Veel kinderen gaan in Nederland lopend of fietsend naar school. Toch is er een aanzienlijk aantal ouders dat hun kinderen met de auto naar school brengt. Hierdoor ontstaan onveilige situaties, parkeerproblemen en milieuoverlast. Draaiende motoren, dubbel geparkeerde voertuigen en gevaarlijke situaties; de problemen bij de schoolpoort zijn voor iedereen waarneembaar. Bij basisscholen is vaak weinig parkeerruimte en rond het begin en einde van de schooldag is het vaak een enorme drukte. Ondanks dat veel ouders met hun kinderen in de buurt van de basisschool wonen wordt, om uiteenlopende redenen, toch vaak de auto als vervoerswijze gekozen. Dat kan anders… Om te bereiken dat kinderen van 4-12 jaar weerbaarder worden binnen het verkeerssysteem, is uiteraard het krijgen van een goede theoretische verkeerseducatie op de basisschool heel erg belangrijk. Maar zoals je zwemmen niet uit een boekje kunt leren, leer je het deelnemen aan het verkeer ook niet alleen doordat je de verkeersregels uit je hoofd leert. Het oefenen van vaardigheden zoals oversteken of fietsen op het schoolplein en in de schoolomgeving mag dan ook niet ontbreken in de verkeersopvoeding van alle basisschoolleerlingen. Uiteraard moet er ook aandacht zijn voor een verkeersveilige schoolomgeving en veilige school thuisroutes. Voor een basisschool is het belangrijk om met betrekking tot het realiseren van deze zaken samenwerking te zoeken met gemeente en instanties zoals bijvoorbeeld Veilig Verkeer Nederland en de politie. Verkeersveiligheid is immers een zaak van vele partners. Protocol leerlingenvervoer en veiligheid Samen lopen in een groep • • • • • • • • •
Loop altijd met tweeën naast elkaar; Loop als er geen voetpad/trottoir is aan de linkerkant van de weg; Stop voor de stoeprand of aan de kant wanneer je over wilt steken, nooit tussen auto’s; Wacht met oversteken op elkaar, zodat je als groep naar de overkant kunt; Luister goed naar de begeleider van de groep, de leerkracht of een ouder. Die geeft aan wanneer er overgestoken mag worden; Kijk eerst naar links, dan naar rechts, nog ’n keer naar links; Steek rustig en recht over; Blijf bij de groep lopen en ga niet rennen; Als de begeleider ‘stop’ zegt, moet je stoppen.
De regels Voetgangers moeten gebruik maken van het trottoir of het voetpad. Voetgangers gebruiken het fietspad als er geen trottoir of voetpad is. Is er ook geen fietspad, dan moeten voetgangers de wegberm gebruiken of de uiterste zijde van de rijbaan. Als kinderen in een groep lopen dan loopt men in een colonne. Hieronder verstaan we een opstelling met kinderen achter elkaar in een lange rij, waarbij twee kinderen naast elkaar lopen. Minstens één begeleider begeleidt de colonne. Deze begeleider loopt voor of achteraan de colonne. Achteraan lopen van de begeleider heeft de voorkeur in verband met het voortdurend toezicht tijdens het lopen. Protocol leerlingenvervoer en veiligheid Fietsen in groepsverband: afspraken en gedragsregels In de bovenbouw wordt regelmatig gebruik gemaakt van de fiets als vervoermiddel bij excursies, gymlessen, etc. Om de veiligheid van de groep fietsers zo goed mogelijk te garanderen is een aantal afspraken en gedragsregels opgesteld. Jaarlijks,vóór de week van de fietskar, zullen we aan het begin van het schooljaar tijdens de week van de verkeerskar kinderen en ouders bekend maken met het fietsprotocol. Afspraken vooraf: • • • • •
De leerkrachten dragen er zorg voor dat de onderstaande afspraken en gedragsregels bekend zijn bij henzelf, de begeleiders en de leerlingen; Deze afspraken worden aan het begin van elk schooljaar met de kinderen doorgenomen; Met de begeleiders worden, voorafgaande aan de fietstocht, de regels doorgenomen; Met de kinderen worden in de klas, voorafgaande aan de fietstocht, de regels doorgenomen; Begeleiders krijgen bij elke excursie/fietstocht het telefoonnummer van een contactpersoon.
Afspraken tijdens de fietstocht: Zichtbaarheid Alle kinderen en begeleiders dragen een fluorescerend hesje ( in het bezit van school). Bij onverhoopt te weinig hesjes dragen in ieder geval alle buitenste kinderen en alle begeleiders een hesje.
Begeleiders Bij iedere groep gaan minstens 2 begeleiders mee. Begin en eindig altijd met een begeleider. Liefst 3 begeleiders per klas, van wie 1 vooraan, 1 in het midden en 1 achteraan fietst. Het meest ideaal is 1 begeleider per 6 á 8 kinderen. Algemene veiligheid Kinderen gaan niet bij elkaar achterop. Bij het ontbreken van een fiets mag diegene achterop bij een begeleider indien dat mogelijk is. Bij langere excursies gaat een bezemwagen mee en neemt het kind plaats in de bezemwagen. Er wordt een zo veilig mogelijke route gereden; fietspaden, verkeersregeling met verkeerslichten e.d. heeft hierbij de voorkeur. Oversteken Bij een verkeerslicht, er wordt gestopt bij oranje en rood. Draag er zorg voor dat kruisingen en wegen niet geblokkeerd worden bij het wachten. De rest van de groep wacht op een daarvoor geschikte, veilige plaats (te bepalen door de begeleiding) aan de kant van de weg, fietspad of stoep, totdat de totale groep weer compleet is. Pas dan fietst de groep verder. Andere regels • • • • • • • • • •
• • • •
Fiets nooit met meer dan twee naast elkaar; Als iemand belt of toetert om in te halen, ga dan achter elkaar fietsen; Fiets ook achter elkaar op drukke en/of smalle wegen en fietspaden en als je zelf in wilt halen; De laatste waarschuwt als er een auto achteropkomt die wil inhalen; Houd twee handen aan het stuur; Fiets niet te dicht naast of achter elkaar; Let goed op het stopteken van de voorste; Moet je remmen, waarschuw dan even door je hand op te steken; Let goed op elkaar en blijf zelf goed uitkijken; Zorg ervoor dat je fiets in orde is: Denk bijvoorbeeld aan remmen, verlichting, bel, bandenspanning en ketting. Als de fiets vooraf niet in orde blijkt, blijft deze achter. De leerkracht heeft hierbij de bevoegdheid de fiets af te keuren; Stoeien op de fiets is niet stoer, maar stom; Zorg dat je bagage goed vastzit. We fietsen in groepen van maximaal 10 kinderen; Per groep fietsen er twee ouders mee, één voorop met naast zich een leerling, achteraan de andere ouder met naast zich ook een leerling;
• • • • • • •
De kinderen zorgen voor plusminus ene fietslengte afstand; Er wordt niet gebeld. Er wordt niet geroepen of gesproken met leerlingen die niet naast hen rijden. Als er geremd moet worden, wordt een hand de lucht in gestoken; Iedereen geeft richting aan; Gebaren moeten doorgegeven worden; Vanzelfsprekend worden alle verkeersregels in acht genomen.
Hoe werkt de verkeersslang? Meer kinderen op de fiets en te voet Bij veel basisscholen wordt een groot aantal kinderen met de auto naar school gebracht, waardoor onveilige situaties, parkeerproblemen en milieuoverlast ontstaan. Draaiende motoren, dubbel geparkeerde auto’s en overstekende kinderen; de problemen bij de schoolpoort zijn talrijk. Bij basisscholen is er vaak weinig parkeerruimte, en al snel is het rond het begin en einde van de schooldag een enorme drukte. Ondanks het feit dat veel ouders met hun kinderen in de buurt van de basisschool wonen, worden ze toch vaak met de auto gebracht. Dat kan anders… Veel kinderen gaan in Nederland lopend of fietsend naar school. Toch is er een aanzienlijk aantal ouders dat hun kinderen met de auto naar school brengt. Hierdoor ontstaan onveilige situaties, parkeerproblemen en milieuoverlast. Draaiende motoren, dubbel geparkeerde voertuigen en gevaarlijke situaties; de problemen bij de schoolpoort zijn voor iedereen waarneembaar. Bij basisscholen is vaak weinig parkeerruimte en rond het begin en einde van de schooldag is het vaak een enorme drukte. Ondanks dat veel ouders met hun kinderen in de buurt van de basisschool wonen wordt, om uiteenlopende redenen, toch vaak de auto als vervoerswijze gekozen. Dat kan anders… De Verkeersslang vermindert het aantal autoverplaatsingen bij de basisschool. Door de Verkeersslang worden ouders zich ervan bewust dat ze voor het schoolverkeer een andere vervoerswijze dan de auto kunnen kiezen. Kinderen die lopend of fietsend naar school komen worden een lesweek lang beloond met een sticker. Die stickers worden op een spandoek met de Verkeersslang geplakt. Scholen gaan, met de Verkeersslang als kapstok, een hele lesweek met de vele aspecten van het thema verkeer aan de slag. Samenwerking is bij het project Verkeersslang één van de bepalende succesfactoren, want vele partijen zijn bij de uitvoering betrokken. Kinderen gaan uiteindelijk door dit project meer bewegen omdat zij meer lopen en fietsen naar school. Dat is niet alleen goed voor de verkeersveiligheid, maar ook veel gezonder. Tevens verbetert de luchtkwaliteit door reductie van de autoritten. De Verkeersslang is een prima basis
voor een gedegen samenwerking en een zichtbaar resultaat. Betrouwbaar, efficiënt, milieuvriendelijk, veilig en gezond Meer fietsen en lopen is dé oplossing voor alle verkeersgerelateerde problemen. Het zijn betrouwbare vervoerswijzen, ze leggen weinig beslag op de openbare ruimte, zijn milieuvriendelijker en verkeersveiliger dan auto's en zijn gezond.. Het fiets- en voetgangersverkeer vormt een belangrijk deel van het verkeer in Nederland. In Nederland wordt 45% van alle verplaatsingen fietsend of lopend afgelegd. Dat is 30% van onze verplaatsingstijd. In het verkeers- en vervoerbeleid wordt de voetganger nog wel eens vergeten. Terwijl we allemaal, elke dag voetganger zijn. Of we nu uit de auto stappen of naar de bushalte gaan; altijd moeten we even lopen.