Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. 2012
In samenwerking met
1
547.259 uitzendkrachten 547.259 motieven
2
Inhoudstafel 1. Uitzendarbeid vandaag 2. Doel van het onderzoek 3. De enquête 4. De verschillende clusters van uitzendkrachten 5. De resultaten van de enquête 6. De tevredenheid van uitzendkrachten 7. Algemeen besluit
3
1
4
uitzendarbeid vandaag
1. Uitzendarbeid vandaag: enkele cijfers • Omzet 2011: 4,249 miljard euro • 6400 vaste medewerkers • 176,4 miljoen gepresteerde uren • 378 730 uitzendkrachten • 182 516 jobstudenten
5
2
6
doel van het onderzoek
2. Doel van het onderzoek • Deze studie is een vervolg op - en een update van - het onderzoek ‘de profiel- en tevredenheidsanalyse van de uitzendkrachten’ dat in 2009 reeds werd uitgevoerd. • In deze studie besteden we hoofdzakelijk aandacht aan de profiel- en tewerkstellingskenmerken, het imago en de tevredenheid van uitzendkrachten. • Op basis van de resultaten van de profielanalyse is Federgon erin geslaagd vijf clusters van uitzendkrachten te vormen.
7
3
8
de enquête
3. De enquête • Hoe? Online enquête. • Wie? Uitzendkrachten aan de slag bij 24 uitzendkantoren. • Periode? Van 11 september 2011 tot 11 oktober 2011. • Aantal uitgenodigden: 53 779
Totaal aantal antwoorden:
8089
- Antwoorden niet behouden:
499
= Netto-antwoorden:
7590
• Netto respons: 14,1%. • 5920 respondenten vulden de vragenlijst volledig in.
9
De enquête: Vergelijking profiel respondenten en bestand Regio: Respondenten Bestand Aantal % Aantal
%
Brussel Vlaanderen Wallonië
887 3.458 1.659
14,8 57,6 27,6
26.251 192.257 74.364
9,0 65,7 25,4
Totaal
6.004
100%
292.872
100%
statuut: Respondenten Bestand Aantal % Aantal
%
Arbeider Bediende
3.296 4.024
45,0 55,0
187.008 127.321
59,5 40,5
Totaal
7.320
100%
314.329
100%
geslacht: Respondenten Bestand Aantal % Aantal
10
%
Man Vrouw
2.818 3.364
45,6 54,4
189.859 120.442
61,2 38,8
Totaal
6.182
100%
310.301
100%
4
11
de verschillende clusters van uitzendkrachten
4. Vijf clusters • Een belangrijke conclusie van dit onderzoek is dat de populatie van uitzendkrachten geen homogene groep is. • Naast hun verschillende profielkenmerken maken we een onderscheid tussen vijf clusters van uitzendkrachten, naargelang hun motieven om uitzendarbeid te verrichten: • Young professionals: 15% • Bijverdieners: 20% • Opstappers: 48% • Doorstarters: 10% • Flex professionals: 7% Er zijn belangrijke verschillen in de profielkenmerken, tewerkstellingskenmerken, het zoeken en vinden van vast werk, de tevredenheid over uitzendarbeid, enz … naargelang de cluster waartoe men als uitzendkracht behoort.
12
Verdeling arbeiders/bedienden per cluster
0.7 0.6
0.6211
0.5 0.4
0.55
0.45
0.5749
0.5487
0.5226
0.5252 0.4748
0.4774
0.4251
0.4513
0.3789
0.3 0.2 0.1 0 Totaal
Opstappers
Bijverdieners
Arbeiders (N=3.017)
13
Young professionals Bedienden (N=2.948)
Doorstarters
Flex professionals
Verdeling leeftijdscategorieën per cluster
0.7 0.6211 0.6211
0.5487 0.4518
0.5226
0.4774
0.5252
0.5487
0.3789
0.3
0.4748
0.45
0.4
0.4251
0.5
0.5749
0.55
0.6
0.2 0.1 0 Totaal
<25j (N=2.020)
14
Opstappers
>=25j en <30j (N=914)
Bijverdieners
>=30j en <45j (N=1.819)
Young professionals
>=45 (N=1.193)
Doorstarters
Arbeiders (N=3.017)
Flex professionals
Bedienden (N=2.948)
Young professionals Katrien, 26 jaar: “Alvorens ik ergens vast aan de slag ga, wil ik eerst zoveel mogelijk ervaring opdoen.Misschien ga ik zelfs nog enkele maanden reizen.”
• Young professionals verrichten uitzendarbeid om nuttige werkervaring op te doen. • Ze zijn gewoonlijk jong, stedelijk en hooggeschoold. • Ze zijn vaker tewerkgesteld als professionele medewerkers in de dienstensector. Een groot deel onder hen werkte pas in 2011 voor het eerst als uitzendkracht. • Young professionals zijn vaak student vóór de aanvang van hun uitzendjob en genieten meer opleidingen dan de uitzendkrachten uit de andere clusters. • Deze groep uitzendkrachten is gemiddeld meer tevreden over uitzendarbeid dan de gemiddelde uitzendkracht.
15
Bijverdieners Els, 48 jaar: “Ik heb meer financiële ademruimte, nu ik naast mijn job van administratief bediende ook als uitzendkracht iets bijverdien.”
• Deze werknemers verrichten uitzendarbeid als bijverdienste • Bijverdieners zijn jonger dan 25 jaar en ouder dan 45 jaar, Belg, hooggeschoold en vrouwelijk. • Bijverdieners hebben ook vaker ondersteunende functies zonder leidinggevende rol, ze werken vaker in de dienstensector en voor kortere periodes dan de gemiddelde uitzendkracht. Ze krijgen gemiddeld ook de minste opleidingen. • Bijverdieners zijn vaak studenten die als uitzendkracht werken om zelf te kunnen bepalen in welke periodes ze werken. Ze zijn dus gewoonlijk niet op zoek naar vast werk. • Bijverdieners zijn gemiddeld meer tevreden over uitzendarbeid dan de gemiddelde uitzendkracht.
16
Opstappers Kevin, 22 jaar: “Ik hoop via uitzendarbeid een vaste job te vinden.”
• Deze werknemers verrichten uitzendarbeid om vast werk te vinden. • Ze zijn tussen 25-45 jaar, eerder laaggeschoold en arbeider. • Deze uitzendkrachten zijn gewoonlijk actief in de industriële sector en werken voor langere periodes dan de gemiddelde uitzendkracht. • Ze zijn vaker werkzoekend vóór hun laatste uitzendjob. • Deze groep uitzendkrachten vindt vaker vast werk dan de andere uitzendkrachten.
17
Doorstarters Anne, 38 jaar: “Nu de kinderen wat ouder zijn, heb ik nood aan een nieuwe uitdaging en wil ik opnieuw aan de slag.”
• Doorstarters verrichten uitzendarbeid om hun loopbaan te herlanceren. • Ze zijn ouder dan 30 jaar. • Een groot deel onder hen had voordien een contract van onbepaalde duur. Ze zijn gemiddeld langer zonder job (inactief) dan de andere uitzendkrachten. • Typerend aan doorstarters is dat zij vaker een leidinggevende functie hebben als professionele medewerker of manager. • Ze zien uitzendarbeid voornamelijk als een kanaal voor herintreding op de arbeidsmarkt. Ze hopen dan ook om vast werk te vinden via uitzendarbeid, wat ook vaak het geval is (zelfs nog vaker dan opstappers). • Ondanks het feit dat deze groep uitzendkrachten het meest vast werk vindt, staan deze doorstarters over het algemeen kritischer tegenover uitzendarbeid dan de gemiddelde uitzendkracht.
18
Flex professionals Hakan, 45 jaar: “Werken als uitzendkracht is voor mij een zeer bewuste keuze. Ik hou enorm van de afwisseling.”
• Flex professionals verrichten uitzendarbeid voor de afwisseling. • Ze zijn meestal vrouw en iets ouder. • Ze wisselen geregeld van uitzendjob. •F lex professionals zijn vaak professionele medewerkers, zonder leidinggevende rol, in de dienstensector en ze werken voor kortere periodes dan de gemiddelde uitzendkracht. •O pvallend is dat flex professionals het vaakst zelf besloten om zich in te schrijven als uitzendkracht en dat ze bij het grootst aantal uitzendbureaus aan de slag zijn. •Z e verrichten uitzendarbeid om zelf te kunnen bepalen welke periodes ze werken. Daarnaast doen ze het voor de afwisseling. Ze zijn dus gewoonlijk niet op zoek naar vast werk. •Z e zijn bovendien het meest tevreden over uitzendarbeid in vergelijking met de andere clusters.
19
5
20
de resultaten van de enquête
5. De resultaten van de enquête 5.1
Kenmerken van de uitzendkrachten
5.2
Kenmerken van het werken als uitzendkracht
5.3
Kenmerken van de uitzendopdracht
5.4
Professioneel verleden van de uitzendkracht
5.5
Motieven om als uitzendkracht te werken
5.6
Uitzendkrachten en de aangeboden opleidingen
5.7
Uitzendkrachten stromen vlot door naar de arbeidsmarkt
21
Kenmerken van de uitzendkrachten 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
22
• De meeste uitzendkrachten zijn: • Alleenstaand, zonder personen ten laste (46%) • Middengeschoold (44%) • 14% is van niet-Belgische nationaliteit • Het profiel van de uitzendkrachten is ook wat geëvolueerd sinds de laatste profielonderzoeken: • Verdere daling van het percentage laaggeschoolden (25% in 2011, 27% in 2009) • Stijging van het aandeel uitzendkrachten met uitzendarbeid als bij-activiteit (ruim 1/5).
Kenmerken van de uitzendkrachten 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
23
• Tot slot wordt uitzendarbeid eerder als bij-activiteit verricht door volgende categorieën: • Het aandeel bijverdieners is groter bij uitzendkrachten die in Vlaanderen wonen. • De meeste mensen met een bij-activiteit situeren zich in de categorieën van de jongeren (<25 jarigen) en de 45-plussers. • Hooggeschoolden. • Belgen.
Kenmerken van het werken als uitzendkracht 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
24
• 28% van de bevraagde uitzendkrachten zijn ‘nieuwe’ uitzendkrachten (personen die in 2011 voor het eerst aan de slag zijn als uitzendkracht). • 64% heeft zelf besloten zich in te schrijven als uitzendkracht, 36% deed dit op aanraden/vraag van een persoon/instantie, meestal kozen zij voor een uitzendbureau in de buurt. • Meer dan de helft (63%) van de uitzendkrachten werkte in 2011 slechts via 1 bureau. • ‘Familie/vrienden’, ‘het bedrijf waar ik solliciteerde’ en ‘een consulent bij VDAB/Actiris/ FOREM/OCMW/werkwinkel’ zijn de belangrijkste instanties/personen die uitzendarbeid aanraadden. • Brusselaars, arbeiders, niet-EU en laaggeschoolden zijn gemiddeld via meer uitzendbureaus aan de slag dan de andere categorieën.
Kenmerken van de uitzendopdracht 5.1 5.2 5.3
• Duur van de opdracht: een gemiddelde uitzendopdracht duurt 4 à 6 maanden. • Sector waarin uitzendkrachten tewerkgesteld zijn: Diensten (57%) Industrie (37%) • Functies waarin uitzendkrachten tewerkgesteld zijn:
5.4
• Arbeiders: magazijnier is de belangrijkste functie (16%)
5.5
• Uitzendkrachten hebben voornamelijk een uitvoerende functie (64%).
5.6 5.7
25
• Bedienden: administratief medewerker is de belangrijkste functie (25%)
• 8% werkt in een leidinggevende functie (56% hiervan heeft leiding over 0 tot 5 werknemers). • De evolutie van 2009, waarbij het belang van de industriële sector (45% in 2003) daalt ten gunste van de tertiaire sector (43% in 2003), zet zich verder in 2011.
Professioneel verleden van de uitzendkracht 5.1 5.2 5.3
• Situatie van de uitzendkrachten die uitzendarbeid als hoofdactiviteit verrichten, vóór de huidige uitzendopdracht: • werkzoekend: 29, 9% • contract van onbepaalde duur: 24,8% • uitzendarbeid: 16,1% • schoolverlaters: 11,1%
5.4 5.5 5.6 5.7
26
•S inds 2009 zijn er enkele opmerkelijke evoluties: • Er is een stijging van het aantal personen met een contract voor onbepaalde duur vóór de uitzendopdracht. • Er is een stijging van het percentage langdurig werklozen vóór de uitzendopdracht.
Motieven om als uitzendkracht te werken 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
27
• Dit zijn de belangrijkste motieven in dalende orde voor het verrichten van uitzendarbeid, voor de totale groep uitzendkrachten: • Beter dan werkloos te zijn • Financiële noodzaak • Opstap naar vast werk • Werkervaring opdoen • Biedt meer mogelijkheden, meer kansen in moeilijke tijden •S inds 2009 nam het motief ‘financiële noodzaak’ aan belang toe.‘Opstap naar vast werk’ daalde in belang. •E r zijn echter zeer grote verschillen merkbaar in de motieven naargelang de uitzendkracht zijn uitzendopdracht als hoofd- of nevenactiviteit verricht.
Aangeboden opleidingen 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
28
• 14.9% van de uitzendkrachten genoot in 2011 een opleiding. • 42.4% van die opleidingen was van technische aard, 32.9% had betrekking op veiligheid, preventie en hygiëne. • Meestal vinden de opleidingen plaats tijdens de uitzendopdracht. • Meestal betreffen het interne opleidingen, gegeven door een opleider binnen het bedrijf.
Uitzendkrachten stromen vlot door op de arbeidsmarkt 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
29
• Van alle uitzendkrachten die tussen 11/9/11 en 11/10/11 aan de slag waren als uitzendkracht, had 1/3 vóór 15 november 2011 een vast contract. • 67% van de uitzendkrachten die vast werk hebben gevonden, heeft vast werk gevonden in het bedrijf van tewerkstelling als uitzendkracht. • Gemiddeld zijn volgende uitzendkrachten meer op zoek naar vast werk: • Uitzendkrachten die uitzendarbeid als hoofdactiviteit verrichten (81,8%) • Arbeiders (83,8%) • 25- tot 45-jarigen (87%)
6
30
tevredenheid van de uitzendkrachten
6. Tevredenheid van de uitzendkrachten 6.1
tevredenheid: werken als uitzendkracht
6.2
tevredenheid: loon- en arbeidsvoorwaarden
6.3
tevredenheid: uitzendbureaus
31
Tevredenheid: werken als uitzendkracht 6.1 6.2 6.3
• Hoge tevredenheid over het werken als uitzendkracht: • 74% van de uitzendkrachten is tevreden tot zeer tevreden over het werken als uitzendkracht. • 80% zou uitzendarbeid aanraden aan familie, vrienden of kennissen. • 80,1% zou in de nabije toekomst nog willen werken als uitzendkracht. • Alle aspecten in verband met het aangeboden werk, loon- en arbeidsvoorwaarden en de werking van uitzendbureaus worden positief geëvalueerd door uitzendkrachten. • Uitzendkrachten zijn het meeste akkoord met volgende stellingen: • Uitzendarbeid biedt minder financiële zekerheid. • Uitzendarbeid is een geschikt kanaal om vast werk te vinden. • Uitzendarbeid vereist sterke sociale vaardigheden. • Met uitzendarbeid blijf ik regelmatig aan de slag. • Uitzendarbeid biedt meer mogelijkheden in tijden van economische crisis.
32
Tevredenheid: werken als uitzendkracht 6.1 6.2 6.3
33
• Uitzendkrachten blijken het over het algemeen minder eens te zijn met volgende stellingen: • Uitzendkrachten verdienen minder. • Uitzendkrachten worden minder gewaardeerd. • Uitzendarbeid biedt een betere combinatie arbeid-gezin.
Tevredenheid: loon- en arbeidsvoorwaarden 6.1 6.2 6.3
• Uitzendkrachten zijn het meest tevreden over volgende aspecten in verband met het aangeboden werk en loon- en arbeidsvoorwaarden: • Bereikbaarheid werkplaats/afstand tot werkplaats • Werksfeer • Uren waarop men werkt • Aantal werkuren • Uitzendkrachten zijn het minst tevreden over volgende aspecten in verband met het aangeboden werk en loon- en arbeidsvoorwaarden: • Loon • Aantal jobs • Fysieke belasting op het werk
34
Tevredenheid: uitzendbureaus 6.1 6.2 6.3
• Uitzendkrachten zijn het meest tevreden over volgende aspecten in verband met de werking van uitzendbureaus: • Correcte uitbetaling van het loon • Begrip, respect vanwege medewerkers • Correctheid van de aangeboden contracten • Aantal contacten en begeleiding van de uitzendbureaus
• Uitzendkrachten zijn het minst tevreden over volgende aspecten in verband met de werking van uitzendbureaus: • Informatie over opleidingsmogelijkheden • Informatie over sociale zekerheid en overheidsmaatregelen
35
7
36
algemeen besluit
Algemeen besluit • De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat dé uitzendkracht niet bestaat of met andere woorden dat de populatie van uitzendkrachten zeker geen homogene groep is. De typische uitzendkracht bestaat niet. • We maken een onderscheid tussen vijf grote clusters van uitzendkrachten, afhankelijk van hun motieven om uitzendarbeid te verrichten: • Young professionals: 15% • Bijverdieners: 20% • Opstappers: 48% • Doorstarters: 10% • Flex professionals: 7% •N aargelang de cluster waartoe men als uitzendkracht behoort zijn er belangrijke verschillen in de profielkenmerken, tewerkstellingskenmerken, het zoeken en vinden van vast werk, de tevredenheid over uitzendarbeid, enz…
37
Algemeen besluit • Het profiel van de uitzendkrachten is geëvolueerd sinds de laatste profielonderzoeken: • Daling van het percentage laaggeschoolden (25,3% in 2011, 27% in 2009) • Stijging van het aandeel uitzendkrachten dat uitzendarbeid als bij-activiteit uitoefent. • 28% van de bevraagde uitzendkrachten zijn ‘nieuwe’ uitzendkrachten (personen die in 2011 voor het eerst aan de slag zijn als uitzendkracht). • De evolutie in 2009, waarbij het belang van de industriële sector (36% in 2009 en 45% in 2003) daalt ten gunste van de tertiaire sector (55% in 2009 en 43% in 2003), zet zich verder in 2011 (57% diensten en 37% Industrie).
38
Algemeen besluit • Sinds 2009 zijn er enkele opmerkelijke evoluties: • Er is een stijging van het aantal personen met een contract voor onbepaalde duur vóór de uitzendopdracht. • Er is een stijging van het aandeel langdurig werklozen vóór de uitzendopdracht. • Sinds 2009 nam het motief ‘financiële noodzaak’ aan belang toe. ‘Opstap naar vast werk’ daalde in belang. • In totaal kreeg 15% van de uitzendkrachten een opleiding in de loop van 2011. Dit is meer dan het dubbele van het totale percentage Belgische werknemers tussen 25 en 64 jaar (7,2%), dat in 2011 een opleiding genoot. (LFS/EAK). • 33,6% van de uitzendkrachten, die uitzendarbeid als hoofdactiviteit uitoefenen en niet meer aan de slag waren als uitzendkracht op het moment van de bevraging, heeft vast werk gevonden na het aflopen van zijn uitzendopdracht.
39