Drs.A.Boers
PRNo.24-90
RAMING VANDE BEDRIJFSUITKOMSTEN IN 1990 VAN DE GLASTUINBOUW- EN CHAMPIGNONBEDRIJVEN
December 1990
Landbouw-EconomischInstituut AfdelingTuinbouw
REFERAAT RAMING VAN DEBEDRIJFSUITKOMSTEN IN1990VANDEGLASTUINBOUW- EN CHAMPIGNONBEDRIJVEN Boers,A. DenHaag,Landbouw-Economisch Instituut, 1990 Periodieke Rapportage 24-90 ISSN0921-4267 17p. Het beeld van 1989blijft voordedrie glastuinbouwsectoren ook in 1990bestaan:gunstige resultatenvoordepotplantensector,eenkostendekkende exploitatievoordeglasgroentesector, en eenverliesgevend niveauvoorde snijbloemensector. Binnendegeheleglastuinbouw tredenvrijwel identieke kosten-enopbrengstenontwikkelingenop.Dekostentoename ismet 8,5%perbedrijf ietsgroterdandeopbrengststijging (7%). Hoofdoorzakenvandekostentoename zijneenhogere rentevoet,een hogeregasprijs enhogere arbeidskosten peruur. Alsgevolgvan lagere prijzenvoordechampignons zetdein 1987begonnenverbetering van rentabiliteit en inkomenvancharapignonbedrijven in1990nietverderdoor.Opnieuw schietendegerealiseerde beloningsniveausvande ingezette produktiefactoren tekort, zodat devrijwel kostendekkende exploitatie van 1988en 1989nietwordt geëvenaard in1990.Perbedrijfwordt eenomzetdalingvan 2%eneenkostenstijging van52voorzien. Glasgroenten/Snijbloemen/Potplanten/Champignonteelt/Ramingen/Rentabiliteit/Inkomen/Nederland
Overnamevande inhoud toegestaan,mitsmet duidelijke bronvermelding.
Inhoud Biz. 1.
INLEIDING
2.
BEREKENINGSWIJZE VANDEGERAAMDE BEDRIJFSUITKOMSTEN
3.
DEGERAAMDE BEDRIJFSUITKOMSTEN PERBEDRIJFSTAK IN 1990 3.1 Groenten onderglas 3.1.1 Kosten 3.1.2 Opbrengsten 3.1.3 Bedrijfsuitkomsten 3.2 Snijbloemen onderglas 3.2.1 Kosten 3.2.2 Opbrengsten 3.2.3 Bedrijfsuitkomsten 3.3 Potplanten onderglas 3.3.1 Kosten 3.3.2 Opbrengsten 3.3.3 Bedrijfsuitkomsten 3.4 Totaal tuinbouwonderglas 3.5 Champignons 3.5.1 Kosten 3.5.2 Opbrengsten 3.5.3 Bedrijfsuitkomsten
5 6
7 7 7 8 9 9 9 10 10 11 11 11 12 12 13 13 14 14
BIJLAGEN 1.
2.
3.
15
Raming vandewijzigingen inoppervlakte, opbrengsten enkostenperbedrijf indegroente-,desnijbloemen-, depotplantenteelt onderglas,detotaleglassectoren dechampignonteelt in 1990;procentuele wijzigingen tenopzichtevan 1989 Raming vande resultaten perbedrijf,dearbeidsopbrengst enhet ondernemersinkomenperondernemer ingld., indegroente-,desnijbloemen-,depotplantenteelt onderglasendetotaleglassector in 1990 invergelijking met deresultaten in1989 Raming vanderesultaten perbedrijf,dearbeidsopbrengst enhet ondernemersinkomenper ondernemer ingld., indechampignonteelt in 1990 invergelijking metderesultaten in1989
15
16
17
1. Inleiding
Hethiergerapporteerde onderzoek isbedoeld om,mede ten behoevevanhetMinisterievanLandbouw,Natuurbeheer enVisserij enhet tuinbouwbedrijfsleven, inzicht teverkrijgen inde bedrijfseconomischeresultatenvandeglastuinbouwende champignonteelt in1990.Omdat opdittijdstipnoggeenuitgewerkte LEIboekhoudingenvandeaanhet rentabiliteits-enfinancieringsonderzoekdeelnemende bedrijven beschikbaar zijn,moetenderesultatenwordengeraamd. Voordeglastuinbouwalsgeheel,voordesubsectorenglasgroenten, snijbloemen enpotplanten onderglas,envoordechampignonteelt ishetgeraamdegemiddeldenetto-bedrijfsresultaat - hetverschil tussenopbrengsten enkosten-perbedrijfweergegeven.Hetnetto-bedrijfsresultaat istevensperƒ 100,-kosten uitgedrukt. Daarnaast isdegemiddelde arbeidsopbrengst enhet ondernemersinkomenperondernemervermeld.Dearbeidsopbrengst perondernemer issamengesteld uithetnetto-bedrijfsresultaat vermeerderd metdeberekendevergoeding voordehandenarbeid van deondernemer.Het ondernemersinkomen omvat de arbeidsopbrengst vandeondernemervermeerderd methet saldovandeberekende en betaalderente. Debelangrijkste kostensoorten, deopbrengst enhetnettobedrijfsresultaat zijntenslotte ookpereenheid teeltoppervlakte vermeld.
2. Berekeningswijze vande geraamde bedrijfsuitkomsten
De ramingen zijnuitgevoerd aandehandvandekosten-en opbrengstenontwikkelingen die in1990tenopzichtevan 1989zijn opgetreden.Decijfersvandebedrijfsuitkomsten indegenoemde respectievelijke bedrijfstakken in1989hebbenhierbijmedeals uitgangspunt gediend. Informatie isingewonnen omtrent de (veiling)omzettenvoor 1november 1990enhetgasverbruik (met betrekking totglastuinbouw)vóór 1oktober 1990vandeelnemersaanhet rentabiliteitsenfinancieringsonderzoekindeglastuinbouwen indechampignonteelt.Tevens isgelet opdeontwikkeling vande landelijkeveilingomzetten inrelatiemetdewijzigingen inde landelijke arealen. De ramingenvandekosten zijngebaseerd opdegemiddelde prijsstijgingenvandeafzonderlijkekostensoorten in1990.Hierbij istevensrekening gehoudenmetveranderingen indeverbruiktehoeveelheden. Deduurzame produktiemiddelen wordengewaardeerd opbasis vandenieuwwaarde.Ditvormt tevenshetuitgangspunt voorde vaststelling vandeafschrijvings-enrentekostenvandeduurzame produktiemiddelen. Bijdeberekening vande renteoverhet inde slijtende duurzame produktiemiddelengeïnvesteerde vermogen iseenrentevoetvan 814%aangehouden (1989 7%).Overhet indegrondgeïnvesteerdevermogen is2të%envoordevlottendemiddelen is9%X(in 1989 1%) rente berekend.Dekostenvandehandenarbeid vandeondernemer endemeewerkende gezinsleden zijnopCAO-basis (inclusiefwerkgeversaandeel inde sociale lasten)gewaardeerd. Inde berekende arbeidskosten vandeondernemer isgeen beloning voor leiding entoezicht opgenomen. Zowel bijdeberekening vandekostenalsvandeopbrengsten isrekening gehoudenmetveranderingen indegemiddeldebedrijfsstructuur,waardoordeaandelenvandeverschillende kostenfactorenkunnenwijzigen.Ditheeft totgevolg datdeprocentuele kostenstijging perbedrijf kanafwijkenvandiepereenheid vanoppervlakte.Ookmet deopbrengstmutatie kandithetgeval zijn. Eenoverzicht vandegeprognotiseerde procentueleveranderingenvanopbrengsten-enkostencategorieën, zowelvoorde prijs-alsvolumecomponent, isopgenomen inbijlage1.
3. Degeraamdebedrijfsuitkorpstenper bedrijfstak in1990
3.1 Groenten onderglas 1) 3.1.1 Kosten Opgrond vandeontwikkeling vandeprijzen (7%)enhoeveelheden (1,5%)vande ingezetteproduktiemiddelen is in1990ten opzichtevanhetvoorgaandejaareenstijging vanhet kostenbeeld met 8,52perbedrijf teverwachten.Er isrekening gehoudenmet eenkleine toenamevandeoppervlakte glasmet 1%perbedrijf. Medegelet opdevrij stabielegemiddelde bedrijfsomvang wordt voordemeeste categorieën produktiemiddelen geenof slechts eenbeperktetoenamevanhetverbruikverwacht. Deprijspereenheid ingezetteproduktiemiddelen steegmet 7%.Zoweldeprijsvandearbeid,vanaardgasenvanhet vermogen (derentevoet)liggenmet respectievelijk 6, 18en 23%flinkbovendeniveausvan 1989.Degemiddelde prijsperm3gas in1990 (22,5ct/m3)ligt ruimdriecentenperm3 bovendie in1989.De prijswasgedurende hetjaarvrij stabiel.Degevolgenvande sterke olieprijsstijging indetweede helft van 1990zijndoorde vertraagde doorwerking indegasprijs in1990nogniet zichtbaar; in1991,zalhet effecthiervanwel indegemiddelde gasprijszijn begrepen. Hetverbruikvanaardgasophetgemiddelde glasgroentebedrijf ligt in1990naarschatting circa 2%lagerdan in 1989.Fer vierkantemeter ishetverbruik in1990circa 3Zgedaald. Alsgevolgvandezeontwikkelingen inprijsenverbruikvan aardgaszullendebrandstofkosten in1990voorhet gemiddeldebedrijfnaar schatting 15Zstijgen. Voorarbeidwordt perbedrijf circa 7,5Z stijging vande kostenvoorzien,hetgeenopgebouwd isuit eentoenamevandeuurloonkostenmet6%eneengrotere inzetvandeze produktiefactor met1,5%.,. ., Dejaarkostenvanduurzameproduktiemiddelen (gebouwen,kassen, installatiesen inventaris)zullenmet circa 9Ztoenemen in 1990.Dezeverwachting isgebaseerd ophet feit dathet prijspeil vandeze.produktiemiddelen in 1989circa 2%isgestegen,waarbij een investeringsniveauwordtgeraamd zodanigdatdebestaandemoderniteit vanhetgemiddelde bedrijf ongeveerwordt gehandhaafd. Hoofdoorzaakvandeze forsestijging isechterde stijgingmet
1)
Ophetmoment vanhet opstellenvanderaming 1990zijnde definitieve cijfers 1989nogniet beschikbaar; derhalve zijn voor 1989voorlopige uitkomsten vermeld.
1,5 procentpunt (tot8,5%)vande ingerekende rentevoet overhet inkapitaalgoederen vastgelegdevermogen. Deoverigekostencategorieën geven intotaliteit ruim6% stijging tezienperbedrijf,hetgeenopgebouwd isuit toename van zowel afleverings-,materiaal-enalgemene kosten;naast enige prijsverhoging ismetnamedevolumekant oorzaakvandegeraamde kostenstijging. 3.1.2 Opbrengsten De landelijkeveilingomzet vankasgroenten 1990zalnaar verwachting circa 6%hogeruitkomendan in1989.Dezewaardestijging isvrijwel gelijkaandetoenamevandeaangevoerde hoeveelheid produkt.Dezeproduktie isgerealiseerd opeenvrijwelgelijkareaal als in1989,zodat er in1990opnieuwsprake isvan eentoenemende produktie-intensiteit.Deafzet heeft plaatsgevondentegen eenprijsniveaudatgemiddeld nauwelijks lager ligtdan in1989. Voordediverseproduktgroepen afzonderlijk ishet prijsbeeld in 1990invergelijking met 1989verschillend: hogere prijzenvoorkomkommer, aubergine ensla,en lagerevoorvleestomaat enrodeengroenepaprika,enweinig verandering voor rondetomaat engelepaprika. Paprikaheeft zichook in1990vastergenesteld temidden vandealwat ouderehoofdprodukten (tomaat enkomkommer).Verwachtwordt datdeaanvoercirca 50tot 60Sgestegen istenopzichtevan 1989bijeenuitbreiding vanhetareaalmet ruim40X. Ditwastemerkenaandeprijzenvangroeneenrodepaprika (dalingmet 20tot 25%). Gelepaprikawistdeprijsevenwelnogte handhaven bijeenaanvoertoenamevancirca25Z. Degroeivandeaanvoertomatenkomt opnieuwvoor rekening vandevleestomaat, bijeenvrij stabiel beeldvande rondetomaat.Het beteelde areaalnam intotaliteitmet 5%af.Doorenige prijsdaling vandevleestomaat enprijsstabilisatie vanderonde tomaat in 1990ishetkg-prijsverschiltussenbeide soortennu verdwenen. Deaanvoervankomkommer iscirca 4Xhogerdan in1989;deze produktie isafkomstigvaneen 2%kleinerteeltareaal.Dehandel heeftdekomkommers afgenomen tegengemiddeld hogereprijzendan in1989. Voordehoofdgewassen tomtaat,komkommer enpaprika laat zichin 1990opnieuweentoenamevandeproduktiepervierkante meterberekenen (6-8%).Opbedrijfsniveauwordt eentoenamevan degeldelijke omzetverwacht van8%.Bijeentoenamevandebedrijfsomvangmet IXstijgt het opbrengstniveau pervierkantemetermet ruim 7%geheelalsgevolgvanhogerekg-produktiesper ha.
3.1.3 Bedrijfsuitkomsten Bijdeverwachte toenamevandekostenperbedrijfmet 8,51, diedetoenamevandeopbrengsten (8Z)inlichtematevoor blijft,ontstaat in 1990enigevermindering vande rentabiliteit. In 1990treedt "ruilvoef-verslechtering op (prijsveranderingvan respectievelijk input enoutput bedraagt respectievelijk +7en -1-0,SX); debruto-produktiviteitontwikkelt zichdaarentegen duidelijk inpositieve richting (toenamevolumevanrespectievelijkkostenenproduktie zijnrespectievelijk 1,5en8,5Z),en biedt bijnavoldoende compensatie vanhetgeleden ruilvoetverlies. Het netto-bedrijfsresultaatwordt in 1990geraamd op0Zvan dekosten (in1989ook 0Z). Debedrijfsuitkomstenzijnzodanig datdeopbrengst preciesdiemiddelenverschaft dienodig zijn vooreenbeloning vande ingezetteproduktiemiddelen tegende geldende of ingerekende prijs.Pervierkantemeterbedraagthet resultaat in1990ongeveerminus 20cent. Dearbeidsopbrengst enhetondernemersinkomenperondernemer isvoor 1990berekend opgemiddeld ƒ70.600,-respectievelijk ƒ 91.500,-.In 1989warendezebedragenƒ68.900,-respectievelijkƒ86.000,-.Deuitkomstenvandeglasgroentebedrijven zijn weergegeven inbijlage2.
3.2 Snijbloemen onderglas 1) 3.2.1 Kosten Deontwikkeling vanprijzen (6Z)enhoeveelheden (2,5Z)van deproduktiemiddelen veroorzaakt eenkostenstijging van8,5Zper bedrijf.Hierbij isaangenomen dat degemiddelde bedrijfsomvang met 2Ztoeneemt.Dit betekent datdekostenperm2 in1990met 6,5Z gestegen zijn.In1990wordt eenflinketoenamevande brandstofkostenverwacht (17Z).Dezestijging vloeitvoortuit eengemiddeld hogeregasprijs (18Z), terwijlhétverbruik 1Zlageris. Debelangrijke kostenpost arbeid neemt ook in1990weerverdertoe (8Z);deze toenamebestaatvooraluit eenuurloonkostenstijging (5,5Z), aangevuld met enigeuitbreiding vande inzetvan arbeidskracht(2Z). Dekostenvanduurzameproduktiemiddelen gaanomhoogmet 8,5Z.Hoofdoorzaken zijndegestegen rentevoet endegestegen prijzenvandéproduktiemiddelen.Deomvang vandeinvesteringen wordt geachtvoldoende tezijnomhet produktieapparaat instand tehouden.
1)
Zienoot 1óppagina7.
Voordeoverigekosten (materialen, aflevering enalgemene kosten)wordt eenstijging voorzienvan 7,5%perbedrijf vooral alsgevolg vangrotere aanwending tegenwat hogere prijzen. 3.2.2 Opbrengsten De landelijke omzetvansnijbloemen zal in1990naarschatting 6,5%hogerzijndan in1989.Geziendegroeivandebeteelde oppervlakte snijbloemenmet 2,5%iser in1990duidelijk sprake vaneengrotere omzet perm2glas.Hoofdoorzaak hiervan isde grotere aanvoer (6%),dietegeneenvrijwel gelijkgemiddeld prijspeil (+0,5%)konwordenafgezet.Enerzijds isvoordeaanvoerstijging deuitbreiding vanhetareaalverantwoordelijk; anderzijds iserperoppervlakte-eenheid opnieuwsprakevangroei (3,5%). Vooralhet areaalvantroschrysant en lelie (beide+11%)is sterkuitgebreid. Ookhet snijbloemgewasmet hetgrootsteareaal namelijkde roosheeft zichweerverderuitgebreid (+4%). Debelangrijkste overige soorten zijnvrij stabiel ofvertonen enige teruggang (anjerengerbera). Vrijwel allebelangrijke snijbloemsoortenkonden in1990het gemiddeld behaaldeprijsniveauvan 1989evenaren (chrysant,roos, gerbera en tulp).Hogereprijzenkwamenvoor bijanjeren gypsophilia.Lagereprijzenbij lelieencymbidium. Deaanvoervanchrysant enroosnam in1990net als in1989 duidelijk toe,evenalsdebeteeldearealenvandezegewassen.De aanvoervangerberawasstabiel bijeenkleinerareaal;vooranjergaven zowelareaalalsaanvoereendaling tezien. Deze ontwikkelingenworden bevestigd doordegang vanzaken opde individuele bedrijvendiebehorentotdesteekproef snijbloemenvanhet rentabiliteits-enfinancieringsonderzoek.Voor dezesnijbloemenbedrijvenwordt rekening gehoudenmet eenprijsstijging van0,5%eneentoenamevande fysieke produktieper.bedrijfmet6%. Detotale bedrijfsopbrengst (inclusief berekende aanwasvan vasteplantopstanden)zalvermoedelijk 6%hoger zijndan in1989. Pervierkantemeterkomt debedrijfsopbrengst in1990uitopcirca 73gulden,datwil zeggeneenstijgingmetƒ3,-tenopzichte van1989. 3.2.3 Bedrijfsuitkomsten Metnamedoordekostenstijging diedeopbrengstverbetering tebovengaat,moet in1990na 1989nogverderworden ingeleverd ophet rentabiliteitsniveauvan 1988,toenallegemaaktekosten nogwerden goedgemaakt. Hetnetto-bedrijfsresultaatwordt in1990opeennegatief niveaugeraamdvan -1-9% vandekosten (1988:+2%en1989: -/-7%). Deze -1-9% kanwordenvertaald ineentekortvanbijna 8guldenperm2.In1990treedt eenaanzienlijke."ruilvoet"-ver-
10
slechtering op (prijsveranderingvan respectievelijk inputen output zijn respectievelijk +6en 0,5%); de bruto-produktiviteit ontwikkelt zichdaarentegen inpositieve richting (toenamevolume van respectievelijk kostenenproduktie zijnrespectievelijk2,5 en 6Z), maarbiedt onvoldoende compensatie voorhetgeledenruilvoetverlies. Opgrond hiervanwordt in1990eengemiddelde arbeidsopbrengst perondernemervanƒ 21.700,-geraamd (ƒ33.500,-in 1989).Hetgemiddelde ondernemersinkomenperondernemerkomtdan uit opƒ46.100,-(in 1989ƒ52.100,-). Deuitkomstenvandesnijbloemenbedrijvenzijnweergegeven inbijlage2.
3.3 Potplanten onderglas 1) 3.3.1 Kosten Dekostenstijging indezesector istenopzichtevan 1989 gemiddeld opcirca 8%perbedrijf geraamd (5,5%prijsstijgingen 2,5%hogerverbruikvanproduktiemiddelen).Hierbij isaangenomen datdegemiddelde bedrijfsgroottemet 3%toeneemt. Detoenamevandekosten doet zichvoor inallebelangrijke kostencategorieën. Voorbrandstofwordt geenwijziging indeverbruiktehoeveelheid verwacht,maaralsgevolgvaneenhogere prijsstijgendekostenmet18%. Voorarbeidwordt eenstijging voorzienvan8,5%,dieveroorzaaktwordt dooreen5,5%toenamevandekostenperuuren3% ; meeruren. Ookdejaarkostenvanduurzameproduktiemiddelen latenrelatiefeengrote stijging zien (circa 11%perbedrijf). Indevolumesfeerwordt ook in1990weergerekend opextra (jaar)kosten doordevelevernieuwingendieopdebedrijvenplaatsvinden.Aan deprijskant zijntweeaspectenvanbelang:enerzijds een stijgingvanhetgemiddelde prijspeilvande investeringsgoederen (2%)enanderzijdseenverhoging vande ingecalculeerde rentevoet van 7naar8,5%. Eenenander leidt toteenstijging vande rentekostenmet 25%envandeafschrijvingenmet4%. Detoename<5%)vandeverzamelcategorie "overige"kosten (materialen,aflevering enalgemeen)kanvoorhetgrootstedeel worden toegeschrevenaande volumecomponent. 3.3.2 Opbrengsten VolgensdeLandbouwtelling ishet areaal"pot-enperkplanten inNederland in1990met 7%toegenomen.Daareenniet onbelang-
1)
Zienoot 1oppagina7.
11
rijkdeelvandepotplanten nietviadeveiling wordt afgezet,is de laatstenietgeheelmaatgevend voordeontwikkeling vande geldopbrengstenvanhetgemiddelde bedrijf.Deveilingomzet geeft slechtseen indicatie.Erkaneenomzetstijging opdeveilingen verwacht wordenvancirca 12%,dievoorhetgrootste deelwordt verklaard uit eenhogereaanvoer (10Z).Hetgemiddelde prijsniveauvanpotplanten isin1990circa 1,5%hogerdandat in1989. Het gestegenaanvoer-enomzetbedrag in 1990hangt sterksamen met deareaalsontwikkeling. Peroppervlakte-eenheid isdaarnaast ookduidelijk sprakevangroeivanproduktie enomzet (respectievelijk 2,5 en 4,5%). Mede opgrondvandeopbrengstwaarnemingen op individuele bedrijvenwordt eenproduktie-enopbrengsttoenamevanrespectievelijk 5,5 en 7%perbedrijf verwacht. 3.3.3 Bedrijfsuitkomsten Gegeven dehiervoorbeschreven ontwikkelingen inkostenen opbrengstenwordt ookvoor 1990eenvoortzetting vanhet gunstige rentabiliteitsniveau vandeafgelopenjarenverwacht.Het gemiddeldenetto-bedrijfsresultaatwordt geraamd op3%vandekosten; dit isgelijkaan1989. Opgrond hiervankandearbeidsopbrengst perondernemerop circaƒ93.800,-wordengeraamd (1989:ƒ 91.900,-).Hetondernemersinkomenperondernemer zaldannaar schatting ƒ 125.500,-bedragen (1989:ƒ 115.300,-). Deuitkomstenvandepotplantenbedrijven zijnweergegeven in bijlage2.
3.4 Totaal tuinbouwonderglas 1) Omtot eentotaalbeeldvandeglastuinbouw tekomenworden dehiervoor behandelde groepen-groenten onderglas,snijbloemen onderglas,enpotplanten onderglas-ende zeerbeperktegroep gemengde glasbedrijven gecombineerd. Opgrond vandeontwikkelingen indeonderliggende sectoren wordtvoordeglastuinbouw intotaliteit eentoenamemet 7%verwachtvandeopbrengst perbedrijf,terwijldekostenmet 8,5% stijgen tenopzichtevanhetvoorgaande jaar;degemiddeldebedrijfsomvang neemt toemet 1,5%. Relatiefdegrootste kostenstijging doet zichvoorbijde factorbrandstof (16,5%):bijeen lichte afnamevanhetverbruik (-1,5%)stijgt degemiddelde prijspereenheidmet18%. Ookarbeid enduurzame produktiemiddelenstijgen inbelangrijkemate (respectievelijk8en9%).Bijarbeid ligtdevoornaamsteoorzaak indegestegenkostenperuur (+6%). Bijdejaar-
1)
12
Zienoot 1oppagina7.
kostenvanduurzameproduktiemiddelen isdehoofdoorzaakde scherpgestegen rentekosten:de ingecalculeerde rentevoet over geïnvesteerd vermogen (exclusief grond)bedraagt in1990 8,5Z tegen 7Zin1989.Hetprijsniveauvanhet pakket duurzame produktiemiddelen isin1990weerenkele procenten hogerdan in1989, hetgeen invloed heeft zowel opdeberekende rentekosten alsopde afschrijvingskosten diegebaseerd zijnopdenieuwwaardevanhet produktieapparaat (actueelprijspeil). De 7Zhogere opbrengst voorhetgemiddelde glastuinbouwbedrijfwordt geheelveroorzaakt dooreenhogereproduktie perbedrijf.Gemiddeld ishetprijsniveauvanalleProduktenongewijzigd tenopzichtevan 1989.Dezesituatiegeldt ingrote lijnen zowelvoordesectorengroenten, snijbloemen enpotplanten. Decombinatie vaneenkostenstijging diedeopbrengststijging enigszinsovertreft,betekent eenbeperktedalingvanhet kostendekkende rentabiliteitsniveau van 1989(-/-3Z)tot -/-4Z vandekosten in1990. Opgrond hiervanwordt in1990eengemiddelde arbeidsopbrengst vandeondernemergeraamdvanƒ52.800,-(1989 ƒ 56.700,-).Hetgemiddelde ondernemersinkomenperondernemer komt danuit opƒ 76.400,-(1989ƒ 75.100,-). Deuitkomstenvandetotale tuinbouwonderglaszijnweergegeven inbijlage2.
3.5 Champignons 1) 3.5.1 Kosten Opbasisvanhetprijsverloop engebruikvandeproduktiemiddelen treedt in1990eenstijging op inhet totalekostenniveauvancirca 5Zperbedrijf.Bijdekostenraming isaangenomen datdegemiddelde bedrijfsoppervlaktemet 3Ztoeneemt invergelijkingmethetvoorgaandejaar,zodatperm2het totalekostenniveaumet circa 2Ztoeneemt.Voordeoorzakenhiervan staan hieronderdeontwikkelingenbijdebelangrijkste kostencategorieënvermeld. Dekostenvandirecte teeltmaterialen (compost, broeden dekgrond)wijkenperm2nauwelijksafvandie in1989. Voordekostenvandebelangrijke categorie arbeid (ruimeen derdevanallekosten)wordt eenstijging van4,5Zverwacht.Dit hangt samenmet eenwatkleinere arbeidsinzet diewordt beloond tegeneengemiddeld loonniveaudat ruim5procent hoger ligtdan in1989. Deberekende kostenvandeduurzame produktiemiddelen (gebouwen,cellenen inrichting)zullen in1990aanmerkelijkhoger liggendan in1989 (bijna 10Zper bedrijf).Hoofdoorzaak isde
1)
Zienoot 1oppagina7.
13
gestegen rentekosten.Voorde ingecalculeerde rentevoet iseen verhoging toegepast van 7naar8,5%.De (berekende)rentekosten nemen intotaliteit met ongeveer eenkwart toe;deafschrijving zal inverband met hogereprijzenvoorde investeringsgoederen en eenredelijke investeringsactiviteit 2%hogeruitkomen. Voor deoverigekostencategorieën (bijvoorbeeld aflevering enalgemeen)wordt -intotaliteit -eentoenamevan 2Zvoorzien. 3.5.2 Opbrengsten Aangezien niet allechampignons voordeveilingklokworden afgezet, hoeft deontwikkeling indeveilingafzet nietmaatgevend tezijnvoorhet totaleafzetgebeuren.Deaanvoeropdeveilingen isin1990groterdan in1989 (circa 14%). Hetbeteelde areaal champignons isin 1990volgensmeitellingsgegevensmet bijna7% toegenomen. Mede opgrondvandeopbrengstwaarnemingen op individuele bedrijvenwordt in1990aandeopbrengstkant eengelijke fysieke m2-produktie verwacht als in1989.Deafzetvond plaatstegenlagereprijzen (-5%).Gemiddeld zaldeomzetvanchampignons hierdoormet circa 2%perbedrijfdalen. 3.5.3 Bedrijfsuitkomsten Lagere prijzenvoorchampignons in1990drukkenderentabiliteitweer terug naarhetniveauvan 1987;degunstige situatie van 1988en 1989toendeopbrengsten (vrijwel)voldoendewarenom allekosten tedekken,kan in 1990niet opnieuwworden bereikt. In 1990zaluitdeopbrengstennaarverwachting voor iedere ƒ 100,-kosteneentekort resulterenvanƒ6,-. In1989werden allekostengoedgemaakt.Hetgemiddeldenetto-bedrijfsresultaat ligtdaarmee opnegatief 6%vandekosten.Ferm2.teeltoppervlaktebedragen (opjaarbasis)detotalekostenƒ366,-endeopbrengstenƒ342,-;het tekort bedraagt hierdoorƒ 24,-perra2. Dearbeidsopbrengst enhetondernemersinkomenperondernemer worden opgemiddeld ƒ48.100,-respectievelijkƒ62.700,-becijferd (vorigjaarƒ69.800,-respectievelijkƒ80.000,-). Deuitkomstenvandebedrijvenmet champignonszijnweergegeven inbijlage3.
14
O »o o
»
0 £> C -4
e 3 <0 4-> 1-4
e -1
W
V
«
«8
m
o "O co >o
a
» s
»n m o o
i
O H N i n
O ** > EO
00
u
t) « •o O
—>
4-1
o
m o o
o*
ao co
•rt
U
c H o
m
a
m o m
o
—i co co m
C « U e «O p-t a *J O cm
•H
I I i I t » t « I -H I ca i
o o o
3 1-4 O >
m
o i O m en
Oï ~-4 U o
ui o m m
o.
o< co m
H
in o o
m
CO N »
N
O O O O
*J « O M
14 O 4J O
O - « csi O
« O -4 O
I o I > I I M *-Ï n i —H « I -4 C r i I 11 » 00 I o
(0 o 00 -H c a t) *> h O O 4J
e
o
•
>
4J
e •H U 00 0
e i> n o a
U ri O 00
o o m m
o
co «o m H
o
o
o m m m
co
o m po o
n •o -4
mo o m o o ao ci -* es
o o m o
m
o o o o
o
o
o w -H m
-t
O O «S ri o
o
m o o m
o o o o OOOO H
h
o
o oo o m CM
a
oo c -4
.* « T>
> •H J= o n <w a
e 4J N
«o a a: a o
tl T3 • o u A
C « ** oi o M
c o O 4J *J
o. o
e o u
«j
M
(9
s
e *» e » ti « c
a u .o «o o o M i i i i
c o) *> « O
t>
a » T) oo X • *o o -H -H e *J c a • u ti
14 .o p. O
e 4 a o »
e « e .o « J « h 0 h > 14 . a u a o i
i
i
i
i
-H
4-> H
« o
15
0 ^ .O «
1 o 1 o> 1 » 1 —
S
1
» 3
o m I eo
O O ** sO r-
o
o o O en C S
1 o
- H CS
00 o en O-H
CS
1 00 i -
o r-.
«
CS
-H CQ t-
e <»
O O O O —i »o O O en - t
I O I 00
c -i c u e « -H •O C 11 0 o u u Cl « o. n
o o o o —« eo oM oo <
«
I I i I |
O • O in o -.
o o
o o o o
*40 0 0 -H
CS CS
o
-H
f«.
1 o 1 o
o
I es
o r-
1
m
t
CS
1"-
1 1 11 l
O en o es —i m
o o co m o
o o m m CM
o o o o •4- f ^ *o o
CS —«
O
co «o
m
co en m
es
-
-H
•>-*
O O O O o m
o o o o m oo O rCS - ^
co f*-
.O
•»-» » C « to
00
o o
oo o
0)
>
-
i
o o
-
- 4
1
c
. H CO
co > .c u *o
••> U CO CO JO
0J JO t-l CO C OJ -o
JO c
» 00 Os
o
—•
I -H
O O o m •o
O O ren *o
o O OO CS
o t o O 1 o O I -H -^ | CS
O O l'-
1 1 —t 1 CS
r» 1
CS
o
-«- •* en oo r-
CS
O
o o
O O O O oo o - H r-
m o* m m
I o o I o i es i es i i
-H
- t (0 • * N
O r- - * O
**
u-i
-* m
o o o o
es
o
o
NO
o
—1
r-
o
O O O 00
o o o
1 o
1 CS 1 i *o I r-
o r- en m -H
«M CS
O O O O r^ m m N » - - m o> O OD -H «N —(
O
- 1
CM CM
I i i I |
o « N «O
O
•*-
u 0
0) o
>
c
-H
S o
e A « «I T ï +J U-H ( • C f 4» « -H
C n 0
e > Jcî 00 O 0) - 4 «O
1 O 1 r1 l rl l
m
J O j rI -
o r-.
» m 1 I
O O CM
I O I N I I O
I O I C* I -
\D
hee
•*-* oi n • H A 41 N I 01 O JO O 4J O 4J C O 0) 01 -i z
C U C •H 01 e - J * (0 -o 01 M -H U 01 Ol 01 g £ •O l01 o c > -o 10 ~4 > G (0 ai m CI u 0) B + -H Ë ~4 O 4-> oi X n 4 1 41
m
a. 3 oi *J
« £
« i ** E u n o n o t- oo . * (H o « c c . ^ - i £ « *H •H « u n
>u
oo c e « -H •H TJ X
tt
» -H C
*-v
*J
O
I 01 O 01 -o •O 4J C 4-1 e oi oi • o e
« c -x « -H -H
*J •H
c
O
o o
«o co
-* 3 3 « m m *o ai o u u, -
1 o 1 en
** o O rCS m m
1 r» 1 00 l r-. 1 <
1 o 1 • *
•
m
eu
0) T3 J3
0 0 0) O 4-1
o o o o en en es m
1 o o 1 o i
1
m
o m
o-H
I O i I o i o
o -* i
4-> cO I O*
O «
o o
«O CS
O O
l'-
!" M 01
16
en
o n
01 ~H
a
o o
• H CO
«
•w —I Li 0 •O « 01 44 « e
O 00
en
•O
u o 01 o
e
O O eo CS in
en oo i m - I O I -H
a 40 >
kt oi o ao a -H o a. m o -o -H — U 01 O XI
ou
•n > < c xt o n 4-> jo n ,ß u O » .M a
e « y h « JO o o< J* o
« ki ja « i a o 4-1 6 +J w « t) c. -H
tu -o c o• J0 TJ u e co o
w n E o j<
•• e « w *J « -< o 3 K
c o o) * * oi i - o u -o -< "< c • u ai A oi u u > l • O
• *• e » b
e• §
0 " > co o o-
4 1 44 « oi o e JS O 01 > c a. u O e oi •*-» *o ^ - -H c a H o
Bijlage 3 Raming van de resultaten per bedrijf, de arbeidsopbrengst en het ondernemersinkomen per ondernemer in gld., in de champignonteelt in 1990 invergelijking met de resultaten in 1989 a)
Teeltoppervlakte, gemiddeld per bedrijf (m2) 1. Uitkomsten a. per bedrijf kosten opbrengsten
1989
1990
1320
1360
474200 474000
495900 463900
netto-bedrijfsresultaat idem per ƒ 100,-kosten per ondernemer arbeidsopbrengst b) ondernemersinkomen c)
-200 0
-32000 -6
69800 80000
48100 62700
2. Uitkomsten per m2 teeltoppervlakte Kosten: rente en afschrijving brandstof arbeid compost, broed en dekgrond overige kosten
64,20 8,40 125,80 87,10 74,50
68,40 9,60 127,60 86,30 73,70
Totaal
360,00
365,60
Opbrengsten
359,90
342,00
-0,10
-23,60
Netto-bedrijfsresultaat
a)Op het moment van het opstellen van de raming 1990 zijn de definitieve cijfers 1989 nog niet beschikbaar; derhalve zijn voor 1989 voorlopige uitkomsten vermeld; b)Netto-bedrijfsresultaat + berekende kosten voor de handenarbeid van de ondernemer; c)Arbeidsopbrengst + saldo berekende en betaalde rente.
17