Puregon® (follitropine bèta) Puregon® Oplossing Puregon Pen® 1111PUR10NL574PE1110
Postbus 581, 2003 PC Haarlem www.msd.nl
Voor medisch-inhoudelijke vragen over dit product of het melden van bijwerkingen kunt u contact opnemen met nummer 0800 - 99 99 000 of per e-mail:
[email protected] NB: Dit contact vervangt niet het advies van uw arts. Vragen over algemene medische onderwerpen of uw persoonlijke medische conditie kunnen wij niet beantwoorden.
Vooruit in fertiliteit
Vragen en antwoorden
PUREGON
Veel gestelde vragen en antwoorden
In deze brochure wordt een aantal veel gestelde vragen over PUREGON het recombinant gonadotropin (follitropin bèta) beantwoord. Hierbij is gestreefd naar volledigheid en duidelijkheid. Deze informatie is tevens bruikbaar om uw medewerkers over het product te informeren. Mocht u aanvullende informatie wensen, dan kunt u zich wenden tot:
Medical Information Postbus 581, 2003 PC Haarlem tel. 0800-9999000 e-mail:
[email protected] www.puregonpen.com
2
3
PUREGON algemeen
1. Wat is PUREGON? PUREGON is een Follikel Stimulerend Hormoon (FSH)-preparaat, ontwikkeld met behulp van recombinant DNA-techniek1,2. Het product - follitropin bèta - wordt gesynthetiseerd door speciale cellen (CHO-cellen), die voorzien zijn van genen die coderen voor humaan FSH. Deze cellen kunnen het FSH op een natuurlijke manier glycolyseren, waardoor follitrofine beta ontstaat dat vrijwel identiek is aan natuurlijk humaan FSH. FSH is noodzakelijk voor de groei en rijping van de follikels in de ovaria en stimuleert in combinatie met Luteiniserend Hormoon (LH) de steroidproductie (oestrogenen en progesteron) van de follikels.
2. W at is het verschil tussen recombinant FSH en de urinaire FSH-preparaten? De urinaire middelen worden gewonnen uit urine van postmenopauzale vrouwen. Het biotechnologisch productieproces van PUREGON heeft de volgende kenmerken1,2: • Zuiverheid: PUREGON is bijna 100% zuiver. • Consistent product: Batchvariaties t.g.v. variaties in biologische grondstof (urine van postmenopauzale vrouwen) behoren tot het verleden. • Flexibele productiecapaciteit: voorraadproblematiek, zoals in het verleden het geval was, zal zich naar verwachting niet meer voordoen.
Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van de ovaria op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluitend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast op geleide van de ovariële respons, meetbaar d.m.v. echoscopie van de ovaria en/of bepaling van de oestrogeenspiegels in het serum. Als startdosering wordt bij anovulatie 50 IE aanbevolen en bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie een aanvangsdosering van 100 tot 225 IE.
5. Hoe effectief is PUREGON? Ten opzichte van urinaire FSH-preparaten is in klinische studies gebleken dat PUREGON bij gebruik i.g.v. ovulatie-inductie even effectief is. Bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie is deze effectiviteit eveneens aangetoond3,4,5.
6. Hoe veilig is PUREGON? Vanwege de hoge zuiverheidsgraad van PUREGON (>99%) is de kans op een ongewenste immuunrespons verwaarloosbaar klein4,5. Vorming van antistoffen tegen PUREGON is niet waargenomen tijdens de klinische studies. Vitale kenmerken, haematologische en serum- en urinebiochemische parameters werden niet significant beïnvloed.
3. Voor wie is PUREGON?
7. Wat zijn de klinische relevante complicaties van PUREGON?
PUREGON is geïndiceerd voor de behandeling van infertiliteit door middel van ovulatie-inductie bij anovulatoire vrouwen indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad en gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij geassisteerde voortplantingstechnieken, zoals in vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI).
De complicaties van een behandeling met gonadotropines zijn het ovariële hyperstimulatiesyndroom (OHSS) en meerlingzwangerschappen. De incidentie hiervan bij een behandeling met PUREGON is vergelijkbaar met die van de andere gonadotropinepreparaten4,5. In verband met de grotere potentie van PUREGON wordt een lagere aanvangsdosis aanbevolen, dan die bij de andere preparaten gebruikelijk is6. Blauwe plekken kunnen daarentegen wel vaker zichtbaar worden t.g.v. de onderhuidse toediening. Sporadisch kunnen bij vrouwen met een verhoogde kans op trombose (eerder trombose hebben gehad, positieve familie-anamnese of ernstig overgewicht) bloedstolsels ontstaan.
4. H oe en in welke dosering moet PUREGON toegediend worden? Met de komst van PUREGON Oplossing en PUREGON PEN is het toedienen van FSHpreparaten een stuk makkelijker geworden. PUREGON kan subcutaan (en intramusculair) worden toegediend. Na goede instructie kan de patiënte, danwel haar partner, subcutane injecties thuis toedienen.
4
5
PUREGON Oplossing
PUREGON PEN en patronen
1. Hoe moet men de PUREGON Oplossing bewaren?
1. Hoe moeten de PUREGON PEN en patronen bewaard worden?
Na uitgifte in de apotheek kan de PUREGON Oplossing, bewaard worden in de koelkast of op kamertemperatuur (bij een temperatuur tot 25˚C voor maximaal 3 maanden).
De lege PUREGON PEN moet bewaard worden in een stofvrije ruimte op een veilige plaats, bijvoorbeeld in een medicijnkastje. Na uitgifte in de apotheek kunnen de patronen -of een met een patroon gevulde PUREGON PEN-, bewaard worden in de koelkast (2-8˚C) of op kamertemperatuur (bij een temperatuur tot 25˚C voor maximaal 3 maanden).
2. K an men de helft van een flacon vandaag gebruiken en de andere helft morgen? Nee, in verband met de steriliteit, kan een aangebroken flacon niet bewaard worden.
3. W at moet men doen als er een luchtbelletje blijft zitten in de spuit?
2. Hoe lang kan een aangebroken patroon bewaard worden? Indien de aangebroken patroon op een correcte manier is bewaard, kan deze patroon 28 dagen worden bewaard (in de koelkast of bij een temperatuur tot 25˚C).
Als er voor het injecteren nog een luchtbelletje in de spuit aanwezig is, dan moet men met de naald omhoog rustig tegen de spuit aan tikken zodat de luchtbel naar boven verschuift. Nu kan men de luchtbel voorzichtig doorspuiten. Als er na het doorspuiten nog een klein luchtbelletje achter is gebleven, kan gewoon geïnjecteerd worden.
3. Is de PUREGON PEN voor hergebruik geschikt?
4. Is het mogelijk om 2 flacons PUREGON Oplossing te mengen tot een hogere dosering?
4. H oe lang duurt het voordat de patronen op kamertemperatuur zijn zodat men kan injecteren?
Ja, men kan bijvoorbeeld 2 flacons van 150 IE per 0,5 ml mengen tot 300 IE per 1,0 ml. Het mooie van de isotone oplossing is dat deze na mengen isotoon blijft. U kunt maximaal een oplossing maken van 400 IE per ml (2 maal 200 IE per 0,5 ml). Dit in verband met het maximale volume van 1 ml. Indien een groter volume dan 1 ml geïnjecteerd wordt kan dit pijnklachten veroorzaken.
Na slechts 5 minuten zijn de patronen op kamertemperatuur en klaar om gebruikt te worden. Het is aan te bevelen om de naald pas te bevestigen als de patroon op kamertemperatuur is.
5. K an het kwaad als er een beetje oplossing na opzuigen achterblijft in de flacon?
Dit is makkelijk te herstellen. Allereerst is het belangrijk om niet terug te draaien, hierdoor zou PUREGON Oplossing verloren kunnen gaan. Men dient de instelknop gewoon door te draaien tot voorbij de 450 IE totdat men niet verder meer kan. De doseringsschaal kan nu gemakkelijk tot 0 worden teruggeschoven. Nu kan men de juiste dosering weer instellen.
Nee, bij alle oplossingen zal een kleine hoeveelheid van de oplossing niet op te zuigen zijn uit de flacon. Ook zal een kleine hoeveelheid oplossing na het spuiten in de naald achterblijven. Hiermee is rekening gehouden door in de flacon een overmaat af te vullen.
Ja, de PUREGON PEN kan door dezelfde patiënte gebruikt worden in opeenvolgende/ meerdere behandelingscycli. De PUREGON PEN mag niet gebruikt worden door een andere patiënte.
5. W at moet men doen indien men de PUREGON PEN voorbij de voorgeschreven dosering draait?
6. Kan de PUREGON PEN blokkeren? Ja, dit kan gebeuren indien er een dosering wordt toegediend en de patroon leeg is of er niet meer voldoende vloeistof in de patroon aanwezig is om de gehele dosis toe te dienen. De PUREGON PEN stopt dan op het moment dat de patroon leeg is. (Indien er geen naald is geplaatst en men probeert toch te injecteren dan zal de PUREGON PEN ook blokkeren.)
6
7
7. Wat moet men doen als dit gebeurt? Afhankelijk van de oorzaak kunnen de volgende maatregelen worden genomen: De patroon is leeg: plaats een nieuwe patroon; er is onvoldoende vloeistof in de patroon voor een volledige dosering: lees de stand af op de doseringsschaal (bijvoorbeeld 100 + 2), noteer dit zonodig. Plaats nu een nieuwe patroon en stel deze in op de stand waarop de doseringsschaal stond bij het verwisselen (bijvoorbeeld 100 + 2). Dien de resterende hoeveelheid nu toe (indien er geen naald geplaatst is doe dit dan alsnog).
8. Hoe nauwkeurig is het doseren met de PUREGON PEN?
12. K an men met de PUREGON PEN ook intramusculair injecteren? De PUREGON PEN is ontwikkeld om subcutaan te injecteren. De naalden zijn daarom van een afmeting specifiek geschikt voor subcutane toediening. In de praktijk zal dit betekenen dat intramusculair injecteren praktisch niet mogelijk zal zijn. Hooguit bij zeer magere vrouwen zou dit theoretisch mogelijk zijn.
13. Hoe weet men of er nog voldoende PUREGON in de patroon zit? Op de PUREGON PEN is dit niet af te lezen.
De PUREGON PEN heeft een “CE”-merk, dit is een goedkeuring van de Europese Unie zodat de PUREGON PEN in Europa gebruikt mag worden. Voordat een CE-merk wordt toegekend, moeten allerlei testen uitgevoerd worden. Een van deze testen is een doseringsnauwkeurigheidstest. De nauwkeurigheid van de PUREGON PEN is getest en gegarandeerd vanaf 25 IE.
De patiënte krijgt van de arts of verpleegkundige een doseringsboekje. Hierop kan de patiënte bijhouden hoeveel ze gespoten heeft en hoeveel PUREGON er nog in de patroon zit. Het boekje moet dus consequent ingevuld worden.
9. W aarom staan op de PUREGON PEN ook kleinere eenheden (de streepjes) dan 25 IE PUREGON als men minimaal 25 IE moet spuiten?
In principe kan het restant gebruikt worden. Er is bijvoorbeeld volgens het boekje van de patiënte nog 25 IE aanwezig in de patroon. Als men in totaal 100 IE moet spuiten kan men eerst de 25 IE spuiten, hierna de patroon verwisselen en de resterende 75 IE spuiten. In dit geval wordt er dus tweemaal geinjecteerd. Ook is het natuurlijk mogelijk om direct de patroon te verwisselen en in een keer de totale dosis te spuiten uit een nieuwe patroon. Echter daarmee worden onnodig eenheden PUREGON verspild.
De PUREGON PEN is een precisie instrument waarmee nauwkeurig kleine volumina kunnen worden toegediend. De streepjes tussen de 25 IE doseringsstappen zijn aangebracht om de PUREGON PEN nauwkeurig en zonder onnodig verlies van vloeistof te kunnen instellen. Bij het luchtvrij maken van de injectienaald voor de injectie verbruikt men 1 streepje.
10. W at moet men doen als er een luchtbelletje blijft zitten in de patroon? Als er voor het vullen van de naald nog een luchtbelletje in de patroon zit, dan kan men met de naald omhoog rustig tegen de PUREGON PEN aan tikken zodat de luchtbel naar boven verschuift. De luchtbel zal bij het vullen van de naald verdwijnen. Als er na het vullen nog een klein luchtbelletje achterblijft, kan er gewoon gespoten worden.
11. Hoeveel doseringen kan men geven met een 300, 600 of 900 IE patroon?
14. W at als er onvoldoende oplossing in de patroon overblijft voor een volgende injectie?
15. Wat moet men doen als men geen naalden meer heeft? Bij elke patroon worden voldoende naalden geleverd. Indien men reserve naalden nodig heeft, zijn deze te verkrijgen bij de lokale apotheek. (Type naald: BD 0,33mm*12,7mm [29G*1/2”] voor Pen)
16. Is er een verschil in de effectiviteit tussen PUREGON PEN (in patronen) en PUREGON Oplossing (in flacons)? Gegeven het feit dat deze twee verschillende vormen dezelfde actieve stof bevatten, namelijk follitropine bèta, is niet te verwachten dat een verschil in effectiviteit zal optreden.
Met een patroon van 300 IE dienen maximaal 6 doses van 50 IE gegeven te worden. Met een patroon van 600 of 900 IE, bij voorkeur gebruikt bij IVF/ICSI, kunnen maximaal 6 resp. 9 doses van 100 IE gegeven worden.
8
9
Literatuur Verkorte productinformatie
Literatuur 1. Olijve W, De Boer W, Mulders JWM and Van Wezenbeek PMGF. Molecular biology and biochemistry of human recombinant follicle stimulating hormone (Puregon®). Molecular Human Reproduction 1996; 2: 371-82. 2. De Leeuw R, Mulders J, Voortman G, et al. Structure-function relationship of recombinant FSH (Org 32489). Molecular Human Reproduction 1996; 2: 361-9. 3. Coelingh Bennink HJT, Fauser BCJM. Recombinant follicle stimulating hormone (rFSH; Puregon) is more efficient than urinary FSH (metrodin) in women with clomiphene citrate-resistant, normogonadotropic, chronic anovulation: a prospective, multicentre, assessor-blind, randomised, clinical trial. Fertility and Sterility 1998; 69:1: 19-25 4. Out HJ, Mannaerts BMJL, Driessen SGAJ and Coelingh Bennink HJT. A prospective, randomized, assessor-blind, multicentre study comparing recombinant and urinary follicle-stimulating hormone (Puregon versus Metrodin) in in-vitro fertilization. Human Reproduction 1995; 10: 2534-40. 5. Out HJ, Mannaerts BMJL, Driessen SGAJ, Coelingh Bennink HJT. Recombinant follicle stimulating hormone (rFSH; Puregon) in assisted reproduction; More oöcytes, more pregnancies. Results from five comparative studies. Human Reproduction Update 1996; 162-71. 6. Zie verkorte productinformatie.
Verkorte productinformatie Naam van het geneesmiddel: Puregon 300 IE/0,36 ml, 600 IE/0,72 ml, 900 IE/1,08 ml oplossing voor injectie (patroon). Puregon 50 IE/0,5 ml, 100 IE/0,5 ml, 150 IE/0,5 ml oplossing voor injectie (injectieflacon). Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling: Puregon oplossing voor injectie (patroon): Patronen met een netto dosering van in totaal 300, 600 of 900 IE in resp. 0,36 ml, 0,72 ml of 1,08 ml oplossing voor injectie (sc of im). Het werkzame bestanddeel is recombinant follikelstimulerend hormoon (follitropin beta) in een concentratie van 833 IE/ml waterige oplossing. Dit komt overeen met 83,3 microgram eiwit. Puregon oplossing voor injectie (injectieflacon): Puregon 50, 100, 150 IE oplossing voor injectie bevat de werkzame stof recombinant follikelstimulerend hormoon (follitropin beta). Een injectieflacon bevat 50, 100 of 150 IE FSH activiteit in 0,5 ml waterige oplossing. Dit komt overeen met een sterkte van respectievelijk 100, 200, en 300 IE/ml. Eén flacon bevat 5, 10 of 15 microgram eiwit. Therapeutische indicaties: Bij de vrouw: Anovulatie (inclusief PCOS), indien behandeling met clomifeencitraat geen resultaat heeft gehad. Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie, teneinde meervoudige follikelrijping te bewerkstelligen bij kunstmatige voortplantingstechnieken. Bij de man: Deficiënte spermatogenese veroorzaakt door hypogonadotroop hypogonadisme. Dosering: Bij de vrouw: Zowel inter- als intra-individueel komen grote verschillen voor in de reactie van het ovarium op exogene gonadotrofines. Dit maakt het onmogelijk een eensluidend doseringsschema aan te bevelen. De dosering moet derhalve individueel worden aangepast, al naar gelang de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van oestradiolplasmaspiegels. Op basis van de resultaten van vergelijkende klinische studies wordt aanbevolen om een lagere dosis Puregon te geven dan algemeen gebruikelijk is voor urinair FSH, niet alleen met het oog op een optimale follikelontwikkeling maar ook vanwege een zo klein mogelijk risico op ongewenste ovariële hyperstimulatie. Bij gebruik van de pen-injector dient men zich bewust te zijn van het feit dat de pen een nauwkeurig instrument is dat precies de ingestelde dosis afgeeft. Startdosering anovulatie 50 IE tijdens de eerste 7 dagen. Startdosering COH 100-225 IE
10
tijdens eerste 4 dagen. Voor volledige dosering en wijze van toediening: zie volledige productinformatie*. Bij de man: Puregon dient in een dosis van 450 IE/week gegeven te worden, bij voorkeur verdeeld over 3 doseringen van 150 IE, tezamen met hCG. De behandeling dient ten minste 3 tot 4 maanden voortgezet te worden voordat enige verbetering in spermatogenese verwacht kan worden. Voor volledige dosering en wijze van toediening: zie volledige productinformatie*. Contra-indicaties: Tumoren van ovarium, mammae, uterus, testis, hypofyse of hypothalamus, vaginale bloeding e.c.i., overgevoeligheid voor één van de bestanddelen, primair ovariumfalen, ovariumcysten of vergrote ovaria (niet gerelateerd aan PCOS), anatomische afwijkingen van de geslachtsorganen en/of myomen in de uterus, waardoor zwangerschap onmogelijk is, primaire testiculaire insufficiëntie. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik: Onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen dienen te worden uitgesloten. Bij zwangerschappen na ovulatie-inductie met gonadotropine preparaten bestaat een verhoogde kans op meerlingen. Bij toepassing van kunstmatige voortplantingstechnieken kunnen ectopische zwangerschappen vaker voorkomen. Daarom is echografie in een vroeg stadium van belang. Bij behandeling met kunstmatige voortplantingstechnieken is het percentage miskramen hoger dan normaal. Beoordeling van de follikelontwikkeling dient voorafgaand aan en regelmatig tijdens de behandeling plaats te vinden ter voorkoming van ongewenste (dus niet als onderdeel van kunstmatige voortplantingstechnieken) ovariële hyperstimulatie. Behalve het feit dat er een groot aantal follikels tegelijkertijd tot ontwikkeling kunnen komen, kunnen de estradiolspiegels een buitengewoon snelle stijging vertonen. Indien ongewenste ovariële hyperstimulatie optreedt, de behandeling met Puregon onmiddellijk staken. Zwangerschap moet dan worden vermeden en er mag beslist geen hCG worden toegediend. Sporadisch zijn athero-trombo-embolische verschijnselen in verband gebracht met gonadotropinetherapie. Vrouwen met risicofactoren voor thrombose zoals familiaire belasting, ernstige obesitas of thrombofilie kunnen een verhoogd risico hebben op het voorkomen van veneuze of arteriële athero-trombo-embolische verschijnselen. Puregon kan sporen streptomycine en/of neomycine bevatten. Deze antibiotica kunnen hypersensitiviteits-reacties veroorzaken bij daarvoor gevoelige personen. De incidentie van aangeboren afwijkingen na kunstmatige voortplantingstechnieken zou hoger kunnen zijn dan na spontane concepties. Er zijn benigne en maligne neoplasmata van ovarium en andere voortplantingsorganen gerapporteerd bij vrouwen die meerdere infertiliteitsbehandelingen hebben ondergaan. Een verhoogde concentratie endogeen FSH in mannen wijst op primaire testiculaire insufficiëntie. Patiënten bij wie dit wordt geconstateerd, reageren niet op de combinatie Puregon/hCG. Voor het evalueren van het effect van de behandeling wordt bij mannen 4 tot 6 maanden na het begin van de behandeling semenanalyse aanbevolen. Interacties: Gelijktijdig gebruik met clomifeencitraat kan de follikelreactie versterken. Bijwerkingen: Lokale reacties op de plaats van de injectie (3% van de behandelde patiënten). Systemische overgevoeligheidsreacties zoals erytheem, urticaria, huiduitslag en pruritus zijn niet vaak waargenomen (0,1% van de behandelde patiënten). Bij de vrouw: Ongewenste ovariële hyperstimulatie, ectopische en meerlingzwangerschappen, hoofdpijn en misselijkheid. Sporadisch athero-trombo-embolische verschijnselen. Bij de man: Gynaecomastie en acne. Bij één van de behandelde patiënten werd een epididymale cyste waargenomen. Farmacotherapeutische groep: gonadotrofines, ATC-code: G03G A06. Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren: Bewaren bij 2-8ºC. Na uitlevering door de apotheek kan Puregon thuis bewaard blijven bij een temperatuur tot 25 ºC voor een eenmalige periode van maximaal 3 maanden. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: N.V. Organon, Oss. Afleverstatus: Receptplichtig. Datum: september 2008. Voor inlichtingen kunt u zich richten tot: Postbus 581, 2003 PC Haarlem, tel. 0800-9999000, e-mail:
[email protected], www.msd.nl. *Voor volledige productinformatie verwijzen wij naar de huidig goedgekeurde Samenvatting van de Productkenmerken.
11