PROJECTVERANTWOORDING VAN DE STICHTING “NO ESTAS SOL@” VOOR STRAATKINDEREN EN –JEUGD, COCHABAMBA, BOLIVIA - 2012 INLEIDING Onze Stichting “No Estás Sol@” (“Je bent niet Alleen”) hier in Cochabamba, Bolivia, werkt al een aantal jaren met straatkinderen en -jeugd hier in de stad. Het is werk wat heel erg moeilijk is, waar heel veel energie in gaat zitten, en waar je steeds de zaken van de positieve kant moet blijven bekijken. Het is gemakkelijk om altijd maar de problemen te zien en de dingen die níét lukken, maar wij proberen de zaken positief te benaderen en te kijken naar de resultaten die we hebben, de dingen die wél lukken, ook al zijn ze soms klein, en ook al lijkt het niet veel. Iets wat in onze ogen heel erg klein is, kan een enorm grote verandering betekenen in het leven van iemand anders. We zien dat heel erg vaak. Belangrijk is daarbij voor ons dat we uitgaan van onze Christelijke normen en waarden. We houden de woorden van Jezus Christus in gedachten wanneer Hij zegt dat alles wat we doen voor de minsten, voor de allerarmsten, voor de zieken, voor de gevangenen, etc., dat alles doen we voor Hem. We moeten niet alleen preken in de Kerk, we moeten ook in de praktijk brengen wat Hij van ons verlangt: geloof zonder werken is niet voldoende. Het is gemakkelijk om te zeggen dat het niets uithaalt om te werken met kinderen en jongeren die op straat wonen en werken, dat ze tóch nooit zullen veranderen, dat er geen oplossing is, dat ze nooit van de straat zullen komen, etc. Ikzelf kom ook op bezoek in de gevangenissen en in de vrouwengevangenis heb ik wekelijks een Eucharistieviering; velen van hen zitten niet voor de eerste keer in de gevangenis en ze zijn soms gehard door hun leven; maar juist daarom is het zo belangrijk om daar naar toe te gaan en om hen een positieve boodschap te geven, hen te laten zien dat er wél een andere weg is, dat er wél mensen zijn die van hen houden, dat er wél andere mogelijkheden zijn. Bij de straatkinderen en –jeugd is het niet anders; ook zij voelen zich door God en alleman verlaten en in de steek gelaten, ze denken dat er niemand is die iets om hen geeft, dat er geen andere weg of andere mogelijkheden voor hen zijn. Daarom moeten wij er voor hen zijn om hen te laten zien dat God en wij wél van hen houden, wél om hen geven, en dat we hen een kans willen geven om opnieuw te beginnen; en niet zomaar één kans, maar zoveel kansen als ze willen: wij geven niet op met hen en God doet dat ook niet. Wij beschouwen hen als gelijken, als mensen die net zoveel voor ons betekenen als wie dan ook. Er is voor God geen verschil tussen iemand op straat of iemand in de gevangenis en iemand die misschien miljonair of heel beroemd is of iemand die het heel ver heeft geschopt in het leven. Met deze instelling proberen wij steeds te werken: met geloof en hoop en liefde, en wetende dat voor God niks onmogelijk is, dat er wonderen kunnen gebeuren, ook in de levens van kinderen en jongeren op straat. En we hebben dat vaak gezien; we zien de problemen, we zien de tegenvallers en tegenslagen, maar we zien ook de vooruitgang, de grote veranderingen in de levens van een aantal mensen met wie we werken. En dát geeft ons de kracht om door te gaan, wetend dat Hij naast ons staat en dat we Zijn werk doen. Er zijn duizenden kinderen en jongeren op straat, en we zullen echt niet alle problemen oplossen, maar als wij ons steentje kunnen bijdragen, dan is dat zeker de moeite waard.
Ik zal hieronder verslag doen van een aantal van de activiteiten die wij hebben gehad in onze Nachtopvang in de maanden maart tot en met augustus van dit jaar. Daarnaast zal ik foto’s sturen van een aantal van die activiteiten, van het werk dat we steeds met hen proberen te doen. Ik vernoem bij elke maand alleen een paar van de zaken die er voor ons uitsprongen in die maand, zowel in negatieve als in positieve zin; en op het eind noem ik een aantal zaken die volgens ons goed zijn geweest in die zes maanden en andere zaken die niet zo goed zijn geweest. Het is maar een kleine greep en het zijn maar kleine onderdeeltjes; het leven van elk van deze personen is vaak zó gecompliceerd en je zou bijna over iedereen een boek kunnen schrijven, in hun geval vaak met alle lijden en ellende die ze hebben meegemaakt, met de redenen waarom ze op straat zijn gekomen, de vreselijke toestanden dikwijls in hun families, etc. Wij zíén natuurlijk al die problemen, maar denken dat het belangrijker is om te zoeken naar oplossingen en niet alleen stil te blijven staan bij de problemen die er zijn. We hebben normaalgesproken per maand contact met gemiddeld zo’n dertig kinderen en jongeren op straat, in totaal in die zes maanden bijna 180. Min of meer tweederde zijn jongens en jongemannen en één derde zijn meisjes en jongedames; dat is simpelweg omdat er méér jongens dan meisjes op straat leven en werken. Zoals eerder gezegd in andere verslagen: het zou gemakkelijk zijn om met grote aantallen te werken of in elk geval te doen alsof…. Maar wij zijn er altijd van overtuigd geweest dat het méér zinvol is om met kleine aantallen te werken: alleen op die manier heb je een kans om aan elke persoon voldoende aandacht te besteden. Wij kunnen de wereld niet veranderen, maar tóch: als wij een klein beetje doen en andere mensen doen dat ook, dan kunnen we samen met Hem tóch de wereld veranderen en een paar kleine wondertjes doen. Maar om een huis/nachtopvang te hebben met 100 kinderen en jongeren, dat zien we niet zitten, want dan wordt het gewoon een soort opslagplaats voor de nacht en dat willen we niet. Als we met dertig mensen per maand contact hebben, dan raken we velen van hen op de een of andere manier en veranderen velen van hen, ook al is het maar een klein beetje, door de aandacht en de liefde die ze krijgen. Ik sta er dan ook altijd versteld van hoeveel mensen ons kennen en hoeveel mensen je tegenkomt die gewoon een keer “bedankt” komen zeggen!! In maart is één van de mensen die we op straat kenden, Mauricio Lizerazu, gestorven onder één van de bruggen. Altijd een tragedie en we komen het maar al te vaak tegen. Dikwijls moeten we dan de zaken regelen zodat zo iemand een begrafenis kan hebben. We zijn in maart ook begonnen te werken met andere groepen in de stad, d.w.z. met andere groepen straatkinderen en –jeugd; men kent die groepen meestal vanwege de straat/brug/parkje waar ze verblijven; één van de uitdagingen is voor ons om te zorgen dat de rivaliteit die er tussen die groepen is minder wordt. Deze twee groepen staan bekend als “Costanera” (een stuk van de weg langs de rivier) en de groep 25 de Mayo, de groep die op die straat verblijft. Deze laatste groep komt soms niet naar de nachtopvang omdat ze door ouderen in de groep min of meer gedwongen worden op straat te blijven, voor drugs en diefstal. Dikwijls is het vanwege de rivaliteit tussen de groepen niet mogelijk om meerdere groepen samen te hebben in de nachtopvang en dikwijls werken we op verschillende nachten met verschillende groepen. Speciale activiteiten die we hebben gedaan met hen in maart zijn o.a. geweest over hoe man en vrouw dezelfde rechten hebben (met de groep van de Avenida América)(belangrijk in
Bolivia ook vanwege de achterstelling van de vrouw op veel gebieden, de discriminatie), een video en gesprek over de groei van de baby tijdens de zwangerschap en hoe het gebruik van drugs die groei negatief beïnvloedt (met de groepen van de Avenida América en van de Costanera), het eten van fruit dat goed is om de effecten van drugsgebruik tegen te gaan (desintoxicatie) (ook met de groep van de Avenida América) en een een activiteit over hoe gezond het is om fruit te eten (met de groep van de Costanera). In april 2012 hebben we de groepen van de straat 25 de Mayo en de Costanera vaak samen kunnen voegen, omdat ze op straat een goede relatie hebben samen. We hebben ook officieel geklaagd bij regeringsinstanties over de aanwezigheid van babies en hele kleine kinderen op straat. Met de buren van de Nachtopvang hebben we een vergadering gehad over het werk dat door ons wordt gedaan; vaak snapt men het niet en is het belangrijk om een goede relatie met de buren te onderhouden en met hen zo af en toe een vergadering te organiseren. Het personeel begon in april ook om alle papieren bij elkaar te brengen om de regering te vragen om onze officiële vergunning voor het functioneren van de Nachtopvang te verlengen. Wij hebben als één van de weinige organisaties zo’n officiële vergunning en die moet je zo nu en dan verlengen en daar zijn we nu mee bezig; dat duurt meestal máánden…. We hebben in april gezocht naar een psycholoog/psychologe of een therapeut(e) die een jongen kon begeleiden die zelfmoordneigingen had op straat. De jongen is met de therapie begonnen. In april hebben we o.a. als activiteiten gehad het vieren van de verjaardag van één van hun leiders in de straat 25 de Mayo, Miguel Salazar, en we hebben met diezelfde groep van de 25 de Mayo ook gesproken over het belang van “Schone Handen” (in alle betekenissen van het woord…). Het is belangrijk om van zo’n leider een verjaardag te vieren; die zijn vaak ouder en als je hen niet meekrijgt, dan komen de jongere kinderen ook niet. In de maand mei is helaas één van de jongeren op straat, Edgar Medrano, overleden; het is soms niet duidelijk of het dan gaat om moord of om zelfdoding. We hebben in mei ook officieel protest ingediend over een relatie in een andere instelling tussen iemand van het personeel en één van de meisjes van de straat. We voelen dat we dat steeds moeten doen als er zoiets gebeurt. We hebben in die maand ook gewerkt aan een special programma dat we gaan uitvoeren met echtpaartjes van de straat; er zijn veel jongens en meisjes die op straat beschouwd worden als echtpaar en ook zo leven, en we willen daar op een byzondere manier aandacht aan besteden en hun problemen apart bekijken. Er zijn in deze maand ook een aantal mensen terug te zien op straat die een tijdje in een of ander tehuis hebben doorgebracht, maar die tóch weer terugkomen op straat. Wij kunnen niet met iedereen werken en in andere instellingen hebben ze vaak te weinig ervaring om met deze bevolking te werken en stellen hen eisen die niet realistisch zijn. In de maand mei hebben we met de groep van de Avenida América gesproken over AIDS en HIV-positive, met de groep van de Costanera over het gebruik en misbruik van drugs, met de groep van de Avenida América over het behandelen van kleine wonden (die ze heel vaak hebben als gevolg van vechtpartijen en geweld van de politie – als het ernstiger is, begeleiden we hen om hun weg te zoeken in het ziekenhuis), en we hebben een algemene vergadering gehad met de groepen van de Costanera en de Straat 25 de Mayo. In de maand juni zijn we verdergegaan met het voorbereiden van alle documenten die we nodig hebben voor een verlenging van de officiële toestemming die we van de regering
moeten hebben en we hebben ons ook voorbereid op een bezoek van hen; vóórdat ze toestemming geven komen ze ook minstens één keer op inspectie; wij hebben van hen die officiële toestemming eerder gehad omdat zij, evenals andere instanties, ervan overtuigd zijn dat wij met de Nachtopvang ervoor zorgen dat er minder kinderen en jongeren op straat zijn. Met het personeel werd ook besloten om te gaan werken met de groep kinderen en jongeren die onder de brug “Quillacollo” woont; de meesten van hen zijn kinderen of in elk geval vrij jong. We hebben wat problemen gehad met een paar mensen die naar de Nachtopvang kwamen en die nogal gewelddadig waren naar het personeel, maar dat werd weer opgelost. De groep van de Costanera kreeg extra aandacht, o.a. door het vieren van de verjaardag van één van hun leiders, Juan Toconas. We kunnen niet de verjaardag van iedereen vieren, omdat we niet weten wanneer ze geboren zijn en vaak weten ze het zelf ook niet…. Het zou ook veel te kostbaar worden. Samen met de groep van de Avenida América heeft het personeel grote schoonmaak gehouden in de Nachtopvang. Met de groep van de Avenida América werd een gesprek gehouden over het gebruik van drugs en/of alcohol en het geweld dat daardoor kan worden veroorzaakt. Met de groep van de brug “Quillacollo” werd gesproken over de minimum voorwaarden om in de Nachtopvang te verblijven (bv. geen drugsgebruik, geen geweld, respect voor elkaar, etc.). In de maand juli heeft het personeel deelgenomen aan een algemene vergadering die werd georganiseerd door de regering over hoe te werken met kinderen en jongeren van de straat – waarschijnlijk hebben zij méér geleerd dan ons personeel, omdat zij méér theorie dan praktijk kennen, maar men steekt er altijd wat van op en het is belangrijk om dat contact te hebben. Na heel veel moeite te hebben gedaan en heel veel te praten met hen, zijn het echtpaar van de straat Mabel en David begonnen met de nachtopvang te bezoeken. Er is onzekerheid in de groep van de Costanera omdat hun leidster Gabriela besluit om met haar partner en haar dochtertje een kamer te huren en niet meer op straat te blijven, omdat ze bang zijn dat ze hun dochtertje in een tehuis zullen plaatsen. Als een leider/leidster verdwijnt, is het altijd even zoeken tot iemand anders wordt geaccepteerd als nieuwe leider/leidster. We zijn bezorgd over het grote aantal kleine kinderen op de Avenida América en zoeken een tehuis waar ze eventueel welkom zouden zijn… Niet veel mensen die écht met kinderen van de straat willen werken; wel in naam, maar in de praktijk is het vaak niet zo. Samen met het ‘echtpaar’ van de straat Mabel en David hebben we een activiteit met de andere kinderen en jongeren gehad over het belang van gelijkheid van man en vrouw. Ook werd er met de groep van de Avenida América gesproken over de schade die alcohol aan kan richten in je lichaam. In de maand augustus verstuurden we brieven naar een groot aantal organisaties die in theorie of in de praktijk werken met kinderen en jongeren op straat om hen uit te nodigen tot samenwerking. We verstuurden ook de laatste documenten die ze ons hebben gevraagd voor de verlenging van de officiële toestemming om een Nachtopvang te runnen. We wachten nog steeds op antwoord, maar dat is normaal hier. We dienen officieel een klacht in over het geweld dat één van de mensen van de straat, “Chacho”, gebruikt tegenover zijn partner Roxana en waaraan zij zware verwondingen overhoudt. Ook hebben we officieel geklaagd over een beveiligingsagent die geweld gebruikte tegenover Javier, één van ‘onze’ straatkinderen. We blijven, o.a. met de groep van de Avenida América werken aan het belang van gelijkheid tussen man en vrouw. We praten met iedereen hoe beter hun vrije tijd
te besteden, wat ze allemaal kunnen doen. En, zoals altijd, werken we met iedereen aan de schoonmaak van het huis en het klaarmaken van het eten dat zij krijgen. WAT HEBBEN WE BEREIKT IN DEZE MAANDEN – ENKELE ‘SUKSESJES’. -
-
-
-
-
We hebben vermeden dat Alexandra terug zou vallen in de drugs en in het leven op straat en ze woont nu weer gewoon thuis met haar dochtertje Brittany… Zulema kwam terug op straat en zat/woonde onder één van de bruggen, gebruikte alcohol en was aan het lijm snuiven. Maar ze is enkele dagen op de Nachtopvang geweest en daarna teruggegaan naar haar partner Alejandro en hun kind Victorino, en is weer aan het werk gegaan. Abel Tancara had ook een terugval, maar na een paar dagen in de Nachtopvang besloot hij om naar het Centrum Reencuentro te gaan waar ze hem verder zullen helpen – zijn eigen besluit. Isabel Felipes en Karen Vargas die steeds naar de Nachtopvang kwamen zijn nu al meer dan drie maanden in een tehuis. Danny Vargas en zijn partner Carmen zijn nu al vier maanden in een tehuis, na een tijd vaak in de Nachtopvang te zijn geweest. Gabriela (eerder vernoemd) en haar partner Juan Toconas leven un al meer dan drie maanden met hun dochtertje in een kamer in de stad. Twee kinderen van Viki zijn nu in het tehuis San José omdat ze op straat in gevaar waren. Uiteraard met toestemming van Viki. Het echtpaar Mabel en David zijn in behandeling gegaan voor hun ziektes, hebben volledige behandelingen ondergaan, zodat zij nu een stuk gezonder zijn wat ook een stuk beter is voor de baby die ze verwachten. Patty en Ramiro woonden voorheen constant op straat, maar nu gaan ze meestal terug naar het huis van Ramiro, samen met hun kind – een stapje in de goede richting. Mensen die eerder in de Nachtopvang waren en die nu in tehuizen zijn: Juan Coca, Luis Luna, Jorge, Roberto Mamani, Jherry Zanca, Luis Yauri, Jhon Perez, Alex, etc.
Dit zijn een aantal van de positieve zaken die zijn gebeurd, en zo zijn er wel meer; vaak is het een lang proces, maar we bereiken dingen, we geven niet op, en samen met Hem kúnnen we wat bereiken. Niet alles is positief. Zo was er o.a. de dood van twee mensen die we goed kenden en die ook bij ons zijn geweest in de Nachtopvang. Soms besluiten mensen om voorgoed op straat te blijven, ze krijgen problemen met de gezondheid en zijn dan vaak eigenlijk te oud om bij ons te komen… En ook is het weer moeilijk om dan “nee” te zeggen en dan helemaal niks te doen… Het werken met de groep van de brug “Quillacollo” is nog moeilijk, maar we blijven het proberen. De samenwerking met andere organisaties is nog niet wat we zouden willen, maar ook daar blijven we aan werken. We hopen U hiermede een idée te hebben gegeven van ons werk met de kinderen en jongeren van de straat. We danken U heel hartelijk voor Uw steun en we hopen dat we samen met U dit belangrijke werk zullen kunnen en mogen doorzetten in de toekomst.
Natuurlijk rekenen we ook graag op Uw gebed. We hebben de steun van Boven heel hard nodig. Met vriendelijke groeten en de allerbeste wensen en we hopen spoedig iets van U te mogen vernemen. Graag een wederkerig gebed. Als U nog vragen heeft, dan vernemen we dat graag.
Cochabamba, 4 oktober 2012 Rev. Theo Raaijmakers Casilla 2431 Cochabamba Bolivia
[email protected]