Examenreglement en PTO/PTA 4 VWO 2010-2011
1
Inhoudsopgave Voorwoord
3
Examenreglement
4
Toelichting en aanvullingen
16
PTO/PTA
19
2
Voorwoord Beste leerling, Hierbij tref je aan het Examenreglement, het Programma van Toetsing en Overgang, de overgangsnormen en een overzicht van de toetsen die behoren tot het Programma van Toetsing en Afsluiting voor het schooljaar 2010-2011. In het Examenreglement staan alle regels die betrekking hebben op het schoolexamen en het centraal examen. Dit zijn regels waar zowel de school als de leerlingen zich aan moeten houden. Het Programma van Toetsing en Overgang (PTO) geeft een jaarprogramma van bijna alle vakken met daarin een overzicht van de toetsen, praktische opdrachten en handelingsdelen. De meeste toetsen en schoolopdrachten in het PTO van 4 havo tellen alleen mee voor het rapport (overgang), sommige tellen mee voor het rapport én voor het schoolexamen en enkele tellen alléén voor het schoolexamen. In het PTO staat duidelijk aangegeven of een toets meetelt voor het rapport en/of het schoolexamen. De toetsen die meetellen voor het schoolexamen behoren tot het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Het PTA geeft per vak aan welke onderdelen meetellen voor het schoolexamen, wat er getoetst wordt, wanneer dat gebeurt en wat de weging van de toets voor het schoolexamen is. De cijfers die je behaald hebt voor de schoolexamentoetsen en -opdrachten blijven staan en neem je mee naar het eindexamenjaar. Bij het PTO/PTA hoort ook het onderdeel Toelichting en Aanvullingen waarin je, conform het Examenreglement, over een aantal zaken nog wat extra informatie krijgt. De informatie in dit boekje heb je het hele schooljaar nodig en is belangrijk. We gaan ervan uit dat iedereen die het betreft er kennis van neemt en ernaar handelt.
Het Examenreglement en het PTO/PTA kun je vinden op de site van het Maaswaal College.
We wensen je veel succes dit schooljaar.
De heer F. Bartray, secretaris examens De heer N. van der Graaff, afdelingsleider havo Mevrouw J. Laan, afdelingsleider vwo
3
Examenreglement HAVO/VWO 2010-2011 Algemene bepalingen artikel 1 Begripsbepalingen 1. Bevoegd gezag: het College van Bestuur van de Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het Land van Maas en Waal. 2. Eindexamenbesluit: Het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo bevat door de Minister van Onderwijs opgestelde voorschriften voor de profielexamens havo/vwo en de vmbo-leerwegen. Het betreft onder meer de inhoud van het eindexamen, de wijze waarop het eindexamen wordt afgenomen en het bepalen van de uitslag van het examen. Het Eindexamenbesluit ligt op school ter inzage. 3. Kandidaat: een ieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen wordt toegelaten. 4. Gecommitteerde: een gecommitteerde als bedoeld in artikel 36 van het Eindexamenbesluit. 5. Examinator: degene die belast is met het afnemen van het examen in een vak. 6. Directeur: de rector van het Maaswaal College. 8. Locatiedirecteur: de directeur van de locatie/vestiging waar havo en vwo wordt aangeboden. 9. De secretaris van het eindexamen: personeelslid van de school die door de directeur is aangewezen om samen met de locatiedirecteur alle aangelegenheden het eindexamen betreffende, te regelen. 10. Inspectie: de inspectie bedoeld in artikel 1 van de Wet op het onderwijstoezicht. 11. Eindexamen (examen): hiermee wordt zowel het schoolexamen (SE) als het centraal examen (CE) bedoeld. 12. Schoolexamen: die onderdelen van het eindexamen die vallen onder de verantwoordelijkheid van de school. 13. Centraal examen: die onderdelen van het eindexamen die centraal geëxamineerd worden. 14. Tweede Fase Oude Regeling: de Tweede Fase zoals die is ingevoerd in 1998, met inbegrip van de tussentijdse bijstellingen, tot aan de aanpassingen van 2007. 15. Vernieuwde Tweede Fase: de aangepaste Tweede Fase vanaf het schooljaar 2007 – 2008. artikel 2 Bepalingen betreffende het examenreglement 1. Het examenreglement wordt vastgesteld door de directeur van het Maaswaal College. 2. Het examenreglement is geregeld in het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo en het bevat een aantal algemene regels m.b.t. de examinering. Het gaat om bepalingen die volgens het Eindexamenbesluit vereist zijn naast het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). 3. Het examenreglement bevat in elk geval: • regels met betrekking tot de organisatie van het examen, • de gang van zaken tijdens het examen, • informatie over de herkansingsmogelijkheden van het schoolexamen,
4
• informatie over de maatregelen, bedoeld in artikel 24 en artikel 35 en de toepassing daarvan, • informatie over de mogelijkheden om in beroep te gaan tegen genomen maatregelen en het postadres van de Commissie van Beroep. 4. De directeur kan het reglement tussentijds wijzigen na een schriftelijke mededeling van het voornemen daartoe aan alle betrokkenen. Deze hebben gedurende 14 dagen de gelegenheid om tegen de voorgenomen wijzigingen bezwaar aan te tekenen. Als de directeur naar het oordeel van de betrokkenen niet, of niet volledig, aan het bezwaar is tegemoetgekomen kan een betrokkene bij het bevoegd gezag in beroep gaan. artikel 3 Examenprogramma 1. De directeur stelt de leerlingen van de school in de gelegenheid ter afsluiting van de opleiding een examen af te leggen. 2. Het eindexamenprogramma havo en vwo bestaat voor ieder examenvak uit een schoolexamen en, voor zover dat in het examenprogramma bepaald is, uit een centraal examen. 3. Een kandidaat kiest, met inachtneming van de wettelijk vastgelegde mogelijkheden en voor zover de directeur hem in de gelegenheid heeft gesteld zich op het examen in die vakken voor te bereiden, in welke vakken hij examen wil afleggen. artikel 4 Examencommissie 1. De examencommissie stelt onder verantwoordelijkheid van de directeur het schoolexamen in en zij neemt het centraal examen af, met inachtneming van de bepalingen in het Eindexamenbesluit, onder toezicht van de gecommitteerden. 2. Na vaststelling van de uitslag van het examen, zie artikel 31, controleert zij de uitslag, met inachtneming van de bepalingen in het Eindexamenbesluit en bespreekt zij de herkansings- en/of herprofileringsmogelijkheden van de kandidaten. Daartoe komt zij één keer bijeen: na het examen van het eerste tijdvak. 3. De examencommissie bestaat uit: de locatiedirecteur (voorzitter), de secretaris van het eindexamen en de examinatoren. artikel 5 Schoolberoepscommissie 1. De schoolberoepscommissie is een beroepsinstantie voor examenkandidaten (en/of hun ouders/ verzorgers, indien de examenkandidaten minderjarig zijn) en examinatoren. 2. Zij kan ingeschakeld worden in de volgende situaties: • als er getwijfeld wordt aan de correcte gang van zaken bij een onderdeel van het schoolexamen, zoals omstandigheden die het afleggen van de toets nadelig hebben beïnvloed, de toekenning van het cijfer of de samenstelling van de schoolexamentoets; • om beroep aan te tekenen tegen besluiten genomen ten aanzien van “persoonlijke omstandigheden” van een kandidaat, zoals bedoeld in artikel 28. • om beroep aan te tekenen tegen de maatregelen zoals bedoeld in artikel 24 lid 2 sub a en e die zijn getroffen na gebleken onregelmatigheid tijdens de schoolexamens.
5
3. De kandidaat én zijn ouders/verzorgers kunnen tot uiterlijk op de derde werkdag ná het bekendmaken van het cijfer c.q. de genomen maatregel c.q. het genomen besluit een schriftelijk beroep aantekenen bij de schoolexamencommissie. Een afschrift hiervan moet ook aan de betreffende examinatoren worden afgegeven. Ingeval van persoonlijke omstandigheden gelden de termijnen opgenomen in artikel 28. 4. De commissie toetst de inhoud van het beroep aan de bestaande regels en deelt haar beslissing, binnen vijf werkdagen nadat het beroep is ingediend, mee aan de kandidaat en/of zijn ouders/ verzorgers. 5. Op de beslissing van de commissie is géén verder beroep mogelijk. 6. De schoolberoepscommissie bestaat uit de directeur van de school (voorzitter) en de afdelingsleiders van de Tweede Fase. De secretaris van het eindexamen treedt op als ambtelijk secretaris. Bij cijfergeschillen en geschillen rondom de samenstelling van de schoolexamentoets wordt de commissie aangevuld met een docent die in het betreffende vakgebied doceert en niet de examinator is. artikel 6 Commissie van Beroep 1. De Commissie van Beroep is een beroepscommissie voor de regio Nijmegen en wordt door het bevoegd gezag van de deelnemende scholen ingesteld. 2. De Commissie van Beroep is een beroepscommissie voor kandidaten tegen wie een maatregel is getroffen wegens een onregelmatigheid bij het schoolexamen (zoals bedoeld in artikel 24 lid 2, sub b, c en d) en/of vanwege een onregelmatigheid tijdens het centraal examen (zoals bedoeld in artikel 35 lid 2, sub a, b, c en d). 3. Personeelsleden van de school kunnen geen deel uitmaken van de Commissie van Beroep. 4. De kandidaat kan bij de commissie een schriftelijk beroep aantekenen tegen de maatregel. Het beroepsschrift: a) dient binnen drie dagen nadat de maatregel genomen is, bij de commissie te zijn ingediend. b) is ondertekend en houdt in: 1. Naam, adres en woonplaats van de kandidaat. 2. Naam, adres van de betrokken school. 3. Een afschrift van de bestreden beslissing. 4. De gronden waarop het beroep berust. c) Het beroep moet worden geadresseerd aan het postadres van de commissie: Postbus 40020, 6504 AA Nijmegen. 5. De Commissie van Beroep stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken over het beroep. Deze termijn kan door de commissie, als zij daar goede redenen voor heeft, verlengd worden met ten hoogste twee weken. 6. De commissie stelt bij haar beslissing zonodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het schoolexamen/centraal examen af te ronden. 7. De Commissie van Beroep deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat, de directeur, de locatiedirecteur en aan de inspectie. 8. Op een uitspraak van de Commissie van Beroep is alleen beroep mogelijk via de Burgerrechter.
6
artikel 7 Geheimhouding 1. Iedereen die betrokken is bij de uitvoering van dit examenreglement en daarbij beschikking krijgt over vertrouwelijke gegevens of gegevens waarvan je het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs kunt vermoeden, is verplicht tot geheimhouding, behoudens het gestelde in lid 2 van dit artikel. 2. Als enig wettelijk voorschrift de betrokkene tot bekendmaking verplicht of als bekendmaking voortvloeit uit diens taak bij de uitvoering van deze regeling kan de betrokkene niet gehouden worden aan lid 1 van dit artikel.
Het schoolexamen artikel 8 Algemene bepalingen Schoolexamen 1. Het schoolexamen wordt ingesteld en afgenomen door de examencommissie. 2. Het schoolexamen begint de eerste schooldag van het 4e jaar en wordt afgesloten vóór de aanvang van het centraal examen. 3. Schoolexamenperioden: • De toetsen die onderdeel zijn van het schoolexamen, zijn voor een groot deel geconcentreerd in toetsweken. Deze toetsweken worden in het begin van ieder schooljaar vastgesteld en aan de kandidaten bekendgemaakt. • Het rooster van de toetsweek wordt uiterlijk één week voor aanvang bekend gemaakt. • Als een schoolexamentoets of onderdeel daarvan, plaatsvindt buiten de toetsweken dan wordt datum en tijd van de toets uiterlijk één week voor de afnamedatum door de examinator aan de kandidaat meegedeeld. 4. Informatie over het schoolexamen: De kandidaten worden tijdig in de gelegenheid gesteld om kennis te nemen van de benodigde informatie over de organisatie van het eindexamen (tijdstippen, plaatsen en dergelijke). Wanneer een kandidaat afwezig is wanneer zulke informatie wordt verstrekt gaat hij op eigen initiatief naar zijn afdelingsleider of, bij diens afwezigheid de secretaris van het examen, om alsnog de benodigde informatie te verkrijgen. Verder wordt elke examenkandidaat geacht de examenmededelingen te lezen op de website van de school en daarnaar te handelen.
Programma van Toetsing en Afsluiting artikel 9 Algemene bepalingen Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) 1. Het schoolexamen wordt gehouden overeenkomstig het voor ieder vak geldend Programma van Toetsing en Afsluiting. 2. De directeur stelt, op voorstel van de afdelingsleiders en de vaksecties, jaarlijks vóór 1 oktober een Programma van Toetsing en Afsluiting vast, dat betrekking heeft op het desbetreffende schooljaar. In het programma wordt aangegeven:
7
• welke onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen worden getoetst, • wat de inhoud is van de onderdelen van het schoolexamen, • wat de wijze is waarop het schoolexamen plaatsvindt, • wat de gang van zaken is tijdens het schoolexamen, • of onderdelen van het schoolexamen herkanst kunnen worden, • hoe het eindcijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt, • wanneer het schoolexamen afgenomen wordt. 3. Het schoolexamen kent verschillende toetsvormen: toetsen met open en/of gesloten vragen, praktische opdrachten en handelingsdelen. artikel 10 Procedures bij het opstellen van examenonderdelen 1. Vakgroepen maken vooraf afspraken over de vorm, inhoud, beoordelingscriteria en wijze van normering van examenonderdelen. 2. Toetsopgaven worden in intercollegiaal overleg opgesteld. artikel 11 Toetsen en praktische opdrachten 1. Toetsen met open en/of gesloten vragen kunnen zowel mondeling als schriftelijk afgenomen worden. 2. Praktische opdrachten (PO’s) zijn onderzoeksopdrachten waarin specifieke vaardigheden getoetst worden, bijvoorbeeld: informatie verwerken, probleem oplossen, ontwerpen, onderzoeken, meningvorming en standpuntbepaling. Een gedetailleerde beschrijving van de inhoud van een praktische toets wordt aan de leerling apart verstrekt. In deze beschrijving worden doel, inhoud, aanpak, planning, ondersteuningsmogelijkheden, beoordelingscriteria en studielast beschreven, alsook de inleverdatum. 3. Toetsen met schriftelijke of mondelinge vragen alsmede de praktische opdrachten (PO’s) worden beoordeeld met een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met 1 decimaal. 4. In het Programma van Toetsing en Afsluiting is opgenomen welke toetsen binnen het schoolexamen herkanst kunnen worden en wanneer deze herkansingen plaatsvinden. Praktische opdrachten zijn niet herkansbaar. De herkansingsregeling is beschreven in artikel 19 van dit reglement. artikel 12 Handelingsdelen 1. Het handelingsdeel als te examineren onderdeel komt voor bij een aantal vakken. De gedetailleerde beschrijving van de inhoud van een handelingsdeel wordt aan de kandidaat apart verstrekt. In deze beschrijving worden doel, inhoud, aanpak, planning, ondersteuningsmogelijkheden, beoordelingscriteria en studielast beschreven, alsook de inleverdatum. 2. Een afgesloten handelingsdeel wordt niet met een cijfer beoordeeld, maar met de beoordeling “voldoende”, “goed” of “naar behoren”. Indien naar het oordeel van de examinator de opdracht niet met een van deze kwalificaties beoordeeld kan worden, wordt de kandidaat in de gelegenheid gesteld zijn werk te verbeteren en opnieuw ter beoordeling aan te bieden.
8
3. Indien een kandidaat een handelingsdeel op de in het Programma van Toetsing en Afsluiting genoemde datum niet heeft afgerond kan de kandidaat worden verplicht om na schooltijd op school te werken aan het alsnog afronden van het betreffende handelingsdeel. 4. Indien een kandidaat in een voorexamenjaar een of meer handelingsdelen niet heeft afgerond krijgt hij op het overgangsrapport geen cijfer of beoordeling voor het betreffende vak. Dientengevolge kan de leerling niet bevorderd worden en zal hij het jaar moeten doubleren. 5. Voor een kandidaat in het examenjaar geldt dat hij bij elk onderdeel van de handelingsdelen tot uiterlijk 10 werkdagen vóór aanvang van het centraal examen in de gelegenheid gesteld wordt de uitwerking zodanig aan te vullen of bij te stellen dat daardoor het predicaat “voldoende”, “goed” of “naar behoren” kan worden verkregen. artikel 13 Profielwerkstuk 1. Het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel. 2. Voor de Vernieuwde Tweede Fase havo geldt dat het profielwerkstuk betrekking moet hebben op een of meer vakken van het eindexamen. Het vak of de vakken waarop het werkstuk betrekking heeft, maakt/maken deel uit van het totale pakket of profiel van de leerling. Tenminste één van deze vakken moet een omvang hebben van minimaal 320 uur. Voor de Vernieuwde Tweede Fase vwo geldt dat het profielwerkstuk betrekking moet hebben op minimaal twee vakken van het eindexamen. Het vak of de vakken waarop het werkstuk betrekking heeft, maakt/maken deel uit van het totale pakket of profiel van de leerling. Tenminste één van deze vakken moet een omvang hebben van minimaal 400 uur. 3. In de Vernieuwde Tweede Fase geldt dat het profielwerkstuk onderdeel uitmaakt van het combinatiecijfer. Het wordt beoordeeld met een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met 1 decimaal. 4. Indien een kandidaat het profielwerkstuk op de afgesproken datum, conform de planning in de Handleiding Profielwerkstuk, niet heeft afgerond kan de kandidaat verplicht gesteld worden na schooltijd op school te werken aan het alsnog afronden ervan. 5. Voor nadere informatie en afspraken over het profielwerkstuk wordt verwezen naar de Handleiding Profielwerkstuk die verstrekt wordt door de school. artikel 14 Examendossier 1. De resultaten van het schoolexamen voor het havo en het vwo worden vastgelegd in een examendossier. 2. Op vooraf aangegeven tijdstippen registreert de examinator de beoordelingen van elk onderdeel van het schoolexamen op de door school aangegeven wijze; de secretaris van het eindexamen houdt de beoordelingen per kandidaat bij. 3. De school bewaart tot een half jaar na het verlaten van de school door de betrokken kandidaat een exemplaar van de gemaakte opgaven van elke voor het schoolexamen meetellende toets of praktische opdracht met de wijze waarop de beoordeling tot stand is gekomen.
9
4. De kandidaat is houder van de kunst-, letterkunde- en schrijfdossiers. Indien de kandidaat een of meer nog te beoordelen dossieronderdelen niet kan overleggen, worden deze onderdelen als niet voltooid beschouwd. 5. De examinator is houder van het profielwerkstuk. De examinator van het profielwerkstuk legt schriftelijk zijn beoordeling vast volgens door het bevoegd gezag daartoe aangegeven richtlijnen. 6. De kandidaat bewaart van alle onderdelen van het schoolexamen een kopie in zijn persoonlijke examendossier: • verslagen van practica, • praktische opdrachten, • handelingsdelen, • alles wat een onderdeel vormt van het schrijfdossier, het leesdossier, het kunstdossier en het LOB-dossier, • het profielwerkstuk, • de overzichten van de cijfers van het schoolexamen. artikel 15 Normering en beoordeling van het schoolexamen 1. Het eindcijfer van het schoolexamen is het al dan niet gewogen gemiddelde van de beoordelingen die voor de toetsen en/of praktische opdrachten behaald zijn, zoals aangegeven in het programma van toetsing en afsluiting van de afzonderlijke vakken. Indien de uitkomst van de berekening een getal is met twee decimalen, dan wordt het, indien het cijfer achter de komma 49 of minder is, naar beneden afgerond en indien het cijfer 50 of meer is naar boven afgerond. Dit is conform de bepaling van het eindcijfer voor het eindexamen. 2. De beoordelingscriteria voor een toets, praktische opdracht, handelingsdeel en het profielwerkstuk worden vooraf door de examinator aan de kandidaten bekend gemaakt. 3. Indien een kandidaat in een voorexamenjaar een of meer praktische opdrachten niet heeft afgerond krijgt hij op het overgangsrapport geen cijfer of beoordeling voor het betreffende vak. Dientengevolge kan de leerling niet bevorderd worden en zal hij het jaar moeten doubleren. Indien een kandidaat in het eindexamenjaar een praktische opdracht op de uiterste inleverdatum niet heeft ingeleverd maakt hij zich schuldig aan een onregelmatigheid. De locatiedirecteur of de directeur zal dan conform artikel 24 van dit reglement maatregelen nemen. artikel 16 Inzage van gemaakt schoolexamenwerk 1. Schriftelijk schoolexamenwerk wordt na de beoordeling aan de kandidaten ter inzage gegeven, echter uitsluitend op school en in aanwezigheid van de examinator. De kandidaten mogen op het gemaakte werk geen wijziging of aanvulling aanbrengen. 2. Indien een kandidaat twijfelt aan de juistheid van een cijfer van een onderdeel van het schoolexamen kan hij hiertegen beroep aantekenen, conform artikel 18.
10
artikel 17 Combinatiecijfer 1. Op de cijferlijst van de kandidaten in de Vernieuwde Tweede Fase worden alle vakken vermeld die de leerling in het pakket heeft, zowel de grote als de kleine. Voor de uitslagbepaling worden de cijfers voor de becijferde kleine vakken (dus alle behalve CKV en LO) rekenkundig gemiddeld in het zogeheten combinatiecijfer. Elke van deze cijfers telt even zwaar mee. 2. Voor havo geldt dat tot het combinatiecijfer in ieder geval behoren: het profielwerkstuk, maatschappijleer en levensbeschouwing. Voor vwo geldt dat tot het combinatiecijfer in ieder geval behoren: het profielwerkstuk, maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen, KCV en levensbeschouwing. 3. Ten aanzien van het combinatiecijfer geldt dat de samenstellende delen hiervan (dus de behaalde cijfers voor de desbetreffende vakken en het profielwerkstuk) geen van alle lager mogen zijn dan een 4,0. 4. Voor het berekenen van het combinatiecijfer worden de op de cijferlijst vermelde afgeronde cijfers (bestaande uit gehele getallen) gemiddeld. Vervolgens wordt het gemiddelde weer afgerond op het nabij liggende gehele getal: 5,5 wordt dus een 6 en 5,45 een 5. artikel 18 Beroepsprocedure cijfers 1. Indien getwijfeld wordt aan de juistheid van een cijfer voor een onderdeel van het schoolexamen kan de kandidaat binnen 3 werkdagen na het bekend worden van het cijfer een schriftelijk verzoek tot herziening van het cijfer indienen bij de schoolberoepscommissie, conform artikel 5. 2. De schoolberoepscommissie kan conform artikel 5, lid 6 een collega-vakdocent vragen op te treden als adviseur van de commissie. 3. Binnen 5 schooldagen na ontvangst van een verzoek om herziening van het cijfer beslist de schoolberoepscommissie over het verzoek en deelt dit mee aan de kandidaat en/of zijn ouders/ verzorgers. 4. Tegen de uiteindelijk gegeven beoordeling van (een onderdeel van) het schoolexamen kan geen beroep worden aangetekend. artikel 19 Herkansingsregeling schoolexamen 1. In het Programma van Toetsing en Afsluiting is opgenomen welke schoolexamenonderdelen herkanst kunnen worden en wanneer deze herkansingen plaatsvinden. 2. De mogelijkheid tot herkansing bestaat alleen voor toetsen die onderdeel zijn van het schoolexamen. Onderdelen van het schoolexamen die vallen onder praktische opdrachten kunnen niet worden herkanst. 3. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij de eerder afgelegde toets van het schoolexamen geldt als definitief cijfer voor de toets. 4. Een kandidaat in een voorexamenklas kan na de toetsperiodes 1 en 2 één schoolexamenonderdeel uit de periodes 1 en 2 en na de toetsperiodes 3 en 4 één schoolexamenonderdeel uit de periodes 3 en 4 herkansen. 5. Een kandidaat in de examenklassen kan na elke periode (in totaal drie maal) één schoolexamenonderdeel uit de voorgaande periode herkansen. 6. Als de kandidaat op grond van bijzondere omstandigheden de mogelijkheid wenst te hebben tot een extra herkansing kan hij daarvoor een verzoek indienen bij de locatiedirecteur. De locatiedirecteur
11
neemt in voorkomende gevallen een beslissing. De kandidaat kan conform artikel 5 van dit reglement tegen deze beslissing in beroep gaan bij de schoolberoepscommissie. 7. Indien een kandidaat om welke reden dan ook op de afgesproken datum en tijd niet deelneemt aan een schoolexamenonderdeel is sprake van afwezigheid als bedoeld in artikel 25. 8. Indien een kandidaat om welke reden dan ook op de afgesproken datum en tijd niet deelneemt aan de herkansing vervalt zijn recht op die herkansing. artikel 20 Herexamen schoolexamen 1. De kandidaat heeft het recht om voor één vak een herexamen af te leggen mits het een vak betreft waarin alleen een schoolexamen wordt afgelegd. 2. Het herexamen omvat uitsluitend die leerstof die getoetst is als onderdeel van het schoolexamen. Onderdelen van het schoolexamen die vallen onder praktische opdrachten komen niet in aanmerking voor een herexamen. 3. In het Programma van Toetsing en Afsluiting zal opgenomen worden voor welke vakken een herexamen kan worden afgelegd en wanneer deze plaatsvinden. 4. Het hoogste van de cijfers behaald bij het herexamen en bij het eerder afgelegde schoolexamen geldt als definitief cijfer voor het schoolexamen. artikel 21 Bevordering in de Tweede Fase 1. Naast toetsen die meetellen voor het schoolexamen worden er in de voorexamenklassen ook toetsen afgenomen die meetellen voor het rapport. 2. Rapportcijfers voor een vak kunnen samengesteld worden uit zowel cijfers voor onderdelen die niet meetellen voor het schoolexamen als uit cijfers die wel meetellen voor het schoolexamen. 3. Het rapportcijfer is het voortschrijdend gemiddelde van de beoordelingen die voor de toetsen en/of praktische opdrachten behaald zijn van de diverse vakken. De afronding van de cijfers is conform het eindexamenprocedé: indien de uitkomst van de berekening een getal is met twee decimalen, dan wordt het, indien het cijfer achter de komma 49 of minder is, naar beneden afgerond en indien het cijfer 50 of meer is naar boven afgerond. 4. Voor de bevordering van schooljaar 4 naar 5 en van 5 naar 6 geldt de Bevorderingsregeling zoals die is opgenomen in het Programma van Toetsing en Afsluiting. 5. Het is een kandidaat niet toegestaan over het onderwijs van één leerjaar van één schooltype meer dan twee schooljaren te doen of over het onderwijs van twee opeenvolgende leerjaren van één schooltype meer dan drie schooljaren te doen. 6. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid heeft de kandidaat het recht het laatste leerjaar éénmaal te herhalen tenzij de locatiedirecteur op advies van de examinatoren anders beslist.
12
artikel 22 Vrijstellingen/ontheffingen 1. Indien een kandidaat een vóórexamenklas doubleert hoeft hij een voldoende afgesloten schoolexamen niet over te doen. De schoolexamenvakken waarop deze vrijstellingsregel van toepassing is worden beschreven in het Programma van Toetsing en Afsluiting. 2. Indien een kandidaat de examenklas (5 havo, 6 vwo) doubleert hoeft hij een vak dat hij met een voldoende voor het schoolexamen heeft afgerond en dat geen centraal examen kent, niet over te doen. Dit geldt in de Tweede fase Oude Regeling ook voor het profielwerkstuk. 3. Een kandidaat die in het bezit is van een havo-diploma Oude Regeling is wanneer hij doorstroomt naar het atheneum vrijgesteld van het volgen van onderwijs in de volgende vakken in het gemeenschappelijk deel: culturele en kunstzinnige vorming 1, maatschappijleer 1 en algemene natuurwetenschappen. Een kandidaat die in het bezit is van een havo-diploma Oude Regeling met een vrijstelling voor Frans 1 of Duits 1, kan als hij doorstroomt naar vwo opnieuw een vrijstelling krijgen voor deze vakken. 4. Een kandidaat die in het bezit is van een havo-diploma Vernieuwde Tweede Fase is wanneer hij doorstroomt naar atheneum vrijgesteld voor de volgende vakken uit het gemeenschappelijk deel: CKV, maatschappijleer en ANW. Leerlingen die met een havo-diploma doorstromen naar het vwo en een of meer vakken op vwoniveau hebben afgelegd, worden vrijgesteld van het onderwijs in die vakken. Het behaalde eindcijfer blijft gehandhaafd en weegt mee in de bepaling van de uitslag van het vwo-examen. 5 Voor de Vernieuwde Tweede Fase geldt dat de locatiedirecteur op verzoek van de betreffende kandidaat van het vwo ontheffing kan verlenen voor het volgen van onderwijs in de tweede moderne (vreemde) taal in de volgende gevallen: • de kandidaat kan een officiële dyslexieverklaring overleggen, • de kandidaat kan een doktersverklaring overleggen waaruit blijkt dat hij een zintuiglijke stoornis heeft die effect heeft op de taal, • de kandidaat kan, naar het oordeel van de locatiedirecteur, aannemelijk maken dat hij in een andere taal dan de Nederlands (of Friese) taal is opgevoed, • de kandidaat heeft in klas 3 de voorkeur gegeven aan het NG- of NT-profiel en heeft naar de verwachting van de docentenvergadering zo veel moeite met Frans en Duits dat voor beide vakken de kans reëel is dat de leerling op de cijferlijst van het eindexamen niet hoger scoort dan een 4. 6. De kandidaat van het vwo die op grond van dit artikel, lid 5 een ontheffing krijgt voor de tweede moderne vreemde taal dient in de vrijgekomen tijd een ander vak te volgen. Hij maakt daartoe een keuze uit zijn profielkeuzevakken. Indien een kandidaat het profiel NT of NG heeft, kan ook economie gekozen worden. 7. In aanvulling op lid 1 t/m 4 van dit artikel geldt dat de kandidaat die het betreft verplicht is de vrijgekomen studielast op school aan te vullen met de studiemogelijkheden die de school biedt.
13
artikel 23 Mededeling cijfers schoolexamen 1. De kandidaat krijgt in de voorexamenjaren tegelijkertijd met zijn overgangsrapport een overzicht van zijn schoolexamenresultaten uitgereikt. 2. Voor de aanvang van het centraal examen maakt de secretaris van het eindexamen aan de kandidaat schriftelijk bekend, voor zover van toepassing, • de eindcijfers van het schoolexamen • de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld • voor de Tweede Fase Oude Regeling: de beoordeling van het profielwerkstuk. 3. De procedure betreffende de controle van de schoolexamenresultaten bedoeld in lid 1 en 2 van dit artikel, is opgenomen in het Programma van Toetsing en Afsluiting. 4. Een kandidaat kan pas aan het centraal examen deelnemen indien het schoolexamen is afgerond. 5. Een kandidaat heeft het schoolexamen afgerond indien aan het volgende is voldaan: • de praktische opdrachten en toetsen van de vakken uit het algemeen gedeelte zoals aangegeven in het Programma van Toetsing en Afsluiting zijn afgelegd en derhalve is voor deze vakken een eindcijfer verkregen, • de (deel)vakken van het door de kandidaat gekozen profieldeel zijn getoetst als aangegeven in het Programma van Toetsing en Afsluiting, • de handelingsdelen zoals genoemd in het Programma van Toetsing en Afsluiting zijn door de kandidaten naar behoren afgerond. 6. Voor de Vernieuwde Tweede Fase geldt dat, in afwijking van het derde lid, de vakken die meetellen voor het schoolexamen en waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, moeten zijn afgesloten uiterlijk een week voordat de uitslag van het centraal examen wordt vastgesteld.
Regels met betrekking tot onregelmatigheden bij het schoolexamen artikel 24 Onregelmatigheden bij het schoolexamen 1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het schoolexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt (bijvoorbeeld door niet deel te nemen aan een toets, het overschrijden van de inleverdatum van een schoolexamenopdracht en het plegen van fraude zoals spieken, het plegen van plagiaat en het inleveren van niet authentieke werkstukken/ verslagen), kan de locatiedirecteur (lid 2 sub a en e) of de directeur (lid 2 sub b,c en d) maatregelen nemen. 2. De maatregelen bedoeld in het eerste lid, die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden zijn: a) het toekennen van het cijfer 1 voor een onderdeel van het schoolexamen, b) het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer onderdelen van het schoolexamen, c) het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen, d) het bepalen dat het diploma en de cijferlijst pas kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de locatiedirecteur aan te wijzen onderdelen van het schoolexamen.
14
e) een maatregel passend bij de overtreding, anders dan beschreven in lid 2 sub a, b, c en d. 3. Alvorens een beslissing ingevolge het tweede lid sub a en sub e wordt genomen, hoort de locatiedirecteur de kandidaat. De locatiedirecteur deelt na overleg met de secretaris van het eindexamen zijn beslissing mee aan de kandidaat en, indien hij minderjarig is, zijn ouders/verzorgers, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. Tegen een maatregel als bedoeld in lid 2 sub a, en sub e kan, met inachtneming van het gestelde in artikel 5, beroep worden aangetekend bij de schoolberoepscommissie. 4. Alvorens een beslissing ingevolge het tweede lid sub b, c en d te nemen hoort de directeur de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. Een ontzegging van verdere deelname aan het schoolexamen of ongeldig verklaren van (een onderdeel van) het schoolexamen houdt ontzegging van deelname aan het centraal examen in. De directeur stelt de inspecteur hiervan in kennis. De kandidaat en, indien hij minderjarig is, zijn ouders/ verzorgers worden schriftelijk op de hoogte gebracht van de aard van de beslissing. De kandidaat kan conform artikel 6 van dit reglement bij de Commissie van Beroep bezwaar aantekenen tegen de genomen maatregel. artikel 25 Afwezigheid bij het schoolexamen 1. Als een kandidaat aan een onderdeel van het schoolexamen niet heeft deelgenomen, zal hij de wettigheid van zijn verzuim moeten aantonen. De schoolexamencommissie oordeelt over de wettigheid van het verzuim. 2. Als een kandidaat door ziekte of overmacht niet in staat is aan een onderdeel van het schoolexamen deel te nemen, stellen de ouders of verzorgers van de kandidaat de locatiedirecteur van de betreffende afdeling of, bij diens afwezigheid, de secretaris van het eindexamen, vóór de aanvang van het betreffende onderdeel in kennis hiervan. Als deze mededeling mondeling geschiedt, moet ze schriftelijk bevestigd worden. Als een artsverklaring ontbreekt, kan de locatiedirecteur van de betreffende afdeling of, bij diens afwezigheid, de secretaris van het eindexamen, na overleg met de ouders of verzorgers een controlerend arts zenden. 3. Een kandidaat die aan één of meerder onderdelen van het schoolexamen om wettige redenen niet heeft deelgenomen wordt in de gelegenheid gesteld het betreffende onderdeel, of de betreffende onderdelen in te halen. De kandidaat verliest daarmee de mogelijkheid tot herkansing als bedoeld in artikel 19. 4. Indien een kandidaat op grond van bijzondere omstandigheden wel de mogelijkheid wenst te hebben tot een reguliere herkansing kan hij daartoe een schriftelijk verzoek indienen bij de locatiedirecteur. Deze neemt in voorkomende gevallen een beslissing waartegen beroep kan worden aangetekend bij de schoolberoepscommissie. 5. Wanneer een niet herkansbaar onderdeel om wettige redenen gemist is, dan wordt in overleg met de kandidaat, de secretaris van het eindexamen en de examinator een nieuw tijdstip voor afname vastgesteld. De kandidaat verliest daarmee de mogelijkheid tot herkansing als bedoeld in artikel 19. 6. Wanneer er in één periode meerdere schoolexamenonderdelen om wettige redenen gemist zijn, wordt door de examensecretaris in overleg met de betreffende afdelingsleider een rooster opgesteld voor het inhalen van deze schoolexamens, indien mogelijk op de dag van de herkansingen.
15
7. Als een kandidaat aan een onderdeel van het schoolexamen niet heeft deelgenomen en er niet voldaan is aan lid 1 en lid 2 van dit artikel, zal artikel 24 van dit examenreglement toegepast worden. artikel 26 Te laat komen bij het schoolexamen 1. Een kandidaat die zonder geldige reden (bijvoorbeeld “verslapen” of “lekke band”) te laat komt bij een onderdeel van het schoolexamen, kan, na verkregen toestemming van de betreffende locatiedirecteur of, bij diens afwezigheid, de secretaris van het eindexamen, tot maximaal 30 minuten na aanvang van dit onderdeel worden toegelaten. 2. De kandidaat uit lid 1 van dit artikel moet het werk met de andere kandidaten op het vastgestelde tijdstip beëindigen en inleveren. 3. Bij het bepalen van de beoordeling wordt geen rekening gehouden met het te-laat-komen. 4. Indien een kandidaat méér dan een half uur te laat komt wordt hij niet meer toegelaten tot het schoolexamenonderdeel. In dit geval zal artikel 24 van dit examenreglement worden toegepast. artikel 27 Te laat inleveren of niet inleveren van schoolexamenopdrachten 1. Indien een kandidaat een praktische opdracht op de in het Programma van Toetsing en Afsluiting afgesproken datum en tijd niet heeft ingeleverd, krijgt, conform artikel 24 van dit reglement, het cijfer 1 voor die opdracht. De kandidaat kan tegen deze maatregel in beroep gaan bij de schoolberoepscommissie, met inachtneming van het gestelde in artikel 5. 2. Indien een kandidaat een handelingsdeel op de in het Programma van Toetsing en Afsluiting afgesproken datum niet heeft ingeleverd, geldt het gestelde in artikel 12. 3. De regels voor inleveren van het profielwerkstuk zijn beschreven in artikel 13 van dit reglement. artikel 28 Persoonlijke omstandigheden 1. Een kandidaat die door – aannemelijke – persoonlijke omstandigheden beneden zijn niveau zou kunnen presteren voor een nog af te leggen onderdeel van het schoolexamen, dient dit vóóraf schriftelijk aan de secretaris van het eindexamen mee te delen. Te denken valt aan emotionele problemen in de huiselijke kring en/of privésfeer die zo belastend kunnen zijn of worden, dat normaal presteren voor een schoolexamen niet of nauwelijks haalbaar is. 2. De locatiedirecteur neemt de beslissing of de persoonlijke redenen uitstel van enig onderdeel van het schoolexamenonderdeel al dan niet rechtvaardigen. De kandidaat en de examinator worden schriftelijk over de beslissing op de hoogte gebracht. 3. De kandidaat kan tegen dit besluit in beroep gaan bij de schoolberoepscommissie, met inachtneming van het gestelde in artikel 5
Het Centraal Examen artikel 29 Algemene bepalingen centraal examen 1. Het centraal examen wordt afgenomen conform de artikelen 36 tot en met 45 van het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo. Het wordt afgenomen in het laatste leerjaar en kent drie tijdvakken: het eerste, het tweede en het derde tijdvak.
16
2. Ten minste 14 dagen voor de aanvang van het centraal examen ontvangen de kandidaten het rooster van het centraal examen. In het rooster staat in elk geval vermeld: • de plaats waar de toetsen van het centraal examen worden afgenomen, • het tijdstip waarop de toetsen worden afgenomen, • de duur van de toetsen. 3. De locatiedirecteur zorgt ervoor, dat de opgaven van het centraal examen geheim blijven tot de aanvang van de toets waarbij deze opgaven aan de kandidaten worden voorgelegd. 4. Tijdens de toets van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard dan ook, aangaande de opgaven gedaan, uitgezonderd mededeling van door de CEVO vastgestelde errata.
Uitslag, herkansing en diplomering artikel 30 Eindcijfer eindexamen 1. De eindbeoordeling van het eindexamen wordt voor ieder vak uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10 of met de kwalificaties “voldoende” of “goed”. 2. Voor vakken waaruit het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen bepaalt de examinator de eindbeoordeling voor het vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt het, indien het cijfer achter de komma 49 of minder is, naar beneden afgerond en indien deze 50 of meer is, naar boven afgerond. 3. Voor vakken waarbij het eindexamen uitsluitend bestaat uit het schoolexamen is de eindbeoordeling gelijk aan het eindcijfer van het schoolexamen. 4. Voor vakken waarbij het eindexamen uitsluitend bestaat uit het schoolexamen en waarvoor binnen het schoolexamen de beoordeling plaatsvindt met de kwalificatie “voldoende” of “goed” is de eindbeoordeling gelijk aan de kwalificatie van het schoolexamen. artikel 31 Vaststelling van de uitslag 1. De directeur, locatiedirecteur en de secretaris van het examen stellen de uitslag vast met inachtneming van het gestelde in lid 2 en 3 van dit artikel. De uitslag luidt “geslaagd voor het eindexamen” of “afgewezen voor het eindexamen”. 2. De kandidaat die eindexamen havo of vwo heeft afgelegd en het centraal examen voor alle vakken heeft afgelegd binnen een schooljaar, is geslaagd indien hij voldoet aan de dan vigerende zak- en slaagregeling. 3. Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen betrekken de locatiedirecteur en de secretaris van het eindexamen een of meer eindcijfers van de vakken niet bij het bepalen van de uitslag. De overgebleven vakken dienen dan wel een eindexamen te vormen. 4. De kandidaat die eindexamen heeft afgelegd en die niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in lid 2, is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herexamen, bedoeld in artikel 32.
17
artikel 32 Herexamen 1. Elke kandidaat heeft voor één vak waarin hij reeds examen heeft afgelegd, nadat de uitslag volgens artikel 31 is vastgesteld, het recht om in het tweede tijdvak of, indien artikel 36 tweede lid van toepassing is, in het derde tijdvak, opnieuw dan wel alsnog deel te nemen aan het centraal examen. 2. De kandidaat stelt de secretaris van het eindexamen schriftelijk in kennis van gebruikmaking van het in het eerste lid bedoelde recht. Dit doet hij vóór een door de secretaris te bepalen dag en tijdstip. 3. Het hoogste van de cijfers behaald bij het herexamen en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. 4. Na afloop van het herexamen wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 32 en aan de kandidaat medegedeeld. artikel 33 Diploma en cijferlijst 1. De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een lijst uit waarop zijn vermeld: • de cijfers voor het schoolexamen en de cijfers voor het centraal examen, • de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk. • de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding. (voor de Tweede Fase Oude Regeling geldt dat ook de beoordeling van het profielwerkstuk vermeld wordt), • de eindcijfers van de examenvakken,: • en de uitslag van het eindexamen. 2. De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop het profiel of de profielen zijn vermeld die bij de uitslag zijn betrokken. Duplicaten van diploma´s worden niet verstrekt. 3. Indien een kandidaat in meer vakken examen heeft afgelegd dan in de vakken die ten minste tezamen een eindexamen vormen, worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken, op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft. artikel 34 Bewaren examenwerk 1. Het werk van het centraal examen van de kandidaten wordt gedurende zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de locatiedirecteur, ter inzage voor belanghebbenden. Het inzien van het werk dient tevoren worden aangevraagd bij de secretaris van het eindexamen. Na het verstrijken van zes maanden wordt het werk vernietigd door het eindexamensecretariaat.
Regels m.b.t. onregelmatigheden bij het centraal examen artikel 35 Onregelmatigheden bij het centraal examen
18
1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het centraal examen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt kan de locatiedirecteur maatregelen nemen. 2. De maatregelen bedoeld in het eerste lid, die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden zijn: a) het toekennen van het cijfer 1 voor een onderdeel van het centraal examen, b) het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer onderdelen van het centraal examen, c) het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het centraal examen, d) het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de locatiedirecteur aan te wijzen onderdelen van het centraal examen. De kandidaat legt dat examen af in het volgende tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. 3. Alvorens een beslissing ingevolge het tweede lid sub a, b, c en d te nemen hoort de directeur de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De directeur deelt zijn beslissing mee aan de kandidaat en, indien hij minderjarig is, zijn ouders/ verzorgers, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. Tegen een maatregel als bedoeld in lid 2 sub a, b, c en d kan een beroep worden ingesteld bij de Commissie van Beroep conform artikel 6 van dit reglement. artikel 36 Verhindering deelname bij het centraal examen 1. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de directeur, is verhinderd bij een of meer toetsen in het eerste tijdvak aanwezig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen op ten hoogste twee toetsen te voltooien. Indien artikel 37, vierde lid, van het Eindexamenbesluit toepassing vindt, wordt de gelegenheid gegeven het centraal examen op meer dan twee toetsen te voltooien, afhankelijk van de feitelijke mogelijkheden. 2. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. 3. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de secretaris van het eindexamen aan bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. artikel 37 Gedragsregels bij het centraal examen 1. Voor de aanvang van het centraal examen ontvangt de kandidaat schriftelijk nadere aanwijzingen over de gang van zaken voor, tijdens en na afloop van het centraal examen en de gedragsregels waaraan hij zich dient te houden. 2. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het centraal examen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt kan de directeur conform artikel 35 van dit reglement maatregelen nemen.
19
Overige bepalingen artikel 38 Afwijking wijze van examineren 1. De locatiedirecteur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. De kandidaat dient een verzoek hiertoe zo spoedig mogelijk in bij de locatiedirecteur. In dat geval bepaalt de locatiedirecteur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Tegemoetkoming in de examenstof is niet mogelijk. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. 2. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van het in het eerste lid bedoelde aangepast wijzen van examineren dat: a) er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld, b) de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het examen in ieder geval kan bestaan uit verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het examen met ten hoogste 30 minuten, en c) een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a) genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. 3. De directeur kan toestemming geven dat ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolg en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, een aangepaste wijze van examineren wordt gehanteerd. Die aangepaste wijze kan slechts betrekking hebben op een verlenging van de duur van de toets van het examen met ten hoogste 30 minuten en/of gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. Tegemoetkoming in de examenstof is niet mogelijk. artikel 39 Spreiding voltooiing eindexamen 1. De directeur kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is, en ten aanzien van een kandidaat die lange tijd ten gevolge van een bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest het onderwijs in alle betrokken eindexamenvakken gedurende het laatste leerjaar te volgen, het eindexamen gespreid over twee opeenvolgende schooljaren wordt afgelegd. In dat geval wordt het eindexamen in een vak in het eerste of het tweede van deze schooljaren afgesloten. 2. De directeur geeft zijn in het eerste lid bedoelde toestemming uiterlijk voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. In bijzondere gevallen kan de directeur afwijken van de eerste volzinnen ten behoeve van een kandidaat die nog niet in alle betrokken eindexamenvakken
20
centraal examen heeft afgelegd. 3. Ten aanzien van het bedoelde in lid 1 en 2 is artikel 59 van het Eindexamenbesluit van toepassing. artikel 40 Slotbepaling 1. In alle gevallen waarin dit examenreglement niet voorziet beslist de directeur.
21
Toelichting en aanvullingen Indeling schooljaar Toetsweken: Er zijn 4 ingeroosterde toetsweken van telkens 5 dagen. Toetsweek 1 valt in week 45: (8 november t/m 12 november 2010); Toetsweek 2 valt in week 4: (24 januari t/m 28 januari 2011); Toetsweek 3 valt in week 14: (4 april t/m 8 april 2011); Toetsweek 4 valt in week 25 en 26: (22 juni t/m 28 juni 2011). Herkansingen voor 4 havo en 4 en 5 vwo: De herkansing van periode 1 én 2 is op donderdag 17 februari 2011 De herkansing van periode 3 én 4 is op donderdag 30 juni 2011
Loopbaanoriëntatie (LOB) (zie ook artikel 12 en 14 van het examenreglement) Loopbaanoriëntatie maakt onderdeel uit van het examendossier. Alle leerlingen moeten een toekomstdossier aanleggen. Dat is een map waarin zij zaken bewaren die te maken hebben met hun oriëntatie op vervolgopleidingen en hun schoolloopbaan. De leerling krijgt een aantal activiteiten aangeboden waarvan een deel verplicht is. De lijst van activiteiten wordt aan het begin van het schooljaar aan de leerling verstrekt. Hij beheert zelf zijn toekomst dossier. Indien de LOB-activiteiten niet tijdig en niet naar tevredenheid zijn afgerond, mag de leerling niet deelnemen aan het centraal examen.
Herkansingen (zie ook artikel 19 van het examenreglement) De herkansingstoetsen mogen van hetzelfde vak zijn. Ook voldoende schoolexamentoetsen mogen herkanst worden. In het PTA staat welke toetsen herkansbaar zijn en welke niet.
Bevorderingsregeling (zie artikel 21 van het examenreglement) De vastgestelde overgangsnormen en overgangsregeling, tesamen de bevorderingsregeling als bedoeld in artikel 21 van het examenreglement, staan hieronder en zijn afzonderlijk te raadplegen op de website van de school. De overgangsnormen zijn per klas, leerjaar en schooltype bepaald. Bij de overgang van leerlingen zijn er algemene regels en regels die afhankelijk zijn van klas, leerjaar of schooltype.
22
De algemene regels: 1. Een leerling die aan de overgangsnormen voldoet, wordt bevorderd. 2. Een leerling die niet aan die normen voldoet, is ofwel bespreekgeval ofwel hij doubleert. 3. De docentenvergadering kan besluiten een leerling te bevorderen met een taak. Een taak kan worden opgedragen als voorwaarde voor bevordering of als stimulerend studieadvies. 4. Doubleren op hetzelfde schooltype is niet mogelijk a als de leerling de vorige klas ook gedoubleerd heeft; b. als de leerling voor de tweede keer in dezelfde klas doubleert. 5. Een leerling die niet wordt bevorderd en vervolgens lessen volgt in dezelfde jaarlaag van een andere leerweg of schooltype, mag daar niet doubleren, tenzij er zich bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan, buiten de macht van de leerling. 6. Na de laatste rapportvergadering aan het eind van het schooljaar kan, op grond van tot dan toe onbekende gegevens, een leerling opnieuw in bespreking gebracht worden in een zogenaamde ‘revisievergadering’. Ouders kunnen om deze revisie vragen (zie procedure revisievergadering). 7. De docentenvergadering onder leiding van de betreffende afdelingsleider neemt de uiteindelijke beslissing over de bevordering. 8. De overgangsbeslissingen worden gebaseerd op hele cijfers. Deze komen tot stand door middeling van alle cijfers van alle toetsen van het gehele schooljaar (voortschrijdend gemiddelde). De overgangsregeling 4 HAVO, 4 VWO en 5 VWO:Uitgangspunten bij de overgangsregeling 2010/2011 zijn de volgende: -
Maximaal 3 onvoldoendes waarvan geen cijfer lager dan 4 (het cijfer 3 betekent per definitie niet bevorderd) Het cijfer 5 levert één tekort op en een 4 twee tekorten. - Compenseren is mogelijk: het cijfer 7 levert één compensatiepunt, het cijfer 8 twee etc. Aantal compensatiepunten
0
1
2
3
4
Aantal tekorten 1
bevorderd
bevorderd
bevorderd
bevorderd
bevorderd
2
bespreking
bespreking
bevorderd
bevorderd
bevorderd
3
niet bevorderd
niet bevorderd
bespreking
bevorderd
bevorderd
4
niet bevorderd
niet bevorderd
niet bevorderd
bespreking
bespreking
5
niet bevorderd
niet bevorderd
niet bevorderd
niet bevorderd
niet bevorderd
23
Controle schoolexamenresultaten (zie ook artikel 23 van het examenreglement) De leerlingen en de school moeten er zorg voor dragen dat het schoolexamenresultaat juist wordt vastgesteld. Als het cijfer in het eindexamenjaar is vastgesteld is er geen verandering meer mogelijk. De te volgen procedure m.b.t. tot de controle van de schoolexamencijfers is als volgt: 1
In de voorexamenjaren krijgt de leerling tegelijkertijd met de uitreiking van zijn/haar laatste rapport een overzicht uitgereikt van zijn schoolexamenresultaten.
2
In het eindexamenjaar krijgt een leerling twee weken voor de datum waarop de schoolexamencijfers moet worden aangeleverd aan de inspectie een overzicht van zijn schoolexamencijfers.
3
Bij goedbevinden levert de eindexamenkandidaat het overzicht voorzien van een handtekening (bij minderjarigheid de handtekening van één van zijn/ haar ouders/voogd) in bij de secretaris van het eindexamen. Dit moet gebeuren binnen drie werkdagen.
4
Bij gebleken fouten in het overzicht meldt de examenkandidaat dit onder overlegging van het werk of ander bewijsmateriaal bij de secretaris van het eindexamen. Dit moet gebeuren binnen drie werkdagen.
5
De secretaris voert de controle uit, treedt zo nodig in overleg met de betreffende docenten en formuleert een advies voor mogelijke herziening van het cijfer aan de locatiedirecteur.
6
De locatiedirecteur besluit in voorkomende gevallen tot aanpassing van het resultaat.
7
Tegen het besluit is beroep mogelijk bij de schoolberoepscommissie. Conform de procedure in artikel 5 van het examenreglement.
Afwijking wijze van examineren (zie ook artikel 38 van het examenreglement) Voor zover wordt afgeweken van de voorschriften, wordt deze afwijking medegedeeld aan de inspectie. De afwijking kan o.a. bestaan uit een verlenging van het schoolexamen op de volgende wijze: • zitting van 30 minuten = 10 minuten verlenging • zitting van 60 minuten = 15 minuten verlenging • zitting van 120 minuten of meer = 30 minuten verlenging. Daarnaast kan door anderstaligen een verklarend woordenboek der Nederlandse taal worden gebruikt. Kandidaten met dyslexie mogen, met toestemming van de school, gebruik maken van ingesproken teksten.
24
Regels van Orde Deze Regels van Orde zijn van toepassing op alle voorkomende schoolexamens. Zij gelden dus voor de schriftelijke, praktische en mondelinge schoolexamens, ingeroosterd of afgenomen onder eigen lestijd. De examencommissie ziet scherp toe op het navolgen van de regels. Regels bij het afnemen van een schoolexamentoets Bij het afnemen van een schoolexamentoets gelden een aantal regels die het goede verloop van het schoolexamen moeten waarborgen. In de ruimte waar het schoolexamen wordt afgenomen mogen de volgende zaken niet aanwezig zijn: • jassen, petten en (plastic) zakken • etuis en pennendozen • andere extra hulpmiddelen dan die welke bij het schoolexamen zijn toegestaan • correctievloeistof, correctiestift of correctielint • mobiele telefoons, ook niet in de uitstand. Bij een kandidaat die tijdens de zitting betrapt wordt op het in bezit hebben van een mobiele telefoon wordt het schoolexamenonderdeel ongeldig verklaard. Een kandidaat mag wat eten of drinken meenemen in de examenzaal. Medekandidaten mogen hiermee op geen enkele wijze gestoord worden. Blikjes en ritselende verpakkingen zijn daarom niet toegestaan. Over de opgaven van het examen mogen geen vragen worden gesteld aan de surveillanten. Een kandidaat die naar het toilet wil, meldt dit aan een surveillant door het opsteken van zijn hand. De kandidaat wordt naar het toilet begeleid door een surveillant. Als een kandidaat tijdens het examen wordt betrapt op een of andere vorm van fraude meldt de surveillant dit aan de betreffende kandidaat, die vervolgens het examen wel afmaakt. De surveillant maakt hiervan een aparte aantekening op het proces verbaal.
Vakken en wijze van afsluiten Vakken die niet worden afgesloten met een centraal schriftelijk deel, maar in 4 Vwo met een schoolexamen (eventueel in de vorm van een handelingsdeel) zijn de volgende: Levensbeschouwing Maatschappijleer
25
Overzicht PTA en PTO Jaarlaag Vak: Nr. Schooljaar 1 2 3 4 5
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 Vak:
Nr. Schooljaar 1 2 3 4 5 6
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11
4e Vwo Startjaar opleiding: Aardrijkskunde Week
Soort
Duur
45 4 14 25
ST ST ST ST JC
90 90 90 90
Weging rapport 1 2 1 2 1
2010-2011
Weging SE
Herkansbaar Nee Nee Nee Nee Nee
Stofomschrijving Wereld H 1 Wereld H 1 en 2 Wereld H 3 Wereld H 3 en 4 (werkboek)opdrachten gedurende het gehele schooljaar
Biologie Week
Soort
Duur
45 04 14 25-26 16 27
ST ST ST ST PO JC
90 90 90 90
Weging rapport 2 3 3 3 1 1
Weging SE
Herkansbaar
Stofomschrijving Nectar H1 en 2 Nectar H3, 4 en 5 Nectar H6, 7 en 8 Nectar H9, 10 en 11 Verslag excursie dierentuin Jaarcijfer: diverse opdrachten o.a. microscopie
26
21-6-2011
Vak:
Culturele en kunstzinnige vorming
1 2 3 4
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11
48 02 09 22
PO HD PO HD
Weging rapport 1 0 1 0
5 6
2010 - 11 2010 - 11
24 24
PO JC
1 1
Nr. Schooljaar
Vak: Nr. Schooljaar 1 2 3 4 5 6 7 8 9
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11
Week
Soort
Duur
Weging SE
Herkansbaar
Stofomschrijving
Nee Nee Nee Nee
Vakonderdeel 1 afsluiten 2 kleine verslagen Vakonderdeel 2 afsluiten 2 grote verslagen + 2 kleine verslagen (dat is inclusief de verslagen van wk 02) Vakonderdeel 3 afsluiten Het vak CKV wordt afgesloten met O/V/G, gebaseerd op de resultaten van de vakonderdelen en de ingeleverde verslagen
1
Nee Nee
Weging SE
Herkansbaar
Duitse taal en literatuur Week
Soort
Duur
40 45 3 4 8 14 23 24 25
ST ST
60 60
ST ST ST ST
60 60 60 60
ST
60
Weging rapport 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Stofomschrijving leesvaardigheid katern 1 combinatiecijfer so's en literatuur katern 2 kijk-luistervaardigheid katern 3 katern4 combinatiecijfer so's en literatuur leesvaardigheid
27
21-6-2011
Vak: Nr. Schooljaar 1 2 3 4 5 6 7 8
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 Vak:
Nr. Schooljaar
Economie Week
Soort
Duur
40 45 04 09 14 20 25 25
ST ST ST ST ST ST ST JC
60 60 90 60 60 60 90
Engelse
Weging rapport 1 1 1 1 1 1 1 1
Weging SE
Herkansbaar
Stofomschrijving
0 0 0 0 0 0 0 0
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Weging SE
Herkansbaar
Stofomschrijving
Nee
de uitspraak van de leerling wordt beoordeeld a.d.h.v. een voorgelezen tekst. cito-leestoets HAVO-eindexamenniveau cito-luistertoets HAVO-eindexamenniveau grammatica-toets over door de docent aangeleverde stof dit is een half-jaar gemiddelde van vocabulaire toetsen die tweewekelijks worden afgenomen. Dit betekent dat er twee maal 8 vocabulaire toetsen worden afgenomen, waarbij de leerling op het moment van cijferbepaling één gemaakte score mag laten vervallen. de leerling houdt een spreekbeurt van 5 minuten uit het hoofd, waarbij een minimum aan media gebruikt mag worden. cito-leestoets HAVO-eindexamenniveau grammatica-toets over door de docent aangeleverde stof kennis van de Engelse literatuur a.d.h.v. door de docent aangeleverde stof. Literatuur, waarbij twee gelezen (door docent goedgekeurde) werken en het project (Zuid)-Afrikaanse Literatuur worden getoetst. dit is het tweede half-jaar-gemiddelde van 8 vocabulaire toetsen, waarbij de leerling ook nu weer één gemaakte score mag laten vervallen.
Lesbrief Welvaart gedeeltelijk Lesbrief Welvaart gedeeltelijk Lesbrief Welvaart helemaal Lesbrief Vraag en Aanbod gedeeltelijk Lesbrief Vraag en Aanbod gedeeltelijk Lesbrief Vraag en Aanbod gedeeltelijk Lesbrief Vraag en Aanbod helemaal Jaarcijfer
taal en literatuur
Week
Soort
Duur
Weging rapport 1
1
2010 - 11
41
MT
15
2 3 4 5
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11
45 49 1 4
ST ST ST JC
90 60 60
2 3 2 1
Nee Nee Nee Nee
6
2010 - 11
7-8-9
MT
5
2
Nee
7 8 9
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11
14 16 19
ST ST ST
90 60 60
3 2 3
Nee Nee Nee
10 2010 - 11
23
ST
60
2
Nee
11 2010 - 11
25
JC
1
Nee
28
21-6-2011
Vak: Nr. Schooljaar 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 Vak:
Nr. Schooljaar 1 2 3 4 5
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11
Franse taal en literatuur Week
Soort
Duur
41 43 45 50 02 04 09 12 14 20 21 25
ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST
60 60 60 60 40 60 60 60 60 40 60 60
Weging rapport 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10
Weging SE
Herkansbaar
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Weging SE
Herkansbaar
0 0 0 0 0
Nee Nee Nee Nee Nee
Stofomschrijving Idioom Leesvaardigheid Libre Service Grammatica Luistervaardigheid Libre Service Idioom Leesvaardigheid Libre Service Luistervaardigheid Grammatica Libre Service
Filosofie Week
Soort
Duur
40 4 14 21-23 43
ST ST ST PO PO
90 90 90
Weging rapport 2 2 2 2 1
Stofomschrijving Inleiding filosofie Sociale filosofie 1 Sociale filosofie 2 PO Utopie PO Presentatie filosoof
29
21-6-2011
Vak: Nr. Schooljaar
Geschiedenis Week
Soort
Duur
1 2
2010 - 11 2010 - 11
41 45
ST ST
60 60
3 4 5 6
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11
50 4 9 14
ST ST PO ST
60 60
7 8
2010 - 11 2010 - 11
23 25/26
PO ST
Vak: Nr. Schooljaar 1 2 3 4 5 6 7 8
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11
Weging rapport 3 3
60
3 5 3 3
60
3 5
Weging SE
Herkansbaar
Stofomschrijving
Nee Nee
1
Nee Ja
Geschiedenis Werkplaats: hst. 1 "De tijd van jagers en boeren" Geschiedenis Werkplaats: hst. 2 "De tijd van Grieken en Romeinen" Geschiedenis Werkplaats: hst. 3 "De tijd van monniken en ridders" Geschiedenis Werkplaats: hst. 1 t/m 4 Thema Renaissance Geschiedenis Werkplaats: hst. 5 "De tijd van ontdekkers en hervormers" Thema Midden-Oosten Geschiedenis Werkplaats: hst. 5 en 6 plus thema Midden-Oosten
Weging SE
Herkansbaar
Stofomschrijving
1
Nee Ja Nee Nee
Griekse taal en literatuur Week
Soort
Duur
40 45 49 4 8 14 21 25
ST ST ST ST ST ST ST ST
60 60 60 60 60 60 60 90
Weging rapport 1 1 1 1 1 1 1 2
Grammatica, woorden en vertaling Grammatica, woorden en vertaling Grammatica, woorden en vertaling Grammatica, woorden en vertaling Grammatica, woorden en vertaling Grammatica, woorden en vertaling Grammatica, woorden en vertaling Vragen over gelezen tekst en vertaling
30
21-6-2011
Vak: Nr. Schooljaar 1 2 3 4 5 6 7
Informatica Week
Soort
Duur
Weging rapport 5 5 5 5 5 5 5
Weging SE
Herkansbaar
Stofomschrijving
2010 - 11 36-44 PO Nee PO1: diverse kleinere opdrachten 2010 - 11 45 ST 100 Nee ST1: HO1 en HO2 2010 - 11 46-50 PO Nee PO2: hardwareverslag 2010 - 11 4 ST 100 Nee ST2: HO3 en HO4 2010 - 11 1-9 PO Nee PO3: vaksite 2010 - 11 14 ST 100 Nee ST3: HO5 2010 - 11 25 ST 100 Nee ST4: HO7 Opmerkingen: - bij weeknummers geldt: beginweek tot en met eindweek, dus 1-4 = week 1 t/m 4. - alle PO's en ST's zijn jn inclusief verwerking in PFS. Hierbij behoren ook logboek, sitemap, zelfrapportage, navigatie, validatie, title, alt-tags, spelling, bronnen en overige criteria voor websites en de criteria op basis van de opdrachten of aanwijzingen daarbij. - wijzigingen voorbehouden - afhankelijk van rooster.
Vak: Nr. Schooljaar
Klassieke culturele vorming Week
Soort
Duur
1 2 3 4 5
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11
45 4 12 14 17
ST ST PO ST PO
60 60
6
2010 - 11
25
ST
60
Vak: Nr. Schooljaar
60
Weging rapport 1 1 1 1 1 1
Weging SE
Herkansbaar
1 1 1 1 1
Ja Ja Nee Ja Nee
1
Ja
Weging SE
Herkansbaar
Stofomschrijving Griekse/Romeinse kunst en geschiedenis Griekse/Romeinse kunst en geschiedenis Reisgids klassieke reis Griekse/Romeinse kunst en geschiedenis Presentatie klassieke reis of eigen onderzoek naar een klassiek onderwerp Griekse/Romeinse kunst en geschiedenis
Latijnse taal en literatuur Week
Soort
Duur
Weging rapport
Stofomschrijving 31
21-6-2011
1 2 3 4 5 6 7 8
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 Vak:
Nr. Schooljaar
40 45 49 4 8 14 21 25
ST ST ST ST ST ST ST ST
Week
Soort
2010 - 11
43
PO
2
2010 - 11
4
ST
3 4
2010 - 11 2010 - 11
13 21-24
PO PO
Nr. Schooljaar 1
2010 - 11
1 1 1 1 1 1 1 2
Grammatica, woorden en vertaling Grammatica, woorden en vertaling Grammatica, woorden en vertaling Grammatica, woorden en vertaling Grammatica, woorden en vertaling Grammatica, woorden en vertaling Grammatica, woorden en vertaling Vragen over gelezen tekst en vertaling
Levensbeschouwing
1
Vak:
60 60 60 60 60 60 60 90
Duur
60
Weging rapport 2
Weging SE
Herkansbaar
2
Nee
2
2
Ja
3 2
3 2
Nee Nee
Weging SE
Herkansbaar
Stofomschrijving Werkstuk over een levensbeschouwing naar keuze; criteria en instructie worden aan het begin van periode 1 aangeleverd. Zin in zin, hoofdstuk 2 'Wie is de mens?' en tijdens de lessen aangeleverde materialen. Webquest. Onderwerp: vergelijking vijf wereldgodsdiensten. Presentatie over maatschappelijk onderwerp vanuit ethisch perspectief.
Lichamelijke opvoeding Week
Soort
46
PT
Duur
Weging rapport 1
Ja
Stofomschrijving Gemiddelde praktijk periode 1: Docent maakt keuze uit: minitrampoline hoogspringen, 100m sprint, hockey, wendsprong, 32
21-6-2011
2
2010 - 11
5
PT
1
Ja
3
2010 - 11
15
PT
1
Ja
4
2010 - 11
26
PT
1
5 6 7 8
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11
46 5 15 26
HD HD HD HD
1
Ja
shuttle-run test, volleybal, Ringzwaaien, streetdance, Basketbal, Coopertest, verspringen. - Bij geldige reden voor het niet kunnen voldoen aan een praktische toets, kan de leerling een vervangende opdracht krijgen. Hiervoor kan maximaal een voldoende gehaald worden. Gemiddelde praktijk periode 2: Docent maakt keuze uit: minitrampoline hoogspringen, 100m sprint, hockey, wendsprong, shuttle-run test, volleybal, Ringzwaaien, streetdance, Basketbal, Coopertest, verspringen. - Bij geldige reden voor het niet kunnen voldoen aan een praktische toets, kan de leerling een vervangende opdracht krijgen. Hiervoor kan maximaal een voldoende gehaald worden. Gemiddelde praktijk periode 3: Docent maakt keuze uit: minitrampoline hoogspringen, 100m sprint, hockey, wendsprong, shuttle-run test, volleybal, Ringzwaaien, streetdance, Basketbal, Coopertest, verspringen. - Bij geldige reden voor het niet kunnen voldoen aan een praktische toets, kan de leerling een vervangende opdracht krijgen. Hiervoor kan maximaal een voldoende gehaald worden. Gemiddelde praktijk periode 4: Docent maakt keuze uit: minitrampoline hoogspringen, 100m sprint, hockey, wendsprong, shuttle-run test, volleybal, Ringzwaaien, streetdance, Basketbal, Coopertest, verspringen. - Bij geldige reden voor het niet kunnen voldoen aan een praktische toets, kan de leerling een vervangende opdracht krijgen. Hiervoor kan maximaal een voldoende gehaald worden. Presentie periode1 Presentie periode2 Presentie periode3 Presentie periode4
Opmerkingen: Presentieplicht: Over het hele jaar is er een presentieplicht van 90%. Anders geen voldoende op de eindlijst. Om een voldoende te kunnen staan moet aan alle praktijktoetsen deelgenomen zijn. Vak: Nr. Schooljaar
Management en organisatie Week
Soort
Duur
Weging
Weging SE
Herkansbaar
Stofomschrijving 33
21-6-2011
rapport 1 2 3 4
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11
Vak: Nr. Schooljaar 1 2 3 4 5 6 7 8
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11
45 4 14 25-26
ST ST ST ST
90 90 90 90
1 1 1 1
Stichting & Vereniging H 1 + 2 Stichting & Vereniging H 3 Rekenwonder & Eenmanszaak deel I H 1 Eenmanszaak deel I H 2 t/m 4
Maatschappijleer Week
Soort
43 45 45 4 4 11 25/26 25/26
PO ST ST ST ST PO ST ST
Duur 45 15 45 15 45 15
Weging rapport 2 3 1 3 1 2 3 1
Weging SE
Herkansbaar
2 3 1 3 1 2 3 1
Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja
Stofomschrijving praktische opdracht pluriforme samenleving SE pluriforme samenleving (tegelijk afnemen met nieuwstoets) Nieuwstoets (tegelijk afnemen met SE) SE Staatsinrichting en politiek(tegelijk afnemen met nieuwstoets) Nieuwstoets (tegelijk afnemen met SE) Praktische opdracht politiek SE Criminaliteit & Rechtsstaat(tegelijk afnemen met nieuwstoets) Nieuwstoets (tegelijk afnemen met SE)
Opmerkingen: de nieuwstoetsen en SE's worden in één toetsuur, tijdens de toetsweek, afgenomen
Vak: Nr. Schooljaar
Natuurkunde Week
Soort
Duur
Weging rapport
Weging SE
Herkansbaar
Stofomschrijving 34
21-6-2011
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 Vak:
Nr. Schooljaar 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11
38 41 45 49 3 4 8 14 20 24 25/26
ST ST ST ST PO ST ST ST ST PO ST
60 60 90 60 90 60 90 60 90
1 1 2 1 1 2 1 2 1 1 2
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Weging SE
Herkansbaar
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Newton H 1 Newton H 1, 2.1-2.3 Newton H 1, 2 Newton 1, 3 gemiddeld prakticumcijfer periode 1+2 Newton H 1, 3, 7 Newton H 1, 6.2 Newton H 1, 4, 6.2, 6.3 tot p.168 Newton H 1, 5 gemiddeld prakticumcijfer periode 3+4 Newton H 1, 4, 5, 6
Nederlandse taal en literatuur Week
Soort
Duur
38 44 45 49 3 4 6-8 11 13 14 19 22 23 25
ST HD ST ST HD ST MT ST HD ST ST ST HD ST
60 90 60 60 5 60 90 60 60 120
Weging rapport 3 0 6 3 0 4 4 3 0 6 3 3 0 6
Stofomschrijving Verhaalanalyse Boekopdracht 1 Tekstbegrip en argumenteren Formuleren Boekopdracht 2 Schrijfvaardigheid Mondelinge taalvaardigheid Spelling Boekopdracht 3 Samenvatten Poëzie-analyse Middeleeuwen Boekopdracht 4 Tekstbegrip, argumenteren en samenvatten
Opmerkingen: De boekopdrachten zijn niet herkansbaar, maar ze moeten wel met een V (voldoende) worden afgerond, dus afvinken. Ik weet niet of ik dat dan herkansbaar moet noemen… Vak:
Profielwerktijd 35
21-6-2011
Nr. Schooljaar 1 2 3 4
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 Vak:
Nr. Schooljaar 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11
Vak:
Week
Soort
45 4 14 25
PO PO PO PO
Duur
Weging rapport 1 1 1 1
Weging SE
Herkansbaar Nee Nee Nee Nee
Stofomschrijving Project I Project II Project III Project IV
Scheikunde Week 40 43 45 50 2 4 9 12 14 23 25-26
Soort ST PO ST ST PO ST ST PO ST PO ST
Duur 60 60 60 60 30 60 60
Weging rapport 3 2 3 2 2 3 2 2 3 2 3
Weging SE
Herkansbaar Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Stofomschrijving e
3 klas stof + deel Module op groene vakantie verslagen: koperzwavel, gassen en op groene vakantie Module op groene vakantie Module bioethanol energieberekeningen en koolstofchemie verslag bioethanol Module bioethanol zoutformules, neerslagvergelijkingen en oplosvergelijkingen verslagen: dingen die lopen en bioethanol Module planten Open practicum Module planten vervolg
Tekenen
36
21-6-2011
Nr. Schooljaar 1 2 3 4 5 6 7 8
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 Vak:
Nr. Schooljaar 1 2 3 4 5 6 7 8
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11
Vak:
Week
Soort
44 45 3 4 13 14 24 25
PO ST PO ST PO ST PO ST
Duur 60 60 60 60
Weging rapport 1 1 1 1 1 1 1 1
Weging SE
Herkansbaar Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Stofomschrijving Tekenopdracht 1 Kunstbeschouwing Tekenopdracht 2 Kunstgeschiedenis: Grieken t/m Middeleeuwen Tekenopdracht 3 Kunstgeschiedenis: Renaissance t/m Barok Tekenopdracht 4 Kunstgeschiedenis: Neoclassicisme t/m Jugendstill
Wiskunde A Week
Soort
Duur
39 45 49 4 8 14 20 25/26
ST ST ST ST ST ST ST ST
45 60 45 60 45 60 45 60
Weging rapport 1 1 1 1 1 1 1 1
Weging SE
Herkansbaar Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Stofomschrijving 1. 1 t/m 1.4 hfst 1 en 2.1 t/m 2.2 (nadruk op nieuwe stof tov vorig pw) hfst 2 en 3.1 hfst 3 4.1 t/m 4.4 hfst 4 en 5.1 t/m 5.2 (nadruk 50-50) hfst 5 en 6.1 hfst 6
Wiskunde B
37
21-6-2011
Nr. Schooljaar 1 2 3 4 5 6 7 8
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 Vak:
Nr. Schooljaar 1 2 3 4 5 6 7 8
2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11 2010 - 11
Week
Soort
Duur
40 45 50 4 8 14 21 25
ST ST ST ST ST ST ST ST
45 60 45 60 45 60 45 60
Weging rapport 1 1 1 1 1 1 1 1
Weging SE
Herkansbaar
0 0 0 0 0 0 0 0
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Weging SE
Herkansbaar
Stofomschrijving Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 1 en paragraaf 4.1 t/m 4.3 Hoofdstuk 2 Hooffdstuk 2 en paragraaf 4.4 en 4.5 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 3 en hoofdstuk 5 Hooffdstuk 6 Hoofdstuk 8
Wiskunde C Week
Soort
Duur
39 45 49 4 8 14 20 25/26
ST ST ST ST ST ST ST ST
45 60 45 60 45 60 45 60
Weging rapport 1 1 1 1 1 1 1 1
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Stofomschrijving 1. 1 t/m 1.4 hfst 1 en 2.1 t/m 2.2 (nadruk op nieuwe stof tov vorig pw) hfst 2 en 3.1 hfst 3 4.1 t/m 4.4 hfst 4 en 5.1 t/m 5.2 (nadruk 50-50) hfst 5 en 6.1 hfst 6
38
21-6-2011