PROG RAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING (SCHOOLEXAMEN)
ALGEMEEN GEDEELTE TWEEDE FASE HAVO EN ATHENEUM COHORT 2015 SCHOLENGEMEENSCHAP GROENEWALD
Z:\WORD\JAF\PTA Tweede Fase 15 16 002.doc
1
1 ARTIKEL 1
Algemene bepalingen ALGEMEEN
1. Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) vormt een onverbrekelijk geheel met het examenreglement. Zie daartoe artikel 5 van het examenreglement. Het PTA bestaat uit een “algemeen gedeelte” en een “vakspecifiek gedeelte”. 2. Het PTA bevat aanvullende regelingen met betrekking tot het schoolexamen. 3. Het schoolexamen bestaat uit een examendossier. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het schoolexamen zoals vastgelegd en gedocumenteerd in een door de directeur gekozen vorm. 4. Het schoolexamen wordt afgenomen onder verantwoordelijkheid van de directeur. 5. Tot secretaris voor de examens HAVO en VWO zijn mw. L. Leenders / mw. A. Segers en als plv. secretaris dhr. F. Janssen aangewezen. 6. De vakdocenten-examinatoren bewaren alle opdrachten en toetsen in het kader van het schoolexamen met de daarbij behorende beoordelingscriteria en beoordelingen van de betrokken kandidaten in school. De kandidaten bewaren de bij die opdrachten en toetsen behorende uitwerkingen in welke vorm dan ook. ARTIKEL 2
FASERING
1. Het schoolexamen start voor HAVO en VWO in augustus van het vierde schooljaar. 2. Toetsing in de vorm van praktische opdrachten vindt gespreid plaats. Schriftelijke en mondelinge toetsing vindt in de regel plaats op de toetsdagen aan het einde van een toetsperiode. 3. Naast toetsing voor het schoolexamen kunnen er voortgangstoetsen plaatsvinden die geen onderdeel uitmaken van het examendossier maar met de toetsresultaten voor het examendossier de rapportcijfers bepalen voor de bevordering. De informatie daarover is in de studiewijzers per vak opgenomen. 4. De toetsperiodes waarin de voor het schoolexamen meetellende toetsen plaats vinden en de stof waarop ze betrekking hebben is in het vakspecifieke gedeelte van het PTA en de studiewijzers per vak opgenomen. 5. De kandidaten van HAVO-5 en VWO-6 dienen het PWS in het laatste examenjaar uiterlijk eind februari afgerond te hebben. De gang van zaken rond het PWS is in de handleiding-PWS opgenomen.
Z:\WORD\JAF\PTA Tweede Fase 15 16 002.doc
2
ARTIKEL 3
ONDERDELEN VAN HET SCHOOLEXAMEN
1. Het schoolexamen bestaat uit: a. toetsen met open en/of gesloten vragen, b. praktische opdrachten, c. het PWS. 2. In het vakspecifieke gedeelte van het PTA zijn regels opgenomen aangaande: a. toetsen met open en/of gesloten vragen: - aantal toetsen - toetsvorm - inhoud per toets - gewicht in het schoolexamenresultaat b. praktische opdrachten: - aantal opdrachten - gewicht in het schoolexamenresultaat c. profielwerkstuk: - er wordt een aparte handleiding uitgereikt 3. Een kandidaat wordt op de hoogte gesteld van de beoordelingscriteria.
Z:\WORD\JAF\PTA Tweede Fase 15 16 002.doc
3
2 ARTIKEL 4
Uitvoering en naleving TOEZICHT OP DE NALEVING
1. Belast met de uitvoering van en het toezicht op de naleving van de bepalingen van het schoolexamen is mw. E. Janssen, directeur. Zij heeft tot taak: a. de controle op de naleving van de bepalingen van het PTA door alle betrokkenen, b. het opstellen van tijdschema’s en roosters waardoor uitvoering gegeven kan worden aan het PTA, c. de beoordeling van de wettigheid van verzuim bij een onderdeel van het schoolexamen, d. in geval van onregelmatigheden een onderzoek in te stellen, waarna zij, de betrokkene(n) gehoord, een beslissing neemt. 2. Waar, in de hierna volgende bepalingen, sprake is van de directeur wordt daarmee mw. E. Janssen bedoeld of diens plaatsvervanger die in voorkomende gevallen door de schoolleiding uit haar midden wordt aangewezen. 3. Van iedere afwijking van het PTA en iedere onregelmatigheid t.a.v. de uitvoering van het PTA dient terstond melding gemaakt te worden bij de directeur. 4. Wanneer een kandidaat zich aan het schoolexamen onttrekt of onttrokken heeft of zich t.a.v. (enig deel van) het schoolexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt is artikel 4 van het examenreglement van toepassing. 5. In geval van geschillen of onduidelijkheden die verband houden met het PTA of de uitvoering daarvan, kan bij de directeur zowel door de kandidaten als door de betrokken docenten een klacht worden ingediend of om opheldering worden gevraagd. De directeur stelt een onderzoek in en neemt zonodig beslissende maatregelen, waarvan zij de betrokkene(n) op de hoogte stelt. 6. Klachten t.a.v. de uitvoering van het PTA dienen binnen een termijn van vijf dagen volgend op de dag, waarop het geschil of de onduidelijkheid redelijkerwijze geconstateerd kan worden, schriftelijk ingediend te worden bij de directeur. 7. a. Examinatoren zijn verplicht absentie en/of onregelmatigheden m.b.t. de onderdelen van het schoolexamen onmiddellijk bij de directeur te melden. b. Toezichthouders zijn verplicht absentie en/of onregelmatigheden die zich voordoen tijdens onderdelen van het schoolexamen waarbij zij toezicht hebben onmiddellijk te melden bij de directeur. 8. Een beslissing die een kandidaat deelneming of verder deelneming aan het schoolexamen ontzegt, met als gevolg uitsluiting van het centraal examen, kan alleen door de directeur worden genomen. 9. Voordat een beslissing tot uitsluiting wordt genomen worden de kandidaat, de examinator en eventuele andere betrokkenen gehoord. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. 10. Een beslissing als bedoeld in het vierde lid of achtste lid wordt onverwijld medegedeeld aan de kandidaat en/of de examinator, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op de mogelijkheid in beroep te gaan. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is. In geval van uitsluiting wordt tevens een afschrift gestuurd aan de inspectie. ARTIKEL 5
COMMISSIE VAN BEROEP
1. Slechts in die gevallen waarin een kandidaat en/of een examinator het niet eens is met de beslissing van de directie is er beroep mogelijk bij de Commissie van Beroep. Binnen drie dagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat en/of examinator is gebracht dient het beroep schriftelijk ingesteld te zijn.
Z:\WORD\JAF\PTA Tweede Fase 15 16 002.doc
4
2. De Commissie van Beroep wordt door het bevoegd gezag samengesteld. De directeur, mw. E. Janssen, is lid en tevens secretaris van de Commissie van Beroep. 3. In de Commissie van Beroep kan geen persoon zitting hebben die partij is in de beroepszaak of enige familierelatie heeft met één der betrokken partijen. 4. Een bezwaarschrift dient gericht te worden aan: De voorzitter van de Commissie van Beroep, p/a Postbus 6, 6170AA Stein. 5. Bezwaarschriften die ondertekend zijn door meerdere personen worden door de Commissie van Beroep niet in behandeling genomen. 6. De Commissie van Beroep stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. Bij haar beslissing stelt de commissie zonodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld schoolexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen dan wel opnieuw af te leggen. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat en/of de examinator, de directeur en aan de inspectie. 7. De Commissie van Beroep beslist bij meerderheid van stemmen. Bij het staken der stemmen beslist zij bij monde van haar voorzitter. 8. De termijn waarbinnen de directeur en/of de Commissie van Beroep een beslissing moet nemen dient indien mogelijk zodanig aangepast te worden, dat de kandidaat kan deelnemen aan het centraal examen. 9. In alle gevallen waarin het PTA niet voorziet beslist de directeur. ARTIKEL 6
ABSENTIE EN ZIEKTE
1. Als een kandidaat door ziekte of door een andere vorm van overmacht niet in staat is één of meerdere onderdelen van het schoolexamen bij te wonen of binnen de gestelde termijn te voltooien of af te sluiten, moet dit tijdig bij de teamleider gemeld worden. 2. De kandidaat waarop lid 1 van toepassing is dient, zodra hij weer op school komt, bij de teamleider een brief af te halen. Deze verklaring laat hij invullen en ondertekenen door één van de ouders, waarna hij deze laat paraferen door de vakdocent en inlevert bij de teamleider. In deze verklaring staat vermeld: de aard van het verzuim en in geval van ziekte de aard van de ziekte en indien van toepassing de naam en het adres van de arts die is geraadpleegd. 3. Een kandidaat die in gebreke blijft de in lid 2 genoemde verklaring in te leveren, wordt geacht op onwettige gronden niet voldaan te hebben aan de regels van het PTA. Op deze kandidaat is derhalve artikel 4 lid 7 van toepassing. 4. De teamleider is gerechtigd een vertrouwensarts in te schakelen. 5. Een kandidaat die op grond van geldige redenen niet in staat is één of meerdere onderdelen van het schoolexamen binnen de gestelde termijn(en) af te ronden wordt daar zo mogelijk alsnog door de teamleider toe in de gelegenheid gesteld. 6. Indien een kandidaat begonnen is aan een toets of opdracht in het kader van het schoolexamen en door ziekte of andere zeer dringende redenen gedwongen is voortijdig op te houden met het voltooien hiervan, moet hem daartoe toestemming verleend worden. Indien de kandidaat na een redelijke tijd in staat is het werk te hervatten, kan de directeur hem de gelegenheid bieden dit alsnog te doen. Is dit niet het geval dan is lid 2 op deze kandidaat van toepassing. 7. Indien een kandidaat meer dan 30 minuten te laat komt bij een toets of voor de uitvoering van een opdracht in het kader van het schoolexamen dan mag hij daarmee niet zonder meer aanvangen. De directeur of zijn plaatsvervanger onderzoekt de geldigheid van de reden van het te laat komen. Bij een geldige reden is lid 5 van toepassing, anders artikel 4 lid 7. 8. Elk onderdeel van het schoolexamen waaraan door de kandidaat is gewerkt in de beschikbare tijd en al dan niet voltooid is in die tijd, geldt als examenwerk en wordt als zodanig beoordeeld. Het kan door de kandidaat niet herroepen worden.
Z:\WORD\JAF\PTA Tweede Fase 15 16 002.doc
5
3 ARTIKEL 7
Beoordeling en cijferberekening CIJFER SCHOOLEXAMEN
1. De examinator drukt zijn eindoordeel over de kennis, het inzicht en de vaardigheid van een kandidaat uit in een eindcijfer voor het schoolexamen. Daarbij gebruikt hij een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10 met de tussenliggende cijfers met één decimaal. 2. De betekenis van de gehele cijfers is de volgende: - 1 = zeer slecht 6 = voldoende - 2 = slecht 7 = ruim voldoende - 3 = zeer onvoldoende 8 = goed - 4 = onvoldoende 9 = zeer goed - 5 = bijna voldoende 10 = uitmuntend 3. Indien in een vak tevens centraal examen wordt afgelegd, worden de in lid 1 genoemde eindcijfers vastgesteld met de tussenliggende cijfers met één decimaal. Indien op het schoolexamen geen centraal examen volgt worden gehele cijfers gebruikt. 4. Afronding geschiedt als volgt: a. bij afronding op gehelen wordt naar boven afgerond als de eerste decimaal 5 of hoger is en naar beneden als de eerste decimaal 4 of lager is, b. bij afronding op één decimaal wordt naar boven afgerond als de tweede decimaal 5 of hoger is en naar beneden als de tweede decimaal 4 of lager is, c. bij vakken die alleen een schoolexamen kennen vindt eerst afronding plaats op 1 decimaal en vervolgens op gehelen. 5. In afwijking van lid 1 worden de vakken Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) en Lichamelijke Opvoeding (LO) uit het gemeenschappelijke deel van elk profiel beoordeeld met “voldoende”of “goed”. Deze beoordeling dient uit te gaan van de mogelijkheden van de kandidaat en geschiedt op grond van het genoegzaam afsluiten van deze deelvakken zoals blijkt uit het examendossier. 6. Op vakken, onderdelen van vakken en andere activiteiten waartoe de school de kandidaten verplicht c.q. die de school de kandidaten toestaat is lid 5 van toepassing. Dit geldt voor Loopbaanoriëntatie en Begeleiding (Lob). 7. Het combinatiecijfer is het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers voor het vak maatschappijleer en het profielwerkstuk. Elk van deze cijfers telt even zwaar mee en mag voor de afzonderlijke onderdelen niet lager zijn dan 4.
ARTIKEL 8
BEREKENING EINDCIJFER SCHOOLEXAMEN
1. Voor het vaststellen van het eindcijfer schoolexamen is het gewicht van de beoordeling van de afzonderlijke onderdelen aangegeven in de regeling per vak. 2. Het eindcijfer schoolexamen is het gewogen rekenkundige gemiddelde van de cijfers behaald voor de verschillende onderdelen conform artikel 7 lid 3 en artikel 7 lid 4.
ARTIKEL 9
MEDEDELING VAN RESULTATEN EN AFSLUITING
1. Het cijfer voor of resultaat van ieder onderdeel van het schoolexamen wordt zo spoedig mogelijk aan de kandidaat bekend gemaakt door de vakdocent-examinator. 2. Het eindcijfer of eindresultaat schoolexamen wordt voor de aanvang van het centraal examen aan de kandidaat medegedeeld.
Z:\WORD\JAF\PTA Tweede Fase 15 16 002.doc
6
3. De directeur rapporteert na iedere toetsperiode schriftelijk de voor de onderdelen van het schoolexamen behaalde cijfers en resultaten. 4. Het schoolexamen voor HAVO-5 en VWO-6 wordt 1 mei van het examenjaar afgesloten.
4 Herkansing en bevordering ARTIKEL 10
HERKANSING
1. Alleen in die gevallen waarin een kandidaat door ziekte of ten gevolge van een bijzondere, van zijn wil onafhankelijke omstandigheid, niet in staat is geweest aan een toets of opdracht deel te nemen in het kader van het schoolexamen, dan heeft hij zo dat mogelijk is recht op het inhalen van het gemiste onderdeel. 2. Iedere kandidaat heeft in het examenjaar recht op twee herkansingen. 3. Het betreft herkansingen in PTA-toetsen van twee verschillende vakken. 4. De vaksecties geven aan welke toets herkanst mag worden. Zij kunnen kiezen uit de volgende twee vormen: A de vaksecties duidt een pta-toets aan die herkanst mag worden. De herkansingstoets is qua vorm, stofomschrijving en gewicht gelijk aan de oorspronkelijke pta-toets. Het hoogste cijfer behaald bij de herkansing en de eerder afgelegde toets, geldt als definitieve eindcijfer voor deze pta-toets. B de vaksectie maakt een “mini”-examen. Dit cijfer vervangt een door de leerling aan te wijzen cijfer van een tot dan toe gemaakte PTA-toets, zijnde geen mondelinge toets of praktische opdracht. 5. Alleen schriftelijke toetsen mogen worden herkanst, dus geen mondelinge toets of praktische opdracht. 6. Aanmelding voor een herkansing kan alleen plaatsvinden middels een daarvoor ontworpen inschrijfformulier dat door de teamleider aan de kandidaten wordt overhandigd. Aanmelding dient te geschieden vóór een nader te bepalen tijdstip. Aanmeldingen die te laat worden ingeleverd, worden niet in behandeling genomen. 7. De herkansingen worden afgenomen in twee aansluitende weken in het voorjaar van het eindexamenjaar op de eerste lesuren van de dag volgens een nader vast te stellen rooster. 8. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij de eerder afgelegde PTA-toets geldt als definitief cijfer voor de PTA-toets. 9. Na afloop van de herkansing wordt het cijfer definitief vastgesteld in een overleg tussen de examenkandidaat en de teamleider.
ARTIKEL 11
BEVORDERING
1. Voor de bevordering van HAVO 4 naar HAVO 5 en voor de bevordering van VWO 4 naar VWO 5 en voor de bevordering van VWO 5 naar VWO 6 zijn bevorderingsnormen opgesteld. 2. De school kent geen voorwaardelijke bevordering in de genoemde overgangen in lid 1. 3. Een kandidaat die niet bevorderd wordt en doubleert, volgt het volledige programma voor het leerjaar dat hij overdoet. De kandidaat krijgt dan ook geen vrijstellingen op grond van de behaalde resultaten.
Z:\WORD\JAF\PTA Tweede Fase 15 16 002.doc
7
5. ARTIKEL 12
Besluit SLOTBEPALINGEN
1. Het schoolexamen wordt ingericht volgens het examenreglement waar het onderdeel van is en overeenkomstig hetgeen voor ieder vak in de bijlagen behorende bij dit PTA is bepaald en onder voorwaarde dat de schoolorganisatie dit toelaat. 2. Wijzigingen in het PTA zijn slechts mogelijk in overleg met de sectordirecteur en na instemming van de betrokkenen. 3. Het PTA is vastgesteld behoudens wijziging door ministeriële beschikking.
Z:\WORD\JAF\PTA Tweede Fase 15 16 002.doc
8