Promotiereglement van de Radboud Universiteit

promotiereglement radboud universiteit

Promotiereglement van de Radboud Universiteit

Reglement ter uitvoering van het bepaalde in artikel 9 van de Structuurregeling van de Radboud Universiteit, vastgesteld bij besluit van het college van decanen van 5 november 2013 en gewijzigd bij besluit van het college van decanen van 14 april 2015..

1


Opmaak en productie: Radboud Universiteit, Facilitair Bedrijf, Print en Druk

2

inleiding

Inleiding Dit boekje bevat het promotiereglement, de richtlijnen bij het promotiereglement en een toelichting bij dit reglement en deze richtlijnen. 1. Het promotiereglement Hoofdzaken aangaande de promotor, de promovendus en de promotie zelf. Het reglement wordt vastgesteld door het college van decanen. 2. De richtlijnen Nadere uitwerking van het promotiereglement. De richtlijnen - bijvoorbeeld met betrekking tot de aantallen in te leveren exemplaren van proefschriften - worden vastgesteld door de voorzitter van het college van decanen en goedgekeurd door het college van decanen. De voorzitter kan nadere uitvoeringsbesluiten nemen. 3.

Artikelgewijze toelichting

4. Bijlagen bij het promotiereglement en richtlijnen Het reglement en de richtlijnen worden via www.ru.nl/promovendi/reglement gepubliceerd. Via genoemde webpagina wordt bovendien informatie gegeven over de diverse praktische aangelegenheden met betrekking tot de (voorbereiding van de) promotie, zoals de mogelijkheid van geluidsopnames en aanwezigheid fotograaf. Omwille van de leesbaarheid is steeds ‘hij’ gebruikt in deze tekst. Waar ‘hij’ staat, kan in sommige situaties ook ‘zij’ worden gelezen.

3


4

inhoud

Inhoud Inleiding Promotiereglement van de Radboud Universiteit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

Algemene bepalingen De promotor en de copromotor De manuscriptcommissie De toelating tot de verdediging van het proefschrift Het proefschrift De promotiezitting Joint en double doctorate Cum laude De graad doctor honoris causa Geschillenregeling Slot- en overgangsbepalingen

7 9 10 12 12 14 15 16 17 17 17

Richtlijnen Artikelgewijze toelichting Bijlagen bij promotiereglement, richtlijnen en toelichting 1 2 3 4 5

Aanmelden/registratie Hora Est 29 Proefschrift 31 Protocol promotiezitting 32 Protocol bij doctoraat honoris causa 37 Mores promotieplechtigheid 38

5


6


Hoofdstuk 1 Artikel 1

Algemene bepalingen

Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder: a. betrokken faculteit de faculteit waartoe het wetenschapsgebied behoort waarop het proefschrift betrekking heeft; b. copromotor de als zodanig op grond van dit reglement benoemde gepromoveerde deskundige; c. emeritus de oud-hoogleraar wiens betrekking is geëindigd als gevolg van het bereiken van de functionele leeftijdsgrens, door ontslag om gezondheidsredenen, of flexibele pensionering; d. gepromoveerd deskundige een deskundige, niet zijnde een hoogleraar, die in Nederland bevoegd is de titel doctor te voeren; e. plaatsvervangend rector magnificus de door of namens de rector magnificus aangewezen hoogleraar die hem tijdens de promotieplechtigheid vervangt; f. proefschrift een wetenschappelijke verhandeling in de vorm van een boek, een verzameling artikelen dan wel de documentatie van een proefontwerp als bedoeld in artikel 13; g. promotie de openbare verdediging van het proefschrift en de verlening van de graad doctor; h. promotor de als zodanig op grond van dit reglement benoemde hoogleraar; i. promovendus de persoon die de doctorsgraad wenst te verwerven; j. schriftelijk onder schriftelijk worden in deze regeling mede begrepen berichten per e-mail; k. secretaris van het college van decanen de pedel van de universiteit; l. Structuurregeling Structuurregeling van de Radboud Universiteit; m. universiteit de Radboud Universiteit;

7


n. voorzitter van het college van decanen de rector magnificus van de universiteit; o. wet de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Artikel 2 1. 2.

3.

Promotiereglement en richtlijnen voor de promotie

Het college van decanen stelt het promotiereglement vast. De voorzitter van het college van decanen kan ter uitvoering van het bepaalde in het promotiereglement richtlijnen vaststellen. De richtlijnen behoeven de goedkeuring van het college van decanen. Besluiten ter uitvoering van dit reglement worden genomen door de voorzitter van het college van decanen.

Artikel 3

Toegangseisen

1. 2.

De graad doctor wordt verleend door het college van decanen. Tot de promotie heeft toegang degene die: • op grond van artikel 7.10a, eerste, tweede of derde lid van de wet, de graad master heeft verkregen; • als proeve van bekwaamheid tot de zelfstandige beoefening van de wetenschap een proefschrift heeft geschreven dan wel een proefontwerp heeft vervaardigd als bedoeld in artikel 13; en • heeft voldaan aan de overige in dit reglement gestelde eisen. 3. In bijzondere gevallen kan het college van decanen ook personen toegang tot de promotie verlenen die niet voldoen aan het bepaalde in het tweede lid, onderdeel a, maar wel aan het bepaalde in de onderdelen b en c van dat lid. Een verzoek daartoe dient samen met een aanbeveling van een hoogleraar van de universiteit te worden ingediend bij de voorzitter van het college van decanen. 4. Degene die aan de universiteit wenst te promoveren, vergewist zich er tijdig van dat aan de hiervoor genoemde voorwaarden is voldaan.

Artikel 4

Promoties op het wetenschapsgebied van de theologie ter verkrijging van een kerkelijk erkende graad

Onverminderd het bepaalde in de Bijzondere Regelen, bedoeld in artikel 3.2.3 van de statuten van de Stichting Katholieke Universiteit, is dit reglement eveneens van toepassing op promoties op het wetenschapsgebied van de theologie ter verkrijging van een kerkelijk erkende graad.

8



De promotor en de copromotor

De promotor

1.

Een promotor wordt namens het college van decanen door de decaan benoemd. 2. Benoembaar tot promotor zijn: a. hoogleraren verbonden aan een Nederlandse universiteit of aan een buitenlandse instelling voor wetenschappelijk onderwijs; en b. emeriti en oud-hoogleraren als bedoeld in artikel 39 van de Structuur regeling, die op het moment van de promotie nog het ius promovendi bezitten. 3. Zodra het manuscript gereed is verzoekt de promovendus de hoogleraar die het onderzoek heeft begeleid en/of onder wiens verantwoordelijkheid het desbetreffende onderzoek is verricht, als promotor op te treden. Deze hoogleraar laat dit binnen één maand weten en in het bevestigende geval verzoekt hij de decaan hem tot promotor te benoemen. 4. Bij voorkeur is de promotor als hoogleraar aan de universiteit verbonden. Een hoogleraar die niet (meer) als hoogleraar verbonden is aan de universiteit kan alleen na voorafgaande toestemming van de voorzitter van het college van decanen tot enig promotor worden benoemd. Wanneer meerdere promotoren worden benoemd, is ten minste één van hen als hoogleraar aan de universiteit verbonden. 5. De voorzitter van het college van decanen kan op verzoek van de betrokken decaan tijdelijk het ius promovendi voor een promotie toekennen aan een emeritus of oud-hoogleraar. 6. De (beoogd) promotor kan na overleg met de promovendus de decaan verzoeken om een extra promotor of een copromotor te benoemen. 7. In beginsel worden niet meer dan twee promotoren benoemd. De decaan kan, na voorafgaande schriftelijke toestemming van de voorzitter van het college van decanen, een derde promotor benoemen. Het totaal aantal promotoren en copromotoren bedraagt niet meer dan vier.

Artikel 6 1.

De copromotor

Benoembaar tot copromotor is een gepromoveerde deskundige, niet zijnde een hoogleraar, die een substantiële bijdrage heeft geleverd aan de begeleiding van het promotieonderzoek en de voorbereiding van het proefschrift. Tenzij de voorzitter van het college van decanen anders beslist, geldt een benoeming tot copromotor voor de gehele duur van het promotietraject, ongeacht een eventuele tussentijdse benoeming van de copromotor tot hoogleraar.

9


2.

In beginsel worden niet meer dan twee copromotoren benoemd. De decaan kan, na voorafgaande schriftelijke toestemming van de voorzitter van het college van decanen, een derde copromotor benoemen. Het totaal aantal promotoren en copromotoren bedraagt niet meer dan vier.

Artikel 7

Benoemingsbesluiten

De promovendus en de secretaris van het college van decanen ontvangen een afschrift van benoemingsbesluiten bedoeld in de artikelen 5 en 6.


De manuscriptcommissie

De instelling van de manuscriptcommissie

1.

De promotor meldt schriftelijk aan de decaan van de betrokken faculteit dat het manuscript zijns inziens voldoet aan de eisen voor toekenning van de graad en verzoekt op basis van deze voorlopige goedkeuring tot instelling van een manuscriptcommissie. 2. Na overleg met de promotor en eventuele copromotor stelt de decaan een manuscriptcommissie in, bestaande uit een oneven aantal leden. De decaan benoemt de voorzitter en overige leden. Alleen hoogleraren van de universiteit komen in aanmerking voor de benoeming tot voorzitter, tenzij de voorzitter van het college van decanen toestaat een ander te benoemen. 3. De manuscriptcommissie bestaat in meerderheid uit hoogleraren. Tot lid van de manuscriptcommissie zijn tevens benoembaar emeriti en gepromoveerd deskundigen. 4. De decaan benoemt bij voorkeur ten minste één lid dat niet verbonden is aan de universiteit. 5. Promotor en copromotor maken geen deel uit van de manuscriptcommissie.

Artikel 9

Toezending manuscript

De promotor draagt er zorg voor dat alle leden van de manuscriptcommissie tijdig een exemplaar van het manuscript ontvangen.

Artikel 10 Oordeel manuscriptcommissie 1.

De manuscriptcommissie beoordeelt binnen vijf weken na ontvangst van het manuscript of dit voldoet aan de eisen voor de verlening van de graad. Daartoe gaat de manuscriptcommissie na of het proefschrift een nieuw inzicht verschaft in de bestaande stand van de gepubliceerde en ter algemene kennisneming openstaande resultaten van het desbetreffende wetenschapsgebied, en besteedt daarbij onder meer aandacht aan de volgende aspecten: a. het belang van het onderwerp;

10


2.

3.

b. de helderheid van de probleemstelling; c. de ordening, de analyse en de verwerking van het materiaal alsmede de opslag van data; d. de gevolgde methodiek; e. een kritische confrontatie van eigen conclusies met bestaande theorieën of opvattingen; en f. evenwicht in de opbouw en helderheid van stijl. Tevens stelt de manuscriptcommissie vast of in voldoende mate verantwoording is afgelegd over de gevolgde werkwijze. Het oordeel van de commissie wordt vastgesteld bij meerderheid van stemmen. De commissie geeft een gemotiveerd positief dan wel negatief oordeel, waarbij het bepaalde in het eerste lid in aanmerking wordt genomen. De voorzitter van de manuscriptcommissie stelt de decaan van de betrokken faculteit en de promotor schriftelijk in kennis van het oordeel. De secretaris van het college van decanen ontvangt een afschrift van deze mededelingen.

Artikel 11 Goedkeuring manuscript 1.

De promotor keurt het manuscript goed indien en zodra hij schriftelijk in kennis is gesteld van: a. het positieve oordeel van de manuscriptcommissie; b. de melding van de betrokken decaan of diens plaatsvervanger dat er overeenstemming is bereikt als bedoeld in het tweede lid; of c. het positieve oordeel van de voorzitter van het college van decanen zo als bedoeld in het derde lid. 2. Indien het oordeel van de manuscriptcommissie niet overeenstemt met dat van de promotor, bevordert de decaan via overleg een oplossing. Mocht de decaan als promotor of als lid van de manuscriptcommissie al bij de procedure betrokken zijn, dan wijst de voorzitter van het college van decanen desgevraagd een onafhankelijke hoogleraar als plaatsvervanger aan. 3. Wanneer de overeenstemming ook na bemiddeling door de decaan of diens plaatsvervanger uitblijft, beslist de voorzitter van het college van decanen. 4. De promotor stelt de promovendus schriftelijk in kennis van het desbetreffende besluit.

11


Hoofdstuk 4

De toelating tot de verdediging van het proefschrift

Artikel 12 De verdediging van het proefschrift 1.

2.

3.

De promovendus dient bij de secretaris van het college van decanen een verzoek in om toegelaten te worden tot de verdediging van het proefschrift. Het verzoek vermeldt de titel van het proefschrift, het wetenschapsgebied waarop het proefschrift betrekking heeft, alsmede de namen van iedere promotor en copromotor. De secretaris van het college van decanen stelt vast of aan alle vereisten is voldaan. In het bevestigende geval wordt in overleg met de promovendus een datum en een tijdstip voor de verdediging vastgesteld. De afspraken worden schriftelijk bevestigd. De secretaris van het college van decanen verzoekt vervolgens de decaan van de betrokken faculteit om uiterlijk acht weken vóór de promotiedatum ten minste vijf personen voor te dragen als lid van de promotiecommissie.

Hoofdstuk 5

Het proefschrift

Artikel 13 Het proefschrift 1. Het proefschrift bestaat uit: a. een wetenschappelijke verhandeling in de vorm van een boek; dan wel b. een wetenschappelijke verhandeling in de vorm van een verzameling artikelen; dan wel c. een proefontwerp dat tot stand is gekomen met gebruikmaking van geëigende vaktheoretische kennis en methodieken en is voorzien van een wetenschappelijke verantwoording en documentatie. 2. Het proefschrift dient te voldoen aan de bij of krachtens dit reglement vastgestelde vereisten en omvat in ieder geval een verantwoording van de gevolgde werkwijze. 3. Het proefschrift bedoeld in het eerste lid kan vervaardigd zijn door meerdere auteurs, in dat geval dient de zelfstandige bijdrage en inbreng van de promovendus te worden aangetoond. 4. De wetenschappelijke verhandeling als bedoeld in het eerste lid onder b. gaat vergezeld van een niet eerder gepubliceerde algemene inleiding en een samenvattend overzicht.

12


Artikel 14 Vermenigvuldiging proefschrift 1.

Pas wanneer de promotor het proefschrift heeft goedgekeurd, het verzoek bedoeld in artikel 12 is ingediend en de promotiedatum is vastgesteld, wordt het proefschrift voor vermenigvuldiging vrijgegeven. 2. Het proefschrift wordt gedrukt, tenzij de voorzitter van het college van decanen desgevraagd toestemming heeft verleend voor publicatie of vermenigvuldiging op een andere wijze. 3. De bepalingen betreffende de vermenigvuldiging hebben bij een proef ontwerp alleen betrekking op de wetenschappelijke verantwoording en documentatie.

Artikel 15 Voorschriften betreffende de vermenigvuldiging 1.

De inhoud en vormgeving van het titelblad van het proefschrift dienen in overeenstemming te zijn met de door de voorzitter van het college van decanen vastgestelde richtlijn. 2. Voordat het proefschrift wordt vermenigvuldigd, dient: a. de drukproef van de voor- en achterzijde van de titelpagina alsmede van een eventuele advertentiepagina door de secretaris van het college van decanen te zijn goedgekeurd; en b. de drukproef van het overige gedeelte van het proefschrift door de promotor te zijn goedgekeurd. 3. De promovendus ontvangt van de secretaris en van de promotor schriftelijk bericht over de verleende goedkeuringen.

Artikel 16 Stellingen Aan het proefschrift kan desgewenst een losse bijlage met minimaal zes en ten hoogste tien stellingen worden toegevoegd. De desbetreffende stellingen dienen vooraf door de promotor te worden goedgekeurd. Alvorens de gevraagde goedkeuring te verlenen raadpleegt de promotor voor zover de stellingen zijn eigen wetenschapsgebied en specialisme overschrijden, ter zake deskundigen. Ten hoogste twee stellingen mogen van niet-wetenschappelijke aard zijn, zulks ter beoordeling van de promotor.

Artikel 17 Inleveren exemplaren proefschrift 1. 2.

3.

De voorzitter van het college van decanen stelt het aantal in te leveren exemplaren vast. Ten minste vier weken voor de promotiedatum dient het in het eerste lid bedoelde aantal exemplaren van het proefschrift te zijn ingeleverd bij de secretaris van het college van decanen. De ingeleverde exemplaren worden ten minste drie weken voor de datum van de promotie, gezonden aan hoogleraren die daarvoor naar het oordeel van het college van decanen in aanmerking komen.

13


4. Eén exemplaar van het proefschrift ligt gedurende ten minste acht dagen voorafgaande aan promotiedatum voor een ieder ter inzage bij de secretaris van het college van decanen. 5. Een digitale kopie dient te worden ingeleverd bij de centrale Universiteitsbibliotheek met het oog op opname in de repository van de universiteit. De voorzitter van het college van decanen kan desgevraagd bepalen dat opname in de repository maximaal zes maanden wordt uitgesteld. In dat geval wordt de volledige tekst van het proefschrift onder embargo opgenomen in de Radboud Repository.

Hoofdstuk 6

De promotiezitting

Artikel 18 Kennisgeving De secretaris van het college van decanen stelt de datum en het tijdstip van de promotiezitting vast en draagt zorg voor een tijdige kennisgeving van de voorgenomen promotie.

Artikel 19 Academische zitting 1. 2. 3.

De promotie vindt plaats tijdens een openbare academische zitting van het college van decanen. De rector magnificus kan zich als voorzitter van de zitting laten vervangen. De decaan draagt in dat geval tijdig een plaatsvervanger voor. De voertaal tijdens de zitting is Nederlands of Engels. In bijzondere gevallen kan de voorzitter van het college van decanen toestemming verlenen voor het voeren van een andere taal.

Artikel 20 Promotiecommissie 1.

De openbare verdediging van het proefschrift vindt plaats ten overstaan van de promotiecommissie. 2. Benoembaar tot lid van de promotiecommissie zijn hoogleraren, emeriti en gepromoveerd deskundigen. 3. Iedere hoogleraar van een universiteit kan de decaan van de betrokken faculteit verzoeken om voorgedragen te worden als lid van de promotiecommissie. 4. Het college van decanen benoemt de leden van de promotiecommissie. De promotiecommissie bestaat ten minste uit: a. de rector magnificus of een door hem aangewezen plaatsvervanger; b. de promotoren en eventuele copromotoren; en c. ten minste vijf andere leden, waaronder de leden van de manuscript commissie. De commissie bestaat in beginsel in meerderheid uit hoogleraren.

14


5. 6. 7.

8.

De secretaris van het college van decanen stelt de leden van de promotiecommissie in kennis van hun benoeming en informeert de promovendus. In het bijzonder de leden bedoeld in het vierde lid onder c. worden geacht tijdens de plechtigheid te opponeren. Hoogleraren, emeriti, oud-hoogleraren als bedoeld in artikel 39 van de Structuurregeling, of gepromoveerd deskundigen die geen deel uitmaken van de promotiecommissie maar die desalniettemin wensen te opponeren, kunnen een verzoek daartoe indienen bij de desbetreffende decaan. Het verzoek dient ten minste twee weken voorafgaand aan de promotiedatum te zijn ingediend. De decaan doet hiervan mededeling aan de promotor. Indien het verzoek wordt gehonoreerd deelt de decaan dat mede aan de indiener van het verzoek, aan de promotor en aan de secretaris van het college van decanen. De promotiecommissie beslist bij meerderheid van stemmen over het verlenen van de graad tijdens een besloten vergadering na afsluiting van de verdediging.

Hoofdstuk 7

Joint en double doctorate

Artikel 21 Joint degree 1.

2.

Het college van decanen kan besluiten gezamenlijk met een of meer universiteiten of buitenlandse instellingen de graad doctor te verlenen op grond van een promotie als bedoeld in het zesde lid van artikel 7.18 van de wet. Tenzij de voorzitter van het college van decanen anders bepaalt, worden de afspraken dienaangaande voorafgaand aan het promotietraject vastgelegd in een door de voorzitter van het college van decanen te ondertekenen overeenkomst tussen de desbetreffende instelling(en) en de kandidaat. De bul dient te voldoen aan het bepaalde dienaangaande in de Uitvoeringsrichtlijn Joint Doctoral Degree.

Artikel 22 Double degree 1.

2.

Een promotie op basis van samenwerking van de universiteit en een buitenlandse instelling voor wetenschappelijk onderzoek kan alleen plaatsvinden na schriftelijke toestemming van de voorzitter van het college van decanen. Indien sprake is van een promotie op grond van samenwerking met andere instellingen dient uiterlijk een jaar na aanvang van het promotietraject vastgesteld te worden waar de verdediging van het proefschrift zal plaatsvinden. Indien de verdediging aan de universiteit plaatsvindt, geldt onverkort het bepaalde in dit reglement.

15


3.

Een aan de doctorsbul te hechten certificaat van de andere instelling geeft bij een double degree de samenwerking weer.

Hoofdstuk 8

Cum laude

Artikel 23 Voorstel en cum-laudecommissie 1.

Indien het proefschrift, naar nationale en internationale maatstaven gemeten van excellente wetenschappelijke kwaliteit is, kunnen de promotor of de manuscriptcommissie tot uiterlijk zes weken voorafgaande aan de promotiedatum een gemotiveerd voorstel om het judicium cum laude toe te kennen indienen bij de decaan. 2. De decaan stelt een cum-laudecommissie in bestaande uit: a. de leden van de manuscriptcommissie; aangevuld met b. ten minste twee hoogleraren van andere universiteiten. 3. De decaan wijst een hoogleraar, in beginsel van de universiteit, als voorzitter van de cum-laudecommissie aan. 4. De decaan informeert de voorzitter en de secretaris van het college van decanen over de instelling en samenstelling van de cum-laudecommissie. 5. Indien de decaan het oordeel van de promotor of de manuscriptcommissie bedoeld in het eerste lid niet deelt, kan het voorstel ter definitieve besluitvorming worden voorgelegd aan de voorzitter van het college van decanen.

Artikel 24 Advies en besluitvorming 1.

De cum-laudecommissie stelt bij meerderheid van stemmen een gemotiveerd advies vast, dat uiterlijk twee weken voor de promotiedatum aan de voorzitter van het college van decanen wordt uitgebracht, zulks met afschrift aan de decaan, de secretaris van het college van decanen en de promotor. 2. De decaan informeert per ommegaande, strikt vertrouwelijk, de leden van de promotiecommissie die geen deel uitmaakten van de cum-laudecommissie over de inhoud van het advies. 3. Het definitieve, gemotiveerde besluit over de toekenning wordt vastgesteld tijdens de beraadslaging door de leden van de promotie- en de cum-laudecommissie na afloop van de verdediging, tijdens de vergadering bedoeld in artikel 20, achtste lid. Het voorstel is aangenomen tenzij meer dan één lid tegenstemt. 4. Wanneer aldus tot de verlening van het judicium cum laude is besloten, wordt dit vermeld op het getuigschrift.

16


Hoofdstuk 9

De graad doctor honoris causa

Artikel 25 Procedure verlenen graad doctor honoris causa 1.

Het college van decanen kan vanwege zeer uitstekende verdiensten voor de beoefening van de wetenschap dan wel bijzondere uitstekende maatschappelijke verdiensten de graad doctor honoris causa verlenen. 2. De graad doctor honoris causa wordt in beginsel toegekend bij gelegenheid van de viering van de Dies Natalis van de universiteit. In zeer bijzondere gevallen kan het college van decanen besluiten de graad tussentijds, tijdens een bijzondere academische zitting, te verlenen. 3. De voordracht en de voorbereiding van de verlening zijn strikt geheim. 4. Het college van bestuur dient het besluit van het college van decanen goed te keuren.

Hoofdstuk 10

Geschillenregeling

Artikel 26 Geschillenregeling Indien voorafgaande aan of tijdens de promotie een geschil ontstaat, bemiddelt de decaan van de betrokken faculteit. Indien de bemiddeling niet tot overeenstemming leidt, beslist de voorzitter van het college van decanen.

Hoofdstuk 11

Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 27 Hardheidsclausule In alle gevallen waarin dit reglement niet (volledig) voorziet beslist de voorzitter van het college van decanen.

Artikel 28 Verwijzing Dit reglement kan worden aangehaald als promotiereglement Radboud Universiteit Nijmegen.

Artikel 29 Inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2014 en treedt in de plaats van het eerder vastgestelde reglement en van de daarbij bijbehorende richtlijnen, die per dezelfde datum worden ingetrokken.

17


Artikel 30 Overgangsbepaling Indien vóór 1 januari 2014 de datum van de academische zitting voor een promotie is vastgesteld gelden de bepalingen van het eerdere reglement. Op promoties waarvoor de datum na 1 januari 2014 wordt vastgelegd is dit gewijzigde reglement van toepassing.

18

richtlijnen

Richtlijnen Vastgesteld door de voorzitter van het college van decanen en goedgekeurd door het college van decanen op 14 april 2015.

1

Promotor en copromotor

Benoeming op eigen verzoek Promotoren en copromotoren worden op eigen verzoek, bij voorkeur gelijktijdig, benoemd door de decaan. De promovendus en de secretaris van het college van decanen worden van deze benoeming in kennis gesteld.

Benoeming niet-hoogleraar Indien de medebegeleider of deskundige geen hoogleraar is wordt hij aangewezen als copromotor.

Benoeming promotor bij de Radboud Docenten Academie (RDA) De procedure bij de benoeming van een promotor, het instellen van de manuscriptcommissie en de voordracht als lid van de promotiecommissie, zoals volgt uit het promotiereglement en de richtlijnen bij het promotiereglement, geldt vanzelfsprekend ook in geval van promoties bij de Radboud Docenten Academie, in zoverre dat de bevoegdheden ten aanzien van promoties binnen dit samenwerkingsverband gezamenlijk toekomen aan de decanen van de deelnemende faculteiten. Zolang de voorzitter van de bestuursraad van de RDA tevens decaan is bij een van de faculteiten van de Radboud Universiteit, kunnen de RDApromoties, namens de overige deelnemende decanen, echter ook uitgaan van de decaan die tevens voorzitter is.

2 De manuscriptcommissie Het verzoek tot benoeming van een promotor en copromotor gaat vergezeld van het verzoek tot instelling van een manuscriptcommissie. De manuscriptcommissie bestaat uit een oneven aantal van ten minste drie leden. Een meerderheid van de leden is afkomstig van andere organisatorische eenheden (vakgroep, afdeling e.d.) dan het organisatieonderdeel waartoe de promotor of copromotor behoort. De decaan stelt de manuscriptcommissie in en benoemt de leden.

19


3 Toelating tot de verdediging van het proefschrift Nadat het manuscript door de manuscriptcommissie is goedgekeurd dient de promovendus bij het bureau van de pedel een datum voor de promotie(zitting) voor te stellen. Na overleg stelt de secretaris van het college van decanen de promotiedatum vast.

4

Proefschrift

Meerdere auteurs Indien het proefschrift op naam van meerdere auteurs staat, dient de manuscriptcommissie zich er van te vergewissen dat de zelfstandige wetenschappelijke bijdrage van de promovendus van voldoende omvang is geweest.

Taal proefschrift Het proefschrift wordt geschreven in het Nederlands, Duits, Engels, Frans of Spaans. Een andere taal dan hiervoor genoemd is uitsluitend toegestaan als de voorzitter van het college van decanen daartoe schriftelijk toestemming heeft verleend.

Titelpagina De titelpagina dient altijd in het Nederlands te worden opgesteld, ongeacht de taal van het proefschrift, exact volgens het voorbeeld in bijlage 2. Een extra vertaling van de titelpagina in één van bovengenoemde talen mag aanvullend worden toegevoegd.

Samenvatting proefschrift Wanneer het proefschrift in het Nederlands is geschreven, wordt daaraan een samenvatting in het Engels toegevoegd. Een aanvullende samenvatting in een andere taal is toegestaan. Indien het proefschrift in een andere taal dan het Nederlands is geschreven, worden in elk geval samenvattingen van de inhoud in het Nederlands en in één van de hierboven genoemde talen bijgevoegd.

Curriculum vitae In het proefschrift wordt op de laatste pagina een kort curriculum vitae van de promovendus opgenomen.

Reclame Ten hoogste twee pagina’s van het proefschrift mogen worden voorzien van een tekst waarmee een eventuele sponsor zich op zakelijke wijze presenteert. Deze tekst moet zodanig zijn dat geen afbreuk wordt gedaan aan het academisch

20

richtlijnen

karakter van het proefschrift en er geen schadelijke effecten kunnen optreden voor het imago van de universiteit. Ook mag de tekst niet strijdig zijn met wat als ‘goede smaak’ kan worden aangeduid. Fotografische en andere afbeeldingen van personen zijn niet toegestaan. Deze advertentiepagina mag niet worden opgenomen in het wetenschappelijk corpus, maar uitsluitend achterin het proefschrift, achter de bladzijde die het curriculum vitae van de promovendus bevat.

Dankbetuiging Personen en instellingen die ideële of materiële medewerking hebben verleend aan de totstandkoming van het proefschrift of een onderdeel daarvan, kunnen worden vermeld: • in een voorwerk, op de achterzijde van de titelpagina dan wel in een dankbetuiging achter in het proefschrift indien de medewerking op het gehele proefschrift betrekking heeft gehad; dan wel • in een voetnoot op de eerste bladzijde van het desbetreffende onderdeel indien het medewerking aan een specifiek onderdeel betreft.

Oplage De promovendus dient ten minste vier weken voor de promotiedatum 15 exemplaren van het proefschrift in te leveren bij het bureau van de pedel. Daarnaast verstrekt de promovendus een exemplaar aan de leden van de promotiecommissie.

6. Promotiezitting Voertaal De voertaal tijdens de zitting is Nederlands of Engels. Men dient ten minste 14 dagen voor de beoogde promotiedatum te melden bij de secretaris van het college van decanen dat Engels de voertaal zal zijn. Het protocol dat tijdens de zitting gebruikt wordt is opgenomen als bijlage 3.

Beslissen over verlenen van graad In de regel is de goedkeuring van promotor en manuscriptcommissie beslissend voor de vraag of de graad kan worden verleend. De promotiecommissie kan, indien zeer ernstige bezwaren opkomen op grond waarvan de commissie van oordeel is dat het doctoraat niet behoort te worden verleend, alsnog afwijzend beslissen.

21


Opponenten Alleen leden van de promotiecommissie die aanwezig zijn bij de openbare zitting kunnen een stem uitbrengen over het verlenen van de graad, tenzij vooraf door de voorzitter van het college van decanen anders is beslist.

8.

Slot- en overgangsbepalingen

Hardheidsclausule Het gewijzigde reglement is in werking getreden op 1 januari 2014 en geldt sindsdien voor alle promoties waarvoor de datum na 1 januari 2014 is vastgesteld. Mocht een promovendus door de wijzigingen onevenredig benadeeld worden, dan kan de voorzitter van het college van decanen met toepassing van de hardheidsclausule in artikel 27 passende oplossingen regelen.

22

artikelgewijze toelichting

Artikelgewijze Toelichting Artikel 3

Toegangseisen

De promovendus die aan de Radboud Universiteit in Nijmegen wenst te promoveren, dient zelf tijdig na te gaan of zijn vooropleiding voldoet aan de eisen bedoeld in het promotiereglement in artikel 3, tweede lid, onder a. Indien het om buitenlandse vooropleidingen gaat, kan de Dienst Studentenzaken behulpzaam zijn bij de validering. In bijzondere gevallen kan het college van decanen toch toegang verlenen, ook als niet aan alle wettelijke vooropleidingseisen is voldaan, maar dat is zeker geen vanzelfsprekendheid. Na aanmelding als promovendus in Hora Est wordt vastgesteld of de betrokkene voldoet aan de gestelde eisen van art. 3 en kan worden toegelaten tot het promotietraject.

Artikel 5

Promotor

De decaan is door het college van decanen via het promotiereglement gemachtigd de promotor te benoemen, zonder dat daarbij sprake is van een privatieve werking. Tot benoeming als promotor komen in beginsel hoogleraren in aanmerking die een substantiële bijdrage hebben geleverd aan de begeleiding van het promotieonderzoek en de voorbereiding van het proefschrift. Het ligt voor de hand dat de hoogleraar die het onderzoek heeft begeleid dan wel onder wiens verantwoordelijk het onderzoek is verricht, optreedt als promotor.

Ius promovendi De promotor dient over het ius promovendi te beschikken, ten minste op het moment dat het manuscript wordt goedgekeurd. Voor iedere hoogleraar waarvan de dienstbetrekking eindigt geldt dat hij nog vijf jaar lang het ius promovendi heeft, tenzij het desbetreffende ontslag niet eervol was. Ook de emeritus heeft gedurende de eerste vijf jaar na het einde van de dienstbetrekking nog het ius promovendi. Een hoogleraar die vrijwillig een andere functie aanvaardt, mag niet meer de titel hoogleraar voeren, maar ook hij behoudt gedurende vijf jaar het ius promovendi. En in lijn met het bepaalde dienaangaande in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, heeft ook een bijzonder hoogleraar nog vijf jaar het ius promovendi. In bijzondere gevallen kan de voorzitter van het college van decanen het ius promovendi ook na de periode van vijf jaar toekennen.

23


Aantal promotoren Het maximumaantal promotoren en copromotoren is vooralsnog bepaald op vier. Indien een decaan verzoekt om een derde promotor aan te wijzen dient die bijdrage expliciet in het verzoek van de decaan vermeld te zijn.

Artikel 6

Copromotor

Voor de benoeming tot copromotor ten tijde van de instelling van de manuscriptcommissie komt in aanmerking een gepromoveerd deskundige, een niet-hoogleraar, die een substantiéle bijdrage heeft geleverd aan de begeleiding van het onderzoek en de voorbereiding van het proefschrift. Wordt de copromotor nadien tot hoogleraar benoemd dan blijft hij fungeren als copromotor tot en met de feitelijke promotie. De voorzitter van het college van decanen kan anders beslissen.

Artikel 8 tot en met 11 De manuscriptcommissie De manuscriptcommissie wordt op verzoek van de promotor door de decaan ingesteld zodra het manuscript voorlopig is goedgekeurd door de promotor; promotor en copromotor maken geen deel uit van de manuscriptcommissie. De manuscriptcommissie toetst of het proefschrift voldoet aan de eisen voor toekenning van de graad. In artikel 10 is aangegeven waaraan het proefschrift ten minste dient te voldoen. Het oordeel wordt aan de decaan en de promotor medegedeeld. Geeft de manuscriptcommissie groen licht, dan kan de promotor het manuscript goedkeuren. Is er een discrepantie tussen het oordeel van de commissie en de promotor, dan opent de decaan het overleg om tot een oplossing te komen.

Artikel 13

Het proefschrift

In aansluiting op de desbetreffende wettelijke bepaling wordt naast de wetenschappelijke verhandeling in de vorm van een boek of een verzameling artikelen nu ook de mogelijkheid van het proefontwerp genoemd.

Artikel 14 Vermenigvuldiging proefschrift Pas na de (definitieve) goedkeuring door de promotor, kan tot vermenigvuldiging worden overgegaan waarbij de voorschriften genoemd in artikel 15 in acht worden genomen. De voorschriften voor de vermenigvuldiging van het proefschrift zijn in het geval van een proefontwerp van overeenkomstige toepassing op de bijbehorende wetenschappelijke verantwoording en documentatie.

Artikel 15 Voorschriften betreffende de vermenigvuldiging De richtlijnen voor het titelblad zijn door het college van decanen vastgesteld.

24


Artikel 17 Inleveren exemplaren proefschrift Tegemoetkoming drukkosten De promovendus ontvangt van de secretaris van het college van decanen een schriftelijke verklaring met daarin vermeld het aantal exemplaren dat aan de secretaris is verstrekt. Deze verklaring kan tezamen met de ontvangstbevestiging van de ub-repository bij het faculteitsbureau worden ingeleverd ten behoeve van een tegemoetkoming in de drukkosten. De decaan ziet er op toe dat de vergoeding wordt toegekend conform de daarvoor geldende regeling.

Repository De promovendus is gehouden uiterlijk één maand voor de promotie een digitale versie van het manuscript bij de universiteitsbibliotheek in te leveren ten behoeve van opname in de repository. De elektronische versie wordt op of kort na de dag van de promotie toegankelijk gemaakt op het internet. Een beschrijving van de procedure voor de elektronische versie is te vinden op www.ru.nl/ubn. De promovendus krijgt een ontvangstbevestiging.

Artikel 18 Kennisgeving Circa één week voor de promotiedatum ontvangen alle betrokkenen bericht omtrent de definitieve samenstelling van de promotiecommissie. De promovendus verdedigt het proefschrift in een openbare zitting ten overstaan van de promotiecommissie.

Artikel 19 Academische zitting Voertaal Toestemming voor het voeren van een andere taal wordt door de rector magnificus verleend indien een zinvolle discussie tijdens de promotiezitting voldoende gewaarborgd is.

Audiovisuele middelen Tijdens de presentatie van een samenvatting van het proefschrift bij aanvang van de zitting mag de promovendus gebruik maken van audiovisuele hulpmiddelen.

25


Verder zijn tijdens de zitting hulpmiddelen alleen toegestaan voor zover dat voor de verdediging noodzakelijk is. De promovendus kan bij de secretaris van het college van decanen een verzoek hiertoe indienen.

Fotograferen, film- of geluidsopnamen Voor fotograferen, filmen, het maken van geluidsopnamen en dergelijke tijdens de zitting, bestemd voor privédoeleinden, is toestemming nodig van de secretaris van het college van decanen. Voor opnamen bestemd voor radio of televisie is schriftelijk toestemming nodig van de rector magnificus.

Toegang kinderen tot de promotieplechtigheid Kinderen tot acht jaar hebben geen toegang tot een academische plechtigheid.

Artikel 20 en 23 promotiecommissie en cum-laudecommissie De promotiecommissie bestaat uit de rector magnificus, promotor(en) de leden van de manuscriptcommissie en eventueel ook andere leden. In meerderheid bestaat de promotiecommissie uit hoogleraren, daaronder begrepen emeriti en oud-hoogleraren. Indien een iudicium cum laude wordt overwogen, wordt een cum-laudecommissie ingesteld bestaande uit de leden van de manuscriptcommissie en twee hoogleraren afkomstig van andere universiteiten. Het voorstel daartoe wordt ingediend bij de decaan. Bij beantwoording van de vraag of, naar nationale en internationale maatstaven gemeten, sprake is van excellente wetenschappelijke kwaliteit, wordt onder meer gelet op: • aantoonbare meerwaarde voor het vakgebied in de zin van theorievorming en wezenlijk nieuwe inzichten; • hoge mate van zelfstandigheid waarmee het onderzoek is uitgevoerd; en • uitstekende schriftelijke presentatie en verdediging.

Artikel 21 Joint degree en double degree Bij een joint degree dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de (gezamenlijk) te verlenen graad en het getuigschrift. Waar het om gaat is of de participerende universiteiten één gezamenlijk doctoraat (joint degree) of ieder een eigen doctoraat (double degree) willen verlenen. Ook bij één gezamenlijk doctoraat is het denkbaar dat de promovendus van ieder der participerende universiteiten een afzonderlijk getuigschrift ontvangt, waarbij dan wel de samenwerking op ieder getuigschrift tot uiting dient te komen. De voorzitter van het college van decanen dient toestemming te verlenen voor vormgeving van de uit te reiken bullen.

26


Artikel 25 Procedure verlenen graad doctor honoris causa Ter gelegenheid van de Dies Natalis kunnen universitaire of facultaire eredoctoraten worden verleend. In de regel wordt ter gelegenheid van een reguliere Dies Natalis slechts één universitair of facultair eredoctoraat verleend. Ter gelegenheid van een lustrumviering worden in de regel één universitair en drie facultaire eredoctoraten verleend. De rector magnificus neemt het initiatief voor de verlening van een universitair eredoctoraat. Elke decaan is gerechtigd namens het faculteitsbestuur een kandidaat voor een facultair eredoctoraat voor te dragen. Het college van decanen benoemt een commissie die adviseert over de voorstellen. Het besluit van het college van decanen wordt ter goedkeuring aan het college van bestuur voorgelegd.

27


28

b i j l a g e n b i j p r o m o t i e r e g l e m e n t, r i c h t l i j n e n e n t o e l i c h t i n g

Bijlage 1

Aanmelden/registratie Hora Est

Voor de registratie van promoties wordt gebruik gemaakt van het digitale systeem Hora Est. De promovendus dient zich zo spoedig mogelijk via dit systeem te registreren bij het betreffende faculteitsbureau. Zie voor adressen horaest: www.ru.nl/promovendi/promotiezaken/registratie

29


Bijlage 2

Proefschrift

Titelpagina voorzijde

Titel Ondertitel (eventueel)

Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnificus, volgens besluit van het college van decanen in het openbaar te verdedigen op …...., om ..... uur precies * door .......... ** geboren op*** te .........…****

* datum, maand, jaar, tijdstip ** voornamen voluit, gevolgd door de achternaam *** datum, maand, jaar **** geboorteplaats

30


Bijlage 2

Proefschrift

Titelpagina achterzijde

Op de achterzijde van het titelblad wordt vermeld: Naam promotor(en) Naam copromotor(en) Indien promotor(en) of copromotor(en) van elders komen, dient de universiteit van herkomst of werkkring te worden vermeld. Namen leden van de manuscriptcommissie Indien een lid van de manuscriptcommissie van elders komt, dient de universiteit of het instituut van herkomst te worden vermeld. Op het titelblad kan worden vermeld dat een proefschrift tot stand is gekomen in samenwerking met een onderzoeksinstituut; in voorkomende gevallen moet een voorstel daartoe aan de decaan worden voorgelegd. Aan de voet van de pagina: de naam van de uitgever en de plaats van uitgave. Dit fomulier vindt u ook op: www.ru.nl/promovendi/reglement

31


Bijlage 3

Protocol promotiezitting

Vooraf In een bijeenkomst van de promotiecommissie, twintig minuten voorafgaand aan de openbare zitting regelt de (fungerend) rector, na overleg met de promotor, de volgorde en de tijdsduur van de opposities. Aanwijzingen voor de promovendus Voordat het cortège de promotiezaal betreedt, staat de promovendus vóór het podium met de beide paranimfen naast zich. Zodra de leden van de promotiecommissie en eventueel overige hoogleraren hun plaatsen in de corona staande hebben ingenomen, neemt de promovendus plaats achter de katheder. Daarna opent de fungerend rector magnificus staand de zitting met gebed en geeft het woord aan de promovendus, die de volgende openingstekst uitspreekt: Met toestemming van het college van decanen wil ik ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit mijn proefschrift, getiteld ..............., in het openbaar verdedigen. Vervolgens geeft de promovendus een samenvatting van maximaal tien minuten van de inhoud van de dissertatie. Hij sluit de samenvatting af met de woorden: Na deze samenvatting van mijn proefschrift gegeven te hebben, geef ik het woord terug aan u, rector. Vervolgens verleent de fungerend rector magnificus het woord aan de opponenten. De promovendus antwoordt na elke oppositie. Bij het antwoord spreekt de promovendus de opponerende hoogleraren en de overige opponenten aan met hooggeleerde opponent, respectievelijk hooggeachte opponent. De promotor wordt aangesproken met hooggeleerde promotor. Eén uur na aanvang van de openbare zitting treedt de pedel de promotiezaal binnen en zegt Hora Est... De rector verzoekt dan de promovendus de slotzin uit te spreken. De promovendus zegt daarop: Na de verdediging van mijn proefschrift naar vermogen te hebben volbracht, dank ik u, rector, en u, hooggeachte promotor(en)en copromotor(en), alsmede allen die deze plechtigheid met hun aanwezigheid hebben vereerd.

32


De rector schorst vervolgens de vergadering. De promovendus blijft achter de katheder staan totdat de promotiecommissie de promotiezaal heeft verlaten. De promovendus zorgt dat hij zich vóór het podium bevindt op het moment dat de promotiecommissie van de beraadslaging terugkeert. Zodra de leden van de promotiecommissie en de overige hoogleraren hun plaatsen staande in de corona hebben ingenomen, gaat de promovendus achter de katheder staan. De rector doet mededeling van het besluit dat de promotiecommissie namens het college van decanen heeft genomen over de verlening van het doctoraat. De rector verzoekt de promotor uitvoering te geven aan dit besluit. De promotor leest staande de promotieformule voor en reikt vervolgens de doctorsbul uit. De uitreiking vindt plaats in het midden van het podium. De nieuwe doctor neemt de doctorsbul in ontvangst en neemt daarna weer plaats achter de katheder. Na de uitreiking gaat de promotiecommissie zitten en wordt de gepromoveerde vervolgens staand toegesproken door de promotor of co-promotor (de laudatio). Na de laudatio feliciteert de rector de promovendus namens het college van decanen. Vervolgens gaan de leden van de promotiecommissie en de overige hoogleraren staan. De rector sluit de zitting met gebed. Aanwijzingen voor de rector en voor de promotor Voorzitter is de fungerend rector. Dit kan zijn: • de rector magnificus; • de decaan van de betrokken faculteit; • de decaan van een andere faculteit; • een door de decaan van de betrokken faculteit aangewezen gewoon hoog leraar of emeritus hoogleraar. Nadat de hoogleraren en overige leden van de promotiecommissie hun plaats staande in de corona hebben ingenomen, opent de rector als volgt: Overeenkomstig de gebruiken aan deze universiteit open ik deze academische zitting met gebed: Spiritus Sancti gratia illuminet sensus et corda nostra, (Wij bidden, dat de Heilige Geest ons verstand en hart verlicht.)

33


Gaat u zitten. Ik heet u welkom bij de openbare verdediging van het proefschrift van ….. Mijn naam is ….., en ik vervang vandaag de rector magnificus. Nadat de commissie is gaan zitten, zegt de rector: Ik geef het woord aan de promovendus De promovendus spreekt de openingswoorden uit en geeft een samenvatting van maximaal tien minuten van de inhoud van zijn dissertatie. De rector bedankt de promovendus, geeft kort uitleg over hoe een promotietraject uitmondt in de verdediging en verleent vervolgens het woord aan de opeenvolgende opponenten, na deze kort te hebben voorgesteld aan het publiek met de zin: het woord is aan de hoogleraar .................... of het woord is aan ................... Aanspreektitel voor degene die de doctorsgraad wenst te verwerven: Geachte promovendus, De promovendus antwoordt na elke oppositie. De rector ziet erop toe, dat de voor de opposities vastgestelde tijdsduur niet wordt overschreden. Nadat het einde van de verdediging is aangekondigd door de pedel met de woorden: Hora Est, sluit de rector de verdediging met de woorden: De verdediging is hierbij gesloten. Ik geef nog eenmaal het woord aan de promovendus. De promovendus spreekt nu de slotzin uit en de voorzitter schorst daarna de openbare zitting met de woorden: De promotiecommissie trekt zich terug voor de beraadslaging. Bij de beraadslaging verleent de rector achtereenvolgens het woord aan: • de promotor; • de copromotor; • indien wordt voorgesteld de graad met het iudicium cum laude te verlenen, aan de cum-laudecommissie (zie hiervoor artikel 23 van het reglement); • de leden van de promotiecommissie.

34


In geval van de beraadslaging over cum laude is de promotiecommissie uitgebreid met de leden van de cum-laudecommissie. Het iudicium cum laude kan niet worden verleend indien meer dan één lid van de promotiecommissie tegenstemt. De beraadslaging duurt ten hoogste 15 minuten. De gehele promotiecommissie blijft bij terugkeer in de corona staan. De rector, deelt het besluit van het college van decanen mede met de volgende zin: Het college van decanen van de Radboud Universiteit Nijmegen heeft besloten u de graad van doctor toe te kennen.Ik verzoek de hoogleraar....................., zich te kwijten van de hem opgedragen taak. De promotor spreekt staande de volgende woorden uit: In naam des Heren. Uit kracht van de bevoegdheid op grond van de wet aan het college van decanen toegekend, verklaar ik bij deze u ................................... geboren te .. ....................................., te bevorderen (eventueel geboren te…………, wegens bijzondere verdiensten cum laude , te bevorderen) tot doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hiermee gelden voor u alle rechten en plichten ten aanzien van de wetenschap en samenleving die door wet of gewoonte daaraan verbonden zijn. Ten bewijze hiervan wordt de doctorsbul, door voorzitter, promotor(en) en copromotor(en) ondertekend, u bij deze overhandigd. De promotor verlaat zijn plaats in de corona en overhandigt de door de pedel aangereikte doctorsbul aan de nieuwe doctor. De overhandiging vindt plaats in het midden van het podium. Daarna neemt de nieuwe doctor weer plaats achter de katheder. De promotor neemt zijn plaats in de corona in en nadat eenieder is gaan zitten spreekt de promotor of copromotor de laudatio uit (maximaal acht minuten). De voorzitter feliciteert aansluitend op de laudatio de doctor en zijn familie namens het college van decanen. Vervolgens verzoekt de voorzitter eenieder te gaan staan en beëindigt de plechtigheid met gebed: Gratias tibi agimus, omnipotens Deus, pro omnibus beneficiis tuis. Qui vivis et regnas per omnia saecula saeculorum. (Almachtige God, wij danken U voor Uw weldaden, U, die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen).

35


Voorafgegaan door de pedel, verlaten de hoogleraren en gepromoveerd deskundigen met de nieuwe doctor de promotiezaal. De volgorde van het cortège: pedel, voorzitter, nieuwe doctor, promotor, copromotor, hoogleraren en gepromoveerd deskundigen.

36


Bijlage 4

Het protocol bij doctoraat honoris causa

Ter gelegenheid van de Dies Natalis kunnen universitaire of facultaire eredoctoraten worden verleend. Het protocol voor de zitting De rector magnificus leidt de erepromotie in met de woorden: Thans zal worden overgegaan tot de toekenning van het eredoctoraat aan ….., waartoe het college van decanen, op voordracht van de Faculteit der …., met goedkeuring van het college van bestuur, heeft besloten. Ik verzoek de hoogleraar……………. door het college van decanen als promotor benoemd, zich te kwijten van de hem/haar opgelegde taak. In naam des Heren. Uit kracht van de bevoegdheid op grond van de wet aan het college van decanen toegekend, verklaar ik bij deze u……………het doctoraat honoris causa……………………………..te bevorderen tot doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hiermee gelden voor u alle rechten en plichten ten aanzien van de wetenschap en samenleving die door wet of gewoonte daaraan verbonden zijn. Ten bewijze hiervan wordt de doctorsbul, door voorzitter, promotor(en) en copromotor(en) ondertekend, u hierbij overhandigd. Bij toekenning van een universitair eredoctoraat zal in de regel de rector magnificus als erepromotor optreden.

37


Bijlage 5

Mores promotieplechtigheid

Kledingadviezen voor de zitting Leden van de promotiecommissie en andere aanwezige hoogleraren in het cortège: • voor hoogleraren: toga; • voor niet-hoogleraren: aan de gelegenheid aangepaste kledij. Dit houdt in dat de kleding zoveel mogelijk dient aan te sluiten bij de kleuren zwart en wit. Promovendus en paranimfen: • man: rokkostuum of kostuum, overhemd en das en/of traditionele kleding. Geen vrijetijdskleding en/of vrijetijdsschoenen. • vrouw: aan de gelegenheid aangepaste kleding en/of traditionele kleding. Geen vrijetijdskleding en/of vrijetijdsschoenen.

Aanspreektitels Men wordt verzocht elkaar te vousvoyeren. Hoogleraar: hooggeleerde opponent. Gepromoveerd deskundige: hooggeachte opponent. De promovendus wordt aangesproken met geachte promovendus / geachte promovenda.

Aanwijzingen voor de rector De rector opent de zitting staand (met baret af) met gebed en nodigt eenieder uit te gaan zitten. • Aan opponenten die niet verbonden zijn de aan de Radboud Universiteit wordt een bijzonder woord van welkom gericht. • De rector licht toe dat promotor(en) en copromotor(en) niet opponeren. • De rector stelt elke opponent voor en vermeldt instelling, functie en wetenschapsgebied van de betreffende persoon. • De rector ziet er op toe dat de voor de opposities vastgestelde tijdsduur niet wordt overschreden. • Na de overhandiging van de bul aan de doctor verzoekt de rector de aanwezigen om te gaan zitten. • De rector kondigt aan wie de laudatio uitspreekt. •

De rector feliciteert de doctor namens het college van decanen, verzoekt de aanwezigen te gaan staan en sluit de zitting met gebed.

38


Oppositie Twintig minuten voorafgaand aan de openbare zitting regelt de rector, na overleg met de promotor, de volgorde en de tijdsduur van de opposities. • Opponenten stellen in de regel maximaal twee vragen. • Opponenten worden verzocht geen oordeel te geven over het proefschrift tijdens de verdediging. • Opponenten die niet verbonden zijn aan de Radboud Universiteit worden, na de leden van de manuscriptcommissie, als eersten in de gelegenheid gesteld de vragen te stellen.

Inlichtingen Nadere inlichtingen kunnen ingewonnen worden bij de secretaris van het college van decanen/bureau van de pedel: de heer mr. N.G.H. Bouwman Comeniuslaan 2 6525 HP Nijmegen Tel. +31 24 361 61 36 / 361 21 84 / 361 59 68 E-mailadres: [email protected]

39


40

Promotiereglement van de Radboud Universiteit

Recommend Documents