief te allen tijde volledig en toegankelijk is voor de leden van de Raad. Artikel 8: Gedragscode integriteit. 1. De Raad van Toezicht is zich bewust van hun voorbeeldfunctie. Hun gedrag is van invloed op het functioneren en de reputatie van Woonstichting St. Joseph en de sector; 2. Een kritische en open geest is van belang om het werk als Raad van Toezicht te kunnen doen; 3. Durf, onafhankelijk denken, samenwerkingsbereidheid en oog en respect voor elkaars rollen zijn nodig voor een gezonde cultuur waarin groepsdenken wordt vermeden; 4. Leden van de Raad van Toezicht dragen actief bij aan voorwaarden die goede besluitvorming mogelijk maken. Daarbij gaat het onder meer om onderling respect, goed luisteren, een open oog voor andere invalshoeken met als doel te komen tot gezamenlijke opvattingen; 5. De woningcorporatie verstrekt leden van de Raad van Toezicht onder geen beding persoonlijke leningen, financiële garanties of andere financiële voordelen die niet vallen onder het beloningsbeleid; 6. Leden van de Raad van Toezicht mogen voorts onder geen voorwaarde activiteiten ontplooien die in concurrentie treden met de woningcorporatie, schenkingen aannemen van de corporatie en haar relaties, of derden op kosten van de woningcorporatie voordelen verschaffen; 7. Leden van de Raad van Toezicht verrichten buiten hetgeen volgt uit hun functie als toezichthouder geen werkzaamheden voor de corporatie; 8. De leden van de Raad van Toezicht doen privé geen zaken met een bedrijf waar Woonstichting St. Joseph een zakelijke relatie mee onderhoudt. Artikel 9: Taken en bevoegdheden Raad van Toezicht. 1. De Raad van Toezicht heeft samen met de bestuurder een visie op besturen en toezicht houden, waarbij wordt ingegaan op de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de doelstellingen, de strategie, het beleid, de financiering en de onderlinge wisselwerking in rollen. De Raad van Toezicht beschrijft hierin zijn rollen (werkgever, toezichthouder en klankbord) en taakuitoefening als intern toezichthouder. 2. Woonstichting St. Joseph laat haar maatschappelijke prestaties minimaal eens per vier jaar onderzoeken door een SVWN geaccrediteerd visitatiebureau. De Raad van Toezicht schrijft samen met de bestuurder een reactie op het visitatierapport. Deze reactie wordt op de website van Woonstichting St. Joseph geplaatst. 3. De Raad van Toezicht heeft de volgende taken en bevoegdheden: a. het benoemen, schorsen en ontslaan van de bestuurder. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor de werving en selectie van bestuursleden en neemt daarbij de vigerende regelgeving in acht, o.a. de toets door de minister (Woningwet artikel 25). Bij benoeming worden de wettelijke termijnen in acht genomen. (bestuurder wordt voor ten hoogste vier jaar benoemd en kan telkens herbenoemd worden voor ten hoogste vier jaar.) b. De Raad van Toezicht geeft goedkeuring aan besluiten van het bestuur omtrent (Woningwet artikel 26): Reglement voor de Raad van Toezicht woonstichting St. Joseph november 2007; aangepaste versie 22 juli 2010, 15 augustus 2011, 26 augustus 2015 Definitief vastgesteld : RvT-vergadering 06 september 2010, 15 augustus 2011,
6
c. d. e. f. g.
h.
i.
overdracht of overgang van de door de woningcorporatie in stand gehouden onderneming dan wel een overwegend deel van die onderneming aan een derde; het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de woningcorporatie met een andere rechtspersoon of vennootschap dan wel als volledig aansprakelijke vennote in een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de woningcorporatie; het doen van een investering ten behoeve van de volkshuisvesting, indien daarmee ten minste € 3.000 000 gemoeid is; wijziging van de statuten; ontbinding van de woningcorporatie; aangifte van faillissement en aanvraag van surseance van betaling van de woningcorporatie; gelijktijdige beëindiging of beëindiging binnen een kort tijdsbestek van de arbeidsovereenkomst van een aanmerkelijk aantal werknemers van de woningcorporatie; ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers van de woningcorporatie of van personen die als zelfstandigen of in een rechtspersoon of vennootschap daarin werkzaam zijn; het vervreemden van onroerende zaken en hun onroerende en infrastructurele aanhorigheden van de woningcorporatie, het daarop vestigen van een recht van erfpacht, opstal of vruchtgebruik, en het overdragen van de economische eigendom daarvan, telkens indien daarmee ten minste een bij algemene maatregel van bestuur bepaald bedrag gemoeid is, welk bedrag verschillend kan worden bepaald ten aanzien van verschillende categorieën beoogde verkrijgers van die zaken en aanhorigheden; het vaststellen van het overzicht, van voorgenomen werkzaamheden, waaruit de gemeenten waar de woningcorporatie feitelijk werkzaam is kunnen afleiden welke werkzaamheden op hun grondgebied zijn voorzien, en welke bijdrage daarmee is beoogd aan de uitvoering van het volkshuisvestingsbeleid dat in die gemeenten geldt. Het overzicht heeft betrekking op de eerstvolgende vijf kalenderjaren en heeft mede betrekking op de met de woningcorporatie verbonden ondernemingen. andere, in de statuten bepaalde, voornemens dan die, bedoeld in onderdelen van artikel 9 lid c. Het ontbreken van de goedkeuring van de raad van toezicht van een besluit als bedoeld in het eerste lid tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van bestuur of bestuurders niet aan. de bestuurder gevraagd en ongevraagd van advies te dienen; De Raad van Toezicht houdt in het licht van de maatschappelijke doelen van de corporatie specifiek toezicht op alle inspanningen om risico’s inzichtelijk te maken en te beheersen Het goedkeuren van het strategisch ondernemingsplan; Goedkeuren treasurystatuut, investeringsstatuut en beleggingsstatuut; de opdrachtformulering en -verlening aan een registeraccountant voor het onderzoek en beoordeling van de jaarstukken, met dien verstande dat als de Raad van Toezicht daartoe niet overgaat, dit geschiedt door de bestuurder; de hiervoor bedoelde opdracht aan de registeraccountant kan worden ingetrokken door het orgaan dat deze heeft verleend, terwijl de door de bestuurder ter zake gegeven opdracht tevens kan worden ingetrokken door de Raad van Toezicht; De Raad van Toezicht besteed aandacht aan soft controls: gedragsbeïnvloeding, ondersteund door voorbeeldgedrag, dat appelleert aan het persoonlijk handelen van alle betrokkenen, en waarvan een invloed uitgaat op waarden en normen (zoals integriteit,
Reglement voor de Raad van Toezicht woonstichting St. Joseph november 2007; aangepaste versie 22 juli 2010, 15 augustus 2011, 26 augustus 2015 Definitief vastgesteld : RvT-vergadering 06 september 2010, 15 augustus 2011,
7
4.
5.
6.
7.
8.
loyaliteit, motivatie). Hoewel minder meetbaar kan daarmee een belangrijke bijdrage worden geleverd aan het beheersen van de risico’s. De Raad van Toezicht is bevoegd de uitvoering van directiebesluiten te schorsen. Alvorens hiertoe over te gaan zal de Raad van Toezicht de bestuurder in de gelegenheid stellen zich, ten opzichte van het genomen besluit, nader te verklaren; De Raad van Toezicht hanteert een toetsingskader op de onderwerpen waarop toezicht wordt gehouden. Dit toetsingskader wordt in samenspraak met de bestuurder opgesteld en vastgesteld door de Raad van Toezicht; De Raad van Toezicht stelt het beloningsbeleid van het bestuur vast conform de vigerende wettelijke kaders. Dit beleid, inclusief de beloning, wordt zowel in het jaarverslag als op de website gepubliceerd. St. Joseph verstrekt het bestuurslid onder geen beding persoonlijke leningen, financiële garanties of andere financiële voordelen die niet vallen onder het beloningsbeleid; De Raad van Toezicht informeert vroegtijdig de minister in casu de Autoriteit Woningcorporaties over de volgende ontwikkelingen: (artikel 27 BTIV) a. Schade of mogelijke schade aan het belang van de volkshuisvesting door handelen van de corporatie b. Indien sprake is van een onoverbrugbaar verschil tussen het bestuur en de Raad van Toezicht c. Twijfel over de rechtmatigheid van handelen of de integriteit bij beleid en beheer d. Indien sprake is van liquiditeits- of solvabiliteitsproblemen. Besluiten van de bestuurder waarvoor op grond van artikel 10 van de statuten goedkeuring door de Raad van Toezicht is vereist, kunnen pas worden uitgevoerd nadat de Raad van Toezicht deze goedkeuring heeft verstrekt. De Raad van Toezicht stelt de bestuurder uiterlijk twee weken na ontvangst van het verzoek tot goedkeuring van een besluit, bij voorkeur schriftelijk, op de hoogte van haar standpunt. Indien de omstandigheden hiertoe noodzaken kan de bestuurder een kortere termijn afspreken met de voorzitter van de Raad van Toezicht. Goedkeuring wordt ook verstrekt door besluiten in de notulen van de Raad van Toezicht op te nemen.
Artikel 10: Taak en werkwijze. 1. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken bij Woonstichting St. Joseph en de met haar verbonden ondernemingen en staat het bestuur met raad ter zijde; 2. De Raad van Toezicht richt zich bij de vervulling van haar taak naar het belang van Woonstichting St. Joseph, naar het te behartigen maatschappelijke belang en naar het belang van de betrokken belanghebbenden; 3. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor de kwaliteit van haar eigen functioneren en is aanspreekbaar op haar functioneren; 4. Jaarlijks stelt de voorzitter van de Raad van Toezicht, in overleg met de directie, een vergaderschema op waarin staat vermeld welke reguliere onderwerpen in welke vergadering besproken worden. De Raad van Toezicht vergadert tenminste ieder kwartaal en verder zo vaak als de voorzitter of één of meer der leden van de Raad van Toezicht dat wensen. De bestuurder is in principe aanwezig bij de vergaderingen van de Raad van Toezicht, tenzij de Raad van Toezicht van mening is dat dit voor een bepaald onderwerp niet gewenst is. De bestuurder kan zich hierbij laten vergezellen door één of meerdere van zijn medewerkers, tenzij de Raad van Toezicht meent dat dit niet gewenst is; 5. Van het houden van de vergaderingen van de Raad van Toezicht wordt melding gemaakt in het gedeelte van het jaarverslag van de stichting, waar het verslag van de Raad van Toezicht wordt opgenomen; Reglement voor de Raad van Toezicht woonstichting St. Joseph november 2007; aangepaste versie 22 juli 2010, 15 augustus 2011, 26 augustus 2015 Definitief vastgesteld : RvT-vergadering 06 september 2010, 15 augustus 2011,
8
6. Ieder lid van de Raad van Toezicht wordt geacht de vergaderingen van de Raad van Toezicht bij te wonen. Bij frequente afwezigheid zal het desbetreffende lid hierop door de voorzitter schriftelijk worden aangesproken. De Raad van Toezicht kan, indien één van zijn leden, nadat hij of zij door de voorzitter is aangesproken op zijn dan wel haar frequente afwezigheid, in gebreke blijft de vergadering bij te wonen, overgaan tot schorsing, dan wel ontslag van het desbetreffende lid conform het bepaalde in de statuten; 7. De Raad van Toezicht benoemt de externe accountant en stelt de beloning van de externe accountant vast. De raad laat zich daartoe door het bestuur adviseren. Het selectieproces van de account wordt toegelicht in het jaarverslag alsmede de redenen die aan de wisseling ten grondslag liggen. De accountant kan voor een periode van maximaal acht jaar aangesteld worden. In geval van een fusie gaat de termijn niet opnieuw in; 8. Het bestuur en de Raad van Toezicht maken tenminste eenmaal in de 4 jaar een grondige beoordeling van het functioneren van de externe accountant. De beoordeling wordt besproken in de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht meldt de belangrijkste conclusies in het jaarlijks verslag van de Raad van Toezicht, dat onderdeel uitmaakt van het jaarverslag. 9. Naast de bovengenoemde vergaderingen, bespreekt de Raad van Toezicht ten minste één maal per jaar het eigen functioneren (in termen van effectiviteit) en dat van individuele leden van de Raad van Toezicht. Eens per twee jaar doet de Raad van Toezicht dat onder onafhankelijke, externe begeleiding. Waar nodig worden afspraken gemaakt. Onderwerp van de evaluatie zijn: a. het functioneren van (leden van) de Raad van Toezicht; b. de onderlinge samenwerking in de Raad van Toezicht; c. de relatie tot de bestuurder. In het gedeelte van het jaarverslag, waar het verslag van de Raad van Toezicht staat opgenomen, wordt gemeld dat deze bespreking is gehouden.Ten behoeve van de evaluatie van het functioneren van de Raad van Toezicht inventariseert de voorzitter van tevoren bij de leden van de Raad van Toezicht en de bestuurder de punten die tijdens deze evaluatie aan de orde dienen te komen, waaronder de opleidingsbehoefte van de bestuurder. 10. De RvT beoordeelt jaarlijks het functioneren van de bestuurder en rapporteert over het proces in het jaarverslag
Artikel 11: Informatie. 1. De Raad en de leden van de Raad afzonderlijk hebben een eigen verantwoordelijkheid (zogenaamde ‘informatiehaalplicht’)om ervoor te zorgen dat zij beschikken over relevante informatie van bestuur, externe accountant en/of derden (zoals het management, adviseurs, de interne auditor of controller en de externe toezichthouder) ; 2. De Raad bevordert dat zij tijdig schriftelijk informatie van bestuurder ontvangt over feiten en ontwikkelingen met betrekking tot de corporatie, welke de Raad nodig heeft om adequaat te kunnen functioneren en haar taken naar behoren te kunnen uitoefenen. Daartoe maakt de Raad afspraken met de bestuurder over de informatievoorziening, onder andere qua omvang, presentatie en frequentie; 3. Indien de Raad van Toezicht dit nodig acht kan hij informatie inwinnen van functionarissen en externe adviseurs van de woningcorporatie. De bestuurder wordt daarvan vooraf op de hoogte gesteld en kan daar desgewenst bij helpen. De woningcorporatie stelt hiertoe de nodige middelen ter beschikking; 4. De Raad kan verlangen dat bepaalde functionarissen en externe adviseurs bij haar vergaderingen aanwezig zijn; 5. Ontvangt een lid van de Raad uit andere bron dan directie of Raad informatie of signalen welke in het kader van het toezicht van belang zijn, dan brengt hij deze zo spoedig mogelijk ter kennis van de voorzitter, die vervolgens de andere leden van de raad op de hoogte stelt; Reglement voor de Raad van Toezicht woonstichting St. Joseph november 2007; aangepaste versie 22 juli 2010, 15 augustus 2011, 26 augustus 2015 Definitief vastgesteld : RvT-vergadering 06 september 2010, 15 augustus 2011,
9
6. Ieder lid van de Raad zal alle informatie en documentatie, welke hij in het kader van zijn toezichthouderschap verkrijgt en redelijkerwijze als vertrouwelijk zijn aan te merken, als zodanig behandelen en niet openbaar maken buiten Raad en bestuur. Ook niet na zijn/haar aftreden. Artikel 12: Verslaglegging. 1. Bestuur en Raad van Toezicht verantwoorden zich in het jaarverslag over de wijze waarop de principes van de Governancecode in het afgelopen boekjaar zijn toegepast. Iedere belanghebbende kan de corporatie daarop aanspreken en bij niet juist of onjuist toepassen van de code een klacht indienen bij de Commissie Aedescode. 2. In het verslag legt de Raad van Toezicht vast welke bepalingen van de Governance niet werden toegepast en met welke motivering hiervan is afgeweken. (het gaat hier om alle bepalingen uit de Governancecode, niet alleen de bepalingen die de RvT aangaan) 3. In de externe verantwoording worden daarnaast de volgende zaken opgenomen: Profielschets leden Raad van Toezicht, conform Governance code; Honorering leden Raad van Toezicht; Kort curriculum vitea leden Raad van Toezicht. Artikel 13: Relatie tot de OR. 1. Een afvaardiging van de Raad heeft tenminste 2 maal per jaar overleg met de OR; 2. Indien een lid van de Raad wordt uitgenodigd voor een (interne) vergadering van de OR, zal hij deze uitnodiging niet accepteren dan na voorafgaand overleg met de voorzitter die de contacten met de OR coördineert en in eerste instantie onderhoudt; 3. Het bestuur bevordert dat de Raad kennis kan nemen van de notulen van de vergaderingen van de OR; 4. Besluiten van bestuur, waarvoor op grond van artikel 10 ,lid 2 van de Statuten goedkeuring van de Raad is vereist en ter zake waarvan de OR adviesrecht heeft, dienen eerst door de Raad te worden goedgekeurd, onder voorbehoud van een positief advies van de OR. Artikel 14: Informele contacten. 1. Ieder lid van de Raad die op informele of andere indirecte wijze in vertrouwen wordt genomen ten aanzien van kwesties de woningcorporatie betreffende, zal in deze contacten zorgvuldig handelen en steeds vooropstellen dat de Raad van Toezicht, althans de voorzitter, in dit vertrouwen kan worden betrokken. Artikel 15: Commissies. 1. De Raad van Toezicht kan subcommissies instellen ter ondersteuning van het toezicht. Daarbij geldt dat: de Raad van Toezicht voor iedere commissie een reglement opstelt waarin rol en verantwoordelijkheden worden omschreven, evenals de samenstelling en werkwijze van de commissies; in het jaarverslag de samenstelling, het aantal vergaderingen en de belangrijkste onderwerpen die op de agenda stonden worden vermeld; de Raad van Toezicht van iedere commissie een verslag van de overleggen ontvangt; de auditcommissie en de remuneratiecommissie niet worden voorgezeten door de voorzitter van de Raad van Toezicht; 2. De commissies rapporteren hun bevindingen en doen voorstellen aan de voltallige Raad van Toezicht; Reglement voor de Raad van Toezicht woonstichting St. Joseph november 2007; aangepaste versie 22 juli 2010, 15 augustus 2011, 26 augustus 2015 Definitief vastgesteld : RvT-vergadering 06 september 2010, 15 augustus 2011,
10
3. De commissies hebben een adviserende rol; de voltallige Raad beslist; Artikel 16: Maatschappelijke verantwoording en beleidsbeïnvloeding door belanghebbenden. 1. De Raad van Toezicht oriënteert zich regelmatig over wat er onder de gemeenten, (vertegenwoordigers van) huurders en andere stakeholders leeft en legt aan die belanghebbenden periodiek verantwoording af over de wijze waarop de raad toezicht heeft gehouden 2. De Raad van Toezicht neemt deel aan het jaarlijks overleg met de belanghouders; 3. Visitatie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van bestuur en Raad van Toezicht; 4. Een delegatie van de Raad van Toezicht heeft ten minste éénmaal per jaar overleg met de Huurdersbelangenvereniging. Artikel 17: Bezoldiging Raad van Toezicht. 1. De Raad van Toezicht stelt de bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht vast. Deze dient overeenkomstig te zijn met de honoreringscode van de VTW. De toelichting op de jaarrekening bevat in ieder geval informatie over de hoogte en de structuur van de bezoldiging van de individuele leden van de Raad van Toezicht. De honorering van de leden van de Raad van Toezicht wordt op de website gepubliceerd; 2. Het stelsel van bezoldiging wordt eenmaal per twee jaar in de evaluatie van de Raad van Toezicht besproken en waar nodig aangepast; 3. De honorering wordt aan het eind van het 2e en 4e kwartaal in twee gelijke delen door de corporatie voldaan; 4. De honorering wordt periodiek geïndexeerd aan de hand van de loonontwikkeling en prijscompensatie zoals deze in de CAO voor personeel in dienst bij woningcorporaties worden overeengekomen; 5. Voor zover de leden van de Raad gebonden zijn BTW ter zake van hun honorering in rekening te brengen, zal deze BTW eveneens door de woningcorporatie worden voldaan; 6. Telkens wanneer wijziging van de regeling aan de orde is, past de Raad van Toezicht de regeling, met redenen omkleed aan; 7. Alle kosten welke redelijkerwijs verband houden met het bijwonen van vergadering worden door de corporatie voldaan. Artikel 18: Relatie tot de accountant. 1. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 25 van de statuten van de woonstichting wijst de Raad van Toezicht jaarlijks een accountant, als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, aan en verleent hem opdracht de jaarstukken (jaarrekening, jaarverslag, volkshuisvestingsverslag en overzicht met cijfermatige kerngegevens en prognoses) te onderzoeken en daarover een verklaring, dan wel een mededeling af te leggen; 2. De Raad van Toezicht ziet toe op de controlewerkzaamheden van de accountant. Daarbij wordt het vigerende accountantsprotocol voor woningcorporaties gehanteerd. 3. De externe accountant wordt betrokken bij het opstellen van het werkplan van de controle. De externe accountant rapporteert aan de Raad van Toezicht en het bestuur over zijn bevindingen. 4. Aan de vergadering(en) van de Raad van Toezicht, waarin de concept jaarstukken (jaarrekening, jaarverslag, volkshuisvestingsverslag en overzicht met cijfermatige kerngegevens en prognoses), alsmede het accountantsverslag en de managementletter worden behandeld, neemt als regel ook de accountant deel; 5. Bij de beoordeling van de jaarstukken (jaarrekening, jaarverslag, volkshuisvestingsverslag en overzicht met cijfermatige kerngegevens en prognoses), zal de Raad van Toezicht zich in elk geval Reglement voor de Raad van Toezicht woonstichting St. Joseph november 2007; aangepaste versie 22 juli 2010, 15 augustus 2011, 26 augustus 2015 Definitief vastgesteld : RvT-vergadering 06 september 2010, 15 augustus 2011,
11
rekenschap geven van de keuzes en de toepassing der grondslagen voor vermogens- en resultaatbepaling; 6. Voorts dient de Raad zich inzicht te verschaffen in en een kwalitatief oordeel te geven over de diverse noodzakelijk geachte balansvoorzieningen, ook al bestaat daarvoor een bestendige gedragslijn; 7. De Raad spreekt zich uit over de wenselijkheid van uitvoering van de eventueel door de accountant in de managementletter gedane aanbevelingen; 8. De Raad ziet erop toe dat de eventueel door de accountant in de managementletter gedane aanbevelingen, welke door de Raad wenselijk worden geacht, daadwerkelijk door het bestuur worden nageleefd Artikel 19: Klokkenluidersregeling. Woonstichting St. Joseph beschikt over een Klokkenluidersregeling. De Klokkenluidersregeling geeft weer de procedure voor leden van de Raad van Toezicht, het bestuur en alle werknemers van Woonstichting St. Joseph om eventuele vermoedens van misstanden bij Woonstichting St. Joseph op adequate en veilige wijze te kunnen melden.
Reglement voor de Raad van Toezicht woonstichting St. Joseph november 2007; aangepaste versie 22 juli 2010, 15 augustus 2011, 26 augustus 2015 Definitief vastgesteld : RvT-vergadering 06 september 2010, 15 augustus 2011,
12
Profielschets Raad van Toezicht Woonstichting St. Joseph. Uitgangpunten Leden van de Raad van Toezicht zijn generalisten, die gezamenlijk een multidisciplinair team vormen. Om tot integrale besluitvorming te komen is het van belang dat individuele leden van de Raad specifieke expertise bezitten, maar tegelijkertijd in staat zijn om op een integrale wijze het aandachtsgebied te overzien. Leden van de Raad zijn besluitvaardig en resultaatgericht. Zij beschikken over het vermogen te reflecteren, te duiden en te benoemen om daarmee de bestuurder op een adequate wijze van goede feedback te voorzien. Binnen de geschiktheidstoets (fit & propertest) wordt gekeken naar de competenties die een lid van de Raad van Toezicht heeft. Leden van de Raad van Toezicht moeten de volgende competenties hebben: - Authenticiteit: consistent en open - Bestuurlijk inzicht: realiteitszin, gezonde verstand en bewustzijn van complexiteit woningcorporaties - Helikopterview - Integriteit en moreel besef: moreel, ethisch en aanspreekbaar - Maatschappelijke verantwoordelijkheid: besef van specifieke (maatschappelijke) rol woningcorporaties - Onafhankelijke oordeelsvorming: lastige vragen durven stellen - Teamspeler (met persoonlijke inzet en inbreng) - Visie: realistisch, toekomstgericht en risicobewust - Voorzittersvaardigheid: indien van toepassing - zelfreflectie De Raad van Toezicht bestaat uit mensen, afkomstig uit het bedrijfsleven en de publieke sector. Niet ieder lid behoeft een specifieke volkshuisvestelijke achtergrond. Het spreekt voor zich dat leden zich verbonden voelen met de samenleving in het algemeen en de volkshuisvesting. De Raad bestaat uit vijf leden. Bij de benoeming wordt specifiek aandacht besteed aan: De verhouding man/vrouw De binding met de regio Maatschappelijke en culturele achtergrond De leeftijdsopbouw binnen de RvT De evenwichtige samenstelling van het team qua karakter, zelfkennis en communicatieve vaardigheden De evenwichtige samenstelling tussen personen met affiniteit tot het bedrijfsleven en personen met affiniteit tot de publieke sector Vermogen om de sociale doelstelling van de organisatie te bewaken Op afstand een oordeel kunnen vormen over kwaliteit van het bestuur en haar besluiten Uitwerking profielschets De Raad is een team, waarbij de afzonderlijke kwaliteiten en deskundigheden van de leden elkaar aanvullen. Ieder lid moet daarom zowel een aantal generieke kwaliteiten bezitten als over één of meer specifieke – inhoudelijke- deskundigheid beschikken. Reglement voor de Raad van Toezicht woonstichting St. Joseph november 2007; aangepaste versie 22 juli 2010, 15 augustus 2011, 26 augustus 2015 Definitief vastgesteld : RvT-vergadering 06 september 2010, 15 augustus 2011,
13
De leden van de Raad beschikken naast de competenties voor de geschiktheidstoets over de volgende kwaliteiten: Inzicht in strategische afwegingsprocessen, Gevoel voor politieke en bestuurlijke ontwikkelingen, Inzicht in de omgeving van de corporatie en in haar belanghebbenden, Bereid steeds vorm te geven aan de taakafbakening tussen Raad en het Bestuur, Analytische en abstraherend vermogen, Voldoende tijd om zijn/haar rol als toezichthouder goed in te vullen, Beschikken over een relevant netwerk, Besluitvaardig. Leden van de raad onderschrijven de Aedescode en de Governance Code Woningcorporaties. De volgende kennis - en ervaringsgebieden moeten in de Raad vertegenwoordigd zijn: Financiën en economische ontwikkelingen, Volkshuisvesting, leefbaarheid, ruimtelijke ordening en ontwikkeling, Juridische deskundigheid, Marketing en communicatie, Deskundigheid op het gebied van management, beleid en organisatie en Human Resources. Binnen de Raad worden op voordracht van de huurderbelangenvereniging kwaliteitszetels toegekend. Aan de leden, die op deze zetels worden benoemd worden dezelfde kwaliteitseisen gesteld als in boven genoemd profiel. Deze leden voeren hun taak uit zonder last of ruggespraak en onafhankelijk van de belangen van de huurderbelangenvereniging.
Profielen van de leden van de Raad van Toezicht. De voorzitter van de raad heeft al enige een eigen, op de functie toegeschreven profiel. De voorzitter kan daarnaast aan meerdere, andere kwaliteits - of deskundigheidsprofielen voldoen. Profiel van de voorzitter van de Raad van Toezicht: -
Kennis van bestuurlijke besluitvormingsprocessen, Ruime bestuurlijke ervaring, Oog voor managementtaken van het Bestuur, Besluitvaardig bij belangentegenstellingen, Heeft gevoel voor verhoudingen en procedures, letter en geest, Motiveert, communiceert en doet recht aan ieders persoon en inbreng, Streeft naar evenwicht en consensus, Bindt de Raad.
Profiel financiën en economische ontwikkelingen: -
Kennis en inzicht in vraagstukken over de financiële continuïteit van een onderneming/ instelling, Belangstelling voor financieel economische vraagstukken en managementtechnieken, Het kunnen beoordelen van risico’s en vermogensposities,
Reglement voor de Raad van Toezicht woonstichting St. Joseph november 2007; aangepaste versie 22 juli 2010, 15 augustus 2011, 26 augustus 2015 Definitief vastgesteld : RvT-vergadering 06 september 2010, 15 augustus 2011,
14
-
Inzicht in treasury vraagstukken en instrumenten, Investeringsbeslissingen kunnen beoordelen op financiële risico’s.
Profiel volkshuisvestelijk, leefbaarheid, ruimtelijke ordening en ontwikkeling: -
-
Kennis van de volkshuisvesting en visie op de (toekomstige) rol van corporaties binnen de (consumentgerichte) volkshuisvesting in relatie tot maatschappelijke ontwikkelingen en die van belanghebbenden, Kennis en inzicht in bedrijfsprocessen op het gebied van ruimtelijke ordening en ontwikkeling, duurzaamheid, herstructurering en projectontwikkeling, Visie op het gebied van leefbaarheid, lokale verankering en samenwerking met andere ( markt) partijen als welzijn en zorg, Kennis en inzicht in sociale processen, Verankering in de maatschappij, het kunnen signaleren van ontwikkelingen onder de bevolking.
Profiel juridische deskundigheid: -
Kennis en inzicht in juridische vraagstukken, waaronder de toepassing van wet – en regelgeving , contractvorming en procesrecht, Ervaring met politieke – bestuurlijke besluitvormingsprocessen en onderhandelingen, Gevoel voor bestuurlijke en maatschappelijke verhoudingen tussen partijen.
Profiel marketing en communicatie: -
Kennis en inzicht in marktontwikkelingen en marketingstrategieën, Ervaring met innovatiestrategieën, Inzicht in het omgaan met strategische allianties vanuit verschillende maatschappelijke sectoren, Deskundigheid op het gebied van positionering op basis van strategische communicatie, Visie op hoe producten en diensten kunnen worden geïntroduceerd.
Profiel management, beleid en organisatie en Human Resources: -
Inzicht in HR-aspecten, professionaliseringsvraagstukken en werkgeverschap, Kennis en ervaring met organisatieontwikkeling, structurering en sturing en leiding, Kennis en ervaring in verandermanagement, kwaliteitsontwikkeling en de borging en verankering daarvan, Gevoel voor bedrijfsvoering, automatisering en de beleidscyclus van de corporaties.
Procedure Werving, selectie en benoeming van de leden van de Raad van Toezicht
1. Bij elke werving wordt bepaald: - of procedure in eigen beheer wordt uitgevoerd of dat er een extern bureau wordt ingeschakeld en Reglement voor de Raad van Toezicht woonstichting St. Joseph november 2007; aangepaste versie 22 juli 2010, 15 augustus 2011, 26 augustus 2015 Definitief vastgesteld : RvT-vergadering 06 september 2010, 15 augustus 2011,
15
-
in welk medium de advertentie wordt geplaatst.
2. Bestaande profielschets van het betreffende lid wordt herijkt met de voltallige Raad van Toezicht. 3. Concept advertentietekst wordt opgesteld met het (eventueel vernieuwde) profiel als basis. 4. Sollicitatiecommissie wordt samengesteld. Bij vacature voorzitter bestaat de commissie minimaal uit twee leden van de Raad van Toezicht. Bij vacature van een lid van de Raad van Toezicht bestaat de commissie uit de voorzitter plus een lid. Directeur-bestuurder treedt op als adviseur/secretaris zonder stemrecht. 5. Concept advertentietekst wordt voorgelegd aan de sollicitatiecommissie. 6. Eerste gespreksronde wordt gevoerd met de sollicitatiecommissie. 7. Tweede gespreksronde met beoogde kandidaten (maximaal 2) wordt gevoerd door de voltallige Raad van Toezicht (minus het aftredende lid). 8. Het aanleveren van een verklaring van goed gedrag gericht op de functie van commissaris en een antecedentenonderzoek maken onderdeel uit van de selectieprocedure*. 9. Bij geschiktheid wordt het voornemen om een lid van de Raad van Toezicht te benoemen gemeld bij de Autoriteit Woningcorporaties voor de fit & propertest via het digitaal meldingsformulier.* 10. Bij een positieve zienswijze over de geschiktheid en betrouwbaarheid door de minister volgt benoeming als lid van de Raad van Toezicht*. 11. Ter introductie wordt een inwerkprogramma opgesteld. Het aspect ‘voorbeeldfunctie’ is een belangrijk onderdeel van het programma.
Betreft het nieuwe lid een kandidaat die op bindende voordracht van de HuurdersBelangenVereniging (HBV) wordt benoemd dan worden, naast bovenstaande procedure, onderstaande acties uitgevoerd : 1. De profielschets van het betreffende lid wordt, voorafgaand aan de herijking door de voltallige RvT, besproken met de HBV. 2. De gegevens van de geselecteerde kandidaten worden doorgegeven aan de HBV. Zij voeren gesprekken en komen met een bindende voordracht. 3. Met de voorgedragen kandidaat wordt bovenstaande procedure punt 6 t/m 9 gevolgd. 4. Wanneer er gegronde bezwaren tegen de voorgedragen kandidaat zijn, dan worden deze kenbaar gemaakt aan de HBV. *Ook bij een herbenoeming worden stap 8, 9 en 10 uitgevoerd van de werving & selectieprocedure.
Reglement voor de Raad van Toezicht woonstichting St. Joseph november 2007; aangepaste versie 22 juli 2010, 15 augustus 2011, 26 augustus 2015 Definitief vastgesteld : RvT-vergadering 06 september 2010, 15 augustus 2011,
16