R a ad ^ n ^ ely^ a d
2010
N 309
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op dinsdag 6 juli 2010 te 18.00 uur in het Provinciehuis van de provincie Flevoland te Lelystad. Aanwezig zijn:
mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d’Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.W.J. Baaten (InwonersPartij) en J. van de Beek (PvdA), mevrouw D.B.J. Bergman (D66), de heren F. van den Brink (InwonersPartij), R.T. Brouwer (Trots), D.W. Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), M. El Mhassani (PvdA), W.J. Erica (Bindend Lokaal), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. Hers (VVD), J.M. van den Heuvel (SP), C.J.J. Homan (Bindend Lokaal) en J.L. Jonker (VVD), mevrouw E.C. van der Kleij (PvdA), de heren A. Kok (Christenunie) en H.P.M. van der Kolk (GroenLinks), mevrouw L.A. Kreuger-Sietses (GroenLinks), de heer E.H.G. Marseille (VVD), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), de heer W.L.G. Raijmakers (Trots), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren J. Schoone (Bindend Lokaal) en P.A. Schot (D66), mevrouw K. Senf (InwonersPartij), de heer H.P. Soomers (PvdA) (vanaf 20.15 uur), mevrouw J.W. Sparreboom-van der Spoel (VVD), de heren C. van Veluwen (Christenunie) en B.E. Visscher (InwonersPartij) en mevrouw E. van Wageningen (Christenunie), leden van de raad; alsmede mevrouw M. Jacobs-Haagen en de heren J.A. Fackeldey, W. Jansen, en R. Luchtenveld, wethouders; en de heren D.G.C. van der Spek, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier.
Afwezig zijn:
de heer E. van der Herberg (PvdA) en mevrouw F. Linde (SP), leden van de raad; alsmede de heer W. de Jager, wethouder.
2010
Agenda 1 Spreekrecht 2 Opening 3 Mondelinge vragen 4 Vaststelling agenda 5 Notulen raad van 25 mei en 15 juni 2010 6 Ingekomen stukken 7 Mededelingen 8 Intrekken Verordening regelende de compensatie van de over het werkgeversaandeel van de ziektenkostenpremie betaalde AOW/ANW-premie voor weduwen, ... .enz. 9 Voorstel tot invoering BOB-model 10 Budgetaanvraag Hanzelijn 11 Kadernota Klimaatbeleid 2010-2013 12 Motie ingediend door D66, CDA en Bindend Lokaal inzake uitvoering beoogde burgerparticipatie Motie ingediend door Christenunie inzake aanbestedingsresultaat Stadhuis
1.
N 310
N 310 N 311 N 311 N 315 N 316 N 316 N 316
N 318 N 318 N 318 N 322 N 342 N 347
Gelegenheid gebruik te maken van het spreekrecht De voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom en hartelijk dank voor het bijzondere tijdstip. We zullen daarop later in de vergadering nog wel terugkomen. Als inspreker heeft zich gemeld de heer Voigt. De heer Voigt: Goedenavond allemaal. Ik was een beetje in winterslaap. U hebt mij een tijdje gemist. Ik doe niet aan zomerslaap, dus ik heb de oren en ogen weer goed open. Het gaat over de hurkende man. Vanaf de zuil kijkt Lely telkens weer op zijn stad en kunst tevreden neer. Vanaf de Lelybaan heeft hij een goede kijk op de hurkende man in aanbouw op de dijk. Wat is er nu toch weer aan de hand in zijn mooie provincie Flevoland? De hurkende man uit Schotland is aan komen lopen zonder verblijfsvergunning, want die was op 27 mei verlopen. Een mooie plek vanwaar hij straks van een prachtig uitzicht geniet, een rechtsgeldige vergunning van Rijkswaterstaat was er echter niet. Tezamen met Lely constateer ik dus heden het uitvoeren op de dijk van illegale werkzaamheden. Dit wou ik even onder uw aandacht brengen. Ik heb dat al vorige week onder de aandacht gebracht van de wethouder. Die heeft actie ondernomen richting Rijkswaterstaat en Domeinen, en dergelijke. Ik heb ongeveer twee uur geleden van Rijkswaterstaat een verhelderend telefoontje gehad. Men heeft dus een verkeerd contract opgesteld, want de wet blijkt gewijzigd te zijn. Dit was het. De voorzitter: Dank u wel. Zijn er vragen vanuit de raad? De heer Erica: Ik wil de heer Voigt vragen of er sprake moet zijn, alvorens te kunnen beginnen, van een privaatrechtelijke overeenkomst tussen de gemeente en Domeinen. Is dat een noodzaak? Zo ja, kan Domeinen dan ook nog overgaan tot het
2010
N 311
vragen van een soort pachtafdracht, omdat je daar iets bouwt op hun grondgebied? Ik ken uit mijn buitenreclameverleden dat wij voor objecten die wij ergens plaatsten op gemeentegrond, een soort pachtafdracht moesten betalen. Ik weet niet of daarvan sprake is. De heer Voigt: In het contract met Rijkswaterstaat staat: "Naast de vergunning heeft u voor het gebruiksrecht van de staats- en watergrond nog toestemming nodig van Domeinen. Ik wijs u erop dat een dergelijke privaatrechtelijke regeling met Domeinen nog nader moet worden overeengekomen, waaronder het betalen van een marktconforme gebruiksvergoeding. Pas op het moment dat een privaatrechtelijke regeling is overeengekomen, mag u van Domeinen gebruikmaken van de staatseigendom.” Mijn vraag is dan ook: is er zo’n overeenkomst? Verder stond hier in artikel 9, lid 2 - dus niet van de Wet ruimtelijke ordening: "De vergunning treedt pas in werking na bekendmaking.” Ik heb de Staatscourant en alle plaatselijke couranten nagekeken, de vergunning was dus niet gepubliceerd. Tot vanmorgen was Rijkswaterstaat hiervan niet op de hoogte, want men heeft actie ondernomen via juristen, juristen en juristen. De Waterwet is per 1 januari veranderd, waardoor dit vervalt, maar is er dus een verkeerde overeenkomst gesloten. De heer Erica: Ik heb nog een tweede vraag. Is het zo dat als er geen publicatie is geweest in landelijke en lokale dagbladen, mensen die belanghebbend zijn, bijvoorbeeld al die bewoners van de Saerdam, niet op deze nieuwe vergunning hun bezwaren kunnen indienen? Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Er is sprake van enige verwarring. Het gaat hier over een vergunning op grond van de Waterwet. Die is al twee keer eerder verleend en nu opnieuw verleend en verlengd. We hebben op 10 juni 2010 de rechtsgeldige vergunning gekregen. Of hij afgegeven had mogen worden, want dat is wat de heer Voigt in feite noemt, is natuurlijk afhankelijk van die Waterwet, maar Rijkswaterstaat heeft ons als gemeente een rechtsgeldige vergunning afgegeven. Op grond van die vergunning kunnen we simpelweg starten met het werk. Het tweede is dat er een beheersovereenkomst gesloten wordt met Rijkswaterstaat, waarvoor Rijkswaterstaat een nader voorstel doet. Van Domeinen is ook toestemming verkregen zonder dat er verder pacht voor gevraagd is, want dat was al veel eerder afgekaart. Daarmee is naar mijn oordeel sprake van rechtsgeldige werkzaamheden op grond van alle vergunningen, waarvan de vergunning op grond van de Waterwet er één is die actueel is.
2.
Opening De voorzitter: De vergadering is geopend. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Linde, de heer Van der Herberg en wethouder De Jager.
3.
Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen (art. 37 Reglement van Orde) Mevrouw Van Wageningen: Mevrouw de voorzitter. Ik heb een vraag over het parkeren bij de Meent. Zoals u weet zijn de activiteiten van het stadhuis verplaatst naar de Meent, maar rond de Meent zitten ook veel andere bedrijven. Vooral als er activiteiten zijn op het plein op de Meent, is het parkeren voor de omliggende bedrijven zeer problematisch. Is daarover nagedacht, hoe is daarover nagedacht en is er ook een oplossing te bedenken voor de bedrijven die daaromheen zitten in de kantoren?
2010
N 312
Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. Zo lang ik de Meent ken, heeft er nog niet zo veel verandering plaatsgevonden sinds de bedrijven daar zitten en sinds de huidige situatie in het aantal bezoekers. Als u zegt dat het kennelijk tot problemen leidt, zal ik daar zeker naar laten kijken.
Mevrouw d’Arnaud: Mevrouw de voorzitter. Aan het Houtribhoekstrand is het met deze dagen goed vertoeven, denk ik. De scholen krijgen deze week vakantie, dus zal de drukte daar waarschijnlijk nog wel meer toenemen. Nu ligt er sinds enige tijd langs de waterlijn een groene wierlaag en daaronder ligt een zwarte sliklaag. Dat ziet er niet echt lekker uit. Ik heb jongeren met een skateboard naar het strand zien gaan, dus ik dacht: wat doe je nu met een skateboard aan het strand? Zij gaan langs de waterlijn, nemen een aanloop met de skateboard en zo over het water, omdat het zo glad is. Dat leek me niet helemaal de bedoeling van een strandje. Ik heb een vraag over de sliklaag en groene wier. Zijn er gevaren voor de volksgezondheid, hebt u enig idee waar de sliklaag vandaan komt en ziet u mogelijkheden om op korte termijn het groene wier te verwijderen? Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. Deze sliblaag is een geconcentreerd vuil en algengehalte, afkomstig vanuit het IJsselmeer. De algenschermen die jaarlijks worden geplaatst zijn vanwege werkzaamheden aan de strekdam nog niet geplaatst. Overigens afgelopen vrijdag wel. Daardoor kunnen vuil en algen vanuit het IJsselmeer makkelijk de Houtribhoek bereiken. De werkzaamheden van de Houtribhoek zijn nu beëindigd, het scherm is weer aangebracht en dat houdt in dat het is opgelost. Afgelopen vrijdag heeft men het opgeruimd, dus het strand is als het goed is nu schoon. Dit is de informatie die ik daarover heb gekregen. Dat houdt ook nog in dat Perspectief één keer in de week daar een schoonmaakbeurt laat plaatsvinden. Dus naar mijn informatie, die ik ambtelijk heb binnengekregen, zou het probleem nu opgelost moeten zijn. Mevrouw d’Arnaud: Ik was daar maandagmiddag nog en ik heb er foto’s van gemaakt, die heb ik getwitterd en daarop zie je echt een heel dikke wierlaag liggen langs de waterrand. Mijn specifieke vraag is: zou die wierlaag nog weggehaald kunnen worden, want als je één keer met grote scheppen langs de waterlijn gaat, ben je het kwijt en heb je de hele zomer een heel mooi strandje voor iedereen. Wethouder Jansen: Ik was van mening, zoals zojuist bleek, dat het al gebeurd was. Als dat niet het geval is, dan gaat dat alsnog gebeuren en met gezwinde spoed.
De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. Een van de maatregelen om ondernemers te helpen in deze economische crisis is het tijdig betalen van rekeningen. In het voorjaar van 2009 heeft het college aangegeven een kortere betaaltermijn voor het betalen van rekeningen door de gemeente Lelystad na te streven. Klopt het dat die doelstelling van destijds een termijn van 14 dagen is? Mijn vraag daaraan gekoppeld is: is deze termijn van betalen inmiddels gerealiseerd? Indien dat niet het geval is, wat is dan nu de gemiddelde betaaltermijn van rekeningen en welke stappen gaat het college zetten om alsnog een korte betaaltermijn te realiseren? Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. De afspraak die destijds met de raad is gemaakt, is een betaaltermijn van 30 dagen strikt na te leven. Dus niet 14 dagen, 30 dagen was de afspraak. De score die op dit moment gehaald wordt is 81%. 81% van de nota’s wordt binnen 30 dagen betaald. De maatregel kan mede worden genomen door de digitalisering van het factuurproces en die geeft op zichzelf, door dat verder voort te zetten, nog de mogelijkheid om wel in de richting van de 14 dagen
2010
N 313
te gaan. Dus dat zou wel een streven zijn. De 19% die niet gehaald wordt, heeft ermee te maken dat het gaat om verzamelfacturen, die een langere doorlooptijd hebben, omdat je dan de verschillende facturen eerst moet analyseren voordat je tot betaling overgaat, of om betwiste facturen, dus waar we het niet eens zijn met datgene wat bij ons in rekening wordt gebracht. U begrijpt dat het dan ook langer duurt voordat er betaald gaat worden. Dan wordt er eerst een discussie gevoerd over de hoogte van het bedrag of over de claim die gelegd is met de factuur. De heer Bussink: Mag ik daar even kort op reageren? Hoor ik u nu zeggen dat de ambitie er wel is om naar de termijn van 14 dagen te gaan? Wethouder Luchtenveld: Met de verdere digitalisering is dat inderdaad haalbaar. De heer Bussink: Dank u wel.
De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. Twee vragen, maar ik kan me voorstellen dat beide vragen, althans de onderwerpen, vanavond niet beantwoord kunnen worden. Dat kan dan ook na de zomer. De raad heeft besloten tot instelling van de Jongerenraad en daar ook financiën aan toegekend. De belangrijkste doelstelling uit dat raadsbesluit was het college gevraagd en ongevraagd van advies te voorzien en niet zoals in de pers ook door de Jongerenraad wordt medegedeeld, aan de raad gevraagd en ongevraagd advies te geven. De vraag is dan ook aan het college: hoe vaak heeft het college om advies gevraagd en hoe vaak heeft het college ongevraagd advies gekregen van de Jongerenraad? Het gaat dus echt niet om de raad. Wethouder Jacobs: Mevrouw de voorzitter. Ik heb vorige week een uitgebreid gesprek gehad met het stichtingsbestuur van de Jongerenraad. Ik denk dat we daarmee moeten beginnen, want jongeren zelf moeten nog wennen aan hoe ze de publiciteit zoeken. Ik neem ze dan ook niet kwalijk hoe ze in de publiciteit zijn gekomen. Wij zijn tot de volgende conclusies gekomen, dat het op dit moment met de Jongerenraad qua bezetting niet zo goed gaat, ze zouden allerlei werkgroepen in het leven roepen en die zouden allerlei dingen aan ons vragen en wij zouden aan hen wat vragen. Zij hebben zelf aangegeven dat ze dat richting de raadsleden wilden en ze hebben zelf in dat gesprek aangegeven als stichtingsbestuur dat het niet het college betrof. We hebben nadere afspraken gemaakt om te kijken hoe het verder met de Jongerenraad moet. Evaluatie intern, in september komen we daarop terug en dan komt er een voorstel ja of nee wat nut en noodzaak is en of het op deze wijze wel kan doorgaan. Dus er zijn duidelijke interactieve afspraken geweest. De heer Baaten: Dank u wel. De tweede vraag. Als het gaat over de veiligheid rond de scholen heeft de raad een expliciete rol weggelegd voor Perspectief. Het gaat daarbij onder andere over het informeren, maar ook over het handhaven. Recent gehouden enquêtes, onder andere bij ouders, geven echter aan dat de veiligheid rondom scholen veelal te wensen overlaat. Uitspraken als: pak het egoïstische en asociale gedrag van ouders nu eens aan, maken deel uit van deze enquêtereacties. De vragen. Kunt u de raad na het zomerreces informeren als het gaat om Perspectief: 1. of de rol die de raad aan Perspectief heeft toebedeeld ook daadwerkelijk wordt ingevuld, maar ook wordt waargemaakt; 2. zou u het aantal processen-verbaal voor wat betreft de parkeerovertredingen opgemaakt door Perspectief in de periode 1 januari - 30 juni 2010 rondom de scholen bekend kunnen maken?
2010
N 314
Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. Bij veiligheid rondom scholen wordt het effect niet alleen bereikt door handhaven door Perspectief. Dat ligt veel breder. Een goed voorbeeld daarvan is de basisschool de Windroos. Dat is een heel goed voorbeeld overigens, want daar hebben we nog een prijs mogen uitreiken, omdat het rondom die school veilig is. Wie moeten er dan allemaal betrokken zijn? Dat zijn bijvoorbeeld een enthousiaste directie en onderwijzend personeel, enthousiaste verkeersouders, maar ook ouders zelf, ook de schoolbegeleidingsdienst heeft daarin een rol gespeeld en Veilig Verkeer Nederland, omwonenden, politie, gemeente én, inderdaad mijnheer Baaten, Perspectief speelt daarin een rol. De verantwoordelijkheid van Perspectief is informeren, adviseren, toezicht houden en inderdaad als het niet anders kan, verbaliseren. Om antwoord te geven op vraag 1, of Perspectief wel ordentelijk daarin te werk gaat. Daarop kan ik volmondig ja zeggen, bezien in het kader binnen dat netwerk. Daar vervullen ze hun taak voorbeeldig. Vraag 2 van u is moeilijker te beantwoorden. Ik denk dat er wel een uitdraai zou kunnen komen van het aantal processen-verbaal dat door Perspectief wordt uitgeschreven, maar het zal een stuk moeilijker worden als dat op adres c.q. locatie zou moeten. U weet, als ik daarvoor opdracht zal geven, dan zal daar capaciteit voor ingezet moeten worden en ik hoef u niet te vertellen hoeveel druk er op het ogenblik op de parkeerexploitatie staat. Ik wil het voor u uitzoeken hoeveel processen-verbaal er in totaliteit zijn, maar specifiek rondom scholen is denk ik een brug te ver. De heer Baaten: Mag ik een korte reactie geven? Het is misschien goed om de uitslag van de enquête van de verkeersveiligheid rondom de school de Tjotter op te vragen. Dan geeft dat een totaalbeeld, ook van de wijze waarop ouders tegen Perspectief aankijken.
De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Op 12 maart 2009 besluit B08-08874-6 heeft de raad onder meer een aanvullend investeringsbudget van € 2,1 miljoen beschikbaar gesteld voor de bouw van Atolplaza. In het betreffende raadsvoorstel is aangegeven, dat de planning erop gericht was dat de oplevering in het tweede kwartaal 2010 zou kunnen plaatsvinden. Op basis daarvan zou immers de verhuizing van de scholen vóór het nieuwe schooljaar gerealiseerd kunnen worden. Voorts is in de kanttekening van het raadsvoorstel aangegeven, dat verdere vertraging tot hogere kosten zou leiden. Wij hebben inmiddels begrepen dat de geplande opleveringsdatum niet is of zal worden gehaald en dat de oplevering van het gebouw vermoedelijk pas in oktober 2010 zal plaatsvinden. In verband daarmee hebben we de volgende vragen aan het college. Kan aangegeven worden wat de oorzaak is van de vertraagde oplevering, of de vertraagde oplevering ook tot extra kosten heeft geleid of zal leiden en zo ja, in welke omvang en hoe het college daarvoor dekking denkt te vinden. Waarom is de raad door het college tussentijds niet specifiek geïnformeerd over de vertraagde oplevering van het gebouw, hetgeen ertoe leidt dat de verhuizing van de betreffende scholen niet eerder dan in de kerstvakantie zal kunnen plaatsvinden? Ik had hier graag een reactie op. Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. Het is zo dat de hele procedure van aanbesteding en gunning langer heeft geduurd. Al bij de aanbesteding is opdracht verleend met de oplevering van september/oktober als uitgangspunt. Dus bij de aanbesteding zat al het moment dat er werd gestreefd naar verhuizing in de herfstvakantie en dus niet meer in de zomervakantie. De kanttekening in het raadsvoorstel is destijds vooral bedoeld dat het maken van nieuwe plannen tot extra kosten zou leiden. Dit is in goed overleg gegaan, dus op zichzelf leidt dit niet tot meerkosten, behoudens de kosten mogelijk van huur van de huidige locatie waar de
2010
N 315
school is gevestigd. Die moet langer doorlopen omdat men later in het gebouw kan trekken. Om in te gaan op de vraag waarom de raad niet is geïnformeerd. Ik kan u nu meteen zeggen, om goed te maken als dat onvoldoende tijdig is gebeurd, dat ook de herfstvakantie niet wordt gehaald, dat het inderdaad de kerstvakantie gaat worden. Dat heeft te maken met de vertraging in de afgelopen strenge winter. Men probeert nog wel in te lopen, maar het is op dit moment reëel dat de verhuizing door de onderwijsinstelling niet in de herfstvakantie maar in de kerstvakantie zal plaatsvinden. Ook dat brengt alleen met zich mee de kosten van een langere huur op de huidige locatie. Het gaat allemaal in goed overleg, ook met de aannemer. We proberen het uiteraard zo snel mogelijk opgeleverd te krijgen, maar aan de vorstvertraging is weinig te doen. De aanbesteding heeft ook langer geduurd, omdat alles eraan gedaan is om binnen het budget te blijven. De heer Caniels: Mag ik een aanvullende vraag stellen over het feit dat nu langer gehuurd moet worden? Is daar voldoende dekking voor en is dat voor rekening van de gemeente of degene die de oorzaak van de vertraging is? Wethouder Luchtenveld: Daarover treden wij in overleg met de school. De school moet gehuisvest zijn en wij zijn verplicht die school te huisvesten. Als dat niet op de nieuwe locatie kan, dan moet het op de oude locatie. Daar moet een oplossing voor komen, dus daar zoeken we dekking voor. De heer Caniels: De vertraging is dus niet veroorzaakt door de aannemer? Dat is even wat ik helder wil hebben. Als dat wel zo is, ga ik ervan uit dat het bij de aannemer wordt neergelegd. Wethouder Luchtenveld: Het is niet vertraagd door de aannemer. Het past allemaal binnen hetgeen geregeld is in de aannemingsovereenkomst. Uiteraard is daarin geregeld dat als er vorstverlet is gedurende langere periode, en dat was deze winter het geval, er dan een uitloop is van de werkzaamheden die niet ten laste van de aannemer kan worden gebracht.
4.
Vaststelling agenda Mevrouw Bergman: Mevrouw de voorzitter. Ik wil graag een motie indienen. Moet dat op dit moment of op een ander moment van de vergadering? De voorzitter: U meldt hem nu aan en hij komt achteraan op de agenda. Dat spreken we nu af. Is hij al verspreid? Mevrouw Bergman: Volgens mij nog niet. De voorzitter: Dan kan dat inmiddels plaatsvinden. De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Ik wou ook een motie indienen vreemd aan de orde van de dag. De voorzitter: Dan mag deze ook verspreid worden. Met inachtneming van bovengenoemde wijzigingen wordt de agenda vastgesteld.
2010
5.
N 316
Notulen van de raadsvergaderingen van 25 mei en 15 juni 2010 De notulen van de op 25 mei en 15 juni 2010 raadsvergaderingen worden conform ontwerp vastgesteld.
6.
gehouden
openbare
Ingekomen stukken (stuk nr. A10-03398) -1 -2 -3 -4
Voor Voor Voor Voor
kennisgeving kennisgeving kennisgeving kennisgeving
aangenomen. aangenomen. aangenomen. aangenomen.
-5 De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Het gaat mij hierbij over het afdoeningsadvies. Het gaat over brieven die van de Raad van State zijn gekomen, waarin melding wordt gemaakt dat beroep is ingesteld door een aantal instanties tegen het door de raad vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied. Eronder staat: "Ik stel u voor deze brieven voor kennisneming aan te nemen. Van het vervolg van de beroepsprocedure wordt u op de hoogte gehouden.” Betekent dit dat wij op een bepaald moment de uitslag krijgen als de Raad van State heeft beschikt, of mogen wij als raad misschien ook nog discussiëren over het verweerschrift, dat een onderdeel zal uitmaken van de procedure? Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. Wij verdedigen in deze procedure de besluiten van de raad. Het is een vastgesteld bestemmingsplan, dus het standpunt van de raad is duidelijk. Namens de raad zullen wij in deze procedures het standpunt verdedigen. Wij hebben geen signalen dat er aanleiding zou bestaan om op dat standpunt terug te komen. De heer Caniels: Dat bedoel ik ook niet. Het gaat mij meer erom dat wij kennis kunnen krijgen van het verweerschrift dat het college zal zenden. Dat willen wij toch wel hebben en volgens mij lijkt mij daar geen bezwaar tegen. De voorzitter: Daar is geen bezwaar tegen, maar ik wijs u wel op een beperking daarin. Natuurlijk is het dagelijks bestuur verantwoordelijk dat de uitspraak van de raad goed plaatsvindt. Wij hebben dat nooit eerder gedaan. Er lopen natuurlijk wel meer zaken bij de Raad van State. We kunnen het ter inzage leggen bij de griffie, laten we dat afspreken, dan kunt u er kennis van nemen. Voor kennisgeving aangenomen. Het verweerschrift wordt voor de raad ter inzage gelegd.
7.
Mededelingen Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. Ik wil de raad informeren over de tussenrapportage over de Begroting 2010, de zogenaamde burap. Wij hebben volgens de planning en controlcyclus per 31 mei het eerste half jaar afgesloten en beschikken nu over de eerste tellingen van die cijfers. Ik moet u mededelen dat dat geen gunstig beeld geeft. Er zijn een aantal structurele en een aantal incidentele tegenvallers. Met name de structurele tegenvallers springen in het oog. Dat betekent dat we ook in 2010 als er niets zou gebeuren, tegen een rekeningtekort zouden aanlopen. Dat betekent dat wij als college maatregelen voorbereiden om dat te voorkomen, in ieder geval te beperken. Ik zal u de omvang van een paar grote posten
2010
N 317
wel noemen op dit moment. Wij komen hierop uiteraard nader terug na het zomerreces bij de presentatie van alle financiële stukken. Er zit een forse tegenvaller in minder bouwleges die binnenkomen. Dat heeft uiteraard met de economische crisis te maken. Dat is in de orde van grootte van € 1,8 miljoen. De parkeerexploitaties ruim € 1,1 miljoen. Het WWB-inkomensdeel, door meer uitkeringen voor de bijstand € 1 miljoen minder. Treasury € 1,3 miljoen. Totaal een beeld met nog een aantal overloopposten van tussen de € 5 en € 6 miljoen tekort. Dat betekent dat er inderdaad een zorgelijke situatie is wat betreft de uitvoering Begroting 2010, dat wij dat in het totale financiële beeld na de zomer verder in beeld gaan brengen, ook in het kader van de begroting, najaarsnota en uitwerking collegeprogramma, en dat wij met dit beeld van 2010 hebben te werken. Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. De mededeling gaat over het zojuist door mijn collega genoemde € 1,1 miljoen tekort op de parkeerexploitatie. Er is een motie door de raad aangenomen, waarin een opdracht is neergelegd aan het college. Die opdracht hebben wij overgenomen en wij zijn er onmiddellijk actief mee aan de gang gegaan. We hebben de kaders daarin geformuleerd in de opdracht naar een extern bureau. Die is daarmee al driftig aan de gang. Zoals het er nu naar uitziet, zal onmiddellijk na het zomerreces daarover al enige duidelijkheid bestaan. Dan hebben we in ieder geval een foto van het gebeuren vanaf de vaststelling van de parkeerexploitatie in 2005 tot heden. Op basis daarvan kunnen we mogelijke analyses en oplossingen het hoofd bieden om uiteindelijk tot een sluitende exploitatie te komen. Dit is dus in volle gang. Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Vorige week spraken wij over activiteiten in het Stadshart. Het college heeft uit het debat met de raad goed begrepen dat het bezwaar van de raad niet zozeer gericht was tegen de activiteiten als wel tegen de aangegeven dekkingsbron. Daarover hebben we dan ook toegezegd dat bij de najaarsnota deze voorstellen betrokken zullen worden. Het college heeft wel besloten om voor de activiteiten in 2010 uit het algemeen marketingdeel van het Antwoord van Lelystad middelen vrij te maken om nog in 2010 activiteiten te kunnen uitvoeren. Andere activiteiten zijn uiteraard afhankelijk van het oordeel van de raad in het kader van de komende begroting. De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter, we zijn een beetje geschrokken door deze opmerking. Ik wilde graag een schorsing aanvragen, met een mededeling aan het college, want we praten over een tekort € 5 tot € 6 miljoen. Dat krijgen we nu voor de vakantie te horen. Ik wil graag een schorsing om daarover even met de fractie te praten. De voorzitter: U kunt wel een schorsing aanvragen, maar het is een mededeling. In het proces na het zomerreces, dat heeft de wethouder ook aangegeven, wordt het aan u voorgelegd. Dan is het moment dat u daarover goed kunt praten. Over een mededeling is geen schorsing aan te vragen. Ik kan me wel voorstellen dat u geschrokken bent, dat zijn we allemaal. Dit onderdeel maakt het lastig onder het hoofdstuk mededelingen. De heer Baaten: Ik hoop alleen dat ik niet de enige ben die geschrokken is. De voorzitter: Dat denk ik niet. De heer Marseille: Is het wel toegestaan om een vraag te stellen over de mededeling? De voorzitter: Voor deze keer wel. Gaat uw gang.
2010
N 318
De heer Marseille: Het college heeft zojuist bekendgemaakt dat er sprake is van een zeer aanzienlijk tekort in 2010. Daarover zullen we na het zomerreces uitgebreid gaan spreken. Ik zou het college willen vragen om na het zomerreces ook nog duidelijk te maken hoe het mogelijk is dat er tijdens de formatieperiode van de kant van het toen zittend college mededelingen zijn gedaan over een te verwachten tekort op basis van het Rekeningresultaat 2009 van ongeveer € 1 miljoen, en dat nu precies twee maanden later het tekort al is opgelopen naar ongeveer € 6 miljoen. Zou dat in de beschouwingen na de zomervakantie meegenomen kunnen worden? Omdat dat ook weer erop wijst dat er kennelijk grote moeite is om de juiste cijfers op tafel te krijgen. Wethouder Luchtenveld: Ik ben bereid om ook die vraag te beantwoorden bij de stukken die wij na de zomer aan u zullen doen toekomen. De heer Baaten: Mag ik nog een vraag stellen? Wij zouden dat graag ook in het licht willen zien van de mededelingen die tot nog niet zo lang geleden telkenmale werden gedaan door het oude college, met name door de ex-wethouder Financiën, dat we een gezonde financiële situatie hadden. Die verschillen worden nu met de dag groter, mogelijk kan dat meegenomen worden. De voorzitter: Het nieuwe college zit, zoals we dat noemen, zonder last of ruggespraak. Dat betekent dat je alles meeneemt. Het huidige college zal zich daarover inderdaad verantwoorden. De vraag van de heer Marseille om het inzichtelijk te maken geeft een beeld van hoe het is ontstaan, maar het debat en de verdediging van de stukken gebeurt door het huidige college. Zo werkt dat in ons instituut. Voor kennisgeving aangenomen.
8.
Voorstel inzake intrekken Verordening regelende de compensatie van de over het werkgeversaandeel van de ziektekostenpremie betaalde AOW/ANW-premie voor weduwen, weduwnaren en gewezen ambtenaren jonger dan 65 jaar (stuk nr. B09-08155) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten.
9.
Voorstel tot invoering van het BOB-model in de vergaderwijze van de raad (stuk nr. A10-03399) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het presidium besloten.
10.
Voorstel inzake budgetaanvraag Hanzelijn (stuk nr. B10-01725) De heer Erica: Mevrouw de voorzitter. Onze fractie heeft met enige verbazing dit raadsvoorstel gelezen en geprobeerd om de bedragen die erin genoemd zijn te relateren aan de werkzaamheden die nog moeten worden gedaan. Met betrekking tot planbegeleiding staat in de argumentatie dat dat een noodzakelijkheid is. Daar kan ik me wel iets bij voorstellen, maar als wij lezen wat er gedaan moet worden voor de € 130.000 dan bekruipt ons de angst dat voor het betreffende bedrag deze
2010
N 319
activiteiten niet of nauwelijks kunnen worden uitgevoerd. Er staat duidelijk dat beoordeling van verkeerskundige voorstellen veel tijd en inzet van de gemeentelijke organisatie zal vragen. Er zal, dat vermoed ik tenminste, externe expertise moeten worden ingehuurd als het bijvoorbeeld gaat om het doen van geluidsmetingen voor de woningen langs de Hanzelijn, want die expertise hebben wij als gemeente dacht ik niet in huis. Het zou onze fractie meer geruststellen als het bedrag van € 130.000 zou zijn onderbouwd door die activiteiten die daaronder behoren een bedrag te geven, zodat je een totaalinzicht daarvan hebt. Met betrekking tot het werkbudget. Daarvoor is € 100.000 beschikbaar, want de andere € 38.000 gaat op aan marketing en dergelijke, maar daar moet een hele hoop voor gedaan worden. In de eerste plaats moet de sloot langs de spoorlijn weer helemaal in orde worden gebracht. Die was vroeger 15 m, is nu nog maar 5 m en moet terug naar 8,5 m. Er moeten twee dammen worden verwijderd en daarvoor in de plaats moeten twee bruggen komen. Er moet een geluidsscherm worden gemaakt bij de Herman Bekiusschool ter lengte van ongeveer 300 m. Ik wil niet veel zeggen, maar ga nu eens uit van een meterprijs van € 200 de strekkende meter, dan praat je al over € 60.000. Dan heb ik al de helft van mijn bedrag gesoupeerd. Verder zijn er ook nog wat maatregelen die genomen moeten worden, de zogenaamde vangrailconstructies, bij de verkeerskundige oplossingen rondom de Binnenhavenweg en de Houtribweg. Die moeten nodig aangevuld worden, want zoals het er nu bijligt, is het zeer verkeersonveilig. Wij willen de aanleg van de Hanzelijn niet tegenhouden, maar de fractie van Bindend Lokaal zal dit voorstel niet steunen, omdat zij vindt dat er maar wat gestrooid wordt met bedragen die nauwelijks van enige onderbouwing zijn voorzien. Het is heel makkelijk om te zeggen: je hebt € 100.000 nodig om de civieltechnische werken uit te voeren, maar je weet wat je nog moet doen en hang daar dan een prijskaartje aan, zodat we daar meer inzicht in hebben. Wij vinden dit onvolledig. Met dit voorstel kunnen we er denk ik haast van uitgaan, dat we over een aantal maanden, misschien volgend jaar, weer geconfronteerd worden met een aanvullend kredietverzoek. Dat is al eens eerder gebeurd voor een bepaald project en daar heb ik niet zoveel zin in. Dus in dat opzicht gaan wij als Bindend Lokaal niet met dit voorstel akkoord. De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Wij hebben ongeveer dezelfde opmerkingen die de heer Erica gemaakt heeft. Alleen, wij gaan even de andere kant op. Wij weten absoluut niet wat er voor dit geld gedaan moet worden. Het merkwaardige is ook dat we € 670.000 van ProRail krijgen voor onroerend goed en grond en er wordt meteen een bedrag van € 270.000 afgeroomd voor projectkosten die wat ons betreft zeer onduidelijk zijn. De eerste reactie van onze kant was dan ook: zou je die projectkosten niet uit algemene middelen van het stadhuis kunnen doen. Een straat opbreken komt overal voor. Daar vragen we niet een extra krediet voor. Daar heb je waarschijnlijk wel middelen voor in de reguliere budgetten. Ons punt is: € 270.000, wat gaat u daarvoor doen? Ik wil hierbij ook nog opmerken dat we in 2003 tot en met 2008 ook al dik € 1 ton hebben vrijgegeven voor voorbereidend werk. Je mag toch in redelijkheid aannemen dat die voorbereidende werkzaamheden ordentelijk zijn afgerond. Onze kritische houding hierin is: we hebben zojuist de wethouders gehoord over de zorgelijke situatie met de financiën, we moeten scherp aan de wind varen. Wat mij betreft is dit geen bouwput maar een leegloopput als je niet oppast. Wij zijn dan ook bijzonder terughoudend, en wachten de reactie van het college af, met het instemmen met dit voorstel.
2010
N 320
De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. We hebben een amendement voorbereid op punt 4. De reden daarvan is dat we dit budget beschikbaar willen houden voor de te treffen maatregelen als het gaat om het verkeer, inbegrepen de fietsers in het algemeen en de verkeersveiligheid in het bijzonder. Amendement De fractie van de InwonersPartij stelt het volgende amendement voor: "Te doen vervallen onder punt 4. "ten gunste van de algemene dienst te laten vallen.” Deze tekst te vervangen door: "te storten in de ROS en te oormerken voor de maatregelen in het kader van de Groene Carré.”” De voorzitter: Het amendement maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. We hebben hier te maken met een langlopend meerjarig project, waarbij inderdaad al eerder een kredietaanvraag is gedaan. Van 2003 tot en met 2008 is geld beschikbaar gesteld. In 2009 niet volgens mijn informatie. Er is nu voor de afrondende periode, 2010 tot en met 2012, dit krediet gevraagd. Uiteraard is er kritisch gekeken naar de verschillende posten. Het is zo dat de heel grote ingrepen niet ten laste van dit budget worden gebracht, zoals enorme geluidswerende voorzieningen en dergelijke. Daar zijn andere dekkingsmiddelen voor. De post van € 138.000 is met name om een aantal dingen in de openbare ruimte te kunnen terugbrengen op de vervangende locatie, waarbij u moet denken aan hondenuitlaatplaatsen en dergelijk kleine maatregelen. U moet inderdaad niet denken aan grote civieltechnische werken. De plankostenbegeleiding is inderdaad met een normale raming van dit soort projecten geraamd. Daarvoor is het mogelijk gebleken en is ook ons signaal om het hiervoor te doen. Ik denk niet dat we daar tot een ophoging van budget zouden moeten overgaan. Wat betreft de oormerking van het geld; het ingediende amendement. Juist in het licht van de financiële situatie hebben wij dit gezien als een meevaller. Vandaar dat ervoor is gekozen om het toe te voegen aan de algemene middelen. Als je het nu weer gaat bestemmen voor extra uitgaven die op dit moment nog niet gepland zijn voor verkeer, dan beperk je jezelf weer in de mogelijkheden om financiële moeilijkheden op te lossen. Om die reden zou ik op voorhand niet positief daarover willen adviseren. In tweede termijn De heer Erica: Mevrouw de voorzitter. De wethouder prikkelt mijn nieuwsgierigheid als het gaat om de geluidswerende maatregelen die ten behoeve van de Herman Bekiusschool moeten worden genomen. Welke afdekkingspost hebt u daarvoor? Zou u ons dat kunnen meedelen of is dat teveel gevraagd? Wethouder Luchtenveld: Ik heb u gezegd dat het in ieder geval buiten dit voorstel zit. Ik kan schriftelijk antwoorden waar de dekking daarvoor wordt gevonden. Maar het zit niet in dit voorstel. De heer Erica: Akkoord. Dank u wel. De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Ik moet u zeggen, het is mij niet duidelijk geworden in die zin, dat grote werken vallen buiten dit budget, dan zou het dus gaan om reguliere projectwerken. De beleving van onze fractie is dat dat gefinancierd kan worden uit de lopende budgetten, zoals ook andere infrastructurele
2010
N 321
werken uit lopende budgetten begeleid en gefinancierd worden. Het gaat ons meer om het principe: we moeten scherp aan de wind varen, we hebben vandaag de eerste stap om te zetten en die willen we dan ook nemen. Wat betreft het amendement. Wij zullen nog integrale afwegingen maken, mijnheer Baaten, dan is het Groene Carré echt het laatste waar wij aan denken. Dat wou ik even meegeven. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. Ik wil even reageren op het amendement van de InwonersPartij. Ongeveer 5 a 10 minuten geleden was de heer Baaten totaal geschokt door de tekorten van € 5,2 miljoen die hier even werden gemeld en nu wil hij een bedrag van ruim € 4 ton al weer onmiddellijk gaan bestemmen. Dat lijkt me onder de gegeven omstandigheden niet verstandig. De heer Baaten: Mag ik hierop reageren? Ik hoop dat wij geschokt waren daarstraks, maar het andere is, het is niet bestemd, het is geoormerkt. Dat betekent dat het niet is uitgegeven, maar dat het alleen gereserveerd wordt. Dat is een heel ander verhaal. Mogelijk dat u dat verschil wilt onderkennen. Mevrouw Kreuger: Een reservering, ik heb het liever voor dat hele grote gat dat boven ons hoofd hangt. De voorzitter: Dank u wel. De wethouder nog? Wethouder Luchtenveld: Ik heb op dat laatste punt al geantwoord en ook al eerder aangegeven dat ik schriftelijk terugkom op het punt van de geluidswering. Daar zou ik het op dit moment bij willen laten. Wij ontraden dus het amendement. De voorzitter: Ik ga over tot de stemming. De heer Van de Beek: Mevrouw de voorzitter, zou ik een stemverklaring mogen geven op het amendement? Wij zullen niet instemmen met het amendement omdat wij, en dat is al eerder gemeld, een integrale afweging willen maken bij de najaarsnota. En of wij geschokt zijn door de mededeling daarnet. Dus ik denk dat we het geld daar hard nodig hebben voor een integrale afweging. De heer Gerritzen: Ten aanzien van het amendement stellen wij ons tevreden met de uitleg die de wethouder daaraan heeft gegeven en kunnen wij ook de PvdA daarin volgen. Om die reden zullen wij het amendement niet steunen. De heer Caniels: Daar kan ik me namens onze fractie bij aansluiten. De fracties van VVD, PvdA, Bindend Lokaal, ChristenUnie, CDA, D66, GroenLinks, SP, Trots stemmen tegen het amendement. De fractie van de InwonersPartij stemt voor het amendement. Met 27 tegen en 5 stemmen voor wordt het amendement verworpen. De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, CDA, D66, GroenLinks, SP, Trots stemmen voor het voorstel. De fracties van Bindend Lokaal en ChristenUnie stemmen tegen het voorstel. Met 26 stemmen voor en 6 stemmen tegen wordt het voorstel van het college aangenomen.
2010
11.
N 322
Voorstel inzake Kadernota Klimaatbeleid 2010-2013 (stuk nr. B09-09897) De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. Aandacht voor het klimaat vindt het CDA belangrijk. Energiebesparing, meer duurzame energie zijn absoluut noodzakelijk. Dat Lelystad daaraan wil bijdragen is een goede zaak, maar een beetje meer ambitie zou mogen. We zijn verbaasd over het feit dat in dit voorstel het referentiejaar op 1990 ligt, want als je kijkt in de stukken over energieverbruik in Nederland: in 1990 lag het energieverbruik per inwoner 5% hoger dan in 2008. Het stroomverbruik is sindsdien wel toegenomen. Dus we hebben twijfels bij het jaartal 1990. Kijken we naar de broeikasgasemissie. Die was in 1990 3% hoger dan nu. We kunnen dus met de armen over elkaar gaan zitten. Dat kan toch niet de bedoeling zijn, denken wij. Het CDA vindt dat het voorgesteld besluit daarop aangepast zou moeten worden. Het jaar 1990 zou geschrapt moeten worden en de doelstellingen zouden moeten veranderen in de kabinetsdoelstellingen: 2% energiebesparing per jaar, 20% duurzame energie in 2020 en 30% reductie broeikasgassen in 2020. Dat laatste is misschien wel een pijnpunt. Je kunt het allemaal makkelijk opschrijven, maar als je in de achtergrondstukken kijkt wat dat betekent, dan zouden om dat te bereiken bij 15% broeikasgasreductie voor Nederland al drie kerncentrales nodig zijn, 20% CO2-opslag ondergronds en 5,5 megaWatt wind op zee. Het is inderdaad kabinetsbeleid, maar om even aan te geven dat dit een heel zware opgave is. Klimaatneutraal, wat bedoelen we daarmee? Zoveel mogelijk energie besparen, duurzame energie gebruiken en de resterende uitstoot compenseren? Ik denk dat we dat ermee bedoelen, maar dan moeten we dat ook als zodanig benoemen, want er is heel veel spraakverwarring rondom dat begrip. Het is een illusie dat klimaatneutraal zou kunnen betekenen dat je geen bijdrage meer levert aan het opwarmen van de aarde. Het CDA pleit ervoor om bij het onderzoek naar scenario klimaatneutraal vooral te kijken wat je kunt leren van de buren, andere gemeenten, in plaats van veel geld te steken in een onderzoek, opdat schaarse middelen zo effectief mogelijk worden ingezet. Helemaal in het licht van de mededeling van zojuist, dat we een tegenvaller van € 5 a € 6 miljoen hebben, wordt dat misschien wel extra actueel. Daarom hebben we een vraag richting de collega’s. Graag horen wij van de collega’s of zij bereid zijn extra middelen uit te trekken voor klimaatbeleid. Dat is ook de strekking van punt 3. Als we het daar gezamenlijk over eens zijn, dan heeft het ook zin om punt 3 op te pakken. Als we dat niet willen, dan kunnen we punt 3 meteen schrappen. De heer Hers: Mevrouw de voorzitter. De VVD wil heel graag uitspreken dat net zoals het CDA dat heeft aangegeven, wij van mening zijn dat Lelystad haar steentje moet bijdragen en is verheugd dat een aanzet wordt gegeven om te komen tot concrete maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Wij zijn warm voorstander van concrete maatregelen die leiden tot vermindering van het energieverbruik en daardoor tot vermindering van de uitstoot. We hebben wel een aantal observaties en opmerkingen bij het voorliggende stuk. Deels sluiten die aan bij wat de heer Bussink zojuist heeft aangegeven, namelijk dat wij eveneens van mening zijn dat 1990 als referentiejaar gebruiken nu we 20 jaar verder zijn inmiddels, niet reëel is en het wat dat betreft mogelijk beter zou zijn om een heel duidelijk referentiepunt te kiezen, min of meer het huidige verbruik, en dat als uitgangspunt te hanteren. Waar het gaat om het basisprogramma ziet de VVD het liefst zoveel mogelijk middelen naar de realisatie gaan van projecten in plaats van onderzoekskosten en dergelijke. Voorts in aansluiting ook op wat de heer Bussink zojuist aangaf, er is
2010
N 323
reeds veel onderzoek gedaan bij de buren zoals hij dat noemde. De VVD is er dan ook voorstander van dat we met name proberen te trachten aan te sluiten bij initiatiefrijke projecten die elders worden ingezet, waarbij een maximaal milieurendement wordt gehaald. Uiteraard, het is duidelijk, we willen graag inzetten, maar er zijn toch beperkte middelen en we willen maximaal rendement in de uitvoering met name. Het berekenen van de extra kosten die nodig zijn om het scenario klimaatneutraal te bereiken, is een uiterst lastige kwestie. Klimaatneutraal heeft meer aspecten dan alleen zelf opwekken wat je zelf verbruikt. Dit vergt een breed onderzoek en veel inspanning en ergo kosten. Wij zijn daarom voor een heel pragmatische aanpak die vooral gericht is op vermindering van het verbruik. Dat overwegende geeft de VVD er de voorkeur aan om in de formulering van de ambitie aan te sluiten bij de doelstellingen op basis waarvan de SLOK-subsidie is toegekend, ofwel 2% energiebesparing per jaar, 2% toename van de duurzame energie per jaar, want het kabinetsvoornemen met de ambitie van 20% is door ons in dat verband al gehaald, we zitten op 30%, maar we willen dat toch graag uitgebreid zien met 2% per jaar. Daarnaast staan wij voor dat we streven naar een gemiddelde reductie van broeikasgassen over de hele breedte van 3% per jaar. Daarnaast zouden we heel graag willen zien dat er een heel doelgerichte inventarisatie wordt gemaakt van de plannen zoals die elders liggen en op basis daarvan naar de raad te komen met voor Lelystad uitvoerbare voorstellen met maximaal milieurendement met weergave van het budget dat daarvoor nodig zal zijn. Ten aanzien van de projectkosten de SLOK-subsidie en de bij de najaarsnota beschikbaar gestelde bedragen voor duurzaamheid en klimaatbeleid als budget ter beschikking te stellen. Dit gezegd hebbende zou ik willen aangeven dat de VVD graag een amendement ten aanzien van dit voorgenomen besluit zou willen inbrengen. Amendement 1 De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: " In plaats van het voorgestelde besluit dit als volgt te lezen: "1. Uit te gaan voor de gemeente Lelystad van de doelstellingen van de rijksoverheid welke thans ten grondslag liggen aan de SLOK-subsidie, t.w.: A. gemiddeld 2% energiebesparing per jaar; B. gemiddeld 2% toename duurzame energie per jaar; C. gemiddeld 3% reductie van broeikasgassen per jaar. 2. Het college op te dragen te inventariseren welke voor Lelystad kansrijke initiatieven en plannen elders in het land op rijks-, provinciaal of gemeentelijk gebied zijn gelanceerd en hieruit de voor Lelystad praktisch uitvoerbare voorstellen met de daaraan verbonden financiële consequenties aan de raad voor te leggen; 3. Voor de projectkosten van de onder 1 en 2 genoemde doelstellingen - en zo veel als mogelijk voor de daadwerkelijke uitvoeringskosten daarvan - een budget beschikbaar te stellen, te dekken uit de van het ministerie in de algemene uitkering te ontvangen SLOK-subsidie en de bij de Najaarsnota 2009 beschikbaar gestelde bedragen voor duurzaamheidbeleid en klimaatbeleid.”” De voorzitter: Het amendement maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer Van Veluwen: Mag ik een vraag stellen aan de VVD-fractie? Begrijp ik goed uit uw amendement dat u zegt: het financiële kader is de limit, het college mag niet verder plannen uitwerken die misschien beter zijn. In feite aanvullend op de vraag van de heer Bussink: hoe ver willen we gaan met het onderzoek. Veronderstel dat we
2010
N 324
€ 10 miljoen nodig hebben om een heel mooi plan te maken. Dan zegt u: dat is not done, we hebben de SLOK-subsidie, uit mijn hoofd € 1,1 miljoen, dat is het totaalbudget, en daarbinnen moeten we het maar zien te doen. Dat is de strekking van punt 3 van uw amendement als ik u goed begrijp. De heer Hes: Ik denk dat u dat in dat verband verkeerd interpreteert. Als we kijken naar punt 3 zoals dat in het huidige voorstel ligt, dan wordt daar gesproken over een heel breed onderzoek, waarbij wordt berekend wat de extra kosten zouden zijn om het scenario van klimaatneutraal te bereiken. Wij voorzien dat dat, als dat onderzoek tot uitkomsten leidt, bijzonder hoge kosten met zich zal meebrengen. Stel, dat dat € 100 miljoen zou zijn, dan voorzien wij op dit moment al dat we in de middelen daarin volstrekt niet kunnen voorzien. Het is te kort door de bocht om te stellen dat het op dit moment beschikbare bedrag uitsluitend maatgevend is voor de oplossingen en voor de projecten waarvan wij verwachten dat het college die te zijner tijd aan de raad zal voorleggen. Het gaat om die projecten met maximaal rendement en daaraan zal een budget gekoppeld moeten worden. Uiteraard zal daarvoor dekking moeten worden gevonden, maar wij gaan uit van een hoge ambitie en niet van irrealistische verwachtingen. We verwachten dat de kosten, gemoeid met het hele brede onderzoek, zodanig hoog zullen zijn, dat er wat dat betreft minder zal overblijven voor de praktische uitvoering en daar zal het toch uiteindelijk om gaan. De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Ik wil beginnen met: voetbal mag je verliezen, maar het klimaatbeleid niet. Dit wou ik maar even neerzetten. Voor onze fractie is het klimaatbeleid van wezenlijk belang. Het is vijf voor twaalf. De aarde wordt warmer en de fossiele brandstoffen raken op. De aarde is ons kapitaal en wij mogen slechts de rente benutten; ook zo’n uitspraak. Wat we nu aan het doen zijn is de aarde aan het uitputten en dat willen we niet. Het college heeft gezocht naar een antwoord en heeft ons in zijn besluit voorgedragen het klimaatneutrale scenario. Maar daar zit een dilemma in. Het college is in staat om slechts 5% van de CO2uitstoot te bemannen. Hun eigen bedrijfsvoering is 5% en de rest is onze industrie en zijn onze burgers. Dus we kunnen wel heel veel willen, maar we kunnen niet zo veel. Wat we wel kunnen is een voorbeeldfunctie zijn voor onze stad en dat doen we ook. We hebben met de renovatie van het stadhuis toch een van de mooiste renovaties op het gebied van duurzaamheid. We hebben de Zevenster. En vandaag heb ik in de pers het initiatief van de PvdA gezien, in die zin een goed initiatief om te laten zien dat we het serieus nemen met de uitputting van onze grondstoffen. Maar, klimaatneutraal zoals het nu voorligt, is wat onze fractie betreft wat mager. Het jaartal 2025 is al genoemd. Het CDA heeft daarop zojuist gewezen. En waarom is het zo mager? Omdat we de last bij de buren leggen. Want wat is klimaatneutraal? Klimaatneutraal is als wij hier ons CO2 niet kunnen neutraliseren, dan leggen we het maar bij de buren neer. Dan brengen we het naar Barendrecht en stoppen we het daar in de grond. Als we onze CO2 niet kunnen compenseren dan gaan we maar bossen bouwen in Verweggistan, dan gaan we landbouwgrond opofferen en zetten we er bossen neer. Dat is wat onze fractie betreft een verkeerd uitgangspunt. Ik denk dat je binnen onze eigen stadsgrenzen je eigen probleem moet oplossen. Je moet het anders doen. We moeten grotere stappen zetten. We moeten onze eigen energie-infrastructuur eens goed bekijken en we moeten zoals het CDA en de VVD ook zeggen, over onze stadsmuur heenkijken: wat doen de buren? Amsterdam is daar een goed voorbeeld van. Amsterdam, daar kan geen WKO (Warmte Koude Opslag) meer plaatsvinden, want alle bronnen zijn bezet, en wij moeten hier nog beginnen. We kunnen het woord amper uitspreken. Almere. Almere denkt niet meer in klimaatscenario’s. Almere doet aan duurzaamheid. Almere denkt aan cradle to cradle. Almere heeft twee weken terug middenin de stad een zonne-eiland neergezet. Wij moeten er nog aan beginnen te denken. Venlo, de floriade. Apeldoorn, de
2010
N 325
duurzaamste stad van Nederland. En Lelystad? Ja, Lelystad geeft lucht. Ik hoop geen gebakken lucht. Wat is de kern van de oplossing? Daar wil ik naartoe. De kern van de oplossing is volgens de ChristenUnie vrij eenvoudig. Ik doe het even wat technisch, maar de zon geeft 8.000 keer zoveel energie als we nodig hebben. Dat is een feit. Als wij in staat zijn om van iets van die zonne-energie om te zetten naar nuttige energie, dan zijn we spekkoper. Het tweede dat we moeten doen, is cradle to cradle: we moeten geen energie weggooien. Dat doen we. Onze nieuwe elektriciteitscentrale gooit nog steeds 35% van zijn energie weg. Die energie zou je kunnen benutten. De heer Bussink: Bij interruptie. Mag ik een vraag stellen? U noemt, dat bij de nieuwe elektriciteitscentrale 35% van de energie wordt weggegooid. Wij zijn op werkbezoek geweest bij die centrale, alles wat we technisch kunnen wordt daar gerealiseerd. Als we dus warmte willen gebruiken voor warmtekrachtkoppeling, dan moeten we die centrale bij wijze van spreken middenin de stad hebben staan, maar niet op die afstand. U betoogt: dat kan allemaal zo, maar zo eenvoudig ligt het dus niet. De heer Van Veluwen: Als je het niet onderzoekt weet je ook niet of het kan en wat niet kan is nog nooit gebeurd. Ik denk dat in die zin de tijden wel veranderen, dat we nieuwe uitdagingen met elkaar moeten aangaan en ook nieuwe technieken met elkaar moeten durven. De deur dichtgooien door te zeggen: het kan niet, is geen beleid. Je moet gaan kijken wat wel kan. Als straks op het OMALA terrein in de zomer grote koelunits staan die warmte naar buiten staan te stuwen, dan is dat ook niet bij de tijd. De warmte die we dan naar buiten stuwen, kunnen we ook in de grond opslaan bijvoorbeeld en in de winter hergebruiken. Dat heet hergebruik van warmte. We hebben in een motie verwoord, dat we naast het klimaatneutrale scenario nog een aantal integrale stappen willen zetten. Ik hoop dat de raad daarmee akkoord wil gaan, om binnen het budget van projectvoorbereiding te kijken of er niet integraal enige slimme slagen te maken zijn. De motie komt erop neer dat wij het college opdragen bij de uitwerking van het klimaatneutraal scenario de volgende oplossingen te beoordelen. Ten eerste Warmte Koude Opslag op het OMALA-terrein. Dus geen gasleiding. Dat is niet uniek, het wordt landelijk op andere plekken gedaan, dan kun je de gasleiding vergeten. Ten tweede stadsverwarming door de nieuw te bouwen elektriciteitscentrale. Als derde punt zonnecollectoren en/of windmolens op de Markerwaarddijk. Dat is een stukje grond dat van ons is, waar op dit moment alleen maar auto’s over rijden. Waarom zouden we die dijk niet wat beter benutten in het kader ook van duurzaamheid? Laten we dat maar eens onderzoeken en niet steeds de deur dichtgooien door te zeggen: er is een Vogelrichtlijn, of wat dan ook. Motie 1 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 6 juli 2010 Constaterende dat: 1. het college vooralsnog als zoekrichting kiest voor een klimaatneutraal scenario; 2. een grote inspanning nodig zal zijn om de gestelde doelen in de kadernota te kunnen halen. Overwegende dat: 1. er in Lelystad extra kansen zijn om duurzame energie binnen haar grenzen op te wekken of te hergebruiken; 2. mogelijke oplossingen kunnen zijn: - Warmte Koude Opslag in het nog te realiseren OMALA terrein (geen gasleiding aanleggen);
2010
N 326
-
Nuttig gebruik maken van de afvalwarmte (stadsverwarming) van de nieuwe elektriciteitscentrale; - Zonnecollectoren en/of windmolens op de Markerwaarddijk. 3. dergelijke oplossingen zo vroeg mogelijk moeten worden meegewogen in een nog op te stellen definitief scenario. Draagt het college op: bij de uitwerking van het klimaatneutraal scenario de volgende mogelijke oplossingen te beoordelen: - Warmte Koude Opslag OMALA terrein; - Stadsverwarming geleverd door de nieuwe elektriciteitscentrale; - Zonnecollectoren en/of windmolens op de Markerwaarddijk. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 1 is ingediend door de fractie van de ChristenUnie) De heer Schoone: Mijnheer Van Veluwen, hebt u hierbij ook gedacht aan Warande, wat we daar nog allemaal kunnen bijstellen? De heer Van Veluwen: Niet direct, maar als je integraal denkt zou dat zeker naar aanleiding van deze discussie wat mij betreft meegenomen en meegewogen kunnen worden. Ik ga met de VVD mee, we moeten oppassen dat we er geen wollige winkel van maken, we moeten alleen die dingen doen, dat ben ik helemaal met u eens, die hout snijden en met gezond verstand hout snijden. De heer Schoone: Daar kan ik me helemaal bij aansluiten. De vraag is alleen: moeten we dan ook niet bij de Warande kijken? Dat zou ik graag erbij willen zien. De heer Van Veluwen: Als dat de motie haalbaar maakt, dan zou ik dat graag willen doen. Het maakt me eerlijk gezegd niet uit. Wat ik zojuist zei blijf ik zeggen: als het hout snijdt moeten we het niet laten. De heer Bussink: Mogen deze maatregelen wat de ChristenUnie betreft heel veel geld gaan kosten? De heer Van Veluwen: Ik heb het over onderzoeken. Op een goed moment, mijnheer Bussink, hebben we de keus niet meer. Als er geen fossiele brandstof meer is, kunt u zeggen: hoeveel mag het kosten, maar dan heb je een probleem. Als bestuurder, en dat meen ik oprecht, moeten we drie slagen naar voren denken om te zorgen dat we over 30 jaar onze samenleving nog overeind kunnen houden, duurzaam. De heer Bussink: Ik leidt hieruit af dat het heel veel geld mag gaan kosten. De heer Van Veluwen: Ik wil eerst het plaatje zien. Ik denk inderdaad dat u er rekening mee moet houden dat het uiteindelijk heel veel geld gaat kosten. De heer Baaten: Mag ik de heer Van Veluwen een vraag stellen? Kent u het businessplan van OMALA? De heer Van Veluwen: Nee, dat ken ik niet. Dat kan ik u rustig zeggen. De heer Baaten: Datgene wat u vraagt staat er namelijk in. De heer Van Veluwen: Dan wil ik het van harte schrappen als dat zo is. Ook geen gasleiding? Dat zou mij verbazen. De voorzitter: Dat was uw inbreng. Uw motie maakt deel uit van de beraadslagingen.
2010
N 327
De heer Schot: Mevrouw de voorzitter. Wij lezen deze kadernota en wij zien daarin een aantal abstracties. De VVD probeert dat te concretiseren. Wij zullen daarin meegaan. Wij hebben in april van dit jaar al een besluit genomen dat leidt tot meer provinciale initiatieven. In het licht van die provinciale initiatieven en de voorliggende kadernota hebben we twee vragen. Deze hebben uitdrukkelijk betrekking op de Lelystadse situatie. De vraag is of er binnen de scenarioaanpak uitdrukkelijk ruimte is voor lokale initiatieven. Zijn die toegesneden op lokale infrastructuur of sluiten die elkaar nu juist op provinciaal niveau uit? Of moeten daarbinnen nog lokale initiatieven ontwikkeld worden? En is het college van plan om gelijktijdig bestaande lokale expertise te bundelen en verder te ontwikkelen? Afhankelijk van uw antwoord zullen we daarover een motie indienen. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. Wij staan enigszins ambivalent tegenover deze kadernota. Het college heeft redelijk ingezet op meer groene stroom en minder CO2-uitstoot. Het college benoemt de kansen van een klimaatfonds en een duurzaam energiebedrijf, maar verdere voorstellen worden niet genoemd. De gestelde kaders zijn wat vaag en dat er geen jaartal aan vastgekoppeld is maakt het nog minder duidelijk. Wij hebben grote moeite met het niet meenemen van de vliegvelduitbreiding en de toekomstige energiecentrale in de berekeningen. Maar er is meer niet meegenomen dat wel degelijk van grote invloed is op de CO2-uitstoot, zoals het aantal kilometers dat de gemiddelde Lelystedeling door de lucht aflegt en de CO2uitstoot veroorzaakt door de productie van alle producten die we kopen als consument, inclusief ons voedsel. Deze indirecte CO is niet meegenomen in de gehanteerde cijfers, terwijl dit laatste minstens zoveel CO2-uitstoot geeft als waar we nu van uitgaan. Het weglaten van dit gebruik vertekent het begrip klimaatneutraal. Dit is alleen acceptabel als we vergelijkbaar willen zijn met andere gemeenten en met rijksbeleid. Maar ook daarbij lijken de definities te verschillen. We moeten ons er in elk geval van bewust zijn dat neutraal nog lang niet neutraal is. De kabinetsdoelen worden algemeen als matig ambitieus gezien. Het is de vraag of dit tempo voldoende is om het klimaatprobleem en het probleem van het opraken van de fossiele brandstoffen het hoofd te kunnen bieden. 2
Lelystad heeft veel kansen voor het bereiken van klimaatneutraliteit. We hebben een uitstekende ligging voor windenergie. We hebben veel ruimte voor windmolens maar ook voor innovatieve bedrijven op het gebied van energieopwekking. We hebben weinig vervuilende fabrieken en niet al te veel wegverkeer. We hebben veel nieuwe en goed geïsoleerde woningen en de mogelijkheid om nog zuiniger woningen te gaan bouwen. Dit zijn belangrijke kansen. Veel gemeenten verkeren in veel slechtere omstandigheden en hebben toch de ambitie uitgesproken om in 2020 of 2025 klimaatneutraal te zijn. Het college durft zich niet vast te leggen op een jaartal. We willen daarom het college oproepen om als extra stimulans in het besluit 3 het voorgestelde onderzoek te doen naar klimaatneutraliteit in 2020. In hetzelfde besluit staat dat het college de definitieve scenariokeuze zal maken en alleen de consequenties aan ons zal voorleggen in de voorjaarsnota. Wij willen dat het college de scenariokeuze voor de najaarsnota aan de raad voorlegt, zodat de consequenties in de najaarsnota kunnen worden behandeld. Hiertoe hebben wij een amendement. Amendement 2 De fractie van GroenLinks stelt het volgende amendement voor: "Punt 3 als volgt te wijzigen: "het college op te dragen te onderzoeken welke extra middelen noodzakelijk zijn om het scenario klimaatneutraal in 2020 te bereiken, ook ten aanzien van de eigen gemeentelijke organisatie; op basis daarvan de definitieve scenariokeuze voor te leggen aan de raad en de consequenties bij de Najaarsnota 2010 in te brengen.””
2010
N 328
De heer Baaten: Mag ik een vraag stellen aan mevrouw Kreuger? CO2-uitstoot heeft ook met tempo te maken; hoe harder wij rennen hoe meer uitstoot we hebben en hoe meer reductie daartegenover moet staan. Als ik nu kijk naar het amendement dat u hier hebt liggen en gaat indienen, en u hebt het in het begin over 2020, is het dan niet zo dat dit tempo wel erg hoog is en dat we het risico lopen dat het een minder compleet stuk wordt door het tempo dat u hier verwacht en dat we nog meer moeten reduceren? Mevrouw Kreuger: Ik denk dat dat tempo zeker niet te hoog ligt, want ik heb aangegeven, en ook de ChristenUnie, dat het vijf voor twaalf is, dus dat we niet zo heel veel tijd hebben. Dan denk ik: dan gooien we er een klein schepje bovenop en dan willen we een zo duidelijk mogelijk overzicht van wat er allemaal gedaan moet worden om een dergelijke ambitie te bereiken. Ik denk dat we dat zeker niet moeten gaan vertragen. De heer Baaten: Wij komen hier dadelijk op terug. Natuurlijk, het is vreselijk belangrijk, maar wat we moeten voorkomen is dat we met het klimaatbeleid in het tempo komen van de Arbo- en de milieufase die we hebben gehad. Als je iets wilde realiseren in je bedrijf dan gooide je alles onder Arbo en anders onder milieu. Dat betekent dat je later heel veel helaas moet terugdraaien. Wij zijn absoluut voor het klimaatbeleid, maar we zijn ook voor een zorgvuldig beleid. We willen ons dus niet door het tempo laten inhalen. Mevrouw Kreuger: Met zorgvuldig kan ik het zonder meer eens zijn, maar ik denk dat juist de ervaringen uit het verleden ons hebben geleerd hoe we het dan wel moeten doen. Mevrouw d’Arnaud: Mevrouw de voorzitter. De klimaatcrisis lijkt in de politiek wel een beetje uit. Allerlei financiële crisissen krijgen nu meer de aandacht. Dat vindt de PvdA begrijpelijk, maar wel een beetje jammer. Dit zou namelijk hét moment moeten zijn om mooie plannen te smeden om van Lelystad de duurzaamste gemeente van Nederland te maken, om voorop te gaan in de transitie, dat is een structurele verandering, van eindige vieze energie naar onuitputtelijke schone energie. Door dit raadsbesluit gaat dat niet gebeuren. We volgen vooral de landelijke doelen. Maar hoe jammer ook, dat lijkt ons juist in deze tijd redelijk en te billijken. Dat betekent niet dat we stil moeten gaan zitten. Want wat kenmerkt erkende klimaatvoorlopers als Apeldoorn, Breda en Groningen? Daar zitten of zaten wethouders met passie voor duurzaamheid. Bij dit onderwerp is kaders stellen mooi, maar misschien wel belangrijker is het dat er een college is dat kansen weet te herkennen en te grijpen. Dat vragen wij dit college: kansen grijpen en slim kijken. Herken de kansen die zich ongetwijfeld zullen aandienen. Ik geef een aantal voorbeelden. Is er een zonnepanelenfabriek op zoek naar een vestigingsplaats? Geef ze korting op de grondprijs in ruil voor korting op zonnepanelen voor onze inwoners. Bouwen we een nieuwe woonwijk? Zorg ervoor dat het ontwerp en de infrastructuur geschikt zijn voor kleinschalige energieopwekking en smart grits, dat is een intelligent energienet en een slimme energiemeter. Is er een klimaatverbond waarin gemeenten samenwerken om de energietransitie vorm te geven? Laat Lelystad zich daarbij aansluiten. Houden we straks wat geld over van de verkoop van de Nuon? Help daar Lelystedelingen mee om hun woning of bedrijfspand of clubhuis energiezuinig te maken. Vraagt een minister of er te praten valt over een windmolenpark in het IJsselmeer bij de Flevocentrale? Nodig hem meteen uit. Is er een ondernemer die gratis laadpalen wil plaatsen voor elektrische scooters? Nodig hem ook uit.
2010
N 329
De meeste van deze voorbeelden hebben wij helemaal niet zelf verzonnen. Er zijn nu al bedrijven die een gratis scooteroplaadpaal met zonnepaneel komen brengen. De gemeente hoeft alleen maar een paar vierkante meter grond beschikbaar te stellen voor het plaatsen van die paal. Pakt het college de handschoen op om voor het einde van het jaar zo’n gratis scooteroplaadpunt in het centrum van Lelystad of aan Bataviahaven te laten verschijnen? En kunnen we dan kort daarna ook laadpunten voor elektrische auto’s in ons straatbeeld verwelkomen? De technologie schrijdt ook wel voort zonder dat wij hoogdravende doelen stellen. Kansen zullen zich gaan aandienen en wij zullen dit college de komende jaren controleren en aanspreken op het benutten van die groene kansen. We willen graag een motie indienen. Motie 2 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 6 juli 2010 Constaterende dat: - in het Coalitieakkoord 2010-2014 tussen collegepartijen is afgesproken: "We geven alle ruimte aan duurzame vervoersvormen. Oplaadpunten voor elektrische auto’s krijgen ruim baan in Lelystad.”; - in verschillende gemeentes in Nederland al laadstations voor elektrische auto’s zijn geopend; - er momenteel marktpartijen zijn die laadstations voor elektrische fietsen en scooters plaatsen zonder plaatsingskosten voor de gemeente en zonder kosten voor de berijders1; - er momenteel marktpartijen zijn die oplaadpunten voor elektrische auto’s plaatsen zonder plaatsingskosten voor de gemeente2. Roept het college op om: - nog in 2010 op geschikte plekken in het centrum en het kustgebied van Lelystad gratis groenbestroomde laadstations voor elektrische fietsen en scooters te (laten) realiseren; - uiterlijk in 2011 de eerste Lelystadse laadstations voor elektrische auto’s te (laten) realiseren. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 2 is ingediend door de fractie van de PvdA) 1 http://www.duurzaamnieuws.nl/bericht.rxml?id=57332 2 http://e-laad.nl/opladen/oplaadpunt/voorwaarden-overheid De voorzitter: Deze motie maakt ook onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer Bussink: Mag ik een vraag stellen aan mevrouw d’Arnaud? Uw motie is sympathiek. Het kost niets, dus daar kunnen we op zich mee instemmen, maar aan de voorbeelden die u noemde, wat je allemaal zou kunnen doen, hangt een fors prijskaartje. Mag ik dan ook concluderen uit de eerdere voorbeelden, korting op de grondprijs et cetera, dat de PvdA bereid is om veel geld in klimaatbeleid te investeren? Mevrouw d’Arnaud: Natuurlijk niet. Voorstellen gaan eerst naar de raad en dan gaan we met z’n allen beslissen wat de beste voorstellen zijn en of we daar geld voor over hebben. De heer Bussink: Het zou dus ook zo kunnen zijn dat de PvdA netto geen extra geld in klimaatbeleid wil investeren. Mevrouw d’Arnaud: Ik had het over slim kijken en kansen grijpen. Over het budget is altijd te praten. Dat we moeten bezuinigen in deze tijd en niet onnodig geld uitgeven, moet duidelijk zijn.
2010
N 330
De heer Van Veluwen: Ik wil het CDA eens een vraag stellen, want ik begrijp het niet helemaal. U vraagt aan iedereen: bent u bereid geld uit te geven voor klimaatbeleid. Ik ben wel nieuwsgierig wat u zelf wilt. De heer Bussink: Dat zijn wij tot op zekere hoogte ook. Daar dient deze discussie voor, wij willen graag weten hoe het ligt bij partijen. Is men bereid om netto geld te investeren? Als het antwoord nu al nee zou zijn, dan kunnen we dit voorstel sterk afzwakken. De heer Van Veluwen: U bent als fractie wel bereid om de lat wat hoger te leggen, begrijp ik. De heer Bussink: Ja, beperkt. De heer Van Veluwen: Dan ga ik met de PvdA mee, daar komen we samen nog goed over te praten als we het plaatje zien dat straks komt als een definitief scenario, lijkt mij. De heer Bussink: Klopt. Mevrouw Kreuger: Mag ik ook even reageren op de heer Bussink? We zijn hier in een haast creatief proces bezig en allerlei fracties komen met heel goede ideeën, waarvan een heleboel ideeën waarschijnlijk geen geld hoeven te kosten. Ik vind dat op zich geweldig dat er zo mee omgegaan wordt. Bij het CDA bespeur ik een beetje dat ieder initiatief doodgeslagen wordt: als het maar geen geld kost. Dat vind ik jammer. Laten we nu eerst eens goed gaan nadenken. Zelfs de VVD doet daarover voorstellen: kijk eens een keer bij de buren. De heer Marseille: Zou mevrouw Kreuger met name het woord ‘zelfs’ eens willen uitleggen? Mevrouw Kreuger: Het was bedoeld als compliment. Ik vind dat gewoon heel goed. We zijn hiermee op een creatieve manier bezig en ik vind het heel jammer dat vanuit het CDA dreigt dat men ieder initiatief doodslaat door onmiddellijk te komen met: maar misschien kost het wel te veel geld. Natuurlijk, dat geld moeten we in de gaten houden. De heer Hers: Ik zou graag aan mevrouw d’Arnaud een vraag willen stellen over de tekst van haar ingediende motie. Kan dat op dit moment? De voorzitter: Nadat de heer Bussink GroenLinks heeft geantwoord, want anders lopen alle discussies door elkaar. De heer Bussink: Wij zijn altijd voor een creatief proces om te kijken wat mogelijk is. Waarvoor we willen waken is dat je met een groot onderzoek komt en heel uitgebreide maatregelen wat allemaal zou kunnen, daaraan komt dan een kostenplaatje te hangen van bijvoorbeeld € 1 miljoen en dan gaat er een streep door. Daarom willen wij graag aan de voorkant aftasten of er partijen zijn die daarin serieus geld willen steken, dan heeft het ook zin om die onderzoeken op te starten. Ik proef bij veel partijen in de raad dat die wil er is. Dat is alleen maar positief. Mevrouw Kreuger: Als ik nog mag reageren? Ik denk dat het niet verstandig is om die volgorde te volgen.
2010
N 331
De heer Bussink: Dat is uw afweging. De voorzitter: Het woord is aan de heer Hers. De heer Hers: Ten aanzien van de motie van de PvdA. Op zichzelf staat de VVD uiteraard heel positief tegenover initiatieven die nauwelijks iets of helemaal niets hoeven te kosten. Ik ben overigens zo vrij geweest om mij te verdiepen in de beide initiatieven zoals ze in de motie naar voren worden gebracht. Dat betreft SolarVlinder, een vlinder die als het ware op zijn vleugeltjes zonnecollectoren heeft, daarmee een accu oplaadt en op basis daarvan kunnen met een aantal aansluitpunten elektrische fietsen worden opgeladen. Nu stelt de website van SolarVlinder heel evident: "Het bedrijfsleven betaalt de kosten voor het oplaadpunt door onder andere het te exploiteren als reclameobject. Gemeentes hoeven het initiatief niet financieel te steunen, het ter beschikking stellen van goede locaties is voldoende.” Ik heb daar toch een woord van waarschuwing bij. Ik sprak vandaag met een van de partners van de betreffende firma en die heeft aangegeven dat het zogenaamde gratis plaatsen alleen plaatsvindt op het moment dat SolarVlinder de beschikbare locatie zodanig attractief vindt, dat zij reclamepartijen weet te bewegen de plaatsings- en exploitatiekosten te dragen. Ter beeldvorming, in Tilburg wordt de eerste SolarVlinder geplaatst op dit moment met vier aansluitingen, dus er kunnen vier fietsen tegelijk worden gekoppeld, en daar wist men de exploitatie in principe niet rond te krijgen. Dat de gemeente geen kosten in rekening wordt gebracht, is omdat het een pilotplaats is en SolarVlinder graag de publiciteit heeft. Prijzen worden op de website nog niet aangegeven, die worden in september bekendgemaakt. Maar wel is mij indicatief aangegeven dat één zo’n paal met vier aansluitingen op stand alone basis, dus zonder koppeling aan het elektranet, rond de € 25.000 gaat kosten. Welnu, ten aanzien van de laadstations voor de elektrische auto’s. De stichting die achter het initiatief zit, e-laad.nl, is een initiatief van de samenwerkende Nederlandse netbeheerders. De netbeheerders hebben als taak om de verduurzaming van de energievoorziening te faciliteren. Dat doen zij onder meer door de samenwerking met deze betreffende stichting. Daarbij wordt aangegeven dat de gemeenten een aanvraag kunnen doen, waarbij elke gemeente in Nederland in principe recht zou hebben op één plaats per 10.000 inwoners. Dat wordt daar heel keihard gesteld, stichting e-laad.nl betaalt, plaatst en onderhoudt de oplaadpunten. Op zichzelf heel erg leuk natuurlijk. Tot slot. Bedoelt u bij de opdracht zoals deze in de motie is geformuleerd ook als conditie aan te geven, dat het binnen het concept zoals het door de beide partijen wordt geoffreerd, wordt verkregen? Of is de opdracht aan het college ook tot plaatsing over te gaan als de kosten daarbij onverhoopt door de gemeente zelf zouden moeten worden gedragen? Mevrouw d’Arnaud: Allereerst wil ik u bedanken voor de uitleg van de SolarVlinder. Ik heb zelf met de ontwerper gesproken. Die man is ontzettend enthousiast en heeft mij alles wat u vertelt, ook verteld. Uw verhaal klopt. U hebt zich er goed in verdiept. Fantastisch. De PvdA gaat er natuurlijk van uit dat het zonder extra kosten van de gemeente gaat. Wij hebben gezegd: de gemeente moet de grond beschikbaar stellen en de reclame op de zuil die erbij komt moet uiteindelijk zorgen dat het kostendekkend is. Daar gaan wij van uit. De heer Hers: Als dat het uitgangspunt is, dan is dat fantastisch. De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. Ik heb de pen al gehanteerd en de stukken eruit gehaald van datgene wat al gezegd is. Ik probeer de kernen eruit te halen.
2010
N 332
Onze insteek is niet compenseren, daaraan werd al eerder aandacht besteed, maar reduceren. Vooral ook het aanpassen van de levensstijl, want als je je levensstijl niet aanpast dan houd je een probleem. Compenseren zien wij namelijk voornamelijk als het afkopen en sussen van je geweten. Klimaatneutraal? Het is heel mooi, maar het moet wel kunnen. Wij wensen de uitvinders en in ons geval de uitvoerders veel succes. Want in de stukken in ons bezit zegt de één: bomen planten, en de ander geeft aan dat je er nooit aan moet beginnen om CO -uitstoot op die manier te compenseren, terwijl wij het juist hebben over reduceren en je levensstijl aanpassen. Als ik het samenvat, dan zeggen we in feite: laten we wel de zaak realistisch benaderen. En dat zal niet eenvoudig zijn. 2
Als ik kijk naar de motie van de PvdA, dan moeten we ons wel realiseren dat we niet de exploiterende partij zijn. Dat moeten we ook nooit willen worden. Wel geven wij de maximale ruimte aan duurzame vervoersvormen, maar laten marktpartijen zoals de netbeheerders hun werk doen. Zij zijn het die uiteindelijk bepalen of de motie op deze wijze uitvoerbaar is. Ik verwijs daarbij naar de ‘constaterende dat’ punten, want als we kijken naar de stukken dan zien we dat de netbeheerders nu al € 15 miljoen, en ik refereer aan de VVD, hebben geïnvesteerd en daarbij past: voor niets gaat de zon op, en: gratis bestaat niet. Als we namelijk kijken - ook wij hebben gespit, niet bij partners, daar hebben we anderen voor - inderdaad de 10.000 oplaadpunten worden genoemd, maar dat is op dit moment een hot item en hetgeen waarmee men de markt op gaat, daar zit een tankpas aan vast en die tankpas kost de gebruiker nu al € 100. Dat is alleen nog maar voor de proefperiode. Dat betekent dat daarna een definitief betalingssysteem wordt ingevoerd. "Dit systeem zal in nauw overleg met onder meer de energieleveranciers (en ik zag daarnet nog een stukje binnenkomen via mijn website waar 27% overschrijding was) worden vormgegeven.” Dan komt er een heel verhaal en daarna: "Deze zullen onder voorwaarden (vetgedrukt en onderstreept) gratis worden geplaatst, tenzij en mits.” Er wordt een aantal bedrijven opgesomd. Dat varieert van Liander tot aan Cogas, Tennet, Rendo enzovoort. Dan zegt het stuk ook: Het is gratis tenzij. Dat is wat ons brengt bij de PvdA. Onder roept het college op worden twee bullits aangegeven. Als het gaat om de tekst achter de eerste bullit dan zet u daar vraagtekens bij, want als gratis niet lukt mag het niet uitgevoerd worden ook al is het wel aantrekkelijk qua prijs. Ik kan me voorstellen dat er een bedrag aan vastgekoppeld wordt, waarvan eenieder zou zeggen: dat is zo weinig, dat is net niet gratis. U hebt het hier over gratis. Wij vragen ons af of u het college hierin vrijheid van handelen zou willen geven, of het inderdaad gratis of niets is. Daar komt de motie op neer, het is gratis of niets. Tot slot. Als het gaat om de tekst bij de bullits, dan zouden wij uitgaande van de huidige motie, in ieder geval adviseren om daaraan toe te voegen: door marktpartijen. Achter de eerste bullit onder roept het college op hebt u een hele tekst en dan zouden wij zeggen: van Lelystad ‘door marktpartijen’ gratis ...”. Dan wordt in ieder geval duidelijk wie daarbij betrokken zijn. Dat zou eventueel ook bij de tweede bullit van toepassing kunnen zijn, maar we wachten graag de reactie van het college af. De heer Schoone: Mevrouw de voorzitter. Het meeste is gezegd, in een mooi betoog of mooi in reden, over het klimaat. Daar kunnen wij ons bij aansluiten. Het enige wat wij vragen van het college is: laat het niet gaan tot de sky is the limit, hou goed het budget in de gaten en informeer de raad graag op tijd over overschrijdingen en dingen die er aankomen, vooral gezien het schrikeffect dat we vanavond gehad hebben. Wat we ook graag willen zien, iedereen praat erover: het is natuurlijk heel mooi, maar het is de kunst van het handhaven. We hebben hier zat voorbeelden, ook in de vorige raadssessie zijn hier voorbeelden geweest: handhaven. Handhaven op
2010
N 333
milieu is heel belangrijk, dan kunnen we ook met z’n allen heel veel terugdringen. Verder kunnen we ons bij alle sprekers helemaal aansluiten. De heer Brouwer: Ik heb nog een vraag over de PvdA-motie. Zou ik die straks kunnen stellen of moet dat nu? De voorzitter: Dat mag u nu doen, gaat uw gang. De heer Brouwer: Bent u bereid om eventueel de motie aan te manier, dat duidelijker wordt dat we uitgaan van gratis. U noemt dat iets waar we volledig achterstaan. In het voorstel staat hard dat we aantal zaken, het kan gratis in de markt, maar er staat niet bij het college op’ dat het ook daadwerkelijk gratis moet.
passen op zo’n nu en het is ook uitgaan van een stukje ‘roept het
Mevrouw d’Arnaud: Onder roept het college op staat: in het centrum en het kustgebied van Lelystad gratis groenbestroomde laadstations voor elektrische fietsen en scooters te (laten) realiseren.” Wat we zouden kunnen doen is de haakjes rondom ‘laten’ weghalen. Dan laat je het realiseren en dat betekent dat je het zelf niet doet, dus ook niet zelf betaalt. De heer Brouwer: Vooral het tweede punt, uiterlijk in 2011. Daar staat het gratis niet bij. Mevrouw d’Arnaud: We kunnen het toevoegen. Als u daarop staat, wil ik dat ‘gratis’ laten toevoegen. Als we in deze tijd van bezuinigingen initiatieven hebben gevonden en het college aangeven: probeer het uit te voeren, dan moet het wel met minimale kosten en onze inzet is geen kosten. Laat de marktpartijen dit realiseren. Zij willen hiermee de markt op. De heer Brouwer: Ik ben het qua inhoud helemaal met u eens, maar ik zou het tekstueel iets scherper willen zien. Ik hoor zojuist mijn buurman roepen: voor wie is het gratis? Je kunt hieruit ook lezen dat het voor een gebruiker gratis is en dat de gemeente de installatiekosten betaalt. Mevrouw d’Arnaud: Voor de gebruiker is het sowieso gratis. Je neemt je eigen stopcontact mee, die steek je erin en het is zonne-energie. De heer Brouwer: Ik begrijp van de heer Baaten wat anders. Mevrouw d’Arnaud: Ik heb het over de scooters. De heer Hers: De heer Baaten had het over de auto-oplaadpunten. De heer Baaten: Ik zou graag willen weten of u over de toevoeging die wij voorstelden, om heel duidelijk te krijgen dat het om marktpartijen gaat, nog even wilt nadenken. Als het gaat om de opmerking van zo-even, men praat in het stuk dat ik hier heb over elektrisch vervoer zonder onderscheid, want men praat over alle netbeheerders, die maken geen onderscheid, en daar heeft men het simpel over een tankpas. Dat betekent dat iedereen daaronder valt. Mevrouw d’Arnaud: Ik zal in de tweede termijn de tekst aanpassen. Is dat akkoord voor u? De heer Baaten: Ik ben blij te horen dat u hem aanpast. Dank u.
2010
N 334
Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. Laat ik eerst uitspreken dat ik zeer content ben met het enthousiasme, de wijze waarop u gereageerd hebt, dat het klimaatneutraal beleid u serieus is. Ook is in u te prijzen dat u op sommige punten zegt: we zijn wel enthousiast en we hebben een hele hoop goede voorstellen, maar dat u terughoudend bent als het uiteindelijk op geld uitdraait, waarover het CDA diverse keren begon. Het is namelijk zo, we hebben niet voor niets daarnet een mededeling gedaan die niet erg rooskleurig was. Dat houdt in dat u nauwkeurig de keuzes gaat maken: wat kunnen we wel en wat kunnen we niet. Zoals de heer Van Veluwen al heeft uitgesproken: wat niet kan is nog nooit gebeurd. Over het besluit op zich. Laat ik duidelijk stellen dat met dit besluit nog geen enkele investering wordt gedaan voor welke maatregel dan ook. Daarvoor zijn de SLOKgelden niet bedoeld. Het is immers geen uitvoeringsbesluit, het is een kadernota. SLOK-gelden zijn bedoeld om onderzoek te doen naar energiebesparing, duurzame energie en het verminderen van de broeikasgasuitstoot, en dan specifiek in Lelystad. Zijn de drie punten zoals ze genoemd zijn in het besluit wel realistisch? Ik heb het al gehoord: jaartallen, en: gaat het wel snel genoeg, enzovoort. Vermindering van de broeikasgasuitstoot hangt samen met de energiebesparing en vorderingen op het gebied van duurzame mobiliteit. Elektrisch rijden, daarover is hier al gesproken, groene stroom, biobrandstoffen, waterstof of zelfs aardgas als tussenvorm, maar ook de duurzaamheid in het kader van openbaar vervoer, of alleen al het bevorderen van het fietsgebruik zou kunnen bijdragen aan vermindering van broeikasgasuitstoot. Als het over energiebesparing gaat. Uit wetenschappelijk rapport is gebleken dat het door het Rijk genoemde uitgangspunt, dat een energiebesparing van 20% wel haalbaar is, niet het probleem is, maar zoals nu al blijkt niet in het door het Rijk gestelde jaartal 2020. Mogelijk zou dat in de orde van grootte kunnen komen te liggen van 2025 en misschien nog later. Dat maakt in feite ook niet uit, want SLOKgelden eisen geen doelverplichting. Wat wij in het besluit opnemen, wordt niet van ons geëist dat we die doelstelling halen, het is een inspanningsverplichting. Met andere woorden, we zetten een punt in de horizon en we gaan kijken hoe we dat punt op een zo goed mogelijke manier op Lelystads niveau zouden kunnen bereiken. Dan heb ik het over de potentie van Lelystad, want daar gaat het om. Potentie van Lelystad voor duurzame energie. Lelystad is een van de grootste gemeenten van Nederland qua oppervlakte. Vermeend heeft al uitgesproken: daar liggen de kansen; met gunstige mogelijkheden voor wind, zon, biomassaprojecten. In de nabije toekomst kan dat worden uitgebreid met bijvoorbeeld aardwarmteprojecten, maar dat moet onderzocht worden. Het college kiest voor een integraal onderzoek, gebruikmakend van de wetenschappelijke kennis die op dit gebied al aanwezig is. Niet alleen in Nederland, niet alleen regionaal, zelfs Europees, nee, global, want er is al heel veel informatie waarvoor wij het wiel niet hoeven uit te vinden. Op maat gesneden op de Lelystadse situatie, inclusief de daarbij behorende consequenties. Pas dan kan naar de mening van het college de gemeenteraad op basis van de onderbouwde onderzoeksresultaten tot juiste besluitvorming komen. Vooraf investeringsbesluiten nemen? Dan is het college van mening dat je gaat gissen en met gissen, dat heb ik al vaker gezegd, ga je missen. Juist met een onderbouwd, SMART geformuleerd en integraal afgewogen onderzoeksresultaat kunt u meten en dat is weten en dan kunt u dat ook met elkaar financieel afwegen. Dat leidt naar de mening van het college tot duurzame besluitvorming. Ik kijk even met uw goedvinden naar de vragen die gesteld zijn. D66 vroeg of er ruimte is voor lokale initiatieven. Daar zijn nu juist de SLOK-gelden voor bedoeld, om
2010
N 335
de lokale initiatieven te onderzoeken, en ik heb u zojuist al gezegd wat de potentie van Lelystad is en het grondgebied van Lelystad. De heer Schot: Houdt dat in dat dat ook een lokaal energiebedrijf Lelystad kan zijn dat zich richt op duurzame energie? Dus een Lelystads duurzaam energiebedrijf, heel concreet, dat echt dingen uitzet en doet? Wethouder Jansen: Dat is precies waarvoor de SLOK-gelden bedoeld zijn. Wij gaan inderdaad onderzoeken of er een mogelijkheid is voor het oprichten van een regionaal duurzaam energiebedrijf in Lelystad, samen met de buren. Sterker nog, dit wordt sterk bevorderd door de provincie. In die samenhang willen we kijken of dit tot de mogelijkheden zou behoren. Het kan ook zo zijn dat je aan duurzaamheid geld kunt verdienen. Als je een eigen energiebedrijf hebt en je zou bijvoorbeeld een aantal windmolens exploiteren, dan heb je alleen al opbrengsten van de OZB en je werkt toe naar een duurzame, neutrale gemeente. Je wekt zelf de stroom op en je verdient er ook nog aan. De heer Schot: Ik hoor u het woord regionaal gebruiken. Ik zoek naar zowel regionale als gemeentelijke constructies waarbinnen dat verdienmodel mogelijk is. Ik zit niet te zoeken naar een soort expertisecentrum en public relations centre, maar naar concrete handvatten om iets tot stand te brengen. Wethouder Jansen: Een zaak waarvan je lokaal kunt onderzoeken of de mogelijkheid er is, is bijvoorbeeld het initiatief van de PvdA, en wat ook door de VVD wordt ingebracht. Als we één oplaadstation per 10.000 inwoners gratis zouden kunnen binnenhalen, dan kunnen we er met zo’n initiatief in Lelystad al zeven binnenhalen met 70.000 inwoners. De heer Schot: Dat valt dan binnen het kader van een lokaal Lelystads duurzaam energiebedrijf. Wethouder Jansen: Dat hangt van het onderzoek af. Ik kan u nu niet toezeggen dat we een duurzaam lokaal energiebedrijf gaan realiseren. De heer Schot: Maar u sluit niet uit dat dat kan. Wethouder Jansen: Ik sluit het niet uit. De heer Schot: Dank u wel. Dit is genoeg voor het moment. Wethouder Jansen: De vraag van bundeling van expertise, ik hoop dat ik met mijn betoog zojuist duidelijk ben geweest. Ik onderschrijf wat GroenLinks heeft ingebracht, dat Lelystad veel kansen heeft. Ik heb al gezegd dat we veel potentie hebben. Maar het tempo dat u vraagt, mevrouw Kreuger, we zitten nu in juli en we krijgen nog de vakantie. U mag alles vragen aan het college maar graag niet het onmogelijke, want daar kunnen wij ons niet aan houden. U zult begrijpen dat ik u dit niet kan toezeggen. Het is niet realistisch om van het college te vragen om al bij de najaarsnota te komen met een volwaardig integraal plan, waarin u de afweging kunt maken. Ik denk dat wij bij de komende najaarsnota nog voor heel andere afwegingen komen te staan. Daarmee ben ik beland op het punt van de amendementen en moties. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter, de wethouder gaat op één punt van het amendement niet in. Mag ik hem daar nog even iets over vragen? Het was het aspect om de scenariokeuze voor te leggen aan de raad.
2010
N 336
Wethouder Jansen: De scenariokeuze zit sowieso in het voorstel. Het scenario dat u voorgelegd krijgt, gaan wij proberen SMART te formuleren, waardoor u heldere keuzes kunt maken en waarbij u ook de financiële afweging kunt maken; wat wilt u bereiken, hoeveel geld hebt u daarvoor over en hoeveel geld hebben we daarvoor beschikbaar. Mevrouw Kreuger: Wie maakt nu de keuze van het scenario? Het college of de raad? Dat was mijn punt. Dat staat niet in het voorstel namelijk. Wethouder Jansen: Zoals te doen gebruikelijk, zoals dat met elk voorstel is, zal het college een grote inspanning verrichten om het onderzoek zo te gaan draaien als ik het u zojuist genoemd heb. Wij proberen een SMART voorstel met alle gevolgen en consequenties van dien aan de raad voor te leggen, zodat u de juiste keuzes kunt maken. Daarbij is de najaarsnota, en dat is hetgeen ik u zeg, veel te vroeg. Wij raden het amendement van GroenLinks hierbij dan ook af. De heer Van den Heuvel: Kan het college aangeven op welke termijn het onderzoek dan afgerond zal zijn? Want het gaat nu uitsluitend over een onderzoek en de najaarsnota is te vroeg. Voorjaarsnota 2011 misschien? Wethouder Jansen: Er staat als het goed is in het voorstel: bij de voorjaarsnota in te brengen. Dat moet dan de Voorjaarsnota 2011 zijn. Dan de motie van de PvdA. Daar wil ik even op reageren, want het is een heel sympathiek voorstel. Als het zo zou zijn dat u zegt dat nog in 2010 op geschikte plekken in het centrum en het kustgebied van Lelystad ‘door marktpartijen’ gratis groenbestroomde laadstations et cetera, dan kan het college deze motie omarmen. Dat houdt in dat het college gevrijwaard blijft van eventuele exploitatielasten et cetera. Dan zal het college alle medewerking verlenen om tot realisatie te komen, maar dan hoor ik graag van u of u dit overneemt. Dan de motie van de ChristenUnie. U geeft daarin drie zaken aan, mijnheer Van Veluwen. Ten eerste. Warmte Koude Opslag OMALA terrein. De heer Baaten maakte u daarop al opmerkzaam, dat staat al in de overeenkomst bij OMALA. Dus OMALA gaat de inspanningen verrichten die daarin staan vermeld in het kader van duurzaamheid, enzovoort. Het lijkt het college overbodig om daar nog extra onderzoek naar te doen, want dat doet OMALA zelf al. Ten tweede. Stadsverwarming geleverd door de nieuwe elektriciteitscentrale. De heer Bussink zei ook al: zij doen hun best om met hun eigen bedrijf en ook de restwarmte zo duurzaam mogelijk om te gaan om uiteindelijk tot een realisatie van honderd procent te komen. Dat zit hem echt in het bedrijf zelf, in het kader van de bedrijfsvoering. Ten derde. Zonnecollectoren en/of windmolens langs de Markerwaarddijk. Dat nemen we op in het onderzoek naar de mogelijkheid om een eigen energiebedrijf regionaal dan wel lokaal van de grond te krijgen. In die zin wijzen wij deze motie af. De heer Van Veluwen: Mag ik nog een toelichting geven, mevrouw de voorzitter? Ik ben namelijk bang dat het afgeserveerd wordt en dan heb ik het gevoel erbij dat ik het niet helemaal duidelijk gezegd heb. De voorzitter: Ik denk dat we nu overgaan naar de tweede termijn. Dan kunt u dat meteen meenemen. Wethouder Jansen: Nog even over het amendement van de VVD. De voorzitter: Ik kijk ook naar de tijd van het college.
2010
N 337
Wethouder Jansen: Ik kan daar kort in zijn. We bedoelen hetzelfde. U hebt het hier zorgvuldiger opgeschreven. Dit amendement wil het college graag overnemen. De voorzitter: De motie die de PvdA heeft ingediend. Wordt deze motie aangepast? Mevrouw d’Arnaud: Die wordt aangepast. Wij passen hem aan als volgt: "nog in 2010 op geschikte plekken in het centrum en het kustgebied van Lelystad door marktpartijen gratis groenbestroomde laadstations voor elektrische fietsen en scooters te laten realiseren. Uiterlijk in 2011 de eerste gratis Lelystadse laadstations voor elektrische auto’s door marktpartijen te laten realiseren. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter, er worden nu moties en amendementen aangepast. Ik wilde dat zelf ook doen. Misschien is het handig om even te schorsen. Er worden door het college een aantal amendementen afgeserveerd, terwijl er misschien de mogelijkheid is om het aan te passen. De voorzitter: Het college serveert nooit iets af. Dat kan niet in het duale systeem. Mevrouw Kreuger: Zo kwam het enigszins over. De voorzitter: Denkt u even na over een aanpassing, dan ga ik door met de tweede termijn. In tweede termijn De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. Goed om te horen van de raad dat de meeste partijen bereid zijn om extra geld te investeren in klimaatbeleid. Hoewel, veel partijen hebben ook aangegeven: we moeten wel kritisch zijn op wat er in deze tijd kan. Maar er is wel een positieve toon, men wil extra geld uittrekken. Als het gaat om de moties. Met de motie van de PvdA kunnen we, zeker met deze toevoeging, instemmen. Met het amendement van de VVD, dat kon u al uit ons betoog opmerken, kunnen wij ook instemmen. De motie van de ChristenUnie. Twee punten zijn naar onze mening overbodig. OMALA is zoals gezegd overgenomen en als het gaat om de energiecentrale. wij zijn op werkbezoek geweest en daar is ons verteld: dit is het rendement dat we maximaal kunnen halen, de 35% kan alleen maar als de centrale middenin de stad staat. Dus deze twee punten zijn wat ons betreft overbodig. Dan blijft er één punt over in de motie en daarmee is hij wel heel beperkt, want het college geeft al aan dat dit in de hele brede beschouwing wordt meegenomen. Wij zullen dan ook niet voor deze motie stemmen. Naar onze mening voegt het amendement van GroenLinks niets toe, dus zullen wij tegenstemmen. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter, ik wil toch even de kans krijgen om ons amendement aan te passen. Nu gaan mensen reageren op iets wat niet meer klopt. De voorzitter: Gaat uw gang. Een korte schorsing. Mevrouw Kreuger: Ik kan het zo ook wel zeggen. Najaarsnota 2010 willen we vervangen door: Voorjaarsnota 2011. Inderdaad, dat blijft dan de oorspronkelijke tekst, maar de andere elementen blijven gehandhaafd. De voorzitter: Dank u wel. Het woord is aan de heer Hers. De heer Hers: Mevrouw de voorzitter. Allereerst is de VVD buitengewoon verheugd dat het college zich kan vinden in het door ons voorgestelde amendement. Ten aanzien van de motie van de PvdA wordt mij ingefluisterd dat we hebben vastgesteld
2010
N 338
dat het op conditie zou zijn van gratis, maar dat het toch van belang zou zijn om nog even heel goed naar de condities en de bepalingen te kijken, omdat er vaak bij dit soort dingen enige addertjes onder het gras kunnen zitten en dat het in dat verband van belang is dat daarnaar gedegen onderzoek plaatsvindt. Zo moet in ieder geval ervoor worden gewaakt dat er geen exclusiviteitsrechten aan de realisatoren worden toegekend, dat er geen vervreemding plaatsvindt van de onderliggende grond waarop de plaatsing van dan wel de parkeerplaatsen dan wel de vlinders plaatsvindt en uiteraard dat er geen kosten voor de gemeente zijn. Als het college daarnaar onderzoek zou kunnen doen en de uitkomsten daarvan positief zijn, dan ondersteunen we de motie van harte. Ten aanzien van de motie van de ChristenUnie. Daar willen we graag aansluiten bij de opdrachtstelling zoals deze in het amendement aan het college wordt voorgelegd en daarin zo min mogelijk sturend zijn al op voorhand. In dat verband zullen wij deze motie helaas niet kunnen ondersteunen. Dan ten aanzien van het amendement van GroenLinks. Daarvan zien wij niet hoe het verder nog bijdraagt aan wat op dit moment al voorligt. De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Het is zeker niet de bedoeling van de ChristenUnie om onzinmoties neer te leggen. We hebben heel principieel over het OMALA terrein gezegd: geen gasleiding. Ik kan me niet voorstellen dat dat op dit moment in de bedrijfsplannen zit. Ook wat betreft de afvalwarmte. Ik vind het erg jammer dat we nu zeggen: een ondernemer zegt dat het niet kan. Nee, het heeft zeker met onze infrastructuur van doen. Het is de keuze die wij maken met stadsverwarming. Als we niet willen dan kan het niet. In die zin is de motie niet haalbaar. Ik heb de knopen geteld. Wij zullen hem dan ook intrekken. Wij zijn wel tevreden met de toezegging over de Markerwaarddijk, dat nog eens goed gekeken wordt om daar misschien als een collectief energiebedrijf of iets dergelijks dingen te doen die goed zijn voor de samenleving. In die zin trekken wij de motie terug. Wij zullen het amendement van GroenLinks steunen. Dat doen we om een fundamentele reden, omdat hij verdergaat, het draagt een inspanning uit die ons na is. Het is altijd heel moeilijk; waar staat die stip aan de horizon. Die stip staat wat ons betreft ver genoeg. Wij zullen in die zin uw amendement steunen. De motie van de VVD in die zin niet, omdat die ons niet ver genoeg gaat. De heer Schot: Mevrouw de voorzitter. Ik ben tevreden met het antwoord van de wethouder over het lokale energiebedrijf Lelystad. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. Vele jaren geleden waren wij met een deel van de raad op werkbezoek in België in verband met het gratis openbaar vervoer. Sommigen kunnen zich dat herinneren. Toen zei een van de bestuurders daar: het verschil tussen Nederlanders en Belgen is dat we hier alle plannen tot in detail willen uitwerken voordat we ze gaan uitvoeren en dan worden alle initiatieven eigenlijk doodgeslagen, terwijl als de Belgen het een goed plan vonden, ze daarmee aan de gang gingen, gedurende de rit rolt er vanzelf wel uit wat wel en wat niet werkbaar is en dan passen ze het plan alsnog aan. Ik bespeur dat hier ook een beetje. Er worden allerlei goede initiatieven gedaan en die worden vervolgens weer vrij snel van tafel geveegd. Dat vind ik heel jammer. Aan de andere kant zit ik er zelf ook wel mee. De wethouder zegt dat de SLOKgelden duidelijk alleen zijn voor het onderzoek. Het amendement van de VVD vonden wij in eerste instantie erg sympathiek. Goed, iets te weinig ambitie, maar dat verschil kunt u van mij verwachten, dat wij wat meer ambitie willen. Met name in punt 3 staat dat het geld zoveel mogelijk gebruikt moet worden voor daadwerkelijke uitvoeringskosten. Maar daarvoor mogen die SLOK-gelden helemaal niet gebruikt
2010
N 339
worden. In dat opzicht kan dit amendement helemaal niet en dat houdt wel de weg vrij voor wat wij in ons amendement willen, een iets breder onderzoek opzetten: ga nu eens kijken hoe haalbaar klimaatneutraal is in 2020. Wat dat betreft wordt ons amendement uiteraard gehandhaafd. Ten aanzien van het PvdA-motie begrijp ik een deel van de discussie niet helemaal. Een gratis oplaadstation voor fietsen en brommers akkoord, zoveel stroom zal dat niet kosten en als een marktpartij dat wil realiseren onder een aantal voorwaarden, prima, dat moet te regelen zijn. Daar komen we wel uit, denk ik dan. Ten aanzien van elektrische auto’s, dan hebben we het volgens mij over een tankstation en bij mijn weten heeft de gemeente nog nooit een tankstation zelf gerealiseerd en ook geen gratis tankstation. Wij willen dit zo lezen: uiterlijk in 2011 het eerste Lelystadse laadstation voor elektrische auto’s door marktpartijen te laten realiseren. Ik kan me voorstellen dat dat dan niet gratis hoeft, tenminste niet gratis voor de consument. Want dat begreep ik, een gratis tankstation. Het is toch logisch dat een marktpartij zelf zoiets realiseert en dat niet de gemeente dat doet? De voorzitter: Mevrouw d’Arnaud kan u daar een antwoord op geven. Daarnet was ook al aan de orde hoe het zit met dat tankstation. Het woord is aan mevrouw d’Arnaud. Mevrouw d’Arnaud: Aan alle initiatieven die ik hier noem, of het nu voor de fiets, de scooter of de auto is, zijn geen kosten verbonden voor de gemeente. De marktpartijen zijn hier aan zet. Dat is de bedoeling. Mevrouw Kreuger: Dan staat het woord gratis op de verkeerde plek. Dan is het geen gratis laadstation. De voorzitter: Dat staat er ook niet, mevrouw Kreuger. Ziet u het? Het staat alleen bij het eerste bolletje en dat gaat over hetgeen mevrouw d’Arnaud noemt. Het tweede gaat over de auto’s en daarvoor moet je betalen. Mevrouw Kreuger: Dan heb ik de aanpassing niet goed verstaan. De voorzitter: Akkoord. Dank u wel. De heer Hers: Mevrouw de voorzitter, zou ik in verband met de opmerking van mevrouw Kreuger aan de heer Jansen kunnen vragen of hij kan bevestigen of ontkennen dat de SLOK-gelden uitsluitend en alleen mogen worden uitgegeven aan onderzoekskosten? Uitgangspunt voor ons is namelijk dat we geen kosten willen maken die niet noodzakelijk zijn. Wethouder Jansen: Onderzoekskosten die we maken kunnen alleen maar uit de SLOK-gelden en de inspanningsverplichting en de uitvoering kunnen van de gelden die in 2009 bij de najaarsnota door deze raad zijn vastgesteld. De heer Hers: Dus als er gelden overblijven ten aanzien van de SLOK-subsidie, dan vloeien die terug? Hoe werkt dat dan? Wethouder Jansen: Dan vloeien deze gelden terug. De heer Hers: Wat dat betreft is het absoluut geoormerkt in dat verband. Akkoord. Dank u.
2010
N 340
Mevrouw d’Arnaud: Mevrouw de voorzitter. Wij zullen het amendement van de VVD steunen. Wat betreft onze eigen motie dank ik voor de verdere toelichting die is gegeven door de VVD. We hopen dat als de motie wordt aangenomen, het college echt zorgt voor het gratis, dat dat echt terugkomt. Dat is onze insteek. Het amendement van GroenLinks. Het college heeft gezegd dat het niet realistisch was, dus dan zullen wij het niet steunen. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter, ik ben bang dat we nu misschien iets te snel willen. Het college heeft aangegeven dat het amendement niet realistisch was, vervolgens heb ik het aangepast. Dus ik wil de PvdA toch vragen om even rustig te kijken naar het aangepaste amendement. De termijn was te kort en dat hebben we geaccepteerd. Mevrouw d’Arnaud: Daar hebben we naar gekeken en we vinden hem toch niet realistisch. Dus we zullen hem niet steunen. Mevrouw Kreuger: Wat is er dan niet realistisch aan? De voorzitter: Ik ga dit afkappen. Het woord is aan de heer Baaten. De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. Ik heb alleen een vraag aan het college. Over het amendement van GroenLinks hebben we nog niet het nieuwe standpunt mogen horen naar aanleiding van de wijziging. De heer Schoone: Mevrouw de voorzitter. Ik heb één vraag. De meerwaarde van het amendement van de VVD ten opzichte van de SLOK-gelden. De heer Hers: Mijnheer Schoone, zou u de vraag kunnen toelichten? U hebt het over punt 3 van het amendement? De heer Schoone: Dat klopt. Daar staat: Voor de projectkosten van de onder 1 en 2 genoemde doelstellingen - en zo veel als mogelijk voor de daadwerkelijke uitvoeringskosten daarvan - een budget beschikbaar te stellen. Als ik het goed begrijp van de wethouder hoeft daarvoor geen budget beschikbaar gesteld te worden, want dat zit in de SLOK-gelden. De heer Hers: Dat is niet helemaal juist, want daar staat het woordje ‘en’; de Najaarsnota 2009 beschikbaar gestelde bedragen.”
en de bij
De heer Schoone: Inderdaad. Helder. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Als het gaat over het klimaatbeleid dan vinden we het allemaal erg en we zien allemaal een sombere toekomst, maar het mag geen geld kosten en het moet vooral terugverdiend worden. Dat is mij zelf gebleken toen ik diverse opdrachtgevers opdracht gaf om mij een offerte te geven voor een zonneboiler. Ze begonnen allemaal met de zin: dat verdient u nooit terug. Ik zeg: dat verdien ik altijd terug, want ik doe iets voor het klimaat en dat het dan een paar centen kost, dat moet dan maar. Daarom ben ik ook niet in mijn bolide maar in mijn hybride hiernaartoe gekomen, zo snel als mogelijk. We hebben de klimaatnota bekeken en we hebben daar een aantal tekortkomingen gezien. Een van de zaken is dat de aanbevelingen van de evaluatie van de vorige klimaatnota nergens gememoreerd zijn. Wij hoeven daar geen antwoord op van het college op dit moment. Wij zullen in ieder geval het amendement van de VVD steunen, want die maakt het besluit enigszins duidelijker. Als we namelijk nog steeds uitgaan van 1990,
2010
N 341
waarin er een gigantische piek in het energieverbruik was, dan hoeven we in feite niets te doen om die besparing de komende jaren te halen. Wij zullen als SP heel blij zijn als na het zomerreces het BOB-model gaat functioneren, zodat we een dergelijke vergadering niet meer hoeven mee te maken. Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. Toch nog even op de motie van de ChristenUnie: ik heb het geenszins een onzinmotie genoemd, mijnheer Van Veluwen. De voorzitter: Deze motie is ingetrokken en maakt geen onderdeel meer uit van de beraadslagingen. Wethouder Jansen: Dan de motie van GroenLinks en de aanpassing. Wij vinden dat zoals het in het amendement van de VVD staat, juist aan het college ruim baan wordt geboden om een goed onderzoek te doen en met goede, SMART geformuleerde voorstellen te komen naar deze raad. Daarom zullen wij alsnog niet willen aanbevelen om uw amendement over te nemen. Dan de motie van de PvdA. Ik ben blij dat de PvdA hem heeft aangepast zoals hij is aangepast. Daarmee kan het college deze ondersteunen. De heer Hers: Mijnheer Jansen, kunt u bevestigen dat u nog wel zult checken op de elementaire kleine lettertjes mogelijkerwijs? Wethouder Jansen: Dat zullen we zeker doen. We kijken goed naar de inhoud. Hier staat goed verwoord naar onze mening dat door de marktpartijen alles gerealiseerd zal worden en dat wij wel onze medewerking gaan verlenen met betrekking tot het aanbieden van grond en facilitair. Dat kijken we na. De voorzitter: Dank u wel. We gaan over tot de stemming. Te beginnen met het amendement van de VVD. De heer Kok: Mevrouw de voorzitter, het amendement van GroenLinks gaat verder dan van de VVD vind ik. De voorzitter: Het bijt elkaar niet, dat was mijn conclusie. De heer Kok: Er kan maar één punt 3 worden vastgesteld volgens mij. Óf die van de VVD, óf die van GroenLinks, óf van het oorspronkelijke voorstel. De voorzitter: Akkoord. Neemt u me niet kwalijk. We gaan opnieuw beginnen. Het amendement van GroenLinks. Gewijzigd amendement 2 De fractie van GroenLinks stelt het volgende amendement voor: "Punt 3 als volgt te wijzigen: "het college op te dragen te onderzoeken welke extra middelen noodzakelijk zijn om het scenario klimaatneutraal in 2020 te bereiken, ook ten aanzien van de eigen gemeentelijke organisatie; op basis daarvan de definitieve scenariokeuze voor te leggen aan de raad en de consequenties bij de Voorjaarsnota 2011 in te brengen.”” De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Bindend Lokaal, CDA, D66, SP, Trots stemmen tegen het amendement. De fracties van ChristenUnie en GroenLinks stemmen voor het amendement. Met 27 stemmen tegen en 5 stemmen voor wordt amendement 2 verworpen. Amendement 1 wordt unaniem aangenomen.
2010
N 342
Het voorgestelde besluit waarvan amendement 1 onderdeel uitmaakt wordt unaniem aangenomen. Motie 1 is ingetrokken. Gewijzigde motie 2 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 6 juli 2010 Constaterende dat: - in het Coalitieakkoord 2010-2014 tussen collegepartijen is afgesproken: "We geven alle ruimte aan duurzame vervoersvormen. Oplaadpunten voor elektrische auto’s krijgen ruim baan in Lelystad.”; - in verschillende gemeentes in Nederland al laadstations voor elektrische auto’s zijn geopend; - er momenteel marktpartijen zijn die laadstations voor elektrische fietsen en scooters plaatsen zonder plaatsingskosten voor de gemeente en zonder kosten voor de berijders1; - er momenteel marktpartijen zijn die oplaadpunten voor elektrische auto’s plaatsen zonder plaatsingskosten voor de gemeente2. Roept het college op om: - nog in 2010 op geschikte plekken in het centrum en het kustgebied van Lelystad door marktpartijen gratis groenbestroomde laadstations voor elektrische fietsen en scooters te laten realiseren; - uiterlijk in 2011 de eerste Lelystadse laadstations voor elektrische auto’s door marktpartijen te laten realiseren. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 2 is ingediend door de fractie van de PvdA) Motie 2 wordt unaniem aangenomen.
12.
Motie van de fracties van D66, CDA en Bindend Lokaal inzake uitvoering beoogde burgerparticipatie. Motie "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 6 juli 2010 Overwegende dat: - raad en college de ambitie hebben inwoners en het maatschappelijk middenveld van Lelystad te betrekken bij besluitvorming; - het nieuwe begrotingsjaar omvangrijke bezuinigingen zal kennen; - het belangrijk is inwoners en het maatschappelijk middenveld hierover te informeren en met hen in gesprek te gaan over de noodzaak van bezuinigingen en wat de gevolgen daarvan zijn voor de direct betrokkenen. Spreekt uit: dat onder regie van de raad burgerparticipatie ten aanzien van de Begroting 2011 en de Najaarsnota 2010 moet worden georganiseerd, voorafgaand aan de begrotingsbehandeling in de raad. Draagt het agendaoverleg op: - daartoe een werkgroep te formeren met leden uit de raad die wordt belast met de voorbereiding van: - een ‘markt’ met als thema de 6 programmalijnen en de belangrijkste voelbare bezuinigingen; - een werkconferentie met het maatschappelijk middenveld; - interactieve mogelijkheden op de website van de raad.
2010
N 343
Roept het college op: de benodigde ambtelijke ondersteuning bij de organisatie en de uitvoering van de beoogde burgerparticipatie te verlenen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fracties van D66, CDA en Bindend Lokaal ) Mevrouw Bergman: Mevrouw de voorzitter. Ik wil even aanvullen dat het CDA en Bindend Lokaal deze motie mede indienen en dat er gezien het vorige onderwerp geen nieuwe kopieën zijn rondgedeeld. Daarmee sparen we enigszins het milieu. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. De VVD waardeert het dat D66 onze inwoners nadrukkelijk wil betrekken bij het hele besluitvormingsproces, maar wij zijn van mening dat D66 hiervoor het verkeerde middel vraagt. D66 vraagt in feite aan de raad een besluit te nemen over zaken waarover de raad nadrukkelijk zelf al gaat, en waaraan we vanavond zelfs via het besluit over het BOB-model nadere aanvulling hebben gegeven, en vraagt vervolgens ambtelijke ondersteuning als een oproep aan het college en ook dat is iets wat de raad bij verordening toekomt. Wat ons betreft is dit een motie die we op een andere plaats moeten bespreken waar het gaat om de vraag: hoe betrekken we onze inwoners bij de besluitvorming over de najaarsnota, waarvan we vanavond gehoord hebben dat dat een heel ingrijpende najaarsnota zal zijn. Om die reden hebben wij geen behoefte aan deze motie, die iets oproept waarvan wij vinden dat daartoe niet opgeroepen hoeft te worden. De heer Kok: Mevrouw de voorzitter. De ChristenUnie staat achter de opzet van D66, dat het noodzakelijk is om ten aanzien van de najaarsnota die we straks in het najaar zullen krijgen, een versterking van de burgerparticipatie te bewerkstelligen. Wij vinden echter wel dat niet de raad zelf het voortouw moet nemen, maar dat het college in opdracht van de raad een en ander moet gaan organiseren. Wij vragen D66 om in die zin de motie aan te passen. Dan zullen wij deze motie ondersteunen. De heer Van de Beek: Mevrouw de voorzitter. De PvdA onderschrijft en ondersteunt de overwegingen die in de motie van D66 gegeven zijn. Zoals de andere partijen al eerder hebben aangegeven, denken wij niet dat het juiste middel hiertoe benoemd wordt. Het is apart dat we op dezelfde avond dat we het BOB-model vaststellen met z’n allen, ook een motie indienen om daarvan af te wijken. Het BOB-model lijkt ons goed, want dat biedt volgens mij alle middelen om die discussie aan te gaan. Juist in deze tijden - en voor de heer Baaten: wij zijn ook ontzettend geschrokken vanavond van de mededeling - is het van belang om dat in een actief participatieproces met de burger te doen. Wij denken dat het BOB-model daarvoor uitstekend geschikt is. Wij ondersteunen de overwegingen van D66 en geven het agendaoverleg mee om in het BOB-model voor een goede setting te zorgen om het op een goede manier met de burgers te bespreken. De heer Caniels: Mag ik een vraag stellen aan de heer Van de Beek? Kunt u mij aangeven waar voor u de afwijking met het BOB-model zit? Volgens mij past het prima in het BOB-model, zeker als we het over de beeldvormende fase hebben. De heer Van de Beek: Ik denk dat het op een aantal punten afwijkt. Ten eerste roept de motie op om een extra werkgroep samen te stellen vanuit de raad. Volgens mij hebben we daarvoor een agendaoverleg die daartoe prima in staat en geschikt daarvoor is. Daarnaast wordt het college ook nog opgeroepen extra ondersteuning te geven. Dat is zojuist door de heer Marseille al gezegd: daar hebben we standaard al recht op. Wellicht is het niet volledig strijdig met het BOB-model, maar ik denk wel dat het een afwijking is van het BOB-model. Binnen het BOB-model kan dit prima en
2010
N 344
daarmee is deze motie overbodig. Het moet niet via een aparte werkgroep et cetera, maar kan via het agendaoverleg geregeld worden. De heer Caniels: Dus u steunt wel de gedachte die erachter zit, maar u loopt tegen de werkgroep aan. De heer Van de Beek: Ik ben mijn betoog volgens mij begonnen met te zeggen dat wij de overwegingen zoals ze genoemd zijn volledig onderschrijven. De heer Soomers (PvdA) komt de vergadering binnen. De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. De basisgedachte ondersteunen wij. Maar de komende begroting staat in het teken van bezuinigen en nog eens bezuinigen, gebaseerd op de in dit stadium al zeker gestelde verminderde inkomsten vanuit het Rijk, de mede daardoor ook gemeentelijk te nemen bezuinigingsmaatregelen en de lijken uit de kast vanuit de vorige collegeperiode waarmee het huidige college wordt geconfronteerd. Dit werd recentelijk door ons nog in deze raad aangegeven. De voorzitter: Mijnheer Baaten, daarover hebben we zojuist al een afspraak gemaakt. Dit college zit er, is gekozen vanuit de raad en neemt zijn verantwoordelijkheid er dan ook voor. We gaan dus niet met het vingertje wijzen. Het is een gegeven op dit moment. Gaat u verder. De heer Baaten: Dit is dezelfde tekst die ik bij de voorjaarsnota heb gehanteerd. Ik dacht dat ik hem vrij kon uitspreken, omdat ik hem toen ook gebruikt heb. Het is aan ons, de raad, zelf die handschoen op te pakken en niet de inwoners daarmee in een voortijdig stadium te confronteren. Zeker niet na datgene wat we vanavond hebben gehoord als het gaat om de financiële mededeling. Natuurlijk wil de raad, en daarmee de InwonersPartij, de inwoners en het maatschappelijk middenveld op allerlei manieren en momenten bij de bezuinigingen en de gevolgen daarvan betrekken. Dat was al zo en dat blijft ook zo, maar alles op zijn tijd. De tijd daarvoor is nu namelijk nog niet rijp. Ook vinden wij dat we eerst vanuit het Rijk moeten worden geïnformeerd en het college in de gelegenheid moet worden gesteld om met oplossingsvoorstellen te komen. Daarvoor is de raad als volksvertegenwoordigend orgaan de eerste gesprekspartner. Wij weten niet waar het uiteindelijk pijn gaat doen en de inwoners nu opeens betrekken bij deze operatie vinden wij verkeerd. Hoe kunnen wij met de inwoners discussiëren als nog totaal niet duidelijk is waar het financieel naartoe gaat? Daarvoor hebben wij immers eerst op zijn minst de informatie omtrent de rijkskortingen nodig, zoals ik eerder al aangaf. Juist nu moeten wij als volksvertegenwoordigers zelf de rug rechten en onze verantwoordelijkheid nemen. Ons verantwoorden naar aanleiding van gemaakte keuzes en niet de inwoners en onder andere maatschappelijke organisaties en middenveld laten kiezen tussen de galg en de brandstapel. Deze laatste vergelijking hebben wij geleend van een andere partij, omdat die uitspraak feitelijk typeert wat wij van onze inwoners dan wel het zogenoemde middenveld zouden verlangen. Concreet, wij zullen deze motie niet ondersteunen maar zelf de uitdaging aangaan naar aanleiding van datgene wat het college ons zal presenteren en op basis daarvan op de gepaste tijd onze keuzes verantwoorden aan de inwoners. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. GroenLinks steunt de overwegingen van D66. Ook wij vinden het heel belangrijk dat de burger en het maatschappelijk middenveld zich uitspreken over de belangrijke beslissingen die genomen gaan
2010
N 345
worden. Het is heel goed als iedereen daarover nadenkt en dat wij de adviezen krijgen vanuit de bevolking en vanuit het middenveld. Over de uitvoering is al het een en ander gezegd. Ook wij denken dat we dat niet al te zwaar moeten optuigen. Waarschijnlijk kan het agendaoverleg dat prima regelen. Of daarvoor dan nog een extra sessie uitgetrokken zou moeten worden, zijn denk ik dingen die het agendaoverleg ook horende deze vergadering wel kan regelen. De gedachte erachter steunen we in elk geval. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter, ik wil de heer Baaten nog een vraag stellen. Mag dat? Mijnheer Baaten, heel veel tijd heeft de InwonersPartij in beslag genomen vorige raadsperiode en daarvóór om te wijzen op burgerparticipatie. Nu verstaat u daar wel iets onder, maar iets anders dan de indieners van deze motie vreemd aan de orde van de dag. Wij denken dat het nuttig is om met burgers in contact te treden, om te horen waar misschien iets gevonden kan worden wat kan bijdragen aan het vinden van het grote gat, waarvan u vanavond zo bleek werd. U zet het van u af en zegt: nee, dat moet niet, want het is nog niet ver genoeg uitgekristalliseerd. Dus u wilt alleen maar burgerparticipatie, zo zie en zo hoor ik het, als je de burger voor voldongen feiten plaatst. Wij hopen als indieners van deze motie, dat de burgers met goede alternatieven zouden kunnen komen. Dat noemen wij, indieners van deze motie, burgerparticipatie. Misschien komt u in de toekomst ook tot die gedachte. Ik ben nieuwsgierig naar uw antwoord. De heer Baaten: Als u het woord participatie niet hoort, kan het wel zijn dat de verklaringen wat participatie betekent in andere Nederlandse bewoordingen in de tekst zijn opgenomen. Als wij het namelijk hebben over onder andere: en dan stop ik ermee want het heeft geen zin. Dan denk ik: natuurlijk wil de raad daarmee ook de inwoners en het middenveld, en ik heb dat heel uitgebreid gedaan, op allerlei manieren betrekken. Dat was zo, dat is zo en dat blijft zo. Participatie noemen we dat. De heer Homan: En ik noem dat participatie in de tweede ronde. De voorzitter: Het woord is aan mevrouw Bergman. Mevrouw Bergman: Mevrouw de voorzitter. Ik ben heel blij om te horen dat de meeste partijen de geest van de motie, om de burgers te betrekken bij de moeilijke tijden die ons te wachten staan, steunen. Maar ik wil ook zo graag dat wij als raad daarbij de daad bij het woord voegen. In mijn vak hebben we het dan over een doel/middelvervanging. Als de motie daartoe niet het geëigende middel is dan spijt mij dat, maar blijft wel de geest overeind dat ik het voor deze begroting heel erg belangrijk vind dat wij de burgers daarbij betrekken en dat wij aanhoren wat zij daarover te zeggen hebben, maar dat we ook de rol naar ons toetrekken dat wij hen uitleggen wat het betekent om zoveel te moeten bezuinigen en ook wat voor hen die bezuinigingen betekenen. De begroting is een heel technisch ding. Waar het mij vooral om gaat is dat wij de vertaalslag bij de burger weten te brengen, zodat zij zich realiseren wat dat voor hen in het dagelijks leven hier in Lelystad gaat betekenen. Het gaat mij niet zozeer erom dat dit niet het juiste middel is, het gaat mij wel om de intentie die erachter zit. Daarvan zou ik toch wel heel graag zien dat we die overeind houden. Ik denk dat ik ten aanzien van de ChristenUnie even zou willen schorsen om met mijn mede-indieners te overleggen. De ChristenUnie heeft gevraagd of wij bereid waren om te zeggen dat het college deze inspraakronde zou moeten organiseren in plaats van de raad. De voorzitter: Akkoord. Een korte schorsing.
2010
N 346
De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. Mevrouw Bergman: Mevrouw de voorzitter. Wij zouden graag het voorstel van de Christenunie, om het door het college te laten organiseren, overnemen. De tekst wordt dan als volgt: Spreekt uit en roept het college op een ‘markt’ met als thema de 6 programmalijnen en de belangrijkste voelbare bezuinigingen te organiseren, een werkconferentie met het maatschappelijk middenveld te organiseren en interactieve mogelijkheden op de website van gemeente Lelystad. Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. Ik zal hier even op reageren. Als het de motie was gebleven zoals hij was, dan zouden we graag het oordeel aan de raad overlaten, want dan geldt inderdaad dat wij graag bereid zijn, maar dat is al geregeld, om ambtelijke ondersteuning te bieden bij een proces dat de raad organiseert. Wij komen op 20 september naar buiten met alle financiële stukken, najaarsnota, begroting, uitwerking collegeprogramma et cetera, en dat kan echt niet vervroegd worden, die tijd hebben wij nodig. Voor die tijd zien wij geen kans om een maatschappelijk proces te organiseren voor 20 september. U als raad hebt het dan op 20 september en dan lijkt het me veel logischer dat de raad het doet dan dat het college het dan gaat organiseren, want dan zijn de stukken ook in handen van de raad die zijn eigen besluitvorming voorbereidt. Wij denken dat het als er iets moet gebeuren, het beste is dat de raad dat zelf organiseert met de zijn ten dienste staande processen. Dan kan het college natuurlijk hand-en-spandiensten verlenen. Mevrouw Bergman: Als ik het goed begrijp hangt het van het tijdstip af waarop die burgerparticipatie moet plaatsvinden en dat is dus na het collegebesluit over de begroting en voor de behandeling in de raad. Dan zou de motie in principe onveranderd overeind moeten blijven. De voorzitter: U komt terug op uw oorspronkelijke tekst. Mijnheer Caniels, wilt u er nog iets over zeggen? De heer Caniels: Ik heb daarnet geluisterd naar reacties van collega’s die zeiden: u vraagt iets wat u al kunt doen. Dat betekent dat er gezegd is dat een motie niet het juiste vehikel is. Dat betekent in feite dat we als raad een besluit zouden kunnen nemen om de drie bullits die er staan te organiseren en daarvoor de ondersteuning van het college te vragen. Dat zou betekenen dat we dan in plaats van een motie een initiatiefvoorstel zouden kunnen indienen. De voorzitter: We hebben het nu over een motie die is ingediend en die alleen heb ik in behandeling. Ik ga er even streng in zitten. Mevrouw Bergman als eerste indiener handhaaft de oorspronkelijke tekst. Ik ga nu over tot stemming, dat lijkt me het allerbeste. De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Christenunie, Trots en één lid van GroenLinks stemmen tegen de motie. De fracties van Bindend Lokaal, CDA, D66, SP en één lid van GroenLinks stemmen voor de motie. Met 24 stemmen tegen en 9 stemmen voor wordt de motie verworpen.
2010
N 347
Motie van de fractie van de ChristenUnie inzake aanbestedingsresultaat Stadhuis Motie "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 6 juli 2010 Constaterende dat: er een substantieel aanbestedingsvoordeel is gerealiseerd. Overwegende dat: 1. in de begroting een post onvoorziene uitgaven is opgenomen; 2. er op dit moment geen aanwijzingen zijn dat de post onvoorziene uitgaven overschreden gaat worden en er daarom geen reden is deze post te verhogen. Draagt het college op: dat het aanbestedingsvoordeel slechts na toestemming van het college kan worden aangewend voor meerwerk en niet gebudgetteerde werkzaamheden met betrekking tot de renovatie van het stadhuis en de raad hierover direct te informeren. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van de ChristenUnie)
De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Ik zal het kort houden, niet gezien de tijd maar omdat de stukken die de onderlegger zijn in principe nog geheim zijn. Het gaat mij om een procesafspraak. Ik zou graag willen dat de raad het college opdraagt dat het aanbestedingsvoordeel slechts na toestemming van het college kan worden aangewend voor meerwerk en niet gebudgetteerde werkzaamheden met betrekking tot de renovatie van het stadhuis en de raad hierover direct te informeren. De achtergrond daarbij is dat we scherp aan de wind moeten varen, zoals we daarnet gezegd hebben, en ik zou willen voorstellen dat de raad de vinger aan de pols gaat houden ook in dit soort processen. Dit zijn projecten, we weten dat uit ervaring op andere plaatsen, die nog wel eens behoorlijk uit de hand kunnen lopen. Met dit voorstel hopen we dat we iets meer grip op het proces kunnen houden. De heer Caniels: Mag ik een vraag stellen aan de heer Van Veluwen? U hebt het erover dat het aanbestedingsvoordeel uitsluitend zou mogen worden aangewend voor meerwerk. Ik vraag me af of dat dan de bedoeling is dat we meerwerk gaan regelen. Vervolgens hebt u het over niet gebudgetteerde werkzaamheden. Beschikt u over informatie dat er werkzaamheden aankomen waarvoor blijkbaar geen budget is? Anders snap ik de strekking van uw motie niet. De heer Van Veluwen: De tekst komt uit de achterliggende stukken. Dat zou u moeten weten. De heer Caniels: Welke werkzaamheden bedoelt u dan? De heer Van Veluwen: Bijvoorbeeld dat er gouden kroonluchters in de raadzaal komen, ik noem maar iets raars, dat de architect dat verzonnen heeft, dan heb je een stuk niet gebudgetteerd meerwerk dat je niet verwacht had, dat misschien wel iets moois moet worden. De heer Caniels: Ik ben ervan uitgegaan dat wij binnen het budget zouden gaan blijven. Als we nu al de deur openzetten voor meerwerk.
2010
N 348
De heer Van Veluwen: We blijven wel binnen het budget. Er komen voordelen en de intentie van de motie is dat die niet gaan verdampen binnen het project, dat we daar als raad de vinger aan de pols houden en dat als er mooie dingen gebeuren, we zeggen: dat willen we eerst als raad beslissen want we hebben, met alle respect, integrale afwegingen te maken ook op andere terreinen en daarvoor zou ik het geld misschien wel liever gebruiken. De voorzitter: Ik geef het woord aan wethouder Luchtenveld. Dan hebt u meteen een reactie vanuit het college. Daarna een korte ronde. Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. Wij zouden deze motie willen ontraden. Op de eerste plaats staat er bij punt 1 dat in de begroting een post onvoorziene uitgaven is opgenomen. Als u bedoelt de begroting van het verbouwen van het stadhuis, dan is die post onvoorzien geschrapt. Dat is een besluit van de raad geweest, die heeft erop aangedrongen om binnen het budget te blijven en om die post onvoorzien te schrappen. Er is dus geen post onvoorzien, dus dat zou betekenen dat elke kleine verandering hier direct al op zou slaan. In die zin klopt de motie technisch niet. Het tweede punt is, en dat hebben we al gezegd: of een aanbestedingsvoordeel is gerealiseerd, is pas te zien bij de eindafrekening van het totale project. Dan pas kun je uiteindelijk zien, als alles is aanbesteed en gerealiseerd, of zich daadwerkelijk een aanbestedingsvoordeel voordoet. Dat is al eerder in schriftelijke beantwoording zo geformuleerd. Het is nu te vroeg om over een aanbestedingsvoordeel te spreken en dat in te boeken. Als er wezenlijke aanvullingen komen anders dan een paar kleine dingen ten aanzien van de verbouw van het stadhuis, maar nogmaals, uitgangspunt is sober en doelmatig zeker in deze tijd en dat is ook wat we één en andermaal meegeven, en het college zou die willen honoreren dan zijn we wel bereid om de raad daarover te informeren. Maar zover is het nog niet. De heer Van Veluwen: Ik heb nog een opmerking over het aanbestedingsvoordeel. U doet het voorkomen of het allemaal zo makkelijk gaat, maar onze fractie wil als er een aanbestedingsvoordeel is, op dat budget grip houden. Dat u dan terugkomt naar de raad en zegt: dit en dit wil ik ermee doen, is in principe wat we willen en niet afwachten tot het eind van de rit, tot in principe het geld allemaal verdampt kan zijn. Daar is nu het moment niet meer de voor. We willen er bovenop blijven zitten. Dat is de intentie van de motie. De heer Marseille: De intentie van die motie wordt dan wel heel slecht verwoord als hier staat dat geld niet anders dan na toestemming van het college, en volgens mij is dat een algemene regel waarmee het college altijd werkt, kan worden besteed en dat de raad slechts wordt geïnformeerd. Daar wordt niet eens aangegeven dat de raad daarover vervolgens moet besluiten. Wat dat betreft begrijp ik de motie in zijn geheel niet. Na de woorden van de wethouder had ik nauwelijks de behoefte om te reageren, want we zijn tegen, maar ik wilde deze opmerking nu toch kwijt. De voorzitter: Dames en heren, ik ga over tot stemming over de motie. De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, Bindend Lokaal, CDA, D66, GroenLinks, SP, Trots stemmen tegen de motie. De fractie van de ChristenUnie stemt voor de motie. Met 30 stemmen tegen en 3 stemmen voor wordt de motie verworpen.
2010
N 349
De voorzitter: Ik wens u allen in het bijzonder een heel prettig zomerreces toe en dat u kunt genieten van het mooie weer en de vakantie. Een beetje bekomen van al die verkiezingen, want dat heeft heel veel inspanningen gekost, zeker voor actieve raadsleden. Ik hoop u allen weer te zien na het reces. We beginnen natuurlijk met de opening van het raadsseizoen in het Natuurpark. Dan krijgen we een bijzonder zware tijd, want er liggen nog behoorlijke opgaven voor onze gemeenteraad. Geniet ervan en wel thuis.
De voorzitter sluit de vergadering om 20.35 uur.
Vastgesteld op 7 september 2010.
De raad van de gemeente Lelystad, De voorzitter, De griffier,