Geografische informatie in Kennemerland Toepast in: Geoplot SAIL 2010 Eindrapportage Datum
30 september 2010
Auteur:
Jan‐Willem van Aalst
Projectleider:
Maarten Spoel
Technisch projectleider:
Rob Peters
Versie:
1.7
Status:
Definitief
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 1
Inhoudsopgave Managementsamenvatting 1. Aanleiding en doelstelling 2. Speelveld, aanpak en beoogde resultaten 3. Inhoud: vergaarde geografische gegevens 4. Proces: komen tot het maken, gebruiken, beheren van geo in Kennemerland 5. Evaluatie van de SAIL‐in parade, 19 augustus 2010 6. Conclusies en aanbevelingen 7. Bijlage A. Lijst van betrokkenen met contactgegevens 8. Bijlage B. Beelden van het Geoplot op 19 augustus 2010 9. Bijlage C. Notitie Geo‐beheer in Kennemerland (Rob Peters) 10. Bijlage D. Technische inrichting
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 2
Managementsamenvatting Binnen de Veiligheidsregio Kennemerland wordt gewerkt aan een infrastructuur voor het actueel krijgen en houden van de benodigde gegevens voor crisisbeheersing en rampenbestrijding. Het Veiligheidsbureau en de informatiemanager van de Veiligheidsregio hebben samengewerkt met Studio Veiligheid en Imergis om deze stap structureel vorm te geven. Het evenement Sail‐in 2010 is gebruikt om een uitgebreid experiment uit te voeren met de mogelijkheden van kaartbeelden bij Netcentrisch Werken. Voor dit doel zijn een aantal acties ondernomen, waarin Studio Veiligheid en Imergis zowel op proces als op inhoud belangrijke randvoorwaarden en resultaten hebben ingevuld: -
Het inventariseren van de informatie behoefte onder leidinggevenden in de crisisstaf;
-
Het verzamelen van een reeks kaartlagen met objectgegevens in de regio;
-
Het gebruiksvriendelijk inrichten van een kaartviewer voor alle beslisniveaus, inclusief digitale bereikbaarheidskaart;
-
Het beschikbaar stellen van gedetailleerde kaarten en digitale kaarten voor de betrokken teams zoals SGBO, evenementen afstemmingsoverleg, CoPI, Passenger Terminal;
-
Het beschikbaar stellen van digitale kaartbeelden op de KLPD RP 42, taak commandant Sail‐in;
-
Het uitzetten van 63 transponders op evenzoveel schepen (met dank aan de reddingsbrigades);
-
Het scheppen van continue verbindingen op de locaties;
-
Een systematische evaluatie van de bevindingen in samenwerking met de TU delft.
De bevindingen zijn zeer positief. De betrokken partijen zien uitdrukkelijk toegevoegde waarde en een directe verbetering in het behalen van normtijden. Het experiment wordt op het NVBR congres en bij de Programmaraad Stelsel Basisregistraties nu als best practice gepresenteerd. Dit schept een verantwoordelijkheid voor het structureel borgen van dit experiment. De verzamelde gegevens dienen middels afspraken met “de bronhouders”onderhouden te worden. De Regio Kennemerland heeft nu behoefte om een gegevensinfrastructuur Veiligheid in te richten. De “koude” voorbereiding van de objectgegevens dient bij de afdeling Preparatie in terugmeldprocessen en in de digitale bereikbaarheidskaarten vastgelegd te worden. Het oude “plot” van het Netcentrisch werken verandert hiermee in een dynamisch gegevensbeheer waarbij de ketenregie en een omslagmodel in de komende jaren uitontwikkeld worden. Een belangrijke aanbeveling is dat de kaartbeelden van Netcentrisch werken ook in de dagdagelijkse situatie van Brandweer, Politie en GGD gebruikt moeten kunnen worden. Basisregistraties, landelijke kaartlagen en regionaal onderhouden gegevens vullen elkaar aan tot een effectief sturingsinstrument. Het belangrijkste leerpunt, tevens kans voor de toekomst, is het structureel opvolging geven aan leerervaringen. In het kader van Studio Veiligheid voert de TU Delft hiervoor een evaluatie uit die rond oktober 2010 wordt opgeleverd. Het Veiligheidsbureau heeft aan de hand van dit project de stap gezet om binnen de VRK vorm en inhoud te geven aan informatiebeleid “van Koud naar Warm”. Dit biedt de kans om de follow‐up van dit experiment en volgende experimenten in samenhang te borgen, ten behoeve van de verdere professionalisering van de veiligheidsregio.
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 3
1. Aanleiding en doelstelling Voor de partners in de Veiligheidsregio is informatievoorziening van groot belang als ondersteuning van de primaire werkprocessen en bedrijfsvoering. Voor de werkprocessen geldt dat informatie vaak locatiegebonden is. Deze geografische informatie is echter binnen de Veiligheidsregio Kennemerland nog niet op orde: het vergaren, gebruiken en beheren gebeurt nog gefragmenteerd. In 2009 en 2010 speelden ontwikkelingen die de gelegenheid boden de geografische informatiehuishouding goed op te zetten en te houden binnen de regio: •
De NVBR organiseert het landelijke project “Digitale Bereikbaarheidskaart” (DBK). Dit project is in feite een exercitie van de brandweer om de aansluiting op de (geografische) basisregistraties te realiseren. De regio Kennemerland is één van de regio’s die van meedoet om de DBK in de regio te realiseren, voortbouwend op haar ervaring uit het 2008 project “100% Mobiel”. Het organi‐ seren van het maken, gebruiken en beheren van geografische informatie vormt hierbij de spil.
•
Voor het evenement SAIL 2010 ontstond behoefte aan een geografisch plot (“geoplot”) om binnen de veiligheidsregio’s Kennemerland, Zaanstreek‐Waterland en Amsterdam‐Amstelland van hetzelfde kaartmateriaal gebruik te kunnen maken.
•
Het landelijke project Netcentrisch werken is in Kennemerland voortvarend opgepakt. De doctrine is aanvaard en geïmplementeerd. Van de bijbehorende applicatie Cedric werd echter alleen het tekstuele gedeelte gebruikt, omdat het geografische deel nog niet op voldoende niveau bleek te zijn. Intussen ontstond wel steeds meer behoefte aan een geografisch beeld bij opschalingen. Deze ontwikkelingen gaven aanleiding tot het idee van het inrichten van een geoplot, te testen bij SAIL 2010.
In 2010 is Sail 2010 een belangrijk evenement voor de regio Kennemerland. De regio heeft besloten om dit evenement als kapstok te gebruiken voor een experiment met een interregionaal gedeeld actueel “Geo‐plot Noordzeekanaal” met ondermeer scheepsposities, hulpverlenerposities en andere dynamische data. In de oefeningen wordt getest of de hulpverleners de informatievoorziening op orde hebben doordat zij een gedeeld actueel beeld hebben met voor alle betrokkenen de relevante informatie om hun taak uit te voeren. De bestuurlijke agenda’s rondom de toekomst van de betrokken veiligheidsregio’s geven extra belang aan het welslagen van de oefeningen. Goede resultaten en dito publiciteit onderstreept de professionaliteit van de veiligheidsregio’s en hun onderlinge samenwerking. Dit leidt tot twee doelstellingen, een concrete op korte termijn en een abstractere op middellange termijn: 1. Realiseer een bruikbaar geo‐plot voor het evenement SAIL 2010 zodat de deelnemende veiligheidsregio’s beschikken over hetzelfde kaartmateriaal (digitaal en papier); 2. Zorg, op basis van de resultaten van (1), dat Geografische informatie binnen de regio Kennemerland kan worden verzameld, gebruikt en beheerd.
De doelstellingen werden vertaald naar de volgende opdracht voor Imergis en Studio Veiligheid: 1. Ondersteun de regio Kennemerland in het realiseren en gebruiken van een interregionaal gedeeld geoplot van het Noordzeekanaal ten behoeve van het evenement SAIL 2010.
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 4
2. Inventariseer de behoefte aan geografische gegevens bij leiders OT, Oefenstaf en andere geo‐experts binnen de regio. 3. Zorg dat de gewenste geografische gegevens daadwerkelijk beschikbaar komen binnen de regio, zowel statische als dynamsiche gegevens. 4. Ondersteun in het inrichten van randvoorwaarden (afspraken, techniek) om het beeld daadwerkelijk gedeeld te krijgen tussen de partijen. 5. Leg de link met de visie op de ‘bibliotheek Planvorming’ van de Veiligheidsregio Kennemerland. 6. Sluit waar mogelijk aan bij landelijke ontwikkelingen zoals DBK en Netcentrisch werken, en sluit maximaal aan bij landelijke standaarden voor geografische informatie. Neem daarbij ook het inrichten van meta‐data voor geo informatie in gedachten. 7. Zorg dat de resultaten geborgd worden binnen de Veiligheidsregio, zodat na afloop van de opdracht de resultaten behouden blijven. 8. Zorg voor tactisch slimme communicatie op de juiste momenten over proces en resultaten, zowel intern in de regio als extern in de veiligheidssector. De opdracht is gefinancierd uit de versterkingsgelden van het interregionale Arend project. Dit vormt een samenwerkingsverband tussen de Veiligheidsregio’s Amsterdam‐Amstelland en Kennemerland. De opdracht liep van januari 2010 tot en met juni 2010. Op 19 augustus heeft de toets tijdens de Sail–in parade plaatsgevonden. De evaluatie daarvan is opgenomen in hoofdstuk 5.
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 5
2. Speelveld, aanpak en beoogde resultaten Bij het vergaren, gebruiken en beheren van geografische informatie heeft een groot aantal partijen een specifieke rol. We onderscheiden de volgende typen betrokkenen: •
Gegevensgebruikende partijen o
•
Gegevensleverende (en/of beherende) partijen o
•
Partijen in de veiligheidsregio plus de primaire partners: Politie, gemeenten, ambulancevervoer, waterschappen, KMAR, Defensie.
Gemeenten, Provincie Noord‐Holland (o.a. wegopbrekingen), Kadaster (referentiekaart), TNO (ondergrond), 2 Waterbedrijven, Rijkswaterstaat, Port of Amsterdam / Centraal Nautisch Beheer, Schiphol, Corus, ProRail, KNMI, Kustwacht, en ook de Veiligheidsregio zelf.
Proces faciliterende partijen o
Studio Veiligheid met het programma Ladinggegevens en de nationale Informatiepool (van BZK). Hierbij maakt Studio Veiligheid gebruik van de precompetitieve innovatieomgeving in Delft, waar de volgende partijen een bijdrage aan hebben geleverd: CityGIS (meldkamer en voertuigen), Cisco/WMC/Gemnet (verbindingen), Barning (transponders), CapGemini (Infopool), Fastfact/Inthere (meten/evalueren); en Bentley (Microstation AutoCAD)
o
Ook de Gemeente Velsen (waarover later meer) kan deels als proces faciliterende partij worden gezien.
De traditionele aanpak voor het inrichten van een informatiehuishouding bestaat uit het maken van afspraken met de betrokken partijen en op basis daarvan een geo‐datawarehouse inrichten. In dit geval werd de complexiteit daarvan echter als te groot ervaren. Daarom is gekozen voor de volgende aanpak: •
•
Niet zelf doen wat anderen beter kunnen. o
De VRK gaat niet zelf een geo datawarehouse inrichten en beheren. Geo info beheren behoort duidelijk niet tot de core business van de Veiligheidsregio. Bovendien laat de regiobegroting een dergelijke investering niet toe.
o
Wel doen wat bij de veiligheidsregio hoort. Het produceren en beheren van bereikbaarheidskaarten, aanvalsplannen en dergelijke behoort wel degelijk bij de Veiligheidsregio en blijft daar dus, maar wel gebruik makend van data die zoveel mogelijk bij de bron wordt betrokken.
Gegevens bij de bron halen. o
Dit sluit aan bij het landelijke NORA/IBV principe van eenmalige registratie, meervoudig gebruik. Waar de VRK in de werkprocessen geografische data nodig heeft, worden die zoveel mogelijk actueel bij de bronhouder opgehaald.
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 6
•
Afspraken (DVO’s) met geo‐portalen maken o
De Veiligheidsregio voorziet een landelijk geo‐loket en een regionaal geo‐loket. De Gemeente Velsen is het verst met beheren van geogegevens en kan wellicht als regionaal geoloket dienen. Er vinden hierover onderhandelingen plaats binnen de regio om te komen tot de juiste afsprakenset. De grondhouding is positief.
•
Terugmeldfaciliteiten van fouten inregelen. Om bronhouders te helpen hun data te verbeteren, moeten functionarissen van de Veiligheidsregio fouten kunnen terugmelden bij de bronhouders.
•
Abonnement Studio Veiligheid (SV) Middels het jaarabonnement heeft de Veiligheidsregio tijdens en na SAIL 2010 precompetitief gebruik kunnen maken van: o
Het centrale informatieplein bij de TU Delft voor geodata en visualisatie daarvan middels een geografische viewer gebaseerd op open standaarde. In dit geval de Barracuda viewer die via SV door CityGIS beschikbaar is gesteld;
o
Opnames van de getoonde informatie in een filmpje dat via SV door CityGIS is gemaakt;
o
Robuuste mobiele verbindingen voor spraak en dataverkeer waardoor de geodata ook bij veldeenheden beschikbaar is (KLPD P42, CoPI bak);
o
Een gesimuleerd crisisscenario met bijbehorende GEO elementen;
o
Het evalueren van de resultaten middels een eenduidige vragenlijst die door SV in samenwerking met de TU Delft wordt ontwikkeld.
•
Naadloos semantisch vertalen van begrippen tussen de kolommen blauw, rood, wit, oranje. Dit is de aansluiting met het onderzoek van CIO Rob Peters.
•
Koppelen van tekst met kaarten en vice versa o
Niet alleen binnen Netcentrisch werken moeten tekst en kaartgegevens zoveel mogelijk gekoppeld zijn, maar dit geldt ook voor Planvorming, (M)OTO, en de DBK.
Op basis van deze aanpak werden de volgende resultaten van het project “Geoplot SAIL” beoogd: •
Een vastgestelde VRK informatiebehoefte betreffende geografische gegevens, multidisciplinair en monodisciplinair.
•
De gewenste gegevens worden daadwerkelijk geleverd, in elk geval in het kader van het SAIL evenement, maar waar mogelijk ook structureel na het evenement.
•
Het beeld is te tonen middels de nieuwe Barracuda omgeving van CityGIS.
•
Het beeld is succesvol gebruikt tijdens de SAIL‐in (19 aug. 2010) en in de voorbereidingen daarop.
•
Het crisisscenario kan worden getoond/gespeeld op de volgende locaties: SGBO, Afstemmingsoverleg, ROT, CoPIbak, P42.
•
Er zijn afspraken gemaakt met de partijen die als geo‐loketten fungeren (gemeente Velsen als regionaal loket en Studio Veiligheid/Informatiepool als landelijk loket).
•
De gemaakte afspraken zijn geborgd in de interne organisatie (Operationele Planvorming) en de resultaten blijven behouden na afloop van de opdracht.
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 7
•
Zowel binnen de veiligheidsregio als daarbuiten in de veiligheidssector zijn relevante betrokkenen op de hoogte van de doelstelling, de aanpak en de geboekte resultaten.
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 8
3. Inhoud: vergaarde geografische gegevens Om te komen tot de juiste set van geografische gegevens, is de informatiebehoefte vastgesteld. Als middel hiervoor is een visuele vragenlijst voorgelegd aan leiders OT, de Informatiemanagers (Stafsectie IM) en enkele Geo‐experts. De vragenlijst is als Powerpoint presentatie apart beschikbaar. De lijst met geïnterviewden is opgenomen in bijlage A. Hieronder volgt een voorbeeld (‘screenshot’) van zo’n interview:
Per kaartlaag werd een voorbeeld bijgevoegd. Enkele andere kaartlagen die gevraagd werden zijn:
Luchtfoto’s
Top10NL (Topografie)
Hoogtekaart
Overstromingmodel
Admin. grenzen
Risicokaart (IPO)
Bereikbaarheidskaart
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 9
Actueel scheepsbeeld
De vragenlijst bestaat uit een opsomming van ‘kaartlagen’ volgens de indeling van het Informatiemodel OOV (IM‐OOV, in beheer bij GeoNovum). Dit informatiemodel onderscheidt drie typen geografische gegevens (zie figuur). Per kaartlaag konden de geïnterviewden aangeven of deze kaartlaag relevant (dan wel een must have) is voor een scala aan partijen. Elke aangekruiste kaartlaag krijgt één punt, elke kaartlaag die als ‘must have’ is aangegeven krijgt twee punten. Deze telling is gebruikt om de behoefte aan kaartlagen getalsmatig te kunnen scoren. Dit resulteerde in de volgende prioritering van kaartlagen: 1 2 3 4 5 6 7 8
Statisch
Top10NL
Topografische kaart van Kadaster
49 60
Statisch
Risico objecten
Uit risicokaart.nl
43 37
Statisch
GBKN
Grootschalige Basiskaart, lijnen of objecten
41 38
Dynamisch
Aanrijroutes / afvoerroutes
14 64
Dynamisch
Startmal / gasmal
14 64
Dynamisch
Scheepslocaties
42 32
Dynamisch
Locaties grote groepen publiek
14 56
Dynamisch
9 10 11 12 13 14 15
Statisch
Weerbeeld Luchtfoto's Loodrecht 2009 25x25
Dynamisch
Wegopbrekingen
Dynamisch
Ambulance voertuigen
Server ambulancezorg
14 48
Dynamisch
Wegafzettingen
Local traffic control
10 48
Dynamisch
Evenementgegevens
Statisch
Overstroming
Overstromingmodel van de waterschappen
28 28
Statisch
AHN2
29 18
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32
Statisch
Administratieve grenzen
Actuele hoogtekaart Nederland Regio's, Gem.grenzen, wijken/buurten, postcodes
27 20
Statisch
Buisleidingen, hoogspanning
Vitale infrastructuur electriciteit/gas
34 12
Statisch
Algemene (ANWB) POI's
23 21
Dynamisch
Politie voertuigen
12 32
Statisch
Brandweerkazernes
18 25
Statisch
Ambulanceposten
Statisch
3D-cyclorama foto's
Statisch
Landingsroutes Schiphol
28 11
Statisch
Politiebureaus
14 25
Dynamisch
BRW voertuigen
12 24
Statisch
Brandkranen
Brandkraanpunten plus waterleidingstelsel
24 10
Statisch
Hydrografie/vaarwegen
Diepte van water, vaarwegen
17 16
Statisch
Masten / WAS palen
27
Statisch
Uitgangsstellingen
14 18
Statisch
Samengesteld risicobeeld
18
Dynamisch
Treinen
Statisch
Traumacentra
KNMI
12 56
2009 set landelijk
31 35 8 56
10 48
16 27 Bijv. Cyclomedia of Google street views
21 18
6 6
8 16 10 12
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 10
109 80 79 78 78 74 70 68 66 64 62 58 58 56 47 47 46 44 44 43 43 39 39 39 36 34 33 33 32 24 24 22
33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44
Statisch
Opvanglocaties
10 12
Statisch
Aanlegsteigers
10 10
Statisch
Gemeentehuizen
10 10
Statisch
Ziekenhuizen
10
Statisch
Kwetsbare objecten
8 10
Statisch
Penitentiaire locaties
8 10
Statisch
Loodsposten
8
Statisch
Scholen
4 12
Statisch
BEVI locaties
6
8
Statisch
Zorgtehuizen
6
8
Statisch
Huisartsen
8
4
Statisch
Permanente attracties
6
6
8
8
22 20 20 18 18 18 16 16 14 14 12 12
De eerste kolom rechts van de toelichting duidt het aantal maal dat de kaartlaag is aangekruist multidisciplinair (hetzij als relevant, danwel als ‘must have’ waardoor die dubbel telt); de kolom rechts daarvan hetzelfde maar dan monodisciplinair; de meest rechterkolom is de optelsom van de twee vorige kolommen. In Amsterdam‐Amstelland is eenzelfde inventarisatie gemaakt, zij het dat die zich niet beperkte tot geografische gegevens, maar informatievoorziening in het algemeen onderzocht. Voor het deel ‘geografische gegevens’ bleek het beeld van de informatiebehoefte overeen te komen. Van de meeste kaartlagen is een toelichting te vinden op www.imergis.nl, onderdeel “Geo”. Vervolgens is inzichtelijk gemaakt wie de gegevensleverende partijen zijn. Dit zijn immers de partijen waarmee afspraken moeten worden gemaakt om gegevens te leveren aan één van de geo‐loketten (regionaal of landelijk). Dit resulteert in de volgende figuur:
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 11
Figuur 2. Informatieproducten en de partijen die deze leveren (linkerkolom) en gebruiken (rij onderaan).
In deze figuur staat een groen bolletje “R” voor een kaartlaag die bij de regionale server (in Velsen) ter beschikking zou moeten zijn; een “L”bolletje voor een kaartlaag die bij de landelijke server (Infopool) beschikbaar zou moeten zijn, en een “P” bolletje voor een kaartlaag die bij derden betrokken moet worden. Dit leidde tot het volgende overzicht voor de ‘groene’ (realiteit) en ‘blauwe’ (preparatieve) kaartlagen. Voor de kaartlagen in de repressieve fase (‘rood’) geldt dat deze via de veiligheidsregio zelf beschikbaar komen. Basis ("Realiteit", statisch) 1 Top10NL
Ondergrond
109
Kadaster
Kadaster, IPO
Infopool
2 GBKN
Ondergrond
79
Gemeente
Gemeente
Velsen
3 Luchtfoto's
Ondergrond
66
Kadaster
Kadaster, IPO
Infopool
4 AHN2
Ondergrond
47
RWS
RWS
Infopool
5 Administratieve grenzen
Vlak
47
Kadaster
Kadaster
Infopool
6 3D cyclorama foto's
Ondergrond
39
?
?
Velsen
7 Hydrografie
Ondergrond Vlak (object)
33
RWS
RWS
Infopool
Gemeente
Gemeente
Velsen
8 BAG
komt
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 12
Preparatief ("voorbereidend", statisch + dynamisch) 1 Aanrijroutes preparatief
Lijn
78
CityGIS
CityGIS
Infopool
2 Evacuatieroutes preparatief
Lijn
78
CityGIS
CityGIS
Infopool
3 Weerbeeld
Tekst
68
KNMI
KNMI
Infopool
4 Evenementgegevens
Tekst
58
Gemeente
Gemeente
Infopool
5 Overstromingmodel
Ondergrond
56
Waterschap
Risicokaart
Infopool
6 Buisleidingen, hoogspanning
Lijn
46
Gasunie, TenneT
Risicokaart
Infopool
7 Vliegroutes Schiphol
Lijn
39
Schiphol
Compendium
Infopool
8 Drinkwaterleidingen
Lijn
34
Waterbedrijven
Waterbedrijven
Infopool
9 Vaarwegen
Lijn
33
RWS
RWS
Infopool
Lijn
109*
CityGIS
CityGIS
Infopool
10 Wegenassenstelsel 11 Spoor
Lijn
109*
ProRail
ProRail
Infopool
12 Omgevingsvergunning
Tekst
komt
Gemeente
Gemeente
Velsen
*: in Top10NL opgenomen
Vervolgens zijn met de leveranciers, met Gemeente Velsen (regionaal loket) en met Studio Veiligheid (landelijk loket) afspraken gemaakt over het inrichten van hun loket en het daadwerkelijk leveren van gegevens daaruit ten behoeve van de schermopbouw in CityGIS Barracuda. Hoofdstuk 4 beschrijft hoe dat proces is gelopen. Per juni 2010 was de volgende data verzameld: Kaartlaag
Leverancier
Formaat
Kosten
Permissie
Top10NL
Kadaster
Shapefile, DVD
Nultarief
Structureel
GBKN Velsen
Gem. Velsen
Shapefile, CD
Gratis
SAIL
Luchtfoto’s
IPO / Infopool
GeoTIFF via WMS
Gratis
Structureel
Adm. grenzen
Kadaster
Shapefile, DVD
Nultarief
In Top10NL
Hydrografie
Defensie
S57
Gratis
SAIL
Risicokaart
IPO / Infopool
WMS
Gratis
Structureel
Wegopbrekingen
Prov. NH
Excel
Gratis
Structureel
Vliegroutes Schiph
Compendium
[n.t.b.]
Gratis
Structureel
Scheepsposities
Kustwacht
Shapefile
[n.t.b.]
SAIL
Vaarwegen
RWS
Shapefile
Gratis
SAIL
Strandpalen
RWS
Shapefile
Gratis
Structureel
Aanlandingsloc.
VRK / VRAA
Excel
Gratis
Structureel
Wegenassen
CityGIS
Shapefile
Abbonement SV
Structureel
Weerbeeld
KNMI
WMS
[n.t.b.]
SAIL
Ambulancepos.
AZN
Shapefile
Abonnement SV
Structureel
GBKN/BAG A’dam
DPG
Shapefile
[n.t.b.]
SAIL
Met de geleverde kaartlagen is het volgende beeld voor SAIL 2010 samengesteld in CityGIS Barracuda:
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 13
Figuur 3. Screenshot CityGIS Barracuda desktop, met Top10NL, GBKN, Risicokaart, PoI’s, scheepslocaties en ambulanceposities.
Ditzelfde beeld blijkt echter niet alleen bruikbaar voor een grootschalig evenement, maar ook voor de Digitale Bereikbaarheidskaart, getuige de volgende screenshot in dezelfde CityGIS applicatie:
Figuur 4. Screenshot CityGIS Barracuda desktop, met luchtfoto en digitale bereikbaarheidskaart.
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 14
4. Proces: komen tot het maken, gebruiken, beheren van geo in Kennemerland Dit hoofdstuk beschrijft de proceservaringen in (1) het vergaren, (2) het gebruiken en (3) het beheren van de geografische gegevens in het kader van het SAIL Geoplot traject. Per onderdeel wordt vooral ingegaan op de interactie en communicatie met de betrokken partijen. De tekst beschrijft de stand van zaken per eind juni 2010. De evaluatie van het gebruik van het Geoplot tijdens de SAIL‐in is opgenomen in hoofdstuk 5. 4.1
Het vergaren van geografische gegevens
De uitstraling van het evenement SAIL 2010 heeft merkbaar bijgedragen aan de bereidwilligheid van gegevensbronhouders om gegevens ter beschikking te stellen. De keerzijde daarvan is dat de gegevens vaak met die beperking verstrekt werden: in het kader van dat specifieke evenement, wat betekent dat er nog nadere afspraken gemaakt moeten worden over structureel gebruik van die gegevens. De belangrijkste ervaringen hiermee zijn: •
Top10NL (topografie), de meest gevraagde dataset, wordt geleverd door Kadaster en was tot voor kort peperduur. Door nieuw Rijksoverheidbeleid dat publieke partijen niet meer hoeven te bepalen voor gegevens die door de overheid worden vervaardigd, levert Kadaster deze dataset sinds kort tegen nultarief aan de veiligheidsregio’s. Deze dataset was dus eenvoudig te vergaren, er kan ook gesteld worden dat dit traject daar geluk mee heeft gehad.
•
De Grootschalige Basiskaart (GBKN), nog gedetailleerder dan de Top10NL, is gratis ter beschikking gesteld door Gemeente Velsen, een voorloper op GBKN gebied. Er is veel expertise op dit gebied aanwezig; de gemeente heeft zelfs een Oracle Spatial server ingericht. Het voordeel is dat er voor de SAIL‐in op 19 augustus een zeer gedetailleerde ondergrond beschikbaar is. Het nadeel is dat de overige gemeenten in de regio nog lang zover niet zijn met hun GBKN als Velsen. Dat relativeert het directe nut van de regionale Oracle geo‐server in Velsen: als er weinig kwalitatieve data ter beschikking komt vanuit de overige gemeenten, dan is het regionale geoloket nog weinig bruikbaar.
•
Luchtfoto’s zijn bij meerdere bronnen verkrijgbaar. Uiteindelijk is ervoor gekozen om deze gegevens te betrekken via de IPO Risicokaart server, omdat daar al een werkende WMS service op draait. Een Web Map Service levert een plaatje (in dit geval foto) van een specifieke rechthoek, dat als kaartlaag kan worden getoond in de GIS applicatie (in dit geval Barracuda).
•
Voor de risicokaart geldt hetzelfde – de reeds werkende WMS bij IPO maakte het tonen van de risicokaart eenvoudig. Nadeel is wel dat de getoonde objecten nog niet doorklikbaar zijn. Daarvoor is een WFS (Web Feature Service) nodig; IPO werkt hier aan.
•
Het vergaren van actuele gegevens over wegopbrekingen verliep aanvankelijk moeizaam, maar ook daar kon de regio mee op een verrassende ontwikkeling. Het Local Traffic Control (LTC) systeem van gemeente Haarlem (leverancier: Falk Andes), dat actuele wegopbrekingen toont, werd in april 2010 door de Provincie opgeschaald naar provinciaal niveau. Hoewel het pakket geen WMS of WFS biedt, is wel een export naar Excel mogelijk. Dat is voor CityGIS voldoende om de wegopbrekingen te tonen op het scherm. Wel moet ingeregeld worden dat deze data elke
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 15
week wordt geëxtraheerd uit LTC. Dat kan vallen onder het abonnement Studio Veiligheid (dan heeft de regio er geen omkijk naar), maar dat is nog niet formeel vastgesteld. •
Het vergaren van actuele Scheepsposities bleek lastiger dan aanvankelijk ingeschat. De posities zelf zijn internationaal al bekend (Via Marinetraffic, die AIS transponders op schepen uitleest en visualiseert, zie http://www.marinetraffic.com/ais/), en voor Nederland ook ontsluitbaar via de Kustwacht, maar het maken van afspraken over het mogen gebruiken bleek niet eenvoudig. Bovendien was tot eind mei 2010 niet bekend (ook niet bij Centraal Nautisch Beheer en Port of Amsterdam) welke SAIL schepen wel of niet AIS transponders aan boord hebben. Studio Veiligheid regelt de structurele afspraken met de Kustwacht. Centraal Nautisch beheer vraagt middels een enquête welke SAIL schepen een AIS transponder aan boord hebben. Contactpersoon bij Centraal Nautisch Beheer is Raymond Grollé (Zie bijlage A), contactpersoon bij Studio Veiligheid is Peter de Bruijn.
•
Rijkswaterstaat is bronhouder van veel relevante gegevens, waaronder hydrografie, vaarwegen, strandpalen en aanlandingsplaatsen. Omdat de Actuele Hoogtekaart Nederland (AHN, een gewild bestand) niet leverbaar bleek te zijn, ook niet voor SAIL, was er aanvankelijk weinig hoop dat overige genoemde data wel ter beschikking zou komen. De regio kreeg echter al snel een DVD toegestuurd met relatief statische data: de vaarwegen en de strandpalen, beide in Shapefile formaat. De strandpalen zijn opgenomen in het geoplot, de vaarwegen bleken minder bruikbaar, omdat de Shapefile van vaarwegen bestaat uit lijnen in plaats van vlakken. Dus voor de actuele dieptes zijn hydrografische bestanden van Defensie nodig.
•
Hydrografie, met name de dieptes van het Noordzeekanaal, zijn beschikbaar bij de Hydrografische Dienst van Defensie in Den Haag (Ellen Vos). Deze dienst beheert ook enkele minder gangbare gegevenssets zoals het Wrakkenregister. De vlakken met dieptegegevens zijn beschikbaar in S57 formaat, waarvan CityGIS heeft gemeld dat dit in te lezen is in Barracuda.
•
Het Weerbeeld wordt geleverd door KNMI. Aanvankelijk leek dit slechts tekst te zijn, maar het team van Informatiepool krijgt van KNMI ook een geografisch beeld. Contactpersoon is Frank Kroonenberg. Hoewel KNMI bereid is dit beeld te leveren voor het evenement SAIL, werd feitelijk doorverwezen naar de Informatiepool om dit beeld via die kant te verstrekken. Door andere prioriteiten is dit echter nog niet definitief geregeld.
•
Ambulanceposities worden landelijk al bijgehouden door de Ambuserver van Ambulancezorg Nederland (AZN). CityGIS heeft een overeenkomst met AZN om deze posities op het Barracuda kaartbeeld te kunnen plotten. Deze kaartlaag vergt dus van de veiligheidsregio geen eigen beheerinspanning.
•
Kaartsymbolen. Er bestaat per juni 2010 nog geen landelijk vastgestelde kaartsymbolenset voor crisisbeheersing en rampenbestrijding. Wel is er een NEN norm voor veiligheidssymbolen in gebouwen en werkt het landelijk project Netcentrisch Werken aan een symbolenset voor opgeschaalde situaties (‘rood’). In het experiment SAIL wordt gewerkt met de symbolensets zoals die beschreven zijn op www.imergis.nl, tabje “Geo”, kies “symbolen” (3x).
•
Studio Veiligheid is een jong en opstartend initiatief. De regio’s Kennemerland en Amsterdam Amstelland zijn voor een groot deel van de dienstverlening een launching customer. De dienstverlening kan als volgt worden samengevat: o
Het vlotter laten stromen van gegevens tussen ketenpartners via een Verkeersplein, waaronder de Infopool.
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 16
o o o o
Het garanderen van mobiele verbindingen tussen partijen voor spraak en data. Het beschikbaar stellen van een besturingsmodel waarmee de stakeholders de samenwerking kunnen faciliteren met good governance. Het experimenteren met deze punten in een gecontroleerde lab omgeving (de 'speeltuin') Het samen met de stakeholders in productie brengen van de innovaties in concrete best practice cases zoals het SAIL 2010 evenement.
Omdat de Regio •
Een belangrijke succesfactor in het zichtbaar maken van de resultaten is ongetwijfeld de pro‐ actieve houding van leverancier CityGIS geweest. Doordat steeds nieuw aangeleverde kaartlagen snel konden worden toegevoegd aan het landelijke geo‐loket in Delft, kon in korte tijd zichtbare verbetering worden getoond. Als hier een formele change request procedure achter had gezeten, dan was het boeken van zichtbaar resultaat veel trager verlopen.
•
De kaartlagen zijn ook geschikt om in drukwerkformaat te bewaren (TIF) en op groot formaat te printen. Zo wordt digitaal en op papier (fallback‐functie) met hetzelfde bronmateriaal gewerkt. Het vereist echter wel specifieke DTP expertise om dit drukwerkbeeld te maken; deze expertise is intern in de regio (nog) niet of nauwelijks aanwezig. De voor SAIL gemaakte bron raster‐ bestanden zijn wel aanwezig op de VRK.
•
Port of Amsterdam heeft een papieren havenkaart aangeleverd met het grondgebied van de gemeente Amsterdam, waarop ook de dieptes in het Noordzeekanaal zijn ingetekend.
•
De DVD’s met geleverde data (Rijkswaterstaat, Kadaster) worden fysiek overgedragen aan Mike Vink en Rob Peters.
4.2
Het gebruiken van geografische gegevens
Per juni 2010 was van ‘gebruik van geografische data’ alleen sprake in een afgeschermde laboratorium omgeving. Het Barracuda Geoplot is per medio juni 2010 nog niet operationeel gebruikt. Tijdens de bestuurlijke oefening SAIL is voor informatiemanagement vanuit Netcentrisch Werken alleen de Cedric Tekst applicatie gebruikt. Het Geoplot wordt wel gebruikt tijdens de SAIL‐in op 19 augustus 2010. Er zijn in mei en juni 2010 twee bijeenkomsten waarin het Geoplot is gedemonstreerd en geëvalueerd: 12 mei 2010, Werkgroep Veiligheid en Gezondheid SAIL te Haarlem. Hierbij waren afgevaardigden van alle primaire ketenpartners aanwezig, met nadruk op de gemeentekolom. Het Geoplot is positief ontvangen. De belangrijkste opmerkingen waren: • • •
“Als dit mogelijk is, dan wil ik ook [vul in] kunnen zien!” “Er is veel informatie zichtbaar, wordt dat geen informatie‐overload?” “Niet iedereen moet alles kunnen/mogen zien, hoe wordt autorisatie geregeld?”
24 juni 2010, het SGBO te IJmuiden (Tiberiusplein). Dit is een bijeenkomst van politie en politie gerelateerde deelnemers. Ook hier waren de reacties op de mogelijkheden zeer positief.
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 17
4.3
Het beheren van geografische data
De regio richt zich op het minimaliseren van de door de eigen regio benodigde inspanning voor adequaat beheer van geografische data. Het beleid is immers om niet te doen wat anderen beter kunnen, en zich vooral op de core business te richten. Twee voorbeelden daarvan zijn het beheer op regionaal niveau bij gemeente Velsen, en beheer op landelijk niveau via het abonnement Studio Veiligheid. “Beheer” komt dan met name neer op het beheren van afspraken tussen de regio en dergelijke partijen. Hiervoor reserveert de veiligheidsregio enige (beperkte) formatie. De CIO van Kennemerland (Rob Peters) Intern heeft een notitie opgesteld die ondermeer beschrijft: • •
Hoe de verantwoordelijkheid voor gebruik en beheer vna geografische informatie is belegd; Hoe de afspraken omtrent het beheer van geografische gegevens worden vormgegeven.
Het betreft de volgende afspraken: 1. Organisatorische afspraken tussen Regio Kennemerland en Gemeente Velsen. Rob Peters en Hans Blom. a. Hieruit voortvloeiend: organisatorische afspraken tussen gemeenten onderling over een gezamenlijke bijdrage ten behoeve van de dienstverlening van Velsen aan Kennemerland. [Zie notitie Rob Peters] 2. Praktische invulling van afspraken over gegevens en techniek tussen Gem. Velsen en Regio Kennemerland. Pieter Ouwerkerk (Velsen) en […]. Het betreft: a. Het periodiek actualiseren van de data die door gemeenten zijn aangeleverd. b. Het kwalitatief op orde krijgen van de GBKN en de BAG van de gemeenten in de regio Kennemerland. De Veiligheidsregio heeft hier een stimulerende rol in. 3. Organisatorische afspraken tussen Regio Kennemerland en Studio Veiligheid. 4. Praktische invulling van afspraken over de dienstverlening van Studio Veiligheid aan Regio Kennemerland. Het betreft hier: a. Het op abonnementsbasis middels de landelijke Informatiepool ter beschikking stellen van de kaartlagen die zijn benoemd in de vastgestelde informatiebehoefte voor Geoplot SAIL 2010 en verder. b. Toegang tot de CityGIS Barracuda applicatie voor de duur van het abonnement, om de onder (a) genoemde data te visualiseren in de door CityGIS geboden functionaliteit. c. Beschikbaarheid van [x] FIGO boxen voor draadloze mobiele datacommunicatie op de operationele voertuigen van de Regio Kennemerland. Het installeren en onderhouden van MDT’s is verantwoordelijkheid van Kennemerland; Studio Veiligheid wordt wel geacht mee te denken over het toepassen van (a) en (b) op de MDT’s. d. Het ondersteunen in de regie/besturingsconstructie over informatie‐uitwisseling met de primaire ketenpartners: politie, KMAR, Defensie, Kustwacht, Corus, Schiphol, Waterschappen, Waterbedrijven. Informatie‐uitwisseling met gemeenten valt hier vooralsnog niet onder, omdat dit is geregeld via gemeente Velsen. 5. Afspraken met gegevensleverende partijen danwel bronhouders van gegevensregistraties. Deze kunnen in principe geregeld worden via Gem. Velsen (Hans Blom) of Via Studio Veiligheid. Het gaat hier om de volgende relaties:
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 18
a. Relatie met Kadaster. Dit betreft de actualisatie van de Top10NL. Deze wordt op DVD aan de Veiligheidsregio geleverd, maar kan in principe direct door naar de Infopool. De leveringsafspraak van Kadaster richting Veiligheidsregio is rond. b. Relatie met IPO, over de levering van luchtfoto’s en webservices van de risicokaart. Het beheer van deze afspraak kan worden belegd bij Studio Veiligheid / Infopool. c. Relatie met Provincie Noord‐Holland over het aanleveren van actuele Wegopbrekingen. De huidige afspraak is in principe voor onbeperkte tijd. Uitvoering van de afspraak (extraheren van Excel bestand) valt binnen de dienstverlening van Studio Veiligheid. d. Relatie met de Kustwacht over het leveren van actuele scheepslocaties aan de hand van de AIS transponders. Studio Veiligheid heeft hiertoe een overeenkomst met de Kustwacht. De Veiligheidsregio Kennemerland heeft hiermee deze levering rond. e. Relatie met Rijkswaterstaat over het leveren van hydrografische data. Dit is nu nog op basis van ad‐hoc goodwill; het is aan te bevelen deze relatie te bestendigen. f. Relatie met Defensie over het leveren van hydrografische data. [Het vormgeven van de relatie met de Hydrografische dienst loopt nog]. Vermeld zij nog dat de abonnementsvorm van Studio Veiligheid ook een nadeel heeft: mocht de veiligheidsregio Kennemerland het abonnement niet verlengen, dan heeft de veiligheidsregio Kennemerland qua geografische informatiehuishouding een probleem. Aan de ene kant is dus sprake van een afhankelijkheid; aan de andere kant bepaalt de VRK als abonnementhouder ook in grote mate zelf hoe die afhankelijkheid wordt ingevuld. Hoe de veiligheidsregio Kennemerland het beheer van geografische informatie organisatorisch inbedt is beschreven in de interne notitie van Rob Peters over Geo beheer in VRK.
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 19
5. Evaluatie van het geoplot tijdens de SAIL-in parade, 19 augustus Na een aantal weken grondig testen, werd op 19 augustus het geoplot geactiveerd op vier locaties in de regio Kennemerland: 1. Meldkamer / SGBO, Zijlweg, Haarlem (vaste netwerkverbinding) 2. Evenementen afstemmingsoverleg, Tiberiusplein, IJmuiden (vaste netwerkverbinding) 3. CoPI locatie, Pont Buitenhuizen, Haarlemmerliede (mobiele netwerkverbinding) 4. KLPD coördinatieboot P42 (mobiele netwerkverbinding) Op alle locaties werd een laptop gebruikt die, via een beveiligde VPN, verbinding maakte met de experimentele server van Studio Veiligheid in Delft. Het geoplot dat daar werd geserveerd, was zichtbaar in de CityGIS Barracuda client applicatie (Silverlight in de Internet Explorer browser). SGBO commandant Rinus Boudewijn van de Politie Kennemerland was zeer tevreden over het behaalde resultaat en hoopt dat de volgende keer meer schepen met een transponder uitgerust zullen worden. Vooral de snelle localisering van incidenten was een winst. Taak commandant Sail‐in Jaap Nijgh van de KLPD was buitengewoon tevreden. Hij zag onder meer een meerwaarde bij het onder controle houden van de Vuurwerkevenementen tijdens Sail. Daarnaast was hij nu ook als eerst verantwoordelijke in de gelegenheid om de reddingsbootjes aan te sturen. De voorzitter van het evenementen afstemmingsoverleg Fred Schweitzer van de gemeente Velsen maakte tijdens de vergaderingen graag gebruik van de overzichtskaarten. Hij is een warm voorstander van het doorzetten van deze ontwikkelingen. Rolf Kuiper van de meldkamer Kennemerland (Mick) was enthousiast over het resultaat: “Tijdens de parade kregen we te maken met een reanimatie. Niet alleen was het betreffende vaartuig snel gevonden op de kaart, maar ook de locaties van de reddingsbrigade (die het vaartuig begeleidde naar de wal) en zelfs de locaties van de ambulance bikers waren in beeld. Dit vergemakkelijkt de coördinatie aanzienlijk, en verbeterde de kwaliteit van de hulpverlening voor het slachtoffer aanmerkelijk”. Het levert een directe bijdrage aan het halen van de normtijden. Het hoofd Preparatie en Nazorg Martin Rensen van de Brandweer Kennemerland vond het Copi‐ beeld een sprong voorwaarts en kon tot zijn genoegen constateren dat ideeën die leefden in de tijd van zijn afstuderen 10 jaar geleden op het CMI incident nu werkelijkheid beginnen te worden. De informatiemanagers van Twente en Hollands Midden (Gerke Spaling en Arthur Haasbroek), hebben met Leiders OT Mario Schoonderwoerd en Arjan Verheul geïnspireerde discussie gevoerd over de volgende stappen. Er waren ook leerpunten. De grootste uitdaging bleek te zitten in de netwerkinfrastructuur. Het gebruik van het geo‐plot werd het meest gehinderd door (a) het moeilijk kunnen opzetten en vasthouden van een stabiele verbinding (zowel mobiel als vast), en (b) de snelheid van de beschikbare verbinding (‘bandbreedte’). Ad (a). Op drie van de vier locaties bleek het opzetten van de netwerkverbinding complexer dan van tevoren was ingeschat en getest. Dat begon al bij het inbellen vanaf de mobiele locaties. Aangezien KPN en Vodafone onaangekondigd enige technische settings hadden aangepast (twee dagen
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 20
daarvoor), was er creatief uitzoekwerk voor nodig om de mobiele inbelverbinding tot stand te brengen. Daarna lukte het opzetten van de beveiligde VPN ‘tunnel’ wel, maar deze had de neiging af en toe te sluiten (op locatie SGBO twee keer gedurende de dag). Ad (b). Toen de verbinding er eenmaal was en het geoplot zichtbaar werd op het scherm, bleef de performance op een aantal locaties onder verwachting. Het verslepen en verversen van het geoplot duurde langer dan vijf seconden, wat op die locaties tot frustratie leidde. De vertraging zat deels in de CityGis applicatie, en deels in de beschikbare bandbreedte over de vaste netwerklijn. De wens voor een ‘dikkere lijn’, zowel mobiel als ‘vast’, is dan ook als leerpunt meegenomen door de CIO. Ondanks deze tegenslagen was het geoplot voor 80 à 90% van de tijd goed in beeld, en was de parade goed te volgen. Verscheidene bij de meldkamer binnenkomende berichten (“De Henry Dunant wil niet van z’n plaats”) konden goed gelocaliseerd worden op het geo‐plot. De parade is gevolgd vanaf de sluizen bij IJmuiden tot aan het Java eiland in Amsterdam. Wat daarbij vooral hielp is dat de namen van de schepen onder het symbool werd geplot (zie screenshots hieronder). Bijkomende aangename verrassing was dat ook de ambulance‐bikers een transponder hadden en dus in beeld waren. Uit dit experiment zijn ten minste twee belangrijke inzichten bevestigd: (1) het belang van het goed organiseren van alle aandachtsniveaus voor een goede informatievoorziening, zoals bekend uit het ACIR rapport en (2) de winst van het scheiden van gegevens en ICT applicaties. We lichten deze punten nu kort toe. 1. Goed organiseren van alle aandachts‐ niveaus. In het rapport ACIR wordt gesteld dat bij knelpunten in informatievoorziening er aandacht nodig is op meerdere niveaus (zie figuur). Het helpt dus niet om, bijvoorbeeld, alleen slimme ICT in te zetten. Geld, besturing, organisatie en processen zijn minstens zo belangrijk, zelfs randvoorwaardelijk. Omdat het experiment als kapstok het Interregionale versterkingsprogramma “De Arend” kende en de procesregie van het experiment zelf gefaciliteerd kon worden door het onafhankelijke innovatie‐ initiatief “Studio Veiligheid”, waren de ‘bovenste’ aandachtsniveaus ingevuld. De slimme ICT kwam beschikbaar door meerdere (kleine) partijen met kennis van OOV te vragen om ‘stukjes van de ICT‐ puzzel’ te leveren, die dankzij Internationale open standaarden in elkaar pasten. Volgens Rinus Boudewijn, districtschef bij Politie Kennemerland, en op 19 augustus aanwezig op het SGBO, heeft het geoplot zijn meerwaarde bewezen. Hij hoopt dat op korte termijn veel meer schepen worden uitgerust met transponders. 2. Scheiden van gegevens en ICT applicaties. Vanaf de start van het experiment is besloten om gegevens van applicaties te scheiden, door middel van web services met kaartlagen, een integraal onderdeel van Web 2.0. Gegevens blijven bij de bronhouders (zie de genoemde partijen hierboven) en de applicaties halen op elk gewenst moment
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 21
het dan relevante deeltje van die gegevens op via het web, en tonen dat op het scherm of in het voertuig. Door gebruik te maken van Virtual Private Network technologie is de beveiliging van de gegevens gegarandeerd. Hoewel het gebruik van webservices in de praktijk van veiligheidspartners nog relatief jong is, werkte het principe prima tijdens de SAIL‐in. Als de regio straks de beschikking krijgt over het landelijke LCMS, kan die gebruik maken van diezelfde webservices voor de kaartlagen. En daarmee besparen veiligheidsregio’s flink op kosten voor gegevensbeheer en applicatiebeheer.
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 22
6. Conclusies en aanbevelingen De Veiligheidsregio Kennemerland heeft in zes maanden tijd (begin januari 2010 – eind juni 2010) een dynamisch Geoplot gerealiseerd gebaseerd op vastgestelde informatiebehoefte en een schaalbare informatiearchitectuur voor geografische gegevens. De organisatorische afspraken met Gemeente Velsen en met het initiatief Studio Veiligheid zijn in principe rond. De financiering is afhankelijk gesteld van de uitwerking van een, ook in bezuinigingstijden aanvaardbaar omslagmodel. Het bovenstaande wil niet zeggen dat het dynamische geo‐plot al volledig is ‘ingebed’ in de organisatie. Terugkijkend naar de doelstellingen uit hoofdstuk 1 kunnen we de volgende conclusies trekken: 1. Doel 1. Identificeer de informatiebehoefte van een geoplot voor SAIL 2010 en daarna. • De informatiebehoefte is geïnventariseerd en vastgesteld. 2. Doel 2. Realiseer een bruikbaar geo‐plot voor het evenement SAIL 2010 zodat de deelnemende veiligheidsregio’s beschikken over hetzelfde kaartmateriaal (digitaal en papier) • Het geoplot is gerealiseerd (op basis van open standaarden) en werkt. Het geoplot bleek bruikbaar tijdens de Sail‐in op 19 augustus. Ondanks wat tegenslag met netwerk‐ verbindingen was het plot de hele dag goed te volgen. • Zaken zoals gebruikersbeheer en actueel houden van gegevenssets zijn nog niet getest en geborgd. • Naast de betrokkenheid van veiligheidsregio’s Amsterdam‐Amstelland en Zaanstreek‐ Waterland hebben ook de veiligheidsregio’s Hollands Midden en Twente en het Havenbedrijf Rotterdam een afvaardiging gestuurd op de dag van de SAIL‐in parade. Het gerealiseerde Geoplot past in elk geval in de lijn die is uitgezet in het regionale Beleidsplan van Kennemerland. Op basis van de behaalde resultaten zijn de volgende aanbevelingen te formuleren: 1. Gebruik toekomstige evenementen als vliegwiel om met de drie Noordzeekanaal regio’s te investeren in het gezamenlijk gebruik van het dynamische geo‐plot. Gebruik hiervoor de abonnementstructuur van Studio Veiligheid. 2. Maak afspraken met Studio Veiligheid over wat er exact wel en niet wordt geleverd voor dit abonnementsgeld. De mate van wederzijdse flexibiliteit bleek zeer groot, maar dit vraagt tegelijkertijd om helder verwachtingmanagement. 3. Zorg dat projecten zoals i‐DBK (Implementatie Digitale Bereikbaarheidskaart) en Implementatie Netcentrisch Werken gebruik gaan maken van dezelfde gegevens; nu lijkt dat separaat geregeld te worden, met alle kosten van dien. Kortom: maak in de koude en dagdagelijks werkzaamheden gebruik van dezelfde gegevens in de kaartbeelden als bij opschaling. 4. Kom tot afspraken over semantische standaarden middels ‘draaitabellen’ en een regionaal gegevensboek zodat uitwisseling van gegevens mogelijk wordt terwijl ieder in het eigen jargon kan blijven werken. 5. Ontwerp een passend omslagmodel voor de kosten van de infrastructuur (Geo‐loket, Geo‐ uitwisseling en terugmelding) tussen de ketenpartners in de regio.
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 23
6. Maak de koppeling met het ‘Huis van Planvorming’ in de regio. De integratie van tekst en geo kan nog veel hechter: alle informatieproducten die een (x,y) coördinaat kennen (direct of indirect) lenen zich ervoor. Investeer in het algemeen in de regio in kennis van geografische hulpmiddelen. 7. Organiseer één functionele stem richting Gem. Velsen. Als het gebruik van het Geoplot met CityGIS Barracuda gaat lopen, en Velsen fungeert als het regionale loket, dient er ook één partij te zijn die namens de gemeenten de behoefte aan functionaliteit richting Velsen communiceert. 8. Maak gebruik van de BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen) zodra de gemeenten in de regio deze op orde hebben en beschikbaar komt via de Geo‐infrastructuur Veiligheid en het Geo‐ loket in Velsen. 9. Stimuleer gemeenten tot het op orde brengen van de gegevens in de Risicokaart. Uiteindelijk komen de meeste gegevens bij gemeenten vandaan. Planvorming in de Veiligheidsregio is er afhankelijk van. 10. Verbreed de rol bij het gegevensbeheer over objecten van Preparatie naar meer kolommen. Veranker de relatie tussen koud gegevensbeheer bij preparatie naar dag‐dagelijks gebruik in de organisatie en warm gebruik bij opschaling. 11. Maak ook bij de GGD gebruik van de objectgegevens zoals zorginstellingen en opvanglocaties 12. Dien de gebruikte symbolenset in bij het Veiligheidsberaad als voorstel voor landelijke standaard. Voor het grootste deel komt deze reeds overeen met die van IM‐OOV en het landelijke Project Netcentrisch werken. 13. Stimuleer de NVBR om de geo architectuur ook op landelijke schaal in te zetten; 14. Stimuleer gemeenten tot het op orde brengen van de gegevens in de Risicokaart. Uiteindelijk komen de meeste gegevens bij gemeenten vandaan. Planvorming in de Veiligheidsregio is er afhankelijk van.
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 24
Bijlage A. Lijst van betrokkenen met contactgegevens Lijst van geïnterviewden voor het vaststellen van de geografische informatiebehoefte:
•
Frank van Herpen, leider OT
•
Henk Munneke, Leider OT
•
Roland Joustra, Brandweer VRK
•
Jur van Lieshout, Leider OT
•
Marc Snabilie, GHOR VRK
•
Mario Schoonderwoerd, leider OT
•
Hans Vos, Politie Kennemerland, evenementenregie
•
Cor Kiekens, Geo expertgroep regio Kennemerland
•
Cock Zwirs, Defensie RMC West
•
Stephanie van Malssen, KMAR District Schiphol
•
Arjan Verheul, leider OT
•
4 experts in Amsterdam‐Amstelland, via Arend de Jong
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 25
Bijlage B. Beelden van het Geoplot op 19 augustus 2010
KLPD vaartuig “P42”, waarop het Geoplot ook beschikbaar was.
Geoplot van het ‘cordon’ rond de vuurwerkspot bij Java Eiland, Amsterdam
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 26
Kop van de parade bij Velsen‐Zuid.
Helicopterview / Overzicht van de parade. De rode ruitjes zijn vrachtschepen.
Aankomst van de parade in Amsterdam. Bedenk: de luchtfoto is een halfjaar oud.
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 27
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 28
Bijlage C. Notitie Geo-beheer in Kennemerland (Rob Peters) Kennemerland bestaat uit 10 gemeenten, ziekenhuizen, een aantal organisaties die onder verlengd lokaal bestuur vallen en twee majeure risicoobjecten (Corus en Schiphol). Vanuit de rijksdiensten, Provincie en waterleidingbedrijf zijn er daarnaast nog een reeks van regionale en landelijke taken die in Kennemerland verricht worden, zoals tunnelbeheer, wegbeheer en beheer van infrastructuur. Al deze partijen maken gebruik van dezelfde gegevens over objecten zoals verpleeghuizen en gasstations. Een deel van de gegevens over de objecten wordt op landelijke schaal per kaartlaag beschikbaar gesteld. Een ander deel zal regionaal bijgehouden moeten worden. Het bijhouden van de status van objecten: aantal bedden, actuele opslag chemische goederen, wegopbrekingen, aanlegsteigers, opvangplaatsen enzovoort, is een bijzonder kostbaar en arbeidsintensieve taak. Het belang voor de veiligheid is onweerlegbaar aangetoond bij Sail 2010: een reanimatie die sneller verloopt is goedkoper dan het revalidatieproces dat je uitspaart. Om de kosten van het beheer te reduceren zijn een aantal beleidslijnen uitgezet in het regionaal beleidsplan. •
Het objectenbeheer veiligheid is een regionale aangelegenheid;
•
Het onderhoud en de terugmelding vereist een regionale infrastructuur;
•
Het objecten beheer kan gedefinieerd worden als een “verrijkingsset” van de Basisregistratie Adressen en gebouwen;
•
Alle partijen in de regio hebben belang bij het up‐to‐date houden van de BAG;
•
De Ministeries kunnen maar een beperkt deel van het onderhoud dragen;
•
De regionale verrijkingsset valt samen met taken van Brandweer en GGD: de Digitale bereikbaarheidskaart en Socard/ Ghor4all;
•
Definieer de verrijkingsset boven op de BAG en besluit deze te onderhouden;
•
Overtuig álle voertuigbevelvoerders (dus ook parkeerwachten) van het belang van de terugmelding;
•
Stel een regionale standaard vast voor voertuig‐MDT beheer en terugmeldprotocol;
•
Creëer een “semantische draaitabel” voor de uitwisseling van kaartlagen en terugmeldberichten;De gegevensboeken worden zo naar buiten ontsloten zonder dat ze uniform hoeven te worden;
•
Leg een aantal objecten vast in de planvorming;
•
Maakt de objecten beschikbaar voor ketenpartners;
•
Stel een omslagbeleid vast zoals bij elke infrastructuur: per gebruik of als abonnement of als “ongevallenbelasting” voor verzekeringen.
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 29
Bijlage D. Inrichting van het experiment met Studio Veiligheid Het experiment is uitgevoerd binnen het kader van het abonnement dat Veiligheidsregio Kennemerland en Veiligheidsregio Amsterdam‐Amstelland hebben afgesloten met Stichting Studio Veiligheid voor de periode 2010. Doel van deze samenwerking is het aanpakken van prangende veiligheidsvraagstukken – die liggen in het multidisciplinaire en bovenregionale domein – en te komen tot in de praktijk werkende oplossingen. Studio Veiligheid verzorgt de ondersteuning van het proces, en het inregelen van de daarvoor vereiste (technische) randvoorwaarden. Deze bijlage beschrijft het achterliggende Innovatieproces, het experiment en de precompetitieve technische configuratie die dit experiment mogelijk heeft gemaakt. Voor informatie over Studio Veiligheid kunt u terecht op de site www.studioveiligheid.net die begin oktober beschikbaar komt. Hier vindt u brede informatie en een lijst met ambassadeurs die u vanuit eigen praktische ervaring kunnen uitleggen wat Studio Veiligheid voor u kan betekenen.
D.1 Waarom Studio Veiligheid Probleemstelling: Veiligheidsorganisaties zijn niet ingericht voor ketengerichte innovatie. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat hun primaire taakstelling ligt bij beheer en handhaving en minder bij probleemgeoriënteerde innovatie Het gevolg is dat de weg van probleemstelling en een eerste idee voor oplossing naar realisatie in de praktijk vaak lang is, wat leidt tot teleurstelling, frustratie en vaak afstel. Oplosrichting Stichting Studio Veiligheid helpt door de afstemming van vraag en aanbod op speelse wijze te laten plaatsvinden. Studio Veiligheid is een speeltuin waarbinnen veiligheidspartners, wetenschap en aanbodpartijen precompetitief kunnen werken aan oplossingen zonder dat daarbij fysieke of bestuurlijke slachtoffers vallen. Door innovatieve middelen op praktische wijze te toetsen aan de praktijk leren we de gebruikswaarde kennen en ontdekken we gezamenlijk waar nog verbetering noodzakelijk is. Tijdens dat spelen krijgen de partijen ook de mogelijkheid om in elkaars “keuken” te kijken en verbetert daarmee ook de samenwerking; want ook dat spelen doe je samen. Wie zijn Studio Veiligheid De abonnees van Studio Veiligheid zijn ketenpartners uit het domein van Calamiteitenbeheersing, Logistiek, Handhaving/Inspectie en Verkeersmanagement die een gezamenlijk belang hebben bij het thema Veiligheid. In innovatiemodel in figuur 2 is te zien dat deze leden niet alleen verantwoordelijk zijn voor het vaststellen van de probleemstelling en het aanpakken daarvan middels de genoemde speeltuin. De leden committeren zich ook (vooraf) om de gevonden oplosrichtingen op basis van de vastgestelde uitgangspunten in productie te brengen. Daarmee biedt Studio Veiligheid een oplossing voor de hierboven beschreven probleemstelling Logistiek
Studio Veiligheid
Verkeers management
Shared Services Vraag Articulatie
Handhaving Inspectie
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 30
Crisis management
Innovatieproces
van probleemstelling naar productie PROTOTYPING
PROBLEEM Maatschappelijk Probleem
TU Delft & NoSe samen met Precompetatieve Partners
Spelenderwijs Innoveren
Probleemeigenaren Multidisciplinair/ Internationaal
Vraagarticulatie
Gaming voor Afstemming & Governance
Casus Lading als voorbeeld
Virtueel
Multidisciplinaire/ Internationale/ Ketengerelateerde probleemstelling
Materieel
Realisatie
Getoetste vraag
Vastgestelde Uitgangspunten
Stichting Studio Veiligheid Leden
PRODUCTIE
Verwervings Proces
Stichting Studio Veiligheid Leden (samen of afzonderlijk)
Aanbod-articulatie
Pre-competitief (onderzoeksfase)
Beproefd aanbod
Competitief
Figuur 1
D.2 Gebruik van Studio Veiligheid in het SAIL Geoplot experiment Doel van het SAIL Geoplot experiment was tweeledig. Allereerst: aantonen dat het integraal beschikbaar hebben van informatiebronnen middels het dynamisch GEOPLOT een meetbare verbetering oplevert bij het optreden van hulpverleningsdiensten tijdens een calamiteit. Hiertoe werd het geoplot “live”beschikbaar gesteld op de volgende locaties (zie ook bijlage 1): 1. Meldkamer, Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden (politie), Zijlweg (begeleider Jan‐Willem van Aalst) en in het Operationeel team wordt het getoond (begeleider Mike Vink); 2. Evenementen afstemmingsoverleg Sail‐in, Tiberiusplein IJmuiden (begeleider Rob Peters); 3. P42 vaartuig KLPD te Water (begeleider Kees Zeeman); 4. Passengersterminal Amsterdam; 5. Reserve CoPI bak op locatie sluizen (begeleider Peter de Bruijn). De beschikbare bronnen werden verdeeld over een viertal ‘tabjes’ op het CityGis scherm, waar‐ binnen de beschikbare bronnen door de gebruikers kunnen worden aan en uitgezet: -
Waterbeeld (informatie voor nautische diensten zoals KLPD DWP) Landbeeld (informatie voor landgerichte diensten) Gecombineerd beeld (informatie voor OT) Experiment (gecombineerde informatie en fictief scenario voor experiment)
Om nut en noodzaak van het GEOPLOT goed aan te kunnen tonen werd een scenario voorbereid waarbij een botsing tussen schepen is gesimuleerd. In de reserve CoPI bak werd “spelenderwijs” bekeken hoe dit scenario met behulp van de functionaliteit in het plot kan worden opgelost en welke directe voordelen dat biedt voor de hulpverleners. Het experiment illustreert de mogelijkheden van geo informatie in het kader van het netcentrisch werken. Het voedt de discussie over waar Kenemerland met gegevensbeheer en informatie‐
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 31
management naar toe wil. Op het scherm is het tabje “Experiment” apart gezet zodat er geen verwarring kan ontstaan met het operationele beeld. Een tweede doelstelling was om te illustreren dat het mogelijk is om dit GEOPLOT stabiel beschikbaar te stellen op mobiele locaties. De P42 van de KLPD Dienst Waterpolitie en het verbindingsvoertuig op locatie PTA werden daartoe voorzien van een intelligente router die kan schakelen tussen verschillende mobiele netwerken zoals UMTS, Satelliet en WiFi. Hiermee wordt een robuust mobiel netwerk opgebouwd dat ook bij lastige omstandigheden in de haven beschikbaar blijft. Dit experiment is een vervolg op eerder succesvolle testen in de Rotterdamse haven waarvan het testrapport als aparte bijlage is toegevoegd (zie figuur hieronder). Nieuw was dat tijdens SAIL de beschikbaarheid van het Geoplot continu is getoetst. Op elke genoemde locatie was vanuit Studio Veiligheid een begeleider aanwezig die uitleg gaf over het PLOT en samen met de aanwezigen de waarde van het plot bespreekt. Voor de briefing van 19 augustus is in samenwerking met ondernemend onderzoeker Jaco Appelman (TU Delft) een eenduidige set met vragen opgesteld die aan de relevante functionarissen is voorgelegd. Medio december/januari volgt een sessie waarbij dieper op de conclusies van de SAIL‐in van 19 augustus wordt ingegaan en vervolgstappen worden gedefinieerd.
Figuur 2 (zichtbaar is dat op een kort vaartraject de UMTS verbinding diverse malen wegviel en overschakelen naar een ander communicatiekanaal noodzakelijk was. Zonder dit schakelen was de verbinding dus uitgevallen)
Eindrapportage Geo in VRK, Pagina 32