M AT R IX
JAARGANG 11 NAJAAR / 2004
KWARTA ALB L AD VA N DE TECH N I SCH E U N IVE R S ITE IT E I N DHOVE N
Producten van recyclebare polymeren N I E U W E M A STE RO P LE I DI NG E N A A N D E T U / e KWALITE IT VA N SOF T WA R E M E TE N LO G I ST I E K OP W E R E LD N IV E AU
T U/ e - C O N G R E S T I P
Colofon
Biomedea
Technische Universiteit Eindhoven Communicatie Service Centrum Postbus 513 5600 MB Eindhoven homepage: http://www.tue.nl e-mail:
[email protected]
Datum:
Van 17 tot en met 19 december 2004. Plaats:
TU/e-auditorium. Inhoud:
Hoofdredactie Drs. Han Konings Telefoon (040) 247 33 30/ 247 29 61 Telefax (040) 245 60 33
Het congres is gewijd aan onderwijs en training in medical and biological engineering and sciences en is onderdeel van het Europese BIOMEDEA-project dat gewijd is aan harmonisatie van onderwijsprogramma’s van Biomedische Technologie (BMT). Daarnaast is het een Europese voorbereiding op de tweede Whitaker Biomedical Engineering Education summit.
Informatie over adverteren H&J Uitgevers Telefoon (010) 451 55 10 Telefax (010) 451 53 80
Doelgroep: Medewerkers aan dit nummer Cora van den Berg Chris van de Graaf Joep Huiskamp Corine Legdeur Paula van de Riet
Vertegenwoordigers van Europese BMT-programma’s, beleidsmakers en studenten. Organisatie:
Dr. Dirk Slaaf (Universiteit Maastricht) en prof.dr. Joachim Nagel uit Stuttgart namens de Educational Comittee van EAMBES (European Alliance for Medical and Biological Engineering and Sciences).
Foto’s en illustraties Maarten Corbijn Vincent van den Hoogen OGC Bart van Overbeeke Rob Stork
Meer informatie en aanmelding:
[email protected] of www.bmt.tue.nl Basisvormgeving Proforma, grafisch ontwerp & advies, bno Vormgeving Onnink Grafische Comm. bv, Oudenbosch
ingenieur-in-spe
Druk E.M. de Jong, Baarle-Nassau
Evert de Koeijer (25)
Redactieadviesgroep Mr.drs. B.C. Donders Drs. W.F. Gaasendam Prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Ir. J. Schlangen Prof.dr.ir. H.C.A. van Tilborg Prof.dr. L.H.J. Verhoef
Toekomstig beroep: Ik wil in ieder geval een baan binnen het bedrijfsleven. Mijn interesse ligt op het gebied van de procestechnologie en/of procesontwerp.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
Matrix wordt gemaakt door het Communicatie Service Centrum van de TU/e en verschijnt vier keer per jaar. Het blad wordt (na schriftelijk verzoek) kosteloos toegezonden aan TU/e-ingenieurs en aan een scala van andere, externe relaties.
Zesdejaars student Scheikundige Technologie. Hij is voorzitter geweest van het Chemisch Technologisch Dispuut Kekulé. Hij heeft op het Zeldenrust College in Terneuzen gezeten.
Leukste moment van het afgelopen jaar: Ik heb mijn stage gelopen in India. Dit is een geweldige ervaring geweest. Beste TU/e-docent: Moeilijke vraag. Ik heb niet echt een beste docent, de verschillende vakken worden goed gegeven.
Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen uit Matrix is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Voor het gebruik van de foto’s of andere illustraties is toestemming van de maker nodig.
Wat wil je graag veranderen: Niet zozeer veranderen, maar het is belangrijk dat de TU/e garant blijft staan voor voldoende kennis en een wetenschappelijk hoog niveau.
Het eerstvolgende nummer van Matrix verschijnt in december 2004.
Favoriete muziek: Ik heb geen specifieke voorkeur. Van Pater Moeskroen en André Hazes, tot de groep Boo en Rammstein.
ISSN 1380-247X
Belangrijkste in je omgeving: Mijn familie en vriendin staan zeker op één. Ook zijn mijn huisgenoten en vrienden van het dispuut erg belangrijk.
2
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
inhoud BELEID
4
Universiteiten werken samen in nieuwe masteropleidingen In september zijn zeven ‘speciale’ masteropleidingen van start gegaan. Nu zijn het nog specialisaties binnen de opleidingen waar verschillende faculteiten aan meedoen, maar op termijn worden het zelfstandige opleidingen. Vijf ervan worden zelfs landelijke masters, zo is afgesproken met de technische universiteiten van Delft en Twente.
IN GESPREK
8
Nadenken over de techniek van morgen Hij mengt zich graag in het maatschappelijk debat van de regio Brabant Zuidoost. En ir. Eric van Schagen kijkt hierbij over de grenzen van zijn ICTbedrijf Simac Techniek NV. ‘We veramerikaniseren. Juristen en economen zijn de koningen en tsaren van deze tijd.’
ONDERZOEK
26
Logistieke planning draait om menselijk gedrag Hoe kun je logistieke bedrijfsprocessen optimaal laten verlopen? De onderzoeksgroep Operations Planning, Accounting and Control van Technische Bedrijfskunde doet onderzoek op dit gebied. Eerder dit jaar kreeg ze de hoogste score van een internationale commissie bij de visitatie van Technische Bedrijfskunde en Bestuurskunde.
16
ONDERZOEK Diagnose voor de kwaliteit van software/‘LaQuSo heeft geen fouten kunnen vinden’. Zo moet het keurmerk luiden dat het Laboratory for Quality Software van de faculteit Wiskunde & Informatica op termijn wil uitdelen. LaQuSo moet als brug dienen tussen de theoretische informaticawetenschap en de software-industrie.
36
CULTUUR Tromp Festival op TU/e-terrein/Studium Generale werkt samen met het Tromp Muziek Concours en brengt dit jaar drie alternatieve muzieken theaterprojecten op de campus. Daarvoor is de crème de la crème van verschillende interessante moderne richtingen uitgenodigd.
en verder in dit nummer Op de cover:
Met het nieuwe composietmateriaal polypropyleen worden producten ontwikkeld en gemaakt. Lees verder op pagina 34.
• TU/e in de pers / 7 • Nieuws over bedrijfsleven / 11 • Nieuwe website TU/e met open source / 12 • Op stage, TU/e-student in het buitenland / 14 • Nieuws over onderwijs / 15 • Nieuws over onderzoek / 2o • Prof.dr.ir. Jeu Schouten, decaan faculteit Industrial Design / 22 • Ontwerper in opleiding / 30 • Joris Nuijten, ingenieur in olie / 32 • Idealisme en creativiteit bij alumnivereniging WIRE / 40 • Agenda en servicerubriek / 42
Foto: Bart van Overbeeke
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
3
XBXEXLXEXI X DX X X X X
O O K T O E S T R O O M VA N B U I T E N L A N D S E S T U D E N T E N V E R W A C H T
Universiteiten werken samen in nieuwe masteropleidingen universiteiten’ is de ondertitel van het plan. Naast de Graduate School komen er het 3TU-Institute of Science and Technology op onderzoeksgebied en het 3TU-Innovation Lab op het gebied van kennisvalorisatie. ‘De Graduate School is een vehikel om samen te werken op gebied van onderwijs’, zegt mr.drs. Ben Donders van de
De 3TU-Graduate School. Zo wordt de bundeling van master-, leraren- en ontwerpersopleidingen en het post-initiële onderwijs van de drie technische universiteiten genoemd in het Sectorplan Wetenschap & Techniek. Het Sectorplan is de blauwdruk voor de toekomstige samenwerking van de drie TU’s. ‘Op weg naar een federatie van technische
In september zijn zeven ‘speciale’ masteropleidingen van start gegaan. Nu zijn het nog specialisaties binnen de opleidingen waar verschillende faculteiten aan meedoen, maar op termijn worden het zelfstandige opleidingen. Vijf ervan worden zelfs landelijke masters, zo is afgesproken met de technische universiteiten van Delft en Twente. ‘De nieuwe vakgebieden hebben bij uitstek afgestudeerden nodig die verschillende disciplines kunnen toepassen.’
4
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
Dienst Algemene Zaken. Daarvoor is nu een belangrijke stap gezet. Er zijn nieuwe speciale masterprogramma’s gestart die binnen een paar jaar zelfstandige opleidingen moeten worden. Vijf hiervan worden gezamenlijk met Delft en Twente opgepakt tot ‘landelijke masters’. ‘De TU/e heeft een paar jaar geleden
al de mogelijkheid gehad om van specialisaties zelfstandige masters te maken’, legt Ben Donders uit. ‘We hebben daar toen van afgezien, tot onze latere spijt. De faculteiten hebben alsnog het verzoek gekregen om na te denken over interdisciplinaire thema’s die zelfstandige masters kunnen worden. Daar zijn negen plannen uitgekomen. Dat overleg was nog best lastig, met
Nano-engineering, Embedded Systems of Sustainable Energy Technology (zie kader op pagina 7). ‘De vakgebieden waar we voor gekozen hebben komen voort uit onderzoeksresultaten, maar vooral uit de praktijk’, zegt Donders. ‘De industrie heeft behoefte aan onderzoek naar bijvoorbeeld embedded systems of nanotechnologie. Deze nieuwe vakgebieden zijn heel breed en hebben bij uitstek afgestudeerden nodig die verschillende disciplines kunnen toepassen.’ De star tracks zijn aan de studenten al gepresenteerd als potentiële masters. Formeel is dat nog niet zover. ‘Een werkgroep is bezig met de aanvraag van de ‘vergunningen’ bij de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie’, legt Donders uit. ‘Die beoordeelt de plannen inhoudelijk en vervolgens beoordeelt het ministerie van Onderwijs de nieuwe opleiding op doelmatigheid. We hebben al twee aanvragen ingediend bij de NVAO: voor Sustainable Energy Technology en voor Embedded Systems.’
al die verschillende faculteiten die erbij betrokken waren. Maar het is gelukt.’ In september zijn zeven van deze interfacultaire specialisaties van start gegaan. In 2005 volgen er nog twee. In de wandelgangen worden ze wel star tracks genoemd, de master tracks voorzien van een sterretje, om hun toekomstige zelfstandigheid aan te duiden. Denk aan specialisaties als
Concurrenten
Vijf van de negen specialisaties gaan op termijn ‘landelijke masters’ worden, als gezamenlijk aanbod van de drie technische universiteiten. ‘Dat heeft nogal wat voeten in de aarde’, zegt Donders. ‘Het ministerie juicht de samenwerking toe. Staatssecretaris Rutte van Onderwijs heeft eind augustus zes miljoen euro toegezegd om de opleidingen beter op elkaar af te stemmen. Maar de wet moet eerst aangepast worden. Nu mag een opleiding alleen aangeboden worden door één universiteit, die er de ‘vergunning’ voor heeft. Wij willen af van het idee dat ieder voor zich opleidingen aanbiedt. Het is niet efficiënt om een vak op drie plaatsen aan te bieden. Het ministerie ziet daar ook wel wat in en heeft beloofd te kijken of de wetswijziging snel kan worden doorgevoerd.’ Ing. Amandus Lundqvist, voorzitter van het College van Bestuur van de TU/e, is blij dat de overheid positief is. ‘Het is belangrijk dat we gezamenlijk aan de slag gaan, in plaats van elkaars concurrenten te zijn. Hoewel we elkaar in de loop van de tijd nog meer moeten zien te vinden. Als je onderwijs aanbiedt aan studenten, moet het ook gedegen zijn. De programma’s moeten minimaal twintig studenten trekken, is ons
Prof. dr. Bert Koopmans is een van de kartrekkers van het speciale masterprogramma Nano-engineering.
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
5
XBXEXLXEXI D XXXXXX
logisch.’ Aan de andere twee technische universiteiten zijn al opleidingen op dit vakgebied, ieder met zijn specialisme. ‘Delft is goed in fundamentele wetenschap, zoals de transistor gebaseerd op een enkel elektron’, zegt Koopmans. ‘Dat soort onderzoek is moeilijk op te schalen voor de industrie. In Twente zijn ze meer gericht op toepassing. Ze ondersteunen bijvoorbeeld startende bedrijfjes die hiermee bezig zijn. In Eindhoven zijn we juist bezig om de verbinding tussen science en technology te leggen. Wij maken de vertaalslag van de wetenschappelijke uitdaging naar de industrie, met bedrijven als Philips en ASML dicht om ons heen. Bovendien is materialenonderzoek in Eindhoven altijd groot geweest, met veel onderzoeksscholen en –instituten zoals het Dutch Polymer Institute en het center for NanoMaterials.’ Dat laatste centrum, het cNM, is tweeenhalf jaar geleden opgericht om het nano-onderzoek in Eindhoven bij elkaar te brengen. ‘Datzelfde willen we nu doen voor het onderwijs. In dit geval in samenwerking met Nijmegen. Vorig jaar is deze samenwerking formeel bezegeld. Er is een werkgroep opgericht voor de invulling van het gezamenlijke programma. Iedereen was vanaf het begin heel enthousiast. De eerste fundamenten zijn gelegd. Nu moeten we het stapje voor stapje invullen. Het programma zal ieder jaar breder worden. Het is sowieso al een dynamisch geheel, nu de overgangsfase naar de bachelor/masterstructuur in volle gang is.’ Ing. Amandus Lundqvist: ‘We moeten elkaar in
Herkenbaarder
de loop van de tijd nog meer zien te vinden.’
Het programma Nano-engineering is ingebed in de vier bestaande masteropleidingen Technische Natuurkunde en Scheikundige Technologie aan de TU/e en Natuurkunde en Scheikunde in Nijmegen. Het bestaat uit allerlei specialistische vakken en een aantal inleidende vakken. Die zijn verplicht voor studenten die een certificaat Nano-engineering willen halen. ‘Een aantal vakken wordt zowel in Eindhoven als in Nijmegen gegeven door dezelfde docenten’, vertelt Koopmans. ‘Dat betekent dat docenten gaan reizen tussen de twee universiteiten. Ook de studenten krijgen de mogelijkheid zich breder te oriënteren. We stimuleren ze om vakken buiten de eigen faculteit te volgen, of om een afstudeeronderzoek te doen bij één van de vier faculteiten. Ook zullen docenten uit verschillende locaties hun bijdrage leveren aan een afstudeeronderzoek.’ Koopmans heeft nog geen zicht op het aantal studenten dat het programma zal volgen. ‘Je weet pas welk vak studenten kie-
uitgangspunt. Ze moeten zichzelf bewijzen in de praktijk. Dat hoeft niet direct het eerste jaar, maar wel op den duur.’ Lundqvist heeft er overigens alle vertrouwen in. ‘De specialisatie Polymeren bijvoorbeeld trekt veel studenten uit China. Dat is ook één van onze doelen met deze nieuwe masters: dat we niet alleen Nederlandse inschrijvingen krijgen, maar ook een toestroom van buitenlandse studenten.’ De landelijke opleidingen moeten straks centraal georganiseerd worden. ‘Dat betekent ook dat docenten of studenten moeten reizen tussen de locaties’, geeft Lundqvist aan. Wie weet kan de moderne technologie een handje helpen. Er zijn al colleges, bijvoorbeeld over ondernemerschap, op verschillende locaties via inter-
6
M
A
T
R
I
X
/
3
net. Drie hoogleraren van de drie TU’s hebben al videocolleges gegeven. Eén van de zeven nieuwe specialisaties die in september van start zijn gegaan is ‘Nano-engineering of functional materials’, een samenwerking tussen de TU/e en de universiteit van Nijmegen. ‘Nanotechnologie is bij uitstek een onderzoeksveld dat bruggen slaat, met name tussen natuurkunde en scheikunde’, zegt prof.dr. Bert Koopmans, coördinator van het programma Nano-engineering. ‘Het vakgebied draait om het manipuleren en verbeteren van materialen op atomaire schaal, bijvoorbeeld om ze energiezuiniger te maken. Als je werkt met de allerkleinste deeltjes lopen natuurkunde en scheikunde vanzelfsprekend in elkaar over. Een bundeling van onderzoek en onderwijs is dus
/
2
0
0
4
zen als ze in de collegebank zitten. Ik heb er wel vertrouwen in. Een paar jaar geleden zijn we met het vak Nanofysica begonnen. Dat is altijd goed bezocht geweest. We hopen dat het gaat groeien, dat deze specialisatie steeds herkenbaarder wordt.’ Aan de formele accreditatie van het programma wordt nog gewerkt. ‘De voorbereiding daarvan is al in volle gang. Zodra het rond is gaan we werken aan de nationale master in 3TU-verband, die ‘Nanoscience and technology’ gaat heten. Maar zelfs als het huidige programma Nano-engineering met Nijmegen het eindproduct blijft, zijn we al tevreden. De eerste stap van samenwerking tussen faculteiten en universiteiten is gezet, daar gaat het om. Dat is op zich al een succes.’
De negen speciale masteropleidingen, nu nog specialisaties binnen reguliere masteropleidingen (met tussen haakjes de betrokken faculteiten van de TU/e) :
Specialisaties waar al afspraken over zijn om landelijke masters te worden:
Overige specialisaties:
■ Sustainable Energy Technology (Technologie Management en Werktuigbouwkunde) ■ Systems and Control (Werktuigbouwkunde en Elektrotechniek) ■ Embedded Systems (Wiskunde & Informatica en Elektrotechniek) ■ Construction Management and Engineering (Bouwkunde) ■ Nano-engineering * (Technische Natuurkunde en Scheikundige Technologie) * de landelijke master gaat Nanoscience and technology heten
■ Information Security Technology (Wiskunde & Informatica) ■ Broadband Telecommunication Technologies (Elektrotechniek) ■ Polymers (Technische Natuurkunde, Werktuigbouwkunde en Scheikundige Technologie, start in 2005) ■ Fluid and Solid Mechanics (Werktuigbouwkunde, start in 2005)
Multidisciplinair
De vraag doet zich voor of een dergelijke samenwerking op termijn leidt tot nieuwe disciplines. Door te zoeken naar dwarsverbanden tussen vakken kunnen er nieuwe onderwerpen boven komen. Zo is tenslotte ook de faculteit Biomedische Technologie ontstaan. Bert Koopmans ziet niet zo snel een verdubbeling van het aantal faculteiten
ontstaan. ‘Dat willen we bewust niet. Het aardige is juist de multidisciplinaire aard van onderwijs en onderzoek.’ De TU/e zou het liefst ook de andere vier speciale masterspecialisaties ombouwen tot landelijke opleidingen. ‘Maar daarover moeten we nog in gesprek met Delft en Twente’, besluit de collegevoorzitter.
plaatsvinden. ‘Het is natuurlijk een dynamisch geheel. Maar als je van nanotechnologie één faculteit maakt, ben je gelijk het interdisciplinaire karakter ervan kwijt. Dit is typisch zo’n onderzoeksgebied waar het goed is dat studenten verschillende achtergronden meebrengen.’ Ook Lundqvist ziet uitdrukkelijk geen nieuwe disciplines
TU/e in de pers berichten uit landelijke en regionale bladen ‘EEN MBA’ER LEERT HOE HIJ VIERHONDERD MENSEN BUITEN ZET
China’ in het FINANCIEELE DAGBLAD van 9 juli 2004.
EN ZICHZELF EEN LOONSVERHOGING GEEFT, OMDAT DE BESLISSING ZO MOEILIJK WAS.’
‘OOIT BEKLEEDDEN WIJ EEN VOORAANSTAANDE POSITIE OP
‘IN HET BELANG VAN ONZE EIGEN ECONOMIE, MOET DE CHINESE
NATUURWETENSCHAPPELIJK EN WISKUNDIG GEBIED, MAAR ONDERTUSSEN SUKKELEN WE ER-
‘VOOR EEN PAAR EURO PER HUIS
GENS IN DE ACHTERHOEDE.’
ZIJN SIMPELE OPLOSSINGEN AL MOGELIJK. MAAR DE GGD’S EN
Prof.dr. BOB MATTHEIJ, hoogleraar Scientific Computing in het artikel ‘CD-speler ondenkbaar zonder wiskunde’ in BN/ DE STEM van 22 juni 2004.
STUDENTEN NA HET BEHALEN VAN HUN DIPLOMA OOK ONMIDDELLIJK IN DE INDUSTRIE AAN
‘WE LEIDEN STUDENTEN OP ALS
DE SLAG.’
WETENSCHAPPELIJK INGENIEUR EN DAN MOETEN ZE LEREN DAT
Ing. AMANDUS LUNDQVIST, collegevoorzitter van de TU/e, in het artikel ‘TU/e en Philips mikken op kennisbrug met
OVERHEID BAGATELLISEREN HET PROBLEEM.’
F OTO : B A R A M S A E Y S
Prof.dr. MATHIEU WEGGEMAN in het artikel ‘Hoe internationaler, hoe beter’, een special van INTERMEDIAIR van mei 2004.
hoogleraar bij de faculteit Technologie Management, in het artikel ‘Onschuldige kopieerdrift of onacademisch gedrag?’ in de CURSOR van 24 juni 2004.
Prof.dr. Annelies van Bronswijk
Prof.dr. ANNELIES VAN BRONSWIJK, hoogleraar Gezondheidstechniek in de gebouwde omgeving, in het artikel ‘Aantal slachtoffers van legionella onderschat’ in DE TELEGRAAF van 31 juli 2004.
DOGMA DAT MARKTWERKING EN CONCURRENTIE HÉT MIDDEL IS OM GOED ONDERZOEK VAN DE GROND TE KRIJGEN.’
Prof. dr. KEES VAN HEE, hoogleraar Informatica, in het artikel ‘Te veel marketing en sales’, in de AUTOMATISERINGSGIDS van 25 juni 2004.
ALLES WAT ZE BEWEREN MOET KLOPPEN.’ ‘WETENSCHAPSBELEID LIJKT TE
Prof.dr. ROB KUSTERS,
VEEL GEÏNSPIREERD DOOR HET
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
7
XI XNX GX EX SX PXRX EXKX X
E R I C VA N S C H A G E N , DIRECTEUR SIMAC TECHNIEK NV
Eric van Schagen vindt het gebrek aan flexibiliteit van arbeid een gevaar voor de regio.
F OTO ’ S : B A RT VA N OV E R B E E K E
Nadenken over
de techniek van morgen Hij mengt zich graag in het maatschappelijk debat van de regio Brabant Zuidoost. En ir. Eric van Schagen kijkt hierbij over de grenzen van zijn ICTbedrijf Simac Techniek NV. ‘We veramerikaniseren. Juristen en economen zijn de koningen en tsaren van deze tijd.’ De Simac-directeur over flexibele arbeid, zijn contacten met kennisinstellingen en stroperige besluitvorming. ‘Ik zie de situatie voor ICT-bedrijven de komende jaren sterk veranderen. Wij zullen een wat marginaler bestaan gaan leiden’, zegt Van Schagen. En dat is opmerkelijk voor een directeur van een beursgenoteerde onderneming met 700 werknemers. Hier is overduidelijk een realist aan het woord, in een bedrijfstak waar de afgelopen jaren veel overspannen verwachtingen zijn uitgesproken. Ook Simac heeft eind jaren negentig de klappen gehad die veel bedrijven in de sector kregen. Na jaren van explosieve groei,
8
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
kwam het bedrijf in de rode cijfers. Sinds begin 2003 is de balans weer positief. ‘ICT is in korte tijd van twee procent van het bruto nationaal product naar tien procent gegaan. Dat stijgt niet nog eens naar twintig procent. Het blijft tien procent of daalt zelfs weer iets. Dit betekent dat ICT in zijn totaal een stabiele markt wordt. Daarbinnen zijn nog wel marges voor groei, bijvoorbeeld op het gebied van E-business, draadloos en multimedia. Maar de basis voor ICT is de
Van Schagen: ‘ICT is in een korte tijd van twee procent van het Bruto Nationaal Product naar tien procent gegaan, maar zal niet verder groeien.’
afgelopen jaren wel gelegd.’ Deze constatering heeft grote gevolgen voor Simac, weet de TU/e-alumnus. ‘Waar Simac elk jaar met dubbele cijfers moest groeien, moeten we nu een evenwichtig bedrijf worden met een stabiele groei. We moeten minder met de markt meegaan, maar fundamenteel nadenken over de technologieën die over een aantal jaren gevraagd gaan worden. Dat betekent dat we in onze bedrijfsvoering van een dienstverlenende rol gaan naar een rol waarbij wij vanuit onze eigen know-how slimme oplossingen creëren, ook via fundamentele ICT-ontwikkeling.’ Onontgonnen gebied
Hiervoor zijn goede relaties met kennisinstellingen nodig, zegt Van Schagen. De TU/e wordt daarmee meer dan een kweekvijver van talent dat na de studie als dienstverlener aan het werk kan op bijvoorbeeld het hoofdkantoor van Simac op industrieterrein De Run in Veldhoven. ‘We moeten nu op zoek naar samenwerkingen om nieuwe zaken te ontwikkelen. Bij ons is die omslag nog niet in gang gezet. De vraag is hoe je dat operationeel krijgt in een middelgroot bedrijf. De grote technologische bedrijven zoals Philips, DAF en ASML hebben het al ingevuld. Voor het midden- en kleinbedrijf moet het nog beginnen. Je moet daarvoor tijd investeren in de relaties met de TU/e. Je hebt dat niet met een paar contracten geregeld. Er moet een menselijke relatie ontstaan.’ Wat zou hij met de universiteit willen doen? ‘Ik merk dat ik daar niet direct een antwoord op heb. We zijn op zoek naar dát wat we nog niet weten. Dat is moeilijk te definieren. Je weet dat je de zaken slimmer moet aanpakken en de TU/e hierbij kan helpen, maar er is geen concreet boodschappenlijstje. Je zult eerst samen de probleemstelling helder moeten proberen te formuleren. Ik ben wel benieuwd hoe grote bedrijven dat met de kennisinstellingen
organiseren. Je hoort dat het voor mij nog een onontgonnen gebied is.’ Om het terrein te ontginnen zal Van Schagen tijd en geld moeten uittrekken. Iets wat hij niet aan iedereen gemakkelijk kan uitleggen. ‘We hebben nieuwe vestigingen in Tsjechië en Slowakije opgezet. Ook dat kost veel geld, tijd en energie, maar dat past beter in het plaatje van onze aandeelhouders. Terwijl het investeren in de relatie met kennisinstellingen moeilijker is uit te leggen. Het is nog niet gebruikelijk om dat als investering te beschouwen en in je toekomstplannen op te nemen. Waarom investeren we wel een paar miljoen in een overname en niet in een relatie met een universiteit? Het is allerminst gezegd dat de weg van investeren in relaties met kennisinstellingen een meer onzekere is dan een overname.’ Flexibel
Een groot gevaar voor de regio Brabant Zuidoost schuilt volgens Van Schagen in het gebrek aan flexibiliteit van arbeid. Dit is een toptechnologie-regio die meegaat met mondiale ontwikkelingen. En die wereldwijde economische schommelingen zijn heviger dan in een branche van bijvoorbeeld financiële dienstverlening of transport, weet de ondernemer. ‘Het economisch beleid van Nederland en Europa is sterk gericht op stabiliteit. Terwijl wij als regio moeten concurreren met buitenlandse bedrijven die veel gemakkelijker kunnen inspelen op de pieken en dalen. Ik vergelijk ons vaak met de omgeving van Seattle waar Boeing, Paccar en Microsoft zitten. Boeing heeft te maken met enorme grilligheid van de markt en dat zag je terug in hevige schommelingen van het aantal werknemers. Datzelfde is hier in de regio noodzakelijk bij bijvoorbeeld ASML. Het gevolg is dat je flexibel moet zijn met de kosten die je maakt. Daarom moeten we ook flexibeler met arbeid kunnen om-
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
9
XI XNX GX EX SX PXRX EXKX X
Van Schagen: ‘Als er een nieuwe weg moet komen voor een goede doorstroming van het verkeer langs mijn tuin, dan moet dat maar!’
Zelf gebruikt hij bij voorkeur nooit contracten om geld te claimen. ‘Ik kijk naar de aard en de geest van de afspraken. Het Amerikaanse imperialisme komt echter onomkeerbaar via de juridische kant bij ons binnen. Het is een ziekte waaraan je niet ontkomt. Als de omgeving op die manier met afspraken omgaat, ben je genoodzaakt dit ook te doen. Dat is heel jammer. Twintig jaar geleden was ik veel gemakkelijker. Als ik nu in de gaten krijg dat ik te maken heb met iemand die alles juridisch uitbuit en die alleen doet wat in contracten is vastgelegd, dan doe ik liever helemaal geen zaken. Dat kost uiteindelijk alleen maar geld.’ Stroperig
gaan. Maar vanwege de wetgeving kan dat nu niet.’ Die flexibiliteit zit natuurlijk in gemakkelijker mensen kunnen ontslaan en het langer werken tegen hetzelfde loon. De eerste bedrijven in Nederland durven dit laatste van hun werknemers te vragen. Ze zijn daarbij bereid de discussie met de vakbonden aan te gaan. Buiten een sociaal dilemma is het ook een morele vraag voor ondernemers, beseft Van Schagen. Je moet wel zelf het goede voorbeeld geven. ‘Ik wil als directeur eigenlijk ook niet het ene jaar een bepaald bedrag verdienen en het volgende jaar de helft daarvan. Maar daar gaan we wel naar toe. Directieleden moeten met hun salaris eigenlijk ook mee op de golven van de economie. Je kunt dat niet van werknemers verwachten als je het zelf niet doet. Het gaat gewoon om solidariteit. Terwijl ik dit zeg, houd ik mijzelf ook een spiegel voor. Hoeveel ben ik bereid aan salaris in te leveren? Die vraag stel ik ook aan de mensen om me heen. Hetzelfde geldt voor investeringen. We roepen met z’n allen dat we moeten investeren, maar hoeveel ondernemers willen dat doen met het eigen geld dat ze mede dankzij de regio Zuid-Oost Nederland hebben verdiend?’ Dichttimmeren
Al heeft Van Schagen veel plezier in het ondernemerschap, hij ziet een veranderende mentaliteit in het bedrijfsleven. Veramerikaniseren, noemt hij dat. ‘Je ziet in het bedrijfsleven en bij de buitenwacht een grote aandacht voor financiële cijfers. Alsof dat de enige manier is waarop mensen begrijpen hoe een bedrijf ervoor staat. Naar de techniek en het verhaal achter de cijfers wordt niet geluisterd, alleen de resultaten op korte termijn tellen. Wat je ook ziet is dat alle afspraken juridisch worden dichtgetimmerd. We zijn heel veel tijd kwijt met het opstellen van overeenkomsten waarin alles is vastgelegd. We worden beheerst door financiële en juridische mensen. Dat zijn de tsaren en koningen van deze tijd. Overal proberen advocaten geld uit te slepen. Iedereen claimt elkaar en probeert met ingewikkelde verklaringen aansprakelijkheden af te schuiven. Daaraan verspillen we veel tijd.’
1 0
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
Een probleem wat een snel economisch herstel in de weg staat, is de Nederlandse regelgeving, zegt Van Schagen. Bij de aanleg van een weg heeft elke belanghebbende burger vele mogelijkheden tot protest. Hetzelfde geldt voor belangenverenigingen die bouw en infrastructurele projecten lang kunnen vertragen. Ook dit is een voorbeeld van het belang dat juristen hebben gekregen. Dat de natuur een belangrijke stem heeft is prima volgens de voormalig student Technische Bedrijfskunde van de TU/e. Maar het tijdverlies is volgens hem schadelijk voor de economie. ‘Neem hier het verkeer in Veldhoven. Ik woon aan de westkant van deze groeigemeente en daar móet een nieuwe weg komen voor een goede doorstroming van het verkeer. Als die weg het beste vlak langs mijn tuin kan lopen, dan moet dat maar. Ik wil dat niet jarenlang tegenhouden en dat zou ook niet moeten kunnen. De meeste protesten tegen dit soort ontwikkelingen komen van mensen die al een bepaalde welvaart hebben bereikt, met de vut zijn gegaan en vervolgens hun eigen territorium gaan verdedigen. Terwijl ze dat territorium zelf kregen dankzij de aanleg van woonwijken en wegen. Het probleem is dat niemand de macht heeft. Vroeger kon een burgemeester nog, als een soort rechter, op basis van redelijkheid een gemeenschap overtuigen en beslissingen nemen. Nu krijgt hij alleen processen aan zijn broek. Uiteindelijk liggen de belangen van mensen niet uiteen. Ze liggen alleen anders in de tijd. Als je met pensioen bent, hoef je geen inkomen meer te verwerven, en zal je het belang van economische groei anders wegen.’ In Tsjechië en Slowakije, waar Simac enkele jaren geleden twee vestigingen opende, ziet hij een heel ander klimaat. Zaken gaan sneller en de Nederlandse stroperigheid ontbreekt daar. ‘Er worden veel nieuwe fabrieken gebouwd en overheden investeren veel, ook in ICT. Ik ga er elke twee, drie maanden kijken. Dat verbreedt mijn blik. Ik zie daar een enorme wilskracht om dingen snel tot stand te brengen. Dat inspireert. Gelukkig is het huidige regeringsbeleid in Nederland gericht op verbetering van de economische situatie. En ook vele regionale bestuurders zijn actiegericht. Snellere besluitvorming staat hoog op de agenda. Dat geeft hoop.’
bedrijfsleven nieuws PHILIPS EN TU/e NAAR CHINA ‘Sla een kennisbrug met China’. Dat was het motto van het bezoek dat een gezamenlijke delegatie van Philips Research en de TU/e begin juli bracht aan een viertal Chinese topuniversiteiten: Tsinghua University in Beijing, Zhejiang University in Hangzhou en Jiao Tong University en Fudan University in Shanghai. Verstevigen
De Chinese en de
van de banden met China stond al langer op het
Nederlandse delegatie
prioriteitenlijstje van de TU/e, terwijl Philips
bij aankomst bij de
Research in China al een dertiental Research &
Zhejiang University.
Technology Centers heeft, waaronder een hoofdvestiging in Shanghai waar 75 mensen werken. Het reisgezelschap stond onder leiding van
integreren en daardoor de afmetingen, de kosten
van het Programma Horizon, dat de economische
Philips Research topman dr. Rick Harwig en
en de prestaties van optische communicatiesyste-
structuur van de regio moet versterken.
TU/e-collegevoorzitter ing. Amandus Lundqvist.
men te verbeteren.
Naast een aantal groepsleiders van Philips namen
ThreeFive Photonics werd op 1 februari 2001
er ook vijf TU/e-hoogleraren deel.
opgericht en verwierf zeven miljoen euro risico-
Daarmee waren disciplines vertegenwoordigd als
kapitaal van Gilde en Atlas Venture in september
Ambient Intelligence, Broadband technologies,
2001. In november 2003 fuseerde het bedrijf,
De Technische Universiteit Delft en de TU/e kun-
Nano-engineering, Embedded Systems en Signal
nadat het in financiële moeilijkheden was ge-
nen sinds kort met een simulatiesysteem veran-
Processing. De Chinese universiteiten bleken zeer
raakt, met de Amerikaanse branchegenoot ASIP
deringen in de vraag en het aanbod van elektri-
geïnteresseerd in het verkennen van mogelijkhe-
en werd een aanvullende financiering van 7,5
citeit onderzoeken. De zogenaamde RTDS (Real
den tot verdere samenwerking volgens het ‘Open
miljoen dollar verkregen.
Time Digital Simulator) is een van de grootste in-
VRAAG EN AANBOD IN ELEKTRICITEIT
stallaties ter wereld die voor een dergelijk onder-
Innovation’ concept. Daarbij ging het nadrukkelijk
zoek in gebruik is. Vorig jaar tekenden beide uni-
om allerlei vormen: samenwerking in gezamenlijke onderzoeksprojecten, maar ook uitwisse-
versiteiten al een samenwerkingsovereenkomst
ZES TON SUBSIDIE VOOR TECHNIFIC
voor de aanschaf van de simulator. Die kostte een
lingsprogramma’s voor PhD- en masterstudenten en stageplaatsen. In de komende maanden zullen
Commissaris van de Koningin van Noord-Brabant
miljoen euro en wordt uit het apparatenfonds van
de verschillende mogelijkheden voor samenwer-
Hanja Maij-Weggen bracht onlangs zeshonderd-
het ministerie van Economische Zaken betaald.
king verder worden uitgewerkt. In augustus is er
duizend euro aan subsidie mee naar Eindhoven
De onderzoekers gaan met name situaties en ver-
al een kort tegenbezoek aan Eindhoven geweest
voor het project Technific. In dat project werken
anderingen in het Nederlandse elektriciteitsnet
vanuit het College of Life Sciences van Fudan
bedrijven, overheid en onderwijs in Zuidoost
simuleren. In de simulaties worden trends als
University.
Nederland samen om jongeren meer voor tech-
decentrale elektriciteitsopwekking, een groter
niek te laten kiezen. Philips, ASML, DAF, de ge-
aandeel van duurzame elektriciteitsopwekking,
meentes Helmond en Eindhoven, maar ook Fontys
de komst van intelligente, snelle geïntegreerde
Hogescholen en de TU/e steunen het project.
netschakelingen en de liberalisering van de ener-
Technific is ontstaan als één van de projecten
giemarkt meegenomen.
FORSE SUBSIDIE VOOR CHIPMAKER ThreeFive Photonics, een bedrijfje waar ook de TU/e gedeeltelijk inzit, heeft twee miljoen euro subsidie ontvangen van het ministerie van Economische Zaken voor een R&D-project dat het bedrijf samen met de TU/e gaat uitvoeren. Het
Ondernemen en Technologie
project heeft als doel technologische barrières te elimineren die opto-electronische integratie
MENSELIJKE ORGANEN UIT HET LABORATORIUM
in de weg staan. Het ministerie keert in totaal 25 miljoen euro uit aan 23 strategische innovatieprojecten die werkgelegenheid creëren. Gemiddeld krijgt elke project dus ruim één miljoen euro. Maar ThreeFive Photonics krijgt dus twee miljoen euro. ThreeFive Photonics is een ontwikkelaar en leverancier van monolithisch geïntegreerde opto-elektronische chips die in communicatie netwerken
Ook dit collegejaar organiseert de TU/e weer de lezingenreeks ‘Ondernemen en Technologie’, bedoeld voor mensen uit het bedrijfsleven. Op donderdag 21 oktober 2004 geeft prof. dr.ir. Frank Baaijens van de faculteit Biomedische Technologie een lezing getiteld ‘Menselijke organen uit het laboratorium’. De lezing vindt, in tegenstelling tot vorige jaren, niet plaats op de TU/e, maar in de vergaderzaal van Kennispoort aan de rand van de campus. Voor meer informatie en aanmelding kan men contact opnemen met het Communicatie Service Centrum van de TU/e, tel. (040) 247 2278, e-mail
[email protected] of men kan zich aanmelden via www.tue.nl/csc/lezingenreeks. De toegang is gratis.
worden toegepast. ThreeFive Photonics heeft als doel complete subsystemen op een enkele chip te
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
1 1
XFXAXCXI LXIXT XE XI TXEXNX
Wat begon als een uitprobeersel van het Communicatie Service Centrum is uitgegroeid tot een omvangrijk project waar alle faculteiten aan meedoen: de nieuwe website van de TU/e. Die draait op open sourcesoftware, een stuk sympathieker én goedkoper dan een commercieel pakket. ‘De open sourcecommunity heeft binnen de universiteit ook een community gecreëerd.’
Nieuwe website met open source vraagt om cultuuromslag Centrum (CSC), toestemming had gekregen voor het maken van een nieuwe website. ‘Daar zijn de faculteiten op ingesprongen’, vertelt Fred Gaasendam, hoofd van het CSC. ‘De sites van de faculteiten zijn altijd enorm divers geweest, met veel eigen applicaties. Ze werden handmatig onderhouden door een handjevol mensen. Geen ideale situatie. Terwijl de site alleen maar belangrijker wordt, nu de TU/e steeds meer internationaal georiënteerd is. Ook buitenlandse studenten moeten makkelijk dingen kunnen opzoeken.’ Zo ontstond een pilot samen met de fa-
De discussie over open source, de software waarvan de broncode voor iedereen toegankelijk is en vrij te gebruiken, is niet aan de TU/e voorbijgegaan. In september is de nieuwe website van de universiteit in de lucht gegaan, draaiend op het open source content management systeem TYPO3. Open source was niet in eerste instantie het uitgangspunt, net zo min als het aanvankelijk de bedoeling was een nieuwe site voor de hele universiteit te maken. Maar van het één kwam het ander. Het begon ermee dat de webredactie, onderdeel van het Communicatie Service
1 2
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
culteiten Scheikundige Technologie en Technische Natuurkunde en de bibliotheek. Al snel groeide de pilot uit tot een TU/ebreed webproject voor alle faculteiten en diensten. ‘We hebben veel overleg gehad om een goede structuur te bedenken’, vertelt Gaasendam. ‘Alle bestaande sites hebben we vergeleken op drie hoofdlijnen: de navigatiestructuur, de zoekstructuur en de inrichting van de informatie.’ De universiteit is de laatste vier jaar al op zoek geweest naar een goed content management systeem. ‘We zijn daar altijd voorzichtig in geweest, nooit met grote
uitleg kregen over het invoeren van informatie. Ze gaven feedback terug, zodat wij het geheel verder konden verbeteren. Dat tweerichtingsverkeer heeft goed gewerkt.’ De afgelopen maanden hebben zo’n zestig mensen hard aan de site gewerkt. Er zitten nu al 4000 pagina’s in, en dat moeten er nog veel meer worden. ‘Als het gelukt is, mag de universiteit zichzelf feliciteren’, zegt Van Buijtenen. ‘Dan hebben we een decentraal systeem dat gezamenlijk tot stand is gekomen en een eenheid vormt. De expertise van de hele universiteit is benut.’
Maar op de universiteit is genoeg kennis aanwezig. En het past bij onze mentaliteit. Samen kennis delen, dat is toch ons uitgangspunt.’ Feedback
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
Om uit te proberen of open source iets is voor de TU/e stelde Martin Poelstra voor om een testsite te maken in het content management systeem TYPO3. ‘Dat is een open source pakket dat al lang draait’, legt Poelstra uit. ‘Er zijn honderden mensen fulltime mee bezig, vooral in Duitsland. Dat geeft vertrouwen. En TYPO3 wordt op vergelijkbare plekken toegepast, zoals op enkele Amerikaanse universiteiten.’ Na drie weken sleutelen kon het CSC een voorbeeldsite in TYPO3 aan het College van Bestuur laten zien. Dat reageerde enthousiast, en stelde financiële middelen beschikbaar. Een adviesbureau mocht de nieuwe ontwikkeling komen ondersteunen. Dat werd het bedrijf Netcreators in Arnhem. ‘We hebben eerst de randvoorwaarden geformuleerd, met gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid bovenaan’, zegt Van Buijtenen. ‘De administratieve structuur erachter was een enorme inspanning. Welke rechten en plichten hebben medewerkers voor de corporate site en de sites van de faculteiten? Wie heeft de wachtwoorden? Er zijn sessies in de bibliotheek georganiseerd waarin medewerkers van de faculteiten
Profiteren
De nieuwe site gaat prat op overzichtelijkheid. De lay-out van de pagina’s van de faculteiten komen overeen met de hoofdpagina van de TU/e, met subtiele verschillen per faculteit. Het onderhoud en invoeren van content is een stuk makkelijker geworden. ‘Voorheen moest je daarvoor kennis hebben van HTML en scripttalen’, zegt Poelstra. ‘Met TYPO3 maak je pagina’s aan net als Word-documenten die je in een map wegzet. Als je met Word kunt omgaan, kun je dit systeem onderhouden.’ Daarnaast is de navigeerbaarheid heel consequent. ‘Zowel in het front end, dat de gebruikers zien, als in het back end, waar de editors content invoeren, zitten alle pagina’s in een structuur als een grote boom’, legt Poelstra uit. ‘Op iedere pagina ziet de
Met het content management system TYPO3 gaat de website van de TU/e een nieuw tijdperk in.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
bedrijven in zee gegaan’, zegt Marcel van Buijtenen, manager van de webredactie. ‘We wilden niet een grote smak geld uitgeven voor een systeem dat zich nog niet heeft bewezen. Zo zijn we in de discussie beland over commerciële pakketten versus open source.’ Toevallig kwam in die tijd Martin Poelstra, student Elektrotechniek, bij de webredactie werken als student-assistent. Hij bracht veel kennis én enthousiasme mee over open source. ‘Commerciële content management systemen kosten veel geld’, zegt Gaasendam. ‘Voor iedere computer heb je een licentie nodig. En voor onderhoud zit je vast aan die ene leverancier. Open source is veel sympathieker, veel minder monopolistisch. Het voordeel is het gemeenschappelijk gebruik van de code. Je kunt zelf dingen aanpassen of de module uitbreiden. Als een organisatie het systeem niet goed kan onderhouden, is open source niet geschikt.
V.l.n.r.: Drs. Fred Gaasendam, Ben van ‘t Ende en Martin Poelstra.
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
1 3
FACI LITE ITE N
menwerking tussen de faculteiten: een probleem wordt ergens opgelost, en daar kan de hele universiteit van profiteren.’ Dat laatste geldt ook voor de communities van mensen die met open source werken. Ze houden elkaar via mailinglijsten op de hoogte van verbeteringen en uitbreidingen aan het systeem. De extensie die Martin Poelstra heeft ontwikkeld om oude paginatitels langer te laten functioneren is bijvoorbeeld al in gebruik bij tientallen andere sites. ‘De communities achter het open source-systeem hebben binnen de universiteit ook een community gecreëerd’, zegt Ben van ’t Ende, technisch directeur van Netcreators, dat heeft geholpen bij de invoering van TYPO3. ‘Zo’n systeem kan dus veel teweegbrengen, nog los van het feit dat je er niet voor hoeft te betalen.’ Al met al is de nieuwe site een flinke sprong voorwaarts. ‘Zonder open source
gebruiker precies waar hij staat en waar hij vandaan komt. De url’s, de titels van iedere pagina, geven ook deze boomstructuur weer. Als je de site vanuit het buitenland opent, kom je vanzelf op de Engelstalige pagina’s. Ook dat zie je in de url’s terug.’ Daarnaast zijn er applicaties aan TYPO3 toegevoegd. Denk aan People Pages, een omvangrijke database die in gebruik is bij een aantal faculteiten. Hierin staan gegevens van TU/e’ers, zoals namen, adressen en publicaties. Ook is de Active Directory Service (ADS) geïntegreerd in TYPO3. Dat is het bestaande systeem van wachtwoorden en rechten van medewerkers om toegang te krijgen tot de fileserver van de universiteit. ‘De huidige inlognamen blijven allemaal hetzelfde. De software hiervoor is ontwikkeld door Jeroen Egmond, automatiseringsmedewerker van de faculteit Scheikundige Technologie. Een mooi voorbeeld van sa-
hadden we dit ook kunnen bereiken’, denkt Gaasendam. ‘Maar tot nu toe kostte het een schijntje en konden we veel makkelijker met de randvoorwaarden omgaan. De samenwerking en strijdlustigheid zijn een schoolvoorbeeld van projectmatig werken. Maar nog lang niet al onze wensen zijn gerealiseerd. We willen de huisstijlsoftware onderbrengen in TYPO3 en een metasearchmachine realiseren, die het antwoord geeft op een gestelde zoekvraag uit alle relevante en webbased informatiebestanden binnen de TU/e. En we moeten verder werken aan de redactionele en administratieve organisatie erom heen. Dat voegt er een extra dimensie aan toe. De content is er al. Nu moeten de mensen in kwestie het nog op de site zetten. Dat betekent een integrale cultuuromslag. Maar de faculteiten zijn zo gretig op het hele proces gesprongen dat ik er alle vertrouwen in heb.’
0p stage ervaringen van een TU/e-student in het buitenland
Röntgenbeelden filteren Gert Schoonenberg, vierdejaars student Biomedische Technologie aan de TU/e, besloot zijn stage te lopen in het Heffner Biomedical Imaging Lab van Columbia University in New York. ‘Het lab waar ik vier maanden stage loop is een relatief klein lab, waar ongeveer zes PhD-studenten continu aan het werk zijn. Daarnaast zijn er een paar studenten die voor een korte periode onderzoek doen, zoals ik. Het lab puilt uit van computerapparatuur en literatuur. Mijn onderzoek genaamd ‘Adaptive SpatialTemporal Filtering Applied to X-Ray Fluoroscopy’ is onderdeel van een samenwerkingsverband tussen dit lab en Philips Medical Systems. Het project heeft als doel de kwaliteit van medische röntgenfoto’s te verbeteren. Tegenwoordig worden steeds meer operaties uitgevoerd via katheters die in de lies ingebracht worden en
1 4 2
M
A
T
R
helemaal naar het hart geleid kunnen worden (dotteroperaties). Men kiest steeds vaker voor deze methode, omdat er dan geen incisie gemaakt hoeft te worden, die risicovoller is. Tijdens een dotteroperatie worden er continu röntgenfoto’s gemaakt, zodat er een film ontstaat waarin de precieze locatie van de katheter gevolgd kan worden. De radioloog kan met deze beelden de katheter door de juiste bloedvaten naar de operatieplek leiden. Het nadeel van deze methode is de hoeveelheid straling waaraan de patiënt blootgesteld wordt. Door de kwaliteit van de röntgenfoto’s te verbeteren, kan de totale stralingsdosis van de patiënt verminderd worden.
I
X
/
3
/
2
0
0
4
De filtermethode die ik heb toegepast om deze beelden te filteren is adaptief. Als er in een bepaald gebied in de opeenvolgende beelden geen veranderingen plaatsvinden, dan kan er in de tijd gefilterd worden. Als er in de opeenvolgende beelden wel veranderingen plaatsvinden, dan moet er lokaal gefilterd worden. Veranderingen in opeenvolgende beelden worden veroorzaakt door beweging van de katheter en weefsel of organen van de patiënt. De eerste stap van de ontwikkelde methode is dan ook om alle beweging te detecteren in opeenvolgende beelden. Op basis van de hoeveelheid beweging worden de beelden dan lokaal en/of in de tijd gefilterd.
De resultaten van deze methode zijn een vermindering van de hoeveelheid ruis, het beeld wordt dus scherper en helderder, en alle beweging in de beelden blijft behouden, zonder dat er bewegingsartefacten ontstaan. Het werk is ingezonden voor de SPIE Medical Imaging conferentie van februari 2005 in San Diego. Tijdens mijn stage woonde ik in het International House in New York, wat zich op vijf minuten lopen van Columbia University bevindt. De meeste gebouwen van de campus zijn historisch en neoklassiek en het vele groen straalt een rustgevend gevoel uit. New York is een stad waar ik zeker naar terug ga.’
onderwijs nieuws
Eerstejaars studenten bij de uitreiking van het notebook.
NIEUW NOTEBOOK Sinds 1997 ontvangen eerstejaars studenten van de TU/e bij aanvang van hun studie een F OTO : LE N N A RT W E S E L
notebook, tegen gunstige voorwaarden. Destijds was dat een Toshiba Satellite Pro, in die tijd een prima keuze. Dit studiejaar ontvangen de eerstjaars studenten een IBM Thinkpad T42. De reacties van (oud-)studenten, die vooral via internet (Tweakers.net) hun mening geven, zijn erg positief. De Thinkpad T-reeks heeft een goede performance en een sterke behuizing en is hier voor de studenten goedkoper dan in de
het Studenten Service Centrum, telefoon 040-
BEROEPSKEUZETEST
247 8015, e-mail
[email protected].
Verenigde Staten. Bovendien is het notebook Voor studenten met een lichamelijke beperking
niet erg zwaar.
biedt het Studenten Service Centrum sinds kort een beroepskeuzetekst die rekening houdt
VAN TRIMESTERS NAAR SEMESTERS
met eventuele handicaps. De online beroeps-
DUIZENDSTE INGENIEUR TEMA EN INFORMATICA
keuzetest, die mede ontwikkeld is door het expertisecentrum handicap + studie, heeft ruim
Met ingang van 2007 zullen alle opleidingen van
In augustus 2004 heeft de opleiding Technische
2250 beroepen in het bestand. Op basis van
de TU/e zijn overgestapt van een trimester- naar
Informatica haar duizendste diploma uitgereikt.
de antwoorden van de gebruiker worden deze
een semestersysteem. Een trimestersysteem
De opleiding Technische Informatica bestaat
op volgorde van interesse gezet en gekoppeld
gaat uit van een opdeling in drie periodes in een
aan de Technische Universiteit Eindhoven nu 23
aan een bijbehorende opleiding. Ook kan de
studiejaar, bij een semestersystem wordt het
jaar. Ook in Delft en Twente startte men destijds
gebruiker aangeven welke beperking op hem of
academisch jaar opgedeeld in halve jaren.
met een zelfstandige opleiding Informatica. Bij
haar van toepassing is. Bij de beroepen die voor
De reden voor de omschakeling is met name
de oprichting in Eindhoven ging men uit van
iemand interessant zijn, wordt vervolgens aan-
gelegen in de internationale agenda. Het in-
een eerste lichting van zo’n 25 studenten. De
gegeven in hoeverre deze voor iemand met een
stromen van buitenlandse studenten op vaste
opleiding zou naar verwachting op zo’n vijftig
beperking geschikt zijn. Aan de TU/e kunnen ge-
momenten, die aansluiten bij de buitenlandse
studenten per jaar kunnen rekenen in de stabili-
interesseerden de test maken bij het Studenten
curricula, biedt veel voordelen.
satiefase. Dit aantal werd het eerste jaar al over-
Service Centrum, samen met een student- of
Sommige opleidingen starten al in het studiejaar
troffen toen zich 86 studenten inschreven. Het
loopbaanadviseur. De test wordt gezien als een
2004/2005 met het semestersysteem, andere
daaropvolgende jaar meldden zich maar liefst
eerste aanzet voor een uitgebreider adviestra-
opleidingen zullen dat het volgend jaar en
130 informatici in spe. De opleiding heeft een
ject. Voor meer informatie over deze bijzondere
wellicht uiterlijk een van de twee jaar daarop
forse groei doorgemaakt de afgelopen jaren.
beroepskeuzetest kunt u contact opnemen met
invoeren.
Ook de opleiding Techniek & Maatschappij reikte recent het duizendste diploma uit. De decaan van faculteit meldde tevens dat de naam van de opleiding Techniek & Maatschappij met ingang
Gezondheidszorg en technologie
van het nieuwe studiejaar wordt gewijzigd in Technische Innovatiewetenschappen (TIW).
NIEUWE BACHELOROPLEIDING De faculteit Technologie Management wil in 2005 van start gaan met een nieuwe bacheloropleiding: Health Care Technology Management. De opleiding is gericht op het optimaal gebruik van technologie in de gezondheidszorg. Daarbij kan gedacht worden aan processen op patiëntniveau, zoals telesurgery, elektronische F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
Jaap Bosch, de duizendste ingenieur Techniek &
patiëntendossiers, maar ook de inzet van low-tech hulpmiddelen als tilliften in de thuiszorg. De opleiding Health Care Technology Management sluit aan bij de vraag naar deskundigen die een brug kunnen slaan tussen kennis van processen in de gezondheidszorg en de inzet van technologie. De opleiding richt zich specifiek op vrouwelijke VWO-ers met het profiel Natuur en Gezondheid. Kanttekening die gemaakt moet worden is dat de accreditatieprocedure nog doorlopen moet worden, zodat nog niet met zekerheid gezegd kan worden dat de opleiding daadwerkelijk van start kan gaan in 2005.
Maatschappij, werd met gebak onthaald.
M
A
T
R
I
X
/
2 3
/
2
0
0
4
3 1 5
ONDERZOEK
‘LaQuSo heeft geen fouten kunnen vinden’. Zo moet het keurmerk luiden dat het Laboratory for Quality Software van de faculteit Wiskunde & Informatica op termijn wil uitdelen. LaQuSo zag begin dit jaar het licht en moet als brug dienen tussen de theoretische informaticawetenschap en de software-industrie. ‘Wij geven een diagnose van een softwarepakket, geen therapie.’
Diagnose voor de kwaliteit van software Problemen met software, wie kent ze niet? Een programma belooft iets te doen, maar doet iets anders of helemaal niets. Niet omdat softwareontwikkelaars hun werk niet goed hebben gedaan, maar omdat het vaak ontbreekt aan tijd en geld om de kwaliteit van het pakket voldoende te analyseren. De kwaliteit van software, dat is het centrale thema van het nieuwe researchlaboratorium Laboratory for Quality Software (LaQuSo) van de faculteit Wiskunde & Informatica. Het LaQuSo, in gebruik door de capaciteitsgroep Informatica, kwantificeert en voorspelt de kwaliteit van software. Verificatie (via formele bewijsvoering) en validatie (via empirische methodes) van softwaresystemen, daar gaat het om. Aanleiding voor LaQuSo was dat veel onderzoek binnen Informatica te theoretisch van aard is. ‘We zijn als faculteit gaan nadenken over een praktische invalshoek’, zegt prof.dr. Kees van Hee, directeur van LaQuSo. ‘Aangezien we hier op een technische universiteit zitten, dachten we aan een laboratorium. Niet om software te ontwikkelen, want dan zouden we gaan concurreren met de software-industrie. We wilden ook niet kiezen voor één bepaald gebied, zoals embedded systems of luchthavencontrole. Onze kracht ligt in formele theorieën. We gebruiken wiskundige modellen om softwaresystemen te beschrijven en te analyseren. Dat wil zeggen fouten op te sporen in een softwaresysteem. Nederlandse softwarebedrijven besteden daar niet veel tijd en geld aan. En er is ook geen ander instituut dat zoiets doet, los van een aantal onderzoeksorganisaties. Daar willen wij op inspringen.’
Vorig jaar zomer ontstonden de eerste ideeën over LaQuSo. ‘Het College van Bestuur was er meteen enthousiast over. We vermoedden al dat het een gat in de markt zou zijn. Samen met collegevoorzitter Lundqvist hebben we een rondje gemaakt langs grote softwarebedrijven. Die waren ook allemaal heel positief. Het is namelijk geen bedreiging voor de bedrijven, alleen een aanvulling, een verbetering van hun werk. Ze kunnen er de vruchten van plukken, zonder er zelf voor te hoeven investeren.’
1 6
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
F OTO ’ S : B A RT VA N OV E R B E E K E
Betaalde projecten
Prof. dr. Kees van Hee (links) en drs. Henk Schimmel.
‘Belangstelling is makkelijk te krijgen als je iets gratis aanbiedt’, voegt drs. Henk Schimmel toe, de andere directeur van LaQuSo. ‘Maar de bedrijven moeten er zelf ook iets voor doen. Menskracht inzetten en voor onze diensten betalen. En dat hebben ze gedaan vanaf de allereerste dag dat we open waren. Dat is voor ons een bewijs dat we iets waardevols doen voor de markt.’ Op 1 januari ging LaQuSo van start, en de officiële ope-
ning vond plaats in mei. Inmiddels heeft het lab acht mensen in dienst, naast drie aio’s, vijf studentassistenten en vijf studenten. Die werken onder meer aan de verschillende betaalde projecten die inmiddels binnengehaald zijn. Ook komt er geld binnen via de tweede geldstroom, want de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft enkele aanvragen van LaQuSo gehonoreerd, waardoor het lab kan groeien. ‘In het begin
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
1 7
ONDERZOEK
hadden we nog niet eens een ruimte’, vertelt Schimmel. ‘We hebben de vijfde verdieping van het Hoofdgebouw in razend tempo verbouwd. Ik heb dertig jaar in het bedrijfsleven gewerkt, en heb nog nooit zo snel een organisatie opgebouwd zien worden.’ Het LaQuSo ziet er niet uit als een traditioneel lab. ‘Alles wat je ziet zijn beeldschermen op de bureaus’, zegt Van Hee. ‘Onze apparatuur zie je niet, maar straks beschikken we over een grote verzameling software om andere software mee te analyseren. Zit een ontwerp goed in elkaar? Is het haalbaar om te realiseren? Zijn er geen elementen die elkaar tegenspreken? Zulk soort vragen. De testsystemen die wij daarvoor gebruiken zijn voor tachtig procent al op de markt. De rest hebben we zelf ontwikkeld of gaan we nog ontwikkelen. Uiteindelijk moeten we een expertisecentrum worden voor test- en verificatiesoftware. Juist door de opdrachten van bedrijven krijgen we veel inzicht in wat er speelt.’ Totaalscore
Softwareontwerpers testen zelf ook, voordat een programma groen licht krijgt. ‘Maar wij gaan een stapje verder’, geeft Van Hee aan. ‘Wij zijn efficiënter en vollediger. En, nog belangrijker, wij gebruiken formele methoden en technieken waarmee je kunt bewijzen dat er geen fouten inzitten. Wiskundig bewijs, dat is onze troef. Testen geven fouten aan, maar kunnen nooit bewijzen dat iets foutvríj is. Daarnaast hebben we betere statistische methoden voor testen, waardoor we kunnen bepalen wat de kans is dat er nog een fout in een systeem zit. In de praktijk houden testers er na een aantal keer testen mee op. Maar wij kunnen statistisch aangeven of het betrouwbaar is op dat moment te stoppen met testen.’ LaQuSo moet daarover nog veel meer kennis en ervaring opbouwen. Maar de eerste methoden zijn klaar. ‘Er is hier op de universiteit veel ongebruikte kennis aanwezig’, geeft Schimmel aan. ‘LaQuSo moet bestaande kennis toepasbaar én toegankelijk maken voor bedrijven. Onze medewerkers vertalen de software die ze moeten onderzoeken in een schrijfwijze die bol staat van formules en wiskundige notaties. Als ze klaar zijn vertalen ze het systeem terug naar de
1 8
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
Van Hee: ‘Wiskundig bewijs is de troef van LaQuSo.’
schrijfwijze van de klant. Pas als het resultaat in begrijpelijk Nederlands of Engels staat, of in de vorm van grafieken en figuren, wordt het aantrekkelijk voor het bedrijfsleven.’ Vanaf de start heeft LaQuSo geen moment zonder betaalde opdrachten gezeten. ‘Onze klanten zijn softwaremakers zoals een pakketleverancier die een koppositie wil handhaven en zich geen fouten in de software kan veroorloven. Maar ook softwaregebruikers, zoals een chipkaartontwikkelaar of een organisatie van energieleveranciers. Het implementeren van een softwarepakket is enorm duur. Wij kunnen voor onze klant kijken of zo’n pakket voldoet aan de minimumvereisten.’ De medewerkers van LaQuSo kijken dan naar de technische componenten. ‘Wij sporen soorten fouten op die een klant zelf aangeeft. Zoals je een tekst kunt controleren op grammatica, stijl of spelfouten, zo kun je ook de fouttypen van een softwarepakket benoemen. Van tevoren stellen we met de klant technische criteria vast waarop we het systeem gaan analyseren. Van al die criteria afzonderlijk kunnen we zeggen of ze goed of niet goed zijn, dankzij wiskundige berekeningen. Daar komt dan een totaalscore uit, een objectief cijfer. We geven geen adviezen over het al of niet aanschaffen van een pakket.’ Een diagnose van de kwaliteit van het pakket, daar gaat het om. ‘De therapie doen we niet’, zegt Van Hee. ‘We zeggen niet hoe een bedrijf de problemen moet oplossen. Dat is niet onze taak.’ Marketingwaarde
Op termijn wil LaQuSo een keurmerk uitdelen aan softwarepakketten die ze heeft geanalyseerd. ‘Dat duurt nog een paar maanden, want we moeten er voorzichtig mee omgaan’, benadrukt Van Hee. ‘Het keurmerk bestaat uit één zin in het diagnoserapport: ‘LaQuSo heeft geen fouten kunnen vinden.’ Dan gaat het om fouten op de vooraf met de klant overeengekomen fouttypen. De goedkeuring van LaQuSo gebeurt op twee gronden: óf we hebben het bewezen, óf we weten aan de hand van de statistiek dat onze testen in 95 procent van de gevallen de correcte uitkomst geven.’ Het keurmerk biedt geen waterdichte garantie. ‘Wij nemen geen aansprakelijkheid aan’, zegt Van Hee. ‘Het begrip ‘fout’ is namelijk relatief. We doen ons werk naar beste eer en geweten. Vergelijk het met de handtekening van een accountant. Die kan natuurlijk ook fouten maken. Maar in principe is zijn handtekening een soort garantie.’ Ondanks haar jonge leeftijd heeft LaQuSo genoeg gezag om indruk te maken met een keurmerk, daar zijn de twee directeuren van overtuigd. ‘De wetenschap die erachter zit is solide, en de TU/e heeft een goede naam’, zegt Van Hee. ‘Zo krijgt het keurmerk vanzelf marketingwaarde. Voor een groot softwarehouse is het interessant om aan een lastige klant te laten zien dat LaQuSo op fouten heeft getest. Een bestuurder kan zijn aandeelhouders laten zien dat er voldoende aandacht is besteed aan de softwaresystemen. Daar is behoefte aan in de markt.’ Voor meer informatie: www.laquso.nl.
onderzoek nieuws voor polydivinylbenzene vanwege het geringe
INJECTEERBARE OOGLENS
risico op breuk en de geringe zwelbaarheid in water. Zij hebben aangetoond dat transparante
meerafdeling van de TU/e op de vraag of het
latex in principe gecrosslinked kan worden en
mogelijk is een aangetaste menselijke ooglens
daarbij een hydrogel vormt die transparant
te vervangen door een lens van latex. Zo’n vin-
blijft. Dat is essentieel voor eventueel gebruik
ding zou bijvoorbeeld kunnen worden toegepast
als ooglens, omdat dan het zicht intact blijft.
bij mensen met staar, een ziekte die uiteindelijk
Pusch hoopt dat zijn bevindingen tot verder
leidt tot blindheid. Jaarlijks worden nu wereld-
onderzoek zullen leiden. Hij verwacht wel dat
wijd tien miljoen mensen geopereerd aan staar.
voor medische toepassing zeker vijf tot tien jaar
Op dit moment krijgt iemand die een staarope-
onderzoek nodig is.
F OTO : O G C
Recent promoveerde Jens Pusch bij de poly-
ratie ondergaat een implantaat-lens die bestaat uit siliconen. Dat heeft echter nog altijd één nadeel: wie is geholpen, kan goed ver zien, maar
HOUT VERGASSEN
zuurstof ) van houtskooldeeltjes. Het gas van deze biomassa kan op verschillende manieren
heeft om te lezen nog altijd een bril nodig. De uitdaging voor Jens Pusch was te onderzoeken
Dr. Jieheng Guo promoveerde bij de faculteit
toegepast worden en is een energievorm die
of met latex een lens te maken is die een leesbril
Technische Natuurkunde op een onderzoek naar
duurzamer is dan fossiele brandstoffen. Guo,
overbodig maakt.
pyrolyse (ontleding door blootstelling aan een
in China afgestudeerd als scheikundige, richtte
Pusch en zijn team, bestaande uit drie stagiairs
zeer grote hitte) van houtdeeltjes en vergassing
zich op de chemische reacties van de vergassing
en een masterstudent, kozen als basismateriaal
(omzetting in een gasvormige brandstof zonder
en de pyrolyse.
HARTKLEPPEN Dr.ir. Marco Stijnen on-
Biomedisch ingenieur Marco Stijnen onderzocht voor zijn promotie of het functioneren van een
derzocht het
klepprothese beïnvloed kan worden door de manier waarop hij gebruikt wordt. De linker hartkamer
effect van
beschikt over twee kleppen, de mitralisklep voor de instroomkant en de aortaklep voor de uitstroom-
stromingen
kant. Door bijvoorbeeld ziekte kan een klep in zijn beweging beperkt worden, waardoor effectief
op het func-
minder bloed per hartslag verpompt wordt. Een kunstklep kan dan voor verbetering zorgen, maar die
tioneren van
functioneert anders dan een natuurlijke klep. Stromingen van het bloed in het hart beïnvloeden de
hartkleppen.
werking van de kleppen. Stijnen bouwde een experimenteel model van het hart, waarmee hij de stromingen in kaart kon brengen voor verschillende oriëntaties (de richting waarin de klep scharniert) van de mitralisklep. Hij werkte tijdens zijn onderzoek samen met cardiologen van het Academisch Medisch Centrum. Per patiënt kan met zijn model de meest optimale stand van de kunstklep bepaald worden. Overigens beseft Stijnen wel dat de anatomie van een specifiek hart eveneens een rol speelt; bij loF OTO : O G C
kale vergroeiingen moet het berekende optimum toepasbaar kunnen zijn. Stijnen is nu bezig met een vervolgonderzoek bij de faculteit Biomedische Technologie en richt zich op de belasting van de sluitende hartkleppen.
Gesteld ‘Naast een baan met twee werkplekken en een gezin met twee kleine kinderen is het schrijven van een proefschrift pure ontspanning.’ (Stelling bij het proefschrift ‘The Potential of Flax Fibres as Reinforcement for Composite Materials’ van Hariëtte Bos)
‘De waarde van een computerprogrammeertaal wordt in hogere mate bepaald door haar beperkingen dan door haar mogelijkheden.’ (Stelling bij het proefschrift Minimum Power Design of RF Front Ends’ van Peter Baltus) ‘Sommige mensen zouden blij zijn als ze met de handen in het haar kunnen zitten.’ (Stelling bij het proefschrift ‘Active Restraint Systems, Feedback Control of Occupant Motion’ van Rogier Hesseling)
‘Denying the existence of extraterrestrial life is egocentric.’ (Stelling bij het proefschrift ‘Template-Based Embedded Reconfigurable Computing’ van Katarzyna Leijten-Nowak)
2 0
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
‘Playing a team sport like football can sometimes tell you more about your colleagues in one hour than in hundred hours of scientific discussion.’ (Stelling bij het proefschrift ‘Supramolecular Assemblies and Materials based on 2,2’:6’,2”Terpyridine Metal Complexes’ van Philip Andres) ‘Mode heeft enkel tot doel het instandhouden van de consumptie in Westerse maatschappijen.’ (Stelling bij het proefschrift ‘Measurement and Modeling of Thermodynamic Properties for the Processing of Polymers in Supercritical Fluids’ van Marc Jacobs)
continuing education cursussen voor academici Zij verrichtte met haar onderzoek pionierswerk door biomassa te vergassen met een zogeheten
van de beide opleidingen opnieuw bepaald. Zo
TIAS MARKETING MASTER WIL MAXIMAAL SCOREN
wordt een aantal van de Eindhovense docenten
‘grid reactor’. Die is al eerder gebruikt voor de
veel meer ingezet bij de begeleiding van eind-
vergassing van koolstofdeeltjes, maar niet voor
Twee sterke marketing masteropleidingen
projecten.
hout. Normaal gesproken lopen in een reactor de
worden één in het komende academisch jaar.
Deelnemers moeten een goed niveau hebben
verhitting van de stof en de chemische reacties
Dit is een van de eerste veranderingen bij de
en iets voor elkaar kunnen betekenen tijdens
tegelijkertijd waardoor het proces van wat er
nieuwe gezamenlijke postacademische instel-
de opleiding. Zo moeten ze niet allemaal uit
gebeurt, moeilijk te doorgronden is. Guo wist
ling van TU/e en UvT, Tias Business School.
dezelfde bedrijfstak komen, maar elkaar juist
de toepassing van de grid reactor te vergroten
‘Samenvoegen van de opleidingen Master of
kunnen aanvullen en verrassen vanuit hun
door het rooster al voor de reactie op te warmen,
Marketing en Master of Business Marketing
verschillende invalshoeken. De doelgroep is
zodat de verhitting van de houtskooldeeltjes
maakt ons sterker: inhoudelijk als opleiding
ervaren managers met een brede (toekom-
sneller zou plaatsvinden dan het chemische pro-
én als partij in de markt. Dat is voor ons maxi-
stige) verantwoordelijkheid voor marketing.
ces van de vergassing.
maal scoren’, stelt academic director prof. dr.
‘De juiste combinatie van mensen garandeert
Voor de pyrolyse gebruikte Guo een
Theo Poiesz.
een optimaal leerproces’, vindt Poiesz.
schokbuisreactor, een buis van twaalf meter
Aandacht voor alumni is een wezenlijk onder-
lengte en 22 centimeter doorsnede die in twee
De nieuwe opleiding ‘Executive Masters of
deel van het op peil houden van de opleiding
ongelijke delen is verdeeld door een diafragma
Marketing’ zal zich elk jaar verder ontwik-
en het niveau van de afgestudeerden. ‘Zeker
van aluminium. In het eerste deel van vier
kelen. Dat moet wel, want inzichten over
in de marketing is de zogenaamde ‘life long
meter zit helium, in het reactiegedeelte zweeft
marketing veranderen voortdurend. ‘We zijn
learning’ geen luxe, maar absolute nooodzaak.
een wolk houtdeeltjes in een suspensie met
vooral gericht op strategie. Daarmee helpen
Daarom gaan we onze alumni de mogelijk-
stikstof. Het helium wordt onder een druk van
we bedrijven hun basisdoelstellingen te
heden bieden hun kennisniveau te updaten
elf bar gezet, tot het diafragma breekt en er een
bepalen. Deelnemers hebben behoefte aan
via activiteiten en verschillende services op
schokgolf van Mach 3 (driemaal de snelheid van
een combinatie van professionele intuïtie en
internet, zoals een nieuwbrief en een alumni-
het geluid) ontstaat, waardoor de houtdeeltjes
achterliggende marketingconcepten om het
gids’, vertelt programmadirecteur prof. dr. Piet
tegen het einde van de tube vliegen. Bij die
eigen verhaal beter naar buiten te brengen’,
Cijsouw van Tias Business School Eindhoven.
eindplaat vindt de reactie plaats en wordt hout
vervolgt Poiesz.
Zo bouwen alumni aan een netwerk voor het
omgezet in houtskool.
Het is de bedoeling dat deelnemers in hun
leven, is de gedachte.
werk meteen met de verkregen inzichten uit
De nieuwe opleiding gaat eind september van
de voeten kunnen. De brede basis van de
start met naar verwachting zo’n twintig deel-
opleiding behandelt consumentenmarketing,
nemers en duurt anderhalf jaar (part-time).
dienstenmarketing en business to business
Het onderwijs zal in het gloednieuwe gebouw
marketing, omdat deze terreinen steeds meer
van Tias Business School op de campus van de
van elkaars inzichten gebruik maken. Een
Universiteit van Tilburg gegeven worden.
bijzonder onderdeel van de opleiding is een
Voor meer informatie: www.tias.edu of
studiereis naar Silicon Valley in samenwerking
tel. 013- 466 86 00.
VENI- EN VIDI-SUBSIDIES VOOR DRIE TU/e’ERS
met de Santa Clara University in Californië, met dit jaar veel aandacht voor e-commerce en retail. Tegen het eind van de rit specialiseren de deelnemers zich in één van de bovengenoemde richtingen en maken een eindproject - de marketing assessment - waarin ze de eigen organisatie analyseren en voorstellen doen. ‘Ik heb directies bijna van hun stoel zien vallen naar aanleiding daarvan. Zo’n analyse is voor bedrijven soms miljoenen waard’, stelt Poiesz. Zowel docenten als deelnemers aan deze opleiding worden met zorg geselecteerd. Docenten moeten op internationaal niveau meespelen en bovendien een toekomstvisie hebben, waarmee zij een jaar of drie vooruit denken. Er is internationaal flinke concurrentie om docenten, sommigen moeten zeker een jaar van tevoren geboekt worden. De rollen van de docenten worden bij de samenvoeging
M
A
T
R
I
F OTO : R O B S TO R K
Drie TU/e-onderzoekers hebben subsidies toegekend gekregen in het kader van het VeniVidi-Vici-programma van NWO. Dr. Michel Lavrauw van Discrete Wiskunde krijgt Venigeld voor zijn onderzoek naar de classificatie van bepaalde niet-associatieve lichamen, een klassiek vraagstukken uit de algebra. Veni is een subsidie van maximaal twee ton voor pas gepromoveerden. In de Vidi-categorie, voor wetenschappers die al wat jaren op postdoc-niveau onderzoek hebben gedaan, krijgen Stefan Meskers en Anja Palmans van de faculteit Scheikundige Technologie geld voor hun onderzoek. Meskers gaat kijken naar schroefvormige moleculen in plastic lichtdetectoren. Hij gaat een plastic detector maken die kan bepalen of lichtdeeltjes links- of rechtsom tollen. Palmans werkt aan ‘klikken met cascades’. Dit is een techniek die ontwikkeld gaat worden om op een gecontroleerde manier moleculen aan elkaar te rijgen tot een moleculaire ketting. Hiermee worden effectievere kunststoffen voor medische toepassingen toegankelijk. De Vidi-subsidie bedraagt maximaal zes ton.
X
/
3
/
2
0
0
4
2 1
DE VONK
PROF.DR.IR. JEU SCHOUTEN(58) D E C A A N F A C U LT E I T I N D U S T R I A L DESIGN
F OTO ’ S : V I N C E N T VA N D E N H O O G E N
Altijd werkende hobbyist Jeu Schouten maakte in 2001 de stap van de faculteit Werktuigbouwkunde naar zijn nieuwe faculteit Industrial Design. Hoewel zijn roots in de aandrijftechniek liggen, voelt hij zich nu thuis in de interdisciplinaire wereld van technologen, ontwerpers en psychologen. ‘Ik kom uit Blerick, een dorp in de buurt van Venlo. Venlo was tijdens de oorlog lange tijd frontstad geweest en de boerderij van mijn ouders lag grotendeels in puin. Vandaar dat ik september 1945 als middelste van vijf kinderen in een kippenhok geboren ben. Ik heb altijd met veel plezier op de boerderij meegewerkt. Ik ben waarschijnlijk een van de weinige hoogleraren aan de TU/e die alles van varkens weet. Ik was als jongen altijd met techniek bezig. Dat was heel gewoon: zodra je kon lopen mocht je bij wijze van spreken een lasapparaat vasthouden. Na school reed ik op de tractor en sleutelde ik aan voertuigen. Ik houd er van om met verschillende dingen tegelijk bezig te zijn. Werken is mijn hobby, dus ik ben eigenlijk altijd aan het werk. Misschien heeft dat met mijn boe-
2 2
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
renafkomst te maken. Het werk gaat altijd door. Het vee stoort zich niet aan kerstmis of nieuwjaar. Mijn vader stimuleerde me om na de lagere school naar de MULO te gaan. Exacte vakken en techniek vond ik heel leuk en met mijn MULO-diploma op zak mocht ik naar de HBS als eerste uit de familie. Studeren aan een universiteit was helemaal iets bijzonders. Chriet Titulaer was de eerste uit het dorp die dat was gaan doen. Ik wilde graag de techniek in en het werd werktuigbouwkunde in Eindhoven. In 1963 was de TU/e nog jong en een stuk kleiner dan Delft. Dat stond me wel aan. Het Hoofdgebouw was net klaar en we kregen als eerstejaars onze collegekaarten door rector magnificus Posthumus persoonlijk uitgereikt. Tegenwoordig worden studenten gestimuleerd om een
bedrijfje te beginnen. In mijn tijd was er voor dat soort initiatieven nog geen subsidie, dus ik heb met eigen geld tijdens mijn studie met een compagnon een garagebedrijfje opgezet. We waren gespecialiseerd in tweedehands Volkswagen Kevers. We kochten goedkoop schadeauto’s op in Duitsland, zaagden die in tweeën en fabriceerden van de twee goede helften een nieuwe Kever. Dat leverde een aardige bijverdienste op. Auto’s en snelheid hebben me altijd aangetrokken. Dat heb ik nog steeds. Ik rijd in een Mercedes CLK coupé, weliswaar met een snelheidsbegrenzer die zorgt dat hij niet harder gaat dan 250 km. Mijn studie ging vrij snel. Ik doe het liefst dingen die eigenlijk niet kunnen. Het vijfjarig programma deed ik in 4,5 jaar. Ik studeerde af bij professor Horowitz op werktuigkundig ontwerpen. Hij was bekend als de ontwerper van de Philishave en had zo’n honderdvijftig octrooien op zijn naam staan. Horowitz was typisch een verstrooide professor. Toen er eens in zijn auto was ingebroken, ging hij meteen aan de slag om die te beveiligen. Dat resulteerde in een ontwerp voor een mechanisme, waarvan de essentie ‘m zat in een heel groot mes dat bij inbraak van onder het chassis tevoorschijn kwam om de voeten van de inbreker er af te hakken. Dat ontwerp heeft het gelukkig nooit verder gebracht dan de tekentafel. Duitsland
Na mijn afstuderen heb ik bij de marine gediend als luitenant-ter-zee bij de mijnenvegers in Den Helder. Ik heb daar gewerkt aan scheepsaandrijvingen en die ervaring bracht me bij mijn eerste werkgever, VDMA in Frankfurt: de Verein Deutscher Machinen- und Anlagenbau Anstalten. Dat was een organisatie die onderzoek deed voor de machine-industrie in Duitsland. We werkten veel samen met toeleveringsbedrijven voor de auto-industrie in Zuid Duitsland, dus ik was veel op reis. Ik heb er gewerkt van 1969 tot 1976. Ik hield me bezig
met hydraulische aandrijftechniek, tribologie en met het ontwerpen en ontwikkelen van lagers en tandwielen. Een groot deel van het onderzoek werd aan de TU/e uitgevoerd. Tijdens die periode ben ik bij professor Schlösser in 1973 gepromoveerd. Hij leerde me om analyserend en ontwerpend met werktuigbouwkunde om te gaan en om in analogieën te denken. Dat gebruik ik nog steeds. Hoogleraar
In mijn VDMA-tijd werd ik door een commissie benaderd voor de vacante leerstoel van Horowitz. Ik was dertig jaar toen ik benoemd werd en de jongste in de groep. Ik heb er nooit spijt van gehad dat ik die stap gezet heb. Ik heb altijd geprobeerd om onderzoek en ontwerpen in relatie te brengen met de industrie. Een bedrijf moet de kost kunnen verdienen met de bedenksels van ingenieurs. De faculteit Werktuigbouwkunde heeft heel wat roerige tijden doorgemaakt. Er heeft zich een ware richtingenstrijd afgespeeld tussen de theoretisch gerichte fundamentalisten en de meer praktische ontwerpers. Ik zat daar een beetje tussenin. In 1993 ben ik aangetreden als decaan. Met collega hoogleraar Han Meijer heb ik met veel plezier gewerkt aan een nieuwe filosofie voor de faculteit, waarin fundamenten en toepassingen werden geïntegreerd. Ook in het curriculum is veel veranderd, dat was vooral het werk van opleidingsdirecteur Jan Janssen en Han Smits. Wanneer ik terugkijk op die periode van zeven jaar decanaat, denk ik dat de universiteit echt veranderd is. We waren dan ook trots toen de TU/e in Der Spiegel in 1998 als beste Europese TU uit de bus kwam, waarbij met name de faculteit Werktuigbouwkunde onder de loep was genomen. Industrial Design
De laatste jaren merkte ik dat studenten meer wilden doen dan strikt het werktuigbouwkundig deel van een ontwerp. Aan de andere kant kreeg ik steeds meer vragen
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
2 3
DE VONK
Schouten: ‘Ik werk liever aan nieuwe dingen dan aan het bijhouden van lopende processen.’
ren door een externe commissie. Daar komen heel goede resultaten uit. Natuurlijk is er een lijst met verbeterpunten. Naar aanleiding daarvan gaan we bijvoorbeeld het wiskundedeel in de opleiding vergroten. Ik heb ID-studenten leren kennen als creatief en zelfverzekerd. Het is leuk om te merken dat we nu ook van onze buitenlandse stageadressen heel positieve reacties krijgen over het niveau en het creatieve vermogen van onze derdejaars studenten. We werken aan de uitbreiding van het internationale netwerk. Goed ontwerpen kun je niet zonder rekening te houden met cultuurverschillen. We werken al samen in het DTI in Singapore, waar we aan de National University nu parallel een masteropleiding Industrial Design starten, en we praten nu met Melbourne en Shanghai. In oktober gaan we naar MIT en naar Georgia Tech. uit de industrie naar mensen die zo’n totaalontwerp aankonden. Blijkbaar was er behoefte ontstaan aan een ander type ingenieur. Geleidelijk ben ik aan de plannen gaan werken voor een opleiding Industrial Design. Het was eerst de bedoeling om die opleiding in te passen binnen de faculteit Werktuigbouwkunde. Maar CvB-voorzitter Henk de Wilt kwam met het uitstekende idee er een zelfstandige faculteit van te maken. Anders zouden we voortdurend moeten uitleggen wat nu het verschil met werktuigbouwkunde inhield. Ik ben met Industrial Design (ID) echt in een andere wereld verzeild geraakt. Niet alleen het onderwijsconcept is anders, maar ook de mensen. Het is boeiend om te werken met een internationale groep van technici, psychologen, ontwerpers en kunstenaars. Het heeft met een groter deel van de maatschappij te maken. Die relatie tussen techniek, maatschappelijke behoeften en design is essentieel. ID wil op de eerste plaats een goede inhoud bieden, gebaseerd op de integratie van verschillende disciplines. We willen onze studenten leren om daar op een ingenieursmanier creatief mee om te gaan. Het gaat om value creation. Het is mijn ambitie om ID hiermee internationaal goed op de kaart te zetten. Het moet internationaal bekend worden dat onze masters een unieke rol vervullen bij het ontwerpen van intelligente producten en diensten. Critici
Ik weet natuurlijk dat er met een kritisch oog naar ID gekeken werd. Het budget voor de TU/e werd immers niet uitgebreid en men was bang dat er wat studenten betreft in dezelfde vijver gevist werd. Ik ben blij dat ik nu na drie jaar kan aantonen dat we een nieuw type student aantrekken. Ik grijp kritiek graag aan om de critici uit te nodigen voor een bezoek om daarna een oordeel te vellen. Ik kan er weinig mee wanneer iemand kritiek heeft zonder zich daadwerkelijk in het onderwerp verdiept te hebben. We hebben intussen een onderwijsvisitatie laten uitvoe-
2 4
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
Organisatie
Het oprichten van een faculteit is een boeiend proces. Het is een unieke ervaring om dat samen met dit enthousiaste team te doen. Overigens denk ik dat de huidige universiteiten aan een verandering toe zijn. Veranderingen in de techniek verlopen steeds sneller, nieuwe gebieden zijn niet langer dan tien jaar nieuw, terwijl we nog steeds vasthouden aan oude disciplinaire facultaire indelingen die stammen uit de negentiende eeuw. Dat er steeds meer gewerkt wordt volgens een interdisciplinaire aanpak geeft al aan dat de bestaande disciplines geen goede afspiegeling meer zijn van wat er werkelijk aan kennis nodig is. Het is misschien een idee om in principe elke faculteit na een periode van vijftien jaar op te heffen. Dat geeft een universiteit de ruimte om af te wegen of er een doorstart gemaakt moet worden dan wel of er iets heel nieuws moet komen. Je bent dan verplicht om over je bestaansrecht na te denken. Het zou een vorm van grootschaliger denken zijn om dit onderwerp in 3TU-verband gezamenlijk aan te pakken. Ik word volgend jaar zestig. Ik realiseer me terugkijkend dat ik bij iedere verandering in mijn eigen loopbaan eigenlijk veel eerder al die stap had moeten zetten. Wat ik na ID ga doen weet ik nog niet. We hebben nog minstens twee jaar nodig om de opleiding compleet te krijgen, daarna volgt nog een optimaliseringsslag en we zijn ook druk doende met het opbouwen van het onderzoek. Als iets standaard wordt, vind ik het niet meer zo boeiend. Ik werk liever aan nieuwe dingen dan aan het bijhouden van lopende processen. Dat ik na mijn zestigste nog een garage ga beginnen zal er wel niet inzitten. In nieuwe auto’s zit zo veel intelligentie ingebed, dat je er nauwelijks meer aan kunt sleutelen zonder professionele apparatuur. Maar er zijn zoveel dingen interessant: toen we deze zomer met een Philips- en TU-delegatie in China waren, vond ik zelfs vijf uur per nacht slapen zonde van de tijd; je mist dan weer zoveel.’
ONDERZOEK
Hoe kun je logistieke bedrijfsprocessen optimaal laten verlopen, zeker in deze tijden van snelle technologische ontwikkeling? De onderzoeksgroep Operations Planning, Accounting and Control van Technische Bedrijfskunde doet onderzoek op dit gebied. En daar is ze goed in. Eerder dit jaar kreeg ze de hoogste score van een internationale commissie bij de visitatie van Technische Bedrijfskunde en Bestuurskunde.
Logistieke planning draait om menselijk gedrag Ook had de onderzoeksgroep de eer om een vooraanstaande conferentie te organiseren, die voor het eerst buiten de Verenigde Staten plaatsvond. Op 1 en 2 juli was het zover. De groep Operations Planning, Accounting and Control (OPAC) van Technische Bedrijfskunde, onderdeel van de faculteit Technologie Management,
2 6
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
verwelkomde enkele honderden onderzoekers op de jaarlijkse MSOM-conferentie. MSOM staat voor Manufacturing and Service Operations Management Society. Deze vakorganisatie met 950 leden – onderzoekers, docenten, adviseurs en studenten – wil kennis verspreiden om bedrijven van dienst te zijn met hun
operations management, ofwel coördinatie en logistiek. ‘De MSOM-conferentie is de meest vooraanstaande conferentie in ons vakgebied’, zegt prof.dr.ir. Jan Fransoo, hoogleraar Logistiek bij OPAC en medeorganisator van de conferentie. ‘In de Verenigde Staten is het vak het meest ontwikkeld. Daar wordt de conferentie al jaren georganiseerd. Een paar jaar geleden is gekozen voor een internationale opzet. Niet toevallig is toen aan de TU/e gedacht. Wij hebben een goede en grote onderzoeksgroep die geen congres in Amerika heeft overgeslagen. De TU/e heeft altijd een sterk internationale oriëntatie gehad. Onze goede reputatie is nu erkend.’ De inhoud van de conferentie gaf een beeld van de stand van zaken in het vakgebied. ‘De centrale vraag is: hoe kun je operationele beslissingen binnen en tussen bedrijven zo goed mogelijk nemen?’ zegt Fransoo. ‘Hoe coördineer je goederenstromen zodanig dat vraag en aanbod in de hele keten voortdurend met elkaar overeenstemmen? Kijk naar de productie van computerchips. Die worden steeds ingewikkelder, met enorm kleine componenten. Die moeten gemonteerd en getest worden op verschillende locaties in de wereld. Zulke netwerken zijn heel complex. Dat stelt hoge eisen aan de coördinatie. Ook
Mensen spelen altijd een belangrijke rol in logistieke processen.
zie je dat veel bedrijven zich steeds meer richten op hun kerntaak. De rest besteden ze uit. Dat vergt een heel andere aanpak.’
Denkprocessen van mensen
F OTO : O G C
Om te onderzoeken hoe dergelijke logistieke processen optimaal kunnen verlopen wordt gebruik gemaakt van wiskundige modellen. ‘We modelleren bijvoorbeeld hoe groot de kans is dat het netwerk van producenten en retailers op tijd aan de vraag van een klant voldoet’, zegt prof.dr. Ton de Kok, hoogleraar Kwantitatieve methoden in de logistiek, en medeorganisator van de conferentie. ‘Met wiskundige modellen en economische theorieën maken we algoritmes voor software. Dat is het gereedschap bij allerlei vragen. Hoe kun je netwerken optimaal aansturen? Hoe kun je afspraken en beslissingen het beste in een informatiesysteem onderbrengen? Noem maar op.’ Het gaat daarbij vooral om de afstemming tussen mensen en afdelingen in de praktijk. ‘Als er een beslissing is genomen, verandert er vaak van alles tijdens de implementatie’, geeft De Kok aan. ‘Er is bijvoorbeeld besloten om honderd stuks te maken. Maar in de maand die erop volgt lopen de dingen net even anders, zonder dat er expliciet nieuwe afspraken worden gemaakt. Bij OPAC werken we aan informatiesystemen waarin ook onverwachte gebeurtenissen effectief en efficiënt verwerkt kunnen worden. Het moet logisch zijn voor iedereen en de onzekerheid van de praktijk beter modelleren. Ons onderzoek leidt tot beslissingsondersteunend gereedschap.’ De psyche van de mens heeft vele kronkels, daar kan dit soort onderzoek niet omheen. ‘We moeten de denkprocessen van mensen proberen te begrijpen. Feitelijke processen en modellen komen niet altijd overeen. Mensen gedragen zich in de praktijk vaak toch even anders. Sommige delen van het onderzoek zitten daarom dicht tegen de cognitieve psychologie aan. Het gaat allemaal om de rol van mensen.’ ‘Stel, een winkel houdt de producten op voorraad volgens de regels van een optimaal model’, geeft Fransoo als voorbeeld. ‘Toevallig wordt er op één dag vier keer zoveel als normaal van een bepaald product verkocht. Een besteller achter een computerscherm die ziet dat er zoveel verkocht is, denkt misschien dat de vraag groter is dan normaal. Hij bestelt wat extra bij, met gevolgen voor het informatiesysteem en daarmee voor de beslissingen over de bevoorrading. Terwijl de afdelingschef in de winkel die over de voorraad moet beslissen deze lokale informatie kan inschatten als toeval. Hij weet bijvoorbeeld dat er in het weekend een festival in het dorp plaatsvindt. Maar waar kan deze informatie worden opgeslagen in het informatiesysteem?’ De Kok: ‘We proberen het gedrag te snappen van medewerkers die verantwoordelijk zijn voor planning. Kleine veranderingen in een bedrijf, bijvoorbeeld een vrachtwagen die onverwacht nog bij de fabriek staat, beïnvloeden de beslissingen van de planners. Dat zijn geen patronen die zich herhalen. We willen die ook niet vastleggen. Wel proberen we in onze rekenmethodes irrelevante informa-
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
2 7
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
XOXNXDXEXRXZXOXEXKX X
voorbeeld van hoe de toepassing van keiharde wiskunde zijn weg vindt als commerciële software.’ Marketing
Prof.dr.ir. Jan Fransoo (links) en prof.dr. Ton de Kok.
tie te interpreteren als relevant, om het zoveel mogelijk een plek te geven in het systeem.’ Beter dan anderen
De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar informatiesystemen die onjuiste gegevens bevatten. ‘Er is een discrepantie tussen wat een systeem denkt en wat er bijvoorbeeld werkelijk op voorraad is’, legt De Kok uit. ‘Het is een illusie dat een kassa altijd precies aangeeft wat er verkocht is. Maar het is de vraag of het zinvol is om altijd alles te weten en te tellen. Dat is niet nodig, dat kost alleen maar geld. Een bedrijf hoeft niet altijd uitmuntend te zijn, als het maar beter is dan andere. Met onze modellen kunnen wij normatieve uitspraken doen over hoe goed een bedrijf het doet. Een manager moet vervolgens oordelen hoe hij iets eventueel anders kan aanpakken.’ Zo is het onderzoek van OPAC altijd geïnspireerd door de praktijk van het bedrijfsleven. En de softwareprototypes die ontwikkeld worden vinden in sommige gevallen hun weg naar de industrie. Een goed voorbeeld daarvan is het ‘Collaborative Planning’ systeem, dat inmiddels is geïmplementeerd bij Philips Semiconductors en Philips Optical Storage. In 2000 startte Semiconductors een project om de planning in een complex netwerk met meerdere spelers te verbeteren. De Kok, die in het verleden bij Philips heeft gewerkt, ontwikkelde een planningsproces dat de bedrijfsgrenzen overschrijdt. De ondersteunende software voor Collaborative Planning kan snel berekenen wat het hele netwerk op ieder moment nodig heeft. Wekelijks hebben de partners contact in een teleconferentie. Aan de hand van de actuele voorraadgegevens, de vraagcijfers en de resulterende planningsinformatie van het computersysteem maken ze nieuwe afspraken over vraag, productie en levering. De beslissingen worden gelijk doorgegeven aan de betrokken partijen. Door deze stroomlijning hoeft er minder verschroot te worden, terwijl er toch aan de vraag uit de markt wordt voldaan. De bedrijven hebben er al miljoenen euro mee bespaard. De Kok kwam ermee, samen met de Philips-divisies, in de finale van de Franz Edelman Award. Dat is een prestigieuze prijs voor opzienbarende toepassingen op gebied van operations research en management. ‘Het systeem is een doorslaand succes geworden’, zegt De Kok. ‘Een goed
2 8
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
Juist deze goede samenwerking met het bedrijfsleven en een goede balans tussen toegepast en fundamenteel onderzoek heeft de onderzoeksgroep een pluim opgeleverd. De internationale visitatiecommissie van Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) heeft eerder dit jaar een beoordeling gegeven van het technisch bedrijfskundig onderzoek van de drie technische universiteiten en de universiteit Wageningen. De TU/e scoorde het beste, en dan met name de groep OPAC. Op een schaal van één tot vijf kreeg de onderzoeksgroep een vijf voor kwaliteit en een 4,5 voor productiviteit, relevantie en levensvatbaarheid. Ook de andere vier onderzoeksgroepen van Technische Bedrijfskunde aan de TU/e kregen hoge cijfers. Fransoo: ‘Ons onderzoek is relevant voor bedrijven. Het vindt zijn weg naar het bedrijfsleven via de software die soms bij bedrijven terechtkomt, én dankzij de kennis die studenten overdragen op de industrie, bijvoorbeeld via afstudeerprojecten. De implementatie van de kennis en methodes die we hier ontwikkelen is overigens niet onze verantwoordelijkheid. Wel het toegankelijk maken van die kennis.’ ‘Er zit een zekere discrepantie in’, voegt De Kok toe. ‘Wij zijn goed, maar moeten we daarom meer aan marketing doen om onze kennis op de markt te brengen? Toch loont het de moeite om actief te blijven richting de industrie. We hebben een leidende rol in het European Supply Chain Forum, een consortium van twintig grote internationale bedrijven, de TU/e en de Universiteit van Lund in Zweden. Het vraagt veel tijd om deze contacten te onderhouden, naast onze onderwijs- en onderzoekstaak. Maar ik zie het als win-win-situatie.’ Beide werelden
Ook tijdens de MSOM-conferentie was er volop gelegenheid om de banden met bedrijven aan te halen. ‘We hadden iemand van Unilever uitgenodigd om een lezing te geven. Zo worden beide werelden aan elkaar blootgesteld. Het is belangrijk om zicht te houden op wat er gebeurt in de praktijk.’ En om te zien wat de praktijk daadwerkelijk voorstelt. Wat dat betreft zijn Fransoo en De Kok niet zo onder de indruk van de razendsnelle technologische ontwikkelingen. ‘In werkelijkheid gaat het allemaal niet zo snel. Wij grinniken erom en staan erg sceptisch tegenover het hijgerige van nieuwe technologieën. Het heeft grote consequenties als nieuwe maar onrijpe technologieën te snel op grote schaal worden ingevoerd omdat de bedrijven bang zijn dat ze te laat zijn’, besluit De Kok.
!RE YOU INTO MODELLING IS HÒT PLATFORM VAN ALLE DENKBARE FYSISCHE PROCESSEN (ET GEHEIM SCHUILT ERIN DAT IEDERE VERGELIJKING DAT
45E
3%-).!2 EN $%-/ .OV
)NSCHRIJVEN KAN VIA WWWCOMSOLCOMNL
777#/-3/,#/-.,
WWWCOMSOLCOM &%-,!" IS A REGISTERED TRADEMARK OF #/-3/, !"
BRINGS YOU &%-,!"
Conferentie- en opleidingscentrum
De Ruwenberg Aansprekende resultaten behalen in een optimale werkomgeving! Harvard Business School is vaste klant, en managementteams van gerenommeerde multinationals zijn hier kind aan huis. Stropdassen en mantelpakjes ruimen veelal het veld voor het overhemd en de polo. De Ruwenberg staat voor gastvrije ongedwongenheid in een omgeving die het mogelijk maakt om werksituaties na te bootsen. Hoogstaande voorzieningen zijn gewoon. Bijzonder is het amfitheater; een cirkelvormige, in hoogte oplopende, collegezaal met video- grootbeeldscherm en alle wenselijke technische voorzieningen. Even waan je jezelf weer in de collegezaal. De vergelijking met een universiteit gaat trouwens op meer fronten op. Er wordt gesproken, geleerd en beslist op topniveau in een onverwacht informele sfeer.
Een duidelijke meerwaarde voor uw bedrijf! Het centraal gelegen Atrium is uitermate geschikt voor kleine congressen tot 200 personen. Congresbezoekers worden omarmd door de Brabantse gastvrijheid. De oprijlaan naar de entree van het centrum, wat zich bevindt in een authentiek kasteel uit de 14e eeuw, geeft de bezoekers een speciaal gevoel. Natuurlijk is het daarbij mogelijk uw bedrijfsvlag uitnodigend te laten wapperen. In het weekend kun je het gehele centrum exclusief betrekken vanaf een minimale bezetting van 150 personen.
www.ruwenberg.nl Ruwenbergstraat 7 - 5271 AG St. Michielsgestel Postbus 44 - 5270 AA St. Michielsgestel - The Netherlands Tel. 073-55 888 88 - Fax 073-55 888 89 Reserveringen Tel. 073-55 888 55 - Fax 073-55 888 00 E-mail:
[email protected]
LOOPBA AN
Joris Nuijten houdt zich binnen Shell bezig met het optimaliseren van de investeringen in olie-en gasvelden.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
Ingenieur in olie Zijn mooiste tijd beleefde hij op de Noordzee. Op een olieplatform leerde hij over het boren naar het zwarte goud. Maar TU/e-alumnus ir. Joris Nuijten en Master of Science in Petroleum Engineering kwam terug aan wal en adviseert nu de top van Shell bij keuzes met betrekking tot de exploratie en productie van olie en gas. Op het hoofdkantoor van de multinational in Den Haag is de 34-jarige Nuijten aan het woord. ‘Vroeger had Shell landenorganisaties die allemaal vrij zelfstandig opereerden. Dat werkte toen heel goed, maar nu hebben we steeds meer te maken met zaken die over de landsgrenzen heengaan. Een voorbeeld hiervan is een gasleiding vanuit Groot-Brittannië naar Zeebrugge, de Interconnector. Als er op een dag in één van de twee landen weinig gas is, kun je vanuit het andere gas toevoegen. Daarmee sta je niet meer alleen, maar ben je afhankelijk van wat er aan de andere kant van de Noordzee gebeurt. Dit soort projecten spelen ook tussen Scandinavië en Groot-Brittannië. Hetzelfde geldt voor de gasmarkt die in Europa steeds transparanter wordt.
3 2
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
Om deze redenen bestaat er sinds vorig jaar een centrale organisatie voor exploratie en productie in Europa. Ik werk sinds eind vorig jaar op hoofdkantoor van Shell als businessplanner. Dat is een afdeling binnen de nieuw opgezette structuur. Het is dus een nieuwe functie. Mijn afdeling houdt zich bezig met het optimaliseren van de investeringen die Shell in de komende jaren in Europa gaat doen. We hebben olie- en gasvelden, platforms, pijpleidingen en je hebt concessies, dat zijn gebieden waar misschien olie of gas zit. De vraag is: hoe ga je zo efficiënt mogelijk om met die zaken? Dat proberen wij zo goed mogelijk te beantwoorden.
Nuijten: ‘Na een verblijf van een half jaar op een platform, moest ik me ineens weer elke dag scheren en een stopdas om.’ waaier van verschillende aspecten te belichten.’ ‘Ik werk in een virtueel team. Mijn baas woont en werkt in Aberdeen, Schotland. Ik heb collega’s in Stavanger, Noorwegen. Daarom werken we veel met nieuwe communicatietechnieken. Zo heb ik vanmorgen een teleconference gehad met mensen in Italië, Denemarken en Duitsland. In het begin was het even wennen, maar nu is het net of iemand naast je zit. Ik reis ook nog wel, maar steeds minder. Omdat mijn baan pas sinds eind vorig jaar bestaat, ging ik ook veel op pad om de collega’s in het buitenland beter te leren kennen. Als je elkaar een paar keer face-to-face heb gesproken is het veel makkelijker om daarna via videoconference contact te onderhouden.’ Mooiste werker varing
We maken hiertoe jaarlijks een businessplan waarin we de top van het bedrijf adviseren over het te voeren beleid. Alle onderdelen van het bedrijf, de gas- en olievelden, maken hun plannen en voorstellen. Deze komen uit heel Europa bij ons samen. Die informatie leggen we bij elkaar om te zien hoe de situatie in de hele regio is. Op dit moment staan we in het middelpunt van de belangstelling, omdat het Europese leadership-team op onze informatie steunt in het uitzetten van de lijnen voor de komende jaren.’ Investeren
‘In Europa werken we met acht landen. Ik praat met een aantal daarvan om te begrijpen hoe de business er daar uitziet en welke mogelijkheden er zijn. Want of je investeert in een nieuwe pijplijn of het zoeken naar een nieuw olieveld, hangt af van verschillende zaken, zoals de economische kant: wat levert het op? Maar ook kun je strategische of politieke motieven hebben om te investeren. Er kunnen belangen zijn op het gebied van milieu, zoals investeringen die uitstoot van CO2 terugdringen. Je ziet dat je niet zomaar kunt zeggen welk project voor Shell het beste of het slechtst is. Het is daarom ons doel een hele
‘In 1993 studeerde ik in Eindhoven af aan de faculteit Technische Natuurkunde. Na mijn studie deed ik een opleiding aan het Institut Français de Petrole (IFP). Dit is een mijnbouwkundige opleiding in Parijs. Het was een mooie brug tussen studie en bedrijfsleven. Tijdens die opleiding liep ik stage bij de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij) in Assen. Dat was in de petrofysica. Ik wilde wel in Frankrijk blijven werken, maar ik kwam toch bij Shell terecht en mijn eerste baan was op de afdeling bij de NAM waar ik ook een stage had gedaan. Na een aantal interne opleidingen binnen Shell ging ik voor een jaar offshore, op een olieplatform in de Noordzee. Dat was twee weken op, twee weken af. Je vliegt met een helikopter vanaf Den Helder een half uur tot twee uur, afhankelijk van waar het platform op dat moment ligt. Ik had een startersfunctie om te leren wat er op een platform gebeurt en welke problemen je tegenkomt. Daarbij had ik taken in logistiek en planning. Je werkt met een man of tachtig op zo’n platform. Daarvan is een klein gedeelte academisch opgeleid. Het zijn mensen die het vak in de praktijk hebben geleerd. Ik merkte dat je daar heel veel van kan leren. Door met iedereen te praten, steek je veel op en word je snel opgenomen in het team. Ik heb er een jaar gezeten. En eigenlijk is het mijn mooiste werkervaring tot nu toe. Er is nauwelijks contact met de buitenwereld en naast keihard werken is er niet veel om je zorgen over te maken. Je kunt er niet meer doen dan eten, slapen en werken. Maar er heerst een heel sterk teamgevoel. Als het wat rustiger is, heb je gesprekken met mensen die daar al heel lang zitten. Dan hoor je mooie anekdotes. Toen mijn tijd op zee officieel was afgelopen, wilde ik nog wel een half jaar op het platform blijven. Dat kon helaas niet. Ineens moest ik me elke dag scheren en een stropdas dragen. Ik schrok er een beetje van terug, maar het wende snel. Op het kantoor sta je weer midden in het leven en heb je contact met allerlei onderdelen van het bedrijf en partijen daarbuiten. Dat maakt veel goed.’
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
3 3
S TA RT E R S
Van afstudeerder naar ondernemer in één stap
Ir. Bart Kranz (25) is nét afgestudeerd en zijn eigen bedrijf staat al in de steigers. Hij heeft altijd groot respect gehad voor ondernemers. Daarom staat hij te trappelen om aan de slag te gaan met zijn nieuwe bedrijf Novameer.
Als kind zag hij hoe zijn vader in Cuijk een fabriek runt waar houten producten werden gemaakt en in- en ompakwerkzaamheden worden verricht. Bart Kranz keek ernaar en wist dat hij op een dag zijn eigen bedrijf wilde leiden. Wát hij ging verkopen was nog onbekend, maar het ondernemersbloed stroomde onmiskenbaar door zijn aderen. Het was dus niet vreemd dat hij op de TU/e geïnteresseerd raakte in een nieuw programma voor jonge ondernemers. Dit Multidisciplinair Entrepreneurship Project is opgezet door de Amerikaanse hoogleraar Gregory Crawford en dr.ir. Cees Bastiaansen, beiden van de faculteit Scheikundige Technologie. Het project heeft als doel afstudeerders en promovendi in te wijden in het ondernemerschap. Een team van engineers en niet-engineers (onder andere bedrijfskundigen) kiezen een product of proces dat
3 4
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
Recycling
Het project waar Kranz voor koos draait om een nieuw materiaal dat een alternatief is voor huidige composietmaterialen als polyester en epoxy, plastics versterkt met glasvezel. Aan de polymeer wordt glas toegevoegd om de materiaaleigenschappen te verbeteren. Een groot nadeel van deze bestaande composietmaterialen is dat ze niet recyclebaar zijn. Eigenlijk is het alleen te verbranden. Daarbij is de verwerking van composietmaterialen vies en arbeidsintensief. Er is dus behoefte aan een recyclebare variant. En dat is het nieuwe composietmateriaal. Het product is opgebouwd uit één polymeer, in dit geval polypropyleen. Het innovatieve onderdeel van dit nieuwe materiaal is dat polypropyleen niet met glas wordt versterkt, maar met ‘zichzelf’. Dus niet het F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
De manier van versterken van het polymeermateriaal is innovatief.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
is ontwikkeld door de TU/e. Ze schrijven een bedrijfsplan, maken een prototype en onderzoeken of het mogelijk is de vinding te ‘vermarkten’. In het mooiste geval komt een bedrijf voort uit het afstudeerproject. Maar ook zonder bedrijf kan een opdracht geslaagd zijn. Al is de achterliggende gedachte start-ups te creëren. Kranz stond vlak voor zijn afstuderen en trok de stoute schoenen aan. Hij was van de eerste lichting die aan het Multidisciplinair Entrepreneurship deelnam. ‘Er waren een paar projecten. Ik had een voorkeur voor het kunststofproject. Dan had ik ook nog wat aan mijn achtergrond als werktuigbouwer.’ Voordat de jonge ondernemer naar de TU/e kwam om een verkort programma bij de opleiding Technische Bedrijfskunde te volgen, rondde hij een HTS-opleiding Werktuigbouwkunde af.
Ir. Bart Kranz met het nieuwe composietmateriaal.
basismateriaal maar de manier van versterken van de polymeer is innovatief. Volgens Kranz heeft het grote voordelen. ‘Materiaaleigenschappen als de impactsterkte en stijfheid zijn erg goed. Het is heel sterk. En het is erg licht, lichter dan polyester of andere composietmaterialen. De verwerking is eenvoudig. Tijdens het productieproces komen geen vieze dampen vrij. Omdat het uit één materiaal is opgebouwd is het honderd procent recyclebaar. Dr.ing. Ton Peijs startte het onderzoek naar het materiaal en vijf jaar geleden voegden twee promovendi zich bij het onderzoeksteam.
nieuw. Meer komt van polymeer. ‘Via bekenden kwam ik in contact met mensen uit de composietindustrie en zijn we gaan kijken of er interesse is in dit nieuwe materiaal. Het is oorspronkelijk ontwikkeld voor de automobielindustrie, maar omdat we te klein zijn ons daar op te richten, zijn we gaan kijken naar andere markten. Er bleken zeker bedrijven geïnteresseerd in het product.’ Opvallend was dat afnemers vooral een eindproduct van kunststof wilden, in plaats van het zelf produceren van het basismateriaal. Dit is dan ook waar Novameer zich op gaat richten: het ontwikkelen en maken van producten van het nieuwe composietmateriaal.
Businessplan
Het product is dus kansrijk om in een bedrijf om te zetten. En de inspanningen van Kranz vergrootte die kans alleen maar. ‘Gedurende mijn afstuderen heb ik een goed businessplan gemaakt. Hierin zaten stukken over alles wat een businessplan moet hebben, zoals het product, de markt, de strategie, de productievoordelen, een financieel gedeelte, een concurrentieanalyse, toegevoegde waardes et cetera.’ Voor zijn afstuderen kreeg hij een negen. Kranz: ‘Alle onderdelen van het plan moesten zo goed mogelijk worden aangepakt en afgerond, het is tenslotte de basis van alles wat nog komen gaat.’ Het lag voor de hand dat hij het voorwerk niet onbenut zou laten en een bedrijf zou oprichten. Hierbij kreeg hij hulp van het Innovatielab van ir. Wim Bens en ir. Bart de Jong, de begeleiders van het Entrepreneurship-project, prof.dr. Leo Verhoef en partijen als het Incubator3+, een programma om technologische startups te ondersteunen. Ook het winnen van New Venture 2004, de ondernemingsplannenwedstrijd van McKinsey&Company, stimuleerde een eigen bedrijf op te zetten. De onderneming kreeg de naam Novameer. Nova staat uiteraard voor herontwikkeld,
M
A
T
R
I
Eindproduct
Er moet dus geproduceerd worden en daarom begint Kranz een productie-eenheid in de fabriek van zijn vader, in Cuijk. Daar is ruimte en zijn voldoende arbeidskrachten waar Novameer tegen gunstig tarief gebruik van kan maken. Volgens planning start de productie in de eerste maanden van 2005. ‘Wij krijgen de matten van het nieuwe composietmateriaal als halffabrikaat toegeleverd en maken er in de fabriek in Cuijk een eindproduct van. Het is volledig maatwerk naar de specificaties van de klant. De ondernemer kan nog niet vertellen voor welke bedrijven hij gaat produceren. Overeenkomsten zijn nog niet helemaal gesloten, dus het is niet verstandig daar nu over te praten, zegt hij. ‘Je moet denken aan producten waarvan je er misschien duizend per jaar maakt en die slag- en stootvast zijn. Huidige composietmaterialen zoals bijvoorbeeld polyester wordt gebruikt in onderdelen van vrachtwagens, in caravans, vouwwagens, paardentrailers, scooters, jetski’s, auto’s et cetera.’ En daarmee is Kranz de ondernemer die hij altijd had willen zijn.
X
/
3
/
2
0
0
4
3 5
XCXUXLXTXUXUXRX X X X
Speciale workshops op de TU/e: hoe kun je muziek centrifugeren?
CRÈME DE LA CRÈME MODERNE MUZIEK
Tromp Festival op TU/e-terrein Studium Generale werkt samen met het Tromp Muziek Concours en brengt dit jaar drie alternatieve muziek- en theaterprojecten op de campus. Daarvoor is de crème de la crème van verschillende interessante moderne richtingen uitgenodigd om een voorstelling te maken die speciaal gericht is op de TU/e, de universiteitsbevolking én de campus zelf. Het Tromp Muziek Concours wordt elke twee jaar in het Muziek Centrum Frits Philips gehouden en is bedoeld om jong talent in de klassieke muziek in de breed-
3 6
M
A
T
R
I
X
/
3
ste zin te stimuleren. Dit jaar staan strijkkwartetten centraal op het concours. In het kader van dit concours wordt sinds de jaren negentig een speciaal festival
/
2
0
0
4
gehouden waar ook TU/e al jaren aan meedoet. Andere plaatsen waar in oktober activiteiten worden gehouden zijn: Effenaar, Design Academy Eindhoven, Museum Kempenland, Stadsschouwburg, Openbare Bibliotheek Eindhoven, Muziekschool, Café Wilhelmina, CKE (Het Centrum van de Kunsten Eindhoven), Van Abbe Museum en Plaza Futura. Het festival wil een breed, actueel en innovatief portret bieden van het strijkinstrument. De centrale gebeurtenis van de Tromp Biënnale is uiteraard het concours zelf. Dit werd voor het eerst gehouden in 1971; fluitiste Emmy Verhey won toen. Door de jaren heen is het steeds meer een echte internationale wedstrijd geworden, met in 2004 een eerste prijs van 25.000 euro, waarvan 10.000 euro is bestemd voor studie in het buitenland. De winnaar krijgt verder een contract voor een serie concerten verspreid over twee jaar. De Tromp Biënnale is genoemd naar een van de grote mannen van Eindhoven op zakelijk en cultureel gebied, Theo Tromp. Zijn nalatenschap ondersteunt het concours. Ook de gemeente Eindhoven werkt op verschillende
F OTO : B R A M S A E Y S
Steven Groenen oefent voor de voorstelling in het oude lab op de TU/e.
manieren aan dit culturele evenement mee. Nog altijd zijn familieleden van Theo Tromp actief in het concours. ‘No Strings Attached’
De voorstelling van ‘No Strings Attached’, een alternatieve musical zonder zang vindt plaats in het oude lab van het zogenaamde EE-gebouw, onderdeel van de faculteit Elektrotechniek en kan volgens de makers Björn Sluiter en Steven Groenen worden gezien als een zeer alternatieve musical, maar dan zonder zang. De term totaaltheater is ook van toepassing. Groenen is een professionele poppenspeler, die zijn eigen lichaam betrekt in het spel. Zijn witverlichte arm wordt bijvoorbeeld een poppenlichaam. Sluiter is zijn vaste regisseur. Sluiter en Groenen hebben de voorstelling speciaal ontwikkeld om op te voeren in het oude lab van het EE-gebouw, een
en Groenen. Het is volgens Sluiter hele confronterende, een beetje akelige klassieke muziek à la Shostakovich. Stevige, ruige muziek waarin ook met vervormingen gewerkt wordt. Alles kan akoestisch. ‘Dat heeft iets heel bizars in zo’n technisch hoogstaande ruimte en draagt zeker bij aan de verbeelding’, vindt Sluiter. Aan de voorstelling heeft het tweetal zeker een jaar gewerkt. Ze wordt zo’n tien keer opgevoerd tijdens het Tromp festival. ‘Het is nu heel spannend om te zien of alles waar wij in de studio aan hebben gewerkt, overkomt zoals we ons dat hadden voorgesteld’, vervolgt Sluiter. ‘Het is een interessante voorstelling geworden, zeker voor studenten. Het gaat over hoe een passie soms ten koste van jezelf kan gaan’, vertelt Groenen. ‘Er moeten veel mensen op de universiteit rondlopen die dit herkennen. Zelf heb ik van dit verschijnsel ook wel eens last. Maar ik ben vóór obsessie, ook als het ten koste gaat van jezelf.’ De voorstellingen vinden plaats van zondag 17 t/m zaterdag 23 oktober om 20.30 uur, de entree bedraagt 15 euro.
grote ruimte waarin een aantal mysterieus uitziende apparaten die te maken heeft met de begintijd van de hoogspanning, is tentoongesteld. De sfeer en akoestiek van het oude lab zijn een wezenlijk onderdeel van de voostelling. ‘Dit is een perfecte, spannende locatie. Het verhaal past hier helemaal’, vindt Sluiter. De voorstelling gaat over een professor die een studente zo ver krijgt dat ze meedoet aan een experiment als menselijk proefpersoon. De studente raakt gefascineerd door het onderzoek van de professor en dat heeft fatale gevolgen voor haar. Door haar eigen obsessie wordt zij de hoofdpersoon in een Frankensteinachtige geschiedenis. Dit is een versie op het thema van de dood en het meisje. Het is een beeldende voorstelling geworden, gecombineerd met bewegingstheater. Een professionele danseres speelt het meisje, Groenen speelt de professor. Het geheel wordt omlijst door de live muziek van vier cellisten, die voorheen onder meer bij Flairck gespeeld hebben. De muziek is geschreven door de Eindhovense musicus Ad Maas in overleg met Sluiter
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
3 7
XOXNX DX EX RX ZXOXEXKX X
Het strijkkwartet Danel.
F OTO : M A A RT E N CO R B I J N
De Eindhovense stichting Axes stelt zich ten doel podia te vinden voor de hedendaagse kleinschalige muziek en zo nieuwe ontwikkelingen bij het publiek te brengen. ‘Axes wil de productie van nieuwe muziek ondersteunen, zorgen dat het niet op de plank blijft liggen maar wordt uitgevoerd’, aldus directeur, saxofonist en concertorganisator John Thomas. Ter gelegenheid van het Tromp Festival organiseert Axes een concert met het Danel Strijkkwartet uit Vlaanderen. ‘Wij zoeken altijd de omgeving waar de muziek het beste tot zijn recht komt. In dit geval is het de entreehal van Vertigo geworden, het gebouw van de faculteit Bouwkunde. De architectuur is fraai, de akoestiek goed. Hier krijg je een mooie heldere klank, je hebt niet die wollen deken over het geluid die je wel eens ervaart in een traditionele concertzaal’, vertelt Thomas.
Europese concertzalen zoals Wigmore Hall in Londen, het Concertgebouw in Amsterdam en zijn te gast op allerlei internationale muziekfestivals. Axes is afkomstig uit Jazzpower (organiseert al jaren jazzconcerten van niveau in Café Wilhelmina) en wil in Eindhoven alternatieve muziek brengen. Axes-medewerker en beeldend kunstenaar (installaties, concertachtige performances) Mark Dijkstra: ‘Wij hebben een fascinatie voor dingen die nu ontstaan. We willen verrast worden’. De voorstelling vindt plaats op zondag 24 oktober om 20.15 uur in Vertigo, faculteit Bouwkunde, de entree bedraagt 7.50 euro, reserveren kan via 040-2816622. Driedimensionale geluidservaring
Hoe kun je muziek centrifugeren en jezelf erbij? Wie de speciale workshops van Zentrifuge voor muzikanten en muziek software adepten bijwoont, komt erachter. Geluidskunstenaars Frank Schulte (Duitsland) en Anders Bosshard (Zwitserland) toveren het Gaslab tijdens het Tromp Festival om tot een ruimte waar je als luisteraar een soort driedimensionale geluidservaring kunt hebben. Het concept van de Zentrifuge ontwikkelden ze samen met studenten van de Keulse hogeschool voor Media (KHM). Het Gaslab komt vol te staan met computers, versterkers en luidsprekers – het totaal vormt de Zentrifuge. Tussen de vloer en het plafond creëert de apparatuur verschillende geluidslagen. In deze installatie spelen computermuzikanten samen met ‘gewone’ musici. Hun muziek wordt meteen bewerkt door de computers in real-time. Het resultaat is direct hoorbaar en wordt nog eens onderstreept met videomateriaal.
Europese concertzalen
Axes heeft het Danel Strijkkwartet gevraagd een programma te maken met vooral Vlaamse nieuwe muziek. Zeven Zegels van Karel Goeyvaerts, Fairy Tale van Peter Swinnen, Kwartet nr. 1 van Kris Defoort, Bowmore van Luc Brewaeys aangevuld met Kwartet van Margriet Hoenderdos en een revisie van Trumpet and String Quartet 2 van Kevin Volans dat als finalestuk van de Tromp Biënnale 2002 grote indruk maakte. ’Veel componisten schrijven speciaal voor Danel’, vervolgt Thomas. Het werk van het Danel Strijkkwartet is volgens Thomas zeer toegankelijk voor een geïnteresseerd publiek. Het is één van de meest succesvolle strijkkwartetten van dit moment. De strijkers spelen in de grootste
3 8
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
De artistieke leiding van het project is in handen van twee kunstenaars die ruimschoots hun sporen hebben verdiend op het gebied van multi-mediaprojecten. Klankarchitect Frank Schulte houdt zich vooral bezig met conceptuele mixed-media events. Hij is actief op het kruisgebied van theater, videokunst, performance, gecomponeerde en improvisatiemuziek. Hij werkt in zeer uiteenlopende omgevingen: met het Berliner Ensemble, op jazz- en elektronische festivals, maar ook op de Documenta. Andres Bosshard is van oorsprong beeldend kunstenaar. Via performancekunst maakte hij de overstap naar muziek. Zijn werk is meestal een combinatie van diverse media. Het werk van Frank Schulte wordt in de pers omschreven als ‘een uitzondering in huidige stilstaande vijver van de free jazz. Het stijgt boven de grenzen van clichématige improvisatie uit door de improvisatie zelf’ en als ‘een succesvolle poging een muzikale dialoog te zoeken ver van de geijkte clichés’. Het Zentrifuge String Lab is toegankelijk voor publiek en moet doorlopend functioneren als een muzieklaboratorium. Deelnemers aan het Tromp Concours en strijkkwartetten die optreden tijdens het Tromp Festival kunnen samenspelen in de Zentrifuge. Het Henneman Strijkkwartet waagt zich ook aan de Zentrifuge in het Gaslab. Het kwartet geeft daar een concert samen met de geluidskunstenaars in het kader van het Tromp Festival. Het Henneman Strijkkwartet is een improviserend strijkkwartet met een ongewone samenstelling: viool/altviool, altviool, cello, contrabas. De composities van Ig Henneman combineert het kwartet met een essentieel element van improvisatie. Door de ongewone bezetting en de open textuur van de composities en improvisaties heeft het kwartet een heel eigen geluid. De Zentrifuge workshops vinden plaats van 17 t/m 24 oktober, op zondag van 14.00 -19.00 uur, op andere dagen 12.30- 19.00 uur. De toegang is gratis. Het Henneman Strijkkwartet concert vindt plaats op donderdag 21 oktober om 20.30 uur, de entree bedraagt 10 euro. Voor meer informatie over de verschillende voorstellingen: www.tue.nl/sg.
Gebruik je hersens!
Publieksdag zondag 3 oktober 2004 van 12.00 tot 17.00 uur www.tue.nl/publieksdag gratis toegang, universiteitsterrein
XAXLXUXMX N X IX X X X X
Ir. Harold Matla en ir. Martine Jansen organiseren viermaal per jaar een activiteit voor WIRE.
Ir. Martine Jansen (voorzitter) en ir. Harold Matla (secretaris) van WIRE, de aluminivereniging voor wiskundig ingenieurs Eindhoven, vinden het bestuurswerk erg leuk om te doen, al respectievelijk drie en zeven jaar steken ze er tijd in. Jansen: ‘Een groot bestuur - nu vijf man wekt creativiteit op door de F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
onderlinge wisselwerking. Ik vind het belangrijk dat alumniverenigingen bestaan, daarin ben ik best een beetje idealistisch.’
Idealisme en creativiteit belangrijk voor voortbestaan Jansen is vanaf haar afstuderen in 1991 lid van WIRE en met overtuiging actief als vrijwilliger voor de vereniging. Ze werkt als beleidsmedewerker/marktonderzoeker bij Fontys. Ir. Harold Matla is in het dagelijkse leven consultant bij Cap Gemini Nederland en ook actief als hoofdtrainer van de zwemmers van TU/e. ‘Ik maak me wel eens zorgen over de verminderde aandacht voor wiskunde als vak-
4 0
M
A
T
R
I
X
/
3
gebied. Met minder studenten is er minder geld voor medewerkers, het aantal medewerkers loopt terug, het onderzoek ook, de afdeling wordt kleiner en trekt daardoor ook wellicht weer minder studenten. Het is een neerwaartse spiraal’, vindt Jansen. ‘Wij willen graag met de TU/e meepraten over dalende aantallen eerstejaars, kijken wat er aan gedaan kan worden. En één van de dingen die we kunnen doen, is meehel-
/
2
0
0
4
pen met stageplaatsen.’ Na het afstuderen vliegen wiskundigen uit naar allerlei grote bedrijven, onderzoeksinstituten, het onderwijs, of het ondernemerschap. Volgens Matla en Jansen vinden de meesten een baan. Het puur wiskundige aandeel in het werk loopt echter meestal na verloop van tijd terug. ‘Wiskunde is veel breder dan het vak zelf. Het is een manier van denken, waar je
logischerwijs verder moest. Een groep wiskundigen heeft zich erop gestort en het gat in de tekening ‘opgevuld’. ‘Escher was een hobbyist met inzicht. Veel wiskundigen zijn geïnteresseerd in wat hij heeft gedaan’, aldus Matla. Een praktische lezing over RSI kreeg ook veel bijval. ‘Deze lezing was geïnspireerd door het feit dat de helft van het bestuur op dat moment geveld was door RSI’, lacht Jansen. Ook een lezing over weermodellen wekte interesse. Meer aandacht
in de rest van je leven ook veel aan hebt. Het gaat over logica, bewijzen en problemen oplossen’, aldus Matla. Meestal is er dan nog maar weinig tijd om het hoofd te breken over wiskundige concepten. Toepassingen moeten er komen.’ Geen verplichtingen
De 225 leden van WIRE zijn nergens toe verplicht. Dat vindt het bestuur een belangrijk uitgangspunt. Alleen adresgegevens moeten geleverd worden. Sinds de meeste zaken digitaal gaan, betalen ze zelfs geen contributie meer. De alumnivereniging is er om binding te houden met de studie, ideeën uit te wisselen en om in contact te blijven met studiegenoten. Op de website van WIRE is onder andere het activiteitenoverzicht te vinden en een overzicht van de verstuurde nieuwsbrieven. Ook staan er (links naar) vacatures. Het is de bedoeling om de website op korte termijn uit te breiden met een aantal functionaliteiten als een prikbord. Eén keer per jaar verschijnt het jaarboek ‘De Waaier’ met verslagen van de activiteiten, stukken van de leden, informatie van en over de TU/e en de faculteit. Naast het jaarboek geeft de vereniging ook de Wie-is-wie-gids
WIRE zou graag meer aandacht van de TU/e voor alumni zien. ‘Wij zouden juist graag meer samenwerken en praten over wat we voor elkaar kunnen doen’, aldus Matla. Jansen: ‘Eén van de dingen waar we in geïnteresseerd zijn, is de nieuwe bachelor-master-structuur. Hoe gaat het nieuwe curriculum er uitzien, wat is het alumnibeleid voor bachelors en masters? Wat kun je verwachten van de nieuwe lichting technisch wiskundigen?’ Matla: ‘Wij vragen ons ook af wat het beleid is van de TU/e over het aantrekken van studenten uit het buitenland. Wiskunde heeft heel veel buitenlandse AIO’s, net als andere richtingen. Tijdens de zwemtraining kom ik zeker dertig nationaliteiten tegen. Zou het niet waardevol zijn om contact te houden met deze mensen? Dat gebeurt nu totaal niet.’
uit met daarin de meest recente informatie over de woon- en werkplaats van de leden. Deze gids is alleen bedoeld voor de leden. ‘Vroeger stond er meer in’, geeft Matla toe. ‘Het is tijdrovend om een goed blad te maken. Dat is iets waar we nog aan werken. Dus, incidentele bijdragen zijn welkom, maar ook nieuwe redactieleden.’ Levendige lezingen
De wiskunde-alumni zien elkaar doorgaans zo’n vier keer per jaar bij de activiteiten van WIRE. De nieuwjaarsborrel is populair en wordt steevast samen met de collegae van VIE (de alumnivereniging van Technische Informatica) georganiseerd op de derde zaterdag in januari om 17:30 uur in de Trafalgar Pub in Eindhoven. WIRE organiseert gemiddeld elk half jaar een interessante lezing, soms samen met VIE. Soms geeft een van de leden een lezing, soms heeft men een gastspreker. En jaarlijks is er de activiteitendag. Een van de drukst bezochte en leukste WIRE-lezingen van de laatste tijd werd verzorgd door Hendrik Lenstra, over een gat in een prent van Escher. De tekenaar en amateur-wiskundige kreeg dit stuk van de tekening niet af omdat hij niet zag hoe het
M
A
T
R
De leden van WIRE zijn afgestudeerde wiskundig ingenieurs van de TU/e. Iedereen die in de studierichting Technische Wiskunde aan de TU/e is afgestudeerd of een tweede fase-opleiding heeft voltooid, kan lid worden van WIRE. Studenten Technische Wiskunde kunnen in hun afstudeerfase aspirant-lid worden. Ook kunnen AIO’s en OIO’s die bezig zijn met hun promotieonderzoek aan de vakgroep Wiskunde of met de ontwerpersopleiding Wiskunde voor de Industrie aspirant-lid worden. En natuurlijk kan iedereen die het belang van de vereniging onderschrijft donateurlid worden. Aanmelden kan via de website: www.win.tue.nl/wire.
I
X
/
3
/
2
0
0
4
4 1
service nieuws F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
TE LAND TER ZEE EN IN DE LUCHT Voor dit televisieprogramma werden in de zomer opnames gemaakt bij de Kanaaldijk Zuid in Eindhoven. Twee studieverenigingen van de TU/e deden mee: Intermate van de opleiding Techniek en Maatschappij en de studievereniging Simon Stevin van de faculteit Werktuigbouwkunde. Uiteraard was de
TU/e-studenten
concurrentiestrijd tussen de twee verenigingen
met een zelf
groot. Graag wilde Intermate winnen van Simon
gebouwd voertuig
Stevin, die al een hele tijd een Te Land Ter Zee en
doen mee aan
in de Luchtcommissie heeft. Inderdaad moesten
Te land Ter zee
de werktuigbouwkundigen het afleggen tegen
en in de lucht.
de studenten van Techniek en Maatschappij. Zij waren een hele seconde sneller. De opnames worden onder voorbehoud op 16 oktober
Daarna zal het CvB het te voeren beleid voor
zijn onderzoek op het gebied van proces- en
uitgezonden.
de TU/e vaststellen. In het winternummer van
informatietechnologie en in het bijzonder bio-
Matrix volgt een artikel over het Alumni Office.
filmprocessen.
AKZO NOBEL AWARD
SUBSIDIE VOOR TU/e-CHEMICUS
besloten meer aandacht te gaan besteden aan
De TU/e-alumnus prof.dr.ir. Sef Heijnen, hoog-
De Eindhovense TU/e-chemicus dr. Albert
het alumnibeleid. Dit mede met het oog op het
leraar Biochemical Engineering aan het Kluyver
Schenning heeft 1,25 miljoen euro subsidie ont-
vijftigjarig bestaan van de universiteit in 2006.
Instituut voor Biotechnologie van de TU Delft zal
vangen van de Europese wetenschapsstichting
Inmiddels is binnen de Dienst Algemene Zaken
in november 2004 de Akzo Nobel Science Award
ESF. Schenning kan van het geld de komende
een Alumni Office in het leven geroepen. Dr.ir.
2004 ontvangen. Dit heeft het bestuur van de
vijf jaar vijf onderzoekers betalen om zijn idee
Harmen Kragt Eur. Erg., voorheen werkzaam aan
Koninklijke Hollandsche Maatschappij der
uit te werken om met behulp van dna, het erfelijk-
de faculteit Technologie Management, is aan-
Wetenschappen besloten.
heidsmolecuul dat in alle levende wezens aan-
gesteld als projectleider. Kragt zal onder meer
Heijnen studeerde Scheikundige Technologie
wezig is, ‘zelfbouwende elektronica’ te maken.
onderzoeken hoe bij andere universiteiten in
aan de TU/e en raakte in 1973 betrokken bij
Het idee is om een stukje uit een streng van een
binnen- en buitenland vorm wordt gegeven aan
het toepassen van biochemical engineering op
dna-molecuul te knippen en daar vervolgens
het alumnibeleid. In eerste instantie zullen de
waterzuivering en het inzetten van micro-orga-
polymeren aan te hangen die geleidend zijn.
activiteiten gericht zijn op de zogenaamde ‘friend-
nismen voor de productie van farmaceutica en
Op die manier moeten organische halfgeleiders
raising’; in tweede instantie dienen mogelijkhe-
chemicaliën uit hernieuwbare (groene) grond-
gemaakt kunnen worden die op termijn de half-
den onderzocht te worden voor ‘fundraising’.
stoffen. Heijnen ontvangt de prijs op grond van
geleiders kunnen vervangen die momenteel in
TU/e ZET ALUMNI OFFICE OP Het College van Bestuur van de TU/e heeft
de chipindustrie worden gebruikt. F OTO : O G C
GEBRUIK JE HERSENS Dat is het thema van de Publieksdag 2004 van zondag 3 oktober. Dan opent de TU/e haar deuren voor het publiek. De dag duurt van 12.00 tot 17.00 uur. Het programma is dit jaar wederom zeer gevarieerd en biedt voor elk wat wils!
4 2
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
Prof.dr.ir. Sef
Uiteraard zijn er veel speciale activiteiten voor
Heijnen doet
kinderen. Er is een grote show, een theatervoor-
onderzoek naar
stelling, lezingen, een quiz, een spannend spel
het toepassen
en natuurlijk ook weer het Toverlab. De activitei-
van biochemical
ten spelen zich af in meerdere gebouwen, zoals
engineering op
in het Auditorium, de faculteiten Elektrotechniek
waterzuivering
en Bouwkunde. Ook is het mogelijk naar de
en ontving
expositie van de World Press Photo 2004 te
daarvoor de
bezichtigen. Voor meer informatie zie www.tue.
Akzo Nobel Award.
nl/publieksdag.
agenda e-mail
[email protected] of men kan zich aanmel-
4 november, 12.30 uur, TU/e-audi-
TU/e-terrein: Publieksdag met als thema
den via www.tue.nl/csc/lezingenreeks. De
torium: Voorlichtingsmiddag van de oplei-
‘Gebruik je hersens’. Toegang is gratis. Voor
toegang is gratis.
dingen van het Stan Ackermans Instituut.
meer informatie: www.tue.nl/publieksdag.
Deze voorlichtingsmiddag is gericht op
21 oktober, 20.30 uur, Het Gaslab:
afgestudeerden van een (technische)
8 oktober, 16.00 uur, TU/e-audito-
Henneman String Kwartet speelt samen met
universiteit die geïnteresseerd zijn in een
rium: Afscheidscollege van prof.dr. Peter
de Zentrifuge/concert. Kaarten à € 10 zijn
postdoctorale ontwerpersopleiding van de
Sanders van de faculteit Technologie
verkrijgbaar bij Studium Generale en aan de
TU/e. Voor meer informatie en aanmelden:
Management met als titel ‘Van doodtrap tot
kassa van het Frits Philips Muziekcentrum.
www.tue.nl/sai.
erger’. Voor meer informatie: www.tue.nl/
Zie voor meer informatie het artikel op
agenda. De tekst van het afscheidscollege
pagina 36-38.
10 november, TU/e-auditorium: Publieksdag op de TU/e voor jong en oud.
Masteravond voor hbo- en wo-bachelorstu-
is op te vragen bij het Communicatie Service Centrum: tel. 040 – 247 2278.
F OTO : B R A M S A E Y S
3 oktober, 12.00 – 17.00 uur ,
23 oktober, 10.00 – 15.00 uur,
denten. Er wordt informatie gegeven over
TU/e-auditorium: Oriëntatiedag voor
de 28 masteropleidingen van de TU/e.
26 november, 10.00 – 15.00 uur,
17-24 oktober, het Gaslab: Zentrifuge
vwo’ers. Specifiek gericht op leerlingen in
Voor meer informatie en aanmelden:
TU/e-auditorium: Vwo-voorlichtingsdag
String Lab/ permanent muzieklaboratorium.
het begin van het studiekeuzeproces.
www.tue.nl/masteropleidingen.
voor leerlingen uit 5 en 6 vwo.
De openingstijden zijn: elke dag, behalve
Voor meer informatie en aanmelden:
19 november, 16.00 uur, TU/e-
www.tue.nl/bacheloropleidingen.
donderdag 21 oktober. Zondag van 14.00
Voor meer informatie en aanmelden:
www.tue.nl/bacheloropleidingen.
auditorium: Intreerede van prof.dr.ir. Ruth
– 19.00 uur, andere dagen van 12.30 – 19.00 uur. De toegang is gratis. Zie voor meer informatie het artikel op pagina 36-38.
21 oktober, 17.00 – 18.15 uur,
26 oktober - 19 november, 11.00 – 18.00 uur, Videogalerie De Beeldbank
Oldenziel van de faculteit Technologie
30 november, 9.30 – 17.00 uur,
Management. Voor meer informatie: www.
TU/e-auditorium: Limits! Symposium over
in Hal Hoofdgebouw TU/e: Jiska Rickels:
tue.nl/agenda. De tekst van de intreerede is
zwarte gaten en andere randgevallen van
Untertage en Jis Neutgens: Allocation.
op te vragen bij het Communicatie Service
de studievereniging Van der Waals.
Centrum: tel. 040 – 247 2278.
Meer informatie en inschrijven:
Kennispoort: Lezing uit de reeks ‘Ondernemen en Technologie’ door prof.
29 oktober, 16.00 uur, TU/e-au-
dr.ir. Frank Baaijens van de faculteit
ditorium: Intreerede van prof.dr.ir. A.J.M.
Biomedische Technologie over ‘Menselijke organen uit het laboratorium’. Voor meer
www.vdwaals.nl/symposium.
Jorissen van de faculteit Bouwkunde.
23 november – 23 december, 11.00-18.00 uur, Videogalerie De
21 december, 10.00 – 15.00 uur,
Voor meer informatie: www.tue.nl/agenda.
Beeldbank, Hal Hoofdgebouw van de TU/e,
TU/e-auditorium: Vwo-voorlichtingsdag
informatie en aanmelding kan men contact
De tekst van de intreerede is op te vragen
Marc de Cloe, Boy meets girls stories.
voor leerlingen uit 5 en 6 vwo.
opnemen met het Communicatie Service
bij het Communicatie Service Centrum:
Voor meer informatie en aanmelden:
tel. 040 – 247 2278.
www.tue.nl/bacheloropleidingen.
Centrum van de TU/e, tel. (040) 247 2278,
WORKSHOPS ATC Het Automotive Technology Centre, gevestigd in
Nieuwe studievoorlichtingsgidsen
het TNO-gebouw op het TU/e-terrein, organiseert in het najaar enkele workshops waar experts hun
In september zijn de nieuwe studievoor-
visie rondom een bepaald thema geven. Er wor-
lichtingsgidsen van de TU/e uitgeko-
den ervaringen uit de praktijk gepresenteerd. Na
men, gericht op de instroom in het stu-
afloop hebben de deelnemers inzicht in de actuele
diejaar 2005/2006. Er is gekozen voor
‘stand der techniek’, weten zij waar eventuele aan-
één bachelorgids met daarin algemene
vullende kennis te vinden is en hebben zij nieuwe
informatie over de TU/e en informatie
ideeën opgedaan om te innoveren in product of
over de elf bacheloropleidingen die de
proces.
TU/e vanaf 2005 aanbiedt. Daarnaast
Op 21 oktober 2004 vindt een workshop plaats met
bestaan er twee mastergidsen, een
als titel ‘Ontwikkelingen en trends in software voor
Nederlandstalige en een Engelstalige,
de automotive sector’. Op 11 november 2004 is het
waarin, naast een deel met algemene
onderwerp ‘Masterclass CAN/LIN en Flexray’ en
informatie, de 28 masteropleidingen
op 2 december 2004 ‘Financiering van automotive
van de TU/e kort staan beschreven.
innovatieprojecten’.
Voor meer informatie over de bacheloren masteropleidingen of het aanvragen
Aanmelden kan via mail:
[email protected] of te-
van deze gidsen, www.tue.nl/bachelor-
lefonisch bij het ATC-secretariaat: 040-2650189.
opleidingen of www.tue.nl/masterop-
Voor meer informatie: www.atcentre.nl/work-
leidingen.
shops.
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
4
4 3
Jeu Schouten
Elke faculteit moet men na vijftien jaar opheffen
Technische Universiteit Eindhoven Den Dolech 2 Postbus 513 5600 MB Eindhoven Telefoon (040) 247 91 11 e-mail:
[email protected] Internet: http://www.tue.nl