Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling
GI & E Rapport ‘Hoe zoekt een gebruiker GEO Informatie?’
Projectnaam
Onderzoek „Hoe zoekt een gebruiker GEO Informatie ? „
Auteur
Antoine Gribnau
Versie
0.2
Datum
Mei 2013
Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling
GI & E
Versiebeheer Versie 0.1
Datum 03-2013
Auteurs Antoine Gribnau
Omschrijving Concept
0.2
19-05-2013
Antoine Gribnau
Aangepaste versie
Datum
Verzendlijst
Omschrijving
23-05-2012
Herma Selles/Marien de Bakker
Inleveren ter goedkeuring
Goedgekeurd door
Handtekening
1.0 Distributie Versie 0.1 0.2 1.0 Goedkeuring Versie 1.0
Datum
Rapport onderzoek ‘Hoe zoekt een gebruiker Geo Informatie ?’
2/14
Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling
GI & E Inhoudsopgave
1. 2.
Managementsamenvatting .................................................................................................................4 Inleiding .............................................................................................................................................5 Aanleiding .............................................................................................................................................5 Probleem ...............................................................................................................................................5 Doel .......................................................................................................................................................5 3. Onderzoek ..........................................................................................................................................6 4. Conclusie .........................................................................................................................................12 5. Aanbeveling .....................................................................................................................................13 6. Bronnen:...........................................................................................................................................14 7. Bijlagen: ...........................................................................................................................................14
Rapport onderzoek ‘Hoe zoekt een gebruiker Geo Informatie ?’
3/14
Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling
GI & E
1.
Managementsamenvatting
Inleiding Deze scriptie is het resultaat van mijn onderzoek „Hoe zoeken gebruikers naar Geoinformatie‟. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van mijn studie Geografische Informatiemanagement voor de lokale overheid (GIMLO) bij dataland. Ik ben werkzaam bij gemeente Den Haag, afdeling Dienst Stedelijke Ontwikkelingen, Geo-informatie en Erfpachtbedrijf, team Geoservices. De gemeente Den Haag heeft de ambitie om uit te blinken op het gebied van dienstverlening. Zij wil een excellente dienstverlener voor bewoners, bedrijven en (internationale) instellingen zijn. Met de uitvoering van het Masterplan Dienstverlening 2012-2015 wordt deze ambitie gerealiseerd. Het accent ligt hierin op het aanbieden van vraaggerichte dienstverlening. Deze dienstverlening is (waar mogelijk) digitaal, snel en efficiënt en vraagt daarom om een goede basis in de gemeentelijke organisatie. Om op het gebied van geo-informatie aan deze ambitie te kunnen voldoen is het van belang de behoefte van de gebruiker van deze informatie in beeld te hebben. Doel Het doel van dit document is inzicht te geven wat de informatie behoefte is van de gebruikers van Geo-informatie. De uitkomst van dit onderzoek is een mogelijke basis voor de verdere uitwerking van de Geo-informatie voorziening van de gemeente Den Haag. Wat is Geo-informatie Geo Informatie is : Alle informatie-objecten die Plaatsgebonden kenmerken hebben; gegevens met een directe of indirecte referentie naar een Plaats op het aardoppervlak. (NEN 3610) Deze informatie is in vele verschijningsvormen beschikbaar voor gebruikers. Bekende toepassingen waar in geo-informatie wordt gebruikt zijn Google Maps en Tomtom. Informatie bestaat vanuit ICT oogpunt gezien uit gegevens (opgeslagen records in een database) gecombineerd met de context (metadata). Behoefte gebruikers Geo-informatie Uit interviews met gebruikers blijkt dat de vraag naar GI zeer divers is. Er zijn verschillende doelgroepen te onderscheiden met verschillende informatiebehoeften. In veel gevallen kunnen de gebruikers hun benodigde informatie vinden binnen en buiten de gemeente. In Hoofdstuk 3 ga ik hier verder op in.
Rapport onderzoek ‘Hoe zoekt een gebruiker Geo Informatie ?’
4/14
Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling
GI & E
2.
Inleiding
Aanleiding Door de komst van o.a. Google, Tomtom Kaarten op websites en APP‟s is het gebruik van Geo-informatie gemeengoed geworden. Veel in- en externegebruikers van Geo-informatie weten vaak niet eens dat zij dit gebruiken. Zij gebruiken een visualisatie namelijk een interactieve kaart of applicatie met een kaart. De vraag naar Geo-informatie stijgt enorm zowel in hoeveelheid als in diversiteit, voor verschillende doeleinden. Dit betekend dat de gemeente Den Haag zijn Geo Informatie Voorzieningen (GIV) daar voor zal moeten inrichten als zij een excellente dienstverlening wil waarborgen. Er is dus enorm veel Geo-informatie beschikbaar die in en extern ontsloten wordt in diverse vormen. En er zijn verschillende gebruikers met elk hun eigen behoeften en eigenschappen. Probleem Het gebruik van Geo-informatie neemt zowel binnen de gemeente als daarbuiten toe. Om het aanbod op de vraag af te stemmen is het nodig om te weten wat de informatiebehoefte is van de gebruiker. Doel Het doel van dit document is inzicht te geven in welke mate het huidige aanbod van Geoinformatie voldoet aan de behoefte van de gebruikers. Ik heb een inventarisatie gedaan van de huidige stand van zaken bij dit aanbod, door het bestuderen van een aantal bronnen. Er zijn diverse gebruikers van Geo-informatie binnen en buiten de gemeente geïnterviewd om een overzicht te krijgen van hun informatiebehoefte.
Rapport onderzoek ‘Hoe zoekt een gebruiker Geo Informatie ?’
5/14
Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling
GI & E
3.
Onderzoek
Informatiebehoefte gebruikers Geo-informatie Om dit onderzoek gestructureerd uit te voeren heb ik een inventarisatie gedaan van verschillende gebruikers.
figuur 1. Overzicht geïnventariseerde doelgroepen Geo-informatie. Ik heb hierin een onderscheid gemaakt tussen gebruikers binnen de gemeente (intern) en daarbuiten (extern). Om dit onderzoek binnen de gestelde tijd uit te voeren heb ik een selectie gemaakt van vijf vertegenwoordigers van deze doelgroepen. In de volgende paragraaf beschrijf de gebruikersprofielen van onderzochte personen . Omschrijving gebruikers intern Primaire gebruiker Een primaire gebruiker is een persoon die in een primair werkproces werkzaam is. De functie van de geïnterviewde medewerker is storingsmedewerker verkeersmanagement en openbare verlichting. Deze persoon gebruikt Geo-informatie tijdens het uitvoeren van haar werkzaamheden. Het werkproces van deze primaire gebruiker ziet er schematisch als volgt uit:
1 Melding storing
2 Zoeken locatie storing
3 Informatie zoeken object
3 Uitvoerende instantie aansturen
4 Na terugmelding storing afmelden
Bij het uitvoeren van dit proces wordt informatie verzameld over de omgeving van de gemelde storing en over de objecten die met deze storing te maken hebben. Hierbij is de locatie van deze objecten van belang. Deze informatie wordt geanalyseerd en doorgegeven aan de uitvoerende instantie die de storing gaat verhelpen. Nadat de storing is opgelost wordt deze afgemeld en verder administratief afgehandeld. Ondersteunende gebruiker Een ondersteunende gebruiker is een persoon die een ondersteunende functie uitoefent
Rapport onderzoek ‘Hoe zoekt een gebruiker Geo Informatie ?’
6/14
Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling
GI & E in de organisatie De functie van de geïnterviewde medewerkers zijn onderzoeker PSO en senior adviseur GI & E. De onderzoeker PSO (programmamanagement strategie en onderzoek) is werkzaam bij de onderzoeksafdeling van Dienst Stedelijke Ontwikkelingen. Deze afdelingen maakt beleidsinformatie voor ontwikkelingen in de stad . Het werkproces van deze ondersteunende gebruiker ziet er schematisch als volgt uit:
1 Vraag beleid
2 Verzamelen benodigde informatie
3 Informatie analyseren/ bewerken
3 Rapportage/ presentatie opstellen
4 Rapport presenteren aan vrager
Bij het uitvoeren van dit proces wordt informatie verzameld die nodig is om een adviesrapport op te stellen. Bijna altijd wordt hier kaart materiaal gebruikt in verschillende vormen. De senior adviseur GI & E (Geo Informatie en Erfpachtbedrijf) is werkzaam bij de Geo informatie afdeling van Dienst Stedelijke Ontwikkelingen. Hij geeft adviezen over het gebruik van Geo-informatie. Ook is hij vaak betrokken bij projecten waarbij Geoinformatie een rol speelt. Zijn werkproces is in grote lijnen vergelijkbaar met het werkproces van de onderzoeker PSO. Omschrijving gebruikers extern De Domein coördinator van het CMO (Content Management Organisatie) is werkzaam bij de afdeling die de internet pagina van de gemeente Den Haag verzorgd (www.denhaag.nl). Hij adviseert alle diensten binnen de gemeente over het gebruik van internet. Het gebruik van interactieve kaarten wordt veel gebruikt. Deze medewerker heeft inzicht in het zoekgedrag van de burger op de haagse internet pagina. De initiatiefnemer van Den Haag open data is een zelfstandig ondernemer die in samenwerking met Duurzaam Den Haag een open data portaal heeft ontwikkeld. Duurzaam Den Haag gebruikt data van diverse partijen als de gemeente, stedin, agentschap.nl, het kadaster etc. Voor het geven van advies en het ontwikkelen van interactieve kaarten en apps om burgers bedrijven en andere partijen informatie te verstrekken over duurzaamheid. Bij gebrek aan tijd is er geen interview afgenomen bij de volgende geïnventariseerde doelgroepen: Participatie Externe onderzoeksbureau‟s Externe leveranties
Rapport onderzoek ‘Hoe zoekt een gebruiker Geo Informatie ?’
7/14
Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling
GI & E Informatiebehoefte Zoals eerder omschreven zijn er vijf vertegenwoordigers van de geïnventariseerde doelgroepen geïnterviewd. Met behulp van deze interviews is de Geo-informatie behoefte van deze gebruikers in beeld gebracht. Storingsmedewerker verkeersmanagement en openbare verlichting (primaire gebruiker intern) De Storingsmedewerker verkeersmanagement en openbare verlichting gebruikt in haar werkproces Google maps om de locatie van de storing te melden. Vaak is de melding niet helemaal duidelijk, zodat zij eerst in Google maps de omgeving verkend. Dit kan ook in WebGIS, maar de performance van Google is stukken beter, zodat er tijdens het zoeken telefonisch gecommuniceerd kan worden over de locatie ter plekke. Als er wat meer tijd is zoekt de medewerker de gegevens van de objecten (defecte lichtmast, schakelkast, kabels) op in WebGIS. Deze specifieke gegevens worden met de opdracht mee gestuurd naar de uitvoerende partij. De Geo-informatie die deze primaire gebruikt is specifiek voor haar werkproces. Onderzoeksmedewerker, adviseur (ondersteunende gebruikers intern) Zowel de onderzoeker als de adviseur gaan vraag gericht op zoek naar geo-informatie. Een opdrachtgever komt met een vraag. De medewerker gaat op zoek naar de geoinformatie waar de vraag mee beantwoord wordt. Hierbij worden er verschillende kanalen gebruikt: Google maps, kadaster, CBS, BORIS kernregistraties of rechtstreeks van de bronhouder etc. Het zoeken van deze informatie is een tijdrovende zaak en vaak maar voor eenmalig gebruik. Domein coördinator van het CMO (extern) De domein coördinator van het CMO gebruikt zelf geen Geo-informatie maar adviseert over het gebruik van Geo-informatie op internet. De kaarten die op de webpagina‟s worden gebruikt zijn puur ondersteunend voor een artikel. De informatie wordt aangeleverd door de schrijver van het artikel en in een kaartapplicatie genaamd „geostart‟ beheerd. Dit systeem staat los van de Geo-informatie voorziening er is geen link met kernregistraties of andere centrale bronnen. Initiatiefnemer van den haag open data (extern) De initiatiefnemer open data is op zoek naar actuele Geo-informatie die hij kan gebruiken voor het maken van kaartviewers en app‟s. Het is niet eenvoudig om de gewenste informatie te vinden, laat staan aangeleverd te krijgen. Als er al een levering plaats vindt is dit een eenmalige datadump. Voor het actueel houden van interactieve kaarten en apps is het van belang actuele informatie te presenteren.
Rapport onderzoek ‘Hoe zoekt een gebruiker Geo Informatie ?’
8/14
Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling
GI & E
In de volgende tabel zijn de resultaten gepresenteerd van de interviews met interne gebruikers van Geo-informatie: Naam Debby Groen Rob Gieb Michiel von Konigslow Functie Storingsmedewerker Onderzoeker PSO Senior adviseur GI&E VerkeersManagement ruimtelijke analyses en Openbare Verlichting Processoort Primair Ondersteunend Ondersteunend Gebruik GI
WebGIS en Google maps
Ruimtelijke analyses met Arcgis
Waar zoeken
Locaties VR: Papieren Informatie OV:WebGIS
Hoe zoeken
Adressen en locaties in Google maps: invoeren adres in zoekscherm. Specifieke informatie OV in WebGIS: adres opzoeken en informatie uit systeem ophalen WebGIS is traag, daarom wordt Google maps gebruikt om een adres te zoeken. In WebGIS is veel meer procesgerichte info te vinden. Niet alle informatie van VM en OV zijn geïntegreerd. Losse systemen WebGIS sneller. Systemen integreren. Procesgerichte zoekingang op bijvoorbeeld:lichtmast nummer. Meldingen op echte locatie (x,y) ipv adresgekoppeld.
Kernregistraties, BORIS, CBS, Google. Veel losse bestanden intern en extern. Informatie zelf koppelen aan locatie. Veel informatie rechtstreeks van de bronhouder (eigen netwerk).
Bevindingen
Verbetersuggesties
Veel informatie, verspreid over de organisatie. Ook veel externe informatie te vinden. Zelf bewerken om bruikbaar te maken voor analyses.
Adviezen en oplossing voor vragen op het gebied van GI. Vragen oplossen met behulp van GI Eerst in WebGIS, daarna in registraties, daarna bronhouder zoeken en informatie opvragen. In WebGIS met zoekfunctie. Zoeken naar bronhouders op loket www.denhaag.nl Zoeken met google op internet Er is veel informatie te vinden. De registraties (DSO) en BORIS (DSB) zijn gestructureerd en goed georganiseerd. Bij andere diensten is hier nog veel te verbeteren
Het zou handig zijn als er een catalogus is van alle GI die binnen de gemeente te vinden zijn buiten de kernregistraties en BORIS, zodat de bronhouder sneller te vinden is.
Registraties worden vaak bijgehouden door mensen die met primaire processen bezig zijn. De bewustwording om deze informatie te delen komt op gang door de komst van WebGIS. Er valt hier nog veel te winnen. De uitwerking van de interviews zijn te vinden in de bijlagen (Onderzoek interviews).
Rapport onderzoek ‘Hoe zoekt een gebruiker Geo Informatie ?’
9/14
Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling
GI & E In de volgende gebruikers van Naam Functie
Processoort Gebruik GI
tabel zijn de resultaten gepresenteerd van de interviews met externe Geo-informatie: Dennis Dzialiner Arn van der Pluijm Domein coördinator bij het Ondernemer onder de naam Urbanlink. CMO Onder andere initiatiefnemer van den Haag open data. Mijn functie is van directeur tot secretaresse :) Ik maak onder andere websites, en richt me op ontwerp-projecten op het gebied van stedelijke ontwikkeling. Ondersteunend Ondersteunend Advies gebruik kaarjes op internet. www.denhaag.nl 65 tot 70% van gebruikers komen binnen via Google.
Met name voor het maken van informatieve kaarten. openstreetmap, google (maps), losse sets die her en der te downloaden zijn.
Hoe zoeken
Via google vinden gebruikers artikelen waar al dan niet kaartjes op staan.
Bevindingen
De kaartapplicatie WebGIS die nu binnen de gemeente gebruikt wordt is veel te complex om als ondersteunende kaart te gebruiken op www.denhaag.nl
Google, en verder zoek ik eigenlijk niet echt naar GI, in ieder geval niet via internet. Het gaat via contacten met eigenaren cq. belanghebbenden Het is niet handig dat informatie van de overheid niet te benaderen is. De vrees om te publiceren en het verkeerd te doen zit zo bij iedereen ingebakken dat er niets gebeurd. Het is enorm lastig om benodigde informatie van instanties als de gemeente beschikbaar te krijgen.
Verbetersuggesties
Less is more kaart materiaal is ondersteunend aan het artikel. We weten welke onderwerpen
Waar zoeken
Veel informatie bij de gemeente komt in aanmerking voor open data. Er is veel gepraat over het publiceren er van. Ga het als gemeente concreet maken en ga de samenwerking aan met geïnteresseerden. De uitwerking van de interviews zijn te vinden in de bijlagen (Onderzoek interviews).
Rapport onderzoek ‘Hoe zoekt een gebruiker Geo Informatie ?’
10/14
Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling
GI & E Aanbod Geo-informatie Binnen de gemeente worden diverse geografische informatiesystemen gebruikt. GIS is een methode om allerlei informatie gecombineerd te koppelen aan de punten of vlakken van een kaart. De GIS-software is het productiemiddel om gegevens om te zetten naar Geo-informatie. De gegevens moeten een Geo-referentie hebben. Het ArcGIS platform wordt standaard bij de Gemeente Den Haag gebruikt en is te onderscheiden in 4 soorten: 1. Desktop GIS met concurrent user licenties en gespecialiseerde gebruikers: producenten van GIS-producten. Desktop GIS heeft uitgebreide functionaliteit zoals koppelen, bewerken, analyseren van datasets, koppelen van kaartlagen, bevragen van de kaart, uitvoeren van multicriteria analyses, maken van selecties, maken van presentaties, etc. 2. WebGIS is een web-viewer met een uitgeklede GIS-functionaliteit. Het gaat om navigeren, lagen aan en uit zetten, attribuutinformatie aan een object koppelen en zichtbaar maken en selecties maken. De Web-viewer is voor een grote groep “kijkers” bedoeld. Dit stelt specifieke eisen aan de leesbaarheid van de viewers. 3. ArcGIS on line is een abonnement op een externe server met minder functionaliteit dan ArcGIS wat gebruikt wordt bij Duurzaam Den Haag om visualisaties te maken voor de website. De producent kan snel –in ArcGIS of in ArcGIS on line- kaarten maken en inbouwen in websites of losse kaart applicaties, al dan niet mobiel. Met name interessant voor externen (communities). 4. Webservices voor applicaties, waardoor deze applicaties een beperkte GISfunctionaliteit kunnen aanbieden.
De gemeente Den Haag maakt van oudsher veel gebruik van Geo-informatie in zijn werkprocessen. Hiervoor registreren diverse bronhouders Geo-informatie in verschillende systemen meestal voor hun eigen processen, uitgezonderd de kernregistraties. Kernregistraties als de BAG, WOZ zijn door de wet opgelegde registraties die in alle processen binnen de gemeente als informatiebron gebruikt „moeten‟ worden. Ook worden er externe bronnen wettelijk verpicht gebruikt als bijvoorbeeld het kadaster. De essentie hiervan is enkelvoudige registratie, meervoudig gebruik. Dit is efficienter en voorkomt fouten. Naast de kernregistraties heeft DSB een beheer systeem openbare ruimte: BORIS genaamd waarin proces gericht objecten in de buitenruimte worden geregistreerd. Hier moet je bijvoorbeeld denken aan de locatie en informatie over bomen, wegen, riolering, speeltoestellen. Bij diverse diensten wordt Geoinformatie gebruikt en ontstaat nieuwe Geo-informatie. Ook wordt er veel indirecte Geo-informatie geregistreerd om te gebruiken binnen de eigen werkprocessen. Dit laatste zorgt ongetwijfeld voor meervoudige registraties, dit is niet inzichtelijk. De gebruikers zijn zich er niet van bewust dat hun informatie waardevol is bij andere processen. Door de komst van o.a. WebGIS is het gebruik van deze informatie „ingeburgerd‟ binnen de gemeente. Geo-informatie wordt middels themaviewers gedeeld. WebGIS maakt waar mogelijk gebruik van de kernregistraties, BORIS (Beheer Openbare Ruimte Systeem van DSB) en losse bronnen.
Rapport onderzoek ‘Hoe zoekt een gebruiker Geo Informatie ?’
11/14
Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling
GI & E De kaartapplicatie die gebruikt wordt op internet (www.denhaag.nl) is een losse applicatie „geo-start‟ genaamd op basis van Google maps. Deze applicatie is niet gekoppeld aan de geografische-informatie-voorziening van de gemeente en wordt los beheerd, zowel technisch als qua inhoud 4.
Conclusie
Uit de interviews is te herleiden dat de informatie behoefte per doelgroep zeer verschillend is. Ook de ervaringen met het zoeken van Geo-informatie is zeer divers. Op basis van de interviews heb ik overzicht gemaakt van de doelgroepen en de middelen die zij gebruiken om Geo-informatie te vinden en te raadplegen:
figuur 2. Overzicht doelgroepen versus middelen voor het vinden van geo-informatie. De interne gebruikers kunnen met de middelen die zij tot hun beschikking hebben hun benodigde informatie vinden. Belangrijkste verbeterpunten die zij aangegeven hebben zijn: Performance WebGIS is nog niet voldoende om snel een locatie op te zoeken, er wordt hierdoor nog veel gebruik gemaakt van Google maps. De viewers in WebGIS kunnen beter aansluiten aan primaire werkprocessen, door bijvoorbeeld specifieke zoekingangen te maken (bijvoorbeeld zoeken op straat en lichtmastnummer) Om sneller benodigde informatie te vinden zou het handig zijn als er een catalogus is binnen de gemeente waar actuele en relevante Geo-informatie te vinden is. Noot: Gevaar bij het gebruik van externe middelen als Google maps is dat deze niet gebruik maken van de kernregistraties van de gemeente. WebGIS maakt hier wel gebruik van waar door de actualiteit, compleetheid en kwaliteit van de informatie gewaarborgd is.
Rapport onderzoek ‘Hoe zoekt een gebruiker Geo Informatie ?’
12/14
Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling
GI & E De externe gebruikers zijn wat minder tevreden over de manier waarop zij Geo-informatie kunnen vinden en gebruiken. Bevindingen voor het gebruikt van kaarten op internet: Less is more; kaartjes zijn ondersteunend aan het artikel op internet. De kaart moet simpel zijn snel en eenvoudig te intepreteren zijn. Alleen de informatie die ondersteunend is aan het artikel moet er op te vinden zijn, overbodige informatie maakt het nodeloos complex. Bevindingen voor het gebruikt van kaarten op internet: Less is more; kaartjes zijn ondersteunend aan het artikel op internet. De kaart moet simpel, snel en eenvoudig te intepreteren zijn. Alleen de informatie die ondersteunend is aan het artikel moet er op te vinden zijn, overbodige informatie maakt het nodeloos complex. Bevindingen van initiatiefnemer Den Haag open data: Het is niet eenvoudig om aan bruikbare Geo-informatie te komen als externe partij. Het is ook niet duidelijk welke informatie er is, wie de eigenaar is en hoe deze informatie toegankelijk is. Om de benodigde informatie over de bomen die beheerd worden bij Dienst Stadsbeheer te krijgen is uiteindelijk een WOB (Wet Openbaarheid van Bestuur) verzoek in gediend. Uiteindelijk is de benodigde informatie eenmalig beschikbaar gesteld. Het zou praktischer en goedkoper zijn voor externe partijen en de gemeente zelf als actuele informatie van de gemeente vrij beschikbaar zou zijn als open data. Noot: Deze bevinding onderstrepen de effecten die beschreven zijn in het rapport van Zenc ‘De waarde van open data’ T Kronenburg (2012) die open data op de gemeente, overheid als geheel en de hele maatschappij heeft. 5.
Aanbeveling
Om aan de Geo-informatie behoefte van de gebruikers te voldoen is het noodzakelijk te weten wat die behoefte is. Dit onderzoek is een poging om hier een inventarisatie van te maken. Om de Geo-informatie voorzieningen van de gemeente aan te laten sluiten op de behoefte van de primaire gebruikers zal onderzocht moeten worden op welke punten deze verbeterd dient te worden en aangesloten kan worden op werkprocessen. De centrale voorziening WebGIS is een hele vooruitgang op Geo-informatie gebied. Concrete verbeterpunten die uit dit onderzoek zijn gekomen: Performance zoeken Performance navigeren Proces specifieke zoekingangen aanbieden Bij zowel de interne ondersteunende- als bij de externe gebruikers is duidelijk behoefte aan een centrale „bibliotheek‟ met actuele Geo-informatie. Hierbij is niet alleen het aanbieden van datasets van belang, maar ook de bijbehorende metadata. Het goed organiseren en beheren van een dergelijke Geo-informatie voorziening is een complexe onderneming, het is daarom verstandig om een (gemeente brede) strategie te ontwikkelen. Voor het aanbieden van ondersteunende kaarten op internet dient een project opgestart te worden. Samen met het CMO zal dit project uitgevoerd worden. Belangrijke aspecten: Kaarten moeten eenvoudig zijn en ondersteunend Performance moet goed zijn Gebruik moet zeer intuïtief zijn, gebruikers gaan geen handleiding lezen.
Rapport onderzoek ‘Hoe zoekt een gebruiker Geo Informatie ?’
13/14
Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling
GI & E GI&E is niet alleen verantwoordelijk voor alle Geo-informatie, het is dus aan te raden om de ontwikkeling en strategie te gezamenlijk te bepalen met alle belanghebbenden. Om de Geo-informatie voorziening van de gemeente structureel en doelgericht te organiseren, adviseer ik om een aanpak per doelgroep te ontwikkelen en een gemeente breed programma op te stellen. Het is essentieel om de regie hiervan bij één verantwoordelijke partij te leggen.
6.
Bronnen: 1. T Kronenburg (2012). De waarde van open data: Rijksoverheid, Zenc, geraadpleegd op 30-04-2013 URL:http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-enpublicaties/rapporten/2012/04/26/de-waarde-van-open-data-keuzes-en-effectenvan-open-datastrategieen-voor-publieke-organisaties/de-waarde-van-open-datakeuzes-en-effecten-van-open-datastrategieen-voor-publieke-organisaties.pdf.
7.
Bijlagen:
1. Geovisie Gemeente Den Haag Versie 1.7 Plaatsbepalend 2. Memo Visie GIDEON 3. Interviews Onderzoek
Rapport onderzoek ‘Hoe zoekt een gebruiker Geo Informatie ?’
14/14
Bijlagen. 1. Geovisie Gemeente Den Haag Versie 1.7 Plaatsbepalend 2. Memo Visie GIDEON 3. Interviews Onderzoek
Onderzoeksrapport onderzoek ‘Hoe zoeken gebruikers GI’ Datum: 13-04-2013 Doel: Overzicht uitkomsten interviews Medewerker
Debby Groen.
Rob Gieb
Michiel von Konigslow
Dennis Dzialiner
Functie
Onderzoeker PSO ruimtelijke analyses
Senior adviseur GI&E
Domein coördinator bij het CMO
Processoort
Storingsmedewerker VerkeersManagement en Openbare Verlichting Primair
Ondersteunend
Ondersteunend
Ondersteunend
Gebruik GI
WebGIS en Google maps
Ruimtelijke analyses met Arcgis
Advies gebruik kaarjes op internet. www.denhaag.nl
Waar zoeken
Locaties VR: Papieren Informatie OV:WebGIS
Hoe zoeken
Adressen en locaties in Google maps: invoeren adres in zoekscherm. Specifieke informatie OV in WebGIS: adres opzoeken en informatie uit systeem ophalen WebGIS is traag, daarom wordt Google maps gebruikt om een adres te zoeken. In WebGIS is
Kernregistraties, BORIS, CBS, Google. Veel losse bestanden intern en extern. Informatie zelf koppelen aan locatie. Veel informatie rechtstreeks van de bronhouder (eigen netwerk).
Adviezen en oplossing voor vragen op het gebied van GI. Vragen oplossen met behulp van GI Eerst in WebGIS, daarna in registraties, daarna bronhouder zoeken en informatie opvragen. In WebGIS met zoekfunctie. Zoeken naar bronhouders op loket www.denhaag.nl Zoeken met google op internet
Via google vinden gebruikers artikelen waar al dan niet kaartjes op staan.
Er is veel informatie te vinden. De registraties (DSO) en BORIS (DSB) zijn gestructureerd en goed
Less is more kaart materiaal is ondersteunend aan het artikel. We weten welke onderwerpen
Bevindingen
Veel informatie, verspreid over de organisatie. Ook veel externe informatie te vinden. Zelf bewerken om
65 tot 70% van gebruikers komen binnen via Google.
Verbetersuggesties
veel meer procesgerichte info te vinden. Niet alle informatie van VM en OV zijn geïntegreerd. Losse systemen WebGIS sneller. Systemen integreren. Procesgerichte zoekingang op bijvoorbeeld:lichtmastnu mmer. Meldingen op echte locatie (x,y) ipv adresgekoppeld.
bruikbaar te maken voor analyses.
Het zou handig zijn als er een catalogus is van alle GI die binnen de gemeente te vinden zijn buiten de kernregistraties en BORIS, zodat de bronhouder sneller te vinden is.
georganiseerd. Bij andere diensten is hier nog veel te verbeteren
mensen zoeken. Als we van die onderwerpen eenvoudige kaartjes hebben stellen we al veel bezoekers tevreden Registraties worden vaak Gebruik van kaarten op bijgehouden door mensen internet is ondersteunend. die met primaire processen Mensen moeten niet veel bezig zijn dat is ok voor hoeven klikken of hun eigen proces. De nadenken, dat doen ze niet. bewustwording om deze Hou het dus simpel en informatie te delen komt doelgericht. Denk vanuit op gang door de komst van de bezoeker en niet vanuit WebGIS. Er valt hier nog je eigen processen. Voldoe veel te winnen. in de informatiebehoefte van je doelgroep en hou het daar bij.
Gespreksverslag onderzoek ‘Hoe zoeken gebruikers GI’ Datum: 10-04-2013 Met: Debby Groen Functie: Storingsmedewerker verkeersmanagement en openbare verlichting Doel: Interview gebruiker 1 Wie ben je ? Debby Groen. 2 Wat is je functie ? Sinds 1 januari werkzaam als storingsmedewerker bij verkeersmanagement en openbare verlichting, Dienst Stadsbeheer bij de gemeente Den Haag. 3 Gebruik je Geo informatie voor het uitvoeren van je taken? Ja, ik gebruik WebGIS en Google maps. 4 Waar zoek je die informatie ? Voor verkeersregelinstallaties heb ik een planbord achter me hangen waar ik locaties van deze VRI’s kan vinden. En de locaties van lichtmasten zijn te vinden in WebGIS 5 Hoe zoek je die informatie ? Als ik iets in Google zoek typ ik een adres in. Als vragen krijg of meldingen over lichtmasten die het niet doen, mijn ik in ons systeem (OVIN) waar ik die dan in voer, maar waar de locatie nog niet naar boven komt, kan het zijn dat ie in project staat. Dan ga ik kijken waar de locatie exact is. Ik heb vanuit mijn oude functie wel veel stratenkennis, maar in de nieuwe wijken nog niet alles paraat. Ik kijk eerst in google waar het ergens zit en daarna voor lichtmast nummers kijk ik in WebGIS. Daar kan ik zien of het in beheer is van OV of dat de mast nog onder een project valt. In ons beheersysteem worden de masten en kabels die in beheer zijn in getekend en die kan ik terug vinden in WebGIS. Dus niet alleen ik werk er mee, maar ook de toezichthouders en de aannemers die schakelkasten en dat soort dingen terug moeten vinden. Zij kunnen zelf niet in WebGIS, maar we kunnen ze wel printjes uit WebGIS mailen met de informatie die zij nodig hebben. 6 Wat vind je daar van ? Het is fijn dat de systemen er zijn. Ik vind WebGIS alleen vrij traag. Ik krijg vaak meldingen van lichtmasten zonder lichtmastnummer, dat moet ik dan uitzoeken en dan vind ik WebGIS vrij traag. Ik moet dan eerst in het systeem, ik moet de locatie zoeken daar moet ik een straat invoeren en een huisnummer wat ik vaak ook niet heb. Dan gok ik van het zal ongeveer daar ergens bedoeld zijn. Vanuit mijn stratenkennis en kennis van bekende punten in Den Haag, winkels of horecazaken kan ik ongeveer inschatten waar ik moet zijn. Dan zoek ik bijvoorbeeld hoe een cafe heet, dat zoek ik dan op Google, dan weet ik het huisnummer en dan weet ik waar ik moet zijn. Met dat adres zoek ik in WebGIS de lichtmast op en dan weet ik dus de straat en het lichtmastnummer. Helaas heb ik soms de tijd niet om zo uitgebreid te zoeken. Het is voor de aannemer wel fijn als je ze gerichter kunt aansturen. Voor mijn werkproces werkt het dus eigenlijk nog te traag. Daardoor behandel ik eerst de urgente meldingen en als ik wat meer tijd hebt ga ik locaties uitzoeken. Ik ben blij dat de systemen er zijn, maar het zou mooi zijn als het sneller werkt en alles in 1 systeem te vinden is.
7 Heb je verbeter suggesties ? Het zou mooi zijn als ik alle benodigde informatie in een systeem kan vinden en bijvoorbeeld op lichtmast nummer zou kunnen zoeken. Soms is er geen lichtmastnummer zichtbaar, dan wordt er soms in de melding gesproken over de lichtmast volgend op nummer 12. Als we een snel geïntegreerd systeem hebben kunnen we sneller en gerichter storingen oplossen en dat zou naar de burger toe een beter service zijn.
Gespreksverslag onderzoek ‘Hoe zoeken gebruikers GI’ Datum: 24-04-2013 Met: Dennis Dzialiner Functie: Domein coördinator bij het CMO Doel: Interview gebruiker 1 Wie ben je ? Dennis Dzialiner 2 Wat is je functie ? Domein coördinator bij het CMO, dat is eigenlijk net zoiets als web adviseur bij de gemeente Den Haag. 3 Gebruik je Geo informatie voor het uitvoeren van je taken? Wij geven advies aan diensten, alle medewerkers binnen de gemeente geven we advies voor het gebruik van internet. Een van de functionaliteiten die je tegenkomt is een digitale kaart. Dus inzoverre hebben we er wel mee te maken. Met behulp van Geostart maken wij kaarten voor internet. Wij komen dit eigenlijk dagelijks tegen. Dat kan variëren van een heel klein kaartje tot complete participatietrajecten. Vanuit mijn eigen rol doe ik er niets mee, maar ik adviseer er wel over. Ik kijk er naar met een bril op van de burger. Ik ben een leek op gebied van GIS. Dus ik stel dezelfde vragen als een burger zou doen. 4 Waar zoek je die informatie ? Ik heb wel een beeld van hoe burgers op internet (www.denhaag.nl) zoeken. We weten uit de statistieken dat 65 tot 70% van gebruikers komen binnen via Google. Dus of je nou informatie zoekt of informatie waar een kaartje bij zit, dat blijft hetzelfde. We weten op basis van de statistieken wat de toponderwerpen zijn. We hebben een top 100 en dat beslaat dus 100 onderwerpen, dit dekt ongeveer 80% van het websitebezoek. Dus als je uit gaat van die onderwerpen waar op gezocht wordt en je zou daar een kaartje bij plaatsen dan zit daar een logica in. Als ik bijvoorbeeld naar een stadsdeelkantoor zoek in Google en ik zie daar inderdaad een link over een stadsdeelkantoor en je klikt daarop zie je direct informatie met openingstijden. Daar zit ook meteen een kaartje bij met de locatie van het kantoor. Zo denken wij dat mensen zoeken. Ook als je zwembaden zoekt, je gaat niet naar www.denhaag.nl en daar op een kaart klikken om een zwembad te zoeken, nee mensen typen zwembad, den haag in in google en je komt bij de informatie die je zoekt. Waar wij voor zorgen is dat die meest gezochte onderwerpen zoals parkeren, stadsdeelkantoor, rijbewijs, paspoort, dat dat bij google hoog in de ranking staat, zodat als mensen zoeken in google meteen de luiste link vinden en dat ze meteen bij het juiste artikel terecht komen met het juiste kaartje. Als het artikel over zwembaden gaat, staat daar gelijk een klein kaartje met de locaties van zwembaden in Den Haag. Als je een onderwerp hebt waarbij de informatie niet in zo’n klein kaartje past, er een klein kaartje neer zetten met klik hier voor de complete kaart. We weten hoe er gezocht wordt, we kennen de onderwerpen waar men op zoekt via google. Het is ook logisch vanuit een bezoeker geredeneerd dat als je een artikel hebt gevonden over zwembaden dat er een ondersteunend kaartje is met de locaties van zwembaden. Niet dat ik naar een kaart ga, daar kaartlaag zwembaden aanzet en dan ga zoeken. Dat is veel te complex voor een gewone gebruiker. We weten uit ervaring dat als je een site hebt met veel links dat er minder geklikt wordt. Mensen willen direct de informatie vinden die ze zoeken. En niet drie keer moeten klikken. Dus eenvoudige kaartjes met minder onderwerpen. Zorg dat je
toponderwerpen er staan. Als je weet dat je al 5 % van de toponderwerpen hebt gedekt waat je al dat die mensen iid geval al tevreden zijn. 5 Hoe zoek je die informatie ? Als ik bijvoorbeeld naar een stadsdeelkantoor zoek in Google en ik zie daar inderdaad een link over een stadsdeelkantoor en je klikt daarop zie je direct informatie met openingstijden. Daar zit ook meteen een kaartje bij met de locatie van het kantoor. Zo denken wij dat mensen zoeken. Ook als je zwembaden zoekt, je gaat niet naar www.denhaag.nl en daar op een kaart klikken om een zwembad te zoeken, nee mensen typen zwembad, den haag in in google en je komt bij de informatie die je zoekt. Waar wij voor zorgen is dat die meest gezochte onderwerpen zoals parkeren, stadsdeelkantoor, rijbewijs, paspoort, dat dat bij google hoog in de ranking staat, zodat als mensen zoeken in google meteen de luiste link vinden en dat ze meteen bij het juiste artikel terecht komen met het juiste kaartje. Als het artikel over zwembaden gaat, staat daar gelijk een klein kaartje met de locaties van zwembaden in Den Haag. Als je een onderwerp hebt waarbij de informatie niet in zo’n klein kaartje past, er een klein kaartje neer zetten met klik hier voor de complete kaart. 6 Wat vind je daar van ? We weten hoe er gezocht wordt, we kennen de onderwerpen waar men op zoekt via google. Het is ook logisch vanuit een bezoeker geredeneerd dat als je een artikel hebt gevonden over zwembaden dat er een ondersteunend kaartje is met de locaties van zwembaden. Niet dat ik naar een kaart ga, daar kaartlaag zwembaden aanzet en dan ga zoeken. Dat is veel te complex voor een gewone gebruiker. 7 Heb je verbeter suggesties ? We weten uit ervaring dat als je een site hebt met veel links dat er minder geklikt wordt. Mensen willen direct de informatie vinden die ze zoeken. En niet drie keer moeten klikken. Dus eenvoudige kaartjes met minder onderwerpen. Zorg dat je toponderwerpen er staan. Als je weet dat je al 5 % van de toponderwerpen hebt gedekt weet je dat die mensen iid geval al tevreden zijn. Als mensen na moeten denken gaat het al niet meer werken. Wel weten waar de behoefte aan is, dat kunnen we meten. En simpele kaartjes met de juiste onderwerpen, niet met allerlei informatie over putdeksels die niemand interesseert, maar gewoon het onderwerp waar de pagina over gaat. Het is ondersteunende informatie. Als je de grootste doelgroep tevreden stelt, gaat je klanttevredenheid heel snel omhoog. De focus bij de gemeente ligt nog wel eens op de minder belangrijke punten. Je moet dus bij informatie op internet niet denken vanuit de processen, maar aan welke informatiebehoefte heeft mijn doelgroep.
Gespreksverslag onderzoek ‘Hoe zoeken gebruikers GI’ Datum: 10-04-2013 Met: Michiel von Konigslow Functie: Senior adviseur bij de afdeling Geoinformatie en Erfpachtbedrijf Doel: Interview gebruiker 1 Wie ben je ? Michiel von Konigslow Michiel von Konigslow. 2 Wat is je functie ? Senior adviseur bij de afdeling Geoinformatie en Erfpachtbedrijf gemeente Den Haag. Ik heb twee rollen in mijn functie. Geoaccountmanager ik ga proactief op de klant af en zorg dat hij of zij tevreden is. Dat doe ik door hem voor te lichten over wat er mogelijk is met GI en als er vragen zijn, of latente vragen of halve vragen, dan probeer ik zijn proces te analyseren. Daarna probeer ik te kijken wat de vragen aan GI zou kunnen hebben en daar probeer ik een product of een antwoord of een dienst en/of een oplossing voor te ontwerpen. Ik heb ook een adviesfunctie. Ik adviseer bijvoorbeeld over de doorontwikkeling van WebGIS of over de hele GI dienstverlening. 3 Gebruik je Geo informatie voor het uitvoeren van je taken? Ja, ik heb bijvoorbeeld net de vraag gekregen over mogelijkheden van de plaatsing van zonnepanelen op taluds langs snelwegen in de gemeente. Ik wil kijken wie de eigenaar is en daarbij gebruik ik WebGIS. 4 Waar zoek je die informatie ? Als ik informatie zoek kijk ik eerst in WebGIS. Als ik het daar niet kan vinden ga ik verder zoeken. Er zijn een aantal bronregistraties: KRtopo, kernregistratie gebouwen en adressen, een WOZ registratie. Er zijn nog honderden procesregistraties. Er zijn clubs buiten de gemeente die zaken bijhouden. Bij procesregistraties kun je bijvoorbeeld denken aan de afdeling parkeren, deze registreren alle paarkeerplaatsen in Den Haag. Deze worden in BORIS opgeslagen bij DSB. En zo hebben een aantal werkprocessen binnen de gemeente hun eigen manier van registreren. Die informatie overlapt in sommige gevallen. Ik probeer een beeld te krijgen van deze informatie. BORIS is hartstikke mooi omdat daar een heleboel informatie in verzameld wordt van DSB. DSO heeft zoiets nog niet, we zijn er wel mee bezig. Maar bij elke afdeling is het of niet of op een eigen manier geregeld. OCW is bijvoorbeeld geen registrerende club. Dus daar wordt niet op een eenduidige manier geregistreerd. En zo heeft elke dienst zijn eigen manier van informatievoorziening op GEO gebied. 5 Hoe zoek je die informatie ? Als ik het in WebGIS niet kan vinden ga ik contact leggen met de personen in mijn eigen netwerk om de informatie bover water te krijgen. Ik ga personen bellen en je komt uiteindelijk wel via via op de persoon die de informatie heeft. Op www.denhaag.nl heb je het loket, dat is een dankbare bron. Dat is niet registratiegericht, maar je weet wel welke afdeling waarvoor verantwoordelijk is. Zo kun je naar die afdeling toestappen. Maar echt een overzicht van alle registraties in Den Haag, die ben ik nu aan het maken. 6 Wat vind je daar van ?
De gemeente registreert heel veel informatie. Bij BORIS is dat heel goed georganiseerd en dat werkt heel prettig. Je kunt makkelijk en snel de informatie vinden die je zoekt. De informatie kan makkelijk worden ontsloten, het is uitwisselbaar en koppelbaar. Maar d meeste registraties zijn een rommeltje. Er zijn ondanks de BAG nog steeds twintig gebouwregistraties in Den Haag. Dat moeten er allemaal 1 worden. Dan zijn er dezelfde adressen, maar dan met een andere schrijfwijze die je niet kunt koppelen en allemaal van dat soort dingen. Gelukkig is er nog wat te verbeteren, anders hadden we geen werk. Er valt daar nog veel winst te behalen. Door het toenemende gebruik van WebGIS zie je ook meer bewustzijn ontstaan om goed informatie te registreren en goed bij te houden. Als we informatie naar internet gaan ontsluiten wordt iedereen natuurlijk zenuwachtig, dan gaan we beter registreren. Voor mensen die in een specifiek proces zitten is het de vraag of ze veel moeite moeten doen om de informatie te hergebruiken in andere processen en wat zit er dan voor mij in ? 7 Heb je verbeter suggesties ? Mensen zijn vaak tevreden met hun eigen registratie anders zouden ze het zelf wel verbeteren. Maar die is er niet voor hergebruik of koppeling met een andere registratie. Het is niet altijd in hun eigen belang. Dus het is belangrijk dat mensen er bewust van worden dat ze ook dingen doen voor het algemeen belang. Als je iets positiefs doet krijg je het vanzelf ook een keer terug. We moeten aan mensen laten zien dat er veel te verbeteren is als we goede registraties bijhouden, die ook goed hergebruikt kunnen worden. En mensen met elkaar in verbinding te brengen dat die mensen er van bewust worden dat de gegevens breder inzetbaar zijn dan alleen hun eigen proces.
Gespreksverslag onderzoek ‘Hoe zoeken gebruikers GI’ Datum: 08-04-2013 Met: Rob Gieb Functie: Onderzoeker Doel: Interview gebruiker 1 Wie ben je ? Rob Gieb, SPS6 en ArcGIS zijn de tools die het meest gebruikt worden. 2 Wat is je functie ? Werkzaam bij de gemeente Den Haag afdeling PSO, programmamanagement, strategie en onderzoek. De onderzoekkant daarvan ruimtelijke analyses met GIS. 3 Gebruik je Geo informatie voor het uitvoeren van je taken? Ik gebruik bijna alleen maar GEO informatie bij het uitvoeren van mijn taken. 4 Waar zoek je die informatie ? Wij hebben veel verschillende data nodig voor onze onderzoeken. In vele gevallen hebben ze een locatiecomponent. Dat kan op het niveau van een adres zijn of een buurt, wijk, stadsdeel. Het kan ook een ander soort indeling zijn, winkelgebieden. Het maakt niet uit. Al er maar een ruimtelijk element aan gekoppeld kan worden dan wordt de data gebruikt voor ruimtelijk onderzoek. Onze grote bestanden zijn gekoppeld aan adressen. En als het goed is straks aan de BAG. Van de adrespunten zijn X-Y coördinaten bekend en daarmee kun je punten op de kaart zetten. En vervolgens kun je er van alles mee doen. Je kunt een aggregatie doen op basis van X-Y coördinaten naar buurten, wijken en stadsdelen. Wij maken beleidsinformatie van data. Wij gebruiken twee soorten informatie de ene is wat ik net zei bijvoorbeeld gegevens met een adres wat gekoppeld kan worden aan een X-Y coördinaat en je heb GEO informatie die beschikbaar is in kernregistraties en systemen zoals BORIS. We kijken eerst wat de gemeente zelf aan data heeft. Buurt, wijk, stadsdeel komt van de gemeente af. Dit is gewoon bij Landmeten en Vastgoed op te vragen. Het komt uit de KRtopo of uit een CAD systeem. Ik haal veel informatie bij het CBS, dan ga ik daar googlen. Het CBS heeft een portaal waar veel te vinden is. Op PDOK zoek ik ook informatie. Energie in beeld hebben we tegenwoordig ook binnen de gemeente. Daar kun je energieverbruik op buurtniveau vinden dit kun je dus weer koppelen aan de polygonen die wij hebben. Het risico is wel het CBS een andere definitie heeft dan de gemeente van een buurt. Of je zet het weg met de mededeling dat sommige cijfers niet helemaal kloppen. Maar als je met gemiddelden werkt de foutmarge niet zo groot. Maar je moet wel weten wat voor informatie je hebt en wat de kwaliteit is van de data. Tegenwoordig zijn er ook veel sites waar je google maps bestanden vanaf kunt halen. Er zijn tegenwoordig veel bronnen te vinden. Iedereen biedt wat aan en daarmee kun je een stapje verder komen. 5 Hoe zoek je die informatie ? Binnen de gemeente krijg ik de gegevens rechtstreeks van de bronhouder. Als er bijvoorbeeld nieuwe masterplan gebieden zijn, krijg ik deze als een CAD bestand aangeleverd. Die zet ik om naar GIS en gebruik die dan. Bestemmingsplan gebieden, die veranderen continue. Die moet je opvragen bij de afdeling bestemmingsplannen. Er is geen loket of portaal of zo waar je alle data kunt vinden en ophalen. Ik heb daar wel veel behoefte aan.
Als ik nu informatie wil hebben dan zoek ik met google. Ik zoek meestal naar data en daar zit een GEO component aan vast. Die wel of niet standaard is. 6 Wat vind je daar van ? Ik heb het geluk dat ik weet waar Abraham de mosterd haalt. Dus het is niet zo erg voor mij dat die data overal en nergens zich bevindt. Maar als ik over twee jaar met pensioen gaat is er hier wel een probleem, een klein probleempje maar hoor! Voor mensen die niet in het wereldje zitten is het moeilijk om aan data te komen. Ik zoek wel en ik vind. Als iets niet 100% is kan ik er meestal toch wel wat van maken. Ik kan ook gebieden tot andere gebieden vormen. Bijvoorbeeld ik had laatst een vraag over krachtwijken, dat bleken dus niet de krachtwijken van de gemeente te zijn, maar volgens de definitie van het ministerie. Dat is gevaarlijk van zomaar data ergens vandaan gebruiken. Het voordeel van GIS is dat je dat direct ziet. 7 Heb je verbeter suggesties ? Wat ik graag binnen de gemeente zou willen is een plek binnen de gemeente waar ik alle actuele GEO data kan vinden en ophalen. En de verantwoordelijkheid ligt bij de afdeling waar de data vandaan komt. Een soort bibliotheek waar je data neerzet met metainformatie volgens Geosticker of zo. Als iedereen dat daar wegzet en goed documenteert dan heb je een geweldig systeem en zou dat veel tijd besparen. Die omgeving heb ik aan GI & E gevraagd. Ik wil graag een ruimte waar ik data kan wegzetten en van collega’s van L&V kan ophalen. Je hebt wel al de KRtopo en BORIS en daarnaast heb je nog veel bronnen die een beetje chaos zijn. Allerlei soorten bestanden in allerlei soorten formaten. Excel, CSV, shapefiles. Als het maar met GEO te maken heeft. Veel is geen vaste data, maar periodiek waardevol. Het zou met de tijd mee moeten gaan. Uiteindelijk krijg je bevroren bestanden van een bepaalde periode. Dan kun je GEO en andere data bij elkaar opslaan van een bepaalde datum. En ht jaar er op krijgen we weer zo’n bestand. Daardoor kun je analyses in de tijd met elkaar vergelijken. Dat is mijn doel. Dus een soort gemeentebrede GEO bibliotheek. De kernregistraties zijn goed geordend en gedocumenteerd en de rest is een soort verzameling van GEO rommel. Als het labeltje maar goed ingevuld is, is het aan de gebruikers zelf om te beoordelen of de dataset waardevol is voor zijn doel. Dus het invullen van metadata is wel een voorwaarde voor een goed werkend systeem voor de vluchtige datasets. Wie ook gaat zoeken naar GEO-informatie kan daar terecht. Het kan zelfs zo zijn dat de bibliotheek open staat voor idereen, als er iets gezocht wordt wat niet in WebGIS zit krijg je een seintje van: we hebben de data wel, maar je kunt het bij die en die opvragen en het is niet beschikbaar voor WebGIS. Dus dan krijg je de mogelijkheid om gebruiksvriendelijk de data neer te delen. Je gaat dan uit van de vraag naar GEO-informatie en niet van het aanbod. Het kan best zijn dat bepaalde GEO-informatie veel gebruikt wordt voor analyses, maar het hoeft niet perse op WebGIS beschikbaar te zijn. De catalogus en WebGIS is niet een op een hetzelfde. Je kunt die catalogus wel ruim opzetten, iedereen kan in de bibliotheek zoeken naar bijvoorbeeld randstadrail. Dan kun je bijvoorbeeld zoeken op verkeer, mobiliteit of de HTM en dan zie je welke informatie bij wie op te vragen is. Dan kun je vragen of de data in WebGIS beschikbaar wordt gesteld of je kunt er zelf met ArcGIS een kaart mee maken. Het zoeken op bepaalde zoektermen is nuttig. Als je in google zoekt krijg je er gelijk suggesties bij, dat is een mooie en effectieve manier van zoeken. De broneigenaar is verantwoordelijk voor het toekennen van keywords of zoektermen in zijn metadata. Het is wel handig om de grote lijnen op thema vast te zetten per proces of afdeling, bijvoorbeeld mobiliteit, wonen, leefbaarheid en dat soort termen. Je moet bepaalde categorieën maken die zinnig zijn voor onze processen. Je hebt specifieke DSB processen en DSO processen. Die processen zitten vaak al in een structuur
van een dienst. Die moet je ook niet helemaal over nemen, want de organisatie kan veranderen. Je moet er voor zorgen dat er een algemene benaming komt, die voor iedereen herkenbaar is. Voor DSO is dat bijvoorbeeld planologie en stedenbouw, ruimtelijke ordening lijkt mij een handige ingang. Vervolgens ga je kijken is het op gebied van wonen, verkeer of economie. Zo ga je de zoekwoorden verder specifiek maken. Dus: Mobiliteit, verkeer, Openbaar vervoer, Randstadrail is allemaal gelinkt. Maar dit vraagt wel veel van de gene die de metadata invult. Dus hoever ga je met dit soort dingen. Voor mij is het handig dat ik datasets afzonderlijk kan raadplegen en thematisch op een kaart kan projecteren. In WebGIS zijn themaviewers opgenomen voor een bepaalde doelgroep. Handig voor die doelgroep, maar niet voor mij. Ik wil zelf kaarten kunnen samenstellen met de data die ik nodig heb.
GI-beraad
Bestuurskern Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Prog. Geo-informatie Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag Contactpersoon D.W. van Barneveld Senior Beleidsmedewerker
Digitale agenda voor de leefomgeving 1 Inleiding De nota GIDEON heeft de afgelopen jaren als leidraad voor het nationale geo-informatiebeleid gediend. In deze periode is duidelijk geworden dat overheid, bedrijfsleven en wetenschap elkaar nodig hebben om tot de beste resultaten te komen. Vanuit die wetenschap presenteren deze drie partijen uit de gouden driehoek een nieuwe gezamenlijke visie op het geo-informatiebeleid voor de komende jaren.
T 070-4561630 M +31(0)6-25094586 dirk.van.barneveld@minienm. nl Datum 15 maart 2013
Streefbeeld 2020 In 2020 is de real-time stand van het land gerealiseerd. Zo is bijvoorbeeld op elk moment het energieverbruik inzichtelijk, zodat afnemers hier flexibel op kunnen spelen. De filedruk is afgenomen doordat de routering afgestemd is op actuele verkeer- en weersinformatie en geavanceerde voorspellende verkeersmodellen. De actuele vraag naar en het aanbod van vrijwillige en professionele zorg worden lokaal op elkaar afgestemd. De faalkosten bij bouwprojecten zijn afgenomen als gevolg van meer en beter beschikbare gegevens. Onze voorsprong in kennis rond watermanagement is door nieuwe toepassingen van locatie-informatie verder uitgebouwd. Dit streefbeeld kon gerealiseerd worden doordat de overheid in de periode tot 2020 goede basisdata, -diensten en -modellen structureel beschikbaar heeft gesteld. Verder stimuleerde en faciliteerde ze de innovatie. Alle bestuurslagen binnen het publieke domein werkten hierbij nauw met elkaar samen. Het geo-onderwijs behoort tot de top van Europa. De Nederlandse wetenschappelijke instellingen hebben op basis van een continue dialoog met overheid en bedrijfsleven de theoretische modellen van het laboratorium naar de praktijk gebracht. De innovatieve houding van het bedrijfsleven bracht ons nieuwe producten, onverwachte inzichten en een internationaal sterke positie. De uitvoerende rol van de overheid voor het inwinnen en verspreiden van data is deels door het bedrijfsleven en de burger ingevuld. In gezamenlijkheid heeft de sector hard en succesvol gewerkt aan de totstandkoming van de digitale agenda voor de Leefomgeving van Nederland.
Pagina 1 van 14
2
Context
2.1 Trends
Bestuurskern Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Prog. Geo-informatie Datum 15 maart 2013
Mondiaal De wereld om ons heen verandert voortdurend. Op wereldschaal zien we de wereldbevolking de komende jaren verder doorgroeien. Voor het eerst in de geschiedenis wonen meer mensen in steden dan op het platteland. Deze steden zijn in hun onderhoud afhankelijk van aanvoer van grondstoffen vanuit andere gebieden; de verbondenheid en interdependentie van regio’s neemt daarmee toe. Veel van deze steden bevinden zich in deltagebieden en zijn daarmee extra gevoelig voor klimaatveranderingen. Deze ontwikkelingen gaan gepaard met wereldwijde vraagstukken rond het creëren van een duurzame economie: hoe zorgen we voor voldoende energie, verdelen we schaarse grondstoffen, accommoderen we tegelijkertijd bevolkingsgroei en vergrijzing en stellen we daar bovenop welvaart en welzijn veilig? En dat te midden van één van de grootste economische crises in de moderne geschiedenis. Nationaal Genoemde trends spelen ook in de Nederlandse context. Onze vergrijzende bevolking groeit nog steeds en ook de trek naar de steden en de krimp in de meer landelijke gebieden is in ons land een bekend verschijnsel. Nederland is bij uitstek ook het land waar veel goederenstromen samenkomen. Onze economisch afhankelijkheid van imen export is een bekend gegeven. Het omgaan met watervraagstukken zit in onze genen. Dat is maar goed ook, want een groot deel van de economisch meest waardevolle, sterk verstedelijkte gebieden zijn tevens het meest vatbaar voor overstromingen. In ons dicht bevolkte land kennen we tevens de uitdaging om binnen een beperkte ruimte onze bevolking duurzame welvaart en welzijn te bieden. De economische crisis vraagt om vindingrijkheid om met beperkte middelen deze verworvenheden voor de toekomst te behouden. In de komende jaren zal in plaats van grootschalige nieuwbouw de nadruk liggen op het slim beheren, gebruiken en transformeren van de bestaande gebouwde omgeving. Technologisch Niemand kijkt meer op van een sprekend navigatiesysteem dat zich aanpast als je verkeerd rijdt of van een actueel kaartje bij het ochtendjournaal waarbij de files visueel in beeld zijn gebracht. Ondanks deze vanzelfsprekendheid die zich het laatste decennium van ons meester heeft gemaakt, staat locatie-informatie nog in de kinderschoenen ten opzichte van de haast grenzeloze mogelijkheden die het gaat bieden in de nabije toekomst. Op korte termijn meten allerlei publieke en private sensoren een scala aan gegevens over onze leefomgeving: de waterkwaliteit van de sloot om de hoek, de lokale luchtkwaliteit, de drukte in het zwembad of op de sportschool, het aantal auto’s op weg naar school en de met te hoge snelheid naderende bestelbus. Kortom, we staan aan de vooravond van een explosie aan beschikbare data. Data die
Pagina 2 van 14
zich daarnaast langzaamaan als linked data tot een semantisch web ontwikkeld. Het is een van de grootste uitdagingen om de grote hoeveelheden beschikbare gestructureerde en ongestructureerde sensordata effectief om te zetten in betekenisvolle, veelal locatiegebonden informatie.
Bestuurskern Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Prog. Geo-informatie Datum 15 maart 2013
Sociaal Bovenstaande ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de wijze waarop wij onze maatschappij inrichten. Terwijl de overheid een stap terug doet, nemen burgers en het bedrijfsleven steeds vaker zelf het initiatief. Het aantal en de diversiteit in netwerken neemt snel toe. Er zijn steeds meer voorbeelden waarop op lokaal niveau buiten de overheid om nieuwe initiatieven ontstaan. De toename van beschikbare data, de mogelijkheden om zelf data in te winnen en goedkope ICT-middelen voor het verwerken van deze informatie stelt burgers en bedrijven in staat op een weloverwogen wijze het heft in eigen hand te nemen. 2.2 Consequenties voor het locatie-informatiebeleid Locatie-informatie maakt ontwikkelingen inzichtelijk, biedt een krachtig handvat voor samenhang, integraliteit en overzicht, duidt onderliggende oorzaken en stelt de samenleving in staat hierop in te spelen. Dat lukt alleen als de informatievoorziening ook op de bovenstaande trends toegesneden is. Nederland beschikt over een groot aantal registraties met locatieinformatie. Hoe waardevol deze registraties ook zijn, ze beschrijven voor het merendeel een momentopname van de werkelijkheid. In onze complexe maatschappij met een hoge dynamiek is dat in toenemende mate niet afdoende. Voor het maken van adequate keuzen is het steeds vaker noodzakelijk om de actuele stand van zaken te kennen, de aard van de dynamiek te doorzien en doorwerking naar de toekomst te voorspellen. Deze informatie dient bovendien eenvoudig naar verschillende schaalniveaus vertaald te kunnen worden; veel vraagstukken spelen zich immers op meerdere schaalniveaus af. Op het niveau van de straat zien we daarbij dat locatie-informatie nu meestal bij de voordeur ophoudt. Met de toegenomen urbanisatie en veranderingen in onze werkzaamheden brengen we immers het grootste deel van onze tijd binnen gebouwen door. Ook de publieke ruimte verplaatst zich van de straat naar gebouwcomplexen. Meer aandacht voor informatie over onze bestaande gebouwde omgeving en een naadloze aansluiting tussen ‘buiten’ en ‘binnen’ past bovendien bij het verschuiven van de nadruk van nieuwbouw naar beheer. De rol van het bedrijfsleven en burger als informatieproducent neemt sterk toe. Het overheidsmonopolie brokkelt langzaam maar zeker af. Met name op het gebied van de dynamische data (sensordata) zullen de miljoenen waarnemingen van smartphones en andere sensoren een welkome aanvulling en verfijning zijn van de metingen van de tientallen publieke meetnetten. Hoewel niet eenvoudig te realiseren, maakt een eenduidige interpretatie van al deze sensordata het mogelijk deze zowel binnen specifieke domeinen als water en lucht ook dwars door domeinen
Pagina 3 van 14
heen toe te passen. Om beschikbare informatie met respect voor privacy maximaal voor onze samenleving in te kunnen zetten, zullen overheden, bedrijfsleven, wetenschap en burgers afspraken moeten maken over de inrichting van onze toekomstige informatievoorziening. Het ontstaan van nieuwe informatiemonopolies is ongewenst.
Bestuurskern Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Prog. Geo-informatie Datum 15 maart 2013
Box 1: Uitdagingen voor het thema Zorg
Pagina 4 van 14
3 Doel In 2020 beschikt Nederland over excellent toegankelijke actuele, meerschalige geo-informatievoorziening. Deze voorziening geeft het antwoord op drie elementaire vragen die zowel op individuele, maatschappelijke als ook op fysieke situaties betrekking kunnen hebben: 1. Wat is de actuele toestand? 2. Wat is de dynamiek? 3. Hoe ontwikkelt de toekomst zich?
Bestuurskern Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Prog. Geo-informatie Datum 15 maart 2013
Nederland vormt in meerdere opzichten een geschikte proeftuin voor het uitproberen van nieuwe op locatie-informatie gebaseerde concepten, zoals bijvoorbeeld smart cities. Deze concepten kunnen vervolgens in het buitenland vermarkt worden. Naast het nationale belang een goede geoinformatie-voorziening te realiseren, vormt het creëren van exportkansen voor onze geo-kennis en -producten een nadrukkelijk doel van deze visie. 4
Speerpunten
4.1 Basis op orde Een goede geo-informatievoorziening begint met goed beheer en doorontwikkeling van de basisinfrastructuur. Daartoe behoort in de eerste plaats onze nationale geodetische infrastructuur welke een raamwerk biedt voor het koppelen van locatie-informatie. De basis bestaat verder uit de geo-basisregistraties en de INSPIRE-plichtige datasets en -diensten. Ook (voorspellende) modellen die noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van het primaire overheidsproces maken onderdeel uit van dit speerpunt. Het ligt voor de hand de principes die ten grondslag liggen aan deze basis de komende jaren te verbreden naar sectorspecifieke datasets en diensten die essentieel zijn voor de uitdagingen van die sectoren. De ontwikkelingen rond de nieuwe Omgevingswet bieden een uitgelezen kans om eerdere ontwikkelingen als het stelsel van basisregistraties en INSPIRE in een geïntegreerde informatievoorziening bijeen te brengen. De afspraken, governance en infrastructuur van INSPIRE worden leidend in sectorale gegevens ten behoeve van de omgevingswet. Technologische en maatschappelijke ontwikkelingen vragen ons de bestaande informatievoorziening bij de tijd te houden. Big data, linked data, de toenemende behoefte aan geïntegreerde, gevalideerde, actuele en dynamische gegevens stellen aanvullende eisen aan de huidige inrichting. Het onderkennen en waar mogelijk afstemmen van verschillen in begrippenkader, het hanteren van open standaarden en het opheffen van juridische en organisatorische barrières zijn daarbij van groot belang evenals de inbedding van de geo-informatievoorziening in de totale publieke informatievoorziening.
Pagina 5 van 14
Bestuurskern Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Prog. Geo-informatie Datum 15 maart 2013
Box 2: Uitdagingen voor het thema Ruimte en Mobiliteit
Pagina 6 van 14
4.2 Kennisinfrastructuur Voldoende aanwas van goed geschoold personeel is randvoorwaardelijk voor het succes van de geosector. Structurele en significante investeringen in de opleidingen op het gebied van locatie-informatie in Nederland, maar ook in de kennisuitwisseling, -bundeling en -borging binnen de gouden driehoek zijn gewenst om de ambitie van deze visie te realiseren en onze geokennis internationaal te kunnen exploiteren. Een zich voortdurend vernieuwende geo-informatievoorziening vraagt ook om permanente bijscholing van de huidige werknemers en om een gezonde arbeidsmarkt voor geo-professionals.
Bestuurskern Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Prog. Geo-informatie Datum 15 maart 2013
4.3 Open data Een laagdrempelige toegang tot de publieke basisvoorziening en overige publieke locatie-informatie is randvoorwaardelijk voor optimaal (her)gebruik van met publiek geld gefinancierde data en modellen. Daarmee onderschrijft deze visie het opendatabeleid. Bij het beschikbaar stellen van gegevens zullen de meest veelbelovende datasets voorrang krijgen. Naast het beschikbaar stellen van data zullen overheid, bedrijfsleven en wetenschap het hergebruik actief stimuleren. In navolging van de Nationale Satellietdatabank zullen rond een aantal thema’s innovatienetwerken opgezet worden. De overheid zorgt daarbij voor het creëren van de juiste randvoorwaarden, de markt speelt in op (latente) vragen en de wetenschap vervult zijn gidsfunctie. 4.4 Innovatie Een goede en open basisvoorziening is een cruciaal uitgangspunt voor toepassingsgerichte innovatie binnen de sector. Om ook in de toekomst geo-gerelateerde vraagstukken op te kunnen lossen, is het noodzakelijk ook meer fundamenteel onderzoek uit te voeren. Met het oog op de gesignaleerde trends gelden voor het wetenschappelijk geo-onderzoek de volgende prioriteiten: • omslag van statische naar dynamische gegevens; • meerschaligheid; • aansluiting van binnenkant en buitenkant van de gebouwde omgeving. Innovatie beperkt zich niet tot nieuwe toepassingen en technieken binnen de sector. De grootste winst valt wellicht te behalen door deze innovaties te vertalen naar en te verbinden met andere (top)sectoren en nieuwe markten. Daarnaast vraagt de huidige economische situatie te innoveren door het ontwikkelen van nieuwe financieringsvormen en verdienmodellen. De gouden driehoek streeft ernaar om binnen NWO-verband een duidelijk herkenbaar programma te realiseren waar bedrijfsleven, overheid en wetenschap in investeren.
Pagina 7 van 14
Bestuurskern Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Prog. Geo-informatie Datum 15 maart 2013
Box 3: Uitdagingen voor het thema Energie
Pagina 8 van 14
4.5 Beter benutten Het is in het belang van de geo-sector dat locatie-informatie zo breed mogelijk wordt gebruikt. Ook kunnen bestaande oplossingen verder verbeterd worden of kunnen met bestaande en nieuwe producten en diensten nieuwe toepassingen ontwikkeld worden. Niet alleen voor traditionele geo-sectoren als agro and food en rechtszekerheid, maar juist voor sectoren waar op zijn best suboptimaal van locatie-informatie gebruikt gemaakt wordt. Aan de hand van criteria als maatschappelijke relevantie, aansluiting bij topsectoren, marktkansen en innovatiemogelijkheden is ervoor gekozen om ons in deze visie met name te richten op de sectoren zorg, energie, water, ruimte en mobiliteit en de bouw, zie box 1 tot en met 5.
Bestuurskern Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Prog. Geo-informatie Datum 15 maart 2013
Om met de juiste producten en diensten aan deze sectoren een bijdrage te kunnen leveren is het van belang hun vraag scherp te krijgen. Niet het aanbod aan geo-kennis, maar de vraag moet leidend zijn voor een nadere verkenning van mogelijkheden binnen deze sectoren. De Nederlandse geo-sector zal hier actief op inzetten door onder meer de dialoog met de relevante ministeries, branche- en koepelorganisaties aan te gaan. 4.6 Marketing en communicatie Zonder dat veel burgers, bedrijven en overheden zich hiervan bewust zijn is locatie-informatie een belangrijk onderdeel van hun dagelijkse activiteiten en vaak cruciaal in bedrijfsprocessen. De gouden driehoek maakt de innovatiekracht van de sector beter zichtbaar en etaleert deze aan de hand van een gezamenlijk marketingplan. Vanuit de driehoek trekken de partners samen op om de geo-sector beter onder de aandacht van de Nederlandse samenleving te brengen: nieuwe producten, wetenschappelijke doorbraken en innovatieve overheidsdienstverlening worden actief gecommunicerd met het grote publiek en andere relevante partijen. De toegevoegde waarde van locatieinformatie voor de samenleving wordt actief onderzocht. De sector stelt een jaarlijks terugkerende “innovation award” in. Deze prijs draagt bij aan het inventieve en vernieuwende imago van de geosector. 4.7 Internationaal Informatievoorziening houdt niet bij de grenzen op. Een pro-actieve, agenderende rol van Nederland is van belang, aangezien met name het Europese beleid van invloed is op de Nederlandse geoinformatievoorziening. INSPIRE en de Digitale agenda voor Europa zijn misschien de meest in het oog springende voorbeelden, maar denk ook aan SEIS, het Copernicus programma, de Kaderrichtlijn Water, CORINE Land Cover en Natura2000. Daarnaast zijn er ook in de marktsector belangrijke internationale ontwikkelingen gaande rondom de grote commerciële spelers, zoals bijvoorbeeld Google, Microsoft, Apple en Oracle. Op mondiaal niveau zijn het de standaarden van het Open Geospatial Consortium en ISO die de uitwisselbaarheid van locatieinformatie bevorderen. Het vroegtijdig anticiperen op en beïnvloeden van internationale ontwikkelingen helpt in combinatie met het actief
Pagina 9 van 14
deelnemen aan internationale kennisnetwerken Nederlandse belangen veilig te stellen en biedt kansen om Nederlandse oplossingen in het buitenland in de markt te zetten.
Bestuurskern Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Prog. Geo-informatie Datum 15 maart 2013
Box 4: Uitdagingen voor het thema Bouw
Pagina 10 van 14
4.8 Samenwerking in de gouden driehoek Zoals eerder aangegeven kunnen overheid, bedrijfsleven en wetenschap in gezamenlijkheid de beste resultaten bereiken door gebruik te maken van elkaars sterke punten. Het structureel vormgeven aan een blijvende samenwerking met duidelijke afspraken over wie wat doet, vormt daarom een zeer belangrijk speerpunt. Naast het streven naar een efficiënte taaken bedrijfsuitvoering binnen de sector, vormt een focus op de burger en/of consument een belangrijk aandachtspunt.
Bestuurskern Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Prog. Geo-informatie Datum 15 maart 2013
5 Rollen en governance Overheid, bedrijfsleven en wetenschap dragen gezamenlijk en vanuit hun eigen rol een bijdrage aan de realisatie van goed toegankelijke actuele, meerschalige geo-informatievoorziening. 5.1 Overheid De overheid draagt systeemverantwoordelijkheid voor de geosector. Dat vertaalt zich primair in het zorg dragen voor de basisinfrastructuur en het vaststellen van adequate standaarden, wet- en regelgeving. In lijn met het regeerakkoord zal het borgen van privacy van burgers een belangrijk aandachtpunt zijn. Overigens zal de overheid daarbij al snel op de grenzen van de eigen invloedssfeer stuiten; effectieve afspraken moeten op internationaal niveau en in samenspraak met het bedrijfsleven gemaakt worden. Daarnaast is voor de overheid een belangrijke rol weggelegd bij het openstellen van publieke data en het stimuleren van hergebruik. Innovatie vormt een belangrijk onderdeel van samenwerking in de gouden driehoek waarbij de overheid als enabler bedrijven de leiding toespeelt en samenwerking met onderzoek en wetenschap stimuleert. De overheid richt zich daarbij op het scherp formuleren van nieuwe en/of veranderende behoeften en het vormgeven aan de rol van launching customer. In de komende periode zal de aandacht in het bijzonder uitgaan naar de verhouding tussen markt en overheid. Beide partijen zijn gebaat bij meer duidelijkheid en uniformiteit bij de concrete invulling van de publieke taak van uitvoeringsorganisaties. Het reduceren van onzekerheden stimuleert private investeringen. Het schept tevens helderheid over hetgeen wel en niet van de overheid aan dienstverlening verwacht mag worden. Waar de overheid een beroep doet op het bedrijfsleven zal zij dat als professioneel en transparant opdrachtgever doen.
Pagina 11 van 14
Bestuurskern Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Prog. Geo-informatie Datum 15 maart 2013
Box 5: Uitdagingen voor het thema Water
Pagina 12 van 14
5.2 Bedrijfsleven Deze visie vereist een markt waarin bedrijven zich pro-actief opstellen en het initiatief nemen. Productinnovatie en het veroveren van nieuwe (internationale) markten worden de speerpunten van het bedrijfsleven. Bedrijven gaan hiertoe meer samenwerken en zoeken verbinding met andere sectoren. De afhankelijkheid van publieke opdrachtgevers wordt afgebouwd.
Bestuurskern Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Prog. Geo-informatie Datum 15 maart 2013
Naast zakelijke dienstverlening moet nadrukkelijk ook aan het beter bedienen van de consumentenmarkt worden gedacht; niet in de laatste plaats door betere benutting van publieke open data. Het bedrijfsleven helpt de overheid bij het efficiënter inrichten van de basisinfrastructuur en de prioriteitstelling binnen het opendatabeleid en de innovatieagenda. 5.3 Wetenschap De wetenschap vervult een gidsfunctie voor de Nederlandse geo-sector. Vraagstukken van de toekomst worden geïdentificeerd, onderzocht en gecommuniceerd binnen de gouden driehoek. In samenwerking met het bedrijfsleven werkt de wetenschap aan het valoriseren van de onderzoeksresultaten. Ze werkt aan de ontwikkeling en validatie van modellen die sensordata eenduidig interpreteren en op de juiste wijze kunnen integreren, zodat deze zowel binnen specifieke domeinen als over domeinen heen bruikbaar zijn. Daarnaast kan de wetenschap de overheid helpen bij het bepalen van het succes en het bijsturen van het geo-informatiebeleid. De wetenschap is er tevens primair verantwoordelijk voor dat het geo-onderwijsaanbod aansluit bij de behoefte van markt en overheid. 5.4 Governance Overheid, bedrijfsleven en wetenschap werken in gezamenlijkheid de speerpunten uit deze visie waar mogelijk toegespitst op de prioritaire sectoren (zie box 1 tot en met 5) uit in een jaarlijks bij te stellen activiteitenprogramma. Per activiteit wordt een projectteam samengesteld dat verantwoordelijkheid draagt voor tijdige uitvoering. De realisatie van het activiteitenprogramma zal jaarlijks gemonitord worden. De partners in de gouden driehoek stellen een strategisch platform in dat minimaal halfjaarlijks overleg voert over de voortgang, bijsturing en eventuele nieuw te agenderen activiteiten en accenten.
Pagina 13 van 14
Bijlage: Lijst van workshopdeelnemers
Aanwezig
Organisatie
Alexander Bosma
NEO
Alfred van den Berg
SVB
Bastiaan van Loenen
Geonovum
Chris Bremmer
TNO
Dick Takkebos
Bureau Vijn
Dirk van Barneveld
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Douwe Blanksma
Crotec
Erik van der Ster
Rijkswaterstaat
Eugene Borukhovich
Hack de Overheid
Evert Jan Laméris
Provincie Zuid-Holland
Ferdy du Chatinier
Geonovum
Floor van Dijk
SVB
Frans Lips
Ministerie van Economische Zaken
Gerben Koppelman
Arcadis
Henk Scholten
VU
Johan van Cranenburg
Waterschap Scheldestromen
Jurgen ten Siethof
ESRI
Kees Maat
TU Delft – OTB
Leen van Doorn
Alliander
Lex Slaghuis
Hack de overheid
Lydia Dijkshoorn
Agentschap NL
Marianne Linde
TNO
Menno Hekker
Provincie Zuid-Holland
Niels Kinneging
RWS
Patrick Schilesffski
Alliander
Remko Uijlenhoet
WUR
Rob Bouman
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Roland Drijver
Rijkswaterstaat
Ruben Busink
RH/DHV
Sjors Slaats
Geonovum
Theo Overduin
Geonovum
Tom Maas
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Bestuurskern Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Prog. Geo-informatie Datum 15 maart 2013
Pagina 14 van 14
Plaatsbepalend
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening Versie 1.7
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening
Inhoud Inhoud ............................................................................................................................................ 2 1.
Inleiding .................................................................................................................................. 3 1.1.
Ambities als aanleiding .......................................................................................................... 3
1.2.
Voor wie is deze geovisie bedoeld? ....................................................................................... 3
1.3.
Opbouw van de uitwerking van de geovisie .......................................................................... 4
2.
Dienstverlening en procesondersteuning: de gebruiker centraal ............................................. 5 2.1.
Excellente geodienstverlening ............................................................................................... 5
2.2.
Relatie met het I-‐domein ....................................................................................................... 7
3.
Het fundament: betrouwbare data in bruikbare systemen ...................................................... 9 3.1.
Gegevens en systemen .......................................................................................................... 9
3.2.
Het stelsel van kern-‐ en basisregistraties en geo-‐informatie standaarden ......................... 10
3.3.
Geo-‐informatievoorziening en samenwerking .................................................................... 10
3.4.
Betrouwbare basis voor goed openbaar bestuur ................................................................ 11
4.
Ambities ............................................................................................................................... 13
5.
Organisatie en financieel kader ............................................................................................. 14 5.1.
Organisatie ........................................................................................................................... 14
5.2.
Financieel kader ................................................................................................................... 14
Bijlage 1: Van geovisie naar concrete doelen voor GI&E ................................................................ 16
-‐ 2 -‐
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening
1. Inleiding 1.1. Ambities als aanleiding De gemeente Den Haag heeft de ambitie om uit te blinken op het gebied van dienstverlening. Zij wil een excellente dienstverlener voor bewoners, bedrijven en (internationale) instellingen zijn. Met de uitvoering van het Masterplan Dienstverlening 2012-‐2015 wordt deze ambitie gerealiseerd. Het accent ligt hierin op het aanbieden van vraaggerichte dienstverlening. Deze dienstverlening is (waar mogelijk) digitaal, snel en efficiënt en vraagt daarom om een goede basis in de gemeentelijke organisatie. In aansluiting hierop vraagt de realisatie van het collegeprogramma “Aan de slag” om voortvarende inzet van ICT, zowel op het gebied van de digitale dienstverlening als op het gebied van de bedrijfsvoeringsystemen. Om die voortvarende inzet richting te geven is de gemeentelijke I-‐visie 2011-‐2014 opgesteld. Die I-‐visie wordt gevormd door drie pijlers: hoogwaardige digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven, moderne en uniforme bedrijfsvoeringssystemen en digitale veiligheid. De voorliggende geovisie is een uitbreiding en actualisatie van de in 2009 vastgestelde “Haagse Geo-‐ agenda 2015” en sluit aan bij de hiervoor genoemde ambities. In deze geovisie ligt de nadruk dan ook op dienstverlening vanuit geo-‐informatie: De gebruiker staat centraal, waarbij het fundament, de geodata en bijbehorende geo-‐infrastructuur, op orde is. In de afgelopen jaren is de hoeveelheid en het gebruik van geodata enorm toegenomen. Het gebruik van geodata is gemeengoed geworden. Denk maar aan Google Earth, TomTom’s, www.buienradar.nl en Funda. De smartphone met GPS heeft hier nog eens een extra impuls aan gegeven. Met een app als Layar kan met de smartphone de positie en kijkrichting van de gebruiker worden bepaald en kan bijvoorbeeld aangegeven worden waar nabije restaurants of koopwoningen zich bevinden. Mensen zijn door al deze mogelijkheden (onbewust) gewend geraakt aan het omgaan met geo-‐informatie. Gemeentelijke informatie heeft vaak een duidelijke relatie met locaties en dus met geo-‐informatie. Geo-‐informatie biedt mogelijkheden om op basis van locaties de relatie tussen diverse gegevens te analyseren en grote hoeveelheden gegevens in één oogopslag duidelijk te presenteren. Hiermee kunnen gebruikers hun eigen processen doelmatiger en efficiënter laten verlopen. Geo-‐informatie is dan ook een belangrijk onderdeel binnen de gemeentelijke informatievoorziening. De belangrijkste uitdaging voor de geo-‐informatievoorziening is nu om een bredere doelgroep efficiënt te ondersteunen. Vanuit de dienstverlening betekent dat vraag-‐ en klantgericht werken, samenwerken en aandacht voor vernieuwing (denk bijvoorbeeld aan 3D-‐informatie en open data). Daarvoor dient het fundament, het inwinnen, registreren en beheren van geodata zo optimaal mogelijk georganiseerd te zijn. Termen die daar invulling bij moeten krijgen zijn standaardisatie, eenvoud, vindbaarheid, bruikbaarheid en betrouwbaarheid. 1.2. Voor wie is deze geovisie bedoeld? Deze geovisie is geschreven voor: • (potentiële) gebruikers • raad, college en directie
-‐ 3 -‐
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening • collega’s in het I-‐domein In de eerste plaats richt de geovisie zich op de (potentiële) gebruikers van geo-‐informatie, de externe en interne klanten: wat kunnen gebruikers van geo-‐informatie verwachten? Hierbij wordt aangesloten bij de Haagse Service Code: het puntsgewijze, vanuit klantperspectief beschreven dienstverleningsconcept uit het Masterplan Dienstverlening, het concernbeleid op dienstverleningsgebied. De raad, college en directie maken onderdeel uit van de tweede doelgroep van de geovisie. Het gaat daarbij om de vraag hoe het geodomein bijdraagt aan de ambities en doelen die de gemeente Den Haag zich stelt, bijvoorbeeld de genoemde ambitie om in 2015 een excellente dienstverlener voor bewoners, bedrijven en (internationale) instellingen te zijn. Welke trends binnen het geodomein zijn bijvoorbeeld relevant voor bestuurders en directie? Als afgeleide van de eerste twee punten, richt de geovisie zich in de derde plaats op de informatievoorziening in samenwerking met andere collega’s in het I-‐domein van de gemeentelijke organisatie. Met de visie wordt aangegeven hoe de geo-‐informatievoorziening past binnen het geheel aan informatievoorziening, onder andere door heldere relaties met de gemeentelijke I-‐visie te leggen. Daarnaast is er aandacht voor huidige en toekomstige ontwikkelingen binnen het geodomein en onderdelen daarvan in het stelsel van kern-‐ en basisregistraties. 1.3. Opbouw van de uitwerking van de geovisie Geïnspireerd op de aspecten uit het Masterplan Dienstverlening is de geovisie uitgewerkt aan de hand van de volgende drie begrippen: 1. de dienstverlening 2. de procesondersteuning 3. de gegevens en systemen als fundament Excellente dienstverlening staat of valt met de inrichting van de onderliggende processen en gegevens. Hoe gerichte geo-‐ondersteuning en -‐dienstverlening gebruikers en hun processen ondersteunt, wordt in hoofdstuk 2: Dienstverlening en Procesondersteuning duidelijk gemaakt. Hoe ontwikkelingen op het gebied van geo-‐ICT en basisgegevens bijdragen aan het succes hiervan wordt in hoofdstuk 3: Fundament aangegeven.
-‐ 4 -‐
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening
2. Dienstverlening en procesondersteuning: de gebruiker centraal 2.1. Excellente geodienstverlening De gemeente Den Haag heeft de ambitie om uit te blinken op het gebied van dienstverlening waarbij het accent wordt gelegd op het aanbieden van vraaggerichte dienstverlening, die (waar mogelijk) digitaal, snel en efficiënt is. Geo-‐informatie kan hier in belangrijke mate aan bijdragen door gebruikers te helpen om hun eigen werkprocessen of activiteiten doelmatiger en efficiënter te laten verlopen gericht op die betere dienstverlening. Excellente geodienstverlening valt hiermee in twee delen uiteen: aan de ene kant de dienstverlening aan de externe gebruikers (bewoners, bedrijven en instellingen), aan de andere kant in de dienstverlening aan de interne gemeentelijke organisatie. Dit wordt hieronder nader toegelicht. Geo-‐informatie voor bewoners, bedrijven en instellingen Het gebruik van geo-‐informatie is in de afgelopen jaren gemeengoed geworden. Dit biedt kansen voor de dienstverlening aan externe gebruikers, want veel vragen en meldingen zijn locatiegebonden. Zo kan voor de vergunningsaanvraag voor een nieuwe woning informatie vanuit verschillende beleidsterreinen (bestemmingsplan, welstand, parkeren, geluid, monumenten, bodem) worden gecombineerd om een antwoord te geven op de vraag of op de betreffende locatie gebouwd mag worden of kan een kapotte lantaarnpaal met één klik op de kaart gemeld worden. Externe gebruikers hebben vragen als “Waar vind ik …?”, “Waar kan ik…?”, “Waar mag ik…?” en “Wat komt daar?”, vragen met een duidelijk geocomponent. Concrete vragen zijn: “Wat is een geschikte alternatieve route bij incidenten?”, “Waar mag/kan bedrijf uit milieucategorie “x” zich vestigen?”, “Hoe krijg ik mensen naar mijn winkelcentrum?”, “Welke woningen zijn geschikt voor zonnepanelen?” en “Wat zit er allemaal in de ondergrond?”. Andersom kan de gemeente ook gebruik maken van meldingen door externe gebruikers: met één klik op een kaart kunnen zij zaken efficiënt melden bij de gemeente. Op deze manier heeft de gemeente veel extra ogen in de stad die o.a. beheerders en handhavers kunnen helpen. Om excellente dienstverlening mogelijk te maken, gaat de Haagse geo-‐informatievoorziening juist deze aspecten beter ondersteunen. Ook kan men door geo-‐informatie slim in te zetten burgers gerichter benaderen. Zo is het mogelijk om op basis van de nu al beschikbare geo-‐informatie te bepalen welke daken geschikt zijn voor het plaatsen van zonnepanelen en welke voor het aanleggen van groene daken. Burgers kunnen zo persoonlijk worden geïnformeerd over de kosten en opbrengsten van zonnepanelen op hun dak, inclusief opbrengstprognoses en informatie over subsidieregelingen. Door geo-‐informatie vrij te geven als open data kunnen Haagse burgers en ondernemers zelf meerwaarde creëren uit deze geo-‐ informatie. Het beschikbaar stellen van open data maakt ook een onderdeel uit van de gemeentelijke I-‐visie 2011-‐2014. Geo-‐informatie voor gebruikers in de gemeentelijke organisatie De geo-‐informatievoorziening is van oudsher georganiseerd in nauwe samenwerking met de organisatieonderdelen in de gemeentelijke organisatie die ten bate van eigen processen veel geo-‐ informatie gebruiken: het beheer van de openbare ruimte en de ruimtelijke ordening. Op dit moment is er een verbreding te zien van doelgroepen. Enerzijds zijn medewerkers in hun dagelijks leven gewend geraakt aan het gebruik van geo-‐informatie. Anderzijds groeit het aantal doelgroepen door regelgeving. Deze is gericht op het één keer verzamelen en vaker dezelfde gegevens gebruiken -‐
-‐ 5 -‐
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening “eenmalige inwinning en meervoudig gebruik”-‐ van overheidsinformatie en op betere dienstverlening aan de burger. Dit heeft onder andere geresulteerd in de komst van wetgeving op het gebied van de basisregistraties, bestemmingsplannen, de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb) en de Wet informatie-‐uitwisseling ondergrondse netwerken (Wion). De belangrijkste uitdaging voor de geo-‐informatievoorziening binnen de gemeente Den Haag is nu om deze bredere doelgroep qua werkprocessen efficiënt te ondersteunen. In de bredere doelgroep vallen in elk geval economie, verkeer, communicatie, openbare orde en veiligheid, vastgoedbeheer, werkgelegenheid, volksgezondheid, sport en onderwijs. Gebruikers in deze processen hebben baat bij het aansluiten op de diverse kern-‐ en basisregistraties, waarmee zij structureel verzekerd zijn van een stroom betrouwbare en actuele gegevens. Bovendien kunnen er ruimtelijke relaties gelegd worden tussen verschillende typen gegevens waarmee meer inzicht verkregen kan worden. Om te bereiken dat deze bredere doelgroep qua werkprocessen efficiënt wordt ondersteund, zijn bijvoorbeeld de servicedesk geo-‐informatie, geo-‐accountmanagement en WebGIS1 ontwikkeld. Hieronder worden twee voorbeelden gegeven van het gebruik van geo-‐informatie binnen de gemeentelijke organisatie. Voorbeeld: opstellen leerlingenprognoses Om te kunnen voorspellen welke scholen de komende jaren zullen groeien, wordt eerst gekeken naar de verzorgingsgebieden van elke school: het gebied per school waarbinnen die specifieke school dichter bij ligt dan alternatieve scholen. Vervolgens kunnen uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen alle adressen worden gevonden die in een bepaald verzorgingsgebied liggen. In de Gemeentelijke Basis Administratie kunnen vervolgens de op die adressen ingeschreven kinderen worden gevonden, die de komende jaren oud genoeg worden om naar school te gaan. Zo kunnen de leerlingenprognoses dankzij een ruimtelijke analyse en koppeling met twee basisregistraties gemaakt worden.
Voorbeeld: procesoverstijgend gebruik van geo-‐informatie Binnen een gemeente wordt bij een lantaarnpaal al snel gedacht aan een afdeling Openbare Verlichting. Zij plaatsen de paal en onderhouden hem, en daarom beheert een dergelijke afdeling ook gegevens over die paal. Maar door de gegevens over de paal en zijn locatie gestandaardiseerd te ontsluiten, kunnen deze gegevens ook nuttig zijn in andere processen. Want de beleidsmedewerker Verkeersveiligheid zoekt bijvoorbeeld een plek om tijdelijk een snelheidsbord op te hangen om het snelheidsbewustzijn van automobilisten te vergroten, terwijl de medewerker Duurzaamheid voor een proefproject op zoek is naar de tien slimste plekken om opladers voor elektrische auto’s te plaatsen. Ook vanuit de hoek van de openbare orde en veiligheid is interesse, want zij proberen de optimale opstelling voor hun toezichtcamera’s te vinden. Door gegevens eenduidig en herbruikbaar aan te bieden, profiteren verschillende processen van dezelfde informatie.
1
WebGIS is een systeem voor het leveren van geo-informatie via een gemeentebrede webviewer en aan applicaties via webservices.
-‐ 6 -‐
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening
2.2. Relatie met het I-‐domein
Van oudsher heeft de geo-‐informatievoorziening een inhoudelijke binding met de organisatieonderdelen in de gemeentelijke organisatie die voor eigen processen veel geo-‐informatie gebruiken. Hierbij is verbinding en samenwerking binnen het geheel aan informatievoorziening in de gemeente, het I-‐domein, belangrijk om de gebruiker effectief te kunnen helpen. Hoogwaardige digitale dienstverlening is één van de belangrijkste doelen die in de gemeentelijke I-‐ visie wordt genoemd. Deze doelstelling kan mede gerealiseerd worden door geo-‐informatie slim in te zetten. Structurele inzet van geo-‐informatie helpt de gemeente Den Haag efficiënter te werken. Door aan te sluiten op de beschikbare kern-‐ en basisregistraties (met een ruimtelijke component) hoeven gegevens nog maar één keer ingewonnen te worden: het principe van enkelvoudige inwinning, meervoudig gebruik. Dubbel werk en fouten worden zo vermeden en de beheerders van de informatie (zgn. bronhouders) kunnen hun rol pakken en garanderen dat die gegevens actueel en betrouwbaar zijn. De uitwisseling binnen de gemeente wordt eenvoudiger en transparanter. Burgers en bedrijven kost het minder tijd en moeite om gegevens aan te leveren; zij hoeven dit immers nog maar een keer te doen. Structurele inzet van geo-‐informatie maakt ook combinatie van informatie uit verschillende bronnen mogelijk. Tevens wordt voldaan aan de verplichting voor overheidsorganen om gebruik te maken van de in basisregistraties vastgelegde gegevens bij de uitoefening van hun publiekrechtelijke taken. Bovengenoemde hechte relatie bestaat ook op het gebied van de ICT-‐architectuur waarin de inhoudelijke relaties en samenhang tussen toepassingen en gegevensverzamelingen wordt beschreven. Onder de noemer e-‐overheid wordt hard gewerkt aan een compacte en efficiënte overheid, die door de burger ervaren wordt als één overheid, of het nu gaat om persoonlijk of digitaal contact. Het ontwerp en de inrichting van de e-‐overheid is vastgelegd in de Nederlandse
-‐ 7 -‐
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening Overheid Referentie Architectuur (NORA). Veel onderdelen in NORA hebben ook een ruimtelijke component. Het is daarom zowel cruciaal als voor de hand liggend dat het I-‐domein en de geo-‐ informatievoorziening gezamenlijk werken aan realisatie van deze e-‐overheid. Vanuit de behoefte van gebruikers richt de geo-‐dienstverlening zich op het maken van de juiste keuze uit een breed en samenhangend aanbod van geodata, -‐systemen en -‐analyses. Naast direct beschikbare oplossingen zal in sommige gevallen ook geadviseerd worden om nieuwe technieken in te zetten. De gebruiker mag er altijd van uit gaan dat er vanuit de geo-‐informatievoorziening oog is voor zowel de continu veranderende vraag vanuit de gebruiker, als voor de snelle ontwikkelingen van de mogelijkheden om aan die vraag te kunnen voldoen. De ambitie is dan ook te bereiken dat geo-‐ informatie vanuit de behoefte van gebruikers een vaste, onbetwistbare plek gaat innemen bij het inrichten en uitvoeren van Haagse werkprocessen en in de Haagse informatievoorziening op basis van samenhang en samenwerking binnen het I-‐domein. Voorbeeld: interactieve planvorming ondersteund met geo-‐informatie Bij het opstellen van stedenbouwkundige programma’s werkt het prettig als verschillende varianten direct zichtbaar gemaakt en doorgerekend kunnen worden op de gevolgen voor kosten en baten, de exploitatie van grond en vastgoed, aantal parkeeroplossingen, ruimtelijke analyses, etc. Geo-‐informatie helpt om deze varianten inzichtelijk te maken, in te passen in de bestaande omgeving (dankzij het 3D model van Den Haag) en om de ruimtelijke consequenties kwantificeerbaar te maken dankzij ruimtelijke analyses zoals schaduwberekeningen, zichtlijnanalyses en volumeberekeningen. Door verschillende varianten met elkaar te vergelijken, worden snel de (on)mogelijkheden binnen een project duidelijk en kan in interactieve sessies direct worden voortgebouwd op deze nieuwe inzichten. Buiten deze sessies bieden de 3D modellen een krachtig communicatiemiddel naar o.a. projectpartners en omwonenden.
-‐ 8 -‐
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening
3. Het fundament: betrouwbare data in bruikbare systemen 3.1. Gegevens en systemen De geovisie is uitgewerkt aan de hand van drie begrippen: de dienstverlening en procesondersteuning, maar als derde ook de gegevens en systemen als fundament. Het gaat daarbij om het inwinnen, registreren en beheren van de geodata. Om de waarde -‐het potentieel-‐ van geo-‐ informatie volledig te benutten, is laagdrempelige beschikbaarheid van betrouwbare data en bruikbare systemen van groot belang. Het gaat niet alleen om toegang tot data, maar ook om de beschikbaarheid van systemen om met die data te werken én de expertise om vervolgens zinvolle toepassingen te ontwikkelen. In het afgelopen decennium is de hoeveelheid beschikbare geo-‐informatie enorm toegenomen. Voortschrijdende ontwikkelingen in inwintechnieken (figuur 1) zorgen voor een groter aanbod van gegevens door professionals. Binnen Den Haag is het beschikbaar komen van het 3D model van Den Haag daar een goed voorbeeld van. Om die goede en betrouwbare gegevens ook daadwerkelijk bij de gebruiker te krijgen en te benutten in de processen is een goede ICT-‐infrastructuur nodig. Binnen Den Haag is met de start van het WebGIS op intranet hier een belangrijke stap in gezet. Tegelijk wordt ook landelijk een gemeenschappelijke geo-‐informatievoorziening opgebouwd (PDOK: Publieke Dienstverlening Op Kaart). PDOK is nu voor alle overheidspartijen in Nederland toegankelijk en ontsluit meerdere landsdekkende bestanden, waaronder topografische kaarten, wegen-‐ en spoorbestanden en hoogtegegevens. Met het verder ontwikkelen van dergelijke infrastructuur kunnen onze gebruikers steeds eenvoudiger toegang krijgen tot een schat aan (geo-‐)informatie.
Figuur 1: Voorbeeld inwintechniek – laserscanning
Het is een uitdaging om het fundament zo optimaal mogelijk te organiseren, waarbij naast de gemeentelijke inspanningen hierop, vanuit efficiencyredenen aangesloten wordt bij landelijke ontwikkelingen op het gebied van gemeenschappelijke geo-‐informatievoorziening.
-‐ 9 -‐
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening 3.2. Het stelsel van kern-‐ en basisregistraties en geo-‐informatie standaarden Alle overheden zijn wettelijk verplicht om voor de uitvoering van hun publieke taken gebruik te maken van de gegevens uit het stelsel van basisregistraties. In totaal zijn er 13 basisregistraties2. De gegevens in de basisregistraties zijn van hoge kwaliteit, actueel en betrouwbaar. Doordat de gegevens op orde zijn en door de gemeentelijke systemen worden gebruikt, dragen de basisgegevens bij aan hogere kwaliteit van gemeentelijke producten. Dit leidt tot snellere doorlooptijden, het verbeteren van handhaving en toezicht en minder bezwaarschriften.3 Den Haag kent hiervoor het stelsel van kern-‐ en basisregistraties. Dit stelsel bestaat uit de landelijke basisregistraties aangevuld met Haagse kerngegevens (de kernregistraties). Een groot deel van de kern-‐ en basisregistraties bevat geo-‐informatie. Veel van de gegevens zijn namelijk aan locaties te verbinden en samen te voegen op basis van die locaties. Dit geldt ook voor het koppelen van diverse kern-‐ en basisregistraties. De kracht van het ruimtelijk combineren van gegevens, samen met het gegeven dat verschillende kern-‐ en basisregistraties geo-‐informatie bevatten, maakt geo-‐informatie tot een cruciale bouwsteen in het stelsel van kern-‐ en basisregistraties. Parallel aan de invoering van de kern-‐ en basisregistraties wordt ingezet op standaardisatie. Door standaardisatie van vorm en inhoud van gegevensverzamelingen (datasets) is uitwisseling in regionaal, nationaal én internationaal verband eenvoudiger dan ooit. Dit beperkt zich overigens niet alleen tot kern-‐ en basisregistraties; ook informatie over bijvoorbeeld bestemmingsplannen, welstand en cultuurhistorie is door toepassing van informatiemodellen gestandaardiseerd. 3.3. Geo-‐informatievoorziening en samenwerking De uitwerking van diverse onderdelen van het fundament leent zich uitstekend voor samenwerking met andere gemeenten. Samenwerking kan o.a. plaatsvinden om kennis uit te wisselen, samen sterk te staan, voorzieningen te delen, gegevens en informatie te delen, gebruik te maken van kennis en kunde die een ander niet heeft (en andersom). Soms is daarbij een regionaal verband het meest voor de hand liggend, zoals de Metropoolregio rond Rotterdam, Den Haag en omliggende gemeenten (de regio’s Haaglanden en Rotterdam-‐Rijnmond). In andere gevallen is juist de samenwerking met grote gemeenten (zoals de G4) of een andere basis (TPG -‐ Topografie producerende gemeenten) handig. Specifiek in de geo-‐informatiesector vindt veel samenwerking ook plaats in de driehoek onderwijs & onderzoek – bedrijfsleven – overheid. Het belang van een goede geo-‐informatie infrastructuur is al benoemd en WebGIS en PDOK zijn als voorbeelden genoemd. Dergelijke voorzieningen worden steeds belangrijker. Er is daarbij een beweging gaande waarbij steeds meer wordt samengewerkt en voorzieningen worden hergebruikt. GBA -‐ Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens
2
NHR -‐ Nieuwe Handelsregister BAG -‐Basisregistratie Adressen en Gebouwen (bestaat officieel uit twee basisregistraties) BRT – Basisregistratie Topografie BRK -‐ Basisregistratie Kadaster BRV -‐ Basisregistratie Voertuigen (kentekenregistratie) BLAU -‐ Basisregistratie lonen, arbeids en uitkeringsverhoudingen BRI -‐ Basisregistratie Inkomens WOZ -‐ Basisregistratie Onroerende Zaken RNI -‐ Registratie Niet Ingezetenen BGT -‐ Basisregistratie Grootschalige Topografie (voorheen GBKN) BRO -‐ Basisregistratie Ondergrond (voorheen ook wel DINO) 3 Gemeentelijke I visie (2011-‐2014), versie 1.0, blz. 12
-‐ 10 -‐
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening Samenwerkende partners weten elkaar zowel regionaal (bijvoorbeeld in de Metropoolregio) als op basis van thema’s (bijvoorbeeld openbare orde en veiligheid) steeds beter te vinden. In dergelijke samenwerkingstrajecten verschuift het accent van kennisuitwisseling naar het gezamenlijk opzetten en beheren van een informatievoorziening. Ook hierbinnen wordt gewerkt aan steeds meer doelmatige oplossingen door het slim koppelen van bestaande landelijke voorzieningen (zoals PDOK), thematische geovoorzieningen (zoals RO Online voor ruimtelijke plannen), regionale infrastructuren en lokale voorzieningen (zoals de module Leveren in het stelsel van basis-‐ en kernregistraties). Dat betekent dat alleen voor overblijvende witte vlekken nog eigen Haagse voorzieningen gebouwd moeten worden. Voor de gebruiker mag de wijze waarop een dergelijke voorziening in elkaar steekt niet uitmaken. Door het gebruik van open uitwisselingsstandaarden is dit goed mogelijk. Voor het aansluiten bij alle standaardisatieontwikkelingen is een goede relatie met Geonovum en KING4 belangrijk. 3.4. Betrouwbare basis voor goed openbaar bestuur Geo-‐informatie komt steeds breder beschikbaar en is vaak zelfs gratis. Op internet zijn Google Maps, Open Street Map en talloze alternatieven te vinden. Tegelijk wordt geïnvesteerd in basisregistraties met grootschalige en kleinschalige topografie (respectievelijk BGT en BRT). Dit lijkt wellicht tegenstrijdig, maar is het niet. Om goed te kunnen handhaven, beleid te ontwikkelen en besluiten te nemen, zijn actuele, nauwkeurige en betrouwbare gegevens noodzakelijk. De Haagse geo-‐ informatievoorziening levert die gegevens. Tal van primaire processen vertrouwen op deze betrouwbare gegevens. Wanneer officiële stukken -‐ zoals adviezen aan directie, college of raad-‐ actuele, nauwkeurige en/of betrouwbare gegevens vereisen, dan is het gebruik van de eigen gemeentelijke geo-‐informatie dan ook verplicht. Publieksparticipatie De gemeente stimuleert publieksparticipatie: door bewoners en bedrijven bij inrichting, gebruik en beheer van de openbare ruimte te betrekken wordt de stad weer “van ons allemaal”. Zeker waar het de bewoners betreft heeft participatie een sterk lokaal karakter, het gaat over de directe woon-‐ en leefomgeving. Bovendien is de interactie van bewoners met hun leefomgeving per definitie sectoroverstijgend: het parkeerbeleid, onderhoud van de groenvoorziening en het verdwijnen van buurtwinkels vormen een “totaalervaring”. Inspraak over de herinrichting van een straat kan door gebruik van geo-‐informatie op twee manieren aan waarde winnen: zo kunnen moderne visualisatietechnieken -‐het zichtbaar maken met bijvoorbeeld panoramafoto’s en 3D beelden -‐ helpen om de situatie na herinrichting letterlijk vanuit het gebruikersperspectief te bezien: hoe is de schaduwwerking van een nieuw gebouw, hoe overzichtelijk is het kruispunt na herinrichting. Bovendien kan door gebruik te maken van kaart-‐ en andere beelden op Internet een inspraakprocedure meer tijd-‐ en plaatsonafhankelijk plaatsvinden: de klassieke inspraakavond in het buurthuis kan worden vergezeld van een website met een kaartviewer waarmee kaartmateriaal bekeken kan worden zodat de betrokken burger zich vooraf kan oriënteren en achteraf kan verdiepen. Nog een stap verder, maar zeker geen verre toekomstmuziek is het daadwerkelijk mee laten ontwerpen: onder meer de Dienst Landelijk Gebied (DLG) van het ministerie van Economische zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I) gebruikt hiervoor al enige tijd een digitale kaarttafel.
4
Geonovum is een stichting gericht op laagdrempelige toegang tot geo-‐informatie en het ontwikkelen en beheren van standaarden. KING is het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten.
-‐ 11 -‐
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening
-‐ 12 -‐
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening
4. Ambities In de geovisie staat de dienstverlening vanuit geo-‐informatie centraal: De gebruiker staat centraal, waarbij het fundament, de geodata en bijbehorende geo-‐infrastructuur, op orde is. Dit is in de voorgaande hoofdstukken uitgewerkt aan de hand van drie begrippen dienstverlening, procesondersteuning en gegevens en systemen als fundament. Op basis daarvan gaat het geo-‐informatiewerkveld de komende jaren aan de slag met de volgende ambities: • Geo-‐informatie gaat afnemers helpen hun processen doelmatiger en efficiënter te laten werken. • Geo-‐informatie richt de blik naar buiten: er wordt vraaggericht gewerkt. • Geo-‐informatie heeft zowel oog voor de continu veranderende vraag vanuit burger en/of gebruikers als voor de snelle ontwikkelingen van mogelijkheden om aan die vraag te kunnen voldoen. • Geo-‐informatie richt zich op een brede doelgroep van economie, verkeer communicatie, openbare orde en veiligheid, vastgoedbeheer, werkgelegenheid, volksgezondheid tot sport en onderwijs. • Geo-‐informatie ondersteunt de gebruiker bij het maken van de juiste keuze uit een breed aanbod van geodata, -‐systemen en/of –analyses. • Geo-‐informatie draagt bij aan de verdere ontwikkeling van een goede ICT-‐infrastructuur om de voordelen van het kunnen verbinden van gegevens op basis van locatie volledig te benutten. • Geo-‐informatie zet in op standaardisatie van systemen en gegevens om uitwisseling en samenwerking eenvoudiger te maken. • Geo-‐informatie levert betrouwbare gegevens om goed te kunnen handhaven, beleid te kunnen ontwikkelen en besluiten te kunnen nemen. • Geo-‐informatie draagt er aan bij dat de extra ogen in de stad door het kunnen melden van zaken ingezet worden ter ondersteuning van bijvoorbeeld beheerders en handhavers. • Geo-‐informatie draagt er aan bij dat burgers en gemeente makkelijker met elkaar kunnen communiceren. Bovengenoemde ambities zijn algemeen van aard omdat verschillende afdelingen (zie paragraaf 5.1) daar zelf invulling aan moeten geven. In de bijlage zijn de ambities van de afdelingen die hierbij aansluiten opgenomen.
-‐ 13 -‐
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening
5. Organisatie en financieel kader 5.1. Organisatie De kern van de uitvoering van de geovisie vindt plaats binnen de afdeling Geo-‐informatie en Erfpachtbedrijf (GI&E) van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling. GI&E beschikt over basisgeo-‐informatie en -‐voorzieningen, zoals bijvoorbeeld luchtfoto’s, geo-‐kern-‐/basisregistraties en WebGIS. Daarbij richt de afdeling zich op dienstverlening en procesondersteuning. Naast GI&E is de afdeling Informatiemanagement (IM) van de Dienst Stadsbeheer een grote speler op geo-‐informatiegebied. Van oudsher gebruiken organisatieonderdelen die zich bezighouden met het beheer van de openbare ruimte veel geo-‐informatie. Het spreekt dan ook voor zich dat de afdelingen IM en GI&E samen het geo-‐accountmanagement verzorgen. Onderstaande figuur laat een overzicht zien van het geo-‐informatiespeelveld binnen en buiten de gemeente.
5.2. Financieel kader
Volgens de huidige ramingen lijken, ondanks flinke bezuinigingen in 2012, de ambities, zoals genoemd in hoofdstuk 4 en de bijlages, haalbaar. Punt van aandacht zijn: • De middelen die beschikbaar zijn voor het WebGIS: WebGIS is een voorziening die in korte tijd heeft bewezen in de behoefte van veel processen/medewerkers van de gemeente te voorzien en in de toekomst wellicht ook in een behoefte van burgers. Begin 2013 volgt een
-‐ 14 -‐
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening
•
notitie over de doorontwikkeling van WebGIS. Duidelijk is in ieder geval dat er door de grote toename in gebruik voor het beheer meer inspanningen nodig zijn. Middelen hiervoor dienen nog georganiseerd te worden. Open data: Data waarvoor afnemers nu nog moeten betalen, denk bijvoorbeeld aan de grootschalige topografie, wordt open data en daarmee gratis beschikbaar. Om data beschikbaar te kunnen hebben moeten alternatieve financieringsbronnen gevonden worden. In de CIS (Concern Informatiesysteem)-‐middelen zijn hiervoor incidentele middelen geoormerkt. Structurele financiering dient nog georganiseerd te worden.
-‐ 15 -‐
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening
Bijlage 1: Van geovisie naar concrete doelen voor GI&E De geovisie beschrijft een duidelijke visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening voor de komende jaren. De nadruk ligt op dienstverlening vanuit geo-‐informatie: “De gebruiker staat centraal, waarbij het fundament, de geodata en bijbehorende geo-‐infrastructuur, op orde is.” GI&E stelt de gebruiker centraal door te werken aan twee speerpunten: • Bereikbaarheid Onze gegevens, onze systemen en onze service moeten goed bereikbaar en toegankelijk zijn voor onze gebruikers. • Communicatie Onze (potentiële) gebruikers moeten de mogelijkheden van geo-‐informatie kennen en moeten weten waar ze geo-‐informatie en geo-‐dienstverlening kunnen halen. Als gebruikers ons kennen als betrouwbare partner, ons aanbevelen aan collega’s en als andere gemeenten onze geo-‐informatievoorziening als voorbeeld zien, is GI&E er echt in geslaagd om de gebruiker volledig centraal te stellen. Aan deze twee speerpunten zijn een aantal activiteiten gekoppeld: • Bereikbaarheid o In 2013 is de servicedesk Geo-‐informatie operationeel. o In 2013 is een gemeentebreed geo-‐informatie gebruikersoverleg gerealiseerd. o In 2013 is de Haagse geo-‐informatie zoals gebruikt in WebGIS ook beschikbaar via www.denhaag.nl. o In 2014 is meer dan de helft van de data van GI&E open data. o in 2014 kunnen afnemers eenvoudiger zelf geodata bestellingen bij ons doen via een "clip, zip & ship"-‐methode. o In 2015 is er een portaal voor burgermeldingen op basis van WebGIS gerealiseerd. o Vanaf 2015 biedt WebGIS een herkenbaarder en gebruikvriendelijkere interface voor de gebruikers. Intern werken we hiervoor ook aan: o In 2014 is het onderscheid tussen WebGIS, kaartproducten en GIS-‐analyse nagenoeg verdwenen. o In 2014 biedt GI&E een overzichtelijk aanbod van kant-‐en-‐klare standaard producten. o In 2014 functioneert GI&E als informatiemakelaar: ons interne product-‐ en dienstenportfolio loopt naadloos over in het inschakelen van externe dienstverleners. • Communicatie o In 2013 verschijnt minimaal twee keer een concernbrede geonieuwsbrief. o In 2013 organiseren we samen met Rotterdam een vervolg op het succesvolle geocongres 2012. o In 2013 maakt het geo-‐accountmanagement een ronde langs alle diensten en licht 25 werkprocessen door op geokansen. o In 2015 wordt GI&E concernbreed erkent als klantgerichte, innovatieve en nuttige geodienstverlener. o Ieder jaar publiceren we minimaal één eigen artikel in één van de geovakbladen. o We participeren in minimaal één Geonovum werkgroep.
-‐ 16 -‐
Visie op de Haagse geo-‐informatievoorziening Je kunt GI&E met een restaurant vergelijken. Daar wil je dat de gast lekker eet, goed geholpen wordt en tevreden het pand verlaat. De drie speerpunten die hierboven voor GI&E zijn beschreven, kun je ook in restauranttermen vertalen. Eerst de basis (bereikbaarheid): je moet zorgen dat je open bent en een menu hebt, zodat de gast bij je kan eten. Maar als uitbater ga je niet afwachten of er een gast door je voordeur komt, maar je gaat zorgen dat iedereen weet dat je restaurant open is en wat voor eten je daar mag verwachten (communicatie). En uiteindelijk wil je niet alleen dat je gast geen honger meer heeft, maar dat je gast zo tevreden is dat hij regelmatig terugkomt, je aanraadt bij familie en vrienden en misschien zelfs zulke lovende recensies op iens.nl schrijft, dat je bovenaan in de ranking komt te staan (beeldvorming). Maar een goede uitbater richt zich niet alleen op de gast, maar ook op alles wat achter de schermen gebeurt. Zeker weten dat er met goede, verse ingrediënten wordt gewerkt en dat alles in de keuken (de koelkasten, fornuizen en ovens) perfect functioneert. Bij GI&E zijn die goede, verse ingrediënten de betrouwbare, actuele geodatasets. En perfect functionerende koelkasten, fornuizen en ovens noemen wij een goede geo-‐informatie infrastructuur (GII). En net zoals de uitbater van een restaurant weet dat zijn bedrijf niet overleeft zonder aandacht voor de ingrediënten en de keuken, werkt GI&E ook aan goede geodata en een goede GII. Dat gebeurt misschien uit het zicht van de gast, maar uiteindelijk is het wel onmisbaar om de gast tevreden te houden. Daarom stelt GI&E ook doelen op het gebied van de databronnen en de organisatorische en technische aspecten van de GII: • Databronnen: o In 2015 heeft de gemeente Den Haag de BGT gerealiseerd. o In 2016 is het 3D model uitgebreid tot 3D IMGeo. o In 2017 wordt de kleinschalige topografie (1:10.000) voor minimaal 80% automatisch afgeleid uit de grootschalige topografie. • Organisatorische aspecten van de GII: o In 2013 brengen we de nu losse onderdelen van de geo-‐informatie voorziening in samenhang in beeld. o In 2013 is een duurzame professionele samenwerking binnen de driehoek GI&E, DSO-‐IBA en IDC gerealiseerd GII. o In 2013 is een sterke betrokkenheid van de proceseigenaren met WebGIS gerealiseerd. • Technische aspecten van de GII: o In 2013 is een procesoverstijgende geodatabase (ProGeo) gerealiseerd. o In 2014 is er voorziening beschikbaar waarmee kleinschalige geo-‐informatie kan worden ontsloten. o In 2015 hebben we een integrale geo-‐informatie-‐infrastructuur. o In 2015 gebruiken WebGIS, in applicaties geïntegreerde geo-‐services en desktop GIS zowel technisch als inhoudelijk dezelfde geo-‐informatie. o In 2016 is het stelsel ook ontsloten met geo-‐informatie als ingang. o We werken mee aan een gezamenlijke geo-‐informatievoorziening in de metropoolregio.
-‐ 17 -‐