Prospectus Delta Lloyd Fixed Income Umbrella

1 januari 2015

Prospectus Delta Lloyd Fixed Income Umbrella Inleiding In dit prospectus vindt u informatie waarmee u zich als belegger een oordeel kunt vormen over de participaties in de subfondsen van de Delta Lloyd Fixed Income Umbrella (hierna het ‘fonds’’). Het fonds is gevestigd ten kantore van de beheerder, Amstelplein 6, te Amsterdam. Ga voor actuele informatie naar www.deltalloydassetmanagement.com (hierna de website). Hebt u na het lezen van dit prospectus vragen? Stel uw vraag via de mail [email protected] of telefoonnummer +31 (0)20 - 594 3433. Wij helpen u graag verder. Leeswijzer In dit prospectus zijn woorden schuingedrukt. Deze woorden hebben een speciale betekenis. De uitleg daarvan vindt u in de begrippenlijst van dit prospectus. In deel 1 van het prospectus vermelden wij alle algemene kenmerken van het fonds en de subfondsen. In deel 2 van dit prospectus vindt u alle specifieke kermerken van de subfondsen. Let op: in hoofdstuk 2 staat belangrijke informatie voor investeerders uit de Verenigde Staten. Note: Chapter 2 contains important information for investors from the United States of America.

Wat staat er in dit prospectus? 1.

Wat is een prospectus?..................................................................................................... 3

Deel 1 van het prospectus ........................................................................................................... 5 2.

Wie kan investeren in dit fonds?...................................................................................... 6

3.

Welke risico’s zijn er bij beleggen in dit fonds? ................................................................ 8

4.

Hoe belegt het fonds?....................................................................................................... 12

5.

Wat zijn de kosten bij beleggen in dit fonds? ................................................................... 14

6.

Welke fiscale aspecten zijn er bij beleggen in dit fonds?.................................................. 18

7.

Hoe is de fondsstructuur opgebouwd?............................................................................. 20

8.

Hoe kunt u participaties in het fonds kopen of verkopen?............................................... 23

9.

Hoe bepalen wij de intrinsieke waarde?........................................................................... 25

10.

Hoe verloopt het proces van de participantenvergadering?............................................ 26

11.

Wat kunt u van ons verwachten? ..................................................................................... 27

12.

Verklaring van de beheerder en het Assurance-rapport van de accountant.................... 31

13.

Algemene gegevens ......................................................................................................... 32

14.

Bijlage 1: Begrippenlijst .................................................................................................... 34

Deel 2 van het prospectus ........................................................................................................... 38

15.

Bijlage A: Supplementen ................................................................................................... 39

Supplement: Delta Lloyd Collateralized Bond Fund .................................................................... 40 Supplement: Delta Lloyd Corporate Bond Fund.......................................................................... 46 Supplement: Delta Lloyd Sovereign Bond Fund .......................................................................... 52 Supplement: Delta Lloyd Sovereign LT Bond Fund...................................................................... 58 Supplement: Delta Lloyd Sovereign XLT Bond Fund.................................................................... 64 Supplement: Delta Lloyd Sub-sovereign Bond Fund ................................................................... 70 16.

Bijlage B: Voorwaarden van beheer & bewaring ............................................................... 76

17.

Bijlage C: iBoxx methodologie............................................................................................ 86

Delta Lloyd Fixed Income Umbrella

2

1. Wat is een prospectus? Inleiding In dit hoofdstuk leggen wij uit wat een prospectus is en wat de structuur van dit paraplufonds. U leest wat het doel is van dit prospectus en wat de verspreiding en verstrekking van dit prospectus betekent.

Wat is het doel van dit prospectus? In een prospectus vindt u informatie waarmee u zich als (potentiële) belegger in de subfondsen van dit fonds een oordeel kunt vormen over de aanbieding van participaties in de subfondsen van dit fonds. De inhoud van dit prospectus en de voorwaarden van beheer en bewaring (samen de voorwaarden van deelname) zijn de voorwaarden tussen degenen die participaties houden, verkrijgen of nemen in het fonds (en hun eventuele opvolger als participant) enerzijds, en het fonds anderzijds. Overweegt u een belegging in één van de subfondsen? Lees dan eerst het prospectus (deel 1 én deel 2), de bijbehorende inlegvellen (indien van toepassing), de voorwaarden van beheer en bewaring en de essentiële beleggersinformatie nauwkeurig door. Let op: dit prospectus geeft geen advies. Win zo nodig onafhankelijk advies in bij een financieel adviseur, een juridisch adviseur en/ofof een fiscalist. Bij de uitgifte van participaties gaan wij ervan uit dat u als participant de voorwaarden van deelname kent.

Wat is de structuur van dit paraplufonds? Het fonds is ingericht als paraplufonds waaronder 6 subfondsen vallen: Delta Lloyd Collateralized Bond Fund Delta Lloyd Corporate Bond Fund Delta Lloyd Sovereign Bond Fund Delta Lloyd Sovereign LT Bond Fund Delta Lloyd Sovereign XLT Bond Fund Delta Lloyd Sub-sovereign Bond Fund Voor meer informatie over de structuur van dit fonds verwijzen wij naar hoofdstuk 7 van deel 1 van dit prospectus. In deel 2 van het prospectus leest u specifieke informatie over de subfondsen . Wij streven met het beleggingsbeleid van de subfondsen naar vermogensgroei en inkomsten op lange termijn en wij beleggen daartoe voornamelijk in vastrentende instrumenten. Onze beleggingsaanpak is gericht op het proactief beheren van risico’s en het behalen van aantrekkelijke rendementen. Vastrentende portefeuilles zijn aan marktrisico, tegenpartijrisico en concentratierisico onderhevig. De koers, resultaten en inkomsten van elk subfonds worden afgezet tegen die van een benchmark. De subfondsen kennen een actief beleggingsbeleid en kunnen daarnaast ook beleggen in instrumenten die niet in hun benchmark opgenomen zijn. De samenstelling van hun portefeuille kan substantieel van de benchmark verschillen. Voor meer specifieke informatie over het beleggingsbeleid van elk subfonds verwijzen wij naar de supplementen in deel 2 van dit prospectus. De subfondsen hebben de status van vrijgestelde beleggingsinstelling en kunnen vermogenswinsten op hun beleggingen dientengevolge vrij van Nederlandse vennootschapsbelasting uitkeren. Aan alle beleggingen zijn risico’s verbonden. Wij kunnen niet garanderen dat de subfondsen hun beleggingsdoelstelling zullen verwezenlijken. De waarde van participaties in een subfonds en alle inkomsten die eruit voortvloeien, kunnen zowel stijgen als dalen. Beleggers zouden aanzienlijke verliezen kunnen lijden. Het is mogelijk dat participatiehouders hun oorspronkelijke inleg niet terugontvangen. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Voor nadere informatie over risico’s verwijzen wij naar hoofdstuk 3 van deel 1 van dit prospectus.


3

Naar welke informatie verwijzen wij in dit prospectus? In dit prospectus verwijzen wij naar de onderstaande documenten die u kunt raadplegen en downloaden via de website. Op verzoek verstrekken wij deze kosteloos: • • • • •

het registratiedocument, met daarin de lijst met de icbe's die wij beheren en eventueel daaraan verbonden bewaarders; de jaarverslagen over de laatste drie afgesloten boekjaren van het fonds; het laatst opgemaakte niet door de accountant gecontroleerde halfjaarverslag over de eerste helft van het boekjaar van het fonds, voor zover al van toepassing; de voorwaarden van beheer en bewaring, welke als bijlage B van deel 2 van dit prospectus zijn opgenomen. de supplementen, met daarin specifieke subfonds gerelateerde informatie, welke als bijlage A van deel 2 van dit prospectus zijn opgenomen.

Wat betekent de verstrekking en verspreiding van dit prospectus? Dit prospectus is vastgesteld in Amsterdam op 1 januari 2015 en is tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van de beheerder, statutair gevestigd in Amsterdam. De verstrekking en verspreiding van dit prospectus betekent een aanbod van participaties in de subfondsen van dit fonds of een uitnodiging tot het doen van een aanbod tot koop, verkoop of levering van participaties in dit fonds, op voorwaarden zoals genoemd in dit prospectus en de voorwaarden van beheer en bewaring. De verstrekking van dit prospectus betekent niet dat wij aan u een aanbod doen voor andere fondsen dan de subfondsen van de Delta Lloyd Fixed Income Umbrella.

Wat betekent de verstrekking en verspreiding van dit prospectus niet? De verstrekking en verspreiding van dit prospectus (en de bijlagen) en van een inlegvel (indien van toepassing), evenals het aanbieden, verkopen en leveren van participaties in het fonds kunnen in bepaalde rechtsgebieden onderworpen zijn aan beperkingen volgens de daar geldende regelgeving. Als een (rechts)persoon zich niet houdt aan een dergelijke beperking, zijn wij of onze groepsmaatschappijen hiervoor niet aansprakelijk. Dit prospectus is geen aanbod van participaties noch een uitnodiging tot het doen van een aanbod tot koop, verkoop of levering van participaties in dit fonds in enig rechtsgebied waar dit volgens de daar geldende regelgeving niet toegestaan is. De verstrekking en verspreiding van dit prospectus (en de bijlagen) en de verkoop van participaties in het fonds op basis hiervan, betekent niet dat de in dit prospectus vermelde informatie ook nog juist is op een later tijdstip dan de datum waarop dit prospectus is vastgesteld. Als wij na de publicatiedatum wezenlijke informatie in dit prospectus willen of moeten wijzigen, stellen wij een inlegvel op, of indien noodzakelijk, een nieuw gewijzigd prospectus. Op de website vindt u altijd de meest actuele versie van het prospectus. Let op: de voorwaarden van beheer en bewaring zijn een onderdeel van dit prospectus. Is er een verschil tussen de tekst van dit prospectus en die van de voorwaarden van beheer en bewaring? Dan zijn de voorwaarden van beheer en bewaring leidend. Op de website vindt u altijd de meest actuele versie van de voorwaarden van beheer en bewaring.


4

Deel 1 van het prospectus


5

2. Wie kan investeren in dit fonds? Inleiding In dit hoofdstuk leggen wij uit voor wie het fonds bestemd is. Let op: wij vermelden hier belangrijke informatie voor investeerders uit de Verenigde Staten van Amerika. Note: this chapter contains important information for investors from the United States of America.

Voor wie is het fonds bestemd? Het fonds is een Nederlands fonds voor gemene rekening en staat in beginsel alleen open voor professionele beleggers wereldwijd, als bedoeld in artikel 1:1 van de Wft met uitzondering van participatieklasse A (indien van toepassing). Participatieklasse A staat ook open voor particuliere beleggers. Voor meer informatie verwijzen wij naar hoofdstuk 7 van deel 1 van dit prospectus en de supplementen in deel 2 van dit prospectus. Let op: op dit prospectus, op ieder inlegvel (indien van toepassing) en op de voorwaarden van beheer en bewaring is alleen Nederlands recht van toepassing. Wij wijzen u er ook op dat de verstrekking en verspreiding van de voorwaarden van deelname en het aanbieden van participaties in rechtsgebieden buiten Nederland (zie specifiek voor de Verenigde Staten van Amerika de paragraaf hieronder) kunnen zijn onderworpen aan beperkingen. Indien u in het bezit komt van de voorwaarden van deelname dient u zelf na te gaan in hoeverre zulke beperkingen op u van toepassing zijn en dient u zich aan deze beperkingen te houden. Belangrijk voor investeerders uit de Verenigde Staten van Amerika De participaties die worden aangeboden in dit prospectus staan niet en zullen nooit geregistreerd worden onder de Securities Act van 1933 van de Verenigde Staten van Amerika (hierna US), zoals van tijd tot tijd gewijzigd (de US Securities Act), of enige andere financiële wetgeving van een staat of andere decentrale overheid van de US. De participaties die worden aangeboden in dit prospectus worden nooit aangeboden, verkocht of geleverd, direct of indirect, in de US of voor rekening of risico van een US-persoon, tenzij hierop een uitzondering van toepassing is of de transactie niet valt onder de US Securities Act of enige andere financiële wet van een staat van de US. Het fonds is nooit geregistreerd als een beleggingsinstelling (investment company) onder de US Investment Company Act van 1940, zoals van tijd tot tijd gewijzigd (de US Investment Company Act). De participaties worden alleen aangeboden en verkocht buiten de US aan personen die: a) b)

geen US-personen zijn (US persons, zoals gedefinieerd in Regulation S van de Securities Act en CFTC Regel 4.7); en geen US-inwoners zijn (US residents, zoals bedoeld in de US Investment Company Act), in buitenlandse transacties (offshore transactions) die voldoen aan de vereisten van Regulation S van de US Securities Act.

Het fonds vraagt de vereiste verklaringen en garanties van toekomstige participanten om zeker te zijn dat aan genoemde condities voldaan is en de genoemde uitzonderingen gelden. De participaties van het fonds zijn niet goedgekeurd of afgekeurd door de toezichthoudende instantie van een staat of door de US Securities and Exchange Commission, noch heeft enige autoriteit of commissie in de US haar oordeel gegeven over de juistheid of geschiktheid van dit prospectus. Een verklaring in strijd hiermee is onwettig. Dit prospectus bevat geen aanbieding of de uitnodiging tot het kopen van effecten in enige staat of enig rechtsgebied waar, of aan of van een persoon aan wie of van wie, een dergelijke aanbieding of uitnodiging onwettig of niet toegestaan zou zijn. Als de (potentiële) belegger een natuurlijke persoon is, worden de participaties in het fonds niet aangeboden, uitgegeven, verkocht of overgedragen aan die (potentiële) participant indien deze een "United States person" zoals gedefinieerd voor de Amerikaanse federale inkomstenbelasting (inclusief alle Amerikaanse staatsburgers of ingezetenen van de Verenigde Staten als bedoeld in de Amerikaanse federale inkomstenbelasting) is. Als de Delta Lloyd Fixed Income Umbrella

6

(potentiële) belegger een rechtspersoon of personenvennootschap is, worden de participaties in het fonds niet aangeboden, uitgegeven, verkocht of overgedragen aan een (potentiële) belegger (i) die een "specified U.S. person" (zoals gedefinieerd in Section 1.1473-1(c)) van de U.S. Treasury Regulations) of een "U.S. owned foreign entity" (zoals gedefinieerd in Section 1.1471-5T(c) van de U.S. Treasury Regulations) is, in beide gevallen, onder het Amerikaanse recht bekend als de Foreign Account Tax Compliance Act of “FATCA”. Important information for investors from the United States of America The shares described in this prospectus are not and never will be registered under the Securities Act of 1933 of the United States of America (hereinafter US), as amended from time to time (the US Securities Act), or any other financial regulation of a state or other decentralised authority of the US. The shares described in this prospectus are never offered, sold or delivered, directly or indirectly, in the US or at the expense or risk of a US person, unless an exemption from this rule is applicable or the transaction does not fall within the US Securities Act or any other financial regulation of a US State. The fund has never been registered as an investment company under the US Investment Company Act of 1940, as amended from time to time (the US Investment Company Act). The shares are only offered and sold outside the US to persons who: a) b)

are not US persons as defined in Regulation S of the Securities Act and CFTC Rule 4.7, and are not US residents, within the meaning of the US Investment Company Act, in offshore transactions that meet the requirements of Regulation S of the US Securities Act.

The fund requests future shareholders to provide the required representations and warranties in order to ensure that the aforementioned conditions have been met and the aforementioned exemptions are applicable. The shares in the fund have not been approved or rejected by the supervisory authority of a State or by the US Securities and Exchange Commission, nor has any authority or commission in the US passed an opinion on the correctness or suitability of this prospectus. Any statement in violation of this is unlawful. This prospectus does not contain an offer or invitation to buy securities in any state or any jurisdiction in which, or to or from a person to whom or from whom, such an offer or invitation would be unlawful or not permitted. If the Investor is an individual, the units in the Fund may not be offered, sold or transferred to an Investor who is a “United States person,” as defined for U.S. federal income tax purposes (including any U.S. citizen or any resident of the United States for U.S. federal income tax purposes). If the Investor is an entity, the units in the Fund may not be offered, sold or transferred to an Investor (i) who is a “specified U.S. person” (as defined in U.S. Treasury Regulations Section 1.1473-1(c)) or a “U.S. owned foreign entity” (as defined in U.S. Treasury Regulations Section 1.1471-5T(c)), in each case, for purposes of the provisions of U.S. law known as “FATCA”.


7

3. Welke risico’s zijn er bij beleggen in dit fonds?

Inleiding Een investering in het fonds biedt financiële kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee. In dit hoofdstuk leggen wij uit wat ons risico- en liquiditeitsbeheer is, en welke risico’s er zijn bij beleggen. De risico’s zijn onderverdeeld in drie categorieën: fondsspecifiek, omgeving en operationeel. Elk risico wordt gespecificeerd. Let op: Het risico bestaat dat het door u verwachte rendement op uw belegging niet uitkomt op het moment dat u uw belegging verkoopt. Daarnaast staat niet vast dat het fonds zijn doelstelling zal halen. Het rendement is afhankelijk van de door de beheerder geselecteerde beleggingen en de opbrengsten daaruit. Dit rendement kan zowel positief als negatief zijn. U kunt nooit meer dan uw inleg verliezen. Weeg de hieronder genoemde risicofactoren zorgvuldig af, voordat u belegt in het fonds. Wij raden u aan niet te beleggen in het fonds, als u een verlies niet kunt dragen. De fondsspecifieke risico’s zijn van toepassing op alle subfondsen. De belangrijkste risico’s worden nogmaals besproken per subfonds in deel 2 van dit prospectus.

Welke fondsspecifieke risico’s zijn er? Hieronder vermelden wij de risico’s die gelden voor het fonds en al haar subfondsen. Voor belangrijkste risico’s van ieder subfonds verwijzen wij naar deel 2 van dit prospectus. Indien onderstaande risico’s zich daadwerkelijk voordoen, kan de koers en de waarde van de beleggingen worden beïnvloed. Daardoor kan de intrinsieke waarde van een participatie mogelijk dalen. De beleggingen van de subfondsen bestaan primair uit vastrentende instrumenten. Risicofactor Marktrisico

Uitleg Het risico van waardedaling als de hele financiële markt daalt, of meer specifiek de obligatiemarkt, daalt. De waarde van de obligaties in het fonds is namelijk afhankelijk van ontwikkelingen op de financiële markt. Marktrisico betreft het mogelijk negatieve effect van fluctuaties in rente en creditspreads op de waarde van de activa van het fonds en bestaat met name uit renterisico, credit spread risico en kredietrisico (zie hieronder voor verdere toelichting van deze risico’s).

Credit spread risico

De subfondsen beleggen in het algemeen in vastrentende instrumenten die gevoelig zijn voor fluctuaties in creditspreads. Creditspreads op vastrentende waarden verschillen, afhankelijk van de soort uitgevende instelling (overheid of bedrijf), creditrating, instrument en looptijd. Verhoging of verlaging van de rating van de uitgevende instelling en een veranderende perceptie van de kredietwaardigheid kunnen de waarde van de vastrentende instrumenten beïnvloeden.

Renterisico

Binnen een subfonds is de waardeontwikkeling van de beleggingen afhankelijk van de ontwikkeling van de kapitaalmarktrente. Het renterisico wordt uitgedrukt in de rente-duration van de portefeuille. De duration van een obligatie bestaat uit de gewogen gemiddelde looptijd van alle cash flows (coupons en aflossing van de hoofdsom), waarbij het gewicht van elke kasstroom wordt bepaald door het


8

relatief belang van die kasstroom. Bijvoorbeeld: een renteduration van 4 houdt in dat een rentestijging van 1% zich globaal vertaalt in een 4% waardedaling van de portefeuille. Valutarisico

Het fonds belegt wereldwijd, waardoor valutarisico wordt gelopen op die beleggingen die niet in euro's luiden. Het fonds neemt echter geen actieve valutaposities. Dit betekent dat alle posities in het fonds zo goed mogelijk worden afgedekt naar euro’s om dit risico zoveel mogelijk te beperken.

Inflatierisico

Het risico van geldontwaarding. De koopkracht van een belegde euro en daarmee de waarde van de belegging neemt in dat geval af. Om de belegger te beschermen tegen geldontwaarding in de toekomst kan gebruik worden gemaakt van inflation linked bonds.

Tegenpartijrisico

Het fonds kan verlies lijden als een uitgevende instelling of tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet nakomt (zoals levering van geld of aandelen). Het fonds kan hierdoor verlies lijden, bijvoorbeeld omdat ze opnieuw transacties moet afsluiten tegen minder gunstige tarieven. Dit risico kan het directe gevolg zijn van de kredietwaardigheid van de tegenpartij of, indirect, van het land waaruit de tegenpartij afkomstig is. Het directe risico vloeit voort uit de obligaties en de kredietderivaten waarin de subfondsen hebben belegd. Indirect is er sprake van tegenpartijrisico uit hoofde van afwikkeling (settlement) en bewaarneming (custody). De tegenpartij van het fonds is mogelijk niet in staat zijn verplichtingen jegens het fonds na te komen. Hierdoor kan voor het fonds een verlies ontstaan. Wij streven ernaar dit risico zoveel mogelijk te beperken door tegenpartijen zorgvuldig te selecteren, concentratie te vermijden, strikte juridische contracten aan te gaan en het onderpand op dagelijkse basis te beheren. Hieronder beschrijven wij de risico’s die nauw samenhangen met tegenpartijrisico waaronder het betalingsrisico, faillissementsrisico en bewaarnemingsrisico.

Faillissementsrisico

Obligaties zijn blootgesteld aan faillissementsrisico van de uitgevende instelling. Hiermee wordt bedoeld dat de uitgevende instelling mogelijk niet in staat is om de rentebetalingen of aflossing te kunnen doen waardoor het fonds verlies kan lijden en wordt ook wel kredietrisico genoemd. Dit risico wordt gemeten per positie middels de gemiddelde credit rating gebaseerd op de iBoxx methodologie. De totale hoeveelheid kredietrisico van de benchmark en het fonds wordt uitgedrukt in de gewogen gemiddelde credit rating en berekend door exponentiële wegingen toe te passen gebaseerd op historische faillissementstatistieken. De gehanteerde tabellen zijn opgenomen als bijlage C van deel 2 van dit prospectus.


9

Betalingsrisico

Het kan voorkomen dat een afwikkeling via het betalingsverkeer niet plaatsvindt zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de financiële instrumenten door de tegenpartij niet, of niet op tijd, of zoals verwacht plaatsvindt.

Bewaarnemingsrisico

Het fonds loopt een risico dat de in bewaring gegeven activa als gevolg van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de (onder)bewaarnemer verloren gaan.

Concentratierisico

De beleggingen van het fonds kunnen zich concentreren op verschillende factoren, zoals uitgevende instellingen, sectoren, regio’s en landen. Concentratierisico houdt in dat de waardeontwikkeling van het fonds te zeer afhankelijk wordt van een bepaalde factor. Voor informatie over spreiding binnen een subfonds verwijzen wij u naar hoofdstuk 4 van deel 1 van dit prospectus en naar de supplementen in deel 2 van dit prospectus.

Paraplurisico

Het vermogen van de subfondsen gebruiken wij uitsluitend om aanspraken te voldoen die voortvloeien uit: a) verplichtingen met betrekking op het beheer en de bewaring van de subfondsen; en b) participaties. Doordat wij voor elk subfonds een eigen juridisch eigenaar hebben benoemd dekken wij dit risico zoveel mogelijk af.

Risico van afgeleide financiële instrumenten

Het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten) is toegestaan, waardoor zowel koerswinsten als koersverliezen versterkt kunnen worden. Via risicomanagementsystemen proberen wij dit risico op een aanvaardbaar niveau te houden. Derivaten gebruiken wij vooral voor het afdekken van financiële risico’s.

Liquiditeitsrisico

Financiële instrumenten worden op de markt verhandeld. Onder normale omstandigheden worden effecten gekocht en verkocht op basis van continue vraag en aanbod in de markt. Indien er door onvoorziene omstandigheden sprake is van een abnormale liquiditeitssituatie, zou het fonds kunnen worden geconfronteerd met liquiditeitsrisico. Hierdoor kunnen financiële instrumenten niet onder normale voorwaarden worden verkocht of gekocht. Hoewel wij voor het fonds interne liquiditeitsrichtlijnen hanteren, blijft het liquiditeitsrisico aanwezig. Wij streven ernaar om dagelijks liquiditeit te bieden. Het kan echter voorkomen dat niet alle posities binnen één dag kunnen worden verkocht. Let op: om het liquiditeitsrisico af te dekken kunnen wij in het geval van een grote uittreding besluiten tot een tijdelijke opschorting van de in- en verkoop van participaties in het fonds. Dit is van toepassing per subfonds. Opschorting in één van de subfondsen heeft geen invloed op andere subfondsen.

Risico open-end karakter

Het fonds kent een open-end karakter. Hierdoor is er het risico dat er op enig moment (een dag) een groot aantal deelnemers in het fonds hun participaties verkoopt. Hierdoor Delta Lloyd Fixed Income Umbrella

10

kan het gebeuren dat wij beleggingen vroegtijdig moeten liquideren tegen mogelijk ongunstige voorwaarden. De waarde van de participatie wordt hierdoor (verder) nadelig beïnvloed. Wij kunnen de inkoop van participaties onder bepaalde omstandigheden (tijdelijk) staken. In hoofdstuk 8 leest u hier meer over. Politiek risico

Het risico op veranderingen in het politieke landschap, bijvoorbeeld: politieke aardverschuivingen, sociale onrust, rellen, (burger-)oorlogen en terrorisme.

Risico van beleggen met geleend geld (hefboomfinanciering risico)

Hefboomfinanciering (leverage) gebruiken wij slechts in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld bij een grote uitreding van een participant uit een subfonds. Dit kan niet alleen de winst, maar ook het verlies vergroten. Het risico bestaat dat beleggingen die met geleend geld worden aangekocht een lager rendement opleveren dan de rentevergoeding die over het geleende geld moet worden betaald. Een subfonds kan als debiteur leningen aangaan tot een percentage van 10% van het balanstotaal. Er bestaat geen verplichting voor participatiehouder tot aanzuivering bij een negatief fondsvermogen.

Welke omgevingsrisico’s zijn er bij beleggen in dit fonds? Omgevingsrisico’s zijn de risico’s van buitenaf waarop wij geen invloed hebben. Dit betreft onder andere de hierboven omschreven risico's: het marktrisico, het inflatierisico en het politiek risico. Daarnaast wijzen wij u op het omgevingsrisico van verandering van financiële en fiscale wetgeving. Dit betekent dat financiële en fiscale wetgeving die van toepassing is op het fonds en/of de beheerder in de toekomst in voor het fonds en/of de beheerder nadelige zin zou kunnen wijzigen, waardoor ook het rendement op de aandelen negatief kan worden beïnvloed.

Welke operationele risico’s zijn er bij beleggen in dit fonds? Dit zijn de risico’s op verliezen voor het fonds door gebrekkige of foutieve interne processen, interne controle, systemen of fouten van personen. De operationele risico’s zijn: het administratief risico (bijvoorbeeld het risico dat gegevens onjuist worden verwerkt door personeel), systeemrisico (bijvoorbeeld het risico dat IT systemen (tijdelijk) niet beschikbaar zijn), juridisch-, fiscaal- en compliancerisico, het risico van fraude, en personeelsrisico (bijvoorbeeld het risico dat sleutelfiguren, zoals een succesvolle fondsmanager (gelijktijdig) vertrekken).


11

4. Hoe belegt het fonds? Inleiding In dit hoofdstuk leggen wij uit wat ons beleggingsbeleid is. Hierin leest u onder andere wat onze uitgangspunten zijn. Het beleid (vermeld in dit hoofdstuk) is van toepassing op alle subfondsen van dit fonds. In de supplementen van deel 2 van dit prospectus vermelden wij het specifieke beleggingsbeleid van de subfondsen. Het hieronder beschreven beleggingsbeleid geldt in beginsel voor alle subfondsen.

Wat is het beleggingsdoel? De algemene doelstelling van de subfondsen van het fonds is vermogensgroei en inkomsten op lange termijn te genereren. De benchmark fungeert hierbij als uitgangspunt voor de hoeveelheid van een bepaald soort risico van elk subfonds en als maatstaf voor de beoordeling van de beleggingsresultaten op lange termijn. Wij kunnen ook beleggen in instrumenten die niet in de benchmark opgenomen zijn. De beheerder tracht een outperformance ten opzichte van de benchmarks van de subfondsen te behalen door de positionering van de beleggingsportefeuille proactief aan te passen aan de in hieronder genoemde risico’s. De beheerder tracht alle andere risico’s zoveel mogelijk te beperken. In hoofdstuk 3 van deel 1 van dit prospectus omschrijven wij alle risico’s. Let op: het beleggingsbeleid zoals beschreven in dit hoofdstuk vormt samen met het beleggingsbeleid beschreven per subfonds in deel 2 van dit prospectus het totale beleggingsbeleid. Specifieke informatie over de beleggingsdoelstellingen en het beleggingsbeleid van elk subfonds afzonderlijk is weergegeven in deel 2 van dit prospectus.

Hoe bereiken wij het beleggingsdoel (beleggingsbeleid)? De benchmark van elk subfonds vermelden wij in deel 2 van dit prospectus. In het algemeen kent de benchmark de hieronder vermelde risico’s. Wij bereiken het beleggingsdoel onder meer door de portefeuille proactief aan te passen aan deze risico’s. Daarnaast proberen wij alle andere risico’s zoveel mogelijk te minimaliseren. • • •

Marktrisico – rentes en creditspreads kunnen nadelige bewegingen vertonen. Tegenpartijrisico – aan alle vastrentende instrumenten is faillissementsrisico verbonden. Concentratierisico – een benchmark wordt samengesteld op basis van de marktwaarde van uitgegeven obligaties.

Hoe beheren wij deze risico’s? Wij positioneren ons, op basis van eigen deskundigheid en oordeel, ten opzichte van de benchmark door de portefeuille proactief te beheren en in te spelen op het marktrisico, tegenpartijrisico en concentratierisico. Dit betekent dat de gevoeligheid van de subfondsen voor marktbewegingen in rentes, inflatie, valuta’s en creditspreads binnen een specifiek aangegeven marge van de benchmark kan verschillen. Ook kan de samenstelling van de beleggingen van de subfondsen in bepaalde opzichten, waaronder begrepen maar niet beperkt tot sectoren, landen en emittenten, afwijken van de samenstelling van de benchmark. Wij meten het tegenpartijrisico per positie door de gemiddelde rating te berekenen volgens de iBoxx-methodiek, zoals toegelicht in bijlage C van deel 2 van dit prospectus. Het totale tegenpartijrisico van de benchmark en van elk subfonds wordt berekend door exponentiële wegingen toe te passen op basis van historische faillissementsstatistieken. De samenstelling van de beleggingen in de portefeuille van een subfonds kan worden aangepast aan de marktverhoudingen, welke steeds kunnen wijzigen. Als gevolg van aanpassingen in de samenstelling van de beleggingsportefeuille en bijvoorbeeld marktbewegingen, kan de gevoeligheid voor risico’s van de activa van een subfonds fluctueren. Een overzicht van de samenstelling van de beleggingen van een subfonds vindt u in het jaarverslag en de maandopgave, welke te downloaden zijn via de website.


12

De risico’s worden met behulp van kwantitatieve technieken gemeten en beheerd. Het beleggingsrisico van de beleggingsportefeuille inclusief derivaten is in deze technieken geïntegreerd. Een voorbeeld van deze technieken is de ratingmethode (bijlage C van deel 2 van dit prospectus). Op verzoek verstrekken wij meer informatie over deze kwantitatieve technieken. De beleggingsportefeuille van de subfondsen is in overeenstemming met het beleid voor verantwoord beleggen dat door ons is opgesteld. Meer informatie over duurzaam beleggen kunt u vinden op de website.

Waar mag het fonds in beleggen? Let op: naast het in dit hoofdstuk vermelde beleggingsbeleid kent elke subfonds zijn ook eigen beleggingbeleid met restricties. Deze vermelden wij per subfonds in deel 2 van dit prospectus. Een subfonds kan beleggen in obligaties, leningen, gestructureerde financiële producten (met inbegrip van assetbacked securities), (synthetische) converteerbare obligaties, aandelen, repo’s, andere beleggingsfondsen (met inbegrip van gelieerde fondsen) en geldmarktfondsen. Wij kunnen afgeleide financiële instrumenten toepassen voor een efficiënt portefeuillebeheer, dat houdt in dat financiële risico’s kunnen worden afgedekt en dat actieve posities kunnen worden ingenomen. Indien het subfonds derivaten gebruikt voor andere doeleinden dan duration-, valuta- en/of inflatie-aanpassingen, zal de onderliggende waarde van de derivaten te allen tijde het beleggingsbeleid respecteren. Het kopen of verkopen van beursgenoteerde en over-the-counter derivaten is toegestaan. Voorbeelden van toegestane afgeleide financiële instrumenten zijn onder andere: futures, opties, forwards en swaps (inclusief, maar niet gelimiteerd tot renteswaps, credit default swaps – inclusief indices zoals ITRAXX – en cross currency swaps). Bij gebruik van derivaten voldoet het subfonds te allen tijde aan de wettelijke bepalingen. Wij kunnen geen shortposities in effecten nemen of overeenkomsten inzake het uitlenen van effecten aangaan. Wij kunnen maximaal 200 procent van de netto waarde derivaten posities aangaan.

Maakt het fonds gebruik van hefboomfinanciering? De strategie van het fonds is gericht op het hebben van zo min mogelijk hefboomfinanciering (leverage). In uitzonderlijke gevallen, om bijvoorbeeld een grote uittreding van participatiehouders op te vangen, kan het fonds gebruik maken van leverage. Het fonds kan dan tot: •

maximaal 10 procent van het balanstotaal aan vreemd vermogen aantrekken.

Maakt het fonds gebruik van een prime broker? Wij maken geen gebruik van een prime broker.


13

5. Wat zijn de kosten bij beleggen in dit fonds? Inleiding In dit hoofdstuk leggen wij uit wat de kosten (exclusief btw, voor zover van toepassing) zijn van beleggen in de subfondsen en waarom deze kosten er zijn. U leest wat de terugkerende en eenmalige kosten zijn. De actuele informatie over kosten bij beleggen vindt u op de website of in het (half)jaarverslag van het fonds. Waar in dit hoofdstuk gesproken wordt over fonds bedoelen wij alle subfondsen.

Wat zijn de terugkerende kosten? De terugkerende kosten bestaan uit (1) de lopende kosten en (2) overige kosten. De terugkerende kosten komen ten laste van het resultaat van de subfondsen, tenzij anders vermeld. De kosten die, in het algemeen, van toepassing zijn op alle subfondsen zijn hieronder vermeld. De specifieke kosten en bedragen per subfonds vermelden wij in deel 2 van dit prospectus. Het fonds zelf draagt geen kosten, alle kosten worden pro rato belast aan de subfondsen.

Wat zijn de lopende kosten? De lopende kosten omvatten kosten die ten laste van het fondsvermogen van een subfonds worden gebracht, of zij nu noodzakelijk zijn voor het opereren van een subfonds, of de vergoeding aan derden vertegenwoordigen. De bedragen vermelden wij per subfonds in deel 2 van dit prospectus. Het totaalbedrag van de lopende kosten van elk subfonds vermelden wij afzonderlijk in het jaarverslag. In onderstaande tabel vindt u een overzicht en uitleg van de terugkerende kosten die onder de lopende kosten vallen. Let op: de kosten van oprichting van het fonds komen niet meer ten laste van het resultaat van het fonds. Deze kosten zijn in het verleden al pro rata verrekend. De kosten per subfonds vermelden wij in deel 2 van dit prospectus voor zover van toepassing. Lopende kosten Accountantskosten

Uitleg Het fonds maakt accountantskosten om bijvoorbeeld zijn jaarrekening te laten controleren. Deze kosten worden per subfonds onderverdeeld.

Beheervergoeding

Wij beheren elk subfonds en ontvangen per kwartaal een beheervergoeding (ook wel management fee genoemd). Dit is een percentage van de intrinsieke waarde van het subfonds. Wij reserveren de beheervergoeding dagelijks ten laste van het resultaat van het subfonds. Op de laatste dag van het kalenderkwartaal brengen wij de beheervergoeding in rekening aan het subfonds. Het percentage beheervergoeding per is subfonds is opgenomen in deel 2 van dit prospectus en kan per subfonds verschillen.

Kosten bewaarder

Voor het bewaren van de financiële instrumenten van het subfonds en overige taken van de bewaarder brengt de bewaarder banken bewaarloonkosten in rekening aan het subfonds. De hoogte van deze kosten is afhankelijk van de landen waarin wij beleggen en het vermogen van het subfonds.

Kosten fund agent en ENLagent

De fund agent maakt kosten voor aanen verkoopopdrachten voor participatieklasse A volgens de voorwaarden in dit prospectus. De ENL-agent maakt kosten omdat zij optreedt als uitgevende agent, overdrachtsagent en betaalagent.


14

Vergoeding juridisch eigenaar

De juridisch eigenaar brengt jaarlijks een vergoeding in rekening. Deze vergoeding komt ten laste van elk subfonds.

Bewaarvergoeding

Dit is de vergoeding aan de bewaarder voor de uitoefening van zijn taken op grond van de Wet op het financieel toezicht, zoals toezicht op de beheerder.

Kosten voor gebruik van de benchmark

Dit is de vergoeding die wij betalen voor het ontwerpen en gebruiken van een customized benchmark.

Toezichthouderskosten

Financiële ondernemingen betalen mee aan het toezicht door de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank.

Overige kosten

Het fonds maakt ook kosten voor juridisch/fiscaal advies, verslaglegging, marketing en andere specifiek eigen kosten. Deze kosten zijn gezamenlijk maximaal 10 procent van de totale kosten.

Wat zijn de overige kosten? De overige kosten zijn de portefeuilletransactiekosten en rentelasten. In onderstaande tabel vindt u een overzicht en uitleg van deze kosten. Het fonds kent geen prestatievergoeding. Overige terugkerende kosten Portefeuilletransactiekosten

Uitleg Er zijn portefeuilletransactiekosten als wij de beleggingsportefeuille van het subfonds wijzigen. Let op: de portefeuilletransactiekosten komen ten laste van de verkrijgings- dan wel vervreemdingsprijs van de onderliggende beleggingen. De transactiekosten van obligaties zijn onderdeel van de transactieprijs en zijn niet expliciet zichtbaar. Voor beursgenoteerde instrumenten zoals futures zijn er expliciete transactiekosten.

Kosten van indirecte beleggingen

Als wij direct of indirect beleggen in andere beleggingsfondsen, worden den aan de belegging verbonden kosten (zoals beheervergoeding, administratiekosten, transactiekosten en overige kosten) indirect ten laste gebracht van betreffende subfonds. Een eventueel ontvangen retourprovisie komt ten gunste van dit subfonds. Indien een wij beleggen in door ons beheerde beleggingsinstellingen, wordt dubbele betaling van beheervergoeding vermeden (tenzij er sprake is van een separate resultaatafhankelijke vergoeding), bijvoorbeeld door achteraf (een deel van) de beheervergoeding terug te verwerven of vooraf van (een deel van) de beheervergoeding af te zien. Eventueel ontvangen provisiebaten komen ten gunste van het betreffende subfonds. Indien een subfonds in andere beleggingsfondsen belegt, worden de aan deze beleggingsfondsen verbonden kosten conform de geldende weten regelgeving openbaar gemaakt in de jaarrekening van het fonds.


15

Rentelasten

Een subfonds kan rentekosten maken als het schulden heeft (bijvoorbeeld als het kortstondig rood staat). Deze schulden bedragen maximaal 10 procent van de intrinsieke waarde van het subfonds. De rentekosten bestaan uit de marktconforme rentevergoeding voor kortlopende schulden.

Wat zijn de eenmalige kosten? De eenmalige kosten spelen een rol als u een wijziging aanbrengt in uw belegging in het subfonds. Er zijn twee soorten eenmalige kosten: (1) de in- en uitstapkosten en (2) de open afslag. Eenmalige kosten komen niet ten laste van het resultaat van het fonds, maar worden aan de betreffende participant die een wijziging aanbrengt in diens belegging in het fonds in rekening gebracht. In onderstaande tabel vindt u een overzicht en uitleg van deze kosten. Eenmalige kosten In- en uitstapkosten

Uitleg Uw distributeur kan in- en uitstapkosten bij u in rekening brengen bij aankoop of verkoop van participaties in het fonds. De distributeur rekent daarvoor vaak een bepaald percentage van het transactiebedrag. Uw distributeur kan u inlichten over de feitelijke kosten. Let op: naast deze in- en uitstapkosten kan een distributeur ook andere kosten bij u in rekening brengen. Informeert u hiernaar bij uw distributeur.

Op- en afslag

Als u participaties koopt, is dit vanuit het subfonds gezien een uitgifte van nieuwe participaties. De uitgifte van participaties zorgt voor kosten voor het subfonds (portefeuilletransactiekosten om de beleggingsportefeuille uit te breiden). Het subfonds brengt deze kosten in rekening bij de toetredende belegger door boven op de intrinsieke waarde een opslag te hanteren. Bij de verkoop van participaties aan het subfonds gebeurt het omgekeerde. Ook hier maakt het subfonds kosten. Deze kosten brengt het subfonds in rekening bij de verkopende belegger. Het subfonds neemt dan de participaties in tegen de intrinsieke waarde, verminderd met een afslag. Het resultaat van de op- of afslag komt geheel ten goede aan het subfonds. Op deze manier beschermen wij zittende participanten tegen kosten bij het uitgeven of inkopen van participaties. De percentages per subfonds vermelden wij in de supplementen van deel 2 van dit prospectus. Let op: omdat er gekeken wordt naar het saldo van de aanen verkopen, betaalt u bij een aankoop niet per definitie een opslag en bij een verkoop niet per definitie een afslag. Bij een per saldo inkoop van participaties betaalt u een afslag op de intrinsieke waarde. Bij een per saldo uitgifte betaalt u een opslag op de intrinsieke waarde. Echter, als door marktomstandigheden de verwachte gemiddelde transactiekosten op lange termijn veranderen, kunnen wij het vaste percentage aanpassen aan de marktomstandigheden.


16

Hoe rekenen wij de kosten toe? Op basis van het aantal geplaatste participaties van elke participatieklasse rekenen wij aan de verschillende participatieklassen de totale kosten toe. Wij kunnen bepalen dat kosten die specifiek horen bij participaties van een bepaalde participatieklasse, alleen ten laste komen van het vermogen van deze participatieklasse. Deze kosten per participatieklasse vermelden wij dan apart in de jaarrekening en het halfjaarbericht.


17

6. Welke fiscale aspecten zijn er bij beleggen in dit fonds? Inleiding Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de belangrijkste Nederlandse fiscale aspecten rondom het fonds. Het is gebaseerd op de fiscale wetgeving, jurisprudentie en beleidsregels, zoals die gelden op het moment van verschijnen van dit prospectus. De informatie hieronder geldt voor alle subfondsen. Let op: dit hoofdstuk geeft geen advies over uw specifieke situatie. Wij raden u aan advies in te winnen over de voor u specifieke fiscale aspecten van beleggen in het fonds.

Welke fiscale aspecten zijn er voor het fonds? Het fonds heeft de status van vrijgestelde beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 6a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Het resultaat van het fonds is (subjectief) vrijgesteld van de heffing van vennootschapsbelasting. Op door het fonds ontvangen rente betaald door in Nederland gevestigde beleggingen wordt in beginsel Nederlandse dividendbelasting ingehouden. Op uitkeringen betaald door in het buitenland gevestigde beleggingen van het fonds wordt in beginsel buitenlandse bronbelasting ingehouden. De Nederlandse dividendbelasting of buitenlandse bronheffingen zijn voor het fonds niet verrekenbaar of terugvorderbaar. Het fonds hoeft op de door haar uitgekeerde dividenden geen dividendbelasting in te houden.

Wie kan deelnemen in het fonds? De volgende beleggers kunnen deelnemen in het fonds: • •

•

•

Vennootschapsbelastingplichtige beleggers: feitelijk in Nederland gevestigde en aan de heffing van de Nederlandse vennootschapsbelasting onderworpen lichamen of; Van vennootschapsbelasting vrijgestelde beleggers: feitelijk in Nederland gevestigde maar niet aan de heffing van Nederlandse vennootschapsbelasting onderworpen lichamen (zogenoemde vrijgestelde lichamen) of; Particuliere beleggers: in Nederland woonachtige particulieren, die geen zogenoemd aanmerkelijk belang hebben in de Beleggingsmaatschappij en die de aandelen niet tot hun ondernemingsvermogen (behoeven te) rekenen. Tevens wordt ervan uitgegaan dat deze particulieren ter zake van hun belang in de Beleggingsmaatschappij geen resultaat uit overige werkzaamheden genieten. Particuliere beleggers kunnen alleen beleggen in participatieklasse A. In deel 2 van dit prospectus leest u voor welke subfondsen participatieklasse A actief is. Professionele beleggers; zoals opgesomd in artikel 1:1 van de Wet financieel toezicht. Hieronder vallen onder meer banken, verzekeraars en pensioenfondsen.

Welke fiscale gevolgen zijn er voor in Nederland gevestigde vennootschapsbelastingplichtige beleggers? De door het fonds uitgekeerde dividenden zijn in beginsel belastbaar. De belegger in het fonds dient het belang in het fonds op marktwaarde te waarderen.

Welke fiscale aspecten zijn er voor in Nederland gevestigde vrijgestelde beleggers? Vrijgestelde beleggers betalen geen belasting over het resultaat dat zij behalen met het aanhouden van een belang in het fonds, tenzij het belang is toe te rekenen aan activiteiten die niet direct samenhangen met de vrijgestelde (kern)activiteiten.


18

Welke fiscale gevolgen zijn er voor in Nederland gevestigde particuliere beleggers? De overheid stelt de inkomsten uit sparen en beleggen (box 3) fictief op 4 procent van de vermogenswaarde van de beleggingen, ongeacht het behaalde rendement. Dit fictieve rendement is belast tegen een tarief van 30 procent. De effectieve belastingdruk is daardoor 1,2 procent van de waarde van het vermogen. De peildatum voor de bepaling van de waarde van het vermogen over een jaar is 1 januari van het kalenderjaar waarover de belasting wordt geheven. Let op: Voor iedereen geldt in box 3 een heffingsvrij vermogen. Slechts het deel van uw vermogen dat boven het heffingsvrije vermogen telt mee voor de berekening van de belasting in box 3.


19

7. Hoe is de fondsstructuur opgebouwd? Inleiding In dit hoofdstuk leggen wij u onder andere uit hoe de structuur van het fonds is opgebouwd. Ook leggen wij uit hoe het vermogen van het fonds wordt bewaard.

Wat is de Delta Lloyd Fixed Income Umbrella? Het fonds is een Nederlands fonds voor gemene rekening in de vorm van een paraplufonds. Het fonds is niet onderworpen aan vennootschapsbelasting en is opgericht voor onbepaalde tijd op 12 december 2012. Het fonds is gevestigd ten kantore van de beheerder te Amsterdam. Het fonds is een icbe, in de vorm van een fonds voor collectieve belegging in effecten.

Hoe is de fondsstructuur opgebouwd? Een fonds voor gemene rekening is gericht op het bijeenbrengen van vermogen door verschillende personen of partijen (de participanten) met een gemeenschappelijk beleggingsdoel, om de participanten in de opbrengst daarvan te laten delen, zoals beschreven in de voorwaarden van beheer en bewaring. Deze voorwaarden van beheer en bewaring zijn van toepassing op de rechtsverhouding tussen de beheerder, de Juridisch Eigenaar en iedere participant, maar laten geen overeenkomst tussen de participanten onderling ontstaan en beogen ook niet (anderszins) een samenwerking tussen de participanten. Participanten investeren geld in het fonds in ruil voor participaties. De beheerder belegt dit geld voor rekening en risico van de participanten. Participanten kunnen op verzoek kosteloos een afschrift van de voorwaarden van beheer en bewaring bij de beheerder opvragen. Daarnaast heeft het fonds heeft een open-end structuur. Dit betekent dat het fonds in principe op verzoek altijd participaties zal uitgeven en inkopen. Het fonds (de paraplu) bestaat uit verschillende subfondsen. Voor elk subfonds wordt een afzonderlijke serie participaties uitgegeven eventueel onderverdeeld in participatieklassen. Elk subfonds heeft een eigen naam, die de aard van de beleggingen van dat subfonds weergeeft, en kent zijn eigen beleggingsbeleid, risicoprofiel, kostenstructuur, administratie en intrinsieke waarde. Elk subfonds kent twee of meer participatieklassen. Het vermogen van alle participatieklassen van een subfonds tezamen wordt gemeenschappelijk belegd, maar de participatieklassen van een subfonds kunnen verschillen vertonen in de tariefstructuur voor toetredings- en uittredingskosten, de vergoedingenstructuur, het afdekkingsbeleid, de minimuminleg, de valuta of het dividendbeleid. De specifieke eigenschappen van elk subfonds en van elke participatieklasse staan beschreven in de supplementen in deel 2 van dit prospectus.

Wie houdt de juridische eigendom van het fondsvermogen van het fonds? Wij hebben per subfonds een stichting aangewezen als juridisch eigenaar. Voor een overzicht van de stichtingen verwijzen wij naar hoofdstuk 13 van deel 1 van dit prospectus. De juridisch eigenaar heeft als taak het houden van het juridisch eigendom van het fondsvermogen voor rekening en risico van de participanten. De stichtingen zijn juridisch eigenaar van het fondsvermogen en de participanten zijn de economisch eigenaren van het fondsvermogen. Doordat de juridisch eigenaar de juridische eigendom van het fondsvermogen houdt, is het fondsvermogen afgescheiden van het vermogen van de beheerder. Hierdoor is de vermogensscheiding gewaarborgd voor de participanten. Indien de juridisch eigenaar om welke reden dan ook zijn functie niet langer uitoefent terwijl geen opvolgend juridisch eigenaar is aangewezen, zal de beheerder een nieuwe juridisch eigenaar benoemen die zal functioneren als juridisch eigenaar van het fonds. De beheerder zal vervolgens zo spoedig mogelijk de participanten hiervan in kennis stellen.


20

Wat doet de beheerder? De beheerder voert het beheer over het fonds en handelt daarbij uitsluitend in het belang van de participanten. De beheerder is vrij in zijn keuze voor beleggingen van het fonds en is bevoegd alle daden van beheer met betrekking tot het vermogen van het fonds te verrichten, steeds met inachtneming van het bepaalde in de voorwaarden van deelname. Onder het beheer wordt ook het vaststellen en het uitvoeren van het beleggingsbeleid van het fonds en het doen van beleggingen voor het fonds begrepen. De beheerder is steeds bevoegd in de beleggingen van het fonds wijzigingen aan te brengen die de beheerder in het belang van alle participanten acht. Indien de beheerder om welke reden dan ook zijn functie niet langer uitoefent terwijl geen opvolgend beheerder is aangewezen, zal de juridisch eigenaar een nieuwe beheerder benoemen die zal functioneren als beheerder van het fonds. De juridisch eigenaar zal vervolgens zo spoedig mogelijk de participanten hiervan in kennis stellen.

Wat doet de bewaarder? Wij hebben KAS Trust & Depositary Services B.V. aangewezen als bewaarder van het fonds in de zin van de Wft en voldoet aan de eisen die worden gesteld aan een icbe bewaarder. De bewaarder controleert onder meer of de beheerder bij de uitoefening van haar taken voor het fonds volgens de voorwaarden van deelname en toepasselijke wet-en regelgeving handelt. De bewaarder is tegenover het fonds en de participanten aansprakelijk voor de door hen geleden schade, voor zover de schade het gevolg is van verwijtbare niet-nakoming of gebrekkige nakoming van zijn verplichtingen. Deze aansprakelijkheid wordt niet opgeheven door delegatie van taken door de bewaarder. Middels acceptatie van de fondsvoorwaarden gaan de participanten ermee akkoord dat eventuele vorderingen op grond van voorgaande zullen worden ingesteld door de juridisch eigenaar en/of de beheerder en niet rechtstreeks door de participanten zullen worden ingediend bij de bewaarder. In het geval de juridisch eigenaar en/of de beheerder niet binnen een redelijke termijn gevolg geeft aan een verzoek van de participanten om een vordering in te dienen bij de bewaarder, hebben de participanten evenwel zelf het recht om een dergelijke vordering te initiëren. De bewaarder en de directie van de bewaarder zijn onafhankelijk van Delta Lloyd Groep en de bewaarder zal geen activiteiten uitvoeren met betrekking tot het fonds of de beheerder, die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten tussen het fonds, de beleggers het fonds, de beheerder en zichzelf. Indien de bewaarder om welke reden dan ook zijn functie niet langer uitoefent terwijl geen opvolgend bewaarder is aangewezen, zal de beheerder een nieuwe bewaarder benoemen die zal functioneren als bewaarder van het fonds. De beheerder zal vervolgens zo spoedig mogelijk de participanten hiervan in kennis stellen.

Wat zijn de winstbepaling en -bestemming? Het resultaat van ieder subfonds bepalen wij door de opbrengsten die in de verslagperiode (een kalenderjaar) zijn behaald, te verminderen met de kosten die in de verslagperiode zijn gemaakt. De winst blijkt uit de winst-en verliesrekening die deel uitmaakt van de door de vergadering van participanten vastgestelde jaarrekening. Het resultaat van het fonds wordt door de beheerder per participatieklasse volgens de voorwaarden van beheer en bewaring onderverdeeld.

Recht op vermogen Elke participatie geeft recht op een evenredig aandeel in het vermogen van het fonds, voor zover dit aan de participanten toekomt.


21

Wat zijn de kenmerken van de participatieklassen? Sommige subfondsen kennen meerdere actieve klassen. Of dit het geval is, vermelden wij in deel 2 van dit prospectus. De participatieklassen kennen naast andere kenmerken als beschreven in dit prospectus zoals een verschillende kosten- en vergoedingenstructuur. De specifieke kenmerken per klasse vermelden wij in de supplementen in deel 2 van dit prospectus. Klasse A

Uitleg Deze klasse heeft een kosten- en vergoedingenstructuur waarin geen distributievergoeding is verwerkt voor distributeurs voor het doen van distributie-inspanningen. Deze klasse heeft de mogelijkheid dividend uit te keren. De participaties van klasse A luiden aan toonder en zijn genoteerd aan Euronext in Amsterdam. De handel verloopt via het handelssysteem Euronext Fund Service.

Ic

Deze klasse heeft een kosten- en vergoedingenstructuur waarin een distributievergoeding is verwerkt voor distributeurs voor het doen van distributie-inspanningen. Deze klasse heeft niet de mogelijkheid dividend uit te keren. De gewone aandelen van klasse Ic zijn niet genoteerd aan Euronext in Amsterdam. Let op: aan -en verkopen staan alleen open professionele beleggers.


22

8. Hoe kunt u participaties in het fonds kopen of verkopen? Inleiding In dit hoofdstuk leest u hoe u participaties kunt kopen of verkopen van de verschillende participatieklassen. Ook leest u wanneer wij de inkoop of uitgifte van participaties kunnen opschorten

Aan welke gereglementeerde markt zijn de aandelen van klasse A tot de handel toegelaten? De participatieklasse A van het fonds zijn toegelaten tot de handel op Euronext in Amsterdam. De handel verloopt via Euronext Fund Service. Of participatieklasse A beschikbaar is van een subfonds leest u in deel 2 van dit prospectus.

Hoe verloopt de inkoop en uitgifte van participaties? Het fonds heeft een open-end karakter. Wij kunnen daarom zowel participaties uitgeven als participaties inkopen als daar vraag naar is. Het fonds maakt kosten voor het uitgeven en inkopen van participaties. Deze kosten vindt u in hoofdstuk 5 van deel 1 van dit prospectus en meer specifiek per subfonds in deel 2 van dit prospectus. Sommige subfondsen kennen meerdere actieve klassen.

Orders voor inkoop en uitgifte van participatieklasse A: De cut-off-time is bepaald op 16.00 uur (CET). Als de fund agent een order voor 16.00 uur (CET) ontvangt, wordt de order verwerkt op basis van de intrinsieke waarde per participatie die de volgende beursdag ('T') geldt. Ontvangt de fund agent de order na 16.00 uur (CET), dan wordt de order niet verwerkt op basis van de intrinsieke waarde van de eerstvolgende beursdag ('T') maar van een beursdag later ('T+1'), op basis van de dan geldende intrinsieke waarde. Binnen het systeem Euronext Fund Service saldeert de fund agent de ontvangen aanen verkooporders met elkaar en geeft deze als één transactie door aan het fonds. Aankooporders worden alleen verwerkt als de nettoprijs binnen de vastgestelde termijnen is overgemaakt ten gunste van het vermogen van het fonds (behalve in het geval van eventuele gratis verstrekking van aandelen). Let op: Alleen voor het Delta Lloyd Corporate Bond Fund en het Delta Lloys Sovereign XLT Bond Fund is een participatieklasse A actief.

Orders voor inkoop en uitgifte van participatieklasse Ic: De participatieklasse Ic kent de volgende restricties: -

voor de uitgifte of inkoop is toestemming vereist van de beheerder;

-

het verzoek tot uitgifte of inkoop dient bij de beheerder te worden ingediend zoals hieronder beschreven.

Een verzoek tot inkoop of uitgifte van participaties op naam van klasse Ic kan elke handelsdag uiterlijk om 12.00 uur (CET) bij de beheerder worden ingediend. Dit kan via uw accountmanager of via [email protected]. Het verzoek bevat de gegevens van de aanvrager alsmede het bedrag in Euro waarvoor inkoop of uitgifte van participatieklasse Ic wordt gevraagd. Als de beheerder een order voor 12.00 uur (CET) ontvangt, wordt de order verwerkt op basis van de intrinsieke waarde die de volgende handelsdag ('T') geldt. Ontvangt de beheerder de order na 12.00 uur (CET), dan wordt de order niet verwerkt op basis van de intrinsieke waarde van de eerstvolgende handelsdag ('T') maar van een handelsdag later ('T+1'), op basis van de dan geldende intrinsieke waarde. De beheerder houdt een register van participanten uit participatieklasse Ic. Hierin staan de naam en het adres van alle participanten evenals de bijzonderheden over hun participaties en de datum van hun inschrijving. Wij Delta Lloyd Fixed Income Umbrella

23

maken een onderscheid tussen de verschillende participatieklassen (indien van toepassing). Elke participatie vertegenwoordigt een even groot belang in het vermogen van het subfonds als alle andere participaties in het subfonds. Aankoop, verkoop en overdracht van participaties kunnen uitsluitend plaatsvinden volgens de procedures in de voorwaarden van deelname.

Wanneer kunnen wij de inkoop of uitgifte van participaties opschorten? Er zijn bijzondere omstandigheden waarin wij niet kunnen voldoen aan verzoeken van onze participanten om participaties in te kopen of uit te geven. Wij schorten de inkoop of uitgifte van participaties in een subfonds op bij omstandigheden waarin wij: c) d) e)

f) g) h)

menen de koers van de (beursgenoteerde) beleggingen van het fonds niet juist te kunnen vaststellen door sluiting op ongebruikelijke dagen van effectenbeurzen of markten waaraan deze effecten zijn genoteerd; menen de koers van de (beursgenoteerde) beleggingen van het fonds niet juist te kunnen vaststellen doordat de transacties zijn opgeschort of niet aan gebruikelijke beperkingen zijn onderworpen; de communicatiemiddelen of berekeningsfaciliteiten niet meer kunnen gebruiken. Wij gebruiken die voor het bepalen van het vermogen van het fonds of van een beleggingsinstelling of een icbe waarin het fonds direct of indirect belegt; door een technische storing geen participaties in kunnen kopen of uit kunnen geven; niet direct kunnen voldoen aan de ontvangen verzoeken tot inkoop/uitgifte van participaties, indien een groot aantal verzoeken binnen een korte tijdsperiode ontvangen wordt; te maken krijgen met factoren die verband houden met de politieke, economische, militaire of monetaire situatie waarop wij geen invloed hebben.

Doen de bovengenoemde bijzondere omstandigheden zich niet meer voor of is de opschorting van inkoop/uitgifte niet meer in het belang van participanten? Dan hervatten wij de inkoop/uitgifte van participaties direct. Let op: het fonds voldoet aan zijn verplichtingen de participaties uit te geven dan wel in te kopen, tenzij de hierboven genoemde bijzondere omstandigheden zich voordoen of tenzij in weten regelgeving anders is bepaald.


24

9. Hoe bepalen wij de intrinsieke waarde? Inleiding In dit hoofdstuk leggen wij uit hoe wij de intrinsieke waarde bepalen en publiceren. En hoe wij compenseren bij een onjuist vermelden intrinsieke waarde.

Hoe bepalen en vermelden wij de intrinsieke waarde? Wij berekenen de intrinsieke waarde van het fonds door het vermogen te verminderen met de verplichtingen en eventuele voorzieningen die worden aangehouden. De intrinsieke waarde per participatie en participatieklasse berekenen wij door de intrinsieke waarde te delen door het aantal uitstaande participaties. Wij stellen de intrinsieke waarde iedere beursdag vóór 10.00 uur (CET) vast in euro’s. Op de website vermelden wij dagelijks de intrinsieke waarde en de transactieprijs.

Welke methoden gebruiken wij voor het bepalen van de intrinsieke waarde? De intrinsieke waarde berekenen wij op basis van de marktwaarde van de beleggingsportefeuille van het fonds. Dit doen wij met inachtneming van de slotkoersen ná de cut-off-time van het fonds (het zogenoemde forward pricing), de lopende rente, en de geldmiddelen verminderd met de schulden van het fonds. Wanneer er op een beursdag geen notering is opgemaakt, gebruiken wij het gemiddelde van de bieden laatkoers van de vorige beursdag. Als deze koersen niet beschikbaar zijn, gebruiken wij de getaxeerde koers als maatstaf. Hetzelfde geldt voor de beursgenoteerde afgeleide financiële instrumenten. Komt hiervoor geen koers tot stand, dan waarderen wij deze tegen de dagelijkse berekende theoretische waarde. Dit doen wij met een objectief en breed gedragen rekenkundige modellen. Aan de basis van dit model staan actuele marktgegevens. Let op: dit laatste geldt ook voor niet-beursgenoteerde financiële instrumenten, zoals over-the-counter instrumenten. In een volatiele markt berekenen wij de intrinsieke waarde via de methode van fair value pricing. Hiermee voorkomen wij dat de vaststelling van de intrinsieke waarde leidt tot een onwerkelijke intrinsieke waarde van het vermogen. Alle overige activa en passiva waarderen wij op de nominale waarde. De overige activa en passiva bestaan uit banksaldi, opgelopen nog niet uitgekeerde rente, betaalbaar gestelde nog niet ontvangen dividenden, geactiveerde kosten en eventuele voorzieningen en kostenreserveringen (inclusief de reservering voor de nog te betalen beheervergoeding).

Wanneer compenseren wij een onjuist berekende en gepubliceerde intrinsieke waarde? Op het moment dat de berekende en gepubliceerde intrinsieke waarde van een participatie afwijkt van de werkelijke intrinsieke waarde, spannen wij ons naar redelijkheid in om benadeelde participanten te achterhalen en hen te compenseren voor hun geleden verlies. De mogelijke compensatie komt voor rekening van de Beheerder en komt niet ten laste van het fonds. Er is sprake van compensatie wanneer: • • •

de foutmarge van de berekende en gepubliceerde intrinsieke waarde hoger is dan 0,5 procent; en het te compenseren bedrag hoger is dan € 250,- per participant; en de fout binnen zes maanden wordt ontdekt.


25

10. Hoe verloopt het proces van de participantenvergadering? Inleiding In dit hoofdstuk leest u hoe het proces van de participantenvergadering verloopt en hoe uw stemrecht is geregeld.

Wanneer en waar houden wij een participantenvergadering? Tenminste jaarlijks houden wij een participantenvergadering. Hierin behandelen wij onder meer: • • • • • •

het jaarverslag; de vaststelling van de jaarrekening; decharge van de beheerder voor het beheer dat hij in het betreffende boekjaar heeft gevoerd; decharge van de bewaarder voor zijn toezicht op de beheerder; benoeming van de accountant; en andere voorstellen.

Het verzoek voor een participantenvergadering kan ingediend worden door: • •

de beheerder; een of meer participanten. Hierbij geldt de voorwaarde dat zij minimaal een vierde van de intrinsieke waarde vertegenwoordigen. Zij moeten hun verzoek bij de beheerder indienen.

Een vergadering van participanten kan betrekking hebben op het fonds of op een specifiek subfonds dan wel meerdere subfondsen. In het laatste geval worden alleen houders van participaties van het subfondsen of subfondsen in kwestie voor de participantenvergadering uitgenodigd. De participantenvergadering vindt plaats in Amsterdam of in een andere door de beheerder te bepalen plaats.

Hoe verloopt de oproep voor een participantenvergadering? De oproep voor een participantenvergadering doen wij minimaal 14 dagen voor de dag van de vergadering. De aankondiging voor de participantenvergadering versturen wij aan het adres van iedere participant of maken wij bekend in een landelijk verspreid Nederlands dagblad tenzij de wet anders voorschrijft. De oproep voor een participantenvergadering vermeldt het volgende: • • •

plaats, dag en uur van de participantenvergadering; de te behandelen onderwerpen; en de wijze waarop de participanten zich kunnen aanmelden.

Hoe is uw stemrecht geregeld? Elke participatie van elke klasse geeft recht op één stem. Participanten die zich schriftelijk ten minste vijf dagen voor de dag van de vergadering bij ons hebben aangemeld kunnen de participantenvergadering bijwonen en gebruikmaken van hun stemrecht. U kunt de regels rondom het stemrecht op de participantenvergadering vinden in artikel 16 van de voorwaarden van beheer en bewaring.


26

11. Wat kunt u van ons verwachten? Inleiding In dit hoofdstuk leggen wij uit wie wij zijn en met welke partijen wij samenwerken. U leest wat de Corporate Governance Code inhoudt. Wij zetten uiteen wat ons dividendbeleid is en welke informatie wij over het fonds verstrekken. Ook informeren wij u over een wijziging in de voorwaarden van deelname. Tot slot leest u wat ons klachtenbeleid is.

Wie zijn wij? Wij zijn Delta Lloyd Asset Management N.V. Wij behoren tot de Delta Lloyd Groep en beheren het fonds. Het profiel en de structuur van Delta Lloyd Asset Management N.V. is beschreven in het registratiedocument. Het registratiedocument vindt u op de website. Het bestuur van Delta Lloyd Asset Management N.V. bestaat uit T.J. Maters (CEO/CIO), C.W. van Diepen (CFRO) en R. van Mazijk (COO). U vindt de relevante nevenfuncties van de leden van het bestuur in hoofdstuk 13 van deel 1 van dit prospectus.

Hoe gaan wij om met de Corporate Governance Code? De Corporate Governance Code legt een aantal beginselen van goed ondernemingsbestuur uit. Hoewel icbe’s niet onder de Corporate Governance Code vallen, worden zij door deze code wel aangemerkt als institutionele beleggers. Volgens deze code moeten beleggingsinstellingen allereerst handelen in het belang van hun achterliggende beleggers. Zij hebben een verantwoordelijkheid naar hun achterliggende beleggers en naar de vennootschappen waarin zij beleggen. Beleggingsinstellingen moeten op zorgvuldige en transparante wijze beoordelen of zij gebruik willen maken van hun rechten als aandeelhouder van beursgenoteerde vennootschappen.

Welke participatieklassen keren dividend uit? Wij kennen in beginsel als beleid dat winsten van de subfondsen zoveel mogelijk worden herbelegd en niet worden uitgekeerd. Dit geldt voor participatieklasse Ic. Een uitzondering geldt voor participaties van participatieklasse A. Deze klasse heeft wel de mogelijkheid om dividend uit te keren. Op de uitgekeerde dividenden wordt, gezien de fiscale status van het fonds, geen dividendbelasting ingehouden. De beheerder besluit tot het uitkeren van dividend. De termijn van betaalbaarstelling bij dividenden en andere uitkeringen is maximaal 14 dagen na vaststelling. Wij kondigen de betaalbaarstelling en samenstelling van de uitkering, alsmede de wijze van betaalbaarstelling aan via een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad of aan het adres van iedere deelnemer en op de website, tenzij de wet anders bepaalt.

Welke informatie verstrekken wij over het fonds? Via de website verstrekken wij u de volgende informatie over het Fonds: • • • • • • •

de meest recente versie van het prospectus en eventuele inlegvellen; de voorwaarden van beheer en bewaring; het registratiedocument; de statuten van de juridisch eigenaar, de bewaarder en van de beheerder; de vergunning van de beheerder als bedoeld in artikel 2:69b van de Wft; Let op: een afschrift van deze vergunning kunt u tegen kostprijs bij ons opvragen. een uittreksel uit het handelsregister van de juridisch eigenaar, de bewaarder en van de beheerder; Let op: een afschrift van dit uittreksel kunt u tegen kostprijs ook opvragen bij de Kamer van Koophandel. de dagelijkse intrinsieke waarde van een participatie;


27

•

•

•

•

•

•

de maandopgave met toelichting op de totale waarde van de beleggingen van het fonds. Hierin staat een overzicht van de samenstelling van de beleggingen, het aantal uitstaande participaties en de intrinsieke waarde van de participaties; de jaarrekening, het jaarverslag en overige gegevens van het fonds. Deze stukken worden opgesteld in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en gecontroleerd door een externe accountant. Deze stukken worden binnen vier maanden na afloop van het boekjaar openbaar gemaakt. Deze openbaarmaking gebeurt door publicatie op de website. Ook sturen wij binnen 4 maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening en het jaarverslag van het fonds aan de Autoriteit Financiële Markten. In een landelijk verspreid Nederlands dagblad of in een bericht aan alle participanten geven wij aan waar de participanten de jaarrekeningen, de jaarverslagen en overige gegevens kosteloos kunnen krijgen. De laatste drie openbaar gemaakte jaarverslagen en jaarrekeningen, voor zover al beschikbaar, zijn integraal onderdeel van dit prospectus; de halfjaarcijfers van het fonds. De halfjaarcijfers worden niet door een externe accountant gecontroleerd. De stukken worden binnen negen weken na afloop van de eerste helft van het boekjaar openbaar gemaakt. Deze openbaarmaking gebeurt door publicatie op de website. In een landelijk verspreid Nederlands dagblad of in een bericht aan alle participanten geven wij aan waar de participanten de halfjaarcijfers kosteloos kunnen krijgen. Ook sturen wij binnen negen weken na afloop van de eerste helft van boekjaar de halfjaarcijfers van het fonds aan de Autoriteit Financiële Markten. de jaarrekening, het jaarverslag en overige gegevens van de Juridisch Eigenaar, de Bewaarder en van de Beheerder. Deze stukken zijn binnen vier maanden na afloop van het boekjaar openbaar. Deze openbaarmaking gebeurt door publicatie op de website en deponering van de stukken bij de Kamer van Koophandel. De Beheerder en de Bewaarder verstrekken hun jaarrekening en hun jaarverslag tevens aan de Autoriteit Financiële Markten binnen 4 maanden na afloop van het boekjaar. In een landelijk Nederlands dagblad geven wij aan waar de participanten de jaarrekeningen, de jaarverslagen en overige gegevens kosteloos kunnen krijgen. De laatste drie openbaar gemaakte jaarverslagen en jaarrekeningen, voor zover al beschikbaar, zijn integraal onderdeel van dit prospectus; de melding van de betaalbaarstelling van de uitkeringen aan participanten, evenals de samenstelling van de uitkeringen en de wijze van betaalbaarstelling. Een melding van de betaalbaarstelling doen wij via een advertentie in een landelijk Nederlands dagblad of versturen wij aan het adres van iedere participant. De melding van de betaalbaarstelling vindt u ook op de website. Jaarlijks ontvangt u van ons ook een opgaaf van de door u verrekenbare bronbelasting. als van toepassing, een afschrift van een door de Autoriteit Financiële Markten genomen besluit tot ontheffing van de beheerder, het door hem beheerde fonds en de eventueel daaraan verbonden bewaarder. Het verzoek aan de Autoriteit Financiële Markten, ingevolge artikel 1:104 lid 1 sub a van de Wft, tot intrekking van de vergunning wordt bekend gemaakt in een landelijk verspreid Nederlands dagblad of aan het adres van iedere participant, als mede op de website.

Deze informatie is kosteloos verkrijgbaar, tenzij hierboven anders aangegeven.

Hoe informeren wij u over een wijziging in de voorwaarden van deelname en wat zijn uw rechten bij een wijziging in de voorwaarden van deelname? De beheerder, bewaarder en de juridisch eigenaar kunnen gezamenlijk besluiten tot wijziging van de voorwaarden van deelname. Een voorstel of besluit tot wijziging van de voorwaarden van deelname maken wij bekend via een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad of versturen wij aan het adres van iedere participant. Dit voorstel of besluit tot wijziging en de bijbehorende toelichting vindt u ook op de website. Als de gewijzigde voorwaarden van deelname afwijken van het eerder gepubliceerde voorstel, informeren wij u hierover op dezelfde wijze als bij een voorstel tot wijziging. Een wijziging van de voorwaarden van deelname die gelden tussen het fonds en de participanten, gaat pas in na afloop van de wachttermijn van één maand na de bekendmaking van het voorstel tot wijziging van de voorwaarden, als: i) j) k)

de wijziging een aanpassing van het beleggingbeleid is; of de wijziging tot vermindering van rechten of zekerheden van de participanten leidt; of door de wijziging aanvullende lasten aan de participanten worden opgelegd. Delta Lloyd Fixed Income Umbrella

28

Tijdens de wachttermijn van één maand kunnen participanten onder de gebruikelijke voorwaarden uittreden. Voor alle overige wijzigingen geldt de wachttermijn niet.

Hoe wordt het fonds opgeheven? De beheerder, bewaarder en de juridisch eigenaar kunnen gezamenlijk een besluit nemen om het fonds of één van haar subfondsen op te heffen. Een besluit tot opheffing vermelden wij via een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad en/of versturen wij aan het adres van iedere participant. Ook publiceren wij het besluit op de website. Wij zorgen ervoor dat het fonds wordt opgeheven en de participanten hun deel van het liquidatiesaldo ontvangen. Tijdens de opheffing blijven de voorwaarden van beheer en bewaring zo veel mogelijk gelden.

Welke partijen werken met ons samen? Diensten van de Delta Lloyd Groep vennootschappen ondersteunen de uitvoering van het beleggingsbeleid van het fonds. Het gaat hier om het gebruik van het administratieve apparaat, het uitvoeren van beleggingstransacties, het uitzetten van liquide middelen, het aangaan van leningen en het uitvoeren van de betaalfunctie. Delta Lloyd Bank N.V. kan een krediet aan een subfonds verstrekken tegen marktconforme voorwaarden. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid om onder andere rekening-courant tegoeden aan te houden bij en financiële contracten af te sluiten ter hedging van uitstaande posities (met name valuta) met Delta Lloyd Treasury B.V. en/of Delta Lloyd Bank N.V. Delta Lloyd Asset Management N.V. heeft distributieovereenkomsten gesloten met onder andere gelieerde partijen. Onze transacties met gelieerde partijen doen wij tegen marktconforme voorwaarden. Vindt de transactie niet plaats op een gereglementeerde markt of een andere markt in financiële instrumenten? Dan bepaalt een onafhankelijke partij of een of meer bij de transactie betrokken partijen de waarde. Onderstaande zaken zijn door de beheerder uitbesteed aan KAS BANK N.V., die als: • • •

ENL-agent de uitgifte en inkoop van participaties, in opdracht van het subfonds verzorgt (bij een actieve beursgenoteerd klasse; Fund Agent de aanen verkoopopdrachten, zoals die zijn ingelegd in het beursorderboek beoordeeld en accepteert. bewaarbank belast is met het in bewaring nemen van de financiële instrumenten in de beleggingsportefeuille van het fonds.

Wij maken gebruik van een zogenaamde “customized benchmark” en werken hierbij samen met Markit, een financiële informatie service. Onze accountant is Ernst & Young Accountants LLP.

Wat betekent verantwoord beleggen voor ons? Wij erkennen als belegger onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Wij willen ons hierover verantwoorden naar onze klanten, maar ook naar de bedrijven waarin wij beleggen. Verantwoord beleggen sluit aan op de kernwaarden van de Delta Lloyd Groep en past bij de manier waarop wij willen opereren: toekomstgericht beleggen, met oog voor mens, milieu en maatschappij. Voor ons betekent verantwoord beleggen dat: • •

wij bedrijven uitsluiten die in strijd handelen met UN Global Compact principes en/of betrokken zijn bij controversiële wapens; wij bij het nemen van onze investeringsbeslissingen ook informatie laten meewegen over milieu-aspecten en sociale omstandigheden en het goed ondernemingsbestuur van de bedrijven en landen waarin wij investeren;


29

• •

•

wij geloven in een constructieve dialoog. Wij gaan graag het gesprek aan met de bedrijven waarin wij beleggen om hun prestaties op korte en lange termijn te verbeteren; wij continu op de hoogte willen blijven van marktontwikkelingen en thema's op het gebied van verantwoord beleggen en duurzaamheid. Wij volgen deze ontwikkelingen en passen dit toe in onze investeringen; wij transparant zijn over wat we doen en wat we niet doen. Sinds 2008 is Delta Lloyd Groep organisational stakeholder van het Global Reporting Initiative (GRI), een internationale organisatie met als missie het verheffen van duurzaamheidsrapportages naar het niveau van financiële rapportages. Delta Lloyd Groep rapporteert conform de GRI standaarden.

Hoe kunt u een klacht indienen? Hebt u een klacht over het fonds? Dan kunt u deze klacht indienen per e-mail naar [email protected]. U kunt uw klacht ook schriftelijk richten aan Delta Lloyd Asset Management, Amstelplein 6, 1096 BC Amsterdam, onder vermelding van ‘Klacht Delta Lloyd Fixed Income Umbrella ’. Vermeldt u ook duidelijk om welk subfonds het gaat. De ingediende klachten handelen wij af volgens de klachtenprocedure zoals vermeld op de website. U kunt uw klacht ook voorleggen aan het KiFiD.


30

12. Verklaring van de beheerder en het Assurance-rapport van de accountant Verklaring van de beheerder (ex artikel 4:49 lid 2 b Wet op het financieel toezicht) Het prospectus is gemaakt onder de verantwoordelijkheid van de beheerder van het fonds. De beheerder en het fonds voldoen aan de bij of krachtens de wet gestelde regels. Ook het prospectus voldoet aan de bij of krachtens de wet gestelde regels en aan de regels gesteld in het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen. Voor zover ons bekend, kloppen de gegevens in dit prospectus en in ieder inlegvel met de werkelijkheid. Er zijn geen gegevens weggelaten die de strekking van het prospectus en ieder inlegvel zou wijzigen.

Amsterdam, 1 januari 2015 Delta Lloyd Asset Management N.V.

Assurance-rapport (ex artikel 4:49 lid 2 c Wet op het financieel toezicht) Aan:

de directie van Delta Lloyd Asset Management N.V.

Opdracht en verantwoordelijkheden Wij hebben de assurance-opdracht aangaande de inhoud van het prospectus Delta Lloyd Fixed Income Umbrella uitgevoerd. In dit kader hebben wij onderzocht of het prospectus d.d. 1 januari 2015 van Delta Lloyd Fixed Income Umbrella ten minste de ingevolge artikel 4:49 lid 2a tot en met 2e van de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat. Deze assurance-opdracht is met betrekking tot artikel 4:49 lid 2b tot en met 2e gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. Tenzij het tegendeel uitdrukkelijk in het prospectus is vermeld, is op de in het prospectus opgenomen gegevens geen accountantscontrole toegepast. De verantwoordelijkheden zijn als volgt verdeeld: de beheerder van de instelling voor collectieve belegging in effecten is verantwoordelijk voor de opstelling van het prospectus dat ten minste de ingevolge de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat; het is onze verantwoordelijkheid een mededeling te verstrekken zoals bedoeld in artikel 4:49 lid 2c van de Wet op het financieel toezicht. Werkzaamheden Ons onderzoek is verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 3000 “Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie”. Dienovereenkomstig hebben wij de door ons in de gegeven omstandigheden noodzakelijk geachte werkzaamheden verricht om een oordeel te kunnen geven. Wij hebben getoetst of het prospectus de ingevolge artikel 4:49 lid 2b tot en met 2e van de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat. De wet vereist niet van de accountant dat deze additionele werkzaamheden verricht met betrekking tot artikel 4:49 lid 2a.Wij zijn van mening dat de door ons verkregen onderzoeksinformatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel bevat het prospectus ten minste de ingevolge artikel 4:49 lid 2b tot en met 2e van de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens. Met betrekking tot 4:49 lid 2a van de Wet op het financieel toezicht melden wij dat het prospectus voor zover ons bekend de informatie bevat zoals vereist.

Amsterdam, 1 januari 2015 Ernst & Young Accountants LLP w.g. drs. R.J.F. Goutman RA Delta Lloyd Fixed Income Umbrella

31

13. Algemene gegevens Naam (paraplu)fonds Delta Lloyd Fixed Income Umbrella Namen subfondsen Delta Lloyd Collateralized Bond Fund Delta Lloyd Corporate Bond Fund Delta Lloyd Sovereign Bond Fund Delta Lloyd Sovereign LT Bond Fund Delta Lloyd Sovereign XLT Bond Fund Delta Lloyd Sub-sovereign Bond Fund Type paraplufonds voor gemene rekening en icbe

Bestuurders van de beheerder T.J. Maters (CEO/CIO) C.W. van Diepen (CFRO) R. van Mazijk (COO) Overige relevante nevenfuncties bestuurders van de beheerder De relevante nevenfuncties die de heer Maters uitoefent naast eerdergenoemde functie: • •

Hoofdkantoor Amstelplein 6 1096 BC Amsterdam Correspondentieadres Postbus 1000 1000 BA Amsterdam Bezoekersadres Amstelplein 6 1096 BC Amsterdam Telefoon: +31 (0)20 - 594 3433 Fax: +31 (0)20 - 594 2706 website www.deltalloydassetmanagement.com Beheerder Delta Lloyd Asset Management N.V. Amstelplein 6 1096 BC Amsterdam Delta Lloyd Asset Management N.V. behoort tot de Delta Lloyd Groep. Het profiel en de aandeelhoudersstructuur van deze groep staat nader beschreven in het registratiedocument. Het registratiedocument vindt u op de website. Delta Lloyd Asset Management N.V. is ook beheerder van andere Delta Lloyd beleggingsinstellingen en icbe's. Een overzicht van deze icbe's kunt u eveneens vinden in het registratiedocument. Een overzicht van andere door Delta Lloyd Asset Management N.V. beheerde beleggingsinstellingen vindt u op de website.

Lid van bestuur/ directeur bij een aantal Delta Lloyd beleggingsinstellingen Directeur bij een aantal Delta Lloyd entiteiten

De relevante nevenfuncties die de heer Van Diepen uitoefent naast eerdergenoemde functie: • •

Directeur bij een aantal Delta Lloyd beleggingsinstellingen Directeur bij een aantal Delta Lloyd entiteiten

De relevante nevenfuncties die de heer Van Mazijk uitoefent naast eerdergenoemde functie: • • •

Lid raad van bestuur / directeur bij een aantal Delta Lloyd beleggingsinstellingen Directeur bij een aantal Delta Lloyd entiteiten waaronder BeFrank N.V. Voorzitter Stichting Delta Lloyd Pensioenfonds

Bewaarder KAS Trust & Depositary Services B.V. Nieuwezijds Voorburgwal 225 1012 RL Amsterdam KAS Trust & Depositary Services B.V. is een 100% dochteronderneming van KAS BANK N.V. Bewaarbank, fund agent en ENL-agent KAS BANK N.V. Nieuwezijds Voorburgwal 225 1012 RL Amsterdam

Bestuurders van de bewaarder J.N.P. Laan R.F. Kok S.F. Plesman Juridisch eigenaar Stichting Delta Lloyd Collateralized Bond Fund Stichting Delta Lloyd Corporate Bond Fund Stichting Delta Lloyd Sovereign Bond Fund Stichting Delta Lloyd Sovereign LT Bond Fund Stichting Delta Lloyd Sovereign XLT Bond Fund Stichting Delta Lloyd Sub-sovereign Bond Fund Bestuurder van de juridisch eigenaar KAS Trust & Depositary Services B.V. Fondsmanager(s) Op de website kunt u zien wie de fondsmanager van het fonds is. Accountant Ernst & Young Accountants LLP Antonio Vivaldistraat 150 1083 HP Amsterdam

Prospectus Delta Lloyd Fixed Income Umbrella

33

14. Bijlage 1: Begrippenlijst Begrip

Uitleg

aan toonder

Een belang in het kapitaal van een vennootschap dat niet op naam staat. Autoriteit Financiële Markten Beleggingsproducten, zoals opties, futures en turbo’s waarvan de prijsvorming afhangt van de onderliggende waarden, zoals aandelen en obligaties. Vaak afgekort tot ABS, is een financieel instrument dat wordt gefinancierd met de kasstroom gegenereerd uit een portefeuille van activa. Deze activa zijn verstrekt als zakelijk onderpand. De basisvaluta van een subfonds, zoals vermeld in deel 2 van dit prospectus. De ‘beheerder van een beleggingsinstelling’ van het fonds in de zin van artikel 1:1 Wft, te weten Delta Lloyd Asset Management N.V. Een niet in een beleggingsmaatschappij ondergebracht vermogen waarin ter collectieve belegging gevraagde of verkregen gelden of andere goederen zijn of worden opgenomen om de deelnemers in de opbrengst van de beleggingen te doen delen. Een beleggingsinstelling zoals bedoeld in artikel 1:1 van de Wft in de vorm van een beleggingsmaatschappij of een beleggingsfonds. Een maatstaf waarmee men de invulling en het resultaat van een beleggingsportefeuille vergelijkt. Het geven van de opdracht tot de betaling, de administratieve afhandeling daarvan en het door een bank daadwerkelijk overboeken van de betaling. Dit is KAS BANK N.V. De bewaarbank is een gespecialiseerde financiële instelling verantwoordelijke voor onder meer het bewaren van de effecten in de beleggingsportefeuille van de beleggingsmaatschappij. KAS Trust & Depositary Services B.V. De Bewaarder heeft onder meer als taak om te controleren of de beheerder in overeenstemming met de voorwaarden van deelname en toepasselijke weten regelgeving handelt. De periode waarover een financieel verslag loopt. Het boekjaar van het fonds loopt van 1 januari tot en met 31 december. Beleggingsstijl die zich voornamelijk richt op de analyse van individuele bedrijven en minder nadruk legt op macro economische ontwikkelingen. Op basis van een aantal belangrijke criteria vindt een selectie van bedrijven plaats. Dit gebeurt op basis van onderzoek van de beheerder. Een bemiddelaar/handelaar in effecten.

AFM afgeleide financiële instrumenten

asset backed securities

basis valuta Beheerder Beleggingsfonds

Beleggingsinstelling Benchmark Betaalbaarstelling

Bewaarbank

Bewaarder

Boekjaar bottom-up

Broker buitenlandse bronheffing CET converteerbare obligatie credit default swap credit spread cut-off-time

Nederlandse belasting ingehouden op uit het buitenland afkomstige dividendopbrengsten Afkorting van Central European Time. Een obligatie die omgezet kan worden in aandelen, ook wel convertible genoemd. een overeenkomst tussen twee partijen waarbij het kredietrisico van een derde partij wordt overgedragen. Het renteverschil, uitgedrukt in basispunten, dat een obligatie moet geven ten opzichte van de risicovrije rente met dezelfde looptijd. Het laatste tijdstip waarop een cliënt aan zijn bank/broker een opdracht kan doorgeven.

34

Het in bewaring geven van geld aan een bank, maar ook het geld zelf dat in bewaring is gegeven. Afgeleide financiële instrumenten

Deposito Derivaten Delta Lloyd Groep Dividend Duration ENL-agent essentiële beleggersinformatie (ebi)

Emmitenten fair value pricing

financiële instrumenten

fonds Fondsvermogen forward pricing

fund agent

Future

Geldmarktinstrumenten Geldmarktfonds gelieerde partij gestructureerd product

Hedging Hefboom

Delta Lloyd N.V. en al haar vennootschappen. Het deel van de winst dat periodiek aan de aandeelhouders van een onderneming of van een fonds kan worden uitgekeerd. het gewogen gemiddelde van de looptijden van een verzameling vastrentende waarden. De ENL (Euroclear Nederland)-agent treedt op als uitgevende agent, overdrachtsagent en betaalagent. De ENL-agent is KAS BANK N.V. Het document dat inzicht geeft in de aard van het aangeboden product, het beleggingsbeleid, de kosten en de risico’s van de aangeboden beleggingsinstelling. Uitgevende instellingen ook wel tegenpartij. De systematiek waarbij wij rekening houden met de werkelijke beurskoers van de onderliggende waarde op het moment dat de berekening plaatsvindt, of met te verwachten noteringen aan de hand van andere relevante indices op financiële markten. Beleggingsproducten, zoals effecten, geldmarktinstrumenten, zoals bedoeld in de definitie van financieel instrument in artikel 1:1 van de Wft, waarin het Fonds in overeenstemming met het in hoofdstuk 3 van het prospectus omschreven beleggingsbeleid belegt. De Delta Lloyd Fixed Income Umbrella, paraplufonds, zoals beschreven op pagina 1 van het prospectus. Het totaal belegde vermogen (eigen vermogen en vreemd vermogen) aanwezig in het Fonds. Het naar voren schuiven van een orderuitvoering bij beleggingsinstellingen. Wij kunnen namelijk pas ´s ochtends de intrinsieke waarde van de beleggingsinstelling bepalen, na sluiting van Europese, Amerikaanse en Aziatische beurzen. De pricing is gebaseerd op slotkoersen. Om arbitrage te voorkomen wordt een order, nadat hij is aangenomen, pas een dag later uitgevoerd. De verantwoordelijke agent om de aanen verkoopopdrachten zoals ingelegd in het beursorderboek, te beoordelen en te accepteren. Dit doet de Fund Agent volgens de voorwaarden in dit prospectus. Na sluiting van het orderboek zal de Fund Agent het saldo van alle aanen verkooporders doorgeven aan het Fonds. De transactiekoers waartegen deze aanen verkooporders de volgende beursdag worden afgerekend, leveren wij, door tussenkomst van de Fund Agent, aan bij Euronext. De Fund Agent is KAS BANK N.V. Vaak ook een termijncontract genoemd, is een financieel contract tussen twee partijen die zich verbinden om op een bepaald tijdstip een bepaalde hoeveelheid van een product of financieel instrument te verhandelen tegen een vooraf bepaalde prijs. Men komt dus een transactie in de toekomst overeen. Financiële instrumenten die gewoonlijk op de geldmarkt verhandeld worden. Beleggingsinstelling die het geld van deelnemers in deposito's en andere geldmarktproducten belegt. Een partij die deel uitmaakt van de Delta Lloyd Groep. Bijvoorbeeld Delta Lloyd Leven. Gestructureerde producten combineren meestal verschillende beleggingsproducten, bijvoorbeeld een obligatie en een optie. Door deze samenstelling, kan gebruik worden gemaakt van kansen en risico’s die met traditionele producten niet altijd haalbaar zijn. De bescherming van goederen of waardepapieren tegen prijsveranderingen. Een hefboom versnelt de beweging in een koers. Dit gebeurt


35

Icbe Insolvabiliteit intrinsieke waarde

juridisch eigenaar

klasse

leverage obligatie open-end

optie over-the-counter paraplufonds particuliere belegger

prime broker

prospectus

rating

rating notch rendement

retourprovisie risicobudget staatsobligatie swaps (waaronder renteswaps, credit

bijvoorbeeld als er met geleend geld of afgeleide financiële instrumenten wordt belegd. Een maatschappij voor collectieve belegging in effecten of fonds voor collectieve belegging in effecten, als bedoeld in artikel 1:1 van de Wft. De onmacht van een schuldenaar om zijn geldelijke verplichtingen na te komen. Het vermogen per aandelenklasse (bestaande uit alle vermogensbestanddelen) minus de verplichtingen en eventuele aan te houden voorzieningen voor de betreffende klasse gewone aandelen. De Juridisch Eigenaar heeft als taak om de juridische eigendom van het vermogen van het subfonds te bewaren voor rekening en risico van de participanten. Elk subfonds heeft zijn eigen juridisch eigenaar. Soort participatie van het subfonds dat verschilt van andere participaties in het subfonds door een specifieke kostenstructuur of instapdrempel (bijvoorbeeld in functie van de doelgroep: institutioneel versus particulier), de noteringsmunt, dividenduitkering versus dividendherbelegging enz. De verhouding tussen het vreemd vermogen en het eigen vermogen. Een verhandelbaar schuldbewijs voor een lening die door een overheid, een onderneming of een instelling is aangegaan Dat de beleggingsinstelling op grond van het prospectus verplicht is op verzoek van participatiehouders eigen aandelen in te kopen of terug te betalen. Een recht om binnen een afgesproken periode een bepaald goed te kopen of te verkopen, tegen een meestal vooraf vastgestelde prijs. Financiële transacties die twee partijen direct met elkaar afsluiten en die niet via de beurs verlopen. Overkoepelend beleggingsfonds dat is onderverdeeld in verschillende aparte subfondsen voor diverse beleggingscategorieën. De niet professionele belegger. In Nederland woonachtige particulieren, zonder aanmerkelijk belang in het fonds en die de aandelen niet tot hun ondernemingsvermogen (hoeven te) rekenen. Wij gaan ervan uit dat deze particulieren met betrekking tot hun belang in het fonds geen resultaat uit overige werkzaamheden genieten. Een makelaar die als afwikkelende instantie, bewaring biedt voor de activa, voorziet in de financiering voor leverage, en dagelijks de rekeningafschriften voor haar klanten voorbereid. Dit document inclusief bijlagen, waarmee u zich als belegger een oordeel kan vormen over de aanbieding van de participaties in een subfonds. Is een oordeel over de kredietwaardigheid van een uitgever van een obligatie of van de obligatie zelf. Dit oordeel is te vertalen in een inschattingskans dat niet aan de verplichtingen uit hoofde van de obligatie kan worden voldaan. Kleinst mogelijke verschil in beoordeling van een rating agency. (zie ook bijlage B). Het verschil tussen de intrinsieke waarde per aandeel van een klasse van het fonds per einde van het boekjaar en de intrinsieke waarde per aandeel van een klasse per begin van het boekjaar. Hierbij wordt de intrinsieke waarde per aandeel per einde van het boekjaar gecorrigeerd met de in het boekjaar uitgekeerde dividenden op aandelen van een klasse. De vergoeding die uw tussenpersoon ontvangt van de aanbieder van een financieel product. De toegestane hoeveelheid van een bepaald risico. Ook wel een staatslening genoemd, is een obligatie aangegaan door een overheid. Een derivaat waarbij een partij een bepaalde kasstroom of risico wisselt


36

tegen dat van een andere partij

default swaps en cross currency swaps) Subfonds Transactieprijs vennootschapsbelastingplichtige beleggers Verzameldepot Volatiel voorwaarden van deelname

voorwaarden van beheer en bewaring Vrijgestelde beleggers Wij

Website U

Een subfonds is onderdeel van het paraplufonds en kent een eigen beleggingsbeleid en kostenstructuur. De intrinsieke waarde vermeerdert of verminderd met respectievelijk de opslag of de afslag per aandeel. De feitelijk in Nederland gevestigde en aan de heffing van de Nederlandse vennootschapsbelasting onderworpen lichamen. Het depot waarin alle stukken zitten die in het girale effectenverkeer verhandeld worden. Sterk in waarde op en neer bewegend; schommelend. De inhoud van dit prospectus en de statuten van het fonds; de voorwaarden tussen degenen die aandelen houden, verkrijgen of nemen in het fonds (en hun eventuele opvolger als aandeelhouder) enerzijds, en het fonds anderzijds. Onderdeel van de voorwaarden van deelname. De feitelijk in Nederland gevestigde, maar niet aan de heffing van Nederlandse vennootschapsbelasting onderworpen lichamen. De beheerder ofwel de directie (als van toepassing), te weten Delta Lloyd Asset Management N.V. Let op: in de accountantsverklaring verwijst ‘wij’ naar Ernst & Young Accountants LLP. De website zoals beschreven op pagina 1 van het prospectus, www.deltalloydassetmanagement.com De klant, de (potentiële) deelnemer in het fonds.


37

Deel 2 van het prospectus


38

15. Bijlage A: Supplementen


39

Supplement: Delta Lloyd Collateralized Bond Fund Inleiding Het Delta Lloyd Collateralized Bond Fund (hierna te noemen het ‘subfonds’) is een van de subfondsen die tezamen het fonds, de Delta Lloyd Fixed Income Umbrella vormen. Het subfonds is een Nederlands fonds voor gemene rekening. Dit subfonds is door het fonds opgezet door middel van de uitgifte van een specifieke serie participaties. Binnen een subfonds kunnen meerdere participatieklassen gevormd worden om specifieke eigenschappen te introduceren, bijvoorbeeld met betrekking tot de tariefstructuur voor open afslag, de vergoedingenstructuur, het afdekkingsbeleid, de minimuminleg, de valuta of het dividendbeleid. In dit supplement vermelden wij de kenmerken van dit subfonds. Let op: Dit supplement vormt een integraal onderdeel van het prospectus van het fonds en haar subfondsen. In deel 1 van het prospectus worden de aspecten beschreven die van toepassing zijn op het fonds en al haar subfondsen. Deel 2 van het prospectus (waartoe dit supplement behoort) geeft een beschrijving van de specifieke eigenschappen van de afzonderlijke subfondsen.

Welke risico’s zijn er bij beleggen in dit subfonds? Inleiding Een investering in dit subfonds biedt financiële kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee. In dit hoofdstuk leggen wij uit welke risico’s er zijn bij beleggen in dit subfonds. Voor alle risico’s die zich met betrekking tot het fonds en haar subfondsen kunnen voordoen, verwijzen wij naar hoofdstuk 3 van deel 1 van dit prospectus. De belangrijkste risico’s vermelden wij hieronder nogmaals. Let op: het subfonds heeft met risicofactoren te maken waar het niet of nauwelijks invloed op heeft. Zo kan de waarde van beleggingen stijgen, gelijk blijven of dalen. Het is zelfs mogelijk dat uw inleg bij een ongunstig koersverloop geheel verloren gaat. Weeg de hieronder genoemde risicofactoren zorgvuldig af, voordat u belegt in het fonds. Wij raden u aan niet te beleggen in het subfonds, als u een verlies niet kunt dragen.

Wat zijn de belangrijkste risico’s van dit subfonds? De belangrijkste risico’s voor het subfonds, vermelden wij hieronder in volgorde van relevantie. Risicofactor Marktrisico

Uitleg Het risico van waardedaling als de hele financiële markt daalt, of meer specifiek de obligatiemarkt, daalt. De waarde van de obligaties in het subfonds is namelijk afhankelijk van ontwikkelingen op de financiële markt. Marktrisico betreft het mogelijk negatieve effect van fluctuaties in rente en creditspreads op de waarde van de activa van het subfonds. Een specifiek marktrisico is credit spread risico. Het subfonds belegt in het algemeen in vastrentende instrumenten die gevoelig zijn voor fluctuaties en creditspreads. Creditspreads op vastrentende waarden verschillen, afhankelijk van de soort uitgevende instelling (overheid of bedrijf), rating, instrument en looptijd. Verhoging of verlaging van de rating van de uitgevende instelling en een veranderende perceptie van de kredietwaardigheid kunnen de waarde van de vastrentende instrumenten beïnvloeden.


40

Tegenpartijrisico

Het subfonds kan verlies lijden als een uitgevende instelling of tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet nakomt (zoals levering van geld of aandelen). Het subfonds kan hierdoor verlies lijden, bijvoorbeeld omdat ze opnieuw transacties moet afsluiten tegen minder gunstige tarieven. Dit risico kan het directe gevolg zijn van de kredietwaardigheid van de tegenpartij of, indirect, van het land waaruit de tegenpartij afkomstig is. Het directe risico vloeit voort uit de obligaties en de kredietderivaten waarin het subfonds heeft belegd. Indirect is er sprake van tegenpartijrisico uit hoofde van afwikkeling (settlement) en bewaarneming (custody). De tegenpartij van het subfonds is mogelijk niet in staat zijn verplichtingen jegens het subfonds na te komen. Hierdoor kan voor het subfonds een verlies ontstaan. Wij streven ernaar dit risico zoveel mogelijk te beperken door tegenpartijen zorgvuldig te selecteren, concentratie te vermijden, strikte juridische contracten aan te gaan en het onderpand op dagelijkse basis te beheren. Hierin tevens inbegrepen het faillissementsrisico. Obligaties zijn onderhevig aan het faillissementsrisico ten aanzien van de uitgevende instelling. Hiermee bedoelen wij dat de uitgevende instelling mogelijk niet in staat is om zijn verplichtingen met betrekking tot rentebetalingen en aflossingen te voldoen, waardoor voor het subfonds een duurzaam verlies kan ontstaan.

Concentratierisico

De beleggingen van het subfonds kunnen zich concentreren op verschillende factoren, zoals uitgevende instellingen, sectoren, regio’s en landen. Concentratierisico houdt in dat de waardeontwikkeling van het subfonds te zeer afhankelijk wordt van een bepaalde factor. Dit risico wordt beperkt door een zorgvuldige selectie en spreiding van de beleggingen. Voor informatie hierover verwijzen wij u naar het kopje “Hoe belegt dit subfonds”.

Hoe belegt dit subfonds? Inleiding In hoofdstuk 4 in deel 1 van dit prospectus leggen wij welk beleggingsbeleid geldt voor alle subfondsen. Hieronder leggen wij uit wat het beleggingsbeleid is van het subfonds en leest u wat de specifieke uitgangspunten van het subfonds zijn.

Wat is het beleggingsdoel? Het doel van dit subfonds is vermogensgroei en inkomsten op lange termijn te genereren. De benchmark fungeert als uitgangspunt voor het risicobudget van het subfonds en als maatstaf voor de beoordeling van de beleggingsresultaten op lange termijn. Wij kunnen ook beleggen in instrumenten die niet in de benchmark opgenomen zijn.


41

Hoe bereiken wij het beleggingsdoel (beleggingsbeleid)? Om het beleggingsdoel te bereiken, hanteren wij voor het subfonds een gericht beleggingsbeleid. De uitgangspunten zijn dat: • • •

het subfonds gebruik maakt van een benchmark; de iBoxx € Collateralized Index. het subfonds een Europese focus heeft maar ook wereldwijd kan beleggen; het subfonds geen actieve valutaposities inneemt en alle posities daarom zo goed als mogelijk worden afdekt naar euro’s;

De samenstelling van de beleggingen in de portefeuille van het subfonds kan worden aangepast aan de marktverhoudingen, die steeds kunnen wijzigen. Als gevolg van aanpassingen in de samenstelling van de beleggingsportefeuille en bijvoorbeeld marktbewegingen kan de waarde van de activa van het subfonds fluctueren. Een overzicht van de samenstelling van de beleggingen van het subfonds vindt u in het jaarverslag en de maandopgave, welke te downloaden zijn via de website. De beleggingsportefeuille van het subfonds is in overeenstemming met het beleid voor verantwoord beleggen dat door ons is opgesteld. Meer informatie over duurzaam beleggen kunt u vinden op de website.

Wat is het risicobudget van het subfonds? Wij hanteren een benchmark voor dit subfonds. De belangrijkste risico’s van deze benchmark zijn: - Marktrisico; rentes en creditspreads kunnen nadelige bewegingen vertonen. - Tegenpartijrisico; de benchmark bestaat uit obligaties. - Concentratierisico; de benchmark wordt samengesteld op basis van de marktwaarde van de uitgegeven obligaties. Wij positioneren ons, op basis van eigen deskundigheid en oordeel, ten opzichte van de benchmark door de portefeuille proactief te beheren en in te spelen hierboven genoemde risico’s. Wij doen dat op de volgende wijze: • • • • •

de duration van de rentepositie van het subfonds kan afwijken van die van de benchmark, binnen een bandbreedte van +1 tot -3 jaar; de duration van inflatiepositie van het subfonds kan afwijken van die van de benchmark, binnen een bandbreedte van -1 to + 3 jaar; streven naar het beperken van de gevoeligheid voor bewegingen in creditspreads tot 200 procent van de benchmark; de laagst gewogen gemiddelde rating zal nooit lager zijn dan een rating notch onder de benchmark en nooit lager zijn dan A3, gebaseerd op de iBoxx gemiddelde rating methodiek; beheren van het tegenpartijrisico uit hoofde van de afwikkeling (settlement) en bewaarneming (custody) door tegenpartijen zorgvuldig te selecteren, concentratie te vermijden, strikte juridische contracten aan te gaan en het onderpand op dagelijkse basis te beheren.

Waar mag het subfonds in beleggen? Elk subfonds kent zijn eigen beleggingsstrategie, nadruk, universum en restricties. Deze specifieke kenmerken van het subfonds beschrijven wij hieronder. Dit subfonds kan onder meer beleggen in obligaties, leningen, gestructureerde producten (waaronder asset backed securities), repo’s, andere beleggingsfondsen (waaronder geaffilieerde) en geldmarktfondsen. Het subfonds belegt hierbij: • •

maximaal voor een derde van het fondsvermogen in geldmarktinstrumenten; maximaal 20% van het fondsvermogen in financiële instrumenten die zijn uitgegeven in andere valuta dan de euro; Prospectus Delta Lloyd Fixed Income Umbrella

42

• •

•

• •

in obligaties die bij aankoop een minimale rating van B3 dienen te hebben, gebaseerd op de iBoxx gemiddelde rating methodiek; maximaal 5% van het fondsvermogen in afzonderlijke emmitenten met een rating lager dan AA3. Bij overschrijding van dit maximum worden binnen een redelijke termijn obligaties van deze uitgevende instellingen met een rating lager dan AA3 verkocht, zodat opnieuw aan deze voorwaarden wordt voldaan; maximaal 5 % van het fondsvermogen in instrumenten zonder rating, indien wij de kredietwaardigheid bij aankoop ervan op basis van ons interne ratingbeleid als B3 of hoger beoordelen. Meer informatie over de ratingmethode leest u in bijlage C van deel 2 van dit prospectus; maximaal 10% van het fondsvermogen in financiële instrumenten die geen beursnotering hebben; niet in aandelen of andere rechten van deelneming.

Wat zijn de kosten bij beleggen in dit subfonds? Inleiding In dit hoofdstuk leggen wij uit wat de kosten (exclusief btw, voor zover van toepassing) zijn van beleggen in dit subfonds en waarom deze kosten er zijn. Alle kosten die van toepassing kunnen zijn op het fonds en haar subfondsen in zijn geheel vermelden wij in hoofdstuk 5 van deel 1 van dit prospectus. U leest hieronder wat de kosten per subfonds zijn. De actuele informatie over kosten bij beleggen vindt u op de website of in het (half)jaarverslag van het subfonds.

Wat zijn de terugkerende kosten? De terugkerende kosten bestaan uit (1) de lopende kosten en (2) overige kosten. De terugkerende kosten komen ten laste van het resultaat van het subfonds, tenzij anders vermeld.

Wat zijn de lopende kosten? De lopende kosten omvatten kosten die ten laste van het fondsvermogen worden gebracht, of zij nu noodzakelijk zijn voor het opereren van het subfonds, of de vergoeding van derden vertegenwoordigen. De lopende kosten waren in 2013 € 1.039.878,--. Dit is 0,27 procent van de intrinsieke waarde (participatieklasse Ic). In onderstaande tabel vindt u een overzicht en uitleg van de terugkerende kosten die onder de lopende kosten vallen. Let op: de kosten van oprichting van het subfonds komen niet meer ten laste van het resultaat van het subfonds. Deze kosten zijn in het verleden al verrekend. Lopende kosten Accountantskosten

Uitleg Het subfonds maakt kosten om bijvoorbeeld de jaarrekening te controleren. In 2013 bedroegen deze kosten € 5.310,--.

Beheervergoeding

Wij beheren het subfonds en ontvangen per kwartaal een beheervergoeding (ook wel management fee genoemd). Dit is een percentage van de intrinsieke waarde van het subfonds. Wij reserveren de beheervergoeding dagelijks ten laste van het resultaat van het subfonds. Op de laatste dag van het kalenderkwartaal brengen wij de beheervergoeding in rekening aan het subfonds. De beheervergoeding is op jaarbasis 0,25 procent (participatieklasse Ic). In 2013 was deze vergoeding € 952.599,--.

Kosten bewaarbank

Voor het bewaren van de financiële instrumenten van het subfonds brengt de bewaarbank bewaarloon in rekening aan het subfonds. De hoogte van deze kosten is afhankelijk van de Prospectus Delta Lloyd Fixed Income Umbrella

43

landen waarin wij beleggen. In 2013 waren de kosten € 53.753,--. Vergoeding juridisch eigenaar

Wij betalen jaarlijks een vergoeding aan de juridisch eigenaar.

Bewaarvergoeding


Overige kosten

Het subfonds maakt ook kosten voor juridisch/fiscaal advies, verslaglegging, marketing en andere specifiek eigen kosten. Deze kosten zijn gezamenlijk maximaal 10 procent van de totale kosten. In 2013 waren deze kosten € 28.338,--.

Wat zijn de overige kosten? De overige kosten zijn de portefeuilletransactiekosten, open afslag en rentelasten. In onderstaande tabel vindt u een overzicht en uitleg van deze kosten. Het subfonds kent geen prestatievergoeding. Overige kosten Portefeuilletransactiekosten

Uitleg Er zijn portefeuilletransactiekosten als wij de beleggingsportefeuille van het subfonds wijzigen. De transactiekosten voor de aanen verkoop van obligaties worden in de aanen verkoopprijs van de obligaties verwerkt. Hierdoor zijn de kosten niet nader gespecificeerd. Let op: de portefeuilletransactiekosten komen ten laste van de verkrijgings- dan wel vervreemdingsprijs van de onderliggende beleggingen.

Op- en afslag

Als u participaties koopt, is dit vanuit het subfonds gezien een uitgifte van nieuwe participaties. De uitgifte van participaties zorgt voor kosten voor het subfonds (portefeuilletransactiekosten om de beleggingsportefeuille uit te breiden). Het subfonds brengt deze kosten in rekening bij de toetredende belegger door boven op de intrinsieke waarde een opslag te hanteren. Bij de verkoop van participaties aan het subfonds gebeurt het omgekeerde. Ook hier maakt het subfonds kosten. Deze kosten brengt het subfonds in rekening bij de verkopende belegger. Het subfonds neemt dan de participaties in tegen de intrinsieke waarde, verminderd met een afslag. Het resultaat van de op- of afslag komt geheel ten goede aan het subfonds. Op deze manier beschermen wij zittende participanten tegen kosten bij het uitgeven of inkopen van participaties. Let op: omdat er gekeken wordt naar het saldo van de aanen verkopen, betaalt u bij een aankoop niet per definitie een opslag en bij een verkoop niet per definitie een afslag. Bij een per saldo inkoop van participaties betaalt u een afslag op de intrinsieke waarde. Bij een per saldo uitgifte betaalt u een opslag op de intrinsieke waarde. Voor zowel opslag als afslag hanteert het subfonds een vast percentage: 0,25 procent. Echter, als door


44

marktomstandigheden de verwachte gemiddelde transactiekosten op lange termijn veranderen, kunnen wij het vaste percentage aanpassen aan de marktomstandigheden. Rentelasten

Het subfonds maakt rentekosten als het schulden heeft (bijvoorbeeld als het kortstondig rood staat). Deze schulden bedragen maximaal 10 procent van de intrinsieke waarde van het subfonds. De rentekosten bestaan uit de marktconforme rentevergoeding voor kortlopende schulden.

Welke participatieklassen kent het subfonds en wat zijn de kenmerken? Wij bieden van dit subfonds alleen participatieklasse Ic aan. Hieronder vermelden wij de specifieke kenmerken van deze klasse.

Participatiehouder

Participatieklasse Ic Professioneel

Minimum bedrag eerste inleg *

EUR 1.000.000

Dividend of herbeleggen?

Herbeleggen

ISIN code

NL0010489316

* Wij kunnen afzien van een minimum inleg.


45

Supplement: Delta Lloyd Corporate Bond Fund Inleiding Het Delta Lloyd Corporate Bond Fund (hierna te noemen het ‘subfonds’) is één van de subfondsen die tezamen het fonds, de Delta Lloyd Fixed Income Umbrella vormen. Het subfonds is een Nederlands fonds voor gemene rekening. Dit subfonds is door het fonds opgezet door middel van de uitgifte van een specifieke serie participaties. Binnen een subfonds kunnen meerdere participatieklassen gevormd worden om specifieke eigenschappen te introduceren, bijvoorbeeld met betrekking tot de tariefstructuur voor open afslag, de vergoedingenstructuur, het afdekkingsbeleid, de minimuminleg, de valuta of het dividendbeleid. In dit supplement vermelden wij de kenmerken van dit subfonds. Let op: Dit supplement vormt een integraal onderdeel van het prospectus van het fonds en haar subfondsen. In deel 1 van het prospectus worden de aspecten beschreven die van toepassing zijn op het fonds en al haar subfondsen. Deel 2 van het prospectus (waartoe ook dit supplement behoort) geeft een beschrijving van de specifieke eigenschappen van de afzonderlijke subfondsen.

Welke risico’s zijn er bij beleggen in dit subfonds? Inleiding Een investering in dit subfonds biedt financiële kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee. In dit hoofdstuk leggen wij uit welke risico’s er zijn bij beleggen in dit subfonds. Voor alle risico’s die zich met betrekking tot het fonds en haar subfondsen kunnen voordoen, verwijzen wij naar hoofdstuk 3 van deel 1 van dit prospectus. De belangrijkste risico’s vermelden wij hieronder nogmaals. Let op: het subfonds heeft met risicofactoren te maken waar het niet of nauwelijks invloed op heeft. Zo kan de waarde van beleggingen stijgen, gelijk blijven of dalen. Het is zelfs mogelijk dat uw inleg bij een ongunstig koersverloop geheel verloren gaat. Weeg de hieronder genoemde risicofactoren zorgvuldig af, voordat u belegt in het subfonds. Wij raden u aan niet te beleggen in het subfonds, als u een verlies niet kunt dragen.


Uitleg Het risico van waardedaling als de hele financiële markt daalt, of meer specifiek de obligatiemarkt, daalt. De waarde van de bedrijfsobligaties in het subfonds is namelijk afhankelijk van ontwikkelingen op de financiële markt. Marktrisico betreft het mogelijk negatieve effect van fluctuaties in rente en creditspreads op de waarde van de activa van het subfonds. Een specifiek marktrisico is credit spread risico. Het subfonds belegt in het algemeen in vastrentende instrumenten die gevoelig zijn voor fluctuaties en creditspreads. Creditspreads op vastrentende waarden verschillen, afhankelijk van de soort uitgevende instelling (overheid of bedrijf), rating, instrument en looptijd. Verhoging of verlaging van de rating van de uitgevende instelling en een veranderende perceptie van de


46

kredietwaardigheid kunnen de waarde van de vastrentende instrumenten beïnvloeden. Tegenpartijrisico

Het subfonds kan verlies lijden als een uitgevende instelling of tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet nakomt (zoals levering van geld of aandelen). Het subfonds kan hierdoor verlies lijden, bijvoorbeeld omdat ze opnieuw transacties moet afsluiten tegen minder gunstige tarieven. Dit risico kan het directe gevolg zijn van de kredietwaardigheid van de tegenpartij of, indirect, van het land waaruit de tegenpartij afkomstig is. Het directe risico vloeit voort uit de obligaties en de kredietderivaten waarin de subfondsen hebben belegd. Indirect is er sprake van tegenpartijrisico uit hoofde van afwikkeling (settlement) en bewaarneming (custody). De tegenpartij van het subfonds is mogelijk niet in staat zijn verplichtingen jegens het fonds na te komen. Hierdoor kan voor het subfonds een verlies ontstaan. Wij streven ernaar dit risico zoveel mogelijk te beperken door tegenpartijen zorgvuldig te selecteren, concentratie te vermijden, strikte juridische contracten aan te gaan en het onderpand op dagelijkse basis te beheren. Hierin tevens inbegrepen het faillissementsrisico. Bedrijfsobligaties zijn onderhevig aan het faillissementsrisico ten aanzien van de uitgevende instelling. Hiermee bedoelen wij dat de uitgevende instelling mogelijk niet in staat is om zijn verplichtingen met betrekking tot rentebetalingen en aflossingen te voldoen, waardoor voor het subfonds een duurzaam verlies kan ontstaan.

Concentratierisico



Wat is het beleggingsdoel? Het doel van dit subfonds is vermogensgroei en inkomsten op lange termijn te genereren. De benchmark fungeert als uitgangspunt voor het risicobudget van het subfonds en als maatstaf voor de beoordeling van de beleggingsresultaten op lange termijn. Wij kunnen ook beleggen in instrumenten die niet in de


47

benchmark opgenomen zijn.


het subfonds gebruik maakt van een benchmark; de iBoxx € Corporate Index. het subfonds een Europese focus heeft maar wereldwijd kan beleggen; het subfonds geen actieve valutaposities inneemt en alle posities daarom zo goed als mogelijk worden afdekt naar euro’s;


Wat is het risicobudget van het subfonds? Wij hanteren een benchmark voor dit subfonds. De belangrijkste risico’s van deze benchmark zijn: - Marktrisico; rentes en creditspreads kunnen nadelige bewegingen vertonen. - Tegenpartijrisico; de benchmark bestaat uit (bedrijfs-)obligaties. - Concentratierisico; de benchmark wordt samengesteld op basis van de marktwaarde van de uitgegeven obligaties. Wij positioneren ons, op basis van eigen deskundigheid en oordeel, ten opzichte van de benchmark door de portefeuille proactief te beheren en in te spelen hierboven genoemde risico’s. Wij doen dat op de volgende wijze: • • • • •

de duration van de rentepositie van het subfonds kan afwijken van die van de benchmark, binnen een bandbreedte van +1 tot – 3 jaar. de duration van inflatiepositie van het subfonds kan afwijken van die van de benchmark, binnen een bandbreedte van -1 to +3 jaar. streven naar het beperken van de gevoeligheid voor bewegingen in creditspreads tot 200 procent van de benchmark. de laagst gewogen gemiddelde rating zal nooit lager zijn dan BBB3, gebaseerd op de iBoxx gemiddelde rating methodiek; beheren van het tegenpartijrisico uit hoofde van de afwikkeling (settlement) en bewaarneming (custody) door tegenpartijen zorgvuldig te selecteren, concentratie te vermijden, strikte juridische contracten aan te gaan en het onderpand op dagelijkse basis te beheren.

Waar mag het subfonds in beleggen? Elk subfonds kent zijn eigen beleggingsstrategie, nadruk, universum en restricties. Deze specifieke kenmerken van het subfonds beschrijven wij hieronder. Dit subfonds kan onder meer beleggen in (bedrijfs-) obligaties, (synthetische) converteerbare obligaties, leningen, gestructureerde producten (waaronder asset backed securities), aandelen, repo’s, andere beleggingsfondsen (waaronder geaffilieerde) en geldmarktfondsen. Het subfonds belegt hierbij: •

maximaal voor een derde van zijn fondsvermogen in geldmarktinstrumenten; Prospectus Delta Lloyd Fixed Income Umbrella

48

•

• • • •

•

•

maximaal 10% van het fondsvermogen in aandelen of rechten van deelneming (bijvoorbeeld in het uitzonderlijke geval dat er sprake is van conversie van een converteerbare obligatie). Wij hebben niet als doel aandelen aan te houden in de portefeuille; maximaal 25% van het fondsvermogen in converteerbare obligaties; maximaal 20% van het fondsvermogen in financiële instrumenten die zijn uitgegeven in andere valuta dan de euro; in obligaties die bij aankoop een minimale rating van B3 dienen te hebben, gebaseerd op de iBoxx gemiddelde rating methodiek; maximaal 5% in van het fondsvermogen in afzonderlijke emmitenten met een rating lager dan AA3. Bij overschrijding van dit maximum worden binnen een redelijke termijn obligaties in uitgevende instellingen met een rating lager dan AA3 verkocht, zodat opnieuw aan deze voorwaarden wordt voldaan; maximaal 10 % van het fondsvermogen in instrumenten zonder rating, indien wij de kredietwaardigheid bij aankoop ervan op basis van ons interne ratingbeleid als B3 of hoger beoordelen. Meer informatie over de ratingmethode leest u in bijlage C van deel 2 van dit prospectus; maximaal 10% van het fondsvermogen in financiële instrumenten die geen beursnotering hebben.



Wat zijn de lopende kosten? De lopende kosten omvatten kosten die ten laste van het fondsvermogen worden gebracht, of zij nu noodzakelijk zijn voor het opereren van het subfonds, of de vergoeding van derden vertegenwoordigen. De lopende kosten waren in 2013 € 1.392.945,--. Dit is 0,28 procent van de intrinsieke waarde (participatieklasse Ic) en 0,43 procent van de instrinsieke waarde voor participatieklasse A. In onderstaande tabel vindt u een overzicht en uitleg van de terugkerende kosten die onder de lopende kosten vallen. Let op: de kosten van oprichting van het subfonds komen niet meer ten laste van het resultaat van het subfonds. Deze kosten zijn in het verleden al verrekend. Lopende kosten Accountantskosten

Uitleg Het subfonds maakt kosten om bijvoorbeeld de jaarrekening te controleren. In 2013 bedroegen deze kosten € 7.757,-(participatieklasse Ic). Participatieklasse A is in 2014 gestart.

Beheervergoeding

Wij beheren het subfonds en ontvangen per kwartaal een beheervergoeding (ook wel management fee genoemd). Dit is een percentage van de intrinsieke waarde van het subfonds. Wij reserveren de beheervergoeding dagelijks ten laste van het resultaat van het subfonds. Op de laatste dag van het Prospectus Delta Lloyd Fixed Income Umbrella

49

kalenderkwartaal brengen wij de beheervergoeding in rekening aan het subfonds. De beheervergoeding is op jaarbasis 0,30 procent voor participatieklasse Ic en 0,40 procent voor participatieklasse A. In 2013 was deze vergoeding € 1.257.103,-- (participatieklasse Ic). Participatieklasse A is in 2014 gestart.

Kosten bewaarbank

Voor het bewaren van de financiële instrumenten van het subfonds brengt de bewaarbank bewaarloon in rekening aan het subfonds. De hoogte van deze kosten is afhankelijk van de landen waarin wij beleggen. In 2013 waren de kosten € 99.049,-- (participatieklasse Ic). Participatieklasse A is in 2014 gestart.



Bewaarvergoeding



Alleen voor participatieklasse A is een vergoeding aan de agent verschuldigd. De fund agent maakt kosten voor aan en verkoopopdrachten volgens de voorwaarden in dit prospectus. De ENL-agent maakt kosten omdat zij optreedt als uitgevende agent, overdrachtsagent en betaalagent.

Overige kosten

Het subfonds maakt ook kosten voor juridisch/fiscaal advies, verslaglegging, marketing en andere specifiek eigen kosten. Deze kosten zijn gezamenlijk maximaal 10 procent van de totale kosten. In 2013 waren deze kosten € 28.635,-(participatieklasse Ic). Participatieklasse A is in 2014 gestart.


Uitleg Er zijn portefeuilletransactiekosten als wij de beleggingsportefeuille van het subfonds wijzigen. De transactiekosten voor de aanen verkoop van obligaties worden in de aanen verkoopprijs van de obligaties verwerkt. Dientengevolge zijn de kosten niet nader gespecificeerd. Let op: de portefeuilletransactiekosten komen ten laste van de verkrijgings- dan wel vervreemdingsprijs van de onderliggende beleggingen.

Op- en afslag

Als u participaties koopt, is dit vanuit het subfonds gezien een uitgifte van nieuwe participaties. De uitgifte van participaties zorgt voor kosten voor het subfonds (portefeuilletransactiekosten om de beleggingsportefeuille uit te breiden). Het subfonds brengt deze kosten in rekening bij de toetredende belegger door boven op de intrinsieke waarde een opslag te hanteren. Dit geldt voor beide


50

participatieklassen. Bij de verkoop van participaties aan het subfonds gebeurt het omgekeerde. Ook hier maakt het subfonds kosten. Deze kosten brengt het subfonds in rekening bij de verkopende belegger. Het subfonds neemt dan de participaties in tegen de intrinsieke waarde, verminderd met een afslag. Het resultaat van de op- of afslag komt geheel ten goede aan het subfonds. Op deze manier beschermen wij zittende participanten tegen kosten bij het uitgeven of inkopen van participaties. Let op: omdat er gekeken wordt naar het saldo van de aanen verkopen, betaalt u bij een aankoop niet per definitie een opslag en bij een verkoop niet per definitie een afslag. Bij een per saldo inkoop van participaties betaalt u een afslag op de intrinsieke waarde. Bij een per saldo uitgifte betaalt u een opslag op de intrinsieke waarde. Voor zowel opslag als afslag hanteert het subfonds een vast percentage: 0,20 procent. Echter, als door marktomstandigheden de verwachte gemiddelde transactiekosten op lange termijn veranderen, kunnen wij het vaste percentage aanpassen aan de marktomstandigheden. Rentelasten


Welke participatieklassen kent het subfonds en wat zijn de kenmerken? Wij bieden van dit subfonds participatieklasse Ic en participatieklasse A aan. Hieronder vermelden wij de specifieke kenmerken van deze klassen. Participatieklasse Ic Professioneel

Participatieklasse A Overig


EUR 1.000.000

Niet van toepassing


Herbeleggen

Dividend

ISIN code

NL0010489316

NL0010489324

Participatiehouder



51

Supplement: Delta Lloyd Sovereign Bond Fund Inleiding Het Delta Lloyd Sovereign Bond Fund (hierna te noemen het ‘subfonds’) is één van de subfondsen die tezamen het fonds, de Delta Lloyd Fixed Income Umbrella vormen. Het subfonds is een Nederlands fonds voor gemene rekening. Dit subfonds is door het fonds opgezet door middel van de uitgifte van een specifieke serie participaties. Binnen een subfonds kunnen meerdere participatieklassen gevormd worden om specifieke eigenschappen te introduceren, bijvoorbeeld met betrekking tot de tariefstructuur voor open afslag, de vergoedingenstructuur, het afdekkingsbeleid, de minimuminleg, de valuta of het dividendbeleid. In dit supplement vermelden wij de kenmerken van dit subfonds. Let op: Dit supplement vormt een integraal onderdeel van het prospectus van het fonds en haar subfondsen. In deel 1 van het prospectus worden de aspecten beschreven die van toepassing zijn op het fonds en al haar subfondsen. Deel 2 van het prospectus (waartoe ook dit supplement behoort) geeft een beschrijving van de specifieke eigenschappen van de afzonderlijke subfondsen.





52

Tegenpartijrisico

Het subfonds kan verlies lijden als een uitgevende instelling of tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet nakomt (zoals levering van geld of aandelen). Het subfonds kan hierdoor verlies lijden, bijvoorbeeld omdat ze opnieuw transacties moet afsluiten tegen minder gunstige tarieven. Dit risico kan het directe gevolg zijn van de kredietwaardigheid van de tegenpartij of, indirect, van het land waaruit de tegenpartij afkomstig is. Het directe risico vloeit voort uit de obligaties en de kredietderivaten waarin de subfondsen hebben belegd. Indirect is er sprake van tegenpartijrisico uit hoofde van afwikkeling (settlement) en bewaarneming (custody). De tegenpartij van het subfonds is mogelijk niet in staat zijn verplichtingen jegens het subfonds na te komen. Hierdoor kan voor het fonds een verlies ontstaan. Wij streven ernaar dit risico zoveel mogelijk te beperken door tegenpartijen zorgvuldig te selecteren, concentratie te vermijden, strikte juridische contracten aan te gaan en het onderpand op dagelijkse basis te beheren. Hierin tevens inbegrepen het faillissementsrisico. Obligaties zijn onderhevig aan het faillissementsrisico ten aanzien van de uitgevende instelling. Hiermee bedoelen wij dat de uitgevende instelling mogelijk niet in staat is om zijn verplichtingen met betrekking tot rentebetalingen en aflossingen te voldoen, waardoor voor het subfonds een duurzaam verlies kan ontstaan.

Concentratierisico

De beleggingen van het subfonds kunnen zich concentreren op verschillende factoren, zoals uitgevende instellingen, sectoren, regio’s en landen. Concentratierisico houdt in dat de waardeontwikkeling van het fonds te zeer afhankelijk wordt van een bepaalde factor. Dit risico wordt beperkt door een zorgvuldige selectie en spreiding van de beleggingen. Voor informatie hierover verwijzen wij u naar het kopje “Hoe belegt dit subfonds”.

Hoe belegt dit subfonds? Inleiding In hoofdstuk 4 in deel 1 van dit prospectus leggen wij welke beleggingsbeleid geldt voor alle subfondsen. Hieronder leggen wij uit wat het beleggingsbeleid is van het subfonds en leest u wat de specifieke uitgangspunten van het subfonds zijn.



53


het subfonds gebruik maakt van een customized benchmark: de iBoxx EUR Sovereigns & SubSovereigns (5% Issuer

Wat is het risicobudget van het subfonds? Wij hanteren een benchmark voor dit subfonds. De belangrijkste risico’s van de benchmark zijn: - Marktrisico; rentes en creditspreads kunnen nadelige bewegingen vertonen. - Tegenpartijrisico; de benchmark bestaat uit obligaties. - Concentratierisico; de benchmark wordt samengesteld op basis van de marktwaarde van de uitgegeven obligaties. Wij positioneren ons, op basis van eigen deskundigheid en oordeel, ten opzichte van de benchmark door de portefeuille proactief te beheren en in te spelen hierboven genoemde risico’s. Wij doen dat op de volgende wijze: • • • • •

de duration van de rentepositie van het subfonds kan afwijken van die van de benchmark, binnen een bandbreedte van +2 tot - 2 jaar. de duration van inflatiepositie van het subfonds kan afwijken van die van de benchmark, binnen een bandbreedte van -2 tot +2 jaar. streven naar het beperken van de gevoeligheid voor bewegingen in creditspreads tot 200% van de benchmark. de laagst gewogen gemiddelde rating zal nooit lager zijn dan een rating notch onder de benchmark en nooit lager zijn dan A3, gebaseerd op de iBoxx gemiddelde rating methodiek; beheren van het tegenpartijrisico uit hoofde van de afwikkeling (settlement) en bewaarneming (custody) door tegenpartijen zorgvuldig te selecteren, concentratie te vermijden, strikte juridische contracten aan te gaan en het onderpand op dagelijkse basis te beheren.

Waar mag het subfonds in beleggen? Elk subfonds kent zijn eigen beleggingsstrategie, nadruk, universum en restricties. Deze specifieke kenmerken van het subfonds beschrijven wij hieronder. Het subfonds kan onder meer beleggen in obligaties, leningen van overheden en overheidsinstellingen, covered bonds (gedekte obligaties), repo’s, andere beleggingsfondsen (waaronder geaffilieerde) en geldmarktfondsen. Het subfonds belegt hierbij: • •

maximaal voor een derde van het fondsvermogen in geldmarktinstrumenten; minimaal 50% van het fondsvermogen in staatsobligaties.


54

• • •

•

• •

maximaal 20% van het fondsvermogen in financiële instrumenten die zijn uitgegeven in andere valuta dan de euro; in obligaties die bij aankoop een minimale rating van BB3 dienen te hebben, gebaseerd op de iBoxx gemiddelde rating methodiek; maximaal 5% van het fondsvermogen in afzonderlijke emmitenten met een rating lager dan AA3. Bij overschrijding van dit maximum worden binnen een redelijke termijn obligaties in uitgevende instellingen te bieden met een rating lager dan AA3 verkocht, zodat opnieuw aan deze voorwaarden wordt voldaan; maximaal 10 % van het fondsvermogen in instrumenten zonder rating, indien wij de kredietwaardigheid bij aankoop ervan op basis van ons interne ratingbeleid als BB3 of hoger beoordelen. Meer informatie over de ratingmethode leest u in bijlage C van deel 2 van dit prospectus; maximaal 10% van het fondsvermogen in financiële instrumenten die geen beursnotering hebben; niet in aandelen of andere rechten van deelneming.


Wat zijn de terugkerende kosten? De terugkerende kosten bestaan uit (1) de lopende kosten en (2) overige kosten. De terugkerende kosten komen ten laste van het resultaat van het fonds, tenzij anders vermeld.

Wat zijn de lopende kosten? De lopende kosten omvatten kosten die ten laste van het fondsvermogen worden gebracht, of zij nu noodzakelijk zijn voor het opereren van het subfonds, of de vergoeding van derden vertegenwoordigen. De lopende kosten waren in 2013 € 2.236.603,--. Dit is 0,22 procent van de intrinsieke waarde (participatieklasse Ic). In onderstaande tabel vindt u een overzicht en uitleg van de terugkerende kosten die onder de lopende kosten vallen. Let op: de kosten van oprichting van het subfonds komen niet meer ten laste van het resultaat van het subfonds. Deze kosten zijn in het verleden al verrekend. Lopende kosten Accountantskosten


Beheervergoeding

Wij beheren het subfonds en ontvangen per kwartaal een beheervergoeding (ook wel management fee genoemd). Dit is een percentage van de intrinsieke waarde van het subfonds. Wij reserveren de beheervergoeding dagelijks ten laste van het resultaat van het subfonds. Op de laatste dag van het kalenderkwartaal brengen wij de beheervergoeding in rekening aan het subfonds. De beheervergoeding is op jaarbasis 0,20 procent voor (participatieklasse Ic) In 2013 was deze vergoeding € 2.004.413,--.


55

Kosten bewaarbank

Voor het bewaren van de financiële instrumenten van het fonds brengt de bewaarbank bewaarloon in rekening aan het fonds. De hoogte van deze kosten is afhankelijk van de landen waarin wij beleggen. In 2013 waren de kosten €169.874,--.

Kosten juridisch eigenaar

Wij betalen jaarlijks een vergoeding van aan de juridisch eigenaar.

Bewaarvergoeding


Overige kosten



Uitleg Er zijn portefeuilletransactiekosten als wij de beleggingsportefeuille van het subfonds wijzigen. De transactiekosten voor de aanen verkoop van obligaties worden in de aanen verkoopprijs van de obligaties verwerkt. Dientengevolge zijn de kosten niet nader gespecificeerd. Let op: de portefeuilletransactiekosten komen ten laste van de verkrijgings- dan wel vervreemdingsprijs van de onderliggende beleggingen.

Op- en afslag

Als u participaties koopt, is dit vanuit het subfonds gezien een uitgifte van nieuwe participaties. De uitgifte van participaties zorgt voor kosten voor het subfonds (portefeuilletransactiekosten om de beleggingsportefeuille uit te breiden). Het subfonds brengt deze kosten in rekening bij de toetredende belegger door boven op de intrinsieke waarde een opslag te hanteren. Bij de verkoop van participaties aan het subfonds gebeurt het omgekeerde. Ook hier maakt het subfonds kosten. Deze kosten brengt het subfonds in rekening bij de verkopende belegger. Het subfonds neemt dan de participaties in tegen de intrinsieke waarde, verminderd met een afslag. Het resultaat van de op- of afslag komt geheel ten goede aan het subfonds. Op deze manier beschermen wij zittende participanten tegen kosten bij het uitgeven of inkopen van participaties. Let op: omdat er gekeken wordt naar het saldo van de aanen verkopen, betaalt u bij een aankoop niet per definitie een opslag en bij een verkoop niet per definitie een afslag. Bij een per saldo inkoop van participaties betaalt u een afslag


56

op de intrinsieke waarde. Bij een per saldo uitgifte betaalt u een opslag op de intrinsieke waarde. Voor zowel opslag als afslag hanteert het subfonds een vast percentage: 0,10 procent. Echter, als door marktomstandigheden de verwachte gemiddelde transactiekosten op lange termijn veranderen, kunnen wij het vaste percentage aanpassen aan de marktomstandigheden. Rentelasten

Het subfonds maakt rentekosten als het schulden heeft (bijvoorbeeld als het kortstondig rood staat). Deze schulden bedragen maximaal 10 procent van de intrinsieke waarde van het fonds. De rentekosten bestaan uit de marktconforme rentevergoeding voor kortlopende schulden.


Participatiehouder



EUR 1.000.000


Herbeleggen

ISIN code

NL0001130481



57

Supplement: Delta Lloyd Sovereign LT Bond Fund Het Delta Lloyd Sovereign LT Bond Fund (hierna te noemen het ‘subfonds’) is één van de subfondsen die tezamen het fonds, de Delta Lloyd Fixed Income Umbrella vormen. Het subfonds is een Nederlands fonds voor gemene rekening. Dit subfonds is door het fonds opgezet door middel van de uitgifte van een specifieke serie participaties. Binnen een subfonds kunnen meerdere participatieklassen gevormd worden om specifieke eigenschappen te introduceren, bijvoorbeeld met betrekking tot de tariefstructuur voor open afslag, de vergoedingenstructuur, het afdekkingsbeleid, de minimuminleg, de valuta of het dividendbeleid. In dit supplement vermelden wij de kenmerken van dit subfonds. Let op: Dit supplement vormt een integraal onderdeel van het prospectus van het fonds en haar subfondsen. In deel 1 van het prospectus worden de aspecten beschreven die van toepassing zijn op het fonds en al haar subfondsen. Deel 2 van het prospectus (waartoe ook dit supplement behoort) geeft een beschrijving van de specifieke eigenschappen van de afzonderlijke subfondsen.

Welke risico’s zijn er bij beleggen in dit subfonds? Inleiding Een investering in het subfonds biedt financiële kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee. In dit hoofdstuk leggen wij uit welke risico’s er zijn bij beleggen in dit subfonds. Voor alle risico’s die zich met betrekking tot het fonds en haar subfondsen kunnen voordoen, verwijzen wij naar hoofdstuk 3 van deel 1 van dit prospectus. De belangrijkste risico’s vermelden wij hieronder nogmaals. Let op: het subfonds heeft met risicofactoren te maken waar het niet of nauwelijks invloed op heeft. Zo kan de waarde van beleggingen stijgen, gelijk blijven of dalen. Het is zelfs mogelijk dat uw inleg bij een ongunstig koersverloop geheel verloren gaat. Weeg de hieronder genoemde risicofactoren zorgvuldig af, voordat u belegt in het subfonds. Wij raden u aan niet te beleggen in het subfonds, als u een verlies niet kunt dragen.



Tegenpartijrisico

Het subfonds kan verlies lijden als een uitgevende instelling


58

of tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet nakomt (zoals levering van geld of aandelen). Het subfonds kan hierdoor verlies lijden, bijvoorbeeld omdat ze opnieuw transacties moet afsluiten tegen minder gunstige tarieven. Dit risico kan het directe gevolg zijn van de kredietwaardigheid van de tegenpartij of, indirect, van het land waaruit de tegenpartij afkomstig is. Het directe risico vloeit voort uit de obligaties en de kredietderivaten waarin de subfondsen hebben belegd. Indirect is er sprake van tegenpartijrisico uit hoofde van afwikkeling (settlement) en bewaarneming (custody). De tegenpartij van het subfonds is mogelijk niet in staat zijn verplichtingen jegens het subfonds na te komen. Hierdoor kan voor het subfonds een verlies ontstaan. Wij streven ernaar dit risico zoveel mogelijk te beperken door tegenpartijen zorgvuldig te selecteren, concentratie te vermijden, strikte juridische contracten aan te gaan en het onderpand op dagelijkse basis te beheren. Hierin tevens inbegrepen het faillissementsrisico. Obligaties zijn onderhevig aan het faillissementsrisico ten aanzien van de uitgevende instelling. Hiermee bedoelen wij dat de uitgevende instelling mogelijk niet in staat is om zijn verplichtingen met betrekking tot rentebetalingen en aflossingen te voldoen, waardoor voor het subfonds een duurzaam verlies kan ontstaan. Concentratierisico





59


het subfonds gebruik maakt van een benchmark; iBoxx € Sub&Sovereign Index 5+ ex BBB Index. het subfonds een Europese focus heeft maar ook wereldwijd kan beleggen; het subfonds geen actieve valutaposities inneemt en alle posities daarom zo goed als mogelijk worden afdekt naar euro’s;



de duration van de rentepositie van het subfonds kan afwijken van die van de benchmark, binnen een bandbreedte van +2 tot - 2 jaar. de duration van inflatiepositie van het subfonds kan afwijken van die van de benchmark, binnen een bandbreedte van -2 to +2 jaar. streven naar het beperken van de gevoeligheid voor bewegingen in creditspreads tot 200% van de benchmark. de laagst gewogen gemiddelde rating zal nooit lager zijn dan twee rating notches onder de benchmark en nooit lager zijn dan A2, gebaseerd op de iBoxx gemiddelde rating methodiek; beheren van het tegenpartijrisico uit hoofde van de afwikkeling (settlement) en bewaarneming (custody) door tegenpartijen zorgvuldig te selecteren, concentratie te vermijden, strikte juridische contracten aan te gaan en het onderpand op dagelijkse basis te beheren.

Waar mag het subfonds in beleggen? Elk subfonds kent zijn eigen beleggingsstrategie, nadruk, universum en restricties. Deze specifieke kenmerken van het subfonds beschrijven wij hieronder. Het subfonds kan onder meer beleggen in obligaties, leningen van overheden en overheidsinstellingen, covered bonds (gedekte obligaties), repo’s, andere beleggingsfondsen (waaronder geaffilieerde) en geldmarktfondsen. Het subfonds belegt hierbij: • • •

maximaal voor een derde van het fondsvermogen in geldmarktinstrumenten; minimaal 50% van het fondsvermogen in staatsobligaties; niet in financiële instrumenten die zijn uitgegeven in andere valuta dan de euro;


60

• •

•

• •

in obligaties die bij aankoop een minimale rating van BBB3 dienen te hebben, gebaseerd op de iBoxx gemiddelde rating methodiek; maximaal 5% in van het fondsvermogen in afzonderlijke emmitenten met een rating lager dan AA3. Bij overschrijding van dit maximum worden binnen een redelijke termijn obligaties in uitgevende instellingen met een rating lager dan AA3 verkocht, zodat opnieuw aan deze voorwaarden wordt voldaan; maximaal 10 % van het fondsvermogen in instrumenten zonder rating, indien wij de kredietwaardigheid bij aankoop ervan op basis van ons interne ratingbeleid als BBB3 of hoger beoordelen. Meer informatie over de ratingmethode leest u in bijlage C van deel 2 van dit prospectus; maximaal 10% van het fondsvermogen in financiële instrumenten die geen beursnotering hebben; niet in aandelen of andere rechten van deelneming.



Wat zijn de lopende kosten? De lopende kosten omvatten kosten die ten laste van het fondsvermogen worden gebracht, of zij nu noodzakelijk zijn voor het opereren van het subfonds, of de vergoeding van derden vertegenwoordigen. Deze kosten waren in 2013 € 1.243.257,--. Dit is 0,22 procent van de intrinsieke waarde (participatieklasse Ic). In onderstaande tabel vindt u een overzicht en uitleg van de terugkerende kosten die onder de lopende kosten vallen. Let op: de kosten van oprichting van het subfonds komen niet meer ten laste van het resultaat van het subfonds. Deze kosten zijn in het verleden al verrekend. Lopende kosten Accountantskosten


Beheervergoeding

Wij beheren het subfonds en ontvangen per kwartaal een beheervergoeding (ook wel management fee genoemd). Dit is een percentage van de intrinsieke waarde van het subfonds. Wij reserveren de beheervergoeding dagelijks ten laste van het resultaat van het subfonds. Op de laatste dag van het kalenderkwartaal brengen wij de beheervergoeding in rekening aan het subfonds. De beheervergoeding is op jaarbasis 0,20 procent voor participatieklasse Ic. In 2013 was deze vergoeding € 1.123.716,--.

Kosten bewaarbank

Voor het bewaren van de financiële instrumenten van het fonds brengt de bewaarbank bewaarloon in rekening aan het


61

fonds. De hoogte van deze kosten is afhankelijk van de landen waarin wij beleggen. In 2013 waren de kosten € 80.010. Vergoeding juridisch eigenaar


Bewaarvergoeding


Overige kosten



Uitleg Er zijn portefeuilletransactiekosten als wij de beleggingsportefeuille van het fonds wijzigen. De transactiekosten voor de aanen verkoop van obligaties worden in de aanen verkoopprijs van de obligaties verwerkt. Daardoor zijn de kosten niet nader gespecificeerd. Let op: de portefeuilletransactiekosten komen ten laste van de verkrijgings- dan wel vervreemdingsprijs van de onderliggende beleggingen.

Op- en afslag

Als u participaties koopt, is dit vanuit het subfonds gezien een uitgifte van nieuwe participaties. De uitgifte van participaties zorgt voor kosten voor het subfonds (portefeuilletransactiekosten om de beleggingsportefeuille uit te breiden). Het subfonds brengt deze kosten in rekening bij de toetredende belegger door boven op de intrinsieke waarde een opslag te hanteren. Bij de verkoop van participaties aan het subfonds gebeurt het omgekeerde. Ook hier maakt het subfonds kosten. Deze kosten brengt het subfonds in rekening bij de verkopende belegger. Het subfonds neemt dan de participaties in tegen de intrinsieke waarde, verminderd met een afslag. Het resultaat van de op- of afslag komt geheel ten goede aan het subfonds. Op deze manier beschermen wij zittende participanten tegen kosten bij het uitgeven of inkopen van participaties. Let op: omdat er gekeken wordt naar het saldo van de aanen verkopen, betaalt u bij een aankoop niet per definitie een opslag en bij een verkoop niet per definitie een afslag. Bij een per saldo inkoop van participaties betaalt u een afslag op de intrinsieke waarde. Bij een per saldo uitgifte betaalt u een opslag op de intrinsieke waarde. Voor zowel opslag als afslag hanteert het subfonds een vast percentage: 0,10 procent. Echter, als door


62

marktomstandigheden de verwachte gemiddelde transactiekosten op lange termijn veranderen, kunnen wij het vaste percentage aanpassen aan de marktomstandigheden. Rentelasten



Participatiehouder


Minimum bedrag eerste inleg*

EUR 1.000.000


Herbeleggen

ISIN code

NL0001130499



63

Supplement: Delta Lloyd Sovereign XLT Bond Fund Het Delta Lloyd Sovereign XLT Bond Fund (hierna te noemen het ‘subfonds’) is één van de subfondsen die tezamen het fonds, de Delta Lloyd Fixed Income Umbrella vormen. Het subfonds is een Nederlands fonds voor gemene rekening. Dit subfonds is door het fonds opgezet door middel van de uitgifte van een specifieke serie participaties. Binnen een subfonds kunnen meerdere participatieklassen gevormd worden om specifieke eigenschappen te introduceren, bijvoorbeeld met betrekking tot de tariefstructuur voor open afslag, de vergoedingenstructuur, het afdekkingsbeleid, de minimuminleg, de valuta of het dividendbeleid. In dit supplement vermelden wij de kenmerken van dit subfonds. Let op: Dit supplement vormt een integraal onderdeel van het prospectus van het fonds en haar subfondsen. In deel 1 van dit prospectus worden de aspecten beschreven die van toepassing zijn op het fonds en al haar subfondsen. Deel 2 van dit prospectus (waartoe ook dit supplement behoort) geeft een beschrijving van de specifieke eigenschappen van de afzonderlijke subfondsen.



Uitleg Het risico van waardedaling als de hele financiële markt daalt, of meer specifiek de obligatiemarkt, daalt. De waarde van de obligaties in het subfonds is namelijk afhankelijk van ontwikkelingen op de financiële markt. Marktrisico betreft het mogelijk negatieve effect van fluctuaties in rente en creditspreads op de waarde van de activa van het subfonds. Een specifiek marktrisico is credit spread risico. Het subfonds belegt in het algemeen in vastrentende instrumenten die gevoelig zijn voor fluctuaties en creditspreads. Creditspreads op vastrentende waarden verschillen, afhankelijk van de soort uitgevende instelling (overheid of bedrijf), rating, instrument en looptijd. Verhoging of verlaging van de rating van de uitgevende instelling en een veranderende perceptie van de kredietwaardigheid kunnen de waarde van de


64

vastrentende instrumenten beïnvloeden. Tegenpartijrisico

Het subfonds kan verlies lijden als een uitgevende instelling of tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet nakomt (zoals levering van geld of aandelen). Het subfonds kan hierdoor verlies lijden, bijvoorbeeld omdat ze opnieuw transacties moet afsluiten tegen minder gunstige tarieven. Dit risico kan het directe gevolg zijn van de kredietwaardigheid van de tegenpartij of, indirect, van het land waaruit de tegenpartij afkomstig is. Het directe risico vloeit voort uit de obligaties en de kredietderivaten waarin de subfondsen hebben belegd. Indirect is er sprake van tegenpartijrisico uit hoofde van afwikkeling (settlement) en bewaarneming (custody). De tegenpartij van het subfonds is mogelijk niet in staat zijn verplichtingen jegens het fonds na te komen. Hierdoor kan voor het subfonds een verlies ontstaan. Wij streven ernaar dit risico zoveel mogelijk te beperken door tegenpartijen zorgvuldig te selecteren, concentratie te vermijden, strikte juridische contracten aan te gaan en het onderpand op dagelijkse basis te beheren. Hierin tevens inbegrepen is het faillissementsrisico. Obligaties zijn onderhevig aan het faillissementsrisico ten aanzien van de uitgevende instelling. Hiermee bedoelen wij dat de uitgevende instelling mogelijk niet in staat is om zijn verplichtingen met betrekking tot rentebetalingen en aflossingen te voldoen, waardoor voor het subfonds een duurzaam verlies kan ontstaan.

Concentratierisico





65


het subfonds gebruik maakt van een benchmark; de iBoxx € Sub&Sovereign Index 15+ AAA/AA Index het subfonds een Europese focus heeft maar ook wereldwijd kan beleggen; het subfonds geen actieve valutaposities inneemt en alle posities daarom zo goed als mogelijk worden afdekt naar euro’s;



de duration van de rentepositie van het subfonds kan afwijken van die van de benchmark, binnen een bandbreedte van +2 tot – 2 jaar. de duration van inflatiepositie van het subfonds kan afwijken van die van de benchmark, binnen een bandbreedte van -2 to +2 jaar. streven naar het beperken van de gevoeligheid voor bewegingen in creditspreads tot 200 procent van de benchmark. de laagst gewogen rating zal nooit lager zijn dan twee rating notches onder de benchmark en nooit lager zijn dan AA3, gebaseerd op de iBoxx gemiddelde rating methodiek; beheren van het tegenpartijrisico uit hoofde van de afwikkeling (settlement) en bewaarneming (custody) door tegenpartijen zorgvuldig te selecteren, concentratie te vermijden, strikte juridische contracten aan te gaan en het onderpand op dagelijkse basis te beheren.

Waar mag het subfonds in beleggen? Elk subfonds kent zijn eigen beleggingsstrategie, nadruk, universum en restricties. Deze specifieke kenmerken van het subfonds beschrijven wij hieronder. Het subfonds kan onder meer beleggen in obligaties, leningen van overheden en overheidsinstellingen, covered bonds (gedekte obligaties), repo’s, andere beleggingsfondsen (waaronder geaffilieerde) en geldmarktfondsen. Het subfonds belegt hierbij: • • •

maximaal voor een derde van het fondsvermogen in geldmarktinstrumenten; minimaal 50% van het fondsvermogen in staatsobligaties; niet in financiële instrumenten die zijn uitgegeven in andere valuta dan de euro;


66

• •

•

• •

in obligaties die bij aankoop een minimale rating van A3 dienen te hebben, gebaseerd op de iBoxx gemiddelde rating methodiek; maximaal 5% van het fondsvermogen in afzonderlijke emmitenten een rating lager dan AA3. Bij overschrijding van dit maximum worden binnen een redelijke termijn obligaties in uitgevende instellingen met een rating lager dan AA3 verkocht, zodat opnieuw aan deze voorwaarden wordt voldaan; maximaal 10 % van het fondsvermogen in financiële instrumenten zonder rating, indien wij de kredietwaardigheid bij aankoop ervan op basis van ons interne ratingbeleid als A3 of hoger beoordelen. Meer informatie over de ratingmethode leest u in bijlage C van deel 2 van dit prospectus; maximaal 10% van het fondsvermogen in financiële instrumenten die geen beursnotering hebben; niet in aandelen of andere rechten van deelneming.



Wat zijn de lopende kosten? De lopende kosten omvatten kosten die ten laste van het fondsvermogen worden gebracht, of zij nu noodzakelijk zijn voor het opereren van het subfonds, of de vergoeding van derden vertegenwoordigen. Deze kosten waren in 2013 €932.588,--. Dit is circa 0,22 procent van de intrinsieke waarde (participatieklasse Ic) en 0,32 procent van de intrinsieke waarde voor participatieklasse A. In onderstaande tabel vindt u een overzicht en uitleg van de terugkerende kosten die onder de lopende kosten vallen. Let op: de kosten van oprichting van het subfonds komen niet meer ten laste van het resultaat van het subfonds. Deze kosten zijn in het verleden al verrekend. Lopende kosten Accountantskosten


Beheervergoeding

Wij beheren het subfonds en ontvangen per kwartaal een beheervergoeding (ook wel management fee genoemd). Dit is een percentage van de intrinsieke waarde van het subfonds. Wij reserveren de beheervergoeding dagelijks ten laste van het resultaat van het subfonds. Op de laatste dag van het kalenderkwartaal brengen wij de beheervergoeding in rekening aan het subfonds. De beheervergoeding is op jaarbasis 0,20 procent voor participatieklasse Ic en 0,30 procent voor participatieklasse A. In 2013 was deze vergoeding € 852.127,-- (participatieklasse Ic). Participatieklasse


67

A is in 2014 gestart.

Kosten bewaarbank

Voor het bewaren van de financiële instrumenten van het subfonds brengt de bewaarbank bewaarloon in rekening aan het subfonds. De hoogte van deze kosten is afhankelijk van de landen waarin wij beleggen. In 2013 waren de kosten € 47.270,-- (participatieklasse Ic). Participatieklasse A is in 2014 gestart.



Bewaarvergoeding



Alleen voor participatieklasse A is een vergoeding aan de agent verschuldigd. De fund agent maakt kosten voor aan en verkoopopdrachten volgens de voorwaarden in dit prospectus. De ENL-agent maakt kosten omdat zij optreedt als uitgevende agent, overdrachtsagent en betaalagent.

Overige kosten



Uitleg Er zijn portefeuilletransactiekosten als wij de beleggingsportefeuille van het subfonds wijzigen. De transactiekosten voor de aanen verkoop van obligaties worden in de aanen verkoopprijs van de obligaties verwerkt. Daardoor zijn de kosten niet nader gespecificeerd. Let op: de portefeuilletransactiekosten komen ten laste van de verkrijgings- dan wel vervreemdingsprijs van de onderliggende beleggingen.

Op- en afslag

Als u participaties koopt, is dit vanuit het subfonds gezien een uitgifte van nieuwe participaties. De uitgifte van participaties zorgt voor kosten voor het subfonds (portefeuilletransactiekosten om de beleggingsportefeuille uit te breiden). Het subfonds brengt deze kosten in rekening bij de toetredende belegger door boven op de intrinsieke waarde een opslag te hanteren. Dit geldt voor beide participatieklassen. Bij de verkoop van participaties aan het subfonds gebeurt het omgekeerde. Ook hier maakt het subfonds kosten. Deze kosten brengt het subfonds in rekening bij de verkopende belegger. Het subfonds neemt dan de participaties in tegen de intrinsieke waarde, verminderd met een afslag. Het Prospectus Delta Lloyd Fixed Income Umbrella

68

resultaat van de op- of afslag komt geheel ten goede aan het subfonds. Op deze manier beschermen wij zittende participanten tegen kosten bij het uitgeven of inkopen van participaties. Let op: omdat er gekeken wordt naar het saldo van de aanen verkopen, betaalt u bij een aankoop niet per definitie een opslag en bij een verkoop niet per definitie een afslag. Bij een per saldo inkoop van participaties betaalt u een afslag op de intrinsieke waarde. Bij een per saldo uitgifte betaalt u een opslag op de intrinsieke waarde. Voor zowel opslag als afslag hanteert het subfonds een vast percentage: 0,15 procent. Echter, als door marktomstandigheden de verwachte gemiddelde transactiekosten op lange termijn veranderen, kunnen wij het vaste percentage aanpassen aan de marktomstandigheden. Rentelasten

Het subfonds maakt rentekosten als het schulden heeft (bijvoorbeeld als het kortstondig rood staat). Deze schulden bedragen maximaal 10 procent van de intrinsieke waarde van het fonds. De rentekosten bestaan uit de marktconforme rentevergoeding voor kortlopende schulden.

Welke participatieklassen kent het subfonds en wat zijn de kenmerken? Wij bieden van dit subfonds participatieklasse Ic en participatieklasse A aan. Hieronder vermelden wij de specifieke kenmerken van de verschillende klassen. Participatieklasse Ic Professioneel

Participatieklasse A Overig

Minimum bedrag eerste inleg

EUR 1.000.000

Niet van toepassing


Herbeleggen

Dividend

ISIN code

NL0010489365

NL0010489373

Participatiehouder



69

Supplement: Delta Lloyd Sub-sovereign Bond Fund Het Delta Lloyd Sub-sovereign Bond Fund (hierna te noemen het ‘subfonds’) is één van de subfondsen die tezamen het fonds, de Delta Lloyd Fixed Income Umbrella vormen. Het subfonds is een Nederlands fonds voor gemene rekening. Dit subfonds is door het fonds opgezet door middel van de uitgifte van een specifieke serie participaties. Binnen een subfonds kunnen meerdere participatieklassen gevormd worden om specifieke eigenschappen te introduceren, bijvoorbeeld met betrekking tot de tariefstructuur voor open afslag, de vergoedingenstructuur, het afdekkingsbeleid, de minimuminleg, de valuta of het dividendbeleid. In dit supplement vermelden wij de kenmerken van dit subfonds. Let op: Dit supplement vormt een integraal onderdeel van het prospectus van het fonds en haar subfondsen. In deel 1 van dit prospectus worden de aspecten beschreven die van toepassing zijn op het fonds en al haar subfondsen. Deel 2 van dit prospectus (waartoe ook dit supplement behoort) geeft een beschrijving van de specifieke eigenschappen van de afzonderlijke subfondsen.

Welke risico’s zijn er bij beleggen in dit subfonds? Inleiding Een investering in dit subfonds biedt financiële kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee. In dit hoofdstuk leggen wij uit welke risico’s er zijn bij beleggen in dit subfonds. Voor alle risico’s die zich met betrekking tot het fonds en haar subfondsen kunnen voordoen, verwijzen wij naar hoofdstuk 3 van deel 1 van dit prospectus. De belangrijkste risico’s vermelden wij hieronder nogmaals. Let op: het subfonds heeft met risicofactoren te maken waar het niet of nauwelijks invloed op heeft. Zo kan de waarde van beleggingen stijgen, gelijk blijven of dalen. Het is zelfs mogelijk dat uw inleg bij een ongunstig koersverloop geheel verloren gaat. Weeg de hieronder genoemde risicofactoren zorgvuldig af, voordat u belegt in het fonds. Wij raden u aan niet te beleggen in het subfonds, als u een verlies niet kunt dragen.

Wat zijn de belangrijkste risico’s van dit subfonds? De belangrijkste risico’s voor het subfonds, vermelden wij hieronder in volgorde van relevantie.. Risicofactor Marktrisico


Tegenpartijrisico

Het subfonds kan verlies lijden als een uitgevende instelling


70

of tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet nakomt (zoals levering van geld of aandelen). Het subfonds kan hierdoor verlies lijden, bijvoorbeeld omdat ze opnieuw transacties moet afsluiten tegen minder gunstige tarieven. Dit risico kan het directe gevolg zijn van de kredietwaardigheid van de tegenpartij of, indirect, van het land waaruit de tegenpartij afkomstig is. Het directe risico vloeit voort uit de obligaties en de kredietderivaten waarin de subfondsen hebben belegd. Indirect is er sprake van tegenpartijrisico uit hoofde van afwikkeling (settlement) en bewaarneming (custody). De tegenpartij van het subfonds is mogelijk niet in staat zijn verplichtingen jegens het subfonds na te komen. Hierdoor kan voor het subfonds een verlies ontstaan. Wij streven ernaar dit risico zoveel mogelijk te beperken door tegenpartijen zorgvuldig te selecteren, concentratie te vermijden, strikte juridische contracten aan te gaan en het onderpand op dagelijkse basis te beheren. Hierin tevens inbegrepen is ook het faillissementsrisico. Obligaties zijn onderhevig aan het faillissementsrisico ten aanzien van de uitgevende instelling. Hiermee bedoelen wij dat de uitgevende instelling mogelijk niet in staat is om zijn verplichtingen met betrekking tot rentebetalingen en aflossingen te voldoen, waardoor voor het subfonds een duurzaam verlies kan ontstaan. Concentratierisico





71


het subfonds gebruik maakt van een benchmark; de iBoxx € Subsovereign Index. het subfonds een Europese focus heeft, aangezien de benchmark in euro’s is uitgedrukt. Het subfonds kan echter ook wereldwijd beleggen; het subfonds neemt geen actieve valutaposities in en alle posities worden daarom zo goed als mogelijk afdekt naar euro’s;

De samenstelling van de beleggingen in de portefeuille van het subfonds kan worden aangepast aan de marktverhoudingen, die steeds kunnen wijzigen. Als gevolg van aanpassingen in de samenstelling van de beleggingsportefeuille en bijvoorbeeld marktbewegingen kan de waarde van de activa van het subfonds fluctueren. Een overzicht van de samenstelling van de beleggingen van het subfonds vindt u in het jaarverslag en de maandopgave, welke te downloaden zijn via de website.


de duration van de rentepositie van het subfonds kan afwijken van die van de benchmark, binnen een bandbreedte van +2 tot – 2 jaar. de duration van inflatiepositie van het subfonds kan afwijken van die van de benchmark, binnen een bandbreedte van -2 to +2 jaar. streven naar het beperken van de gevoeligheid voor bewegingen in creditspreads tot 200 procent van de benchmark. de laagst gewogen gemiddelde rating zal nooit lager zijn dan een rating notch onder de benchmark en nooit lager zijn dan A3, gebaseerd op de iBoxx gemiddelde rating methodiek; beheren van het tegenpartijrisico uit hoofde van de afwikkeling (settlement) en bewaarneming (custody) door tegenpartijen zorgvuldig te selecteren, concentratie te vermijden, strikte juridische contracten aan te gaan en het onderpand op dagelijkse basis te beheren.

Waar mag het subfonds in beleggen? Elk subfonds kent zijn eigen beleggingsstrategie, nadruk, universum en restricties. Deze specifieke kenmerken van het subfonds beschrijven wij hieronder. Het subfonds kan onder meer beleggen in cash bonds, leningen, gestructureerde producten (waaronder asset backed securities), repo’s, andere beleggingsfondsen (waaronder geaffilieerde) en geldmarktfondsen. Het subfonds belegt hierbij: • • • •

maximaal voor een derde van het fondsvermogen in geldmarktinstrumenten; maximaal 50% van het fondsvermogen in financiële instrumenten die zijn uitgegeven in andere valuta dan de euro; obligaties dienen bij aankoop een minimale rating van B3 te hebben, gebaseerd op de iBoxx gemiddelde rating methodiek; maximaal 5% van het fondsvermogen in afzonderlijke emmitenten met een rating lager dan AA3. Bij overschrijding van dit maximum worden binnen een redelijke termijn obligaties in uitgevende Prospectus Delta Lloyd Fixed Income Umbrella

72

•

• •

instellingen met een rating lager dan AA3 verkocht, zodat opnieuw aan deze voorwaarden wordt voldaan; maximaal 10 % van het fondsvermogen in instrumenten zonder rating indien wij de kredietwaardigheid ervan op basis van ons interne ratingbeleid als B3 of hoger beoordelen. Meer informatie over ratings leest u in bijlage C van deel 2 van dit prospectus. maximaal 10% van het fondsvermogen in financiële instrumenten die geen beursnotering hebben; niet in aandelen of andere rechten van deelneming.



Wat zijn de lopende kosten? De lopende kosten omvatten kosten die ten laste van het fondsvermogen worden gebracht, of zij nu noodzakelijk zijn voor het opereren van het subfonds, of de vergoeding van derden vertegenwoordigen. Deze kosten waren in 2013 €1.127.319,--. Dit is 0,27 procent van de intrinsieke waarde (participatieklasse Ic). In onderstaande tabel vindt u een overzicht en uitleg van de terugkerende kosten die onder de lopende kosten vallen. Let op: de kosten van oprichting van het subfonds komen niet meer ten laste van het resultaat van het subfonds. Deze kosten zijn in het verleden al verrekend. Lopende kosten Accountantskosten


Beheervergoeding

Wij beheren het subfonds en ontvangen per kwartaal een beheervergoeding (ook wel management fee genoemd). Dit is een percentage van de intrinsieke waarde van het subfonds. Wij reserveren de beheervergoeding dagelijks ten laste van het resultaat van het subfonds. Op de laatste dag van het kalenderkwartaal brengen wij de beheervergoeding in rekening aan het subfonds. De beheervergoeding is op jaarbasis 0,25 procent voor participatieklasse Ic en 0,35 procent voor participatieklasse A. In 2013 was deze vergoeding € 992.220,00,-- (participatieklasse Ic). Participatieklasse A is in 2014 gestart.

Kosten bewaarbank

Voor het bewaren van de financiële instrumenten van het subfonds brengt de bewaarbank bewaarloon in rekening aan het subfonds. De hoogte van deze kosten is afhankelijk van de landen waarin wij beleggen. In 2013 waren de kosten €


73

89.226,-- (participatieklasse Ic). Participatieklasse A is in 2014 gestart.



Bewaarvergoeding


Overige kosten



Uitleg Er zijn portefeuilletransactiekosten als wij de beleggingsportefeuille van het subfonds wijzigen. De transactiekosten voor de aanen verkoop van obligaties worden in de aanen verkoopprijs van de obligaties verwerkt. Daardoor zijn de kosten niet nader gespecificeerd. Let op: de portefeuilletransactiekosten komen ten laste van de verkrijgings- dan wel vervreemdingsprijs van de onderliggende beleggingen.

Op- en afslag

Als u participaties koopt, is dit vanuit het subfonds gezien een uitgifte van nieuwe participaties. De uitgifte van participaties zorgt voor kosten voor het subfonds (portefeuilletransactiekosten om de beleggingsportefeuille uit te breiden). Het subfonds brengt deze kosten in rekening bij de toetredende belegger door boven op de intrinsieke waarde een opslag te hanteren. Bij de verkoop van participaties aan het subfonds gebeurt het omgekeerde. Ook hier maakt het subfonds kosten. Deze kosten brengt het subfonds in rekening bij de verkopende belegger. Het subfonds neemt dan de participaties in tegen de intrinsieke waarde, verminderd met een afslag. Het resultaat van de op- of afslag komt geheel ten goede aan het subfonds. Op deze manier beschermen wij zittende participanten tegen kosten bij het uitgeven of inkopen van participaties. Let op: omdat er gekeken wordt naar het saldo van de aanen verkopen, betaalt u bij een aankoop niet per definitie een opslag en bij een verkoop niet per definitie een afslag. Bij een per saldo inkoop van participaties betaalt u een afslag op de intrinsieke waarde. Bij een per saldo uitgifte betaalt u een opslag op de intrinsieke waarde. Voor zowel opslag als afslag hanteert het subfonds een vast


74

percentage: 0,20 procent. Echter, als door marktomstandigheden de verwachte gemiddelde transactiekosten op lange termijn veranderen, kunnen wij het vaste percentage aanpassen aan de marktomstandigheden. Rentelasten



Participatiehouder


Minimum bedrag eerste inleg*

EUR 1.000.000


Herbeleggen

ISIN code

NL0010489316



75

16. Bijlage B: Voorwaarden van beheer & bewaring VOORWAARDEN VAN BEHEER EN BEWARING DELTA LLOYD FIXED INCOME UMBRELLA 1

ENL Agent

Definities

Begrippen die in de Voorwaarden met een hoofdletter zijn geschreven, hebben de onderstaande betekenis, waarbij definities in het enkelvoud worden geacht mede de meervoudsvorm te omvatten en omgekeerd: Accountant Een accountant in de zin van artikel 2:393, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek of een firma waarin dergelijke accountants samenwerken.

De ENL (Euroclear Nederland)-agent treedt op als uitgevende agent, overdrachtsagent en betaalagent. De ENL-agent is KAS BANK N.V. Fonds Een separaat deel van het vermogen van het Paraplufonds, vertegenwoordigd door een serie Participaties en gekenmerkt door specifieke eigenschappen, bijvoorbeeld voor wat betreft het beleggingsbeleid en het risicoprofiel Fund Agent

Andere belegger Een belegger die niet onder de definitie valt van professionele belegger.

Kas Bank N.V., de verantwoordelijke agent om de aanen verkoopopdrachten zoals ingelegd in het beursorderboek, te beoordelen en te accepteren.

Jaarrekening

Beheerder

De balans, de winsten verliesrekening en de toelichting daarop van het Paraplufonds en zijn Fondsen

Delta Lloyd Asset Management N.V., een naamloze vennootschap opgericht naar Nederlands recht

Basisvaluta

Uitgifte

De basisvaluta van een Fonds

De administratieve uitgifte van Participaties in een Fonds

Benchmark

Juridisch Eigenaar

De specifieke marktindex van een Fonds, waarmee het rendement van dat Fonds wordt vergeleken

Stichting Collateralized Bond Fund; Stichting Corporate Bond Fund; Stichting Sovereign Bond Fund; Stichting Sovereign LT Bond Fund; Stichting Sovereign XLT Bond Fund; Stichting Sub-sovereign Bond Fund, in alle gevallen stichtingen opgericht naar Nederlands recht, of hun respectieve rechtsopvolger zoals rechtsgeldig aangewezen als juridisch eigenaar van het vermogen van het Paraplufonds overeenkomstig het Prospectus

Handelsdag Een dag waarop Euronext Amsterdam N.V. voor de handel geopend is Voorwaarden Deze Voorwaarden van Beheer en Bewaring van het Paraplufonds en zijn Fondsen, zoals laatstelijk gewijzigd, overeenkomstig artikel 19 van deze Voorwaarden

Intrinsieke Waarde of IW Bewaarbank KAS BANK N.V., een naamloze vennootschap opgericht naar Nederlands recht met statutaire zetel in Amsterdam, of haar rechtsopvolger zoals laatstelijk rechtsgeldig aangewezen als depotbank van het Paraplufonds overeenkomstig het Prospectus Bewaarder Kas Trust & Depositary Services B.V., een besloten vennootschap opgericht naar Nederlands recht, of haar respectieve rechtsopvolger zoals rechtsgeldig aangewezen als bewaarder van het Paraplufonds overeenkomstig het Prospectus

De intrinsieke waarde van een Fonds, berekend op de wijze zoals beschreven in het Prospectus en in deze Voorwaarden Prospectus Het prospectus met betrekking tot het Paraplufonds en zijn Fondsen, inclusief de bijlagen die integraal deel daarvan uitmaken, zoals laatstelijk gewijzigd Inkoop of Inkooptransactie De inkoop van Participaties door een Fonds Inkoopbedrag


76

Het bedrag dat door een Fonds aan een Participatiehouder verschuldigd is ter zake van Inkoop overeenkomstig het Prospectus Inkoopformulier

De gehanteerde methoden voor de waardebepaling van het vermogen van een Fonds zoals uiteengezet in het Prospectus en in deze Voorwaarden of elke andere waarderingsmethode die naar de mening van de Beheerder geschikt, toereikend en in overeenstemming met een bestendige gedragslijn is

Het document, in de door de Beheerder bepaalde vorm, waarmee een Participatiehouder een verzoek tot Inkoop kan indienen

Wft

Inschrijfbedrag

Website

Het bedrag dat door een Participatiehouder aan het Fonds verschuldigd is ter zake van Uitgifte overeenkomstig het Prospectus

http://www.deltalloydassetmanagement.com

Wet op het financieel toezicht (zoals laatstelijk gewijzigd)

2

Naam, zetel, structuur, fiscale status en duur

2.1

De naam van het Paraplufonds is: Delta Lloyd Fixed Income Umbrella.

2.2

Het Paraplufonds is gevestigd ten kantore van de Beheerder.

2.3

Het Paraplufonds is een Nederlands beleggingsfonds voor gemene rekening die is opgericht naar Nederlands recht. Het Paraplufonds betreft een contractuele regeling tussen de Beheerder, de Juridisch Eigenaar en de Bewaarder. Deze regeling creëert geen overeenkomst tussen Participatiehouders en is niet bedoeld om een samenwerkingsverband tussen Participatiehouders te vormen.

2.4

Het Paraplufonds is door middel van verschillende series Participaties in meerdere Fondsen onderverdeeld. Elk Fonds heeft een eigen naam, die de aard van de beleggingen van dat Fonds en het profiel van de beleggers in dat Fonds weergeeft, en kent zijn eigen beleggingsbeleid, risicoprofiel, kostenstructuur, administratie en Intrinsieke Waarde. Binnen een Fonds kunnen meerdere Participatiesoorten bestaan. Het vermogen van alle Participatiesoorten van een Fonds tezamen wordt gemeenschappelijk belegd, maar de Participatiesoorten van een Fonds kunnen verschillen vertonen in de tariefstructuur voor toetredings- en uittredingskosten, de vergoedingenstructuur, het afdekkingsbeleid, de minimuminleg, de valuta of het dividendbeleid. De specifieke eigenschappen van elk Fonds zijn beschreven in Deel 2 van het Prospectus.

2.5

Het Paraplufonds heeft de status van vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi) uit hoofde van artikel 6a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

Register

2.6

Het Paraplufonds is opgericht voor onbepaalde duur.

Het register van Participatiehouders zoals bijgehouden door de Beheerder

3

Profiel en beleggingsdoelstellingen

3.1

De Participaties in de Fondsen zullen in Nederland uitsluitend worden aangeboden aan beleggers en worden op het eerste verzoek van een Participatiehouder ingekocht ten laste van het vermogen van de Fondsen.

Inschrijfformulier Het document, in de door de Beheerder bepaalde vorm, waarmee op Participaties kan worden ingeschreven Belegger Een professionele belegger of andere belegger Opschortingsgrond Met betrekking tot Uitgifte, Inkoop of Waardebepaling: iedere gebeurtenis of omstandigheid die overeenkomstig het Prospectus leidt tot opschorting van die Uitgifte, Inkoop of Waardebepaling: Paraplufonds Delta Lloyd Fixed Income Umbrella, zijnde een paraplufonds voor gemene rekening van Participatiehouders, opgericht krachtens deze Voorwaarden naar Nederlands recht Participatie Een vordering die recht geeft op een aandeel in het vermogen van een Fonds Participatiesoort Een specifieke soort Participaties die binnen een Fonds kan worden gevormd om specifieke eigenschappen te introduceren, bijvoorbeeld met betrekking tot de tariefstructuur voor open afslag, de vergoedingenstructuur, het afdekkingsbeleid, de minimuminleg, de valuta of het dividendbeleid Participatiehouder De houder van één of meer Participaties in een Fonds Professionele belegger Een professionele belegger zoals beschreven in artikel 1:1 Wft

Waardebepaling De waardebepaling van het vermogen van een Fonds door de Beheerder volgens de Waarderingsmethode Waarderingsmethoden


77

3.2

3.3

4

De Fondsen streven naar vermogensgroei en inkomsten op lange termijn en beleggen daartoe voornamelijk in vastrentende instrumenten. De beleggingsaanpak is overwegend gericht op het proactief beheren van risico's en het behalen van aantrekkelijke naar risico gewogen rendementen. Vastrentende portefeuilles zijn aan marktrisico, tegenpartijrisico en concentratierisico onderhevig. Elk Fonds volgt een specifieke Benchmark. Deze Benchmark fungeert als uitgangspunt voor het risicobudget van de Fondsen en als maatstaf voor de beoordeling van de beleggingsresultaten op lange termijn. De Fondsen kunnen beleggen in instrumenten die niet in de Benchmark opgenomen zijn en de samenstelling van hun portefeuille kan substantieel van de Benchmark verschillen.

iii. overeenkomsten van welke aard dan ook aan te gaan en uit te voeren die noodzakelijk zijn voor of verbonden zijn met haar beheertaken en bevoegdheden krachtens deze Voorwaarden; iv. ten behoeve van het Paraplufonds of een Fonds rechtsvorderingen in te stellen, daartegen verweer te voeren en schikkingen aan te gaan;

Paraplufonds en Fondsen Het Paraplufonds bestaat uit door Participatiehouders ingelegde bedragen, de opbrengsten van het vermogen van een Fonds, de vorming en de groei van schulden en de vorming, de groei en het gebruik van eventuele middelen en inhoudingen.

4.2

Vermogen van een Fonds dat niet belegd is, wordt gehouden op één of meer rekeningen ten name van de Bewaarder die optreedt als bewaarder van het Fonds, bij één of meer door de Beheerder worden aangewezen bankinstellingen.

4.3

De Beheerder mag als debiteur leningen aangaan ten laste van een Fonds.

5

ii. vermogen(sbestanddelen) van een Fonds te beheren, te verwerven, te houden en daarover te beschikken;

De beleggingsdoelstellingen en -restricties en het beleggingsbeleid van elk Fonds zijn weergegeven in Deel 2 van het Prospectus.

4.1

4.4

i. voor rekening van een Fonds schulden aan te gaan, waaronder tevens begrepen maar niet beperkt tot het opnemen van leningen en het aangaan van verplichtingen uit hoofde van transacties in effecten. Voor verplichtingen van het Paraplufonds kan het vermogen van een Fonds als zekerheid worden gebruikt;

Voor elk Fonds wordt een separate administratie gevoerd om onder meer alle aan een Fonds toerekenbare baten en kosten specifiek voor dat Fonds administratief te verwerken. Kosten, waaronder de beheervergoeding en servicevergoeding, beleggingskosten, herbeleggingskosten en eventuele overige kosten, worden voor zover ze direct toerekenbaar zijn rechtstreeks ten laste gebracht van de Fondsen waarop ze betrekking hebben. Niet direct toerekenbare kosten worden ten laste gebracht naar rato van de waarde van elk Fonds. Dit geschiedt voor elk Fonds per het einde van het boekjaar.

v. in samenhang met het beheer en de bedrijfsvoering van het Paraplufonds personen of bedrijven aan te stellen, in te huren, zich anderszins van hun diensten te verzekeren of overeenkomsten of andere verbintenissen met hen aan te gaan, onder zodanige voorwaarden en tegen een zodanige beloning als de Beheerder wenselijk acht. Onder deze personen of bedrijven zijn mede maar niet uitsluitend begrepen depotbanken, brokers, investment banks, fondsadministrateurs, accountants, advocaten, consultants en eventuele andere agenten. vi. de statutaire en contractuele stemrechten uit te oefenen die aan het vermogen van een Fonds verbonden zijn of dat vermogen betreffen; en vii. rechtshandelingen te verrichten en overeenkomsten van welke aard dan ook uit te voeren die voor het verwezenlijken van de beleggingsdoelstelling van een Fonds noodzakelijk of wenselijk zijn. 5.3

Beleggingen kunnen worden voldaan uit het totaal aan Inschrijfbedragen die Fondsen dan wel de Bewaarder namens de Fondsen hebben ontvangen, dan wel uit gelden die overeenkomstig het Prospectus door middel van schuldfinanciering of opgenomen leningen verkregen zijn.

5.4

Bij de vervulling van haar verplichtingen en de uitoefening van haar rechten en bevoegdheden uit hoofde van deze Voorwaarden zal de Beheerder de alsdan geldende normen ten aanzien van zorgvuldigheid, vakkundigheid, prudentie en toewijding in acht nemen volgens welke een prudente persoon die in een soortelijke hoedanigheid optreedt en met de desbetreffende aangelegenheden vertrouwd is, de bedrijfsvoering van een onderneming met een soortgelijk karakter, een soortgelijk risicoprofiel en

Beheerder

5.1

De Beheerder treedt op als de beheerder van het Paraplufonds en zijn Fondsen. De Beheerder is bevoegd om het algemene beleggingsbeleid van het Paraplufonds en het specifieke beleggingsbeleid van de Fondsen volledig naar eigen inzicht te bepalen en uit te voeren, met inachtneming van het Prospectus en deze Voorwaarden.

5.2

Onverminderd deze Voorwaarden is de Beheerder in de breedst mogelijke zin bevoegd:


78

respectievelijk het Prospectus geschieden;

soortgelijke beleggingsdoelstellingen als het Paraplufonds zou vervullen, met inachtneming van het bepaalde in deze Voorwaarden. 5.5

5.6

5.7

5.8

5.9

De Beheerder zal (i) in overeenstemming met het Prospectus en (ii) uitsluitend in het belang van de Participatiehouders handelen. Het is de Beheerder niet toegestaan een Participatiehouder te vertegenwoordigen en jegens derden te verbinden.

Het beheer van het vermogen van de Fondsen wordt verricht voor risico en rekening van de Participatiehouders. In verband met het beheer ontvangen opbrengsten en gemaakte kosten, alsmede daaruit voortvloeiende baten en/of verliezen, komen derhalve ten gunste dan wel ten laste van de Participatiehouders. De Beheerder is uitsluitend aansprakelijk voor schade voor zover deze het directe gevolg is van opzet, grove nalatigheid of enige handeling in strijd met deze Voorwaarden. Dit blijft onverminderd van toepassing indien de Beheerder taken of verplichtingen aan derden heeft gedelegeerd of toevertrouwd. Indien de Beheerder haar functie niet langer uitoefent, kunnen de Participatiehouders met een quorum van 75% een nieuwe Beheerder benoemen. Binnen vier weken na de benoeming van een nieuwe Beheerder zal het quorum van 75% van de Participatiehouders een vergadering van Participatiehouders bijeenroepen teneinde de overige Participatiehouders daarover in te lichten. De Beheerder kan de condities en bepalingen in deze Voorwaarden te allen tijde wijzigen indien en voor zover de Beheerder die wijzigingen in het gemeenschappelijk belang van de Participatiehouders noodzakelijk acht.

5.11

Leden van de directie van de Beheerder zullen geen bestuurlijke functie bij de Bewaarder vervullen.

6.1

iii. verifiëren dat de winsten van het Paraplufonds in overeenstemming met de wet respectievelijk het Prospectus worden verdeeld;

De Beheerder mag haar verplichtingen en taken uit hoofde van deze Voorwaarden volledig of gedeeltelijk delegeren aan derden, mits dit niet de Bewaarder is. Voor zover de Beheerder dergelijke taken en verantwoordelijkheden heeft gedelegeerd, blijft zij wel verantwoordelijk voor het vervullen of niet vervullen van deze taken en verantwoordelijkheden.

5.10

6

ii. verifiëren dat bij transacties met het vermogen van de Fondsen de tegenprestatie binnen de gebruikelijke termijnen wordt voldaan;

Bewaarder De Bewaarder treedt op als de bewaarder van het Paraplufonds en zijn Fondsen. Zij is verantwoordelijk voor de bewaring van de vermogensbestanddelen van een Fonds. Onverminderd deze Voorwaarden zal de Bewaarder: i. verifiëren dat het aanbieden, verkopen, verwerven, inkopen en intrekken van Participaties alsmede terugbetalingen op Participaties namens het Paraplufonds in overeenstemming met de wet

iv. verifiëren dat de Intrinsieke Waarde van de Participaties overeenkomstig het Prospectus wordt berekend; v. de instructies van de Beheerder opvolgen, tenzij die instructies in strijd zijn met deze Voorwaarden of het Prospectus. 6.2

De Bewaarder mag de bovengenoemde taken volledig of gedeeltelijk uitbesteden aan een derde die tot het uitvoeren van bewaarnemingstaken wettelijk bevoegd is.

6.3

De Beheerder verstrekt de Bewaarder alle informatie die de Bewaarder noodzakelijk acht om haar taken en verantwoordelijkheden als Bewaarder van het Paraplufonds en zijn Fondsen volledig en correct te kunnen vervullen.

6.4

De Bewaarder is jegens de Participatiehouders uitsluitend aansprakelijk voor schade indien en voor zover deze het directe gevolg is van verwijtbare wanprestatie of gebrekkige uitvoering bij de vervulling van haar verplichtingen, ongeacht of de Bewaarder externe depotbanken inschakelt.

6.5

Een Participatiehouder die in een specifiek Fonds Participaties houdt, kan feitelijke of vermeende verliezen, verplichtingen of vorderingen met betrekking tot dat Fonds slechts verhalen op dat deel van het vermogen van dat Fonds dat evenredig is aan de Participaties die hij in dat Fonds houdt. Participatiehouders doen afstand van het recht om zich te verhalen op vermogen, niet zijnde vermogen van een Fonds, dat de Bewaarder houdt in haar hoedanigheid van bewaarder ten behoeve van andere (sub)fondsen dan de Fondsen.

6.6

Indien de Bewaarder haar functie niet langer uitoefent, is de Beheerder bevoegd een nieuwe Bewaarder te benoemen. Binnen vier weken na de benoeming van een nieuwe Bewaarder zal de Beheerder een vergadering van Participatiehouders bijeenroepen teneinde de vergadering daarover in te lichten.

6.7

Leden van de directie van de Bewaarder zullen geen bestuurlijke functie bij de Beheerder vervullen.

7

Juridisch Eigenaar


79

7.1

7.2

Het totaal aan Inschrijfbedragen en vermogensopbrengsten van het Paraplufonds kan, naar eigen inzicht van de Beheerder, in afwachting van de selectie en aankoop van geschikte beleggingen en met het oog op het behoud van voldoende liquiditeit om (eventuele) betalingsverplichtingen na te komen, worden aangehouden door de Juridisch Eigenaar, mits dit past in de normale uitvoering van het beleggingsbeleid. Inschrijfbedragen die worden aangehouden door de Juridisch Eigenaar, mogen worden gebruikt voor de betaling van alle verplichtingen van een Fonds en van alle andere vergoedingen en kosten en uitgaven die de Beheerder of de Juridisch Eigenaar in samenhang met het vermogen van dat Fonds verschuldigd is of maakt. De vermogensbestanddelen van een Fonds worden ten name van de Juridisch Eigenaar voor rekening en risico van de Participatiehouders overeenkomstig de bepalingen in het Prospectus.

7.3

De Beheerder en de Juridisch Eigenaar mogen gezamenlijk beschikken over de vermogensbestanddelen van een Fonds.

7.4

De Juridisch Eigenaar verleent de Beheerder hierbij een volledige volmacht om in naam van de Juridisch Eigenaar (voor risico en rekening van de Participatiehouders) vermogensbestanddelen van een Fonds te doen verwerven, houden of vervreemden en om andere (rechts)handelingen te verrichten die voor het verwezenlijken van de beleggingsdoelstellingen van het Paraplufonds en de Fondsen noodzakelijk of bevorderlijk zijn.

8

Participaties en Participatiehouders

Participatieklasse Ic 8.1

8.2

8.3

Participaties van participatieklasse Ic worden uitsluitend uitgegeven op naam. Er worden geen verhandelbare certificaten van Participaties uitgegeven. Elke Participatie vertegenwoordigt een even groot belang in het vermogen van een Fonds als alle andere Participaties in dat Fonds. Overeenkomstig de bepalingen in het Prospectus kunnen ook fracties van Participaties (tot vier decimalen) worden uitgegeven Door de Beheerder wordt een Register gevoerd en bijgehouden waarin de naam en het adres van participatiehouders van participatieklasse Ic, de door hen ingelegde bedragen in de Basisvaluta, het aantal door hen gehouden Participaties in een Fonds, de bijzonderheden van hun Participaties en de dag van inschrijving vermeld staan. De Beheerder is te allen tijde gerechtigd om uit te gaan van de juistheid van de informatie die iedere Participatiehouder ter opname in het Register verstrekt en om deze informatie ten aanzien van deze Participatiehouder en diens rechten op de in het

Register vermelde Participaties als doorslaggevend te behandelen. De Beheerder is: i. niet gehouden aan enige verandering in deze informatie die niet overeenkomstig deze Voorwaarden aan de Beheerder kenbaar is gemaakt; of ii. niet verplicht een belang of vordering te erkennen van enige persoon, niet zijnde de Participatiehouder, wiens gegevens in dat kader in het Register zijn opgenomen. 8.4

De Beheerder zendt iedere Participatiehouder van participatieklasse Ic desgevraagd een uittreksel uit het Register toe, voor zover dat verzoek de Participatie(s) van de Participatiehouder zelf betreft. Dit uittreksel dient uitsluitend als bewijs van inschrijving en is niet verhandelbaar.

8.5

Participatiehouders hebben geen eigendomsbelang ten aanzien van het vermogen van een Fonds. Ze zijn economisch gerechtigd tot het vermogen van een Fonds naar rato van het aantal Participaties dat zij in dat Fonds houden.

8.6

Een Participatiehouder (i) kan niet door derden aansprakelijk worden gesteld voor verplichtingen van het Fonds waarin hij Participaties houdt en (ii) kan door de Beheerder en de Bewaarder slechts aansprakelijk worden gesteld voor verplichtingen van dat Fonds tot de hoogte van het door hem ingelegde bedrag.

8.7

Participaties kunnen uitsluitend worden overgedragen, gekocht of verkocht met de voorafgaande toestemming van de Beheerder.

Participatieklasse A 8.8

Participaties van participatieklasse A uitgegeven door het Fonds geven recht op een evenredige portie in het Fonds.

8.9

Alle participaties van participatieklasse A zijn uitgegeven aan toonder. Deze participaties zijn genoteerd en zijn toegelaten tot Euronext Amsterdam.

9

Uitgifte van Participaties

Participatieklasse Ic 9.1

Inschrijving voor participatieklasse Ic van de Fondsen staat alleen open voor professionele beleggers.

9.2

Onder voorbehoud van het bepaalde in het Prospectus kunnen Participaties dagelijks worden uitgegeven, tenzij een Opschortingsgrond ontstaat of voortduurt.

9.3

Verzoeken tot uitgifte van Participaties kunnen worden ingediend door middel van het Inschrijfformulier.

9.4

Verzoeken tot uitgifte van Participaties dienen uiterlijk om 12.00 uur (CET) op de Handelsdag vóór de dag van


80

inschrijving door de Beheerder te zijn ontvangen. De betaling van het Inschrijfbedrag dient zodanig te geschieden dat het bedrag uiterlijk om 12.00 uur (CET) op de Handelsdag vóór de dag van inschrijving in euro’s is ontvangen op de rekening van de Depotbank (zoals vermeld op het Inschrijfformulier). 9.5

Correct ingevulde en ondertekende Inschrijfformulieren zijn na ontvangst door de Beheerder onherroepelijk. De Beheerder behoudt zich het recht voor een verzoek af te wijzen, met of zonder opgaaf van reden. Het verzoek zal worden afgewezen indien: i. het Inschrijfformulier of de betaling van het desbetreffende Inschrijfbedrag niet tijdig is ontvangen;

9.12

Participatieklasse A 9.13

Inschrijving voor participatieklasse A van de Fondsen staat open voor professionele beleggers en andere beleggers.

9.14

Participaties van participatieklasse A kunnen elke werkdag worden uitgegeven.

9.15

Verzoeken tot uitgifte van Participaties van participatieklasse A dienen uiterlijk om 16.00 uur (CET) op de Handelsdag vóór de dag van inschrijving door de Fund agent te zijn ontvangen. De betaling van het Inschrijfbedrag dient zodanig te geschieden dat het bedrag uiterlijk om 16.00 uur (CET) op de Handelsdag vóór de dag van inschrijving in euro’s is ontvangen op de rekening van de bewaarbank (zoals vermeld op het Inschrijfformulier).

9.16

De prijs van de participatie van participatieklasse A is gelijk aan de intrisieke waarde plus kosten.

9.17

Opschorting van de uitgifte van participaties kan van toepassing zijn zoals beschreven in het prospectus.

9.18

Indien een opschortingsgrond ontstaat of voortduurt, wordt het Inkoopformulier als niet (langer) rechtsgeldig beschouwd en het inschrijfbedrag wordt zo snel als mogelijk teruggegeven. Hierover zal geen rente worden vergoed.

9.19

In het geval van opschorting zal de beheerder in de maand van de opschorting een participantenvergadering uitschrijven om participanten te voorzien van informatie.

ii. het verzoek in strijd is met verplichtingen in het kader van klantidentificatie en voorkoming van witwassen ingevolge de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme; of iii. het verzoek anderszins in strijd is met deze Voorwaarden of het Prospectus. Bij afwijzing van een verzoek wordt het Inschrijfformulier als niet (langer) rechtsgeldig beschouwd en wordt het in relatie tot het verzoek betaalde Inschrijfbedrag zo snel als praktisch uitvoerbaar is zonder rente teruggeboekt. 9.6

Het aantal uit te geven Participaties wordt berekend door het Inschrijfbedrag te delen door de Intrinsieke Waarde per Participatie per de Handelsdag die onmiddellijk voorafgaat aan de datum van de desbetreffende inschrijving.

9.7

De Participatiehouder dient de betaling van het Inschrijfbedrag niet later dan drie Handelsdagen na de datum van Uitgifte van de Participaties te voldoen. De Beheerder kan deze termijn naar eigen inzicht verkorten indien marktomstandigheden dit noodzakelijk maken.

9.8

Na de Uitgifte van Participaties van participatieklasse Ic conform een Inschrijfformulier verstrekt de Beheerder zo spoedig mogelijk een schriftelijke bevestiging van het aantal uitgegeven Participaties en de Intrinsieke Waarde per Participatie.

9.9

Participaties worden overeenkomstig met en onder voorbehoud van de voorwaarden van het Prospectus uitgegeven door de Beheerder door middel van inschrijving van de Participaties in het Register.

9.10

De Uitgifte kan worden opgeschort indien een Opschortingsgrond zoals beschreven in het Prospectus ontstaat.

9.11

Indien een Opschortingsgrond ontstaat of voortduurt, wordt het verzoek tot uitgifte van Participaties als niet (langer) rechtsgeldig beschouwd en wordt het daarvoor betaalde Inschrijfbedrag zo snel als praktisch uitvoerbaar is zonder rente teruggeboekt.

In het geval van een Opschortingsgrond roept de Beheerder binnen één maand na het ontstaan van de Opschortingsgrond een vergadering van Participatiehouders bijeen om de Opschortingsgrond toe te lichten.

10 Inkoop van Participaties Participatieklasse Ic 10.1

Participaties van participatieklasse Ic kunnen op verzoek van een Participatiehouder worden ingekocht tegen hun Intrinsieke Waarde.

10.2

Onder voorbehoud van de bepalingen in het Prospectus kunnen Participaties van participatieklasse Ic dagelijks ter Inkoop worden aangeboden, tenzij een Opschortingsgrond ontstaat of voortduurt. De Beheerder is bevoegd extra data voor de Inkoop van Participaties vast te stellen.

10.3

Verzoeken tot Inkoop van Participaties van participatieklasse Ic dienen in de vorm van het Inkoopformulier uiterlijk om 12.00 uur (CET) op de Handelsdag vóór de dag van Inkoop door de Beheerder te zijn ontvangen. Het Inkoopformulier dient te vermelden het aantal in te kopen Participaties, het bedrag in euro’s (€) of het totaalbedrag waarvoor


81

Inkoop wordt verzocht. Het Inkoopbedrag dient zo snel mogelijk na de desbetreffende dag van Inkoop in euro’s te worden overgemaakt naar de rekening van de Participatiehouder (zoals aangegeven op het Inkoopformulier). 10.4

handelt of nalaat te handelen; iii. de desbetreffende Participatiehouder naar het oordeel van de Beheerder niet voldoet aan een wettelijke verplichting, met inbegrip van verplichtingen in het kader van klantidentificatie en de voorkoming van witwassen ingevolge de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

Participaties van participatieklasse Ic worden ingekocht tegen betaling van het Inkoopbedrag. Het Inkoopbedrag dat het Paraplufonds voor een Inkoop verschuldigd is, wordt berekend door het aantal in te kopen Participaties te vermenigvuldigen met de Intrinsieke Waarde per Participatie.

10.5

Indien een Opschortingsgrond ontstaat of voortduurt, wordt het Inkoopformulier als niet (langer) rechtsgeldig beschouwd.

10.6

Correct ingevulde en ondertekende Inkoopformulieren zijn na ontvangst door de Beheerder onherroepelijk. Een verzoek zal worden afgewezen of, waar van toepassing, gedeeltelijk worden afgewezen indien: i. het verzoek naar het oordeel van de Beheerder de ordelijke liquidatie van het vermogen van een Fonds zoals voorgesteld door de Beheerder in het kader van de ontbinding van het Paraplufonds zou verstoren of belemmeren; ii. het verzoek in strijd is met verplichtingen in het kader van klantidentificatie en voorkoming van witwassen ingevolge de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme; iii. het verzoek anderszins in strijd is met deze Voorwaarden of het Prospectus. Bij afwijzing van een verzoek wordt het Inkoopformulier als niet (langer) rechtsgeldig beschouwd.

10.7

Na Inkoop van Participaties van participatieklasse Ic in overeenstemming met het desbetreffende Inkoopformulier bevestigt de Beheerder zo spoedig mogelijk het Inkoopbedrag van die Participaties en de Intrinsieke Waarde per Participatie.

10.8

De Beheerder, de Juridisch Eigenaar en de Bewaarder zijn in gezamenlijkheid gerechtigd alle, maar niet minder dan alle, Participaties van een Participatiehouder in te kopen indien: i. de desbetreffende Participatiehouder ontbonden wordt, insolvent raakt, niet in staat is zijn schuldverplichtingen na te komen, uitstel van betaling dan wel faillissement heeft aangevraagd of onderwerp is van een verzoek daartoe, dan wel anderszins verwikkeld is in een procedure van (schuld)vermindering krachtens wetgeving inzake faillissement, insolventie en soortgelijke situaties; ii. de desbetreffende Participatiehouder naar het oordeel van de Beheerder in strijd met het Prospectus

iv. de inschrijving van de desbetreffende Participatiehouder in het Fonds naar het oordeel van de Beheerder schadelijk is voor de reputatie van het Paraplufonds, het Fonds of de Beheerder of voor de algemene gang van zaken bij het Paraplufonds of het Fonds. 10.9

Participaties van participatieklasse Ic worden in overeenstemming met en met inachtneming van deze Voorwaarden en het Prospectus door de Beheerder ingekocht door middel van verwerking van de Inkooptransactie in het Register. Ingekochte (fracties van) Participaties worden niet gehouden door de Bewaarder, maar automatisch ingetrokken.

Participatieklasse A 10.10 Participaties van participatieklasse A kunnen op verzoek van een Participatiehouder elke handelsdag worden ingekocht tegen hun Intrinsieke Waarde. 10.11 Onder voorbehoud van de bepalingen in het Prospectus kunnen Participaties van participatieklasse A dagelijks ter Inkoop worden aangeboden, tenzij een Opschortingsgrond ontstaat of voortduurt. 10.12 Verzoeken tot Inkoop van Participaties van participatieklasse A dienen in de vorm van het Inkoopformulier uiterlijk om 16.00 uur (CET) op de Handelsdag vóór de dag van Inkoop door de Fund agent te zijn ontvangen. Inkooporders ontvangen na 16.00 uur (CET) worden niet de volgende handelsdag maar één dag later uitgevoerd op basis van de dan geldende intrinsieke waarde. De Fund agent accepteert de orders onder voorbehoud van de voorwaarden van artikel 10. 10.13 Participaties van participatieklasse A worden ingekocht tegen betaling van het Inkoopbedrag. Het Inkoopbedrag dat het Paraplufonds voor een Inkoop verschuldigd is, wordt berekend door het aantal in te kopen Participaties te vermenigvuldigen met de Intrinsieke Waarde per Participatie. 10.14 Ingekochte (fracties van) Participaties worden niet gehouden door de Bewaarder, maar automatisch ingetrokken. 10.15 Opschorting van de uitgifte van participaties kan van toepassing zijn zoals beschreven in het prospectus 10.16 Indien een opschortingsgrond ontstaat of voortduurt, wordt het Inkoopformulier als niet (langer) rechtsgeldig beschouwd en het inschrijfbedrag wordt zo snel als


82

mogelijk teruggegeven. Hierover zal geen rente worden vergoed.

ix. kosten van het oprichten van een Fonds;

10.17 In het geval van opschorting zal de beheerder in de maand van de opschorting een participantenvergadering uitschrijven om participanten te voorzien van informatie.

x. alle overige door derden in rekening gebrachte kosten die rechtstreeks betrekking hebben op het Paraplufonds of een Fonds. xi. kosten van beursnotering.

11 Overdracht van Participaties 11.1

11.2

Participaties van participatie klasse Ic kunnen uitsluitend door bemiddeling van de Beheerder worden overgedragen aan het Paraplufonds, aan een ander Fonds en aan de Participatiehouders. Participaties kunnen ook worden overgedragen aan derden, mits hun deelname in het Paraplufonds en zijn Fondsen overeenkomstig het bepaalde in het Prospectus en deze Voorwaarden is toegestaan. De overdracht van een Participatie van participatieklasse Id treedt tegenover de Beheerder, de Juridisch Eigenaar en de Bewaarder pas in werking nadat de overdracht door de Beheerder is erkend, welke erkenning slechts kan blijken uit verwerking van de overdracht in het Register van Participatiehouders. De Beheerder erkent de overdracht van een Participatie uitsluitend na ontvangst van een aan haar gericht schriftelijk verzoek daartoe van de overdragende Participatiehouder.

13 Uitkeringen 13.1

De aan een verslagperiode toerekenbare beleggingsopbrengsten en vergoedingen en kosten van een Fonds worden respectievelijk ten gunste en ten laste van de winsten verliesrekening van dat Fonds over de desbetreffende verslagperiode gebracht. De winst van een Fonds bestaat uit het (positieve) verschil tussen de Intrinsieke Waarde per 31 december en de Intrinsieke Waarde per 1 januari van elk boekjaar. De Waarderingsmethoden om de Intrinsieke Waarde te bepalen liggen dus tevens ten grondslag aan de bepaling van de winst van een Fonds.

14 Intrinsieke Waarde en Waarderingsmethoden 14.1

De waarde van een Participatie in een bepaald Fonds is gelijk aan de waarde van dat Fonds gedeeld door het aantal Participaties in dat Fonds.

12 Kosten

14.2

12.1 Onverminderd het bepaalde in het Prospectus (Deel 1 en Deel 2) kunnen de volgende kosten ten laste van het Paraplufonds of zijn Fondsen worden gebracht:

De waarde van de Participaties in een Fonds wordt ten minste eenmaal per Handelsdag bepaald en gepubliceerd op de Website.

14.3

De Intrinsieke Waarde van een Fonds wordt uitgedrukt in de Basisvaluta en op vier decimalen nauwkeurig bepaald.

14.4

De vermogensbestanddelen van een Fonds worden consistent gewaardeerd door de Beheerder, overeenkomstig de in het Prospectus beschreven Waarderingsmethoden en algemeen aanvaarde standaarden. De Intrinsieke Waarde wordt bepaald op basis van de volgende waarderingsgrondslagen:

i. belastingen en rechten die ter zake van een Fonds en zijn transacties worden geheven; ii. kosten van het bijeenroepen en houden van vergaderingen van Participatiehouders en (overige) kosten van kennisgevingen, publicaties en verklaringen of uittreksels; iii. door derden in rekening gebrachte kosten voor het aankopen, verkopen, beheren en bewaren van vermogensbestanddelen en voor het uitvoeren van werkzaamheden in verband daarmee; iv. kosten van de Accountant en andere externe deskundigen; v. beheervergoeding;

i. beursgenoteerde financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen de meest recente genoteerde marktprijs (slotkoers); indien deze prijs niet representatief voor de actuele marktwaarde wordt geacht, wordt in plaats daarvan gebruikgemaakt van algemeen aanvaarde waarderingsmethoden voor de betreffende soort financiële instrumenten; ii. participaties in niet-beursgenoteerde beleggingsfondsen tegen de meest recente intrinsieke waarde die door de desbetreffende beleggingsfondsen is gepubliceerd;

vi. kosten van de Bewaarder; vii. kosten van de Depotbank;

iii. vlottende activa en passiva tegen nominale waarde; viii. kosten van de administratie van het Paraplufonds of een Fonds;

iv. alle overige activa en passiva worden op basis van


83

toepasselijke algemeen aanvaarde waarderingsmethoden tegen actuele waarde gewaardeerd.

16.4

De Beheerder kan een vergadering van Participatiehouders zo vaak bijeenroepen als haar in het belang van de Participatiehouders goeddunkt.

14.5

De Beheerder zal zich inzetten om de meest recente informatie in relatie tot de aspecten van de Intrinsieke Waarde en de Waarderingsmethoden te verkrijgen. Bij de waardering van illiquide en/of niet-genoteerde beleggingen zal, anders dan bij beursgenoteerde beleggingen, een zekere mate van valutering worden toegepast.

16.5

14.6

Indien er bij de berekening van de Intrinsieke Waarde fouten zijn gemaakt, stelt de Beheerder zo spoedig mogelijk een rapport op waarin de gemaakte fouten en de hierdoor noodzakelijke correctie van de Intrinsieke Waarde beschreven worden. Indien de noodzakelijke correctie meer dan 0,50% van de Intrinsieke Waarde vertegenwoordigt en een Participatiehouder als gevolg van een Uitgifte of Inkoop tegen de onjuist berekende Intrinsieke Waarde verlies heeft geleden, zal de Beheerder het door deze Participatiehouder feitelijk geleden verlies vergoeden (hetzij in contanten hetzij in Participaties), mits deze schade het directe gevolg is van een onverschoonbare fout van de Beheerder in de uitvoering van haar taken uit hoofde van deze Voorwaarden of het Prospectus of het verzuim om deze taken uit te voeren. De Beheerder is tot één jaar na dato bevoegd het te veel betaalde bedrag terug te vorderen dat Participatiehouders vanwege een te hoog berekende Intrinsieke Waarde voor een Inkooptransactie hebben ontvangen.

De oproeping tot een vergadering van Participatiehouders geschiedt ten minste twee weken vóór de geplande dag van de vergadering en wordt gepubliceerd op de Website. De oproeping zal ook worden gedaan via een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad of aan elke Participatiehouder afzonderlijk. In de oproeping worden naast de datum, het tijdstip en de locatie ook de te behandelen agendapunten van de vergadering vermeld.

16.6

Indien Participatiehouders die gezamenlijk ten minste één vierde van de Intrinsieke Waarde van een Fonds vertegenwoordigen op de Handelsdag voorafgaand aan de dag waarop het verzoek bij de Beheerder wordt ingediend, een vergadering van Participatiehouders willen beleggen, dan moet de Beheerder een vergadering van Participatiehouders van dit Fonds bijeenroepen.

16.7

Indien de Beheerder de vergadering van Participatiehouders niet binnen veertien dagen na ontvangst van het verzoek zoals bedoeld in artikel 16.6 van deze Voorwaarden bijeengeroepen heeft, zijn de Participatiehouders gerechtigd de vergadering van Participatiehouders overeenkomstig de overige bepalingen in artikel 16 van deze Voorwaarden zelf bijeen te roepen.

16.8

De vergaderingen van Participatiehouders worden gehouden te Amsterdam of in een andere door de Beheerder te bepalen plaats.

16.9

Een vergadering van Participatiehouders wordt voorgezeten door een persoon die door de Beheerder wordt benoemd.

14.7

De kosten en vergoedingen zoals beschreven in het Prospectus en artikel 10 van deze Voorwaarden worden op het vermogen van de Fondsen in mindering gebracht. Gemaakte kosten die nog niet betaald zijn, zullen zoveel mogelijk in aanmerking worden genomen.

15 Dividendbeleid 15.1

Winsten van de Fondsen worden zoveel mogelijk herbelegd en niet uitgekeerd. Indien er een wettelijke verplichting tot uitkering van winsten van Fondsen bestaat, geschiedt dit naar rato van het aantal door een Participatiehouder gehouden Participaties.

16 Vergadering van Participatiehouders 16.1

De Beheerder dient elk jaar na de publicatie van de gecontroleerde jaarrekening een vergadering van Participatiehouders bijeen te roepen.

16.2

De Beheerder dient tevens een vergadering van Participatiehouders bijeen te roepen indien dat uit hoofde van het Prospectus anderszins vereist is.

16.3

Een vergadering van Participatiehouders kan betrekking hebben op het Paraplufonds of op een specifiek fonds, het Fonds of meerdere Fondsen. Hiervoor worden alsdan uitsluitend houders van Participaties in deze Fondsen uitgenodigd.

16.10 Iedere Participatiehouder, de Beheerder, de Bewaarder en alle personen die de voorzitter van de vergadering tot de vergadering heeft toegelaten, zijn gerechtigd de vergadering bij te wonen en tijdens de vergadering het woord te voeren en vragen te stellen. Een Participatiehouder kan zich op de vergadering door een gevolmachtigde laten vertegenwoordigen. Participatiehouders zijn gerechtigd tijdens de vergadering te stemmen. 16.11 Elke Participatie vertegenwoordigt één stem. Aan fracties van Participaties is geen stemrecht verbonden. 16.12 De Beheerder is verantwoordelijk voor notulering van de vergadering van Participatiehouders. 16.13 Participatiehouders kunnen ook schriftelijk buiten een vergadering van Participatiehouders besluiten nemen, mits dit geschiedt met unanieme stemmen van alle stemgerechtigde Participatiehouders.


84

17 Relatie tussen Beheerder, Bewaarder, Juridisch Eigenaar en Participatiehouders 17.1

17.2

De Participatiehouders worden geacht kennis te hebben genomen van en zich te onderwerpen aan deze Voorwaarden vanaf de dag waarop de Beheerder het ingevulde Inschrijfformulier voor inschrijving op een Fonds ontvangt.

20.2

Gedurende de ontbinding of liquidatie van het Paraplufonds of de intrekking van de Participaties in een Fonds blijven deze Voorwaarden zoveel mogelijk van toepassing en blijven de Beheerder en de Bewaarder in functie totdat het Paraplufonds volledig geliquideerd is of de intrekking van de Participaties in een Fonds voltooid is.

20.3

Nadat het besluit tot ontbinding of liquidatie van het Paraplufonds dan wel tot intrekking van de Participaties in een Fonds overeenkomstig artikel 20.1 van deze Voorwaarden genomen is, zal er in het Paraplufonds dan wel in het Fonds of de Fondsen in kwestie geen (verdere) Uitgifte plaatsvinden.

20.4

De Beheerder zal optreden als liquidateur van het Paraplufonds en de liquidatiebalans opstellen, die vergezeld zal gaan van een goedkeurende verklaring van de Accountant.

20.5

De opbrengsten van de liquidatie van het Paraplufonds en de opbrengsten van de intrekking van de Participaties in een Fonds zullen onder de Participatiehouders worden verdeeld naar rato van het aantal Participaties dat zij in een Fonds houden, waarmee de intrekking van hun Participaties wordt geëffectueerd. De Beheerder zal de Participatiehouders op de hoogte stellen van:

De Beheerder is niet bevoegd een Participatiehouder jegens derden te verbinden.

18 Bekendheidsclausule 18.1

De Participatiehouders worden door het enkele feit van hun toetreding geacht bekend te zijn met en zich te onderwerpen aan alle bepalingen in deze Voorwaarden.

19 Wijzigingen in de Voorwaarden 19.1

De Voorwaarden kunnen in gezamenlijkheid worden gewijzigd door de Beheerder, de Juridisch Eigenaar en de Bewaarder. Een wijziging treedt in werking op een door de Beheerder en de Bewaarder bepaalde datum, onverminderd artikel 19.3 van deze Voorwaarden.

19.2

Een voorstel tot wijziging van deze Voorwaarden zal op de Website en via een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad aan de Participatiehouders kenbaar worden gemaakt of aan elke Participatiehouder afzonderlijk worden medegedeeld. Eventuele latere wijzigingen in een eerder voorstel tot wijziging zullen ook op de Website en via een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad aan de Participatiehouders kenbaar worden gemaakt of aan elke Participatiehouder afzonderlijk worden medegedeeld

19.3

Een wijziging in deze Voorwaarden die de rechten of zekerheden van een Participatiehouder vermindert, die kosten voor een Participatiehouder tot gevolg heeft of die een wijziging van het beleggingsbeleid van het Paraplufonds met zich meebrengt, treedt jegens die Participatiehouder niet eerder in werking dan één maand na de datum waarop de wijziging kenbaar is gemaakt.

20 Ontbinding en liquidatie van het Paraplufonds en intrekking van de Participaties in een Fonds 20.1

i. betaalbaar gestelde opbrengsten van liquidatie of intrekking; ii. de samenstelling van de uitkeringen, of inningen, overeenkomstig deze Voorwaarden. 20.6

Het Paraplufonds wordt als ontbonden en de Participaties in een Fonds als ingetrokken beschouwd indien aan de bepalingen in dit artikel is voldaan.

21 Toepasselijke recht, bevoegde rechter en duur 21.1

Op deze Voorwaarden en alle eventuele nietcontractuele verplichtingen duit hoofde van of in verband met deze Voorwaarden is Nederlands recht van toepassing.

21.2

Geschillen met betrekking tot deze Voorwaarden zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter in Nederland

De Beheerder, de Juridisch Eigenaar en de Bewaarder zijn bij gezamenlijk besluit gerechtigd tot ontbinding of liquidatie van het Paraplufonds of tot intrekking van de in een Fonds uitgegeven Participaties, mits zij de vergadering van Participatiehouders informeren over het voornemen of voorstel tot ontbinding of liquidatie van het Paraplufonds dan wel intrekking van de Participaties in een Fonds.


85

17. Bijlage C: iBoxx methodologie Interne richtlijnen voor ratings Om de kredietkwaliteit van een portefeuille te bewaken wordt gebruik gemaakt van ratingrestricties in het beheer van obligatieportefeuilles. Het gebruik van rigide ratingrestricties kan leiden tot gedwongen verkoop van obligaties op ongunstige momenten met extra verliezen als gevolg.

iBoxx gemiddelde rating methodiek Ratingrestricties kunnen gebruikt worden op regel- en portefeuilleniveau.

Rating op regelniveau Voor het gebruik van ratingrestricties op regelniveau gebruikt de fondsmanager de iBoxx gemiddelde rating. Om zo min mogelijk afhankelijk te zijn van een rating agency wordt er liever gebruik gemaakt van een gemiddelde rating van de 3 agencies (S&P, Moody’s en Fitch) dan van de rating van een enkele rating agency of het minimum. Hierdoor wordt de impact van een enkele rating agency zo beperkt mogelijk gehouden. De iBoxx gemiddelde rating methodiek werkt als volgt. Elke agency rating krijgt een score toegewezen. Fitch AAA AA+ AA AAA+ A ABBB+ BBB BBBBB+ BB BBB+ B BCCC+ CCC CCCCC C D/RD

Moody’s Aaa Aa1 Aa2 Aa3 A1 A2 A3 Baa1 Baa2 Baa3 Ba1 Ba2 Ba3 B1 B2 B3 Caa1 Caa2 Caa3 Ca C

Standard & Poor’s AAA AA+ AA AAA+ A ABBB+ BBB BBBBB+ BB BBB+ B BCCC+ CCC CCCCC C D

Score 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22

86

Indien er meerdere ratings beschikbaar zijn, worden de scores bij elkaar opgeteld. Het totaal wordt vervolgens gedeeld door het aantal ratings, waarbij getallen met decimalen worden afgerond naar het dichtstbijzijnde heel getal. Het resultaat wordt vervolgens omgezet naar de iBoxx rating: Score 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11+

iBoxx rating AAA AA1 AA2 AA3 A1 A2 A3 BBB1 BBB2 BBB3 Sub-investment grade

In geval een lening geen iBoxx rating heeft, bepaalt de fondsmanager in overleg met de Financial Risk manager een interne rating. In eerste instantie wordt er gekeken of er een vrijwel identieke lening van dezelfde uitgevende instelling bestaat, die wel een rating heeft van één van de rating agencies. De interne rating is dan de iBoxx gemiddelde rating van deze vergelijkbare lening. Indien er geen vergelijkbare lening is, wordt er aan de hand van het interne rating model van de fondsmanager een rating bepaald. Minimaal jaarlijks, en vaker indien daar aanleiding voor is, wordt bekeken of de interne rating aanpassing behoeft.

Rating op portefeuilleniveau Op portefeuilleniveau kan het best gebruik gemaakt worden van de weighted average rating factor (WARF). Hierbij wordt gekeken naar de gemiddelde rating kwaliteit van de gehele portefeuille, waarbij er wordt gewogen met de defaultkans. Ook hierbij wordt de individuele mening van een rating agency niet als een vast uitgangspunt genomen, terwijl wel de kredietkwaliteit van de gehele portefeuille wordt gewaarborgd. Rating AAA AA1 AA2 AA3 A1 A2 A3 BBB1 BBB2 BBB3 BB1 BB2 BB3 B1 B2 B3 CCC1 CCC2 CCC3 CC

WARF 1 10 20 40 70 120 180 260 360 610 940 1.350 1.780 2.220 2.720 3.490 6.500 6.500 10.000 10.000


87

Prospectus Delta Lloyd Fixed Income Umbrella

Recommend Documents