Programma Toetsing & Afsluiting Vestiging: Hardenberg VMBO – BASISBEROEPSGERICHTE LEERWEG. Klas: 3 Cursusjaar: 2014 - 2015
Inhoudsopgave: Inhoudsopgave Voorwoord
pag. 2 pag. 3
Godsdienst Nederlands Duits Engels Wiskunde Biologie EC CKV Bewegingsonderwijs ISDC Nask Techniek
pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.
Bijlage 1: Algemeen deel PTA Bijlage 2: Examenreglement
pag. 23 pag. 32
4 5 6 8 10 11 12 13 14 16 18 19
2
Voorwoord
Beste leerling, Wat een boekwerk ligt er voor je! Je programma toetsing en afsluiting (pta) voor het komende schooljaar. Wat moet je hier nou mee? Je zou je pta kunnen zien als een spoorboekje. In een spoorboekje staan de vertrektijden en de routes om ergens te komen. Ook is in een spoorboekje aangegeven hoe vaak een trein rijdt, hoe duur het is en hoe je een kaartje moet kopen. Je pta is ook een soort spoorboekje. Je kunt per vak opzoeken wat er geleerd moet worden, of je nog een praktische opdracht moet doen, een handelingsdeel moet inleveren. Je kunt ook zien wat je moet leren en hoe vaak dat cijfer gaat tellen. Net als een spoorboekje nemen we de zaken graag serieus. We willen ons aan de afspraken houden. Toetsen kunnen dus niet zomaar extra erbij komen, of anders gaan wegen. De inhoud van het pta kun je niet zomaar wijzigen. De docent kan dit ook niet. Daarnaast heb je het algemeen deel pta gekregen. Hierin staat wat je moet doen als je ziek bent in een toetsweek. Wat er gebeurt als je spijbelt (kun je beter maar NIET aan beginnen) en nog veel meer. Kijk goed naar de regels….. Bereid je voor op het laatste of de laatste twee jaar op deze school. Daar wil ik je veel plezier bij wensen. Vriendelijke groet, L.G. van ‘t Hof.
3
PTA leerjaar 3 Basis / Kader Periode
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
Wegings factor periode
Vak: Godsdienst
Leerstof
Module wonderen NT - verslag wonderen - praktische opdracht - repetitie theorie
GPO= Bijbels foto-raadsel boek
schooljaar 2014 - 2015
Toetsvorm TPH
Herkansing
Weging voor rapportcijfer
P P T
nee nee ja
2x 1x 2x
P= GPO
nee
2x
P T
nee ja
2x 2x
Module gehandicapten en kerk - interview verslag - beamer presentatie - repetitie theorie
P P T
nee nee ja
1x 2x 2x
Module Ester - praktische opdracht - repetitie theorie
P T
nee nee
1x 2x
P = Praktische opdracht
Overgangscijfer = ... x P1 + … x P2 + … x P3 + … x P4 X
Opmerkingen
2x In deze periode valt ook het GPO voor AVO
Module gelijkenissen NT - praktische opdracht - repetitie theorie
T = Theorietoets ( SO, Rep)
Weging cijfer voor SE
H = Handelingsdeel voortschrijdend gemiddelde SE-cijfer = ... x P1 + … x P2 + … x P3 + … x P4 X
PTA leerjaar 3 Basis Periode Wegings factor periode Periode 1 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
1
1
Vak:Nederlands Leerstof
Herkansing
Weging voor rapportcijfer
H P
Ja Ja Ja n.v.t. Nee
2 2 1 o/v 1
Talent hfst 3 Spelling / Grammatica hdst. 2 + 3 Informatieve spreekbeurt GPO – gedichten
T T
Ja Ja
2 2
P P
Nee Nee
1 2
Talent hfst 4 behalve gramm/spelling Talent hfst 5 behalve gramm/spell Fictiedossier, leesverslag 2 Schrijfvaardigheid - Zakelijke brief Module Kijken / Luisteren hfst 5 Informatieve spreekbeurt
T
Ja
2
T
Ja
2
H H
n.v.t. n.v.t.
o/v o/v
P T
Nee Ja
1 1
Nee
2
Nee
1
Nee
1
Talent hfst. 1 Talent hfst 2 behalve gramm/spelling Fictiedossier, leesverslag 1 Informatieve spreekbeurt
1
Toetsvorm TPH T T
Talent hfst 6 T Schrijfvaardighexamenopdracht T Tekstverklarenexamenopdracht T Spelling / Grammatica hdst. 4,5,6 T Informatieve spreekbeurt P T = Theorietoets ( SO, Rep) P = Praktische opdracht Overgangscijfer = 1x P1 +1x P2 +1x P3 +1x P4 4
schooljaar 2014- 2015 Weging cijfer voor Opmerkingen SE
Nee 2 Nee 1 H = Handelingsdeel
Eind periode 1 inl. Lopen van periode 1 t/m 4; Cijfer staat in periode 4
Lopen van periode 1 t/m 4; Cijfer staat in periode 4
Lopen van periode 1 t/m 4; Cijfer staat in periode 4
Lopen van periode 1 t/m 4; Cijfer staat in periode 4
voortschrijdend gemiddelde SE-cijfer = 1x P1 +1x P2 +1x P3 +1x P4 4
5
PTA leerjaar 3 / basis- en kaderberoepsgerichte leerweg 2014-2015 Vak: Duits Periode
Periode 1
Periode 2
Weging s factor periode 1
1
Leerstof
Toetsvorm TPH
Herkansing
Weging voor rapportcijfer
Weging rapportcijfer voor SE
Toets Neue Kontakte
T
Ja
2
2
Toets Neue Kontakte
T
Ja
2
2
Gemiddelde overhoringen
T
Nee
1
1
Leesdossier Toets Neue Kontakte
H T
Nee Ja
N.v.t. 2
N.v.t. 2
Toets Neue Kontakte
T
Ja
2
2
Gemiddelde overhoringen
T
Nee
1
1
Grote praktische opdracht
P
Nee
2
2
Leesdossier
H
Nee
N.v.t.
N.v.t.
Opmerkingen
6
Periode 3
Periode 4
1
1
Toets Neue Kontakte
T
Ja
2
2
Toets Neue Kontakte
T
Ja
2
2
Gemiddelde overhoringen
T
Nee
1
1
Leesdossier Toets Neue Kontakte
H T
Nee Nee
n.v.t 2
n.v.t 2
Toets Neue Kontakte
T
Nee
2
2
Nee 1 H = Handelingsdeel
1
Gemiddelde overhoringen T T = Theorietoets ( SO, Rep) P = Praktische opdracht Methode: Neue Kontakte 4e editie Overgangscijfer = 1 x P1 + 1 x P2 +1 x P3 +1 x P4 4
voortschrijdend gemiddelde SE-cijfer = 1 x P1 + 1 x P2 + 1 x P3 + 1 x P4 4
7
PTA leerjaar 3 Basis Periode
Periode 1
Vak:_Engels_____ ________________
Wegings Leerstof factor periode 1 All Right UNIT 1
Weging voor rapportcijfer 1
Taalontwikkeling 1
Toets- Herkansing vorm TPH T Ja. Er mag 1 T toets herkanst worden. T
Taalontwikkeling 2
T
1
Leesdossier
H/P
O/V
1
All Right UNIT 3
T
All Right UNIT 4
T
Taalontwikkeling 1
Opmerkingen
1 1
Zie periode 1.
T
Ja. Er mag 1 Toets herkanst worden. Nee.
TOETS: luistervaardigheid, schrijfvaardigheid, Leesvaardigheid, spelling. Docent geeft aan welke onderwerpen behandeld gaan worden en terugkomen. TAALONTWIKKELING 1: Het gemiddelde van Bepaalde overhoringen, bv. Woordkennis, idioom en spelling. TAALONTWIKKELING 2: Het gemiddelde van huiswerkopdrachten, presentaties, spreekbeurten, schrijfopdrachten. In periode 4 het maken van een sectormodule. De docent geeft aan dat deze onderdelen handelingsdelen zijn. MEDIADOSSIER: Docent beschrijft van te voren duidelijk wat de inhoud van het dossier wordt. Dit kunnen opdrachten zijn a.d.h.v. te lezen boeken, artikelen, songteksten of gedichten en te bekijken programma’s , films, documentaires e.d. Periode 1 en 3 O/V-beoordeling. In periode 4 eindcijfer over hele dossier. In deze periode valt ook het GPO voor AVO
Taalontwikkeling 2
T
Nee.
1
GPO
H/P
Nee.
2
All Right UNIT 2
Periode 2
schooljaar 2014 - 2015
1
1
1
8
Periode 3
Periode 4
1
1
All Right UNIT 5
T
Ja.
1
Taalontwikkeling 1
T
Nee.
1
Taalontwikkeling 2
T
Nee.
1
Kijk- en luistertoets CITO
T
Nee.
1
Leesdossier All Right UNIT 6
H/P T
Ja. Nee
O/V 1
Taalontwikkeling 1
T
Nee
1
Taalontwikkeling 2 (sectormodule)
T
Nee
1
Leesdossier H/P Nee eindbeoordeling T = Theorietoets ( SO, Rep) P = Praktische opdracht Overgangscijfer = ... x P1 + … x P2 + … x P3 + … x P4 P4 X
Zie periode 1.
Zie periode 1.
1 H = Handelingsdeel voortschrijdend gemiddelde SE-cijfer = ... x P1 + … x P2 + … x P3 + … x X
9
PTA leerjaar 3 Basis
Vak: Wiskunde
Periode
Wegings factor periode
Leerstof
Periode 1
1
Hfst 1 Plaatsbepalen Hfst 2 Grafieken Hfst 3 Rekenen Hfst 6 Statistiek
Periode 2
1
Hfst 5 Kijken en redeneren Hfst 4 Verhoudingen en procenten Hfst 7 Omtrek en oppervlakte GPO
schooljaar 2014-2015
Toetsvorm TPH
Herkansing
Weging voor rapportcijfer
Weging rapportcijfer voor SE
T T T T
Ja Ja Ja Ja
1 1 1 1
1 1 1 1
T T
Ja Ja
1 1
1 1
T P
Ja Nee
1 2
1 2
Periode 3
1
Hfst 9 Schattend rekenen Hfst 8 Werken met formules Hfst 11 Formules en terugrekenen
T T T
Ja Ja Ja
1 1 1
1 1 1
Periode 4
1
Hfst 10 Inhoud
T
Nee
1
1
Examenoefeningen
T
Nee
2
2
T = Theorietoets ( SO, Rep)
P = Praktische opdracht
Overgangscijfer = 1 x P1 + 1 x P2 + 1 x P3 + 1 x P4 4
Opmerkingen
H = Handelingsdeel voortschrijdend gemiddelde SE-cijfer = 1 x P1 + 1 x P2 + 1 x P3 + 1 x P4 4
10
PTA leerjaar 3 Basis Periode
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
Wegings factor periode 2
Vak:____Biologie__ ________________ Leerstof
schooljaar 2014 - 2015
Toetsvorm TPH
Herkansing
Weging voor rapportcijfer
H1 Vier rijken Toets * Praktijkopdracht
T H
Ja
2
H2 Planten en dieren Toets * Praktijkopdracht
T H
Ja
2
1 H3 Bewegen Toets * Praktijkopdracht
T H
Ja
2
GPO
P
Nee
2
1 H4 Waarnemen en reageren Toets * Praktijkopdracht
T H
Ja
2
Onderzoek doen
P
Nee
1
2 H5 Bescherming Toets * Praktijkopdracht
T H
Nee
2
Toets examenonderwerpen
T
Nee
3
T = Theorietoets ( SO, Rep)
P = Praktische opdracht
Overgangscijfer = 2 x P1 + 1 x P2 + 1x P3 + 2 x P4 5
Opmerkingen
*= 2 punten van de toets zijn te behalen met antwoorden op werkboekvragen
*= 2 punten van de toets zijn te behalen met antwoorden op werkboekvragen
*= 2 punten van de toets zijn te behalen met antwoorden op werkboekvragen
*= 2 punten van de toets zijn te behalen met antwoorden op werkboekvragen
H = Handelingsdeel
voortschrijdend gemiddelde SE-cijfer = 2 x P1 + 1 x P2 + 1 x P3 + 2 x P4 6 11
PTA leerjaar 3
Basis
Vak:_ECONOMIE_____ ________________
Periode
Wegings factor periode
Leerstof
Periode 1
NVT
Periode 2
Periode 3
Periode 4
NVT
NVT
schooljaar 2014-2015
Toetsvorm TPH
Herkansing
Weging voor rapportcijfer
Weging rapportcijfer voor SE
Consumptie : H1 paragraaf 1 t/m 4 Hoe ga je met geld om?
T
J
2
2
Rekentoets
T
N
1
1
H2 paragraaf 1 t/m 4 Kan ik pinnen?
T
J
2
2
Consumptie: H3 paragraaf 1 t/m 4 Weet jij wat je koopt?
T
J
2
2
Rekentoets
T
N
1
1
H4 paragraaf 1 t/m 4 Wat is het milieu jou waard?
T
J
2
2
Overheid: H5 paragraaf 1 t/m 4 Wie regelt dat ?
T
J
2
2
Algemene rekenvaardigheden.
T
N
2
2
Arbeid en productie: H6 paragraaf 1 t/m 4 Wat maak je me nou?
T
J
2
2
Algemene rekenvaardigheden
T
N
1
1
Internationale ontwikkelingen: H 8 Over de grens ? H 8 par 1 t/m 4
T
N
2
2
Opmerkingen
H2 is de toets in de toetsweek
H4 is de toets in de toetsweek
H6 is de toets in de toetsweek.
NVT
T = Theorietoets ( SO, Rep)
P = Praktische opdracht
Overgangscijfer = ... x P1 + … x P2 + … x P3 + … x P4 ……
H8 is de toets in de toetsweek.
H = Handelingsdeel voortschrijdend gemiddelde SE-cijfer = ... x P1 + … x P2 + … x P3 + … x P4 ….. 12
PTA leerjaar 3 Basis Periode
Periode 1
Periode 2
Vak:__ckv____ ________________
Wegings Leerstof factor periode Je bezoekt twee culturele activiteiten en je maakt hiervan een kijkwijzer.
Je bezoekt twee culturele activiteiten en je maakt hiervan een kijkwijzer. Je voert een kort reflectiegesprek over de vier activiteiten die je hebt gedaan.
schooljaar 2014 - 2015 Toets- Herkansing Weging vorm voor TPH rapportcijfer H Nee
Opmerkingen
H
Bewaar alles wat je krijgt in een map!
Nee
Periode 3
2x
Periode 4
T = Theorietoets ( SO, Rep)
Bewaar alles wat je krijgt in een map!
Nee
P = Praktische opdracht
Overgangscijfer = ... x P1 + … x P2 + … x P3 + … x P4 P4 X
H = Handelingsdeel voortschrijdend gemiddelde SE-cijfer = ... x P1 + … x P2 + … x P3 + … x X
13
Periode 1
PTA leerjaar 3 BASIS / KADER / TL Wegi Leerstofaanduiding ngsfa ctor period e 1 SPEL – voetbal
Periode 2
1
Vak: BEWEGINGSONDERWIJS Wegings- Opmerkingen / lesinhoud Factor toets
Toetsvorm TPH
Herkan sing
P
N
1
SPEL – basketbal
P
N
1
TURNEN – Minitramp+kast arabier ATLETIEK –speerwerpen ATLETIEK – Shuttle run test PARTICIPATIE
P P P
N N N
1 1 1
P
N
2
TURNEN – acrobatische gymnastiek SPEL – volleybal TURNENtipsalto ATLETIEK – kogelstoten PARTICIPATIE
P
N
1
P
N
1
P
N
1
P P
N N
1 2
T = Theorietoets ( SO, Rep);
P = Praktische opdracht;
Schooljaar 2014-2015
-
Hoe is het met je balvaardigheid? Kunnen samenspelen (met mindere en betere beweger) Spel op gang kunnen houden Technisch: speellijnen openen / afsluiten Eerlijke teams maken binnen de klas Spel op gang kunnen houden met elkaar als aanvaller: aanval op kunnen bouwen/ schotpogingen doen als verdediger: verschillende manieren van verdediging weten (zone / man-to-man) / bal onderscheppen + overnemen van aanval Ieder op zijn / haar niveau verder komen. Van wendsprong naar arabier. Met de juiste techniek de speer zo ver mogelijk werpen Hoe is het gesteld met je conditie? wat betekent het resultaat van de SRT voor jou? - samenwerking met klasgenoten - helpen met klaarzetten , ombouwen, opruimen - manier van deelname : inzet - gymspullen voor elkaar hebben - het cijfer ligt tussen de 4 en de 8 Met een groepje verschillende technieken van acrogym kunnen uitvoeren en aan elkaar kunnen plakken tot een presentatie. - Onderhandse en bovenhandse techniek - Spelen met pass- setup – aanval - minitramp + kast + dikke mat tipsalto - ieder op zijn eigen niveau oefenen met de juiste techniek de kogel zo ver mogelijk weg stoten - samenwerking met klasgenoten - helpen met klaarzetten , ombouwen, opruimen - manier van deelname : inzet - gymspullen voor elkaar hebben - het cijfer ligt tussen de 4 en de 8 H = Handelingsdeel
14
Periode 3
1
Periode 4
1
SPEL – handbal
P
N
1
BEWEGEN OP MUZIEK
P
N
1
ZELFVERDEDIGING – judo TURNEN – Handstand overslag GPO PARTICIPATIE
P
N
1
P
N
1
P P
N N
2 2
SPEL – Badminton
P
N
1
SPEL – softbal
P
N
1
ATLETIEK – Hoogspringen (fosbury flop) ATLETIEK – Lopen (SPRINT + DUURLOOP)
P
N
1
P
N
1
PARTICIPATIE
P
N
2
AFSLUITEN v.d. ONDERDELEN
-
een aanval kunnen opzetten (bal snel rondspelen/ dreigen / schieten) verdediging neer kunnen zetten (cirkel- of man-to-man) fair play (spelen volgens de afgesproken regels / respecteren van elkaar en elkaars niveau) - op het ritme van de muziek bepaalde bewegingen kunnen maken - een (deel v.e.) dans ontwerpen en uitvoeren - passende muziek en passende bewegingen kiezen (wat hoort wel /niet bij je christen zijn) - randori (grondgevecht) kunnen uitspelen - met verschillende worpen iemand werpen - op verschillende situaties de handstand overslag oefenen en uitvoeren - elkaar vangen en helpen de opdracht krijg je via de docent(e) –- onder voorbehoud -- samenwerking met klasgenoten - helpen met klaarzetten , ombouwen, opruimen - manier van deelname : inzet - gymspullen voor elkaar hebben - het cijfer ligt tussen de 4 en de 8 - aanvallen door te spelen met verschillende technieken (lob / drop/ smash) - met de afgesproken regels een partijtje kunnen spelen (fair play) - enkel spel (1 tegen 1) of een dubbelspel spelen (2 tegen 2) - met elkaar een partij kunnen spelen - basisregels kennen - als loper: dreigen en honken stelen - als veldspeler: samen lopers uit kunnen maken - met de juiste techniek een zo groot mogelijke hoogte halen - meten en regelen van hoogtes - SPRINT: 80m in een zo kort mogelijke tijd afleggen - DUURLOOP: binnen 12 min een zo groot mogelijke afstand afleggen - starter / tijdwaarnemer kunnen zijn - 1 van de 2 onderdelen wordt beoordeeld (zelf kiezen) - samenwerking met klasgenoten - helpen met klaarzetten , ombouwen, opruimen - manier van deelname : inzet - gymspullen voor elkaar hebben - het cijfer ligt tussen de 4 en de 8
Je hebt niet in iedere periode evenveel lesuren gym. Daardoor kan het gebeuren dat bepaalde onderdelen naar een andere periode verschuiven. 15
PTA leerjaar 3 Basis / Kader Periode
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Wegings factor periode 1
1
1
Vak:______ ______ISDC__________
Leerstof
schooljaar 2014 - 2015
Toetsvorm TPH
Herkansing
Weging voor rapportcijfer
Thema eten en drinken: eindtermen IS/1 t/m 3, 8 en 9 6 werkplekken 1 x praktische opdracht 1 x rode draad opdracht 2 x deeltoets, samen 1 cijfer Periodeverslag
P P T H
Nee Nee Ja
1 1 1
Examenopdracht
H
Thema toerisme: eindtermen IS/1 t/m 3,8, 9 en 13 6 werkplekken 1 x praktische opdracht 1 x rode draad opdracht 2 x deeltoets, samen 1 cijfer Periodeverslag
P P T H
Nee Nee Nee
1 1 1
Examenopdracht
P
Ja
1
Thema sport en gezondheid: eindtermen !S/1 t/m 3,6,7,8, 13 6 werkplekken 1 x praktische opdracht 1 x rode draad opdracht 2 x deeltoets, samen 1 cijfer Periodeverslag
P P T H
Nee Ja Nee
1 1 1
Stageverslag
P
Nee
2
Opmerkingen
16
Periode 4
1
T = Toets ( SO, Rep)
Thema pretpark: eindtermen IS/1 t/m 3, 8, 9, 13 6 werkplekken 1 x rode draad opdracht 2 x deeltoets, samen 1 cijfer periodeverslag
P T H
LOB dossier
H
Examenopdracht Eindtoets
T T
P = Praktische opdracht
Nee Nee
1 1
Nee Nee
1 2
H = Handelingsdeel
17
PTA leerjaar 3 Basis Periode
Periode 1
Periode 2
Weging s factor periode 1
1
Vak: NASK1 Leerstof
Toetsvorm TPH
Herkansing
Weging voor rapportcijfer
Hoofdstuk 1 stoffen & materialen
T
J
2
Hoofdstuk 2 licht
T
J
2
T
N
1
T
J
2
T
J
2
T
N
1
T
J
2
T
J
2
Gemiddelde SO’s Hoofdstuk 6 beweging
T
N
1
T
N
2
Oefenexamens
T
N
2
Gemiddelde SO’s
T
N
1
Gemiddelde SO’s Hoofdstuk 3 krachten Hoofdstuk 4 verbranden & verwarmen
Periode 3
1
Gemiddelde SO’s Hoofdstuk 5 elektrische schakelingen Hoofdstuk 7 het weer
Periode 4
1
schooljaar 2014-2015
T = Theorietoets ( SO, Rep)
P = Praktische opdracht
Overgangscijfer = ... x P1 + … x P2 + … x P3 + … x P4 P4 ……
Weging rapportcijfer voor SE
Opmerkingen
Geen GPO voor NaSk
H = Handelingsdeel voortschrijdend gemiddelde SE-cijfer = ... x P1 + … x P2 + … x P3 + … x …..
18
19
20
21
22
Bijlage 1 : Algemeen deel PTA
0.
BEPALINGEN VOORAF
art.0.1
Inhoud en doel van het PTA Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) bevat de algemene regels voor schoolexamen en centraal examen en een overzicht per vak van het examenprogramma. Het PTA wordt vastgesteld door het bevoegd gezag en jaarlijks voor 1 oktober aan de kandidaten uitgereikt. Het bevoegd gezag baseert het PTA op de wet en op bepalingen door de minister.
art.0.2
Bijzondere gevallen Gezien het feit dat het VMBO een nieuwe onderwijsontwikkeling is, is het mogelijk dat de examencommissie wijzigingen aanbrengt in dit reglement. De ouders en de leerlingen worden zo spoedig mogelijk na een wijziging hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de sectordirecteur.
art.0.3
Inrichting van het onderwijs De invoering van het VMBO gaat samen met veranderingen in de examensystematiek. De belangrijkste kenmerken daarvan zijn: alle leerwegen kennen een centraal– en een schoolexamen:
A.
Een centraal examen aan het eind van het vierde leerjaar Een schoolexamen in de vorm van een examendossier, waarin de resultaten van alle vakken over het derde en vierde leerjaar zijn meegenomen.
VAKKEN EN PROGRAMMA.
art.1
Vakken Het schoolexamen strekt zich uit over alle vakken waarin een kandidaat centraal examen doet. Daarnaast omvat het schoolexamen die vakken die alleen met een schoolexamen worden afgesloten.
art.2
Niveaus Het schoolexamen wordt afgenomen in overeenstemming met het niveau van de leerweg. Op het Greijdanus College Hardenberg kan examen gedaan worden in de theoretische leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg en de basisberoepsgerichte leerweg. Leerweg Ondersteunend Onderwijs
23
Het LWOO is geen aparte leerweg. LWOO-leerlingen kunnen elke leerweg volgen. Ze doen examen op het niveau van de leerweg waarin zij zitten. art.3
Centraal examen Een leerling doet centraal examen in de vakken Nederlands en Engels, de vakken die horen tot het sectordeel en uit het vrije deel twee vakken (theoretische leerweg) of het beroepsgerichte programma (beroepsgerichte leerwegen). De overige vakken worden alleen met een schoolexamen afgesloten.
art. 4
Examencommissie
B.
Het examen wordt afgenomen door een examencommissie, bestaande uit de sectordirecteur, de desbetreffende adjunct-sectordirecteur, en de docenten die lesgeven in de examenvakken.
OPZET SCHOOLEXAMEN.
art.5
Periodes Het schoolexamen is gespreid over het derde en vierde leerjaar. Er wordt gewerkt met 7 periodes. Vier daarvan zijn geplaatst in het derde leerjaar, drie in het vierde leerjaar. De precieze tijdsindeling wordt jaarlijks vastgesteld en meegedeeld aan de kandidaten. Het schoolexamen wordt voor de aanvang van het centraal examen afgesloten.
art.6
Inhoud Het schoolexamen bestaat uit de volgende onderdelen: Theorietoetsen (zowel schriftelijke als mondelinge) en praktische toetsen zoals die in het pta per vak worden omschreven. Hoogstens 25% van het periodecijfer kan worden bepaald door toetsen die niet in het pta staan omschreven. Grote Praktische Opdrachten (minimaal 10 uur) Theoretische Leerweg: Een GPO in periode 3. Alle vakken bieden een opdracht aan. De leerling kiest zelf één opdracht uit het aanbod. Het project ter voorbereiding op Londen geldt als GPO voor klas 4 Kaderberoepsgerichte leerweg / Basisberoepsgerichte leerweg: Eén in leerjaar 3 die meetelt in periode 3 en één in leerjaar 4 die meetelt in periode 7. De GPO in leerjaar 3 wordt gemaakt voor een beroepsgericht vak, die in leerjaar 4 voor een het avo- vak. Het cijfer voor een GPO telt voor minimaal 25% voor een periode mee. Het handelingsdeel; bij verschillende vakken komen onderdelen van dit handelingsdeel voor. Het sectorwerkstuk (alleen theoretische leerweg). Het sectorwerkstuk omvat minimaal 20 uur en gaat over een thema dat binnen de sector past. Het thema kan verbonden zijn met een of meer vakken, maar kan ook gericht zijn op een vervolgopleiding of beroep binnen de sector. Leerlingen worden door twee docenten zowel op het proces als op het product beoordeeld Examendossier. 24
Het schoolexamen heeft de vorm van een examendossier. Dit examendossier bevat: - Een overzicht van de afgelegde toetsen en uitgevoerde opdrachten - Een overzicht van de behaalde resultaten en vorderingen - Voortgangsinformatie over het handelingsdeel De resultaten van de grote praktische opdrachten mits die te bewaren zijn - Het sectorwerkstuk art.7
Verhindering. Indien een kandidaat wegens ziekte of andere geldige redenen een onderdeel van het schoolexamen niet kan uitvoeren, geven de ouders of verzorgers van de kandidaat hiervan schriftelijk - met redenen omkleed en zo spoedig mogelijk kennis aan de adjunct-sectordirecteur.
art.8
Inhalen. De kandidaat dient zich binnen een week nadat hij/zij na het verzuim weer op school is, te melden bij de betrokken docent. De docent maakt een afspraak over het uitvoeren van het betreffende deel van het schoolexamen met de kandidaat.
Art.9
Herkansing. In het pta is voor elk vak afzonderlijk aangegeven welke delen van het schoolexamen herkanst kunnen worden. Tijdens een periode, kan een leerling een gemaakte theorietoets alleen herkansen als het pta herkansing van die toets toestaat. In periode 4 en in periode 7 mag een leerling geen toetsen herkansen. Twee weken na het verstrijken van een periode zijn de toetsen uit de verstreken periode ook niet meer herkansbaar. Voor leerjaar 3 geldt per periode één herkansingsrecht. Voor leerjaar 4 geldt dat er per periode 2 herkansingsrechten zijn. Twee weken na het verstrijken van de periode vervalt ook het herkansingsrecht. Bij een herkansing geldt het hoogst behaalde cijfer. Voor de herkansing van praktische opdrachten gelden dezelfde regels De grote praktische opdrachten kunnen niet worden herkanst. Herkansingen kunnen alleen plaatsvinden als de leerling zijn herkansingskaart laat invullen. Als een leerling zijn herkansingskaart verliest, vervalt het recht op herkansingen. Het eindcijfer van het vak maatschappijleer is herkansbaar als dit eindcijfer een zes of lager is. Deze herkansing moet zijn afgerond 1 week voor aanvang van het centraal schriftelijk examen.
C.
ONREGELMATIGHEDEN
art.10
Verplichte deelname aan alle onderdelen schoolexamen De kandidaat is verplicht alle onderdelen van het schoolexamen af te werken. Bij wettige verhindering dient gehandeld te worden conform art.7 en 8. Op dit artikel zijn uitzonderingen in verband met bijzondere omstandigheden mogelijk. Een afwijking van het gestelde in dit artikel is alleen mogelijk na goedkeuring door de examencommissie.
art.11
Tijdig aanwezig zijn. 25
Bij alle toetsen dient de kandidaat tijdig aanwezig te zijn bij / in de ruimte waar dit deel van het schoolexamen wordt afgenomen. Bij een schriftelijke toets geldt dat een kandidaat alleen kan worden toegelaten als de toets niet meer dan 10 minuten aan de gang is. Na die tijd kan hij/zij niet meer worden toegelaten. De kandidaat moet zich melden bij de adjunct-sectordirecteur. Vervolgens moet worden gehandeld conform art.7 en 8. art.12
Onttrekken aan onderdeel schoolexamen Indien een kandidaat zich bij een vak, dat alleen een schoolexamen heeft, onttrekt aan een onderdeel van het schoolexamen, kan dit vak niet afgesloten worden.
art.13
Sancties. Wanneer een kandidaat zich tijdens het schoolexamen niet gedraagt zoals redelijkerwijs van hem/haar mag worden verwacht of als hij/zij zich aan een onderdeel van het schoolexamen onttrekt kan de directie in overleg met de docent passende maatregelen nemen. Deze maatregelen kunnen zijn: a. Het toekennen van een cijfer 1 b. Het overdoen van het onderdeel van het schoolexamen. c. Het ontzeggen van verdere deelname tijdens de afname van het onderdeel van het schoolexamen d. Het ongeldig verklaren van een of meer onderdelen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen. e. In overleg met de Voorzitter van de Centrale Directie het ontzeggen van de deelname aan volgende onderdelen van het schoolexamen
art.14
Inleveren praktische opdrachten en handelingsdelen Voor sommige onderdelen van het schoolexamen krijgt de kandidaat een bepaalde termijn toegewezen om het werk af te ronden. De examinator geeft de kandidaat de datum voor welke het werk moet worden ingeleverd. Als leerlingen de deadline passeren zonder dat is voldaan aan de voorwaarden, dan wordt dit gemeld aan de adjunct-sectordirecteur en worden de volgende maatregelen genomen: De leerling krijgt een voorlopige beoordeling op grond van het werk dat af is. de ouders worden geïnformeerd d.m.v. een schrijven dat de volgende dag door hen ondertekend weer bij de adjunctsectordirecteur moet worden ingeleverd. De leerling krijgt een week om het werk alsnog af te maken. de punten die voor de inhoud van het werkstuk gelden kunnen, op grond van de aanvulling, alsnog worden toegekend. Voor het proces kan puntenaftrek plaatsvinden. ook is het mogelijk dat wordt gehandeld in overeenstemming met artikel 13.
art.15
Ontzegging deelname aan Centraal Examen. Ontzegging van verdere deelname aan of ongeldig verklaring van het schoolexamen houdt ontzegging van deelname aan het centraal examen in. Dit hoeft geen verwijdering van school te betekenen. Van een besluit tot ontzegging van verdere deelname of ongeldig verklaring van het schoolexamen stelt de voorzitter van de Centrale Directie de inspecteur en de ouders onmiddellijk schriftelijk in kennis. 26
Dit besluit wordt genomen, nadat de betrokken kandidaat in de gelegenheid is geweest te worden gehoord door de voorzitter van de Centrale Directie, sectordirecteur en de docenten van de kandidaat. art.16
D.
Commissie van Beroep. Een kandidaat kan tegen een beslissing genoemd in art.13, 14 of 15 in beroep gaan bij de Commissie van Beroep. De kandidaat moet dan binnen vier werkdagen nadat deze beslissing hem bekend is gemaakt, schriftelijk bij de commissie een bezwaarschrift indienen. Het reglement en het adres van de Commissie van Beroep is voor de kandidaat te verkrijgen bij de sectordirecteur. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepsschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. CIJFER SCHOOLEXAMEN
art.17
Beoordeling schoolexamen Het cijfer voor het schoolexamen is samengesteld uit de cijfers en beoordelingen voor de toetsen en praktische opdrachten. In dit pta is per vak de weging van de verschillende onderdelen van het schoolexamen vastgelegd. Voor toetsen en praktische opdrachten gebruikt de examinator een schaal van cijfers lopende van 1 t/m 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. Voor het handelingsdeel wordt geen cijfer toegekend. De kandidaat dient dit naar behoren te hebben uitgevoerd. Het sectorwerkstuk moet met voldoende of goed worden afgesloten. Als de kandidaat zich aan een onderdeel van het schoolexamen heeft onttrokken, kan geen cijfer dan wel kwalificatie naar behoren uitgevoerd voor het desbetreffende vak worden verstrekt. Voor de vakken waar het cijfer voor het schoolexamen tegelijk eindcijfer is, wordt een cijfer met 2 decimalen afgerond op een geheel getal. Breuken van een half of meer worden naar boven afgerond, breuken van minder dan een half naar beneden. Voorbeeld: 6,49 wordt 6; 6,50 wordt eindcijfer 7.
art.18
Beoordelingstermijn onderdelen schoolexamen De kandidaat wordt door de examinator zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 10 werkdagen, in kennis gesteld van de beoordeling van schriftelijke en mondelinge toetsen die bij het bepalen van het eindoordeel over een kandidaat meetelt. Voor praktische opdrachten en handelingsdelen geldt een termijn van 15 werkdagen.
art.19
Bepaling eindcijfer schoolexamen De examinator bepaalt aan de hand van de beoordelingen bedoeld in art.17 het cijfer voor het schoolexamen dit in overeenstemming met de voor het desbetreffende vak geldende gewichtstoekenning van de afzonderlijke onderdelen.
art.20
Bekendmaking eindcijfer schoolexamen
27
De kandidaat wordt tijdig voor de aanvang van het Centraal Examen van zijn eindcijfers voor het schoolexamen van de desbetreffende vakken schriftelijk in kennis gesteld, zodat hij cijfers kan controleren. art.21
Beroep aantekenen tegen beoordeling. De docent stelt de cijfers voor de verschillende onderdelen van het schoolexamen en het eindcijfer schoolexamen vast. De kandidaat kan, als hij het niet met de cijfers eens is, binnen een week na het uitreiken van de cijfers beroep aantekenen bij de sectordirecteur.
art.22
Schoolexamen niet tijdig afgewerkt. Als voor één of meer vakken waarin tevens centraal examen wordt afgelegd het schoolexamen niet tijdig voor het centraal examen afgerond is, dan wordt de kandidaat verwezen naar het tweede en eventueel naar het derde tijdvak. Reeds behaalde schoolexamencijfers blijven geldig.
E.
CENTRAAL EXAMEN.
art.23
Rooster Kandidaten krijgen tijdig voor de aanvang van het Centraal Examen
een rooster / tijdschema van het Centraal examen. Tevens wordt met de kandidaten doorgesproken welke regels gelden bij de Centrale Examens. Deze regels worden toegevoegd aan het examenrooster. De kandidaten moeten zich beschikbaar houden tot en met de herkansingen. art.24
F. art.25
Bijzondere omstandigheden Ten aanzien van de kandidaten, die door een lichamelijke of geestelijke tekortkoming niet in staat zijn het examen op de voorgeschreven wijze af te leggen, kan de examencommissie, zo nodig op advies van een deskundige, bepalen op welke andere wijze het examen kan worden afgelegd. Ditzelfde kan ook gelden voor kandidaten voor wie het Nederlands niet de moedertaal is en die ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland gevolgd hebben. In deze gevallen dient toestemming door de Inspectie te worden verleend.
VASTSTELLING UITSLAG. Voorwaarden Om te slagen moet een kandidaat aan een aantal verplichtingen voldoen. Naast de eisen die worden gesteld aan de cijfers voor de eindexamens zijn er verplichtingen in het kader van het schoolexamen. Voor de vakken lichamelijke opvoeding en kunstvakken 1 (CKV) uit het algemene deel waarover alleen een schoolexamen is afgelegd, moet de kandidaat een beoordeling voldoende of goed hebben 28
verkregen. Het vak maatschappijleer 1 uit het gemeenschappelijk deel wordt beoordeeld met een cijfer. Het vak kent alleen een schoolexamen. Een kandidaat uit de theoretische leerweg moet voor het sectorwerkstuk de beoordeling voldoende of goed hebben ontvangen. Verder moet de kandidaat hebben voldaan aan de verplichtingen van de praktische opdrachten en het handelingsdeel zoals omschreven in het pta. Bovendien moeten de resultaten van de verplichte vakken van het derde leerjaar van de theoretische leerweg die aan het eind van het derde leerjaar met een schoolexamen worden afgesloten, opgenomen zijn in het examendossier. art.26
Eindcijfer Het cijfer van het schoolexamen (afgerond op één decimaal) wordt gemiddeld met het cijfer van het centraal examen (afgerond op één decimaal).
art.27
Afronding Het eindcijfer wordt afgerond op een geheel getal. Hierbij wordt de rekenkundige afrondingsmethode toegepast op het cijfer waarbij we een 6.49 afronden op een 6 en een 6.50 op een 7.
art.28
De cijferlijst Voor elk examenvak wordt een eindcijfer op de cijferlijst vermeld. Bij de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg krijgt een kandidaat zes eindcijfers: voor Nederlands, Engels, twee sectorvakken, een beroepsgericht vak en maatschappijleer 1. Bij de theoretische leerweg krijgt een kandidaat (minstens) zeven eindcijfers: voor Nederlands, Engels, twee sectorvakken, twee keuzevakken en maatschappijleer 1.
art.29
Uitslag Een kandidaat die eindexamen heeft afgelegd is geslaagd, indien hij voor al zijn examenvakken eindcijfers heeft behaald van 6 of meer, dan wel gebruik kan maken van de hierna beschreven compensatieregels.
De compensatieregels zijn als volgt:
Maximaal één 5 kan worden gecompenseerd doordat de overige cijfers 6 of meer zijn. Maximaal tweemaal een 5 kan worden gecompenseerd doordat de overige cijfers 6 of meer zijn en minstens één 7 of hoger. Maximaal één 4 kan worden gecompenseerd doordat de overige cijfers 6 of meer zijn en minstens één 7 of hoger.
Daarnaast moet het gemiddelde van alle gemaakte centrale examens minstens een 5,5 zijn. Waarbij gerekend moet worden met het feit dat een gemiddelde van 5,49 dus niet voldoende is!
29
Bij de zak-slaagregeling telt het cijfer voor het beroepsgerichte programma dubbel. Om te slagen mag bijgevolg het cijfer voor het beroepsgericht programma nooit een 4 of lager zijn. Is het eindcijfer voor het beroepsgericht programma een 5 dan moet het worden gecompenseerd door een 7 voor een van de algemene vakken en mag er verder geen 5 zijn behaald.
G. art.30
HERKANSING / CIJFERVERBETERING Herkansing De afgewezen kandidaat heeft het recht herkansing te vragen van het centraal examen in één vak (met uitzondering van maatschappijleer 1), indien door het resultaat van die herkansing de kandidaat alsnog kan slagen voor het eindexamen. Deze herkansing zal plaatsvinden in het tweede tijdvak. Overleg met de docenten over het te kiezen vak is sterk aan te raden. Indien Maatschappijleer 1 een onvoldoende is, kan hiervoor apart een herkansing worden aangevraagd. De herkansing voor dit vak vindt plaats vóór het tweede tijdvak op een door de adjunct-sectordirecteur te bepalen datum. Voor de leerlingen van de beroepsgerichte leerwegen geldt dat zij het praktijkexamen (centraal praktisch examen basisberoepsgerichte leerweg of de centraal integratieve eindtoets kaderberoepsgerichte leerweg) 1 keer mogen herkansen binnen de periode die voor het praktijkexamen in het examenrooster gereserveerd is. Indien een kandidaat wettig verhinderd is geweest bij een examenonderdeel in het eerste tijdvak, kan deze kandidaat het centraal examen in maximaal 2 vakken alsnog afleggen in het tweede tijdvak.
art.31
Cijferverbeteren Rechtstreeks geslaagde kandidaten mogen cijferverbeteren voor één vak waarvoor zij het examen hebben afgelegd. Indien een kandidaat wil cijferverbeteren verandert de uitslag in een voorlopige uitslag. Het cijferverbeteren zal plaatsvinden in het tweede tijdvak.
art.32
Procedure herkansing/cijferverbeteren De kandidaat levert de cijferlijst en het schriftelijk verzoek tot herkansing in vóór een door de adjunct sectordirecteur aangegeven dag en tijdstip en vermeldt het vak waarin herkansing zal plaatsvinden. Naast ondertekening door de kandidaat is ook de handtekening van één der ouders/verzorgers noodzakelijk.
art.33
Bepaling eindcijfer Bij herkansing/cijferverbeteren volgens hetzelfde programma geldt het hoogste cijfer als definitief cijfer.
30
H.
DIPLOMA EN CIJFERLIJST
art.34
Diplomering De sectordirecteur of zijn vervanger reikt aan elke kandidaat die eindexamen afgelegd heeft een lijst uit waarop zijn vermeld: de cijfers voor het schoolexamen. de cijfers voor het centraal examen. de eindcijfers voor de examenvakken. de uitslag van het examen en een diploma indien men is geslaagd.
art.35
Deelcertificaten en getuigschriften 3.3. Als een v.m.b.o.-kandidaat definitief is afgewezen voor het eindexamen en de school verlaat en die voor een of meer vakken van dat eindexamen een eindcijfer 6 of meer heeft behaald, kan aan die kandidaat een deelcertificaat worden uitgereikt. Bij ongediplomeerd schoolverlaten is het mogelijk de kandidaat een getuigschrift uit te reiken, waarop de resultaten voor het centrale examen en voor het schoolexamen zijn vermeld. Met name wanneer met behulp van gegevens uit het examendossier een uitvoerige beschrijving van de prestaties en de bekwaamheden van de kandidaat kan worden gegeven, kan zo’n getuigschrift nuttige informatie bevatten die van belang is voor de vervolgopleiding. Een getuigschrift kan om dezelfde reden interessant zijn voor een bedrijf waarbij de kandidaat in dienst wil treden.
I.
Slotbepalingen
art.36
Eindexamenbesluit examenprogramma vmbo Dit programma van toetsing en afsluiting is gebaseerd op het Eindexamenbesluit vmbo.
art.37
Verstrekking aan kandidaten. Een exemplaar van deze regeling wordt vóór 1 oktober van het kalenderjaar aan de kandidaat ter hand gesteld.
art.38
Onvoorziene omstandigheden. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het managementteam van de sector waarin de kandidaat onderwijs volgt.
31
Bijlage 2: Examenreglement GREIJDANUS , Gereformeerde Scholengemeenschap voor (I)VMBO, AVO, VWO, met vestigingen in Enschede, Hardenberg, Meppel en Zwolle, p.a.: Postbus 393, 8000 AJ ZWOLLE, 038 - 4 698 698 REGLEMENT VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP Artikel 1
Algemene bepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder: 1.1. bevoegd gezag: Bestuur van de Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Oost Nederland te Zwolle 1.2. school: Het Greijdanus College met vestigingen te Hardenberg, Enschede, Meppel en Zwolle 1.3. Commissie: de Commissie van Beroep 1.4. voorzitter: de voorzitter van de Commissie van Beroep 1.5. leerling: de leerling die in beroep is gegaan; 1.6. reglement: het reglement van de Commissie van Beroep 1.7. ouders: ouders/verzorgers van leerlingen van de school, niet tevens lid van het personeel of het bevoegd gezag Artikel 2 Instelling Er is een Commissie van Beroep, ingesteld door het bevoegd gezag van de school. Artikel 3
Bevoegdheid
3.1.
De commissie is bevoegd kennis te nemen van een ingesteld schriftelijk beroep door een leerling tegen een beslissing van een sectordirecteur of de voorzitter van de centrale directie.
3.2.
Indien de Commissie van beroep zich ambtshalve onbevoegd verklaart, stelt zij de leerling hiervan onmiddellijk op de hoogte.
Artikel 4
Samenstelling Commissie
4.1.
De Commissie bestaat uit 3 leden en 3 plaatsvervangende leden; aan te wijzen door het bevoegd gezag. 4.2.1 Deze leden zijn: de voorzitter van de Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Oost Nederland te Zwolle. Zijn plaatsvervanger is de secretaris van voornoemde vereniging. 4.2.2 een docent die verbonden is aan een andere sector van het Greijdanus College dan die waarvan de leerling deel uit maakt, aan te wijzen door de voorzitter van de vereniging en de sectordirecteur van deze andere sector. 4.2.3 een niet-lesgevende medewerker van bovengenoemd College, aan te wijzen door beide door de voorzitter van de vereniging en de docent. 4.3
Het adres van de Commissie van Beroep is: Greijdanus , Postbus 393, 8000 AJ Zwolle
32
4.4.
Niet tot lid of plaatsvervangend lid van de Commissie kunnen worden aangewezen de personeels- of bestuursleden die werkzaam in, c.q. betrokken zijn op de sector waarvan de leerling deel uit maakt.
4.5.
De Commissie wijst uit haar midden een voorzitter, secretaris en algemeen adjunct aan.
4.6.
De leden van de Commissie treden een maand na uitspraak te hebben gedaan, af.
Artikel 5
Wraking en verschoning
5.1. 5.1.1 .
De leden van de Commissie kunnen worden gewraakt: indien ze aan de leerling dan wel aan degene(n) tegen wiens beslissing het beroep zich richt in bloed- of aanverwantschap staan tot en met de vierde graad; in andere gevallen, waarin daarvoor ernstige redenen bestaan.
5.1.2 . 5.2.
In gevallen als bedoeld in het voorgaande lid kunnen de leden van de Commissie zich verschonen.
5.3.
Over wraking of verschoning wordt zo spoedig mogelijk door de overige leden van de Commissie beslist.
5.4.
Bij wraking of verschoning treedt het plaatsvervangend lid op of wordt een ander personeelslid verzocht zitting te nemen in de commissie.
Artikel 6
Beroepsschrift
Het beroep wordt binnen 3 dagen nadat de beslissing waartegen het beroepschrift zich richt schriftelijk bij de Commissie ingediend. Artikel 7
Zitting
7.1.
De zitting van de Commissie vindt zo spoedig mogelijk plaats, maar in ieder geval binnen 7 dagen na ontvangst van het beroepschrift.
7.2.
De voorzitter bepaalt de plaats, de dag en het uur van de zitting.
7.3.
De zitting is openbaar, tenzij de Commissie, al dan niet op verzoek, anders beslist.
Artikel 8
Onderzoek
8.1.
De Commissie kan al dan niet op verzoek getuigen of deskundigen horen.
8.2.
Alvorens tot een uitspraak te komen, hoort de Commissie in ieder geval: - de sectordirecteur van de sector waarvan de leerling deel uit maakt of een door hem aan te wijzen plaatsvervanger; - het personeelslid (personeelsleden) tegen wie het beroep zich richt of die in de beslissing betrokken is (zijn); - de (ouders van de) leerling (leerlingen) tegen wie het beroep zich richt of die in de beslissing betrokken is (zijn); - de (ouders van de) leerling die in beroep is gegaan.
33
8.3.
De leerling kan zich gedurende het onderzoek van de Commissie door een door hem aan te wijzen meerderjarige persoon laten bijstaan.
8.4.
De Commissie betrekt in haar onderzoek in ieder geval de aan de leerling gedane schriftelijke mededeling van de beslissing waartegen het beroepschrift zich richt.
Artikel 9
Besluitvorming
Besluiten worden door de voltallige Commissie genomen met gewone meerderheid van stemmen. Artikel 10
Uitspraak
10.1.
De Commissie kan het bij haar ingestelde beroep - niet-ontvankelijk verklaren - ongegrond verklaren - gegrond verklaren.
10.2.
De Commissie deelt haar beslissing onverwijld mee aan de leerling , de inspectie en aan degene(n) tegen wiens beslissing het beroep zich richt, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk.
10.3.
De schriftelijke bekendmaking van de uitspraak vindt in ieder geval plaats binnen 14 dagen na ontvangst van het beroepschrift. De Commissie kan met redenen omkleed besluiten, deze termijn met ten hoogste 14 dagen te verlengen.
10.4.
In een schriftelijke uitspraak motiveert de Commissie haar beslissing en stelt ze zo nodig vast of en op welke wijze de leerling eventueel in de gelegenheid zal worden gesteld eventueel opgetreden nadelige gevolgen alsnog te herstellen.
10.5.
De uitspraak van de Commissie is voor alle betrokkenen bindend.
Artikel 11
Wijziging en aanvulling reglement
Het reglement kan, met inachtneming van de bepalingen van binnen het Greijdanus College gehanteerde besluiten , door het bevoegd gezag worden gewijzigd en aangevuld, gehoord de Commissie.
34