PROGRAMMABROCHURE 2009-2010
sociaal-cultureel werk - personeelswerk - orthopedagogie - maatschappelijk werk
sociale school heverlee v z w
centrum voor volwassenenonder wijs
Even voorstellen Beste lezer Misschien ben je actief in de sociale sector als beroepskracht of vrijwilliger en wil je je deskundigheid verhogen. Of je bent beroepsactief buiten de sociale sector en je wilt een nieuwe weg inslaan. Of misschien ben je werkzoekend en wil je een hoger onderwijsdiploma behalen om in de sociale sector aan de slag te kunnen. Dan is het beslist de moeite waard om deze brochure door te nemen. Je vindt er tekst en uitleg bij vier graduaatopleidingen uit het sociale werkveld die door ons Centrum voor Volwassenenonderwijs aangeboden worden: maatschappelijk werk, sociaal-cultureel werk, personeelswerk en orthopedagogie. De opleidingen zijn modulair opgebouwd. Zo kan je zelf het ritme van je studies bepalen. De combinatie privé-leven, studeren en werken (als beroepskracht of vrijwillig/st/er), wordt hierdoor iets makkelijker.
sociaal-cultureel werk - personeelswerk - orthopedagogie - maatschappelijk werk
Inhoud even voorstellen modulair opleidingsprogramma gegradueerde sociaal-cultureel werk gegradueerde personeelswerk gegradueerde maatschappelijk werk gegradueerde orthopedagogie docenten praktische regelingen
MODULAIR OPLEIDINGSPROGRAMMA Hoe werkt ons modulair systeem? >> Elke opleiding omvat een aantal modules van 40, 60 of 80 lestijden. Een module wordt in opeenvolgende weken, meestal op dezelfde dag (bv. 6 opeenvolgende dinsdagen), geprogrammeerd. De laatste dag van een module is er examen. Als je slaagt, krijg je voor die module een wettelijk erkend attest. Alle attesten samen geven recht op het diploma. In deze brochure vind je per opleiding een korte beschrijving van de modules die in 2009-2010 georganiseerd worden. >> Per schooljaar wordt voor elke opleiding een programmatie opgemaakt. De meeste modules worden elk jaar één keer geprogrammeerd, sommige meerdere keren, enkele slechts om de 2 jaar. Je schrijft je in voor een aantal modules, afhankelijk van de tijd die je aan de opleiding wilt of kunt besteden. Je kunt dus voor een deel je eigen studieprogramma samenstellen. Maar dit gebeurt best niet lukraak. Afhankelijk van de inhoud van de modules en je vroegere studies en werkervaring, kan je sommige modules beter in het begin en andere beter op het einde van de opleiding volgen. De coördinator van de opleiding zal je graag helpen bij het uitstippelen van het voor jou meest optimale studietraject. De suggesties die je krijgt bij het instapgesprek zetten je al goed op weg. >> Ook als je niet het plan hebt om de hele opleiding te volgen, maar geïnteresseerd bent in één of enkele modules als bijscholing, biedt het modulaire systeem mogelijkheden. Wil je dan later toch de hele opleiding volgen, dan blijven de reeds verworven attesten gelden.
Verbinding tussen theorie en praktijk Tijdens de opleiding verwerf je de nodige deskundigheid om als goede beroepskracht aan de slag te kunnen. De docenten die meestal ook nog met hun twee voeten in het werkveld staan, stimuleren je om theoretische en methodische kaders te hanteren en de nodige vaardigheden en een goede beroepshouding te ontwikkelen. In elke module is er een verbinding tussen theorie en praktijk. Daarom moet je vanaf het begin van de opleiding ervaring opdoen in het werkveld. Dit kan als beroepskracht of als vrijwilliger. Voor de modules geïntegreerde competentieverwerving, methodische begeleiding of gesuperviseerde praktijk, maak je deel uit van een leergroep die werkt aan de ontwikkeling van een efficiënte, persoonlijke leerstijl en aan de integratie van theorie en praktijk via reflectie en uitwisseling. Je eigen ervaring in het werkveld staat hierbij centraal.
4
Jouw inbreng onontbeerlijk Om kwaliteitsonderwijs te kunnen bieden op maat van volwassenen, is jouw actieve betrokkenheid als cursist heel belangrijk. Doorheen de hele opleiding zullen de docenten je aanspreken om actief mee te werken aan je eigen leerproces en dit van de andere cursisten. De interactie tussen de cursisten en de docent en tussen de cursisten onderling is een sleutelgegeven in de opleiding. Daarom is het aantal cursisten per module beperkt en is jouw aanwezigheid op de cursusdagen onontbeerlijk.
Verschillen zijn een rijkdom Studeren aan het CVO Sociale School Heverlee is studeren in een leeromgeving van diversiteit op vlak van leeftijd, levenservaring, cultuur en praktijksituaties. Dit maakt het studeren extra boeiend en verrijkend. Het is een prima oefenplaats om in het beroepsen maatschappelijk leven de realiteit van diversiteit een plaats te geven.
Graduaatdiploma en verkorte bachelorroute Wil je na je graduaat verder studeren, dan kan dat via een verkorte, aanvullende leerroute in de bacheloropleiding. Een bachelor vergroot je verdere studie- en loopbaanmogelijkheden. In het departement Sociale School Heverlee van de Katholieke Hogeschool Leuven kan je via de aanvullende route de bachelor sociaal werk (en de titel maatschappelijk assistent) behalen. Het departement bevindt zich in dezelfde gebouwen als het CVO Sociale School Heverlee. De verkorte bachelorroute omvat er 45 studiepunten. In de toekomst zal dit, als gevolg van een nieuwe regelgeving in het hoger onderwijs, hoogstwaarschijnlijk naar 60 studiepunten evolueren. Als je reeds tewerkgesteld bent in de sector, kan je een volledige of gedeeltelijke vrijstelling krijgen voor het praktijkgedeelte van de verkorte leerroute op basis van Elders Verworven Competenties. Voor de verkorte bachelor orthopedagogie kan je na je graduaatopleiding terecht in de Ehsal/HUB (Brussel/Dilbeek) of de Katholieke Hogeschool Limburg (Hasselt).
Studiecoaching en extra ondersteuning Nederlands Het is niet altijd evident om vaak na jaren van werk, gezin of andere activiteiten, (terug) de draad van het studeren op te pakken. Wil je je studievaardigheden terug opbouwen of aanscherpen, dan is er de mogelijkheid tot studiecoaching. Deze coaching staat open voor elke cursist (dus niet enkel voor nieuwe cursisten) en omvat sessies over studieplanning, zelfsturing en omgaan met stress, gestructureerd studeren, gestructureerd schrijven, info verzamelen en verwerken, omgaan met faalangst en uitstelgedrag. Daarnaast is er ook individuele coaching met feedback of tips voor de eigen studieaanpak. Je kan participeren aan één of meerdere sessies. Ofwel teken je in voor het geheel en doorloop je een langer proces van studiebegeleiding. Je bespreekt dit eerst met de coördinator van de opleiding. Als je voor het totale pakket gaat, dan schrijf je je in voor de keuzemodule “actuele methoden en werkvormen” die gekoppeld is aan de opleiding maatschappelijk werk. In 2009-2010 starten we in de opleiding sociaal-cultureel werk, in het kader van de module geïntegreerde competentieverwerving, met een project rond extra ondersteuning Nederlands. Het project verloopt in samenwerking met het Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant en het Leuvense centrum voor volwassenenonderwijs Ace Groep T dat o.a. gespecialiseerd is in taalonderricht. Via een portfolio wordt er aan taalvaardigheden gewerkt. Daarnaast is er ondersteuning vanuit een taalcoach.
5
MODULAIR OPLEIDINGSPROGRAMMA
SOCIAAL-CULTUREEL WERK
Als sociaal-cultureel werker sta je midden in de samenleving. Je bent begeleider, vormer, dienstverlener, educatief of cultureel medewerker, opbouwwerker. Je werkt met zeer diverse groepen: kinderen, jeugdigen, volwassenen, senioren, … rond zeer diverse thema’s (artistieke, maatschappelijke, individuele), in zeer diverse settings: verenigingsleven, kinderopvang, hobbyclubs, gemeenschapscentra, culturele centra, gevangenissen… Je stelt behoeften vast, je signaleert problemen, zet activiteiten op in diverse sectoren. Mogelijks functioneer je als tussenpersoon voor de mensen met wie je werkt en de organisatie waarin je verantwoordelijkheid draagt. Als sociaal-cultureel werker ben je multifunctioneel en flexibel. Je kunt werken met een zeer divers publiek op verschillende niveaus. Je arbeidskansen zijn ruim en veelzijdig, bv. als jongerentrajectbegeleider, als sociaal-artistiek medewerker, schoolopbouwwerker, jeugdconsulent, stafmedewerker in een vormingsorganisatie, … De graduaatopleiding sociaal-cultureel werk biedt jou hiertoe een stevige onderbouw. Coördinator: Kathelijne De Vriendt -
[email protected] Secretariaat: Agnes De Puydt -
[email protected]
s o c i a a l - c u l t u r e e l
w e r k
[ 6
>>
>>
Opleidingsprogramma
code - modules en lestijden A. Sociaal Werk Menselijk gedrag en sociale omgeving Aa1 Sociologische vraagstukken Aa2 Psychologische vraagstukken Aa3 Sociaal-economische vraagstukken Aa4 Filosofische en ethische vraagstukken Organisatiebeleid Ab1 Organisatieleer Methodische Vorming Ac1 Communicatieve vaardigheden Ac2 Samenwerkingsvaardigheden Leer- en praktijkbegeleiding Ad1 Geïntegreerde competentieverwerving 1 Ad2 Geïntegreerde competentieverwerving 2 Ad3 Geïntegreerde competentieverwerving 3
40 40 40 40 60 40 40 40 40 40
B. Sociaal-cultureel werker Oriëntatie op beroep en werkveld van het sociaal-cultureel werk Ba1 Overzicht en historiek van het sociaal-cultureel werk Ba2 Identiteit van het sociaal-cultureel werk Ba3 Situering sociaal-cultureel werk in een diverse context Ba4 Cultuurbeleid Recht en beleid in het sociaal-cultureel werk Bb1 Organisatierecht Bb2 Oriëntatie op democratie en rechtstaat Bb3 Financieel beheer Methodische professionalisering in het sociaal-cultureel werk Bc1 Schriftelijke communicatie Bc2 Groepswerk Bc3 Educatief werk Bc4 Cultureel werk Bc5 Gemeenschapsopbouw Bc6 Aspecten van leidinggeven Bc7 Educatieve activiteiten opzetten of Bc8 Participatie stimuleren of Bc9 Creatieve processen opzetten
40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40
C. Keuzemodules (2 te kiezen uit onderstaande) Keuzemodules specifieke thema’s Ca1 Politieke en sociale geschiedenis Ca2 Levensbeschouwingen Ca3 Opvoeding en opvoedingsbijstand Ca4 Actueel thema uit het sociaal werk Keuzemodules recht en beleid Cb1 Personeelsvoorziening Cb2 Marketing Cb3 Netwerken in de sociale sector Cb4 Actueel thema m.b.t. recht of beleid Keuzemodules specifieke methoden en vaardigheden Cc1 Emancipatorisch hulpverlenen Cc2 Maatschappelijke dienstverlening Cc3 Mediatraining Cc4 ICT Cc5 ICT-specifieke toepassingen Cc6 Actuele methoden en werkvormen
s o c i a a l - c u l t u r e e l
w e r k
40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40
[ 7
Kor te omschrijving per module ( g e p r o g ra m m e e r d i n 2 0 0 9 - 2 0 1 0 ) A Sociaal werk Sociologische vraagstukken
Aa1
Vanuit enkele actuele sociale vraagstukken (gezondheidszorg, criminaliteit, racisme en integratie) leer je de maatschappelijke context en de deelsectoren van onze samenleving beter begrijpen. Je leert aandacht hebben voor de maatschappelijke bepaaldheid van problemen waarmee je in je professioneel werk geconfronteerd wordt. Psychologische vraagstukken
Aa2
Je maakt kennis met een aantal benaderingen eigen aan de psychologie. Je verwerft een kader, een ‘bril’ om de mechanismen te zien die spelen bij jezelf, andere individuen en groepen. Je leert hoe je hiermee kunt omgaan in een professionele en niet-professionele context. Sociaal-economische vraagstukken
Aa3
Je leert de politieke discussies over een aantal actuele sociaal-economische vraagstukken (b.v. het generatiepact, de overheidsbegroting, globalisering, …) begrijpen en er een eigen mening over vormen. Vanuit de geboden inzichten en kaders kan je ook sociaaleconomische thema’s begrijpen die niet in de cursus besproken werden en deze kritisch beoordelen. Filosofische en ethische vraagstukken
Aa4
Je staat stil bij de menselijke cultuur in haar oorsprong en ontwikkeling. Je leert een sociaal- en cultuurfilosofisch denkkader hanteren als achtergrond en klankbord voor je praktijk. Je leert mondig en kritisch participeren aan discussies over actuele thema’s zoals cultuur en democratie, individualisering en burgerschap, …. Organisatieleer
Ab1
Je leert gericht kijken naar een (jouw) organisatie. Je verwerft inzichten en vaardigheden om de organisatie te analyseren en een organisatiediagnose op te stellen. Je maakt kennis met theoretische kaders over organisatieverandering en met een aantal technieken om aan organisatieverandering te werken. Communicatieve vaardigheden
Ac1
Vanuit inzicht in het eigen communicatieprofiel leer je een communicatieve houding ontwikkelen en effectiever communiceren in de werksetting. Je oefent in het spreken, luisteren en opkomen voor jezelf. Je staat stil bij specifieke communicatieproblemen zoals het spreken vanuit verschillen (cultuur, man-vrouw, sociale achtergrond, …). Samenwerkingsvaardigheden
Ac2
Vanuit de ervaring in de eigen groep leer je kijken naar wat in een groep leeft en welke processen er zich ontwikkelen. Je krijgt zicht op verschillende soorten groepen. Je staat stil bij de manier waarop je zelf in een groep functioneert. Je oefent in overleggen en samenwerken.
s o c i a a l - c u l t u r e e l
w e r k
[ 8
Geïntegreerde competentieverwerving 1
Ad1
Je bekijkt je handelen vanuit de praktijkcontext van de sociaal-cultureel werker. Je positioneert je zelf in het gehele sociaal-cultureel werkveld. Je maakt de verbinding tussen wat je leert in de cursussen en wat je in je praktijk als beroepskracht of vrijwilliger meemaakt. Je brengt thema’s (vragen, problemen, ideeën) uit je praktijk ter sprake en je leert uit het gesprek hierover met je medecursisten. Geïntegreerde competentieverwerving 2
Ad2
Gedurende het schooljaar werk je aan een persoonlijk ontwikkelingsplan waarover je met je medecursisten in gesprek gaat. Hierdoor krijg je meer zicht op je eigen kennen, kunnen en houding als (toekomstig) sociaal-cultureel werker en leer je diepgaander reflecteren op je functioneren. Geïntegreerde competentieverwerving 3
Ad3
Je maakt een geïntegreerde proef: een werkstuk (een tekst, voorstelling, vormingsactiviteit, …) waarin je individueel of in groep een praktijktheorie ontwikkelt en die op een heldere en gestructureerde manier aan een publiek overbrengt.
B Sociaal-cultureel werker Overzicht en historiek van het sociaal-cultureel werk
Ba1
Je krijgt inzicht in het ontstaan en de ontwikkeling van het sociaal-cultureel werk in Vlaanderen en in de verwevenheid van het sociaal-cultureel werk met maatschappelijke ontwikkelingen. Je leert de geschiedenis van je eigen organisatie ontdekken en je eigen organisatie plaatsen in het Vlaamse culturele/educatieve landschap. Identiteit van het sociaal-cultureel werk
Ba2
Je verdiept je in de eigen identiteit en methodiek van het sociaal-cultureel werk in onze snel evoluerende samenleving en je leert de identiteitsvragen in je eigen praktijk herkennen. Je leert de begrippen cultuur, sociaal-cultureel werk, vorming, … correct hanteren. Je kunt de kernfuncties en randfuncties van het sociaal-cultureel werk kaderen en de functie van je eigen organisatie en van je eigen opdracht situeren. Situering sociaal-cultureel werk in een diverse context
Ba2
Je krijgt inzicht in het professionaliseringsproces van de sociaal-cultureel werker. Je leert jezelf positioneren t.a.v. andere beroepskrachten, vrijwilligers en de doelgroep. Je staat stil bij je rol en positie als sociaal-cultureel werker om in een diverse context dialoog en ontmoeting te stimuleren. Cultuurbeleid
Ba4
Je leert je eigen praktijkervaringen op vlak van (cultureel) beleid plaatsen in het globaal kader van het cultuurbeleid in Vlaanderen. Je krijgt zicht op belangrijke beleidsmaatregelen die geleid hebben tot de huidige vormen van sociaal-cultureel werk. Je ontwikkelt een kritische visie op actuele beleidsmaatregelen in het jeugdbeleid en het sociaal-cultureel werk met volwassenen. Organisatierecht
Bb1
Je maakt kennis met de wettelijke bepalingen die een sociaal-culturele organisatie moet toepassen zoals aspecten van socialezekerheidsrecht, arbeids- en fiscaal recht. Je krijgt een stevig inzicht in de vzw-wetgeving. Oriëntatie op democratie en rechtstaat
Bb2
Je krijgt inzicht in de werking van een democratische rechtstaat van het totstandkomen van de grondwet tot de actuele politieke besluitvorming in een internationale context. Je maakt kennis met de politieke instellingen in België en de structuur van ons rechtsapparaat. Je staat stil bij de maatschappelijke en politieke invloed van de media en je leert politieke berichtgeving begrijpen en kritisch becommentariëren. s o c i a a l - c u l t u r e e l
w e r k
[ 9
Financieel beheer
Bb3
Je verwerft inzicht in het financieel beheer en beleid van een organisatie. Je leert een balans en resultatenrekening lezen en besluiten trekken. Je krijgt zicht op de financiële planning en budgettering en je leert hoe je inkomsten voor de organisatie kunt verwerven via subsidiering, fondsenwerving, sponsoring, …. Schriftelijke communicatie
Bc1
Je krijgt inzicht in het proces van schriftelijke communicatie en je leert hoe je een schriftelijke boodschap systematisch kunt voorbereiden en uitvoeren. Je leert een communicatiestrategie ontwikkelen en een schrijfschema opstellen. Je maakt veel schrijfoefeningen rond werken met alinea’s, verslag- en briefschrijven volgens de BIN-normen, …. Groepswerk
Bc2
Je leert zien hoe in groepen macht en beïnvloeding werken. Je oefent je vaardigheden om groepen te begeleiden en om adequaat om te gaan met moeilijkheden in groepen. Je staat stil bij de manier waarop je je als begeleider verhoudt tot de deelnemers. Je leert een eigen visie en methodiek ontwikkelen. Educatief werk
Bc3
Je zoekt mee antwoord op de vraag: wat is leren. Je diept leertheorieën uit en leert de relatie zien tussen je eigen leergeschiedenis en de betekenis van leren in het sociaal-cultureel werk. Je leert planmatig een vormingsproces opzetten. Cultureel werk
Bc4
Je gaat met je medecursisten in gesprek over cultuuropvattingen en de rol van cultuur in de actuele samenleving. Je maakt kennis met een breed cultuuraanbod. Je krijgt inzicht in hoe mensen met cultuur omgaan in een diverse context en je leert je eigen handelen evalueren. Je leert origineel denken over cultuur en over de functies van scheppen, genieten, deelnemen en bewaren van cultuur. Je leert hoe je basiselementen van creativiteitskunde in je sociaal-cultureel werk kunt inschakelen. Gemeenschapsopbouw
Bc5
Met medecursisten stel je vragen over het hoe en waarom van veranderingsgericht werken. Je krijgt inzicht in de functie en de praktijk van oude en nieuwe sociale bewegingen. Je maakt kennis met projectmatig werken o.m. in de samenlevingsopbouw. Je maakt ook kennis met wat inspraak en participatie is en met de methodiek van de sociale actie. Aspecten van leidinggeven
Bc6
Je verwerft inzicht in de diverse factoren die een rol spelen bij het leidinggeven. Je krijgt zicht op de eigen leidershouding en je leert je positioneren ten aanzien van de eigen leidinggevende. Participatie stimuleren
Bc8
Je krijgt inzicht in inspraak- en participatietechnieken en je leert ze hanteren. Je diept enkele actuele methoden uit om de inspraak te bevorderen. Er wordt vertrokken van een casus rond wonen, het thema is representatief voor het geheel van de leerinhoud en kan overgebracht worden op andere situaties i.v.m. participatieve processen. s o c i a a l - c u l t u r e e l
w e r k
[ 1 0
Creatieve processen opzetten
Bc9
Vanuit je eigen creatieve vermogens en ervaringen in de cursusgroep sta je stil bij een aantal concepten uit de creativiteitskunde en leer je die zelf hanteren. Via vele concrete oefeningen leer je de fasen in een creatief proces herkennen en het creatief proces van groepen begeleiden. Je leert de samenhang zien tussen creatieve processen opzetten, educatie, gemeenschapsopbouw en cultuur.
C Keuzemodules Actuele methoden en werkvormen
Cc6
Je werkt samen met cursisten uit een zestal Europese landen. Je deelt en evalueert bestaande interculturele trainingsactiviteiten. Je zoekt in gemeenschappelijke workshops naar de beste praktijken voor interculturele training. Reflectie op culturele differenties kan leiden tot nieuwe werkvormen. Je bent bereid om één keer transnationaal te reizen en te leren. Je bent ook bereid om 2 jaar in de groep te functioneren. In 2009-2010 staat deze module daarom open voor cursisten die in 2008-2009 reeds participeerden aan het internationale project. Emancipatorisch hulpverlenen
Cc1
Je krijgt inzicht in de plaats van de hulpverleningsmethodiek in het sociaal-agogisch werk. Je leert jezelf positioneren t.a.v. de hulpverleningsvraag en vaardig worden in het bieden van professionele opvang aan infovragers, steunzoekers… mensen in psycho-sociale nood. ICT
Cc4
In deze introductiecursus verwerf je via vele oefeningen vaardigheid in het werken met Word 2007. Je leert de opmaak van tekens, alinea’s uitvoeren, je leert werken met secties, opmaakprofielen en sjablonen en je leert samenvoegen en tabellen opmaken. Hierdoor wordt het werken met Word veel efficiënter en aangenamer. Je wordt vaardig in het maken van presentaties (met PowerPoint 2007) om een voordracht, lezing, vorming, visueel te ondersteunen. Opvoeding en opvoedingsbijstand (jeugdhulpverlening ortho H2)
Ca3
Je denkt na over de samenhang tussen de opvoedingsvraag van kinderen/jongeren en het opvoedingsaanbod van ouders en opvoeders. Je leert onderscheid maken tussen opvoedingsproblemen en gedragsproblemen en je krijgt inzicht in de ontwikkeling van probleemgedrag. Je oefent in het doelgericht observeren en methodisch analyseren van gedrags-, emotionele en opvoedingsproblemen en je leert hoe je in die situaties professioneel kunt handelen. Levensbeschouwingen
Ca2
Je leert vanuit basisinzichten in de verschillende westerse en niet-westerse denktradities rond zingeving, een mondiaal denken ontwikkelen op basis van respect. Je maakt praktijkgericht kennis met modellen van elkaar aanvullende wereldbeschouwingen. Je maakt kennis met methoden, technieken en oefeningen die kunnen leiden tot innerlijke rust en aanzetten tot verdere dialoog. Leren, studeren, organiseren (actuele methoden en werkvormen)
MCc5
Je verwerft inzicht en kunde in het proces van zelfsturing en omgaan met stress, gestructureerd studeren, gestructureerd schrijven, info verzamelen en verwerken, omgaan met faalangst en uitstelgedrag. Naast de groepssessies is er ook individuele coaching.
s o c i a a l - c u l t u r e e l
w e r k
[ 1 1
MODULAIR OPLEIDINGSPROGRAMMA
MAATSCHAPPELIJK WERK
Het maatschappelijk werk is volop in beweging. De arbeidsmarkt roept om afgestudeerde welzijnswerkers die zich willen inzetten in de bijzondere jeugdzorg, buurt- en wijkwerking, scholen en centra voor leerlingenbegeleiding, justitiehuizen en gevangenissen, gezondheidszorg, algemeen welzijnswerk, OCMW’s, …. Wil je als beroepskracht • mensen helpen bij het inzichtelijk maken van hun (probleem)situatie • mensen stimuleren en begeleiden om zelf oplossingen te zoeken voor hun moeilijkheden • helpen zoeken naar milieus waar mensen zich opnieuw thuis kunnen voelen • individuele hulpvragen plaatsen in een maatschappelijke context? Wil je bovendien samenwerken met andere hulpverleners (artsen, psychologen, juristen, gezins- en bejaardenhelp/st/ers, opvoeders, verpleegkundigen, …)? Dan is de graduaatstudie maatschappelijk werk beslist het overwegen waard. Coördinator: Ief Nijsmans -
[email protected] Secretariaat: Jessie Van Heffen -
[email protected]
m a a t s c h a p p e l i j k
w e r k
[ 1 2
>>
>>
Opleidingsprogramma
code - modules en lestijden A. Sociaal Werk Menselijk gedrag en sociale omgeving Aa1 Sociologische vraagstukken Aa2 Psychologische vraagstukken Aa3 Sociaal-economische vraagstukken Aa4 Filosofische en ethische vraagstukken Organisatiebeleid Ab1 Organisatieleer Methodische Vorming Ac1 Communicatieve vaardigheden Ac2 Samenwerkingsvaardigheden Leer- en praktijkbegeleiding 1 Ad1 Geïntegreerde competentieverwerving 1 Ad2 Geïntegreerde competentieverwerving 2 Ad3 Geïntegreerde competentieverwerving 3
40 40 40 40 60 40 40 40 40 40
B. Maatschappelijk werker Oriëntatie op beroep en werkveld van het maatschappelijk werk Ba1 Maatschappelijk werker als beroep Ba2 Sociale instituties en de verzorgingsstaat Ba3 Sociaal-wetenschappelijk onderzoek in het maatsch. werk Ba4 Biologische basis van het menselijk gedrag Recht en beleid in het maatschappelijk werk Bb1 Sociaal recht Bb2 Oriëntatie op democratie en rechtstaat Bb3 Sociaaljuridische hulpverlening Methodische professionalisering in het maatschappelijk werk Bc1 Psychosociale hulpverlening Bc2 Persoonsgecentreerd werken Bc3 Structuurgericht werken Bc4 Systeemgericht werken Bc5 Sociaalagogische vaardigheden Leer- en praktijkbegeleiding 2 Bd1 Methodisch werken 1 Bd2 Methodisch werken 2 Bd3 Supervisie 1 Bd4 Supervisie 2
40 40 40 40 40 40 40 80 60 60 60 40 40 40 40 40
C. Keuzemodules (3 te kiezen uit onderstaande) Keuzemodules specifieke thema’s Ca1 Politieke en sociale geschiedenis Ca2 Geestelijke gezondheidszorg Ca3 Opvoeding en opvoedingsbijstand Ca4 Actueel thema uit het sociaal werk Keuzemodules recht en beleid Cb1 Straf- en jeugdbeschermingsrecht Cb2 Internationaal en vreemdelingenrecht Cb3 Financieel beheer Cb4 Actueel thema m.b.t. recht of beleid Keuzemodules specifieke methoden en vaardigheden Cc1 Hanteren sociale kaart en wetgeving Cc2 Onderhandelen en bemiddelen Cc3 Omgaan met diversiteit Cc4 ICT Cc5 Actuele methoden en werkvormen
m a a t s c h a p p e l i j k
w e r k
40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40
[ 1 3
Kor te omschrijving per module ( g e p r o g ra m m e e r d i n 2 0 0 9 - 2 0 1 0 ) A Sociaal werk Sociologische vraagstukken
Aa1
Je staat stil bij maatschappelijke veranderingsprocessen (demografische verschuivingen, individualisering, liberalisering) en de invloed ervan op onze sociale relaties. Je leert zien hoe armoede, marginaliteit, opwaartse en neerwaartse mobiliteit, macht, … zich manifesteren in onze huidige maatschappij. Je krijgt zicht op de invloed van maatschappelijke veranderingen op het discours, de visie en de methoden van het sociaal werk. Psychologische vraagstukken
Aa2
Je staat stil bij het eigene van het menselijk gedrag in de verschillende leeftijdsfasen. Je krijgt inzicht in ontwikkelingspsychologische aspecten zoals ‘normale’ ontwikkeling en ontwikkelingsachterstand, plaats en functie van elke fase in de levensloop van mensen. Sociaal-economische vraagstukken
Aa3
Je leert de politieke discussies over een aantal actuele sociaal-economische vraagstukken (b.v. het generatiepact, de overheidsbegroting, globalisering, …) begrijpen en er een eigen mening over vormen. Vanuit de geboden inzichten en kaders kan je ook sociaaleconomische thema’s begrijpen die niet in de cursus besproken werden en deze kritisch beoordelen. Filosofische en ethische vraagstukken
Aa4
Je krijgt een introductie in de filosofische terminologie en het abstracte denken dat typisch is voor de filosofie. Je denkt na over enkele belangrijke thema’s uit het sociaal werk vanuit een filosofische invalshoek. Je leert je weg vinden in teksten en werkmateriaal en hiermee aan de slag gaan. Je krijgt stimulansen om je blik te verruimen en de praktijk van het sociaal werk kritisch te overdenken vanuit een ethisch kader. Organisatieleer
Ab1
Je leert de voorwaarden voor een goed functionerende organisatie kennen en beoordelen in je eigen organisatie. Je leert klimaat, cultuur, taakverdeling en structuur van een organisatie beschrijven en beoordelen vanuit het oogpunt van kwaliteit van de dienstverlening. Je krijgt inzicht in de wetmatigheden die een rol spelen bij problemen en conflicten en je maakt kennis met strategieën om organisaties te beïnvloeden. Communicatieve vaardigheden
Ac1
Vanuit inzicht in het eigen communicatieprofiel leer je een communicatieve houding ontwikkelen en effectiever communiceren in de werksetting. Je oefent in het spreken, luisteren en opkomen voor jezelf. Je staat stil bij specifieke communicatieproblemen zoals het spreken vanuit verschillen (cultuur, man-vrouw, sociale achtergrond, …). Samenwerkingsvaardigheden
Ac2
Vanuit je eigen leef- en werkgroep en het team waarin je werkt, leer je groepsdynamische processen onderkennen en hanteren. Je staat stil bij thema’s als leiderschap, groepsdoelen, groepscohesie, groepsnormen, groepsdruk, groepsontwikkeling, communicatieproblemen in groepen. Je reflecteert over je eigen positie in en je omgaan met groepen. Je geeft en krijgt hierover feedback van je medecursisten en van de docent. Je oefent in vergaderen, overleggen en samenwerken. m a a t s c h a p p e l i j k
w e r k
[ 1 4
Geïntegreerde competentieverwerving 1
Ad1
In een kleine leergroep sta je stil bij je eigen leren en dit van je medecursisten. Je maakt de verbinding tussen wat je leert tijdens de cursussen en wat je in je praktijk als beroepskracht of vrijwilliger meemaakt. Je brengt thema’s (vragen, problemen, ideeën) uit je praktijk ter sprake. Via het gesprek hierover met je medecursisten krijg je meer zich op je eigen kennen, kunnen en attitudes als (toekomstig) maatschappelijk werker en leer je diepgaander reflecteren op je functioneren. Geïntegreerde competentieverwerving 2
Ad2
Je traint intensief in het methodisch werken met mensen, waarbij je voortdurend de reeds verworven inzichten en vaardigheden toepast en integreert in je concreet handelen. Met de inbreng van een acteur krijgen de oefensituaties een hoog realiteitsgehalte. Vanuit de oefensituaties ga je de integratie ook in je praktijk toepassen.
B Maatschappelijk werker Maatschappelijk werker als beroep
Ba1
Via groepsdiscussies en schematische kaders zoek je naar een heldere profilering van ‘de maatschappelijk werk/st/er’. Je staat stil bij het gegeven dat het professioneel handelen tegelijk onvoorspelbaar en adequaat is en procesmatig, methodisch en reflecterend verloopt. Je leert de eigen beroepsregels kennen en het maatschappelijk werk plaatsen in de bredere maatschappelijke context van globalisering, dualisering en diversiteit. Sociale instituties en de verzorgingsstaat
Ba2
Je krijgt inzicht in de organisatie van de samenleving en de plaats hierin van het maatschappelijk werk. Je leert kritisch nadenken over de inrichting van onze verzorgingsstaat, het discours over de actieve welvaartsstaat en de relatie met het welzijnswerk. Biologische basis van het menselijk gedrag
Ba4
Je leert gedrag en gedragsstoornissen benaderen vanuit hun biologische component: hoe werken biologische systemen, wat dragen ze bij tot de normale werking van het organisme en het gedrag, hoe leidt een verstoring tot problemen. Je krijgt een aantal basisinzichten in neurofysiologie en erfelijkheidsleer. Je leert medische rapporten lezen en begrijpen en je leert hoe je hierover kunt communiceren met je cliënten. Sociaal recht
Bb1
Je krijgt een overzicht van de bestaande socialezekerheidsprestaties maar de klemtoon ligt niet op het volledig doorgronden van het socialezekerheidsrecht. Je leert je weg vinden in de doolhof van instellingen en organisaties die in de sociale zekerheid een rol spelen. Bij een concreet sociaal-juridisch probleem met een cliënt kan je de juiste informatie vinden en, indien nodig, correct doorverwijzen. Oriëntatie op democratie en rechtstaat
Bb2
Je maakt kennis met het juridisch denken en leert de basiswoordenschat van de juridische taal begrijpen. Je krijgt inzicht in de wisselwerking tussen het nationale, Europese en internationale recht. Je verdiept je kennis over de federale staatsstructuur en de rolverdeling tussen verschillende instellingen. Sociaaljuridische hulpverlening
Bb3
Je maakt kennis met individuele juridische problemen en leert de wetgeving professioneel toepassen in de hulpverlening. Basisthema’s zijn: overeenkomsten in het algemeen en specifiek recht (huur, koop, lening), familierecht (huwelijk, scheiding, afstamming), beslag en strafrechterlijke aansprakelijkheid en gevolgen voor dader en slachtoffer. Daarnaast zijn er een aantal keuzethema’s: rechtspersoonlijkheid, jeugdbescherming, erfrecht, …
m a a t s c h a p p e l i j k
w e r k
[ 1 5
Psychosociale hulpverlening
Bc1
Je maakt kennis met één van de kerntaken van het maatschappelijk werk. Je leert zien dat de psychosociale hulpverlening zowel inspeelt op de psychische beleving als op de sociale situatie en het netwerk van de cliënt. Je verkent een basismodel voor methodisch handelen vanuit een cliëntgericht standpunt en empowerment en je oefent om dit model in de praktijk te hanteren. Je wordt vaardig in het cliëntgericht rapporteren, rekening houdend met maatschappelijke, organisatorische en deontologische kaders. Persoonsgecentreerd werken
Bc2
Je staat stil bij wat zich bij mensen in probleemsituaties afspeelt en bij de innerlijke mechanismen die het handelen bepalen. Je verdiept je in de bepaaldheid van het individu door zijn/haar persoonlijke geschiedenis en de rol van deze geschiedenis in gedrag en beleving. Vanuit het client-centered model en enkele belangrijke leertheoretische principes, ontwikkel je de vaardigheid om met dit innerlijk systeem om te gaan en een disfunctionerend individu te steunen en te helpen om positief te herstructureren. Structuurgericht werken
Bc3
Je wordt je bewust van de maatschappelijke signaalfunctie van de maatschappelijk werker om met de informatie uit zijn/haar hulpverleningswerk niet alleen individueel maar ook structureel problemen aan te pakken. Je denkt na over de mogelijkheden en beperktheden hiervan vanuit een globale maatschappijvisie. Je maakt kennis met methoden om projecten rond preventie en samenlevingsopbouw op te zetten en netwerkhulpverlening te organiseren. Systeemgericht werken
Bc4
Je krijgt een brede initiatie in een denk- en werkmodel voor maatschappelijk werkers vanuit de systeemtheorie. Deze theorie stelt de beïnvloeding tussen mensen centraal in het zien en verstaan van menselijk gedrag. Via kaders, cases en oefeningen ga je de systeemvisie integreren in het kijken naar individuen/gezinnen en in de analyse van je eigen werkcontext. Sociaalagogische vaardigheden
Bc5
Je krijgt zicht op de agogische relatie tussen jou en de cliënt(en) en je leert jezelf zien als facilitator voor agogische veranderingsprocessen. Je leert systematisch, procesmatig, doelgericht en zorgvuldig een begeleidingsproces op maat van het cliëntsysteem opzetten. Je oefent in het aanwenden van belangrijke sociaalagogische vaardigheden vanuit een houding van respect en je reflecteert op je eigen visie, houding, gevoelens en gedrag. Methodisch werken 1 en 2
Bd1 en Bd2
De inhoud van deze modules is de beroepsactiviteit zelf van de maatschappelijk werker. Je voert opdrachten als maatschappelijk werker uit om de kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes die in andere modules aan de orde komen, in de praktijk te integreren. Je doet dienstverlenende, agogische, organisatorische en administratieve taken, werkt in teamverband en bouwt mee aan het beleid van een organisatie. Per cursist wordt bekeken hoe de praktijk concreet ingevuld kan worden, rekening houdend met eventuele andere beroepsbezigheden. m a a t s c h a p p e l i j k
w e r k
[ 1 6
C Keuzemodules Financieel beheer
Cb3
Je verwerft inzicht in het financieel beheer en beleid van een organisatie. Je leert een balans en resultatenrekening lezen en hieruit besluiten trekken. Je krijgt zicht op de financiële planning en budgettering van een organisatie en je leert hoe je specifieke inkomsten voor de organisatie kunt verwerven (subsidies, fondsenwerving, sponsoring, …). Omgaan met diversiteit
Cc3
Je krijgt een reflectiekader waarin de mechanismen van ‘het denken van de mens over andere mensen’ centraal staat. Je denkt na over de vraag waarom het omgaan met diversiteit zowel nu als vroeger verre van vanzelfsprekend is en was. Via beeldmateriaal, oefeningen en de inbreng van eigen ervaringen in en buiten de praktijksituatie, leer je de thematiek in een breder kader plaatsen en sta je stil bij je eigen ‘omgaan met diversiteit’. ICT
Cc4
In deze introductiecursus verwerf je via vele oefeningen vaardigheid in het werken met Word 2007. Je leert de opmaak van tekens, alinea’s uitvoeren, je leert werken met secties, opmaakprofielen en sjablonen en je leert samenvoegen en tabellen opmaken. Hierdoor wordt het werken met Word veel efficiënter en aangenamer. Je wordt vaardig in het maken van presentaties (met PowerPoint 2007) om een voordracht, lezing, vorming, visueel te ondersteunen. Geestelijke gezondheidszorg
Ca2
Je maakt kennis met de verschillende vormen van geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen. Je reflecteert over de feiten en de beeldvorming van de geestelijke gezondheidszorg en je leert actuele stromingen kritisch bevragen. Je krijgt basisinzichten in psychiatrische ziektebeelden en behandelingsmethoden en je leert professioneel handelen met psychisch zieke cliënten. Opvoeding en opvoedingsbijstand (jeugdhulpverlening ortho H2)
Ca3
Je denkt na over de samenhang tussen de opvoedingsvraag van kinderen/jongeren en het opvoedingsaanbod van ouders en opvoeders. Je leert onderscheid maken tussen opvoedingsproblemen en gedragsproblemen en je krijgt inzicht in de ontwikkeling van probleemgedrag. Je oefent in het doelgericht observeren en methodisch analyseren van gedrags-, emotionele en opvoedingsproblemen en je leert hoe je in die situaties professioneel kunt handelen. Leren, studeren, organiseren (actuele methoden en werkvormen)
Cc5
Je verwerft inzicht en kunde in het proces van zelfsturing en omgaan met stress, gestructureerd studeren, gestructureerd schrijven, info verzamelen en verwerken, omgaan met faalangst en uitstelgedrag. Naast de groepssessies is er ook individuele coaching.
m a a t s c h a p p e l i j k
w e r k
[ 1 7
PERSONEELSWERK
MODULAIR OPLEIDINGSPROGRAMMA
Als personeelswerker werk je met “de mens als werknemer” in zijn/haar bedrijf of organisatie. Je kan daarbij verschillende taken uitvoeren: aanwerving en selectie van werknemers, activiteiten die te maken hebben met de personeelsontwikkeling (zoals vorming, training, opleiding), het realiseren van goede arbeidsrelaties, de strategische aansturing van het personeelsbeleid binnen de organisatiedoelen, …. Er ligt een heel breed werkveld voor jou open: profitorganisaties, social-profitorganisaties en overheidsdiensten, kortom, alle organisaties die mensen in dienst hebben. Je kan je job uitoefenen in kleine organisaties of in multinationals. Je kan de voorkeur geven aan werken binnen een productieomgeving of in een dienstverlenende organisatie (zoals een sociaal secretariaat, een rekruteringsen selectiebureau, een dienst voor arbeidsbemiddeling, een outplacementbureau, een opleidingscentrum,…). Je kan als personeelswerker een grote impact hebben op de kwaliteit van het werk en van het leven van de werknemers en je kan een sleutelrol spelen in het zoeken naar evenwicht tussen de economische doelen van de organisatie waarin je werkt en rechtvaardige arbeidsomstandigheden. De opleiding personeelswerk biedt je hiervoor een stevige professionele basis. Coördinator: Mariëlle Timmermans -
[email protected] Secretariaat: Agnes De Puydt -
[email protected]
p e r s o n e e l s w e r k
[ 1 8
code - modules en lestijden A. Sociaal Werk Menselijk gedrag en sociale omgeving Aa1 Sociologische vraagstukken Aa2 Psychologische vraagstukken Aa3 Sociaal-economische vraagstukken Aa4 Filosofische en ethische vraagstukken Organisatiebeleid Ab1 Organisatieleer Methodische Vorming Ac1 Communicatieve vaardigheden Ac2 Samenwerkingsvaardigheden Leer- en praktijkbegeleiding Ad1 Geïntegreerde competentieverwerving 1 Ad2 Geïntegreerde competentieverwerving 2 Ad3 Geïntegreerde competentieverwerving 3
40 40 40 40 60 40 40 40 40 40
B. Personeelswerker Oriëntatie op beroep en werkveld van het personeelswerk Ba1 Identiteit van het personeelswerk Ba2 Arbeid in (inter)nationale context Ba3 Kwaliteitszorg Ba4 Kwaliteit van de arbeid Ba5 Beloon- en verloonbeleid Recht en beleid in het personeelwerk Bb1 Arbeidsrecht Bb2 Socialezekerheidsrecht Bb3 Administratief en organisatorisch beheer Bb4 Financieel beheer Methodische professionalisering in het personeelswerk Bc1 Schriftelijke communicatie Bc2 Marketing Bc3 Thema’s uit het HRM
40 40 40 40 40 60 60 40 40 40 40 80
C. Keuzemodules (2 te kiezen uit onderstaande) Keuzemodules specifieke thema’s Ca1 Politieke en sociale geschiedenis Ca2 Actueel thema uit het sociaal werk Keuzemodules recht en beleid Cb1 Arbeidsrecht - uitdieping Cb2 Socialezekerheidsrecht - uitdieping Cb3 Internationale organisaties en verdragen Cb4 Aspecten van leidinggeven Cb5 VTO-beleid Cb6 Actueel thema m.b.t. recht of beleid Keuzemodules specifieke methoden en vaardigheden Cc1 Onderhandelen en bemiddelen Cc2 Omgaan met diversiteit Cc3 ICT-specifieke toepassingen Cc4 Actuele methoden en werkvormen
p e r s o n e e l s w e r k
40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40
[ 1 9
>>
>>
Opleidingsprogramma personeelswerk
Kor te omschrijving per module (geprogrammeerd in 2009-2010) A Sociaal werk Sociologische vraagstukken
Aa1
Je staat stil bij maatschappelijke veranderingsprocessen (demografische verschuivingen, individualisering, liberalisering) en de invloed ervan op onze sociale relaties. Je leert zien hoe armoede, marginaliteit, opwaartse en neerwaartse mobiliteit, macht, … zich manifesteren in onze huidige maatschappij. Je krijgt zicht op de invloed van maatschappelijke veranderingen op het discours, de visie en de methoden van het sociaal werk. Sociaal-economische vraagstukken
Aa3
Je leert de politieke discussies over een aantal actuele sociaal-economische vraagstukken begrijpen en er een eigen mening over vormen. Vanuit de geboden inzichten en kaders kan je op eigen kracht ook sociaal-economische thema’s begrijpen die niet in de cursus besproken werden en deze kritisch beoordelen. Filosofische en ethische vraagstukken (samen met syndicaal werk) Je krijgt een introductie in de filosofische terminologie en het abstracte denken dat typisch is voor de filosofie. Je denkt na over enkele belangrijke thema’s uit het sociaal werk vanuit een filosofische invalshoek. Je leert je weg vinden in teksten en werkmateriaal en hiermee aan de slag gaan. Je krijgt stimulansen om je blik te verruimen en de praktijk van het sociaal werk kritisch te overdenken vanuit een ethisch kader. Communicatieve vaardigheden
Ac1
Vanuit inzicht in het eigen communicatieprofiel leer je een communicatieve houding ontwikkelen en effectiever communiceren in de werksetting. Je oefent in het spreken, luisteren en opkomen voor jezelf. Je staat stil bij specifieke communicatieproblemen zoals het spreken vanuit verschillen (cultuur, man-vrouw, sociale achtergrond, …). Samenwerkingsvaardigheden
Ac2
Vanuit je eigen leven en het team waarin je werkt, leer je groepsdynamische processen onderkennen en hanteren. Je staat stil bij thema’s als leiderschap, groepsdoelen, groepscohesie, groepsnormen, groepsdruk, groepsontwikkeling, communicatieproblemen in groepen. Je reflecteert over je eigen positie in en je omgaan met groepen. Je geeft en krijgt hierover feedback van je medecursisten en van de docent. Je oefent in vergaderen, overleggen en samenwerken. Geïntegreerde competentieverwerving 1 en 2
Ad1
In een kleine leergroep sta je stil bij je eigen leren en dit van je medecursisten. Je maakt de verbinding tussen wat je leert tijdens de cursussen en wat je in je praktijk als beroepskracht of vrijwilliger meemaakt. Je brengt thema’s (vragen, problemen, ideeën) uit je praktijk ter sprake. Via het gesprek hierover met je medecursisten krijg je meer zicht op je eigen kennen, kunnen en attitudes als (toekomstig) personeelswerker en leer je diepgaander reflecteren op je functioneren. Geïntegreerde competentieverwerving 3
Ad2
Je maakt een geïntegreerde proef: een werkstuk (een tekst, voorstelling, vormingsactiviteit, …) waarin je individueel of in groep een praktijktheorie ontwikkelt die je op een heldere en gestructureerde manier aan een publiek overbrengt.
p e r s o n e e l s w e r k
[ 2 0
B Personeelswerker Identiteit van het personeelswerk
Ba1
De module vertrekt vanuit de HR-praktijkervaring van de groep en komt via het delen en ontdekken van gemeenschappelijke inzichten tot concreet bruikbare theoretische handvatten die de effectiviteit van de personeelwerker ondersteunen. Met de “Ulrich rollen” als framework (HR strategie, Change, HR administrator, People manager) ga je vanuit zelf aangebrachte cases aan het werk met verschillende aspecten van het personeelswerk. Je deelt in groep inhoudelijke aspecten en proceservaringen, om te komen tot een globaal zicht op de meest effectieve opstelling van de personeelswerker. Veel aandacht gaat naar het “plaatsen in perspectief” van onder meer: de medewerker in relatie tot organisatieaspecten, de HR-issues t.o.v. elkaar, de effectieve opstelling van de personeelswerker tov zijn klanten, ... Doel is dat je na de module de vervlechting aanvoelt tussen het “Wat” en het “Hoe” uit het HR-werkveld en “goesting” hebt om dit toe te passen in de praktijk. Arbeid in (inter)nationale context
Ba2
Je staat stil bij het fenomeen arbeid, vanuit het oogpunt van de werkgever, werknemer, overheid en de vraag waar en hoe waarden als duurzaamheid, rechtvaardigheid en respect een plaats krijgen in je professioneel handelen. Je aandacht wordt opgewekt voor tewerkstellings- en ontplooiingskansen van werknemers uit kwetsbare groepen. Je krijgt zicht op het Belgisch model van sociaal overleg, gekaderd in een Europees en mondiaal perspectief en je kunt de regelgeving hierrond correct toepassen. Kwaliteit van de arbeid
Ba4
Je bekijkt de kwaliteit van de arbeid op drie niveaus: het maatschappelijk niveau (het belang van het werken aan risicomanagement), het historisch niveau (helpt om het huidige denken te begrijpen), het wettelijk niveau (wetgeving over milieu en management, wetgeving over de vier A’s: arbeidsvoorwaarden, -omstandigheden, -inhoud, -verhoudingen). Je neemt deel aan workshops over werkstress, beeldschermen, ergonomie. Beloon- en verloonbeleid
Ba5
Je krijgt zicht op organisatie-interne en -externe factoren die de arbeidsbeloning bepalen. Je leert deze factoren hanteren in functie van een rechtvaardig en bedrijfseconomisch verantwoord beleid. Je leert de band zien tussen verloning en fiscaliteit, en een aantal beloningssystemen en -technieken concreet toepassen op je eigen werkcontext. Je maakt kennis met een aantal functieclassificatiesystemen en je leert die kritisch beoordelen. Arbeidsrecht
Bb1
Je leert het arbeidsrecht vlot toepassen. Je diept de belangrijkste thema’s uit van het individueel arbeidsrecht (contracten, schorsingen, ziekte, jaarlijkse vakantie, …). Je krijgt ook meer inzicht in het collectief arbeidsrecht (inspraakorganen, sociale verkiezingen, …) en hoe je dit als personeelswerker toepast. Je leert efficiënt rechtsbronnen hanteren. Socialezekerheidsrecht
Bb2
Je krijgt inzicht in ons socialezekerheidssysteem en de ontstaansgeschiedenis ervan. Je diept de belangrijkste thema’s van ons socialezekerheidsrecht uit: kinderbijslag, pensioenen, ziekte- en invaliditeitsverzekering, arbeidsongevallen en beroepsziekten, … en leert die toepassen als personeelswerker. Je leert efficiënt rechtsbronnen hanteren.
p e r s o n e e l s w e r k
[ 2 1
Administratief en organisatorisch beheer
Bb3
Je maakt kennis met technisch-administratieve systemen en processen en je leert die efficiënt gebruiken. Je oefent in het correct en efficiënt uitvoeren van administratieve taken van de personeelswerker en in de praktijkgerichte toepassing van informatiesystemen in management en personeelswerk. Je leert beleidsadviezen formuleren op basis van ken- en stuurgetallen uit het personeelsinformatiesysteem. Financieel beheer
Bb4
Je verwerft inzicht in het financieel beheer en beleid van een organisatie. Je maakt kennis met de jaarrekening van een organisatie (balans, resultatenrekening, toelichting, sociale balans) en leert deze documenten lezen.. Uit de analyse van de jaarrekening leer je conclusies trekken in verband met de financiële (on)gezondheid van de organisatie en formuleer je verbeter- of optimaliseringsacties. Marketing
Bc2
Je leert hoe je kunt bijdragen aan de ontwikkeling van een efficiënt marketingconcept voor je organisatie. Je oefent in het maken van een marketingsanalyse en een marktetingplan en je staat stil bij de vraag hoe je in functie hiervan klantgerichte samenwerkingsverbanden en functionele netwerken kunt ontwikkelen.
C Keuzemodules Omgaan met diversiteit
Cc2
Je krijgt een reflectiekader waarin de mechanismen van ‘het denken van de mens over andere mensen’ centraal staat. Je denkt na over de vraag waarom het omgaan met diversiteit zowel nu als vroeger verre van vanzelfsprekend is en was. Via beeldmateriaal, oefeningen en de inbreng van eigen ervaringen in en buiten de praktijksituatie, leer je de thematiek in een breder kader plaatsen en sta je stil bij je eigen ‘omgaan met diversiteit’. Aspecten van leidinggeven
Cb4
Je staat stil bij leiderschap, gericht op het stimuleren van betrokkenheid en autonomie. Via topics als situationeel leiderschap, motiveren, communiceren, conflicthantering, … doorloop je een niet vrijblijvend traject. De themagecentreerde inputs worden afgewisseld met praktijksituaties die je als cursist zelf inbrengt. Er wordt verwacht dat je je persoonlijk functioneren als leidinggevende ter sprake wil stellen en wil verbinden met de inhoud en de processen van het programma. Leren, studeren, organiseren (actuele methoden en werkvormen)
MCc5
Je verwerft inzicht en kunde in het proces van zelfsturing en omgaan met stress, gestructureerd studeren, gestructureerd schrijven, info verzamelen en verwerken, omgaan met faalangst en uitstelgedrag. Naast de groepssessies is er ook individuele coaching.
p e r s o n e e l s w e r k
[ 2 2
ORTHOPEDAGOGIE
MODULAIR OPLEIDINGSPROGRAMMA
De afdeling orthopedagogie leidt op tot het beroep van opvoeder-begeleider. De opvoeder-begeleider biedt hulp en ondersteuning aan mensen die door opvoeding, ontwikkeling, handicap, ziekte, relatieof gezinsproblemen, materiële problemen, … kortere of langere tijd begeleiding nodig hebben in hun woon- en leefsituatie. Met het graduaatdiploma kan je als ‘gespecialiseerd opvoeder-begeleider klasse 1’ aan de slag in ortho(ped)agogische centra, medisch-pedagogische instituten, voorzieningen voor bijzondere jeugdbijstand, in de jeugd- en volwassenenpsychiatrie, in geriatrische instellingen, in kinderziekenhuizen, revalidatiecentra, centra voor drugverslaafden, gevangenissen, buurt- en schoolopbouwwerk, OCMW’s, migrantenwerking, kinderdagverblijven, jeugdhuizen, CAW’s en JAC’s, thuisbegeleidingsdiensten, dagcentra, … Misschien werk je al in één van deze diensten met een A2-diploma opvoeder of met een hoger onderwijsdiploma uit een andere richting. Dan kan je in een combinatie van werken en studeren het graduaatdiploma orthopedagogie verwerven. Je kunt de opleiding ook starten na je middelbare studies. Dan doe je stage in een orthopedagogische setting om de nodige praktijkervaring te verwerven. In totaal doe je 1800 uur stage, gespreid over de opleiding (600 uur per schooljaar als je in drie jaar wil afstuderen, 400 uur in jaar 1-2-3 en 600 uur in jaar 4, als je in vier jaar wil afstuderen). Coördinator: Geert Verclyte -
[email protected] Secretariaat: Lies Meysmans -
[email protected]
o r t h o p e d a g o g i e
[ 2 3
code - modules - lestijden A1 A2 A3 B1 B2 B3 C1 C2 C3 D1 D2 D3 E1 E2 E3 F1 F1 G1 G2 H1 H2 H3 H4 H5 I1 I2 I3 I4 J1 K1 K2 L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 M1 M2 M3 M4 M5 M6 M7 M8
Omgaan met informatie 1 Omgaan met informatie 2 Omgaan met informatie 3 Agogische vaardigheden 1 Agogische vaardigheden 2 Agogische vaardigheden 3 Communicatieve vaardigheden 1 Communicatieve vaardigheden 2 Communicatieve vaardigheden 3 Zelfhantering 1 Zelfhantering 2 Zelfhantering 3 Samenwerkingsvaardigheden 1 Samenwerkingsvaardigheden 2 Samenwerkingsvaardigheden 3 Systemisch werken 1 Systemisch werken 2 Emancipatorisch werken 1 Emancipatorisch werken 2 Categoriaal werken 1 Categoriaal werken 2 Categoriaal werken 3 Categoriaal werken 4 Categoriaal werken 5 Visievorming Maatschappij en welzijn Agogische organisatieontwikkeling Agogische beleidsontwikkeling Gezondheidsleer Geïntegreerde competentieverwerking 1 Geïntegreerde competentieverwerking 2 Methodische begeleiding 1 Methodische begeleiding 2 Methodische begeleiding 3 Methodische begeleiding 4 Methodische begeleiding 5 Methodische begeleiding 6 Methodische begeleiding 7 Methodische begeleiding 8 Gesuperviseerde praktijk 1 Gesuperviseerde praktijk 2 Gesuperviseerde praktijk 3 Gesuperviseerde praktijk 4 Gesuperviseerde praktijk 5 Gesuperviseerde praktijk 6 Gesuperviseerde praktijk 7 Gesuperviseerde praktijk 8
o r t h o p e d a g o g i e
40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 80 40 40 40 40 40 40 40 40 60 60 60 60 60 60 60 60
[ 2 4
>>
>>
Opleidingsprogramma orthopedagogie
Kor te omschrijving per module (geprogrammeerd in 2009-2010) Omgaan met informatie 1 - basis
A1
Je maakt kennis met de organisatie van het sociaal werk en de plaats van het orthopedagogisch werkveld hierin. Je krijgt zicht op het functioneren van 1ste-, 2de- en 3de-lijnsorganisaties en op nieuwe beleidsontwikkelingen en initiatieven. Je oefent in het waarnemen, herkennen en benoemen van signalen van cliënten, het gebruik van de sociale kaart, het gericht doorverwijzen, het adequaat ordenen van informatie en het hanteren van een helder en correct taalgebruik. Omgaan met informatie 2 - schriftelijke communicatie
A2
Je leert professioneel rapporteren. Je ontwikkelt je taalvaardigheid en je leert overtuigend en gefundeerd argumenteren. Je leert cliënten observeren in complexe situaties en diverse technieken hanteren om hen in hun hulp, begeleidings- en ondersteuningsvraag te begrijpen en te helpen. Omgaan met informatie 3 - kritische informatieverwerking
A3
Je krijgt inzicht in de basisbeginselen van het recht, de organisatie van onze rechts- en verzorgingsstaat en de totstandkoming van wetten en decreten. Je maakt kennis met de basisprincipes van het arbeids- en socialezekerheidsrecht en je leert je weg vinden in de administratieve en wettelijke regelingen die van toepassing zijn in de sectoren van het welzijnswerk die aan de hand van de sociale kaart grondig besproken worden. Agogische vaardigheden 1 - creatief-agogische vaardigheden 1
B1
Je reflecteert op de vraag hoe creatieve activiteiten de emotionele, sociale en motorische ontwikkeling van cliënten kunnen stimuleren en hoe hun gedragsrepertorium kan uitgebreid worden. Via opdrachten en feedback hierop ontwikkel je je creatief vermogen om met kinderen, jongeren en volwassenen agogisch te werken. Agogische vaardigheden 2 - ortho-agogische muziekbeoefening
B2
Je ontdekt de waarde en mogelijkheden van muziek bij het begeleiden van kinderen, jongeren en volwassenen in hun dagelijkse leven. Je zoekt hoe je, ook zonder muzikale vooropleiding, een muzikale activiteit methodisch en gestructureerd kunt uitwerken aansluitend bij het handelingsplan van cliënten en groepen. Agogische vaardigheden 3 - creatief-agogische vaardigheden 3
B3
Je krijgt als persoon en groepsbegeleider een onderdompeling in een creatieve cultuur. Je oefent in verschillende vormen van creativiteitskunde. Je leert gewaarwordingen, waarnemingen, voorstellingen en verbeelding gebruiken in creatieve processen. Je werkt - los van de boekjes - creatieve methodieken uit, door onderzoek van mens, mogelijkheden, middelen, moment en methodieken (5xM). Het accent ligt op woord, drama en beeld als uitdrukkingsvormen. Je leert het onderscheid en de link zien tussen de activiteitenbegeleider (animator), de orthopedagogisch mediumbeoefenaar en de creatief therapeut en je eigen positie hierin bepalen. Communicatieve vaardigheden 1 - basisvaardigheden in communicatie
C1
Je krijgt inzicht in enkele belangrijke communicatieprincipes voor cliëntgerichte hulp: echtheid, empathie, acceptatie, verantwoordelijkheid. Je oefent rond enkele initiële communicatieve vaardigheden: actief luisteren, feedback geven en ontvangen, een hulpvraag analyseren, verwachtingen inschatten, omgaan met weerstanden, assertiviteit.
o r t h o p e d a g o g i e
[ 2 5
Communicatieve vaardigheden 2 - groepsdynamica
C2
Vanuit je eigen leef- en werkgroep en je team, leer je groepsdynamische processen onderkennen en hanteren. Je staat stil bij thema’s als leiderschap, groepsdoelen, groepscohesie, groepsnormen, groepsdruk, groepsontwikkeling, communicatieproblemen in groepen. Je reflecteert over je eigen positie in en je omgaan met groepen. Je geeft en krijgt hierover feedback van je medecursisten. Communicatieve vaardigheden 3 - individuele begeleiding
C3
Via een analyse van wat en hoe iemand een boodschap brengt, leer je meer harmonie in een gesprek te brengen. Je staat stil bij representatiesystemen, bij waarden en overtuigingen en specifieke vragen die kunnen helpen bij het coachen van cliënten of medewerkers. Vanuit de vraag ‘hoe kan ik bereiken wat ik wil’, ontdek je nieuwe mogelijkheden om emoties in de communicatie te hanteren en denk je na over wat irritaties je leren over jezelf. Zelfhantering 1 - orthopedagogisch werker als beroep
D1
Je leert je kijken, denken, voelen en handelen integreren en inzetbaar maken in adequaat professioneel handelen. Vanuit het besef dat de eigen persoon het basisinstrument is in het werk als opvoeder-begeleider, kan je de persoons- en beroepsdimensie met mekaar verbinden. Je staat stil bij jezelf en je ervaringen (motivatie, eigen persoons- en opvoedingsgeschiedenis, zelfbeeld, persoonskenmerken, groeiperspectieven, …) en je kunt je persoonlijke kwaliteiten en hindernissen expliciteren in functie van de beroepsvereisten. Zelfhantering 2 - levenslooppsychologie en persoonsontwikkeling
D2
Je krijgt inzicht in de ‘normale’ ontwikkeling van mensen doorheen de hele levensloop: het jonge kind, de puberteit tot het stadium van de volwassene en de oudere. Je leert de linken zien met ontwikkelingsstoornissen en psychopathologie zonder hier gedetailleerd op in te gaan. Zelfhantering 3 - filosofische en ethische vraagstukken
D3
De eigenheid van het beroep van opvoeder/begeleider/hulpverlener staat centraal. Je staat stil bij wereld- en mensbeelden, betekenisgeving en referentiekaders. Je verdiept je in sleutelthema’s zoals omgaan met dood, seksualiteit en agressie. Je werkt exemplarisch rond ethische en deontologische vraagstukken (beroepsgeheim, spreken >< zwijgen, respecteren van privacy, euthanasie, anticonceptie, kinderwens, zinvol leven, omgaan met grenzen van hulpverlening, rechten van het kind, participatie in en aan hulpverlening, kindermishandeling). Samenwerkingsvaardigheden 1 multidisciplinair en teamgericht denken en werken
E1
Je denkt na over principes, noodzaak en kracht van het multidisciplinair werken om kwaliteitsvolle hulpverlening en ondersteuning aan cliënten te bieden. Je verkent de verschillende disciplines en je plaats hierin als opvoeder/begeleider. Je wordt vaardiger in het uitwisselen van informatie, het formuleren en operationaliseren van doelstellingen, het overleggen en het samenwerken in een team. Samenwerkingsvaardigheden 2 participeren en leiding geven aan een team
E2
Je krijgt inzicht in hoe een team (je eigen team) functioneert en hoe je de dynamiek van een team kunt beïnvloeden om alle teamleden maximaal aan bod te laten komen. Je staat stil bij teamcommunicatie en teamprocessen, leiderschap in een team, teambuilding, samenwerken en conflicthantering in een team. Je oefent in efficiënt en democratisch vergaderen met bijzondere aandacht voor de besluitvormingsprocessen.
o r t h o p e d a g o g i e
[ 2 6
Samenwerkingsvaardigheden 3 - kwaliteitszorg in een organisatie E3 Je verwerft inzicht in hoe een organisatie geleid wordt in functie van effectieve kwaliteitszorg en goede voorwaarden voor zorg en (ped)agogische begeleiding (kwaliteitshandboek). Ook andere aspecten van werken in een organisatie komen aan bod: thema’s uit het human resources management zoals competentiemanagement, motivatie en loyaliteit van de werknemer, kwaliteit van de arbeid, functionerings- en evaluatiegesprekken, participeren aan het vorming-, training- en opleidingsbeleid, overlegorganen, rechten van werknemers, inspraak, begeleiden van veranderingen, uurroosters en werkkaders. Systemisch werken 1 - het gezin als systeem
F1
Je staat stil bij het gezinssysteem als vertrekpunt voor orthopedagogische hulpverlening aan kinderen en jongeren. Je zoekt antwoord op vragen als: hoe samenwerken met het gezin vanuit een gedeelde (opvoedings)verantwoordelijkheid, hoe samen met de cliënt en zijn directe omgeving inzicht krijgen in de problematiek en een goede behandelingsstrategie opstellen, hoe samen werken aan herstel, instandhouding, ontwikkeling van een gewenste woon- en leefsituatie en een sociaal netwerk? Je maakt kennis met specifieke hulpverleningsinitiatieven (opvoedingswinkel, pedagogische oefenschool, pedagogische thuisbegeleiding, crisishulp aan huis, trajectbegeleiding, begeleid zelfstandig wonen, …). Systemisch werken 2 - introductie in contextuele hulpverlening
F2
Het contextuele denken biedt een belangrijk begrippenkader in het orthopedagogisch begeleidingswerk. Het geeft een overzicht van de verschillende dimensies van het menselijk gedrag en van menselijke relaties. Het integreert begrippen uit de persoonsgerichte methoden met begrippen uit het systeemdenken. Dit zicht op het menselijk functioneren, op de fundamentele intergenerationele krachten die de menselijke relaties in het algemeen en de ouder-kindrelatie in het bijzonder vormgeven, biedt jou als basiswerker een belangrijk houvast. Tijdens de cursus maak je kennis met het contextuele gedachtegoed en leer je de contextuele begrippen toepassen in de praktijk van het begeleidingswerk. Emancipatorisch werken 1 - werken met diversiteit
G1
Je krijgt een kader waarin de mechanismen van ‘het denken van de mens over andere mensen’ centraal staan. Je denkt na over de vraag waarom het omgaan met diversiteit zowel nu als vroeger verre van vanzelfsprekend is/was en je krijgt inzicht in de mechanismen die spelen bij het denken van mensen over ‘andere’ mensen. Dit andere kan slaan op de culturele achtergrond, de sociale afkomst (kansarmoede of maatschappelijke kwetsbaarheid), functiebeperkingen, gender (man-vrouw). Via beeldmateriaal, oefeningen en de inbreng van eigen praktijkervaringen, sta je stil bij je eigen ‘omgaan met diversiteit’. Emancipatorisch werken 2 - opvoedingsondersteuning
G2
Vanuit concrete hulp- en opvoedingsvragen leer je problematische opvoedingssituaties analyseren en kaderen in de context van het gezin, de buurt, …. Je leert gezinsinteracties observeren en stilstaan bij de gezinsstructuur en de gezinspatronen en de grote diversiteit hierin. Je maakt kennis met verschillende vormen van opvoedingsondersteuning en je leert hoe je in je eigen praktijk ‘opvoedingsondersteunend’ kunt werken. Categoriaal werken 1 - ontwikkeling en handicap
H1
Je verdiept je in de problematiek van ontwikkelingsvertraging en ontwikkelingsproblemen als gevolg van een verstandelijke, sensoriële of fysieke handicap, een autismespectrumstoornis of een leerstoornis. Je maakt kennis met recente visieontwikkeling, prevalentie, etiologie, specifieke maatregelen en voorzieningen en handelingsgerichte vaardigheden.
o r t h o p e d a g o g i e
[ 2 7
Categoriaal werken 2 - jeugdhulpverlening
H2
Vanuit je inzichten uit de module ‘het gezin als systeem’ denk je na over de samenhang tussen de opvoedingsvraag van kinderen/jongeren en het opvoedingsaanbod van ouders en opvoeders. Je leert onderscheid maken tussen opvoedingsproblemen en gedragsproblemen en je krijgt inzicht in de ontwikkeling van probleemgedrag. Je oefent in het doelgericht observeren en methodisch analyseren van gedrags-, emotionele en opvoedingsproblemen en je leert hoe je in die situaties professioneel kunt handelen. De thematiek ‘bijzondere jeugdzorg’ is hét thema! Categoriaal werken 3 werken met volwassenen en ouderen met een handicap
H3
Vanuit een korte historiek over de hulpverlening aan personen met een handicap bouw je referentiekaders op om actuele visies op opvang en begeleiding van volwassenen en ouderen met een handicap te plaatsen. Je verwerft handvatten om met de doelgroep goed agogisch te werken. Je denkt na over de specifieke invulling van ‘volwassenheid’ bij personen met een handicap, hoe je de cliënten best benadert en begeleidt in hun emancipatieproces, de betekenis van relatievorming en seksualiteit, het belang van een sociaal netwerk, hoe respect en aandacht tonen voor hun levensverhaal, dementie. Categoriaal werken 4 - werken met personen met psychische problemen
H4
Je krijgt inzicht in de diagnostiek en de indicatiestelling bij personen met psychische moeilijkheden of stoornissen of personen met antisociaal gedrag of zeer ernstige gedragsproblemen. Via ervaringen, casestudie en oefeningen verwerf je meer vaardigheid in je professionele omgang met deze mensen. Je leert ook hoe je kinderen van ouders met een psychische stoornis (KOPP) kunt begeleiden. Categoriaal werken 5 - werken met specifieke groepen
H5
Je werkt exemplarisch rond enkele van de vele specifieke doelgroepen: personen met verslaving (drugs, drank, medicatie), thuislozen, nieuwkomers en niet begeleide asielzoekers, ex-gedetineerden, daders en slachtoffers van mishandeling (kinderen, ouders, ouderen, …), woonwagenbewoners, kinderen- en jongeren in de prostitutie, ‘infants’, personen met een zintuigelijke handicap, personen met autismespectrumstoornissen, personen met lichamelijke problemen of langdurig zieken. Samen met (ervarings)deskundigen bekijk je mogelijkheden voor het (ortho)(ped)agogisch werken met deze doelgroepen. Visievorming - opvoeden en gedrag
I1
Je staat stil bij het begrip ‘opvoeden’ en je leert de fasen in een opvoedingsproces onderkennen. Via praktijksituaties observeer en analyseer je hoe opvoeders (ouders, leerkrachten, derden) inspelen op de opvoedingsnoden van een kind of jongere en welke mechanismen ze hanteren bij het aan- en afleren van gedrag. Je reflecteert ook over je eigen opvoedingservaringen. Maatschappij en welzijn
I2
Je leert jezelf als hulpverlener en je organisatie situeren in een bredere maatschappelijke context. Je leert met een sociologische bril kijken naar de organisatie van de welzijnssector in ons land, Europees en mondiaal en je krijgt inzicht in de inhoudelijke evoluties binnen de welzijnssector. Je maakt de koppeling met de juridische aspecten en de deontologie van het welzijnswerk. o r t h o p e d a g o g i e
[ 2 8
Agogische organisatieontwikkeling
I3
Je krijgt inzicht in soorten organisaties en je leert klimaat, cultuur, taakverdeling, fasen in een organisatie herkennen en beschrijven. Je leert kritisch kijken naar de beleidsmatige aanpak van de organisatie waar je werkt of stage doet. Je krijgt een introductie in de VZW-wetgeving en in het financieel beheer van een organisatie met o.m. begroting, jaarrekening, balans, budgettering, fondsenwerving. Agogische beleidsontwikkeling
I4
Hier komt het welzijnsbeleid in Vlaanderen aan bod. De focus ligt op beleidsgericht werken op breder maatschappelijk vlak (organisatieoverschrijdend). Je staat stil bij waarden en normen in de samenleving en nieuwe/actuele ontwikkelingen met hun gevolgen voor de welzijnssector en het welzijnsbeleid, gekaderd in een internationale context. Deelthema’s zijn: hoe komt wetgeving tot stand, hoe problematische leefsituaties opsporen en signaleren aan het beleid, hoe werken met beleidsnota’s, veranderings- en implementatiestrategieën, hoe beleidsbeïnvloedend werken via netwerken en ‘het middenveld’, hoe permanent de visie op het beroep en het welzijnswerk actualiseren. Gezondheidsleer
J1
Via basis- en achtergrondkennis over de biologie van de mens, leer je het eventuele lichamelijke disfunctioneren van cliënten begrijpen en kaderen. Je krijgt inzicht in voedingsleer en de effecten van medicatiegebruik. Je leert een huisapotheek samenstellen, de noodzakelijke zorghandelingen professioneel uitvoeren, de technieken van EHBO effectief toepassen en de dagelijkse huishoudelijke activiteiten maximaal agogisch aanwenden, vanuit een bewuste zorg voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de cliënten. Geïntegreerde competentieverwerking 1 - projectmatig werken
K1
In kleine groepen werk je een project uit rond een thema dat aan de opleiding en de praktijk gekoppeld is. Zo leer je de methodiek van projectmatig werken kennen en toepassen en ga je de reeds verworven inzichten en vaardigheden integreren. Geïntegreerde competentieverwerking 2 - afstudeerproject
K2
In deze geïntegreerde opdracht blik je terug op je eigen leerproces en competentieontwikkeling doorheen de opleiding vanuit de aangereikte theoretische kaders en je praktijk. Via zelfreflectie en zelfonthulling beschrijf je de reeds gezette stappen en je eigen perspectief voor je (verdere) loopbaanontwikkeling. Aan de hand van elementen die jou getroffen hebben (momenten, personen, inzichten, … ) geef je die evolutie op een creatieve manier weer. Methodische begeleiding en gesuperviseerde praktijk 1 en 2
L1 - L2 - M1 - M2
Je maakt de verbinding tussen de inhouden van de modules en je praktijkervaringen. In een ‘leergroep’ (een kleine groep) werk je rond de leerpunten van jezelf en je medecursisten. Je leert je eigen handelen beschrijven, analyseren en toetsen aan theoretische en normatieve kaders. Je ontwikkelt je vermogen tot kritische zelfreflectie in functie van een adequate beroepshouding en je leert verantwoordelijkheid opnemen voor je eigen leren en dit van je medecursisten.
o r t h o p e d a g o g i e
[ 2 9
Methodische begeleiding en gesuperviseerde praktijk 3, 4, 5, 6, 7 en 8 L3 - L4 - L5 - L6 - L7 - L8 - M3 - M4 - M5 - M6 - M7 - M8 Je maakt de link tussen de theoretische concepten die je in de modules verwierf en je werkpraktijk. Je maakt een thematische analyse van (een aspect) van je werkpraktijk en je trekt hieruit conclusies voor je eigen professionele groei en de kwalitatieve uitbouw van de praktijkplaats. Je deelt met de groep je beroepservaringen en je leertraject. Je ondersteunt elkaar in het leren. Kortom, je werkt samen aan de professionele groei tot opvoeder-begeleider die als ‘expert van het dagelijkse leven’ zijn specifieke rol in een multidisciplinair team vervult. Leren, studeren, organiseren (actuele methoden en werkvormen) MCc5 Je verwerft inzicht en kunde in het proces van zelfsturing en omgaan met stress, gestructureerd studeren, gestructureerd schrijven, info verzamelen en verwerken, omgaan met faalangst en uitstelgedrag. Naast de groepssessies is er ook individuele coaching.
o r t h o p e d a g o g i e
[ 3 0
Docenten • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Leen Avermaete - lic. rechten - advocaat Van Alsenoy en partners Sultan Balli - lic. psychologie - zelfstandige praktijk - docente KDG Hogeschool Lies Beunens - lic. sociale pedagogiek - Samenlevingsopbouw Vlaanderen, lector KHleuven, dep. SSH Hilde Bloemen - maatschappelijk assistente - lector EHSAL en KHLeuven, dep. SSH Hugo Callens - lic. pedagogische wetenschappen - SoCius Renilde Claesen - lic. pedagogische wetenschappen - GHSO - projectverantwoordelijke VBJK Lieven Cockx - lic. klinische psychologie - psychotherapeut - leraar VSPW Lovenjoel Ingrid Coosemans - lic. klinische psychologie - zelfstandig psychotherapeute Pieter Deforche - lic. politieke wetenschappen - stafmedewerker Vlaamse vormingsdienst ACV Geertrui De Geyter - maatschappelijk assistente - hulpverlener CGGZ De Pont Mechelen Jelle Dekeersmaeker - lic. Germaanse filologie - leraar Sancta Mariainstituut Leuven Angelo De Simone - lic. criminologie - zelfstandig trainer diversiteitsmanagement Kathelijne De Vriendt - lic. criminologie, maatschappelijk assistente - GHSO - coördinator sociaal-cultureel werk Guido Deraeck - lic. agogiek - dr. criminologie - actief in vluchtelingenwerk en intercultureel werk Dimitri Dhaene - lic. muziektherapie - muziektherapeut in het UP Centrum St-Camillus en in Ave Regina Lovenjoel Gunter Gehre - dr. pedagogische wetenschappen - wetenschappelijk medewerker KU Leuven, lector en intern pedagogisch coördinator KHLeuven dep. SSH Edith Gysen - lic. klinische psychologie - pedagogisch directeur Centrum de Grubbe Everberg Hilde Goossens - lic. orthopedagogiek - lector Karel de Grote Hogeschool Antwerpen Roger Goris - lic. psychologie - organisatieconsulent - lector KHLeuven dep. SSH Hilde Haerden - lic. sociale pedagogiek - coördinator opvoedingswinkel Genk Marleen Heylen - lic. psychologie en criminologie - lector KHLeuven dep. SSH - supervisor contextuele therapie Katrien Holvoet - lic. rechtsgeleerdheid Sylvia Hubar - maatschappelijk assistente - praktijklector KHLeuven dep. SSH Luc Impens - lic. geschiedenis - stafmedewerker Vlaamse vormingsdienst ACV Sarah Klaps - bachelor sociaal werk - werkzaam op BIVV Frank Kuylen - regent - senior adviseur Ministerie, departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
• Yves Larock - lic. sociale pedagogiek - GHSO - directeur Stichting Lodewijk de Raet - sociale pedagoog & master in • • • • • •
business administration Stef Leemen - lic. godsgeleerdheid en godsdienstwetenschappen - leraar Sancta Mariainstituut Leuven Rita L’ Enfant - maatschappelijk assistente - stafmedewerker vorming VIBOSO Bart Loonbeek - maatschappelijk assistent - hulpverlener CGGZ-Brussel Ine Louwies - lic. pedagogische wetenschappen - CGGZ West-Limburg Jozef Mampuys - lic. hedendaagse geschiedenis - ex-hoofdredacteur Raak KWB Freddy Merckx - lic. sociologie - huisarts groepspraktijk
• Herman Michiels - ergotherapeut en kinesist - directeur dagcentrum Ons Tehuis Brabant te Kampenhout • Marianne Nijs - maatschappelijk assistente - praktijklector KHLeuven dep. SSH • Rudy Nijs - lic. orthopedagogiek - orthopedagoog - teambegeleider begeleid wonen Zennestreek • Ief Nijsmans - maatschappelijk assistent - praktijklector KHLeuven dep. SSH - coördinator maatschappelijk werk CVO-SSH • Antonio Palermo - lic. politieke wetenschappen • Rik Prenen - maatschappelijk assistent - provinciaal coördinator VCLB Limburg • Hugo Prims - lic. rechten - lic. medisch sociale wetenschappen en ziekenhuisbeleid - algemeen directeur Imelda Ziekenhuis Bonheiden, raadgever gezondheid bij de Vlaamse Minister van Welzijn en Gezondheid d o c e n t e n
[ 3 1
• Nadia Quintens - maatschappelijk assistente - praktijklector KHLeuven dep. SSH • Roger Saenen - lic. politieke en sociale wetenschappen - gewezen secretaris van het hoofdbestuur en woordvoerder Boerenbond • Trui Schellens - lic. filosofie - lector KHLeuven dep. SSH • Bruno Sels - bachelor boekhouding - financieel verantwoordelijke Amnesty International Vlaanderen • Erik Stroobants - maatschappelijk assistent - redacteur (freelance) - auteur - ex-redacteur Visie • Rudi Stroobants - dr. in de geneeskunde - huisarts - arts binnen zorg voor mensen met een handicap en bejaardenzorg • Dirk Swysen - maatschappelijk assistent - secretaris ACV Bouw en Industrie - verantwoordelijke beroepsverbond Leuven • Mariëlle Timmermans - lic. toegepaste economische wetenschappen - lector en opleidingshoofd “personeelswerk” KHLeuven dep. SSH • Lieve Van Hoofstadt - lic. politieke en sociale wetenschappen - directeur CCV - voorzitter sociare en ondervoorzitter FOV • Diederik Van Noten - maatschappelijk assistent - HR manager Philips Innovative Applications (Turnhout) • Hilde Van Nuland - lic. sociologie - zelfstandig trainster opleiding en advies - management en organisatie • Leen Van Rensbergen - lic. psychologie - zelfstandig therapeute • Dirk Vandecruys - handelsingenieur optie personeelsbeleid - Itineris advies • Mia Vanderwaeren - secretariaat permanente vorming - docente informatica KHLeuven dep. SSH • Sigrid Vangoidsenhoven - lic. orthopedagogiek en familiale en seksuologische wetenschappen - orthopedagoge buitengewoon onderwijs Ter Bank Heverlee • Erik Van Leuven - maatschappelijk werker - opbouwwerker samenlevingsopbouw Antwerpen Stad vzw • Bernadette Vanpoucke - bachelor secundair onderwijs - bachelor gezinswetenschappen
• Geert Verclyte - lic. orthopedagogiek - coördinator orthopedagogie CVO SSH • • • • • • • •
Vanessa Verdeyen - dr. in de rechten - medewerkster Instituut Sociaal Recht, KU Leuven Emiel Vervliet - lic. politieke en sociale wetenschappen - lector KHLeuven dep. SSH Gerrit Vignero - lic. orthopedagogiek - orthopedagoog M.P.C. Ter Bank Heverlee Dieter Vranckx - sociaal assistent - master in de agogische wetenschappen optie culturele agogiek - cultuurbeleidscoördinator, diensthoofd vrije tijd gemeente Bierbeek Luc Witters - graduaat readaptatiewetenschappen - BOOG (BAS! & oikoten met ouders in gesprek), dienst ouderstage Vlaams-Brabant Jos Wolfs - master in Human Resources - maatschappelijk assistent - Hoofd Personeelsdienst Tessenderlo Chemie NV Herman Wouters - lic. orthopedagogiek - orthopedagoog Stichting Delacroix Hakendover Maurits Wysmans - maatschappelijk assistent - praktijklector KHLeuven dep. SSH
d o c e n t e n
[ 3 2
P ra k t i s c h Wat zijn de voorwaarden voor inschrijving? Je kunt inschrijven als je aan volgende drie voorwaarden voldoet: • je hebt een diploma secundair onderwijs of je slaagt in een toegangsproef • je hebt reeds ervaring als beroepskracht of vrijwilliger of je wil die vanaf het begin van de opleiding opbouwen • je hebt een instapgesprek met de coördinator van de opleiding over jouw verwachtingen, motivatie, leer- en werkervaring (enkel voor de cursisten die de opleiding volgen om het diploma te verwerven).
Inschrijving Via het inschrijvingsformulier schrijf je in voor één of meerdere modules. Als je van ons geen bericht krijgt, is de inschrijving OK (geen nieuws is goed nieuws). Als de module volzet is en we je dus niet kunnen inschrijven, krijg je van ons onmiddellijk een bericht. Wil je inschrijven als nieuwe diplomagerichte cursist? Neem dan contact met de opleidingscoördinator voor een instapgesprek. Hij/zij geeft jou meer informatie en helpt jou om uit het modulaire pakket een leertraject samen te stellen waaruit je maximale leerwinst kunt halen.
Kostprijs en betaling Voor elke module betaal je inschrijvingsgeld (1 euro per lesuur; een module van 40 lestijden kost dus 40 euro) én cursusgeld (gekoppeld aan het aantal lestijden van een module). Daarin zijn alle kosten vervat (boeken, bibliotheek- en computergebruik, bezoeken aan tentoonstellingen, …). Uitzondering hierop zijn de meerdaagse, externe sessies in de opleiding orthopedagogie, waarvoor een afzonderlijke bijdrage gevraagd wordt. Per semester krijg je een factuur en je schrijft het bedrag (voor alle modules van het semester) over op rekeningnummer 786-5829513-88 van de Sociale School Heverlee vzw. Je bent pas definitief ingeschreven als je betaald hebt.
Vrijstelling of vermindering van inschrijvingsgeld Je bent volledig vrijgesteld van inschrijvingsgeld (dus je betaalt alleen het cursusgeld) als je • een inkomen hebt via maatschappelijke dienstverlening of als je een leefloon hebt of ten laste bent van een persoon die dit inkomen heeft (attest van OCMW) • ten laste bent van een persoon die gedetineerd is • een wachtuitkering of werkloosheidsvergoeding krijgt en een opleiding volgt die door de VDAB erkend is in het kader van een traject naar werk (attest VDAB) • niet-werkend verplicht ingeschreven werkzoekend bent en nog geen recht hebt op een uitkering (attest VDAB of BGDA) • komt uit het deeltijds secundair beroepsonderwijs • inburgeraar bent en een inburgeringscontract ondertekend hebt of een inburgeringsattest behaald hebt voor de opleidingen Nederlands tweede taal, richtgraad 1 en 2 • asielzoeker of vreemdeling bent met recht op materiële hulp
p r a k t i s c h
[ 3 3
Je betaalt 0,25 euro inschrijvingsgeld per lestijd + cursusgeld als je • een inkomen hebt via een wachtuitkering of een werkloosheidsuitkering en je opleiding niet door de VDAB erkend is in je traject naar werk (attest VDAB of BGDA) of ten laste van een persoon die deze uitkering heeft (+ attest gezinssamenstelling) • voorafgaand aan het schooljaar 2009-2010 twee opeenvolgende jaren opleiding gevolgd hebt in een Centrum voor Basiseducatie voor minimaal 120 lestijden (attest coördinator centrum basiseducatie) • zelf één van volgende attesten hebt of ten laste bent van een persoon met één van volgende attesten: - een attest van arbeidsongeschiktheid van ten minste 66% - een attest van recht op een integratietegemoetkoming aan gehandicapten - een attest van inschrijving bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap We kunnen de vrijstelling of de vermindering alleen toekennen als je tijdig het vereiste attest aan het secretariaat bezorgt.
Uurregeling Alle cursussen lopen van 9.15 tot 13 uur en van 14 tot 16.45 uur, tenzij anders vermeld op het programmablad.
Educatief verlof en opleidingscheques Als je minimum vier/vijfde werkt in de privé-sector heb je recht op betaald educatief verlof. Ook als je halftijds werkt heb je hier recht op, weliswaar onder bepaalde voorwaarden. Als je werknemer bent, kan je opleidingscheques aanvragen bij de VDAB. Je kunt hiermee zowel je inschrijvingsgeld als je cursusgeld betalen. Op het instapgesprek krijg je meer informatie over betaald educatief verlof en opleidingscheques.
Infodagen Je bent welkom op de infosessies van zaterdag 6 juni en zaterdag 5 september 2009 van 9.30 tot 12.30 uur. Je krijgt concrete uitleg over ons modulair systeem. Cursisten en coördinatoren zullen je graag bijkomende informatie geven. Je kunt ook cursusmateriaal en afstudeerprojecten inkijken.
Meer informatie en aanvraag voor instapgesprek Wil je bijkomende informatie? Bel ons of stuur je vraag per email door. In juli en augustus is het secretariaat open van 9 tot 12.30 en van 13.30 tot 16.00 uur. Alleen van 18 juli tot 9 augustus zijn we gesloten. Tijdens het schooljaar kan je elke dag op het secretariaat terecht van 8.30 tot 17 uur. Voor specifieke opleidings- of oriëntatievragen neem je best contact op met de opleidingscoördinator (Kathelijne De Vriendt voor sociaal-cultureel werk, Ief Nijsmans voor maatschappelijk werk, Mariëlle Timmermans voor personeelswerk, Geert Verclyte voor orthopedagogie) of met de directeur (Bernadette Houdart).
Contactgegevens: Centrum voor Volwassenenonderwijs Sociale School Heverlee, Groeneweg 151, 3001 Heverlee telefoon 016 375 183, fax. 016 375 197
[email protected] - www.cvo-ssh.be.
p e r s po rn ae ke t l i s s wc eh r k[ 3 [ 4 3 4
AFRIT 16
Hoe bereik je de SSH > Met de auto: E40: via de verkeerswisselaar E40/E314 (A2) E314(A2): afrit 16. > Met de bus: Bus 315 - 316 - 317 - halte: Groeneweg
p r a k t i s c h
[ 3 5
sociaal-cultureel werk - personeelswerk - orthopedagogie - maatschappelijk werk