Protocol hygiëne en veiligheid
Protocol hygiëne en veiligheid
Inhoud Protocol hygiëne en veiligheid ................................................................................................................ 2 Inleiding ........................................................................................................................................... 2 Overdracht van ziektekiemen ......................................................................................................... 2 Ziekte ............................................................................................................................................... 4 De was ............................................................................................................................................. 5 Afwas ............................................................................................................................................... 6 Schoonmaakmiddelen ..................................................................................................................... 6 Fopspenen en flessen ...................................................................................................................... 6 Buitenmilieu .................................................................................................................................... 6 Hoofdluis ......................................................................................................................................... 7
Inleiding Dit protocol geeft inzicht in wat wij doen om binnen IRIS Kindcentra de hygiëne en veiligheid zo goed mogelijk te bewaken. Waar kinderen en volwassenen bij elkaar zijn in een ruimte is het onvermijdelijk dat ze met ziektekiemen van elkaar in aanraking komen. Dat is heel normaal en niet erg, het zorgt ervoor dat kinderen weerstand opbouwen. Overdracht van ziektekiemen Zie voor de schoonmaakwerkzaamheden ons schoonmaakrooster en bijbehorende afvinklijsten. Deze bevinden zich op de groep. Handen wassen: We wassen onze handen met vloeibare zeep, verdeeld over gehele handen. Daarna spoelen en drogen we de handen. We leren dit ook aan de kinderen. In elk geval voor elke maaltijd en na elk wc-bezoek wast iedereen de handen. We helpen hen steeds herinneren. Daarnaast wassen we handen bij zichtbaar vieze handen, bij verkoudheden, na dierenbezoek, na vuile was aangeraakt te hebben, na knutselactiviteiten, na billen afvegen, na aanraking met braaksel/ontlasting e.d. Na elke maaltijd wassen de kinderen zelf hun handen met washandjes, voor elk kind een eigen/aparte. Ze vinden het erg leuk om zelf te doen. Na gebruik gaan ze direct in de wasmand. Bij de BSO wassen kinderen zelf hun handen bij de wc’s. Handdoeken gaan dagelijks in de was, maar meestal gebruiken we voor de ochtend en de middag een schone handdoek. Zichtbaar vuile handdoek gaat in de was. 2
De kranen maken we dagelijks schoon. Niezen en Hoesten: wordt zoveel mogelijk in de arm (holte van de elleboog) gedaan, we leren dit ook aan de kinderen. Verkouden kinderen leren we hun neus op te halen i.p.v. snuiten: dat is beter voor de (bij)holtes. Als we snot zien vegen we het af; de grotere kinderen kunnen het zelf. De tissues staan permanent op tafel, aanrecht en bij de commode. We gebruiken geen stoffen zakdoek in verband met besmetting door andermans snot. Na elke verschoning van een kind wassen we onze handen. De washand en handdoek gaan direct in de wasmand. Aankleedkussens: zijn voorzien van speciaal desinfecterend materiaal en worden dagelijks gereinigd of bij zichtbaar vuil. Zodra we zien dat deze stuk zijn dan vervangen we ze. Na contact met bloed, spuug of diarree maken we direct schoon en desinfecteren we met alcohol. Luiers: gooien we direct in de luierbak naast de commode. Crème: wanneer in geval van luieruitslag of (schaaf)wondjes crème wordt gebruikt dan wassen we nadien onze handen. Crème gebruiken we uit een tube. De opening en dop vegen we wekelijks met een schoon wc-papiertje af. Het opbrengen van crème gebeurt met een spateltje. Thermometer: wanneer in geval van koorts de temperatuur gemeten wordt dan wassen we voor en nadien onze handen. De thermometer wordt met water en zeep en daarna met alcohol schoongemaakt. Bij de BSO wordt alleen een oor thermometer gebruikt, bij elk gebruik een nieuw hoesje. Pleisters: alleen als het bloed doen we pleisters of verband, andere soorten wondjes helen het best wanneer ze onafgedekt zijn. Korstjes ontstaan dan makkelijker. Bij zweertjes is het verstandig om een gaasje te gebruiken. We bekijken dit per geval. Tandenborstel: wij hebben uit hygiëne overwegingen en organisatorische problemen ervoor gekozen om geen tanden te poetsen, ouders poetsen thuis met de kinderen. Voeding: boodschappen gaan direct in de koelkast die op 6°C staat. Deze is voorzien van een thermometer zodat we op tijd kunnen zien of het te warm is. Koelkast wordt regelmatig schoongemaakt. We halen vlak voor gebruik de spullen eruit . Aangezien we ruim de tijd nemen voor de lunch, zetten we binnen een uur weer terug in de koeling. Alle etenswaren zit in doosjes, bakjes, zakjes en potten zodat het schoon blijft. We schrijven de datum van openen er op. Kruimels vegen we op. Aan tafel gebruiken we borden en bestek (voor elk kind eigen) altijd schoon uit de kast of vaatwasser. Elke pot heeft eigen mes of lepel zodat etenswaren niet door elkaar gaan. We vinden het belangrijk voor de smaakontwikkeling dat kinderen rauwkost eten zoals wortel, komkommer, tomaat, paprika en radijs (zoveel mogelijk uit eigen tuin straks): dit verwarmen we dus niet. Kauwen is goed voor de speekselklieren en de spraakontwikkeling. We letten er hierbij op dat we het in kleine stukjes snijden zodat de kans op verslikking zo klein mogelijk gehouden wordt. Voedsel bereiding, eten en verschonen gebeurt gescheiden in een schone ruimte met schoon materiaal. We wassen eerst onze handen als we voedsel bereiden. We hebben een aparte wc/ verschoonruimte, een aparte keuken in de hal en een kleine pantry op de groep. Serviesgoed en bestek (afwast): bij elke maaltijd worden schone bekers, borden en bestek gebruikt; direct na gebruik in de afwasmachine of afwassen.
3
Vaatdoeken: gaan elke dag in de wasmachine, we spoelen ze na gebruik uit met warm water. Als er viezigheid mee opgedaan is dan direct in de wasmachine. We gebruiken er een aantal per dag. Afval; we gebruiken dichte afvalbakken. Deze legen we elke dag. Per locatie worden de instructies met betrekking tot het scheiden van afval gevolgd. Speelgoed: wordt maandelijks schoongemaakt. Voor de kleintjes die er veel mee in hun mond zitten gebeurt dit minimaal 1x per week. Als we zien dat iets vies is dan maken we het schoon. We desinfecteren met alcohol bij bloed, spuug e.d. We kiezen stoffen speelgoed en knuffels die in de wasmachine kunnen. We leren de kinderen dat ze het zeggen wanneer ze naar de wc moeten. (zindelijk worden) geen knuffels/ speelgoed meenemen naar de wc. Zwembad: In de zomer hebben we zwembadjes als de temperatuur dat toelaat. We zorgen voor een klein badje voor de kleinsten en een groter voor de ouderen die zindelijk zijn. We vullen de badjes met water uit de kraan. We verschonen het water regelmatig en zeker als er in gepoept is of als we zien dat het vies is. De badjes worden voor en na gebruik schoongemaakt en opgeruimd. We gebruiken zwemluiers voor wie niet zindelijk is. In de baden wordt niet gegeten en gedronken om vervuiling te voorkomen. We zorgen voor speelgoed dat weinig uitlokt tot drinken. We leggen dit vaak uit en blijven er bij. Dieren: op locatie Het Stroomdal zijn kleine dieren aanwezig. Ze zijn eigendom van de kinderboerderij en we mogen ze verzorgen. We willen de kinderen leren hoe ze met de dieren om moeten gaan en hoe de dieren verzorgd moeten worden. We gaan met de kinderen onder begeleiding naar de kippen, geiten en konijnen. Voeren doen we voorzichtig. Kinderen die allergisch zijn blijven op afstand. In de buitenruimte komen vogels en insecten voor. We leren hen dat vogelpoep niet om te eten is en insecten zelf kunnen lopen. Uiteraard zorgen we ervoor dat de buitenruimte schoon en opgeruimd is als we in de tuin zijn. Voor de opbouw van hun weerstand is het goed dat niet alles steriel gemaakt wordt, maar na bezoek aan de dieren en buitenspelen wassen we natuurlijk de handen.
Ziekte In verband met de hygiëne en overdracht van ziektekiemen willen wij dat een pedagogisch medewerker die ziek is en koorts heeft thuis blijft. Wanneer er sprake is van verkoudheid kun je gewoon werken, wel letten we daarbij extra op onze handhygiëne. Medische handelingen zullen nooit zomaar worden uitgevoerd en geneesmiddelen worden niet zomaar verstrekt. Dit gaat altijd op verzoek van ouders/verzorgers (via een medicijnenverklaring) met duidelijke uitleg over hoe, wat en wanneer er iets moet gebeuren. We denken hierbij aan bijvoorbeeld hoestdrank, paracetamol, inhaleer/puf apparaatje. Dit ligt dan in een hiervoor afgesproken plek op de groep, waar de kinderen niet bij kunnen en die we speciaal hiervoor gereserveerd hebben. Waar nodig gaat het medicijn in de koelkast met duidelijk de naam erop. Binnenmilieu Wij hebben een schoonmaakschema op elke groep. In dit schema zijn alle voorkomende klusjes van de groep opgenomen. Het spreekt voor zich dat als de groepsleiding ziet dat iets vies is zij dit zal
4
schoonmaken. De meeste schoonmaakwerkzaamheden zullen plaatsvinden op het moment dat er geen kinderen aanwezig zijn op de groep. Groepsruimtes: Het luchtcirculatiesysteem zorgt voor een constante zuivere luchtkwaliteit. Wanneer een dergelijk systeem niet aanwezig is ventileren we door ramen/deuren regelmatig open te zetten. Ventilatieroosters in het systeemplafond houden we vrij en maken we schoon als we zien dat ze vies zijn. Het is in ons gehele dagverblijf verboden te roken. We vegen of stofzuigen elke dag. De schoonmaker dweilt minimaal 2 x per week. Tijdens bedden verschonen, stofzuigen, vegen en bewegingsspelen zetten we een raam open. Elke ruimte heeft een thermostaat die we instellen op minimaal 17°C en maximaal 20°C. Op schommelingen in temperatuur wordt gelet. Slaapkamers houden we op 17 °C. Hitte: Wordt het boven de 25 graden dan zetten we ramen en deuren tegen elkaar open en zullen we, indien nodig een ventilator aanschaffen. Alle opvangruimtes zijn voorzien van zonwering. De luchtvochtigheid wordt in de gaten gehouden en loopt op tot maximaal 60 %. Zo nodig ventileren we extra. Eventuele lekkages worden gerepareerd. Gif: We hebben geen spuitbussen, muizengif, toiletblokjes, wasbenzine, afbijtmiddel, lijm, terpentine of chemicaliën in huis. Verf en lijm voor de kinderen is op waterbasis, geurvrij en kindvriendelijk/veilig. We hebben geen open vuur in de opvangruimtes. De centrale keuken heeft een gasfornuis/elektrische kookplaat. Daarboven hangt een afzuigkap om de eventuele kook/baklucht af te voeren als we koken of bakken Geluid: Soms is er lawaai buiten, maar dat is veelal kortdurend (en vaak nog interessant ook): vliegtuig, helikopter, brommer, grasmaaier, muziek, vuilnisman, vrachtwagen, tractors, ziekenauto, brandweer, politie et cetera. We wassen regelmatig de knuffels, verkleedkleren, kussens. Na sluitingstijd komt het schoonmaakbedrijf voor het grondige werk of dweilt de groepsleiding. Wij vegen en/of stofzuigen dagelijks. Schoonmaakmiddelen zijn hoog opgeborgen in een (afgesloten) kast en bij voorkeur met weinig geur. Beddengoed is van katoen en de matrassen van anti-allergeen materiaal. We gebruiken schoolbord krijt voor binnen en nemen af met natte doek. Buiten gebruiken we stoepkrijt. De was De wasmand staat in de verschoonruimte en wordt elke dag naar de wasmachine gebracht. Deze wordt aangezet zodra hij vol is. De was wordt dagelijks gedaan (met uitzondering van de knuffels en verkleedkleren, die worden maandelijks gedaan. Beddengoed wordt wekelijks gewassen). Zie hiervoor ook het schoonmaakrooster en de lijsten in de map op de groep. Wij wassen het wasgoed op de volgende temperaturen: Washandjes, handdoeken, slabber e.d. : 60 °C (lang programma) Beddengoed : 60 °C (standaard programma) Knuffels, verkleedkleren e.d. : 40 °C (fijne was programma) Met bloed, ontlasting of spuug bevlekte kleding/ beddengoed : 60 °C 5
Overalls: 60 °C
Afwas Vieze afwas wordt in de keuken in de afwasmachine gezet. Zodra deze vol is zetten we hem aan. De afwasborstels voor de kleine tussendoor afwasjes worden regelmatig vervangen. Vuilnisbakken worden elke dag geleegd. Schoonmaakmiddelen Bij de aankoop van schoonmaakmiddelen wordt met een aantal zaken rekening gehouden zoals: veiligheid, giftigheid, geur, reuk, waarvoor het gebruikt moet worden en milieu aspecten. De schoonmaakmiddelen worden hoog op de plank of in een kast opgeborgen. Schoenen In de groepsruimte van het kinderdagverblijf hebben de kinderen hun buitenschoenen uit. Ze lopen op sloffen of binnenschoenen en ’s zomers soms op blote voeten. Nooit op sokken in verband met mogelijkheid tot uitglijden Fopspenen en flessen
Fopspenen : liggen in de eigen mandjes van de kinderen, we laten ze niet in de mond of geklemd aan de kleding hangen. Ze zijn niet om mee te spelen. Eventuele koordjes maken we zodanig kort dat ze tijdens het slapen niet om de nek kunnen. Fopspenen spoelen we eerst af onder de kraan als ze op de grond zijn gevallen, voordat we hem aan een kind teruggeven of in zijn/haar mandje opbergen. Flesspenen worden maandelijks gecontroleerd of ze kapot zijn en zo nodig vervangen Borst/Flesvoeding. Moedermelk wordt bevroren aangeleverd en hier in de koelkast ontdooit. Een uur buiten de koelkast gooien we het weg. Restjes gooien we weg. Flessen gaan na elk gebruik in de afwasmachine. Voor elke voeding gebruiken we een schone fles en speen. De flesvoeding wordt opgewarmd in de flessenwarmer. Voedingen warmen we eenmaal op na bereiding. We bereiden flesvoeding per keer, we maken geen voorraad. De flessen zijn eigendom van IRIS Kindcentra en worden dagelijks uitgekookt. Als ouders er voor kiezen eigen flessen mee te nemen, zijn ze ook verantwoordelijk voor het uitkoken er van. Ieder kind krijgt een schone slab, die na gebruik in de was gaat. De ouders geven zelf de flesvoeding mee in verband met gewenning van het kind.
Buitenmilieu
Zandbak: op sommige locaties is de zandbak voorzien van een deksel of net zodat er geen dieren in kunnen. Na het spelen in de zandbak wast iedereen de handen om te voorkomen dat binnen overal zand terecht komt en op het eten. Viezigheid halen we uit de zandbak en zand verschonen we als er in gepoept is. Speelzand verversen we jaarlijks. We eten en drinken niet in de zandbak. Teken: We zitten niet bij het bos, waardoor er zeer weinig kans is op tekenbeten. Wanneer we wel naar bos of struiken gaan dan zorgen we dat kinderen beschermende kleding aan hebben. Bij terugkomst controleren we op teken en tekenbeten. Wanneer een kind gebeten wordt door 6
een teek dan verwijderen we deze zo snel mogelijk met een tekenpincet. Daarna desinfecteren we het wondje. We bellen de ouders en vragen hen om de huisarts te laten kijken wat er nog nodig is om te doen. Wespen, hommels en bijen: om deze niet aan te trekken eten we zelden buiten en drinken we buiten in plaats van limonade vooral water of (koude) thee. Bijen en hommels steken alleen als je ze vastpakt. Wespen reageren over het algemeen alleen in augustus/september agressief vanwege voedselgebrek. Juist in deze periode komen ze op zoet af. En ze steken als je naar ze slaat. We leren kinderen hoe je met insecten om kunt gaan en op ze reageren zodat ze er niet bang voor hoeven zijn. Zon: We hebben voldoende schaduwplekken gecreëerd. Bij hitte blijven we meestal binnen (zeker tussen 12 en 15 uur); we weten uit ervaring dat de kinderen dat prettiger vinden dan de extreme warmte. We smeren de kinderen elke paar uur in met zonnebrandcrème, factor 20 of 25 (ook als ze in de schaduw blijven zoals baby’s tot 1 jaar). We zorgen voor extra water/drinken als het warm is. Tijdens koud weer spelen we kort buiten en zorgen we dat we veel rennen (allerlei spelletjes die dat bevorderen) en voetballen/skippyballen bijv. De kinderen kleden zich dik aan. Kruipende kinderen blijven even buiten in een skipak of dikke kleding van thuis. De BSO kinderen kunnen goed zelf bepalen wanneer ze het te koud krijgen en naar binnen willen.
Hoofdluis Hoofdluis is vooral een bedreiging voor de omgeving vanwege het besmettingsgevaar. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen, kan deze besmetting gemakkelijk van de één naar de ander worden overgebracht. De school, BSO en het kinderdagverblijf zijn ongewild dergelijke plaatsen. Om een hoofdluisepidemie te voorkomen is het gewenst dat de school regels vaststelt, en afspraken maakt met BSO, kinderdagverblijf, het team en de ouders. Wanneer ouders weten dat hun kind luizen heeft dienen zij de pedagogisch medewerkers hiervan op de hoogte te brengen. Bij het begin van ieder nieuw schooljaar worden de volgende (preventieve) stappen ondernomen: - Na iedere vakantie worden de scholen Het Stroomdal, De Morgenster en Rehoboth gecontroleerd op hoofdluis. Na het eventueel aantreffen van hoofdluis, wordt die klas na enkele weken opnieuw gecontroleerd. - Als er een besmetting op de school is geconstateerd dienen de BSO kinderen hun kleding in een plastic zak (zelf mee brengen) op te bergen. Dit wordt aan de betreffende ouders verteld. - De luizencoördinator informeert tijdig de ouders, leerkrachten en pedagogisch medewerkers van kinderdagverblijf en BSO. - Er wordt een verkleedverbod afgekondigd. De verkleedspullen dienen gewassen en niet gebruikt te worden tijdens een hoofdluisepidemie. Eventueel de verkleedspullen gedurende 48 uur in een plastic zak opbergen. Alle spullen die mogelijk voor verspreiding kunnen zorgen moeten uit de opvangruimte worden verwijderd om te reinigen/ontsmetten. - Na 7 dagen moeten de kinderen die hoofdluis hadden een nabehandeling ondergaan. De veertiende dag na de eerste controle worden alle kinderen van de klas weer gecontroleerd. Richtlijnen voor pedagogisch medewerkers: - verkleedkleren en knuffels regelmatig reinigen en niet gebruiken in de periode met hoofdluis. - bewaar geen pruiken/kammen/hoeden/mutsen in de opvangruimte. - zorg dat de speelkussens van wasbare hoezen zijn voorzien. - let op bij buitenschoolse activiteiten dat handdoeken, kleding en kammen niet uitgewisseld worden. (15 mei 2015) 7