Reglement Certificatie Groenkeur | versie: 21-11-2013 Pagina 1
Reglement Certificatie Groenkeur (Kwaliteitsmanagementsysteem) Opvraagbaar via www.groenkeur.nl De dato: 21-11-2013 Inleiding Stichting Groenkeur volgt de internationaal erkende definitie voor kwaliteit: “Voldoen aan de eisen van de klant”. In het College van deskundige groen zijn de eindgebruikers als marktpartij gedefinieerd. Zij hebben samen met een afvaardiging van de deelnemers en certificatie-instellingen zitting in het College van deskundigen groen. Zij bepalen gezamenlijk, in absolute zelfstandigheid, de maat van de kwaliteit. Die kwaliteitsmaat van het systeem van een deelnemer staat beschreven in de beoordelingsrichtlijnen van Groenkeur. Alleen de vestigingen die de kwaliteit (de eis van de klant) in het voorgeschreven kwaliteitssysteem hebben geborgd, staan vermeld op een certificaat. Dit reglement bevat nadere bepalingen op welke wijze de certificatie moet worden uitgevoerd ten behoeve van afgifte van een certificaat door de bevoegde certificatieinstelling. De certificatie-instelling heeft een overeenkomst met Stichting Groenkeur. De IAF (International Accreditation Forum) heeft in document IAF MD (Mandatory Documents) 1, 2 en 5 de wijze van auditeren en audittijden bepaald. Deze documenten vormen het uitgangspunt voor de audittijden en het auditproces ten behoeve van Groenkeur certificaten.
1. 2.
3. 4. 5.
6. 7. 8. 9. 10. 11.
12.
13. 14. 15.
Artikel 1 | Begripsomschrijving In dit reglement gelden de volgende definities: Groenkeur: Stichting Groenkeur gevestigd te Houten. Certificatie-instelling: De conformiteitbeoordelende-instelling die een overeenkomst met Stichting Groenkeur heeft gesloten en voor de door de Raad voor Accreditatie geaccepteerde desbetreffende beoordelingsrichtlijn van Groenkeur en voor ISO 9001 (relevante werkgebied) is geaccrediteerd, dan wel die binnen de daartoe overeengekomen termijn en andere limitatieve voorwaarden accreditatie voor de beoordelingsrichtlijn(en) en/of ISO 9001 (relevante werkgebied) tracht te verwerven. Beoordelingsrichtlijn: Een als zodanig genoemd schema uitgegeven door Stichting Groenkeur. Deelnemer: Klant van de certificatie- instelling en tevens deelnemer categorie I volgens het Statuut en Huishoudelijk reglement van Groenkeur. Aspirant: Elk bedrijf welke producten en/of diensten aanbiedt in de groene sector en zijn kwaliteitsmanagementsysteem wil laten certificeren volgens de beoordelingsrichtlijnen Groenkeur, alsmede een deelnemer categorie II, zoals bedoeld in het Statuut en het Huishoudelijk reglement Groenkeur. Toelatingsaudit: De initiële audit bij een aspirant. Opvolgingsaudit: Een audit die twee opeenvolgende jaren wordt verricht na een heraudit of na de toelatingsaudit. Heraudit: Een audit die elk derde jaar wordt uitgevoerd en die qua zwaarte gelijk is aan een toelatingsaudit. Dagdeel: Vier manuren. Regiewerk: Werkzaamheden die in rekening worden gebracht op basis van de nacalculatie volgens een vooraf vast te stellen uurtarief. Project: Een uniek proces dat bestaat uit een geheel van gecoördineerde en beheerste activiteiten met start- en einddatum, dat wordt ondernomen om een doelstelling te halen gericht op het voldoen aan specifieke eisen inclusief randvoorwaarden met betrekking tot tijd, kosten en middelen, waaronder eveneens wordt verstaan een doorlopend onderhoudscontract van meer dan twaalf (12) maanden. Checklist: Een vormvrij document waarop de eisen van de klant gedetailleerd zijn vermeld en dat geschikt is, of geschikt is gemaakt om daarop aan te tekenen dat aan de eis is voldaan of waarop is, of kan worden aangetekend welke tekortkomingen er zijn waargenomen. Schorsing: Een tijdelijke maatregel waarbij de deelnemer geen rechten kan en mag ontlenen gedurende de termijn van de schorsing. Opschorting: Een maatregel van de certificatie-instelling waarbij nog niet kan worden overgegaan tot het verstrekken van een certificaat. Intrekking: Het ongeldig verklaren en innemen van een door een certificatie-instelling verstrekt certificaat.
Reglement Certificatie Groenkeur | versie: 21-11-2013 Pagina 2
16. Invordering: Een handhavinginstrument conform het Reglement toezicht Groenkeur. 17. Handhavingverzoek: Een handhavingsinstrument uit het Reglement toezicht Groenkeur, bestaande uit een kenbaar gemaakte waarneming, waarbij het in stand houden van de door een deelnemer geleverde kwaliteit, het naleven van de regelgeving, het aanzien van Groenkeur en/of het gebruik van het beeldmerk in geding is en dat door een Commissie van toezicht aan de certificatie-instelling en aan de betrokken deelnemer wordt uitgereikt of toegezonden. 18. Vestiging: Conform het Huishoudelijk reglement Groenkeur. Voor het overige geldt de definiëring zoals bedoeld in de meest recente uitgave van NEN-EN-ISO 9000 en NEN-EN-ISO/IEC 17000 Artikel 2 | Toepassingsgebied Dit reglement is van toepassing bij certificering van Groenkeur-beoordelingsrichtlijnen 2012. e
Artikel 3 | 1 Aanvraag tot certificering e Een 1 aanvraag tot certificering wordt gericht aan een certificatie-instelling. De certificatie-instelling handelt daarbij, zoals door hem zelf bij reglementen is bepaald. De certificatie-instelling verwerkt in de offerte de verplichte afdracht aan Groenkeur. Artikel 4 | Aanvraag tot uitbreiding certificaten 1. Indien een deelnemer zijn certificaat Groenvoorzieningen, Boomverzorging of Dak- en gevelbegroening met een tweede, derde of vierde Groenkeur-certificaat wil uitbreiden c.q. deze gelijktijdig wil verkrijgen, geldt dit als een gecombineerde audit. De audit ter verkrijging of behoud van het tweede, derde of vierde certificaat beperkt zich tot de vakspecifieke onderdelen uit de desbetreffende beoordelingsrichtlijn. 2. Van elke vestiging die op het certificaat staat vermeld wordt minimaal één project geauditeerd binnen de periode dat het certificaat geldig is (ook als dit meer audittijd vereist). De certificatie-instelling zorgt daarbij voor een redelijke verhouding tussen het toetsen van documentatie en de uitvoering op de projectlocatie. Indien het aldus beoordeelde project niet de gehele scope afdekt, zoals die uiteindelijk op het certificaat zal zijn vermeld, moeten ook andere scopedekkende projecten worden onderzocht. Daarbij zijn de dienstverlenende werkzaamheden bepalend, zoals deze in de geaccepteerde beoordelingsrichtlijnen zijn opgesomd: ontwerp, aanleg, onderhoud, schoonmaken, boomadvies, boomplanten, boomcontrole, et cetera. De locatie, zoals parken, begraafplaatsen, sportcomplexen et cetera, alwaar de dienstverlening is verricht kan naar willekeur worden gekozen, ook wanneer vermelding daarvan op het certificaat plaatsvindt. 3. Wanneer gedurende de geldigheidstermijn van een certificaat, tussentijdse uitbreiding van de dienstverlenende werkzaamheden (toepassingsgebied) wordt verlangd, is het gestelde in lid 2 van toepassing. Een als zodanig verstrekt vervangend certificaat kan nimmer de geldigheidsduur van het oorspronkelijke certificaat overschrijden. Artikel 5 | Kosten certificering Afdrachten ten behoeve van Stichting Groenkeur zijn separaat geregeld in het Reglement afdrachten CI Groenkeur. Artikel 6 | Samenstelling onderzoekteam Samenstelling van het auditteam vindt plaats op de wijze zoals door de certificatieinstelling bij reglementen is bepaald. Artikel 7 | Fase 1 (Documentenbeoordeling bij toelatingsaudit) 1. Een toelatingsaudit, wordt voorafgegaan door een fase 1-onderzoek. Het fase 1-onderzoek vindt plaats op een door de certificatie-instelling te bepalen locatie en op de wijze zoals daar door de certificatie-instelling met inachtneming van ISO/IEC 17021 en IAF MD5 in is voorzien. 2. Bij de audit volgens de beoordelingsrichtlijn tuinaanleg en tuinonderhoud, is het fase 1- onderzoek geïntegreerd in het fase 2-onderzoek. Een apart fase 1-onderzoek vervalt in dat geval.
Reglement Certificatie Groenkeur | versie: 21-11-2013 Pagina 3
Artikel 8 | Fase 2-onderzoek (Toelatingsaudit en Heraudit) 1. Het fase 2 onderzoek vindt plaats op een door de certificatie-instelling te bepalen wijze zoals daarin door de certificatie-instelling met inachtneming van ISO/IEC 17021 en IAF MD5 is voorzien. 2. ISO/IEC 17021 alsmede de tijdbesteding IAF MD 5 zijn bepalend voor het onderzoek 3. Onverlet het daartoe bepaalde in de reglementen van de certificatie-instelling, moet elke vestiging welke uiteindelijk op het certificaat komt te staan, bij een toelatingsaudit, door het onderzoekteam, of een afvaardiging daarvan, worden bezocht en beoordeeld. Een substantieel deel van de audittijd moet zijn besteed aan een fysieke projectcontrole. Van elke vestiging moet, naast de vereisten in ISO/IEC 17021 ten minste één voor de desbetreffende beoordelingsrichtlijn representatief project, fysiek aan een onderzoek worden onderworpen. Indien het aldus beoordeelde project niet de gehele scope afdekt, zoals die uiteindelijk op het certificaat zal zijn vermeld, moeten ook andere scopedekkende projecten worden onderzocht. Daarbij zijn de dienstverlenende werkzaamheden bepalend, zoals deze in de geaccepteerde beoordelingsrichtlijnen zijn opgesomd: ontwerp, aanleg, onderhoud, schoonmaken, boomadvies, boomplanten, boomcontrole, et cetera. De locatie, zoals parken, begraafplaatsen, sportcomplexen et cetera, alwaar de dienstverlening is verricht kan naar willekeur worden gekozen, ook wanneer vermelding daarvan op het certificaat plaatsvindt. 4. Wanneer IAF MD5 meer audittijd voorschrijft, dient die overcapaciteit te worden benut voor extra fysieke projectcontroles, waarbij de extra projectaudits, indien van toepassing, naar rato over de vestigingen en scope moeten zijn gespreid. Een audit vindt aangekondigd plaats. 5. De projecten die onderwerp van onderzoek zullen zijn worden op de dag van de audit zelf, door het onderzoekteam a-select bepaald. Op de keuze heeft de deelnemer geen enkele invloed. De steekproefmethode kan alleen wanneer iedere vestiging gelijkwaardige diensten levert en wanneer het managementsysteem centraal is opgezet en centraal wordt bestuurd. 6. Bij de projectcontrole komt ten minste het volgende aan bod: a) Onderzocht wordt of bij die projecten voldaan is aan de inzet van het vereiste, vakkundige personeel volgens de eis van bekwaamheid die in de van toepassingzijnde beoordelingsrichtlijn wordt voorgeschreven. b) Onderzocht wordt of het bij die projecten ingezette personeel voldaan heeft aan de vereisten voor kennisdeling uit de desbetreffende beoordelingsrichtlijn. c) Onderzocht wordt of de bij die projecten vereiste nazorg en/of garantie is uitgevoerd. d) Nadat gelet op de offerte, bestek of anderszins onderzocht wordt of de checklist of soortgelijk document conform de wens van de klant is ingevuld, zal ter plaatse, aan de hand van de door- of vanwege de aspirant ingevulde checklist of soortgelijk document, gecontroleerd worden in hoeverre de producteisen uiteindelijk conform de eis van de klant zijn uitgevoerd en beoordeeld. Op deze wijze moet worden vastgesteld of de aspirant de methoden voor borging beheerst om aan de eisen van de klant te voldoen. 7. Bij de audit volgens de beoordelingsrichtlijn Tuinaanleg en Tuinonderhoud, zijn de audittijden gelimiteerd. Het fase 1 onderzoek is in het fase 2 onderzoek geïntegreerd. Voor het onderzoek in dit artikel bedoeld geldt een maximale tijdbesteding van totaal 2 dagdelen per vestiging, te weten: a) 1 auditor, 1 dagdeel kantoor onderzoek inclusief bespreken directiebeoordeling b) 1 auditor, 1 dagdeel, visuele/fysieke projectcontroles per te auditeren vestiging De auditor richt de audit zo in, dat binnen deze maximale tijdbesteding, een representatieve beoordeling plaatsvindt. Niet alleen bij de heraudit, maar ook bij een toelatingsaudit is een multi-sitebenadering toegestaan. Bij de toelatingsaudit en de twee daarop volgende opvolgingsaudits is - in een auditcyclus van 36 maanden - van alle vestigingen minimaal één project aan een fysiek onderzoek onderworpen. Voor de Groenkeur beoordelingsrichtlijn Tuinaanleg en Tuinonderhoud is - in plaats van de checklist - de offerte het uitgangspunt om te toetsen of aan de wens van de klant is voldaan. Indien de deelnemer al beschikt over een -door de Raad voor Accreditatie geaccepteerdGroenkeur-certificaat, heeft de deelnemer ten behoeve van de beoordelingsrichtlijn Tuinaanleg en Tuinonderhoud reeds voldaan aan de eisen voor de bedrijfsvoering. Een apart fase 2-onderzoek (alsmede het fase 1-onderzoek en de heraudit) vervalt in dit geval. Daarvoor in de plaats treedt jaarlijks een opvolgingsaudit.
Reglement Certificatie Groenkeur | versie: 21-11-2013 Pagina 4
In geval van een door de Commissie van toezicht bevolen controle van een handhavingsverzoek, kan het noodzakelijk zijn om de gestelde tijdslimiet te overschrijden. Deze kan als regiewerk bij de deelnemer in rekening worden gebracht.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Artikel 9 | Heraudit De bepalingen en vereisten genoemd bij het fase 2-onderzoek (zie artikel 8) gelden onverkort voor de deelnemer en de certificatie-instelling. Uitzonderingen daarop zijn: Binnen drie (3) maanden voor het verstrijken van de geldigheid van het certificaat, zal een heraudit plaatsvinden. Deze heraudit is qua omvang gelijk aan een toelatingsaudit, minus het fase 1 onderzoek en behoudens de multi-sitebenadering voor het onderzoek per vestiging. Voor het bepalen van de minimale audittijd geldt IAF MD5. Een substantieel deel van de audittijd moet zijn besteed aan fysieke projectcontrole. Van elke vestiging die op het certificaat staat vermeld wordt minimaal één project geauditeerd binnen de periode dat het certificaat geldig is (multi-site). Voor zover de audittijd dat binnen IAF MD5 mogelijk maakt, streeft de Certificatie-instelling naar het auditeren van twee projecten per vestiging die op het certificaat staat vermeld. Als er afwijkingen worden geconstateerd die niet kunnen leiden tot de afgifte van een certificaat, moet de correctie en/of corrigerende maatregel voor de afloopdatum van het certificaat bij de certificatie-instelling zijn aangetoond. Onderwerp van onderzoek bij een heraudit is, naast het gestelde bij een toelatingsaudit (artikel 8 lid 6) bovendien, de mate waarin de deelnemer in staat is om de kwaliteit te vergroten door continue verbetering in het kwaliteitsmanagementsysteem aan te brengen. Het is een verplichting voor de certificatie-instelling om de projecten aan een onderzoek te onderwerpen, waarvan de certificatie-instelling, alsmede de deelnemer in afschrift, een handhavingverzoek heeft ontvangen van de Commissie van toezicht (Reglement toezicht Groenkeur). Het is, behoudens in die gevallen dat de betrokken klant of opdrachtgever bewijsbaar te kennen geeft, geen prijs meer te stellen op een onderzoek, een verplichting van de certificatie-instelling om al die projecten binnen het reguliere auditprogramma te auditeren. Wanneer dit leidt tot een overschrijding van het aantal noodzakelijk te auditeren projecten en of andere limieten, kan dit door middel van regiewerk bij de deelnemer in rekening worden gebracht. Bij de audit volgens de beoordelingsrichtlijn Tuinaanleg en Tuinonderhoud, zijn de audittijden gelimiteerd. Zie daartoe artikel 8 lid 7.
Artikel 10 | Opvolgingsaudits 1. ISO/IEC 17021 en IAF MD 5 vormen de basis voor een opvolgingsaudit. 2. Het merendeel van de audittijd vindt plaats op de projectlocatie. e 3. Een 1 opvolgingsaudit vindt plaats binnen twaalf (12) maanden gerekend vanaf de laatste dag van het fase 2-onderzoek, respectievelijk de heraudit. e 4. Een 2 opvolgingsaudit vindt plaats binnen vierentwintig (24) maanden gerekend vanaf de laatste dag van het fase 2 onderzoek, respectievelijk de heraudit 5. Tussen elke audit wordt een tijdvak van minimaal negentig (90) dagen in acht genomen. 6. Een multi-sitebenadering conform IAF MD 1 is toegestaan. In die zesendertig (36) maanden (twee opvolgingsaudits en de heraudit) wordt ten minste een voor de desbetreffende beoordelingsrichtlijn representatief project van elk op het certificaat vermelde vestiging geauditeerd. Indien het aldus beoordeelde project niet de gehele scope afdekt, zoals die op het certificaat is vermeld, moeten ook andere scopedekkende projectenten worden onderzocht. Daarbij zijn de dienstverlenende werkzaamheden bepalend, zoals deze in de geaccepteerde beoordelingsrichtlijnen zijn opgesomd: ontwerp, aanleg, onderhoud, schoonmaken, boomadvies, boomplanten, boomcontrole, et cetera. De locatie, zoals parken, begraafplaatsen, sportcomplexen en dergelijk genoemde, alwaar de dienstverlening is verricht of ten behoeve waarvan de dienstverlening is uitgevoerd, kan naar willekeur door de auditor worden gekozen, ook al staan deze opgesomd op het certificaat. Wanneer IAF MD5 meer audittijd voorschrijft, dient die overcapaciteit te worden benut voor extra onaangekondigde fysieke projectcontroles, waarbij de extra projectaudits, indien van toepassing, naar rato over de vestigingen en scope moeten zijn gespreid. 7. Wanneer één of meer non-conformiteiten tijdens opvolgingsaudit leiden tot een beperking van de scope of wanneer een scope om andere redenen moet worden beperkt zal, onder intrekking van het oorspronkelijke certificaat, een vervangend certificaat te worden verstrekt. Een als zodanig vertrekt vervangend certificaat bevat de als zodanig gekrompen scope en kan nimmer de geldigheidsduur van het oorspronkelijke certificaat overschrijden.
Reglement Certificatie Groenkeur | versie: 21-11-2013 Pagina 5
8. Voor het overige zijn de bepalingen van art 8 lid 5, 6 en art 9 lid 4 en 5 van toepassing. 9. Bij de audit volgens de beoordelingsrichtlijn Tuinaanleg en Tuinonderhoud, zijn de audittijden gelimiteerd. In dat geval geldt een maximale tijdbesteding totaal 1 dagdeel per vestiging te weten: a) 1 auditor, 1 dagdeel, visuele/fysieke projectcontroles inclusief beoordeling directiebeoordeling per te auditeren vestiging Voor het overige gelden, met betrekking tot de beoordelingsrichtlijn Tuinaanleg en Tuinonderhoud, de bepalingen van artikel 8 lid 7. Artikel 11 | Tussentijdse extra audit Een tussentijdse extra audit is een separaat handhavinginstrument in opdracht van de secretaris van de Commissie van toezicht . Deze kosten worden door Groenkeur verhaald op de betrokken deelnemer. Kern van dit instrument is dat de audit wordt uitgevoerd door een certificatie-instelling waarmee de deelnemer geen verbintenis heeft. De regels op dat gebied zijn vastgelegd in het Reglement toezicht Groenkeur. De uitvoering van de tussentijdse extra audit richt zich op een of meerdere aangewezen projecten van een of meerdere vestigingen. Een tussentijdse extra audit moet worden uitgevoerd conform de regeling van een opvolgingsaudit. Artikel 12 | Tenuitvoerlegging 1. De certificatie-instelling heeft in reglementen bepaald wanneer wordt overgegaan tot schorsen en wanneer dat leidt tot intrekking van het certificaat. Deze bepalingen van de certificatie-instelling zijn voor dit reglement van dienovereenkomstige toepassing. Daarbij geldt dat de intrekking van het certificaat, zoals die imperatief in de beoordelingsrichtlijnen zijn vermeld, altijd prevaleert. 2. Alle besluiten tot: Beëindigen audit, opschorten, schorsen, intrekken en tijdelijke ongeldigheid etc. worden door de certificatie-instelling schriftelijk aan de deelnemer bekrachtigd en ten uitvoer gebracht door de directeur van de certificatie-instelling. Dat geldt ook bij royement door het bestuur Stichting Groenkeur en bij de tenuitvoerlegging van beslissingen door de Commissie van toezicht of het College van deskundigen groen. 3. De tenuitvoerlegging van intrekking van het certificaat, zoals bepaald in de beoordelingsrichtlijn en in het Reglement toezicht Groenkeur wordt opgeschort wanneer tegen het besluit van de certificatie-instelling of van het bestuur Stichting Groenkeur bezwaar, beroep of op andere wijze appel is ingesteld. De intrekking vindt als zodanig niet eerder plaats, nadat het besluit daartoe in kracht van gewijsde is gegaan. Andere tenuitvoerleggingen kennen bij het instellen van klacht, bezwaar, beroep of het appel geen schorsende werking. 4. De certificatie-instelling is verplicht om Groenkeur onverwijld te informeren over de e besluiten in het 2 lid genoemd, alsmede over de ten uitvoerlegging daarvan. Artikel 13 | Waarnemingen en controles op de audit 1. Vertegenwoordigers van de Raad voor Accreditatie hebben vrije toegang tot de vestigingen en projecten van de deelnemer of aspirant ten einde onderzoeken bij te wonen, of extra beoordelingen uit te voeren. Deze observatie zal aan de deelnemer of aspirant aangekondigd worden door de certificatie-instelling. 2. Vrije toegang moet ook worden verleend aan de auditor en eventueel aan de directieleden en kaderleden van de certificatie-instelling, ten einde de beoordelingen en beslissingen van hun eigen werknemers te kunnen toetsen. 3. De vrije toegang in verband met een eventueel onderzoek in het kader van het Reglement toezicht Groenkeur moet ook zijn geborgd. 4. Toegang voor onderzoek en waarnemingen volgens dit artikel wordt door de certificatieinstelling veiliggesteld in de offerte en kan slechts plaatsvinden op vertoon van deugdelijke legitimatie aan de rechthebbende. 5. Aan autoriteiten en personen aan wie als zodanig toegang is verleend, is het gehouden de aanwijzingen met betrekking tot veiligheid voor hen zelf of voor een ander in acht te nemen. Artikel 14 | Wijzigingen in bedrijfsvoering en/of managementsysteem De deelnemer is verplicht de certificatie-instelling tijdig schriftelijk op de hoogte te stellen van ingrijpende wijzigingen in de bedrijfsonderdelen die een relatie hebben met het certificatieschema of het managementsysteem. Onder tijdig wordt in dit verband verstaan een termijn van uiterlijk vier weken nadat de hiervoor bedoelde wijzigingen door de deelnemer zijn doorgevoerd. De certificatie-instelling stelt daarop vast of een aanvulling op het eerder onderzoek noodzakelijk is en stelt de deelnemer van haar besluit op de
Reglement Certificatie Groenkeur | versie: 21-11-2013 Pagina 6
hoogte. De deelnemer moet zelf zorgdragen voor actuele informatie over wijzigingen in, voor hem van toepassing zijnde, certificatie-eisen. De implementatie van deze wijzigingen zullen tijdens onderzoeken worden beoordeeld. Artikel 15 | Toezicht en handhaving De certificatie-instelling zal gedurende de looptijd van de overeenkomst zich ontvankelijk verklaren voor uitvoering van maatregelen van toezicht en handhaving die hem daartoe door de Commissie van toezicht of door het College van deskundigen groen zijn aangereikt. Artikel 16 | Aanvullend onderzoek De certificatie-instelling zal aanvullend onderzoek uitvoeren ingeval dat de deelnemer de op het certificaat aangeduide bedrijfsactiviteiten wenst uit te breiden of in te perken, of bij belangrijke (wettelijke) wijzigingen in het managementsysteem. De kosten voor dit aanvullend onderzoek zullen apart en op basis van nacalculatie aan de deelnemer door de certificatie-instelling als regiewerk in rekening worden gebracht. Artikel 17 | Vrijwillige beëindiging certificatie Ingeval de deelnemer gedurende de certificatieperiode een of meerdere certificaten niet langer wenst te handhaven dan moet hij dit schriftelijk aan Stichting Groenkeur en de certificatie-instelling aangeven. Hierna gaat de certificatie-instelling over tot het intrekken van het van toepassing zijnde geldige certificaat of de certificaten. Stichting Groenkeur verwijdert de desbetreffende vermelding uit het openbaar register. Hernieuwde toetreding kan slechts geschieden door het indienen van een hernieuwde aanvraag. Beëindiging van certificatie geeft geen recht op teruggave van de afdracht en bijdragen en laat de betalingsverplichting onverlet.
1. 2. 3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Artikel 18 | Algemene bepalingen De bepalingen van dit artikel, zijn algemeen bindend. De certificatie-instelling houdt zich aan alle gereglementeerde bepalingen van Groenkeur. De certificatie-instelling voorziet Groenkeur van een afschrift van elk verstrekt Groenkeur-certificaat. De deelnemer is verplicht gehoor te geven aan een daartoe strekkend verzoek tot intrekking van het certificaat, of een invordering daartoe, conform het Reglement toezicht Groenkeur. Het bestuur van Stichting Groenkeur kan bij geval van intrekking of schorsing overgaan tot royement. Hetzelfde recht van royement kan worden uitgesproken indien de deelnemer de uitspraken van de Commissie van toezicht of het College van deskundigen groen niet nakomt. Eenroyement leidt tot de intrekking van de overige Groenkeur certificaten. De certificatie-instelling is verplicht tot uitvoering van de gevolgen van het royement. De certificatie-instelling draagt zorg voor rapportages in de Nederlandse taal. Op verzoek van de deelnemer kan deze rapportage eventueel ook in de Engelse taal worden aangeleverd. Wanneer het bezitten van een geldig certificaat van één of meer beoordelingsrichtlijnen van Groenkeur, als vereiste deel uitmaakt van een overeenkomst, is een verstrekte kopie van dat certificaat alleen rechtsgeldig wanneer a) de Groenkeur-vestiging op het desbetreffende certificaat staat vermeld. Zowel Groenkeur als de certificatie-instelling, alsmede andere autoriteiten of personen aan wie in het kader van dit reglement toegang is verleend tot de audit, verplichten zich tot geheimhouding naar derden van alle bedrijfsgegevens van aspiranten en deelnemers, waarvan zij kennis hebben genomen. De aspirant of deelnemer alsmede de certificatie-instelling zal Stichting Groenkeur nooit aansprakelijk kunnen stellen voor schade die hij, in welke vorm ook, lijdt in verband met het verkrijgen, schorsen, intrekken of wat dan ook van een certificaat volgens de beoordelingsrichtlijnen van Groenkeur en dit reglement. Dit is slechts anders wanneer aan de zijde van Groenkeur aantoonbaar sprake is van opzet of grove schuld. De deelnemer vrijwaart Stichting Groenkeur en/of de door Groenkeur ingeschakelde derden tegen alle aanspraken en schade, vorderingen van derden ter zake van ondeugdelijkheid van door de deelnemer verrichte diensten of geleverde zaken. Het openbaar register van Groenkeur is actueel opvraagbaar via de website www.groenkeur.nl. Groenkeur heeft het recht om de deelnemer, certificaten en/of vestigingen, waartegen door de certificatie-instelling, College van deskundigen groen,
Reglement Certificatie Groenkeur | versie: 21-11-2013 Pagina 7
Commissie van toezicht en/of Bestuur Stichting Groenkeur (tijdelijke) maatregelen zijn genomen uit het openbaar register te verwijderen. 10. Bij zaken of omstandigheden betreffende de certificatie waarin dit reglement niet voorziet zijn de vigerende bepalingen van de certificatie-instelling van toepassing. Zijn ook die bepalingen van de certificatie-instelling niet toereikend, dan beslist het College van deskundigen groen.
1. 2.
Artikel 19 | Slotbepaling Dit reglement moet worden toegepast bij de certificatie voor de Groenkeurbeoordelingsrichtlijnen voor bedrijven versie 2012. Het Reglement tijdbesteding audits komt per 31 december 2012 te vervallen. Aldus hernieuwd vastgesteld door het College van deskundigen groen te Houten, 21 november 2013.
De voorzitter, Prof. ir. N.A. Hendriks
WIJZIGING TEN OPZICHTE VAN VOORGAANDE VERSIE HOUDEN VERBAND MET: - Standaardisatie in afdrachten. Machtigen via de deelnemer is niet meer aan de orde; - Het openbaar register (voorkeurslijst) wordt - sinds het bestaan van de Groenkeur appniet meer in een gedrukte vorm uitgegeven; - De kosten van een tussentijdse extra audit kunnen op de deelnemer worden verhaald; - De roep om onverwachte controles is gereglementeerd; - Het afbreukrisico van het vermelden van deelnemers in het openbaar register die niet meer beschikken over een geldig certificaat is verwijderd; - Een royement naar aanleiding van het negeren van een handhavingsmaatregel is nader gedefinieerd.