KENNEMER LYCEUM
PTA 4 vwo Programma van toetsing en afsluiting en eindexamenreglement 2015 / 2016
1
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING HOOFDSTUK 1
ALGEMENE BEPALINGEN
HOOFDSTUK 2
INHOUD VAN HET EXAMEN
HOOFDSTUK 3
REGELING VAN HET EXAMEN
HOOFDSTUK 4
UITSLAG, HERKANSINGEN EN DIPLOMERING
HOOFDSTUK 5
OVERIGE BEPALINGEN
HOOFDSTUK 6
SLOTBEPALINGEN
HOOFDSTUK 7
DE AFZONDERLIJKE VAKKEN
BIJLAGE 1
REGELING BEZWAAR – EN BEROEP
JAAROVERZICHTEN PER VAK VANAF PAGINA 21
2
Inleiding Voor je ligt het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). In het algemene deel staan de regelingen en regels omschreven die bij alle examens gelden. Verder lees je informatie over het schoolexamen en het eindexamen en vind je ook het programma van toetsing en afsluiting specifiek voor jouw leerjaar. In de tweede fase bouw je als leerling een examendossier op dat bestaat uit de volgende onderdelen: de cijferlijst van alle behaalde resultaten die voor het examen meetellen; het profielwerkstuk. Examentoetsen Er zijn in het examenjaar alleen examentoetsen, praktische opdrachten en verslagen. Examentoetsen tellen mee voor het examendossier. De examentoetsen worden altijd gehonoreerd met een cijfer. De stofomschrijving en wegingsfactor van de examentoetsen staan vermeld in het PTA. Handelingsdeel Bij een aantal vakken moet je onderdelen afronden die niet met een cijfer worden afgesloten. Deze onderdelen vormen het handelingsdeel. Als het handelingsdeel onvoldoende wordt beoordeeld, kan het zijn dat je verbeteringen moet aanbrengen totdat de docent het goedkeurt. Realiseer je goed dat je handelingsdelen meetellen voor het examendossier. Handelingsdelen kunnen niet worden herkanst. Van het handelingsdeel staan de relevante details vermeld in de werkwijzer van het betreffende vak, als ook in het leerjaar gebonden deel van het PTA. Praktische Opdracht Voor een aantal vakken zul je een Praktische Opdracht (PO) moeten maken. Het gaat hier om opdrachten die je alleen of met een groepje leerlingen – min of meer zelfstandig – moet uitvoeren. Soms wordt een PO afgesloten met een vorm van presentatie. Een PO wordt met een cijfer beoordeeld. In overleg met je docent kan een PO een aanzet vormen voor het profielwerkstuk.
3
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1: algemeen 1. Het schoolexamen en het centraal examen geschieden volgens de bepalingen van het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo, zoals dit ten tijde van het examen zal luiden. 2. In geval van botsing tussen dit reglement en het Eindexamenbesluit prevaleert het laatstgenoemde besluit. 3. Onder het bevoegd gezag wordt verstaan het bestuur van de Stichting Scholengemeenschap Kennemer Lyceum te Overveen. 4. Waar in dit reglement gelezen wordt "ouders" kan, indien van toepassing, ook gelezen worden "verzorgers". 5. Waar in dit reglement gelezen wordt “hij” dan wel “zijn”, kan ook gelezen worden ”zij” dan wel “haar”.
Artikel 2: indeling eindexamen en profielwerkstuk 1. Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel uit beide. 2. Het schoolexamen vwo omvat mede een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel. 3. Het profielwerkstuk heeft betrekking op één of meer vakken van het eindexamen. Ten minste één van deze vakken heeft een omvang van 400 uur of meer.
Artikel 3: onregelmatigheden 1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op vrijstelling aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de rector maatregelen nemen. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: 1. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen; 2. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer toetsen van het schoolexamen of het centraal examen; 3. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen; 4. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de rector aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen
4
bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op één of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen. 3. Artikel 3.1 en 3.2 zijn ook van toepassing op alle andere toetsen zoals bijvoorbeeld voortgangstoetsen en schriftelijke overhoringen. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd, in geval dit enig deel van het eindexamen betreft, in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat. 4. De kandidaat kan tegen een beslissing van de rector in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep. Van de commissie van beroep mag de rector van de school geen deel uitmaken. 5. In overeenstemming met artikel 30a van de wet op het voortgezet onderwijs wordt het beroep binnen vijf dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt, schriftelijk ingesteld bij de commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepsschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de rector en aan de inspectie. 6. Tegen beslissingen inzake het inhalen van toetsen en herkansingen is geen beroep mogelijk. 7. Kandidaten of hun ouders kunnen niet in beroep gaan tegen normering en/of becijfering van mondelingen, schriftelijke schoolexamens, praktische opdrachten en het profielwerkstuk. 8. Een kandidaat die zich tijdens het schoolexamen aan enige onrechtmatigheid schuldig heeft gemaakt (bijvoorbeeld het gebruiken of bij zich hebben van een spiekbriefje) verliest daarmee automatisch het recht om te herkansen voor het vak / de vakken waarbij de onrechtmatigheid heeft plaatsgevonden. Ook hier is artikel 3.3 van deze regeling van toepassing.
Artikel 4: hulpmiddelen Een kandidaat die tijdens een zitting van het examen (schoolexamen én centraal examen) in het bezit is van één of meer elektronische middelen (zoals mobiele telefoon, mp3-speler enzovoorts), begaat een onregelmatigheid waarop artikel 3 van toepassing is. Het overzicht ‘toegestane hulpmiddelen’ (zie artikel 18 en 29) vermeldt wat wél in de examenruimte aanwezig mag zijn.
Artikel 5: afwijking wijze van examineren Voor een dyslectische kandidaat of daaraan gelijkgestelde kunnen de examencondities aangepast worden op grond van een rapport van een deskundige, (zie artikel 55.1 van het examenbesluit) waarin is aangegeven welke maatregelen nodig zijn. Deze aanpassingen betreffen zowel het schoolexamen als het centraal examen. Afhankelijk van de mate, de ernst en het soort dyslexie komen de volgende maatregelen voor: verlenging van de examentijd (hoogstens 30 minuten) auditieve ondersteuning ICT-ondersteuning
5
Dyslectische kandidaten en/of ouders/verzorgers dienen vóór 15 september van het betreffende schooljaar schriftelijk bij de conrector van de betreffende afdeling aan te geven of en van welke faciliteiten zij gebruik willen maken. Artikel 6: dyscalculie Voorwaarden voor deelname Als voorwaarde voor deelname aan de aangepaste rekentoets geldt dat: a. In het voortraject in het onderwijs vóór 1 januari 2014 is vastgesteld dat door dyscalculie of ernstige rekenproblemen de eisen van de standaardtoets niet haalbaar zijn, ook niet nadat in dat voortraject sprake was van remediëring en daarbij behorende extra inspanning (oefening) door de leerling.
6
b. voorafgaand aan de afname van de aangepaste toets door de school ondersteuning is geboden, gericht op de aangepaste afname, en dat traject ook door de leerling met extra inspanning (oefening) is gevolgd. c. er een goed toegankelijk dossier is van de leerling waarin de onderdelen a. en b. zijn beschreven, en tevens is aangegeven dat de leerling op de hoogte is van aantekening op de cijferlijst en mogelijke consequenties, en dat leerling en school resultaten en andere gegevens ter beschikking stellen van het CvE ten behoeve van onderzoek, waarbij het CvE zich zal houden aan de regels geldend op grond van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Een dyscalculieverklaring is geen voorwaarde voor toelating maar kan wel aan de basis liggen van het traject genoemd onder (a). Als de school (wellicht mede vanuit PO) beschikt over informatie over het gevolgde remediëringstraject, dan hoeft niet alsnog een dyscalculieverklaring te worden verkregen. Omgekeerd: als een leerling beschikt over een dyscalculieverklaring, maar er is niet voldaan aan de hier genoemde eisen onder a. en b., dan is deelname aan de aangepaste toets met aangepaste eisen niet toegestaan. Een leerling met een dyscalculieverklaring die geen aangepaste eisen behoeft maar genoeg heeft aan enkele aanpassingen in de wijze van examinering, kan – net als de leerling met dyslexie – een (iets) andere wijze van examinering aanvragen (bijvoorbeeld tijdverlenging). In dit geval is de dyscalculieverklaring een voorwaarde en hoeft niet aan de eisen, hier genoemd onder a. en b., te worden voldaan.
7
HOOFDSTUK 2 INHOUD VAN HET EXAMEN
Artikel 6: inhoud examen 1. De Minister van Onderwijs stelt, behalve voor door het bevoegd gezag vast te stellen vakken die onderdeel zijn van het eindexamen, voor elk van de onderwijssoorten examenprogramma's vast, waarin zijn opgenomen: a. een omschrijving van de examenstof voor ieder eindexamenvak, en b. welk deel van de examenstof centraal zal worden geëxamineerd en over welke examenstof het schoolexamen zich uitstrekt. 2. Een examenprogramma wordt vastgesteld per vak of per groep van vakken.
8
HOOFDSTUK 3 REGELING VAN HET EXAMEN
Artikel 7: examenreglement en PTA 1. Het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs stelt een examenreglement vast. Het examenreglement bevat in elk geval informatie over: onregelmatigheden; regels met betrekking tot de organisatie van het eindexamen; de gang van zaken tijdens het eindexamen; de herkansing van het schoolexamen; de samenstelling en het adres van de commissie van beroep. Ten aanzien van de herkansing wordt in elk geval bepaald, in welke gevallen een herkansing mogelijk is. Ook kan worden bepaald dat tot die gevallen kunnen behoren gevallen waarin de kandidaat door ziekte of ten gevolge van een bijzondere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid, niet in staat is geweest, aan de desbetreffende toets deel te nemen. 2. Het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs stelt jaarlijks voor 1 oktober een programma van toetsing en afsluiting vast, dat in elk geval betrekking heeft op het desbetreffende schooljaar. In het programma wordt in elk geval aangegeven welke onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen worden getoetst, de inhoud van de onderdelen van het schoolexamen, de wijze waarop het schoolexamen plaatsvindt, de tijdvakken waarbinnen de toetsen van het schoolexamen aanvangen, de herkansing daaronder mede begrepen, de wijze van herkansing van het schoolexamen, alsmede de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt. 3. Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting worden door de rector voor 1 oktober toegezonden aan de inspectie en verstrekt aan de kandidaten.
Artikel 8: tijden schoolexamen 1. Het schoolexamen strekt zich uit over één of meer examentoetsen in de loop van de laatste drie vwo leerjaren. 2. De kandidaten ontvangen vóór 1 oktober het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) waarin vermeld staan: de periodes waarin toetsen worden afgenomen; voor ieder eindexamenvak de stof waarop het schoolexamen betrekking heeft; de wijze waarop de toetsen zullen worden afgenomen; het gewicht van de cijfers per toets (coëfficiënt); de tijdsduur van de toets. 3. Het schoolexamen wordt ten minste één week vóór de aanvang van het centraal schriftelijk examen afgesloten.
9
Artikel 9: schriftelijke schoolexamens 1. De examinator stelt de opgaven voor de examentoetsen vast na overleg met een vakcollega. 2. Normering en correctie van het gemaakte schriftelijke werk dienen in geval van twee examinatoren in hetzelfde vak in onderling overleg te geschieden. 3. Het cijfer voor een examentoets wordt vastgesteld door de examinator. 4. Het werk wordt door de examinator aan de leerlingen ter inzage gegeven en met hen besproken. 5. De examinator voert daarna voor de in het jaarprogramma vermelde data de cijfers in in het cijferadministratiesysteem. 6. Opgaven, normen en het gemaakte werk worden binnen drie weken na afronding van de betreffende periode en na bespreking met de leerlingen bij de examensecretaris ter bewaring ingeleverd.
Artikel 10: mondelinge schoolexamens 1. De mondelinge toetsen worden afgenomen door de examinator. 2. Van de mondelinge proef wordt een protocol gemaakt met behulp van een memorecorder. Het protocol wordt zo spoedig mogelijk na afloop van de examentoets periode bij de examensecretaris ingeleverd. 3. De rector kan besluiten dat wordt afgeweken van artikel 10.2, in die zin dat de mondelinge proef wordt afgenomen in aanwezigheid van een bijzitter. De bijzitter houdt een schriftelijk protocol bij dat na afloop van de schoolexamenperiode bij de administratie wordt ingeleverd. 4. Het cijfer van de mondelinge toets wordt vastgesteld door de examinator (indien van toepassing in overleg met de bijzitter). 5. De examinator deelt het cijfer pas mee aan de kandidaat na afloop van de examentoetsperiode. 6. De examinator voert daarna binnen de daartoe gestelde termijn de cijfers in het cijferadministratiesysteem.
Artikel 11: andere vormen van schoolexamens 1. Naast de in de artikelen 9 en 10 genoemde vormen zijn mogelijk: praktische opdracht; profielwerkstuk; handelingsdelen. 2. Op de in 11.1 genoemde vormen dienen de in artikelen 9 en 10 gegeven regels naar analogie te worden toegepast.
10
Artikel 12: beoordeling 1. Als cijfers voor schriftelijke toetsen, praktische opdrachten en het profielwerkstuk gebruikt de examinator de cijfers uit de schaal 1-10 met de daar tussen liggende cijfers met één decimaal. 2. Het eindcijfer voor het schoolexamen is het gewogen gemiddelde van de beoordelingen die voor de schoolexamens aan de kandidaat zijn gegeven, afgerond op één decimaal. 3. Bij het bepalen van het eindcijfer voor het schoolexamen wordt afgerond op één decimaal nauwkeurig. Is het tweede cijfer achter de komma een 5 of hoger, dan wordt het eerste cijfer achter de komma afgerond naar boven. Is de tweede decimaal lager dan 5, dan wordt afgerond naar beneden. Dus: 7,49 wordt afgerond op 7,5. Een 7,45 wordt afgerond op 7,5 en een 7,44 wordt afgerond op een 7,4. 4. Bij het bepalen van het gemiddelde eindcijfer van schoolexamen én centraal schriftelijk examen wordt bij afronding gekeken naar de eerste decimaal. Is de decimaal een 5 of hoger, dan wordt afgerond naar boven. Is de eerste decimaal lager dan een 5, dan wordt afgerond naar beneden. Dus: 7,50 wordt afgerond op 8 en een 7,49 wordt afgerond op een 7. 5. Afrondingsregeling voor vakken met uitsluitend een schoolexamen: als een vak uitsluitend met een schoolexamen wordt afgesloten (dus geen CE) wordt eerst afgerond op 1 decimaal en daarna op geheel getal (een 7,49 wordt een 7,5 en dat wordt dus een 8). Dit geldt ook voor de afzonderlijke vakken die gezamenlijk het combinatiecijfer vormen. 6. Voor het vak CKV en het vak LO moet de kwalificatie “voldoende” of “goed” worden behaald.
Artikel 13: mededeling cijfers De school deelt via Magisterweb aan de ouders mee welke cijfers de kandidaat behaald heeft.
Artikel 14: verhindering van / te laat komen voor het examen 1. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling aan de rector, is verhinderd bij één of meer toetsen van het schoolexamen tegenwoordig te zijn, wordt hem op een nader door de rector te bepalen tijdstip de gelegenheid gegeven het schoolexamen te voltooien. 2. Van ieder geval van verhindering dient de conrector van de bovenbouw of de examensecretaris door de ouders, voogden of verzorgers (of bij een meerderjarige kandidaat door hemzelf) minimaal 24 uur voor aanvang van de betreffende toets schriftelijk te zijn ingelicht. 3. In geval van ziekte dient de conrector van de bovenbouw of de examensecretaris door de ouders minimaal 1 uur voor aanvang van de betreffende toets mondeling te zijn ingelicht (een afmelding bij de conciërges van de school of bij de administratie volstaat in deze niet). De rector is gerechtigd in alle gevallen van ziekmelding een medische beoordeling te laten geschieden door een onafhankelijke arts. Als naar het oordeel van de door de rector geraadpleegde arts geen medische gronden voor het verzuim aanwezig blijken te zijn, is artikel 3 van dit reglement van toepassing. 4. Een kandidaat die één of meerdere lessen verzuimt en nalaat hiervoor binnen 1 week na het verzuim een geldige reden te verschaffen (volgens de geldende absentieregeling) begaat een onregelmatigheid
11
waarop artikel 3 van dit reglement van toepassing is. De maatregel die bij illegaal lesverzuim zal worden genomen houdt in dat de leerling het vak waar de lessen zijn verzuimd niet mag herkansen. Een leerling die een les lichamelijke opvoeding niet heeft bijgewoond moet deze les inhalen. Indien na twee inhaalmomenten deze verzuimde les niet is ingehaald, vervalt het recht van herkansing tijdens de eerstvolgende examentoetsweek. Daarnaast blijft de gebruikelijke sanctie bij ongeoorloofd verzuim – om kwart voor acht melden – ook van toepassing. 5. Examenkandidaten die een schoolexamen afleggen, moeten minstens 30 minuten voor aanvang van het schoolexamen in de gymzaal of 15 minuten voor aanvang in het lokaal aanwezig zijn. Telaatkomers melden zich bij de conrector bovenbouw of bij de secretaris van het eindexamen. Deze bepaalt vervolgens of de leerling nog kan worden toegelaten tot de betreffende toets (dit kan tot maximaal 30 minuten na aanvang van de toets). Alleen de conrector bovenbouw of de examensecretaris kunnen leerlingen na aanvang van de toets nog toegang tot het lokaal of de zaal verschaffen. De conrector bovenbouw of de secretaris van het eindexamen zal de telaatkomers na 15 minuten of na 30 minuten alsnog toegang tot het lokaal of de zaal verschaffen. Dit om de leerlingen die wel op tijd zijn gekomen zo min mogelijk te storen. Voor een leerling die te laat is, geldt dezelfde eindtijd als voor de overige leerlingen. Een leerling die zich meer dan 30 minuten na aanvang van de toets meldt bij de conrector, wordt niet meer toegelaten tot de toets en krijgt voor deze gemiste toets het cijfer “1”. 6. Als een leerling door ziekte of andere omstandigheden niet aanwezig is geweest tijdens een toets van het schoolexamen, maakt hij deze toets op het moment van de herkansingen. Hierdoor is het voor deze kandidaat niet mogelijk, zich ook nog voor een herkansing in te tekenen.
Artikel 15: herkansingen 1. In niet-examenklassen vinden geen herkansingen plaats. 2. Na elke examentoetsperiode vindt een herkansing plaats volgens het toetsrooster. Dat betekent dat in totaal drie herkansingsdagen worden georganiseerd. Per periode mag een kandidaat één vak uit die periode herkansen. 3. Praktische opdrachten, mondelinge examentoetsen, het profielwerkstuk en handelingsdelen zijn van herkansing uitgesloten. Voor examentoets 3 bij het vak Nederlands (mondelinge taalvaardigheid: debat) geldt echter dat dit wel herkanst mag worden. 4. In geval van gerechtvaardigde absentie (zie artikel 14) moet de kandidaat de gemiste examentoets(en) tijdens de eerstvolgende herkansingsdag inhalen. Bij langdurige ziekte wordt een aparte regeling getroffen. 5. Indien een kandidaat herkanst, telt het hoogste cijfer. 6. Vóór het daartoe aangegeven uiterlijke tijdstip meldt de kandidaat met het herkansingsformulier aan de examensecretaris welk vak hij wenst te herkansen. Het recht op herkansen vervalt na de uiterste aanmelddatum. 7. Behalve genoemde herkansingsmogelijkheden mag de kandidaat voor één vak herkansen dat met een schoolexamen wordt afgerond. De herkansing van dit schoolexamen gaat over de hele stof.
12
8. Het recht op herkansing vervalt bij afwezigheid tijdens de herkansing, ook in geval van ziekte. 9. Als de leerling gebruik maakt van een herkansing, moet hij die dag de gehele dag ter beschikking staan en mag dus geen andere zaken voor die dag gepland hebben (bijvoorbeeld een rijexamen). 10. De verlening van herkansing van een schoolexamen anders dan in artikel 14.6 tot en met 15.9 genoemd staat ter beoordeling van de rector, eventueel nadat de betreffende eindexamencommissie en de betrokkenen gehoord zijn.
13
Artikel 16: regels omtrent het centraal examen 1. Onze Minister zorgt ervoor dat de opgaven, bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de Wet College voor examens tijdig worden gedrukt en verzonden aan de rector van de school. 2. De rector zorgt ervoor, dat de opgaven voor het centraal examen geheim blijven tot de aanvang van de toets waarbij deze opgaven aan de kandidaten worden voorgelegd. Het College voor examens, bedoeld in artikel 39, kan opgaven aanwijzen waarop de eerste volzin niet van toepassing is. 3. Tijdens een toets van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan, uitgezonderd mededeling van door het College voor examens, bedoeld in artikel 39, vastgestelde errata. 4. De rector draagt er zorg voor dat het nodige toezicht bij het centraal examen wordt uitgeoefend. 5. Zij die toezicht hebben gehouden, maken een proces-verbaal op. Zij leveren dit in bij de rector samen met het gemaakte examenwerk. 6. Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten. 7. De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een toets van het centraal examen blijven in het examenlokaal tot het einde van die toets. 8. Bij ministeriële regeling kan ten aanzien van een of meer zittingen worden bepaald dat de kandidaten de opgaven, de door hen gemaakte aantekeningen alsmede andere door hen gemaakte stukken inleveren bij één van degenen die toezicht houden. Bij die regeling wordt bepaald wanneer de opgaven, de aantekeningen en de andere stukken, bedoeld in de eerste volzin, aan de kandidaten worden teruggegeven.
Artikel 17: Verhindering centraal examen 1. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de rector, is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen voor ten hoogste twee toetsen per dag alsnog te voltooien. 2. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van het College voor examens zijn eindexamen te voltooien. 3. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de rector aan het College voor examens. In dat geval deelt de rector aan het College voor examens mede, wanneer dat zich voordoet, dat ten behoeve van de kandidaat toepassing is gegeven aan artikel 55 van de wet op het voortgezet onderwijs, eerste, tweede dan wel derde lid, en waaruit deze toepassing bestaat. 4. Na afloop van het derde tijdvak deelt het College voor examens het resultaat mede aan de rector.
14
Artikel 18: praktische regels rond het schoolexamen en het centraal eindexamen
Als je een rooster voor een examen ontvangt, controleer dat dan meteen. Meen je dat er een fout in zit, neem dan direct contact op met de conrector bovenbouw. Zorg ervoor zeker vijftien minuten voor de aanvang van een examenzitting aanwezig te zijn. In de examenzaal zijn de plaatsen genummerd. Zorg dat je je examennummer kent; dit nummer moet je ook op je examenpapier vermelden. Laatkomers bij examentoetsen en examens krijgen geen extra tijd. Een half uur na aanvang van een schoolexamen of examen worden laatkomers niet meer toegelaten. Bij ongeoorloofde afwezigheid kan de rector maatregelen nemen (zie artikel 3 van het examenreglement). In de praktijk zal dit veelal inhouden dat het cijfer “1” wordt toegekend. In de examenzaal mogen geen tassen, jassen, etuis, mobieltjes en dergelijke worden meegenomen. Gedurende het eerste klokuur van een examenzitting mogen geen leerlingen vertrekken. Daarna mogen ieder kwartier volgens de klok in de examenzaal, leerlingen die voor het einde van een zitting klaar zijn, vertrekken. Als je je vinger opsteekt, komt de surveillant je werk ophalen. Je blijft dan nog rustig zitten totdat de surveillant meedeelt dat de kandidaten die het werk hebben ingeleverd de zaal kunnen verlaten. Daarna heerst er weer een kwartier volstrekte rust. Het einde van een zitting wordt kort tevoren aangekondigd. Op het gestelde tijdstip halen de surveillanten het werk op. Iedereen blijft rustig zitten tot de surveillant meedeelt dat allen kunnen vertrekken. Verzorg je werk goed. Schrijven met potlood is verboden (tenzij het gebruik ervan bij een opgave expliciet vemeld wordt), evenals het gebruik van Tippex. Gebruik in voorkomende gevallen een liniaal, houd je aan de afspraken/voorschriften (bijvoorbeeld het aantal woorden voor een samenvatting). Zorg er goed voor dat je steeds alles bij je hebt dat je in de zaal bij je mag hebben: voldoende schrijfmateriaal, tabellenboekjes, liniaal, een geoorloofde rekenmachine, et cetera. Je dient ook zelf je woordenboeken en atlas mee te nemen. Let erop dat bij het gebruik van atlas, Binas en woordenboeken geen losse blaadjes met aantekeningen zitten. Zorg ervoor dat je bij een examen steeds minimaal 30 minuten voor aanvang in de gymzaal of 15 minuten voor aanvang in het lokaal aanwezig bent. Het is de examinator niet toegestaan cijfers bekend te maken vóór de afloop van een geheel schoolexamen. Schriftelijk werk wordt in de klas ter inzage gegeven. Wij vragen ten slotte de bijzondere aandacht van jullie en van jullie ouders/verzorgers voor de artikelen 3 en 14 van het reglement eindexamen.
15
HOOFDSTUK 4: UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING
Artikel 19: eindcijfer eindexamen 1. Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. 2. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden, is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. 3. Voor alle vakken worden cijfers gegeven met uitzondering van CKV en LO. 4. Tegenover behaalde onvoldoendes kunnen compensatiepunten staan die behaald zijn bij andere vakken. Er wordt geen verschil gemaakt tussen cijfers voor vakken uit het profieldeel en cijfers voor andere vakken. Eén van de meewegende cijfers is het combinatiecijfer: dit bestaat uit ANW, maatschappijleer, het profielwerkstuk en voor gymnasiasten ook KCV. In het combinatiecijfer tellen alle onderdelen even zwaar en om te kunnen slagen mag geen van de onderdelen lager dan 4 zijn. 5. Een 7 voor een vak levert één compensatiepunt op; een 8 twee compensatiepunten en een 9 drie compensatiepunten en een 10 vier compensatiepunten.
Artikel 20: vaststelling uitslag 1. De rector en de examensecretaris stellen in geval van een eindexamen de uitslag vast. De uitslag luidt «geslaagd voor het eindexamen» of «afgewezen voor het eindexamen». 2. Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen betrekken de rector en de secretaris van het eindexamen één of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de definitieve uitslag. De overgebleven vakken dienen een eindexamen te vormen.
Artikel 21: uitslag 1. De kandidaat die eindexamen vwo heeft afgelegd, is geslaagd: a. indien het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is, b. en indien hij 1°. voor al zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, 2°. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, 3°. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld met uitzondering van de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur, wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een
16
eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt, dan wel 4°. voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt, met dien verstande dat hij daarbij voor één van de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en in voorkomende gevallen wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de andere twee genoemde vakken als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; c. en indien geen van de eindcijfers lager is dan 4, en d. en indien de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel alsmede de maatschappelijke stage, zijn beoordeeld als «voldoende» of «goed». e. en indien de leerling voor de rekentoets ten minste het eindcijfer 5 heeft behaald. 2. Bij de uitslagbepaling volgens artikel 21.1 wordt het gemiddelde van de eindcijfers van ten minste de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald: maatschappijleer en het profielwerkstuk en ook Algemene Natuur Wetenschappen. Het vak Klassieke Culturele Vorming is vanaf de vierde klas gymnasium een onderdeel geworden van de vakken Latijn en Grieks. Het cijfer voor KCV wordt ook bij Latijn en Grieks ondergebracht.
Artikel 22 herkansing centraal examen Elke kandidaat heeft recht op herkansing van het centraal schriftelijk examen van één vak. Hierbij geldt het hoogste cijfer. Het cijfer voor het schoolexamen blijft staan.
17
HOOFDSTUK 5: OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 23: het extra vak 1. Indien het nodig is om een kandidaat met een extra vak of extra vakken te laten slagen betrekken de voorzitter en de examensecretaris een of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de definitieve uitslag. De overgebleven vakken dienen een eindexamen te vormen als bedoeld in het examenbesluit. Dat wil zeggen dat de vakken van het gemeenschappelijk deel en het profieldeel verplichte vakken zijn en altijd bij de examenuitslag betrokken worden. 2. Bovengenoemde uitsluiting van vakken kan alleen plaatsvinden wanneer naast het wettelijk verplichte extra vak in het vrije deel, een tweede vak is gekozen dat ook aan de wettelijk verplichte eisen van het vrije deel voldoet.
Artikel 24: uitgestelde examens 1. Kandidaten die in het eerste tijdvak van het centraal schriftelijk examen om een geldige reden verhinderd waren deel te nemen aan één of meer zittingen, kunnen op de dagen van de herkansing (tweede tijdvak) aan deze zittingen alsnog deelnemen. Een kandidaat die op de herkansingsdagen aan de zittingen deelneemt, mag tevens van zijn recht op herkansing in één vak gebruik maken, en kan zo op de dag van herkansingen zijn examen voltooien, mits het rooster van het tweede tijdvak dit toestaat. 2. Drie groepen kandidaten kunnen deelnemen aan het zogenaamde derde tijdvak (de staatsexamens). Deze vinden eind augustus/ begin september plaats. Het betreft kandidaten die: na het tweede tijdvak één of meer zittingen hebben gemist of op de dag van de herkansing het eerste tijdvak van het centraal examen hebben afgerond, en nog geen gebruik hebben gemaakt van hun recht op herkansing of op de dag van de herkansing om een geldige reden verhinderd zijn gebruik te maken van hun recht op herkansing of van hun mogelijkheid tot uitgesteld examen.
Artikel 25: cijferlijsten Aan een afgewezen kandidaat, die de school verlaat, wordt een cijferlijst afgegeven, waarop zijn eindcijfers vermeld staan. Hij kan daarvan gebruik maken om in het VAVO en/of bij de staatsexamens alsnog een diploma op te bouwen.
Artikel 26: afwijking van wijze van examineren 1. De rector kan toestaan dat een lichamelijk of verstandelijk gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de rector de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. 2. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft
18
gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: het vak Nederlandse taal en letterkunde; enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is.
3. De hierboven genoemde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten. 4. Van elke afwijking wordt mededeling gedaan aan de inspectie.
Artikel 27: vrijstelling Het bevoegd gezag van een school voor vwo of havo kan een leerling, na overleg met de leerling en, indien de leerling minderjarig is, met diens ouders, voogden of verzorgers, vrijstelling verlenen van het volgen van het onderwijs in het vak lichamelijke opvoeding indien de leerling vanwege diens lichamelijke gesteldheid niet in staat is dit onderwijs te volgen. Het bevoegd gezag geeft de inspectie kennis van de verleende vrijstelling en vermeldt daarbij de gronden waarop deze vrijstelling berust. 2 en 3 weggelaten Artikel 28: doublanten / gezakten 1. De lessen van vakken met alleen een schoolexamen, die met een voldoende zijn afgesloten, hoeven niet te worden gevolgd, met uitzondering van LO. 2. Een praktische opdracht hoeft niet te worden overgedaan als het is afgesloten met een cijfer 7.0 of hoger. 3. In geval van verschillen tussen het reglement in het voorgaande cursusjaar en het huidige prevaleert het reglement van het huidige cursusjaar.
Artikel 29: hulpmiddelen 1. Tijdens het centraal examen VWO van de vakken wiskunde A, wiskunde B en wiskunde C is het gebruik van een grafische rekenmachine toegestaan. Voor de vakken economie, management & organisatie, natuurkunde en scheikunde is de grafische rekenmachine niet meer toegestaan.
2. Bij de andere vakken is het gebruik van een elektronische rekenmachine toegestaan. Bij deze vakken is het gebruik van apparaten niet toegestaan die: op het lichtnet moeten worden aangesloten; tijdens het examen opgeladen moeten worden; geluidsoverlast bezorgen; zijn voorzien van schrijfrollen, alarminstallaties dan wel zend- en/of ontvangstmogelijkheden;
19
groter van afmetingen zijn dan het zogenaamde zakformaat (ca 15 cm x 9 cm); alfanumeriek zijn, dat wil zeggen woorden, formules, letters van natuurkundige symbolen e.d. op het afleesvenster kunnen tonen; grafieken kunnen weergeven in het afleesvenster.
3. Voor het gebruik van overige hulpmiddelen zoals Bosatlas en Binas wordt naar het reglement in www.examenblad.nl verwezen.
Artikel 30: reglement profielwerkstuk 1. Het profielwerkstuk is een uitgebreid zelfstandig onderzoek. Het resultaat van het profielwerkstuk wordt apart op de cijferlijst vermeld.
2. Het profielwerkstuk heeft een studielast van 80 studiebelastingsuren (sbu). Voor eind maart ontvangen de leerlingen in het voorexamenjaar de brochure “het profielwerkstukboekje”, waarin nadere regels en voorbeelden met betrekking tot het profielwerkstuk staan vermeld. 3. Het profielwerkstuk wordt in groepjes van maximaal drie leerlingen uitgevoerd. 4. Het onderwerp van het profielwerkstuk moet vóór de deadline zoals vermeld in het profielwerkstukboekje door de docent worden goedgekeurd. 5. De leerling levert het voorlopige eindproduct (werkstuk en logboek) in vóór of op het daartoe afgesproken tijdstip. 6. De docent bekijkt het werkstuk en geeft vervolgens commentaar. 7. De leerling levert het profielwerkstuk in definitieve vorm in op het daartoe afgesproken tijdstip. 8. Het profielwerkstuk wordt afgesloten met een presentatie aan ouders en medeleerlingen. 9. De docent voorziet het werkstuk van een cijfer aan de hand van het beoordelingsformulier in het profielwerkstukboekje. Dit cijfer wordt gegeven na een persoonlijk gesprek met de leerling.
20
HOOFDSTUK 6: SLOTBEPALINGEN
Artikel 31: geheimhouding Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit reglement en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit reglement de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
Artikel 32: slotbepalingen 1. De kandidaten krijgen beschikking over het programma van toetsing en afsluiting vóór 1 oktober van het examenjaar via www.kennemerlyceum.nl/downloads. 2. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de rector.
21
BIJLAGE 1: REGELING BEZWAAR- EN BEROEP
De commissie voor de bezwaar- en beroepschriften is belast met de voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren. Beroepschriften in het kader van het Eindexamenbesluit moeten schriftelijk worden ingediend binnen vijf werkdagen na de dag, waarop het besluit bekend is gemaakt. Het beroepschrift wordt ondertekend door de indiener en bevat ten minste: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van het besluit waartegen het beroep zich richt; de gronden van het beroep. Het beroepschrift gaat bij voorkeur vergezeld van een afschrift van het besluit waartegen het beroep is ingesteld. Het beroepschrift moet worden ingezonden bij de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften van het Kennemer Lyceum in Overveen. De volledige regeling behandeling bezwaar en beroepschriften is op www.kennemerlyceum.nl terug te vinden.
Het adres van de commissie voor de behandeling bezwaar- en beroepschriften is: Stichting Kennemer Lyceum t.a.v. de voorzitter van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften Adriaan Stoopplein 7 2051 KA Overveen Telefoon: 023 – 5221060
22
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016
Afdeling:
VWO
Leerjaar:
4
Vak:
Aardrijkskunde
Toetsperiode: 1 2 3 4 5 1 tm 5
Beschrijving activiteit: VT 1 VT 2 SE 1 VT 3 SE 2 VT 4
Toetsvorm: schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk praktische opdrachten / presentaties (mondeling) / overhoringen (schriftelijk)
Tijdsduur in min.: 90 min 90 min 120 min 120 min 90 min variabel
Opmerkingen en/of stofomschrijving: SE1: Klimaatvraagstukken. SE2: Arm & Rijk Kaartvaardigheden maken onderdeel uit van VT's en SE's. VT 4: Geografisch onderzoek, bestaat uit meerdere onderdelen die gedurende het hele jaar in het programma plaatsvinden en samen VT 4 vormen. Deze opdrachten kunnen schriftelijk en mondeling worden afgenomen.
Berekening eindcijfer SE 1: SE 2: VT 1: VT 2: VT 3: VT 4:
Schoolexamens van 2015-2016 Coëfficiënt: 3 Coëfficiënt: 3 Coëfficiënt: 3 Coëfficiënt: 3 Coëfficiënt: 3 Coëfficiënt: 2
Klimaatvraagstukken (gehele boek) Arm en Rijk (gehele boek)
Toegestane hulpmiddelen: VT: Atlas (GB 54), rekenmachine (niet grafisch)
SE : Atlas (GB 54), rekenmachine (niet grafisch), woordenboek (Ne-Ne)
Toetskaart.
23
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 Afdeling:
VWO
Leerjaar:
4
Vak:
Biologie
Toetsperiode: 1 2 3 4 5
Beschrijving activiteit: VT 1 VT 2 VT 3 VT 4 VT 5
Toetsvorm: Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk
Opmerkingen en/of stofomschrijving:
Beoordeling aan het einde van het jaar: Voortgangstoets 1: Voortgangstoets 2: Voortgangstoets 3: Voortgangstoets 4: Voortgangstoets 5:
Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 2
Voorlopige berekening eindcijfer van het schoolexamen: Schoolexamen 1: Coëfficiënt: 3 Schriftelijk Schoolexamen 2: Coëfficiënt: 3 Schriftelijk Schoolexamen 3: Coëfficiënt: 3 Schriftelijk Schoolexamen 4: Coëfficiënt: 1 Praktische opdracht Toegestane hulpmiddelen: Gewone rekenmachine, Binas mag gebruikt worden
24
Tijdsduur in min.: 50 50 50 60 60
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 voor klas 4 vwo Afdeling:
VWO
Leerjaar:
4
Vak:
CKV
Toetsperiode: 1 2
Beschrijving activiteit: Handelingsdeel 1 Handelingsdeel 2 Handelingsdeel 3
Toetsvorm: Schriftelijke Opdracht Beeldend Presentatie
Tijdsduur in min.: * * *
3
Handelingsdeel 4
Beeldend
4
Handelingsdeel 5
Schriftelijke Opdracht
* * *
Handelingsdeel 6
Schriftelijke Opdracht
* *
5
Opmerkingen en/of stofomschrijving: *Tijdsduur toetsing is afhankelijk het handelingsdeel Beoordeling aan het eind van het jaar: Handelingsdeel 1: coëfficiënt: 1 Handelingsdeel 2: coëfficiënt: 2 Handelingsdeel 3: coëfficiënt: 2 Handelingsdeel 4: coëfficiënt: 1 Handelingsdeel 5: coëfficiënt: 1 Handelingsdeel 6: coëfficiënt: 2 Elk handelingsdeel wordt becijferd, het eindresultaat alle delen wordt aan het einde teruggerekend naar o (onvoldoende <5,49) v (voldoende 5.5- 7.49) g (goed > 7.5)
Toegestane hulpmiddelen: NVT
25
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 Afdeling:
VWO
Leerjaar:
4
Vak:
Duits
Toetsperiode: 1 2 3 4 5
Beschrijving activiteit: VT 1 VT 2 VT 3 VT 4 VT 5
Toetsvorm: Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk
Tijdsduur in min.: 100 100 100 75 75
Opmerkingen en/of stofomschrijving: De sectie kan er toe besluiten, een cijfer toe te voegen met de valentie 1 of 2 dat gebaseerd is op maximaal 3 cijfers per periode voor (onverwachte) huiswerkoverhoringen. Daarnaast kunnen ook vaardigheidstoetsen afgenomen worden.
Beoordeling aan het einde van het jaar: Voortgangstoets 1: Voortgangstoets 2: Voortgangstoets 3: Voortgangstoets 4: Voortgangstoets 5:
Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2
Voorlopige berekening eindcijfer van het schoolexamen: Schoolexamen 1: Coëfficiënt: 1 Schriftelijk Schoolexamen 2: Coëfficiënt: 1 Mondeling Schoolexamen 3: Coëfficiënt: 1 Schriftelijk Schoolexamen 4: Coëfficiënt: 1 Schriftelijk Toegestane hulpmiddelen: Tijdens SE 1 digitaal woordenboek D-N/N-D
26
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 Afdeling:
VWO
Leerjaar:
4
Vak:
Economie
Toetsperiode: 1 2 3 4 5
Beschrijving activiteit: VT 1 VT2 VT3 VT4 VT5 Praktische opdracht
Toetsvorm: Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Presentatie en werkstuk
Tijdsduur in min.: 50 70 70 60 50 nvt
Opmerkingen en/of stofomschrijving: VT1: Levensloop H 1-4 VT2: Levensloop geheel VT3: Arbeid geheel VT4: Vraag en Aanbod H1-3 VT5: Vraag en Aanbod geheel Praktische opdracht: bestudering krantenartikel, presentatie en verslag (in duo’s)
Berekening eindcijfer VT 1: VT 2: VT 3: VT 4: VT 5: Praktische opdracht:
Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 1
Toegestane hulpmiddelen: Gewone rekenmachine
Voorlopige berekening eindcijfer van het schoolexamen: Schoolexamen 1: Coëfficiënt: 1 Schoolexamen 2: Coëfficiënt: 1 Schoolexamen 3: Coëfficiënt: 1
Schoolexamens van 2017-2018
Toegestane hulpmiddelen: Gewone rekenmachine
27
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 Afdeling:
VWO
Leerjaar:
4
Vak:
Engels
Toetsperiode: 1 2 3 4 5
Beschrijving activiteit Voortgangstoets 1 Voortgangstoets 2 Voortgangstoets 3 Voortgangstoets 4 Voortgangstoets 5 Voortgangstoets 6 Voortgangstoets 7 Voortgangstoets 8
Toetsvorm schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk
Tijdsduur in minuten: 60 minuten 50 minuten 60 minuten 50 minuten 60 minuten 50 minuten 90 minuten 100 minuten
Opmerkingen en/of stofomschrijving: In de laatste periode moet de literatuurmap ingeleverd worden. Beoordeling aan het einde van het jaar: Voortgangstoets 1: Coëfficiënt: 1 Voortgangstoets 2: leesvaardigheid Coëfficiënt: 1 In de les Voortgangstoets 3 Coëfficiënt: 1 Voortgangstoets 4: kijk/luistervaardigheid Coëfficiënt: 1 In de les Voortgangstoets 5 Coëfficiënt: 1 Voortgangstoets 6: schrijfvaardigheid Coëfficiënt: 1 In de les Voortgangstoets 7: literatuur Coëfficiënt: 1 Voortgangstoets 8: leesvaardigheid Coëfficiënt: 2 Diagnostische toetsen, max 3 per periode Coëfficiënt: 0 Vaardigheidstoetsen worden – waar mogelijk – buiten de proefwerkweek gegeven
Berekening eindcijfer van het schoolexamen Schoolexamen 1: Coëfficiënt: 1 Schoolexamen 2: Coëfficiënt: 1 Schoolexamen 3 Coëfficiënt: 1 Schoolexamen 4: Coefficient: 1
schrijfvaardigheid kijk/luistervaardigheid spreekvaardigheid en literatuur
28
valentie 0 0 0 1 VT 1 0 0 0
diagnostische toetsen
diagnostische toetsen
vaardigheid
diagnostische toetsen
PERIODE 3 PERIODE 4
VT 1
29
PERIODE 5
0 0 0 0 VT 2
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 voor klas 4 VWO Afdeling:
VWO
Leerjaar:
4
Vak:
Frans
Periode: 1 2 3 4
Beschrijving activiteit: VT 1: unité 1 en 2 VT 2 : unité 3 en 4 VT 3 : unité 5 + tekst VT 4: unité 6 + vertaling VT 5: unité 7 + vertaling
5
Toetsvorm: Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk
Tijdsduur: 100 minuten 100 minuten 60 minuten 60 minuten
Schriftelijk
60 minuten
Opmerkingen en/of stofomschrijving: VT 1: Unité 1 en 2 kennistoets VT 2: Unité 3 en 4 kennistoets VT 3: Unité 5 + schrijftoets VT 4: Unité 6 + vertaling VT 5: Unité 7 + vertaling op basis van door het jaar geleerd idioom Buiten de proefwerkweken worden huiswerk en vaardigheden( lezen, luisteren, spreken) onverwacht getoetst. Gedurende het jaar werkt de leerling aan de Franse literatuurkennis olv de docent aan zijn/haar portefolio 1 boek, 1 novelle, 5 chansons, 5 gedichten, en 5 films.
Berekening eindcijfer van het eindcijfer: Voortgangstoets 1: Coëfficiënt: 2 Voortgangstoets 2: Coëfficiënt: 2 Voortgangstoets 3: Coëfficiënt: 2 Voortgangstoets 4: Coëfficiënt: 2 Voortgangstoets 5: Coëfficiënt: 2 Vaardigheidstoetsen: Coëfficiënt: 1
Huiswerkcontrole:
Coëfficiënt: 1
Leesvaardigheid, luistervaardigheid, spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid, maximaal 2 per periode Per periode
Toegestane hulpmiddelen:
30
Voorlopige berekening eindcijfer schoolexamen
Schoolexamen 1:
Coëfficiënt: 1
SCHRIJFVAARDIGHEID
Schoolexamen 2:
Coëfficiënt: 1
LUISTERVAARDIGHEID
Schoolexamen 3:
Coëfficiënt: 1
SPREEKVAARDIGHEID
Schoolexamen 4:
Coëfficiënt: 1
LITERATUUR
31
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 Afdeling:
vwo
Leerjaar:
4
Vak:
geschiedenis
Toetsperiode: 1 2 3 4 5
Beschrijving activiteit: VT 1 VT 2 SE 1 VT 3 SE 2 PO 1 dossier
Toetsvorm: schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk
Tijdsduur in min.: 100 100 100 90 100 n.v.t.
Opmerkingen en/of stofomschrijving: VT 1: hoofdstukken 1 en 2. VT 2: hoofdstuk 1 t/m 4. SE 1: thema 1 VT 3: hoofdstuk 1 t/m 6. SE 2: thema 2. VT’ en SE’s kunnen worden voorafgegaan door een of meerdere SO’s, die meetellen in het uiteindelijke cijfer. PO telt niet mee voor de overgang naar 5vwo, wel voor het schoolexamen.
Beoordeling aan het einde van het jaar: Voortgangstoets 1: Voortgangstoets 2: Schoolexamen 1: Voortgangstoets 3: Schoolexamen 2:
Coëfficiënt: Coëfficiënt: Coëfficiënt: Coëfficiënt: Coëfficiënt:
2 2 2 2 2
32
Voorlopige berekening eindcijfer van het schoolexamen:
Schoolexamens van 2015-2016 en daarna
Schoolexamen 1: Schoolexamen 2: Schoolexamen 3: Schoolexamen 4: Schoolexamen 5: PO 1 dossier PO 2 dossier Schoolexamen 6: Schoolexamen 7:
Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 6 Coëfficiënt: 6
Schoolexamen 8:
Coëfficiënt: 6
4vwo: thema 1 4vwo: thema 2 5vwo: thema 3 5vwo: thema 4 5vwo: thema 5 4vwo: hoofdstuk 1 t/m 6 5vwo: hoofdstuk 7 t/m 10 6vwo: Democratie en Rechtsstaat 6vwo: Context 1 en 2 en de kenmerkende aspecten 6vwo: Context 3 en 4 en de kenmerkende aspecten
33
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 voor klas 4 gymnasium Afdeling: Leerjaar: Vak:
Gymnasium 4 Grieks
Toetsperiode: 1 2 2 3 3 4 4
Beschrijving activiteit: VT1 VT2 VT3 VT4 VT5 VT6 VT7
Toetsvorm: Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk
Weging: Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1
Tijdsduur in min.: 60 min. 50 min. 60 min. 50 min. 60 min. 50 min. 60 min.
5 5
VT8 VT9
Schriftelijk Schriftelijk
Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1
60 min. 75 min.
3
VT10
Schriftelijk
Coëfficiënt: 1
75 min.
Opmerkingen en/of stofomschrijving: VT1: Pallas 25/26 VT2: Proefvertaling VT3: Pallas 27/28 VT4: Proefvertaling VT5: Pallas 29 + OT 1 + Fabels 3 a t/m e VT6: Proefvertaling VT7: Homerus VT8: Proefvertaling VT9: Homerus VT10: KCV antieke cultuur (in periode 3) Berekening eindcijfer van het schoolexamen: Schoolexamen Coëfficiënt: 1 1: Schoolexamen Coëfficiënt: 1 2: Schoolexamen Coëfficiënt: 1 3: Schoolexamen Coëfficiënt: 1 4: Schoolexamen Coëfficiënt: 1 5: Schoolexamen Coëfficiënt: 1 6: Schoolexamen Coëfficiënt: 1 7: Schoolexamen Coëfficiënt: 1 8:
5 Gymnasium 5 Gymnasium 5 Gymnasium 5 Gymnasium 5 Gymnasium 5 Gymnasium 5 Gymnasium 5 Gymnasium
34
Schoolexamen 9: Schoolexamen 10: Schoolexamen 11: Schoolexamen 12: Schoolexamen 13: Schoolexamen 14:
Coëfficiënt: 1
5 Gymnasium
Coëfficiënt: 1
5 Gymnasium
Coëfficiënt: 1
5 Gymnasium
Coëfficiënt: 11
6 Gymnasium
Coëfficiënt: 11
6 Gymnasium
Coëfficiënt: 11
6 Gymnasium
35
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 voor klas 4 gymnasium Afdeling: Leerjaar: Vak:
Gymnasium 4 Latijn
Toetsperiode: 1 2 2 3 3 4 4
Beschrijving activiteit: VT1 VT2 VT3 VT4 VT5 VT6 VT7
Toetsvorm: Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk
Weging: Coëfficënt: 1 Coëfficënt: 1 Coëfficënt: 1 Coëfficënt: 1 Coëfficënt: 1 Coëfficënt: 1 Coëfficënt: 1
Tijdsduur in min.: 60 min. 50 min. 60 min. 50 min. 60 min. 50 min. 60 min.
5 5
VT8 VT9
Schriftelijk Schriftelijk
Coëfficënt: 1 Coëfficënt: 1
60 min. 75 min.
5
VT10
Schriftelijk
Coëfficënt: 1
75 min.
Opmerkingen en/of stofomschrijving: VT1: Daedalus en Icarus + VT2: Proefvertaling VT3: Pygmalion + VT4: Proefvertaling VT5: Pyramus & Thisbe I VT6: Proefvertaling VT7: Pyramus & Thisbe II VT8: Proefvertaling VT9: Latona & Plinius VT10: KCV antieke cultuur Berekening eindcijfer van het schoolexamen: Schoolexamen Coëfficiënt: 1 1: Schoolexamen Coëfficiënt: 1 2: Schoolexamen Coëfficiënt: 1 3: Schoolexamen Coëfficiënt: 1 4: Schoolexamen Coëfficiënt: 1 5: Schoolexamen Coëfficiënt: 1 6: Schoolexamen Coëfficiënt: 1 7: Schoolexamen Coëfficiënt: 1 8:
5 Gymnasium 5 Gymnasium 5 Gymnasium 5 Gymnasium 5 Gymnasium 5 Gymnasium 5 Gymnasium 5 Gymnasium
36
Schoolexamen 9: Schoolexamen 10: Schoolexamen 11: Schoolexamen 12: Schoolexamen 13: Schoolexamen 14:
Coëfficiënt: 1
5 Gymnasium
Coëfficiënt: 1
5 Gymnasium
Coëfficiënt: 1
5 Gymnasium
Coëfficiënt: 11
6 Gymnasium
Coëfficiënt: 11
6 Gymnasium
Coëfficiënt: 11
6 Gymnasium
37
PTA 4 VWO 2015-2016 Vak L.O. Periode
Onderdeel
HD
1
Coopertest
1
Basketbal Badminton Turnen/dansen
2 3 4
2
Volleybal Hoogspringen
5 6
3
Volleybal Verspringen Sprinten Middenafstand (800/1500)
5 8 9 10
Sportdag (1x)
11
Vervangende opdracht (ziekte, blessure, absentie)
12
Regels Lichamelijk Opvoeding in de bovenbouw
1. Alle handelingsdelen dienen naar behoren te worden afgesloten. 2. Als er een handelingsdeel niet wordt afgesloten noteert de docent een 1,1 in Magister. Dit cijfer wordt omgezet, als het handelingsdeel wordt ingehaald en naar behoren wordt afgesloten. 3. Van alle leerlingen verwachten wij een actieve werkhouding tijdens de les. 4. De leerlingen dienen de lessen in gymkleding te volgen! Heeft de leerling voor een tweede keer geen gepaste kleding mee, dan wordt de les ingehaald. 5. Bij een blessure verwachten wij dat de leerling zich vóór de les meldt bij de docent l.o. met een briefje van de ouders/verzorgers. Ook langdurig geblesseerde leerlingen melden zich vóór elke les bij de docent l.o. 6. Na de les meldt de leerling zich af bij de docent l.o. 7. Langdurig geblesseerd wil zeggen dat de leerling langer dan vier weken geblesseerd is en een doktersverklaring kan overleggen met de conrector en de docent l.o. 8. Van deze leerling wordt verwacht dat zij ten minste een sportdag helpt organiseren. Dit gaat in overleg met de docent l.o. 9. Bij afwezigheid op de sportdagen wordt er een vervangende opdracht toegewezen!
38
JAAROVERZICHT 2015 / 2016
VWO 4
VAK: Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding (LOB)
Het is de bedoeling dat je vanaf de vierde klas regelmatig bezig bent met je te oriënteren op de mogelijkheden na het halen van je diploma. Daartoe dien je ieder schooljaar een aantal opdrachten uit te voeren. In onderstaand schema staat wat er in de bovenbouw per leerjaar van je wordt verwacht. Probeer gedurende ieder jaar voldoende aandacht te besteden aan deze opdrachten. Begin op tijd, je zult merken dat het ook leuk is om bezig te zijn met wat je in de toekomst wilt gaan doen!
Leerjaar
Periode
Beschrijving activiteit
4V
2
3-daagse stage
4V
2
Stagepresentatie aan de klas
4V
Hele jaar
Verplicht bezoeken van één open dag / meeloopdag
39
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 Afdeling:
VWO
Leerjaar:
4
Vak:
Maatschappijleer
Toetsperiode:
Beschrijving activiteit:
Toetsvorm:
1 2
Rechtsstaat (SE1) Parlementaire democratie (SE2) Politieke partijen (PO1) 3 generatie interview (PO2) Pluriforme samenleving (SE3) Verzorgingsstaat (SE4) Presentatie onderwerp nieuws
Schriftelijk/open en gesloten vragen Schriftelijk/open en gesloten vragen
Tijdsduur in min.: 75 75
Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk/open en gesloten vragen Schriftelijk/open en gesloten vragen Mondeling
75 75 6.40
2/3 3/4 4 5 Hele jaar
Opmerkingen en/of stofomschrijving: Presentatie onderwerpen nieuws gaat in de vorm van een pecha kucha (20 dia’s met 20 seconden toelichting per dia)
Berekening eindcijfer van het schoolexamen:
Schoolexamens van 2015-2016
Schoolexamen 1: Schoolexamen 2: Schoolexamen 3: Schoolexamen 4: Praktische opdracht 1: Praktische opdracht 2: Pecha kucha nieuws
Gedurende hele jaar
Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1
Toegestane hulpmiddelen bij toetsen: Woordenboek Nederlands
40
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 Afdeling:
VWO
Leerjaar:
4
Vak:
M&O
Toetsperiode: 1 2 3 4 5
Beschrijving activiteit: VT 1 VT 2 VT 3 VT 4 VT 5
Toetsvorm: Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Excel
Tijdsduur in min.: 50 50 70 60 50
Opmerkingen en/of stofomschrijving: VT1: H1 t/m H3 van M&O in balans (deel 1a) VT2: H9 t/m H11 van M&O in balans (deel 1a) VT3: H12, H13, herhalen H9 t/m H11 van M&O in balans (deel 1a) VT4: H14 t/m H16 van M&O in balans (deel 1a) VT5: Exceltoets over H21 van M&O in balans (deel 1b), herhalen H3 (deels 1a)
Berekening eindcijfer VT 1: VT 2: VT 3: VT 4: VT 5:
Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1
Toegestane hulpmiddelen: Gewone rekenmachine
Voorlopige berekening eindcijfer van het schoolexamen: Schoolexamen 1: Schoolexamen 2: Schoolexamen 3:
Schoolexamens van 2017-2018
Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1
41
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 Afdeling:
VWO
Leerjaar:
4
Vak:
Natuurkunde
Toetsperiode: 1
Beschrijving activiteit: Toets H1 + H2
Toetsvorm: Schriftelijk
Tijdsduur in min.: 120
2
Toets H2 + H3
Schriftelijk
120
3
Toets H3 + H4
Schriftelijk
120
4
Toets H4 + H5
Schriftelijk
120
5
Toets H5 + H6
Schriftelijk
120
Opmerkingen en/of stofomschrijving: Voor alle VT’s geldt: de stof van de voorgaande VT’s wordt bekend verondersteld. VT6: gemiddelde van presentaties, practicumverslagen gedurende het hele schooljaar.
Berekening eindcijfer: VT1 VT2 VT3 VT4 VT5 VT6
Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 1
Toegestane hulpmiddelen: Gewone rekenmachine, BINAS 6e editie
Voorlopige berekening eindcijfer van het schoolexamen: Schoolexamen 1: Schoolexamen 2: Schoolexamen 3: Schoolexamen 4:
Coëfficiënt: 3 Coëfficiënt: 3 Coëfficiënt: 3 Coëfficiënt: 1
Deels al in 5V afgerond
42
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 Afdeling:
VWO
Leerjaar:
4
Vak:
Nederlands
Periode: 1 2 3 4 5
Beschrijving activiteit VT1 – leesvaardigheid VT2 – schrijfvaardigheid > uiteenzetting VT3 – taalverzorging VT4 – schrijfvaardigheid > betoog VT5 – literatuur VT6 – debat VT7 – middeleeuwen VT8 – leesvaardigheid
Toetsvorm schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk schriftelijk mondeling schriftelijk schriftelijk
Tijdsduur: 50 minuten 50 minuten 50 minuten 50 minuten 50 minuten 50 minuten 60 minuten 60 minuten
Opmerkingen en/of stofomschrijving: Elke periode wordt afgesloten met een toets waarvoor je moet leren. In periode 2, 3 en 4 worden tussendoor vaardigheden getoetst. Op deze VT bereid je je tijdens de voorafgaande lessen voor. Voor de schrijfopdrachten geldt dat je in de lessen een dossier aanlegt, waarin je schrijfproces zichtbaar is. Dit dossier blijft in het lokaal! Wanneer het dossier het lokaal verlaat, geldt dat als fraude. Bij de uiteindelijke toets mag je alléén dit dossier gebruiken. In periode 3 wordt een toets afgenomen over drie gelezen boeken, literatuurtheorie en colleges over schrijvers en hun werken. Je verzamelt zelf in de eerste periodes de secundaire literatuur bij je gelezen boeken. Beoordeling aan het einde van het jaar: Voortgangstoets 1: Coëfficiënt: 1 Voortgangstoets 2: Coëfficiënt: 1 Voortgangstoets 3: Coëfficiënt: 1 Voortgangstoets 4: Coëfficiënt: 1 Voortgangstoets 5: Coëfficiënt: 1 Voortgangstoets 6: Coëfficiënt: 1 Voortgangstoets 7: Coëfficiënt: 1 Voortgangstoets 8: Coëfficiënt: 1 Voorlopige berekening eindcijfer van het schoolexamen Nederlands in 6V: In 5VWO: Schoolexamen 1: Coëfficiënt:1 Schrijfvaardigheid In 6VWO: Schoolexamen 2: Coëfficiënt:1 Schrijfvaardigheid Schoolexamen 3: Coëfficiënt:1 Debat (mondeling) Schoolexamen 4: Coëfficiënt:1 Literatuur & literatuurgeschiedenis (mondeling)
43
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 Afdeling: Leerjaar: Vak:
VWO 4 Scheikunde
Toetsperiode:
Beschrijving activiteit:
Toetsvorm:
Tijdsduur in min.:
Periode 1 in de les Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Periode 5
Voortgangstoets 1 Voortgangstoets 2 Voortgangstoets 3 Voortgangstoets 4 Voortgangstoets 5 Voortgangstoets 6
Presentatie Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk
Nvt 60 60 60 60 60
Opmerkingen en/of stofomschrijving: VT1: presentatie VT2: : H1 scheiden en reageren + H2 t/m §2.5 Bouwstenen van stoffen VT3: H2 Bouwstenen van stoffen + H3 Moleculaire stoffen VT4: H3: Moleculaire stoffen + H4 Zouten en zoutoplossingen + H5 t/m blz 158. VT5: H4: Zouten en zoutoplossingen + H5 Reacties van zouten + H6 t/m § 6.4 VT6: H6 Koolstofverbindingen + H7 Duurzaamheid
Beoordeling aan het einde van het jaar: Voortgangstoets 1: Voortgangstoets 2: Voortgangstoets 3: Voortgangstoets 4: Voortgangstoets 5: Voortgangstoets 6:
Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 2
Voorlopige berekening eindcijfer van het schoolexamen: Schoolexamen 1: Coëfficiënt: 2 Schoolexamen 2: Coëfficiënt: 3 Schoolexamen 3: Coëfficiënt: 4 Praktische opdracht: Coëfficiënt: 1 Afgenomen in 5 vwo Toegestane hulpmiddelen: Binas 6e druk Gewone rekenmachine
44
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 Afdeling:
VWO
Leerjaar:
4
Vak:
Tekenen/ Kunstgeschiedenis
Toetsperiode:
Beschrijving activiteit: VT 1
Weging:
Toetsvorm:
Coëfficiënt: 3
Beeldend
1 2
VT 2 VT 3 VT 4
Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 2 Coëfficiënt: 3
Schriftelijk Schriftelijk Beeldend
3
VT 5 VT 6
Coëfficiënt: 3 Coëfficiënt: 4
Schriftelijk Beeldend
VT 7
Coëfficiënt: 4
Schriftelijk
4* 5
Tijdsduur in min.: In de praktijklessen, afronden begin november 60 60 In de praktijklessen, start in november, afronden eind februari 60 In de praktijklessen, start in maart, afronden in mei 50
Opmerkingen en/of stofomschrijving: VT 1: Serie opdrachten ‘Zelfportret/ familieportret’ in verschillende stijlen. Een eindwerk of veelluik, minimaal 50 x 65. (Deel ‘naar de aanschouwing’: zelfportret. Verslag: inhoudelijk, logboek, stijlbeschrijving a.d.h.v. beeldaspecten) VT 2: Schriftelijk kunstgeschiedenis/ kunstbeschouwing: beeldwijzer, begrippenlijst, inleiding Kunstgeschiedenis, Neoclassicisme (+ klassieke kenmerken) en Romantiek VT 3:Schriftelijk: Realisme, Impressionisme, Post-impressionisme en Symbolisme VT 4: Serie beeldende werkstukken ‘Mate van abstractie’ (n.a.v. krantenfoto, gemengde technieken) VT 5: Schriftelijk: Arts & Crafts t/m futurisme VT 6: Surrealistisch landschap VT 7: Schriftelijk: de Stijl t/m Abstract Expressionisme in Europa *In toetsperiode 4: excursie naar een museum
45
Voorlopige berekening eindcijfer van het schoolexamen: Schoolexamen 1: Coëfficiënt: 4 Schoolexamen 2: Coëfficiënt: 2 Schoolexamen 3: Coëfficiënt: 2
Schoolexamens van 2017-2018 Beeldend Schriftelijk Mondeling Teylers Museum
Toegestane hulpmiddelen:
46
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 Afdeling:
vwo
Leerjaar:
4
Vak:
Wiskunde A
Toetsperiode: 1 2 3 4 5
Beschrijving activiteit: Voortgangstoets 1 Voortgangstoets 2 Voortgangstoets 3 Voortgangstoets 4 Voortgangstoets 5
Toetsvorm: Schriftelijk Schriftelijk schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk
Opmerkingen en/of stofomschrijving: zie werkwijzers
Beoordeling aan het einde van het jaar: Voortgangstoets 1: Voortgangstoets 2: Voortgangstoets 3: Voortgangstoets 4: Voortgangstoets 5:
Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1
Voorlopige berekening eindcijfer van het schoolexamen: Schoolexamen 1: Coëfficiënt:2 Schoolexamen 2: Coëfficiënt:2 Schoolexamen 3: Coëfficiënt:3 Toegestane hulpmiddelen: GR, geodriehoek, passer.
47
Tijdsduur in minuten: 100 100 100 90 100
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 Afdeling:
vwo
Leerjaar:
4
Vak:
Wiskunde B
Toetsperiode: 1 2 3 4 5
Beschrijving activiteit: Voortgangstoets 1 Voortgangstoets 2 Voortgangstoets 3 Voortgangstoets 4 Voortgangstoets 5
Toetsvorm: Schriftelijk Schriftelijk schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk
Opmerkingen en/of stofomschrijving: zie werkwijzers
Beoordeling aan het einde van het jaar: Voortgangstoets 1: Voortgangstoets 2: Voortgangstoets 3: Voortgangstoets 4: Voortgangstoets 5:
Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1
Voorlopige berekening eindcijfer van het schoolexamen: Schoolexamen 1: Coëfficiënt:2 Schoolexamen 2: Coëfficiënt:2 Schoolexamen 3: Coëfficiënt:3 Toegestane hulpmiddelen: GR, geodriehoek, passer.
48
Tijdsduur in minuten: 100 100 100 90 100
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 Afdeling:
vwo
Leerjaar:
4
Vak:
Wiskunde C
Toetsperiode: 1 2 3 4 5
Beschrijving activiteit: Voortgangstoets 1 Voortgangstoets 2 Voortgangstoets 3 Voortgangstoets 4 Voortgangstoets 5
Toetsvorm: Schriftelijk Schriftelijk schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk
Opmerkingen en/of stofomschrijving: zie werkwijzers
Beoordeling aan het einde van het jaar: Voortgangstoets 1: Voortgangstoets 2: Voortgangstoets 3: Voortgangstoets 4: Voortgangstoets 5:
Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1
Voorlopige berekening eindcijfer van het schoolexamen: Schoolexamen 1: Coëfficiënt:2 Schoolexamen 2: Coëfficiënt:2 Schoolexamen 3: Coëfficiënt:3 Toegestane hulpmiddelen: GR, geodriehoek, passer.
49
Tijdsduur in minuten: 100 100 100 90 100
Programma van Toetsing en Afsluiting 2015 -2016 Afdeling:
vwo
Leerjaar:
4
Vak:
Wiskunde D
Toetsperiode: 1 2 3 4 5
Beschrijving activiteit: Voortgangstoets 1 Voortgangstoets 2 Voortgangstoets 3 Voortgangstoets 4 Voortgangstoets 5
Toetsvorm: Schriftelijk Schriftelijk schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk
Opmerkingen en/of stofomschrijving: zie werkwijzers
Beoordeling aan het einde van het jaar: Voortgangstoets 1: Voortgangstoets 2: Voortgangstoets 3: Voortgangstoets 4: Voortgangstoets 5:
Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1 Coëfficiënt: 1
Voorlopige berekening eindcijfer van het schoolexamen: Schoolexamen 1: Coëfficiënt: 2 6 vwo Schoolexamen 2: Coëfficiënt: 2 6 vwo Schoolexamen 3: Coëfficiënt: 2 6 vwo Praktische opdracht: Coëfficiënt: 1 6 vwo Toegestane hulpmiddelen: GR, geodriehoek, passer.
50
Tijdsduur in minuten: 100 100 100 90 100