Ps.145; 29-1-2006 (vm) ELKE DAT IETS GOEDS ZEGGEN OVER GOD. Wat ik van harte hoop is dat deze preek ertoe kan bijdragen dat we ons ertoe laten verleiden om steeds meer de weg van de lofprijzing op te gaan. Ik zeg dat misschien wat voorzichtig maar dat doe ik omdat ik weet dat lofprijzing gewoon moeilijk ligt. Om een voorbeeld te noemen: Het lijkt af en toe wel alsof lofprijzing de inzet is geworden van een soort geestelijke wedstrijd. Wie is er het meest geestelijk? Wie bereikt er de grootste geestelijke hoogte? Je hebt mensen die dan al bij voorbaat afhaken: dat is niks voor mij, dat haal ik toch nooit, laat mij maar gewoon blijven. Er kan zelfs enige wrevel bijkomen: al dat lofprijzen, ik vind het maar overdreven. Laat iedereen zich dat goed realiseren, dat een kostbaar Bijbels woord op deze manier in feite uitgeschakeld wordt. Het kenmerk van lofprijzing is juist een volstrekte belangeloosheid. Allerlei kerkelijke belangen of persoonlijke belangen heb je juist afgelegd. En er is alleen nog maar God. Zou het niet mooi zijn als we elkaar aan de hand van de Bijbel zouden kunnen verlokken om toch maar eens die weg wat meer te gaan verkennen. De weg van de lofprijzing. Misschien schoorvoetend, misschien onwennig, je kent de taal niet, je kent de gebruiken niet maar je bent wel nieuwsgierig. Als er in Ps.145 staat: “Elke dag opnieuw wil ik u prijzen.” (2) dan word je daar toch nieuwsgierig van: elke dag? Goede dagen èn slechte dagen? Nooit eens een dagje overslaan? Wat is dat toch met die lofprijzing? Elke dag! Laat u door het Woord en door de Heilige Geest meevoeren op misschien wel voor u nieuwe wegen. Zonder verwijt, zonder veroordeling. Kom, er is nog zoveel te leren, er is nog zoveel te ontdekken. Stap over je schuchterheid heen, je onwennigheid, trek je niks aan van mensen die je willen opjagen. Laat je leiden door de Geest van Christus die zachtmoedig is en geduldig. De weg van de lofprijzing. Eerlijk voor mijzelf ook een vrij nieuwe weg. 1) LOFPRIJZENDE OPVOEDING. Dat geldt zeker voor de aanleiding tot deze preek. We hebben vandaag twee kinderen gedoopt en ik stuitte op dat vers 4: “Laat geslacht na geslacht van Uw schepping verhalen, Uw machtige daden verkondigen.” Daar zie je de christelijke opvoeding. De ene generatie die alles doorgeeft aan de volgende generatie. Dat is de gebruikelijke weg die God heeft gekozen om kinderen bekend te maken met het evangelie. De weg van het gezin. Natuurlijk, Hij is soeverein, Hij kan elke weg bewandelen die Hij maar wil. Hij kan kinderen ook persoonlijk benaderen, buiten de ouders om, gelukkig maar, maar de normale weg is die van de ene generatie die het doorgeeft aan de volgende. Er is een andere Psalm, Ps.127 (vs.3-5), die kinderen vergelijkt met pijlen in een pijlkoker. Iemand gaat op jacht of hij trekt ten strijde en dan zitten daar die pijlen in die koker op z’n rug. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat die pijlen daar blijven zitten. Een jager die z’n pijlen zorgvuldig bij zich houdt, ‘ik ga ze niet afschieten’, dat is een jager van niks.
1
Pijlen moeten afgeschoten worden. Kinderen moeten een eigen leven gaan leiden. Een leven in dienst van God. Ouders moeten kinderen niet voor zichzelf claimen. Je hebt geen kinderen gekregen om er zelf beter van te worden. Je hebt kinderen gekregen om ze toe te rusten voor Gods Koninkrijk. En dat toerusten dat betekent dat je gaat vertellen. Over de schepping, over Gods grote daden, over Zijn goedheid, over Zijn genade, Zijn rechtvaardigheid. Alles. In het gezin leer je Bijbellezen, leer je bidden, leer je je leven aan God toe te wijden. Maar nu het bijzondere. In onze vertaling staat in vers 4 het woord ‘verhalen’. “Laat geslacht na geslacht van Uw schepping verhalen.” In de vorige vertaling staat het woord ‘roemen’. In het Hebreeuws staat het woord ‘prijzen’. Dat geeft een extra dimensie. Er komt iets bij. Je gaat dan niet alleen alle dingen vertellen aan je kinderen. Je gaat het aanprijzen. Er komt een soort enthousiasme bij. Geloofsopvoeding krijgt dan de tint van lofprijzing. En dat vond ik bijzonder en ook wel confronterend voor mezelf. Die tint van lofprijzing staat borg voor de diepte van het onderwijs. Lofprijzende opvoeding. Trouwens, uit de hele Psalm blijkt dat dat niet alleen een taak voor ouders is. Er worden heel wat mensen opgeroepen om het zo te doen. Die ouders worden dus omringd door anderen die dat ook doen. Door familie, door de gemeente, door leerkrachten misschien. Dat is nodig dat die anderen dat ook doen want het komt er zovaak niet van. Zo gaat het toch in de opvoeding? Dat je te gespannen bent, te druk, er is ruzie aan tafel, er is geen tijd, je ligt zelf wat overhoop met God. Het komt er zovaak niet van. Dan zijn er gelukkig die anderen nog. Of je hebt moeite in het contact met een van je kinderen en dan ben je dolblij dat er iemand van buiten het gezin opeens wel contact kan krijgen. Een geweldig middel is dat, de gemeenschap der heiligen. Maar eerst is er dus het gezin. Generatie op generatie. Lofprijzende opvoeding. 2) LOFPRIJZING ALS DOEL. Dat brengt mij dan op die lofprijzing zelf. Want wat is dat? Dat is: goede dingen zeggen over God. Het is: je bewondering uitspreken over Hem. Bewonderend spreken. Ik heb er de afgelopen week van alles over gelezen en wat me steeds weer opviel was dat velen zeggen: het is de hoogste vorm van gebed. Het is de kern van het geloof. God loven is belangrijker dan Hem gehoorzamen. Ik denk niet dat wij gewend zijn zo te denken. Waarom zou dat nu zo belangrijk zijn? Omdat het toch echt alles te maken heeft met wat Jezus noemt het eerste en grote gebod: God liefhebben. Lofprijzing is de taal van de liefde. Lofprijzing is de taal van de bruid tegenover de bruidegom: wat vind ik je mooi, wat ben ik blij met je. Lofprijzing geeft aan: het is helemaal goed tussen U en mij, er is geen belemmering, geen kritiek, geen gereserveerdheid. Je kunt het zo bekijken: De Here Jezus is gekomen om ons met God te verzoenen maar als die verzoening dan ook werkelijk heeft plaatsgevonden dan groeit de lofprijzing. Lofprijzing is het doel van alles. Neem het Psalmboek. Eigenlijk zijn alle Psalmen gebeden. Je kunt het Psalmboek zien als een gebedscursus. Het 150-dagenproject. De hele omgang met God kun je daar leren.
2
En nu is het zo dat het boek in vijf delen is opgedeeld en elk deel eindigt met een lofprijzing, daar gaat het heen, dat is het doel. En om die trend te onderstrepen eindigt het hele boek dan nog eens met zes lofpsalmen waarvan Ps.145 de eerste is. De boodschap lijkt me onontkoombaar: heel onze omgang met God loopt uit op de lofprijzing. Alles doelt daarop, net als in het Onze Vader trouwens. En dan heb je in die laatste zes lofpsalmen nog eens dertig keer de oproep om God te loven. Doe het! Doe het elke dag! “Laat geslacht na geslacht spreken over de glorie van Uw majesteit, ook ik wil Uw wonderen bekendmaken.” (5) Elke dag dus. Heb ik vandaag al iets goeds over God gezegd?, dat kun je je elke dag afvragen. Heb ik al iets goeds tegen Hem gezegd? “U mijn God en Koning wil ik roemen, Uw Naam prijzen tot in eeuwigheid.” (1) Maar, en dat is het lastige punt, het is de bedoeling dat je het niet alleen tegen God zegt maar ook tegen anderen, tegen mensen, tegen je kinderen, tegen je man of vrouw, tegen wie dan ook. Ik weet niet hoe het met u zit maar ik doe dat niet zo veel. Ik heb het niet geleerd, ik durf het niet, ik ben bang dat het overdreven klinkt. Ik beantwoord niet aan het beeld dat de Heilige Geest mij in zo’n Psalm voorhoudt. Maar ik wil die weg wel graag op. Het troost me dat die oproep daar steeds zo staat. Die oproep om het te doen. Dan denk ik: zo’n oproep is blijkbaar niet voor niks. Er zijn meer mensen zoals ik. Het troost me als ik lees in de Bijbel dat God speciaal mensen aanstelde in de tempel om de lofprijzing gaande te houden. Dat waren beroepslofprijzers. Wat doet je vader? Mijn vader is lofprijzer in de tempel. Waarom? Om de mensen die daar komen daar in mee te nemen. Kom, ga met ons en doe als wij. De lofprijzing als doel. Laten we die weg inslaan en eens kijken waar we uitkomen, eens kijken wat we daar beleven. 3) LOFPRIJZING ALS MIDDEL. Daar komt dan nog bij dat je lofprijzing ook kunt zien als middel. Je kunt er gebruik van maken. Het is een soort uitnodiging in de geest van: vriend, kom hogerop. Lofprijzing ligt in dezelfde sfeer als de uitnodiging van Jezus: maakt u in geen ding bezorgd. Lofprijzing is net zoiets als de oproep van Paulus: dankt onder alles. Dat zijn ook van die uitspraken die je helpen om over de dingen heen te zien. Vriend, kom hogerop. Als ik zo’n Ps.145 lees dan valt mij op dat het allemaal zo onbekommerd is. Zo onbelemmerd. Zonder vragen, zonder klagen, geen mitsen en maren. Als er in vers 14 staat: “Een steun is de HEER voor wie is gevallen, wie gebukt gaat richt Hij op”, dan staat er niet bij: en waarom richt U mij dan niet op, of die ander? Vers 19: “Hij vervult het verlangen van hen die Hem eren, Hij hoort hun klacht en komt te hulp.” En er staat niet: waarom vervult U mijn verlangen dan niet? Het is allemaal zo overtuigd, zo zeker, zo vol vertrouwen. Weet die David dan niet van allemaal moeiten en zorgen en twijfels? Is dit een soort geestelijke trance waarin je de werkelijkheid niet meer zo duidelijk ziet? Lofprijzing als vlucht uit de werkelijkheid? Nee, ik zei het al: een kenmerk van lofprijzing is de belangeloosheid, de gerichtheid, niet op jezelf, niet op wat je ontbreekt, wat je wilt hebben, wat je meemaakt, maar de gerichtheid op God alleen.
3
Een voorbeeld. In Ps.77 zit Asaf flink in de knoop. Hij vraagt zich van alles af: Is God niet meer trouw, vergeet God genadig te zijn, verbergt Hij Zijn ontferming achter Zijn toorn? (9v) Oftewel, hij is helemaal vastgelopen met God. Ik snap er niks meer van. En dan krijg je de lofprijzing als middel. Dan zegt hij: “Ik denk terug aan de daden van de HEER, ja, ik denk aan Uw wonderen van vroeger.” (12vv) Zo komt de verandering. Zo komt de ommekeer. Op deze manier wordt ons ook Ps.145 aan de hand gedaan als middel. Als je vastzit met God. Als je vastzit in je leven. Ga dan eens opsommen wat je van God allemaal weet en laat dat tot je doordringen. Zijn grootheid, Zijn goedheid en genade, Zijn trouw en Zijn bedreigingen. Zijn Koningschap en Zijn rechtvaardigheid. Bedenk je eens wat Hij gedaan heeft in de geschiedenis. Stel je Christus voor ogen. Kijk wat Hij deed, wat Hij zei, hoe Hij was. Dan gebeuren er twee dingen. Allereerst kom je in die geweldige ruimte van Gods almacht. Zat je eerst in de benauwde krapte van je problemen, opeens word je in de ruimte gezet. Ik heb veel dingen niet maar ik heb U wel en U bent veel! “Groot is de HEER, Hem komt alle lof toe, Zijn grootheid is niet te doorgronden.” (3) “Uw koningschap omspant de eeuwen, Uw heerschappij omvat de geslachten.” (13) Wat een ruimte, wat een macht, wat een mogelijkheden! Dat gebeurt er eerst. De ruimte van Zijn almacht. En vervolgens komt uit die enorme ruimte die boodschap van goedheid, genade, trouw, rechtvaardigheid. Ach ja, natuurlijk! Ik hoef in geen ding bezorgd te zijn. Ik kan danken onder alles. Ik stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God want in Zijn hand ligt heel mijn levenslot. De lofprijzing als middel om de dingen van elke dag te overstijgen. Niet te verdoven, niet weg te drukken, niet te bagatelliseren maar overstijgen. Ps.27: “Hij tilt mij hoog op een rots. Daarom heft zich mijn hoofd fier boven de vijanden rondom mij.” (5v) De lofprijzing is inderdaad de hoogste vorm van gebed, de kern van het geloof, het doel van alles. En het staat niet onbereikbaar ver weg aan het eind van een lange, moeilijke geestelijke tocht. Je kunt het hanteren. Je kan het gaan doen. Het brengt je verder. De lofprijzing als middel. 4) DE PRAKTIJK. Laten we in deze dingen alstublieft geduldig zijn met elkaar. Er kan bij een mens heel wat in de weg zitten om God te prijzen. Mensen hebben daar soms een lange weg in te gaan. En als je er de ene dag toe komt, wil dat helemaal niet zeggen dat dat de andere dag ook nog zo is. Wees geduldig met elkaar. Ik wil tot slot een paar praktische dingen noemen die misschien kunnen helpen. Hoe kunnen we vorderen op de weg van de lofprijzing? Begin eerst eens voor jezelf. Alleen met God. En ga dan eens na wat je in de weg zit. Wat belemmert mij om God te bewonderen? Vertrouw ik Hem niet? Is er reserve? Of heb ik de taal nooit geleerd? Ontdek wat je belemmert en bespreek dat met Hem. Zoek de bron op van de lofprijzing en die kun je vinden in de Bijbel. Daar maakt God Zich bekend. Daar lees je over Zijn daden.
4
Vertrouwd raken met de Bijbel is in feite niets anders dan het bos in gaan en takjes sprokkelen als brandstof om het vuur van de lofprijzing te laten ontbranden. En als je de taal niet spreekt dan heb je de Psalmen. Neem zo’n Ps.145 en bid ‘m na. Bid ‘m alsof het je eigen gebed is. Als je dat vaak genoeg doet leer je de taal vanzelf. Of schrijf zelf eens een Psalm, dat helpt ook. Lofprijzing is echt niet perse iets dat alleen maar spontaan kan gebeuren. Deze Ps.145 is een zg. acrosticon, een alfabetische Psalm. Elke regel begint met een nieuwe letter van het alfabet, in het Hebreeuws dan. Daar is flink over nagedacht. Niks spontaan. Een kunstwerk. Schrijf zelf eens een loflied, om te oefenen. Maar het moeilijkste van alles blijft toch om tegen anderen te gaan spreken. Om bewonderende woorden over God te uiten tegenover anderen. Maar ook daarin kun je een weg gaan bewandelen. De Psalm gebruikt een heel scala aan woorden. Er staat echt niet alleen maar dat je moet loven en prijzen. Er staan ook woorden als spreken en bekendmaken en vertellen, verbreiden. Daar kun je mee beginnen. Verhalen, verkondigen, bezingen. En dan misschien later het roemen, prijzen en loven. Laat je niet opjagen. Laat je niet ontmoedigen. Wie zich door de Geest laat leiden kan zijn weg in vertrouwen gaan. “Een steun is de HEER voor wie is gevallen.” “Allen die Hem aanroepen is de HEER nabij.” “Hij vervult het verlangen van wie Hem eren, Hij hoort hun klacht en komt te hulp.” AMEN
5