REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Codarts Geldend vanaf 1 september 2011 1. Codarts heeft een voorziening ter financiële ondersteuning van studenten, het reglement profileringsfonds, conform artikel 7.51 WHW. 2. Het reglement profileringsfonds regelt financiële steun bij: Studievertraging (A), Bestuursbeurzen (B) Talentbeurzen voor niet-EER studenten (C). 3. Tegen de beslissing van het college van bestuur op een verzoek om een uitkering uit het profileringsfonds kan in beroep worden gegaan bij het college van beroep voor het hoger onderwijs, conform artikel 7.64 en 7.66 WHW. 4. Problemen en gevallen waarin dit reglement niet voorziet worden voorgelegd aan het college van bestuur van de hogeschool. A. STUDIEVERTRAGING Artikel 1 Financiële ondersteuning bij studievertraging 1. Voor een uitkering uit het profileringsfonds komen studenten in aanmerking die voldoen aan alle onder lid a tot en met g genoemde eisen: a. de student is bij Codarts ingeschreven voor een opleiding waarvoor aan hem nog geen graad is verleend en waarvoor hij Codarts wettelijk collegegeld is verschuldigd; b. de student heeft voor die opleiding aanspraak op prestatiebeurs als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Wet studiefinanciering 2000 dan wel heeft voor die opleiding aanspraak op prestatiebeurs gehad; c. in de periode waarin met het oog op het volgen van de opleiding bedoeld onder a. prestatiebeurs op grond van hoofdstuk 5 van de Wet studiefinanciering 2000 werd genoten, doen zich een of meer, in artikel 2 genoemde bijzondere omstandigheden voor of hebben deze zich voorgedaan; d. de in onderdeel c. bedoelde bijzondere omstandigheden hebben tot studievertraging geleid; e. de student heeft de in onderdeel c. bedoelde bijzondere omstandigheden binnen 3 maanden na het zich voordoen van deze bijzondere omstandigheden gemeld aan de studentendecaan; f. de student heeft de door de studentendecaan geadviseerde schadebeperkende maatregelen genomen; g. de student die in aanmerking wenst te komen voor financiële ondersteuning uit het profileringsfonds dient vóór 1 december volgend op het studiejaar waarin de bijzondere omstandigheden zich voordeden, een gemotiveerd verzoek hiertoe in te dienen bij het college van bestuur van de hogeschool. Artikel 2 Bijzondere omstandigheden 1. De bijzondere omstandigheden van de student die bij toepassing van het eerste artikel in aanmerking worden genomen zijn: a. ziekte of zwangerschap en bevalling; b. een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; c. bijzondere familieomstandigheden; d. studievertraging die het gevolg is van de wijze waarop de instelling de opleiding feitelijk verzorgt; e. andere dan in de onderdelen a. tot en met d. bedoelde omstandigheden die, indien een daarop gebaseerd verzoek om financiële ondersteuning door het college van bestuur niet zou worden gehonoreerd, zouden leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. 2. Indien de student niet binnen 3 maanden na het zich voordoen van de bijzondere omstandigheden melding daarvan bij de studentendecaan heeft gedaan, dient hij op overtuigende wijze aan te tonen dat dit het gevolg is van een overmachtsituatie.
1 Profileringsfond Codarts versie 1.0
3. Indien de student geen of onvoldoende schadebeperkende maatregelen heeft genomen, dient hij op overtuigende wijze aan te tonen dat dit het gevolg is van een overmachtsituatie. Artikel 3 Beslissing op verzoek 1. De student dient het verzoek in via de studentendecaan van de hogeschool, met gebruikmaking van het daartoe vastgestelde formulier. 2. Het college van bestuur -stelt vast of de opgelopen studievertraging een gevolg is van de aangevoerde bijzondere omstandigheid; -stelt vast hoe groot de opgelopen studievertraging is in relatie tot de onderwijsprogrammering; -stelt vast of de student zich tijdig bij de studentendecaan heeft gemeld; -beoordeelt of de student in voldoende mate schadebeperkende maatregelen heeft genomen; -neemt een beslissing over de duur (in aantal maanden) van de financiële ondersteuning uit het profileringsfonds. 3. Het college van bestuur deelt zijn beslissing op de aanvraag om toekenning uit het profileringsfonds uiterlijk eind januari van het jaar volgend op de indiening van het verzoek schriftelijk mede aan de student. Artikel 4 Financiële ondersteuning 1. Ingeval positief op het verzoek wordt beslist wordt de financiële ondersteuning gegeven voor de periode zoals die door het college van bestuur wordt vastgesteld. 2. De financiële ondersteuning bestaat uit een maandelijks bedrag, ter hoogte van de basisbeurscomponent van de prestatiebeurs die betrokkene genoot uit hoofde van hoofdstuk 3 van de Wet studiefinanciering 2000, in de laatste maand dat er recht bestond op prestatiebeurs, met een maximumbedrag ter hoogte van de basisbeurs voor uitwonende studenten op het moment van uitbetaling. Artikel 5 Beschikbaarstelling van de voorziening 1. De financiële ondersteuning wordt de student ter beschikking gesteld nadat de rechten op prestatiebeurs zijn verlopen. De student dient hiertoe een verzoek tot uitbetaling in te dienen door middel van een daartoe vastgesteld formulier. 2. Als een student ná de datum van toekenning van een uitkering uit het profileringsfonds voor dezelfde omstandigheden verlenging van de prestatiebeurs op grond van artikel 5.6 lid 10 van de Wet studiefinanciering 2000 toegekend heeft gekregen, worden op de totale uitkering uit het profileringsfonds 12 maanden in mindering gebracht. 3. De student moet feitelijk studerende zijn en ingeschreven staan bij Codarts tegen het wettelijk collegegeld op het moment dat hij een verzoek indient voor uitbetaling van de toegekende uitkering uit het profileringsfonds. 4. De uitbetaling geschiedt na verrekening van eventuele schulden die de betrokkene heeft bij Codarts.
2 Profileringsfond Codarts versie 1.0
B. BESTUURSBEURZEN Artikel 1 Bestuursbeurzen Voor een bestuursbeurs komen studenten in aanmerking die voldoen aan alle onder lid a tot en met e genoemde eisen: a. De student is bij Codarts ingeschreven voor een opleiding waarvoor aan hem nog geen graad is verleend en waarvoor hij wettelijk collegegeld aan Codarts is verschuldigd. b. De student heeft voor die opleiding aanspraak op prestatiebeurs als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Wet studiefinanciering 2000. c. In de periode waarin met het oog op het volgen van de opleiding bij Codarts bedoeld onder a. prestatiebeurs op grond van hoofdstuk 5 van de Wet studiefinanciering 2000 wordt genoten, maakt de student deel uit van een bestuur dat voorkomt op de lijst in artikel 2 van dit reglement. Met een bestuurslidmaatschap wordt ook het lidmaatschap van een medezeggenschapsraad of opleidingscommissie bedoeld. d. De student heeft op het moment van zijn bestuurslidmaatschap zijn propedeuse behaald. In de studiejaren volgend op het behalen van de propedeuse heeft hij ten minste 55 studiepunten per jaar behaald. Voor een student die lid is of wordt van de Medezeggenschapsraad/Opleidingscommissie zijn deze studievoortgangeisen niet van toepassing. e. De student die in aanmerking wenst te komen voor een bestuursbeurs dient, uiterlijk één maand voorafgaand aan het aanvangen van het bestuurslidmaatschap, een gemotiveerd verzoek hiertoe in te dienen bij het college van bestuur van de hogeschool via de studentendecaan van de hogeschool, met gebruikmaking van het daartoe vastgestelde formulier. Artikel 2 Besturen en periode bestuursbeurs 1. Het college van bestuur kent een bestuursbeurs toe met inachtneming van het onderstaande schema. Aantal maanden bestuursbeurs ( per jaar) Voorzitter en vice voorzitter MR Lid MR Lid opleidingscommissie
2 1 1
2. Een student kan aanspraak maken op een bestuursbeurs voor één bestuurslidmaatschap gedurende zijn gehele inschrijvingsperiode als student bij Codarts. 3. In afwijking van het bepaalde in lid 1. kunnen studenten die zitting willen nemen in een ander bestuur, waarvan de toegevoegde waarde van het bestuurslidmaatschap voor zowel Codarts als de student, ter beoordeling door het College van Bestuur van Codarts, is aangetoond, maximaal 6 maanden bestuursbeurs ontvangen. Artikel 3 Overgangsregeling leden MR: 1. Studentleden van MR, die op 1 september 2010 functioneren in de zittingstermijn die voor 1 september 2010 is gestart, kunnen aanspraak blijven maken op vacatiegeld conform de het huishoudelijk reglement van de medezeggenschapsraad van Codarts gedurende deze lopende zittingstermijn. Artikel 4 Beslissing 1. Het college van bestuur -stelt vast of de student voldoet aan alle eisen genoemd in artikel 1; -stelt vast of het bestuur voorkomt in artikel 2 lid 1, dan wel voldoet aan de eisten genoemd in artikel 2 lid 3; -besluit hoeveel maanden bestuursbeurs worden toegekend.
3 Profileringsfond Codarts versie 1.0
2. Het college van bestuur deelt zijn beslissing op de aanvraag om toekenning uit het profileringsfonds zo spoedig mogelijk (binnen 8 weken na ontvangst van het verzoek) schriftelijk mede aan de student. Artikel 5 Financiële ondersteuning en beschikbaarstelling 1. De bestuursbeurs is een vast bedrag per maand dat door het College van Bestuur wordt vastgesteld. 2. De bestuursbeurs wordt per de datum van toekenning in maandelijkse termijnen uitbetaald. 3. De student moet feitelijk studerende zijn en ingeschreven staan bij Codarts tegen het wettelijk collegegeldtarief op het moment dat hij een bestuursbeurs ontvangt. 4. De uitbetaling geschiedt na verrekening van eventuele schulden die de betrokkene heeft bij Codarts.
4 Profileringsfond Codarts versie 1.0
C. TALENTBEURZEN Artikel 1 Voorwaarden voor een verzoek Voor een verzoek voor een talentbeurs (een beurs in de vorm van een collegegeldkorting) komen in aanmerking studenten die voldoen aan alle onder lid a t/m c genoemde eisen: a. De student is op 1 september van het betreffende studiejaar ingeschreven bij Codarts. b. De student voldoet niet aan de nationaliteitseisen conform WSF 2000, artikel 2.2 en is op basis daarvan het instellingscollegegeld voor de groep niet-EER studenten verschuldigd aan Codarts. c. De student voldoet gedurende zijn gehele inschrijving aan het woonplaatsvereiste. Dat betekent dat de student over een Nederlands GBA-adres dient te beschikken, of in België, Luxemburg of één van de Duitse Deelstaten woonachtig is en daarvan bewijs heeft ingeleverd bij de Centrale Studenten Administratie (CSA). Artikel 2 Behandeling en beoordeling van het verzoek 1. Een verzoek voor een talentbeurs kan via de website van Codarts (www.codarts.nl) worden in gediend. 2. De centrale studenten administratie (CSA) bevestigt de ontvangst van het verzoek. CSA legt het verzoek ter advisering voor aan de academie en vervolgens ter besluit aan het CvB. Artikel 3 Toekenning Het College van Bestuur deelt zijn beslissing op het verzoek om toekenning van een talentbeurs binnen 4 weken mede aan de student. Bij toekenning wordt de beurs in mindering gebracht op het te betalen instellings-collegegeld. Er kan op geen andere manier dan op deze wijze een beroep gedaan worden op de talentbeurs. De hoogte van de talentbeurs en het aantal talentenbeurzen wordt jaarlijks vastgesteld door het College van Bestuur. Vastgesteld door het college van bestuur op 14 juni 2011. met instemming van de medezeggenschapsraad op 27 juli 2011
5 Profileringsfond Codarts versie 1.0