Jaargang 16, nummer 29
SEPTEMBER 2012
nieuwsbrief
stichting nationale hannie schaftherdenking
Hannie schaft lezing door carel kuyl hoofdredacteur nieuwsuur
Telefoniste in het verzet ad van liempt schrijver/programmamaker
massale toestroom februaristaking 2012
monumenten spreken, het verhaal van jan bonekamp en hannie schaft op school
Ook onze nieuwe penningmeester Daphne Sebregts heeft het bezoek aan Truus ervaren als ‘een indrukwekkende ontmoeting, met een zeer boeiende en intrigerende vrouw’. Daphne is in het dagelijks leven maatschappelijk werkster, met een bijzondere belangstelling voor de WO II. Zij volgt onze Frederique Janss op, die na zeven intensieve jaren afscheid van ons bestuur heeft genomen. We blijven contact houden met haar via het bureau Discriminatiezaken Kennemerland, waarvan Frederique directeur is. Ook zal ze de komende jaren als vanouds de herdenking in het Kenaupark organiseren. Welkom aan twee nieuwe bestuursleden Als nieuw aangetreden vice-voorzitter hoopt Jeroen Pliester meer verbanden te kunnen leggen met gelijkgestemde organisaties. In het dagelijks leven is Jeroen bedrijfsadviseur en interim manager met een groot talent voor veranderingsprocessen. Natuurlijk wilde hij graag kennis maken met Truus die we bij haar thuis in Bovenkarspel een bezoek brachten dat hem bijzonder inspireerde: ‘Heel bijzonder om Truus in levenden lijve te aanschouwen. Wat een scherpe geest en wat een dappere vrouw. Wij kunnen nog heel veel van zulke buitengewone mensen leren. Daar kan geen Tsjechov of Dostojevsky tegenop! De een schrijft verhalen, de ander vertelt verhalen’. Stichting Nationale Hannie Schaftherdenking Opgericht 3 Juni 1996 Doelstelling Het organiseren van de jaarlijkse Hannie Schaftherdenking • Mensen bewust maken van het gevaar van fascisme, racisme en discriminatie • Samenwerking met instellingen met overeenkomstige doelstellingen Dank De Stichting wordt financieel gesteund door de gemeente Haarlem en uw donaties. Samenwerking met Bureau Discriminatiezaken Kennemerland Bond Oud-Illegale Werkers Haarlem Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II COVVS
Financiële bijdragen rekeningnummer 4978229 t.n.v. Stichting Nationale Hannie Schaftherdenking Haarlem
Deze nieuwsbrief is vormgegeven door Nine Corten en samengesteld door door Esmeralda Böhm. We bedanken oud-bestuurslid Jelte Maarten Boll voor het samenstellen van de voorgaande nieuwsbrieven. Wij wensen de twee nieuwe bestuursleden veel succes! Ineke Hilhorst voorzitter
Bestuur Ineke Hilhorst, voorzitter Daphne Sebregts, penningmeester Ab van der Deure, secretaris Jeroen Pliester, vice-voorzitter Truus Menger Mara van Limbeek Frits de Vries Secretariaat Stichting Nationale Hannie Schaftherdenking Postbus 4220, 1620 HE Hoorn
[email protected] Website www.hannieschaft.nl • Informatie t.b.v. werkstukken voor scholieren over Hannie Schaft op aanvraag • De Nieuwsbrief is op aanvraag kosteloos beschikbaar • Overname (deel)artikelen na akkoord bestuur • Webwinkel
2
Hannie Schaftherdenking op zondag 27 november 2011. Welkomstwoord namens het bestuur door Ineke Hilhorst-voorzitter
Burgemeester Ruud Nederveen van Bloemendaal Hannie Schaft, het meisje met het rode haar, is het voorbeeld van een jonge vrouw die al heel vroeg in haar leven wordt geconfronteerd met groot onrecht. Al snel besluit zij dat zij daaraan iets wil doen – en moet doen. Het tragische daarvan is dat zij er na een aantal zware jaren van belangrijk verzetswerk in de Tweede Wereldoorlog, aan ten onder is gegaan. Hannie werd 17 april 1945 gefusilleerd in de duinen van Overveen. Elke laatste zondag van november herdenken wij opnieuw haar herbegrafenis op de Eerebegraafplaats Bloemendaal in Overveen, waar we in de vroege ochtend in de striemende regen samen met de burgemeester van Overveen een krans hebben gelegd. Naast Hannie herdenken we ook al die andere dappere verzetsmensen. Op de eerste plaats Hannie’s vriendinnen uit de Raad van Verzet: Freddie Dekker-Oversteegen en ons inspirerende en bijzondere bestuurslid Truus Menger-Oversteegen. Deze drie verzetsheldinnen inspireren ons bestuur om ons in te zetten om het gedachtegoed van Hannie en haar strijd tegen fascisme, racisme en discriminatie voort te zetten. De belangstelling voor ons werk is groot.
2
Door het hele het jaar heen ontvangen we tal van verzoeken. Bijvoorbeeld voor het geven van informatie aan studenten en scholen. Truus Menger gaf recent nog een lezing, waarbij de kinderen aan haar lippen hingen en niet ophielden vragen te stellen. Daarbij leek Truus op haar hoge leeftijd nog onvermoeibaar. Veel informatie is te vinden op onze vernieuwde
Leden van Scouting Hannie Schaft in het Kenaupark website en twee keer per jaar geven we de Nieuwsbrief uit. Maar er is altijd tijd voor een persoonlijk contact. Zoals met de kunstenares die een Hannie Schaft bank ontwierp in het Hannie Schaft Park in Oss. Een theatermaker die meer wil weten. Of als er weer een monument wordt onthuld, zoals vorig jaar in Oostzaan. Hannie Schaft is een icoon. Het Historisch Nieuwsblad plaatste haar hoog op hun lijst belangrijkste vrouwen van de 20e eeuw. Ook figureert Hannie op de lijst van 5 meest bekende Nederlanders door de eeuwen heen. Er zijn tal van straten en scholen naar haar vernoemd. De scoutinggroep uit Almere draagt haar naam. Het Noord-Hollands archief heeft een permanente tentoonstelling over Hannie Schaft. De Hanze Hogeschool in Groningen looft tweejaarlijks een Hannie Schaft Prijs uit. De laatste keer ging de prijs naar een rechtenstudente voor haar onderzoek ‘Eer men het weet’. Over het stoppen en voorkomen van eergerelateerd geweld. Ons bestuurslid Mara van Limbeek organiseerde met de hulp van een tiental enthousiaste vrijwilligers een avond met discussie, theater, gedichten en muziek in het Noord-Hollands Archief. Dankzij subsidie van de gemeente Haarlem kunnen wij ons werk voortzetten. Ook dankzij uw donaties, die als altijd welkom en nodig zijn en die u per giro kunt overmaken. Het gedachtegoed waarvoor Hannie stond en streed leeft voort. En aan ons zal het niet liggen. Uw belangstelling bevestigt ons dat ons werk moet worden voortgezet.
3
Elk jaar vragen we een prominent persoon uit de Nederlandse samenleving om het woord te voeren rond een van de doelstellingen van onze stichting: fascisme, racisme en discriminatie. Vorig jaar hield Job Cohen op deze plek een indrukwekkend en persoonlijk verhaal. Dit jaar is de Hannie Schaft Lezing uitgesproken door Carel Kuyl, de hoofdredacteur van Nieuwsuur – het dagelijkse actualiteitprogramma van de Nederlandse Publieke Omroep. Zijn Hannie Schaft Lezing gaat over ‘Wegkijken’. Het wegkijken in het publieke debat dat beheerst lijkt te worden door wat hij noemt ‘de megafoon democratie’: Degene die het hardst schreeuwt lijkt gelijk te hebben.
Mijn soort ‘Twee soorten oorlog zijn er: om macht één, één voor recht. Ik zou dus graag eens weten waar jij nou wel voor vecht.’
“v
‘Ach als ik eenmaal de macht heb, bepaal ik ook het recht. mijn oorlog is dus goed, De jouwe die is slecht.’ J.B. Charles dichter/schrijver en verzetsstrijder
4
hannie schaft lezing 2011 door carel kuyl “vrijheid en tolerantie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden” Mijn oom Kees was een foto op de kast bij mijn moeder. Een zachtmoedig ogende katholieke jongen uit het zuiden die na het gymnasium in Leiden ging studeren. Het was 1940. De Duitsers waren kort daarvoor ons land binnen gevallen. Ik geloof niet dat er thuis veel over politiek werd gepraat. Anders dan in het ouderlijk huis van Hannie Schaft. In Leiden verandert dat. Onontkoombaar. Hij ziet hoe Joodse hoogleraren er door de bezetter worden uitgegooid. Kees weet te ontkomen naar Londen. Een jaar later wordt hij als geheim agent boven Nederland gedropt. De hele operatie is bekend bij de Duitsers en Kees wordt onmiddellijk gearresteerd. Het is september 1942. Een verzetstrijder heeft hij nooit kunnen worden. Nog geen twee jaar later wordt Kees in Mauthausen vermoord. Hij is dan 22. Een jongen nog. Omdat hij ervoor had gekozen om niet weg te kijken toen het er op aan kwam. “In het leven van ieder mens komen ogenblikken voor waarop hij tot zichzelf zegt: tja dat kan niet. En dan doet hij iets“, schrijft Soldaat van Oranje Erik Hazelhoff Roelfzema. Voor Hannie Schaft komt dat moment als ze ziet hoe haar twee Joodse vriendinnen Philine Polak en Sonja Frenk uit het normale leven worden weg geduwd. Niet meer gewoon over straat kunnen. Hannie Schaft kiest er voor om wat te doen, haar rug recht te houden en niet weg te kijken. De schrijver Jan de Hartog beschrijft in zijn dagboek hoe hij bij de Magere Brug in Amsterdam voor het eerst iemand met een Jodenster op straat ziet. Hij schrijft: “Met haar rug tegen de balustrade geleund stond daar een meisje van een jaar of vijftien te huilen. Ze had een donkere mantel aan; op de linkerborst was een grote, gloednieuwe gele ster genaaid met het woord ‘Jood’ er op, in zwarte, quasi-Hebreeuwse letters. Het was duidelijk dat het meisje die ster voor het eerst droeg, en dat dat de reden was waarom ze daar zo, in het openbaar, wanhopig stond te huilen. (…) Ik wilde naar haar toe gaan, haar troosten, haar vragen of ik iets voor haar kon doen, maar ik deed het niet;
4
evenmin als de andere Amsterdammers die er, de ogen afgewend, langs liepen. Zonder uitzondering wekte zij iets in ons op dat ons deed wegkijken en de ogen neerslaan. Toen ik de Nieuwe Kerkstraat inliep, besefte ik wat het was dat ik op de gezichten gezien had die ik was tegengekomen: een overrompelende, onuitsprekelijke schaamte.” Er waren maar weinig mensen als Hannie Schaft, weten we nu. De overgrote meerderheid van de Nederlanders hield zich afzijdig, koos er voor om weg te kijken en de ogen neer te slaan. De toekomstdromen van Hannie Schaft en van mijn oom Kees liggen ver achter ons. Ingehaald door de geschiedenis. Nederland is onherkenbaar veranderd. De NRC interviewde kort geleden een aantal buitenlandse ambassadeurs over Nederland. Ze kwamen tot de eensluidende conclusie dat wij een angstig in zichzelf gekeerd land waren geworden. Onze open blik naar buiten had plaats gemaakt voor een benepen provincialisme. Alsof wij de rest van de wereld het liefst wilden buitensluiten. Bas Heijne schrijft daarover: “Waar de toekomst wordt gevreesd bloeit de nostalgie.” We zijn naarstig op zoek naar nostalgie. De dreiging heeft steeds andere gezichten. Het is de Islam, Europa, Links. Heijne verklaart de opkomst van het populisme uit het verlangen naar houvast. Idealen uit de verlichting als tolerantie, rechtvaardigheid en solidariteit zijn verworden tot abstracties van een hypocriete zelfgenoegzame elite. Het publieke debat wordt de laatste jaren vervuild door gespierd taalgebruik. Er moeten rode neuzen worden afgehakt, tegenstanders zullen wel eens bij de enkels worden afgezaagd. Op hoge toon roepen we elkaar ter verantwoording. We zijn een natie geworden die alleen maar aan het zenden is en geen ruimte meer heeft om te ontvangen. Burgers nemen elkaar de maat en beloeren elkaar vanuit de bunkers die zij met verontwaardiging en ongerichte woede hebben gebouwd. En waar wij anderen de maat nemen, zijn onze eigen opvattingen absoluut.
5
Burgemeester Bernt Schneiders en wethouder Pieter Heiliegers tijdens de kranslegging in het Kenaupark
Herdenking in het Kenaupark bij het monument voor Hannie Schaft (gemaakt door Truus Menger-Oversteegen)
Als hangjongeren die voortdurend respect eisen maar niet bereid zijn dat ook te geven. Er wordt met elkaar gepraat door megafoons. Als de overtreffende trap niet volstaat, is er altijd nog de overtreffende trap van de overtreffende trap. Zo is Mauro tuig dat op het vliegtuig moet worden gezet, een televisierecensent een pedofiel, journalisten rioolratten.
Politieke en maatschappelijke tegenstellingen worden door de spelers zelf en hun chroniqueurs terug gebracht tot een veel begrijpelijker conflict tussen personen.
De verontwaardiging en woede beperkt zich allang niet meer tot de Amsterdamse Albert Cuyp. Die is doorgedrongen tot raadzalen en de Tweede Kamer. Tot de televisiestudio’s van de al maar uitdijende talkshows en andere vormen van journalistiek amusement waar de grenzen van het publieke debat worden opgezocht. Het gaat daar al lang niet meer om onthullen, niet om verklaren, niet om nuanceren. Voor een publiek van aangevers zijn de spelers altijd bereid er een schepje bovenop te doen. Maar er komt een moment dat er geen overtreffende trap meer beschikbaar is. Dat de verbale krachtpatserij onvoldoende is. Wat dan? De journalistiek is onderdeel van dit risicovolle spel geworden. Kranten en omroepen gaan in hun strijd om lezers en kijkers op jacht, met actiejournalistiek, trivialiteiten en hun obsessie met celebrities.
Oud-rechter en advocaat Willem van Bennekom heeft het over de spektakelrechtstaat, gevuld met kleine agendaatjes zonder dat genoeg mensen oog hebben voor het algemeen belang. In de spektakelrechtstaat, zegt van Bennekom, gaat het over houding, intonatie en de vraag of het kapsel te tuttig is, of te D66. Wie politicus, advocaat of journalist hierop aanspreekt wordt weggezet als een zuurpruim zonder gevoel voor humor. Ons allen past een hand in eigen boezem. Het publieke debat is verbeten geworden. Nuance en nieuwsgierigheid hebben plaats gemaakt voor rotsvaste zekerheden. Waar de politiek meer en meer toevlucht zoekt in simplistische oneliners, volgt de journalistiek. We zijn als de dood om het publiek te vervelen. Opvattingen moeten worden geperst in twitterberichten van maximaal 140 tekens. In onze ongeduldige mediacratie houden pers en politiek elkaar vast in een knellende omhelzing. Als de premier en de politiek leider van een van de grootste partijen van ons land voor het oog van de natie verbaal met elkaar op de vuist gaan verzucht de premier dat hij zich kapot ergert aan alle aandacht in de media voor incidenten en het gebrek aan aandacht voor de inhoud.
6
Het is iets te eenvoudig om daar de media de schuld van te geven. Media hanteren niet het vergrootglas, ze zijn uit de aard van hun functie een vergrootglas. Politici weten dat het in pers en politiek draait om beelden, om perceptie. Je hebt de werkelijkheid en je hebt beelden van de werkelijkheid in de media. De zekerheid van een scheef beeld schreef Ton Planken van Den Haag Vandaag, al weer lang geleden. Hij heeft nog steeds gelijk. Voor een gezonde democratie is een gezonde pers noodzakelijk. Waar de politiek op afstand blijft. Dat is in Nederland al lang niet meer het geval. De politiek wil van alles van de journalistiek en heeft met name Hilversum altijd als z’n achtertuin beschouwd. Een tuin die af en toe wat gewied moet worden. Waar het gras kort moet blijven en geen uitheemse planten moeten groeien. Als de LPF, net toegetreden tot het eerste kabinet Balkenende, ontevreden is over de berichtgeving over Pim Fortuyn krijgt de publieke omroep een korting opgelegd van € 40 miljoen. De LPF vond dat vanzelfsprekend. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Het is er de jaren daarna niet beter op geworden. Kamerleden stellen vragen over het vervangen van een commentator bij een discussieprogramma, over de linkse koers die een krant wel zal gaan varen onder invloed van nieuwe eigenaars of over de hoofddoek die een verslaggever noodgedwongen draagt als ze bericht over een aardbeving in Iran. Maar het is meer dan politiek opportunisme. Het is het overschrijden van een grens. Het creëert een verziekt klimaat waarin “onafhankelijke journalistiek stelselmatig verdacht wordt gemaakt” schrijft Elsbeth Etty in de NRC. En dus is de journalistiek is bang. Bang om voor linkse drammers te worden uitgemaakt. Bang om te demoniseren. Bang om tegen de haren in te strijken. Terwijl dat precies is wat de journalistiek hoort te doen. Drammen en tegen de haren instrijken. Journalistiek is er niet om te behagen maar moet willen prikkelen en onthullen. Dat soort journalistiek hoort gegarandeerd te zijn als water uit de kraan. De journalistiek hoeft helemaal niets. En moet ook helemaal niets willen behalve dan zijn lezers, luisteraars of kijkers te laten zien waar het schuurt in de samenleving. Journalistiek die naar de mond praat, heet voorlichting.
6
Waar de politiek de grenzen van het debat opzoekt doet de journalistiek dat ook. Beginselen van de rechtstaat, die lang vanzelfsprekend leken, zijn dat niet meer voor iedereen. Zo komen we terecht in een discussie op televisie over het al of niet doodslaan van een inbreker. Er is niemand die daar nog van opkijkt. Wie het niet met ons eens is wordt weg gezet als fascist of als een linkse multiculturalist die Nederland wil uitleveren aan de Islam. Wie bezwaar maakt tegen het bijvoeglijk naamwoorden debat is onderdeel van de weke knieën democratie, waar een elite haar naïeve dogma’s aan de samenleving wil opleggen. In een liberale democratie zou tolerantie uit principiële overtuiging dienen voort te komen, niet uit vrees, schrijft Frits Bolkestein. De werkelijkheid van nu is anders. Van zelfreflectie, van bereidheid ook eigen zekerheden ter discussie te stellen is geen sprake. We zijn zelf de norm geworden. Door de steeds scherpere tegenstellingen is het compromis verdacht geworden. Het streven naar consensus wordt gezien als zwakte, als een daad van verraad tegenover de eigen groep. Compromisloosheid is een teken van kracht. Zo worden in Den Haag voortdurend strepen in het zand getrokken en noemen we dat politiek. Bart Eeckhout van de Vlaamse krant De Morgen schrijft dat het compromis als verzoening van de wil van de meerderheid met de rechten van de minderheid in verval is geraakt. De wil van de meerderheid moet wet zijn. Maar een democratie die niet langer oog heeft voor de belangen van minderheden, holt zichzelf uit. Van dichter, schrijver en verzetsstrijder J.B. Charles zijn de dichtregels: Ach als ik eenmaal de macht heb, Bepaal ik ook het recht. Mijn oorlog is dus goed, De jouwe die is slecht. Dat is de kern van de boodschap van Hannie Schaft en van die andere verzetsstrijders die hun leven gaven, voor ons. Vrijheid en tolerantie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zonder tolerantie geen vrijheid. Dáár is geen compromis over mogelijk. Ik dank u voor uw aandacht. Carel Kuyl
7
column de beslissende rol van een telefoniste Ad van Liempt bikkelharde lijn. Hij wilde het standrecht afkondigen, maar dat mocht hij helemaal niet zonder toestemming van Seyss-Inquart. Die was niet te bereiken, communicatie was iets ingewikkelder dan tegenwoordig. Maar Rauter zette door en sloeg de staking bloedig neer. Met de bovengenoemde gevolgen. Seyss-Inquart kon niet anders dan dat beleid achteraf goedkeuren: had hij maar aanwezig moeten zijn. Er is een Polygoon-filmpje van, dat 1 minuut en 21 seconden duurt. We zien Arthur Seyss-Inquart, de Rijkscommissaris, plaatsvervanger van Adolf Hitler in Nederland, bezig aan een toespraak in Hengelo. In de Stork-fabriek, om precies te zijn. In de stelplaats van Stork-Hijsch, om nóg preciezer te zijn. Het is 19 mei 1943, Seyss-Inquart is op een dieselmotor geklommen om de werknemers van Stork toe te spreken, precies op de plek waar drie weken eerder de grootste en meest indrukwekkende staking uit de tweede wereldoorlog begon. Er kloppen een paar dingen niet aan het filmpje. De beeldvoering moet de indruk wekken dat het stampvol is in de hal, dat de Stork-werknemers overal op geklommen zijn om het optreden van de machtigste man van het land maar niet te missen. Maar in werkelijkheid is het helemaal niet vol, er zijn bijna geen Stork-werknemers, die hebben hun snor gedrukt. Wat we zien zijn in allerijl aangevoerde arbeiders uit het Duitse Gronau, aangevuld met leden van het Nederlandse Arbeids Front en een stelletje Landwachters, NSB’ers in uniform. Toch is het een bijzondere gebeurtenis: Seyss-Inquart is naar het hol van de leeuw gekomen om het Nederlandse volk duidelijk te maken dat zijn regime geen stakingen accepteert. Dat was inmiddels wel duidelijk. De nazi’s hebben de staking met grof geweld neergeslagen. Daarbij zijn 175 mensen doodgeschoten, op straat omdat ze samenscholingsverboden hadden overtreden, of door executiepelotons. Er zijn ook nog 400 gewonden gevallen. Zo hebben de nazi’s dit conflict beslecht, met extreem geweld. Het is zeer de vraag of Seyss-Inquart met die afloop zo gelukkig is geweest. Hij was weliswaar een échte nazi en een evidente antisemiet, maar hij had toch gematigde trekjes. Maar als het er in de bezettingsperiode werkelijk om spande, dan was hij er niet. Dus ook niet op 29 april 1943, toen generaal Christiansen per decreet een paar honderdduizend gedemobiliseerde Nederlandse mannen terugriep in krijgsgevangenschap. Ze moesten in Duitsland gaan werken. Daar hadden ze geen zin in, er brak een grootscheepse staking uit. Seyss-Inquart zat op dat moment in Beieren, hij ging op audiëntie bij de Führer in Berchtesgaden. SS-chef Rauter nam de honneurs waar en koos, zoals altijd, voor de
De staking was bij Stork begonnen. Daar hadden ze van werknemers van de nabijgelegen drukkerij, waar de Nieuwe Hengelosche Courant werd gedrukt, gehoord dat de proclamatie van Christiansen op de voorpagina stond. Alle voormalige gemobiliseerde dienstplichtigen naar Duitsland om te werken? Dat nooit. Ze besloten te staken, en liepen bij Stork de poort uit. En toen was daar mevrouw Femke Hoogenboom-Eftink. Ze was telefoniste bij Stork. Ze hoorde van de staking en bleef op haar post: om alle bedrijven in de omgeving die ze zonder tussenkomst van de centrale kon bereiken op de hoogte te stellen. Dankzij haar ging het stakingsparool razendsnel rond. Ik heb haar in 1993 gesproken, in een flat in Arnhem. Ze vond het heel gewoon wat ze had gedaan, ze had geen moment geaarzeld. Ze had zich ook nooit gerealiseerd hoe cruciaal haar rol was geweest – ze dééd het gewoon. Ik mocht haar uitnodigen om mee te doen aan een tv-uitzending over de staking, precies vijftig jaar na dato. Opgenomen in de hal van Stork-Hijsch, de stelplaats. Uitgezonden op 4 mei 1993. Er zaten drie stakers uit andere windstreken aan tafel en Maartje van Weegen leidde het gesprek. Mevrouw Femke Hoogenboom-Efftink vertelde haar verhaal. Op de plek waar het allemaal was gebeurd, en waar drie weken na het begin van de staking Arthur Seyss-Inquart op een dieselmotor was geklommen om de Stork-werknemers eens flink de les te lezen. Zijn toespraak schijnt nderhalf uur geduurd te hebben. Dat was zelfs voor fanatieke nazi’s nauwelijks vol te houden, want een begeesterd spreker was de Oostenrijkse advocaat niet bepaald. De speech van Seyss-Inquart heeft geen enkel effect gehad. De april-meistaking des te meer, ze wordt tegenwoordig alom beschouwd als de ommekeer in de oorlog in Nederland. Vanaf die staking kreeg het verzet steeds meer steun en kozen vele weifelaars definitief partij tegen de Duitse overheerser. Dát is de verdienste van de Stork-werknemers en vooral ook van Femke Hoogenboom-Efftink, mijn persoonlijke heldin. eerder verschenen in MijnStadMijnDorp, Historisch Centrum Overijssel
8
Wat zou ik doen? educatief project voor pabo-studenten
gen, ming
dig. eer. niet maar
van
ord gina gen n te
ink. g en die n op rool
. Ze een eerd oon.
ato.
gen
plek n na een mers
niet
de rzet
van .
Ja of nee zeggen, het geldt niet alleen voor tijden van oorlog, onderdrukking of vervolging. Kiezen voor de medemens is van alle tijden. Wat zou ik doen is een educatief project voor pabo-studenten, de verhalenvertellers van de toekomst, bestaande uit een cd, een dvd, workshops en een prijs. Na de oorlog bleven veel verzetsmensen een sterke betrokkenheid bij de samenleving tonen. Zij openden hun mond als dat nodig was. Een belangrijke spreekbuis daarvoor was de reeds in 1945 opgerichte vereniging Ex-Politieke Gevangenen uit de Bezettingstijd (Expogé). Expogé wilde de idealen uitdragen waarvoor zoveel vrienden waren gevallen: Vrijheid, Verdraagzaamheid en Naastenliefde. Na meer dan zestig jaar is deze vereniging opgehouden te bestaan. Maar daarmee verdween niet de wens om jongeren te vertellen over momenten die kunnen vragen om een duidelijke stellingname. Wat zou ik doen? Het is een veelgestelde vraag als het over ‘de oorlog’ gaat. De periode 1940-1945 bracht grote dilemma’s met zich mee. Bezetting, vervolging en verzet stelden mensen voor keuzes, soms met grote gevolgen.
De tekstschrijvers en muzikanten laten horen dat onrecht niet verdwijnt door aan de kant te blijven staan en dat ieder mens keuzes kan maken. Met hun bijdragen houden Claudia de Breij, Extince, Margriet Eshuijs, Freek de Jonge, De Kast, Liesbeth List, Moke, Monkland Kinderkoor, Maarten Peters, Maarten van Roozendaal en Frédérique Spigt het gedachtegoed van het verzet in de oorlog actueel en maken ze het toegankelijk voor jongere generaties. Expogé-prijs Verzet dat niet verdwijnt Aan het project is een prijs voor pabo-studenten verbonden. Jaarlijks wordt de Expogé-prijs Verzet dat niet verdwijnt toegekend aan een student(e) die het gedachtegoed van het verzet voor het onderwijs op meest inspirerende en originele wijze heeft doorgeven. De prijs bestaat uit een kunstwerk van oud-verzetsstrijdster Truus Menger en is voor het eerst uitgereikt op 27 januari 2012. Dankzij financiële ondersteuning van het Ministerie van VWS kon het project ‘Wat zou ik doen’ gratis aan alle pabo’s in Nederland beschikbaar worden gesteld. Voor meer informatie over ‘Wat zou ik doen’ op de pabo’s en voor de CD en DVD ‘Wat zou ik doen’: www.kampwesterbork.nl
DVD Portretten van verzet Wat zou ik doen? is een vraag die opkomt als je luistert naar de verhalen van Mieke van den BurgerSteensma, Joke Folmer en Peter Molthoff. Zij bleven destijds niet aan de kant staan en kozen tegen onderdrukking, vervolging en onrecht. Hun inzet voor de vrijheid was vrijwillig, maar niet vrijblijvend en bracht grote risico’s met zich mee. Zij zetten hun vrijheid op het spel en kwamen terecht in de gevangenissen en concentratiekampen van de nazi’s. Joke, Mieke en Peter hebben de verschrikkingen overleefd; vele andere verzetsstrijders hebben de keuzes die ze maakten met hun leven moeten betalen. Liedjes met betekenis Op de cd worden heden en verleden in elf nieuwe liedjes met elkaar verbonden en wordt de tijdloosheid van keuzes maken muzikaal verwoord. Er worden vragen gesteld en dilemma’s geschetst.
p,
8
9
Amsterdam zaterdag 25 februari 2012 herdenking februaristaking 1941
Massaal waren dit jaar weer mensen toegestroomd naar het Jonas Daniël Meijerplein te Amsterdam om bij de Dokwerker de herdenking van de Februaristaking van 1941 bij te wonen en te herdenken. De Februaristaking, dit jaar 71 jaar geleden, werd zaterdagmiddag herdacht voor het beeld van de Dokwerker van de bekende beeldhouwer Mari Andriessen uit Haarlem. Veel organisaties en belangstellenden waren bij de herdenking aanwezig. Voorzitter van de Stichting 4 en 5 mei, Sijbolt Noorda, hield een korte toespraak waarna theatermaakster Soundos El Ahmadi enkele gedichten voordroeg. Na de gedichten begon het defilé langs de Dokwerker waarbij kransen en bloemen werden gelegd. Het was een indrukwekkende herdenking. Na afloop van het defilé heeft Truus Menger nog telefonisch contact gehad met de aanwezige Job Cohen. Het was mooi om daar getuige van te zijn.
In Amsterdam legden mensen op 25 en 26 februari 1941 massaal het werk neer als protest tegen razzia’s die enkele dagen eerder plaatsvonden. De nazi’s hadden toen meer dan 400 Joodse mannen opgepakt en bijeengedreven op het Jonas Daniël Meijerplein. De staking sloeg vervolgens over naar steden in Utrecht en Noord-Holland. De Duitsers braken de staking in Amsterdam en omgeving na enkele dagen met geweld. Frits de Vries
10
10
Truus Menger op school Ine Marije (11) uit Hattem maakte voor een schoolopdracht een werkstuk over Hannie Schaft en stuurde het op naar Truus Menger. Truus vond dat zo bijzonder dat ze op een dinsdag in april graag naar de basisschoolklas van Ine Marije kwam om de spreekbeurt die ze over Hannie Schaft hield bij te wonen. Ine Marije kreeg er van haar onderwijzer een tien voor. Truus beantwoordde daarna tientallen vragen van de kinderen over de oorlog. Er werd met rode oortjes naar Truus geluisterd.
“dat dit zo vlakbij onze school gebeurd is!” ‘Monumenten Spreken’
Op banken, stoelen en tafels zittend voor een groot digibord beleven de leerlingen uit groep acht van de Hannie Schaftschool in Zaandam de première van de minidocumentaire over Jan Bonekamp en Hannie Schaft. De film duurt tien minuten. Alle ogen zijn gericht op het scherm. Ogen die bij sommige leerlingen nat lijken van ontroering. Ze zijn duidelijk geboeid en geraakt door de film. Dit merk ik vooral na afloop wanneer we met behulp van een praatformulier napraten over de film. Isa geeft aan dat zij het heftig vindt dat je al zo jong iemand moet vermoorden en dat je dat ook kan. Julia is geraakt door het feit dat Hannie’s haar eraf moest en dat na de dood van Jan haar hele karakter veranderde. “Dat Jan Bonekamp zo misleid is waardoor hij nformatie los liet” heeft Araik getroffen. “Het idee dat ik straks over de Westzijde rijd en dat Hannie daar zeventig jaar geleden reed” zegt Lola. Vooral dat laatste heeft iedereen erg aangegrepen:
“Dat dit zo vlakbij onze school gebeurd is!” En dat bevestigt meteen de kracht van “Monumenten Spreken”. Een verhaal dat zich afspeelde in de buurt van jouw school verteld door mensen die dit van heel dichtbij mee maakten, in dit geval Truus Menger. Dat raakt je en dat onthoud je. Frits de Vries Contact Monumenten Spreken T.a.v. Geke van de Kamp PA Gemeentearchief Zaanstad Hoogstraat 34 1541 KZ Koog aan de Zaan www.monumentenspreken.nl
11
speciale donatieactie 2012 Ook of JUIST nu! Speciaal voor alle donateurs die in 2012 minimaal € 25,overmaken hebben wij éénmalig kosteloos (zolang de voorraad strekt) een bijzonder boek beschikbaar. ´Op het netvlies van mijn denken’ van Truus MengerOversteegen, één van de verzetsvriendinnen van Hannie Schaft. In ‘Op het netvlies van mijn denken’ reflecteert Truus haar gedachten door middel van zeer persoonlijke gedichten. Daarnaast is in de bundel een overzicht opgenomen van haar meest recente werk: draadplastieken. Kent u iemand die donateur wil worden? Dan verzoeken wij u deze boodschap onder de aandacht te brengen.
Ieder mens is het waard om geleefd te hebben. Iedere verzetsstrijder is het waard om herdacht te worden. Niet alleen voor (verzets-)daden van toen, maar juist ook voor de tijden van nu. De jeugd heeft de toekomst. Dat is waar. Hoop en verdriet zijn van alle tijden. En leven in vrijheid: tja, dat wil iedereen. Zeker in Nederland vindt ook bijna iedereen het normaal dat wij hier in vrijheid leven. Daarom is het ook van belang dat de jeugd, dat elke generatie, blijvend beseft dat vrijheid geen gegeven is, maar iets om dankbaar voor te zijn en om voor te knokken als het nodig is. Dit kan alleen als de generaties zich met elkaar verbinden. Door herdenkingsplechtigheden, fietstochten, boeken, lezingen en allerlei andere activiteiten. De mogelijkheden zijn eindeloos. De wederzijdse inspiratie ook. Juist door vrouwen als Hannie Schaft.
Over verbinding van generaties gesproken; lees hier uit een interview met de ‘oude’ verzetsdames Els Schalker– Moedige meiden, dat klinkt haast als een jongensboek. Karstanje en Truus Menger-Oversteegen: Meisjesboek klinkt toch anders, maar moedig waren ze, jonge verzetsvrouwen als Truus en Freddie Oversteegen, “Op de vraag wat ze zouden doen als ze nu nog 16 of 17 Geertruida van Lier en natuurlijk Hannie Schaft. Trots en waren, antwoordt Truus meteen: ‘Oh, ik zou bij met doorzettingsvermogen, vaak letterlijk tot het eind. Greenpeace gaan, mee op die boot natuurlijk.’ Beiden Hun eind. Voor ons! voelen zich betrokken bij antiracisme, de milieubeweging Zo maar een voorbeeld: Reina Prinsen Geerligs, Truus van Lier en Nel Hissink-v.d. Brink, staan in het concentratiekamp Sachsenhausen voor een Duits vuurpeloton. De drie meisjes lopen met opgeheven hoofd naar de executieplaats. Medegevangenen horen hoe ze vrijheidsliederen zingen. Hannie Schaft, ‘het meisje met het rode haar’, kreeg postuum nationale bekendheid. Ze was een gewoon meisje uit Haarlem, dat uitsteeg boven haar eigen schaduw en deed wat er gedaan moest worden. Met haar eren wij alle vrouwen die verzet hebben gepleegd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ondanks het feit dat deze oorlog al lang achter ons ligt, is herinneren en herdenken van belang.
Hannie Schaftherdenking 2012 Zondag 25 november 13.00 uur Groenmarktkerk Nieuwe Groenmarkt 12 Haarlem Met weer een indrukwekkende gastspreker en muziek.
en Amnesty International.”
Kortom, er is altijd reden om in actie te komen en iets voor de maatschappij te doen. De Stichting Nationale Hannie Schaftherdenking komt al jaren op voor haar doelstellingen. Voldoende werk aan de winkel. Er is behoefte aan donateurs, zodat de stichting haar werk voor jong en oud kan blijven doen. Draagt u uw steentje bij? Dan kunnen wij blijven werken aan een duurzame vrijheid, in dankbaarheid vanuit het verleden en uitziend naar een hoopvolle toekomst. HOE DONATEUR WORDEN Elk bedrag is welkom op Rekeningnummer 4978229 t.n.v. Stichting Nationale Hannie Schaftherdenking Haarlem o.v.v. uw naam en adres. Als u € 25,- of meer overmaakt, ontvangt u de dichtbundel van Truus Menger-Oversteegen ‘Op het netvlies van mijn denken’. Namens het bestuur onze hartelijke dank! Jeroen Pliester Vice-voorzitter
Meer hierover in onze volgende nieuwsbrief en op onze website: www.hannieschaft.nl
12