RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OPENBARE 6E MONTESSORISSCHOOL ANNE FRANK
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
Openbare 6e Montessorisschool Anne Frank Amsterdam 20TX 112926
Datum schoolbezoek Datum vaststelling rapport
: 26 en 28 mei 2009 : 20 augustus 2009
INHOUDSOPGAVE 1 ONDERZOEK................................................................................................ 5 2 BEVINDINGEN ............................................................................................. 7 3 CONCLUSIE............................................................................................... 11 BIJLAGE ........................................................................................................ 13
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek, Openbare 6e Montessorisschool Anne Frank, 26-5-2009
3
1 ONDERZOEK
Op 26 en 28 mei 2009 heeft de inspectie Openbare 6e Montessorisschool Anne Frank bezocht in het kader van het vierjaarlijks bezoek. Tijdens dit onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs beoordeeld aan de hand van een aantal indicatoren. In het kader van haar verplichting om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken, beoordeelt de inspectie scholen met een beperkte, vaste set van indicatoren, waarmee zij conform de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de school op belangrijke onderdelen onderwijs van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben in ieder geval betrekking op de kwaliteitszorg, de zorg en begeleiding, de resultaten, de ontwikkeling van leerlingen en enkele aspecten betreffende de naleving van de wet- en regelgeving, waaronder de onderwijstijd. De bevindingen uit dit onderzoek worden gebruikt bij de eerstvolgende risicoanalyse. Deze analyse gaat vooraf aan de beslissing of het toezichtarrangement van de school eventueel aangepast dient te worden. De inspectie heeft op een aantal basisscholen naast het vierjaarlijkse onderzoek ook een thematisch onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van het onderwijs in schrijven van teksten (stellen). Het beleid van de overheid is er op gericht om het niveau van de basisvaardigheden taal en rekenen te verbeteren. In dat kader voert de inspectie op scholen onderzoek uit naar (aspecten van) het onderwijs in deze basisvaardigheden. In 2009 is dit onderzoek voor taal gericht op de kwaliteit van het onderwijs in het schrijven van teksten. De 6e Montessorischool Anne Frank maakt deel uit van de landelijke steekproef van scholen voor dit onderzoek. Tijdens het themaonderzoek heeft de inspectie op de school het vakgebied schrijven van teksten onderzocht. Hiervoor heeft de inspectie gebruik gemaakt van een waarderingskader met indicatoren en criteria. Het doel is om op landelijk niveau een beeld te geven van de kwaliteit van het onderwijs in het schrijven van teksten. De bevindingen van het onderzoek op de school worden daarom in dit rapport alleen op hoofdlijnen weergegeven.
In hoofdstuk 2 van dit rapport vermeldt de inspectie in algemene zin de sterke en minder sterke kanten van het onderwijs op 6e Montessorischool Anne Frank. Bij de aangeduide verbeterpunten is tevens een onderbouwing van deze constatering opgenomen. Dit hoofdstuk beschrijft tevens kort de belangrijkste bevindingen van het themaonderzoek schrijven. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie over het vierjaarlijks onderzoek.
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek, Openbare 6e Montessorisschool Anne Frank, 26-5-2009
5
Onderzoeksmethode vierjaarlijks bezoek Deze rapportage is gebaseerd op: • De indicatoren uit het bestaande waarderingskader primair onderwijs van de inspectie. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Schoolbezoek, waarbij • schooldocumenten en handelingsplannen zijn bestudeerd; • gesprekken met de directie en de intern begeleider(s)/zorgcoördinator(en) zijn gevoerd. Onderzoeksmethode themaonderzoek schrijven Het themaonderzoek schrijven bestond uit de volgende activiteiten: • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Schoolbezoek, waarbij • in een aant al groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen schrijven. Deze lesbezoeken vonden plaats in een aantal midden- en bovenbouwgroepen; • schooldocumenten zijn bestudeerd; • gesprekken met de directie, de leraren en leerlingen zijn gevoerd.
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek, Openbare 6e Montessorisschool Anne Frank, 26-5-2009
6
2 BEVINDINGEN
2.1
Vierjaarlijks bezoek
In de bijlage van dit rapport treft u een overzicht van de bij dit onderzoek betrokken indicatoren aan, en de bevindingen van de inspectie daarover. Uit dit overzicht valt op te maken dat op de 6e Montessorischool Anne Frank de kwaliteit van het onderwijs voor de meeste onderzochte indicatoren op orde is. De opbrengsten liggen op het verwachte niveau, de kwaliteitszorg voldoet aan de norm en onderdelen van zorg en begeleiding zijn eveneens als positief gewaardeerd. Op twee punten kan de school haar kwaliteit nog verder versterken. Dit geldt voor de kwaliteit van de handelingsplannen en het evalueren van de opbrengsten van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Toelichting Opbrengsten De eindopbrengsten van de school zijn goed en liggen de afgelopen drie jaar (2009, 2008, 2007) boven het niveau van de scholengroep (vergelijkbare scholen qua populatie). Ook de tussenopbrengsten zijn als voldoende beoordeeld. De inspectie baseert dit oordeel op basis van de toetsen van technisch lezen in de groep 3 er 4, rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6, en begrijpend lezen groep 6 van schooljaar 2008-2009. Daarbij merkt zij op dat de resultaten van rekenen en wiskunde en begriipend lezen goed zijn, maar de resultaten van technisch lezen om aandacht vragen, met name in groep 4. De school heeft de tegenvallende resultaten op dit vlak al eerder gesignaleerd en voert reeds beleid om het technisch leesonderwijs schoolbreed te versterken. In groep 3 heeft de aanpak al zichtbaar tot betere resultaten geleid. De inspectie beoordeelt met ingang van schooljaar 2008-2009 ook de opbrengsten van leerlingen die specifieke zorg behoeven (zoals leerlingen met een rugzak, een indicatie voor speciaal basisonderwijs of een verwacht eindniveau lager dan eind groep 7). Deze leerlingen komen in aanmerking voor een op hun eigen mogelijkheden afgestemd aanbod. De school stelt voor deze kleine groep leerlingen in de meeste gevallen geen aparte leerlijn op, omdat zij er van uitgaat dat de leerlingen in de heterogene groepen op hun eigen niveau kunnen meedraaien. Wel vindt er altijd een extern onderzoek plaats naar de mogelijkheden en beperkingen van de leerlingen en worden de verwachtingen over het eindperspectief met de ouders gecommuniceerd. Op basis van alle bevindingen stelt de school een zorgplan en handelingsplanning op. In deze plannen is een eindperspectief echter nog niet in concrete termen vastgelegd, of vertaald naar tussendoelen met een passend aanbod per vakgebied. Deze doelen heeft de school wel nodig als referentie- of ijkpunt om te bepalen of de leerlingen zich conform de verwachting ontwikkelen. Tevens kan de school zich hiermee verantwoorden over de gerealiseerde zorg en de behaalde resultaten. Dit is nu nog niet het geval en daarom is indicator 13.2 als onvoldoende beoordeeld. Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek, Openbare 6e Montessorisschool Anne Frank, 26-5-2009
7
Kwaliteitszorg Het team van de 6e Montessorischool Anne Frank werkt gericht en planmatig aan de ontwikkeling en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Dit jaar staan een aantal speerpunten centraal, waaronder de ontwikkeling van het curriculum voor Kosmisch onderwijs (KOO Dat doen we ZOO), het taalbeleid, het cultuurbeleid en het beleid voor hoogbegaafden. De school beschikt over een degelijk systeem van interne kwaliteitszorg. In het kader van de zelfevaluatie worden cyclisch aspecten van het onderwijsleerproces geëvalueerd (aanbod, zorg en begeleiding e.d.). Naast het personeel, worden ook leerlingen en ouders systematisch bevraagd. Als de uitkomsten hiertoe aanleiding geven worden deze als actiepunt opgenomen in het jaarplan. Als voorbeeld noemt de inspectie de achterblijvende opbrengsten voor technisch lezen, met name in de onderbouw en middenbouw. Op basis hiervan heeft de school zich aangemeld voor de pilot taalstimulering, is het team geschoold en is met name in de onderbouwgroepen gericht ingezet op het verbeteren van de leesvaardigheden. Een ander actiepunt betreft de planmatige zorg en begeleiding. Dit wordt hieronder nader toegelicht. Zorg en begeleiding De school heeft de afgelopen jaren het nodige geïnvesteerd in de zorg en begeleiding. De zorgniveaus zijn duidelijk uitgelijnd, evenals de onderscheiden taken en verantwoordelijkheden (Zorgplan/Stappen in zorg). Ook zijn er duidelijke afspraken over de gewenste handelingsgerichte werkwijze. De school brengt met behulp van de toetsen van het leerlingenvolgsysteem de ontwikkeling van de leerlingen tweejaarlijks in beeld gebracht. De intern begeleider analyseert de gegevens en bespreekt deze in de bouw- of teamvergadering. Indien nodig krijgen leerlingen gerichte ondersteuning binnen de klas. Hiervoor wordt een plan van aanpak opgesteld. Mocht dit niet afdoende zijn, dan stelt de leerkracht, eventueel samen met de intern begeleider, een handelingsplan op en kunnen de leerlingen ondersteuning krijgen in de vorm van remedial teaching. De zorgvraag en aanpak worden structureel met ouders besproken. Leerlingen die uitvallen en/of onder verwachting presteren worden op een zorglijst geplaatst en regelmatig besproken in het team en/of zorgteam.
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek, Openbare 6e Montessorisschool Anne Frank, 26-5-2009
8
Hoewel er door de meeste leerkrachten planmatig wordt, vindt de inspectie dat de kwaliteit van de handelingsplannen nog verder kan worden versterkt, met name op het vlak van de evaluatie. Deze ontbreekt veelal, terwijl de termijn voor het handelingsplan al verstreken is. Daarnaast zijn ook de doelen onvoldoende specifiek om het effect van de zorg goed te kunnen evalueren. Uit de gesprekken met leerkrachten is gebleken dat ze wel degelijk de toetsen analyseren, de oorzaak van de stagnerende leerontwikkeling kennen en gerichte zorg en ondersteuning bieden. Aan het nauwgezet vastleggen daarvan heeft men blijkbaar minder belang gehecht. Dit is, ook in het kader van de verantwoording, echter wel nodig. Verder blijkt uit de gesprekken dat er wel kwaliteitsverschillen zijn tusse n leerkrachten en dat de borging op dit vlak nog aandacht verdient. De school is zich hier zelf al ter dege van bewust, zo staat in het jaarverslag 2007-2008 beschreven dat uit de evaluatie van de zorg en begeleiding blijkt dat de handelingsplannen nog verbetering behoeven, evenals de inbedding in de praktijk. Het is ook als aandachtspunt in het jaarplan 20082009 opgenomen, het wordt aangestuurd door de intern begeleiders. Zij spreken leerkrachten hier ook op aan. Hiermee maakt het systeem van zorg en begeleiding onderdeel uit van het cyclisch kwaliteitsbeleid. De inspectie heeft op basis hiervan wel vertrouwen in de schoolontwikkeling op dit vlak. Alles afwegend beoordeelt zij de indicatoren11.2 en 11.3 als voldoende en indicator 11.4 als onvoldoende.
2.2 Themaonderzoek schrijven Bij het themaonderzoek zijn verschillende kwaliteitsaspecten van het onderwijs in het schrijven van teksten onderzocht, namelijk het leerstofaanbod, de tijd, het didactisch handelen, de afstemming op verschillen tussen leerlingen en de kwaliteitszorg. De inspectie is nagegaan waaruit het aanbod voor schrijven bestaat, of de gerealiseerde leerinhouden dekkend zijn voor de kerndoelen, of de leerinhouden in de verschillende leerjaren op elkaar aansluiten, en of ze tot en met het niveau van groep 8 worden aangeboden. In het verlengde hiervan is nagegaan of de school voldoende tijd besteedt aan dit domein van het taalonderwijs. In lesobservaties is gekeken naar de didactiek. De inspecteur heeft beoordeeld of de leraren de schrijfopdracht in een betekenisvolle context plaatsen, of ze een duidelijke schrijfopdracht geven, of ze procesgerichte instructie geven over de aanpak van de schrijfopdracht, of ze leerlingen adequaat ondersteunen bij het schrijven en of ze zorgen voor gerichte feedback aan leerlingen. Daarnaast is nagegaan of in de schrijfactiviteiten van de leerlingen alle fasen van het schrijfproces herkenbaar zijn. Net als bij andere taalvaardigheden zijn er ook verschillen tussen leerlingen in hun schrijfvaardigheid. In het onderzoek is gekeken of de leraren de ontwikkeling van de schrijfvaardigheid van de leerlingen systematisch volgen en of dit ook leidt tot doelgerichte differentiatie in de lessen. Tot slot is nagegaan of de kwaliteitszorg van de school zo is ingericht dat de school de kwaliteit van het schrijfonderwijs systematisch kan bewaken en verbeteren, en of er aandacht is voor de deskundigheidsontwikkeling van de leraren op het gebied van onderwijs in schrijven.
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek, Openbare 6e Montessorisschool Anne Frank, 26-5-2009
9
Bij een aantal kwaliteitsaspecten zijn de meeste beoordeelde criteria nog niet duidelijk herkenbaar in de praktijk. Dit is met name het geval bij leerstofaanbod, differentiatie en kwaliteitszorg. Hier staat tegenover dat de beoordeelde criteria van de kwaliteitskenmerken van tijd wel worden gerealiseerd evenals een aantal onderdelen van het didactisch handelen. Het aspect didactisch handelen laat overigens een wisselend beeld zien, want een aantal criteria is in de praktijk niet voldoende duidelijk aanwezig. De school kan niet aannemelijk maken dat de leerinhouden voor schrijven aan de kerndoelen voldoen. Zij heeft wel materialen aangeschaft om meer inhoud te geven aan de schrijfopdrachten, maar deze materialen worden altijd als keuze-aanbod op de weektaak vermeld. Tevens geeft de school haar schrijfonderwijs niet volgens uitgeschreven leerlijnen. Vanwege het ontbreken van een beredeneerde opbouw in de schrijfopdrachten draagt het schrijfonderwijs er niet noodzakelijkerwijs aan bij dat de leerlingen de te onderscheiden tussendoelen daadwerkelijk kunnen beheersen. Een gevolg hiervan is bijvoorbeeld dat de leerlingen van de huidige groep 8 niet hebben geleerd hoe ze een brief moeten schrijven. Tegelijkertijd is het wel zo dat er veel geschreven wordt door de leerlingen op de de 6e Montessorischool Anne Frank. Met name bij het Kosmisch Onderwijs speelt het schrijven van opstellen over zelf te kiezen onderwerpen een rol. Ook in de groepen 1, 2 en 3 is er systematisch aandacht voor (voorbereidend) schrijven. Het valt ook op dat de leraren bij de schrijfopdrachten aandacht hebben voor de voorbereidende en de formulerende fase. Leerlingen moeten, zeker in de hogere groepen, hun planning en opzet voor de schrijfopdrachten aan de leraar laten zien. De revisie is echter nog een onderbelichte fase. Dit is wellicht terug te voeren op het feit dat de leraren de schrijfopdrachten nog niet voorzien van een context (doelgroep, toon, stijl, vorm, soort tekst) en dat de leraren vooraf ook niet goed aan leerlingen duidelijk maken op welke aspecten de schrijfopdracht wordt beoordeeld. Omdat de school binnen haar onderwijs veel ruimte inbouwt voor het schrijven van teksten, ligt het voor de hand deze schrijfopdrachten te koppelen aan uitgeschreven leerlijnen per leerjaar. Hierdoor borgt de school dat alle tussendoelen in een opbouwende moeilijkheidsgraad aan bod komen en dekt het schrijfaanbod ook de kerndoelen. Daarnaast krijgt de school zo meer handvatten om de vorderingen van de leerlingen op het gebied van schrijven te volgen en beredeneerd de opdrachten aan te passen aan de specifieke onderwijsbehoeften van individuele of groepen kinderen. Dit gebeurt nu nog niet. Binnen het kwaliteitsbeleid en in het taalbeleidsplan van de school neemt het schrijfonderwijs geen noemenswaardige plaats in. Gezien het beeld van het huidige schrijfonderwijs is dat wel wenselijk.
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek, Openbare 6e Montessorisschool Anne Frank, 26-5-2009
10
3 CONCLUSIE
De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op 6e Montessorischool Anne Frank op de in het vierjaarlijksonderzoek onderzochte onderdelen op orde is. In het onderzoek is gebleken dat het onderwijs op die gebieden geen of nauwelijks tekortkomingen kent. Deze conclusie zal worden betrokken bij de eerstvolgende jaarlijkse risicoanalyse die voorafgaat aan de beslissing of het toezichtarrangement eventueel aangepast dient te worden.
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek, Openbare 6e Montessorisschool Anne Frank, 26-5-2009
11
BIJLAGE Overzicht indicatoren en bevindingen In de bevindingen wordt tot uitdrukking gebracht of de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1 draagt niet of nauwelijks bij; 2 draagt onvoldoende bij; 3 draagt voldoende bij; 4 draagt in hoge mate bij; 5. geen waardering. Dit oordeel wordt alleen toegekend indien de school zich niet kan verantwoorden met behulp van betrouwbare en valide opbrengstgegevens of, bij 13.2, geen leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften heeft. Het kwaliteitsprofiel van Openbare 6e Montessorisschool Anne Frank Kwaliteitszorg
1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs.
Zorg en begeleiding, inclusief toetsinstrumenten 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na.
1
Openbare 6e Montessorisschool Anne Frank, 26-5-2009
3
4
l l l l l l
1
Opbrengsten: resultaten van leerlingen en hun voortgang in de ontwikkeling 1 2 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften l ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek,
2
2
3
4
l l l l
3
4
5
l
l
13
Wet- en regelgeving W1 De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd. W2 De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd. W3 Het bestuur heeft het vastgestelde zorgplan aan de inspectie toegestuurd. W4 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten.
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek, Openbare 6e Montessorisschool Anne Frank, 26-5-2009
ja
nee
l l l l
14