Projectplannen Doelmatig waterbeheer Hart van Brabant, 2013-2020 Inhoudsopgave
Projectplan 1 Projectplan 2 Projectplan 3 Projectplan 4 Projectplan 5 Projectplan 6 Projectplan 7 Projectplan 8 Projectplan 9 Projectplan 10 Projectplan 11 Projectplan 12 Projectplan 13 Projectplan 14 Projectplan 15 Projectplan 16 Projectplan 17 Projectplan 18 Projectplan 19 Projectplan 20 Projectplan 21
Overzicht ureninzet
Gezamenlijk voorbereiden en aanbesteden meerjarencontracten Afstemming programmering projecten waterketen die geen relatie hebben met gelijktijdige aanpassingen in de openbare ruimte Samenwerkingsvorm Personele kwetsbaarheid Bestuurlijk proces Gezamenlijke uitgangspunten vGRP Meten en monitoren Eenheidsprijzen Ambtelijk proces Kostendekkingsplan Verwerking berm- en slootmaaisel Gezamenlijke hoofdpost Onderhoudsbeheerprogramma Grondwaterbeheer Onderhoud waterlopen Calamiteitenplan Communicatie Innovatie en KEnnisAgenda (IKEA) Energieopwekking Grondstoffenterugwinning Monitoring besparingen heroverweging
0.1 Projectplan Samenwerkingsvormen meerjarencontracten 1. 2.
Projectnaam Projectomschrijving
3. 4. 5. 6.
Trekker Projectteam Overige betrokkenen Datum
Samenwerkingsvormen meerjarencontracten Onderzoek naar de mogelijkheden om gezamenlijk aan te besteden bij (meerjaren)contracten Jan Peijnenburg Martin Molenschot, Nol van den Berg en Jan Peijnenburg HvBrabant Gemeenten 13-03-2013
1.
Probleemstelling Eind 2009 is er op rijksniveau een besluit genomen om samenwerking in de afvalwaterketen verder te intensiveren. Om dit te bewerkstelligen dient er een studie uitgevoerd te worden naar de mogelijkheden om bij (meerjaren)contracten meer samen te werken.
2.
Projectbegrenzing In de studie wordt alleen gekeken naar activiteiten met een repeterend karakter. Dit kunnen zowel activiteiten uit de exploitatie gelden als uit de investeringen zijn.
3.
Doelstelling Eind mei ’13 dient er duidelijk te zijn: 1. Waar mogelijkheden liggen binnen samenwerkingsvormen op gebied van meerjarencontracten; 2. Wat de voor- en nadelen zijn van het gezamenlijk aanbesteden; 3. Wat de visie binnen Hart van Brabant is met betrekking tot de aanpak ter voorbereiding op een aanbesteding; 4. Welke projecten er voor 2014 gezamenlijk worden aanbesteed en in welke samenstelling
4.
Resultaat Een lijst met mogelijke samenwerkingsvormen op gebied van meerjarencontracten en een notitie met bijbehorende voor- en nadelen van gezamenlijk aanbesteden. Tevens zal een visie worden opgesteld met betrekking tot de aanpak ter voorbereiding op een aanbesteding voor werkeenheid Hart van Brabant. Hierin zal een voorzet worden gevormd tot mogelijke samenwerking met optimale samenstelling, gevormd uit de visie. Voor 2014 zal een planning met hoeveelheden worden opgesteld waarin duidelijk is welke projecten in welke samenstelling worden aanbesteed. Vervolgens zullen de projecten afzonderlijk door de deelnemende gemeenten worden uitgewerkt. Dit valt buiten dit project. Een jaarlijkse evaluatie en afstemming tot aanbesteding in het komende jaar valt wel binnen dit project.
5.
Projectfasering en beslismomenten Project start eind augustus 2012 en is eind mei 2013 afgerond. 1. 2.
Overleg notitie Opstellen PvA
Aug 2012 Aug 2012
6. 9. 13. 18.
Opstellen lijst met mogelijke samenwerkingsvormen Opstellen notitie Opstellen Visie Opstellen planning aanbestedingen 2014 met hoeveelheden
Dec 2012 Maart 2013 April 2013 Mei 2013 + mei komende jaren
0.1 Kosten en benodigde capaciteit 1. Overleg notitie (2 x 4 uur) 2. Opstellen PvA
7.
8 2
3. 4. 5. 6.
Opstellen lijst met mogelijke samenwerkingsvormen (1*8 uur) Invullen van de lijst door alle partijen (8*2 uur) Bespreken lijst door alle partijen (8*1 uur) Definitief maken lijst (1*6 uur)
8 16 8 6
7. 8. 9.
Opstellen notitie (3*4 uur) Controle notitie door alle partijen (8*2 uur) Bijstellen notitie (3 uur)
12 16 3
10. 11. 12. 13. 14.
Vormen visie aanpak voorbereiding aanbesteding Hart van Brabant (3*4 uur) Opstellen visie (concept) (1*8 uur) Controle visie door alle partijen (8*2 uur) Bijstellen visie (3 uur) Vaststelling lijst, notitie en visie (8*1 uur)
12 8 16 3 8
15. 16. 17. 18.
Opstellen planning aanbestedingen 2014 met hoeveelheden (3*8 uur) Invullen aantallen tbv planning 2014 (8*4 uur) Bespreken planning door alle partijen (8*1 uur) Definitief maken planning (1*6 uur) Totaal te besteden uren
24 32 8 6 196 + 224
Evaluatie gezamenlijke aanbestedingen en afstemming + inplannen komend jaar (7jaren*8*4 uren) Organisatie Project wordt uitgevoerd door de gemeente Waalwijk, Tilburg en Hilvarenbeek. Terugkoppeling vindt plaats in ambtelijke werkeenheid Hart van Brabant.
8.
Communicatie (en informatie) De communicatie loopt via de ambtelijke werkeenheid. Richting de bestuurders vindt de communicatie plaats via de voorzitter van het ambtelijk overleg. Na de afronding van bovenstaande produkten, wordt ieder jaar in mei de evaluatie van gezamenlijke aanbestedingen besproken en voor het komende jaar afgestemd en ingepland.
9.
Kwaliteit Bruikbare informatie om tot een samenwerkingsverband te komen bij het aanbesteden van contracten.
10. Risico's • Beperkte inzetbare capaciteit • Onbereidwilligheid ambtenaren of bestuur voor het gezamenlijk aanbesteden van onderhoud • Het opstellen van een gezamenlijke visie vraagt om een flexibele houding van de deelnemers om tot een resultaat te komen • Het voorstel van de planning van aanbestedingen wordt vanuit de projectgroep gebracht. Rekening houdend met de visie zal er afstemming en overeenstemming moeten plaatsvinden tussen de betrokken gemeenten 11. Overige opmerkingen Na het opstellen van de jaarplanning van aanbestedingen zullen de projecten afzonderlijk door de deelnemende gemeenten worden uitgewerkt. Dit valt buiten dit project en projectteams zijn zelf verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering hiervan.
0.2 Plan van aanpak afstemming programmering projecten waterketen die geen relatie hebben met gelijktijdige aanpassingen in de openbare ruimte 1.
Projectnaam
2.
Projectomschrijving
3. 4. 5. 6.
Trekker Projectteam Overige betrokkenen Datum
Afstemming programmering projecten waterketen die geen relatie hebben met gelijktijdige aanpassingen in de openbare ruimte. Afstemming programmering van niet met openbare ruimte geïntegreerde projecten Henri van Wylick Nol van den Berg, Frans Veeke, Jan Peijnenburg, Ivo Derksen en Henri van Wylick. Ambtelijke werkgroep Hart van Brabant 6 februari 2013
1. Probleemstelling Aan de waterketen worden vanuit volksgezondheid, overlast (klimaatadaptatie) en milieu (KRW) eisen gesteld. Veel investeringen in de waterketen (ondergronds) hebben een directe link met gelijktijdige aanpassingen\herinrichting van de openbare ruimte (bovengrond). Dergelijke meestal complexe projecten vragen de nodige interne en externe afstemming. Daarnaast zijn er vele op zichzelf staande en binnen de werkeenheid Hart van Brabant vergelijkbare projecten. In dit project wordt getracht om inzicht te krijgen in de meerwaarde van het op elkaar afstemmen van de programmering van dergelijk vergelijkbare projecten. 2. Projectbegrenzing De afstemming van de programmering van de niet aan de openbare ruimte gerelateerde vervangings- en verbetermaatregelen binnen de werkeenheid Hart van Brabant. Van de planfase, via de ontwerpfase naar de realisatie- en beheerfase. 3. Doelstelling Onderzoeken en in beeld brengen wat de meerwaarde van een dergelijke afstemming is voor de componenten doelmatigheid, maatschappelijke kosten, verbeteren kwaliteit en kennisdeling. 4. Resultaat Het project moet de volgende resultaten opleveren: • Voor de verschillende fases (plan, ontwerp, realisatie en beheer) een overzicht van de meerwaarde van afstemming van de programmering; • Overzicht en kennis van de strategie die de verschillende partners hierin hanteren; • Investeringsprogramma\overzicht en voorstel hoe dit te realiseren. 5.
Projectfasering en beslismomenten
Activiteit Plan van aanpak incl. projectteam akkoord Start project • Inventarisatie investeringsprojecten • Verkennen meerwaarde afstemmen • Rapportage met concrete voorstellen Uitrol voorstellen in investeringsprogramma’s
Gereed 1 februari 2013 1 maart 2013 15 april 2013 15 juni 2013 15 augustus 2013 2014 e.v.
6. Kosten De kosten zullen met name bestaan uit de uren van de leden van het projectteam en de leden van de werkeenheid Hart van Brabant tbv aanleveren info en plenaire terugkoppeling\kennisdeling resultaten. Activiteit Start project
Uren per lid PG
Uren per lid WE HvB
0.2 • Inventarisatie investeringsprojecten • Verkennen meerwaarde afstemmen • Rapportage met concrete voorstellen Uitrol voorstellen in investeringsprogramma’s Extra uren trekker Totaal (bij PG 4 leden + WE 10 leden)
15 25 20
4 2 2 Pm
15 255 + 80 = 335 uur
7. Organisatie Trekker waterschap De Dommel (Henri van Wylick). Leden projectteam gemeente Tilburg (Sonja Immenga), gemeente Hilvarenbeek (Jan Peijnenburg) en gemeente Oisterwijk (Frans Veeke). 8. Tijd De doorlooptijd van het project is maximaal 8 maanden zodat de eerste afstemmingsmogelijkheden mogelijk al in de begrotingsrondes van 2014 kunnen worden meegenomen. 9. Communicatie (en informatie) De communicatie loopt via de ambtelijke werkeenheid en via de vertegenwoordigers van de partners werkeenheid naar de eigen organisaties. Richting de bestuurders vindt de communicatie plaats via de voorzitter van het ambtelijk overleg. Verdere verspreiding van de informatie via “viadesk” en de website www.waterrestaurant.nl 10. Risico's • Langere doorlooptijd waardoor het eindresultaat niet direct kan worden meegenomen in de begrotingsrondes voor 2014. • Resultaat van inventarisatie valt tegen waardoor al direct kan worden geconcludeerd dat voortzetten project geen meerwaarde heeft. • Individuele bereidheid om resultaten van dit project te implementeren. 11. Raakvlak met andere projecten/vastgesteld beleid In elk geval raakvlak met project “gezamenlijk aanbesteden beheercontracten”, “ heroverweging verbetermaatregelen” en inkoopbeleid van betrokken partijen. 12. Overige opmerkingen ntb
0.3 Plan van aanpak samenwerkingsvorm 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Projectnaam Projectomschrijving Trekker Projectteam Overige betrokkenen Datum
Samenwerkingsvorm Petra Mackowiak Werkeenheid HvB Management 12 maart 2013
1. Probleemstelling De werkeenheid HvB is aan de slag gegaan met het motto 'structuur volgt inhoud'. Op basis van de eerste inventarisatie van het besparingspotentieel is in de tussenrapportage een aanzet gegeven voor de verdere samenwerking. Een van de punten die nader uitgewerkt moet worden is de gewenste organisatievorm van de samenwerking. Specifieke aandacht moet daarbij worden gevraagd aan de wijze van uitvoering en van financiering. 2. Projectbegrenzing In hoofdstuk 6 van de tussenrapportage is aangegeven dat er op dit moment de voorkeur wordt gegeven aan een netwerksamenwerking, zonder structuuraanpassingen van de organisaties van de afzonderlijke deelnemers. Dit dient als uitgangspunt voor de discussie. 3. Doelstelling Voor 1 januari 2013 komen tot een samenwerkingsovereenkomst, gebaseerd op een nadere afweging van de organisatie, uitvoering en financiering van de samenwerking. 4. Resultaat Een samenwerkingsovereenkomst, waarover in alle gemeenten en waterschappen een gedragen besluitvorming kan plaatsvinden. 5. Projectfasering, beslismomenten, kosten, organisatie en tijd De bestuurders hebben aangegeven dat de tweede helft van 2012 nadrukkelijk gebruikt moet worden voor het voeren van de discussie over de samenwerkingsvorm. Voorzien is besluitvorming hierover in december 2012. Gedurende het proces is de wens gekomen om de leidinggevenden van de partners mee te nemen in het proces. Daartoe is een bijeenkomst georganiseerd. De leidinggevenden hebben richtinggevende uitspraken gedaan over de zwaarte van de overeenkomst en verevening. Daarna is gestart met de afronding van de samenwerkingsovereenkomst. Op 6 maart 2013 is een concept besproken met de bestuurders van de werkeenheid. Met een aantal aanpassingen zijn de bestuurders akkoord gegaan met de overeenkomst. Nu volgt de afronding van de kadernota en meerjarenprogramma 2013-2010. Daarna vindt besluitvorming is alle colleges en dagelijks besturen plaats. Ondertekening is voorzien tijdens een brabantbrede bestuurlijke bijeenkomst op 18 april 2013. Verwachte tijdsbesteding in 2013 (los van de reguliere ambtelijke bijeenkomsten): - bijeenkomst leidinggevenden: 5 uur per partner (8 gem + 2 ws) - 2 extra bijeenkomsten voor bespreking SOK, Kadernota en MJP: 10 uur per partner (8 gem + 2 ws) - 20 extra uren voor de trekker. Totaal aantal uren: 170 uur. Dit is los van inzet van andere medewerkers (juristen, managers, ed). 6. Communicatie (en informatie) De communicatie loopt via de ambtelijke werkeenheid. Iedere beleidsmedewerker informeert zijn/haar management en bestuurder. Richting het bestuurlijk overleg vindt de communicatie plaats via de voorzitter van het ambtelijk overleg.
0.3 7. Kwaliteit n.v.t. 8. Risico's Besluitvorming over de samenwerkingsvorm is een van de mijlpalen die benoemd zijn in het Bestuursakkoord Water en waar gemeenten op worden gemonitoord. Bij niet tijdige besluitvorming treedt de 'stok-achter-dedeur'- regelgeving in werking. 9. Raakvlak met andere projecten/vastgesteld beleid Dit project raakt het ambtelijk en bestuurlijk proces, maar ook personele kwetsbaarheid en gezamenlijk aanbesteden en afstemmen programmering.
0.4 Plan van aanpak personele kwetsbaarheid 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Projectnaam Projectomschrijving Trekker Projectteam Overige betrokkenen Datum
Personele kwetsbaarheid Jos van Westerloo Werkeenheid HvB n.v.t. 28 augustus2012
1. Probleemstelling In het Bestuursakkoord Water zijn afspraken gemaakt over doelmatig waterbeheer. Verdergaande samenwerking in de (afval)waterketen is noodzakelijk om kostenbesparing, kwaliteitsverbetering en vermindering van kwetsbaarheid mogelijk te maken. In de werkeenheid HvB is een beperkt onderzoek uitgevoerd naar de kwetsbaarheid in de afvalwaterketen. Daaruit blijkt dat er in de meeste gemeenten kwetsbaarheid wordt ervaren als gevolg van gebrek aan personele capaciteit en adequate vervanging. In het vervolgtraject moet de inventarisatie worden verfijnd en leiden tot inzicht over oplossingsrichtingen. In het uitvoeringsprogramma 2013 moet de oplossing voor het capaciteitsprobleem worden verwerkt. 2. Projectbegrenzing De oplossing voor het verminderen van kwetsbaarheid moet vooral gevonden worden in samenwerken en kennisdelen. 3. Doelstelling Kijken waar door samenwerking en kennisdeling de kwetsbaarheid bij gemeenten en/of waterschappen verminderd kan worden. Daarbij wordt niet alleen naar beperkingen in personele capaciteit gekeken, maar ook naar het verleggen van grenzen in kennis en innovatie. Ook aandacht voor opleiden deskundigen zowel korte als lange termijn. 4. Resultaat Versterking van het werkveld binnen de regio door vermindering van kwetsbaarheid en verleggen van grenzen in kennis en innovatie. 5. Projectfasering en beslismomenten Vervolginventarisatie op basis van eerder uitgevoerde inventarisatie in Eindhoven en Den Bosch. De vervolginventarisatie moet leiden tot beter inzicht in tijdsbesteding, opvatting over het zelf uitvoeren van taken/activiteiten versus uitbesteden, over de tevredenheid van de kwaliteit en de aanwezige kennis en over de mate van kwetsbaarheid van de eigen werkzaamheden. Vervolgstappen kunnen zijn: - Inventarisatie huidige samenwerkingsverbanden, met het oog op kwetsbaarheidvermindering; - Inzicht in organisatie gemeentelijke (afval)watertaken; - In beeld brengen Sterkte en Zwaktes op basis van workshops/ interviews, enz. Planning: Inventarisatie Vervolgstappen
mei 2013 okt/nov 2013
6. Kosten, organisatie en tijd Kosten zijn uren voor de deelnemende partijen voor het invullen van de vragenlijst en deelname workshop/interviews. Eventueel inhuren externe voor workshop/interviews vanuit restant bijdrage gemeenten. Uren trekker: 20, uren deelnemers: 10. Totaal: 120 uur.
0.4 7. Communicatie (en informatie) De communicatie loopt via de ambtelijke werkeenheid. Richting de bestuurders vindt de communicatie plaats via de voorzitter van het ambtelijk overleg. 8. Kwaliteit n.v.t. 9. Risico's n.v.t. 10. Raakvlak met andere projecten/vastgesteld beleid Er is een raakvlak met de discussie over de samenwerkingsvorm. 11. Overige opmerkingen Nagaan of er een relatie is met de omgevingsdiensten (RUD's).
0.5 Plan van aanpak bestuurlijk proces 2013 1. 2.
Projectnaam Projectomschrijving
3. 4. 5. 6.
Trekker Projectteam Overige betrokkenen Datum
Bestuurlijk proces 2013 Vaststellen Kadernota met daarin opgenomen de samenwerkingsovereenkomst en het meerjarenprogramma 2013-2020. Petra Mackowiak Afvalwaterteam Hart van Brabant n.v.t. 12 maart 2013
1. Probleemstelling De werkeenheid HvB is aan de slag gegaan met het motto 'structuur volgt inhoud'. Op basis van de eerste inventarisatie van het besparingspotentieel is in de tussenrapportage een aanzet gegeven voor de verdere samenwerking. Een van de punten die nader uitgewerkt is, is de gewenste organisatievorm van de samenwerking. Specifieke aandacht is daarbij uitgegaan naar de wijze van uitvoering en van financiering. Besluitvorming binnen de werkeenheid ziet er als volgt uit: stukken worden voorgelegd aan de bestuurders in het bestuurlijk overleg. Na vaststelling daar volgt besluitvorming in de afzonderlijke colleges en dagelijks besturen van gemeenten en waterschappen. 2. Projectbegrenzing Op dit moment beperkt het project zich tot besluitvorming over de Kadernota met daarin opgenomen de samenwerkingsovereenkomst en het meerjarenprogramma 2013-2020. 3. Doelstelling Bestuurders betrokken houden bij het proces en het besluitvormingsproces zo goed mogelijk laten verlopen. 4. Resultaat Tijdige besluitvorming (en voorbereiding daarvan) om in 2013 te kunnen starten met het uitvoeringsprogramma. 5. Projectfasering en beslismomenten In de tussenrapportage wordt gesteld dat de ambitie is om eind 2012 een besluit te nemen over: de samenwerkingsvorm; het uitvoeringsprogramma 2013 en verder. Er was een bestuurlijk overleg ingepland op 17 december 2012, maar is uitgesteld tot 6 maart 2013. Bestuurders hebben ingestemd met concept-samenwerkingsovereenkomst en het vervolgtraject. Dat houdt in dat er een Kadernota wordt opgesteld met daarin opgenomen het meerjarenprogramma voor 2013 tot 2020. In principe vindt daarna direct besluitvorming plaats in de afzonderlijke colleges en dagelijks besturen. 6. Kosten Ambtelijke inzet/uren ter voorbereiding van de besluitvorming in de gemeenten en waterschappen (interne uren). 7. Organisatie Iedere gemeente zorgt voor eigen besluitvorming. 8. Tijd Activiteiten Discussie over samenwerkingsvorm Besluitvorming over samenwerkingsvorm en maarjarenprogramma in maart/april 2013. Faciliteren waar mogelijk door de trekker Totaal
Uren per partij (8 gem en 2 ws) Zie apart projectplan 10 20 170 uur
0.5 9. Communicatie (en informatie) De communicatie loopt via de ambtelijke werkeenheid. Iedere beleidsmedewerker informeert zijn/haar management en bestuurder. Richting het bestuurlijk overleg vindt de communicatie plaats via de voorzitter van het ambtelijk overleg. 10. Kwaliteit n.v.t. 11. Risico's Geen tijdige besluitvorming, waardoor samenwerking in 2013 nog niet van de grond komt. 12. Raakvlak met andere projecten/vastgesteld beleid Het bestuurlijk proces raakt aan alle overige werkzaamheden, omdat van hieruit de input moet komen voor de samenwerkingsvorm en het concrete uitvoeringsprogramma in 2013. 13. Overige opmerkingen n.v.t.
0.6 Plan van aanpak gezamenlijke uitgangspunten vGRP 2013 1. 2.
Projectnaam Projectomschrijving
3. 4. 5. 6.
Trekker p.v.a. Projectteam Overige betrokkenen Datum
Gezamenlijke uitgangspunten vGRP Gezamenlijke uitgangspunten formuleren voor de door gemeenten op te stellen vGRP's. Petra Mackowiak Dongen, Goirle, Hilvarenbeek en Brabantse Delta Afvalwaterteam 12 maart 2013
1. Probleemstelling Uit een eerste analyse van de GRP's blijkt dat gemeenten en waterschappen verschillende strategieën hanteren bij het beheer en onderhoud van de riolering, ten aanzien van investeringen en ten aanzien van financiële uitgangspunten. Deze verschillende strategieën leiden tot verschil in kosten, zonder dat het aantoonbaar leidt tot verschil in kwaliteit. Naar aanleiding van de eerste analyse is afgesproken om in 2013 te komen tot gezamenlijke uitgangspunten voor het GRP, gebaseerd op eerdere analyse van strategieën (zowel technisch als financieel) en aangevuld met paragrafen die voor iedere gemeente gelden (zoals beschrijving europees en landelijk beleid). Een tweetal gemeenten moesten in 2013 hun GRP vernieuwen, maar hebben dit uitgesteld om de ruimte te hebben in regionaal verband de uitgangspunten uit te werken. De meeste gemeenten volgen in 2015 met het opstellen van een nieuw GRP. 2. Projectbegrenzing Het project wordt begrensd door de onderwerpen die normaal in een vGRP worden opgenomen. Er wordt gestreefd naar uniformering van uitgangspunten, gemeenten blijven echter autonoom in de uiteindelijke keuze voor een strategie. Er wordt geen gezamenlijk vGRP opgesteld. 3. Doelstelling De doelstelling volgt uit de projectbegrenzing: zoveel mogelijk afstemmen van uitgangspunten voor het vGRP. Dit betreft niet alleen strategieën, maar ook beschrijving van bestaand beleid (europees, landelijk, provinciaal en waterschappen). 4. Resultaat Het traject zal de volgende resultaten opleveren: Een overzicht van relevant beleid (Europa, rijk, provincie en waterschappen) voor het vGRP, bruikbaar voor iedere gemeente. Uitgangspunten op gebied van beheer en onderhoud, investeringen en financiën voor het vGRP (op te stellen door gemeenten). 5. Projectfasering en beslismomenten Project start in april 2013. Het project moet input leveren voor de vGRP's van Dongen en Gilze-Rijen die in 2014 vastgesteld moeten worden.
0.6 6. Kosten Uren van leden van de werkeenheid. Voorgesteld wordt om met 2 of 3 gemeenten en een waterschap dit project uit te voeren. Er is inmiddels voldoende materiaal voorhanden om de gezamenlijke uitgangspunten op te stellen. Terugkoppeling vindt plaats in ambtelijke werkeenheid Hart van Brabant. Activiteiten Uitgangspunten exploitatie Uitgangspunten investeringen Uitgangspunten financieel Beschrijven relevant beleid Extra uren trekker Totaal
Uren deelwerkgroep Max 3 gem + 1 ws 10 uur per gem/wp 10 uur per gem/ws 10 uur per gem/ws 10 uur per gem/ws 20 180+80=260 uur
Uren plenair (8 gem + 2 ws) 2 per partij 2 per partij 2 per partij 2 per partij
7. Organisatie Dongen en Gilze en Rijen en waterschap Brabantse Delta vormen het projectteam. Vanuit Hilvarenbeek en Goirle zal afwisselend worden deelgenomen. Het voorzitterschap moet nog nader worden ingevuld. Terugkoppeling vindt plaats in ambtelijke werkeenheid Hart van Brabant. 8. Tijd De doorlooptijd van het project is het jaar 2013, zodat er voldoende tijd over blijft voor de gemeenten om in 2014 een vGRP op te stellen op basis van deze uitgangspunten. 9. Communicatie (en informatie) De communicatie loopt via de ambtelijke werkeenheid. Iedere beleidsmedewerker informeert zijn/haar management en bestuurder. Richting het bestuurlijk overleg vindt de communicatie plaats via de voorzitter van het ambtelijk overleg. 10. Kwaliteit Bruikbare input voor alle gemeenten en afgestemd met de waterschappen. 11. Risico's • Te lange doorlooptijd, zodat gemeenten die in 2014 een vGRP moeten vaststellen in tijdnood komen. • Onduidelijkheid of verschillen in beleid hogere overheden en/of waterschappen. 12. Raakvlak met andere projecten/vastgesteld beleid Projectplan 10: kostendekkingsplan. Vanuit dit project wordt ook input geleverd voor het vGRP. 13. Overige opmerkingen N.v.t.
0.7 Plan van aanpak meten en monitoren 1. Projectnaam: 2. Projectomschrijving: 3. Opdrachtgever: 4. Projectrekker: 5. Projectteam: 6. Overige betrokkenen: 7. Datum projectplan:
Meten en monitoren in de waterketen Hart van Brabant binnen SWWB Gezamenlijk meten, registreren en monitoren van rioolsysteem WE Hart van Brabant, in samenhang met SWWB werkgroep meten en monitoren Hart van Brabant: M. Vromans/SWWB: Brabantse Delta Hart van Brabant: D. Reijnders (Tilburg), M. Vromans (Goirle), J. v. Westerloo (Waalwijk) SWWB werkgroep: B. Hoefeijzers(Breda), L. Stigter (procesbegeleider), H. Mollen (WBD), Danjaoui, A. (Steenbergen), M. Vromans (Goirle) 4 oktober 2012
Probleemstelling Twintig jaar geleden was het meten van het functioneren van een rioolsysteem een kostbare aangelegenheid. Het rioolstelsel als geheel fungeerde daardoor feitelijk als black-box. Water-op-straat en riooloverstortingen (dode vissen) konden worden geregistreerd en werden gebruikt als basis voor maatregelen. Met de huidige techniek is echter betaalbaar, routinematig en grootschalig meten in rioolstelsels mogelijk. Meten is onderdeel van een professioneel beheer en is de basis voor doelmatigere beslissingen om het functioneren van het rioolstelsel te verbeteren, de kosten voor beheer en vervanging te verminderen en te doelmatigheid van de maatregelen te onderbouwen. In Midden-Brabant en West-Brabant is in bijna alle gemeenten het afgelopen decennium wel gemeten aan het rioolsysteem. Vaak is dit gebeurt, omdat dit werd afgedwongen op basis van de Wvo-vergunningen. Van de ingewonnen gegevens is echter weinig gebruik gemaakt en een groot deel van deze gegevens zelfs onbruikbaar. Met name kleinere gemeenten hebben onvoldoende ambtelijke capaciteit om de meetgegevens die verkregen worden op een goede manier te verzamelen, te valideren en daarna te gebruiken voor strategische en operationele beslissingen. Uit inventarisatie binnen Samenwerkingsverband Water West- en Midden Brabant (SWWB) is de behoefte om het bestaande meetnet te analyseren, desgewenst te verbeteren en om het verwerken van de meetgegevens beter te borgen in het bedrijfsproces. Waarom samen / schaalgrootte In het proces om te komen tot verregaande samenwerking in de afvalwaterketen is gebleken dat veel partijen binnen SWWB van plan zijn de komende jaren hun meetsystemen in de riolering te evalueren en aan te passen. Sommige andere gemeenten staan op het punt om voor het eerst een meetsysteem te installeren. Ook binnen de werkeenheid Hart van Brabant (HvB) is dit het geval. De conclusie was dat als er voordelen waren, dit gezamenlijk opgepakt kon worden. Voorts is er een groeiende behoefte aan afstemming van de meetinspanningen tussen gemeente (riolering) en waterschap (transport en zuivering) De voordelen van opschalen zitten zowel in het proces, als in het bereikte eindresultaat: Proces: - Om het proces te doorlopen is aan de kant van de opdrachtgevers basiskennis nodig. Deze kennis kan in gezamenlijke sessies worden vergaard (goedkoper) - Net als bij alle opdrachten die extern worden uitgezet, is het nodig om als goed opdrachtgever het resultaat te kunnen beoordelen. Dit vergt bij voorkeur meer knowhow dan de basiskennis. Omdat niet alle partijen binnen SWWB de kennis hebben om dit goed te doen kunnen we elkaar helpen hierbij. In dit projectplan wordt hiervoor uitgegaan van een centrale projectbegeleider. - De beperkte personele capaciteit van gemeentes is soms oorzaak van lagere prioritering van meetwerk en gegevensverwerking. Met negatief effect op kwaliteit en continuïteit en de mogelijkheden om de metingen te gebruiken voor verbetering van het beheer. Bij opschaling wordt dit nadeel goeddeels ondervangen.
0.7 Resultaat - Het valideren en analyseren van meetgegevens kost veel tijd en vergt een vrij specialistische expertise. Met name kleinere gemeenten hebben gemerkt dat dit niet in eigen beheer lukte. Het wegzetten bij een adviesbureau vergroot de afhankelijkheid en het bureau heeft minder lokale binding wat onhandig is bij de analyse. Door het gezamenlijk oppakken van de dataverwerking kan de lokale kennis worden behouden en ontstaat er geen afhankelijkheid. Daarnaast is de validatie en analyse normaliter goedkoper per gemeente, wanneer dit gezamenlijk wordt uitgevoerd (maar 1 server nodig). - Uit de gezamenlijke aanbesteding van meetapparatuur binnen waterschap de Dommel met diverse gemeenten is gebleken, dat het schaalvoordeel een substantiële besparing oplevert. Wellicht nog belangrijker, de gezamenlijke aanbesteding zorgt ervoor dat alle meetsystemen ‘dezelfde taal spreken’ en dus op 1 server kunnen worden aangesloten. Natuurlijk kleven er ook nadelen aan een gezamenlijke aanpak: - De mogelijkheden om lokale aannemers te gebruiken zijn beperkter. - Het is lastig om, indien nodig, het proces sneller (of langzamer) dan gepland te doorlopen. - Afhankelijk van de schaal van aanbesteding kan er een Europese aanbesteding nodig zijn, waarbij de voorbereiding omslachtiger is. Hierbij inschrijvingen van prijsvechters, met vooral een goede juridische expertise en beperkte technische expertise, niet uit te sluiten. De inschatting is dat de voordelen van samenwerking groter zijn dan de nadelen. Projectbegrenzing Het traject betreft voorlopig het meten, registreren en monitoren van het functioneren van de rioolstelsels, gemalen en persleidingen binnen SWWB en HvB. Daar waar er een duidelijke relatie is met metingen op de zuiveringen of het watersysteem worden deze relaties in het project betrokken. Een meettraject wordt vaak weergegeven in een meetcyclus. De cyclus begint in dit geval met een informatiebehoefte, uit deze behoefte kan een meetplan worden afgeleid. Na het meetplan volgt de implementatiefase, daarna de fase van verzamelen, valideren en analyseren van meetgegevens en tot slot het trekken van de conclusies uit de gegevens. Uit de conclusies volgt over het algemeen een nieuwe informatiebehoefte (wat de cirkel rondmaakt). Dit projectplan omvat de eerste fasen van de meetcyclus. De focus ligt binnen dit projectplan op de globale ontwerpfase: zorgen dat er een globaal ontwerp voor (de aanpassing van) het meetsysteem komt (meetplannen). Het detailontwerp volgt in de hierop volgende fase. Als het gedetailleerde meetplan is geïmplementeerd meetapparatuur eenmaal geïnstalleerd is en meetwaarden verstuurd naar een server zal de apparatuur moeten worden onderhouden en zullen de gegevens moeten worden verwerkt (opslaan, valideren, analyseren/determineren). Ook dit valt buiten dit plan van aanpak. Doelstelling De doelstelling is om voor elke partij te komen tot een ontwerp voor een optimaal meetsysteem (inclusief opslag en verwerking meetdata) om te voldoen aan de bestaande informatiebehoefte en inzicht te krijgen in het daadwerkelijk functioneren van de riolering en het watersysteem. De uiteindelijke doelstelling van het meten zal zijn de kosten te verlagen (investeringen en onderhoud) en de kwaliteit van het beheer en waterkwaliteit van het watersysteem te verhogen. Resultaten Het traject zal de volgende resultaten opleveren: - Meetplannen voor alle betrokken partijen (wat waar meten en waarom)
0.7 Projectfasering De volgende fasen worden achtereenvolgens doorlopen om te komen tot zinnig gebruik van metingen. De eerste fase is reeds uitgevoerd, dit betreft de aanbesteding, georganiseerd door de SWWB en het creëren van de inventarisatiekaart, Hart van Brabant. De fasen 2 en 3 zijn onderdeel van dit projectplan. De fasen 4 tot e en met 7 vallen buiten de scope van dit project, aangezien de financiële component van de 5 fase erg invloedrijk is, op het vervolg. 1. Voortraject 2. opstellen globaal meetplan; 3. opstellen gedetailleerd meetplan; 4. aanbesteding implementatie meetplan; 5. installatie meetapparatuur; 6. meten en datavalidatie; 7. data analyse, interpretatie en gebruik. Voortraject Door de SWWB projectgroep is in het voorjaar van 2012 een aanbesteding gehouden, voor het opstellen van globale meetplannen voor de potentiële deelnemers. Uit deze aanbesteding is Witteveen en Bos als opdrachtnemer gekomen. Binnen de werkeenheid Hart van Brabant is door de meeste gemeenten en de betrokken waterschappen aangegeven, dat zij gebruik willen maken van de aanbieding. Enkele gemeenten nemen geen deel aan deze fase van het project, omdat zij zelf al een ander traject op het gebied van meten aan de riolering doorlopen. Kaart informatiebehoefte Hart van Brabant In het voorjaar van 2012 is door alle gemeenten in het Hart van Brabant informatie aangeleverd, over de informatiebehoefte en de uitvoeringsmaatregelen, welke heroverwogen kunnen worden. Deze kaart wordt ook als input en uitgangspunt voor de globale meetplannen gebruikt. Voorbereiden en aanbesteden opstellen globaal meetplan Door de projectgroep meten SWWB is een aanbesteding gehouden, voor het opstellen van een globaal meetplan per gemeente. Opstellen globaal meetplan Voor het opstellen van het globaal meetplan is door de projectgroep meten van SWWB gekozen, om gebruik te maken van de aanbieding van Witteveen en Bos. Deze is bijgevoegd in bijlage 1. Beslismomenten Het gehele proces om te komen tot gedetailleerde meetplannen kent meerdere beslismomenten. De eerste vier beslismomenten vallen binnen de scope van het project: 1. 2. 3. 4.
Vaststellen projectplan en toewijzen capaciteit en budget Per gemeente vaststellen globaal meetplan Vaststellen deelname aan gezamenlijk gedetailleerd meetplan Per gemeente vaststellen gedetailleerd meetplan
Naast deze beslismomenten zijn er beslismomenten voor onder andere het dataplan en de implementatie van het meetplan. Deze vallen buiten de scope van dit projectplan. De meest voor de hand liggende beslispunten hiervan zijn: 5. 6. 7. 8.
Vaststellen deelname aan voorbereiding gezamenlijk dataplan Uitspreken voorkeur dataplan (afzonderlijk, of gezamenlijk) Vaststellen (gezamenlijke) Implementatie en uitrol meetplan Vaststellen onderhoudsstramien meetobjecten en instrumenten
0.7 Kosten Aan het uitwerken van het beschreven proces zijn kosten verbonden. De vaste kosten zijn onafhankelijk van het aantal deelnemende partijen. De ‘extra kosten per partij’ zijn kosten die wel afhankelijk zijn van het aantal deelnemende partijen. Onderstaande is een ruwe schatting en zal worden beïnvloed door de keuze van de informatiebehoefte. Bij de raming is uitgegaan van een behoefte aan een globaal inzicht in te stelsel zonder bestaande metingen.
Stap Aanbesteding globaal meetplan
Vaste kosten (eur, te verdelen)
Extra kosten per partij (eur)
Urenbesteding per partij
(navraag projectgroep) -
Globaal meetplan
18
1000*
24 Definitief meetplan 5.000-25.000* Aanbesteding aanschaf en Buiten scope Buiten scope implementatie meetapparatuur Buiten scope Aanschaf en implementatie meetapparatuur Buiten scope Buiten scope Buiten scope *afhankelijk van informatiebehoefte (en dus het aantal meetpunten) en aantal kilometer riolering. Deze kosten zijn onafhankelijk van het aantal deelnemende partijen en bieden dus geen meer- of minderkosten in een gezamenlijk traject. NB. dit zijn de kosten om te komen tot een meetplan en een dataplan. Vervolgens zullen er kosten zijn voor het aanbestedingstraject en voor het aanschaffen en installeren van de meetapparatuur. Uiteindelijk zijn er kosten voor telecommunicatie en het opslaan, valideren en analyseren van de gegevens. Benodigde capaciteit Naast kosten dient er ook gerekend te worden op capaciteit voor interne uren. Door het inhuren van de externe procesbegeleider kan dit urenbeslag relatief beperkt worden gehouden. De uren van de projectleider zijn een totaal onafhankelijk van het aantal partijen. Stap
uren projectleider
Inventariseren betrokken partijen Globaal meetplan
uren per partij 5 10
6
10
6
0
6
20
4
8
8
8
6
Overleg
16
8
Totaal
72
44
•
Bijeenkomst 1
•
Bijeenkomst 2 (1 op 1)
•
Vaststellen globale meetplannen
Gedetailleerde meetplannen •
Voorbereiding aanbesteding
•
Inventarisatie gegevens
•
Vaststellen globale meetplannen
0.7 Organisatie In de eerste fase, waarin het globale meetplan opgesteld wordt, voor een aantal gemeenten uit het Hart van Brabant, is geïmplementeerd in de aanpak van de SWWB-projectgroep. Tijdens deze fase wordt de coördinatie vanuit de projectgroep SWWB en de leverancier Witteveen en Bos verzorgt. Vragen en opmerkingen op onder andere de procesgang kan vanuit Hart van Brabant aan Mathijs Vromans worden meegegeven aan de SWWBproject groep. In de volgende fase (gedetailleerde meetplannen) wordt door de werkgroep Hart van Brabant een voorstel gedaan, richting SWWB, wat in deze fase de voorkeur vanuit het Hart van Brabant-gemeenten is. Verder verloop valt buiten de dit scope van dit projectplan.
0.7 Tijd Stap
2012 jul
2013 aug
sep
okt
nov
dec
jan
feb
mar
apr
mei
jun
jul
aug
sep
Communicatie (en informatie) Interne communicatie bij de deelnemende partijen (met bestuur en management) zal vanuit de procesbegeleider worden gefaciliteerd met raamwerk nota’s en eventueel mondelinge toelichting.
Buiten scope
November 2011 is tijdens de vergadering van de SWWB worden aangekondigd dat het meetproces op korte termijn van start zal gaan. Deze partijen zullen indien nodig budget en capaciteit moeten regelen, daarna kan het proces van start.
Scope project meetplan
Beslismoment 1: Deelname globaal meetplan Deelproject globaal meetplan Voorbereiding gezamenlijk aanbesteding gedetailleerd meetplan Beslismoment 2: Vaststellen deelname gedetailleerd meetplan Opstellen gedetailleerd meetplan Vaststellen gedetailleerd meetplan Voorbereiding vervolgtraject implementatie meetplan Aanbesteding implementatie meetplan Uitvoering implementatie meetplan Meten en monitoren Analyse metingen In onderstaand diagram wordt een tijdsplanning gegeven.
okt
0.7 Kwaliteit Eenduidige werkwijze maar wel met een gedifferentieerd resultaat afhankelijk van de lokale informatiebehoefte. Maatwerk moet mogelijk blijven. Voor meer eenduidigheid, in de werkwijze, wordt waterschap de Dommel om advies en hergebruik van standaarden benaderd. Hierbij valt onder andere te denken aan het "standaard meetplan Dommel". Risico’s Risicofactoren: o Overleg met andere overheden en organisaties kan leiden tot aanvullende eisen, waardoor vertraging kan ontstaan; o Er is nog beperkte inzetbare capaciteit (personeel); o Verschillen van inzicht tussen overheden over gezamenlijke meetdoelen en gezamenlijk verwerken gegevens; o Binnen de diverse partijen verschillende (bestuurlijke) discussies over doelen, uitgangspunten en financiering, wat het nut van samenwerken kan verminderen. Succesfactoren: o Overleg met andere overheden en andere gemeenten kan leiden tot effectievere maatregelen, wat leidt tot een betere inzet van middelen en mogelijk kostenbesparing; o Door gezamenlijk het traject op te pakken, volgt er meer projectstructuur en is er minder afhankelijkheid van de “waan van de dag” (vanwege prioriteitstelling ten gunste van andere taken) o Door schaalgrootte uiteindelijk aanbestedingsvoordelen. Om de risico’s te beheersen is het zaak om alle partners (intern en extern) vanaf het begin te betrekken in het proces en gebruik te maken van hun kennis en vaardigheid, wat zowel de kans op vertraging in het proces verkleint als mede de beperking in capaciteit kan compenseren. Raakvlakken met andere projecten Meten is onder andere een onderdeel van assetmanagement en is nauw gerelateerd aan verschillende onderzoeksvragen en beheeracties. De gehanteerde werkwijze dient bij voorkeur implementeerbaar binnen de 4M werkwijze, ookwel Kallisto genaamd. De 4 M's zijn: Meten Modelleren Maatregelen en Monitoren. Dit project heeft alleen relatie met de M's meten en monitoren. Overige opmerkingen Meten doe je met een reden. Met behulp van metingen kan de afvalwaterketen wordt onder andere inzicht verkregen in het werkelijk functioneren van het systeem, op basis waarvan de te nemen maatregelen meer gericht genomen kunnen worden.
0.8 Projectplan eenheidsprijzen 1. 2.
Projectnaam Projectomschrijving
Eenheidsprijzen Komen tot een reëel kostenraming door het hanteren van goede kostenkentallen.
3. 4. 5.
Trekker Projectteam Overige betrokkenen Datum
L. van Dixhoorn L. van Dixhoorn, D. Rijnders, O. van Rijn, A. Barel F. Veeke 7-9-2012, revisie 18 maart 2013
6.
1.
Probleemstelling Gemeenten plegen investeringen in riolering t.b.v. behoud (klein en groot onderhoud), vervanging (nieuwe levensduur) en verbetering (nieuw functioneren) van riolering en onderdelen. Soms worden nog uitbreidingen (nieuwe aansluitingen) ten laste van de rioolheffing gebracht. Meestal worden die vanuit het grondbedrijf gefinancierd. De wijze waarop gemeenten de hoogte van investeringsbudgetten in de tijd berekenen heeft invloed op de hoogte van de rioolheffing en daarmee op de hoogte van de lasten die bij burgers en bedrijven in rekening worden gebracht. Daadwerkelijke kosten kunnen afwijken. Als de ze hoger zijn zal overwegend een bijstelling van rioolheffing tarief naar boven worden voorgesteld. Als de kosten lager zijn is sprake van een hogere reserve die al dan niet terugvloeit naar de algemene middelen. Bij de meest recente aanbestedingen is gebleken dat de uitvoeringskosten op dit moment aanzienlijk lager liggen dan bij de raming t.b.v. het GRP/kostendekkingplan. Soms zit er circa 40% verschil tussen de eerste grove raming in het GRP en de werkelijke kosten. Het overschot vloeit vaak over naar de algemene middelen, ter dekking van de algemene gemeentelijke kosten. Feitelijk wordt hiermee geld afkomstig uit de rioolheffing, geoormerkt voor riolering en waterhuishouding, oneigenlijk gebruikt voor de dekking van de algemene kosten. De rioolheffing zou verlaagd kunnen worden, wanneer in een vroeg stadium meer realistisch wordt begroot. Naar de toekomst toe is het van groot belang realistisch te ramen, omdat de vervangingsgolf van de naoorlogse riolering de komende decennia bepalend zal zijn voor de kosten van de riolering. Gebruik van ervaringscijfers lijkt realistischer en specifieker voor de Brabantse situatie op zandgronden dan de landelijke leidraad.
2.
Projectbegrenzing Het betreft een deelproject van het project kostendekkingsplan. In dit project wordt primair gekeken naar het verbeteren van de ramingen door hanteren van reëlere eenheidsprijzen. Beschouwingen over het hanteren van reserves of fondsen voor rioolheffing maken geen deel uit van dit project maar worden beschouwd in het project kostendekkingsplan.
3.
Doelstelling Komen tot reëel eenheidsprijzen voor de raming van investeringen. Hierdoor wordt voorkomen dat een deel van de rioleringsgelden wordt teruggestort in de algemene middelen. Tevens is een reële raming wenselijk voor: -het vergelijken van varianten, bijvoorbeeld vervangen of relining -strakkere raming heeft een strakke budgetbewaking binnen projecten tot gevolg.
4.
Resultaat De eenheidsprijzen van de verschillende Hart van Brabant gemeenten zijn vergeleken. Hieruit blijkt dat er grote verschillen zitten in zowel eenheidsprijzen als de VAT toeslagen. Uit inventarisatie blijkt dat een aantal gemeenten beleidsvrijheid willen houden voor het hanteren van kostenkentallen en daarom niet kiezen voor uniforme eenheidsprijzen. Gelet hierop zal geen lijst met eenheidsprijzen worden opgesteld.
0.8 Het project wordt afgerond door het uitwerken van de volgende acties: -Adviezen mbt kostenraming in het GRP. -Adviezen mbt kostenraming bij het aanvragen van kredieten -Notitie beschikbare kostenkentallen hoe hiermee om te gaan. Uitgangspunt is dat er beleidsvrijheid is per gemeente. 5.
Projectfasering en beslismomenten Het eerste deel van het project is al afgerond, namelijk inventariseren van kostenkentallen. Het project zit in de afrondende fase waarbij een notitie wordt opgesteld met adviezen om te komen tot een strakkere raming.
6.
Kosten Alleen inzet van tijd.
7.
Organisatie Projectgroep eenheidsprijzen rapporteert aan de werkeenheid.
8.
Tijd Circa 20 uur pp voor projectgroepleden voor de afronding: totaal 80 uur.
9.
Communicatie (en informatie) Rapportage aan de werkeenheid
10. Kwaliteit Resultaat moeten bruikbaar zijn voor het verbeteren van de kwaliteit van kostenramingen. 11. Risico's Resultaat voldoet niet aan de wens/beeldvorming van alle partijen. 12. Raakvlak met andere projecten/vastgesteld beleid Deelproject van project kostendekkingsplan
0.9 Plan van aanpak ambtelijk overleg 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Projectnaam Projectomschrijving Trekker Projectteam Overige betrokkenen Datum
1.
Probleemstelling
Ambtelijk overleg Petra Mackowiak Werkeenheid HvB n.v.t. 19 maart 2013
2. Projectbegrenzing Dit project valt uiteen in twee delen: • De ambtelijk inzet die nodig is om te komen tot afstemming over en vaststelling van de samenwerkingsvorm en het meerjarenprogramma 2013-2020. • Het reguliere overleg van het afvalwaterteam, waarin terugkoppeling van de verschillende projecten plaatsvindt en nagedacht wordt over nieuwe projecten. 3. Doelstelling Het overleg heeft tot doel om te komen tot een Samenwerkingsovereenkomst, Kadernota en meerjarenprogramma 2013-2020, het jaarlijks maken van een jaarplan en jaarverslag en het zorgdragen voor de uitvoering van taken en activiteiten die in het jaarplan zijn benoemd. 4. Resultaat Het mogelijk maken van de samenwerking in de brede zin van het woord. 5. Projectfasering en beslismomenten Fase 1: opstellen Samenwerkingsovereenkomst, Kadernota en Meerjarenprogramma 2013-2020. Fase 2: voortgang samenwerking begeleiden. 6. Kosten, organisatie en tijd Plenaire bijeenkomst werkeenheid HvB: 6 maal per jaar, 8 uur per deelnemer per keer. Overige tijdsbesteding van de deelnemers via de betreffende plannen van aanpak. 7. Communicatie (en informatie) De communicatie loopt via de ambtelijke werkeenheid. Iedere beleidsmedewerker informeert zijn/haar management en bestuurder. Richting het bestuurlijk overleg vindt de communicatie plaats via de voorzitter van het ambtelijk overleg. 8. Kwaliteit n.v.t. 9. Risico's Er gaat teveel tijd zitten in afstemming, waardoor er te weinig concrete voortgang in de projecten wordt geboekt. 10. Raakvlak met andere projecten/vastgesteld beleid Overige plannen van aanpak.
0.10 Plan van aanpak kostendekkingsplannen 1. 2.
Projectnaam Projectomschrijving
3. 4.
Trekker Projectteam
5. 6.
Overige betrokkenen Datum
Advisering Kostendekkingsplannen Uitwerken en van aanvullende uitgangspunten en verwerken daarvan samen met de strategie uitgangspunten e.d. in de kostendekkingsplannen. Oisterwijk (Frans Veeke) Techn. medewerkers van gemeente Oisterwijk, Tilburg, Gilze-Rijen, Haaren, en Den Bosch Financiële medewerkers gemeente Oisterwijk, Gilze-Rijen, Tilburg en Boxtel Financiële medewerkers waterschappen de Dommel en Brabantse Delta Ambtelijke werkgroep 11 oktober 2012
1. Probleemstelling Binnen de werkeenheden Meierij en Hart van Brabant is op het gebied van financiën gestart met inventarisaties en vergelijking van kosten binnen de kostendekkingsplannen. Op basis van de inventarisaties is gebleken dat er mogelijkheden zijn tot besparing op het gebied van exploitatie, kostenkengetallen (Oss) en investeringen. Het belangrijkste punt om verder uit te werken is dan ook hoe deze besparingen in de kostendekkingsplannen verwerkt kunnen worden. 2. Projectbegrenzing Aanpassingen van het kostendekkingsplan voor de individuele gemeentes is afhankelijk van de resultaten van de diverse onderzoeken en vaststelling van uitgangspunten zoals bijv. exploitatie, investeringen, leeftijd enz. Door te rekenen met de diverse uitgangspunten wordt vergeleken wat de verschillen zijn tussen de huidige kostendekkingsplannen en de aangepaste kostendekking. Daarnaast kunnen aanvullende uitgangspunten vastgesteld worden zoals afschrijvingstermijnen, methodes van afschrijving en rentetoerekening en/of – berekening. Hierbij is de BBV een leidend principe. Een belangrijk ander onderdeel van de kostendekkingsplannen is het maken van keuzes op het gebied van (spaar)voorzieningen en directe afschrijving van investeringen. 3. Doelstelling Doelstelling is om voor iedere gemeente (waterschap) mogelijkheden tot kostenbesparing binnen de kostendekkingsplannen in beeld te brengen. Afhankelijk van de beschikbaarheid van nieuwe uitgangspunten worden de kostendekkingsplannen daarvoor aangepast en bij het opstellen van nieuwe VGRP’s verwerkt. 4. Resultaat Optimalisatie van de kostendekkingsplannen en behalen van de maximale besparingen in 2020. Aan de hand van de mogelijke strategiekeuzes wordt bepaald wat per gemeente de mogelijke besparing is die behaald kan worden. Dat kan verschillen per gemeente. 5. Projectfasering en beslismomenten Project start zo snel mogelijk, maar is mede afhankelijk van de nog vast te stellen uitgangspunten in andere PvA’s. Elke gemeente zal aan de hand van de gezamenlijke uitgangspunten bij het eerstvolgende v-GRP het kostendekkingsplan hierop baseren. 6. Kosten Uren van leden van de werkeenheid. Voorgesteld wordt om met technische en financiële mensen van 2 of 3 gemeenten en een waterschap dit project uit te voeren. Na vaststelling van alle andere uitgangspunten is er voldoende materiaal voorhanden om de kostendekkingsplannen op te stellen. Terugkoppeling vindt plaats in ambtelijke werkeenheden.
0.10
Activiteiten
GRP’s (projectplan ….) Afschrijvingstermijnen Methodiek Beschrijven relevant beleid voor VGRP’s Extra uren trekker Totaal Totaal cumulatief
Uren deelwerkgroep Max 4 Uren plenair (16 gem + 3 ws) gem + 2 ws (financieel en via ambt. Werkgroep verdeeld ambtelijk) over HvB en Meierij Urenverdeling over beide werkeenheden HvB Meierij Hvb Meierij 5 x 12 5 x 12 individueel individueel 5 x 12 5 x 12 10 x 2 10 x 2 5 x 12 5 x 12 10 x 2 10 x 2 5x8 5x8 10 x 2 10 x 2 20 20 nvt nvt 240 240 60 60 600
7. Organisatie De problematiek van kostendekkingsplannen is niet uitsluitend door technische mensen op te lossen. Veelal is er wel veel kostenbesef aanwezig, maar minder kennis van financiële verwerking. Dus vanuit die hoedanigheid moeten technische mensen meedenken. Voor de puur financiële verwerking van de cijfers is ondersteuning van financiële mensen een absolute noodzaak. De trekker van het PvA treedt voor dit proces als voorzitter op. Om slagvaardig te kunnen werken is binnen Hart van Brabant een overleg gevoerd met medewerkers financiën. Daaruit is een werkgroep samengesteld. Vanuit de Meierij is aangesloten op dit overleg met de medewerker financiën van de gemeente Boxtel. Door toevoeging van bijvoorbeeld de technisch vertegenwoordiger van de gemeente Den Bosch of Haaren is de vertegenwoordiging compleet en kan integraal een advies uitgebracht worden naar bijna volledig Midden-Brabant. 8. Tijd De doorlooptijd van het project is afhankelijk van de overige aan te leveren uitgangspunten, zodat er voldoende tijd over blijft voor de gemeenten om in een vGRP op te stellen op basis van deze uitgangspunten. De noodzaak om snel te werken is daarbij vanuit Hart van Brabant hoger dan vanuit de Meierij. Binnen Hart van Brabant zijn enkele gemeentes voornemens in 2013 of uiterlijk 2014 een nieuw V-GRP op te stellen. Binnen de Meierij is gekozen om dit in 2015 te realiseren. 9. Communicatie (en informatie) De communicatie loopt via de ambtelijke werkeenheden. Richting de bestuurders vindt de communicatie plaats via de voorzitters van het ambtelijk overleg. 10. Kwaliteit Bruikbare financiële input voor alle gemeenten en waterschappen volledig afgestemd op de BBV 11. Risico's • Te lange doorlooptijd, zodat gemeenten binnen Hart van Brabant die in 2013/2014 een vGRP moeten vaststellen in tijdnood komen. Het zou verstandiger zijn om de vaststelling van de VGRP’s uit te stellen en parallel te laten lopen met de andere gemeentes op basis van de zelfde uitgangspunten. Dit geldt niet voor de Meierij waar een andere planning wordt gehanteerd. • Onduidelijkheid over verschillen in beleid met hogere overheden en/of waterschappen. • Medewerking en inzicht van financiële controllers van de diverse partners • Medewerking en bereidwilligheid tot aanpassingen van management en bestuur van de individuele partners 12. • • • •
Raakvlak met andere projecten/vastgesteld beleid Plan van aanpak gezamenlijke uitgangspunten VGRP Gezamenlijk aanbesteden exploitatie onderdelen Gezamenlijk aanbesteden projecten Afstemming programmering
0.10
13. Overige opmerkingen De meeste werkzaamheden t.a.v. verwerking in een kostendekkingsplan kunnen pas starten na verwerking voorgaande processen. Methodiek keuzes e.d. kunnen in 2012/2013.
0.11 Verwerking maaisel 1. 2.
Projectnaam Projectomschrijving
3. 4.
Trekker Projectteam
5. 6.
Overige betrokkenen Datum
Verwerking maaisel Gemeenten en waterschappen verkennen de mogelijkheden\alternatieven voor de verwerking van maaisel op korte en lange termijn. Waterschap De Dommel Gemeenten Sint-Oedenrode, Tilburg, Oirschot, Eersel en Bergeijk en WS Brabantse Delta en WS De Dommel Alle werkeenheden 17 oktober 2012
1. Probleemstelling Het concept Waterrestaurant biedt de mogelijkheid om de gezamenlijke opgave afvalwaterketen zoals verwoord in het Bestuursakkoord Water vorm te geven. Binnen de werkeenheid De Meierij hebben zeven partijen aangegeven geïnteresseerd te zijn in het resultaat van het gerecht gezamenlijk aanbesteden nieuwe werken. Vier partijen hebben aangegeven dit gerecht mee te willen uitwerken. Op deze manier wordt door de vier partijen een gerecht uitgewerkt dat na oplevering ter beschikking kan worden gesteld aan belangstellenden in alle werkeenheden. 2. Projectbegrenzing Onderzoek naar mogelijkheden\alternatieven voor de verwerking van maaisel op korte en langere termijn. Wat is de huidige manier en wat zijn hierin de ontwikkelingen die we signaleren. • Mogelijkheden (uitwisselen ervaringen) rondom toepassen van (berm)maaisel in de korte kringloop (=toepassen in landbouw, provinciale ontheffingsmogelijkheden) en gezamenlijk optrekken hierbij met bijv. ZLTO; • Wettelijke belemmeringen; • Denkrichting van afval naar grondstof (initiatief\pilot Sint-Oedenrode); • Alternatieven richting 3P’s (people, planet, profit) en\of cradle to cradle (C2C) gedachte; • Met externen (ZLTO, provincie, composteerders etc..) organiseren van themabijeenkomst over maaiselverwerking. 3.
Doelstelling • Kennisuitwisseling rondom dit onderwerp; • Voor elke partner beschikbaar hebben van de verwerkingsmogelijkheden van maaisel voor zowel de korte als de langere termijn.
4. Resultaat Door gebruik te maken van elkaars deskundigheid, kennisdeling en kennisuitwisseling op het vlak van maaiselverwerking komen tot: • Maximaal benutten van bestaande mogelijkheden voor een duurzame verwerking van maaisel; • Inzicht in de ontwikkelingen van maaiselverwerking op de langere termijn vanuit de denkrichting van afvalstof naar grondstof; • Inzicht in de wettelijke mogelijkheden. 5.
Projectfasering en beslismomenten
Activiteit Plan van aanpak incl. projectteam akkoord Start project • Verkennen mogelijkheden en uitwisselen ervaringen korte termijn. • Wettelijke belemmeringen
Gereed 1 november 2012 15 september 2012 1 februari 2013 1 maart 2013
0.11 Verkennen mogelijkheden en in beeld brengen ontwikkelingen langere termijn. Delen resultaten •
1 juni 2013 Vanaf juni 2013
6. Kosten De kosten zullen met name bestaan uit de uren van de leden van het projectteam en de leden van de werkeenheid De Meierij voor de plenaire terugkoppeling en het delen van de resultaten. Activiteit Start project • Verkennen mogelijkheden korte termijn • Wettelijke belemmeringen • Verkennen ontwikkelingen lange termijn Beschrijven en delen resultaten Extra uren trekker Totaal (bij PG 7 leden + WE 10 leden)
Uren per lid PT
Uren per lid WE Meierij
12 12 12 8 20 328 + 70 = 398
1 1 1 4
7. Organisatie Trekker is waterschap De Dommel (Henri van Wylick). Projectteam bestaat uit gemeente Sint-Oedenrode (Marc de Bie), gemeente Oirschot (Cees vd Schoot), gemeente Tilburg (Sonja Immenga), gemeente Eersel (Monique Claassens), gemeente Bergeijk (Ronnie van Gompel) en waterschap De Dommel (Lonneke Schilte\Jeannette van Boerdonk). 8. Tijd De doorlooptijd van het project is maximaal 7 maanden. Benodigde tijd voor een lid van het projectteam en een lid van de werkeenheid De Meierij staat weergegeven in de tabel onder 6. 9. Communicatie (en informatie) De communicatie loopt via de ambtelijke werkeenheden en via de vertegenwoordigers van de partners van de werkeenheid naar de eigen organisaties. Richting de bestuurders vindt de communicatie plaats via de voorzitter van het ambtelijk overleg. Verdere verspreiding van de informatie via “viadesk” en de website www.waterrestaurant.nl met de mogelijkheid om voor dit specifieke onderwerp een themabijeenkomst te organiseren. 10. Risico's 11. Raakvlak met andere projecten/vastgesteld beleid Raakvlakken met de wettelijke belemmeringen voor maaisel. Daarnaast is dit project complementair aan het project onderhoud waterlopen. 12. Overige opmerkingen Wat is de bijdrage van dit gerecht aan de doelstellingen uit het Bestuursakkoord Water. Kosten Kwaliteit Kracht
+ + +
0.12
MBA - gezamenlijke hoofdpost 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Projectnaam Projectomschrijving Trekker Projectteam Overige betrokkenen Datum
MBA – gezamenlijke hoofdpost Gemeenten en waterschap realiseren een gezamenlijke hoofdpost (MBA). Waterschap De Dommel (Ruud Peeters) Gemeenten Haaren, Oisterwijk, Nuenen en Son en Breugel en WS De Dommel Alle werkeenheden in Dommelgebied 15 januari 2013
1. Probleemstelling Het concept Waterrestaurant biedt de mogelijkheid om de gezamenlijke opgave afvalwaterketen zoals verwoord in het Bestuursakkoord Water vorm te geven. Binnen de werkeenheden doelmatig waterbeheer De Meierij, Hart van Brabant en Waterportaal Zuid-Oost Brabant hebben partijen aangegeven geïnteresseerd te zijn in het resultaat van het gerecht “Gezamenlijke hoofdpost - MBA”. Vijf partijen werken dit gerecht mee uit. Op deze manier wordt door de vijf partijen een gerecht uitgewerkt dat na oplevering ter beschikking kan worden gesteld aan belangstellenden in alle Brabantse werkeenheden. 2. Projectbegrenzing Genoemde Gemeenten en waterschap werken projectmatig met elkaar samen om te komen tot een gezamenlijk gebruik van een MBA (Monitoring en Besturing Afvalwaterketen) met een gunstige prijskwaliteitverhouding. 3. Doelstelling Partijen werken projectmatig met elkaar samen om te komen tot het gezamenlijk gebruiken van een MBA met een gunstige prijs-kwaliteitverhouding en dat tevens de opbrengsten verhoogt in de zin van: • het verhogen van de bedrijfszekerheid; • het beschikbaar komen van bruikbare data; • de kwaliteit en uitwisselbaarheid van de beschikbare data; • de kennis over het daadwerkelijk functioneren van de waterketen in de praktijk; • het verminderen van de kwetsbaarheid. Partijen onderzoeken gezamenlijk de mogelijkheid voor de aanschaf en het exploiteren van een gezamenlijke hoofdpost voor inzamelen en transport van afvalwater (= MBA-systeem). Deze hoofdpost biedt de mogelijkheid om het operationele rioolbeheer uit te voeren met een leveranciersonafhankelijk systeem. Dit systeem moet zodanig open zijn dat toekomstige wensen relatief eenvoudig hieraan kunnen worden gekoppeld. Denk hierbij aan de koppeling met onderhoudssystemen en het op grond van onderlinge afspraken sturen op het niveau van een aanvoergebied van een rwzi. in de riolering en het transportstelsel. Partijen brengen gezamenlijk de gewenste functionaliteit van het MBA in kaart, evenals een inschatting van de tijdbesteding, de interne en externe kosten voor de aanschaf van een MBA en van het operationeel houden hiervan. 4. Resultaat Het eerste resultaat van de voorfase van het project MBA is een rapportage waarvan het bestuur van de betrokken partijen de mogelijkheid wordt geboden een besluit te nemen over: • Een go – no go voor het gezamenlijk MBA op basis van: o Een gezamenlijk programma van eisen; o De aantoonbare werking van een MBA op basis van een uitgevoerde pilot; o Een gezamenlijk uitgevoerde marktverkenning van bestaande systemen aan de hand van het gezamenlijke programma van eisen; • Voorwaarden voor het gebruik van het gezamenlijk MBA;
0.12 •
5.
De wijze waarop en de voorwaarden waaronder de samenwerking bij het gezamenlijk MBA gestalte wordt gegeven.
Projectfasering en beslismomenten
Activiteit Plan van aanpak incl. projectteam akkoord Start project • Pilot Hoofdpost. • Marktverkenning • Gezamenlijk programma van eisen. • Voorwaarden voor gebruik MBA Inkooptraject incl. proof of concept
Gereed 1 november 2010 1 november 2010 1 juni 2012 1 februari 2012 1 februari 2013 1 maart 2013 1 november 2013
6. Kosten De kosten zullen met name bestaan uit de uren van de leden van de werkeenheid De Meierij voor de plenaire terugkoppeling en het delen van de resultaten. Activiteit Start project • Pilot Hoofdpost. Marktverkenning Gezamenlijk PVE Voorwaarden voor gebruik MBA Inkooptraject Extra uren trekker Totaal • • •
Uren per lid PT
Kosten per lid PT € 5000
Uren per lid werkeenheid Hart van Brabant 2
(Frans wat is jouw inschatting) 40 p.m. 20 80-100 120 Pm
6 € 30.000
80
7. Organisatie Trekker is waterschap De Dommel (Ruud Peeters). Projectteam bestaat uit gemeente Haaren (Jeroen van Baren), gemeente Oisterwijk (Frans Veeke), gemeente Nuenen (Leon Classen), gemeente Son en Breugel (Henk Vogels) en waterschap De Dommel (Yvonne Marcks en Henri van Wylick). 8. Tijd Na bestuurlijke besluitvorming over go – no go (begin 2013) kan inkooptraject worden opgestart en afgerond. Benodigde tijd per lid van de werkeenheid Hart van Brabant staat weergegeven in de tabel onder 6. 9. Communicatie (en informatie) De communicatie loopt via de ambtelijke werkeenheden en via de vertegenwoordigers van de partners van de werkeenheid naar de eigen organisaties. Richting de bestuurders vindt de communicatie plaats via de voorzitter van het ambtelijk overleg. Verdere verspreiding van de informatie via “viadesk” en de website www.waterrestaurant.nl met de mogelijkheid om voor dit specifieke onderwerp een themabijeenkomst te organiseren. 10. Risico's Onduidelijke afspraken over voorwaarden voor gebruik. Zwaan kleef aan principe. Hoeveel zwanen gaan er nu echt meedoen.
0.12 11. Raakvlak met andere projecten/vastgesteld beleid Raakvlakken met uitrol meetnet waterketen in diverse aanvoergebieden. Grondwatermonitoring en neerslagmeting. 12. Overige opmerkingen Wat is de bijdrage van dit gerecht aan de doelstellingen uit het Bestuursakkoord Water. Kosten Kwaliteit Kracht
+ ++ ++
MBA biedt de mogelijkheid om over het gehele transportsysteem van de afvalwaterketen het operationele beheer uit te voeren en beter op elkaar af te stemmen. MBA is een werkeenheden overstijgend en al lopend traject. De voortgang en de resultaten hiervan zullen in de werkeenheden doelmatig waterbeheer worden gepresenteerd. Onderbrengen van dit onderwerp in het jaarprogramma in één van de werkeenheden ligt daarom niet voor de hand. Daarom alleen de uren voor kennisuitwisseling hierover in begroting werkeenheid doelmatig waterbeheer Hart van Brabant opnemen.
0.13 Plan van aanpak gemaalbeheerprogramma 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Projectnaam Projectomschrijving Trekker Projectteam Overige betrokkenen Datum
gemaalbeheerprogramma Gezamenlijke aanschaf onderhoudbeheerprogramma voor gemaalbeheer Alette Barel Mathijs Vromans Ambtelijke werkeenheid Hart van Brabant 30 oktober 2012
1. Aanleiding Door enkele gemeenten in het Hart van Brabant is hetzelfde onderhoudsmanagementsysteem voor de rioolgemalen aangeschaft in de afgelopen jaren. Enkele andere gemeenten willen het beheer van hun gemalen professionaliseren, daarbij ondersteund door een onderhoudsmanagementsysteem. 2. Probleemstelling Het bijhouden van vaste, storings- en onderhoudsgegevens van rioolgemalen, gebeurt bij enkele gemeenten op minder gestructureerde wijze. Hierdoor is het maken van analyses en onderhouds- en managementrapportages niet eenvoudig en worden in veel gevallen niet gemaakt. Ditzelfde geldt voor het maken van een meerjaren- en preventief onderhoud planning voor de gemalen. 3. Projectbegrenzing Het project wordt begrenst door het gezamenlijke contractvorming en implementatie van een gemalenbeheer-, of -onderhoudsmanagementsprogramma. Er is één pakket, waarvan reeds drie gemeenten in de werkeenheid gebruik maken. De aanschaf van een gemalenbesturingsysteem valt buiten de scope. Een koppeling met een gemalenbesturingssysteem dient mogelijk te zijn, waarbij het de voorkeur geniet, dat het besturingssysteem gebruik maakt van de vaste gegevens van het onderhoudsmanagementsysteem. Optioneel: Het inventariseren van gemaalgegevens en het uitvoeren van gemaalinspecties. 4. Doelstelling De gezamenlijk aanschaf van een gemalenbeheerprogramma. Door hetzelfde gemalenbeheerprogramma te gebruiken is kennisuitwisseling mogelijk. Door middel van samenwerking hoeft niet door iedere gemeente afzonderlijk een keuze voorbereid te worden. De projectdoelstellingen zijn: minder kwetsbaarheid van gemeenten, op het vlak van gemalenonderhoud. Continue kennisdeling van gemalenbeheer en onderhoud. De mogelijkheid scheppen voor professioneler, planmatiger en meer proactief beheer van de gemeentelijke rioolgemalen. 5. Resultaat Het gewenste projectresultaat is het gezamenlijk gebruik van hetzelfde onderhoudsmanagementsysteem voor rioolgemalen, door de Hart van Brabant gemeenten. 6. Projectfasering en beslismomenten De volgende fasen worden achtereenvolgens doorlopen: • Vaststellen projectplan Het projectplan en de doelstellingen worden gezamenlijk vastgesteld. •
Intentie uitspreken deelname Informeren van alle partijen over de voordelen en mogelijkheden van het gemalenbeheerprogramma om aan te sluiten.
0.13 •
Kaders bepalen • Door de potentieel deelnemende gemeente dient overeenstemming bereikt te worden over een aantal uitgangspunten. Hieronder volgt een opsomming van een aantal uitgangspunten waarover overeenstemming is bereikt: • De bestaande gebruikers van SAM staan niet open voor op een overstap op een ander systeem. Dit komt door de interne bekendheid met het programma en de implementatie onder de rioolgemaalbeheerders. De werkwijze omschakelen met deze mensen kost tijd en geld. Ook vormt het huidige systeem een onderdeel voor verstrekte opdrachten en contracten met aannemers en derden. • De borging van het eigendom van data word geborgd in de opdrachtverstrekking naar de leverancier van het systeem. • De leverancier maakt het mogelijk om inzicht in elkaars gegevens in te zien. Bepaald moet worden welke gemeenten hiervan gebruik willen maken. • In de toekomst is het mogelijk om elkaars gegevens te gaan beheren. • Opnemen van bijzondere objecten zoals IBA’s en peilbuizen eveneens mogelijk.
•
Opvragen offerte Afhankelijk van de hierboven beschreven uitgangspunten en kaders, is de volgende stap, dat de procestrekker vraagt aan de leverancier(s) om te komen tot offerte. Elke partij legt kosten voor aan de eigen organisatie, waarbij gekeken word welke capaciteit aanwezig is om zelf werkzaamheden uit te voeren binnen de offerte. De verdeling van uren en kosten kunnen binnen de offerte met de leverancier besproken worden.
•
Kennisoverdracht Door twee maal per jaar een bijeenkomst te organiseren, waarbij een reeds aangesloten gemeente uitleg geeft over de implementatie van de levering kan kennisoverdracht plaats vinden. Vervolgens kan een doorkijkje betreffende de mogelijkheden in de toekomst worden gegeven.
•
Verlenen van opdracht Indien alle partijen een offerte met kortingspercentage hebben ondertekend, kan begonnen worden met het vullen van het gemalenprogramma. Het vullen van het gemalenprogramma kan door de leverancier worden uitgevoerd, maar kan tevens door de eigen dienst worden uitgevoerd. Vanaf het moment van installatie kan worden gestart met het registreren van het onderhoud aan de gemalen. Voor registratie en inventarisatie kunnen verschillende inlogcodes worden uitgegeven, zodat bedrijven kunnen registreren onafhankelijk van het instellen en inlezen van alle andere gegevens.
•
Evaluatie Een aantal gemeenten zijn al aangesloten op het beheerprogramma. Er zal geëvalueerd worden naar de werking van het programma. Tevens zal voor het komende offertetraject bekeken worden of er korting kan worden gegeven voor de reeds aangesloten gemeenten op de jaarlijkse hosting en licentie. Vervolgens is er behoefte aan een schema waarin meerdere toepassingen van het programma staan genoemd, zoals het gezamenlijk opstellen van een onderhoudsbestek voor de gemalen of onderhoudscontracten etc.
•
Vervolg De toegankelijkheid van de verkregen data hangt af van de informatiebehoefte. Afhankelijk van deze behoefte kan het wel nodig zijn dat er bestuurlijke besluitvorming nodig is, bijvoorbeeld als een partij de data van andere partijen gaat beheren.
7. Kosten Ambtelijke inzet/uren ter voorbereiding van de besluitvorming in de gemeenten en waterschappen (interne uren). 8. Organisatie Iedere partij die instapt zorgt voor de juiste input om een deel offerte mogelijk te maken.
0.13
9.
Tijd
Fasering Vaststellen projectplan
Uren trekker 5
Uren per partij 2
Intentie uitspreken deelname
10
5
Opvragen afzonderlijke offerten
1
5
Kennisoverdracht
10
5
Verlenen van opdracht
5
2
Evaluatie
5
3
36 uur
22 uur
Vervolg Totaal
10. Communicatie (en informatie) De communicatie loopt via de ambtelijke werkeenheid. Richting de bestuurders vindt de communicatie plaats via de voorzitter van het ambtelijk overleg. 11. Kwaliteit van het beheersysteem De kwaliteit staat of valt bij de wijze van het inwinnen van alle gegevens van de afzonderlijke gemeenten. 12. Risico's De volgende mogelijke risico’s worden onderkend: - de leverancier van het gemalenbeheerprogramma biedt geen aantrekkelijke mogelijkheid tot gezamenlijk gebruik aan; - diverse partijen hebben lang lopende contracten waardoor samenwerken op korte termijn lastig is; - als niet gekozen word voor dezelfde leverancier dan wijken de beheersystemen dermate af van elkaar dat gegevensuitwisseling lastig is. 13. Raakvlak met andere projecten/vastgesteld beleid Het aanschaffen van een gemalenbeheerprogramma raakt aan hetgeen verwoord staat in de tussenrapportage, waardoor we vanuit inhoud naar structuur komen. De aanschaf van een gemalenbeheerprogramma zal de basis leggen voor meerdere toepassingen om samen te werken in de toekomst. Tevens leent het project zich voor een kennisoverdracht door de rioolbeheerders, waardoor meer inhoud word gegeven aan de samenwerking. Andere raakvlakken zijn er met een gemalenbesturingssysteem en met gegevensbeheer. 14. Overige opmerkingen n.v.t.
0.14 Samenwerking grondwaterbeheer 1. 2.
Projectnaam Projectomschrijving
3. 4.
Trekker Projectteam
5. 6.
Overige betrokkenen Datum
Grondwaterbeheer (kwantiteit) Brabant Water en Waterschap de Dommel zetten kennis, expertise en mankracht in voor het opstellen van een meetplan grondwater en verzorgen het operationeel beheer meetnet grondwaterkwantiteit. Waterschap De Dommel en Brabant Water Werkeenheid Meierij: gemeente Boxtel, Vught, Heusden, ’s-Hertogenbosch, Waterschap de Dommel en Brabant Water Overige deelnemers uit Brabantse werkeenheden 14 december 2012
1. Probleemstelling Vanuit hun grondwaterzorgplicht heeft de gemeente de verplichting om in het stedelijke gebied kennis op te bouwen van (het functioneren van) het grondwatersysteem. Hoewel een stedelijk grondwatermeetnet geen verplichting is, kan een dergelijk meetnet nuttig zijn om meer inzicht in de fluctuatie van de grondwaterstanden in het bebouwde gebied te verkrijgen. Hierdoor kan effectiever beleid worden geformuleerd en adequaat op vragen en problemen worden gereageerd. Een ander belangrijk aspect is het verkrijgen van betrouwbare gegevens over grondwaterstanden bij het uitvoeren van de watertoets. Grondwaterbeheer vraagt inzicht. Dit inzicht kan bestaan uit diverse componenten. In de eerste plaats is inzicht nodig in de ondergrondse situatie. Inzicht in de combinatie van de onder- en bovengrondse situatie geeft de mogelijkheid grondwater te beheren, ruimtelijke ordening en ondergrond onderling af te stemmen, knelpunten op te heffen en te controleren of klachten gegrond zijn. Dit is, vanwege het karakter van de informatie, reactief grondwaterbeheer. Om over te gaan naar proactief grondwaterbeheer en ook te kunnen sturen en anticiperen is inzicht nodig in de toekomstige situatie van ondergrond en bovengrond. Trends en scenario’s moeten daarbij worden doorvertaald en verkend. Dit betekent dat de gevolgen van klimaatontwikkelingen en toekomstige bouwplannen in beeld zijn. Dit is een groeiproces in drie stappen wat in onderstaande figuur schematisch is weergegeven. De huidige situatie kenmerkt zich door geen samenwerking. De gemeenten zijn voor kennis en ondersteuning in grote mate afhankelijk van externe adviesbureaus. Vanaf 1 januari 2015 is iedere actor die grondwaterstanden meet verplicht deze meetdata te valideren en te ontsluiten naar de BRO (Basis Registratie Ondergrond).
Figuur 1 Ambities Grondwaterbeleid (Platform Vallei&Eem, 2009)
0.14
Figuur 2 Monitoringcyclus 2. Projectbegrenzing De basisgedachte is de diverse werkzaamheden in de meetcyclus (zie figuur 2) te centraliseren (opschaling). Het uitgangspunt is functionarissen van Waterschap de Dommel en Brabant Water in te zetten naar behoefte van de individuele gemeente. Voor de inzet van de functionaris vindt in principe verrekening plaats tenzij anders overeengekomen. Een dergelijke constructie past in het netwerkorganisatiemodel. Iedere deelnemende gemeente kan ‘instappen’ op elke moment en in elke fase van de meetcyclus. In de meetcyclus worden vier fasen onderscheiden. Per fase is navolgend aangegeven hoe tot samenwerking kan worden gekomen en onder welke voorwaarden. 1. Meetstrategie en ontwerp In deze fase werken we samen aan het opstellen van een grondwatermeetplan. De voorkeur is dit met meerdere gemeenten in een keer samen op te pakken. Het voordeel is dat de overheadkosten laag blijven en dat gezamenlijk aan de opbouw van kennis wordt gedaan. Het waterschap heeft lokale gebiedskennis vanuit het planvorming- en het watertoetsproces en Brabant Water heeft kennis van geohydrologie in het gebied. Gemeenten hebben (vanuit de klachtenregistratie) over het algemeen al een beeld waar de kansen en knelpunten liggen. Voor de uitvoering van het grondwatermeetplan wordt gemaakt van externe ondersteuning door een adviesbureau. De individuele gemeente betaalt de kosten voor het opstellen van het meetplan. De inkoop van de opdracht wordt verzorgd door de gemeente zelf (al dan niet in collectief). Het waterschap en Brabant Water levert de gemoeide tijdbesteding om-niet in deze fase. Bij het ontwerp van het meetnet wordt gekeken naar koppelen van meetnetten van diverse eigenaren. Hierbij is het dus denkbaar dat bepaalde meetopstellingen van het waterschap en Brabant Water integraal onderdeel worden van het basismeetnet in stedelijk gebied. De eigenaar van de reeds bestaande meetopstellingen blijft de kostendrager tenzij anders overeengekomen.
0.14 2. Meetnetbeheer Afhankelijk van de meetdoelstelling wordt de grondwaterstand handmatig of automatisch gemeten. Voor nieuw te plaatsen of renovatie van meetopstellingen wordt uitgegaan van een standaard Programma van Eisen. Standaardisatie zal bijdragen aan lagere kosten en hogere kwaliteit. De aanschaf- en onderhoudskosten worden toegerekend naar de eigenaar van de meetopstelling. De gemeente draagt primair zorg voor de inkoop van apparatuur. Gezamenlijke inkoop levert doelmatigheidswinst op. In de werkeenheid zijn meerdere partijen die inkoopdocumenten bezitten welke kunnen worden gebruikt. Waterschap en Brabant Water dragen zorg voor de coördinatie van de installatie van de meetopstelling en het onderhoud ingeval van defecten. Het vervangingsonderhoud wordt uitgevoerd door erkende installateurs. Het voorstel voor samenwerking is dat Brabant Water en het waterschap zorg dragen voor het operationeel meetnetbeheer. 3. Databeheer Bij handmatig meting is het uitgangpunt dat de gemeente zelf zorg draagt voor het uitvoeren van het meten (evt. via WSD-groep zoals bij gemeente Oisterwijk). Bij gebruikmaking van dataloggers wordt onder het databeheer verstaan het uitlezen van de dataloggers en het valideren van de meetopstelling. Het uitlezen van de dataloggers geschiedt naar behoefte van de gemeente 2 tot 4x per jaar. Afhankelijk van de voorkeur van de gemeente vindt de uitlezing van de datalogger in eigen beheer plaats (evt. via WSD-groep) of door een medewerker van Brabant Water of waterschap. De datavalidatie wordt verzorgd door een hydroloog van Brabant Water: geldt zowel voor handmatige als automatische dataregistratie (datavalidatie is een verplichting per 1 januari 2015). 4. Informatievoorziening In deze fase wordt de data geïnterpreteerd en omgezet in informatie voor elke deelnemende gemeente. De ontsluiting van data en informatie geschiedt via de centrale meethoofdpost van het Dommelgebied. De kosten voor de ontsluiting worden gedragen door de eigenaar van de meetopstelling. Het voorstel voor samenwerking is, dat Brabant Water en waterschap zorg dragen voor de informatievoorziening en advisering over specifieke vraagstukken. 3. Doelstelling Het doel van samenwerken op gebied van grondwatermonitoring is: “Het tijdig verkrijgen en beschikbaar stellen van gevalideerde gegevens en advies over grondwaterstanden voor een doelmatige invulling van vigerend grondwaterbeleid”. Het beoogde resultaat is verlaging van de maatschappelijke kosten, verhoging van de kwaliteit en komen in de kracht door verlaging van de kwetsbaarheid en verhoging van het (regionale beschikbare) kennisniveau. Het opzetten van een grondwatermeetnet maakt de volgende zaken mogelijk: • het analyseren van problemen met grondwateroverlast of -onderlast; • het analyseren en onderbouwen van schadeclaims; • vervullen van de gemeentelijke loketfunctie middels verstrekken van informatie aan burgers en bedrijven • het bepalen van infiltratiekansen van afstromend hemelwater; • een efficiëntere voorbereiding van infrastructureel werken en bouwprojecten; • doelmatige advisering bij de watertoets procedure; • het bepalen van de invloed van (incidentele en structurele) grondwateronttrekkingen; • het bepalen van de invloed van grondwaterstanden bij KWO projecten; • validatie/kalibratie (bestaand dan wel op te zetten) grondwatermodel.
0.14 4. Resultaat In 2015 beschikt iedere gemeente over een goed inzicht van de grondwaterstanden in stedelijk gebied, zodat ondermeer grondwateronder- en overlastsituaties effectief kan worden aangepakt en de kansen verkend voor infiltratie van afgekoppeld hemelwater. Dit inzicht bereiken we door het inzamelen en analyseren van valide grondwatermeetdata. 5.
Projectfasering en beslismomenten
Activiteit Meetplan opstellen Meetnetbeheer: - Inkoop en plaatsing van materieel - Onderhoud meetnet Databeheer: - Datavalidatie - Dataontsluiting (hoofdpost) Informatievoorziening
Doorlooptijd 9 maanden 9 maanden Ingang per direct Ingang per direct 4 maanden Na 1 jaar meten
6. Kosten Voor het opstellen van een meetplan is het uitgangspunt dat de uren niet worden verrekend. Het voorstel is eenvoudig: je doet mee of niet. Het evalueren van een (bestaand) meetplan is het begin van een nieuwe cyclus: de herhalingstijds is 1 jaar. * Lid PT is hetzelfde als lid WE Meierij Activiteit Meetplan
Meetnetbeheer, databeheer en informatievoorziening (zie hieronder)
Uren per lid PT 50-80 per gemeente plus advieskosten € 4.000,/€ 8.000,- ex BTW 60-100 waterschap 60-100 Brabant Water Vaste prijs of op basis van nacalculatie
Totaal
-
Uren per lid WE Meierij X
X X
Indicatie kosten per peilbuis per jaar (gebaseerd op 4x een dataverwerkingsrondes per jaar): • Handpeilingen (alleen databeheer en informatievoorziening): € 30 - € 45 • Drukopnemers +telemetrie: € 125 - € 150 • Drukopnemers + dataloggers: € 170 - € 200 7. Organisatie Trekker is Waterschap de Dommel. Projectteam bestaat vooralsnog uit gemeente Boxtel, Vught, Heusden, Brabant Water. Agendalid is gemeente ’s-Hertogenbosch (inbreng kennis inkooptraject). 8. Tijd Als output voor 2013 geldt dat de meetplannen kunnen worden opgesteld. Gemeenten kunnen per direct het operationeel beheer ‘overdragen’ aan Brabant Water en waterschap. 9. Communicatie (en informatie) N.v.t.
0.14 10. Risico's Beoogd wordt een publieke samenwerking tussen 3 overheidslagen. De afspraken voor samenwerking dienen in een op te stellen separate overeenkomst juridisch te worden geborgd. Brabant Water en waterschap stellen zich per definitie niet op als marktpartij. Er is geen sprake van een aanbestedingstraject. Niettemin dient de gemeente dit wel als zodanig intern te verantwoorden. Het collectief inkopen van meetplannen en apparatuur dient door de gemeenten onderling worden georganiseerd. Afstemming van inkooptraject vraagt aandacht. 11. Raakvlak met andere projecten/vastgesteld beleid De Brabantse waterschappen, Provincie Noord Brabant en Brabant Water werken in een brabantbrede samenwerking aan het inrichten van een platform voor modellering van grondwaterstanden. 12. Overige opmerkingen Wat is de bijdrage van dit gerecht aan de doelstellingen uit het Bestuursakkoord Water. Kosten Kwaliteit Kracht
+ + +
0.15
1.6 1. 2.
Projectnaam Projectomschrijving
3. 4.
Trekker Projectteam
5. 6.
Overige betrokkenen Datum
Onderhoud watergangen en bermsloten Onderhoud watergangen en bermsloten Gemeenten en waterschappen verkennen de behoeftes en kansen voor samenwerking rondom het onderhoud van watergangen. Waterambassadeur De Dommel Gemeenten Boxtel, Tilburg, Vught en Oirschot en waterschap Brabantse Delta en waterschap De Dommel Werkeenheden De Meierij en Hart van Brabant 17 oktober 2012
1. Probleemstelling Het concept Waterrestaurant biedt de mogelijkheid om de gezamenlijke opgave afvalwaterketen zoals verwoord in het Bestuursakkoord Water vorm te geven. Binnen de werkeenheid De Meierij hebben vier partijen aangegeven geïnteresseerd te zijn in het resultaat van het gerecht gezamenlijk aanbesteden nieuwe werken. Vier partijen hebben aangegeven dit gerecht mee te willen uitwerken. Op deze manier wordt door de vier partijen een gerecht uitgewerkt dat na oplevering ter beschikking kan worden gesteld aan belangstellenden in alle werkeenheden. 2. Projectbegrenzing Onder dit project wordt verstaan: • Kennisuitwisseling rondom bestekken, uitwisselen materieel; • Beste mensen op de beste plek (verminderen kwetsbaarheid); • Verbeteren afstemming werkzaamheden tussen waterschappen en gemeenten; • Mogelijkheden om gezamenlijk directie te voeren, aan te besteden, kennis uit te wisselen, uitwisseling materieel en prijsafspraken te maken met aannemers. 3.
Doelstelling P.M. Aanvullen vanaf hier
4.
Resultaat
5.
Projectfasering en beslismomenten
Activiteit
6.
Gereed
Kosten
Activiteit
Uren per lid PT
Uren per lid WE HvB
Totaal 7. Organisatie Trekker is waterambassadeur voor gemeenten in werkgebied De Dommel (Albert Jan Vester). Projectteam bestaat uit gemeente Boxtel, gemeente Tilburg (Rob Braspenning), waterschap Brabantse Delta (Henk Eland\Cees de Rooij) en waterschap De Dommel (Rick Ketelaars). Vanuit Brabantse Delta wordt synergie met werkeenheden 1 en 2 geborgd. 8.
Tijd
9.
Communicatie (en informatie)
0.15
10. Risico's 11. Raakvlak met andere projecten/vastgesteld beleid 12. Overige opmerkingen Wat is de bijdrage van dit gerecht aan de doelstellingen uit het Bestuursakkoord Water. Kosten Kwaliteit Kracht
0.16
2.1 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Projectnaam Projectomschrijving Trekker Projectteam Overige betrokkenen Datum
1.
Probleemstelling
Calamiteitenplan
Calamiteitenplan Gezamenlijk opstellen n.t.b. n.t.b. n.t.b. 18 maart 2013
2. Projectbegrenzing Op dit moment beperkt het project zich tot de informatie-uitwisseling die heeft plaatsgevonden tijdens een bijeenkomst van het afvalwaterteam. De gemeenten Breda, Tilburg, Loon op Zand, Geertruidenberg en Werkendam gaan samen kijken of ze een project kunnen opstarten. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Doelstelling Resultaat Projectfasering en beslismomenten Kosten Organisatie Tijd Communicatie (en informatie) Risico's Raakvlak met andere projecten/vastgesteld beleid Overige opmerkingen
Kosten Kwaliteit Kracht
0.17
Plan van aanpak Communicatie Hart van Brabant 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Projectnaam Projectomschrijving Trekker Projectteam Overige betrokkenen Datum
Communicatie
Verbeteren communicatie riolering en waterbeheer Hart van Brabant Jos van Westerloo, gemeente Waalwijk Werkeenheid Hart van Brabant Werkeenheid Meierij, werkeenheden West-Brabant, Rioned 18 maart 2013
6. Probleemstelling In het Bestuursakkoord Water zijn afspraken gemaakt over doelmatig waterbeheer. Verdergaande samenwerking in de (afval)waterketen is noodzakelijk om kostenbesparing, kwaliteitsverbetering en vermindering van kwetsbaarheid mogelijk te maken. In de werkeenheid zijn enkele gemeenten verder met communicatie over riolering dan andere gemeenten. Communicatie heeft meestal niet de hoogste prioriteit en komt vaak op de tweede (of derde) plaats. Veel onderwerpen waarover burgers geïnformeerd moeten worden zijn voor alle gemeenten gelijk. Daarnaast is communicatie duidelijker als dit vanuit meerdere partijen uniform is. Door dit samen op te pakken hoeft dit maar 1 keer uitgezocht en gerealiseerd te worden, waarna alle gemeenten hier hun voordeel mee kunnen doen. Met meerdere partijen is het bovendien mogelijk goedkoper te communiceren. In het uitvoeringsprogramma 2013 willen we aangeven welke zaken we samen willen oppakken en hoe we dit doen.
7. Projectbegrenzing We richten ons in eerste instantie op samenwerking op gebied van riolering en waterbeheer. We moeten daarbij echter niet vergeten dat riolering op zich weinig aandacht trekt. We moeten daarom samenwerking zoeken met andere disciplines zoals afval (goed rioolgebruik). Vooralsnog is echter wel de grens hetgeen we vanuit onze zorgplicht en onze rioolheffing mogen en moeten. Daarmee hebben we budget voor onze werkzaamheden. 1. Communicatie bij planvorming: Bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van een nieuwe visie op water- en rioleringsgebied en de prioriteiten voor het GRP. Voor draagvlak van het nieuwe beleid. Maar ook belangrijk: inventarisatie van de wensen, bv met een enquête. 2. Communicatie bij werkzaamheden: Bij de aanleg van een nieuwe riolering krijgen de omwonenden te maken met overlast. Goede communicatie kan er toe bijdragen dat men de overlast accepteert. Hieronder kunnen we naast de werkzaamheden waarbij de gemeente/waterschap initiatiefnemer is ook de werkzaamheden oppakken waarbij een ander initiatief heeft: We kunnen de communicatie bij vergunningverlening, uitvoering werkzaamheden maar ook vergunningsvrije werkzaamheden verbeteren. Afkoppelen al dan niet met subsidie valt hier ook onder. 3. Communicatie ter bevordering van gewenst gedrag – Goed rioolgebruik: Hierbij vraag aan je doelgroep de medewerking voor goed gebruik van het riool. Ze moeten iets doen of juist iets laten. Dit is lange termijn communiceren. 4. Communicatie bij calamiteiten: Dit is een specifieke vorm van communicatie, die we uitwerken in plan van aanpak calamiteiten. Een goede start is: een gedegen en gedragen GRP (gemeentelijk rioleringsplan) met daarin alle knelpunten, tijdpad en budget. Naast bestuurlijke en juridische goedkeuring en duiding van de grenzen (hemelwaterbeleid, wat is overlast), moet we het communicatiebudget verankeren. Dit kan via externe middelen, maar vergeet niet de inzet van de eigen communicatiecollega, zowel in de aanloop van het proces (planvorming) als bij de uitvoering van de middelen.
8. •
Doelstelling Kennis delen (kwetsbaarheid verkleinen): Van communicatieacties tot nu toe, wat werkt
0.17 •
• •
Het realiseren dat eind 2013 alle gemeenten aan hun wettelijke verplichting voldoen omtrent het hebben van een digitaal waterloket, waarbij het streven is om dit gezamenlijk te realiseren zodat niet iedere gemeente het wiel zelf moet uitvinden. Besparen: samen aanbesteden van drukwerk en verspreiding ervan, samen voorbereiden, samen gebruik middelen zoals afkoppelkeet/ rioolkijkbuis/ tentoonstelling enz. Samenwerken: afstemmen doelstellingen, planning campagnes, afstemmen subsidieregelingen en beleid voor afkoppelen, afstemmen communicatie bij vergunningaanvragen en verlening
9. Resultaat Het resultaat is 1. Een gezamenlijk communicatieplan met doelstellingen, prioriteiten, taakverdeling en middelen, te verankeren in beleid van de verschillende deelnemers. 2. Verbeterde websites (digitaal waterloket)van alle partijen, met afgestemde informatie over water en riolering 3. Gezamenlijke producten om goed rioolgebruik te bevorderen, voor gemengde en (verbeterd) gescheiden rioolstelsels. Gezamenlijke ontwikkelen, inkopen en eventueel verspreiding. Uitwisselen van teksten en informatie om te verspreiden over goed rioolgebruik zoals hondenpoep, vet, autowassen 4. Uitwisseling van teksten en informatie om te verspreiden bij werkzaamheden zoals baggeren, kolkenzuigen, reinigen/inspecteren riolering, rioolvervanging 5. Verbeteren gegevens bij vergunningverlening en omgevingsloket om behandeling soepeler en met minder inzet van tijd te laten verlopen. Bijvoorbeeld maken van webapplicatie waar alle regelgeving in is opgenomen van bestemmingsplannen, legger, keur en beschermingsgebieden, type rioolstelsels. Daarnaast afstemmen meldingsformulieren, afhandeling van meldingen en belastinginning. 10. Projectfasering en beslismomenten
• De teksten voor het digitaal waterloket zijn vorig jaar beschikbaar gesteld voor alle gemeenten waarna ze geïmplementeerd kunnen worden in de eigen websites van de gemeenten. Zo kunnen alle gemeenten met minimale inspanning zonder extra kosten aan de wettelijke verplichting voldoen.
• Iedere gemeente zal tijd moeten inplannen om samen met de gemeentelijke webmaster de aangereikte teksten te implementeren in de eigen website.
• Er wordt een redactie-team ingesteld met andere werkeenheden die een aantal keer per jaar bijeen komt om de teksten up-to-date te houden, ontwikkelingen te signaleren en aanpassingen te doen. Deze wijzigingen/ ontwikkelingen worden zo gemaakt dat zij rechtstreeks in de waterloketten te implementeren zijn door de webmasters van de gemeente.
Planning : Implementatie digitaal waterloket in de eigen website online: sept 2013 In stellen redactie-team met andere werkeenheden
nov 2013
11. Kosten, organisatie en tijd Gemeente Waalwijk is trekker en stelt de overige leden op de hoogte tijdens de reguliere ambtelijke samenwerkingsoverleg. Tussentijds vindt overleg plaats tussen de werkgroepleden, afhankelijk van de
0.17 noodzaak. Alle ambtelijke werkgroepleden koppelen op het beslismoment terug met hun eigen bestuurder. Richting de bestuurlijke stuurgroep vindt de communicatie plaats via de voorzitter van het ambtelijk overleg. Informatie stellen we zo veel mogelijk beschikbaar via eigen website, viadesk.nl en waterrestaurant.nl en rioned.org. Voor het traject om te komen tot het punt dat alle gemeenten een digitaal waterloket hebben zal iedere organisatie circa 10 uur per organisatie nodig zijn. Beide waterschappen participeren ook in het project. Hiervoor is voor beide partijen elk 10 uur geraamd. De redactie zal twee keer per jaar een dagdeel bijeenkomen. Inclusief voorbereiding en uitvoeren van de acties kost dit in totaal ongeveer 20 uur per jaar. Totaal: Uren trekker:20 , uren deelnemer 10. Totaal 120 uur. 12. Kwaliteit en Risico's Communicatie is vaak niet urgent. Hierdoor heeft het vaak geen prioriteit en blijft het ontwikkelen van goede middelen liggen. Echter: Het tijdig ontwikkelen van goede middelen bespaart op de lange termijn geld door bv minder onderhoudskosten, minder vertraging bij projecten, betere werking zuivering enz. Deze besparingen zijn moeilijk kwantificeerbaar. Om daadwerkelijk goede middelen te kunnen ontwikkelen is vooraf instemming van en draagvlak bij de deelnemende partijen noodzakelijk, om voldoende tijdsinvestering te garanderen. De raming van dit concept-stuk heb ik bij voorbaat ruim genomen om een keuze af te dwingen voor verdere ontwikkeling. 13. Raakvlak met andere projecten/vastgesteld beleid We zien de volgende raakvlakken: - Gezamenlijke planvorming GRP - Gezamenlijke digitale waterloket - Communicatie calamiteiten, separaat plan van aanpak - Beleid voor afval/ milieu/ vergunningen 14. Overige opmerkingen Daar waar mogelijk niet alleen samenwerken in Hart van Brabant, maar ook met de andere werkeenheden Rioned, VNG e.d.
0.21 Plan van aanpak: monitoring van besparingen op geplande investeringen als gevolg van heroverweging 12. Projectnaam 13. Projectomschrijving 14. 15. 16. 17.
Trekker Projectteam Overige betrokkenen Datum
Monitoring besparing heroverweging Monitoring van de besparing in investeringen agv de cultuuromslag uit het BAW “van normatief naar effectgericht investeren” Levien van Dixhoorn Ambtelijke werkeenheid Hart van Brabant Alette Barel, Jos van Westerloo, Oscar van Rijn, Ruud Scheffer, Henri Wylick 6 maart 2013
18. Aanleiding In het BAW is er een cultuuromslag afgesproken waarbij niet wordt geïnvesteerd op basis van normatief denken (basisinspanning), maar op basis van gewenst effect op de kwaliteit van het oppervlaktewater. Gelet hierop moeten geplande investeringen heroverwogen worden. Deze heroverweging levert een besparing op ten opzichte van de investeringen zoals in 2010 in het meerjaren investeringsprogramma waren opgenomen. Waterschap de Dommel ? 19. Probleemstelling In 2006 heeft waterschap Brabantse Delta besloten met de inliggende gemeenten een traject in te gaan gericht op het voldoen aan de basisinspanning. Het waterschap heeft hierbij alle aangesloten en afgekoppeld verhard oppervlak met een POC van 0,7 mm/h (gemengd) geaccepteerd als af te pompen afnamehoeveelheid. Hierdoor is de theoretisch af te pompen hoeveelheid voor het waterschap toegenomen met circa 13% en is voor gemeenten en waterschap een groot investeringsvolume aan ontwikkelingsprojecten opgevoerd. (referentiesituatie) Voorwaarde van het nieuwe beleid was dat op basis van deze referentiesituatie onderzoek gedaan wordt naar de meest optimale maatregelen in de keten. Hiervoor zijn OAS studies uitgevoerd wat tot een optimalisatie heeft geleid. Vervolgens is onderzocht of de OAS maatregelen vervangen konden worden door NBW-actueel maatregelen. Bovengenoemde maatregelen zijn echter gebaseerd op normatief denken (lees basisinspanning) In 2011 is het bestuursakkoord water afgesloten waarbij een cultuuromslag is afgesproken waarbij niet wordt geïnvesteerd op basis van normatief denken (basisinspanning), maar op basis van gewenst effect op de kwaliteit van het oppervlaktewater (immissie). Gelet hierop moeten geplande investeringen heroverwogen worden. Deze heroverweging levert een besparing op ten opzichte van de investeringen die in 2010 opgevoerd waren. Deze besparingen kunnen worden ingeboekt in de werkeenheid. Deze heroverweging zal in 2013 binnen werkeenheid Hart van Brabant door het waterschap samen met de gemeenten Gilze en Rijen, Loon op Zand en Waalwijk worden uitgevoerd. Uit de heroverweging komen drie mogelijkheden: 1. Investering niet nodig 2. Investering is wel nodig en doelmatig 3. Er is eerst onderzoek nodig Dommel?
0.21 Na heroverweging moeten de besparingen inzichtelijk worden gemaakt en worden gekapitaliseerd tot jaarlijkse besparing. Hierbij zijn de vragen: • Wat is het referentiebedrag • Welke investeringen zijn niet meer nodig • Hoe wordt omgegaan met investeringen die worden uitgesteld omdat eerst onderzoek nodig is. (Uitstel van investering is besparing) • Wat is de gekapitaliseerde besparing ten opzichte van 2010 20. Projectbegrenzing De heroverweging met de gemeenten wordt los van dit project uitgevoerd in samenwerking tussen gemeente en waterschap. Dit projectplan is bedoeld om uniform de besparingen inzichtelijk te maken, te verantwoorden en in te boeken in de werkeenheid. Het betreft ontwikkelingsinvesteringen gericht op het voldoen aan de gewenste waterkwaliteit. Instandhoudingsinvesteringen en water op straat maatregelen vallen buiten dit project. 21. Doelstelling Doel van het project is: voorgang van de heroverweging bewaken en terugkoppelen aan de werkeenheid en inzichtelijk maken van de besparingen. 22. Resultaat Het gewenste resultaat is inzicht in de gekapitaliseerde besparing als gevolg van samenwerking in de keten en de cultuuromslag ten opzichte van 2010. 23. Projectfasering en beslismomenten De volgende fasen worden achtereenvolgens doorlopen: • • • • • •
Vaststellen projectplan Vaststellen investeringsvolume van basisinspanningmaatregelen referentiejaar 2010. Na uitvoeren heroverweging: vaststellen van de besparing In overleg met waterschap de Dommel en Dommelgemeenten de besparingen als gevolg van de Dommel-aanpak inzichtelijk maken. Kapitaliseren van de besparing tot jaarlijkse lasten Besparing onderbouwen en inboeken in de werkeenheid
24. Kosten Ambtelijke inzet/uren. 25. Organisatie Brabantse Delta is trekker van het project. Vertegenwoordiging van de gemeenten Loon op Zand, Gilze en Rijen en Waalwijk. Voorstel is dat een vertegenwoordiger van de waterschap de Dommel input levert vanuit het Dommel gebied.