REGLEMENT VAN DE NATIONALE SPRINGWEDSTRIJDEN
K.B.R.S.F. vzw
2008
REGLEMENT VAN DE NATIONALE SPRINGWEDSTRIJDEN VOORWOORD Niet alle gevallen kunnen worden voorzien in dit reglement. In geval van overmacht of in geval van uitzonderlijke omstandigheden behoort het aan de Commissie Springen of aan de Jury om een beslissing te nemen in een geest van sportiviteit, waarbij de geest van de geldende reglementen zo nauw mogelijk wordt benaderd. HOOFDSTUK I
-INLEIDING
ART 1200 - ALGEMEENHEDEN 1. Het Reglement voor Springwedstrijden is gebaseerd op alle technische beschikkingen van het FEI jumping reglement, behoudens anders vermeld in de nationale reglementen 2.
Het Nationaal Reglement moet samen worden gelezen met het geldende Algemeen Reglement en Reglement Springen van de F.E.I. enerzijds en de Statuten, het Huishoudelijk Reglement, het Algemeen Reglement en het Diergeneeskundige Reglement van de K.B.R.S.F. anderzijds.
VOORWAARDEN OM DEEL TE KUNNEN NEMEN AAN INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN Alvorens definitief geselecteerd te kunnen worden of toelating te bekomen voor deelname aan internationale wedstrijden dient aan volgende voorwaarden te worden voldaan: 1. Kandidatuur De ruiter dient een kandidatuur ingediend te hebben bij de KBRSF binnen de termijnen vermeld in de internationale kalender. Dit geldt ook voor ruiters die een persoonlijke uitnodiging hebben bekomen! De KBRSF dient tevens te beschikken over een kopij van de persoonlijke uitnodiging. De kandidatuur dient volledig te zijn! 2. Immatriculatie paard Alle paarden die definitief geselecteerd worden of een toelating bekomen voor deelname aan internationale wedstrijden dienen in orde te zijn met hun levenslange immatriculatie. Indien na de wedstrijd werd vastgesteld dat ruiters met niet geïmmatriculeerde paarden hebben deelgenomen zal per paard de prijs van de immatriculatie vehoogd met € 25,00 doorgefactureerd worden aan de ruiter. Het is dus de ruiter die er over dient te waken dat hij deelneemt met geïmmatriculeerde paarden. 3. FEI paspoort paard Alle paarden die definitief geselecteerd worden of een toelating bekomen voor deelname aan internationale wedstrijden dienen te beschikken over een geldig FEI paspoort (tenzij specifiek anders vermeld in het voorprogramma en/of reglement FEI). Indien het paspoort niet werd afgeleverd door de KBRSF dient de KBRSF te beschikken over een kopie van het FEI paspoort !
2
4. Licentie ruiter: De ruiter dient te beschikken over een geldige licentie. Men dient over de juiste licentie te beschikken vooraleer men definitief kan geselecteerd worden of een toelating kan bekomen voor deelname. Zonder een definitieve selectie of toelating is deelname verboden! Het betreft volgende licenties: CSI “invitational/amateur” in België en buitenland: Voor deelname aan CSI invitational of amateur (zijnde specifieke wedstrijden voor vrijetijdsruiters op uitnodiging met proeven tot maximum 1.35m) in België of in het buitenland dienen de SENIORS te beschikken over licentie J15 of J16. De JUNIORS dienen te beschikken over een licentie J13. CSI* en CSI** in België: Voor deelname aan CSI* en CSI** in België dienen de SENIORS te beschikken over licentie J15 of J16. De JUNIORS dienen te beschikken over een licentie J13. CSI* en CSI** in buitenland: Voor deelname aan CSI* en CSI** in buitenland dienen de SENIORS te beschikken over licentie J16. De JUNIORS dienen te beschikken over een licentie J13. CSI***, CSI****, CSI*****, CSIO en CSIW in België en buitenland Voor deelname aan CSI***, CSI****, CSI*****, CSIO en CSIW in België en buitenland dienen de SENIORS te beschikken over licentie J16. De JUNIORS (indien toegelaten) dienen te beschikken over een licentie J13. Young Riders Young Riders die Senior zijn dienen te beschikken over de juiste Senior licentie (zie hiervoor) Young Riders die Junior zijn dienen te beschikken over een licentie J13. Juniors Juniorruiters die deelnemen aan CSI in België en buitenland dienen steeds te beschikken over een licentie J13. Ponyruiters en Children Ponyruiters en Children die deelnemen aan CSI in België en buitenland dienen steeds te beschikken over een licentie J06. Opmerking: De licentie J15 werd speciaal gecreeerd om amateurruiters toe te laten deel te nemen aan internationale wedstrijden in België en buitenland die specifiek voor hen worden georganiseerd. Deze licentie is tevens geldig voor nationale, communautaire en provinciale wedstrijden zonder de beperkingen die gelden voor houders van een licentie J16. 5. Handicap Punten SENIORS Om te kunnen deelnemen aan CSI “Invitational”, CSI “Amateur”, CSI* en CSI** in binnen- en buitenland (zowel via selectie als via persoonlijke uitnodiging) moet de ruiter geen punten behaald hebben. Om te kunnen deelnemen aan wedstrijden met een niveau vanaf CSI*** en hoger in het buitenland (zowel via selectie als via persoonlijke uitnodiging) moet de ruiter de afgelopen 24 maanden minstens 100 punten behaald hebben. In de praktijk betekent dit dat de ruiters op de 1e van de maand voor de maand waarin de CSI plaatsvindt deze 100 punten moeten behaald 3
hebben. Deze regeling geldt voor ruiters vanaf het jaar dat ze de leeftijd van 21 jaar bereiken. De Commissie Springen kan het aantal benodigde punten iedere trimester herzien. Voor de berekening van de punten verwijzen we naar artikel 1208 “Handicap” JUNIORS Om deel te kunnen nemen aan CSIJ-A en CSIJ-B in België en buitenland dienen de ruiters niet aan bijkomende voorwaarden te voldoen. Ruiters die hun verbintenissen niet nakomen, in de volgende gevallen: • Weigeren deel te nemen zonder de selectieverantwoordelijken van de Commissie Springen tijdig te verwittigen. • Laattijdig verwittigen (na de sluitingsdatum der definitieve inschrijvingen ) van de nietdeelname, zonder geldige reden, waardoor de vervanging onmogelijk wordt. • Weigeren van deel te nemen aan de Landenprijs tijdens een CSIO • Vervangen van het geselecteerde Grand Prix paard, zonder voorafgaande toelating van de Commissie Springen of de Chef d'équipe. Zij kunnen onderworpen worden aan onderstaande administratieve sanctie : • Uitsluiting van internationale selecties voor een periode van drie maanden • betalen van de eventuele kosten, verschuldigd aan de organisator en de eventuele boeten opgelegd door het FEI • het dossier zal in geval van herhaling worden overgemaakt aan de Secretaris Generaal teneinde de Juridische Procedure, zoals voorzien in Hoofdstuk IX van het Algemeen Reglement toe te passen.
4
HOOFDSTUK II
-DE WEDSTRIJDEN
ART 1201 - Organisatie en kalender 1. De inrichters zijn gehouden een organisatierecht te betalen volgens de bepalingen van het Huishoudelijk Reglement. 2. De wedstrijd-data worden goedgekeurd op de Kalendervergadering. Na de Kalendervergadering zijn wijzigingen of toevoegingen mogelijk, mits goedkeuring van de Commissie Springen. Tijdens de Kalendervergadering wordt de kalender in volgende volgorde van prioriteit bepaald: a) Seniors - CSIO van België (de CSIO wordt toegekend voor 2 jaar tijdens de kalendervergadering die de kalender van het jaar voor de biënnale goedkeurt) - Kampioenschap van België (het Kampioenschap van België seniors wordt toegekend voor 2 jaar tijdens de kalendervergadering die de kalender van het jaar voor de biënnale goedkeurt) - CSI5*4*3* - CSN Cat. 1 - CSI2* - CSN b) Jun, Schol, Pon - CSIO van België - Belgisch Kampioenschap - CSNJPSchol (beschermd) - CSIJPCh-A - CSNJPSchol (niet beschermd) - CSIJPCh-B De Commissie kan bepalen in welke periode kampioenschappen dienen plaats te vinden. 3. De organisatierechten zijn verschuldigd van zodra inschrijving in de kalender. 4. De aanvragen voor het organiseren van alle CSI wedstrijden moeten worden goedgekeurd door de Commissie Springen. De kandidaten dienen een waarborg te betalen die jaarlijks wordt vastgesteld. De organisatie van CSI* wedstrijden is niet toegestaan behoudens in het kader van een hogere CSI. 5. Een CSN Cat 1 heeft voorrang op een CIM 6. Het quota van Belgische ruiters toegestaan tijdens een CSI in België wordt als volgt samengesteld: minimum 2/3 geselecteerd door de Commissie Springen, maximum 1/3 uitgenodigd door de organisator. ART 1202 - Voorprogramma Het ontwerp van voorprogramma moet aan de Commissie Springen van de KBRSF gestuurd worden ten minste 20 weken voor de sluitingsdatum voorzien in dit vraagprogramma. Voor CSI wedstrijden dient het voorprogramma verplicht te worden ingediend op de door de FEI voorgeschreven (elektronische) formulieren (draft schedules). ART 1203 - Inschrijvingen voor Nationale wedstrijden Alle inschrijvingen voor nationale wedstrijden dienen te gebeuren via het online systeem of bij de Liga waarbij de ruiter is aangesloten. De betaling van de inschrijving dient eveneens geregeld te worden via het online systeem of bij de Liga waar de ruiter is aangesloten. Meer informatie omtrent de modaliteiten voor inschrijvingen en betalingen kan U bekomen bij uw Liga.
5
Voor hun inschrijvingen dienen de ruiters rekening te houden met volgende bepalingen: • De inschrijvingen dienen te gebeuren voor de sluitingsdatum vermeld in het voorprogramma. Na de sluitingsdatum zullen geen inschrijvingen aanvaard worden (behoudens 3 wild card mogelijkheden voor de organisator voor ruiters die nog niet zijn ingeschreven – betaling van deze inschrijvingen ter plaatse). Inschrijvingen ter plaatse zijn toegelaten indien niet anders vermeld is op de website (betaling van deze inschrijvingen ter plaatse aan driedubbel tarief). • Annulaties en wijzigingen van inschrijvingen kunnen tot en met de maandag voor de wedstrijd. Nadien worden geen wijzigingen meer aanvaard zelfs niet met voorlegging van attesten van dierenartsen of geneesheren. Enkel de annulatie van de inschrijvingen van een ruiter die ondertussen een internationale selectie (niet op uitnodiging!) ontvangen heeft zullen aanvaard worden. Wijzigingen en annulaties kunnen enkel doorgegeven worden aan de Liga bij dewelke de ruiter is aangesloten. • De startlijsten zullen vanaf de dinsdag van de week tijdens dewelke de wedstrijd plaats vindt beschikbaar zijn op de websites van KBRSF en Liga’s.
Ter plaatse zijn nog volgende zaken toegelaten: • Wijziging van ruiter (de betaling van de inschrijvingen blijft echter ten laste van de oorspronkelijk ingeschreven ruiter) tegen betaling van € 6,00 per wijziging (behoudens voor de proeven jonge paarden in het kader van de cyclus). • Wijziging van paard tegen betaling van € 6,00 per wijziging. • Wijziging van proef wordt beschouwd als een inschrijving ter plaatse (betaling van deze inschrijvingen ter plaatse aan driedubbel tarief ter plaatse). • 3 wild card mogelijkheden voor de organisator voor max 3 dezelfde ruiters voor de ganse wedstrijd die nog niet zijn ingeschreven in de wedstrijd. Deze wild card is strikt persoonlijk en kan niet overgedragen worden (betaling van deze inschrijvingen aan het normale tarief ter plaatse). • Inschrijvingen ter plaatse zijn toegelaten indien niet anders vermeld op de website (betaling van deze inschrijvingen ter plaatse aan driedubbel tarief ter plaatse). • Rechtzetting van fouten bij de verwerking van de inschrijvingen door de Liga’s (indien nodig betaling van deze inschrijvingen ter plaatse). • Wijziging van ruiter en paard is niet toegelaten. Alle andere zaken zijn niet toegelaten. Opmerkingen: • De organiserende liga betaalt de prijzengelden uit aan alle ruiters (ook aan deze van de andere liga). De prijzengelden voor ruiters van de andere liga waarvan geen bankrekening bekend is worden door de organiserende liga doorgestort aan de liga van de ruiter. Deze liga dient de ruiter te contacteren teneinde het prijzengeld over te maken en de gegevens in de computer aan te vullen. • Schulden van ruiters worden ter plaatse geïnd. Er wordt een administratieve kost aangerekend van € 50 voor een licentie en € 25 voor een immatriculatie die niet in orde is. • Door het organisatiecomité uitgenodigde buitenlandse ruiters die over een toelating beschikken van hun NF dienen een weekendlicentie te betalen (100€) en de inschrijvingen ter plaatse te betalen. Het gewonnen prijzengeld wordt hun ter plaatse of per overschrijving uitbetaald.
6
ART 1204 - Bevestiging van de deelnemers. 1. De startvolgorde zoals voorzien op de officiële lijsten moet strikt worden gevolgd.Het laattijdig betreden van de ring kan slechts worden toegelaten - mits gegronde redenen met uitdrukkelijke toestemming van de Voorzitter van de Terreinjury. 2. Ingeval van wijziging van ruiter of paard wordt de startorde niet gewijzigd. 3. Wijzigingen ter plaatse van ruiter zijn toegelaten behoudens indien anders vermeld in voorprogramma, specifiek reglement of op de federale website. Deze moet gemeld worden voor het begin van de proef. In ieder geval wordt de startorde niet gewijzigd behoudens beslissing van de terreinjury. 4. Website: De K.B.R.S.F. stelt een website (www.equibel.be) ter beschikking van de ruiters, met de laatste inlichtingen i.v.m. de wedstrijd van het volgende weekend. ART 1205 - Deelnemers I. Programmavoorwaarden voor nationale wedstrijden voor Seniors (en eventueel juniors indien geen beschermde wedstrijd) I.1 CSN Catégorie 1 (deze nieuwe regeling treedt in voege vanaf het seizoen 2009) Een nationale wedstrijd voor seniors categorie 1, dient over ten minste 2 dagen te verlopen met minstens volgende proeven: 2-daagse wedstrijd: minstens 1 x 1.20m, 1 x 1.30m, 1 x 1.40m en 1 x 1.50m. 3-daagse wedstrijd: minstens 2 x 1.20m, 2 x 1.30m, 2 x 1.40m en 1 x 1.50m. Daarnaast mogen, indien het programma het toelaat bijkomende officiële proeven gegeven worden. De Commissie Springen oordeelt of een organisatie van voldoende niveau is om een dergelijk type van wedstrijd te mogen organiseren. Tijdens CSN en CSI bestaat de mogelijkheid om per dag een showproef van ten hoogste 30 deelnemers per proef te organiseren. De deelnemers (ruiters en paarden) aan de showproef mogen echter niet deelnemen aan de andere officiële proeven. De showproef dient na de officiële proeven gehouden te worden. De proeven van deze wedstrijd mogen tevens opengesteld worden voor juniors op voorwaarde dat er geen beschermde jeugdwedstrijd op hetzelfde ogenblik georganiseerd wordt. De seniorruiters dienen te beschikken over de vergunning J15 of J16, de juniors over een vergunning J13. I.2 Gewone CSN wedstrijden Naast de CSN Catégorie 1 wedstrijden kunnen er nog gewone CSN proeven/wedstrijden georganiseerd worden. Het betreft proeven voor seniors en juniors indien er op hetzelfde ogenblik geen beschermde jeugdwedstrijden worden georganiseerd. Deze wedstrijden kunnen verlopen over 1 of meerdere dagen. Het betreft proeven van 1.20m, 1.30m, 1.35m, 1.40m en 1.50m. I.3 Prijzengelden (barema commissie) Voor CSN gelden volgende minimum prijzengelden. Proef Prijzengeld (9 eersten) Volgprijzen 1.20m: € 500 € 30 1.30m: € 750 € 36 1.35m: € 1.000 € 45 1.40m: € 1.250 € 60 1.50m: € 2.500 (€ 5.000 voor CSN Cat. 1) € 100 De organisator mag extra prijzengeld voorzien en dient de nodige afspraken hieromtrent te maken met de organiserende liga. 7
In de 1.50m proef dient de organisator van een CSN Cat. 1 een bedrag van 2.500 € extra prijzengeld ten laste van de organisator te voorzien zodat het totale prijzengeld van de proef 5.000 € bedraagt. II Jeugdwedstrijden Juniors/Scholieren (barema commissie) Voor de juniors kunnen volgende proeven georganiseerd worden over 1 of meerdere dagen Proef Prijzengeld (9 eersten) Volgprijzen 1.10m: € 300 € 25 1.20m: € 500 € 30 1.30m: € 750 € 36 1.35m: € 1.000 € 45 1.40m: € 1.250 € 60 Voor de scholieren kunnen enkel proeven 1.10m-1.20m georganiseerd worden. Om als beschermde wedstrijd te worden beschouwd dient een CSNJ over minstens 2 wedstrijddagen te verlopen met minstens volgende proeven: 1 x 1.10m, 1 x 1.20m, 2 x 1.30m en 2 x 1.40m. III. Nationale Cyclus Zie reglement Nationale Cyclus Steun aan nationale wedstrijden De prijzengelden voor officiële proeven worden uitbetaald door organiserende Liga. De inschrijvingen worden geïnd door de Liga waarbij de ruiter is aangesloten. Indien een organisator hogere prijzengelden wenst toe te kennen dient hij het verschil tussen het barema commissie en het prijzengeld van de proef te betalen aan de organiserende Liga. Proeven op percentage (waar de deelname beperkt is) en speciale proeven zoals krachtproef, knock-out, masters, etc… dienen door de organisator volledig ten laste te worden genomen. Hij ontvangt vanwege de Liga dan ook het aandeel organisator voor deze inschrijvingen. Daarnaast kan de organisator van een wedstrijd gebruik maken, in functie van de beschikbaarheid, van het hindernismateriaal (Rothenberger) van de Commissie. Voor het gebruik van dit materiaal zal een vergoeding aangerekend worden van € 1.625. De kosten voor gebroken of verdwenen materiaal zullen bijkomend gefactureerd worden. De Commissie kan beslissen voor bepaalde wedstrijden dit materiaal gratis ter beschikking te stellen. Er zal dan echter een tussenkomst in de transportkosten van € 625 per wedstrijd gevraagd worden. Licenties Ruiters mogen maximaal 1 maal per jaar van licentie verlagen. Na deze verlaging kunnen ze niet opnieuw verhogen. Ruiters die tijdens het jaar van licentie verhogen kunnen niet meer verlagen. Meerdere verhogingen van licentie zijn toegelaten. Buitenlandse ruiters dienen een licentie te nemen die overeenstemt met hun niveau. Om deel te kunnen nemen aan Belgische Kampioenschappen Jonge Paarden en Bekers van België Jonge Paarden dienen buitenlandse ruiters over een permanente licentie minstens J15 te beschikken. ART 1206 - Paarden: Leeftijd en deelname. 8
1. 2. 3.
Om deel te nemen aan een springwedstrijd moet een paard ten minste vier jaar oud zijn,in het lopende jaar. Per dag mag een paard slechts aan één wedstrijd deelnemen. Per wedstrijddag mag een paard max. deelnemen aan 2 proeven (behoudens andere vermelding in het voorprogramma). Een ruiter mag per proef met maximum drie paarden deelnemen behoudens anders vermeld in het voorprogramma.
ART 1207 - Kledij en optoming 1. Het FEI reglement jumping is van toepassing. 2. Het specifieke KBRSF reglement voor Pony's is van toepassing voor nationale ponyproeven. 3. Voor de 4- en 5-jarige paarden zijn enkel de enkelvoudige gebroken trens in staal of rubber en de trens in zacht rubber en alleen de ringmartingaal zonder blokkeersysteem toegelaten. Ook de naaldtrens is toegelaten. 4. In alle leeftijdscategorieën 4-5-6 -en 7 jarige paarden zijn hoge pijpkousen verboden aan achterbenen en zijn enkel kogelbeschermers toegelaten. ART 1208 - Handicap De prijzengelden worden bijgehouden in de centrale computer maar voor nationale wedstrijden wordt een handicapregeling op basis van gewonnen prijzengeld niet meer toegepast. Ruiters (Juniors, Seniors) kunnen punten bekomen volgens volgend puntenstelsel. Enkel resultaten behaald tijdens proeven Bar. A (telkens de basisomloop of als er 2 basis omlopen zijn worden beide omlopen afzonderlijk in aanmerking genomen) worden in aanmerking genomen: Tijdens CSN: proeven 1.40m (JUN & SEN) Tijdens CSI1* en CSI2*: Grote Prijs Tijdens CSIYJ-A en CSIOJ: Grote Prijs en Landenprijs 0 strafpunten: 10 punten 1-4 strafpunten: 4 punten 5-8 strafpunten: 2 punten Tijdens CSI3*: Grote Prijs en Landenprijs Tijdens CSIOY: Grote Prijs en Landenprijs 0 strafpunten: 30 punten 1-4 strafpunten: 15 punten 5-8 strafpunten: 7 punten Tijdens CSN: 1.50m Tijdens CSI4*: Grote Prijs en Landenprijs 0 strafpunten: 50 punten 1-4 strafpunten: 30 punten 5-8 strafpunten: 15 punten Tijdens CSI5*: Grote Prijs en Landenprijs Tijdens Europese-, Wereldkampioenschappen en Olympische Spelen: alle proeven 0 strafpunten: 100 punten 1-4 strafpunten: 60 punten 9
5-8 strafpunten: 30 punten ART 1209 Handicaps voor de Proeven De organisator kan mits goedkeuring van de Commissie Springen handicapvoorwaarden gebaseerd op punten (art. 1208) opleggen. Deze worden gepubliceerd in het voorprogramma.
10
HOOFDSTUK III DE OFFICIELEN ART 1210 - Algemeen De officiëlen ( vermeld in art. 1211 tot 1215) zijn de gasten van de inrichter. Kandidaten (Jury, parkoersbouwer, enz ) dienen niet noodzakelijk door de organisatoren ten laste worden genomen. ART 1211 - Terreinjury De terreinjury is samengesteld uit een voorzitter en 2 leden. De voorzitter van de terreinjury vervult eveneens de functie van Chief Steward en, indien geen technisch afgevaardigde is aangeduid, vervult hij eveneens deze functie. Bijkomende juryleden kunnen worden aangeduid door de organiserende Liga indien er bv meerdere pistes zijn en/of het nationaal programma het vereist. De Voorzitter van de Terreinjury stelt een beurtrol op (per proef of deel ervan voor het jureren en per opeenvolgende uren voor toezicht in de paddock en eventueel in de stallen). Deze controletaken worden uitgevoerd door de leden van de Terreinjury, de Voorzitter inbegrepen. De Voorzitter van de Beroepscommissie en van de Terreinjury en de terreinjuryleden worden aangeduid en verwittigd door de organiserende Liga. ART 1212 - Technisch Afgevaardigde - Parkoersbouwer 1. De Parkoersbouwer wordt door de inrichter aangeduid uit de officiële lijst bijgehouden door de KBRSF en moet aan de minimum kwalificaties voldoen. 2. Indien een Technisch Afgevaardigde wordt aangeduid voor Kampioenschappen, gebeurt dit door de Commissie Springen.. 3. De taken van de Technische Afgevaardigde worden bepaald door het FEI reglement. R.G. art. 156 4. De Commissie Springen kan een Technisch Afgevaardigde aanduiden voor alle officiële wedstrijden. ART 1213 - Beroepscommissie Een Beroepscommissie is enkel verplicht voor Kampioenschappen en Bekers van België. ART 1214 Het is aan de organiserende Liga om praktische afspraken te maken met de organiserende clubs betreffende hun wedstrijdorganisatie. ART. 1215 geschrapt ART. 1216 Taken van de Inrichter. Voor zover de organiserende Liga dit niet doet staat de inrichter in voor : 1. Een tweetalige commentator (minimum): Iedere aankondiging verbindt uitsluitend de aansprakelijkheid van de inrichter of van de commentator. Hij maakt in geen geval deel uit van de Terreinjury van desbetreffende wedstrijd. 2. Een Tijdopnemer: Voor alle wedstrijden moet door de inrichter een door de Federatie erkende tijdsopname worden voorzien. Een systeem met automatische schakeling en start/stop knop voor het jurylid moet eveneens worden voorzien. De tijdopnemer maakt in geen geval deel uit van de Terreinjury van desbetreffende wedstrijd. 3. Voor medische hulpdienst, dierenarts en hoefsmid zie Algemeen Reglement. 4. De Voorzitter van de Jury laat zijn verslag ondertekenen voor het begin van de wedstrijd 11
door de personen voorzien in punt 3 van dit artikel en wijst hen op het feit dat zij zich ertoe verbinden op het wedstrijdterrein aanwezig te zijn gedurende de proeven en dit elke dag minstens 30 minuten voor het begin van de eerste proef. 5. De organisator dient in regel te zijn met alle van toepassing zijnde wettelijke bepalingen. 6. Indien stallingen verplicht zijn (kampioenschappen en eventueel bekers), dient de organisator 24u op 24u bewaking te voorzien en dienen de stallen afgesloten te worden zoals voorzien in de FEI reglementen.
12
HOOFDSTUK IV
DE PROEVEN
ART 1217 - Proeven voor Pony’s Voor alle Ponyproeven is het speciale Reglement voor Pony's van toepassing ART 1218 - Proeven voor Scholieren 1. Leeftijd ( Art 118 AR ) Scholieren mogen het jaar waarin zij 14 jaar worden (tenzij uitzonderingen toegestaan door de Commissie) beslissen om Junior te worden. Zij dienen dit schriftelijk aan hun Liga te melden. Eens gekozen om junior te worden dient men voor nationale wedstrijden in deze categorie te blijven. 2. Scholieren mogen alle paarden berijden in de proeven voorbehouden voor scholieren. Bij deelname aan andere proeven dienen zij het voorprogramma te respecteren. De paarden door scholieren bereden mogen dezelfde dag NIET deelnemen aan andere proeven, zelfs indien bereden door een andere ruiter. 3. Tijdens het Belgische Kampioenschap Scholieren is elke deelname aan andere wedstrijden in binnen- en buitenland verboden voor gekwalificeerde scholieren. 4. Type van de toegelaten proeven voor Scholieren: - Barema A - Snelheid 350 m/min. Uitzonderingen kunnen door de Commissie Springen worden toegestaan (zie voorprogramma). ART 1219 - Proeven voor Juniors 1. Leeftijd ( Art 118 AR ) Juniors mogen het jaar waarin zij 18 jaar (tenzij uitzonderingen toegestaan door de Commissie) beslissen om Senior te worden. Zij dienen dit schriftelijk aan hun Liga te melden. Eens gekozen om senior te worden dient men voor nationale wedstrijden in deze categorie te blijven. 2. Indien er een wedstrijd voor Juniors met volledig programma (minimum 2 dagen) op het kalender is voorzien, mogen de Juniors niet deelnemen aan andere nationale wedstrijden op deze datum. 3. Tijdens het Belgische Kampioenschap Juniors is elke deelname aan andere wedstrijden verboden voor gekwalificeerde juniors. 4. Voor Juniorproeven zijn de hoogten 1.10m - 1.20 m - 1.30 m - 1.35m en 1.40m toegelaten. ART 1220 - Proeven voor Seniors 1. Proeven voor Seniors kunnen volgens het officieel vraagprogramma worden ingericht op volgende hoogten : 1.20m - 1.30 m - 1.35 m - 1.40 m - 1.45 m en 1.50 met uitzondering van de speciale proeven (zie FEI-reglement). 2. Deze proeven kunnen volgens het officieel voorprogramma worden voorbehouden aan: - Seniors - Juniors en Seniors tot max. 1.40m 3. De deelname aan deze proeven kan beperkt worden volgens: - Het aantal paarden per ruiter per proef. - De winstsommen van de paarden, uitgezonderd voor de eliteruiters. 4. Tijdens het Belgische Kampioenschap Seniors is elke deelname aan andere wedstrijden in binnen- en buitenland verboden voor ruiters met licentie J16 van zodra ze over een gekwalificeerd paard beschikken, uitgezonderd voor Young Riders die deelnemen aan het Belgisch Kampioenschap Young Riders. 13
5.
6.
Juniors die daarvoor in aanmerking komen (leeftijd en toegelaten paarden) kunnen deelnemen aan het Belgisch Kampioenschap Seniors of aan het Belgisch Kampioenschap Young Riders maar kunnen slechts aan één Kampioenschap Springen deelnemen per kalenderjaar. Young Riders die daarvoor in aanmerking komen (leeftijd en toegelaten paarden) kunnen deelnemen aan het Belgisch Kampioenschap Seniors of aan het Belgisch Kampioenschap Young Riders maar kunnen slechts aan één Kampioenschap Springen deelnemen per kalenderjaar..
ART 1221 - Proeven voor Jonge Paarden 1. De organisatie van specifieke proeven voor jonge paarden van 4 - 5 - 6 en 7 jaar kunnen worden toegelaten 2. De 4-jarige paarden mogen slechts één proef per dag rijden 3. Voor 4-jarige paarden mogen alleen proeven zonder chrono worden uitgeschreven. ART 1222 Geschrapt ART 1223 - Prijzen 1. De geldprijzen voorzien voor de nationale proeven, op basis van 1 geklasseerde per begonnen schijf van 4 starters, worden vastgesteld door de Commissie Springen. 2. De verdeling van de dotatie is als volgt: 1e: 23 % 2e/ 18% 3e: 14% 4e en e/ 10 % 6e tot 9e: 5 % of 95 % van de dotatie en 5 % voorbehouden voor de Belgische Stal. 3. In de proeven 1.10m - 1.20m -1.30m is het verplicht vanaf 121 starters de dotatie van de proef te verdubbelen. 4. Uitzonderingen: - Finale Kampioenschappen ( alle deelnemers aan de finaleproef hebben prijs) - Krachtproef en andere finales, de negen prijzen worden minimum uitbetaald - Speciale reglementen goedgekeurd door de Commissie Springen en gepubliceerd in de Info. ART 1224 - Afmetingen der Hindernissen 1. de basisomloop: Kategorie Proeven Jun/Schol
1.10m
Hoogte Min - Max 1.05m 1.15m
Breedte Max 1.40m
Triple Barren Max 1.60m
Rivier Max. 3.50m
Sch-JunSen Jun-Sen
1.20m
1.15m 1.25m
1.60m
1.70m
3.50m
1.30m
1.25m 1.35m
1.80m
1.80m
3.75m
Jun-Sen
1.40m
1.35m 1.45m
1.80m
2.00m
4.00m
Sen
1.50m
1.45m 1.55m
2.00m
2.20m
4.50m
4 jaar
1.10m
1.00m 1.15m
1.30m
1.60m
3.50m
5 jaar
1.20m
1.10m 1.25m
1.40m
1.70m
3.50m
6 jaar
1.30m
1.20m 1.35m
1.60m
1.80m
3.75m
2. Voor alle categorieën zijn meervoudige hindernissen toegelaten voor herkansing behalve in de proeven voor 4 jarige paarden die voor de maand juni worden ingericht.
14
ART 1225 geschrapt ART 1226 - Voorwaarden voor het bekomen van een Elitevergunning Internationale Springvergunning elite Voorwaarden: Van Belgische Nationaliteit zijn en minstens 1 van onderstaande voorwaarden te vervullen:. Een medaille (goud -zilver-brons) behaald tijdens de Olympische Spelen en/of Wereldkampioenschappen en/of de Europese Kampioenschappen Seniors Of Namens België aan minstens 25 Landenprijzen voor seniors deelgenomen hebben Of De titel Belgisch Kampioen Seniors tijdens de voorbije 3 jaren in de discipline jumping voor paarden behaald hebben Of Opgenomen zijn in de 200 eerstgeklasseerden van de FEI computerlist die geldig is op de datum van de sluiting der inschrijvingen. Alle aanvragen worden nagekeken door de Commissie Springen. Voordelen van deze licentie: Deze licentie geeft toegang tot Internationale Wedstrijden en aan nationale CSN proeven van 1,20m en hoger. Wat de deelname aan CSN-proeven betreft, dienen de paarden van de houders van een Internationale Licentie Belgische Elite niet te beantwoorden aan de handicapvoorwaarden zoals bepaald in de Voorprogramma’s, m.a.w. deze ruiters mogen aan de nationale proeven deelnemen met om het even welke geimmatriculeerd paard. HOOFDSTUK V
BEKERS EN KAMPIOENSCHAPPEN VAN BELGIE
ART 1227 -Kampioenschappen van België 1. Algemeenheden Per kalenderjaar mag een ruiter slechts aan 1 van volgende kampioenschappen deelnemen: scholieren, juniors, young riders, seniors en veteranen. Daarnaast mag men deelnemen aan de kampioenschappen jonge paarden, amazones en pony’s. Het Kampioenschap van België voor Juniors en Young Riders dient georganiseerd te worden in het kader van éénzelfde wedstrijd. De Piste en de Organisatie van een Kampioenschap moeten goedgekeurd worden door de Commissie Springen vooraleer voorgelegd te kunnen worden aan de kalendervergadering. De organiserende Liga neemt de betaling van de prijzen ten laste zoals bepaald in artikel 1205. Voor het kampioenschap moeten bijgevolg volgende bijdrage door de organisator aan de organiserende Liga betaald worden: Seniors: € 10.000, 7-jarigen € 5.000, YR+Juniors: € 3.000, Scholieren : € 1.000. 2. Kwalificatie Ruiters: Kampioenschappen van België zijn voorbehouden aan ruiters met Belgische nationaliteit (uitgezonderd kampioenschappen jonge paarden) en houder van een geldige door één van de Liga’s afgeleverde licentie (geen weekendlicentie). De Commissie kan kwalificatienormen vastleggen. Paarden: De paarden moeten geimmatriculeerd zijn zoals voorzien in het Huishoudelijk 15
Reglement. De Commissie Springen bepaalt de voorwaarden ( minimum punten) Deze handicap zal vermeld worden in het vraagprogramma. De ruiters mogen maximum met twee paarden deelnemen in de kwalificatieproeven en met één paard in de finale. Uitgezonderd voor de 7-jarige paarden: 3 per ruiter, inbegrepen de finale. Voor 4, 5 en 6 jarige paarden is de deelname onbeperkt. 3. Proeven en Barema De Kampioenschappen worden verreden over drie proeven over vier opeenvolgende dagen met 1 rustdag na de tweede proef. Met uitzondering van het Belgisch Kampioenschap voor Seniors en 7-jarige paarden, kunnen andere kampioenschappen over 3 dagen verreden worden. 1e proef: 2e Proef: 3e Proef :
Barema A ( Art 238.1.1) Barema A ( Art 238.1.1) Finale: Barema A in twee manches (2e manche over verkorte omloop) zonder chrono (art 273.3.2), barrage uitsluitend voor de 3 eerste plaatsen Kampioenschap. Rivier verplicht voor seniors. Voor 4-jarige paarden: 238.1.1 + barrage voor de elite Voor 5-jarige paarden: 238.2.2
Een troostingsproef dient verplichtend te worden georganiseerd voor de paarden die niet deelnemen in de finale. Dit kan een voorziene proef zijn, waaraan deze paarden worden toegevoegd. In dit geval kan een ruiter echter max. 3 paarden starten in deze troostingsproef (1 ingeschreven en 2 niet deelnemend aan de finale of 2 ingeschreven en 1 niet deelnemend aan de finale). 4. Startorde Startorde voor de eerste proef: De startorde van de eerste proef wordt bepaald door lottrekking op basis van de ingeschreven ruiters. Het eerste deel van de startlijst bestaat uit de ruiters ingeschreven met twee paarden met een paard naar keuze ten laatste een uur voor aanvang van de eerste proef van het kampioenschap. Het tweede deel van de startlijst bestaat uit de ruiters met 1 paard ingeschreven en uit de ruiters ingeschreven met twee paarden met het paard dat niet in deel één werd aangeduid. Voor de 7-jarige paarden wordt de startorde opgesteld op de KBRSF. Startorde voor de tweede proef: De startorde van deze proef is de omgekeerde volgorde van de rangschikking na de eerste proef. Ingeval van gelijke punten wordt de volgorde van de vorige proef toegepast. Startorde van de eerste manche van de derde proef: De startorde van de eerste manche van de derde proef is de omgekeerde volgorde van de rangschikking na de tweede proef. Ingeval van gelijke punten wordt de volgorde van de vorige proef toegepast. Startorde van de tweede manche van de derde proef: De startorde van de tweede manche van de derde proef is de omgekeerde volgorde van de rangschikking na de eerste manche van de derde proef. Ingeval van gelijke punten wordt de volgorde van de vorige proef toegepast.
16
5. Verplichte hindernissen en snelheid 1e Proef Catégorie Scholieren
12à14
Hoogter Min – Max 1.15 - 1.20
Juniores
12à14
1.35 - 1.40
3.75
1 of 2 dbl
375m/min
Allen
Y.R.
12à14
1.40 - 1.45
3.90
1 of 2 dbl
375m/min
Allen
Seniors
12à14
1.40 - 1.50
4.00
1 of 2 dbl
375m/min
Allen
7 jaar
12à14
1.40 - 1.45
3.90
1 of 2 dbl
350m/min
Allen
6 jaar
10à12
1.25 - 1.35
3.50
1 of 2 dbl
350m/min
Allen
5 jaar
10à12
1.15 - 1.25
3.20
1 of 2 dbl
350m/min
Allen
4 jaar
10à12
1.05 - 1.15
3.00
1 of 2 dbl
350m/min
Allen
Veteranen
10à13
1.15 - 1.20
3.20
1 of 2 dbl
350m/min
Allen
Amazones
10à14
1.15 - 1.30
3.50
1 of 2 dbl
350m/min
Allen
2e Proef Catégorie
Hindernis
Hindernis
Rivier Max 3.50
Combinaties
Snelheid
Deelnemer
1 of 2 dbl
350m/min
Allen
Scholieren
10à12
Hoogte Min – Max 1.20 - 1.25
Combinaties
Snelheid
Deelnemer
2db of 1db+1tri
350m/min
Allen
Juniores
10à12
1.35 - 1.40
2db of 1db+1tri
375m/min
Allen
Y.R.
10à13
1.40 - 1.50
2db of 1db+1tri
400m/min
Allen
Seniores
10à13
1.45 - 1.60
2db of 1db+1tri
400m/min
Allen
7 jaar
10à12
1.40 - 1.45
2db of 1db+1tri
350m/min
Allen
6 jaar
11à13
1.25 – 1.35
2db of 1db+1tri
350m/min
Allen
5 jaar
11à13
1.15 – 1.25
2db of 1db+1tri
350m/min
Allen
4 jaar
11à12
1.05 – 1.15
2db of 1db+1tri
350m/min
Allen
Veteranen
10à12
1.15 – 1.20
2db of 1db+1tri
350m/min
Allen
Amazones
10à12
1.15 – 1.30
2db of 1db+1tri
350m/min
Allen
17
3e Proef Finale Catégorie Hindernis Hoogte Rivier Min – Max Max Scholieren 10à12 1.20 - 1.25 3.50m 1° manche 2° manche Juniores 10à12 1.40 - 1.45 3.75m 1° manche 2° manche Y.R. 10à12 1.40 - 1.50 3.90m 1° manche 2° manche Seniores 10à12 1.45 - 1.60 4.00m 1° manche 2° manche 7 jaar 10à12 1.40 - 1.45 3.90m 1° manche 2° manche 6 jaar 11à13 1.25 – 1.35 3.50m -
Combinaties 2db 1db 2db 1 db 2db 1 db 2db 1 db 2db 1 db 2db
of 1db+1tri
Deelnemers 350m/min 16
of 1db+1tri
400m/min 16
of 1db+1tri
400m/min 16
of 1db+1tri
400m/min 16
of 1db+1tri
375m/min 16
of 1db+1tr
350m/min 35 besten + ex aequo 350m/min Alle foutlozen 350m/min Alle foutlozen 350m/min 16
5 jaar
11à13
1.20 – 1.30 3.20m -
2db of 1db+1tri
4 jaar
10à12
1.10 – 1.20 3.00m -
2db of 1db+1tri
Veteranen 10à12
Snelheid
1.15 – 1.20 3.20m 1° manche 2db of 1db+1tri 2° manche 1 db Amazones 10à12 1.20 – 1.30 3.50m 1° manche 2db of 1db+1tri 350m/min 16 2° manche 1 db In de FINALE worden steeds minimum twee rechte voorzien met de max. hoogte. In de finale zijn er steeds zoveel prijzen als er deelnemers zijn. In de eerste manche van de finale mogen de 16 beste combinaties deelnemen + de ex aequos voor de 16e plaats (strafpunten) In de tweede manche van de finale mogen de 16 beste combinaties deelnemen + de ex aequos voor de 16e plaats (strafpunten en tijd van de eerste manche van de finale) 6. Toekenning der punten 1 & 2e Proef - Barema A De door de combinatie bekomen strafpunten in de eerste proef en de tweede proef worden opgeteld. Finale De door de combinatie bekomen strafpunten in het totaal na de 2 manches worden opgeteld bij de behaalde punten (na 1e en 2e proef) GOUD ZILVER EN BRONS De combinaties worden gerangschikt volgens hun totaal punten.De combinatie met de minste punten wordt Kampioen van Belgiê en zo verder voor Zilver en Brons.In geval van ex-aequo in punten voor één der medailles wordt een barrage op chrono verrreden over een verkort parcours van de finaleproef.
18
7. Prijzen Catégorie Scholieren
1e Proef minimum 250€
2e Proef minimum 250€
Finale Minimum 625€
Troosting Minimum 250€
Juniors
750€
1000€
2000€
750€
Young Riders
1250€
1500€
2500€
750€
Seniors
-
-
25.000€
2500€
7-jarigen
-
-
12500€
1250€
6 jaar
30€ voor foutlozen 30€ voor foutlozen 25€ voor foutlozen -
6500€
1250€
3500€
1250€
3500€
-
Veteranen
30€ voor foutlozen 30€ voor foutlozen 25€ voor foutlozen -
900€
250€
Amazones
-
-
2000€
500€
5 jaar 4 jaar
De inschrijving is forfaitair. Ze bevat 1e proef + 2e proef + finale of troosting. Het tarief is: Scholieren: 50€, Juniors 90€, YR en 7jarigen: 100 €, Seniors: 175 €. De prijs van de box (Max. € 125) kan worden toegevoegd aan het forfait van de inschrijving. 8.Allerlei De paarden van het Kampioenschap, mogen niet aan andere proeven deelnemen. Een ruiter die, na de eerste proef niet langer wenst deel te nemen aan het Kampioenschap mag met zijn paard deelnemen aan andere proeven indien deze voorzien zijn. De inschrijvingen kunnen enkel gebeuren bij de Liga van de ruiter voor de sluitingsdatum. Op de kalender heeft het kampioenschap scholieren, juniors, young riders, seniors en veteranen voorrang. Dit betekent dat er op dezelfde datum geen andere wedstrijden georganiseerd mogen worden voor deze leeftijdscategorie. ART 1228 Bekers 1. De Bekers kunnen voorzien worden voor: Seniors Amazones Young Riders Juniors Scholieren Pony’s Jonge Paarden (= cyclus) 2. Alle Bekers worden volgens eenzelfde principe verreden, met uitzondering van de 4, 5, 6 en 7 jarige paarden, (zie reglement Nationaal Cyclus). 2.1 Wedstrijd van 3 dagen minimum 2.2 Proeven: 1e proef: Barema A met herkansing (art.238.2.2) uitgezonderd voor scholieren Barema A zonder chrono zonder herkansing (art 238.1.1) 2e proef: Barema A op chrono zonder herkansing (art. 238.2.1) uitgezonderd voor scholieren Barema A zonder chrono zonder herkansing (art 238.1.1) 19
3.
4. 5.
6.
Finale : Barema A met 2 herkansingen (art. 238.2.3) uitgezonderd voor scholieren Barema A met herkansing (art 238.2.2) In de tweede proef mogen alle combinaties starten die de eerste proef beëindigden (niet uitgesloten of opgegeven). In de finale mogen de 35 beste combinaties van het voorlopige klassement na de twee proeven deelnemen. Het voorlopig klassement wordt bepaald volgens volgende methode: In de twee proeven ontvangt de eerste het aantal punten gelijk aan het aantal deelnemers in de eerste proef +1, de tweede het aantal punten gelijk aan het aantal deelnemers -1, de derde het aantal punten gelijk aan het aantal deelnemers - 2 enzovoort. In de finale maximum 2 gekwalificeerde paarden per ruiter. De winnaar van de finale is de winnaar van de Beker van België. De organisator mag de paarden die deelnemen aan de Beker van België verplichten om ter plaatse in box te verblijven voor de duur van de Beker en de prijs van de box in het forfait op te nemen. Een combinatie die deelneemt aan de Beker van België mag dezelfde dag aan geen andere proeven deelnemen.
20
ANNEX I - Juryleden en parcoursbouwers Hindernisspringen 1. Toelatingscriteria tot cursus en examen sessies. a. De minimum leeftijd om een examen als jurylid of parcoursbouwer af te leggen is 21 jaar. b. De kandidaat moet minstens één van de drie officiële Belgische landstalen spreken. Om Federal Senior Judge en/of parcoursbouwer “1,50m en hoger” te worden, moet men bij voorkeur twee van de drie officiële landstalen spreken, of één van de officiële landstalen plus één van de officiële FEI talen. De Commissie Springen van KBRSF kan afwijkingen toestaan. c. De kandidaat welke twee opeenvolgende malen mislukt in de examens van hetzelfde niveau, zal pas na vier jaar en mits goedkeuring van de Commissie Springen van de KBRSF kunnen uitgenodigd worden om opnieuw de cursus te volgen en het examen van dat niveau af te leggen. d. Een bevordering is niet meer mogelijk na het jaar dat het Jurylid 70 jaar wordt. e. Het jaar dat een Federal Senior Judge, Senior Judge of Judge 70 jaar wordt moet hij beslissen of hij wenst geschrapt te worden van de lijst van de juryleden en hij verder wenst te fungeren als « honorair jurylid » (uitsluitend voor Federal en Senior Judge) of hij een cursus- en examensessie wil volgen van zijn huidige of lagere categorie om teneinde, in geval hij slaagt in het examen, een verlenging te bekomen van twee seizoenen. Is er geen examen van zijn actueel (of lager gekozen) niveau het jaar dat hij 70 jaar wordt dan wordt deze automatisch verlengd tot einde van het volgend jaar. f. Zonder kennisgeving van zijn keuze zal betrokkene automatisch ofwel op inactief (voor Judges) worden geplaatst, of op de lijst als Honorair National Judge (voor Federal Senior Judges of Senior Judges) worden geplaatst. g. Geen leeftijdslimiet voor parcoursbouwers 2. Kwalificatieniveaus a. Een jurylid, of een parcoursbouwer mogen respectievelijk geen deel uitmaken van een beroeps- of terreinjury of omlopen bouwen, van een hoger niveau dan het niveau waartoe hij/zij behoort. Een jurylid of parcoursbouwer die zich niet houdt aan deze regel, alsook aan al de regels uitgevaardigd door de Commissie Springen KBRSF, kan in zijn / haar functie worden geschorst of naar een lagere categorie worden gebracht door een administratieve beslissing van de Commissie Springen van de KBRSF. Het dossier kan tevens worden overgemaakt aan de Disciplinaire Commissie. Alleen de Commissie Springen heeft het recht om, in uitzonderlijke gevallen, afwijkingen toe te staan. In dringende gevallen kunnen de Voorzitter, de Ondervoorzitter en de verantwoordelijke voor de officials van de Commissie Springen van de KBRSF, alleen handelend, eveneens een uitzondering toestaan.
21
b. Minimum kwalificaties Juryleden
Terrein Jury
Terrein Jury
Voorzitter
Leden
Sub Provinciaal
Judge Kandidaat Judge (*)
Judge Kandidaat Judge (*)
Provinciaal en Communautair
Senior Judge (**)
Judge
Nationaal
Federal Senior Judge (***) Senior Judge
Beroeps Jury Voorzitter Judge Senior Judge
Federal Senior Judge
(*) Onder toezicht van een gekwalificeerd minimum Judge (**) Mag ook een Kandidaat Senior Judge zijn, als “stage”, voor zover een minimum Senior Judge (die fungeert als stage leider) is opgenomen in de Terrein Jury. (***) Mag ook een Kandidaat Federal Senior Judge zijn, als “stage”, voor zover een minimum Federal Senior Judge (die fungeert als stage leider) is opgenomen in de Terrein Jury Internationale wedstrijden Bovenop de FEI reglementen kan/kunnen één of meerdere Federal Senior Judges of Kandidaat Federal Senior Judges toegevoegd worden en deel uitmaken van de terreinjury van een internationale wedstrijd YR - J – P of CSI* CSI** CSI*** en dit op voorwaarde dat er reeds minimum 3 Internationale of Kandidaat Internationale Juryleden (inbegrepen het eventuele buitenlands jurylid) voorzien zijn, of als er meerdere pistes gelijktijdig gebruikt worden, een per bijkomende piste, maar mogen niet fungeren als Voorzitter van een proef. Bijzondere nationale wedstrijden Kampioenschapen Senioren Terreinjury :
Voorzitter : Jury leden :
Beroepsjury: Voorzitter:
Internationaal jurylid of Cand. Internationaal jury lid Minimum Federal Senior Judge boven min 2 Juryleden FSJ mogen er Senior Judges toegevoegd worden. Deze laatste mogen in de proeven van het kampioenschap geen Voorzitter van de proef zijn of Jurylid aan de watersprong. Internationaal of cand. internationaal of internationaal honorair jurylid of Federal Senior Judge mits akkoord van Commissie Springen K.B.R.S.F., of op de lijst van gekwalificeerde personen goedgekeurd door de Raad van Bestuur van KBRSF
Kampioenschapen Young Riders , Juniors, Pony’s en Jonge Paarden Terreinjury : Voorzitter : Juryleden :
Minimum Federal Senior Judge met ervaring, minimum eenmaal tijdens de laatste drie jaar als terreinjurylid (min eenmaal) van een nationaal kampioenschap springen. Minimum kandidaat Federal Senior Judge. boven min2 Juryleden FSJ / KFSJ mogen er Senior Judges toegevoegd worden. Deze laatste mogen in de Kampioenschapsproeven geen Voorzitter van de proef zijn of 23 22
Jurylid aan de watersprong. Beroepsjury : Voorzitter :
Minimum Federal Senior Judge of op de lijst van gekwalificeerde personen goedgekeurd door de Raad van Bestuur van KBRSF
Parcoursbouwers Max Hoogte (CN3) 0,90m (N3) 1,20m (N2) 1,30m* (CN1) 1,40m** (N1) 1,50m (*) mag tot 1,40 ontwerpen en bouwen mits toezicht (stage) van hoger gekwalificeerde parcoursbouwer (**) mag tot 1,50 ontwerpen en bouwen mits toezicht (stage) van hoger gekwalificeerde parcoursbouwer 3. Promotie examen en regels De respectievelijke liga’s hebben aan de Commissie Springen van de KBRSF het beheer, de vorming, de vervolmaking en de benoeming van juryleden en parcoursbouwers toevertrouwd. Beslissingen over benoemingen, worden aan betrokkenen meegedeeld door de Liga waar ze aangesloten zijn. Cursussen en examen juryleden, worden elk « paar jaar » ingericht voor promotie tot “Kandidaat Federal Senior Judges” en “Judges” en elk « onpaar jaar » tot “ Kandidaat Senior Judges” telkens na het einde van het outdoor seizoen en voor het einde van het jaar. Uitzonderingen kunnen worden gemaakt indien er een groot aantal kandidaten voorgedragen worden. Minimum 10 op eenzelfde « leslocatie » en niveau. Deelnemen aan een promotie cursusen examen reeks kan slechts na activiteit in het actuele kwalificatie niveau en van het niveau waarvoor de beoogde promotie noodzakelijk is, van 20 wedstrijddagen (minimum een jaar), bevestigd door een lijst goedgekeurd en voor echt verklaard door Provinciale Groepering en/of Liga van de kandidaat. Daarnaast slagen in het ingangsexamen. Om deel te kunnen nemen aan cursus en examen Judge moet de kandidaat een lijst kunnen voorleggen van zijn activiteiten, gedurende minimum 2 jaar, minimum 20 wedstrijddagen, op Jury Toren van een Springwedstrijd, als speaker en/of secretar(is)esse van een Terrein Jury en/of informatica verwerking van resultaten op een Jurytoren. Deze lijst moet tegen getekend zijn door de Voorzitter van de Jury van de respectievelijke wedstrijden en voor echt verklaard door de Provinciale langs dewelke hij is aangesloten. Het resultaat van een “gepast” ingangsexamen zal in rekening worden genomen bij de eindbeslissing na de cursus en het eindexamen, door de Commissie Springen KBRSF. Cursussen en examen parcoursbouwers 1,20 m (N3) worden georganiseerd in het Frans en het Nederlands telkens de respectieve Liga er nood aan heeft en minimum iedere twee jaar. Parcoursbouwers 0,90 en 1,20 m moeten deze cursus iedere twee jaar opnieuw volgen om gemachtigd te blijven op deze hoogten te mogen bouwen. Vervolmaking cursussen voor hoger dan 1,20m gekwalificeerde pistebouwers zullen door de respectieve Liga’s minimum iedere twee jaar georganiseerd worden. Deelname is verplicht. De Commissie Springen van de KBRSF houdt de lijst van de door haar gemachtigde opleiders en 23
de inhoud van de cursussen. De respectievelijke inrichtende Liga duidt telkens, uit die lijst, de opleider(s) aan die de cursussen zullen leiden en geven, gepland en logistiek en administratief door haar ingericht. Testen worden naamloos afgelegd en tot op eindbeslissing is genomen, naamloos verbeterd. De test(en) worden verbeterd door de opleider van de sessie. Een tweede verbetering wordt gedaan door een tweede “verbeteraar” van de lijst van opleiders. Indien de opleiding werd gegeven door twee opleiders zal de tweede opleider zijn eigen verbeteringen eveneens uitbrengen. Op basis van behaalde resultaten (min 80 %), correctheid van antwoorden op de belangrijke vragen, persoonlijkheid van de kandidaat(e) brengen zij hun voorstel uit.. De testen van de kandidaten dewelke geen duidelijk totaal resultaat, positief (min 70%), bekomen worden voorgelegd aan de eind beoordeling van al de opleiders van de sessies van dat jaar, tijdens een meeting ingericht door de Commissie Springen KBRSF. De andere opleiders mogen er aan deelnemen. Op het einde van die meeting, na de opening van de respectievelijke “naamloze” omslagen worden de bevindingen voorgelegd aan de Commissie Springen KBRSF die een voorstel overmaakt aan de Raad van Bestuur van de KBRSF voor finale beslissing. De resultaten van de examen zullen officieel kenbaar gemaakt worden door Liga’s. De benoemingen gebeuren eenmaal per jaar, na het outdoor seizoen en voor het einde van het jaar. Een deelnemer kan steeds zijn examen achteraf inkijken, mits afspraak te nemen met de opleider van de sessie. Kopieën ervan nemen is niet toegestaan. De deelnemer heeft het recht in beroep te gaan voor de Raad van Bestuur van KBRSF mits omstandige redenen schriftelijk op te geven aan de Secretaris Generaal van KBRSF.
Kandidaat Internationaal Juryleden Indien de Commissie Springen van de KBRSF de noodzaak erkent om nieuwe internationale kandidaten voor te dragen, dienen deze kandidaten vooraleer ze naar een FEI cursus kunnen gestuurd worden een mondeling en schriftelijk maturiteitsexamen af te leggen voor een jury samengesteld door de Commissie Springen van de KBRSF. Tijdens deze cursus wordt nagekeken of ze: • Beantwoorden aan de voorzieningen van FEI Reglement • Minimum Senior Judge en als dusdanig, met succes, Voorzitter geweest van Terrein Jury van hoogste categorie Nationale en/of Liga wedstrijden. • Respectievelijk als assistent parcoursbouwer ervaring te hebben opgedaan op het niveau 1,50 m alsook als adjunct van een Chief Steward op Internationale wedstrijd (bevestigd door schriftelijke verklaring van stageleider) • Perfecte kennis van een van de officiële talen van de FEI (Engels of Frans) • Test over kennis van de FEI springreglementen. 4. Stages Juryleden Onder toezicht van een hoger gekwalificeerd jurylid, deel uitmakend van de Terrein Jury, de taak van Voorzitter van de Jury, voor de Kandidaten Federal Senior Judge en Kandidaten Senior Judge en Kandidaten Judge, waarnemen op het beoogde niveau. 24
Voor Kandidaten Judge, de taak als Jurylid waarnemen op het beoogde niveau. Het hoger gekwalificeerd toeziend Jurylid zal een vertrouwelijk verslag op het gepaste formulier overmaken aan de Commissie Springen van KBRSF. Drie verslagen van drie verschillende stageleiders zijn noodzakelijk. Stage duur : min 1 jaar en 10 wedstrijddagen. Bij mislukking of na 4 jaar wordt het Jurylid terug geplaatst in de lagere categorie. Parcoursbouwers Na minstens twee seizoenen en minimum twee wedstrijden per jaar van de beoogde hoogte, waarvan minimum 50 % in België, het ontwerpen en bouwen, onder toezicht van een parcoursbouwer, minimum twee verschillenden, van een hogere kwalificatie, kan de toezichthoudende parcours bouwer(s), zijn benoeming tot het hoger niveau voorstellen aan de Commissie Springen KBRSF .
BELANGRIJKE OPMERKINGEN : Alleen diegene die een aanvraag hebben ingediend tot bekomen, na deze stage, van een hogere kwalificatie en dus toelating kregen tot het aanvangen van de stage komen in aanmerking. Activiteiten verslagen kunnen alleen worden ingediend voor prestatie door de parcoursbouwer die promotie wenst te maken als hij daadwerkelijk, onder toezicht, de omlopen heeft ontworpen en gebouwd. 5. Activiteiten. a. Ieder twee jaar zal de Commissie Springen een activiteiten lijst aan alle juryleden (pare jaren) en parcoursbouwer ( onpare jaren) vragen over de twee voorbije jaren. b. Een jurylid of parcoursbouwer die over deze twee jaar geen minimum van vier wedstrijden (in een terreinjury voor een jurylid) , van minimum twee dagen, in de hoogste categorie van zijn kwalificatie kan verrechtvaardigen zal door de Commissie Springen van de koepel (KBRSF) automatisch worden geherkwalificeerd in de categorie waarin hij minimum vier wedstrijden van minimum twee dagen heeft gefungeerd. Dus zonder activiteit als Judge wordt overgegaan tot schrapping. c. Een jurylid of parcoursbouwer dat gedurende meer dan een jaar niet heeft gefungeerd (in een terreinjury voor een jurylid) , maar hiervoor een door de Commissie Springen van de koepel (KBRSF) als geldige verontschuldiging wordt herkend, kan uitgenodigd worden op een nieuwe (opfrissings) cursus van zijn niveau. d. Wanneer een jurylid of parcoursbouwer verhinderd is om op een wedstrijd op te treden, dan moet hij persoonlijk de inrichter en de verantwoordelijke van de officials in de Commissie Springen van de KBRSF of Liga of Groepering/ Provinciale hiervan op de hoogte brengen en zelf een vervanger voorstellen van het gepast niveau. e. Juryleden en parcoursbouwers mogen niet meewerken aan wedstrijden die ingericht worden onder eender welke vorm door een organisator die geen lid is van de Liga’s. Elke wedstrijd ingericht door clubs of groeperingen die niet zijn aangesloten is een « verboden » wedstrijd en de juryleden en parcoursbouwers (en gelicentieerde ruiters) die er aan deelnemen kunnen worden gesanctioneerd. De Commissies Springen (KBRSF en Liga’s) kunnen hierop geen afwijking toestaan. f. Wedstrijden mogen door de clubs lid van een Liga ingericht worden tussen 5 november en 1 25
april van ieder jaar. Gekwalificeerde (ivm hoogten van proeven) Juryleden en parcoursbouwers mogen hieraan hun medewerking verlenen en de incidenten die er zich voordoen behoren tot de bevoegdheid van de Disciplinaire Commissie KBRSF. g. De verzekeringspolissen van de Liga's (burgerlijke aansprakelijkheid van inrichter en ongevallen van officials) zijn van toepassing op de officiële wedstrijden die op de nationale kalender zijn ingeschreven. In principe zijn de intieme wedstrijddagen NIET gedekt. Juryleden en parcoursbouwer houden hiermede rekening voor hun eventuele burgerrechtelijke persoonlijke aansprakelijkheid en persoonlijk ongevallen. 6. Kledij. a. Een jurylid zal bij voorkeur in sobere tinten gekleed zijn. Een mantelpak, een broekpak of een hemdjurk voor de dames, voor de heren een blauwe blazer met grijze broek of een donker kostuum, steeds met hemd en das zijn aangewezen. b. Bij uitzonderlijk warm weer kan de terreinjury, op verzoek van de deelnemers, en mits goedkeuring van de inrichter, uitzonderlijk toelating geven om zonder vest te rijden. Het FEI reglement terzake dient dan geëerbiedigd te worden. In dit geval mogen ook de juryleden hun vest uitlaten. Jeans, sweaters, T shirts, dikke pull over enz worden niet gedragen als men een officiële functie uitoefent
26
ANNEX II – Reglement Nationale Cyclus Jonge Paarden Nationale Cyclus Jonge Paarden 2008 K.B.R.S.F – V.L.P. – L.E.W.B. REGLEMENT 2008
1.Ruiters: De Nationale Cyclus Jonge Paarden 2008 is voorbehouden aan ruiters met een geldige VLP of LEWB licentie J08, J13 , J 15 of J16.
2.Paarden: De Nationale Cyclus Jonge Paarden 2008 staat open voor 4-,5-,6- en 7-jarige paarden, ingeschreven bij de geboorte in een erkend stamboek en geldig geïmmatriculeerd bij de KBRSF.
3.Aantal paarden per ruiter en per proef: Onbeperkt zowel bij de 4-,5-,6-,7-jarige paarden.
4.Wedstrijden: Er worden maximum 12 wedstrijden (manches) in de Nationale Cyclus Jonge Paarden 2008 georganiseerd. Enkel de 8 beste uitslagen van de eerste 10 deelnames zullen in acht genomen worden voor de puntentoekenning van de algemene rangschikking.
5.Wedstrijdprogramma: De Manches van de Nationale Cyclus Jonge Paarden 2008 kunnen verreden worden tijdens 3- of 4- daagse wedstrijden met volgend standaard programma. Tegen het einde van het cyclusseizoen kan van dit programma afgeweken worden.
5.1. Programma met 4 wedstrijddagen o 1ste dag : 4- jarigen e o 2 dag : 5- jarigen o 3e dag : 6- jarigen o 4e dag : 7- jarigen 5.2. Programma met 3 wedstrijddagen o 1ste dag : 4- jarigen o 2e dag : 5- jarigen o 3e dag : 6- jarigen en 7- jarigen 5.3. Opmerkingen o o
o
Dit programma kan aangevuld worden met nationale proeven dit onder verantwoordelijkheid van respectievelijke Liga’s (VLP of LEWB) Wedstrijden waar slechts gebruik gemaakt wordt van één piste, wordt steeds gestart met cyclusproeven om de garantie te bieden dat de jonge paarden zeker kunnen lopen. Enkel de proef voor 7-jarige paarden kan vooraf gegaan worden door een andere proef. Er wordt onderlijnd dat de nationale proeven enkel toegankelijk zijn voor seniorruiters met licentie J 15 of J 16 en indien de proeven tevens open staan voor juniors, deze met licentie J 13.
6.Inschrijvingen: 6.1. Basisinschrijvingen 1.1. De inschrijvingen voor de Nationale Cyclus dienen te gebeuren op het specifieke
1.2.
inschrijvingsformulier. Dit formulier is te bekomen op de zetel VLP, LEWB en KBRSF.Het is eveneens aangehecht aan dit reglement. Enkel dit inschrijvingsdocument mag gebruikt worden. Per paard dat men inschrijft, dient 1 document te worden ingediend. Dit document dient volledig en correct te worden ingevuld. Niet volledig of niet correct ingevulde documenten worden niet aanvaard en zullen teruggestuurd worden naar de afzender. Bij elk inschrijvingsdocument dient een volledige en leesbare kopij van het stamboekdocument te worden gevoegd. Vanzelfsprekend dienen de gegevens, vermeld op het inschrijvingsdocument, overeen te stemmen met deze van het stamboekdocument en met het paard zelf. De eventueel aan te brengen wijzigingen aan de originele gegevens dienen bevestigd te worden door het stamboek. Het is verplicht de grafische beschrijving in te vullen door de aftekeningen in rode pen in te kleuren.
27
1.3. Het volledig ingevulde inschrijvingsdocument, samen met de kopij van het
1.4.
stamboekdocument en de betaling, dienen per post te worden opgestuurd naar of af te geven op het secretariaat VLP of LEWB (NIET KBRSF), en dit vóór de sluitingsdatum van 10/03/2008 (10 maart 2008). Een basisinschrijving kan steeds ter plaatse op de wedstrijd gebeuren.
6.2. Betaling Basisinschrijvingen 2.1. Enkel paarden, die geldig geïmmatriculeerd zijn bij de KBRSF kunnen worden ingeschreven. De immatriculatie is niet inbegrepen in de prijs van de basisinschrijving van de Nationale Cyclus. 2.2. Als basisinschrijving dient voor 2008 per paard een éénmalig en forfaitair bedrag te worden betaald. In dit bedrag is het hoofdstelnummer inbegrepen. - voor 4-jarige paarden: € 65,00 - voor 5-jarige paarden: € 85,00 - voor 6- jarige paarden: € 120,00 - voor 7- jarige paarden: € 135,00 2.3. De betaling van de basisinschrijvingen dient bij de inschrijvingen gevoegd te worden (cheque), contant betaald te worden op het secretariaat VLP of LEWB (NIET KBRSF) of per overschrijving aan de Liga met vermelding van naam verantwoordelijke, naam paard en leeftijdscategorie. 2.4. Na de sluitingsdatum van de basisinschrijvingen (10/03/2008) wordt het inschrijvingsforfait verhoogd met € 40,00 per paard. 2.5. Een forfaitair inschrijvingsbedrag wordt nooit terugbetaald, noch overgedragen op een ander paard. 6.3. Inschrijvingen per proef Naast de forfaitaire en éénmalige basisinschrijving, dient voor elke proef van de Nationale Cyclus ingeschreven te worden volgens de gewoonlijke procedure van uw liga . De inschrijving per proef bedraagt: Online Anders - voor 4- jarige paarden: € 5,00 + 5 % 10 € - voor 5- jarige paarden: € 15,00 + 5 % 20 € - voor 6- jarige paarden: € 20,00 + 5 % 25 € - voor 7- jarige paarden: € 30,00 + 5 % 35 €.
7.Hoofdstelnummer: Bij de eerste deelname dient per paard een hoofdstelnummer te worden afgehaald. Dit hoofdstelnummer is inbegrepen in de basisprijs. Men bekomt dit op het wedstrijdsecretariaat en dient te worden gedragen door hetzelfde paard tijdens alle proeven van de Nationale Cyclus. Indien de ruiter, om eender welke reden dit hoofdstelnummer verliest, dient hij een nieuw aan te kopen aan de kostprijs van € 5,00.
8.Startorde: De startlijst zal zichtbaar zijn op de Internetsite KBRSF www.equibel.be en VLP www.vlp.be en LEWB www.lewb.be vanaf de dinsdag vóór elke wedstrijd, en eveneens op de wedstrijd zelf. De volgorde dient strikt nageleefd te worden.
9.Startorde goedgekeurde dekhengsten: De goedgekeurde dekhengsten zullen gegroepeerd starten tussen 12u30 en 13u30 in de proef van hun jaargang (4- en 5- jarige paarden).
10.Controles: 10.1.Anti - dopingcontroles kunnen uitgevoerd worden. Er zullen tevens controles gebeuren van de vaccinaties alsook van de stamboekdocumenten. Bij eerste deelname dient men de originele stamboekdocumenten, samen met het vaccinatieboekje te kunnen voorleggen aan de controlerende dierenarts. De controlerende dierenarts zal dan een document aftekenen voor goedgekeurd. Dit document zal dan geldig zijn voor latere controles van stamboekdocumenten zodat de originele papieren niet telkens moeten voorgelegd worden aan de wedstrijddierenarts van de Nationale Cyclus. 10.2.Paarden die niet geïmmatriculeerd zijn, kunnen ter plaatse geïmmatriculeerd worden mits betaling van € 100,00 en voorzien van de nodige papieren.
11.Optoming: 28
Voor de 4- en 5- jarige paarden zijn enkel de gewone gebroken trens in staal of rubber en de trens in zacht rubber alsook de naaldtrens toegelaten. In alle leeftijdscategorieën is enkel de ringmartingaal zonder blokkeersysteem toegelaten. In alle leeftijdscategorieen zijn hoge pijpkousen aan de achterbenen verboden. Enkel kogelbeschermers zijn toegelaten.
12.Pistebouwer – Voorzitter jury: De pistebouwers van de wedstrijden van de Nationale Cyclus worden voorgedragen door de respectievelijke Liga en goedgekeurd door de Nationale Springcommissie. De leden van de Terreinjury worden aangeduid door de organiserende Liga in samenspraak met de inrichter. Voor het niveau van de rechters wordt verwezen naar het Nationaal reglement Springen dat van toepassing is (zie CSN).
13.Proeven: - 4- jarige paarden: - 5- jarige paarden: - 6- jarige paarden: - 7- jarige paarden:
Barema A zonder herkansing (art.238.1.1) binnen de toegestane tijd (minimum 10, maximaal 12 hindernissen). Uitsluiting na de derde ongehoorzaamheid. Barema A zonder herkansing (art.238.1.1) binnen de toegestane tijd (minimum 10, maximaal 12 hindernissen). Uitsluiting na de derde ongehoorzaamheid. Barema A met herkansing op tijd (art. 238.2.2) of een Barema A twee fasen (art 274.5.3). Barema A met herkansing (art. 238. 2.2).
14.Prijzengeld: - 4- jarige paarden: - 5- jarige paarden: - 6- jarige paarden:
- 7- jarige paarden:
geen prijzengeld. € 1500,00 gelijkmatig verdeeld onder de foutloze omlopen. € 1620,00 : te verdelen € 375,00 - € 300,00 - € 240,00 - € 185,00 – € 150,00 - € 130,00 - € 100,00 - € 85,00 – € 55,00 Volgprijzen € 40,00 1 op 4 van de gestarte combinaties ontvangt prijzengeld. € 1860,00 : Te verdelen: (€ 425,00– € 345,00– € 275,00 – € 210,00– € 175,00– € 150,00– € 115,00– € 95,00– € 70,00) Volgprijzen € 60.00 1 op 4 van de gestarte combinaties ontvangt prijzengeld.
15.Erelinten - 4- en 5-jarige paarden: voor paarden die een foutloze omloop hebben afgelegd, kan een erelint afgehaald worden op het wedstrijdsecretariaat. - 6- en 7-jarige paarden: erelinten zijn voorzien voor de eerste 9 paarden, die in piste komen voor de prijsuitreiking.
16.Puntentoekenning: 4- en 5- jarige paarden: - foutloze omloop: 61 punten. - 1 tem 3 strafpunten: 51 punten. - 4 strafpunten: 41 punten. - 5 tem 7 strafpunten: 31 punten. - 8 strafpunten: 21 punten. - meer dan 8 strafpunten:11 punten. - uitsluiting of opgave: 1 punt. 6- en 7- jarige paarden:
- basisomloop: idem 4- en 5- jarige paarden. - 2de fase of herkansing: - foutloze omloop: 20 punten. - 1 tem 4 strafpunten: 10 punten. - 5 strafpunten en meer : 0 punten.
17.Eindklassement: Wordt per leeftijdscategorie tot winnaar uitgeroepen van de Nationale Cyclus, het paard dat, bij optelling van de punten van zijn 8 beste resultaten van de 10 eerste deelnamen, het hoogst aantal punten behaalde. In geval van gelijkheid van punten voor de 6- en 7-jarige paarden wordt diegene winnaar die het hoogst aantal 1° plaatsen behaalde, daarna volgens de 2° plaatsen, enz…
18.Inschrijving voor 1 proef zonder basisinschrijving voor de Nationale Cyclus: Een paard zonder basisinschrijving kan slechts éénmaal deelnemen. De inschrijving voor de proef moet gebeuren voor de sluitingsdatum van de wedstrijd behoudens voor paarden die ter plaatse eveneens hun basisinschrijving doen. De betaling gebeurt ter plaatse op het wedstrijdsecretariaat en bedraagt het dubbel van het 29
normale inschrijvingsgeld voor de proef. De originele stamboekdocumenten, samen met vaccinatieboekje dienen verplicht te worden voorgelegd. Het paard moet geldig geïmmatriculeerd zijn bij de KBRSF.
19.Catalogus: Naar aanleiding van de Nationale Cyclus wordt een catalogus uitgegeven. Voor ieder paard wordt er 1 catalogus gratis gegeven. Enkel paarden in orde met hun immatriculatie en afstamming worden opgenomen in de catalogus.
20.Beslissingen Elk onvoorzien geval zal soeverein beslecht worden door de Nationale Springcommissie. Door hun inschrijving aanvaarden de eigenaars en ruiters van de ingeschreven paarden het reglement van de Nationale Cyclus.
30