Rapport
Handreiking CRAB Adresbeheer
1.1.1
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Gebroeders Van Eyckstraat 16 BE-9000 Gent
T +32 9 261 52 00 F +32 9 261 52 99
[email protected] www.agiv.be
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Versie Auteur Datum aanmaak Datum afdruk Interne bestandsnaam Documenthistoriek
2 / 147
1.1.1 Jan Laporte 12 maart 2012 Handreiking CRAB Adresbeheer.docx 1.1: Update na inwerkingtreding CRAB-decreet, aanpassing processen H5, toelichting “Verdachte gevallen”. 1.1.1: Correctie fout in codelijst aardAdres.
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Inhoud Handreiking CRAB Adresbeheer Inhoud Inleiding 1 Het CRAB kader 1.1 Adresproblematiek 1.2 Authentieke geografische gegevensbronnen 1.3 Het CRAB-project 1.4 Belanghebbenden 1.5 CRAB decreet en uitvoeringsbesluit 1.6 Het GRAB project 2 Gemeentelijke adresgerelateerde processen 2.1 In- en uitschrijven van een persoon 2.2 Behandelen van een verkavelingaanvraag 2.3 Behandelen van een stedenbouwkundige aanvraag 2.4 Beheren van straatgegevens 2.4.1 Benoemen van een openbare weg 2.4.2 Herbenoemen van een (gedeelte van een) openbare weg 2.4.3 Opheffen van een straatnaam 2.4.4 Opbreken van een weg 2.5 Beheren van nummers van een gebouw 2.6 Behandelen van een milieuaanvraag 2.7 Behandelen van een aanvraag van een onderneming 2.7.1 Behandelen van een aanvraag van een ondernemingsnummer 2.7.2 Behandelen van een aanvraag voor vergunning 2.7.3 Behandelen van een aanvraag tot verhuizing van een onderneming 2.8 Versturen van aangifteformulieren en aanslagbiljetten 3 Gemeenten in de rol van adresbeheerder 3.1 In- en uitschrijven van een persoon 3.2 Behandelen van een verkavelingaanvraag 3.3 Behandelen van een stedenbouwkundige aanvraag 3.4 Beheren van straatgegevens 3.4.1 Benoemen van een openbare weg 3.4.2 Herbenoemen van een (gedeelte van een) openbare weg 3.4.3 Opheffen van een straatnaam 3.4.4 Opbreken van een weg 3.5 Beheren van nummers van een gebouw 3.6 Behandelen van een milieuaanvraag 3.7 Behandelen van een aanvraag van een onderneming 3.7.1 Behandelen van een aanvraag van een ondernemingsnummer 3.7.2 Behandelen van een aanvraag voor vergunning
3 / 147
1 3 6 7 7 9 11 12 14 21 22 22 24 25 28 28 30 30 30 31 32 33 33 34 35 36 38 38 39 40 41 41 42 43 43 44 47 48 48 49
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
4
5
6
7
3.7.3 Behandelen van een aanvraag tot verhuis 3.8 Versturen van aangifteformulieren en aanslagbiljetten 3.9 Voor- en nadelen bestaande situatie, binnen organisatie en buiten Levenscyclus van adressen in het CRAB 4.1 Inhoud van het CRAB 4.2 Levenscyclus volgens het CRAB 4.3 Levenscycli van adrescomponenten in het CRAB 4.3.1 Straatnaam 4.3.2 Huisnummer en subadres 4.3.3 Wegverbinding 4.3.4 Gebouw 4.4 Relatie met het GRB Gemeenten in de rol van decentraal CRAB beheerder 5.1 In- en uitschrijven van een persoon 5.2 Behandelen van een verkavelingsaanvraag 5.3 Behandelen van een stedenbouwkundige aanvraag 5.4 Beheren van straatgegevens 5.4.1 Benoemen van een openbare weg 5.4.2 Herbenoemen van een (gedeelte van een) openbare weg 5.4.3 Opheffen van een straatnaam 5.4.4 Opbreken van een weg 5.5 Beheren van nummers van een gebouw 5.6 Behandelen van een milieuaanvraag 5.7 Behandelen van een aanvraag van een onderneming 5.7.1 Behandelen van een aanvraag van een ondernemingsnummer 5.7.2 Behandelen van een aanvraag voor een vergunning 5.7.3 Behandelen van een aanvraag tot verhuis 5.8 Versturen van aangifteformulieren en aanslagbiljetten 5.9 Voor- en nadelen van decentraal CRAB-beheer 5.10 Het CRAB-actiehandboek Implementatietraject CRAB 6.1 Beheerscenario’s 6.1.1 Inhoudelijke scenario’s 6.1.2 Gemeentelijk adresbeheer, wie welke rol 6.1.3 Technologische scenario’s 6.1.4 Scenario samenstellen en uitwerken 6.2 Initiële validatie 6.2.1 Oplijsting “verdachte gevallen” 6.2.2 Initiële confrontatie -> verschillijst 6.3 Ingebruikname CRAB/CRAB: validatie voltooid! Meerwaarde van het gebruik van CRAB 7.1 Vermindering kosten van verwerken en beheer
4 / 147
50 51 52 54 54 55 58 58 60 62 64 65 67 67 68 70 71 71 72 73 73 74 75 75 75 76 77 78 79 80 81 81 81 93 95 98 99 99 116 120 122 122
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
7.2 Indirecte effecten (eindgebruikers) Bijlage 1: CRAB datamodel 1 Bespreking van het CRAB datamodel 1.1 Conceptueel model xCRAB uitwisselingsstandaard 1.1.1 CRAB Straten 1.1.2 CRAB Huisnummers en subadressen 1.1.3 CRAB-adressen 1.1.4 CRAB-Historiek 1.2 Codelijsten 1.2.1 aardAdres 1.2.2 aardGebouw 1.2.3 aardSubadres 1.2.4 aardTerreinobject 1.2.5 aardVerharding 1.2.6 aardWegobject 1.2.7 bewerking 1.2.8 gebouwstatus 1.2.9 herkomstAdrespositie 1.2.10 huisnummerstatus 1.2.11 kant 1.2.12 methodeGebouwgeometrie 1.2.13 methodeWegverbindinggeometrie 1.2.14 morfologischeWegklasse 1.2.15 objecttype 1.2.16 organisatie 1.2.17 pariteit 1.2.18 straatnaamstatus 1.2.19 subadresstatus 1.2.20 taalcode 1.2.21 transactietype 1.2.22 wegverbindingstatus Bijlage 2: Referenties
5 / 147
123 126 126 126 128 130 131 132 132 132 133 133 133 134 134 134 135 135 137 138 138 138 139 141 142 143 143 143 144 144 145 146
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Inleiding Het CRAB-decreet is op 1 juni 2011 in werking getreden, en sindsdien is het CRAB de authentieke geografische gegevensbron voor adressen. De inwerkingtreding van het decreet houdt in dat de Vlaamse steden en gemeenten de initiator van adresgegevens in het CRAB zijn. Ze beheren exclusief en zelfstandig de CRAB-adresgegevens voor hun grondgebied. Teneinde de steden en gemeenten optimaal te begeleiden bij het opnemen van hun rol, worden er door het AGIV een aantal initiatieven genomen. Een daarvan is de aanmaak van een “Handreiking” rond CRAB-conform adresbeheer. Deze handreiking moet gelden als een inspiratiebron, een leidraad voor gemeenten die hun adresbeheersprocessen op het CRAB gaan afstemmen. Er mag geen verwarring bestaan met een handleiding, waarin uitgelegd wordt hoe een bepaalde opdracht aangepakt moet worden. Immers, de regelgeving rond het CRAB en de regelgeving gerelateerd aan adresbeheer laat de steden en gemeenten veel vrijheid om een eigen traject naar het doel te bepalen. Het doel van de handreiking is het aanreiken van alle nodige informatie die een gemeente nodig heeft om een eigen traject naar CRAB-conform adresbeheer uit te stippelen. Het document dient de relevante informatie, zowel wetgevend als technisch, op een begrijpbare manier over te brengen. Om het kader te schetsen, karteert ze de gemeentelijke processen waarin aan adresbeheer gedaan wordt, en wat de impact van het CRAB op deze processen is. Tenslotte moet de handreiking eveneens een soort brainstorm bevatten over de knopen die doorgehakt moeten worden vooraleer een gemeente beslist zijn rol van CRAB adresbeheerder op te nemen. De handreiking wordt opgebouwd uit 7 hoofdstukken en 2 bijlagen. In hoofdstuk 1 wordt het kader van het Centraal Referentieadressenbestand geschetst. De bestaande adresproblematiek, hoe authentieke gegevensbronnen hier een oplossing voor kunnen bieden en hoe het CRAB-decreet daar invulling aan geeft komen aan bod. Hoofdstuk 2 beschrijft een aantal gemeentelijke processen in relatie tot adresbeheer. Dit wordt als basis gebruikt om in hoofdstuk 3 de gemeente te bekijken in zijn rol van adresbeheerder. Vooraleer de denkoefening gemaakt kan worden om de gemeente als decentraal beheerder van het CRAB te bekijken, dient de levenscyclus van een adres in het CRAB toegelicht te worden. Hoofdstuk 4 gaat daar uitgebreid op in, zonder databanktechnisch te werk te gaan. In hoofdstuk 5 wordt de gemeente opnieuw in de rol van adresbeheerder bekeken, dit maal als decentraal beheerder van het CRAB. Hoofdstuk 6 geeft een praktische kijk op de mogelijke implementatietrajecten van het CRAB in de gemeentelijke processen. Hierin komen allerhande aandachtspunten aan bod die in rekening gebracht moeten worden bij het uittekenen van aangepaste gemeentelijke processen waarin het CRAB-beheer toegepast wordt. Er wordt aandacht besteed aan de initiële validatie van het bestaande CRAB en aan de mogelijke technische, organisatorische en beheersmatige implementatiescenario’s. Hoofdstuk 7 tenslotte duidt de meerwaarde van het gebruik van het CRAB aan. De bijlage verschaft een verduidelijkende blik op het CRAB datamodel. Technische materie die weliswaar erg nuttig is om zicht te krijgen op de back office van het CRAB.
6 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
1 Het CRAB kader Dit hoofdstuk behandelt het Referentieadressenbestand).
algemene
kader
rond
het
CRAB
(Centraal
ADRESPROBLEMATIEK Er bestaat een veelheid aan databanken met adressen, deze missen echter uniformiteit, zijn onvolledig en hebben geen geografische component. Zo kunnen verschillende databanken die adressen bevatten niet aan elkaar gekoppeld worden. Bovendien bevatten de bestaande databanken geen geografische component. AUTHENTIEKE GEOGRAFISCHE GEGEVENSBRONNEN Een oplossing hiervoor is de creatie van een authentieke geografische gegevensbron voor adressen. Dit is één centraal, volledig en uniform bestand met Vlaamse adressen waar alle databanken hun adressen kunnen ophalen. Het CRAB is deze authentieke geografische gegevensbron. Dit houdt in dat alle overheden verplicht adresgegevens uit het CRAB zullen gaan gebruiken voor het uitvoeren van hun taken van algemeen belang. HET CRAB-DECREET De regelgeving hieromtrent is vastgelegd in het CRAB-decreet. Enkele kernpunten: • • • • •
1.1
Het CRAB-decreet is op 1 juni 2011 in werking getreden Sinds die datum is het CRAB de authentieke geografische gegevensbron voor adressen. De gemeenten zijn de unieke initiator van adresgegevens (de adrescomponenten ‘straatnaam’, ‘huisnummer’ en ‘subadres’) De gemeenten verzorgen zo de inhoud en de kwaliteit van alle adressen op hun grondgebied Het AGIV beheert de databank en verzorgt de ontsluiting naar de gebruikers
Adresproblematiek Wat is een adres? Het lijkt een triviale vraag maar het is moeilijk er een eenduidig antwoord op te formuleren. Nochtans is het een bijzonder belangrijk begrip. Het adres neemt een centrale plaats in binnen de gegevenshuishouding van de overheid. Dit wordt bevestigd door de vaststelling dat bij ruim 80% van alle gegevens die vandaag in databanken worden opgeslagen, eveneens het bijhorende adres wordt bewaard. In een context van een meer efficiënte overheid die steeds meer informatiseert, betekent dit dat gegevens uit tal van databanken op basis van “het adres” onderling koppelbaar zouden moeten zijn (het adres als “gegevensintegrator”). Om deze koppelingen mogelijk te maken is het noodzakelijk dat iedereen dezelfde “adrestaal” spreekt. Omdat dit echter niet altijd het geval is, moet men als overheid bij burger en bedrijven telkens opnieuw bepaalde gegevens opvragen, waarover men in feite reeds beschikt. De adresproblematiek die mee aan de basis ligt voor deze stroeve koppeling van gegevens is drieledig: GEBREK AAN UNIFORMITEIT
7 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Een eerste probleem is historisch van aard en is het gevolg van het beschouwen van een adres als een eigenschap bij een ander (hoofd)gegeven, in de plaats van een op zichzelf staand gegeven. Dit heeft ertoe geleid dat heel wat (overheids)organisaties, elk vanuit hun specifieke taak, onderling afwijkende adresnotaties hanteren. Zo wordt in België met een adres meestal een postadres (bpost) bedoeld. Dit verschilt van het verblijfsadres dat het Rijksregister gebruikt om natuurlijke personen te registreren en geografisch te lokaliseren, wat op zijn beurt afwijkt van het liggingsadres dat de AAPD (Algemene Administratie der Patrimonium Documentatie - het zogenaamde “kadaster”) hanteert voor de lokalisering van percelen. In de KruispuntBank voor Ondernemingen (KBO) hanteert men een adresmodel dat sterk lijkt op dat van het Rijksregister maar stellen we toch belangrijke afwijkingen vast op gebied van de implementatie van dat model. GEBREK AAN VOLLEDIGHEID Ten tweede is er geen enkel adressenbestand in ons land dat alle straatnamen en huisnummers bevat. Organisaties met “gebiedsdekkende” adresbestanden, zoals de AAPD en het Rijksregister, bewaren enkel die adressen die nodig zijn voor hun specifieke taak. Afhankelijk van de invalshoek en het toepassingsgebied worden adresbestanden aangelegd en onderhouden. Zo worden bv. in het Rijksregister geen adressen bijgehouden van bedrijven. GEBREK AAN EEN RUIMTELIJKE COMPONENT Tenslotte bestaat er geen gebiedsdekkend bestand met ‘adresposities’ in Vlaanderen, meer specifiek met de posities van de geografische objecten waarnaar de adressen verwijzen. De meeste adressen worden beheerd zonder informatie over hun geografische ligging. Nochtans is de combinatie van een gemeentenaam, straatnaam en huisnummer niet altijd voldoende om de exacte geografische ligging van het adres te kennen. Ter illustratie, in de gemeente Bever komen niet alleen erg weinig straatnamen voor, de huisnummering verloopt eveneens onregelmatig.
8 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 1: Bever, gemeente zonder straatnamen?
De meerwaarde van het opslaan van adresposities is groot, zeker sinds Geografische Informatie Systemen (GIS) het daglicht zagen. Stel dat u van elk adres in uw databank de geografische positie kende (de coördinaten van het punt waar het adres is gelegen). Bedenk welke mogelijkheden dit zou scheppen. Hoe u uw locatiegebonden gegevens op kaart zou kunnen uitzetten en het bekomen patroon zou kunnen analyseren en toetsen aan dat van andere gegevens. Hoe u typisch ruimtelijke vragen zou kunnen beantwoorden zoals: In welke zone van het gewestplan ligt dit bedrijf? Hoe dicht ligt deze eigendom bij een oprit van een autosnelweg? Ligt dit landbouwbedrijf binnen een schutkring? Als men weet dat, zoals hierboven reeds aangegeven, in bestaande databanken bij naar schatting 80% van de gegevens een adres wordt opgeslagen, dan is duidelijk welk enorm geografisch potentieel men met adresposities aanspreekt. De adresproblematiek laat zich dan ook als volgt samenvatten: • • •
1.2
er is geen gemeenschappelijke definitie en codering voor adressen; er bestaat geen volledig adressenbestand; de ruimtelijke component van adressen (xy-coördinaten) ontbreekt;
Authentieke geografische gegevensbronnen
9 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Deze problematiek heeft onder meer tot gevolg dat burgers of bedrijven nog te vaak dezelfde gegevens doorgeven aan verschillende overheidsdiensten, ook al zijn deze gegevens beschikbaar binnen een andere overheidsdienst. Wanneer deze gegevens wijzigen, worden deze wijzigingen niet altijd automatisch doorgegeven aan alle betrokken diensten. Tot ergernis van burgers en bedrijven bekomt men op die manier achterhaalde of foutieve gegevens. Ook voor ambtenaren is deze manier van werken omslachtig en inefficiënt. Het herhaaldelijk invoeren van dezelfde gegevens is tijdrovend en vergroot de kans op vergissingen en fouten. Om te kunnen voldoen aan de ambities van de overheid ten aanzien van een meer efficiënte en effectieve dienstverlening en (handhaving van de) beleidsuitvoering, zijn diverse aanpassingen in de gegevenshuishouding van de overheid noodzakelijk. De bouwstenen hiervoor worden gevormd door binnen de overheid verplicht te gebruiken authentieke gegevensbronnen. Dit zijn door de Vlaamse Regering erkende kwaliteitsvolle gegevensbronnen, welke, met het oog op een eenmalige gegevensinwinning en een maximaal gebruik, op het meest geschikte bestuursniveau worden aangemaakt, bijgehouden en beheerd. Het motto hierbij luidt: “vraag niet wat je al weet”. Terwijl het algemene kader voor het beheer en het gebruik van authentieke gegevensbronnen wordt gegeven door het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronisch bestuurlijke gegevensverkeer, biedt het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen (of kortweg het “GDI-decreet”), met respect voor de specificiteit van de geografische gegevensverzameling, het kader voor de aanmaak en het beheer van en de toegang tot een set van authentieke geografische gegevensbronnen als bouwstenen van de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen. Het GDI-decreet, dat het decreet van 17 juli 2000 betreffende het Geografisch Informatie Systeem Vlaanderen (GIS-Vlaanderen) vervangt, vormt de omzetting van de richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (afgekort als INSPIRErichtlijn). Het opzetten van de authentieke gegevensbronnen is te vergelijken met wat Napoleon twee eeuwen geleden deed voor de papieren registers: het creëren van een helder systeem van unieke gegevens. Dit gebeurt nu voor het elektronische tijdperk. Deze werkwijze maakt “eenmalige inwinning, meervoudig gebruik” mogelijk, wat ten goede komt aan de beschikbaarheid en kwaliteit van gegevens. De authentieke gegevensbronnen bevatten de gegevens die intensief worden gebruikt in meerdere beleids-, uitvoerings- en handhavingketens. Opdat er daadwerkelijk sprake kan zijn van een efficiënte en geïntegreerde overheidsdienstverlening, is het nodig dat alvast voor de gegevens die het meest gebruikt worden binnen de overheid (de zogenaamde basisgegevens “persoon”, “bedrijf”, “perceel”, “adres”, “gebouw” en “kaart”) kwaliteitsvolle authentieke (geografische) gegevensbronnen beschikbaar zijn.
10 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 2: Stelsel van authentieke geografische gegevensbronnen
Enkele bekende voorbeelden van authentieke gegevensbronnen die vandaag reeds op federaal niveau worden geregeld, zijn: • • •
Het Rijksregister: registratie van natuurlijke personen door middel van het rijksregisternummer; De Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO): registratie van bedrijven door middel van het ondernemingsnummer; Algemene Administratie der Patrimonium Documentatie (AAPD), het zogenaamde “Kadaster”: registratie van percelen door middel van het kadastraal perceelsnummer.
Het ontbreken van authentieke geografische gegevensbronnen voor de geografische gegevens “kaart”, “gebouw” en “adres”, zorgt ervoor dat een aantal koppelingen binnen dit stelsel nog niet optimaal verlopen. Met het CRAB is er vandaag een authentieke bron voor “adres”, met de aanmaak van het Grootschalig Referentie Bestand (GRB) wordt volop gewerkt aan een voor Vlaanderen gebiedsdekkend bestand met grootschalige referentiegegevens.
1.3
Het CRAB-project Het acroniem ‘CRAB’ staat voor “Centraal ReferentieAdressenBestand”. Het CRAB is het adressenproject van het samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen en vormt het antwoord van het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV) op de hierboven toegelichte adresproblematiek. Het gaat over een bestand met huisnummers en straatnamen, maar wat het CRAB werkelijk bijzonder maakt, is dat het ook de geografische positie van deze adressen bevat. Van elk van de ruim 3 miljoen adressen in Vlaanderen (waarvan 2,5 miljoen huisnummers en ruim 0,5 miljoen appartement- en busnummers) wordt in het CRAB een xy-coördinaat opgeslagen. Het CRAB is een initiatief dat zich in de eerste plaats om de uitwisseling en kwaliteit van adresgegevens bekommert. Het CRAB-project beoogt:
11 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
• • •
één generiek bruikbare standaard op het vlak van definitie en codering tot stand te brengen; één correct en actueel bestand met alle volledige adressen voor Vlaanderen aan te maken; informatie over de geografische ligging van adressen te integreren (adresposities).
Adressen worden toegekend aan zogenaamde “adresseerbare objecten”. Adressering is immers ontstaan vanuit de behoefte om door middel van een eenvoudige benaming een gebouwd object in de werkelijkheid te kunnen aanduiden. Gebouwen zullen bijgevolg een belangrijke invloed hebben op de levenscyclus van adressen. Zo initieert het ontstaan van een gebouw vrijwel altijd het ontstaan van een adres. In de loop der jaren werd reeds gebouwd aan de CRAB-databank. Beschikbare gegevens werden ingeladen, adressen gekend door de AAPD, adressen gekend in de VKBO (Verrijkte Kruispuntbank Ondernemingen), adressen gekend in het Rijksregister. Hiermee benadert de kwaliteit van de bestaande databank 90% volledigheid. De resterende 10% kan niet bereikt worden door het inbrengen van centrale gegevensbronnen. Een reden hiervoor is de soms lange tijd voor een nieuw adres om opgenomen te worden in een bestaande centrale databank. Een nieuwbouw kan bijvoorbeeld reeds lang voltooid zijn vooraleer het in gebruik genomen wordt. Het is een bestaand adres dat in tussentijd niet gekend is door de AAPD, de VKBO of het Rijksregister. Tevens ontbreekt in deze databanken een geografische component. Er bestaat een grote verwevenheid tussen het Grootschalig ReferentieBestand (GRB) en het CRAB. Voor het bekomen van exacte adresposities in het CRAB, worden de CRABadressen gekoppeld aan de grootschalige referentiegegevens uit het GRB (wegverbinding, gebouw, kunstwerk, perceel). Op plaatsen waar het GRB nog niet beschikbaar is, wordt voor de posities van de CRAB-adressen in eerste instantie verwezen naar de topografisch minder nauwkeurige kadastrale perceelsposities. Door deze werkwijze kan de gebruiker vandaag reeds over een gebiedsdekkend bestand met adresposities beschikken. Bij de graduele aanmaak van het GRB worden de adresposities dus stelselmatig verbeterd door te verwijzen naar de grootschalige referentiegegevens uit het GRB. Toch is deze werkwijze niet optimaal, wanneer de steden en gemeenten de rol van decentraal CRAB-beheerder opnemen zal voornamelijk de snelheid van actualisatie van het CRAB sterk verbeteren.
1.4
Belanghebbenden Het eenmalig inwinnen en vervolgens beschikbaar stellen van adresgegevens voor algemeen gebruik door bevoegde instanties, heeft een groot aantal voordelen voor de verschillende partijen betrokken bij het gegevensmanagement in Europa, België en Vlaanderen. INSPIRE Sinds 15 mei 2007 is de Europese kaderrichtlijn INSPIRE van kracht. In een notendop beoogt deze richtlijn ervoor te zorgen dat geo-informatie van goede kwaliteit beschikbaar, vindbaar en bruikbaar is en dat de inhoud ervan, ook over de landsgrenzen heen, op elkaar is afgestemd. Hiervoor wordt een netwerk ingericht dat bestaat uit een Europees en nationale internetportalen en netwerkdiensten. Adressen is één van de 34 thema’s waarop de INSPIRE-richtlijn van toepassing is. Adressen moeten vanaf 2011 Europees
12 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
uitgewisseld kunnen worden. Europese uitwisseling van adresgegevens vindt plaats volgens Europese dataspecificaties. De dataspecificaties van het CRAB zijn conform de Europese waardoor deze uitwisseling geen extra formaat vereist. FEDERALE OVERHEID In de schoot van het ambtelijk overlegcomité STRATEGIS, dat het opzetten van een samenwerking tussen de federale overheden (AAPD, NGI, …), de gewesten en de gemeenten rond geografische informatie beoogt, werd het BeSt-Address Project opgestart. Het project beoogt de ontwikkeling en inwerkingstelling van een systeem voor een gestroomlijnde uitwisseling van adresinformatie in België. Ten eerste resulteerde dit project in de nationale BeSt-adresstandaard. Het is een standaard voor de uitwisseling van adresgegevens. De standaard werd ontworpen door de drie gewesten en het federale niveau, vertegenwoordigd door onder meer de AAPD en het Nationaal Geografisch Instituut (NGI). Ten tweede keurde het STRATEGIS-overlegcomité de BeSt-Address Scope goed. Dit is een document dat de rol- en taakverdeling bevat voor de uitbouw van een nationale adressenregistratie. Dit document werd voorbereid in een STRATEGIS-werkgroep waaraan, naast de gewesten, de AAPD en het NGI, ook vertegenwoordigers van het Rijksregister en de Federale Overheidsdienst voor Informatieen Communicatietechnologie (FEDICT) deelnamen. Binnen dit afsprakenkader worden de gewesten aangeduid als bronbeheerders en de gemeenten aangeduid als initiators van adresinformatie. BeSt-Address Scope Gewesten als beheerders van het authentiek adressenbestand De gewesten nemen de rol op van beheerder (source manager) van de authentieke bron voor de adressen op hun grondgebied (gewestelijk adressenbestand). Ze bewaken de gewestelijke adresstandaard die compatibel moet zijn met de BeSt-standaard, beheren het voor hun grondgebied centrale adressenregister, formuleren de voorwaarden waaraan de gemeentelijke adressenregisters moeten voldoen, bewaken de kwaliteit van de adresgegevens, nemen de wettelijke initiatieven en verzekeren de afstemming met andere registraties. Het inrichten van een nationale adressenregistratie zal dus gebeuren door het onderling koppelen van gewestelijke adressenregisters via een virtueel uitwisselingsplatform. Gemeenten als initiators (unieke inzameling) De gemeenten worden aangeduid als de initiators voor onder meer de adrescomponenten straatnaam en huisnummer. Dit houdt in dat de gemeenten de exclusieve eindverantwoordelijkheid dragen over de levensloop (ontstaan, wijzigen, verwijderen) van deze adrescomponenten. In het kader van de consolidatie en implementatie van het BeSt-Address Project door de Belgische Staat, de gewesten en de gemeenschappen met het oog op de opbouw van een authentiek bronbestand van adressen, heeft het Overlegcomité op 18 februari 2009 deze BeSt-Address Scope formeel goedgekeurd en beslist tot de oprichting van een ambtelijke werkgroep. Deze werkgroep zal in overleg en conform de principes bepaald in de BeSt-Adress Scope (gemeenten als initiators, gewesten als beheerders) een ontwerp van samenwerkingsakkoord opstellen voor de ontwikkeling en inwerkingstelling van een systeem voor uitwisseling van informatie over adressen in België.
VLAAMSE OVERHEID
13 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Voor de Vlaamse overheid betekent een authentieke geografische gegevensbron voor adressen onder meer een efficiëntere gegevensinwinning en gegevensbeheer, en een aantoonbaar betere kwaliteit en bruikbaarheid van gegevens in de overheidsbestanden. De bruikbaarheid wordt vergroot door meer uniformiteit en een betere beschikbaarheid en toegankelijkheid. De overheid heeft een betere informatiepositie en kan daardoor haar verantwoordelijkheid voor het beschermen van de burgers bij rampen en onvoorziene gebeurtenissen beter waar maken. Door het kunnen relateren van betrouwbare gegevens aan elkaar, kan bovendien een nieuwe impuls gegeven worden aan het bestrijden van fraude. Tenslotte ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor het gebruiken van de ingewonnen gegevens voor beleidsvorming en beleidsverantwoording. LOKALE OVERHEDEN De voordelen voor de lokale overheden liggen met name bij de efficiency van het functioneren van de organisatie als totaal (in termen van kostprijzen van producten geleverd aan klanten). Daarnaast worden nieuwe diensten mogelijk, waarmee de gemeentelijke overheid zich proactief kan opstellen richting de burgers. BEDRIJVEN Voor de bedrijven betekent een eenmalige inwinning en hergebruik van gegevens een aanzienlijke vermindering van lasten voor informatieverstrekking. Daarnaast hebben bedrijven duidelijke voordelen van het meer vraaggericht functioneren van de overheid, wat met het concept van authentieke registraties mogelijk wordt. BURGERS Het stroomlijnen van de overheidsgegevens leidt voor de burgers vooral tot een verbeterde, vraaggerichte en proactieve dienstverlening door de overheid. Burgers zijn ook gebaat bij een betere beleidsvorming door de overheid, een betere bescherming van hun veiligheid en een efficiënter functioneren van zowel hogere overheden als lokale overheden.
1.5
CRAB decreet en uitvoeringsbesluit Op 8 mei 2009 werd het decreet betreffende het Centraal Referentieadressenbestand goedgekeurd. Het doel van dit decreet is het scheppen van een technisch, juridisch en organisatorisch kader voor de uitbouw van het CRAB tot een authentieke geografische gegevensbron voor adressen. Op 25 maart 2011 werden het besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het CRAB decreet en het ministerieel besluit tot vastlegging van de CRABspecificaties goedgekeurd. Op 1 juni 2011 zijn het CRAB-decreet en het uitvoeringsbesluit in werking getreden. ADRESSEERBARE OBJECTEN Een eerste probleem rond adresbeheer is reeds de definitie van een “adres”. Wat kan een adres krijgen en hoe manifesteert dit zich in het CRAB? Artikel 2 van het CRAB-decreet levert enkele belangrijke definities.
14 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Art.2. §1: adres : identificatie van een adresseerbaar object met adrescomponenten zoals een gemeentenaam, een straatnaam, een huisnummer en een subadres; §2: adresseerbaar object: geografisch object dat met een adres kan worden geïdentificeerd; §3: geografisch object: een abstracte voorstelling van een reëel verschijnsel in relatie tot een specifieke locatie of een specifiek geografisch gebied.
De definitie verduidelijkt dat een adres is opgebouwd uit “adrescomponenten”, bijvoorbeeld een straatnaam en een huisnummer. Deze term is van belang aangezien hij de taak van de gemeente als adresbeheerder mee afbakent DE ROL VAN DE GEMEENTEN Wanneer het CRAB-decreet van kracht wordt, krijgen de gemeenten een belangrijke rol toebedeeld, zoals beschreven in artikel 10 en 11:
Art. 10. De gemeenten treden op als initiator voor de adrescomponenten straatnaam, huisnummer en subadres. De Vlaamse Regering kan, op voorstel van de stuurgroep GDI-Vlaanderen en na advies van de toezichtcommissie in toepassing van artikel 11, § 1, eerste lid, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer, aanvullende types van adrescomponenten vastleggen waarvoor de gemeenten als initiator optreden.
Krachtens dit artikel worden de steden en gemeenten aangeduid als de initiator van de adrescomponenten straatnaam, huisnummer en subadres. De term “initiator” wijst op de juridische bron van een adrescomponent. In het kader van reeds bestaande regelgeving zijn de gemeenten weliswaar reeds bevoegd voor het vaststellen en toekennen van deze adrescomponenten, maar met uitzondering van de adrescomponent ‘straatnaam’ is deze bevoegdheid eerder impliciet van aard. In de praktijk leidt deze onduidelijkheid tot het ontstaan van adressen buiten de gemeente om. Zo kan een projectontwikkelaar zelf busnummers toekennen die afwijken van een door de gemeente toegekende nummering. Ook bepaalde verkavelaars kennen in bepaalde gevallen aan de verschillende loten adressen toe die een “eigen leven” beginnen leiden. Dit de facto toekennen van huisnummers en subadressen gebeurt doorgaans op een nietgestandaardiseerde manier. Om deze “grijze zone” binnen het adressenlandschap weg te nemen en te kunnen beschikken over een meer kwaliteitsvol adressenbestand, dringt een expliciete bevoegdheidstoewijzing inzake het adressenbeheer zich op. Gelijktijdig moet de nodige aandacht worden besteed aan het opzetten van een samenwerking tussen alle betrokken partijen die in het kader van hun werking adressen gebruiken.
15 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Art. 11. De gemeenten werken in het algemeen mee aan de aanmaak en de bijhouding van het CRAB en waken er in het bijzonder over dat de adressen van de adresseerbare objecten op hun grondgebied op accurate wijze door het agentschap in het CRAB opgenomen kunnen worden. Die opdracht omvat de hiernavolgende taken : 1
ste
de vaststelling en toekenning van de adrescomponenten, vermeld in artikel 10, op hun grondgebied;
2
de
mededeling van de adrescomponenten, vermeld in 1°, met het oog op de opname ervan in het CRAB;
de
3 mededeling van elke wijziging, correctie en aanvulling van de adrescomponenten, vermeld in 1°, met het oog op de bijhouding en kwaliteitsverbetering van het CRAB; de
4 het onderzoeken van vragen of meldingen van het agentschap met betrekking tot de adrescomponenten, vermeld in 1°, met het oog op de kwaliteitsverbetering van het CRAB. De Vlaamse Regering stelt, op voorstel van de stuurgroep GDI-Vlaanderen, nadere regels vast voor de wijze waarop de gemeente in relatie tot het agentschap die opdracht zal uitvoeren.
Als initiator werken de gemeenten mee aan de aanmaak en bijhouding van het CRAB. De aanmaak van het CRAB omvat een eenmalige grootschalige operatie waarbij elke gemeente alle adressen (inclusief de relatie met de adresseerbare objecten waarnaar de adrescomponenten verwijzen) op haar grondgebied officieel vaststelt, toekent en aan het AGIV meedeelt. Hiervoor wordt vertrokken van de bestaande inhoud van het CRAB. Deze operatie wordt de “initiële validatie” genoemd. Bij deze operatie kan een gemeente een eigen adressenbestand als vertrekbasis nemen – dit zal het geval zijn voor gemeenten die vandaag reeds over een eigen, nauwkeurig adressenbestand beschikken – of ze kan een door het AGIV ter beschikking gesteld uittreksel van het huidige CRAB voor haar grondgebied als uitgangsbestand nemen en dit controleren en valideren. Vanaf de inwerkingtreding van het CRAB-decreet hebben de Vlaamse gemeenten 4 jaar de tijd om hun werking CRAB-conform te organiseren:
Art.15. In het gemeentelijk programma voor de opname van adressen in het CRAB worden de hiernavolgende fasen onderscheiden : 1° de eerste fase waarin alle adrescomponenten, ver meld in artikel 10, voor het adresseerbare object kadastraal perceel toegankelijk gemaakt worden voor gebruikers van het CRAB; 2° de tweede fase waarin alle adrescomponenten, ver meld in artikel 10, voor alle overige adresseerbare objecten, vermeld in artikel 6, toegankelijk gemaakt worden voor gebruikers van het CRAB. Het opnameprogramma omvat naast de gemeentelijke taken, vermeld in artikel 11, 1° en 2°, tevens de verwerking en opname van de adressen van de gemeente in het CRAB door het agentschap. De eerste fase vangt voor alle gemeenten aan bij de inwerkingtreding van dit decreet en duurt maximaal vier jaar. De tweede fase vangt voor alle gemeenten aan op het ogenblik dat de grootschalige referentiegegevens van het GRB voor de gemeente in kwestie beschikbaar zijn.
16 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
In het gemeentelijk programma voor de opname van adressen in het CRAB worden twee fasen onderscheiden. De eerste fase vangt voor alle gemeenten aan vanaf de inwerkingtreding van het decreet en duurt maximaal vier jaar. Tijdens deze eerste fase valideren alle gemeenten voor hun grondgebied de straatnamen, huisnummers, subadressen, met inbegrip van de koppelingen met het geografisch object ‘weg’ en het adresseerbaar object ‘kadastraal perceel’. Deze adresgegevens delen ze mee aan het AGIV die deze opneemt in de centrale CRAB-databank en toegankelijk maakt voor de gebruikers van het CRAB. De tweede fase van de aanmaak van het CRAB vangt aan op het ogenblik dat een gemeente beschikt over de grootschalige referentiegegevens van het GRB voor haar grondgebied. Een gemeente in deze fase valideert de koppelingen tussen adressen en adresseerbare objecten uit het GRB (gebouw, perceel, kunstwerk). Gemeenten die op de dag van inwerkingtreding van het decreet reeds beschikken over een GRB, zullen meteen in fase 2 starten.
Figuur 3: Beheer CRAB fase 1
Figuur 4: Beheer CRAB fase 2
17 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Door het werken met twee fasen hoeft men niet te wachten op de gebiedsdekkende aanmaak van het GRB om het CRAB als authentieke geografische gegevensbron te kunnen erkennen. Eens de aanmaakfase voor een gemeente is afgelopen, start de fase van de bijhouding. Dit impliceert het doorvoeren van alle noodzakelijke adresmutaties – nieuwe adressen, wijzigen bestaande adressen, historiseren van verouderde adressen – evenals het corrigeren van fouten die bij het gebruik van CRAB vastgesteld worden. Dit is een permanente opdracht voor de gemeente. Het uitvoeringsbesluit verzorgt de praktische regeling van deze opdracht.
Uitvoeringsbesluit, Art. 6. De gemeente deelt een nieuw toegekende of gewijzigde adrescomponent mee aan het agentschap binnen tien werkdagen na de toekenning of de wijziging. De mededeling, vermeld in het eerste lid, verloopt via online geografische diensten als vermeld in artikel 3, 6°, van het decreet van 20 februari 2009 betreff ende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen. Het agentschap zorgt vervolgens voor een onmiddellijke opname van de nieuw toegekende of gewijzigde adrescomponent in het CRAB. Als de mededeling door de gemeente niet via online geografische diensten verloopt, gebeurt de mededeling door uitwisseling vanuit een lokale adressendatabank. Het agentschap zorgt vervolgens voor de opname van de nieuw toegekende of gewijzigde adrescomponent in het CRAB binnen tien werkdagen na ontvangst van de mededeling.
De gemeente krijgt 10 werkdagen tijd om het CRAB bij te werken. Wanneer de bijwerking via uitwisseling vanuit een lokale adressendatabank verloopt, krijgt het AGIV eveneens 10 werkdagen om het aangeleverde bestand te verwerken. Het proces van bijhouding is essentieel om het CRAB als authentieke geografische gegevensbron actueel en gebruiksklaar te houden. INHOUD VAN HET CRAB Welke gegevens dienen er in het Centraal Referentieadressenbestand opgenomen te worden? Artikel 2 definieert de term “adresseerbare objecten”, artikel 6 geeft een limitatieve lijst van types die in het CRAB opgenomen worden. Deze lijst kan op voorstel van de stuurgroep GDI-Vlaanderen worden uitgebreid door de Vlaamse regering.
18 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Art. 6 In het CRAB worden adressen opgenomen van de hiernavolgende types van adresseerbare objecten: 1° gebouw of onderdeel van een gebouw: gebouw als v ermeld in artikel 5, 1°, van het decreet van 16 april 2004 houdende het Grootschalig Referentie Bestand (GRB); 2° kunstwerk: kunstwerk als vermeld in artikel 5, 2 °, van het decreet van 16 april 2004 houdende het Grootschalig Referentie Bestand (GRB); 3° perceel: perceel als vermeld in artikel 5, 3°, v an het decreet van 16 april 2004 houdende het Grootschalig Referentie Bestand (GRB); 4° kadastraal perceel: kadastraal perceel als verme ld in artikel 1, derde streepje, van het koninklijk besluit van 20 september 2002 tot vaststelling van de vergeldingen en de nadere regels voor de afgifte van kadastrale uittreksels en inlichtingen. De stuurgroep GDI-Vlaanderen kan, op voorstel van het agentschap, aanvullende types van adresseerbare objecten vaststellen waarvoor adressen in het CRAB worden opgenomen. Hij legt die, na advies van de toezichtcommissie in toepassing van artikel 11, §1, eerste lid, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer, ter goedkeuring voor aan de Vlaamse Regering.
Deze lijst omvat naast percelen, gebouwen en onderdelen van gebouwen eveneens kunstwerken. In deze categorie vallen ondermeer watertorens maar eveneens bruggen en monumenten. Het decreet verplicht niet dat al deze adresseerbare objecten een adres krijgen, het verplicht wel dat alle adressen die verwijzen naar één van deze types, in het CRAB opgenomen worden. Deze adressen dienen eveneens een koppeling naar adresseerbare objecten te hebben. Stand- en ligplaatsen vormen een uitzondering op deze regel. Hoewel niet opgenomen in het decreet is het beheer van hun adressen wenselijk. Ze kunnen in het CRAB opgenomen worden, maar een koppeling met een adresseerbaar object is geen verplichting. In uitvoering van artikel 7 van het CRAB-decreet worden de CRAB-specificaties vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering, met bijhorend ministerieel besluit. De gedetailleerde technische uitwerking van deze specificaties worden op voorstel van de stuurgroep GDI Vlaanderen gepubliceerd op de website van het AGIV.
Art. 7. Het CRAB wordt aangemaakt en bijgehouden overeenkomstig specificaties die, op voorstel van de stuurgroep GDI-Vlaanderen, goedgekeurd worden door de Vlaamse Regering. De CRAB-specificaties zijn technische bepalingen over in het bijzonder het opnemen, bijhouden, beheren en meedelen van adrescomponenten.
MELDINGEN GEGEVENS
VAN
ONNAUWKEURIGE,
ONVOLLEDIGE
OF
ONJUISTE
Alle deelnemers aan het samenwerkingsverband GDI Vlaanderen zullen, na inwerkingtreding van het CRAB-decreet, verplicht gebruik moeten maken van het CRAB. Gebruikers kunnen melding maken van onnauwkeurige, onvolledige of onjuiste gegevens.
19 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Deze meldingen worden verstuurd naar het meldingspunt binnen het AGIV en worden doorgegeven aan het gemeentelijk contactpunt. Het uitvoeringsbesluit bevat de afspraak dat het gemeentelijk contactpunt binnen de 10 dagen reageert op een melding. Indien de reactie “bijkomend onderzoek” is, wordt de termijn verlengd met 6 maanden.
Uitvoeringsbesluit, Art. 9. Binnen het agentschap is er een meldingspunt als vermeld in artikel 3, 6°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 houdende de uitvoering van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer. Dat meldingspunt registreert meldingen van onnauwkeurige, onvolledige of onjuiste gegevens en geeft die meldingen voor onderzoek door aan het contactpunt van de gemeente in kwestie . Uitvoeringsbesluit, Art. 10. Het contactpunt van de gemeente in kwestie bezorgt binnen tien werkdagen het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 9, aan het meldingspunt binnen het agentschap. Indien bijkomend onderzoek vereist is, bezorgt het contactpunt van de gemeente in kwestie uiterlijk binnen zes maanden het resultaat van het bijkomende onderzoek aan het meldingspunt binnen het agentschap. Indien de melding gegrond is, verbetert of vult de gemeente het gegeven aan en deelt ze die wijziging mee aan het agentschap overeenkomstig artikel 6 en 7. Het meldingspunt bezorgt het resultaat van het onderzoek en desgevallend van het bijkomende onderzoek binnen tien werkdagen na de ontvangst van het resultaat aan degene die een onnauwkeurig, onvolledig of onjuist gegeven heeft gemeld.
INWERKINGTREDING DECREET EN GEOGRAFISCHE GEGEVENSBRON
HET
CRAB
ALS
AUTHENTIEKE
Het uitvoeringsbesluit is op 1 juni 2011 in werking getreden, en bepaalt dat ook het CRAB decreet op die dag in werking getreden is.
Uitvoeringsbesluit, Art. 13. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2011. Het decreet van 8 mei 2009 treedt in werking op dezelfde datum als dit besluit.
Tenslotte verwijst het CRAB decreet naar het een uitvoeringsbesluit om het bestand uit te roepen tot de authentieke geografische gegevensbron voor adressen.
Art. 18. Het CRAB wordt, op de datum te bepalen door de Vlaamse Regering, de authentieke geografische gegevensbron voor adressen op het grondgebied van het Vlaamse Gewest.
Deze datum is op voorspraak van de stuurgroep GDI Vlaanderen samengelegd met de inwerkingtreding van het CRAB-decreet zelf.
20 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Uitvoeringsbesluit, Art. 11. Het Centraal Referentieadressenbestand wordt erkend vanaf 1 juni 2011 als authentieke geografische gegevensbron voor adressen als vermeld in artikel 22 van het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen.
Uitvoeringsbesluit, Art. 12. Het AGIV wordt aangewezen als beheersinstantie en staat in voor de taken vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 houdende uitvoering van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer.
1.6
Het GRAB project Het Gemeentelijk ReferentieAdressenBestand (GRAB) is het geheel aan faciliteiten, procedures en afspraken die de gemeenten in staat stellen de CRAB-databank (of Centraal ReferentieAdressenBestand) binnen de gemeentelijke werking aan te wenden en decentraal bij te houden. Het AGIV ontwikkelt 2 systemen. Het ‘webGRAB’ bestaat uit een set van webservices die de gemeente in staat stelt om via het internet de CRAB databank rechtstreeks te bevragen en bij te werken. Deze webservices kunnen geïntegreerd worden in allerhande applicaties. Naast de set van webservices ontwikkelt het AGIV het Loket voor Authentieke Registratie (LARA), een applicatie die de webservices aanbiedt in een gebruiksvriendelijke interface. Het ‘xGRAB’ biedt de gemeente de mogelijkheid om informatie uit een lokale adresdatabank uit te wisselen met het CRAB. webGRAB-services
Naast het Loket voor Authentieke Registratie biedt het AGIV een reeks van transactionele webservices aan die door gemeenten en/of hun softwareleveranciers ingebouwd kunnen worden in de eigen software-omgeving. Deze oplossing biedt gemeenten de mogelijkheid om de CRAB-databank decentraal te onderhouden en toch met vertrouwde en op gemeentelijke processen afgestemde softwarepakketten te blijven werken. xGRAB
Het xGRAB is een systeem dat gemeenten in staat zal stellen om vanuit een lokaal bestand adresgegevens op geregelde tijdstippen uit te wisselen met het AGIV. Gemeenten die op dit moment al een adressendatabank onderhouden en niet meteen gebruik willen gaan maken van webGRAB-services kunnen op deze manier toch hun rol in de decentrale bijhouding van het CRAB opnemen
21 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
2 Gemeentelijke adresgerelateerde processen In 2007 werden de gemeentelijke adresgerelateerde processen beschreven in de VLARadreswerkgroep (VLaams overleg voor Authentieke Registraties). Het doel van deze oefening was om de invloed van gemeentelijke processen op het ontstaan, het corrigeren, het historiseren en het verwijderen van adresgegevens in kaart te brengen. Een werkgroep, voorgezeten door het AGIV, met de VVSG “Vereniging Van Vlaamse Steden en Gemeenten” en vertegenwoordigers van een aantal gemeentebesturen trachtte met deze studie inzicht te verschaffen in het huidig verloop van deze processen. Het document werd goedgekeurd op 12 december 2007. Deze studie vormt het uitgangspunt van dit hoofdstuk. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de werkgroep enkel het “happy scenario” beschreven heeft, het scenario waarin alle procedurestappen succesvol doorlopen worden. Eveneens resulteerde de studie in een high-level beschrijving van de procedures en liet ze het praktische adresbeheer buiten beschouwing. Dit omwille van de diversiteit binnen de Vlaamse gemeenten. Het zou een onmogelijke opdracht zijn om dit op een algemene wijze te beschrijven. Ook in deze handreiking wordt niet getracht om een algemeen geldige beschrijving te maken van de praktische organisatorische kant van het adresbeheer vandaag. Wel zullen aan de hand van praktijkvoorbeelden enkele bestaande scenario’s aan bod komen. Er werden 8 processen weerhouden: • • • • • • • •
2.1
In- en uitschrijven van een persoon; Behandelen van een verkavelingsaanvraag; Behandelen van een stedenbouwkundige aanvraag; Beheren van straatgegevens; Beheren van nummers van een gebouw; Behandelen van een milieuaanvraag; Behandelen van een aanvraag van een onderneming; Versturen van aangifteformulieren en aanslagbiljetten.
In- en uitschrijven van een persoon Dit proces kadert binnen de gemeentelijke taak een bevolkingsregister in stand te houden, zoals beschreven in het Koninklijk Besluit van 16 juli 1992. De verblijfsplaats van een persoon wordt als attribuut in het bevolkingsregister opgenomen. Ofschoon het registreren van de bevolking de enige bedoeling is van dit proces zien we dat in vele gemeenten dit proces ook de aanleiding vormt voor het ontstaan van adresgegevens. Andere gemeentebesturen kennen adressen toe in de bouwvergunningsprocedure. Het Rijksregister wordt nog vaak beschouwd als een databank van adressen en in veel gemeenten worden nieuwe adressen pas in het Rijksregister gevoerd wanneer er zich een persoon inschrijft. Andere gemeenten geven adressen reeds in het Rijksregister in de loop van de behandeling van een stedenbouwkundige- of een verkavelingsvergunning. Adressen spelen een belangrijke rol in dit proces, het begrip komt er meermaals in terug. Vooreerst dient de betrokken persoon te melden op welk adres hij zich wenst in te
22 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
schrijven. Indien het bijvoorbeeld een nieuwbouw betreft bestaat de kans dat dit adres nog niet gekend is op de bevolkingsdienst.
Figuur 5: Proces in- en uitschrijven van een persoon
23 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
2.2
Behandelen van een verkavelingaanvraag Deze procedure speelt een belangrijke rol in het adresbeheer van een stad of gemeente. Nieuwe verkavelingen zijn een grote bron van nieuwe huisnummers en zeer vaak ook een bron van nieuwe straatnamen.
Figuur 6: Proces behandelen van een verkavelingsaanvraag
Deze procedure kan, wanneer de verkaveling een aanleg nieuwe wegenis bevat, verbonden zijn aan de procedure rond het toekennen van een nieuwe straatnaam. Hoe
24 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
deze procedures aan elkaar verbonden zijn varieert van gemeente tot gemeente. De procedure nieuwe straat zal echter veelal pas van start gaan wanneer het verkavelingdossier is goedgekeurd. Een huisnummering kan op dat moment reeds toegekend zijn aan de loten van een verkaveling, zonder dat er een goedgekeurde straatnaam aan deze huisnummers gekoppeld kan worden. In deze procedure worden vaak – al is dit geen verplichting – de nutsbedrijven betrokken. Een goedgekeurd verkavelingsplan wordt dan overgemaakt naar de leidingbeheerders als basis voor het ontwerp van nieuw aan te leggen leidingen.
2.3
Behandelen van een stedenbouwkundige aanvraag Verschillende types stedenbouwkundige aanvraag veroorzaken een mutatie in een adressendatabank: • • • • •
Nieuwbouw; Verbouwen van eengezins- naar meergezinswoning; Verbouwen van meergezins- naar eengezinswoning; Bestemmingswijzigingen (bvb een woning wordt winkel op het gelijkvloers); Sloop.
Niet in deze lijst opgenomen zijn de kangoeroewoningen, deze zijn nog steeds eengezinswoningen en kunnen stedenbouwkundig gezien slechts 1 huisnummer krijgen.
25 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Wat verstaat men onder zorgwonen of “kangoeroewonen”? Zorgwonen is het creëren van een ondergeschikte wooneenheid binnen een bestaande woning voor de huisvesting van maximaal 2 oudere of hulpbehoevende personen. Men spreekt van zorgwonen als voldaan is aan al volgende voorwaarden: •
In een bestaande woning wordt 1 ondergeschikte wooneenheid gecreëerd
•
De ondergeschikte wooneenheid vormt 1 fysiek geheel met de hoofdwooneenheid
•
De ondergeschikte wooneenheid, de ruimten die gedeeld worden met de hoofdwooneenheid niet meegerekend, maakt ten hoogste een derde uit van het bouwvolume van de volledige woning
•
De eigendom of ten minste de blote eigendom van hoofd- en ondergeschikte berust bij dezelfde titularis of titularissen
•
De creatie van de ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van: o
Hetzij ten hoogste 2 ouderen van 60 jaar of ouder
o
Hetzij ten hoogste 2 hulpbehoevende personen (personen met een handicap, personen die in aanmerking komen voor een vergoeding van de Vlaamse zorgverzekering, personen met een nood aan ondersteuning om zich in het thuismilieu te kunnen handhaven)
Vergunning nodig? Het maken van een zorgwoning is bij decreet vrijgesteld van de vergunningsplicht, op voorwaarde dat dit gebeurt binnen het bestaande bouwvolume. De vrijstelling geldt ook wanneer constructieve werken nodig zijn. In dat geval geldt de meldingsplicht. Hiervoor moet gebruikt gemaakt worden van het meldingsformulier zorgwonen dat je kan downloaden op de website. Wordt de woning uitgebreid, dan geldt de vrijstelling niet. Een stedenbouwkundige vergunning is dan altijd nodig. Na het beëindigen van de zorgsituatie? Als een bestaande zorgwoning, na het beëindigen van de zorgsituatie, terug aangewend wordt voor de huisvesting van 1 gezin, dan is dit meldingsplichtig. Als een bestaande zorgwoning, na het beëindigen van de zorgsituatie, aangewend zal worden voor de huisvesting van meerdere gezinnen of alleenstaanden, dan is hiervoor een stedenbouwkundige vergunning nodig. Het opsplitsen van een woning in meerdere wooneenheden die niet dienen voor zorgwonen is immers altijd vergunningsplichtig.
Desalniettemin is het niet onlogisch zorgwoningen 2 huisnummers te geven, zoals hier geïllustreerd in een artikel uit “Het Nieuwsblad” van 14 juni 2007:
26 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Huisnummering van zorgwoningen Uit Het Nieuwsblad van 14 juni 2007 ZANDHOVEN - Het gemeentebestuur heeft een stedenbouwkundig reglement ontwikkeld voor kangoeroewoningen, huizen waarin twee gezinnen onder één dak wonen en elkaar helpen. Volgens het reglement moeten de zorgwoningen eruit zien als een eengezinswoning en de tuin moet gemeenschappelijk gebruikt worden. De twee gezinnen kunnen apart worden ingeschreven in het bevolkingsregister en kunnen een apart huisnummer krijgen. 'Dat wordt voorafgegaan door de 'z' van zorgwoning', zegt schepen van Stedenbouw Louis Lenaerts (CD&V). Het reglement moet misbruiken voorkomen en de mogelijkheid scheppen om een apart adres aan te vragen. Dat deze voorschriften er komen is logisch, omdat er al enkele particuliere zorgwoningen zijn gebouwd en ook de gemeente plannen heeft om er op te trekken. 'Mensen voelen zich blijkbaar sterk aangetrokken tot deze vorm van wonen', zegt Lenaerts.
27 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 7: Proces behandelen van een stedenbouwkundige aanvraag
2.4
Beheren van straatgegevens De gemeente is de wettelijk gemachtigde instantie om straatnamen te beheren. Straten worden benoemd, herbenoemd (al dan niet gedeeltelijk), men kan een straatnaam opheffen en een straat opgebroken wordt, waardoor de straatnaam eveneens opgeheven wordt.
2.4.1
Benoemen van een openbare weg
28 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Deze procedure gaan van start bij het vaststellen van de noodzaak om een nieuwe straatnaam in het leven te roepen. Dit kan verschillende oorzaken hebben: • • • •
Verkaveling (indelen in kavels met en zonder wegen); Aanvraag voor stedenbouwkundige vergunning (voor woning, weg, …); Benoemen van buurt- en voetwegen, wandelpaden; Privé-wegen (met openbaar karakter zoals begijnhoven, campussen).
Figuur 8: Proces benoemen van een openbare weg
In de finale fase, het informeren van bevoegde diensten, worden bijvoorbeeld volgende instanties op de hoogte gebracht: • • • • • • •
29 / 147
bpost; AAPD; Brandweer; Politie; Bevolking en Rijksregister (via bevolkingstoepassing); Technische dienst; Gemeentelijke belastingen;
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
• • 2.4.2
Nutsbedrijven; Belastingen.
Herbenoemen van een (gedeelte van een) openbare weg
Naar aanleiding van een vraag van een burger, een vereniging, een schepen, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen kan overgegaan worden tot een (gedeeltelijke) herbenoeming van een openbare weg. Het proces is identiek aan dat voor een nieuwe weg, al zal de oude straatnaam bewaard worden voor historiek en zal na de procedure een aanpassing in het adressenregister nodig zijn. Voor het bevolkingsregister betekent dit een adreswijziging voor iedereen die in deze straat geregistreerd is.
Figuur 9: Proces herbenoemen van een (gedeelte van een) openbare weg
2.4.3
Opheffen van een straatnaam
De fysische weg blijft bestaan maar de straatnaam wordt opgeheven. Aanleiding hiervoor kan een herbenoeming van de openbare weg zijn, of het verdwijnen van de weg uit het openbaar domein, wanneer deze bijvoorbeeld in concessie gegeven wordt en aldus de status van een privéweg krijgt. Een gemeenteraadsbeslissing bekrachtigt de opheffing.
2.4.4
Opbreken van een weg
30 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Wanneer een weg fysiek opgebroken wordt zal de straatnaam eveneens opgeheven worden. Aanleiding hiervoor is bijvoorbeeld een bestemmingswijziging, een ruilverkaveling met wijzigend stratenpatroon of de aanleg van een nieuwe verkaveling.
Figuur 10: Proces historeren (opbreken) van een weg
2.5
Beheren van nummers van een gebouw Toekenning van nieuwe nummers is een proces dat vaak gerelateerd is aan de behandeling van stedenbouwkundige vergunningen. Bij nieuwbouw, verbouwing, sloop kunnen wijzigingen in het adressenregister optreden. Deze vorm van beheer kwam eerder reeds aan bod. Een andere aanleiding kan een volledige of gedeeltelijke hernummering van een straat zijn. Wanneer bijvoorbeeld overdreven gebruik van bisnummers vastgesteld wordt, kan overgegaan worden tot hernummering van de straat. Dit proces vormt vaak de aanleiding tot het afschaffen van een aantal huisnummers en het genereren van een aantal nieuwe huisnummers. Een derde aanleiding kan het hernummeren van appartementen in een gebouw zijn. De hernummering wordt bekrachtigd door het College van Burgemeester en Schepenen.
31 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 11: Proces beheren van nummers van een gebouw
De bekendmaking van deze hernummering gebeurt aan alle relevante instanties: • • • • • • • • •
2.6
Nutsbedrijven; bpost; Belastingkantoor; Rijksregister; AAPD; Eigenaars van betrokken panden die er niet wonen; bewoners; Diensten van algemeen belang; KBO (Kruispuntbank Ondernemingen).
Behandelen van een milieuaanvraag Dit proces is uitsluitend van toepassing voor bedrijven die onderhevig zijn aan de VLAREM (VLaams REglement betreffende de Milieuvergunning) wetgeving. Het betreft de vergunning van een inrichting, deze vergunning is gebonden aan een kadastraal perceel. Het komt voor dat ondernemers een milieuaanvraag indienen op percelen waarvoor nog geen adres gekend is. Het is pas na de goedkeuring van de milieuaanvraag dat de ondernemer zal beslissen of hij wel of niet zal doorgaan met de geplande inrichting en eventueel een stedenbouwkundige vergunning zal aanvragen. Ook geïnteresseerde derden kunnen een vergunning aanvragen, bijvoorbeeld wanneer ze een pand willen verwerven. Hierbij kunnen 3 soorten milieuvergunning onderscheiden worden: •
32 / 147
1ste klasse inrichting: goedkeuring door de provincie
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
• •
2de klasse inrichting: goedkeuring door het College van Burgemeester en Schepenen 3de klasse inrichting: geen goedkeuring vereist, enkel melding via standaardformulier.
Behandelen van een milieuaanvraag Dienst milieu
College van B&S
Ontvangen van een milieuaanvraag
Controleren van gegevens
Controleren van adresgegevens
Nemen van beslissing
Mededelen van beslissing
Figuur 12: Proces behandelen van een milieuaanvraag
2.7
Behandelen van een aanvraag van een onderneming
2.7.1
Behandelen van een aanvraag van een ondernemingsnummer
Deze procedure verloopt volledig buiten de gemeentelijke diensten, het federale ondernemingsloket behandelt dit van begin tot einde. Het is niet onmogelijk dat hierdoor een adres kan ontstaan buiten het medeweten van de gemeente om.
33 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 13: Proces behandelen van een aanvraag voor ondernemingsnummer
2.7.2
Behandelen van een aanvraag voor vergunning
Niet alle ondernemingen hebben een vergunning nodig van de dienst economie van de gemeente. Voorbeelden van mogelijke vergunningen: • • • • • •
Sociaaleconomische vergunning; Vergunning tot het verstrekken en schenken van gegiste en/of sterke dranken; Vergunning voor de exploitatie van een taxidienst; Vergunning voor de exploitatie van een verhuurdienst met chauffeur; Stedelijke uitbatingvergunning (voor bepaalde sectoren zoals bvb nachtwinkels); ….
De controle van adresgegevens gebeurt op basis van de gegevens van: • •
34 / 147
VKBO (Verrijkte Kruispuntbank van Ondernemingen); GIS databank;
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
•
Eigen bijgehouden database(s), al dan niet CRAB compatibel, al dan niet gekoppeld met GIS database.
Bij afwijkingen tussen de gegevens van de aanvraag en de betrokken database wordt volgende actie ondernomen: • •
Geen actie; Vragen aan aanvrager (ondernemer) om naar ondernemingsloket te gaan om de adresgegevens te wijzigen.
Het is de aanvrager (ondernemer) die verantwoordelijk is voor het aanbieden van deze informatie.
Behandelen van een aanvraag voor vergunning Dienst economie
College van B&S
Ontvangen van een aanvraag tot vergunning
Onderzoeken van een aanvraag
Controleren van adresgegevens
Nemen van een beslissing
Mededelen van beslissing
Figuur 14: Proces behandelen van een aanvraag voor vergunning
2.7.3
Behandelen van een aanvraag tot verhuizing van een onderneming
Het behandelen van een aanvraag tot verhuizing van een onderneming wordt gemeld aan de dienst economie van de gemeente. Het College van Burgemeester en Schepenen bekrachtigt de beslissing.
35 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 15: Proces behandelen van een aanvraag tot verhuizing van een onderneming
2.8
Versturen van aangifteformulieren en aanslagbiljetten Aanleiding tot het versturen van aangifteformulieren en aanslagbiljetten kan bijvoorbeeld zijn: Drijfkracht, inname openbare weg (terrassen), leegstand, reclame openbare weg, studentenkamers, onbebouwde percelen, vertoningen – voorstellingen – vermakelijkheden, rendez-vous huizen, tweede verblijf, strandtenten, inname openbare weg bij bouwwerken, markten, financiële instellingen, industriegronden, opslagplaatsen van gassen, opslagplaatsen schroot, hinderlijke inrichtingen, vestigingsbelasting, belasting op huisvuil handelaars (milieubelasting), … Detecteren van belastingplichtige gebeurt via diverse kanalen: • • • • • • • •
Vaststelling ter plaatse (beëdigd stadsambtenaar, wijkagent, …); Consulteren van diverse databanken; Rijksregister: adres van natuurlijke personen; AAPD: eigenaar van percelen, perceelsnummer; KBO: ondernemingsnummer, adres maatschappelijke zetel, naam van organisatie, vestigingsnummer, NACE code; Eigen applicatie: gegevens die eerder uit hierboven vermelde databanken komen; Afgeleverde vergunningen; Briefwisseling (antwoorden van betrokkenen, vb. eigenaars van panden).
Adresgegevens noodzakelijk voor het versturen van de aangifteformulieren kunnen afkomstig zijn van een eigen of aangekochte applicatie (afgeleid van KBO database voor ondernemingen en rijksregister voor natuurlijke personen.
36 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Als de brief terugkeert (omdat adres niet klopt) kan men diverse databanken en het Belgisch Staatsblad consulteren om correcte adressen te bekomen.
Figuur 16: Proces behandelen van aangifteformulieren en aanslagbiljetten
37 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
3 Gemeenten in de rol van adresbeheerder In het voorgaande hoofdstuk werd een overzicht gegeven van een aantal gemeentelijke processen die een weerslag hebben op adresbeheer. In dit hoofdstuk worden diezelfde processen – vereenvoudigd – opnieuw overlopen maar werd de adresdatabank als functie toegevoegd. In sommige processen blijkt adresbeheer bijkomstig te zijn, misschien zelfs overbodig. Deze processen maken wel gebruik van adresgegevens maar er worden er geen gecreëerd. De term “adresdatabank” refereert hier nog niet naar het CRAB! Er wordt heel algemeen “een databank met adressen” mee bedoeld. Dit is vaak een databank waar adressen attribuutgegevens zijn, zoals het bevolkingsregister of de kruispuntbank ondernemingen.
3.1
In- en uitschrijven van een persoon Dit proces speelt vandaag een heel belangrijke rol in het adresbeheer, zowel binnen het gemeentebestuur als voor de hogere overheden, al moet onderscheid tussen 2 soorten gemeenten gemaakt worden: •
•
Gemeenten zonder adressenbestand: o Het adres moet in het administratieve pakket dat op de bevolkingsdienst gebruikt wordt gevoerd worden, eventueel na controle op de dienst RO. In deze situatie is de ambtenaar op de dienst bevolking de facto een adresbeheerder, al betreft het uitsluitend Rijksregisteradressen; Gemeenten met adressenbestand: o Indien nieuwe adressen reeds in de loop van de bouwvergunningsprocedure in het bestand gevoerd worden zou het adres op het moment dat een persoon zich in wenst te schrijven reeds beschikbaar moeten zijn. In deze situatie is de ambtenaar op de dienst RO de facto een adresbeheerder en zal de bevolkingsdienst enkel raadplegen.
Wanneer adressen worden toegekend en geregistreerd in een databank bij toekenning van een bouwvergunning, zou elk adres bij een aanmelding bij dienst bevolking gekend moeten zijn. Dit is meteen een vorm van controle op de kwaliteit van het adressenbestand.
38 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 17: Adresbeheersproces in- en uitschrijven van een persoon
3.2
Behandelen van een verkavelingaanvraag Verkavelingsvergunningen zijn een belangrijke bron van nieuwe adressen. Hierbij dient onderscheid gemaakt te worden tussen verkavelingen met en zonder aanleg van nieuwe wegenis. Huisnummers kunnen reeds vroeg in de vergunningsprocedure aan loten van een verkaveling toegekend worden. Wanneer het College van Burgemeester en Schepenen het dossier goedkeurt worden deze huisnummers bekrachtigd. Deze huisnummers zijn dan beschikbaar wanneer een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning op één van de loten ingediend wordt. Indien het dossier een aanleg van nieuwe wegenis bevat, zal eveneens een nieuwe straatnaam toegekend worden. Het toekennen van een nieuwe straatnaam wordt later bekeken.
39 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 18: Adresbeheersproces behandelen van een verkavelingsaanvraag
3.3
Behandelen van een stedenbouwkundige aanvraag Vergelijkbaar met de verkavelingsvergunning speelt het adres een belangrijke rol in deze procedure. De toekenning van het huisnummer, en eventueel de bus- of appartementnummers, kan gemeente per gemeente op een ander moment in de procedure gebeuren. Ook hier geldt dat de goedkeuring van het dossier door het College van Burgemeester en Schepenen geldt als de bekrachtiging van het adres. Niet alle types stedenbouwkundige vergunning veroorzaken de noodzaak tot creatie van een nieuw adres. Enkel wanneer het een nieuwbouw, een verbouwing met creatie van extra woonentiteiten of een bestemmingswijziging van een deel van een gebouw betreft kunnen er nieuwe adressen ontstaan. Omgekeerd, een slopingsvergunning kan een historisering van een adres bevatten.
40 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 19: Adresbeheersproces behandelen van een stedenbouwkundige aanvraag
In tegenstelling tot een verkavelingsaanvraag geldt een toekenning van een stedenbouwkundige vergunning wel als ingebruikname van een adres. Immers, zodra een vergunninghouder de werken aanvat zal dit adres door verschillende instanties gebruikt worden. Wordt de vergunning echter geweigerd, dan kan een eventueel voorlopig ingegeven adres nog niet in gebruik genomen worden.
3.4
Beheren van straatgegevens Dit proces verschilt van de voorgaande omdat het adresbeheer zelf centraal staat. Dit waar adresbeheer bij vergunningsprocedures eerder een neveneffect van het eigenlijke doel van de procedure is.
3.4.1
Benoemen van een openbare weg
Wanneer een nieuwe openbare weg aangelegd wordt, kan het gemeentebestuur beslissen deze een straatnaam te geven.
41 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Dit is echter niet noodzakelijk een nieuwe straatnaam, het kan een verlenging van een bestaande straat betreffen, of een nieuw zijstraatje van een bestaande weg waarvoor het gemeentebestuur beslist het dezelfde naam als de hoofdweg te geven. In de procedure die hier wordt toegelicht, wordt de creatie van een nieuwe straatnaam beschouwd. Het is mogelijk om een voorlopige straatnaam reeds voor goedkeuring door de gemeenteraad in het adressenbestand op te nemen, dit kan nuttig zijn voor gebruik in een parallel lopende administratieve procedure, bijvoorbeeld de behandeling van een vergunningsaanvraag. Echter, pas wanneer de straatnaam is goedgekeurd door de gemeenteraad is deze officieel. Hij wordt op dat punt ingegeven in het gemeentelijke adressenbestand, maar moet nog overgemaakt worden aan externe organisaties.
Figuur 20: Adresbeheersproces benoemen van een openbare weg
3.4.2
Herbenoemen van een (gedeelte van een) openbare weg
Wanneer besloten wordt een (gedeelte van een) openbare weg te herbenoemen loopt enerzijds het bovenstaande proces, de creatie van een nieuwe straatnaam, en anderzijds een procedure om de oude straatnaam op te heffen. Opheffen van een straatnaam wordt in de volgende paragraaf bekeken. Wanneer een (gedeelte van een) openbare weg herbenoemd wordt dient niet enkel de straatnaam in de adresdatabank aangepast te worden, ook alle huisnummers in de straat worden gehistoriseerd en er worden nieuwe huisnummers gecreëerd voor de nieuwe straatnaam.
42 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 21: Adresbeheersproces herbenoemen van een (gedeelte van een) openbare weg
3.4.3
Opheffen van een straatnaam
Het opheffen van een straatnaam is een zeer korte procedure, de opheffing wordt bekrachtigd door de gemeenteraad en kan op dat punt gehistoriseerd worden in de adresdatabank. Met bijhouding van een historiek kan de levensloop van gemeentelijke adressen geraadpleegd worden. Historeren van een straatnaam betekent dat eveneens alle huisnummers in deze straat gehistoreerd worden.
Figuur 22: Adresbeheersproces opheffen van een straatnaam 3.4.4
Opbreken van een weg
Het opbreken van een weg is een combinatie van twee procedures, enerzijds een stedenbouwkundige vergunning voor het fysiek verwijderen van de weg, anderzijds de procedure tot opheffing van de straatnaam die hierboven reeds besproken werd.
43 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 23: Adresbeheersproces historeren (opbreken) van een weg
3.5
Beheren van nummers van een gebouw Dit proces is een puur adresbeheersproces. Het doel van het beheer van huisnummers is immers de instandhouding van een goed adressenbestand. Het hernummeren van een straat, of een gedeelte van een straat, is hierbij de belangrijkste aanleiding. Ook hier kunnen voorlopige huisnummers in het bestand gevoerd worden tijdens de loop van de procedure. Wanneer het College van Burgemeester en Schepenen de hernummering bevestigt kunnen de nieuwe huisnummers in voege treden, en verdwijnen de oude nummers in de historiek van de gemeentelijke databank. Van deze hernummering moeten heel wat instanties op de hoogte gebracht worden zodat ook hun adresdatabanken actueel gehouden kunnen worden. Dit geldt eveneens voor een interne hernummering van een appartement- of bedrijfsgebouw.
44 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Beheren van nummers van een gebouw Bevoegde dienst
College B&S
Adresdatabank
Onderzoeken ter plaatse en overleg
Opmaken van verslag met voorstel
Invoer voorlopige adressen
Bekrachtigen door CBS
Ingebruikname nieuwe, historeren oude adressen
Bekendmaken
Figuur 24: Adresbeheersproces beheren van nummers van een gebouw
Hoewel de gemeente een nummering toekent, wordt deze nummering niet altijd nageleefd door de bouwheer. Dit is een bekende problematiek bij het beheer van nummers van gebouwen, voornamelijk wanneer het appartementnummers betreft. Het stadsbestuur van Blankenberge heeft een besluit genomen om aan deze situatie een einde te maken.
45 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Extract uit het notulenboek van het college van burgemeester en schepenen van de stad Blankenberge
STROM. TOEKENNEN APPARTEMENTSNUMMERS : CONTROLE.
NIEUWE ADVIESPROCEDURE
–
GEBRUIK
–
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN: Gelet op de aanmaak van digitale draadmodellen met appartementsnummers, ter vervanging van de vroegere manuele schetsen, met het oog op het toekennen van appartementsnummers en het toezien op het gebruik van de appartementsnummers; Overwegende dat opgelegde appartementsnummers vaak niet door de bouwheer worden toegepast; Overwegende dat het tijdsverloop, tussen het toekennen van de bouwvergunning enerzijds en de kennisgeving aan de bouwheer van de aan te brengen appartementsnummers anderzijds, vaak te ruim is; Gelet op het gebrek aan een controle-instrument voor de stadsdiensten; Overwegende dat momenteel, bij een aanvraag tot adreswijziging, geen controle ter plaatse gebeurt van het door de inwoner meegedeelde appartementsnummer; Gelet op de afspraken tussen de betrokken diensten STROM, Bevolking, Belastingen en Politiezone 5445, gemaakt in de werkvergadering d.d. 4 mei 2009; BESLUIT: Artikel 1: voor de toekenning van appartementsnummers aan nieuwe gebouwen een adviesprocedure toe te passen als volgt : -
De Dienst STROM maakt digitale draadmodellen aan bij ontvangst van de stedenbouwkundige aanvraag;
-
De Dienst STROM stelt een vraag tot controle via mail t.a.v. de diensten Bevolking en Belastingen met de digitale draadmodellen als pdf-bijlage, met als onderwerp : ‘CONTROLE digitale draadmodellen NIEUWE gebouwen’;
-
De Diensten Bevolking en Belastingen nemen zelf initiatief om tijdig melding te maken van (eventueel) foutief toegekende appartementsnummers;
-
Bij goedkeuring van de stedenbouwkundige vergunning door het College van burgemeester en schepenen doet de Dienst STROM kennisgeving van het digitaal draadmodel aan de diensten Bevolking en Belasting, per mail, met als onderwerp : ‘DEFINITIEVE digitale draadmodellen NIEUWE gebouwen’;
-
Bij goedkeuring van de bouwvergunning door het College van burgemeester en schepenen doet de Dienst STROM kennisgeving van het digitaal draadmodel, per e-mail, aan de nutsmaatschappijen en het Kadaster;
Artikel 2: De Dienst STROM dient van nieuw aangemaakte digitale draadmodellen van bestaande gebouwen, mededeling te doen aan de diensten Bevolking en Belastingen d.m.v. een mail, met als onderwerp : ‘Digitale draadmodellen BESTAANDE gebouwen, ter vervanging van gescande schets’ Artikel 3: De Diensten Bevolking en Belastingen dienen de digitale draadmodellen te raadplegen op het computerscherm bij inschrijvingen in het bevolkingsregister of het belastingskohier en passen de appartementsnummers van de digitale draadmodellen toe; Artikel 4: voor de controle van de appartementsnummers bij een aanvraag tot adreswijziging, de volgende procedure toe te passen :
46 / 147
-
De Dienst STROM maakt de digitale draadmodellen van nieuwe gebouwen per mail over aan Politiezone 5445;
-
De Wijkdienst van de Politiezone 5445 controleert bij het bezoek ter plaatse of het aangebrachte & meegedeelde appartementsnummer overeenstemt met de appartementsnummers van de gescande schets/het digitale draadmodel en deelt eventuele anomalieën mee aan de dienst Bevolking;
-
Indien één of meerdere appartementsnummers van een gebouw afwijken van de gescande schets/het digitale draadmodel, past de dienst Bevolking/Belastingen de appartementsnummers in de registers aan, tenzij dit aanleiding geeft tot een hernummering van bewoonde appartementen;
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Dit besluit heeft zijn effect niet gemist:
Ondertussen loopt de procedure goed, en zijn de draadmodellen bij de betrokken collega’s (R.O., Belastingen, Bevolking) heel goed bekend. Wat niet vermeld staat in de procedure : -
We bezorgen de modellen samen met de stedenbouwkundige vergunning aan de bouwheer. In de vergunning zelf wordt expliciet verwezen naar het model en de te volgen nummering.
-
De modellen worden ook nog per mail bezorgd aan de lokale politie en de lokale Brandweer.
De bedoeling is om dit uit breiden naar het huisnummer én om het huisnummer+appartementsnummer te laten vastleggen in een huisnummerbesluit, dat samen met de stedenbouwkundige vergunning wordt goedgekeurd. Anton Driesmans – GIS-coördinator Stad Blankenberge
3.6
Behandelen van een milieuaanvraag De behandeling van een milieuaanvraag heeft in principe niets te maken met adresbeheer. Het verkrijgen van een milieuvergunning veroorzaakt immers noch een ontstaan, noch een historisering van een adres of straatnaam. De adresdatabank kan wel geraadpleegd worden om alle nodige gegevens in het dossier te steken. Echter, wanneer blijkt dat bij raadpleging het nodige adres niet in de databank zit kan er toch een adresbeheershandeling uit voortvloeien. Het adres kan ontbreken omwille van een onvolledigheid van de databank, of het adres bestaat nog niet omdat de milieuaanvraag een aanvraag voor stedenbouwkundige vergunning voorafgaat. In het eerste geval moet de onvolledigheid gemeld worden aan de adresbeheerder, in het tweede geval kan reeds een voorlopig adres gecreëerd worden.
47 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Behandelen van een milieuaanvraag Dienst milieu
College B&S
Adresdatabank
Ontvangen van een milieuaanvraag
Controleren van adresgegevens
Raadplegen
Nemen van beslissing
Mededelen van beslissing
Figuur 25: Adresbeheersproces behandelen van een milieuaanvraag
3.7
Behandelen van een aanvraag van een onderneming Dit geheel buiten de gemeente lopende proces is toch een bron van adressen. Het is perfect mogelijk dat een onderneming zich wenst te registreren op een adres dat door de gemeente ongekend is. Meerdere ondernemingen kunnen zich bijvoorbeeld vestigen in een bedrijfsruimte, zonder nood aan een stedenbouwkundige aanvraag. Dit geldt niet wanneer een particulier een deel van zijn woning wenst in te richten als kantoor voor zijn onderneming, deze actie vereist wel een stedenbouwkundige vergunning – een bestemmingswijziging. Echter, zelfs indien de gemeente adressen toegekend heeft aan bedrijfsruimten bestaat er geen garantie dat deze door het ondernemingsloket gevolgd zullen worden. De gemeente en het federaal ondernemingsloket gebruiken immers niet dezelfde adresdatabank. De adresdatabank waarvan hier sprake zal in de praktijk steeds de KBO (Kruispuntbank Ondernemingen) zijn.
3.7.1
Behandelen van een aanvraag van een ondernemingsnummer
Een nieuw opstartende onderneming heeft een ondernemingsnummer nodig en kan daarvoor terecht bij het Federaal Ondernemingsloket. Daar zullen adresgegevens het aanvraagdossier begeleiden. Er bestaan dan 2 scenario’s. Ofwel wenst de onderneming zich te vestigen op een gekend adres, dus een adres waar voorheen reeds een andere onderneming gevestigd was, ofwel op een nieuw adres dat in de databank gevoerd zal worden.
48 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 26: Adresbeheersproces behandelen van aanvraag voor ondernemingsnummer
3.7.2
Behandelen van een aanvraag voor vergunning
In tegenstelling tot de registratie van de onderneming bij het Federale loket dienen bepaalde vergunningen wel bij het gemeentebestuur aangevraagd te worden. Wanneer de aanvraaggegevens van de onderneming door de gemeente gecontroleerd worden kan zowel de KBO als een gemeentelijke adresdatabank bevraagd worden. Indien het adres op dat punt ongekend is in de lokale databank kan het erin gevoerd worden.
49 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 27: Adresbeheersproces behandelen van een aanvraag voor vergunning
3.7.3
Behandelen van een aanvraag tot verhuis
De adrescomponent in dit proces is gelijk aan het voorgaande. Het zal een combinatie zijn van bevraging van de eigen databank en het KBO met beheer van de eigen databank.
50 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 28: Adresbeheersproces behandelen van een aanvraag tot verhuizing van een onderneming
3.8
Versturen van aangifteformulieren en aanslagbiljetten Van dit proces was bekend dat het in principe geen bron van adresgegevens is. In de praktijk komt het echter voor dat, omwille van onbestelbare briefwisseling, foutieve adressen aan het licht komen. Wanneer, na een onderzoek, het correcte adres vervolgens ontdekt wordt is dit een kandidaat voor toevoeging aan de adresdatabank.
51 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 29: Adresbeheersproces versturen van aangifteformulieren en aanslagbiljetten
3.9
Voor- en nadelen bestaande situatie, binnen organisatie en buiten Een rode draad doorheen deze processen is het veelvuldig raadplegen en bijwerken van een veelheid aan adresbestanden. Zo kwamen ondermeer gemeentelijke databanken, het Rijksregister, het (V)KBO en de AAPD aan bod. Bovendien werden ter kennisgeving adresgegevens doorgegeven aan talrijke instanties die voor hun werking nood hebben aan correcte, actuele adresgegevens. Een ander knelpunt is het gebrek aan een geijkte procedure voor het beheer van huisnummers. Deze kunnen in meerdere processen ontstaan maar er bestaat geen uniformiteit of afspraak over het adresbeheer binnen deze processen. Uiteraard verschilt dit van gemeente tot gemeente. Er bestaat veel vrijheid en weinig verplichting in het beheer van huisnummers, heel wat gemeenten hebben deze problematiek reeds
52 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
aangepakt en beheren een gemeentelijk adressenbestand om zoveel mogelijk discussies te vermijden maar dit dient op eigen initiatief te gebeuren, met veel vrijheidsgraden in de specificaties en het beheer van een dergelijk gemeentelijk adressenbestand. Zelfs een sterk onderbouwd gemeentelijk bestand kan niet 100% waterdicht zijn. Het is niet onmogelijk dat er buiten de gemeente om nog adressen toegekend worden, bijvoorbeeld door het federaal ondernemingsloket, of door een bouwpromotor die in een appartementsgebouw een busnummering toekent die afwijkt van de bij de gemeente gekende appartementnummering. Dit algemene gebrek aan coördinatie kan leiden tot heel wat vervuiling in de diverse adressenbestanden. Eenzelfde eenheid kan in verschillende bestanden een verschillend adres hebben, adressen kunnen door de mazen van het net glippen en ergens in gebruik zijn zonder dat het gekend is bij eender welke officiële instantie. Een mogelijk pluspunt van de huidige situatie is de flexibiliteit die gehanteerd kan worden bij probleemgevallen. Een adres hoeft niet noodzakelijk een officieel brondocument te hebben om toegekend te worden. Hierdoor kunnen discussies uit de weg gegaan worden, wat de afhandelingtijd van een dossier verkort.
53 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
4 Levenscyclus van adressen in het CRAB
4.1
Inhoud van het CRAB Het CRAB-datamodel is een complex gegeven. Het is niet nodig het volledige model te bespreken, al is het belangrijk kennis te nemen van de belangrijkste entiteiten binnen dat model. Dit kan aan de hand van een vereenvoudigde voorstelling van het model, een gedetailleerde bespreking van het model kan gevonden worden in bijlage 1.
Figuur 30: Vereenvoudigd CRAB datamodel
De 3 belangrijkste entiteittypes zijn de adrescomponenten ‘straatnaam’, ‘huisnummer’ en ‘subadres’. Deze administratieve entiteittypes vormen de kern van een “adres”. Een straatnaam is ‘in gebruik’ waar hij een relatie heeft met een ‘wegobject’. Wegobjecten zijn objecten met een geografische voorstelling van de (virtuele) wegas. Wanneer een gemeente een GRB ter beschikking heeft zijn dit GRB wegverbindingen. Daarnaast wordt in het CRAB, door het AGIV, een relatie gelegd met wegassen afkomstig uit NAVSTREETS. Belangrijk hier op te merken dat een straatnaam een relatie kan hebben met meerdere wegverbindingen en dat een wegverbinding een relatie kan hebben met meerdere straatnamen.
54 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Koppeltabel: Straatkanten De relatie tussen een straatnaam en een wegobject wordt gelegd door een koppeltabel: de straatkanten. Deze straatkanten zijn gecreëerd zodat omgegaan kan worden met straten die aan beide kanten een verschillende straatnaam hebben. Veelal zijn dit straten waar in het midden een gemeentegrens loopt. Anderzijds kan een straatnaam aan meerdere wegobjecten gekoppeld zijn. Een wegobject wordt typisch (maar niet uitsluitend) door kruispunten begrensd, langere straten zullen zo meerdere wegobjecten bevatten.
Een huisnummer is ‘in gebruik’ waar het een relatie heeft met een adresseerbaar ‘terreinobject’. Terreinobjecten zijn objecten met een geografische voorstelling van gebouwen of percelen waaraan een adres is toegekend. Dit kunnen CADMAP percelen zijn. Wanneer een gemeente een GRB ter beschikking heeft, zijn dit eveneens GRB gebouwen of GRB administratieve percelen. Huisnummers kunnen een relatie hebben met meerdere terreinobjecten en een terreinobject kan een relatie hebben met meerdere huisnummers en subadressen. Zowel wegverbindingen als gebouwen kunnen door de gemeentelijke adresbeheerder bewerkt worden. Dan is er sprake van ‘gemeentelijke wegverbindingen’ en ‘gemeentelijke gebouwen’. Dit laat de adresbeheerder toe geografische objecten aan adrescomponenten te koppelen vooraleer deze geografie op eender welke andere kaart opgenomen is. Dit geldt momenteel nog niet voor kadastrale percelen. Tenslotte kan een adresbeheerder bijkomende adresposities toekennen aan adressen. Dit zijn puntvormige objecten die een bepaalde locatie van een adres aanduiden.
4.2
Levenscyclus volgens het CRAB Het CRAB laat toe de volledige levenscyclus van adressen, adrescomponenten, wegobjecten en adresseerbare objecten te registreren. Alle belangrijke fasen in de levensloop kunnen opgenomen worden in de databank, en zullen bewaard blijven. Wanneer men kiest om de levenscycli tot in detail te gaan beheren is het belangrijk de begrippen ‘geldigheidsperiode’ en ‘status’ te kennen. Een adrescomponent kent in de databank 2 belangrijke mijlpalen in de levenscyclus: het moment dat het ontstaat en het moment dat het definitief verdwijnt, dit is de ‘geldigheidsperiode’ van een adrescomponent. Deze wordt afgebakend met een begin- en een einddatum die als attribuut aan het adres toegekend worden. Dit zijn vrije velden. Bij het beheer van het CRAB kan, indien nodig, perfect een begindatum van tientallen jaren geleden ingegeven worden. Het CRAB laat daarnaast een verdere verfijning toe van de levensloop van het adres (of van de adrescomponent) en zijn geometrische voorstelling. De adrescomponent kan verschillende statussen doorlopen. Een overzicht van alle toekenbare statussen:
55 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
STATUS STRAATNAAM Tabel 1: Statuswaarden adrescomponent ‘straatnaam’ Waarde
Definitie
voorgesteld
Straatnaam die nog moet worden goedgekeurd door de gemeente.
gereserveerd
Straatnaam die goedgekeurd is door de gemeente maar nog niet in gebruik is genomen.
inGebruik
Huidige en geldige straatnaam.
buitenGebruik
Niet langer gebruikte straatnaam. De straatnaam is nog beschikbaar voor eventueel toekomstig hergebruik.
STATUS HUISNUMMER OF SUBADRES Tabel 2: Statuswaarden adrescomponent 'huisnummer' of 'subadres' Waarde
Definitie
voorgesteld
Adres dat nog moet worden goedgekeurd door de gemeente.
gereserveerd
Adres dat goedgekeurd is door de gemeente maar nog niet in gebruik is genomen.
inGebruik
Huidig en geldig adres.
buitenGebruik
Niet langer gebruikt adres. Het adres is nog beschikbaar voor eventueel toekomstig hergebruik.
nietOfficieel
Adres in gebruik maar niet officieel toegekend door de gemeente.
STATUS GEBOUW OF WEGVERBINDING Tabel 3: Statuswaarden geometrische component 'gebouw' of 'wegverbinding' Waarde
Definitie
vergunningAangevraagd
Een vergunning is aangevraagd, maar nog niet toegekend. Dit kan een bouwvergunning zijn maar eveneens een stedenbouwkundig attest of een milieuvergunning voor een nog op te richten gebouw.
bouwvergunningVerleend
Een bouwvergunning is toegekend en nog niet vervallen.
inAanbouw
Het gebouw is in aanbouw.
inGebruik
Het gebouw is in gebruik.
buitenGebruik
Het gebouw bestaat nog maar is niet langer in gebruik.
Een illustratie van de toepassing van de “geldigheidsperiode” en een verfijning met status:
56 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Geldigheidsperiode en status Een gemeente beslist gebouwen in het CRAB op te voeren zodra de constructiewerken aanvangen. Op dat moment schetst de adresbeheerder het gebouw en wordt het opgenomen in de CRAB-databank. De adresbeheerder geeft mee dat het gebouw de status ‘in aanbouw’ heeft. Wanneer de gemeente het einde der werken vaststelt, verandert de adresbeheerder de status van ‘in aanbouw’ naar ‘in gebruik’. Helaas voor de bouwheer, enkele jaren later wordt het gebouw onteigend voor de aanleg van een nieuwe spoorweg. Eens het gebouw verlaten, kent de adresbeheerder het de status ‘buiten gebruik’ toe, wanneer de sloop voltooid is, kan het gebouw gehistoriseerd worden, het blijft dan wel in de databank zitten maar heeft een ‘einddatum’ gekregen.
Dankzij een opsplitsing tussen de adrescomponent en zijn status, kan van 1 adrescomponent een verfijnde levensloop bijgehouden worden. De adrescomponent blijft de hele tijd bestaan, van het moment dat hij ingevoerd wordt tot het moment dat hij in de realiteit verdwijnt en een einddatum krijgt. Om hiermee correct om te gaan, dient een adresbeheerder het onderscheid tussen volgende acties te kennen: • • • •
Wijziging in de realiteit; Correctie van de databank; Historisering van een adres(component); Bijwerken van een status.
Vooral het onderscheid tussen een wijziging en een correctie is vaak onduidelijk, maar van groot belang. Eenvoudig gesteld: • •
Een wijziging gaat steeds over de realiteit. Een herbenoeming van een straat, een hernummering van een straat, etc. Een correctie gaat uitsluitend over de databank. Bijvoorbeeld een correctie van de schrijfwijze van een straatnaam omdat de schrijfwijze in het CRAB niet overeenkomt met de schrijfwijze op het gemeenteraadbesluit en dus nooit bestaan heeft. Eveneens een correctie is het verwijderen van een adres dat in de databank zit, omdat het er nooit in had mogen zitten. Het bestaat in de realiteit niet, en heeft nooit bestaan.
Enkele voorbeelden: • •
•
57 / 147
Bij gemeenteraadbeslissing herbenoemen van een straat is een wijziging en geen correctie. Het toevoegen van een adres dat reeds lang in het CRAB had moeten zitten, omdat het bijvoorbeeld reeds tientallen jaren echt bestaat, is in deze filosofie GEEN correctie. Dit adres kan ingevoerd worden met een begindatum die reeds jaren voorbij is. Het toevoegen van een adres omdat het toegekend wordt aan een nieuwbouw is een wijziging van de realiteit.
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
• • •
•
Een straatnaam zit in de databank als “Albert I-laan” maar is in het gemeenteraadsbesluit gekend als “Koning Albert I-laan”. Dit moet aangepast worden en zal een correctie in de databank zijn. Het verwijderen van een adres omdat het gebouw gesloopt is, is een wijziging. Wanneer een gebouw gesloopt wordt maar de mogelijkheid bestaat dat op dezelfde locatie ooit een nieuw gebouw komt dat hetzelfde huisnummer zal dragen, moet het huisnummer bij de sloop status ‘buiten gebruik’ krijgen. Een historisering houdt immers in dat het adres verdwijnt en niet meer opnieuw opgevoerd zal worden. Het verwijderen van een adres omdat het niet bestaat en nooit bestaan heeft is een correctie.
Bij het bespreken van de levenscyclus van adressen in het CRAB worden correcties steeds buiten beschouwing gelaten. Correcties maken geen deel uit van de officiële levenscyclus van het adres.
4.3
Levenscycli van adrescomponenten in het CRAB De levenscyclus van een adres in het CRAB wordt bepaald door zijn geldigheidsperiode (moment van opvoeren tot moment van afschaffing) en zijn status. Zo kan van de adrescomponenten ‘straatnaam’, ‘huisnummer’ en ‘subadres’, evenals van de geografische componenten ‘wegverbinding’ en ‘gebouw’ opgelijst worden op welke momenten, en met welke status, ze in het CRAB opgenomen kunnen worden. Tevens kan bepaald worden op welke momenten ze een statusverandering kunnen ondergaan en op welke momenten ze te historiseren zijn. Hierbij kan steeds onderscheid gemaakt worden tussen het, volgens het CRAB-decreet, verplichte beheer en de extra opties die het CRAB model biedt.
4.3.1
Straatnaam
STRAATNAAM WORDT OPGEVOERD Momenten Een straatnaam kan op verschillende momenten in zijn levensloop in het CRAB opgevoerd worden. • • • •
Meestal zal een straatnaam opgevoerd worden wanneer een nieuwe straatnaam in het leven geroepen wordt. Een straatnaam kan eveneens opgevoerd worden omdat hij ten onrechte ontbreekt in het CRAB. Tevens kan een gebruiker van het CRAB een ontbrekende straatnaam melden aan de gemeente. Wanneer blijkt dat deze straatnaam effectief geldig is, kan hij alsnog in het CRAB opgevoerd worden, met zijn toepasselijke status. Tenslotte kan een gemeente ervoor kiezen historische straatnamen eveneens in het CRAB op te voeren. In dat geval zal de straatnaam meteen een begin- en einddatum meekrijgen.
Modaliteiten Het is verplicht alle actuele per gemeenteraadsbesluit goedgekeurde straatnamen in het CRAB op te nemen.
58 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Tabel 4: Overzicht, straatnaam wordt opgevoerd STATUS
MOMENT
MODALITEIT
Voorgesteld
Na voorstel cultuurraad, straatnamencommissie maar nog niet bekrachtigd.
Optioneel
Gereserveerd
Goedgekeurd door gemeenteraad maar nog niet aan een weg toegekend.
Verplicht
Goedgekeurd door gemeenteraad en aan een weg toegekend. In gebruik
Of ingevoerd omdat de straatnaam onterecht ontbreekt in het CRAB. Ontbreekt in het CRAB, is niet langer toegekend aan een weg maar nog niet opgeheven door de gemeenteraad.
Buiten gebruik
Verplicht
Verplicht
STATUS STRAATNAAM WORDT BIJGEWERKT Momenten Indien aan gedetailleerd adresbeheer gedaan wordt dient men er rekening mee te houden dat de status van een straatnaam geregeld kan wijzigen. Dit hoort bij de bijhouding van het CRAB, al kan eveneens tijdens de initiële validatie of door een melding van een gebruiker een verkeerde status vastgesteld worden. Modaliteiten Ook hier geldt dat elke per gemeenteraadsbesluit goedgekeurde straatnaam in het CRAB de toepasselijke status draagt. Tabel 5: Overzicht, status straatnaam wordt bijgewerkt OUDE STATUS
NIEUWE STATUS
MOMENT
MODALITEIT
Voorgesteld
Gereserveerd
Goedgekeurd door gemeenteraad maar nog niet aan een weg toegekend.
Verplicht
Voorgesteld
In gebruik
Goedgekeurd door gemeenteraad en aan een weg toegekend.
Verplicht
Gereserveerd
In gebruik
Goedgekeurde straatnaam wordt aan weg toegekend.
Verplicht
In gebruik
Buiten gebruik
Niet langer aan weg toegekend maar nog niet opgeheven door
Optioneel
59 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
gemeenteraad.
STRAATNAAM WORDT AFGEVOERD Momenten Een straatnaam mag uitsluitend gehistoriseerd worden wanneer de straatnaam per gemeenteraadsbesluit is opgeheven. Wanneer een opgeheven straatnaam tijdens de initiële validatie in het CRAB gevonden wordt, moet deze gehistoriseerd worden met de datum van het betreffende gemeenteraadsbesluit. Modaliteiten Wanneer de geldigheidsperiode van een straatnaam eindigt – dus bij opheffing door de gemeenteraad – is het verplicht deze te historiseren in het CRAB. Tabel 6: Overzicht, straatnaam wordt afgevoerd MOMENT
MODALITEIT
Straatnaam door gemeenteraad afgevoerd.
Verplicht
4.3.2
Huisnummer en subadres
HUISNUMMER OF SUBADRES WORDT OPGEVOERD Momenten Een huisnummer of subadres kan op verschillende momenten in zijn levensloop in het CRAB opgevoerd worden. • • • •
•
Dit zal meestal gebeuren wanneer een nieuw huisnummer of subadres in het leven geroepen wordt. Huisnummers of subadressen kunnen eveneens opgevoerd worden omdat ze ten onrechte ontbreken in het CRAB. Een gebruiker van het CRAB kan een ontbrekend nummer melden aan de gemeente. Wanneer blijkt dat dit nummer effectief geldig is kan het alsnog in het CRAB opgevoerd worden, met de toepasselijke status. Wanneer een gemeente vaststelt dat een huisnummer of subadres buiten zijn weten om gebruikt wordt kan dit de speciale status ‘niet officieel’ meekrijgen. Deze nummers – het zullen vaak subadressen betreffen - zijn niet door de gemeente toegekend en de gemeente heeft het recht deze te weren uit het CRAB. Door toekenning van de status ‘niet officieel’ kan de gemeente deze adressen alsnog in het CRAB op te voeren – of behouden – en gebruikers duidelijk maken dat het adres in kwestie niet het officiële adres is. Tenslotte kan een gemeente ervoor kiezen historische huisnummers en subadressen eveneens in het CRAB op te voeren, in dat geval zal het nummer meteen een begin- en einddatum meekrijgen. In deze geldigheidsperiode zal het huisnummer de status ‘in gebruik’ krijgen.
Modaliteiten
60 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Het is verplicht alle adressen met een officieel karakter in het CRAB op te nemen. Tabel 7: Overzicht, huisnummer of subadres wordt opgevoerd STATUS
MOMENT
MODALITEIT
Voorgesteld
Komt op geen enkel officieel document voor maar kan ooit ontstaan.
Optioneel
Gereserveerd
Komt voor op officiële, in behandeling zijnde documenten.
Optioneel
Toegekend in een goedgekeurd dossier. In gebruik
Of ingevoerd omdat het huisnummer of subadres onterecht ontbreekt in het CRAB.
Verplicht
Buiten gebruik
Ontbreekt in het CRAB, is niet langer toegekend aan een constructie.
Optioneel
Niet officiëel
Wordt in de praktijk gebruikt maar wordt niet erkend door de gemeente.
Optioneel
STATUS HUISNUMMER OF SUBADRES WORDT BIJGEWERKT Momenten Indien aan gedetailleerd adresbeheer gedaan wordt dient men er rekening mee te houden dat de status van een adres geregeld kan wijzigen. Een status is altijd verplicht, maar deze verplichting is beperkt tot de status ‘in gebruik’. Bijwerking van een status zal voornamelijk voorkomen bij gemeenten die in de bijhoudingsfase zitten. Tijdens de initiële validatie of door een melding van een gebruiker kan eveneens een verkeerde status vastgesteld worden. Tevens kunnen in het CRAB bestaande adressen een statuswijziging naar ‘Niet officieel’ krijgen wanneer deze de meest toepasselijke status is. Modaliteiten Ook hier geldt dat elk huisnummer en subadres in het CRAB de toepasselijke status moet dragen. Tabel 8: Overzicht, status huisnummer of subadres wordt bijgewerkt OUDE STATUS
NIEUWE STATUS
MOMENT
MODALITEIT
Voorgesteld
Gereserveerd
Voorgesteld huisnummer of subadres verschijnt op officieel document in behandeling.
Optioneel
Voorgesteld
In gebruik
Voorgesteld huisnummer
Verplicht
61 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
of subadres gebruikt in goedgekeurd dossier.
Gereserveerd
In gebruik
In gebruik
In gebruik
Gereserveerd huisnummer of subadres gebruikt in goedgekeurd dossier.
Verplicht
Buiten gebruik
Niet langer aan een constructie toegekend maar kan op later punt opnieuw in gebruik genomen worden.
Optioneel
Niet officieel
Opgenomen in het CRAB en wordt in de praktijk gebruikt maar wordt niet erkend door de gemeente.
Optioneel
HUISNUMMER OF SUBADRES WORDT AFGEVOERD Momenten Een huisnummer of subadres moet gehistoriseerd worden wanneer het niet langer in gebruik is en normaal gezien nooit meer in gebruik genomen zal worden. Modaliteiten In deze omstandigheden is het ook verplicht dit adres te historiseren. Tabel 9: Overzicht, huisnummer of subadres wordt afgevoerd MOMENT
MODALITEIT
Niet langer in gebruik, en zal nooit opnieuw opgevoerd worden.
Verplicht
4.3.3
Wegverbinding
WEGVERBINDING WORDT OPGEVOERD Momenten Wegverbindingen kunnen in het CRAB opgevoerd worden zodra er een ontwerpplan ter beschikking is waar de geometrie van afgeleid kan worden. Dit kan bijvoorbeeld een verkavelingsvergunning, een bouwvergunning of zelfs een dossier rond een ruilverkaveling betreffen, zolang er sprake is van aanleg nieuwe wegenis. Modaliteiten Het zelf intekenen van wegverbindingen is niet verplicht. Echter, indien een gemeente beschikking heeft over het GRB zal het wel verplicht zijn straatnamen aan de correcte wegverbindingen te koppelen. Tabel 10: Overzicht, wegverbinding wordt opgevoerd
62 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
STATUS
MOMENT
MODALITEIT
Vergunning aangevraagd
Geometrie komt voor op officieel document in behandeling.
Optioneel
Bouwvergunning verleend
Geometrie komt voor op goedgekeurd, niet vervallen bouwdossier.
Optioneel
In aanbouw
Aanvang der werken is gemeld.
Optioneel
Werken zijn opgeleverd. Of ingevoerd omdat de wegverbinding onterecht ontbrak in het CRAB.
In gebruik
De fysieke weg is buiten gebruik gesteld maar niet gesloopt.
Buiten gebruik
Optioneel
Optioneel
STATUS WEGVERBINDING WORDT BIJGEWERKT Momenten Hierbij geldt dat wanneer een wegverbinding met een status vroeg in de levensloop van het dossier ingegeven is, het CRAB verwacht dat die status bijgewerkt zal worden wanneer de volgende mijlpaal in zijn levensloop bereikt is. Modaliteiten Op bovenstaande beperking na blijft het beheer van wegverbindingen optioneel. Tabel 11: Overzicht, wegverbinding wordt bijgewerkt OUDE STATUS
NIEUWE STATUS
MOMENT
MODALITEIT
Vergunning aangevraagd
Bouwvergunning verleend
Bouwdossier goedgekeurd.
Bouwvergunning verleend
In aanbouw
Aanvang der werken is gemeld.
Optioneel
In aanbouw
In gebruik
Werken zijn opgeleverd.
Optioneel
In gebruik
Buiten gebruik
De fysieke weg is buiten gebruik gesteld maar niet gesloopt.
Optioneel
werd
Optioneel
WEGVERBINDING WORDT AFGEVOERD Momenten Een wegverbinding kan uitsluitend verdwijnen indien de fysieke weg gesloopt is. Modaliteiten Het historiseren van een wegverbinding na sloop is verplicht. Tabel 12: Overzicht, wegverbinding wordt afgevoerd
63 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
MOMENT
MODALITEIT
De fysieke weg werd gesloopt.
Verplicht
4.3.4
Gebouw
GEBOUW WORDT OPGEVOERD Momenten Aanleiding voor het opvoeren van een gebouw zal vaak de behandeling van een bouwvergunning zijn, maar een stedenbouwkundig attest of zelfs een milieuvergunning kan eveneens een inplantingsplan van een gebouw bevatten. Noch een stedenbouwkundig attest, noch een milieuvergunning geven de aanvrager het recht de werken aan te vangen. Enkel de goedkeuring van een eigenlijke bouwvergunning kan aanleiding geven tot het gebruik van de status ‘bouwvergunning verleend’. Geometrische voorstellingen van een gebouw kan in het CRAB opgevoerd worden zodra een ontwerpplan ter beschikking is. De geometrie kan in het CRAB opgevoerd worden doormiddel van een eenvoudige schets, of een upload van een digitaal plan. Modaliteiten Het zelf intekenen van gebouwen en bijhouden van hun status is niet verplicht. Echter, indien een gemeente beschikking heeft over het GRB zal het wel verplicht zijn huisnummers en subadressen aan het correcte gebouw te koppelen. Tabel 13: Overzicht, gebouw wordt opgevoerd STATUS
MOMENT
MODALITEIT
Vergunning aangevraagd
Geometrie komt voor op officieel document in behandeling.
Optioneel
Bouwvergunning verleend
Geometrie komt voor op goedgekeurd, niet vervallen bouwdossier.
Optioneel
In aanbouw
Aanvang der werken is gemeld.
Optioneel
Werken zijn opgeleverd. In gebruik
Buiten gebruik
Of ingevoerd omdat het gebouw onterecht ontbrak in het CRAB. Het gebouw is buiten gebruik gesteld maar niet gesloopt.
Optioneel
Optioneel
STATUS GEBOUW WORDT BIJGEWERKT Momenten Wanneer een gebouw met een status vroeg in de levensloop van het dossier ingegeven is, moet deze bijgewerkt worden wanneer de volgende mijlpaal in zijn levensloop bereikt is. Modaliteiten
64 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Op bovenstaande beperking na blijft het beheer van gebouwen optioneel. Tabel 14: Overzicht, status gebouw wordt bijgewerkt OUDE STATUS
NIEUWE STATUS
MOMENT
MODALITEIT
Vergunning aangevraagd
Bouwvergunning verleend
Bouwdossier goedgekeurd.
Bouwvergunning verleend
In aanbouw
Aanvang der werken is gemeld.
Optioneel
In aanbouw
In gebruik
Werken zijn opgeleverd.
Optioneel
In gebruik
Buiten gebruik
Het gebouw is buiten gebruik gesteld maar niet gesloopt.
Optioneel
werd
Optioneel
GEBOUW WORDT AFGEVOERD Momenten Een gebouw moet afgevoerd worden indien de fysieke constructie gesloopt is. Wanneer een gebouw ingetekend wordt in een vroege fase, dus wanneer het nog niet gebouwd is, moet het voorlopige gebouw afgevoerd worden indien blijkt dat de constructie er niet zal komen. Modaliteiten Het historiseren van een gebouw na sloop is verplicht. Wanneer men voorlopige gebouwen beheert, is het historiseren ervan een verplichting indien het gebouw niet gebouwd wordt. Tabel 15: Overzicht, gebouw wordt afgevoerd
4.4
MOMENT
MODALITEIT
Het fysieke gebouw werd gesloopt
Verplicht
Een gebouw met status ‘vergunning aangevraagd’ krijgt geen vergunning
Verplicht
Een gebouw met status ‘bouwvergunning verleend’ wordt niet gebouwd
Verplicht
Relatie met het GRB Het beheer van de relatie tussen de CRAB adrescomponenten en het GRB is verplicht voor gemeenten die beschikking hebben over het GRB. Het is niet verplicht het GRB zelf bij te houden via het CRAB. Echter, rond het gebruik van het GRB geldt een meldingsplicht. Wanneer een gemeentelijke adresbeheerder vaststelt dat het GRB op een bepaalde locatie onvolledig is, geldt de verplichting dat hij deze onvolledigheid meldt. Nu heeft men 2 mogelijkheden om deze onvolledigheid te melden.
65 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
• •
Via het GRB meldingsysteem; Via CRAB.
Deze melding gebeurt traditioneel via de meldingsprocedure van het GRB, maar ook via het CRAB kunnen meldingen naar het GRB gestuurd worden. Indien een gemeentelijke adresbeheerder een ontbrekend gebouw, of ontbrekende wegverbinding, via het CRAB intekent met status ‘In gebruik’, zal deze geometrie eveneens gelden als een melding voor het GRB. Bovendien zal het identificatienummer van de geometrie die door het CRAB toegekend wordt, overgenomen worden in het GRB.
66 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
5 Gemeenten in de rol van decentraal CRAB beheerder Wanneer een gemeente de rol van decentraal adresbeheerder opneemt, kunnen de diverse mijlpalen in de levenscyclus van een CRAB adres verwerkt worden in de eerder beschreven processen. Het adresbeheer zal niet langer een neveneffect zijn van de gemeentelijke processen, het wordt opgenomen als een beschreven stap in de procedures. Elke adresbevraging en elke adresbeheershandeling zal in het CRAB gebeuren. In vergelijking met hoofdstuk 3 is de generieke kolom ‘adresdatabank’, welke naar een veelheid van databanken verwees, vervangen door een kolom ‘CRAB’. Tevens wordt er een kolom ‘GIS’ toegevoegd waarin de geografische bewerkingen, gerelateerd aan het CRAB, opgenomen zijn. Zo wordt onderscheid gemaakt tussen het beheer van de alfanumerieke adresbeheer en het beheer van de geometrische componenten. De gemeentelijke processen worden vanuit gedetailleerd adresbeheer bekeken. Niet alle acties zijn verplicht, de optionele acties worden onderscheiden door het grijze vak. Tabel 16: Aanduiding optionele en verplichte CRAB-beheersacties
OPTIONELE ACTIE
VERPLICHTE ACTIE
Het verwerken van de CRAB-beheersacties in de gemeentelijke processen is een taak die elke gemeente voor zich zal moeten uitvoeren. In deze handreiking wordt een aanzet gegeven en worden alle nuttige bedenkingen mee in overweging genomen. De verwerking in de onderstaande processen is slechts één van vele implementatiemogelijkheden. Wanneer het CRAB door een gemeentelijke dienst bevraagd wordt en het nodige adres niet gekend is moet dit onderzocht worden. Het wordt gemeld aan de adresbeheerder. Deze melding gebeurt intern, het is een melding van de ene dienst naar de andere. In de praktijk moet hiervoor niet noodzakelijk het meldingsysteem van het CRAB zelf gebruikt worden, dit kan eveneens in onderling overleg.
5.1
In- en uitschrijven van een persoon In dit proces zullen niet langer rechtstreeks adressen ontstaan. In principe kunnen enkel personen ingeschreven worden op een adres dat eerder in een vergunningsprocedure is ontstaan. Opname van het adres in het CRAB is verplicht wanneer het op een goedgekeurd stedenbouwkundig dossier voorkomt. Dit is ruim vroeger dan wanneer iemand zich wenst te registreren op dit adres.
67 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Toch bestaat de kans dat het adres nog niet gekend is in het CRAB, omwille van een fout of omwille van een andere reden. In voorkomend geval dient een melding naar de gemeentelijke adresbeheerder te vertrekken zodat het onderzocht kan worden.
Figuur 31: CRAB-adresbeheersproces in- en uitschrijven van een persoon
Na implementatie van het BeSt-Add samenwerkingsakkoord zal het Rijksregister eveneens het CRAB als authentieke bron gebruiken. Wat in het CRAB opgevoerd is, zal eveneens bij het Rijksregister gekend zijn.
5.2
Behandelen van een verkavelingsaanvraag Het CRAB staat toe dat een gemeente reeds huisnummers toekent op het moment dat een verkavelingsvergunning ingediend wordt, en dat er minstens een voorgestelde straatnaam beschikbaar is.
68 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
De procedure voor het ontstaan van een straatnaam is echter losstaand van dit proces, al is het binnenkomen van een aanvraag voor een verkavelingsvergunning wel een aanleiding om een nieuwe straatnaam in het leven te roepen. De procedure gevolgd door de straatnaam wordt in 5.4.1 bekeken, binnen de behandeling van de verkavelingsaanvraag zijn geen mijlpalen die een bewerking op de straatnaam in het CRAB vragen. Adressen kunnen zo reeds in een vroeg stadium in het CRAB opgevoerd worden, de status van de adressen wijst op de fase in de levenscyclus van het adres. Echter, indien er nog geen straatnaam toegekend is aan eventueel nieuw aan te leggen wegen, kunnen ook geen huisnummers in het CRAB opgevoerd worden.
Figuur 32: CRAB-adresbeheersproces behandelen van een verkavelingsaanvraag
Wanneer het verkavelingdossier een aanleg van nieuwe wegenis bevat kunnen de wegeniswerken aanvatten wanneer de verkavelingsvergunning goedgekeurd is. Hoewel er mogelijk nog geen straatnaam toegekend is aan deze wegenis kan de geometrie ervan (in de vorm van een wegverbinding) toch al in het CRAB opgevoerd worden. Dit kan bijvoorbeeld bij binnenkomst van een dossier maar de verschillende statussen die beschikbaar zijn laten evengoed toe dat de wegverbinding pas op een later punt
69 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
ingebracht wordt. Dit is optioneel beheer, een adresbeheerder is pas verplicht de straatnaam een relatie met een geometrie te geven wanneer de betreffende wegverbinding is opgenomen in het GRB. Indien de goedgekeurde verkavelingsvergunning een huisnummering bevat, is de ingave van deze nummering in het CRAB verplicht. Deze huisnummers zullen reeds de status ‘in gebruik’ meekrijgen. Hoewel er voor de gebouwen nog een bouwvergunning aangevraagd moet worden, kunnen de huisnummers reeds vroeger leven. Bijvoorbeeld bij de nutssector die aansluitingen zal voorzien voor alle loten in de verkaveling. Bij een verkavelingdossier is het moeilijk een duidelijke koppeling van de adressen met het terrein te maken. Het duurt een tijd vooraleer de verkavelde percelen in het kadaster opgenomen worden en in het GRB zal het wachten zijn tot de wegenis en woningen opgericht zijn tot daarmee de koppeling gemaakt kan worden. Het CRAB biedt hier de mogelijkheid om een relatie te leggen met de onverkavelde percelen en een nauwkeurigere aanduiding van de huisnummers te geven aan de hand van adresposities met als herkomst ‘Manuele aanduiding van lot’.
5.3
Behandelen van een stedenbouwkundige aanvraag De goedkeuring van een stedenbouwkundige vergunning is een moment huisnummer in het CRAB opgevoerd moet worden. Vanaf dat moment huisnummer immers bij verschillende organisaties in gebruik genomen bijvoorbeeld bij het nutsbedrijf dat de woning van energie zal gaan voorzien en de werf de aansluiting kan komen uitvoeren.
dat een kan het worden, reeds op
Het CRAB laat echter toe het nummer reeds vroeger op te voeren. Zodra het dossier binnen de gemeente in behandeling is begint het adres eigenlijk al te leven, binnen de eigen administratie en bij andere instanties waar eventueel een advies aangevraagd moet worden. Hiervoor kan de adresbeheerder verkiezen het adres reeds aan te maken bij binnenkomst van de vergunningaanvraag. Wanneer deze optie gekozen wordt, is het van belang het beheer van de status goed op te volgen. Wordt bijvoorbeeld een vergunning geweigerd, dan kan het huisnummer niet overgaan naar een status ‘in gebruik’. Het huisnummer kan perfect ‘gereserveerd’ blijven, zodat het meteen beschikbaar is wanneer er een nieuw dossier op hetzelfde perceel ingediend wordt.
70 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Behandelen van een stedenbouwkundige aanvraag Aanvrager
Dienst RO
College B&S
Ontvangen en inschrijven in register
CRAB
GIS
Invoer of update huisnummers
Invoer gebouw
Invoer of update huisnummers
Invoer of update gebouw
Instellen openbaar onderzoek en aanvragen adviezen (indien nodig) Formuleren van voorstel van advies aan CBS
Opmaken vergunning
Beslissen door CBS
Opsturen/ overmaken naar aanvrager
Aanvang der werken
Invoer of update gebouw
Einde der werken
Invoer of update gebouw
Figuur 33: CRAB-adresbeheersproces behandelen van een stedenbouwkundige aanvraag
Intekenen van een gebouwgeometrie is geen verplichting maar zal zeker na goedkeuring van de vergunning een nuttige waarde hebben, bijvoorbeeld alweer voor de nutsbedrijven die zo niet enkel kennis hebben van het adres, maar ook van inplanting van het gebouw, wat nuttige informatie is bij het ontwerpen van de aan te leggen aansluiting. Het is wel een verplichting een koppeling te leggen met het perceel waarop het nieuwe adres geldig is. Ten laatste bij het toekennen van de bouwvergunning zal de adresbeheerder aanduiding moeten maken van het perceel waarop de constructie vergund is.
5.4
Beheren van straatgegevens
5.4.1
Benoemen van een openbare weg
Zodra een straatnaam goedgekeurd is door de gemeenteraad is het verplicht deze in het CRAB op te voeren. Meestal zal op dat moment ook bekend zijn aan welke weg deze straatnaam toegekend is en zal de straatnaam meteen status ‘in gebruik’ krijgen. Wanneer echter nog niet bekend is aan welke weg de straatnaam toegekend wordt kan deze de status ‘gereserveerd’ krijgen en pas veranderen naar ‘in gebruik’ wanneer hij
71 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
toegekend wordt aan een weg. De gemeentelijke adresbeheerder kan verkiezen de straatnaam al vroeger in het CRAB op te voeren, met de status ‘voorgesteld’. De straatnaam wordt best zo vroeg mogelijk aan een wegverbinding gekoppeld, deze wegverbinding kan ingegeven zijn bij de afhandeling van een verkavelingdossier (met aanleg van wegenis) of een bouwdossier met aanleg van wegenis. Veelal zal dit dossier de goedkeuring van de straatnaam vooraf gaan en kan de straatnaam meteen aan de betreffende wegverbinding gekoppeld worden.
Figuur 34: CRAB-adresbeheersproces benoemen van een openbare weg 5.4.2
Herbenoemen van een (gedeelte van een) openbare weg
Voor het herbenoemen van een openbare weg geldt eveneens dat de aanpassing van het CRAB verplicht is zodra de beslissing bevestigd is door de gemeenteraad. Op dat moment moet de oude straatnaam, alle getroffen huisnummers en subadressen en alle koppelingen met terrein- en wegobjecten gehistoriseerd worden. Op dezelfde datum worden dan de nieuwe straatnaam en herkoppelde adressen in het CRAB opgevoerd. Het CRAB-adresbeheersproces adresbeheersprocessen.
72 / 147
is
hier
overigens
identiek
aan
andere
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 35: CRAB-adresbeheersproces herbenoemen van een (gedeelte van een) openbare weg 5.4.3
Opheffen van een straatnaam
Het opheffen van een straatnaam houdt uitsluitend in dat de straatnaam gehistoriseerd wordt, behalve indien de straatnaam nog een koppeling heeft met wegverbindingen of huisnummers. In dit geval zullen ook deze gehistoriseerd worden.
Figuur 36: CRAB-adresbeheersproces opheffen van een straatnaam 5.4.4
Opbreken van een weg
Indien niet alleen de straatnaam opgeheven wordt, maar ook de fysieke weg opgebroken zullen ook de getroffen wegverbindingen gehistoriseerd worden, evenals eventueel resterende huisnummers.
73 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 37: CRAB-adresbeheersproces historeren (opbreken) van een weg
5.5
Beheren van nummers van een gebouw Wanneer een hernummering van een straat of een toekenning van nummers aan een gebouw goedgekeurd wordt door het college van burgemeester en schepenen moet de nieuwe situatie in het CRAB opgevoerd worden.
Beheren van nummers van een gebouw Bevoegde dienst
College B&S
CRAB
Onderzoeken ter plaatse en overleg
Opmaken van verslag met voorstel
Invoer nieuwe adressen
Bekrachtigen door CBS
Invoer of update nieuwe, update of historiseren oude huisnummers
Bekendmaken
Figuur 38: CRAB-adresbeheersproces beheren van nummers van een gebouw
74 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Het is mogelijk de nieuwe nummering reeds op te voeren wanneer het ontwerp gemaakt is. Dit kan nuttig zijn om de nieuwe situatie op kaart voor te stellen wanneer het dossier voor bekrachtiging naar het college van burgemeester en schepenen vertrekt. Hierbij kan opgemerkt worden dat er tijdelijk een dubbele koppeling kan bestaan met terreinobjecten, zowel de gereserveerde nummers als de bestaande nummers ‘in gebruik’ zullen aan dezelfde terreinobjecten gekoppeld zijn. Pas wanneer de nieuwe nummering bekrachtigd wordt kunnen de oude nummers buiten gebruik gesteld of gehistoriseerd worden.
5.6
Behandelen van een milieuaanvraag Bij de behandeling van een milieuaanvraag ontstaan in principe geen nieuwe adressen, behalve wanneer er een aanvraag loopt die een eventueel bouwdossier voorafgaat. Het CRAB zal bij de afhandeling van een milieuaanvraag geraadpleegd worden om het correcte adres in het dossier te gebruiken, indien het adres nog ongekend is in het CRAB zal een melding naar de adresbeheerder gestuurd worden die de situatie zal onderzoeken, en eventueel een adres met status ‘gereserveerd’ opvoeren in het geval dat de milieuaanvraag een bouwaanvraag voorafgaat.
Behandelen van een milieuaanvraag Dienst milieu
College B&S
CRAB
Ontvangen van een milieuaanvraag
Controleren van adresgegevens
Raadplegen
Adres niet gevonden? Nemen van beslissing
Melding
Mededelen van beslissing
Figuur 39: CRAB-adresbeheersproces behandelen van een milieuaanvraag
5.7
Behandelen van een aanvraag van een onderneming
5.7.1
Behandelen van een aanvraag van een ondernemingsnummer
75 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Deze procedure loopt via een door de FOD Economie erkend ondernemingsloket, dat geen beheerder van het CRAB is. Enkel de gemeente kan adressen in het CRAB opvoeren, wanneer de rol van decentraal beheerder opgenomen is. Het ondernemingsloket zal, wanneer het CRAB via Best-Add op federaal niveau een authentieke geografische gegevensbron is, verplicht zijn het CRAB te gebruiken als bron voor adressen. Wanneer een onderneming zich aanmeldt met een onbekend adres zal een melding verstuurd worden naar het gemeentelijk contactpunt, dat op zijn beurt kan beslissen het adres te creëren of te weigeren. In dit laatste geval zal de onderneming een ander adres moeten verkrijgen om bij zijn aanvraag te voegen.
Figuur 40: CRAB-adresbeheersproces behandelen van aanvraag voor ondernemingsnummer 5.7.2
Behandelen van een aanvraag voor een vergunning
Een vergelijkbare situatie bij de aanvraag voor een vergunning, met het verschil dat deze procedure binnen de gemeentelijke werking plaatsheeft en er zo makkelijker een oplossing gevonden kan worden voor adressen die in het CRAB ontbreken.
76 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 41: CRAB-adresbeheersproces behandelen van een aanvraag voor vergunning
5.7.3
Behandelen van een aanvraag tot verhuis
Ook bij een verhuis zal in principe geen nieuw adres ontstaan. Een onbekend adres moet dan onderzocht worden door de gemeentelijke adresbeheerder.
77 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 42: behandelen van een aanvraag tot verhuizing van een onderneming
5.8
Versturen van aangifteformulieren en aanslagbiljetten Deze procedure maakt intensief gebruik van adresgegevens en vormt feitelijk een controle op de gegevens in het CRAB. Wanneer verstuurde formulieren onbestelbaar blijken te zijn, moeten deze adressen gemeld worden aan de gemeentelijke adresbeheerder. Dit is een interne melding. Deze zal situatie onderzoeken en ofwel de gegevens van de geadresseerde corrigeren, ofwel het CRAB bijwerken.
78 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 43: CRAB-adresbeheersproces versturen van aangifteformulieren en aanslagbiljetten
5.9
Voor- en nadelen van decentraal CRAB-beheer In tegenstelling tot de huidige situatie wordt na de implementatie van het CRABbij alle toepassingen telkens dezelfde adresdatabank gebruikt. Dit zal aanvankelijk geregeld onduidelijke situaties aan het licht brengen, die een per een onderzocht moeten worden. Dit kan tijdelijk een hogere werklast opleveren maar geleidelijk aan zal een steeds hoger percentage aan probleemgevallen uit het CRAB verdwijnen waardoor er steeds minder adresgerelateerde discussies op kunnen treden. Ook de communicatie met andere overheden zal steeds vlotter verlopen, omdat elk adres slechts eenmaal geregistreerd moet worden en elk probleemgeval slechts eenmaal opgelost. Wanneer het adres correct in het CRAB zit, kunnen alle andere overheden er eveneens correct gebruik van maken, zonder onduidelijkheden. Het decentraal CRAB-beheer zal op de schouders komen van 1 gemeentelijke adresbeheerder. Dit is een vorm van eindredactie die verzekert dat de gemeente met 1
79 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
stem naar buiten komt. Hiermee wordt dubbelzinnig gebruik van adressen door verschillende gemeentelijke diensten vermeden. Het CRAB decreet houdt de beperking in dat enkel actieve, geldige adressen in het CRAB beheerd moeten worden. De bijkomende opties kunnen echter voornamelijk de interne werking van de gemeentelijke diensten efficiënter doen verlopen. Eens een adres op een dossier is toegekend en in het CRAB opgevoerd zijn alle andere diensten op de hoogte van de toekomstige situatie. Dit kan conflicterende dossiers vermijden en de communicatie tussen de diensten bevorderen.
5.10
Het CRAB-actiehandboek Ter ondersteuning van gemeenten die CRAB-adresbeheer wensen op te nemen in de gemeentelijke procesbeschijving stelt het AGIV het CRAB-actiehandboek ter beschikking. Dit handboek karteert en beschrijft in detail alle inhoudelijke opties die de gemeente heeft bij het uitstippelen van een eigen traject rond CRAB-adresbeheer. Het actiehandboek verschijnt in de loop van het najaar 2011.
80 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
6 Implementatietraject CRAB De structuur van het CRAB laat de adresbeheerders toe een zeer gedetailleerde volledigheid na te streven. Dit is echter niet noodzakelijk, noch is het een verplichting. Zodoende kunnen de adresbeheerders verschillende implementatiescenario’s aangereikt worden, gaande van een minimaal scenario waar enkel gestreefd wordt naar het voldoen aan de decretale verplichtingen, tot een ‘full option’ scenario waar elk detail in de levensloop van een adres bijgehouden wordt. Daartussen staat het de adresbeheerders vrij om “à la carte” te beslissen welk detailniveau nagestreefd wordt. Het is van belang deze opties, en hun consequenties, grondig te overwegen vooraleer de “initiële validatie” van het CRAB start. Enkele vragen zullen zich opdringen. Bijvoorbeeld: hoe dient de administratie om te gaan met niet-officiële adressen? Of een praktisch gevolg van het adresbeheer: hoe moet een ambtenaar van de dienst bevolking handelen wanneer een burger zich wenst te registreren in een ongekend of onbestaand adres? Wanneer het implementatiescenario bepaald is kan van start gegaan worden met de initiële validatie van het bestaande CRAB. In deze fase werkt de adresbeheerder het CRAB bij tot een actuele en volledige toestand, de gemeente kan hierbij vertrekken van een extract uit het CRAB, of van een eigen adressenbestand. Het AGIV zal hiervoor enkele hulpmiddelen ter beschikking stellen. Eens de initiële validatie voltooid is komt de gemeente in de fase van bijhouding. Dit heeft als belangrijk gevolg dat na deze mijlpaal geen gegevens van ander bronnen in het CRAB geladen zullen worden zonder goedkeuring van de adresbeheerder. Indien blijkt dat een bepaalde databank (bijvoorbeeld Rijksregister) adressen bevat die alsnog niet gekend zijn in het gevalideerde CRAB dan zal dit als melding naar de adresbeheerder gestuurd worden. Deze beheerder kan vervolgens het adres goed- of afkeuren.
6.1
Beheerscenario’s Om tot een gepaste implementatie van CRAB-conform adresbeheer over te gaan moeten enkele mogelijke scenario’s overwogen worden. Eerst moet de scope van het adresbeheer bepaald worden. In welk detail zal de levensloop van adressen in het CRAB bijgehouden worden? De inhoudelijke scenario’s geven enkele aandachtspunten weer. Vervolgens komt de rolverdeling aan bod, hoe wordt het adresbeheer verdeeld over de medewerkers? Hiermee gerelateerd dient een technologische oplossing gekozen te worden. In welke mate zal het adresbeheer geïntegreerd zijn met andere gemeentelijke toepassingen?
6.1.1
Inhoudelijke scenario’s
Het CRAB voorziet de mogelijkheid om bijzonder gedetailleerd adresbeheer te handhaven. Men kan heel wat verder gaan dan wat strikt genomen opgelegd wordt in het CRAB-decreet. De adresbeheerders zijn vrij te kiezen hoever ze hierin wensen te gaan. Hierna worden enkele scenario’s aangereikt. Vooraleer een inhoudelijk scenario overwogen wordt is het nuttig de mogelijkheden van het CRAB-datamodel te overlopen. Enkele aandachtspunten komen hier aan bod. Het
81 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
model in detail kan bestudeerd worden in de bijlage 1. Enkele aspecten in verband met de levenscyclus van adressen in het CRAB werden aangehaald in hoofdstuk 4. Status Een heel belangrijk item is het gebruik van een ‘status’ die meegegeven kan worden aan verschillende objecten in het CRAB. Deze status laat toe de volledige levensloop van objecten te beschrijven. Het is de status die het ondermeer mogelijk maakt om gegevens in het CRAB op te nemen vooraleer ze werkelijk in gebruik zijn. Een overzicht van de objecttypes met hun mogelijke status: Tabel 17: Overzicht beschikbare statuswaarden voor de objecttypes HUISNUMMER/SUBADRES
GEBOUW
STRAATNAAM
WEGVERBINDING
Voorgesteld
Vergunning aangevraagd
Voorgesteld
Vergunning aangevraagd
Gereserveerd
Bouwvergunning verleend
Gereserveerd
Bouwvergunning verleend
In gebruik
In aanbouw
In gebruik
In aanbouw
Buiten gebruik
In gebruik
Buiten gebruik
In gebruik
Niet officieel
Buiten gebruik
Buiten gebruik
Hierbij valt op dat een status ‘in gebruik’ is voorzien voor alle objecten. Het is enkel deze status, van de adrescomponenten ‘straatnaam’, ‘huisnummer’ en ‘subadres’, die verplicht opgenomen wordt volgens het CRAB-decreet. De andere statussen laten toe objecten reeds voor de eigenlijke ingebruikname te registreren, of ze te behouden in de databank nadat ze buiten gebruik gesteld zijn. Een aparte status is ‘niet officieel’, die toegekend kan worden aan huisnummers en subadressen. Deze status laat toe dat adressen die niet door de gemeente goedgekeurd zijn toch in de databank opgenomen kunnen worden zonder dat de opname in het CRAB op zich aan dat adres een officieel karakter toekent. Deze adressen zijn eigenlijk niet gewenst, maar worden vaak wel gebruikt in allerhande databanken (bijvoorbeeld bij de nutssector of bij bpost) waardoor het bewust mijden van deze adressen ongewenste problemen kan veroorzaken bij gebruikers van het CRAB. Dit ondermijnt de gemeentelijke rol als unieke initiator van adressen overigens niet. Ook deze niet-officiële adressen kunnen uitsluitend door de gemeenten in het CRAB opgevoerd worden. Adresposities Een adres in gebruik dient in het CRAB een relatie te hebben met een terreinobject, dit is een perceel of gebouw. Daarnaast kan de adresbeheerder nog aanvullende ‘adresposities’ toevoegen aan een adres. Dit zijn adrespuntjes die om een bepaalde reden aan de kaart toegevoegd kunnen worden. Het CRAB voorziet 18 verschillende types adresposities, 9 daarvan kunnen door de gemeentelijke adresbeheerder gebruikt worden. De resterende 9 zijn types die uitsluitend dienen om te verzekeren dat elk adres in het CRAB een adrespositie heeft. Deze types worden automatisch toegekend. Een overzicht van de 9 mogelijke manuele aanduidingen van een adres: Tabel 18: Overzicht beschikbare waarden voor adresposities
82 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Waarde adrespositie
Definitie
Manuele aanduiding van lot
Positie werd manueel geplaatst en duidt de plaats aan van een lot.
Manuele aanduiding van perceel
Positie werd manueel geplaatst en duidt een willekeurige plaats binnen een perceel aan
Manuele aanduiding van gebouw
Positie werd manueel geplaatst en duidt een willekeurige plaats binnen een gebouw aan.
Manuele aanduiding van brievenbus
Positie werd manueel geplaatst en duidt de plaats van een brievenbus van een gebouw aan.
Manuele aanduiding van nutsaansluiting
Positie werd manueel geplaatst en duidt de plaats van een nutsaansluiting van een gebouw aan.
Manuele aanduiding van toegang tot de weg
Positie werd manueel geplaatst en duidt de plaats van de toegang tot het adres van op de weg aan.
Manuele aanduiding van ingang van gebouw
Positie werd manueel geplaatst en duidt de plaats van een ingang tot het gebouw aan.
Manuele aanduiding van standplaats
Positie werd manueel geplaatst en duidt een standplaats aan. Een standplaats is een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen terrein of gedeelte daarvan dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden en voor woon -, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.
Manuele aanduiding van ligplaats
Positie werd manueel geplaatst en duidt een ligplaats aan. Een ligplaats is een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen plaats in het water al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, die bestemd is voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig.
Het gebruik van deze adresposities is geen verplichting. Het is aan de adresbeheerder om te bepalen of ze mee opgenomen worden in het adresbeheer. Toch zijn er enkele gevallen waar het gebruik van adresposities noodzakelijk is om een goede geografische locatie aan een adres toe te kennen: •
•
83 / 147
In verkavelingen waar enkel het grote, onverkavelde perceel als terreinobject kan gelden omdat de bijwerking van het kadasterplan nog niet doorgevoerd is en omdat de verkavelde percelen nog niet bebouwd zijn. Een ‘Manuele aanduiding van lot’ laat toe om huisnummers op een correcte locatie te zetten. Een woonboot wordt niet als gebouw opgenomen in het GRB, noch heeft het een kadastraal perceel om aan te koppelen. De enige manier de positie van het adres van een woonboot aan te duiden is door middel van een adrespositie ‘manuele aanduiding van ligplaats’.
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
•
In een bungalowpark heeft het hele park hetzelfde huisnummer, maar de bungalows hebben elk een busnummer toegekend gekregen. Via een adrespositie ‘manuele aanduiding van gebouw’ voor elk busnummer kan toch duidelijk gemaakt worden welke bungalow welk busnummer heeft.
Uiteraard zijn ook andere adrespositietypes nuttig voor verschillende doeleinden. Enkele voorbeelden: • • • • • •
De hulpdiensten kunnen interesse hebben in de toegang vanaf de weg, of ingang van een gebouw, wanneer een gebouw meerdere ingangen heeft. Komt een automatisch afgeleide adrespositie op een vervelende plaats te liggen, dan kan overwogen worden om manueel een aanduiding te geven van het gebouw, op een duidelijkere locatie. Een manuele aanduiding van gebouw en/of perceel ten behoeve van labeling kan de leesbaarheid van een kaart bevorderen. Een manuele aanduiding van een ingang kan de bereikbaarheid van appartementen duidelijker aanduiden. Men kan adresposities gebruiken om een schematische voorstelling van de opbouw van een appartementsgebouw te geven. Een hoekgebouw heeft 2 woonentiteiten, elk met een eigen ingang, elk in een andere straat. Een manuele aanduiding van de ingang kan in deze situatie een duidelijker beeld van de realiteit geven dan enkel een koppeling van de adressen met een gebouw.
Rijksregister De adressen volgens het Rijksregister, inclusief rijksregistercode, zijn opgenomen in het CRAB. Dit in een aparte tabel die via een koppeltabel gerelateerd is met de adressen volgens het CRAB. Zo weet elk adres volgens het Rijksregister met welk adres volgens CRAB het overeenkomt, en omgekeerd. Het CRAB staat niet alleen toe dat een gemeentelijke adresbeheerder een relatie kan leggen tussen een adres in het CRAB en een adres volgens het Rijksregister, de beheerder kan eveneens zelf adressen toevoegen aan de tabel met Rijksregisteradressen. Wanneer men hiervoor kiest moet men zich er wel bewust van zijn dat er voorlopig geen informatiestroom is vanuit het CRAB naar het Rijksregister. Adressen die in het CRAB ingegeven worden zullen eveneens nog via de traditionele weg aan het Rijksregister gemeld moeten worden. Dit is dubbel werk. Het is dan ook geen verplichting Rijksregisteradressen in het CRAB bij te houden. Een beheerder kan opteren dit toch in zijn proces op te nemen zodat het lokale adressenbestand, ook qua Rijksregisteradressen, volledig up-to-date is. Gebouwen Het is een vereiste dat alle adressen die in gebruik zijn gekoppeld worden aan een terreinobject. Dit kunnen percelen volgens het kadaster zijn, percelen uit de adp-laag van het GRB, dit kunnen eveneens kunstwerken of gebouwen uit het GRB zijn of zogenaamde gemeentelijke gebouwen. Gemeenten die nog niet beschikken over een GRB kunnen enkel koppelen aan percelen uit CADMAP, of aan zelf getekende gebouwen. Gemeenten waar het GRB beschikbaar is, krijgen een laag met gemeentelijke gebouwen ter beschikking. Deze zijn afkomstig uit het GRB, het is een kopie die bewerkbaar is voor de gemeentelijke adresbeheerder. Hierin kan men gebouwen bijtekenen, wissen of bewerken. Wanneer men nog niet over een GRB beschikt, kan de gemeente zelf een gebouwenlaag aanmaken of opladen. Het CRAB-decreet vereist niet dat de gemeentelijke adresbeheerder eveneens de gebouwenlaag bijhoudt. Een adres op een nieuwbouw kan
84 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
perfect gekoppeld worden aan een perceel. Toch is het nuttig deze nieuwe gebouwen in het CRAB op te voeren zodat een meer volledig beeld van de realiteit weergegeven kan worden.
Intekenen gebouwgeometrieën Zoals veel andere nutsbedrijven houden de intercommunales PIDPA en Infrax een laag met gebouwen bij. Vaak moeten gebouwen die nog niet in het GRB opgenomen zijn op het netwerk aangesloten worden. Deze gebouwen zijn nog niet voltooid, vaak weinig meer dan een werf. Het is niet altijd duidelijk waar deze gebouwen exact gelegen zijn, waardoor het ontwerp van de aansluiting bemoeilijkt wordt. De nutsbedrijven zouden een betere dienstverlening kunnen leveren indien ze reeds voor de aanvraag tot aansluiting kennis hebben van de locatie van het gebouw.
Tevens zal informatie over gebouwen die door de gemeentelijke adresbeheerder ingegeven of bewerkt wordt doorgespeeld worden naar het GRB op het moment dat een gebouw de status ‘in gebruik’ heeft. Informatie over bouw, verbouwing of sloop zal een melding van mutatie aan het GRB worden. Daarnaast zal het identificatienummer van een nieuw getekende woning overgenomen worden voor de toekomstige GRB-geometrie. Gebouwen ingegeven door de gemeentelijke adresbeheerder krijgen 2 belangrijke eigenschappen mee, een status en een aanduiding over de methode waarmee de geometrie bepaald is. Tabel 19: Overzicht beschikbare waarden 'status' en 'methode geometrie' voor gebouwen STATUS
METHODE GEOMETRIE
Vergunning aangevraagd
Schets
Bouwvergunning verleend
Opmeting
In aanbouw
GRB
In gebruik Buiten gebruik
Daarnaast kan eveneens meegegeven worden of het een hoofd- of bijgebouw betreft. Voor de definitie van hoofd- en bijgebouw wordt verwezen naar de GRB-specificaties:
85 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Definitie hoofd- en bijgebouw volgens de GRB-specificaties Volgende types gebouw aan de grond (gbg) worden onderscheiden: hoofdgebouw: belangrijkste gebouw(en) aan de grond (gbg) van een groep van gebouwen aan de grond (gbg), binnen eenzelfde gebruiksperceel. De aanwezigheid van het huisnummer kan hiervoor een indicatie vormen. Een genummerde cabine die voldoet aan de definitie van een gebouw aan de grond (gbg) is eveneens een hoofdgebouw … bijgebouw: alle andere gebouwen. Een bijgebouw kan voorkomen op een gebruiksperceel zonder hoofdgebouw.
Door het werken met een status is het mogelijk gebouwen reeds in te tekenen zodra er een vergunningsprocedure start (een bouwvergunning, een stedenbouwkundig attest of zelfs een milieuvergunning). Dit kan ingetekend of geschetst worden aan de hand van het inplantingsplan in het vergunningsdossier. De methode geometrie duidt de te verwachten nauwkeurigheid van het ingetekende gebouw aan. De waarde ‘schets’ is van toepassing op alle objecten die niet afkomstig zijn van een opmeting op terrein. Wanneer een opmetingsplan ter beschikking is kan dit opgeladen worden in de databank, de methode ‘Opmeting’ maakt voor de gebruiker duidelijk dat hier een nauwkeurige geometrie te vinden is. Een landmeetkundige opmerking van een gebouw, betreft meestal uitsluitend de voorgevel van een gebouw. Hiermee kan rekening gehouden worden wanneer men overweegt een schets van een inplantingsplan te vervangen door een opmetingsplan. Wegverbindingen Net als bij gebouwen moeten straatnamen in gebruik – indien mogelijk – gekoppeld zijn aan een geografische component, in dit geval een ‘wegobject’. Dit wegobject zal steeds een ‘wegverbinding’ zijn, een virtuele voorstelling van een wegas. De verplichting geldt enkel voor straatnamen die aan de juiste wegverbinding gekoppeld kunnen worden. Wanneer in het GRB de wegverbinding nog niet opgenomen is, of de gemeente nog geen beschikking heeft over het GRB, kan de straatnaam zonder koppeling met een geografisch object in het CRAB opgevoerd worden. De gemeente heeft de optie de wegverbindingen zelf te tekenen, opdat de kennis over de locatie van de straat beschikbaar is voor de gebruikers van het CRAB. Deze gemeentelijke wegverbindingen krijgen 2 belangrijke eigenschappen mee in de databank, dezelfde als gebouwen: Tabel 20: Overzicht beschikbare waarden 'status' en 'methode geometrie' voor wegverbindingen
86 / 147
STATUS
METHODE GEOMETRIE
Vergunning aangevraagd
Schets
Bouwvergunning verleend
Opmeting
In aanbouw
GRB
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
In gebruik Buiten gebruik
Daarnaast kan eveneens meegegeven worden of het al dan niet een verharde weg betreft, en wat de morfologische wegklasse (zoals gedefinieerd in de GRB-specificaties) is. Voorbeeldimplementatie Ter illustratie wordt hier een fictieve implementatie geschetst van een gemeente die aan de slag gaat met adresposities, statussen en geometrieën. De gemeente heeft volgende keuzes gemaakt: -
-
Status o Huisnummers: In gebruik o Straatnamen: In gebruik o Gebouwen: Bouwvergunning verleend & In gebruik o Wegverbindingen: Bouwvergunning verleend & In gebruik Adresposities o Lot & gebouw Gebouwen o Goedkeuring bouwvergunning & einde der werken Wegverbindingen o Goedkeuring bouwvergunning & einde der werken
Volgens deze keuzes wordt het traject van een nieuwe verkaveling gevolgd zoals hieronder weergegeven:
Figuur 44: Stap 1: Import van het ontwerpplan van de verkaveling in het eigen GIS.
87 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 45: Stap 2: Invoer straatnamen bij goedkeuring door gemeenteraad (status: In gebruik), intekenen wegverbindingen bij goedkeuring vergunning wegeniswerken (status: Bouwvergunning verleend).
Figuur 46: Stap 3: Invoer huisnummering bij goedkeuring verkavelingsvergunning (status: In gebruik)
88 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 47: Stap 4: Update status wegverbinding naar “In gebruik” bij einde der werken, intekenen gebouw bij goedkeuring bouwvergunning (status: Vergunning verleend)
Figuur 48: Stap 5: Update status gebouw naar “In gebruik” bij einde der werken.
89 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
6.1.1.1
Inhoudelijk nulscenario De gemeente neemt zijn rol van adresbeheerder niet op. Bijgevolg komt de gemeente haar decretale plicht niet na. Bijwerking van het CRAB blijft verlopen zoals dat vandaag het geval is, via opladingen uit het Rijksregister, het VKBO en het Kadaster. Aangezien deze administraties op termijn eveneens het CRAB als basisbestand zullen gebruiken zal deze bijhouding een uitdovend karakter hebben. In dit scenario zullen heel wat problemen opduiken. Bovenal creëert dit moeilijkheden voor administraties die processen rond het CRAB gebouwd hebben. Aanvragen van burgers zullen bijvoorbeeld niet geregistreerd kunnen worden zolang een adres niet in het CRAB opgenomen is. Deze administraties zullen dan via de meldingsprocedure de gemeente vragen om het bestand bij te werken, zodat dossiers van burgers afgehandeld kunnen worden. Naarmate het bestand verder veroudert zal de hoeveelheid meldingen toenemen. Dit scenario is niet wenselijk en zal op termijn niet houdbaar blijven. Tabel 21: Plus- en minpunten van het inhoudelijk nulscenario PLUS
MIN Hoog aantal meldingen van probleemgevallen Geen kwalitatief adressenbestand Problematische dienstverlening door gebruikers van het CRAB
6.1.1.2
Inhoudelijk minimumscenario Het beheer van het adressenbestand kan beperkt worden tot het strikt noodzakelijke, het minimumscenario. Teneinde te bepalen wat dit inhoudt dient de decretale verplichting onder de loep gelegd te worden. Samengevat uit het CRAB-decreet: • • • •
De gemeente is de initiator van adressen, een adres bestaat uit een straatnaam en een huisnummer, eventueel aangevuld met een bus- of appartementnummer; De gemeente verzorgt de vaststelling van deze adrescomponenten; De gemeente verzorgt de mededeling van deze adrescomponenten; De gemeente verzorgt de mededeling van elke wijziging, correctie en aanvulling van deze adrescomponenten.
In de praktijk kunnen we dat vertalen als de verplichting om alle adressen die een officiëel karakter hebben in het CRAB te beheren. Een adres heeft een officieel karakter wanneer het bijvoorbeeld vastgelegd wordt in een gemeenteraadsbesluit, of wanneer een bouwdossier met een nieuw huisnummer wordt goedgekeurd.
90 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Een relatie met een adresseerbaar object is een verplichting, hier maakt het decreet onderscheid tussen gemeenten zonder (fase 1) en gemeenten met een GRB (fase 2).
Figuur 49: Beheer CRAB fase 1
Figuur 50: Beheer CRAB fase 2
Wanneer men aan CRAB beheer doet, strikt volgens de verplichtingen uit het CRABdecreet, dan zal bijvoorbeeld het beheer van de statusvelden zich beperken zich tot gegevens ‘In gebruik’. Adrescomponenten ‘in gebruik’ dienen binnen de 10 dagen na het ontstaan in het CRAB opgevoerd te worden. Tabel 22: Plus- en minpunten inhoudelijk minimumscenario PLUS
MIN
Weinig meldingen van probleemgevallen
Geen link met geografie voor nieuwe straten
91 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Geen kennis van gebouwen bij nieuwe adressen Beperkte kennis van historiek
6.1.1.3
Inhoudelijk scenario: volledig beheer Het adressenbestand wordt volledig beheerd, gebruik makend van alle opties die het CRAB biedt. Dit houdt in dat een adres reeds in het bestand opgevoerd kan worden nog voordat het adres in eender welke procedure gebruikt wordt. Hierbij wordt gewerkt met de statusvelden die het CRAB voorziet. Zo kan een onbebouwd perceel reeds een huisnummer krijgen voordat een bouwvergunning aangevraagd wordt, dit huisnummer krijgt dan als status ‘voorgesteld’. Tabel 23: Plus- en minpunten volledig adresbeheer PLUS
MIN
Weinig meldingen van probleemgevallen
Arbeidsintensief
Sluitende, gedetailleerde link met geografie Grondige kennis van historiek
6.1.1.4
Inhoudelijk scenario: beheer à la carte De adresbeheerder kan opteren een selectie van de mogelijkheden te benutten. Hier zijn heel wat varianten mogelijk. Onderstaand schema geeft aanduiding van het verplichte beheer (grijze tekst) en de bijkomende opties (zwarte tekst), met de bemerking dat het meegeven van de status wel verplicht is, maar niet in de volle detaillering die de status toestaat.
92 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 51: Aanduiding optionele beheer in het CRAB
Tabel 24: Plus- en minpunten van inhoudelijk scenario à la carte PLUS
MIN
Weinig meldingen van probleemgevallen
Kennis nodig om menu op te stellen
Beheer op maat van de gemeente
6.1.2
Gemeentelijk adresbeheer, wie welke rol
Naast het beheerscenario en het technische scenario dient de rolverdeling bepaald te worden. Wie zal binnen de gemeente de rol van adresbeheerder opnemen?
UB, Art. 7. De gemeente duidt binnen haar organisatie één of meerdere personen aan die gemachtigd zijn de CRAB-gegevens te wijzigen, hierna het contactpunt te noemen. De gemeente bezorgt aan het agentschap de contactgegevens van het contactpunt betreffende de bijhouding van het CRAB.
Hierbij is het van groot belang dat de eindverantwoordelijkheid van het beheer op 1 punt ligt, het uitvoeringsbesluit (in ontwerp) op het CRAB-decreet omschrijft dit als het “contactpunt”.
93 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Het contactpunt kan zowel 1 persoon zijn als een vergadering van betrokken personen. In ieder geval dient duidelijk te zijn waar de “eindredactie” van het adresbeheer ligt zodat uniformiteit en coördinatie nagestreefd kan worden.
In een stad is het adresbeheer verdeeld over verschillende regio’s. Dit leidde tot een conflict wanneer adressen toegekend dienden te worden aan de Koning Albert I-laan die verdeeld is over 2 regio’s.
In de stad Leuven vergadert een werkgroep over alle adresgerelateerde probleemgevallen.
Bij het uittekenen van de rolverdeling is het van belang te duiden dat het CRAB-beheer geen puur GIS-matig proces is. De eigenlijke creatie van een adres is een combinatie van een administratieve en een GIS-handeling. Een adres kan puur administratief ingevoerd worden, de toekenning van een geografische relatie is een actie in een GIS. Wanneer later de status van een bestaand adres wijzigt kan dit eveneens in een administratief pakket uitgevoerd worden, in de veronderstelling dat dit pakket aangepast is voor CRABbeheer. Ook hier kunnen we verschillende scenario’s aanreiken: 6.1.2.1
Volledig beheer bij eerste ambtenaar die in contact komt met adresmutatie Zoals beschreven in hoofdstuk 3 kunnen in heel wat gemeentelijke processen adresgegevens ontstaan, of van status wijzigen wanneer men aan gedetailleerd adresbeheer doet. Het is mogelijk de medewerker die een noodzakelijke wijziging in het CRAB vaststelt ook de taak te geven deze wijzigingen in het CRAB bij te houden. In deze werkwijze worden de adresgegevens aan de bron beheerd, dit spaart een communicatiestroom tussen de medewerker in kwestie en een CRAB-beheerder uit. Anderzijds vereist deze methode dat meerdere medewerkers zich de kennis over goed CRAB-beheer meester zullen moeten maken en dat verschillende softwares CRABcompatibel dienen te zijn. Tabel 25: Plus- en minpunten van volledig beheer bij eerste ambtenaar die in contact komt met adresmutatie PLUS
MIN
Dichtst bij bron
Technische kennis vereist bij meerdere ambtenaren
Beperkte communicatiestroom nodig
Gebrek aan technische kennis of voeling met geografie bron van fouten Verschillende software in verschillende processen allemaal geschikt voor CRAB-beheer
94 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
6.1.2.2
Gescheiden beheer Men kan een scheiding maken tussen het administratieve en het GIS-beheer van het CRAB. De GIS-verantwoordelijke verzorgt de bijhouding van het geografische luik van het CRAB terwijl het administratieve beheer zo dicht mogelijk bij de bron plaatsheeft. Tabel 26: Plus- en minpunten van gescheiden beheer
6.1.2.3
PLUS
MIN
Administratief luik dichtst bij bron
Noodzaak goede organisatie communicatie tussen betrokken ambtenaren en GIS-verantwoordelijke
Kennis GIS enkel bij GIS-verantwoordelijke nodig
Administratieve software dient geschikt te zijn voor administratief CRAB-beheer
Gecentraliseerd CRAB-beheer Tenslotte kan het volledige beheer bij één verantwoordelijke gelegd worden. Dit zou de GIS-coördinator kunnen zijn, een medewerker van een dienst stedenbouw, of een derde. Deze beheerder zal zowel instaan voor het beheren van de adressen als voor de koppelingen met een geografische component. Tabel 27: Plus- en minpunten van gecentraliseerd CRAB-beheer PLUS
MIN
Technische kennis enkel bij CRAB-beheerder nodig
Noodzaak goede organisatie communicatie tussen betrokken ambtenaren en CRAB-beheerder Doordat het administratief beheer van een adres niet onmiddellijk gebeurt is er een tijdspanne tussen de noodzaak van een adres en de beschikbaarheid van een adres.
Technologische scenario’s De gemeente kiest welke technologische oplossing het meest wenselijk is voor toepassing binnen de organisatie. Er worden verschillende oplossingen aangeboden door het AGIV en de softwareleveranciers.
6.1.3
95 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 52: Overzicht technologische scenario's
Enerzijds kan er gekozen worden voor online raadplegen en bewerken van het CRAB, via de GRAB-services. Deze worden gebruikt in de online toepassing van het AGIV, en in toepassingen ontwikkeld door software- en dienstenleveranciers. Anderzijds kan een lokale databank bijgehouden worden die op geregelde tijdstippen via het xGRAB-uitwisselingsmodel gesynchroniseerd wordt met de centrale databank. In de praktijk zullen de lokale toepassingen vaak werken met een combinatie van de services en het xGRAB-uitwisselingsmodel. Deze keuze is zeker niet zonder belang. Eens vertrokken op het bepaalde spoor kan het een grote inspanning vragen om op een later tijdstip van spoor te veranderen. 6.1.3.1
Loket voor Authentieke Registratie Een eerste oplossing bestaat erin dat de gemeente het CRAB-beheer via het Loket voor Authentieke Registratie (Lara) – een online toepassing van het AGIV – uitvoert. Dit is een online internettoepassing die geen enkele aankoop, aanpassing of installatie van lokale software vereist, maar heeft als nadeel dat het geen integratie heeft met andere GIS- of andere administratieve software in de gemeenten. Met deze toepassing heeft de gemeente evenmin beschikking over een lokale adresdatabank.
96 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 53: Interface van het Loket voor Authentieke registratie (in ontwerp)
Tabel 28: Plus- en minpunten van het Loket voor Authentieke Registratie (Lara)
6.1.3.2
PLUS
MIN
Gratis
Geen integratie met andere software
Steeds live op CRAB
Geen lokaal bestand
Volledig beheer mogelijk
Afhankelijk van internet
Applicatie van softwareleverancier Wanneer men verkiest het CRAB te integreren binnen de bestaande softwareomgeving en te beschikken over een lokale databank kan gekozen worden voor een combinatie van lokaal en centraal beheer. Via deze methode dient men gebruik te maken van een eigen applicatie, al dan niet geleverd door een van de verschillende op de markt actieve producenten, die lokaal draait en een lokale adressendatabank bijhoudt. Elke transactie wordt onverwijld doorgestuurd naar de centrale databank. Via deze keuze heeft men de voordelen van het lokale beheer en zal de centrale databank synchroon blijven met de lokale.
97 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Tabel 29: Plus- en minpunten van applicatie van een softwareleverancier PLUS
MIN
Integratie binnen GIS en andere systemen
Niet gratis
Lokale kopie Niet afhankelijk van internet
6.1.3.3
Lokaal beheer Een derde optie is zo lokaal mogelijk beheer, waarin de online tijd tot een absoluut minimum beperkt kan worden. Via deze optie zal de lokale adresbeheersapplicatie in eerste instantie uitsluitend de lokale databank bijhouden en pas op geregelde tijdstippen de lokale databank met de centrale synchroniseren, gebruik makend van het xGRAB uitwisselingsmodel. Wanneer voor deze optie gekozen wordt, moet rekening gehouden worden met wijzigingen in relaties met het GRB, wanneer een nieuwe versie van het GRB beschikbaar is. Na het verschijnen van een bijgewerkt GRB, moet een controle op de relaties in de lokale databank gebeuren. Tabel 30: Plus- en minpunten van lokaal beheer PLUS
MIN
Integratie binnen GIS en andere systemen
Niet live op CRAB
Niet afhankelijk van internet
Herhaaldelijke synchronisaties
6.1.4
Scenario samenstellen en uitwerken
Op basis van de opgesomde aandachtspunten kan een scenario gekozen worden. Er bestaat geen optimaal scenario, geldig voor alle steden en gemeenten. Zoals reeds duidelijk werd tijdens het bekijken van de gemeentelijke adresgerelateerde processen bestaat er een grote diversiteit tussen de Vlaamse gemeenten op het vlak van interne werking en organisatie. Ook het CRAB biedt de steden en gemeenten de mogelijkheid hun werking op eigen maat te organiseren. Hiervoor dienen de drie bovenstaande scenario’s geëvalueerd te worden, zowel apart als in het totale plaatje. Immers, een keuze voor een bepaalde technologische oplossing sluit bijvoorbeeld bepaalde organisatorische scenario’s uit. Of de keuze voor een bepaald inhoudelijk scenario zal een invloed hebben op de mogelijkheden bij het uittekenen van het organisatorisch scenario. Deze handreiking zal, naargelang meer en meer gemeenten aan de slag gaan met het CRAB, uitgebreid worden met de ervaringen die gaandeweg opgedaan worden.
98 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
6.2
Initiële validatie Wanneer beslist is wat men zal beheren, en hoe dat aan te pakken, kan het eigenlijke implementatietraject starten. De eerste stap zal steeds de initiële validatie van het bestaande CRAB zijn. Dit houdt in dat de gemeente het CRAB nakijkt, overbodige componenten verwijdert, corrigeert waar nodig, aanvult waar het onvolledig is, enz. Het is niet nodig het CRAB adres per adres te overlopen. Indien de gemeente reeds beschikt over een actueel adressenbestand, kan dit geconfronteerd worden met het CRAB – de zogenaamde “initiële confrontatie”. Deze confrontatie levert een verschillijst op met adressen die gecontroleerd dienen te worden. Ook vanuit de ondersteuning van het AGIV kunnen lijsten met “verdachte gevallen” aangemaakt worden.
6.2.1
Oplijsting “verdachte gevallen”
Ook gemeenten zonder een eigen adressenbestand kunnen beschikken over een lijst van potentieel foute adresgegevens, de zogenaamde “verdachte gevallen”. Deze lijst kan worden aangemaakt dankzij enkele bevragingen en analyses van het bestaande CRAB. Deze kunnen bijdragen tot een snellere afhandeling van de initiële validatie. Er worden 3 verschillende types “verdachte gevallen” onderscheiden: 1. Foutief: Er zit een fout of onvolledigheid in dit adres, verplicht op te lossen 2. Verdacht: Het adres is verdacht, maar niet noodzakelijk fout. Verplicht te bekijken. 3. Vrijwillig: Het adres is verdacht, maar nazicht ervan is vrijwillig. Binnen het type “foutief” zijn 5 soorten: • • • • •
Huisnummers ‘in gebruik’ zonder koppeling met terrein Huisnummers met een afwijkende postcode Huisnummers zonder postcode Adressen die buiten de grenzen van de gemeente vallen Straatnamen ‘in gebruik’ zonder koppeling met een wegverbinding
Binnen het type “verdacht” zijn 4 soorten: • • • •
Meervoudig gekoppelde huisnummers Sterk gelijkende straatnamen Huisnummers die niet gelegen zijn tussen het vorige en volgende huisnummer Percelen gekoppeld aan meerdere huisnummers
Het type “vrijwillig” moet nog beschreven worden. Hieronder worden de verdachte gevallen verder verduidelijkt.
99 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
6.2.1.1
Huisnummers ‘in gebruik’ zonder koppeling met terrein Beschrijving: Het betreft een “zwevend” huisnummer. Indien het een geldig huisnummer betreft is een koppeling met een perceel en/of gebouw verplicht. Oorzaak: Een “zwevend” huisnummer kan op verschillende manieren ontstaan. Het grootste deel van deze adressen zijn afkomstig uit het rijksregister, maar er wordt geen overeenkomstig adres voor in Cadmap terug gevonden. Tot op heden wordt Cadmap gebruikt om adressen op de kaart te lokaliseren. Adressen die ongekend zijn op de kadastrale legger, en dus ook op Cadmap, zullen vaak “zwevende” adressen zijn in het CRAB. Oplossing: Indien het een bestaand en geldig huisnummer betreft, een koppeling leggen tussen het huisnummer en een perceel of gebouw. Indien het niet bestaand of geldig is: -
Het adres is ongeldig -> verander status naar “niet officieel”, of verwijder het. Het adres bestaat niet, en heeft nooit bestaan -> verwijder het adres (correctie) Het adres heeft bestaan, maar is niet meer in gebruik -> verander status naar “buiten gebruik” Het adres heeft bestaan, maar is niet meer in gebruik en zal nooit meer in gebruik genomen worden -> historiseer het adres
Illustraties:
Figuur 54: “Achtbunderstraat 12B” heeft geen koppeling met het terrein. De positie ervan in het CRAB werd automatisch geïnterpoleerd tussen de nevenliggende huisnummers, nummer 10 en 14.
100 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 55: “Bunderstraat 20” heeft evenmin een koppeling met het terren, en in het CRAB zijn evenmin nevenliggende huisnummers bekend. Zo wordt de adrespositie afgeleid van de straat.
6.2.1.2
Huisnummers met een afwijkende postcode Beschrijving: De postcode van het huisnummer is een postcode van een andere gemeente. Oorzaak: Deze adressen zullen vaak afkomstig zijn van de kadastrale legger. Oplossing: Het adres moet onderzocht worden. De postcode van een huisnummer moet geldig zijn binnen de gemeente. Illustraties:
101 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 56: "Gerselarendries 50, Grimbergen" heeft de postcode van buurgemeente Zemst. Het adres bestaat eveneens in Zemst, en het gebouw ligt op grondgebied Zemst. 6.2.1.3
Huisnummers zonder postcode Beschrijving: Er is geen postcode toegekend aan het huisnummer. Oorzaak: Deze fout kan verschillende oorzaken hebben. Het nummer kan verkeerdelijk in het CRAB gevoerd zijn zonder postcode, of de postcode was niet bekend toen het adres in het CRAB gevoerd werd. Oplossing: Een adres zonder postcode moet onderzocht worden. Dit onderzoek kan leiden tot de conclusie dat het een ongeldig adres is, en het uit het CRAB verwijderd mag worden. Ofwel is het een geldig adres, en kan de correcte postcode toegevoegd worden.
102 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Illustraties:
Figuur 57: “Maagd van Gentstraat 106” zit in het CRAB zonder postcode. De aanwezigheid van een “Kerkstraat 106” op hetzelfde perceel doet hier het vermoeden rijzen dat het adres zonder postcode een ongeldig adres betreft, en gewist mag worden.
Figuur 58: “Moutstraat 64” is een adres in een reeks adressen zonder postcode. Nummers 54 tem 80 ontbreken allen een postcode. Deze adressen zijn op terrein vastgesteld, maar nog niet terug te vinden in het kadaster of in het Rijksregister. 6.2.1.4
Adressen die buiten de grenzen van de gemeente vallen Beschrijving: De adrespositie valt niet binnen de grenzen van de gemeente. Oorzaak:
103 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Wanneer bij het bepalen van een adrespositie blijkt dat deze buiten de gemeentegrenzen valt, is dit een verdacht geval. Verschillende oorzaken zijn mogelijk. De middenschaligheid – en dus onnauwkeurigheid – van de gemeentegrenzen kan tot valse positieven leiden. Andere gevallen zullen foutieve adressen zijn. Oplossing: Het adres onderzoeken en de gepaste handeling ondernemen. Indien het een geldig en correct adres is kan het voldoende zijn een betere adrespositie toe te kennen. Illustraties:
Figuur 59: "Herlaarhof 1, Grimbergen" ligt op het grondgebied van Zemst. De gemeentegrens ligt in het midden van de straat.
104 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 60: "Leopold Luypaertstraat 60", de adrespositie valt door de onnauwkeurige gemeentegrenzen in de buurgemeente. Dit kan enkel opgelost worden met een nieuwe adrespositie. 6.2.1.5
Straatnamen ‘in gebruik’ zonder koppeling met een wegverbinding Beschrijving: Enkel voor GRB-gemeenten. Het betreft een “zwevende” straatnaam. Indien het een geldige straatnaam betreft is een koppeling met een wegverbinding verplicht. Oorzaak: Straatnamen in het CRAB zijn voornamelijk afkomstig uit het Rijksregister. Ze krijgen een koppeling met een wegverbinding wanneer een overeenstemmende straatnaam wordt teruggevonden in het NAVTEQ-bestand, of wanneer een straatnaambordje gevonden wordt tijdens een GRB-kartering. Toch blijven steeds enkele straatnamen zweven, deze zijn niet op terrein gezien, en zijn niet terug gevonden in NAVTEQ. Een deel van deze nieuwe straatnamen zullen nieuwe namen zijn. Oplossing: Deze straatnamen vragen een onderzoek. Ofwel is het een straatnaam die niet langer geldig is, en kan deze gehistoriseerd worden. Ofwel heeft de straatnaam nooit bestaan, en kan hij verwijderd worden. Ofwel is het wel degelijk een geldige straatnaam, en kan hij
105 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
aan de correcte wegverbinding gekoppeld worden. Indien de wegverbinding nog niet aanwezig is moet deze ingetekend worden. Illustraties:
Figuur 61: “Oude Hoeve” te Wetteren werd in 2006 in het CRAB gevoerd, maar sindsdien is nog geen locatie voor deze straatnaam gevonden.
106 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 62: “Zuttersrede” te Wetteren zit reeds lang in het CRAB, maar werd nooit aangetroffen in een wegenbestand als NAVTEQ, noch werd het op terrein aangetroffen tijdens de GRB-kartering. 6.2.1.6
Meervoudig gekoppelde huisnummers Beschrijving: Een huisnummer is gekoppeld aan meerdere gebouwen. Oorzaak: Huisnummers krijgen een koppeling met een gebouw na een conditionele overlay van de grb-percelenlaag (adp) met de gekarteerde gebouwen. In sommige gevallen zal er echter een overlap zijn van een perceel met verschillende gebouwen. Ondanks de condities in de overlay zullen nog steeds een aantal percelen hun huisnummer aan meerdere gebouwen doorgeven. Sommigen terecht, anderen onterecht.
107 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Conditionele overlay adresgegevens Tijdens de aanmaak van een GRB wordt een koppeling gelegd tussen adressen uit het CRAB en gebouwen in het GRB. Deze koppeling gebeurt aan de hand van een conditionele overlay van adresgegevens van de kadastrale legger, via de capakey gekoppeld aan de GRB-percelenlaag (adp). Aan de hand van de overlay kan vastgesteld worden welke gebouwen zich op welke percelen bevinden, en daarvan kan afgeleid worden welke adressen aan het gebouw gekoppeld kunnen worden. Echter, de geometrisch correcte weergave van gebouwen in het GRB levert conflicten op met de administratieve weergave van de percelen. Er bestaat geen garantie voor een één-op-één relatie tussen gebouwen en percelen. Wanneer adressen aan gebouwen toekegend worden gebeurt er een conditionele overlay. De condities zijn zodanig ingesteld dat de interpretatie zo correct mogelijk gebeurt. Hierbij worden enkele vuistregels gehanteerd: •
Indien een gebouw met 2 percelen overlapt, worden 2 gebouwdelen met elkaar vergeleken en zal het hele gebouw het adres krijgen van het perceel met het grootste gebouwdeel. Hierbij is het ene gebouwdeel de oppervlakte die zich op perceel X bevindt, en het andere gebouwdeel de oppervlakte die zich op perceel Y bevindt.
•
Hierop geldt een uitzondering indien beide gebouwedelen bijna even groot zijn. In dat geval zal het gebouw beide adressen toegewezen krijgen.
•
Wanneer een gebouw met meer dan 2 percelen overlapt, zal op een analoge manier gekeken worden naar de ration van de verschillende gebouwdelen.
Oplossing: De meervoudig gekoppelde huisnummers moeten onderzocht worden, en vervolgens correct gekoppeld. Indien de meervoudige koppeling terecht en correct is, kan het verdachte geval afgevinkt worden. Illustraties:
108 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 63: “Biezeweg 11” is gekoppeld aan 2 gebouwen. Op de kaart zien we dat op het perceel inderdaad 2 hoofdgebouwen gekarteerd zijn. Vermoedelijk is het adres uitsluitend op het grotere gebouw geldig, en moet de koppeling met het kleine gebouw verbroken worden.
109 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 64: “Bookmolen 7 en 9” liggen volgens de kadastrale legger beiden op hetzelfde perceel. Op terrein worden echter 2 gebouwen onderscheiden op dat perceel. Bij de overlay kregen beide gebouwen een koppeling met beide adressen van het perceel.
110 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 65: “Moerstraat 41” is aan 2 gebouwen gekoppeld, het correcte gebouw, maar ook aan het gebouw met adres “Korte Bergstraat 70”. Het gebouw met adres “Moerstraat 41” heeft een zodanig grote overlap met het perceel met adres “Korte Bergstraat 70” dat het beide adressen kreeg. 6.2.1.7
Sterk gelijkende straatnamen Beschrijving: 2 straatnamen lijken zodanig veel op elkaar, dat het mogelijk een dubbele straatnaam is.
111 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Oorzaak: Het merendeel van sterk gelijkende straatnamen, zullen onterecht als verdacht opgenomen zijn. In sommige gevallen zal er toch een terecht resultaat weergegeven worden. De oorzaak hiervoor kan bijvoorbeeld een typfout zijn in één van de bronnen van het CRAB. Oplossing: Indien de gelijkende straatnamen beiden geldig zijn kunnen ze afgevinkt worden. Wanneer gelijkende straatnamen beiden naar één straatnaam verwijzen kan de foute versie verwijderd worden. Illustraties:
Figuur 66: Sterk gelijkende straatnamen van de gemeente Evergem. 6.2.1.8
Huisnummers die niet gelegen zijn tussen het vorige en volgende huisnummer
112 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Beschrijving: Een huisnummer waarvan de adrespositie niet tussen het vorige en het volgende huisnummer ligt. Oorzaak: In deze categorie zijn veel verschillende oorzaken mogelijk. Er zal steeds een overlap zijn met verdachte gevallen in andere categorieën. Huisnummers zonder koppeling met terrein of meervoudig gekoppelde huisnummers zullen vaak een onlogische adrespositie hebben, en zo eveneens in deze categorie opgenomen worden. Verder zullen er ook een aantal gevallen onterecht als verdacht bestempeld worden. Bijvoorbeeld indien de nummering onregelmatig is, of wanneer een nummering niet vanaf 1 begint. Oplossing: Het verdacht geval moet onderzocht worden. Indien de realiteit correct weergegeven wordt kan het afgevinkt worden. Indien er toch fouten vastgesteld worden moeten deze gecorrigeerd worden. Illustraties:
Figuur 67: “Beekstraat 6” is onterecht opgenomen als verdacht geval. Er is geen lager huisnummer in gebruik in deze straat.
113 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 68: “Belzeelsdreefken 33” is onterecht een verdacht geval, omdat de huisnummering in deze straat een bocht van 180° maakt.
114 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 69: “Kanaalstraat 94 en 96” volgen de reeks van de straat niet. Het lijkt een terecht opgenomen verdacht geval, maar mogelijk kan onderzoek hier toch uitwijzen dat deze woningen inderdaad omgekeerd genummerd zijn. 6.2.1.9
Percelen gekoppeld aan meerdere huisnummers Beschrijving: Er zijn meerdere huisnummers gekoppeld aan hetzelfde perceel. Oorzaak: Volgens de informatie op de kadastrale legger zijn meerdere huisnummers geldig op eenzelfde perceel. Oplossing: Nagaan of de informatie correct is. Indien correct kan het geval afgevinkt worden. Indien foutief dient het gecorrigeerd te worden. Illustraties:
115 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Figuur 70: Perceel met capakey 42012A0368/00L000 heeft 2 adressen.
6.2.2
Initiële confrontatie -> verschillijst
Indien de gemeente reeds beschikt over een bijgewerkt adressenbestand, kan dit geconfronteerd worden met het bestaande CRAB. Deze confrontatie levert een verschillijst op die als startpunt kan dienen voor de synchronisatie tussen het gemeentelijke en het centrale adressenbestand. Heel wat adressen in deze verschillijst zullen fouten of onvolledigheden zijn in het CRAB, of in het gemeentelijk adressenbestand. Deze kunnen een onderzoek vergen om vast te stellen of een adres al dan niet terecht in één van beide bestanden zit. Het is mogelijk dat enkel door een terreinbezoek uitsluitsel verkregen kan worden.
116 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
6.2.2.1
Subadressen: standaardisatie Een vaak terugkomend probleem en mogelijk de hoofdbrok van een verschillijst is gerelateerd aan het gebrek aan regelgeving en standaarden in het toekennen van subadressen, dit zijn appartement- of busnummers. Hoewel hier een richtlijn rond bestaat is deze geenszins een verplichting, evenmin bestaat er een eenduidige wetgeving omtrent de autoriteit over het toekennen van appartement- en busnummers. Veel gemeenten houden er een eigen standaard op na, sommige gemeenten hanteren helemaal geen standaard, anderen trachten de richtlijnen van het Rijksregister te volgen: Richtlijn Rijksregister: In het streven naar uniformiteit is het aangewezen dat de gemeenten voortaan volgende regels respecteren voor het toekennen van een indexnummer: 1ste positie : eventueel een hoofdletter (zoniet ∆) om een nummer te creëren voor een ander gebouw en alzo een hernummering van de volledige straat te vermijden; 2de en 3de positie : aanduiding van de verdieping; 4de positie : nummer van de wooneenheid op die verdieping; gebruik van de cijfers 1 tot 9, en daarna de letters van het alfabet (kleine letters). Bovendien moeten bij het invoeren van een indexveld nog twee andere principes gerespecteerd worden, met name: De index volgt onmiddellijk na het huisnummer (het programma van het Rijksregister plaatst automatisch de schuine streep om de twee zones te scheiden). Indien nodig kunnen de 4 posities van het indexveld worden opgevuld met spaties (∆).
Al wordt toegestaan dat gemeenten een eigen standaard gebruiken: Gelet op de gemeentelijke autonomie en rekening houdend met de vroegere instructies is het mogelijk dat de gemeente (in principe bij gemeentelijk reglement) een andere uniforme methode toepast om het indexnummer weer te geven door bijvoorbeeld de appartementen of de busnummers doorlopend te nummeren. Voorbeeld: 52/6 (appartement nr. 6 op 3de verdieping) of 52/b6. Ten einde geen tegenstrijdigheden te creëren in het woningenbestand en de burger niet nodeloos te belasten met een aantal administratieve formaliteiten kan de gemeente in deze gevallen het bestaande systeem van de nummering van indexen behouden. De gemeente moet er in ieder geval over waken dat de bestaande nummering van de index niet leidt tot verwarring of betwisting, dat het indexveld eventueel wordt opgevuld met spaties, en onmiddellijk volgt op het huisnummer.
De richtlijn van het Rijksregister is niet bindend, het is aan de gemeenten vrij een eigen systeem van appartement- of busnummering toe te passen. Het CRAB laat dit toe, met als enige beperking een maximaal toegestane lengte van 11 tekens. De prioriteit van een standaardisatie wordt door de gemeente bepaald. Hoewel een logische noteringsmethodologie ontegensprekelijk nuttig is, vereist het uitvoeren van een retroactieve standaardisatie dat inwoners hun feitelijke adresgegevens aangepast zien en
117 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
dus langs het loket dienen te komen voor aanpassing van identiteitskaarten. Dit kan een sterk argument zijn om historische aanpassingen tot een minimum te beperken en een eventueel nieuwe methodologie voornamelijk als standaard voor nieuwe adressen te gebruiken. 6.2.2.2
Officieuze (sub)adressen Het is bij federale wet bepaald dat de steden en gemeenten straatnamen toekennen, verankerd bij gemeenteraadsbesluit. Rond huisnummering en zeker appartement- en busnummering is de regelgeving heel wat minder duidelijk. De gevolgen van de hierdoor ontstane wildgroei van adressen kwam duidelijk aan het licht in de gemeente Zwijndrecht, tijdens een controle van het CRAB:
De witte, zwarte en grijze adressen van Zwijndrecht Bij de initiële validatie van het CRAB door de gemeente Zwijndrecht kwam een interessante problematiek aan het licht: de zogenaamde witte, zwarte en grijze adressen! Voornamelijk bij terreincontrole van het adressenbestand werden deze merkwaardige afwijkingen vastgesteld. Zo werd er bijvoorbeeld een gebouw met 1 wooneenheid gevonden waar toch 25 postbussen aan de inkom hangen, alle 25 in gebruik, met naamkaartje. Het spreekt voor zich dat al deze mensen niet werkelijk in dat gebouw wonen maar om diverse redenen verkiezen hun post (al dan niet inclusief de officiële post) op een ander adres dan hun woonplaats toe te laten komen. De gemeente heeft de afwijkingen geclassificeerd als “witte”, “zwarte” en “grijze” adressen: Witte adressen: deze adressen bestaan officieel in het bevolkingsregister en er zijn dus officieel mensen ingeschreven op deze adressen maar in werkelijkheid wonen ze fysiek op een andere locatie. Zwarte adressen: deze adressen bestaan niet officieel en er staan dus ook geen mensen opgeschreven in het bevolkingsregister maar in werkelijkheid wonen er wel degelijk mensen. Grijze adressen: deze adressen bestaan officieel in het bevolkingsregister en er zijn dus officieel mensen ingeschreven op deze adressen, de mensen wonen ook fysiek op dit adres, maar het adres is in tegenspraak met andere wetgeving. Deze adressen veroorzaken problemen in het CRAB, zeker wanneer dit een authentieke geografische gegevensbron wordt. Bijvoorbeeld, zwarte adressen komen normaal gezien niet in het CRAB terecht, in geen enkele officiële procedure komt het bestaan ervan aan het licht. Echter, de bewoners van zwarte adressen zullen hun adres wel gebruiken voor bijvoorbeeld communicatie met nutsbedrijven. Deze afwijkingen zijn niet per definitie illegaal, tal van situaties kunnen leiden tot het ontstaan van dergelijke witte, zwarte en grijze adressen. Zo kunnen mensen tijdelijk op een ander adres dan hun domicilie verblijven, bijvoorbeeld tijdens lange verbouwingswerken aan hun eigen woning. Het is niet ongewoon dat men correspondentie in deze periode naar het tijdelijke adres laat sturen in plaats van het domicilieadres. Het tijdelijke adres is dan eigenlijk een “zwart” adres terwijl de eigen woning een “wit” adres vormt.
Gebrek aan wettelijke procedure voor appartement- en busnummers
118 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
In veel gemeenten worden bus- en/of appartementnummers toegekend door bouwpromotoren of eigenaars van gebouwen. De adressen worden dan officieel wanneer mensen zich erop laten inschrijven. Hierdoor is er een gebrek aan samenhang en overzicht ontstaan in het register der subadressen.
6.2.2.3
Hoekpercelen Een vaak terugkerend “verdacht geval” of bron van fout in een adressenlijst is een hoekperceel. Indien een gebouw 2 woonentiteiten bevat en 2 ingangen heeft komt het op een hoek van 2 straten vaak voor dat beide entiteiten in een andere straat genummerd zijn. Het is verdacht dat 1 gebouw in 2 straten ligt, maar in dergelijke gevallen is dit geen fout in het adressenbestand.
6.2.2.4
Geografische component Het CRAB biedt de mogelijkheid een lijst op te vragen van alle in het CRAB gekende adressen waaraan geen geografische component toegekend is. Tijdens de initiële validatie dient deze lijst overlopen te worden en een locatie toegekend aan alle bestaande adrescomponenten. Hierbij wordt in het CRAB-decreet onderscheid gemaakt tussen steden of gemeenten die wel of niet over een GRB beschikken. Waar reeds een GRB bestaat vraagt het decreet in de eerste plaats dat alle adressen worden gekoppeld aan een gebouw, een administratief perceel of een kunstwerk uit het GRB. Wanneer er geen GRB ter beschikking is kan deze relatie niet gelegd worden en moet de koppeling gelegd worden met de percelen. Van zodra het GRB afgewerkt is, start een termijn van 2 jaar waarin de adresbeheerder de ontbrekende koppelingen met GRB-gebouwen dient te leggen.
6.2.2.5
Schrijfwijze straatnamen Doorheen de jaren kunnen straatnamen verbasterd worden, verschillende schrijfwijzen worden gehanteerd en de juiste schrijfwijze uit het originele gemeenteraadsbesluit geraakt vergeten. Deze verscheidenheid aan schrijfwijzen kan dubbele straatnamen doen ontstaan, of kan ertoe leiden dat enkel een variant op de correcte schrijfwijze in het CRAB opgenomen is. In geval van twijfel kan men enkel het originele gemeenteraadsbesluit raadplegen om definitief de correcte straatnaam in het CRAB te steken.
119 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Controle straatnamen in Vilvoorde Tijdens een controle van de straatnamen in het CRAB stelde het stadsbestuur van Vilvoorde onduidelijkheid vast over de correcte schrijfwijze van een aantal straatnamen. Voor enkele daarvan bracht zelfs het onderzoek geen duidelijkheid, op verschillende stedelijke lijsten werden verschillende schrijfwijzen gebruikt. De straatnamen in het CRAB komen wel overeen met de straatnamen uit het Rijksregister, maar niet met de originele gemeenteraadsbesluiten. De problematiek werd geïnventariseerd, bij 19 straatnamen in het Rijksregister werden fouten vastgesteld, onder te verdelen in 5 categorieën:
NAAM IN RIJKSREGISTER
NAAM IN GEMEENTERAADSBESLUIT
AANTAL INWONERS
Nieuwbrugstraat
0
Sint-Annalaan
234
Anjerstraat
49
Peñarroyalaan
23
Cardijnplein (Kardinaal)
13
Foutieve naamgeving •
Nieuwburgstraat
Foutieve spelling – koppelteken •
Sint Annalaan
Foutieve spelling – tussen s •
Anjersstraat
Foutieve spelling – overige •
Penarroyalaan
Andere schrijfwijze eigennamen •
Kardinaal Cardynplein
Van elke foutieve straatnaam werd meteen berekend hoeveel inwoners erdoor getroffen werden. Een overzichtsdocument kon zo aan het College van Burgemeester en Schepenen overgemaakt worden, zodat actie ondernomen kon worden om een einde te maken aan deze situatie.
6.3
Ingebruikname CRAB/CRAB: validatie voltooid! Deze mijlpaal wordt door de gemeente bereikt en heeft enkele belangrijke consequenties. Vanaf dit punt staat de gemeente autonoom in voor de bijhouding van het Gemeentelijk Referentie Adressenbestand en zorgt de gemeente dat alle adresmutaties in het CRAB opgenomen worden. Dit hoeft niet per definitie onmiddellijk te zijn, de mogelijkheid wordt geboden om bewerkingen online door te voeren, alternatief kan men verkiezen offline in de eigen databank te werken en de bewerkingen op geregelde tijdstippen in bulk door te voeren. Deze autonomie betekent ook dat andere instanties geen gegevens voor de gevalideerde gemeente meer kunnen aanleveren in het CRAB. Het AGIV zal wel nog gegevens uit het Rijksregister inladen maar deze zullen geen nieuwe CRAB-adressen genereren. Een tool wordt ter beschikking gesteld om na te gaan welke adressen gekend zijn door het
120 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
rijksregister maar nog niet in het CRAB opgenomen. Zo kan de gemeentelijke adresbeheerder snel overlopen welke adressen toch in het CRAB opgenomen mogen worden en welke onterecht in het Rijksregister gekend zijn. MELDINGEN Gebruikers van het CRAB die fouten of onvolledigheden vaststellen hebben de plicht deze te melden aan de adresbeheerder, zijnde de gemeente waar het adres zich bevindt. De meldingsprocedure wordt vastgelegd in het uitvoeringsbesluit (in ontwerp) op het CRAB-decreet:
Art. 8. Binnen het agentschap is er een meldingspunt als vermeld in artikel 3, 6°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 houdende de uitvoering van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer. Dat meldpunt registreert meldingen van onnauwkeurige, onvolledige of onjuiste gegevens en geeft die meldingen door aan het contactpunt van de betrokken gemeente voor onderzoek. Art. 9. Het contactpunt van de betrokken gemeente bezorgt binnen tien werkdagen het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 8, aan het meldingspunt binnen het agentschap. Indien bijkomend onderzoek vereist is, bezorgt het contactpunt van de betrokken gemeente uiterlijk binnen zes maanden het resultaat van het bijkomend onderzoek aan het meldingspunt binnen het agentschap. Indien de melding gegrond is, verbetert of vult de gemeente het gegeven aan en deelt dit mee aan het agentschap overeenkomstig artikel 5 en 6. Het meldingspunt bezorgt het resultaat van het onderzoek en desgevallend van het bijkomend onderzoek binnen tien werkdagen na de ontvangst van het resultaat aan degene die een onnauwkeurig, onvolledig of onjuist gegeven heeft gemeld.
Artikel 8 bepaalt dat het AGIV de meldingen ontvangt en verdeelt naar de betrokken gemeente. In artikel 9 wordt vastgelegd dat de gemeente 10 dagen tijd heeft om de melding te behandelen en dat in gevallen waar bijkomend onderzoek vereist is deze termijn verlengd kan worden tot 6 maanden. Doet de adresbeheerder een uitspraak over de melding, dan is het de taak van het AGIV om dit resultaat over te maken aan de melder.
121 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
7 Meerwaarde van het gebruik van CRAB 7.1
Vermindering kosten van verwerken en beheer Besparingen op reguliere overheidstaken Het grootste deel van de baten van het gebruik van CRAB komt voort uit tijdsbesparingen bij het gebruik van adresgegevens bij reguliere beleidstaken op alle bestuursniveaus met betrekking tot de afgifte van adresgerelateerde documenten en de toekenning van adresgerelateerde subsidies. Volgende typen van besparingen kunnen hier worden onderscheiden: • • •
Besparing op het corrigeren van gegevens; Besparing op het matchen en verzamelen van gegevens; Besparing bij het registreren en muteren van gegevens.
BESPARINGEN BIJ ANDERE PARTIJEN Daarnaast wordt verondersteld dat ook andere partijen dan gemeenten (bv. veiligheidsdiensten) bij de uitvoering van hun reguliere taken zullen kunnen besparen op het verzamelen van adresgegevens eenmaal het CRAB als authentieke geografische gegevensbron voor adressen beschikbaar is. BESPARINGEN DOOR RUIMTELIJKE ANALYSETOEPASSINGEN Binnen de overheid zal kunnen worden bespaard op de incidentele verzameling van adresgegevens bij de beantwoording van ad hoc beleidsvragen met een ruimtelijke component. Voorbeelden van beleidsvragen met een ruimtelijke component die voortkomen uit ongestructureerde werkprocessen zijn: • • •
Hoeveel en welke scholen liggen binnen het verzorgingsgebied (bvb. binnen eens straal van 500 m) van een tramhalte? Welke pluimveebedrijven liggen binnen een ophokgebied? Ligt een woning met een bepaald adres binnen een natuurgebied of rust er een recht van voorkoop op?
Dergelijke ruimtelijke analysevragen kunnen met behulp van de nauwkeurige geografische component van adresgegevens in het CRAB eenvoudig worden beantwoord. De kwalitatieve baten hiervan mogen niet onderschat worden. De doorlooptijd van dergelijke incidentele gegevensverzameling wordt aanzienlijk teruggebracht en de kwaliteit van het ruimtelijk overheidsbeleid neemt toe opdat ze op een meer geïntegreerde en onderbouwde manier (ruimtelijke ordening, mobiliteit, milieu, …) verloopt. BESPARING VAN DE OVERHEID DOOR MEER EFFICIËNTE CONTACTEN MET BEDRIJVEN EN BURGERS De invoering van het CRAB zal leiden tot een algemene verhoging van de kwaliteit van adresgegevens (foutencorrecties, grotere volledigheid en hogere actualiteit). Daardoor kan het contact tussen overheid en bedrijven respectievelijk burgers efficiënter verlopen:
122 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
minder corrigerende correspondentie en minder aanvragen voor aanvullende informatie worden nodig.
7.2
Indirecte effecten (eindgebruikers) Naast de voordelen in efficiëntie bij de directe gebruikers van adresgegevens binnen de overheden, zal de invoering van het CRAB ook bij andere gebruikers (eindgebruikers) tot voordelen kunnen leiden, zelfs al hebben deze slechts een beperkte toegang omwille van de bepalingen omtrent de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Eindgebruikers zijn burgers, bedrijven en andere instellingen. ADMINISTRATIEVE LASTENVERLAGING: TIJDSBESPARING BEDRIJFSLEVEN IN CONTACT MET DE OVERHEID
VOOR
HET
Ook aan de kant van de bedrijven zal een kwaliteitsverbetering in de adresgegevens leiden tot een meer efficiënte relatie met de overheden en dus uiteindelijk tot een administratieve lastenverlaging. Hier kan men veronderstellen dat de omvang van een gemiddelde tijdsbesparing per contact voor een bedrijf gelijk is aan die van de contacterende overheidsinstantie. TIJDSBESPARINGEN VOOR DE BURGERS IN CONTACT MET DE OVERHEID Ook aan de kant van de burgers zal een kwaliteitsverbetering in de adresgegevens leiden tot een meer efficiënte relatie met de overheden en dus uiteindelijk tot een administratieve lastenverlaging. FRAUDEBESTRIJDING Deze besparing is gebaseerd op de veronderstelling dat de kwaliteit van de gemeentelijke adresbestanden door de invoering van het CRAB eveneens zal verbeteren. Een kwaliteitsverbetering en met name een grotere volledigheid en actualiteit van adresgegevens door invoering van het CRAB kan leiden tot een meer gerichte inning van de belastingen. VERHOGING OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Voor diverse instanties die instaan voor het handhaven van de openbare orde en de veiligheid (politie, brandweer, ziekenwagens) zijn kwaliteitsvolle adresgegevens (mét hun geografische component) van wezenlijk belang. Vandaag vullen en beheren deze instanties op een gefragmenteerde wijze zelf hun databases met gegevens die veelal gebaseerd zijn op onbetrouwbare bronnen waarvan de kwaliteit onvoldoende kan worden gegarandeerd. De gegevenshuishouding hierbij is inefficiënt. Het CRAB kan voor deze sector uitkomst bieden als basis voor een optimaal gegevensbeheer van adresobjecten. Het CRAB kan verschillende informatiebronnen met elkaar verbinden (op basis van het adres als gegevensintegrator), zodat er een adequaat systeem ontstaat waarbij iedere instantie gebruik maakt van een aantal gekoppelde databases met procesgerelateerde thematische gegevens. Door de verhoogde kwaliteit van de adresgegevens (betrouwbaarheid, actualiteit) kan deze sector: • • •
haar huidige taken beter en veiliger uitvoeren; haar takenpakket uitbreiden; haar benodigde gegevens op een efficiëntere wijze beheren.
Heel concreet zal het CRAB een betere routenavigatie toelaten, omdat de posities van adressen tot op perceels- en of gebouwniveau worden ingewonnen, en dus niet langer
123 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
ingeschat worden op basis van de interpolatie van de ligging van kruispunten, zoals dit het geval is bij commerciële navigatietoepassingen.
Figuur 71:GRB-extract van Brasschaat verrijkt met CRAB-huisnummers met exacte adresposities (links) vs. huisnummerbereiken en dus geschatte adresposities in een commercieel wegennetwerk (rechts) CRISISMANAGEMENT / RAMPENBESTRIJDING BETER
In het verlengde van de verhoging van de openbare orde en veiligheid, zal het CRAB toelaten om betrouwbare adresgegevens en –posities op snelle wijze te ontsluiten ingeval van calamiteiten. STIMULANS VRAAGGESTUURDE DIENSTVERLENING Door het rechtstreeks betrekken van de gemeenten (als wettelijk verantwoordelijken voor de belangrijkste adrescomponenten) bij de bijhouding van CRAB, wordt maximaal invulling gegeven aan de principes van “eenmalige registratie en maximaal gebruik van gegevens” (e-government en INSPIRE) en “beheer van de data op het meest geschikte niveau” (subsidiariteitsprincipe binnen INSPIRE). Door het uitbouwen van authentieke gegevensbronnen kan de Vlaamse overheid de gewenste en noodzakelijke stap maken van een aanbodgestuurde naar een vraaggestuurde dienstverlening. Dit betekent een dienstverlening waarbij de overheid geen standaard set aan gegevens beschikbaar stelt, maar (combinaties van) gegevens op basis van specifieke vragen van de burger. De burger kan de gewenste gegevens – binnen de grenzen van de privacywetgeving – veelal zelf samenstellen door gebruik te maken van elektronische dienstverlening via internet. Als authentieke geografische gegevensbron van de gegevensintegrator bij uitstek – het adres – vormt het CRAB hierbij een essentiële schakel. VERBETERING TOEZICHT / HANDHAVING / NALEVING Een belangrijke taak van de overheid is het houden van toezicht en het zorgen voor naleving van wet- en regelgeving. Omdat heel wat regelgeving betrekking heeft op geografische objecten die een adres bezitten (mobiliteit, leefmilieu, ruimtelijke ordening), zal het beschikken over een nauwkeurig, volledig en actueel gebiedsdekkend adressenbestand de overheid helpen om op een grondiger manier invulling te geven aan deze kerntaak. VERSTERKING GEBIEDSGERICHT BELEID
124 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
De invoering van het CRAB zal zeker een positieve invloed hebben op de kwaliteit van de beleidsvorming binnen de overheid. Het beleid kan vooral meer gebiedsgericht worden geformuleerd, waardoor het beter aansluit bij de knelpunten in de regio. Door het CRAB (in combinatie met het GRB) komen immers meer en betrouwbaardere gegevens over de gebouwde omgeving beschikbaar. Op dit moment zijn gegevens over de samenstelling en de kwaliteit van de gebouwde omgeving schaars en niet altijd uniform en gebiedsdekkend. Het CRAB zal samen met het GRB daarin verandering brengen door een volledige, actuele en uniforme set van adresgegevens over gebouwen, verblijfseenheden en percelen op te leveren. Het CRAB biedt bovendien de mogelijkheid tot koppeling van kenmerken van adresseerbare objecten (gebouwen, percelen, kunstwerken, …) aan de kenmerken van de gebruikers (huishoudens of bedrijven). Verwacht mag worden dat op verschillende overheidsniveaus die grotere beschikbaarheid van gegevens over gebouwen en hun gebruikers zal leiden tot beter onderbouwde analyses die de kwaliteit van de beleidsvoorbereiding zullen verhogen. In het kader van wetenschappelijk en beleidsonderzoek biedt het CRAB als gebiedsdekkend adressenbestand enorme koppelingsmogelijkheden met attribuutbestanden (binnen de grenzen van de privacybescherming). Op dit moment is men vaak afhankelijk van steekproefonderzoek dat in veel gevallen niet gebiedsdekkend is en slechts in beperkte mate algemeen geldende uitspraken toelaat. Op het niveau van de Vlaamse overheid en de provincies zijn het met name de beleidsvelden die zich bezighouden met ruimtelijke ordening, mobiliteit, milieu, … die in de beleidsvorming zullen profiteren van de toename van gegevens en de koppelingsmogelijkheden door de invoering van het CRAB. Voornamelijk de aspecten van uniformiteit op het hogere geografische schaalniveau dan gemeenten en van grotere actualiteit zullen een belangrijk positief effect ressorteren op de kwaliteit van de beleidsvoorbereiding. Voor de gemeenten is voor de beleidsvoorbereiding van belang dat men door de implementatie van het CRAB op een snelle en betrouwbare manier actuele adresgerelateerde gegevens (gebouwen, vergunningen, demografische variabelen, …) voor bepaalde deelgebieden binnen de gemeenten zal kunnen verkrijgen. De voorbereiding van interventieplannen voor de inzet van politie, brandweer en ambulancediensten kan op deze manier veel gedetailleerder en actueler.
125 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Bijlage 1: CRAB datamodel 1 Bespreking van het CRAB datamodel In deze bijlage wordt het datamodel van het CRAB verduidelijkt. Deze achtergrondinformatie is van belang bij het overwegen van de verschillende implementatiescenario’s.
1.1
Conceptueel model xCRAB uitwisselingsstandaard Het xCRAB conceptueel model beschrijft de uitwisselingsstandaard voor het CRAB. Dit model is het meest geschikt voor een bespreking van het CRAB datamodel omdat het beperkt is tot de entiteiten die relevant zijn voor een gemeentelijk beheerder van het CRAB. Ter verduidelijking van het model werd het ingekleurd zodat een beter zicht kan verkregen worden op de inhoud van het model, de structuur en de rolverdeling die ermee gepaard gaat. De verschillende entiteittypes worden naar deze legende ingekleurd:
126 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Het xCRAB conceptueel model: Gemeente (vrijwillig)/rijksregister/ Agiv
Gemeente (vrijwillig)/Agiv
AAPD/Agiv
Gemeente (vrijwillig)/ Agiv
rrAdres
kadAdres
adrespositie
+rrHuisnummer[1] +index[0..1] +subkantoncode[1] -rrStraatcode[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] -eindmetadata[0..1]
transactie
+kadHuisnummer[1] +kadStraatcode[1] +nisGemeentecode[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
+adrespositie[1] +herkomstAdrespositie[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
0..*
+oudeIdentificator[0..1] +nieuweIdentificator[0..1] +objecttype[1] +transactietype[1] +transactietijdstip[1]
1
1 0..*
0..* 1
adresRrAdres +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
adresKadAdres «abstract» adres 0..*
1
1
«type» metadata +tijd[1] +organisatie[1] +bewerking[1]
+begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
0..*
Gemeente (vrijwillig)/AAPD/AGIV Gemeente (decretaal)/Agiv
Gemeente/rijksregister straatnaam
subadres 1
+subadres[1] +aardSubadres[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
huisnummer 0..*
1 1
+huisnummer[1] +huisnummersorteerveld[0..1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
0..*
1
+straatcode[1] +straatnaam[1] +taalcodeStraatnaam[1] +straatnaamTweedeTaal[0..1] +taalcodeStraatnaamTweedeTaal[0..1] +nisGemeentecode[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
rrStraatnaamStraatnaam
1
0..*
+subkantoncode[1] +rrStraatcode[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
1
1 1 1
Gemeente (decretaal) 0..* /Agiv /AAPD terreinobjectHuisnummer
0..*
postkantoncode +postkantoncode[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
+begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
0..* straatkant +kant[1] +pariteit[0..1] +eersteHuisnummer[0..1] +laatsteHuisnummer[0..1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
0..* 0..* 1
1..*
1
terreinobject
wegobject
+identificatorTerreinobject[1] +aardTerreinobject[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
+identificatorWegobject[1] +aardWegobject[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
huisnummerstatus +huisnummerstatus[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
Gemeente (vrijwillig)/Agiv
straatnaamstatus
1..*
gebouwstatus +gebouwstatus[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
wegverbindingstatus 1..*
1
gebouw +aardGebouw[1]
1..*
subadresstatus
1..*
wegverbinding +aardVerharding[1] +morfologischeWegklasse[1] 1
1
+subadresstatus[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
+straatnaamstatus[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
1..*
+wegverbindingstatus[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
1
1..*
gebouwgeometrie
wegverbindinggeometrie
+gebouwgeometrie[1] +methodeGebouwgeometrie[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
+wegverbindinggeometrie[1] +methodeWegverbindinggeometrie[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
Dit model kan onderverdeeld worden in “straten”, “huisnummers en subadressen” en “adressen”.
127 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
1.1.1
CRAB Straten Gemeente (decretaal)/Agiv
Gemeente/rijksregister
straatnaam +straatcode[1] +straatnaam[1] +taalcodeStraatnaam[1] +straatnaamTweedeTaal[0..1] +taalcodeStraatnaamTweedeTaal[0..1] +nisGemeentecode[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
rrStraatnaamStraatnaam
1
0..*
+subkantoncode[1] +rrStraatcode[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
1
1 0..* straatkant +kant[1] +pariteit[0..1] +eersteHuisnummer[0..1] +laatsteHuisnummer[0..1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
0..*
Gemeente (vrijwillig)/Agiv 1 wegobject
straatnaamstatus
+identificatorWegobject[1] +aardWegobject[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
1..*
+straatnaamstatus[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
wegverbindingstatus wegverbinding +aardVerharding[1] +morfologischeWegklasse[1] 1 1
1..* wegverbindinggeometrie +wegverbindinggeometrie[1] +methodeWegverbindinggeometrie[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
128 / 147
1..*
+wegverbindingstatus[1] +begindatum[1] +einddatum[0..1] +beginmetadata[1] +eindmetadata[0..1]
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Een “straat” in het CRAB wordt grosso modo beschreven door een straatnaam en zijn koppeling met een geografisch object. Het model maakt duidelijk dat de adrescomponent ‘straatnaam’ enkel een verplichte koppeling heeft met een status. Een relatie met straatkanten of een straat volgens het Rijksregister is mogelijk, maar niet verplicht in het model. De koppeltabel ‘rrStraatnaamStraatnaam’ verzorgt de relatie van een straatnaam met een straatnaam volgens het Rijksregister. 1 CRAB straatnaam kan gerelateerd zijn met 0, 1 of meer straatnamen volgens het Rijksregister. De koppeltabel ‘straatkant’ verzorgt de relatie van de straatnaam met zijn ‘wegobjecten’. Een straatnaam kan relatie hebben met 0, 1 of meer straatkanten. Straatkanten zijn ingevoerd om situaties waar een weg aan de linker en rechterkant verschillende attributen heeft, bijvoorbeeld een verschillende straatnaam, te kunnen verwerken.
Geografisch zijn de straatkanten gekoppeld aan ‘wegobjecten’. Een ‘wegobject’ wordt samengesteld door een wegverbinding, een status en een geometrie. Een straatkant moet aan exact 1 wegverbinding gekoppeld zijn maar 1 wegverbinding kan aan 0, 1 of meerdere straatkanten gekoppeld zijn. Typisch heeft een wegobject echter 2 straatkanten, links en rechts. De mogelijkheid om meer dan 2 straatkanten te koppelen heeft te maken met historiek. Er kunnen dus meerdere straatkanten zijn, maar typisch zijn er niet meer dan 2 actief binnen dezelfde geldigheidsperiode.
129 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
1.1.2
CRAB Huisnummers en subadressen
De adrescomponent ‘huisnummer’ is het centrale gegeven. Een huisnummer is enerzijds gekoppeld aan een straatnaam, anderzijds 0, 1 of meerdere subadressen en aan een postkantoncode (ook 0, 1 of meerdere, dit omwille van bijhouding historiek moesten
130 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
postkantoncodes heringedeeld worden). De relatie met het terrein wordt verzorgd door de koppeltabel ‘terreinobjectHuisnummer’. Tenslotte, zowel ‘huisnummer’ als ‘subadres’ zijn gekoppeld aan een status. De koppeltabel ‘terreinobjectHuisnummer’ gaat om met de veel-veel relatie die kan bestaan tussen een huisnummer en geometrische objecten. Immers, niet alleen kan een huisnummer geldig zijn voor meer dan 1 gebouwen of percelen, tevens kan een huisnummer zowel gekoppeld worden aan een gebouw als aan een perceel. Anderzijds kan een gebouw of perceel meerdere adressen bevatten. De geometrische component van een huisnummer wordt bepaald door het ‘terreinobject’. Wanneer het terreinobject een gebouw betreft wordt dit samengesteld door een geometrie en een status. Indien het terreinobject een perceel betreft wordt er geen geometrie in het CRAB opgenomen, enkel de CAPAKEY van het betreffende perceel als attribuut ‘identificatorTerreinobject’. Subadressen op zich hebben geen geometrische component, ze volgen immers de terreinobject-huisnummer relatie van het huisnummer.
1.1.3
CRAB-adressen
Deze entiteittypes beschrijven het gegeven “adres” in het CRAB. Echter, het entiteittype “adres” is een abstracte entiteit. Een adres in het CRAB wordt steeds bepaald door de samenstelling van een huisnummer en een straatnaam, eventueel aangevuld met een subadres. Deze combinatie is uniek voor elk adres en identificeert het abstracte type adres. Dat maakt de relatie mogelijk van een adres in het CRAB met adressen volgens het Rijksregister (links) en de AAPD (rechts). Tevens is de mogelijkheid voorzien aan een adres een of meerder puntvormige XY-coördinaten toe te kennen, deze worden opgeslagen in het entiteittype ‘adrespositie’.
131 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
1.1.4
CRAB-Historiek
Elk object in de CRAB databank bevat enkele attributen ter ondersteuning van de bijhouding van een historiek. Hierbij is het belangrijk een onderscheid te maken tussen de objecthistoriek, wat te maken heeft met de toestand in de realiteit, en de metadata inclusief recordhistoriek die uitsluitend gegevens zijn over het gegeven in de databank. Een adresbeheerder zal deze metadata niet kunnen beheren, ze worden automatisch bijgehouden. Enkel wanneer men bepaalde analyses op gegevens wenst uit te voeren komen deze metadata van pas. OBJECTHISTORIEK Het CRAB-model ondersteunt bijhouding van historiek. Het is een ingebouwde functionaliteit van elk gegeven in de databank de ‘geldigheidsperiode’ te achterhalen. Hiermee bedoelen we de periode dat het gegeven in de databank refereert naar een in de realiteit bestaande adrescomponent. Bijvoorbeeld kan men van een straatnaam bijhouden op welk moment hij per gemeenteraadsbeslissing werd goedgekeurd en op welk moment die naam weer werd afgeschaft. De periode tussen deze twee data is de geldigheidsperiode van de straatnaam. Kortom: • •
Historiek van het object in de werkelijkheid Beschreven door ‘begindatum’ en ‘einddatum’
RECORDHISTORIEK Buiten de reële historiek van de gegevens wordt ook een historiek van het gegeven in de databank bijgehouden. Op basis hiervan is het bijvoorbeeld mogelijk te achterhalen in welke periode een bepaald gegeven foutief in de databank zat. Dit is de recordhistoriek. Kortom: • •
Historiek van het record in de databank Beschreven door ‘begintijd’ en ‘eindtijd’
METADATA Andere metadatavelden zijn de aanduiding van de bewerking waarmee een gegeven in de databank is opgenomen, en wie deze bewerking heeft uitgevoerd.
1.2
Codelijsten De codelijsten geven een overzicht van de mogelijke waarden van een aantal attributen. Waar bijvoorbeeld ‘straatnaam’, ‘huisnummer’, ‘subadres’ vrije velden zijn bevatten heel wat attributen een limitatieve codelijst, enkel deze waarden kunnen aan de betreffende attributen toegekend worden. Deze attributen geven een beeld van de inhoud van het CRAB.
1.2.1
aardAdres
aardAdres Definitie
132 / 147
Beschrijft de aard van een adres.
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Beschrijving
Attribuut dat beschrijft of een adres betrekking heeft op een huisnummer of een subadres.
Code
Waarde
Definitie
1
Subadres
Het adres is een subadres.
2
Huisnummer
Het adres is een huisnummer.
1.2.2
aardGebouw
aardGebouw Definitie
Beschrijft de functionele aard van een gebouw.
Beschrijving
Gebouwen worden in 3 types verdeeld: hoofdgebouwen, bijgebouwen en virtuele gebouwen.
Code
Waarde
Definitie
1
Hoofdgebouw
Hoofdgebouw volgens de GRB-specificaties.
2
Bijgebouw
Bijgebouw volgens de GRB-specificaties.
3
Virtueel gebouw
Een virtueel gebouw volgens de GRB-specificaties, bvb de ingang van een ondergrondse parking of een tribune.
1.2.3
aardSubadres
aardSubadres Definitie
Beschrijft de functionele aard van een subadres.
Beschrijving
Onderverdeling van de subadressen in de 2 categorieën, appartementnummers en busnummers.
Code
Waarde
Definitie
1
Appartementnummer
Het subadres is een appartementnummer
2
Busnummer
Het subadres is een busnummer
1.2.4
meest
voorkomende
aardTerreinobject
aardTerreinobject Definitie
Beschrijft het type terreinobject waaraan een adres toegekend is.
Beschrijving
In het CRAB worden aan adressen, naast een puntvormige adrespositie, ook fysieke terreinobjecten gekoppeld. Er zijn verschillende types terreinobject waaraan een adres toegekend kan worden, dit is de aard van het terreinobject.
Code
Waarde
Definitie
1
kadPerceel
Kadastraal perceel volgens CadMap van AAPD.
133 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
2
grbGebouw
Gebouw volgens het GRB.
3
grbKunstwerk
Kunstwerk volgens het GRB.
4
grbAdmPerceel
Administratief perceel volgens het GRB.
5
gemGebouw
Gebouw ingetekend door de gemeente.
99
Andere
Andere terreinobjecten dan deze hier opgelijst.
1.2.5
aardVerharding
aardVerharding Definitie
Beschrijft het soort verharding van een wegobject.
Beschrijving
Wegobjecten verwijzen naar fysieke wegen, er wordt een onderscheid gemaakt tussen verharde en onverharde wegen.
Code
Waarde
1
verhardeWeg
2
onverhardeWeg
1.2.6
Definitie
aardWegobject
aardWegobject Definitie
Beschrijft de bron van het wegenbestand.
Beschrijving
Wegobjecten verwijzen naar vectoriële wegennetbestanden, deze kunnen van een aantal bronnen komen, dit is de aard van het wegobject.
Code
Waarde
Definitie
1
taTel
Wegverbindingen volgens het bestand van TeleAtlas.
2
grbWegverbinding
Wegverbindingen volgens het GRB.
3
grbWegknoop
Wegknopen volgens het GRB.
4
ntLink
Wegverbindingen volgens het bestand van NavTeq.
5
gemWegverbinding
Wegverbindingen volgens een bestand van de gemeente.
99
andere
Andere bestanden dan deze opgelijst.
1.2.7
bewerking
bewerking Definitie
Bewerking waarmee een transactie uitgevoerd wordt.
Beschrijving
Het datatype ‘metadata’ houdt bij welke bewerking toegepast is om een transactie met een object uit te voeren. Zo is van elk object in de databank
134 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
gekend hoe het tot stand gekomen is. Code
Waarde
Definitie
1
invoer
Het object is ontstaan door een nieuwe invoer.
2
historisering
Het object is gehistoriseerd en zal niet hergebruikt worden. Het object heeft bestaan maar verdwijnt definitief uit de realiteit.
3
correctie
Er werd een correctie op het object doorgevoerd.
4
verwijdering
Het object werd verwijderd uit de databank, het heeft nooit bestaan.
1.2.8
gebouwstatus
gebouwstatus Definitie
Dit element beschrijft de fase van de levenscyclus van een gebouw, waarin het betreffende gebouw zich bevindt.
Beschrijving
Dit element laat toe om de volledige levenscyclus van een gebouw te beschrijven.
Code
Waarde
Definitie
1
vergunningAangevraagd
Een vergunning is aangevraagd, maar nog niet toegekend. Dit kan een bouwvergunning zijn maar eveneens een stedenbouwkundig attest of een milieuvergunning voor een nog op te richten gebouw.
2
bouwvergunningVerleend
Een bouwvergunning is toegekend en nog niet vervallen.
3
inAanbouw
Het gebouw is in aanbouw.
4
inGebruik
Het gebouw is in gebruik.
5
buitenGebruik
Het gebouw bestaat nog maar is niet langer in gebruik.
1.2.9
herkomstAdrespositie
herkomstAdrespositie Definitie
Dit element geeft een aanduiding van de kwaliteit/betrouwbaarheid van de positie van een adres.
Beschrijving
Naast de methode die werd gebruikt om de positie te bepalen (manueel, afgeleid, geinterpoleerd), duidt dit element eveneens aan met welk type geografisch object het adres geassocieerd is (gebouw, perceel, wegverbinding, gemeente)
Code
Waarde
Definitie
1
manueleAanduidingVanLot
Positie werd manueel geplaatst en duidt de plaats aan van een lot.
2
manueleAanduidingVanPerceel
Positie werd manueel geplaatst
135 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
en duidt een willekeurige plaats binnen een perceel aan
3
manueleAanduidingVanGebouw
Positie werd manueel geplaatst en duidt een willekeurige plaats binnen een gebouw aan.
4
manueleAanduidingVanBrievenbus
Positie werd manueel geplaatst en duidt de plaats van een brievenbus van een gebouw aan.
manueleAanduidingVanNutsaansluiting
Positie werd manueel geplaatst en duidt de plaats van een nutsaansluiting van een gebouw aan.
6
manueleAanduidingVanToegangTotDeWeg
Positie werd manueel geplaatst en duidt de plaats van de toegang tot het adres vanop de weg aan.
7
manueleAanduidingVanIngangVanGebouw
Positie werd manueel geplaatst en duidt de plaats van een ingang tot het gebouw aan.
manueleAanduidingVanStandplaats
Positie werd manueel geplaatst en duidt een standplaats aan. Een standplaats is een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen terrein of gedeelte daarvan dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden en voor woon -, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.
9
manueleAanduidingVanLigplaats
Positie werd manueel geplaatst en duidt een ligplaats aan. Een ligplaats is een door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen plaats in het water al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, die bestemd is voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig.
10
afgeleidVanGebouw
Positie bepaald op basis van een koppeling aan een gebouw.
11
afgeleidVanPerceelGrb
Positie bepaald op basis van een koppeling aan een GRB administratief perceel.
5
8
136 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
afgeleidVanKadaster
Positie bepaald op basis van een koppeling aan een kadastraal perceel.
geinterpoleerdObvNevenliggendeHuisnummersGebouw
Positie bepaald op basis van interpolatie tussen de centroïdes van twee gebouwen gekoppeld aan nevenliggende huisnummers.
geinterpoleerdObvNevenliggendeHuisnummersPerceelGRB
Positie bepaald op basis van interpolatie tussen de centroïdes van twee GRB administratieve percelen gekoppeld aan nevenliggende huisnummers.
geinterpoleerdObvNevenliggendeHuisnummersPerceelKadaster
Positie bepaald op basis van interpolatie tussen de centroïdes van twee kadastrale percelen gekoppeld aan nevenliggende huisnummers.
geinterpoleerdObvWegVerbinding
Positie bepaald op basis van interpolatie tussen begin- en eindknoop van een gekoppelde wegverbinding behorend tot een gekoppelde straat.
17
afgeleidVanStraat
Positie bepaald op basis van de centroïde van alle wegverbindingen behorend tot gekoppelde straat.
18
afgeleidVanGemeente
Positie bepaald op basis van de centroïde van de gekoppelde gemeente.
12
13
14
15
16
1.2.10
huisnummerstatus
huisnummerstatus Definitie
Beschrijft de huidige geldigheid van het huisnummer. Dit element laat toe om de volledige levenscyclus van een huisnummer te beschrijven.
Beschrijving
Huisnummerstatus is van toepassing op het huisnummer en niet op het terreinobject waaraan het huisnummer is toegewezen (het adresseerbare object).
Code
Waarde
Definitie
1
voorgesteld
Huisnummer dat nog moet worden goedgekeurd door de gemeente.
2
gereserveerd
Huisnummer dat goedgekeurd is door de gemeente maar nog niet in gebruik is genomen.
3
inGebruik
Huidig en geldig huisnummer.
137 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
4
buitenGebruik
Niet langer gebruikt huisnummer. Het nummer is nog beschikbaar voor eventueel toekomstig hergebruik.
5
nietOfficieel
Huisnummer in gebruik maar niet officieel toegekend door de gemeente.
1.2.11
kant
kant Definitie
Beschrijft de kant van de straat, volgens de richting van de wegverbinding.
Beschrijving
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de linker- en rechterkant van een straat zodat straten waar de straatnaam links en rechts verschillend is – bijvoorbeeld bij straten waar de gemeentegrens met de wegas samenvalt – in het CRAB opgenomen kunnen worden. Links en rechts wordt bepaald volgens de digitalisatierichting van de wegverbinding.
Code
Waarde
Definitie
1
links
Linkerkant van de straat.
2
rechts
Rechterkant van de straat.
1.2.12
methodeGebouwgeometrie
methodeGebouwgeometrie Definitie
Dit element geeft een aanduiding van de kwaliteit/betrouwbaarheid van de geometrie van een gebouw.
Beschrijving
Gebouwen kunnen op verschillende manieren ontstaan in de databank. Het onderscheid in methode gebruikt om het gebouw te creëren wordt gemaakt om de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de geometrie ervan te kunnen interpreteren.
Code
Waarde
Definitie
1
schets
Geometrie werd manueel ingetekend door de gemeente.
2
opmeting
Geometrie werd ingemeten.
3
grb
Geometrie is overgenomen uit de GRB-databank
1.2.13
methodeWegverbindinggeometrie
methodeWegverbindinggeometrie Definitie
Dit element geeft een aanduiding van de kwaliteit/betrouwbaarheid van de geometrie van een wegverbinding.
Beschrijving
Wegverbindingen kunnen op verschillende manieren ontstaan in de databank. Het onderscheid in methode gebruikt om de wegverbinding te creëren wordt gemaakt om de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de geometrie ervan te
138 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
kunnen interpreteren. Code
Waarde
Definitie
1
schets
Geometrie werd manueel ingetekend door de gemeente.
2
opmeting
Geometrie werd ingemeten.
3
grb
Geometrie is overgenomen uit de GRB-databank.
1.2.14
morfologischeWegklasse
morfologischeWegklasse Definitie
De morfologische vorm die een weg kan aannemen.
Beschrijving
De morfologische wegklasse kan toegekend worden aan een wegobject en beschrijft bepaalde aspecten van de morfologische vorm die een weg kan aannemen. Bij de toekenning van de waarde ‘morfologische wegklasse’ wordt rekening gehouden met zowel fysieke als verkeerstechnische kenmerken.
Code
101
102
103
104
105
139 / 147
Waarde
Definitie
autosnelweg
Een autosnelweg heeft typisch twee gescheiden parallelle rijbanen met tegengestelde toegelaten rijrichtingen. Op een autosnelweg komen geen gelijkgrondse kruisingen voor.
metGescheidenRijbanenDieGeenAutosnelwegIs
Een weg met gescheiden rijbanen, die geen autosnelweg is, wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van minstens twee rijbanen (onafhankelijk van het aantal rijstroken) die fysiek gescheiden zijn en tegengestelde toegelaten rijrichtingen hebben.
wegBestaandeUitEénRijbaan
Weg, bestaande uit één rijbaan wordt toegekend aan wegobjecten die horen tot een hoofdcirculatiezone die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van slechts één circulatievak in de dwarsrichting.
rotonde
De wegobjecten die tot de rotonde behoren, vormen een gesloten ringvormige structuur. Op deze wegobjecten is enkel éénrichtingsverkeer toegelaten.
specialeVerkeerssituatie
De waarde ‘speciale verkeerssituatie’ wordt toegekend aan wegobjecten die behoren tot een min of meer cirkelvormige constructie van wegobjecten die
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
geen rotonde is. De waarde ‘verkeersplein’ wordt toegekend aan de virtuele wegobjecten die worden opgenomen in gebieden waar het verkeer ongestructureerd verloopt.
106
107
108
109
verkeersplein
Het gaat typisch om marktpleinen, parkeerterreinen of terreinen met een andere functie dan een zuivere verkeersfunctie. Verkeer op een verkeersplein is weliswaar toegelaten, maar dit verkeer wordt in principe niet gereguleerd. Men kan als het ware in alle willekeurige richtingen rijden.
opOfAfritBehorendeTotEenNietGelijkgrondseVerbinding
Een ‘op- of afrit, behorende tot een niet-gelijkgrondse kruising’ verzorgt de verbinding tussen twee wegen die zich niet-gelijkgronds kruisen. De wegen die op deze manier worden verbonden bevinden zich dus in principe op verschillende niveaus. Alle open afritten van autosnelwegen en verkeerswisselaars worden eveneens tot deze klasse gerekend.
opOfAfritBehorendeTotEenGelijkgrondseVerbinding
Een ‘op- of afrit, behorende tot een gelijkgrondse kruising’ verzorgt de verbinding tussen twee wegen die geen autosnelweg zijn. Zonder de op- of afrit bestaat er nog steeds een topologische verbinding tussen de wegobjecten waartoe de op- of afrit behoort.
parallelweg
Een ‘parallelweg’ is een op- of afrit waarvan de begin- en eindpositie verbonden is met dezelfde autosnelweg. Een ‘parallelweg’ heeft een rechtstreekse verbinding of een verbinding via op- of afritten van een ander type met de bijhorende autosnelweg. Opmerking: Een weg die (gedeeltelijk) een exclusieve toegang of uitgang biedt tot een parkeerterrein kan geen ‘parallelweg’ zijn.
110
140 / 147
ventweg
Een ‘ventweg’ loopt parallel aan een weg met een belangrijke verkeersfunctie die geen autosnelweg is. De weg biedt
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
toegang tot minder belangrijke aanpalende wegen, bestemmingen of adressen en wordt van de bijhorende hoofdweg gescheiden door kleine constructies (voetpaden, verkeerseilanden, …).
111
112
inOfUitritVanEenParking
Een ‘in- of uitrit van een parking’ een weg die speciaal ontworpen om een parkeerterrein parkeergarage te bereiken of verlaten.
is is of te
inOfUitritVanEenDienst
Een ‘in- of uitrit van een dienst’ is een weg die speciaal ontworpen is om een dienst te bereiken of te verlaten. Op een ‘wandel- en/of fietsweg’ is de verkeerstoegang beperkt tot voetgangers en/of fietsers.
114
116
120
1.2.15
wandelEnOfFietswegNietToegankelijkVoorAndereVoertuigen
De fysieke kenmerken van een ‘wandel- en/of fietsweg’ laten de toegang van andere voertuigen niet toe (smaller dan 2.5m).
tramwegNietToegankelijkVoorAndereVoertuigen
Een ‘tramweg’ is een weg die speciaal ontworpen is voor het tramverkeer. De fysieke kenmerken van een ‘tramweg’ laten de toegang van andere voertuigen niet toe.
dienstweg
Een dienstweg is uitsluitend bestemd voor bevoegde diensten (wegbeheerders, hulpen spoeddiensten, …).
objecttype
objecttype Definitie
Het objecttype waarop een transactie uitgevoerd wordt.
Beschrijving
Als attribuut van het entiteittype ‘transactie’ wordt beschreven op welk entiteittype de transactie uitgevoerd is.
Waarde
Definitie
adresKadAdres
Transactie op adresKadAdres
adrespositie
Transactie op adrespositie
adresRrAdres
Transactie op adresRrAdres
gebouw
Transactie op gebouw
gebouwgeometrie
Transactie op gebouwgeometrie
141 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
gebouwstatus
Transactie op gebouwstatus
huisnummer
Transactie op huisnummer
huisnummerstatus
Transactie op huisnummerstatus
kadAdres
Transactie op kadAdres
postkantoncode
Transactie op postkantoncode
rrAdres
Transactie op rrAdres
rrStraatnaamStraatnaam
Transactie op rrStraatnaamStraatnaam
straatnaam
Transactie op straatnaam
straatnaamstatus
Transactie op straatnaamstatus
straatkant
Transactie op straatkant
subadres
Transactie op subadres
subadresstatus
Transactie op subadresstatus
terreinobjectHuisnummer
Transactie op terreinobjectHuisnummer
terreinobject
Transactie op terreinobject
wegobject
Transactie op wegobject
wegverbinding
Transactie op wegverbinding
wegverbindinggeometrie
Transactie op wegverbindinggeometrie
wegverbindingstatus
Transactie op wegverbindingstatus
1.2.16
organisatie
organisatie Definitie
Organisatie die de transactie uitgevoerd heeft.
Beschrijving
Het datatype ‘metadata’ houdt bij welke organisatie een bewerking uitgevoerd heeft om een transactie met een object uit te voeren. Zo is van elk object in de databank gekend hoe het tot stand gekomen is.
Code
Waarde
Definitie
1
gemeente
De gemeente.
2
rijksregister
Het rijksregister, beheerd door de FOD Binnenlandse Zaken.
3
aapd
De Algemene Administratie Patrimoniumdocumentatie (AAPD) van de FOD Financiën.
4
teleAtlas
TeleAtlas.
5
agiv
Het Agentschap voor Geografische Informatie in Vlaanderen (AGIV).
6
ngi
Het Nationaal Geografisch Instituut (NGI).
7
bpost
bpost.
8
navTeq
NAVTEQ.
142 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
9
vkbo
Verrijkte Kruispuntbank voor Ondernemingen (VKBO).
99
andere
Andere dan deze opgelijst.
1.2.17
pariteit
pariteit Definitie
De organisatie van de huisnummers aan de straatkant.
Beschrijving
Huisnummering wordt meestal met een logisch systeem uitgevoerd, een even en een oneven straatkant en oplopende huisnummers naarmate men verder van de dorps- of stadskern verwijdert. Dit attribuut beschrijft deze logica. Een straatkant kan aan beide zijden dezelfde pariteit hebben.
Code
Waarde
Definitie
1
even
Even huisnummers in volgorde.
2
oneven
Oneven huisnummers in volgorde.
3
gemengd
Even en oneven huisnummers in volgorde.
4
onregelmatig
Huisnummers zonder volgorde.
5
geen
Geen huisnummers.
1.2.18
straatnaamstatus
straatnaamstatus Definitie
Huidige geldigheid van de straatnaam Dit element laat toe om de volledige levenscyclus van een staatnaam te beschrijven.
Beschrijving staatnaamstatus is van toepassing op de staatnaam en niet op het wegobject waaraan de staatnaam is toegewezen. Code
Waarde
Definitie
1
voorgesteld
Straatnaam die nog moet worden goedgekeurd door de gemeente.
2
gereserveerd
Straatnaam die goedgekeurd is door de gemeente maar nog niet in gebruik is genomen.
3
inGebruik
Huidige en geldige straatnaam.
4
buitenGebruik
Niet langer gebruikte straatnaam. De straatnaam is nog beschikbaar voor eventueel toekomstig hergebruik.
1.2.19
subadresstatus
subadresstatus
143 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Definitie
Huidige geldigheid van het subadres.
Beschrijving
Dit element laat toe om de volledige levenscyclus van een subadres te beschrijven.
Code
Waarde
Definitie
1
voorgesteld
Subadres dat nog moet worden goedgekeurd door de gemeente.
2
gereserveerd
Subadres dat goedgekeurd is door de gemeente maar nog niet in gebruik is genomen.
3
inGebruik
Huidig en geldig subadres.
4
buitenGebruik
Niet langer gebruikt subadres. Het subadres is nog beschikbaar voor eventueel toekomstig hergebruik.
5
nietOfficieel
Subadres in gebruik maar niet officieel toegekend door de gemeente.
1.2.20
taalcode
taalcode Definitie
De taal waarin de straatnaam genoteerd is.
Beschrijving
Beschrijft de taal waarin de straatnaam genoteerd is.
Code
Waarde
Definitie
nl
nederlands
Nederlands.
fr
frans
Frans.
de
duits
Duits.
1.2.21
transactietype
transactietype Definitie
Een bewerking die een verandering van de databank veroorzaakt.
Beschrijving
Oplijsting van de mogelijke transacties op de databank. Het onderscheid dient gemaakt te worden tussen een historisering en een verwijdering. In het eerste geval betreft het een beëindiging van de levensloop van een in de realiteit bestaand object terwijl bij een verwijdering een object dat onterecht in de databank opgenomen was verwijderd wordt. Wanneer een bestaand object verdwijnt in de realiteit maar de kans bestaat dat het in de toekomst opnieuw gebruikt zal worden dan dient de status van het object naar ‘buitenGebruik’ gewijzigd te worden. Bij historisering wordt het object nooit opnieuw in gebruik genomen.
Code
Waarde
Definitie
1
invoer
Het object is ontstaan door een nieuwe invoer.
2
historisering
Het object is gehistoriseerd en zal niet hergebruikt worden.
144 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
3
correctie
Er werd een correctie op het object doorgevoerd.
4
verwijdering
Het object werd verwijderd uit de databank, het heeft nooit bestaan.
1.2.22
wegverbindingstatus
wegverbindingstatus Definitie
Dit element beschrijft de fase van de levenscyclus van een wegverbinding, waarin de betreffende wegverbinding zich bevindt.
Beschrijving
Dit element laat toe om de volledige levenscyclus van een wegverbinding te beschrijven.
Code
Waarde
Definitie
1
vergunningAangevraagd
De bouwvergunning is aangevraagd, maar nog niet toegekend.
2
bouwvergunningVerleend
De bouwvergunning is toegekend en nog niet vervallen.
3
inAanbouw
De wegverbinding is in aanbouw.
4
inGebruik
De wegverbinding is in gebruik.
5
buitenGebruik
De wegverbinding is niet langer in gebruik.
145 / 147
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Bijlage 2: Referenties Afkortingen AAPD
Algemene Administratie van de Patrimonium Documentatie
AGIV
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
BAG
Basisregistraties Adressen en Gebouwen.
BeSt-Add
Belgian Streets and Addresses
CBS
College van Burgemeester en Schepenen
CRAB
Centraal ReferentieAdressenBestand
GDI
Geografische Data Infrastructuur
GIS
Geografisch Informatie Systeem
GR
GemeenteRaad
GRAB
Gemeentelijk ReferentieAdressenBestand
GRB
Grootschalig ReferentieBestand
INSPIRE
INfrastructure for SPatial InfoRmation in Europe
KBO
KruispuntBank voor Ondernemingen
OIDN
Object Identificator
RIA
ReguleringsImpactAnalyse
VLAR
Vlaams overleg Authentieke Registraties
VROM
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (Nederland)
VVSG
Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten
Geraadpleegde literatuur Processenhandboek Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen
Juni 2007
Handreiking implementatie Basisregistraties Adressen en Gebouwen versie 3.0
Augustus 2007
voor
ir.R.Wevers, dr.ir.M.Rietdijk, ir.Y.Ellenkamp Ministerie van de VROM
Project CRAB – Gemeentelijke Processen
December 2007
Werkgroep VLAR – Amelior - AGIV
Memorie van toelichting GDI-decreet
Oktober 2008
Hans Dufourmont
Memorie van toelichting CRAB-decreet
Mei 2009
Pieter Noens (AGIV)
Reguleringsimpactanalyse, bijlage bij de memorie van toelichting CRAB-decreet
Mei 2009
CRAB Business Case
Februari 2010
Ziggy Vanlishout (AGIV)
CRAB implementatie binnen de gemeentelijke werking
Februari 2010
Tom Van Herck (AGIV)
Straatnaamgeving en huisnummering
April 2010
Xavier Buys (VVSG)
146 / 147
Pieter Noens (AGIV)
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
Amplio stijlgids versie 1.2
Augustus 2010
Christian Gijsels, Patrick Van den Brande (Cronos in opdracht van AGIV)
xGRAB Objectcataloog versie 1.1.1
Novemver 2010
Jan Laporte (AGIV)
Feedback en voorbeelden Anton Driesmans
Stad Blankenberge
Heidi Kestens
VVSG
Hugo Leemans
Stad Antwerpen
Liesbet De Wolf
AGIV
Pieter Noens
AGIV
Roel Saeyvoet
Gemeente Zwijndrecht
Sarah Bastien
AGIV
Stijn Van Speybroeck
AGIV
Tom Van Herck
AGIV
Veerle O
Stad Vilvoorde
Werkgroep
VLAR-adres
Ziggy Vanlishout
AGIV
147 / 147