REGELINGSAKTE EN FAMILIERECHTELIJKE OVEREENKOMST VOORAFGAAND AAN ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING
TUSSEN: Mevrouw X En Meneer Y
EN
IS OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:
Partijen willen overgaan tot echtscheiding door onderlinge toestemming en hebben met het oog daarop overeenkomstig de artikelen 1287 en 1288 Gerechtelijk Wetboek, hun wederzijdse rechten en plichten geregeld als volgt:
I.
VOORAFGAANDE VERKLARINGEN
I.1.
Identiteitsgegevens
I.2.
Huwelijk en huwelijksvermogenstelsel
Partijen zijn gehuwd voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand te … op …; Partijen hebben geen huwelijkscontract gesloten, bij gebreke waaraan het wettelijk stelsel hun huwelijksvermogen beheerst.
2 Partijen verklaren geen enkele akte van wijziging, vereffening of verklaring aangaande hun huwelijksvoorwaarden verleden te hebben.
I.3.
Kinderen
Partijen vermelden dat zij 1 gemeenschappelijk minderjarig kind hebben, welke uit het huwelijk geboren is: … Partijen verklaren dat zij voor het overige gezamelijk geen aangenomen kinderen hebben; noch gewone of ten volle geadopteerde kinderen; noch staande geboren te worden;
I.4.
Inventaris
Partijen hebben voor deze akte elkaar omstandig opgave gedaan van hun onverdeelde roerende en onroerende goederen en alle lopende schulden, vergoedingen en overeenkomsten waaromtrent een regeling door art. 1287 Ger.W. is vereist. Zij bevestigen volledig op de hoogte te zijn van hetgeen ieder van hen in zijn of haar bezit heeft, van hetgeen waarop ieder van hen gerechtigd is en van hetgeen waartoe ieder van hen gehouden is, voor zover beide daarop aanspraken kunnen hebben of beiden daartoe gehouden kunnen zijn. Bijgevolg bevestigen zij geen inventaris te wensen.
II.
OVEREENKOMST
II.1.
De regeling van wederzijdse rechten – art. 1287 Ger.W.
Omtrent hun wederzijdse rechten sluiten partijen volgende regeling bij wijze van transactionele regeling.
II.1.1.
Roerende goederen
3 Partijen verzaken aan het opstellen van een boedelbeschrijving voorgeschreven door artikel 1287 Ger.W.
II.1.1.1.
Kledij en persoonlijke voorwerpen
Partijen komen tevens overeen dat elkeen in het bezit blijft van haar/zijn kleding en persoonlijke voorwerpen.
II.1.1.2.
Lichamelijk roerende goederen (o.m. inboedel, voertuigen, …)
De lichamelijke roerende goederen zijn tussen partijen al feitelijk verdeeld. Partijen bevestigen op de hoogte te zijn van hetgeen ieder van hen in zijn of haar bezit heeft, daaromtrent geen inventaris te hebben gewenst, en verzaken aan enig verhaal tegen de andere indien zou blijken dat de door de andere partij gegeven informatie onvolledig zou zijn geweest.
II.1.1.3.
Onlichamelijk roerende goederen
Partijen hebben geen gezamenlijke financiële rekeningen meer. De financiële rekeningen blijven toebehoren of worden toebedeeld aan degene op wiens naam ze staan. Ieder van hen is voortaan met uitsluiting van de andere gerechtigd op het kredietbedrag of gehouden tot het debetsaldo van deze rekeningen. De liggende gelden blijven toebehoren aan degene in wiens bezit ze zicht bevinden.
II.1.2.
Onroerend goed
Er zijn geen gemeenschappellijke of eigen onroerende goederen;
II.1.3.
Inkomstenbelastingen
De eventuele teruggaven en meer te betalen sommen gaan terug op het inkomen van de heer Y zodat hij hierin de enige gerechtigde, respectievelijk betalingsplichtige zal zijn, bij uitsluiting van mevrouw X.
II.1.4.
Regeling met betrekking tot de schulden
4
Ieder der partijen bevestigt te weten dat de regeling van schulden enkel tussen hen geldt en aan de schuldeisers tegenover wie zij zich verbonden hebben niet kan worden tegengeworpen. De regeling verleent ieder van hen slechts verhaal tegen de andere voor het geval zij/hij tot betaling zou worden aangesproken van een schuld die ten laste van de andere is gelegd.
Dat eveneens wordt bepaald dat partijen elk voor zich verantwoordelijk zullen zijn en elkaar dienaangaande vrijwaren voor alle verdere schulden van welke aard ook, dit zowel voor het verleden als voor de toekomst.
II.1.5.
Erfrecht tussen de echtgenoten bij overlijden tijdens de procedure
Partijen komen overeen dat, voor het geval één van hen zou komen te overlijden voor het vonnis of arrest waarbij de echtscheiding definitief wordt uitgesproken, zij wederzijds verzaken aan alle erfrechten en voorbehouden erfdeel in de nalatenschap van de eerststervende. Deze overeenkomst heeft geen gevolg indien afstand van de procedure wordt gedaan.
II.2.
De familierechtelijke overeenkomst – art. 1288 Ger.W.
II.2.1.
Verblijfplaats
Tijdens de proeftijd zal mevrouw X afzonderlijk verblijf houden te … terwijl meneer Y afzonderlijk verblijf zal houden te … Partijen komen overeen dat deze verblijfplaats in de loop van de procedure gewijzigd zal kunnen worden, mits de partij die verhuist hierover tijdig bericht, zodat de nodige formaliteiten ter griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg waar de procedure werd ingeleid, kunnen worden vervuld.
II.2.2.
Het gemeenschappelijk kind
Ten aanzien van het bestuur en bezoekrecht over het niet-ontvoogd minderjarig kind treffen partijen de hiernavolgende overeenkomst:
II.2.2.1.
Het ouderlijk gezag
5 Partijen komen overeen dat zij het gezag over de persoon en het beheer van de goederen van hun gemeenschappelijk kind, niet gezamenlijk zullen uitoefenen. In het belang van het kind hebben zij verkozen dat de exclusieve uitoefening van het gezag over de persoon van het kind en het beheer van de goederen, evenals het genot ervan, zowel tijdens de proefperiode als na de echtscheiding verder zal worden toevertrouwd aan de vader, de heer Meneer Y bij wie het kind zal gehuisvest zijn en op wier adres het kind in het bevolkingsregister zal ingeschreven blijven.
II.2.2.2.
Het omgangsrecht/het recht op persoonlijk contact
Mevrouw x zal haar recht op persoonlijk contact met het kind uitoefenen zoals tussen partijen telkens nader overeen te komen in het belang van het kind maar bij gebreke aan onderlinge toestemming zoals hierna bepaald: Zowel buiten als tijdens de schoolvakanties het eerste en derde weekend van de maand vanaf zaterdagochtend 9u30 tot zondagavond 19u met dien verstande dat mevrouw x zal instaan voor het halen en brengen: Partijen zijn in kennis van het feit dat de regeling inzake ouderlijk gezag en recht op persoonlijk contact na de echtscheiding door de bevoegde rechter kan worden herzien wanneer nieuwe en onvoorzienbare omstandigheden de toestand van het kind ingrijpend wijzigen.
II.2.2.3.
Bijdrage in het levensonderhoud, de opvoeding en de passende opleiding
De moederzal als bijdrage in de kosten van levensonderhoud, opvoeding en passende opleiding van … per maand een bijdrage betalen aan de vader van … EUR, jaarlijks aanpasbaar aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen, volgens de evenredigheidsregel met als basis de index van de maand voorafgaand aan ondertekening, en wel als volgt: basisonderhoudsgeld x nieuw indexcijfer aanvangsindexcijfer Het basisonderhoudsgeld is €/maand Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer van de maand … Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer der consumptieprijzen van de maand die de aanpassing van het onderhoudsgeld voorafgaat. De aanpassing aan het indexcijfer geschiedt éénmaal per jaar en meer bepaald voor het eerst in de maand .
6 De aanpassing geschiedt automatisch en zonder dat de schuldeiser erom moet verzoeken. De uitkering is verschuldigd tot de opleiding van het kind is voltooid. Deze regeling geldt onverminderd de toepassing van de artikelen 203, 203bis en 303 van het Burgerlijk Wetboek, dat de ouders verplicht om in te staan voor een passende opleiding en om in de kosten van levensonderhoud en opvoeding bij te dragen naar evenredigheid van hun middelen, en dat elk van de ouders het recht geeft om, onverminderd de rechten van het kind, van de andere ouder diens bijdrage te vorderen in de kosten die voortvloeien uit artikel 203, §1 Burgerlijk Wetboek. Bijgevolg kunnen de beschikkingen betreffende deze bijdrage na de echtscheiding door de bevoegde rechter worden herzien wanneer nieuwe en onvoorzienbare omstandigheden de toestand van het kind ingrijpend wijzigen. Het onderhoudsgeld is opeisbaar de 10de van iedere maand en de betaling geschiedt door storting op de bankrekening van de vader; De vader heeft het recht om alleen en zonder tussenkomst van de andere partij de kinderbijslagen alsook de eventuele achterstallen te ontvangen. Mevrouw X zal eveneens bijdragen voor de helft in de uitzonderlijke kosten, als daar niet-limitatief zijn medische, studie e.a. kosten;
II.2.2.4.
Onderhoudsuitkering door de ene echtgenoot aan de andere te betalen
Noch tijdens de proefperiode noch na het definitief worden van de echtscheiding, is er tussen partijen enig onderhoudsgeld verschuldigd.
II.2.2.5.
Kosten
Partijen komen overeen dat de kosten van de procedure ten laste komen van Meneer Y.
II.2.2.6.
Bevoegdheidsbeding
Voor het voeren van de echtscheidingsprocedure hebben de partijen besloten te verschijnen voor de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te (VRIJE KEUZE)
II.2.2.7.
Slotbepaling
7 De uitwerking van alle bedingen van deze akte wordt slechts definitief indien de echtscheiding wordt uitgesproken. Partijen verklaren erover ingelicht te zijn dat hun echtscheiding tegenover derden slechts uitwerking zal hebben nadat het beschikkend gedeelte van het vonnis of arrest dat de echtscheiding uitspreekt in de registers van de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand wordt overgeschreven. Zij zijn erover ingelicht dat deze formaliteit door de griffier van de Rechtbank waar de procedure wordt ingeleid wordt vervuld. De bedingen van de akte die betrekking hebben op de proeftijd hebben uiteraard onmiddellijke uitwerking.
*** Aldus opgemaakt op datum van … in vier exemplaren, waarvan elke partij erkent zijn exemplaar ontvangen te hebben (twee exemplaren voor de Rechtbank).
Gelezen en goedgekeurd Mevrouw x
Gelezen en goedgekeurd Meneer Y