Reglement OC en COR Kinderdagverblijven (KDV), Buitenschoolse opvang (BSO), Halve Dagopvang (HaDO) en Tienercentrum (TC) Versie juni 2011
Toelichting bij Reglement Oudercommissie en Reglement Centrale Ouderraad De Wet Kinderopvang bepaalt dat ouders adviesrecht hebben over onderwerpen die hun belang en dat van hun kinderen binnen de kinderopvangorganisatie raken. De Wet gaat uit van locatiegebonden medezeggenschap (per gebouw), maar maakt een centrale vormgeving ook mogelijk. Dit betekent bij ons: 1. De SKBNM stelt per gebouw een oudercommissie in. Gezien de inhoud van de agendapunten gaat onze voorkeur uit naar een oudercommissie per werksoort, die vervolgens samen vergadert (kan vergaderen) met de oudercommissie van dezelfde werksoort, uit de organisatorische eenheid waar ze toebehoren (bijv. BSO de Toverhoed met BSO de Meerpaal in Naarden; zie ook Reglement Oudercommissie Art. 2.2); 2. Met het oog op de tijdsfactor, de slagvaardigheid en de beheersbaarheid van de besluitvorming (weging van de adviezen van verschillende locaties) is besloten naast de locatiegebonden oudercommissies, een Centrale Ouderraad in het leven te roepen waarin alle oudercommissies vertegenwoordigd zijn. De oudercommissies mandateren een aantal wettelijke adviesrechten aan de Centrale Ouderraad. Uitgangspunt bij de mandatering is dat de Centrale Ouderraad de directie adviseert over onderwerpen die de belangen van alle ouders en kinderen binnen de SKBNM raken en de oudercommissie adviseert de leidinggevende van de vestigingen/of de directie over onderwerpen die uitsluitend de belangen van ouders en kinderen van ‘haar’ vestiging betreffen. Omdat de Wet uitgaat van locatiegebonden adviesrecht, heeft een oudercommissie het recht om naast het COR advies een eigen advies aan de directie voor te leggen. De onderwerpen waar de oudercommissies en/of de Centrale Ouderraad een adviesrecht over hebben, zijn in de wet vastgelegd. Zowel voor de oudercommissies als voor de Centrale Ouderraad zijn reglementen opgesteld. Een aantal verschillende regels komen overeen omdat zij van dezelfde wet zijn afgeleid. Omdat in de praktijk de reglementen meestal gescheiden zullen worden gebruikt, leek het ons handiger om in beide reglementen alle artikelen volledig weer te geven. Verder is elke kinderopvangorganisatie die onder de Wet Kinderopvang valt verplicht een klachtenregeling voor oudercommissies te hebben. De regeling wordt uitgevoerd door de Klachtenkamer Oudercommissies van de SKK. Zowel het reglement van de oudercommissies als van de Centrale Ouderraad is op dit punt aangepast.
Doelstelling van de oudercommissie 1. De gemeenschappelijke belangen van de kinderen en ouders van het kindercentrum en het waar de oudercommissie aan verbonden is binnen de doelstelling van de SKBNM zo goed mogelijk behartigen en de ouders vertegenwoordigen; 2. Het behartigen van de belangen van de ouders van het kindercentrum bij de directie middels de centrale ouderraad; 3. De communicatie bevorderen tussen ouders en medewerkers en tussen de ouders onderling; 4. De betrokkenheid van ouders bij de kinderopvangvoorziening stimuleren en activeren; 5. Het team van de kinderopvangvoorziening daar waar noodzakelijk bij activiteiten ondersteunen; 6. Gevraagd en ongevraagd adviseren ten aanzien van de kwaliteit van de opvang van de kinderen.
Reglement Oudercommissie Artikel 1 Begripsomschrijving 1.1 Ouder/verzorger: een persoon die een huishouding voert waartoe het kind behoort op wie de kinderopvang betrekking heeft; 1.2 Houder: SKBNM, de rechtspersoon die de verschillende kinderopvangvoorzieningen in stand houdt en in de Wet Kinderopvang wordt aangeduid met Houder; 1.3 Kinderopvangvoorziening: een organisatievorm waar één of meer kindercentra vallen; 1.4 Kindercentrum: een voorziening gehuisvest in één gebouw, waar kinderopvang plaatsvindt (kinderdagverblijf, halve dagopvang, buitenschoolse opvang, tieneropvang); 1.5 Oudercommissie: de commissie, bedoeld als in artikel 58 van de Wet Kinderopvang, functionerend op een wijze zoals in dit reglement beschreven is en die bestaat uit ouders van het betreffende kindercentrum. 1.6 Centrale Ouderraad: de raad, functionerend in het verband van de kinderopvangvoorziening, zo als beschreven in het reglement van de centrale ouderraad; 1.7 Raad van Toezicht: het hoogste orgaan van de kinderopvanginstelling dat toezicht uitoefent op de directie; 1.8 Directie: de bestuurlijk eindverantwoordelijke voor het door de Stichting te voeren beleid en beheer; 1.9 Leidinggevende: de medewerker die door de Houder belast is met de leiding van het kindercentrum of een aantal kindercentra; 1.10 De wet: de Wet Kinderopvang; 1.11 Vertrouwenscommissie: een commissie van vertrouwenspersonen door de Houder, in overeenstemming met de Centrale Ouderraad, in te stellen, indien nodig; 1.12 Groep: een vaste groep kinderen met een eigen ruimte; 1.13 Leden: leden van de oudercommissie en de Centrale Ouderraad; 1.14 Klachtenkamer: de klachtenkamer die overeenkomstig het bepaalde in het Convenant Kwaliteit Kinderopvang zoals overeengekomen tussen BOINK (ouderbelangenvereniging kinderopvang) enerzijds en de MO-groep (werkgeversorganisatie kinderopvang) anderzijds, klachten van de oudercommissie over de toepassing van artikel 60 van de Wet Kinderopvang behandelt.
Artikel 2 Samenstelling van de oudercommissie 2.1 2.2
2.3 2.4 2.5 2.6
De Houder stelt conform de Wet kinderopvang voor elk gebouw waarin kinderopvang plaatsvindt een oudercommissie in. Indien één kinderopvangvoorziening in meerdere gebouwen gehuisvest is, kunnen de oudercommissies over gezamenlijke onderwerpen gezamenlijk vergaderen, mits de ouderinspraak voor iedere geregistreerde locatie apart gewaarborgd is. De oudercommissie telt minimaal 3 maximaal 9 leden. Bij de samenstelling wordt gestreefd naar een zo evenredig mogelijke vertegenwoordiging van alle stamgroepen. Uitsluitend ouders, zoals omschreven in artikel 1 van dit reglement, kunnen lid zijn van de oudercommissie. Het lidmaatschap van de commissie staat niet open voor leden van de Raad van Toezicht en medewerkers van de Stichting, ook niet als zij ouder/voogd zijn van een kind dat de voorziening bezoekt. Maximaal één ouder per huishouden kan lid zijn van de oudercommissie.
Artikel 3 Totstandkoming en beëindiging van het lidmaatschap 3.1
3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
3.7 3.8
3.9
Alleen voor startende oudercommissies: Voorafgaand aan de oprichting worden alle ouders door de houder actief uitgenodigd zich kandidaat te stellen voor de oudercommissie. Kandidaatstelling kan schriftelijk of mondeling plaatsvinden. Indien er vacatures zijn in de oudercommissie dan roept de oudercommissie ouders op zich kandidaat te stellen; kandidaatstelling geschiedt schriftelijk of mondeling. Indien het aantal kandidaten het aantal beschikbare zetels niet overtreft, worden alle kandidaten op de eerstvolgende vergadering van de oudercommissie benoemd. Indien zich meer kandidaten melden dan er zetels beschikbaar zijn, organiseert de oudercommissie een verkiezing. De zittingsduur is voor een periode van maximaal 4 jaar. Na 4 jaar kan een lid hoogstens voor één volgende periode van 4 jaar worden benoemd; Het lidmaatschap van de oudercommissie eindigt bij periodiek aftreden, bij bedanken, bij overlijden, bij het beëindigen van de plaatsing/koppeling van het (de) eigen kind(eren) of bij ontslag door de oudercommissie of schorsing. Een lid kan worden ontslagen of geschorst bij gewone meerderheid van stemmen (de helft plus 1, zie Artikel 10.1). Tenminste een derde deel van de ouders kan de oudercommissie verzoeken om binnen twee weken een ouderavond te organiseren, waarbij ze het recht hebben om zelf onderwerpen op de agenda te plaatsen. Tijdens een dergelijke avond moet(en) (leden van) de oudercommissie aftreden als de meerderheid van de ouders aanwezig is en de meerderheid van de aanwezige ouders hun vertrouwen in de oudercommissie opzegt. Een dergelijk besluit kan alleen genomen worden als het is opgevoerd op de van tevoren opgestelde agenda; Bij het aftreden van alle leden van de oudercommissie draagt de Houder zorg voor de verkiezing ten behoeve van een nieuwe oudercommissie.
Artikel 4 Werkwijze oudercommissie 4.1
4.2
De oudercommissie bepaalt zelf haar werkwijze (WK art 58 lid 4) en legt deze schriftelijk vast in het huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement bevat geen regels die in strijd zijn met hetgeen de Wet kinderopvang bepaalt. Mandatering van taken aan de centrale ouderraad is geregeld in het huishoudelijk reglement van de oudercommissie.
Artikel 5 Bevoegdheden 5.1
De Stichting stelt de oudercommissies conform WK art 60 lid 1 in de gelegenheid advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit dat de organisatie betreft, inzake: a. De uitvoering van het kwaliteitsbeleid door de houder met betrekking tot 1. het aantal kinderen per pedagogisch medewerker 2. de groepsgrootte 3. de opleidingseisen beroepskrachten 4. de inzetbaarheid van de beroepskrachten; b. Pedagogisch beleidsplan; c. Voedingsaangelegenheden; d. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. e. Openingstijden; f. Vaststelling of wijziging van een klachtenregeling en het aanwijzen van de leden van de klachtencommissie; g. Wijziging van de prijs van de kinderopvang.
5.2
De oudercommissie is bevoegd de houder ongevraagd te adviseren over de onderwerpen waarop de oudercommissie adviesrecht heeft.
Artikel 6 Adviestraject 6.1
De adviestermijn voor de oudercommissie bedraagt zes weken. In overeenstemming tussen de directie van de Stichting en de leidinggevende van het kindercentrum en minimaal twee leden van de oudercommissie, waaronder de voorzitter, kan voor zeer dringende adviesaanvragen een kortere maximale adviestermijn worden afgesproken. Indien binnen de adviestermijn geen advies aan de leidinggevende van het kindercentrum wordt gegeven, wordt de oudercommissie verondersteld positief te adviseren. Inzake een onderwerp waarover de oudercommissie schriftelijk advies heeft uitgebracht, doet de Houder binnen vier weken schriftelijk mededeling aan de oudercommissie en voor zover zij van het advies afwijkt onder opgave van redenen waaruit blijkt dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. Indien binnen de termijn van vier weken geen reactie aan de oudercommissie is gegeven, veronderstelt de oudercommissie dat het advies door de Houder wordt overgenomen. De Houder neemt geen afwijkend besluit aangaande een door de oudercommissie schriftelijk uitgebracht advies (gevraagd of ongevraagd) dan nadat daarover ten minste eenmaal met de oudercommissie overleg is gepleegd, voor zover dat redelijkerwijze mogelijk is. De oudercommissie is bevoegd de Houder ook ongevraagd te adviseren over de onderwerpen waarover de oudercommissie adviesrecht heeft. Indien oudercommissies gezamenlijk vergaderen (artikel 2.2) heeft elke oudercommissie het recht een afwijkend advies aangaande de eigen locatie uit te brengen.
6.2 6.3
6.4
6.5 6.6
Artikel 7 Overige taken en bevoegdheden van de oudercommissie 7.1 -
-
7.2 -
-
Taken fungeren als aanspreekpunt voor ouders; advies geven over de beleidsonderwerpen genoemd in Artikel 5.1; voeren van overleg met de leidinggevende over de dagelijkse gang van zaken en het beleid van het kindercentrum binnen de randvoorwaarden van de kinderopvangvoorziening bijv. de huisregels, plaatsingsbeleid, informatieverstrekking aan ouders; zitting nemen in de sollicitatiecommissie voor een nieuwe leidinggevende; samen met het team organiseren van activiteiten, bijvoorbeeld het jaarlijkse uitje, jaarfeesten en themabijeenkomsten voor ouders; één maal per jaar verantwoording afleggen over inkomsten en uitgaven van de oudercommissie; zorgen voor een goede en heldere informatieverstrekking aan de ouders over de activiteiten van de oudercommissie; heeft de bevoegdheid de leidinggevende drie keer per jaar, of zoveel vaker als zij in onderling overleg overeenkomen, te verzoeken deel te nemen aan (een gedeelte van) de vergadering van de oudercommissie; kan het inspectierapport van de GGD opvragen bij de leidinggevende; heeft de bevoegdheid leden van de centrale ouderraad te kiezen zorg dragen voor een goede communicatie met de centrale ouderraad; heeft de bevoegdheid, samen met minimaal 25% van het aantal oudercommissies, een bijzondere vergadering bijeen te roepen, om het functioneren van de centrale ouderraad aan de orde te stellen. naar behoefte eenmaal per jaar een ouderavond organiseren. Verplichtingen Op de leden van de oudercommissie rust, inzake hetgeen hen uit hoofde van hun lidmaatschap ter kennis is gekomen, in beginsel geen geheimhoudingsplicht. Een geheimhoudingsplicht bestaat wel in de hieronder beschreven situaties: o Informatie en stukken kunnen alleen aangeduid worden als vertrouwelijk, wanneer het gegevens van privé personen betreft of wanneer het gegevens betreft die het economisch belang van de kinderopvangvoorzieningen kunnen schaden. o Ook de oudercommissie kan verzoeken om geheimhouding van informatie of inlichtingen die schriftelijk of anderszins ter kennis van de Houder worden gebracht. Verzoeken tot geheimhouding dienen te worden gemotiveerd. Waar mogelijk geeft de Houder of de oudercommissie aan welke tijdsduur aan de geheimhouding verbonden is. De verplichting tot geheimhouding vervalt als de informatie betrekking heeft op (ernstige vermoedens van) strafbare feiten.
Artikel 8 Informatie 8.1
8.2
De leidinggevende van het kindercentrum of de directie geeft de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die de oudercommissie redelijkerwijs voor de vervulling van haar taak nodig heeft. Pas vanaf het moment dat aan deze voorwaarde is voldaan, gaat de adviestermijn van 6 weken in. Tenminste één maal per jaar krijgt de oudercommissie schriftelijk de algemene gegevens over het beleid dat op het kindercentrum het afgelopen jaar gevoerd is (evaluatie vestigingswerkplan en stichtingswerkplan) en in het komende jaar gevoerd zal worden (vestigingswerkplan en stichtingswerkplan) inzake de in artikel 5.1 genoemde onderwerpen.
Artikel 9 Middelen 9.1
9.2 9.3
De Houder verplicht zich de oudercommissie faciliteiten ter beschikking te stellen die redelijkerwijs nodig zijn om haar taak uit te voeren: het lidmaatschap van een belangenvereniging; het beschikbaar stellen van een vergaderruimte inclusief koffie en thee; het beschikbaar stellen van kantoorartikelen en kopieerfaciliteiten voor de notulen. Jaarlijks wordt in de begroting van de Stichting een bedrag vastgesteld waaruit noodzakelijke kosten (kopieerkosten, postzegels en dergelijke) worden gedekt. Op verzoek van de oudercommissie kan de Houder (financiële) middelen beschikbaar stellen voor: het (mede)organiseren van één ouderavond per jaar; het bijwonen van een congres; het kunnen deelnemen aan een specifieke training voor de oudercommissie.
Artikel 10 Klachtenkamer Oudercommissie Kinderopvang 10.1 10.2
10.3
De Houder heeft met ingang van 1 april 2008 een klachtenregeling voor oudercommissies. Onder een klacht wordt verstaan een geschil tussen de oudercommissie en de Houder inzake de bevoegdheden van de oudercommissie als bedoeld in Art 60 lid 1, 2 en 4 inde Wet Kinderopvang (medezeggenschap ouders) De klachtenregeling wordt uitgevoerd door de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang.
Artikel 11 Slotbepaling 11.1 11.2 11.3
Daar waar dit reglement niet in voorziet, beslist de directie. De Houder wijzigt dit reglement alleen na instemming van de oudercommissies. Dit reglement is in werking getreden op 1 oktober 1997 en is gewijzigd op 3 april 2002, op 6 november 2003, op 26 juni 2006, op 7 december 2007, op 14 oktober 2008, op 1 april 2010 en op 23 juni 2011.
.
Huishoudelijk reglement oudercommissie 1. Benoemen van de oudercommissie in functie 1.1
Elk kindercentrum (per gebouw) heeft een oudercommissie. De oudercommissie kiest uit haar midden minimaal een voorzitter, een penningmeester, een lid van de centrale ouderraad en een plaatsvervangende lid Centrale Ouderraad.
2. Taken voorzitter, penningmeester en lid van de Centrale Ouderraad 2.1 -
De voorzitter heeft de volgende taken: bewaakt de bepalingen van het reglement; ziet toe op een goede taakverdeling en coördinatie binnen de oudercommissie; stelt de agenda op; zit de vergadering voor;
-
vertegenwoordigt de oudercommissie; ondertekent de officiële stukken.
2.2
De penningmeester heeft de volgende taken: beheer van het budget van de oudercommissie; beheer van het ouderfonds; verantwoording afleggen over inkomsten en uitgaven d.m.v. een financieel verslag dat tweemaal per jaar wordt opgesteld en onder de ouders en de directie wordt verspreid.
2.3
De taken van het lid van de Centrale Ouderraad staan beschreven in het reglement van de centrale ouderraad.
3. Vergaderfrequentie 3.1
3.2 3.3
De vergadering wordt minimaal 4 keer per jaar bijeengeroepen door de secretaris. Ten minste drie vergaderingen vinden plaats in (gedeeltelijke) aanwezigheid van de leidinggevende van het kindercentrum of zoveel vaker als onderling overeengekomen is. Indien twee leden een vergadering noodzakelijk achten, kunnen zij de secretaris opdracht geven om een extra vergadering bijeen te roepen. Het initiatief tot het bijeenroepen van een vergadering kan ook uitgaan van de leidinggevende van het kindercentrum. In de laatste situatie zal de vergadering zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken plaatsvinden. Berichten van verhindering worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken, plaatsvinden. Van een vergadering wordt schriftelijk verslag gemaakt. Het verslag wordt duidelijk zichtbaar opgehangen op het prikbord van de oudercommissie op een centrale plaats van het kindercentrum.
4. Regeling ouderfonds en onkosten 4.1
4.2 4.3
4.4
4.5
4.6
4.7
Het ouderfonds is ingesteld op initiatief van de ouders van de vestiging. De penningmeester van de oudercommissie van de vestiging beheert het fonds en legt 1x per jaar, conform het reglement oudercommissie, verantwoording af aan de ouders over inkomsten en uitgaven. Aan de ouders van de vestiging wordt een vrijwillige financiële bijdrage gevraagd. Die verschilt per vestiging, variërend van € 7,50 tot € 17,50. De bijdragen worden gestort op een privé bank- of girorekening, die door de penningmeester wordt geopend en beheerd. Die rekening heeft de naam van de betreffende oudercommissie. De penningmeester is hoofdelijk aansprakelijk. Een oudercommissie kan ook een zakelijke rekening openen (bij voorkeur bij de ING Bank). Elke oudercommissie moet zich dan bij de Kamer van Koophandel inschrijven als informele vereniging. De SKBNM betaalt de kosten van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel. De penningmeester vraagt een zakelijke rekening aan bij de bank en ontvangt een pasje. Als er een wisseling komt van penningmeester moet dit wel bij de bank worden aangegeven. Het ouderfonds kan o.a. voor de volgende zaken worden gebruikt: een bijdrage leveren in de kosten van het jaarlijkse zomerfeest/uitstapje van de kinderen (50% van de kosten); namens de ouders attenties aan leidsters geven i.v.m. verjaardag, afscheid, jubileum, langdurige ziekte, huwelijk, geboorte kind; de kosten dragen van de thema-avonden die georganiseerd worden door de oudercommissie. De Stichting zorgt voor de voorzieningen en het budget, die de oudercommissies en de COR, in alle redelijkheid, nodig hebben om hun taken naar behoren uit te kunnen voeren. Er kan gebruik gemaakt worden van de kopieerapparaten op de vestigingen en het Service Bureau, van papier, enveloppen en, indien nodig, postzegels. T.b.v. vergaderingen zijn er ruimten beschikbaar inclusief koffie en thee. Indien zonder de leidinggevende of de directeur wordt vergaderd, is vooraf overleg nodig i.v.m. sleutels en alarm. Het budget dat beschikbaar wordt gesteld t.b.v. alle oudercommissies en de COR is € 500,00 en kan worden benut voor het volgen van een cursus, het bezoeken van een symposium enz., waarvan de inhoud betrekking heeft op de onderwerpen waar de Centrale Ouderraad en de oudercommissies over adviseren en de ouderparticipatie zelf. De SKBNM betaalt het lidmaatschap van BOINK (belangenvereniging van ouders in de kinderopvang).
5. Contacten met ouders 5.1 5.2 5.3
De leden van de oudercommissie stellen nieuwe ouders op de hoogte van het bestaan van de oudercommissie. Een lijst met de namen van de leden, waarop vermeld staat waarop men met hen in contact kan komen, is duidelijk zichtbaar opgehangen op het prikbord van de oudercommissie. De oudercommissie draagt er zorg voor dat de agenda, het tijdstip en de plaats van de vergadering, minimaal één week van te voren, aan alle ouders en de leidinggevende kenbaar is gemaakt door middel van een aankondiging op het prikbord van de oudercommissie.
6. Toegang tot de vergadering 6.1 6.2 6.3
Iedere ouder heeft, mits van tevoren gemeld bij de voorzitter van de oudercommissie, als toehoorder toegang tot de vergaderingen. Hij kan inspreken na toestemming van de voorzitter. Indien een onderwerp valt onder de geheimhoudingsplicht van de oudercommissie (artikel 8.2 uit het reglement oudercommissie) wordt deze in een besloten vergadering behandeld. Het overleg van de leidinggevende van het kindercentrum en de voorzitter is niet openbaar.
7. Besluitvorming 7.1
De oudercommissie besluit bij gewone meerderheid van stemmen (de helft plus 1). Een besluit is alleen geldig wanneer gestemd wordt door tweederde van de leden.
8. Mandatering aan de centrale ouderraad (COR) 8.1
8.2 8.3
8.4 8.5
De oudercommissie geeft de centrale ouderraad onder voorbehoud van goed functioneren, mandaat het adviesrecht over te nemen van de oudercommissie van het kindercentrum met betrekking tot de volgende punten: a. De uitvoering van het algemene kwaliteitsbeleid van de organisatie met betrekking tot: 1. het aantal kinderen per pedagogisch medewerker 2. groepsgrootte 3. opleidingseisen beroepskrachten 4. inzetbaarheid beroepskrachten in opleiding; b. Algemeen pedagogisch beleidsplan (centraal pedagogische visie); c. Het algemeen voedingsbeleid van de organisatie; d. Vaststelling of wijziging van een klachtenregeling en het aanwijzen van de leden van de klachtencommissie conform de Wet Klachtrecht; e. Wijziging van de prijs; f. Indien één of meerdere van de punten van a t/m e voor een bepaald kindercentrum afwijken van het algemene beleid van de kinderopvangorganisatie, dan behoudt de oudercommissie van het betreffende kindercentrum het adviesrecht daarover (bijvoorbeeld een specifiek pedagogisch werkplan, een specifiek voedingsbeleid, een specifieke prijsstijging). De onderwerpen die aan de centrale ouderraad zijn gemandateerd, kunnen op grond van het mandaat meteen teruggetrokken worden, daar de wet kinderopvang alleen inspraak op locatieniveau (het gebouw) regelt. Eén maal per twee jaar wordt een bijzondere vergadering bijeengeroepen door de voorzitter van de centrale ouderraad, waarbij zowel de centrale ouderraad, als de oudercommissies van de kindercentra (wijzigings-)voorstellen doen welke onderwerpen voor mandatering aan de centrale ouderraad in aanmerking komen. De oudercommissies van de kindercentra zijn degene die hierover stemmen. Er wordt besloten bij meerderheid van stemming in een vergadering waarbij een meerderheid van het aantal oudercommissies aanwezig is. De stemming kan ook schriftelijk plaatsvinden, waarbij per oudercommissie één stem is toegekend. Bij besluiten die grote gevolgen hebben voor de kwaliteit van de kinderen, kan de centrale ouderraad een achterbanraadpleging houden onder alle oudercommissies van de kindercentra, alvorens een advies uit te brengen. Het functioneren van de centrale oudercommissie kan aan de orde worden gesteld door de
8.6
oudercommissies van de kindercentra in een buitengewone vergadering die op initiatief van minimaal 25% van de oudercommissies bij elkaar is geroepen (zoals benoemd in artikel 8.1 van het reglement van de oudercommissie van een kindercentrum). De (leden van de) centrale oudercommissie kan/kunnen in dat geval uit hun functie worden ontheven, bij meerderheid van stemmen waar de meerderheid van het aantal oudercommissies aanwezig is. Als in een vergadering zoals genoemd in 6.4 de (leden van de) centrale ouderraad uit hun functie worden ontheven gaat het gemandateerde adviesrecht tijdelijk terug naar de oudercommissies van de kindercentra, totdat een nieuwe centrale ouderraad is benoemd.
Formulier ‘Mandatering aan Centrale Ouderraad (COR) SKBNM’ De oudercommissie van de vestiging ……………………………………. (KDV/BSO/PSZ/HaDO/Tiens) van SKBNM, gevestigd te …………………………….. geeft de COR van de SKBNM hierbij mandaat het verzwaard adviesrecht over te nemen met betrekking tot de volgende punten: 1. De uitvoering van het algemene kwaliteitsbeleid van de organisatie met betrekking tot: • Aantallen kinderen per leidster • Groepsgrootte • Opleidingseisen beroepskrachten • Inzetbaarheid beroepskrachten in opleiding; 2. Algemeen pedagogisch beleidsplan van de organisatie; 3. Algemeen voedingsbeleid van de organisatie; 4. Algemeen gezondheidsbeleid van de organisatie; 5. Algemeen veiligheidsbeleid van de organisatie; 6. Vaststelling of wijziging van een klachtenregeling en het aanwijzen van de leden van de klachtencommissie conform de Wet Klachtrecht; 7. Openingstijden; 8. Wijziging van de vraagprijs. Let op: a) Bovenstaande beleidsonderdelen vormen een keuzelijst voor de oudercommissies. Elke oudercommissie mag zelf beslissen welke van bovenstaande onderwerpen ze wil mandateren aan de COR: het kan dus een selectie zijn maar ook alle acht. b) Bovenstaand mandaat geldt uitsluitend voor het algemeen beleid op de genoemde onderwerpen. Het adviesrecht op vestigingsspecifiek beleid blijft voorbehouden aan de oudercommissies op de vestigingen. c) De oudercommissie behoudt zich het recht voor om te allen tijde zelf gebruik te maken van haar wettelijke recht op verzwaard advies als zij dit noodzakelijk acht. d) De oudercommissie behoudt zich het recht voor om bij niet goed functioneren van de COR het mandaat in te trekken. Het functioneren kan aan de orde worden gesteld door de oudercommissies van de kindercentra tijdens een buitengewone vergadering die op initiatief van minimaal 25% van de oudercommissies bij elkaar is geroepen. e) Het mandaat wordt verleend voor de periode van 12 maanden. Vóór het verstrijken van deze periode vindt een eerste evaluatie plaats van het functioneren van de COR en het reglement. Naam Voorzitter Oudercommissie of andere afgevaardigde voor de COR
Handtekening Voorzitter Oudercommissie of andere afgevaardigde voor de COR
………………………………………
………………………………………………
Plaats en datum: ………………………………………
Reglement Centrale Ouderraad Doelstelling Centrale Ouderraad 1. De gemeenschappelijke belangen van de kinderen en ouders van alle kinderopvangcentra die door de Stichting in stand worden gehouden, zo goed mogelijk behartigen en de oudercommissies vertegenwoordigen. 2. De verantwoordelijkheid van de ouders voor de opvoeding van de eigen kinderen mede vormgeven door invloed uit te oefenen op het beleid van de Stichting. 3. De communicatie bevorderen tussen ouders, oudercommissies en de directie. Artikel 1 Begripsomschrijving =>
zie begripsomschrijving bij reglement oudercommissie op de tweede bladzijde van dit reglement
Artikel 2 Samenstelling Centrale Ouderraad 2.1 2.2 2.3
2.4
Uitsluitend ouders, zoals omschreven in artikel 1, kunnen lid zijn van de Centrale Ouderraad. Maximaal één ouder per huishouden kan lid zijn van de Centrale Ouderraad. Het lidmaatschap van de Centrale Ouderraad staat niet open voor leden van de Raad van Toezicht en medewerkers van de Stichting, ook niet als zij ouder/voogd zijn van een kind dat de voorziening bezoekt. De Centrale Ouderraad bestaat uit minimaal vijf leden en een maximum dat gelijk is aan één afgevaardigde per oudercommissie.
Artikel 3 Totstandkoming en beëindiging lidmaatschap Centrale Ouderraad 3.1 3.2 3.3 3.4
3.5 3.6 3.7
3.8
Elke oudercommissie heeft één vertegenwoordiger in de Centrale Ouderraad. De leden worden bindend voorgedragen door de oudercommissies. De voorgedragen kandidaat dient zitting te hebben in de oudercommissie die hij/zij vertegenwoordigt. De zittingsduur is voor een periode van 4 jaar. Na 4 jaar kan een lid hoogstens voor één volgende periode van 4 jaar worden benoemd. De Centrale Ouderraad vervaardigt een rooster van aftreden. Plaatsvervangers treden af op het tijdstip dat het oorspronkelijke lid aftreedt. Het lidmaatschap van de Centrale Ouderraad eindigt bij het beëindigen van de plaatsing van het eigen kind, periodiek aftreden uit de oudercommissie en/of de Centrale Ouderraad, bij overlijden. Het lid kan worden geroyeerd of geschorst bij besluit van een gewone meerderheid van stemmen (de helft plus één) uitgebracht in een vergadering van de Centrale Ouderraad. Het functioneren van de Centrale Ouderraad kan aan de orde worden gesteld door de oudercommissies van de kindercentra in een buitengewone vergadering die op initiatief van minimaal 25% van de oudercommissies bij elkaar is geroepen. De leden van de Centrale Ouderraad kunnen in dat geval uit hun functie worden ontheven bij meerderheid van stemmen waar de meerderheid van de oudercommissies aanwezig is. Als in een vergadering zoals genoemd onder 3.7 de leden van de Centrale Ouderraad uit hun functie worden ontheven, gaat het gemandateerde adviesrecht tijdelijk terug naar de oudercommissies van de kindercentra, totdat een nieuwe Centrale Ouderraad is gevormd.
Artikel 4 Werkwijze Centrale Ouderraad 4.1
De Centrale Ouderraad bepaalt zelf haar werkwijze (WK art 58 lid 4) en legt deze schriftelijk vast in het huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement bevat geen regels die in strijd zijn met hetgeen de Wet Kinderopvang bepaalt.
Artikel 5 Bevoegdheden 5.1
De Centrale Ouderraad heeft de taak om een lid voor de Raad van Toezicht te werven die op bindende voordracht van de Centrale Ouderraad zitting heeft in de Raad van Toezicht.
5.2
Adviesrecht: De Houder stelt de Centrale Ouderraad conform WK art 60 lid 1 in ieder geval tijdig in de gelegenheid advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit, dat de belangen van ouders en kinderen van alle kinderopvangcentra betreft, inzake: ahet algemene beleid inzake de systematische bewaking, beheersing of verbetering van de kwaliteit van de aangeboden kinderopvang o.a.: aantal kinderen per beroepskracht; groepsgrootte; opleidingseisen beroepskrachten; inzetbaarheid beroepskrachten in opleiding bde vaststelling of wijziging van de centrale pedagogische visie; chet algemeen voedingsbeleid; dvaststelling of wijziging van een klachtenregeling en het aanwijzen van de leden van de klachtencommissie conform de Wet Klachtrecht; ewijziging van de prijs; fIndien één of meerdere van de punten a t/m e voor een bepaald kindercentrum afwijken van het algemene beleid van de kinderopvangorganisatie dan moet de houder/vestigingsmanager advies vragen aan de oudercommissie van het betreffende kindercentrum (bijvoorbeeld een specifiek pedagogisch beleidsplan, een specifiek voedingsbeleid, een specifieke prijsstijging).
5.3
Eén maal per 2 jaar wordt een bijzondere vergadering bijeengeroepen door de voorzitter van de Centrale Ouderraad, waarbij zowel de Centrale Ouderraad als de oudercommissies van de kindercentra (wijzigings-)voorstellen kunnen doen, welke onderwerpen voor mandatering aan de Centrale Oudercommissie in aanmerking komen. De oudercommissies van de kindercentra zijn degenen die hierover stemmen. Er wordt besloten bij meerderheid van stemmen in een vergadering waar de meerderheid van het aantal oudercommissies aanwezig is. De stemming kan ook schriftelijk plaatsvinden, waarbij per oudercommissie één stem is toegekend.
5.4
Bij besluiten die grote gevolgen hebben voor de kwaliteit van de opvang van de kinderen kan de Centrale Ouderraad, binnen de gestelde adviestermijn, een achterbanraadpleging houden onder alle oudercommissies van de kindercentra, alvorens advies uit te brengen.
5.5
Het functioneren van de Centrale Ouderraad kan aan de orde worden gesteld door de oudercommissies van de kindercentra in een buitengewone vergadering die op initiatief van minimaal 25% van de oudercommissies bij elkaar is geroepen (zoals benoemd in art 7.5 van het huishoudelijk reglement van de oudercommissie). De (leden van de) Centrale Ouderraad kan/kunnen in dat geval uit hun functie ontheven worden bij meerderheid van stemmen waar de meerderheid van het aantal oudercommissies aanwezig is.
5.6
Als in een vergadering zoals genoemd in 5.4 (leden van de) Centrale Ouderraad uit hun functie worden ontheven, gaat het gemandateerde adviesrecht tijdelijk terug naar de oudercommissies van de kindercentra, totdat een nieuwe centrale oudercommissie is benoemd.
Artikel 6 Ongevraagd advies 6.1
De Centrale Ouderraad is bevoegd de houder ook ongevraagd te adviseren over de onderwerpen waarop de Centrale Oudercommissie adviesrecht heeft (WK art 60 lid 3).
Artikel 7 Adviestraject 7.1 7.2
7.3 7.4
De adviestermijn voor de Centrale Ouderraad bedraagt 6 weken. In overeenstemming tussen de directie en minimaal twee leden van de Centrale Ouderraad, waaronder de voorzitter, kan voor zeer dringende adviesaanvragen een kortere maximale adviestermijn worden afgesproken. Indien binnen de adviestermijn van zes weken geen advies aan de directie wordt gegeven, wordt de Centrale Ouderraad verondersteld positief te adviseren. Inzake een onderwerp waarover de Centrale Ouderraad schriftelijk advies heeft uitgebracht, doet de houder binnen vier weken schriftelijk mededeling aan de Centrale Ouderraad en voor zover zij van het advies afwijkt onder opgave van redenen waaruit blijkt dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. Indien binnen de termijn van vier weken geen
7.5
reactie aan de Centrale Ouderraad is gegeven, veronderstelt de Centrale Ouderraad dat het advies door de Houder wordt overgenomen. De houder neemt geen afwijkend besluit aangaande een door de Centrale Ouderraad schriftelijk uitgebracht advies (gevraagd of ongevraagd) dan nadat daarover ten minste eenmaal met de Centrale Ouderraad overleg is gepleegd, voor zover dat redelijkerwijze mogelijk is.
Artikel 8 Overige taken en verplichtingen van de Centrale Ouderraad 8.1
Taken o voeren van overleg met de directie over het beleid van de Houder; o stimuleren dat de Houder voldoende voorlichting geeft aan de ouders over het voorgenomen en het gevoerde beleid; o zorg dragen voor een goede communicatie en taakafbakening met de oudercommissies; o fungeren als platform voor het bespreken van signalen van ouders betreffende de kwaliteit van de dienstverlening in het algemeen; o jaarlijks, binnen 3 maanden na afloop van het kalenderjaar, een verslag opstellen over het functioneren van de Centrale Ouderraad. Dit verslag wordt in het bezit gesteld van de voorzitters van de oudercommissies en de directie en ter inzage voor de ouders neergelegd; o naar behoefte eenmaal per jaar een ouderavond organiseren.
8.2
Verplichting De leden zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen uit hoofde van hun functie ter kennis is gekomen, voor zover die verplichting uit de aard der zaak volgt dan wel het uitdrukkelijk is opgelegd. Deze verplichting geldt ook na beëindiging van het lidmaatschap van de Centrale Ouderraad. Deze verplichting vervalt als de informatie betrekking heeft op (ernstige vermoedens van) strafbare feiten.
Artikel 9 Informatie 9.1 9.2
De houder verstrekt de Centrale Ouderraad, tijdig en desgevraagd schriftelijk, alle inlichtingen en gegevens die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. De houder verstrekt de Centrale Ouderraad tenminste een maal per jaar mondeling of schriftelijk algemene gegevens omtrent het beleid dat in het verstreken tijdvak is gevoerd en dat in het komend jaar zal worden gevoerd (Jaarverslag en Werkplan).
Artikel 10 Middelen 10.1
10.2 10.3
De houder verplicht zich de Centrale Ouderraad faciliteiten ter beschikking te stellen die redelijkerwijs nodig zijn om haar taak uit te voeren. O.a.: het lidmaatschap van een belangenvereniging; het beschikbaar stellen van vergaderruimte inclusief koffie en thee; Het beschikbaar stellen van kantoorartikelen en kopieerfaciliteiten; het kunnen deelnemen aan een specifieke training voor de Centrale Ouderraad. De houder biedt administratieve ondersteuning aan, met name aan de secretaris in het verzorgen en verspreiden van de notulen van overleggen in aanwezigheid van de directie. Jaarlijks wordt in de begroting een bedrag vastgesteld waaruit noodzakelijk kosten worden vergoed.
Artikel 11 Openbaarheid
11.1 De houder maakt binnen één maand na vaststelling door de Raad van Toezicht schriftelijk openbaar: - het jaarverslag; - de uitgangspunten voor het beleid, waaronder de algemene criteria, die bij de dienstverlening worden gehanteerd; - een regeling inzake de behandeling van klachten van ouders en andere voor de ouders geldende regelingen. Artikel 12 Klachtenkamer Oudercommissie Kinderopvang 12.1 12.2 12.3
De Houder heeft met ingang van 1 april 2008 een klachtenregeling voor oudercommissies. Onder een klacht wordt verstaan een geschil tussen de oudercommissie c.q. Centrale Ouderraad en de Houder inzake de bevoegdheden van de oudercommissie als bedoeld in Art 60 lid 1, 2 en 4 in de Wet Kinderopvang (medezeggenschap ouders). De klachtenregeling wordt uitgevoerd door de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang.
Artikel 13 Slotbepaling 13.1 13.2
Daar waar dit reglement niet in voorziet, beslist de directie. Dit reglement is in werking getreden op 1 oktober 1997 en is gewijzigd op 3 april 2002,op 6 november 2003, op 26 juni 2006, op 7 december 2007, op 25 november 2008, op 1 april 2010 en op 23 juni 2011.
Huishoudelijk reglement Centrale Ouderraad Artikel 1 Installatie van de Centrale Ouderraad 1.1
De Centrale Ouderraad kiest uit zijn midden een voorzitter en secretaris.
1.2
De voorzitter heeft de volgende taken: bewaakt de bepalingen van het reglement; ziet toe op een goede taakverdeling en coördinatie binnen de Centrale Ouderraad; stelt de agenda op; zit de vergadering voor; vertegenwoordigt de Centrale Ouderraad in en buiten rechte; ondertekent mede officiële stukken. De secretaris heeft de volgende taken: stelt in overleg met de voorzitter de agenda op en verzendt deze aan de leden van de Raad; verzorgt de verslaglegging van de vergaderingen; verzorgt de correspondentie en archivering; ondertekent mede officiële stukken.
1.3
Voor het overige bepaalt de Centrale Ouderraad zelf haar werkwijze en legt deze schriftelijk vast in het huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement bevat geen regels die strijdig zijn met hetgeen de Wet Kinderopvang bepaalt.
Artikel 2 Vergadering en besluitvorming 2.1 De Centrale Ouderraad vergadert minimaal 2 maal per jaar en zo vaak als de voorzitter of twee leden dit nodig achten, dan wel op verzoek van de directie. 2.2 Besluitvorming vindt plaats bij meerderheid van stemmen (WK art 59 lid 4), daarbij dient de helft plus één van het aantal leden aanwezig te zijn. 2.3 Over de kwestie die het voorbestaan van de Centrale Ouderraad zelf of haar functioneren betreffen kan de vergadering alleen besluiten indien het op de agenda is opgevoerd, het gaat hierbij met name om:
-
ontslag van één van de leden. In deze situatie is de vergadering niet openbaar; wijziging van het reglement van de Centrale Ouderraad; wijziging van het huishoudelijk reglement.
2.4 Een lid van de Centrale Ouderraad kan een ander schriftelijk machtigen voor hem of haar een stem uit te brengen. Een lid kan in een vergadering voor hoogstens twee leden als gemachtigde optreden. Stemmingen geschieden mondeling. De voorzitter kan bepalen dat schriftelijk wordt gestemd. Een blanco stem of onthouding wordt geacht niet te zijn uitgebracht. Bij het staken van de stemmen beslist de voorzitter. 2.5 De directie kan op verzoek van de Centrale Ouderraad, dan wel op eigen verzoek, een vergadering bijwonen. Artikel 3 Contacten met ouders 3.1 3.2
Alle ouders worden door middel van een aankondiging op het prikbord van ieder kindercentrum op de hoogte gebracht van de vergadering van de centrale ouderraad. De goedgekeurde notulen worden verspreid onder de oudercommissies van de kindercentra e en de Directie/Raad van Bestuur. De notulen zijn voor iedere ouder op aanvraag verkrijgbaar en worden op een duidelijk zichtbare, centrale plaats op ieder kindercentrum ter inzage gelegd.
Artikel 4 Toegang tot de vergadering 4.1
4.2
Iedere ouder heeft, mits van tevoren aangemeld bij de voorzitter van de Centrale Ouderraad, als toehoorder toegang tot de vergaderingen. Hij kan inspreken na toestemming van de voorzitter. Het overleg van de voorzitter met de directeur is niet openbaar.
Artikel 5 Regeling onkosten 5.1
5.2
De Stichting zorgt voor de voorzieningen en het budget, die de oudercommissies en de COR, in alle redelijkheid, nodig hebben om hun taken naar behoren uit te kunnen voeren. Er kan gebruik gemaakt worden van de kopieerapparaten op de vestigingen en het Service Bureau, van papier, enveloppen en, indien nodig, postzegels. T.b.v. vergaderingen zijn er ruimten beschikbaar inclusief koffie en thee. Indien zonder de leidinggevende of de directeur wordt vergaderd, is vooraf overleg nodig i.v.m. sleutels en alarm. Het budget dat beschikbaar wordt gesteld t.b.v. alle oudercommissies en de COR is € 500,00 en kan worden benut voor het volgen van een cursus, het bezoeken van een symposium enz., waarvan de inhoud betrekking heeft op de onderwerpen waar de Centrale Ouderraad en de oudercommissies over adviseren en de ouderparticipatie zelf. De SKBNM betaalt het lidmaatschap van BOINK (belangenvereniging van ouders in de kinderopvang).