1
Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2014
Privileged Portfolio Openbaar Gemeenschappelijk Beleggingsfonds naar Belgisch recht met een veranderlijk aantal rechten van deelneming opterend voor Beleggingen die voldoen aan de voorwaarden van de Richtlijn 2009/65/EG ICBE
Geen enkele inschrijving mag worden aanvaard op basis van dit verslag. Inschrijvingen zijn slechts geldig als ze worden uitgevoerd na kosteloze overlegging van de essentiële beleggersinformatie of het prospectus.
2
INHOUDSOPGAVE 1.
Algemene informatie over het gemeenschappelijk beleggingsfonds 1.1. Organisatie van het gemeenschappelijk beleggingsfonds 1.2. Beheerverslag 1.2.1. Informatie aan de aandeelhouders 1.2.2. Algemeen overzicht van de markten 1.3. Verslag van de commissaris 1.4. Geglobaliseerde balans 1.5. Geglobaliseerde resultatenrekening 1.6. Samenvatting van de boekings- en waarderingsregels 1.6.1. Samenvatting van de regels 1.6.2. Wisselkoersen
3
1. ALGEMENE INFORMATIE OVER HET GEMEENSCHAPPELIJK BELEGGINGSFONDS 1.1
ORGANISATIE VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK BELEGGINGSFONDS
NAAM
Privileged Portfolio
OPRICHTINGSDATUM 25 maart 2013
BESTAANSDUUR Onbeperkte duur. STATUUT
Gemeenschappelijk beleggingsfonds dat geopteerd heeft voor beleggingen die voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 2009/65/EG en dat, wat haar werking en beleggingen betreft, wordt beheerst door de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen.
BEHEERVENNOOTSCHAP KBC Asset Management N.V. Havenlaan 2 1080 Brussel België OPRICHTINGSDATUM VAN DE BEHEERVENNOOTSCHAP
30 december 1999. NAAM EN FUNCTIE VAN DE BESTUURDERS VAN DE BEHEERVENNOOTSCHAP
Voorzitter: L. Gijsens Bestuurders: D. Mampaey, Voorzitter van het Directiecomité J. Peeters, Onafhankelijk bestuurder J. Daemen, Niet-uitvoerend Bestuurder P. Konings, Niet-uitvoerend Bestuurder J. Verschaeve, Gedelegeerd Bestuurder G. Rammeloo, Gedelegeerd Bestuurder O. Morel, Niet-uitvoerend Bestuurder K. Mattelaer, Niet-uitvoerend Bestuurder K. Van Eeckhoutte, Niet-uitvoerend Bestuurder C. Sterckx, Gedelegeerd Bestuurder D. Cuypers, Gedelegeerd Bestuurder L. Demunter, Gedelegeerd Bestuurder NAAM EN FUNCTIE VAN DE NATUURLIJKE PERSONEN AAN WIE DE EFFECTIEVE LEIDING VAN DE BEHEERVENNOOTSCHAP IS TOEVERTROUWD:
D. Mampaey, Voorzitter van het Directiecomité J. Verschaeve, Gedelegeerd Bestuurder G. Rammeloo, Gedelegeerd Bestuurder C. Sterckx, Gedelegeerd Bestuurder D. Cuypers, Gedelegeerd Bestuurder L. Demunter, Gedelegeerd Bestuurder Deze personen kunnen tevens bestuurder zijn in diverse beveks.
4
COMMISSARIS VAN DE BEHEERVENNOOTSCHAP
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA, met als vertegenwoordigend Christel Weymeersch, bedrijfsrevisor en erkend revisor, De Kleetlaan 2, B-1831 Diegem.
vennoot
FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER:
Wat de delegatie van de beleggingsportefeuille betreft, wordt verwezen naar de Informatie betreffende het Compartiment.
COMMISSARIS, ERKENDE REVISOR VAN HET BELEGGINGSFONDS Deloitte Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA, met als vertegenwoordigend vennoot de heer Frank Verhaegen, bedrijfsrevisor en erkend revisor, Berkenlaan 8b, B-1831 Diegem. FINANCIËLE DIENST
De financiële dienst zal in België verzekerd worden door: KBC Bank NV, Havenlaan 2, B-1080 Brussel CBC Banque NV, Grote Markt 5, B-1000 Brussel BEWAARDER
KBC Bank N.V., Havenlaan 2, B-1080 Brussel. ADMINISTRATIEF EN BOEKHOUDKUNDIG BEHEER
KBC Asset Management N.V., Havenlaan 2 , B-1080 Brussel. DISTRIBUTEUR
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
PROMOTOR KBC De officiële tekst van het Beheerreglement is neergelegd bij de FSMA.
LIJST VAN DE COMPARTIMENTEN VAN PRIVILEGED PORTFOLIO 1.
Defensive
2.
Dynamic
3.
Highly Dynamic
4.
Pro 85 August
5.
Pro 85 February
6.
Pro 85 May
7.
Pro 85 November
8.
Pro 90 August
9.
Pro 90 February
10.
Pro 90 May
11.
Pro 90 November
12.
Pro 95 August
13.
Pro 95 February
14.
Pro 95 May
15.
Pro 95 November
In geval van afwijkingen tussen de Nederlandstalige (half)jaarverslag heeft de Nederlandse tekst de voorrang.
en anderstalige uitgaven van het
5
1.2
BEHEERVERSLAG
1.2.1
INFORMATIE AAN DE AANDEELHOUDERS
Overeenkomstig artikel 96 van het wetboek van vennootschappen worden volgende elementen meegedeeld: De balans en de resultatenrekening geven een getrouw overzicht van de ontwikkeling en de resultaten van de instelling voor collectieve belegging. Het deel “Algemeen overzicht van de markten” geeft een beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de instelling voor collectieve belegging geconfronteerd wordt. Er hebben geen belangrijke gebeurtenissen plaatsgevonden na het einde van het boekjaar. Voor omstandigheden die de ontwikkeling van de instelling voor collectieve belegging aanmerkelijk kunnen beïnvloeden, wordt verwezen naar de paragraaf “Vooruitzichten” in het deel “Algemeen overzicht van de markten” van dit verslag. In de instelling voor collectieve belegging zijn er geen werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. De instelling voor collectieve belegging heeft geen bijkantoren. Bij de vaststelling en toepassing van de waarderingsregels, wordt er steeds van uitgegaan dat de instelling voor collectieve belegging haar activiteiten zal voortzetten, zelfs wanneer een verlies blijkt uit de resultatenrekening gedurende twee opeenvolgende boekjaren. Alle gegevens, die noodzakelijk zijn volgens het wetboek van vennootschappen, werden opgenomen in dit verslag. Het risicoprofiel van de instelling voor collectieve belegging, vermeld in de prospectus, geeft een overzicht inzake de beheersing van de risico’s.
1.2.2
ALGEMEEN OVERZICHT VAN DE MARKTEN
1 januari – 31 december 2014 In 2014 begon men meer vertrouwen te krijgen in de duurzaamheid van het economische herstel wereldwijd. De VS verteerden met gemak een zwaar saneringsprogramma. De arbeidsmarkt won aan dynamiek. De Bank of England wist met succes de Britse economie van het liquiditeiteninfuus af te koppelen. Japan doorbrak de negatieve deflatiespiraal. De aandelenmarkten koesterden het conjunctuuroptimisme. De eurozone bleef echter met recessie flirten. De obligatiemarkten raakten in de ban van het vooruitzicht dat de Europese Centrale Bank (ECB) het Amerikaanse voorbeeld zou volgen en op grote schaal overheidsobligaties zou gaan inkopen. Crisisgevoel afschudden De economische groei was in 2014 meer dan behoorlijk. Het wereld-bbp klom reëel met ongeveer +3%. Dat is een groei die vergelijkbaar is met die van 2013. De regionale verschillen zijn evenwel (heel) groot. Globaal viel de groei wat trager uit voor de opkomende markten. In het Westen versnelde die, met dank aan de VS. De EMU haakt echter af. De Amerikaanse conjunctuur is begonnen aan zijn zesde jaar van expansie. In de loop van 2014 verandert de teneur van conjunctuurscepticisme naar -optimisme. Dat is te danken aan het herstel op de arbeidsmarkt. De toename van het aantal jobs versnelt. De werkgelegenheid groeit gemiddeld met 240 000 nieuwe jobs per maand (in november zelfs met 321 000). Op grond van deze ontwikkeling alleen al neemt de koopkracht van de Amerikaanse consument toe met 2,2%. Daardoor wordt de basis van het economisch herstel solieder dan in vorige jaren. De werkloosheidsgraad daalt verder tot 5,8% in november 2014. Die daling gaat gepaard met steeds sterkere signalen van krapte in sommige segmenten van de arbeidsmarkt. Termen als hoogconjunctuur en Goudlokje komen in zwang om deze fase van de cyclus te beschrijven. Het herstel van de huizenmarkt blijft echter kwetsbaar. De huizenprijzen stijgen wel al, relatief fors zelfs, maar de verkoop van nieuwbouw blijft op een laag pitje. Een schril contrast met de eurozone waar de economie in het sukkelstraatje blijft steken. Het schuchtere herstel in 2013 krijgt in 2014 geen vervolg. Het ondernemersvertrouwen (de PMI’s) kalft af en bereikt in landen als Frankrijk en Italië de gevarenzone. De economische oorlog met Rusland blijft niet zonder gevolgen en drukt vooral in Duitsland het ondernemersvertrouwen.
6
Ook Japan verblijft in dat sukkelstraatje. Abenomics (het grootschalige monetaire en budgettaire stimuleringsprogramma van de regering Abe uit 2013) heeft niet het verhoopte resultaat. Sterker nog: het optrekken van het algemene btw-tarief met 5% in april 2014 was nefast. In het derde kwartaal van 2014 ligt het bbp reëel 1,4% lager dan in dezelfde periode van het jaar voordien. Vallende sterren en ingeloste beloftes De euforie rond de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) maakt plaats voor bezorgdheid over de Fragile Five (Brazilië, India, Indonesië, Turkije en Zuid-Afrika). De Russische economie kraakt onder de sancties, de kapitaalvlucht, de val van de roebel en de daling van de olieprijzen. Men schat dat een olieprijs van 105 USD per vat een minimum is om het land drijvende te houden. Dat lijkt nu een verre droom. Mexico weet zich op te trekken aan de sterke conjunctuur bij zijn noorderbuur, de VS. Van het gunstige economische klimaat wordt geprofiteerd om vergaande hervormingen door te voeren, zelfs in de sterk afgeschermde energiesector. Venezuela en Argentinië worstelen al langer met een recessie. De Argentijnse peso raakt in vrije val. Op 23 januari verliest de peso 15% van zijn waarde. Ook voor Brazilië zijn de wonderjaren voorbij. Een verdere verzwakking van de real moet worden vermeden om een verdere versnelling van de inflatie (uitgebroken uit de toegelaten band van 2,5% 6,5%) te vermijden. Daarom trekt de centrale bank de rente al op tot 11,25%, de recessie ten spijt. De periode van de dubbele groeicijfers in China ligt achter ons, maar de overheid stuurt de economie nog altijd zodanig dat de groei zal standhouden binnen een band van 7 à 7,5%. Het Chinese beleid kiest daarbij eerder voor kwaliteit en duurzaamheid van de groei dan voor een hoog groeicijfer op zich. Ze kiest voor selectieve maatregelen die de groei ondersteunen (versoepeling van bankkredieten, investeringen in goedkope woningen voor de doorsnee Chinees en investeringen in spoorwegen en steun aan de kleinere bedrijven). Zo wordt de groei gestuurd, zodat die boven de 7% blijft. Dat is nodig om de werkloosheid te doen dalen en zo de sociale vrede te bewaren. Dat zagen we bij voorbeeld in het sturen van de wisselkoers (verzwakkend in de periode februari-maart en nadien ook, na de verbreding van de wisselkoersband van ±1% naar ±2% op 8 december) en de rente (verlaging op 21 november). De eurocrisis wegpraten De eurocrisis bereikte zijn zwartste dagen in de zomer van 2012, toen Griekenland niet alleen financieel-economisch in chaos verkeerde, maar ook in een politiek vacuüm was terechtgekomen. Ze leidde tot het bankroet van Griekenland en Cyprus. Portugal en Ierland raakten het vertrouwen van de internationale obligatiebeleggers kwijt en moesten steun zoeken bij het IMF, de ECB en de partnerlanden van de EMU. Spanje en Italië wisten ternauwernood aan dat lot te ontsnappen. Tijdens die stormen werd een aantal spelregels van de muntunie hervormd. Maar zodra de hoogdringendheid verdwenen was, was het bijna onmogelijk de violen van het euro-orkest nog gelijk te stemmen. De ECB stond er in feite alleen voor om de euro te verdedigen. Voor haar was het essentieel het monetaire transitiekanaal te ontstoppen. Vandaar de diverse programma’s van extreem goedkope liquiditeitsverschaffing aan de bankensector (in de voorbije verslagperiode onder de letterwoorden TLTRO) en het nieuwe kader van een strenger en uniform bankentoezicht. Dat laatste is op 4 november 2014 operationeel geworden en is in de loop van 2014 voorafgegaan door een grootschalig onderzoek naar de kwaliteit van de kredietportefeuilles van 130 Europese systeembanken. Toen de ECB in september 2012 met veel bravoure verzekerde dat ze zo nodig bereid was ongelimiteerd en voor onbepaalde tijd liquiditeiten in de markt te pompen, herstelde het vertrouwen in overheidsobligaties. De renteverschillen tussen de EMU-partners begonnen te dalen. Er waren daarvoor niet eens concrete acties nodig. In de loop van 2014 waren Ierland en Portugal opnieuw in staat zich via de klassieke kanalen te financieren en konden ze zich onttrekken aan de Europese curatele. Griekenland had die ambities ook, als zijn steunprogramma eind 2014 op vervaldag zou komen. In april liepen beleggers al storm voor een nieuwe obligatielening op vijf jaar. Toen echter in november bleek dat Europa het toezicht na 2014 zou verderzetten en meer saneringen zou gaan opleggen, koos de regering voor de vlucht vooruit. De kans is reëel dat de extreem linkse, eurofobe SYRIZA-partij de vervroegde verkiezingen van 25 januari 2015 wint.
7
Een nieuw record voor bedrijfswinsten Het economische herstel ging gepaard met een spectaculair winstherstel. Alle ondernemingen uit de Amerikaanse S&P 500 samen evenaarden al in het derde kwartaal van 2012 het winstniveau van voor de recessie en nadien bleven de winsten ongeveer met 5% per jaar stijgen. Dat was zo tot en met het eerste kwartaal van 2014. Het tweede kwartaal bracht een versnelling, die zich in het derde kwartaal bevestigd heeft. Voor de bedrijven uit de S&P 500-index stijgt de winst per aandeel in het derde kwartaal van 2014 met +10% tegenover dezelfde periode van 2013. Zowel omzetstijging als margeverruiming, met dank aan de scherpe daling van de (loon)kostendruk, blijven de drijvende krachten achter de winststijging. De bedrijven uit de EUROSTOXX®-600 rapporteren een winststijging van +16% in het tweede en van +13% in het derde kwartaal van 2014. Dat is een gelukkige ommekeer ten opzichte van de ontwikkelingen in de periode 2011 - 2013. De eurocrisis, de daarmee gepaard gaande recessie in Europa, de afwaardering van de portefeuilles overheidsobligaties bij de banken en de sterke euro hadden tot gevolg dat de winstmassa op beursniveau was gedaald. Daardoor was in het eerste kwartaal van 2014 een relatieve achterstand van meer dan 25% opgelopen tegenover het winstniveau van de S&P-bedrijven. ISIS houdt een scherpe daling van de olieprijs niet tegen Door de Arabische lente en de machtsstrijd in Libië kostte een vat Brentolie eind april 2011 126 Amerikaanse dollar. De voorbije drie jaar zorgden de vraag-aanbodverhoudingen (wereldwijd zwakke vraag, grote voorraden, stijgend aanbod en substitutie door schalieolie) voor een daling van de olieprijzen, met nu en dan een stijging door opflakkerende geopolitieke spanningen (zoals de onderbrekingen van de leveringen in Libië en Nigeria in 2013). In de voorbije maanden werd de druk van het aanbodoverschot zo groot dat de premie voor het politieke risico geheel verdween. OPEC kon in november geen consensus bereiken over productiebeperkingen en de vrije val van de olieprijs niet stuiten. Eind 2014 bedroeg de prijs voor een vat ruwe olie 57 dollar, bijna 50% lager dan eind 2013. De meeste andere grondstoffenmarkten zetten al eerder een punt achter de sterke prijshausse. Veel industriële metalen en landbouwproducten noteerden midden februari 2011 tegen piekprijzen. Daarna kwam er een correctie, die sinds de piekniveaus van begin 2011 is opgelopen tot 30 (aluminium) à 40% (koper, nikkel). Door het wegebben van de conjunctuurtwijfels lijkt die prijscorrectie in de voorbije maanden de bodem te hebben bereikt. De inflatie kalfde af. In de VS daalde de jaarstijging van de consumptieprijzenindex van een piek van 3,9% in september 2011 tot een cyclisch dieptepunt van 0,9% in oktober 2013. In november 2014 bedroeg de jaarstijging van de consumptieprijzenindex in de EMU 0,3%. Geplaagd door aanhoudende laagconjunctuur en lange tijd door een sterke euro, bleef deflatie een reële bekommernis. De val van de olieprijs heeft dat risico de voorbije maanden alleen maar vergroot. Leren leven met een negatieve rente De Fed, de Amerikaanse centrale bank, heeft haar beleidsrente al heel vroeg in de crisis verlaagd. Sinds december 2008 bedraagt die een symbolische 0,25%. De ECB wachtte veel langer om de rente te verlagen. In 2014 verlaagde ze de beleidsrente twee keer met 10 basispunten. Sinds 4 september bedraagt het tarief 0,05%. Voor haar depositorente hanteert de ECB nu een negatieve rentevoet van -0,20%. ECB-voorzitter M. Draghi heeft benadrukt dat dit het absolute eindpunt is. Dat beleid van (bijna) gratis geld was niet voldoende om te garanderen dat het economische herstel een duurzaam karakter kreeg. Daarom zochten de centrale banken naar alternatieven. De Fed, de Bank of England en de Bank of Japan grepen rechtstreeks in op de obligatiemarkten en kochten op grote schaal schuldpapier op in een poging ook de langetermijnrente laag te houden. Zo kocht de Fed in de periode september 2012 - december 2013 maandelijks voor 85 miljard Amerikaanse dollar aan overheidsobligaties en hypotheekleningen in. Sinds januari 2014 werd dat programma stapsgewijs teruggeschroefd en in oktober beëindigd. De Bank of England heeft haar versie van zware liquiditeitsinjecties eind 2013 al gestopt. De Bank of Japan is er pas in april 2013 mee gestart en zal nog een tijdje doorgaan. Dat heeft zij in november bevestigd. De ECB staat erg huiverachtig tegenover een dergelijk onorthodox beleid. Tot vandaag weigert zij overheidsobligaties in te kopen. Wel is zij in oktober 2014 gestart met het inkopen van ABS’en (Asset Backed Securities) en Covered Bonds, gesecuritiseerde bankleningen dus. Daarnaast wil zij banken aanzetten om vlot kredieten te geven aan gezinnen en kmo’s door hen excessief goedkope financiering aan te bieden.
8
Op zoek naar de bodem voor de obligatierente De sterke conjunctuurtwijfels, het besef dat de inflatie zo goed als dood is en de interventies van de centrale banken houden de obligatierente historisch laag. Eind mei 2013 kondigt de toenmalige Fedvoorzitter Ben Bernanke aan dat de tijd stilaan aangebroken is om de inkoopprogramma’s van overheidsobligaties terug te schroeven. De aankondiging van tapering deed de Amerikaanse tienjaarsrente eind 2013 opveren tot net boven 3%. Een overvloedige, transparante en geruststellende communicatie van de Amerikaanse centrale bank miste zijn uitwerking niet en de Amerikaanse obligatierente ontspande weer in 2014. Op 31 december bedroeg de Amerikaanse tienjaarsrente 2,18%. De Duitse obligatierente daalde nog sterker. Hoe lager de inflatiecijfers en hoe zwakker de gepubliceerde groeicijfers, hoe sterker de overtuiging dat een grootschalig programma van de ECB voor de inkoop van overheidsobligaties niet lang meer kan uitblijven. Op 15 augustus 2014 daalde de Duitse tienjaarsrente voor het eerst onder 1%. Op 26 november deed de Belgische dat ook. Het verder wegebben van de eurocrisis deed de renteverschillen tussen de EMU-partners verder dalen, bijna zonder haperingen – behalve dan in het geval van Griekenland. Ook het Belgisch-Duitse renteverschil kalfde verder af tot 29 basispunten eind 2014. Belangrijke faillissementen in de bedrijvensector blijven de voorbije jaren uit. Daardoor daalden de renteverschillen van bedrijfsobligaties tegenover overheidspapier verder. De premie voor het kredietrisico is nu op een fair niveau beland, het extraatje is verdwenen. De terugkeer van de dollar In 2013 was de euro de sterkste munt ter wereld. De ECB is ook de enige van de vier belangrijkste centrale banken die niet op grote schaal schuldpapier inkoopt maar, integendeel, geconfronteerd wordt met een krimpende balans. Aanvankelijk ging de euro in 2014 op hetzelfde elan door. Op 25 mei wordt 1,40 USD per EUR betaald. Daarna keerde het tij. Almaar nadrukkelijker verklaarde ECBvoorzitter M. Draghi ongelukkig te zijn met de sterke wisselkoers van de euro en een eigen versie van Quantitative Easing te zullen opstarten. Terzelfdertijd lieten de VS de inkoop-programma’s van schuldpapier uitdoven (tapering). Deze verschuiving in monetair beleid tussen de ECB (vooruitzicht op een expansie van de balans, na een periode van krimp) en de Fed (beëindigen van de balansexpansie) bleef niet zonder gevolgen voor de USD/EUR-wisselkoers. Op 31 december noteert de EUR aan 1,210 USD, 13,7% zwakker dan eind 2013. Het GBP neemt vaker een tussenpositie tussen USD en EUR in. Dat is in 2014 niet anders. In de weken voor het Schots referendum lokt het succes van de voorstaanders van een afscheiding nerveuze wisselkoersbewegingen uit. De lancering van Abenomics in Japan heeft de JPY/USD-wisselkoers ruim 30% lager gevoerd, van een ondubbelzinnig overgewaardeerd naar een correct gewaardeerd niveau. Tussen midden 2013 en eind oktober 2014 schommelt de yen binnen een band van 100 en 110 JPY per USD. Toen de Bank of Japan begin november tot het inzicht kwam dat Quantitative Easing nog niet de gewenste resultaten had opgeleverd, besliste ze een tandje bij te steken. Daardoor kwam de munt in de laatste maanden van de verslagperiode alweer onder druk. Eind 2014 noteerde de yen 15% lager tegenover de dollar (120 JPY per USD) dan eind 2013. 2013 was geen goed jaar geweest voor de munten uit de opkomende markten. De vrees voor het snel(ler) dichtdraaien van de liquiditeitskraan in de VS leidt tot een zware verkoopdruk op de munten van onder meer Brazilië, Zuid-Afrika, Turkije, India en Indonesië. De druk hield aan tot in het voorjaar van 2014. Sindsdien is het beeld gemengd, maar van een breed herstel is nog geen sprake.
9
Het herstel op de aandelenmarkten zet zich door De eurocrisis en de vrees dat de Europese bankensector eronder zou bezwijken, wierpen in de periode van april 2010 tot oktober 2011 bijna permanent een schaduw over de aandelenmarkten. De stemming veranderde in de loop van 2012 dankzij betere berichten uit de Amerikaanse arbeidsmarkt. In 2014 versterkten vrij stevige PMI’s (indicatoren voor het ondernemersvertrouwen) overal in de wereld, met uitzondering van de EMU, het conjunctuuroptimisme. Sterke arbeidsmarktrapporten in de VS gaven dat optimisme een stevige basis. Vanaf oktober 2012 was de onderliggende trend op de internationale aandelenmarkten onmiskenbaar positief. Bijna zonder haperingen, getuige de historisch lage koersvolatiliteit. De S&P 500 zette in 2014 het ene record na het andere neer en bereikte op 29 december zijn hoogste notering ooit. Al bij al noteerde de MSCI All Countries Index (de ruimste wereldindex) op 31 december 2014 in euro 19,0% hoger dan eind 2013. Bij de klassieke markten zetten de VS (rendement van +29,8%) de sterkste prestatie neer en dat was niet alleen toe te schrijven aan een versteviging van de dollar. Op 18 september klopte de S&P 500 zijn 34ste record van het jaar af. Tot 15 oktober zorgden conjunctuurtwijfels (de vrees dat de VS zouden meegesleurd worden in een neerwaartse spiraal, toen bleek dat de Duitse conjunctuurmotor sputterde en ook uit China negatieve signalen kwamen) voor een correctie van -7,4%, maar het leed was vlug vergeten. Eind 2014 noteerde de S&P 500 11,4% hoger dan een jaar eerder. West-Europa wist zijn inhaalbeweging, ingezet in 2012, niet voort te zetten (rendement van de MSCI Europe in euro over de verslagperiode periode: +7,3%). De vrees dat de problemen van de EMU een systeemrisico inhouden, verdween volledig. Zo zorgde het debacle van Banco Espirito Santo (april) voor weinig opschudding. De val van de Griekse regering (december) had wel marktimpact. In de plaats kwam de vrees voor deflatie. De goedkopere waardering van Europa (tegenover de VS) gaf weinig steun, want al twee jaar waren de bedrijfswinsten in Europa sterk achtergebleven, zowel ten opzichte van de verwachtingen als in vergelijking met de winstontwikkeling in de VS. De Bel-20 (+12,7%) presteerde merkelijk beter dan de meeste andere beurzen uit de eurozone. Belgacom, waarvan het hoge dividend werd gesmaakt, voerde de Bel-20 aan. De distributeurs leden onder een moordende concurrentie, waarbij nieuwkomers marktaandeel afsnoepten in een sterk verzadigde markt. Colruyt moest voor het eerst een lager marktaandeel en een winstdaling rapporteren. Delhaize koos voor de vlucht vooruit en ontvouwde een drastisch herstructureringsplan. Biotechbedrijf Thrombogenics vindt maar geen partner, kreeg zware klappen en moest de Bel-20 verlaten. Het werd op 23 maart 2014 in de index vervangen door Bpost. Ook Japan (rendement van +9,8%) was een underperformer. De beurs reageerde nogal wispelturig tussen hoop dat Abenomics de deflatiespiraal zal doorbreken en vrees dat btw-verhogingen nefast zouden zijn voor het consumentenvertrouwen. De ontluikende regio’s kenden een comeback, na enkele jaren ondermaats te hebben gepresteerd. De Aziatische opkomende markten (+19,5%) zetten vanaf maart-april een sterke outperformance neer. Dat herstel verliep geheel parallel met betere PMI’s (in de regio, maar ook wereldwijd) en een, zij het schuchter, herstel van de uitvoer van de regio. Die ontwikkelingen deden meteen de bezorgdheid over een kredietzeepbel in China afnemen. Latijns-Amerika (+0,0%) presteerde aanvankelijk zeer sterk, maar zonder sterke fundamenten. Het economische klimaat in Brazilië verslechterde immers aanzienlijk en Argentinië raakte in financiële ademnood ten gevolge van een rechterlijke uitspraak in de VS waardoor het land tot de status van Selective Default (gedeeltelijke wanbetaling) is afgewaardeerd. Oost-Europa (-28,5%) werd ontvlucht vanwege de crisis in Oekraïne en de kapitaalvlucht uit Rusland. Tussen de sectoren waren er belangrijke returnverschillen. Tot de best presterende sectoren behoorden Farma (+35,2%), Technologie (+32,8%) en de Nutsbedrijven (+32,4%). Onder de achterblijvers vermelden we Energie (+1,3%), Basismaterialen (+8,6%) en Kapitaalgoederen (+12,2%), alle drie cyclische sectoren. Farma is al lang zijn aureool van groeisector verloren. Veel innovatie is er de voorbije jaren niet meer geweest en de sector transformeert. Divisies verschuiven. Op grote schaal worden acquisities uitgerold of inkoopprogramma’s van eigen aandelen gelanceerd. En de beleggers weten die herpositionering van de sector te smaken.
10
De sector Technologie koesterde zich in een aantrekkelijke waardering. Hij verbeterde groeivooruitzichten en winstcijfers die de verwachtingen fors overtroffen. Het recente resultatenseizoen bevestigde dat de omzet en winsten ondersteund worden door trends zoals ecommerce, mobiele apparatuur, cloud computing, netwerkupgrades, enz. De balansen zijn bijna schuldenvrij en de bedrijven beschikken over veel cash die ze in toenemende mate uitkeren aan de aandeelhouders. De beursintroducties van Twitter en Alibaba gaven de sector een boost. De Nutsbedrijven zijn lange tijd uit de gratie gebleven. Het was lange tijd hoogst onzeker in hoeverre zij zouden moeten bijdragen tot de sanering van de financiën van hun nationale overheden. De tijd van de grote saneringsdrang ligt achter ons. Het riante dividend is opnieuw gegeerd. Het teleurstellende resultaat van de cyclische sectoren is verrassend, gezien de betere conjuncturele omgeving. De oliemaatschappijen ondervonden de weerbots van de val van de olieprijzen. De huidige prijs ligt ver onder de marginale productiekost. Het eerste decennium van deze eeuw stond in het teken van de sterke Chinese groei die resulteerde in een onlesbare dorst naar grondstoffen. Dat maakte van de Mijnbouwers de groeisector bij uitstek. Gigantische investeringen hebben geleid tot enorme capaciteitsuitbreidingen. Ondertussen is het overaanbod duidelijk zichtbaar en lijkt de hype voorbij. De sector Kapitaalgoederen blijft gebukt gaan onder het wereldwijde capaciteitsoverschot. Ondanks het economische herstel blijven de investeringsbudgetten bescheiden. De grote investeringsgolf in de mijnbouwsector is ook duidelijk achter de rug nu de Chinese vraag naar grondstoffen is afgenomen. Door de sterke prestatie van Vastgoed (+31,0%) is de korting waarmee de sector lange tijd noteerde, verdwenen. De hoge dividenden worden gesmaakt en naarmate de economische hemel opklaart, wint de sector aan aantrekkelijkheid in deze wereld van bijna-nulrente. Vooruitzichten Wie op het Europese continent woont, beseft het misschien niet, maar de wereldeconomie stoomt voort op kruissnelheid. Het groeicijfer voor 2014 (op dit moment geraamd op +3%) is behoorlijk, maar niet uitzonderlijk. In de VS en Opkomend Azië neemt het groei-optimisme toe. Wat meer koopkracht voor de consument en wat minder saneren door de overheid zijn de voornaamste redenen. In de eurozone blijft de conjunctuurmotor sputteren. In de VS scheren de conjunctuurindicatoren hoge toppen. De werkloosheid daalt vrij fors. In de eerste elf maanden van het jaar werden 2 650 000 nieuwe banen gecreëerd, wat neerkomt op een werkgelegenheidsgroei van iets meer dan 2% op jaarbasis. De werkloosheidsgraad (5,8% in november) mag dan nog als relatief hoog worden beschouwd, dit gemiddelde verbergt grote verschillen tussen de staten en de sectoren. Her en der worden zelfs problemen van krapte gemeld. Als gevolg daarvan versnellen de loonstijgingen al. Niet dramatisch, maar toch genoeg om stilaan van hoogconjunctuur te spreken en alle vrees voor deflatie weg te nemen. Het contrast met de eurozone is groot. Het schuchtere economische herstel dat in 2013 was ingezet, begon in 2014 alweer te stokken. In Duitsland kende het producentenvertrouwen een scherpe daling, toen eerst de EU sancties aankondigde tegen Rusland en daarna Rusland tegenmaatregelen uitvaardigde. Er hoeft niet veel te gebeuren of de Europese conjunctuur verzeilt in een derde recessie in zes jaar tijd. We verwachten niet dat het zover zal komen. Uitvoer naar Rusland is niet zo belangrijk voor het geheel van de Duitse of de Europese economie. Het effect van een aantrekkende wereldeconomie en de verzwakkende euro op de Duitse en Europese export is veel belangrijker. De lage en dalende inflatie geeft zuurstof aan de koopkracht van de gezinnen, die bovendien profiteren van een lichte versnelling van de loonstijgingen. Het consumentenvertrouwen verbetert en de banken hebben hun kredietpolitiek versoepeld. Neen, deflatie is niet aan de orde in Europa. De voorbije jaren werd de basis gelegd voor een meer duurzame groei in 2015 en de volgende jaren. De Amerikaanse gezinnen hebben hun schuldgraad sterk afgebouwd, de spaarquote is al fors gestegen en de financiëledienstenlast (aflossingen en rentebetalingen samen) slorpt nog maar 9,9% van het gezinsbudget op (het laagste niveau in vijftien jaar – vier jaar geleden was dat nog 12,5%). Stilaan ontstaat er ademruimte om een groter deel van de koopkracht aan consumptie te besteden. De explosieve winstgroei in de periode 2009 - 2013 dikte de al ruime cashposities van de bedrijven verder aan. Tijdens de crisis waren de investeringen sterk teruggeschroefd. De fundamenten zijn gelegd om een inhaalbeweging op gang te brengen.
11
In de VS werd eind 2013 de impasse doorbroken waarin het begrotingsbeleid jarenlang gevangen zat. De financiering van de federale overheid is verzekerd tot maart 2015. De scherpste kantjes werden van het meerjarenplan voor budgettaire sanering afgevijld. Belangrijker dan de directe effecten van de besparingen op de economische groei, die bovendien niet overdreven zijn, is allicht het feit dat een bron van onzekerheid is weggenomen en de Amerikaanse centrale bank de handen vrij heeft om het monetaire beleid dat zij wenselijk acht uit te voeren. De Fed acht de tijd rijp om het extreem soepele monetaire beleid bij te sturen. De ongeziene liquiditeitsinjecties via het aankoopprogramma voor staatsobligaties en ander schuldpapier doven uit. In de ogen van de Amerikaanse centrale bank is het economische herstel duurzaam genoeg om geleidelijk over te stappen naar een neutraler monetair beleid. Daar hoort een beleidsrente van 3 à 3,5% bij. Het huidig tarief (0,25%) is daar ver van verwijderd. In de loop van 2015 zal dus de eerste van een reeks renteverhogingen worden doorgevoerd. De precieze timing zal van de ontwikkeling van de werkloosheid afhangen. De Fed schuift midden 2015 naar voor. Als de trend van de voorbije maanden zich doorzet kan het zelfs vroeger worden. Maar de kloof tussen een conjunctuurneutrale rente en het huidige tarief van de beleidsrente is dermate groot dat het monetaire beleid nog lang als soepel en groei-ondersteunend zal worden bestempeld. In elk geval zal het de langetermijnrente laag houden en alle vrees voor deflatie wegnemen. De eurocrisis is naar de achtergrond verdreven – Griekenland ten spijt, maar veel problemen wachten nog op een oplossing. In 2014 ging de aandacht uit naar het grootschalige onderzoek van de ECB naar de kwaliteit van de kredietportefeuilles van de Europese banken. Dat onderzoek en de daaropvolgende stresstests (die nagaan of de kapitaalbuffers van de banken voldoende ruim zijn om crisissen te overleven) moeten de ECB voldoende informatie hebben verschaft om haar taak van pan-Europese toezichthouder te vervullen. Frankfurt hoopt vooral dat het onderzoek het onderlinge vertrouwen tussen de Europese banken voldoende herstelt, zodat zij hun interbancaire relaties normaliseren. In 2015 zal het zaak zijn de Europese banken aan te zetten wat vlotter krediet te geven aan de gezinnen en kmo’s. Dat is meer een kwestie van vertrouwen (deflatievrees afwenden) dan liquiditeitsinjecties door de ECB. Op het vlak van begrotingsdiscipline worden de teugels wat gevierd. De controle op de nationale begrotingen is wel verscherpt, maar de normen zijn minder absoluut geworden en daardoor is er meer speelruimte. Die manoeuvreerruimte wordt maximaal benut. Een aantal landen (waaronder Frankrijk en Italië) heeft zelfs openlijk verklaard de Europese normen naast zich neer te leggen. De ECB zal het (bijna) nultarief voor de geldmarktrente nog een lange tijd handhaven, zeker langer dan in de VS. Zolang de laagconjunctuur in de EMU aanhoudt en er geen wezenlijke inflatoire spanningen optreden, zijn er macro-economisch geen dwingende redenen om een restrictiever beleid te voeren. Inflatie is al lang geen reden tot bezorgdheid meer. Integendeel, die is eerder te laag (dichter bij 0% dan bij de officiële doelstelling van 2% voor de inflatie in de eurozone). Er is wel veel ongerustheid over de groei. En de ECB wil absoluut vermijden dat de eurocrisis opnieuw opflakkert. Allicht blijft ze streven naar een normaal tarief van 3% voor de kortetermijnrente in de eurozone, maar dat is nu een doelstelling op zeer lange termijn geworden. Op korte termijn (horizon eind 2015) is dat absoluut uitgesloten. De grootste bezorgdheid van de ECB vandaag is niet de hoogte van haar rentetarieven, maar hoe ze ervoor kan zorgen dat die lage rente ook doorsijpelt in de marktrente in Zuid-Europa. Daar is een lage rente het meest nodig, maar uitgerekend daar blijft de marktrente het hoogst. De obligatierente heeft allicht zijn bodem bereikt. Gezien de huidige laagterecords zou het logisch zijn dat de obligatierente stijgt, gevoed door een betere economische omgeving. Daardoor zal de markt al in de loop van de volgende maanden kunnen anticiperen op een strakker monetair beleid in de loop van 2015 (VS) of later (EMU). Die rentestijging zal de volgende maanden wel (nog) niet heel sterk zijn. De centrale banken zullen dat, uit vrees voor negatieve gevolgen voor de groei, tot elke prijs vermijden. De premie voor het debiteurenrisico op de markt van de bedrijfsobligaties is in de voorbije jaren sterk gedaald. Het huidige niveau vergoedt het debiteurenrisico op een correcte manier. Veel spreadvernauwing valt dus niet meer te verwachten, ook al is de financiële structuur van de meeste ondernemingen heel gezond. Ook de renteverschillen binnen de EMU zijn al fors gedaald en weerspiegelen stilaan op een correcte manier de kwaliteitsverschillen van de verschillende overheden als debiteuren. Gezien de hangende problemen van de euro is een opstoot van risicoaversie en volatiliteit van de renteverschillen niet uit te sluiten.
12
De opkomende markten blijven de grootste groeibijdrage tot het wereld-bbp leveren. De sterke economische groei heeft in Azië soms al voor spanningen in de kredietmarkt gezorgd. Een aangepast monetair beleid is dan ook noodzakelijk: soms afremmend (zoals in 2011), dan weer stimulerend (zoals nu). Een van de grote uitdagingen voor dit decennium is de verdere ontwikkeling van de consumptie in China en de rest van Azië. Die kan bijdragen tot een meer evenwichtige economische wereldorde. Het vermindert niet alleen de uitvoerafhankelijkheid van de regio, minstens even belangrijk is de weerslag op de internationale kapitaalstromen. Meer consumptie in China betekent minder besparingen en meer invoer, ook uit de VS en Europa. Dat helpt het Westen om uit zijn schuldproblemen te groeien. Dankzij de aanhoudend sterke groei in de opkomende markten kan de groei van de wereldeconomie (+3,0% in 2014) in 2015 en 2016 op zo’n 3,5% uitkomen. Dat betekent dat de bedrijfswinsten in de komende kwartalen zouden kunnen blijven stijgen met 8 à 10%, en dat is een versnelling ten opzichte van het recente verleden. De sterke winstgroei is ook te danken aan een volgehouden loonmatiging. Veel meer dan koopkrachtbehoud valt er niet te rapen. Van reële loonstijging is er nauwelijks sprake. Kortom, elke eurocent bijkomende omzet is (bijna) volledig een bijkomende cent winst. De geldmarktrente zal niet snel stijgen en de obligatierente bevindt zich op een historisch dieptepunt. Alles lijkt naar aandelen te wijzen als het meest interessante beleggingsalternatief voor de komende maanden. Maar een gebrek aan alternatieven is natuurlijk niet voldoende om een opwaardering van de markt te krijgen. Daarvoor moeten de beleggers opnieuw wat meer risicoappetijt krijgen. Aandelen zijn niet meer zo goedkoop als een tijd geleden. Op basis van de verwachte winst voor de komende twaalf maanden bedraagt de koers-winstverhouding (K/W) 17,5 voor de S&P 500 en 14,2 voor de MSCI Europe. Dat is redelijk te noemen, niet goedkoop, maar evenmin duur. In vergelijking met obligaties zijn aandelen toch nog altijd spotgoedkoop. Het winstrendement, het omgekeerde van de K/W, bedraagt voor de MSCI Europe nu 7,05%, een uitzonderlijk hoge premie van meer dan 600 basispunten boven de Duitse obligatierente. Redactie beëindigd op 6 januari 2015
13
1.3
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS
14
15
16
17
18
1.4
GEGLOBALISEERDE BALANS (IN EUR)
Balansschema TOTAAL NETTO ACTIEF II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming Financiële derivaten j) Op deviezen Termijncontracten (+/-)
E.
31/12/2014
(in de valuta van de bevek)
11.607.487.168,93
31/12/2013
(in de valuta van de bevek)
7.932.949.672,41
20.357.199,57 11.473.640.961,33
7.856.828.427,64
28.658,05
-7.929,59
23.157.969,86
32.622.936,52
-19.322.937,40 -42,68
-39.123.690,84 -27.275,22
134.825.571,43
65.679.074,70
-4.843.011,66
-3.379.070,37
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
11.607.487.168,93
7.932.949.672,41
A.
Kapitaal
10.960.362.219,58
7.576.593.756,98
B.
Deelneming in het resultaat
6.787.727,80
-43.243,07
D.
Resultaat van het boekjaar
640.337.221,55
356.399.158,50
2.098.328,23
2.238.188,55
F.
IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A. B.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-) c) Ontleningen (-)
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
VI. Overlopende rekeningen
C. Toe te rekenen kosten (-)
Posten buiten-balanstelling III
Notionele bedragen van de termijncontracten(+)
III.A Gekochte termijncontracten
19
1.5
GEGLOBALISEERDE RESULTATENREKENING (IN EUR)
Resultatenrekening I.
31/12/2014
(in de valuta van de bevek)
31/12/2013
(in de valuta van de bevek)
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten a) Op obligaties Termijncontracten l) Op financiële indexen Termijncontracten G. Vorderingen, deposito's, liquide middelen en schulden H. Wisselposities en -verrichtingen a) Financiële derivaten Termijncontracten b) Andere wisselposities en verrichtingen
-17.816,40
-3.623,20 612.838,04
611.684.162,64
513.851.196,67
-870,00
-13.089,60
-1.584.961,91
922.214,45
0,01
-0,01
36.587,64 169.402.437,39
-7.929,59 -53.028.886,91
Det.rubriek I winst en verlies op beleggingen
Gerealiseerde winsten op beleggingen Ongerealiseerde winsten op beleggingen Gerealiseerde verliezen op beleggingen Ongerealiseerde verliezen op beleggingen II.
531.070.624,25 334.156.610,42 -121.627.471,99 35.919.776,69
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
Dividenden Interesten a) Effecten en geldmarkt instrumenten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-)
105.744,58
A. B.
III.
Andere opbrengsten
B.
Andere
187.741,65 133.491,52 -37.868,71
274.561,85 22.583,82 -32.334,54 203.120,03
20
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer E. Administratiekosten (-) F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-52.256.900,49
-45.433.622,27
-20.538,32 -16.254,45
-13.608,92 -39.607,66
-74.887.488,10 -9.841.964,88 -5.481,96 -29.520,00 -125.641,06 -2.281.893,02
-51.988.083,76 -6.800.932,96 -0,08 -45.862,58 -260.497,70 -103.818,70 -1.821.202,46
-139.182.317,82
-105.933.561,35
640.337.221,55
356.399.158,50
640.337.221,55
356.399.158,50
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
VII. Resultaat van het boekjaar
21
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) II.
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal
31/12/2014
(in de valuta van de bevek)
31/12/2013
(in de valuta van de bevek)
647.124.949,35
356.355.915,43
640.337.221,55
356.399.158,50
6.787.727,80
-43.243,07
-647.124.949,35
-356.355.915,43
22
1.6
SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS
1.6.1
SAMENVATTING VAN DE REGELS
Samenvatting van de waarderingsregels overeenkomstig het KB van 10/11/2006 op de boekhouding, de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming. De waardering van de activa van de verschillende compartimenten gebeurt op de volgende manier: De effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging en financiële derivaten worden bij aankoop en verkoop in de boekhouding opgenomen tegen hun aankoopprijs, respectievelijk verkoopprijs. De bijkomende kosten zoals verhandelings- en leveringskosten worden onmiddellijk ten laste gebracht van de resultatenrekening. De effecten, geldmarktinstrumenten en financiële derivaten worden na de eerste opname gewaardeerd tegen hun reële waarde op basis van volgende regels: o Voor de waarden die op een actieve markt worden verhandeld zonder toedoen van derde financiële instellingen wordt de slotkoers weerhouden voor de waardering aan reële waarde; o Voor vermogensbestanddelen waarvoor een actieve markt bestaat die functioneert door toedoen van derde financiële instellingen die een doorlopende notering waarborgen van bied- en laatkoersen , wordt de op die markt gevormde actuele biedkoers weerhouden voor de waardering van de activa. Gezien evenwel de meeste internationale benchmarks midprijzen gebruiken, en de dataproviders geen biedprijzen kunnen aanleveren (vb. JP Morgan, iBoxx, MSCI, …) worden voor de waardering van schuldinstrumenten aan reële waarde de midprijzen weerhouden, zoals voorzien in de toelichting bij voornoemd KB. De methode om deze midprijzen te corrigeren ten einde te komen tot de biedkoers wordt niet weerhouden wegens onvoldoende betrouwbaarheid en mogelijke grote schommelingen. o Voor de waarden waarvan de laatst gekende koers niet representatief is, en voor de waarden die niet toegelaten zijn tot een officiële notering of een andere georganiseerde markt, gebeurt de waardering als volgt: Voor de waardering aan reële waarde wordt de actuele reële waarde van soortgelijke vermogensbestanddelen waarvoor een actieve markt bestaat weerhouden, mits deze reële waarde wordt aangepast rekening houdend met de verschillen tussen de gelijkaardige vermogensbestanddelen. Indien geen reële waarde van soortgelijke vermogensbestanddelen bestaat, wordt de reële waarde bepaald aan de hand van andere waarderingstechnieken die maximaal gebruik maken van marktgegevens, die consistent zijn met de algemeen aanvaarde economische methodes, en die op regelmatige basis worden geijkt en getest. Indien er voor vermogensbestanddelen geen georganiseerde of onderhandse markt bestaat, wordt bij de waardering bovendien rekening gehouden met hun onzeker karakter op grond van het risico dat de betrokken tegenpartijen hun verplichtingen niet zouden nakomen. o Aandelen waarvoor geen georganiseerde of onderhandse markt bestaat, en waarvan de reële waarde niet betrouwbaar kan worden bepaald zoals hierboven vermeld, worden gewaardeerd aan kostprijs. Op deze aandelen worden bijzondere waardeverminderingen toegepast zo er hiervoor objectieve aanwijzingen zijn. o Voor de rechten van deelneming in instellingen voor collectieve beleggingen (waarvoor geen georganiseerde markt bestaat) gebeurt de waardering aan reële waarde tegen hun laatste netto-inventariswaarde.
23
De liquiditeiten, met inbegrip van tegoeden op zicht bij kredietinstellingen, de verbintenissen in rekening-courant ten aanzien van kredietinstellingen, op korte termijn te betalen en te ontvangen bedragen die niet belichaamd zijn in verhandelbare effecten of geldmarktinstrumenten (andere dan ten aanzien van kredietinstellingen), fiscale tegoeden en schulden worden gewaardeerd tegen hun nominale waarde. Andere vorderingen op termijn die niet belichaamd zijn in verhandelbare effecten of geldmarktinstrumenten worden gewaardeerd tegen hun reële waarde. Op tegoeden, te ontvangen bedragen en vorderingen worden waardeverminderingen toegepast zo er voor het geheel of een gedeelte ervan onzekerheid bestaat over de betaling hiervan op de vervaldag of zo de realisatiewaarde van deze activa lager is dan de aanschaffingswaarde. Er worden aanvullende waardeverminderingen geboekt op de in de vorige alinea bedoelde tegoeden, bedragen en vorderingen om rekening te houden met hetzij de evolutie van hun waarde, hetzij met de risico's inherent aan de aard van de betrokken activa. De opbrengsten die voortvloeien uit effectenleningen worden verwerkt als overige inkomsten/andere opbrengsten (Resultatenrekening III.B). Deze opbrengsten worden prorata temporis voor de looptijd van de verrichting in de resultatenrekening opgenomen. De waarden uitgedrukt in een andere munt dan die van het desbetreffende compartiment worden omgezet in de munt van het compartiment tegen een wisselkoers op basis van de laatst gekende middenkoers.
VERSCHILLEN Soms kan er een licht verschil voorkomen tussen de netto-inventariswaarde zoals gepubliceerd in de pers en deze in onderhavig verslag. Dan betreft dit minimale afwijkingen in de berekening van de netto-activa, die na de publicatie in de pers werden opgemerkt. Indien een dergelijke afwijking een bepaalde tolerantiegrens bereikt of overschrijdt, wordt het verschil vergoed. Deze tolerantiegrens wordt voor de toe- en uittreders en het gemeenschappelijk beleggingsfonds bepaald als een bepaald percentage van de inventariswaarde respectievelijk de netto-activa. Deze tolerantiegrens bedraagt: geldmarktfondsen: 0,25% obligatiefondsen, gemengde fondsen en kapitaalgegarandeerde fondsen: 0,50% aandelenfondsen: 1% andere fondsen (vastgoedfondsen, …): 0,50% Aangezien een aantal effectenbeurzen gesloten waren op 31/12/2014 en de onderstaande compartimenten voor 20 % of meer belegd waren in effecten genoteerd op deze gesloten effectenbeurzen, gebeurt de waardering van de effecten in de financiële staten voor die compartimenten op 30/12/2014 in plaats van op 31/12/2014. Voor deze compartimenten werd evenwel een theoretische netto inventariswaarde per 31/12/2014 berekend, die niet werd gebruikt voor toe- en uittredingen. Betrokken compartimenten: Defensive Dynamic Highly Dynamic Pro 85 August Pro 85 February Pro 85 May Pro 85 November Pro 90 August Pro 90 February Pro 90 May Pro 90 November Pro 95 August Pro 95 February Pro 95 May Pro 95 November
24
1.6.2
WISSELKOERSEN
31/12/2014
1 EUR =
1,47865 1,40155 1,20235 27,715 7,44635 0,77605 315,75 145,079 9,0724 4,2981 9,47255 1,60345 2,8288 1,21005
31/12/2013 AUD CAD CHF CZK DKK GBP HUF JPY NOK PLN SEK SGD TRY USD
1,5402 1,46405 1,2255 27,373 7,4603 0,832 297,08 144,83 8,3599 4,1579 8,85 1,7398 2,9605 1,3779
AUD CAD CHF CZK DKK GBP HUF JPY NOK PLN SEK SGD TRY USD
25
Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2014
INHOUDSOPGAVE 2.
Informatie over Privileged Portfolio Dynamic 2.1. Beheerverslag 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs 2.1.2. Beursnotering 2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.1.4. Financieel portefeuillebeheer 2.1.5. Distributeurs 2.1.6. Index en benchmark 2.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.1.8. Toekomstig beleid 2.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator (SRRI) 2.2. Balans 2.3. Resultatenrekening 2.4. Samenstelling van de activa en kerncijfers 2.4.1. Samenstelling van de activa 2.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa 2.4.3. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en inventariswaarde 2.4.5. Rendementscijfers 2.4.6. Kosten 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
van
de
netto-
26
27
2
INFORMATIE OVER PRIVILEGED PORTFOLIO DYNAMIC
2.1
BEHEERVERSLAG
2.1.1
LANCERINGSDATUM EN INSCHRIJVINGSPRIJS
Lanceringsdatum: 3 maart 2006 Initiële inschrijvingsprijs: 250 EUR Uitdrukkingsmunt: EUR
2.1.2
BEURSNOTERING
Niet van toepassing.
2.1.3
DOEL EN KRACHTLIJNEN VAN HET BELEGGINGSBELEID
DOEL VAN HET COMPARTIMENT : Het voornaamste doel van het compartiment bestaat erin de houders van rechten van deelneming een zo hoog mogelijk rendement te bieden d.m.v. rechtstreekse of onrechtstreekse beleggingen in verhandelbare effecten. Dit komt tot uiting in een streven naar meerwaarden en inkomsten. Het beleggingsbeleid is gericht op het volgen van de beleggingsstrategie voor een belegger met een bepaald risicoprofiel.
BELEGGINGSBELEID VAN HET COMPARTIMENT : CATEGORIEËN VAN TOEGELATEN ACTIVA: De beleggingen van het compartiment kunnen bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, deposito’s, financiële derivaten, liquide middelen en alle andere instrumenten voor zover en in de mate dit toegelaten is door de toepasselijke regelgeving en kadert binnen het vermelde doel.
GRENZEN VAN HET BELEGGINGSBELEID: Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de door de regelgeving gestelde grenzen. Het compartiment mag ontleningen aangaan tot 10% van haar netto-activa, voor zover het gaat om kortlopende ontleningen met het doel tijdelijke liquiditeitsproblemen op te lossen.
TOEGELATEN DERIVATENTRANSACTIES: Derivaten kunnen zowel gebruikt worden om de beleggingsdoelstellingen te realiseren als om risico’s in te dekken. Er kan met al dan niet genoteerde derivaten worden gewerkt: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps m.b.t. effecten, indexen, munten of rente of om andere transacties met derivaten. Niet genoteerde derivatentransacties worden enkel afgesloten met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties. Het compartiment streeft ernaar om, binnen de toepasselijke regelgeving en het beheerreglement, steeds de meest doelgerichte transacties af te sluiten. Alle kosten verbonden aan de transacties zijn ten laste van het compartiment en alle opbrengsten komen toe aan het compartiment. Als er door de transacties een risico ontstaat op de tegenpartij, kan dat risico worden ingeperkt door gebruik te maken van een margebeheersysteem dat verzekert dat het compartiment de begunstigde is van een zekerheid onder de vorm van contanten of investment grade obligaties. Bij het bepalen van de waarde van de obligaties wordt een marge toegepast die varieert in functie van de resterende looptijd en de uitdrukkingsmunt van de betreffende obligatie. De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten. De ICB kan contracten afsluiten die betrekking hebben op een kredietrisico op emittenten van schuldinstrumenten. Het kredietrisico is het risico dat de emittent van het schuldinstrument in gebreke blijft. Dit kredietrisico heeft betrekking op partijen waarvan de kredietwaardigheid op het moment van het sluiten van het contract evenwaardig is aan die van de emittenten van wie de ICB rechtstreeks schuldinstrumenten aanhoudt. Derivaten kunnen ook worden gebruikt om de activa van het compartiment in te dekken tegen open wisselkoersrisico’s ten opzichte van de uitdrukkingsmunt.
28
Een eventueel gebruik van kredietderivaten kan enkel ter uitvoering van de beleggingsdoelstellingen en binnen het bestaande risicoprofiel, zonder dat dit een verschuiving impliceert naar minder kredietwaardige debiteuren. Bijgevolg verhoogt het kredietrisico niet. In zoverre er met derivaten wordt gewerkt, gaat het om vlot verhandelbare en liquide instrumenten. Bijgevolg heeft het gebruik van derivaten geen invloed op het liquiditeitsrisico. Het gebruik van derivaten verandert ook niets aan de spreiding van de portefeuille over regio’s, sectoren of thema’s. Bijgevolg heeft het geen invloed op het concentratierisico. Derivaten worden niet gebruikt om een gehele of gedeeltelijke kapitaalbescherming te waarborgen. Ze verhogen noch verminderen het kapitaalrisico. Het gebruik van derivaten heeft ook geen invloed op het afwikkelingsrisico, het bewaarnemingsrisico, het flexibiliteitsrisico, het inflatierisico of het risico afhankelijk van externe factoren.
BEPAALDE STRATEGIE: Het compartiment belegt, rechtstreeks of onrechtstreeks via financiële instrumenten met een gelijklopende evolutie, hoofdzakelijk in internationale aandelen en obligaties. Aan deze activa wordt een richtspreiding toegekend. Deze richtspreiding is 55% aandelen of aandelengerelateerde beleggingen, 45% obligaties of obligatiegerelateerde beleggingen, en 0% in elk van de overige activaklassen. In functie van de verwachtingen ten aanzien van de ontwikkeling van deze activa, wordt beslist aan welke activa een onder- of overweging wordt toegekend ten opzichte van bovengenoemde richtspreidingen. Dit gebeurt in lijn met de maandelijkse beleggingsstrategie van KBC Asset Management NV, zoals terug te vinden op www.kbcam.be/activaklassen. De portefeuille is
doorgaans evenwichtig verdeeld tussen aandelen en obligaties.
Het aandelenluik belegt in een wereldwijde selectie van aandelen, waarbij alle regio’s, sectoren en thema’s in aanmerking kunnen worden genomen.
KENMERKEN VAN DE OBLIGATIES EN SCHULDINSTRUMENTEN: De activa worden gedeeltelijk belegd in obligaties en schuldbewijzen, zowel uitgegeven door bedrijven als door overheidsinstanties. Het compartiment belegt rechtstreeks en/of onrechtstreeks minimaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa in effecten die een investment grade (minimaal BBB-/Baa3 lange termijn, A3/F3/P3 korte termijn) rating hebben van minstens 1 van volgende ratingagentschappen: o Moody’s (Moody’s Investors Service); o S&P (Standard & Poor’s, a Division of the McGraw-Hill Companies); o Fitch (Fitch Ratings), en/of in geldmarktinstrumenten waarvan de emittent over een investment grade rating van 1 van bovenstaande agentschappen beschikt. Daarnaast kan het compartiment tot maximaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa beleggen in effecten die over een lagere rating beschikken (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent over een lagere rating beschikt) en/of in effecten waarvoor geen kredietrating van één van boven genoemde agentschappen beschikbaar is (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent niet over een rating van één van boven genoemde agentschappen beschikt). Bij de selectie van de obligaties en schuldinstrumenten worden alle looptijden in aanmerking genomen.
VOORNAMELIJKE BELEGGING IN ANDERE ACTIVA DAN EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN. Het compartiment kan voornamelijk beleggen in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
UITLENING VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN: Het compartiment mag financiële instrumenten uitlenen binnen de beperkingen bepaald door de toepasselijke regelgeving. Het uitlenen gebeurt in het kader van een effectenleningensysteem beheerd door hetzij een ‘principaal’, hetzij een ‘agent’. In het eerste geval heeft het compartiment enkel een relatie met de principaal van het effectenleningensysteem die als tegenpartij optreedt en aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met enerzijds de agent (als beheerder van het systeem) en anderzijds één of meerdere tegenpartijen aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De agent zelf treedt op als tussenpersoon tussen het compartiment en de tegenpartij(en).
29
De effectenleningen hebben geen wijziging van het risicoprofiel van het compartiment tot gevolg aangezien: De keuze van zowel principaal, agent als elke tegenpartij aan strenge selectiecriteria is onderworpen. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten op elk ogenblik kan gevraagd worden. Zo is gewaarborgd dat de effectenleningen het beheer van de activa van het compartiment niet beïnvloeden. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten wordt gegarandeerd door de principaal, respectievelijk de agent. Via een margebeheersysteem wordt steeds verzekerd dat het compartiment de begunstigde is van een financiële zekerheid onder de vorm van contanten of andere welbepaalde categorieën effecten met een laag risicoprofiel, zoals overheidsobligaties, dit voor het geval de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, geen gelijkwaardige effecten zou teruggeven. De reële waarde van de zekerheid onder de vorm van effecten met een laag risicoprofiel overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten met 5%. Daarenboven wordt bij het bepalen van de waarde van de als zekerheid verstrekte effecten met een laag risicoprofiel een marge van 3% toegepast die moet vermijden dat een negatieve koersevolutie tot gevolg zou kunnen hebben dat de reële waarde van de effecten met een laag risicoprofiel niet meer de reële waarde van de uitgeleende effecten overtreft. De waarde van de zekerheid onder de vorm van contanten overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten. Indien het compartiment een financiële zekerheid ontvangt onder de vorm van contanten kan het deze contanten herinvesteren in deposito’s bij kredietinstellingen die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen, mits de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de EER gevestigd is, of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gevestigd is, mits deze instelling onderworpen is aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Europees recht zijn vastgesteld. kortetermijngeldmarktfondsen zoals beschreven in de ESMA-richtsnoeren CESR/10049 van 19 mei 2010 betreffende een gemeenschappelijke definitie van Europese geldmarktfondsen. overheidsobligaties in dezelfde munteenheid als de ontvangen contanten en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot effectenleningen door bepaalde instellingen voor collectieve belegging. Deze herinvestering kan tot gevolg hebben dat het compartiment met betrekking tot de financiële zekerheid niet langer een kredietrisico loopt t.o.v. de financiële instelling waar de contantenrekening wordt aangehouden maar wel bijvoorbeeld t.o.v. de emittent(en) van het (de) schuldinstrument(en). De beheervennootschap kan de uitvoering van het herinvesteringsbeleid delegeren aan een derde, met inbegrip van de agent die het effectenleningensysteem beheert. Het uitlenen van effecten stelt het compartiment in de mogelijkheid een bijkomende opbrengst te behalen. Deze opbrengst kan bestaan uit enerzijds een vergoeding die de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, betaalt en anderzijds inkomsten uit herinvestering. Van deze opbrengst worden directe en indirecte kosten afgehouden. Deze kosten worden forfaitair bepaald op 35% van de ontvangen vergoeding en bestaan uit de kosten voor de clearing services van KBC Bank, de kosten van de beheervennootschap voor het opzetten en opvolgen van het systeem voor uitlenen van effecten, de kosten voor het margebeheer, de kosten verbonden aan cash- en effectenrekeningen en -verkeer, de vergoeding voor het eventuele beheer van herinvesteringen en, indien gewerkt wordt via een agent, de vergoeding betaald aan de agent De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten.
30
ALGEMENE STRATEGIE TER DEKKING VAN HET WISSELRISICO: Om zijn activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen en binnen de beperkingen die uiteengezet worden in het beheerreglement, kan het compartiment transacties verrichten die betrekking hebben op de verkoop van termijnovereenkomsten op deviezen, evenals de verkoop van callopties of de aankoop van putopties op valuta’s. De hier beoogde transacties mogen enkel betrekking hebben op contracten die verhandeld worden op een gereglementeerde markt die regelmatig werkt, erkend is en opengesteld is voor het publiek, of verhandeld worden met een erkende financiële instelling van eerste rang die gespecialiseerd is in dit type van transacties en die actief is op de 'over the counter' (OTC)-markt voor opties. Met dezelfde doelstelling kan het compartiment ook valuta’s verkopen op termijn of uitwisselen in het kader van onderhandse transacties met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties.
SOCIALE, ETHISCHE EN MILIEUASPECTEN: Er mag niet belegd worden in financiële instrumenten uitgegeven door producenten van controversiële wapens, waarvan de voorbije vijf decennia bij internationale consensus is vastgesteld dat het gebruik ervan onevenredig veel menselijk leed veroorzaakt aan de burgerbevolking. Het betreft de producenten van antipersoonsmijnen, clusterbommen en -munitie en wapens met verarmd uranium. Er mogen daarnaast sinds 31.3.2014 geen nieuwe beleggingen gebeuren in financiële instrumenten uitgegeven door ondernemingen zonder anti-corruptie beleid die bovendien in de afgelopen twee jaar een negatieve evaluatie kregen bij een diepgaande screening op de aanwezigheid van corruptie. De onderneming heeft geen anti-corruptie beleid als niet kan worden aangetoond dat de onderneming een aanvaardbaar beleid heeft aangaande de bestrijding van corruptie. Een aanvaardbaar beleid dient publiek gemaakt te worden en houdt minstens in dat omkoping niet gedoogd wordt, en dat de wet dienaangaande wordt nageleefd. De screening zal gebeuren op basis van een algemeen aanvaarde en onafhankelijke ‘Sociale, ethische en milieuaspecten’ database. Op deze wijze wordt niet alleen een louter financiële realiteit weergegeven, maar ook een sociale realiteit van de sector of regio. Voor de eventuele toepassing van de Europese en Belgische fiscale bepalingen wordt verwezen naar het prospectus onder 'Informatie betreffende het gemeenschappelijk beleggingsfonds Belastingstelsel' .
2.1.4
FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER
Er is geen delegatie van het beheer van de beleggingsportefeuille.
2.1.5
DISTRIBUTEURS
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
2.1.6
INDEX EN BENCHMARK
Zie ‘Beleggingsbeleid van het compartiment’.
31
2.1.7
TIJDENS HET BOEKJAAR GEVOERD BELEID
In 2014 begon men meer vertrouwen te krijgen in de duurzaamheid van het economisch herstel wereldwijd. De VS verteerden met gemak een zwaar saneringsprogramma. De arbeidsmarkt won aan dynamiek. De Bank of England wist met succes de Britse economie van het liquiditeiteninfuus af te koppelen. Japan doorbrak de negatieve deflatiespiraal. De aandelenmarkten koesterden het conjunctuuroptimisme. De eurozone bleef echter met recessie flirten. De obligatiemarkten raakten in de ban van het vooruitzicht dat de Europese Centrale Bank (ECB) het Amerikaanse voorbeeld zou volgen en op grote schaal overheidsobligaties zou gaan inkopen. De economische groei was in 2014 meer dan behoorlijk. De regionale verschillen zijn evenwel (heel) groot. Globaal viel de groei wat trager uit voor de opkomende markten. In het Westen versnelde die, met dank aan de VS. De EMU haakt echter af. De eurocrisis en de vrees dat de Europese bankensector eronder zou bezwijken, wierpen in de periode van april 2010 tot oktober 2011 bijna permanent een schaduw over de aandelenmarkten. De stemming veranderde in de loop van 2012 dankzij betere berichten uit de Amerikaanse arbeidsmarkt. In 2014 versterkten vrij stevige PMI’s (indicatoren voor het ondernemersvertrouwen) overal in de wereld, met uitzondering van de EMU, het conjunctuuroptimisme. Sterke arbeidsmarktrapporten in de VS gaf dat optimisme een stevige basis. Vanaf oktober 2012 was de onderliggende trend op de internationale aandelenmarkten onmiskenbaar positief. Bijna zonder haperingen, getuige de historisch lage koersvolatiliteit. De S&P-500 zette in 2014 het ene record na het andere neer en bereikte op 29 december zijn hoogste notering ooit. Al bij al noteerde de MSCI All Countries Index (de ruimste wereldindex) op 31 december 2014 in euro sterk hoger dan eind 2013. West-Europa wist zijn inhaalbeweging, ingezet in 2012, niet voort te zetten. De vrees dat de problemen van de EMU een systeemrisico inhouden, verdween volledig. Zo zorgde het debacle van Banco Espirito Santo (april) voor weinig opschudding. De val van de Griekse regering (december) had wel marktimpact. In de plaats kwam de vrees voor deflatie. De goedkopere waardering van Europa (tegenover de VS) gaf weinig steun, want al twee jaar waren de bedrijfswinsten in Europa sterk achtergebleven, zowel ten opzichte van de verwachtingen als in vergelijking met de winstontwikkeling in de VS. De ontluikende regio’s kenden een comeback, na enkele jaren ondermaats te hebben gepresteerd. De Aziatische opkomende markten zetten vanaf maart-april een sterke outperformance neer. Dat herstel verliep geheel parallel met betere PMI’s (in de regio, maar ook wereldwijd) en een, zij het schuchter, herstel van de uitvoer van de regio. Die ontwikkelingen deden meteen de bezorgdheid over een kredietzeepbel in China afnemen. Latijns-Amerika presteerde aanvankelijk zeer sterk, maar zonder sterke fundamenten. Het economisch klimaat in Brazilië verslechterde immers aanzienlijk en Argentinië raakte in financiële ademnood ten gevolge van een rechterlijke uitspraak in de VS waardoor het land tot de status van ‘Selective Default’ (‘gedeeltelijke wanbetaling’) is afgewaardeerd. OostEuropa werd ontvlucht vanwege de crisis in Oekraïne en de kapitaalvlucht uit Rusland. De sterke conjunctuurtwijfels, het besef dat de inflatie zo goed als dood is en de interventies van de centrale banken houden de obligatierente historisch laag. Eind mei 2013 kondigt de toenmalige Fedvoorzitter Ben Bernanke aan dat de tijd stilaan aangebroken is om de inkoopprogramma’s van overheidsobligaties terug te schroeven. De aankondiging van “tapering” deed de Amerikaanse tienjaarsrente in 2013 sterk opveren. Een overvloedige, transparante en geruststellende communicatie van de Amerikaanse centrale bank miste zijn uitwerking niet en de Amerikaanse obligatierente ontspande weer in 2014. De Duitse obligatierente daalde nog sterker. Hoe lager de inflatiecijfers en hoe zwakker de gepubliceerde groeicijfers, hoe sterker de overtuiging dat een grootschalig programma van de ECB voor de inkoop van overheidsobligaties niet lang meer kan uitblijven. Op 15 augustus 2014 daalde de Duitse tienjaarsrente voor het eerst onder 1%. Op 26 november deed de Belgische dat ook. Het verder wegebben van de eurocrisis deed de renteverschillen tussen de EMU-partners verder dalen, bijna zonder haperingen – behalve dan in het geval van Griekenland. Ook het Belgisch-Duitse renteverschil kalfde verder af tot 29 basispunten eind 2014. Belangrijke faillissementen in de bedrijvensector blijven de voorbije jaren uit. Daardoor daalden de renteverschillen van bedrijfsobligaties tegenover overheidspapier verder. De premie voor het kredietrisico is nu op een fair niveau beland, het extraatje is verdwenen. In 2013 was de euro de sterkste munt ter wereld. De ECB is ook de enige van de vier belangrijkste centrale banken die niet op grote schaal schuldpapier inkoopt maar, integendeel, geconfronteerd wordt met een krimpende balans. Aanvankelijk ging de euro in 2014 op hetzelfde elan door. Almaar nadrukkelijker verklaarde ECB-voorzitter M. Draghi ongelukkig te zijn met de sterke wisselkoers van de euro en een eigen versie van Quantitative Easing te zullen opstarten. Terzelfdertijd liet de VS de inkoop-programma’s van schuldpapier uitdoven (tapering). Deze verschuiving in monetair beleid tussen de ECB (vooruitzicht op een expansie van de balans, na een periode van krimp) en de Fed (beëindigen van de balansexpansie) bleef niet zonder gevolgen voor de USD/EUR-wisselkoers. Op 31 december noteert de EUR sterk zwakker dan eind 2013.
32
2.1.8
TOEKOMSTIG BELEID
Wie op het Europese continent woont, beseft het misschien niet, maar de wereldeconomie stoomt voort op kruissnelheid. Het groeicijfer voor 2014 (op dit moment geraamd op +3%) is behoorlijk, maar niet uitzonderlijk. In de VS en Opkomend Azië neemt het groei-optimisme toe. Wat meer koopkracht voor de consument en wat minder saneren door de overheid zijn de voornaamste redenen. In de eurozone blijft de conjunctuurmotor sputteren. Het schuchtere economische herstel dat in 2013 was ingezet, begon in 2014 alweer te stokken. In Duitsland kende het producentenvertrouwen een scherpe daling, toen eerst de EU sancties aankondigde tegen Rusland en daarna Rusland tegenmaatregelen uitvaardigde. Er hoeft niet veel te gebeuren of de Europese conjunctuur verzeilt in een derde recessie in zes jaar tijd. We verwachten niet dat het zover zal komen. Uitvoer naar Rusland is niet zo belangrijk voor het geheel van de Duitse of de Europese economie. Het effect van een aantrekkende wereldeconomie en de verzwakkende euro op de Duitse en Europese export is veel belangrijker. De lage en dalende inflatie geeft zuurstof aan de koopkracht van de gezinnen, die bovendien profiteren van een lichte versnelling van de loonstijgingen. Het consumentenvertrouwen verbetert en de banken hebben hun kredietpolitiek versoepeld. Neen, deflatie is niet aan de orde in Europa. De eurocrisis is naar de achtergrond verdreven – Griekenland ten spijt -, maar vele problemen wachten nog op een oplossing. In 2014 ging de aandacht uit naar het grootschalige onderzoek van de ECB naar de kwaliteit van de kredietportefeuilles van de Europese banken. Dat onderzoek en de daaropvolgende stresstests (die nagaan of de kapitaalbuffers van de banken voldoende ruim zijn om crisissen te overleven) moeten de ECB voldoende informatie hebben verschaft om haar taak van panEuropese toezichthouder te vervullen. Frankfurt hoopt vooral dat het onderzoek het onderlinge vertrouwen tussen de Europese banken voldoende herstelt, zodat zij hun interbancaire relaties normaliseren. In 2015 zal het zaak zijn de Europese banken aan te zetten wat vlotter krediet te geven aan de gezinnen en KMO’s. Dat is meer een kwestie van vertrouwen (deflatievrees afwenden) dan liquiditeitinjecties door de ECB. Op het vlak van begrotingsdiscipline worden de teugels wat gevierd. De controle op de nationale begrotingen is wel verscherpt, maar de normen zijn minder absoluut geworden en daardoor is er meer speelruimte. De die manoeuvreerruimte wordt maximaal benut. Een aantal landen (waaronder Frankrijk en Italië) heeft zelfs openlijk verklaard de Europese normen naast zich neer te leggen. Een van de grote uitdagingen voor dit decennium is de verdere ontwikkeling van de consumptie in China en de rest van Azië. Die kan bijdragen tot een meer evenwichtige economische wereldorde. Het vermindert niet alleen de uitvoerafhankelijkheid van de regio. Minstens even belangrijk is de weerslag op de internationale kapitaalstromen. Meer consumptie in China betekent minder besparingen en meer invoer, ook uit de VS en Europa. Dat helpt het Westen om uit zijn schuldproblemen te groeien. Inflatie is al lang geen reden tot bezorgdheid meer. Integendeel, die is eerder te laag (dichter bij 0% dan bij de officiële doelstelling van 2% voor de inflatie in de eurozone). Er is wel veel ongerustheid over de groei. En de ECB wil absoluut vermijden dat de eurocrisis opnieuw opflakkert. Allicht blijft ze streven naar een normaal tarief van 3% voor de kortetermijnrente in de eurozone, maar dat is nu een doelstelling op zeer lange termijn geworden. Op korte termijn (horizon eind 2015) is dat absoluut uitgesloten. De grootste bezorgdheid van de ECB vandaag is niet de hoogte van haar rentetarieven, maar hoe ze ervoor kan zorgen dat die lage rente ook doorsijpelt in de marktrente in Zuid-Europa. Daar is een lage rente het meest nodig, maar uitgerekend daar blijft de marktrente het hoogst. De obligatierente heeft allicht zijn bodem bereikt. Gezien de huidige laagterecords zou het logisch zijn dat de obligatierente stijgt, gevoed door een betere economische omgeving. Daardoor zal de markt al in de loop van de volgende maanden kunnen anticiperen op een strakker monetair beleid in de loop van 2015 (VS) of later (EMU). Die rentestijging zal de volgende maanden wel (nog) niet heel sterk zijn. De centrale banken zullen dat, uit vrees voor negatieve gevolgen voor de groei, tot elke prijs vermijden. De premie voor het debiteurenrisico op de markt van de bedrijfsobligaties is in de voorbije jaren sterk gedaald. Het huidige niveau vergoedt het debiteurenrisico op een correcte manier. Veel spreadvernauwing valt dus niet meer te verwachten, ook al is de financiële structuur van de meeste ondernemingen heel gezond. Ook de renteverschillen binnen de EMU zijn al fors gedaald en weerspiegelen stilaan op een correcte manier de kwaliteitsverschillen van de verschillende overheden als debiteuren. Gezien de hangende problemen van de euro is een opstoot van risicoaversie en volatiliteit van de renteverschillen niet uit te sluiten. De geldmarktrente zal niet snel stijgen en de obligatierente bevindt zich op een historisch dieptepunt. Alles lijkt naar aandelen te wijzen als het meest interessante beleggingsalternatief voor de komende maanden. Maar een gebrek aan alternatieven is natuurlijk niet voldoende om een opwaardering van de markt te krijgen. Daarvoor moeten de beleggers opnieuw wat meer risicoappetijt krijgen. In vergelijking met obligaties zijn aandelen toch nog altijd spotgoedkoop.
33
2.1.9
SYNTHETISCHE RISICO- EN OPBRENGSTINDICATOR
4 op een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). De waarde van een recht van deelneming kan stijgen of dalen en de belegger kan minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd. Overeenkomstig Verordening 583/2010 is een synthetische risico- en opbrengstindicator bepaald. Deze geeft een cijfermatige aanduiding van de mogelijke opbrengst van het compartiment, maar ook van het bijhorende risico, berekend in de uitdrukkingsmunt van het compartiment. De indicator wordt geformuleerd als een cijfer tussen 1 en 7. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger de mogelijke opbrengst, maar ook hoe moeilijker voorspelbaar dit rendement. Ook verliezen zijn mogelijk. Het laagste cijfer betekent niet dat de belegging volledig risicoloos is. Wel wijst het erop dat, vergeleken met hogere cijfers, dit product normaal een lager, maar eveneens beter voorspelbaar rendement zal bieden. De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt geregeld geëvalueerd en kan dus verlaagd of verhoogd worden op basis van gegevens uit het verleden. Gegevens uit het verleden zijn niet altijd een betrouwbare aanwijzing voor opbrengst en risico in de toekomst.
34
2.2
BALANS
Balansschema
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
27.219.457,98
18.044.610,85
26.746.656,93
17.854.759,71
14.104,23
-4.274,54
198.364,26
7.277.657,77
-38.703,25
-7.291.993,22
308.318,75
214.735,93
-9.282,94
-6.274,80
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
27.219.457,98
18.044.610,85
A.
Kapitaal
25.052.227,22
16.865.854,91
B.
Deelneming in het resultaat
-51.766,41
11.943,86
D.
Resultaat van het boekjaar
2.218.997,17
1.166.812,08
1.022.271,81
562.450,11
TOTAAL NETTO ACTIEF II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
E.
ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming Financiële derivaten j) Op deviezen Termijncontracten (+/-)
F.
IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A. B.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-)
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
VI. Overlopende rekeningen
C. Toe te rekenen kosten (-)
Posten buiten-balanstelling III
Notionele bedragen van de termijncontracten(+)
III.A
Gekochte termijncontracten
35
2.3
RESULTATENREKENING
Resultatenrekening I.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten a) Op obligaties Termijncontracten l) Op financiële indexen Termijncontracten H. Wisselposities en -verrichtingen a) Financiële derivaten Termijncontracten b) Andere wisselposities en verrichtingen
1.694,20 1.898.002,29
1.370.999,87
-580,00 -1.446,86
4.688,11
18.378,77 427.734,14
-4.274,54 -106.651,66
Det.rubriek I winst en verlies op beleggingen
Gerealiseerde winsten op beleggingen Ongerealiseerde winsten op beleggingen Gerealiseerde verliezen op beleggingen Ongerealiseerde verliezen op beleggingen II.
775.121,51 2.121.005,41 -108.433,50 -445.605,08
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
Dividenden Interesten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-)
271,25
A. B.
III.
Andere opbrengsten
B.
Andere
842,49 -452,83
191,00 -270,72 353,53
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-36.363,24
-37.502,23
-153,20
-1.357,70 -49,87
-57.337,74 -21.401,82 -207,00 -1.542,11 -434,44 -6.041,28
-37.225,56 -13.846,97 -1.321,03 -3.596,74 -281,17 -5.007,69
-123.091,17
-99.643,90
2.218.997,17
1.166.812,08
2.218.997,17
1.166.812,08
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
VII. Resultaat van het boekjaar
36
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) II.
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
2.167.230,76
1.178.755,94
2.218.997,17
1.166.812,08
-51.766,41
11.943,86
-2.167.230,76
-1.178.755,94
37
2.4
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
2.4.1
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRIVILEGED PORTFOLIO DYNAMIC
Benaming
Hoeveelheid op 31/12/2014
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie % (in de valuta van het in het bezit compartiment) van de ICB
% Porte feuille
% Nettoactief
NETTOACTIVA EFFECTENPORTEFEUILLE Beleggingsfondsen Gesloten fondsen Genoteerde gesloten beleggingsfondsen België KBC EQUITY FUND AMERICA IS B KAP
494,00
USD
2.217,030
905.097,16
0,14
3,38
3,33
KBC EQUITY FUND EUROPE IS
405,00
EUR
1.453,940
588.845,70
0,12
2,20
2,16
KBC EQUITY FUND FAMILY ENTERPRISES IS B CAP KBC PARTICIPATION LOCAL EMERGING MARKET BONDS KAP IS B
267,00
EUR
1.021,780
272.815,26
0,24
1,02
1,00
713,00
EUR
970,520
691.980,76
0,08
2,59
2,54
KBC BONDS CORPOR USD IS B KAP
294,00
USD
1.033,800
251.177,39
0,07
0,94
0,92
KBC BONDS CORPORATES EURO IS B KAP
979,00
EUR
856,680
838.689,72
0,08
3,13
3,08
1.050,00
EUR
1.067,990
1.121.389,50
0,11
4,19
4,12
KBC BONDS HIGH INTEREST IS B KAP
414,00
EUR
2.073,780
858.544,92
0,05
3,21
3,15
KBC INTEREST FUND EURO MEDIUM IS B_KAP
295,00
EUR
4.164,380
1.228.492,10
0,10
4,59
4,51
KBC RENTA EMURENTA IS B KAP
524,00
EUR
632,690
331.529,56
0,10
1,24
1,22
KBC RENTA EURORENTA IS B KAP
114,00
EUR
2.837,050
323.423,70
0,07
1,21
1,19
1.439,00
EUR
1.216,150
1.750.039,85
0,11
6,54
6,43
CELEST VOLATILITY STRATEGY ANDROMEDA IS B
175,00
EUR
974,600
170.555,00
0,11
0,64
0,63
KBC EQUITY FUND BUYBACK AMERICA IS B KAP
529,00
USD
1.567,360
685.205,93
0,10
2,56
2,52
KBC EQUITY FUND CENTRAL EUROPE IS B KAP
94,00
EUR
979,870
92.107,78
0,25
0,34
0,34
KBC EQUITY FUND EUROZONE IS B KAP
2.455,00
EUR
436,490
1.071.582,95
0,09
4,00
3,94
KBC EQUITY FUND GLOBAL LEADERS IS B KAP
1.940,00
EUR
347,270
673.703,80
0,39
2,52
2,48
1,00
USD
851,510
703,70
0,00
0,00
0,00
1.450,00
EUR
455,780
660.881,00
0,20
2,47
2,43
545,00
EUR
1.226,470
668.426,15
0,10
2,50
2,46
Luxemburg
KBC BONDS EMU SHORTIS B KAP
KBC RENTA STRATEGIC ACCENTS 1 IS B KAP
Open beleggingsfondsen ICBE ingeschreven bij de FSMA België
KBC EQUITY FUND HIGH DIV N-AMERICA KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND NEW MARKETS IS B KAP KBC EQUITY FUND NEW ASIA IS B KAP
541,00
EUR
474,380
256.639,58
0,13
0,96
0,94
1.285,00
EUR
630,890
810.693,65
0,30
3,03
2,98
KBC EQUITY FUND QUANT EMU IS B KAP
1.591,00
EUR
674,140
1.072.556,74
0,16
4,01
3,94
KBC EQUITY FUND SATELLITES IS B KAP
546,00
EUR
1.234,160
673.851,36
0,14
2,52
2,48
KBC EQUITY FUND STRATEGIC CYCLICALS IS KAP
3.184,00
EUR
794,010
2.528.127,84
0,15
9,50
9,29
KBC EQUITY FUND STRATEGIC FINANCE IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC NON CYCLICALS IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC TEL & TECHNOLOGY IS B KAP KBC EQUITY FUND TECHNOLOGY IS B KAP
4.343,00
EUR
405,600
1.761.520,80
0,15
6,58
6,47
3.411,00
EUR
332,650
1.134.669,15
0,15
4,24
4,17
5.701,00
EUR
150,540
858.228,54
0,15
3,21
3,15
3.980,00
USD
208,460
685.650,01
0,46
2,56
2,52
KBC EQUITY FUND TURKEY IS B KAP
158,00
TRY
1.504,420
84.027,98
0,12
0,31
0,31
KBC EQUITY FUND US SMALL CAPS IS B KAP
263,00
USD
1.510,820
328.371,27
0,14
1,23
1,21
KBC MULTI INTEREST CURRENCIES IS KAP
650,00
EUR
1.001,330
650.864,50
0,14
2,43
2,39
38
KBC PARTICIPATION COMMODITIES IS B KBC PARTICIPATION SRI CORPORATE BONDS IS B KAP PRIVILEGED PORTFOLIO REAL ESTATE IS B KAP
250,00
EUR
751,260
187.815,00
0,14
0,70
0,69
674,00
EUR
1.242,190
837.236,06
0,08
3,13
3,08
1.041,00
EUR
506,160
526.912,56
0,14
1,97
1,94
1.278,00
EUR
266,880
341.072,64
0,25
1,28
1,25
137,23
EUR
5.998,800
823.227,32 26.746.656,93
0,71
3,08 99,95
3,02 98,26
ICB ingeschreven bij de FSMA België KBC MULTI TRACK GERMANY KAP
Luxemburg KBC INTEREST FUND CASH EURO KAP
Totaal beleggingsfondsen Termijncontracten
EUR
14.104,23
TOTAAL EFFECTENPORTEFEUILLE
26.760.761,16
0,05
100,00
98,32
LIQUIDE MIDDELEN Zichtrekeningen België KBC GROUP AUD
2.248,85
AUD
1,000
1.520,88
0,01
KBC GROUP CAD
2.702,96
CAD
1,000
1.928,55
0,01
KBC GROUP CZK
852,60
CZK
1,000
30,76
KBC GROUP DKK
2.173,50
DKK
1,000
291,89
0,00
254.962,87
EUR
1,000
254.962,87
0,94
KBC GROUP GBP
155,14
GBP
1,000
199,91
0,00
KBC GROUP HUF
6.665,07
HUF
1,000
21,11
KBC GROUP JPY
7.644,00
JPY
1,000
52,69
KBC GROUP NOK
4.579,30
NOK
1,000
504,75
0,00
KBC GROUP PLN
7.641,71
PLN
1,000
1.777,93
0,01
KBC GROUP SEK
3.083,98
SEK
1,000
325,57
0,00
KBC GROUP TRY
322,91
TRY
1,000
114,15
KBC GROUP USD
10.503,43
USD
1,000
8.680,16 270.411,22
0,03 0,99
KBC GROUP EURO FUT REK
23.079,35
EUR
1,000
23.079,35
0,09
KBC GROUP USD FUT REK
17.942,84
USD
1,000
14.828,18 37.907,53
0,05 0,14
308.318,75
1,13
KBC GROUP EURO
Totaal zichtrekeningen Beheerde futuresrekeningen België
Totaal beheerde futurerekeningen
TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN Vorderingen België KBC GROUP EUR TE ONTVANGEN
198.364,26
EUR
1,000
198.364,26 198.364,26
0,73 0,73
-38.703,25
EUR
1,000
-38.703,25 -38.703,25
-0,14 -0,14
159.661,01
0,59
Totaal vorderingen Schulden België KBC GROUP EUR TE BETALEN
Totaal schulden
TOTAAL VORDERINGEN EN SCHULDEN
39
ANDERE Te betalen kosten
TOTAAL ANDERE TOTAAL VAN DE NETTOACTIVA
EUR
-9.282,94
-0,03
-9.282,94
-0,03
27.219.457,98
100,00
40
Geografische spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Ver.Arab.Emir. Argentinië Australië Oostenrijk België Bahrein Bermuda Brazilië Centr.Amerika Canada Zwitserland Chili China Ivoorkust Colombië Tsjechië Kaaimaneilanden Duitsland Denemarken Egypte Spanje Finland Frankrijk Gabon V.K. Griekenland Hong Kong Hongarije Indië Indonesië Ierland Ijsland Israël Italië Jersey Kanaaleilanden Japan Kazakhstan Zuid-Korea Kroatië Luxemburg Mexico Maleisië Nigeria Nederland Noorwegen Nieuw Zeeland Oekraïne Panama Peru Filipijnen Papua N.Guin. Polen
30/06/2013 0,16 0,00 1,30 1,37 3,79 0,00 0,19 0,70 0,38 1,28 1,77 0,07 0,99 0,00 0,17 0,10 0,25 9,31 0,40 0,00 4,43 0,41 10,57 0,00 4,91 0,04 0,78 0,14 0,37 0,28 3,05 0,00 0,22 6,33 0,31 3,72 0,00 1,62 0,01 1,34 0,81 0,69 0,00 5,63 0,88 0,03 0,00 0,00 0,17 0,21 0,01 0,69
31/12/2013 0,27 0,02 1,07 0,68 4,49 0,01 0,22 0,61 0,00 1,47 1,77 0,06 1,05 0,00 0,20 0,03 0,38 10,68 0,43 0,01 5,34 0,62 12,65 0,00 4,91 0,05 0,76 0,17 0,32 0,23 3,88 0,01 0,06 7,10 0,17 3,08 0,01 1,44 0,03 1,22 0,70 0,56 0,01 5,84 0,37 0,01 0,04 0,02 0,16 0,23 0,01 0,52
30/06/2014 0,77 0,02 1,76 1,36 6,68 0,01 0,13 0,73 0,00 1,48 1,30 0,04 1,17 0,00 0,25 0,09 0,32 9,31 0,55 0,01 5,21 0,91 12,05 0,05 4,80 0,05 0,71 0,23 0,48 0,33 1,42 0,01 0,10 6,56 0,18 2,77 0,00 1,68 0,04 1,86 0,93 0,87 0,00 5,60 0,26 0,01 0,05 0,02 0,20 0,19 0,01 1,51
31/12/2014 0,09 0,00 1,37 0,57 3,19 0,00 0,14 0,37 0,00 2,13 1,22 0,02 1,82 0,01 0,18 0,07 0,33 10,69 0,36 0,00 4,61 0,82 11,04 0,02 5,16 0,10 0,79 0,31 0,76 0,26 2,21 0,00 0,10 4,44 0,23 2,50 0,00 1,79 0,00 2,21 0,89 1,16 0,00 4,90 0,54 0,15 0,00 0,00 0,00 0,36 0,02 0,84
41
Portugal Roemenië Rusland Saoedi Arabië Singapore Slovenie Int.Org. Slovakije Zweden Thailand Turkije Taiwan V.S.A. Venezuela Brit.Virgin Buiten grondgebied BLEU(EX.EUINSTEL) Instel.EU buiten grondgebied BLEU Zuid-Afrika Totaal
0,17 0,06 0,21 0,00 0,17 0,00 0,03 0,12 1,36 0,63 0,35 0,70 25,32 0,00 0,00
0,17 0,05 0,44 0,01 0,18 0,06 0,02 0,03 0,94 0,46 0,31 0,91 21,67 0,09 0,00
0,26 0,09 0,27 0,02 0,19 0,04 0,00 0,06 0,77 0,32 0,47 0,86 20,76 0,11 0,01
0,24 0,35 0,07 0,03 0,15 0,01 0,00 0,04 0,62 0,53 0,83 1,19 26,04 0,00 0,01
0,08
0,04
0,06
0,09
0,46 0,46 100,00
0,36 0,29 100,00
0,42 0,22 100,00
0,48 0,55 100,00
30/06/2014 14,88 10,26 4,72 4,74 26,20 7,68 2,63 2,28 3,26 22,98 0,04 0,33 100,00
31/12/2014 15,64 12,50 6,94 5,98 23,25 10,63 3,61 2,38 3,44 15,61 0,00 0,02 100,00
Sectorale spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Cyclische Sectoren Consumenten(Cyclisch) Consumenten(Niet cyclisch) Farma Financiële sectoren Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven Vastgoed Overheid Beleggingsfondsen Diversen Totaal
30/06/2013 12,31 10,15 8,41 6,25 22,10 5,49 2,94 3,80 2,55 25,85 0,03 0,12 100,00
31/12/2013 13,28 10,51 6,19 6,53 25,03 7,29 3,36 2,00 2,43 23,01 0,08 0,29 100,00
42
Muntspreiding (in % van de nettoactiva)
AUD BRL CAD CHF CLP CNH CNY COP CZK DKK EUR GBP HKD HUF IDR ILS INR JPY KRW MXN MYR NGN NOK NZD PEN PHP PLN RON RUB SEK SGD SKK THB TRY TWD USD ZAR Totaal
30/06/2013 1,07 0,91 1,55 1,47 0,01 0,00 0,13 0,21 0,10 0,34 47,14 3,59 1,77 0,15 0,42 0,23 0,34 2,84 1,55 0,94 0,70 0,03 0,88 0,03 0,16 0,22 0,59 0,04 0,33 0,91 0,17 0,01 0,64 0,47 0,72 28,74 0,60 100,00
31/12/2013 0,65 0,64 1,44 1,56 0,02 0,00 0,08 0,17 0,02 0,41 52,76 3,77 1,93 0,09 0,24 0,13 0,33 2,32 1,40 0,63 0,55 0,03 0,31 0,01 0,13 0,20 0,48 0,04 0,33 0,56 0,18 0,01 0,47 0,18 0,81 26,81 0,31 100,00
30/06/2014 0,89 0,83 1,62 1,08 0,01 0,00 0,08 0,28 0,16 0,27 49,85 3,33 1,90 1,07 0,31 0,04 0,54 1,88 1,55 0,79 0,83 0,02 0,99 0,44 0,18 0,20 1,48 0,09 0,10 0,32 0,17 0,01 0,31 0,42 0,78 26,88 0,30 100,00
31/12/2014 0,63 0,43 2,03 1,07 0,00 0,08 0,39 0,19 0,16 0,26 44,02 4,20 2,67 0,36 0,46 0,21 1,00 2,41 1,69 0,82 1,17 0,00 0,63 0,15 0,00 0,33 0,86 0,34 0,08 0,34 0,15 0,01 0,52 0,94 1,14 29,56 0,70 100,00
43
2.4.2
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN HET COMPARTIMENT PRIVILEGED PORTFOLIO DYNAMIC (IN DE VALUTA VAN HET COMPARTIMENT) 1
ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
halfjaar 9.807.137,28 7.313.720,94 17.120.858,22 6.361.166,31 3.081.255,92 9.442.422,23 18.913.943,66
2
de
40,60 %
1
ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale gecorrigeerde activa Gecorrigeerde Omloopsnelheid
halfjaar 9.807.137,28 7.313.720,94 17.120.858,22 6.361.166,31 3.081.255,92 9.442.422,23 17.352.789,87 44,25 %
2
de
halfjaar 12.257.930,75 7.492.902,07 19.750.832,82 5.587.273,15 1.859.567,17 7.446.840,32 23.676.988,42
Jaar 22.065.068,04 14.806.623,01 36.871.691,04 11.948.439,46 4.940.823,09 16.889.262,55 21.344.875,22
51,97 %
93,62 %
halfjaar 12.257.930,75 7.492.902,07 19.750.832,82 5.587.273,15 1.859.567,17 7.446.840,32 23.043.342,08
Jaar 22.065.068,04 14.806.623,01 36.871.691,04 11.948.439,46 4.940.823,09 16.889.262,55 20.690.670,13
53,40 %
96,58 %
De tabel hierboven toont het kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief aan het begin en het einde van de periode. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. Een actief beheer van het vermogen kan resulteren in hoge omloopsnelheidpercentages (maandelijks percentage > 50%). De gedetailleerde lijst van de transacties kan gratis worden ingekeken op de zetel van de Bevek of het Fonds, Havenlaan 2, 1080 Brussel.
2.4.3
BEDRAG VAN DE VERPLICHTINGEN INZAKE FINANCIËLE DERIVATENPOSITIES
In effecten KBC AK-VK USD-EUR 150128-141224 1.227262
Valuta
In valuta
USD
1.237.000,00
In valuta van het compartiment 1.022.271,81
Lotsize n.v.t
Verrichtingsdatum 22.12.2014
44
2.4.4
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INSCHRIJVINGEN, TERUGBETALINGEN EN VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Periode Jaar
Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop Inschrijvingen Kap.
Einde periode
Terugbetalingen
Dis.
Kap.
Dis.
Kap.
Dis.
Totaal
2012 - 12
5.798,94
2013 - 12
30.165,19
7.097,80
63.361,33
63.361,33
2014 - 12
38.703,37
15.610,58
86.454,12
86.454,12
40.293,95
40.293,95
Bedragen ontvangen en betaald door de ICB (in de valuta van het compartiment)
Periode Jaar
9.922,45
Inschrijvingen Kapitalisatie
Terugbetalingen Distributie
Kapitalisatie
1.505.830,11
2.437.083,05
2013 - 12
8.294.873,05
1.927.977,28
2014 - 12
11.528.275,91
4.572.425,95
2012 - 12
Periode Jaar
Distributie
Netto-inventariswaarde Einde periode (in de valuta van het compartiment) van één recht van deelneming
van het compartiment
Kapitalisatie
2012 - 12
10.510.903,00
260,86
2013 - 12
18.007.092,16
284,65
2014 - 12
27.219.457,98
314,84
Distributie
45
2.4.5
RENDEMENTSCIJFERS
1 Jaar Kap Div
ISIN code
Munt
KAP
BE0945925783
EUR
3 Jaar*
5 Jaar*
10 Jaar*
Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench klassen mark klassen mark klassen mark klassen mark 10.61%
9.93%
7.30%
Sinds start* Startdatum
Aandelen klassen
03/03/2006
2.65%
* De rendementscijfers zijn op jaarbasis. Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst.
Het staafdiagram geeft de performance weer van volledige boekjaren. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. Berekend in EUR. Het rendement wordt berekend als de wijziging van de inventariswaarde tussen twee tijdstippen uitgedrukt in procent. Berekeningsmethode voor datum D waarbij NIW staat voor inventariswaarde: Kapitalisatie deelbewijzen (KAP) Return op datum D over een periode van X jaar: [NIW(D) / NIW(Y)] ^ [1 / X] - 1 met Y = D-X Return op datum D sinds de startdatum S van het deelbewijs: [NIW(D) / NIW(S)] ^ [1 / F] - 1 met F = 1 indien het deelbewijs minder dan één jaar bestaat op datum D met F = (D-S) / 365.25 indien het deelbewijs langer dan één jaar bestaat op datum D Indien de periode tussen de twee tijdstippen groter is dan één jaar, dan wordt de gewone rendementsberekening omgezet in een rendement op jaarbasis door de n-de machtswortel te nemen van 1 plus het totale rendement van het deelbewijs. De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en terugkopen van de rechten van deelneming. Het gaat om de rendementscijfers van kapitalisatie rechten van deelneming.
46
2.4.6
KOSTEN
Lopende kosten: * Kapitalisatie: 1.971% * Zijn niet opgenomen in de vermelde kosten: instap- en uitstapkosten, prestatiegebonden vergoedingen, transactiekosten betaald in het kader van de verwerving of vervreemding van activa, betaalde rente, betalingen met het oog op zekerheidsstelling in het kader van afgeleide financiële instrumenten en vergoedingen inzake Commission Sharing Agreements of geIijkaardige vergoedingen ontvangen door de beheervennootschap of enige hiermee verbonden persoon. Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Het beheerloon bedraagt 3.833,15 EUR. Bijkomend werd er een vergoeding van 53.504,59 EUR aangerekend met betrekking tot provisies en kosten voor de toewijzing van de activa.
BESTAAN VAN COMMISSION SHARING AGREEMENTS Niet van toepassing.
BESTAAN VAN FEE SHARING AGREEMENTS EN REBATES: De beheervennootschap kan haar vergoeding delen met de Distributeur, institutionele en/of professionele partijen. In principe gaat het om 35% tot 60% indien de distributeur een entiteit is van KBC Groep NV en om 35% tot 70% indien de distributeur geen entiteit is van KBC Groep NV, doch in een beperkt aantal gevallen bedraagt de vergoeding van de distributeur minder dan 35%. De belegger zal, op verzoek, meer informatie kunnen bekomen inzake deze gevallen. Indien de beheervennootschap de activa van de instelling voor collectieve belegging belegt in rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging die niet worden beheerd door een entiteit van KBC Groep NV en de beheervennootschap ontvangt hiervoor een vergoeding, zal de beheervennootschap deze vergoeding betalen aan de instelling voor collectieve belegging. Fee sharing heeft geen invloed op de hoogte van de beheercommissie die het compartiment betaalt aan de beheervennootschap. Deze beheercommissie is onderworpen aan de beperkingen bepaald in de statuten. Deze beperkingen kunnen enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de algemene vergadering. De beheervennootschap heeft een distributieovereenkomst afgesloten met de Distributeur om een ruimere verspreiding van de rechten van deelneming van het compartiment mogelijk te maken, door gebruik te maken van meerdere distributiekanalen. Het is in het belang van de deelnemers, van het compartiment en van de Distributeur dat een zo groot mogelijk aantal rechten van deelneming wordt verkocht, en dat de activa van het compartiment dus zo hoog mogelijk zijn. In dit opzicht is er dus geen sprake van tegenstrijdige belangen.
2.4.7
TOELICHTING BIJ DE FINANCIËLE STATEN EN ANDERE GEGEVENS
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille: 1.05% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, er wordt geen beheersprovisie aangerekend op de activa die belegd zijn in instellingen voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Bijkomend: provisies en kosten voor de toewijzing van de activa: 0.25% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. De vergoeding voor administratief agent is betaalbaar op het einde van elk maand en is berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. Vergoeding van de commissaris: 1786 EUR per jaar. Deze vergoeding is exclusief BTW en kan jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de beslissing van de algemene vergadering. Het bewaarloon is berekend op de waarde van de stukken die de bewaarder in depot heeft op de laatste bankwerkdag van het voorafgaande kalenderjaar, behalve op de activa die belegd zijn in instelling voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Het bewaarloon wordt betaald in het begin van het kalenderjaar.
47
Uitoefenen van stemrechten: Indien nodig, relevant en in het belang van de aandeelhouders zal de beheervennootschap de stemrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de aandelen in de portefeuille van de Bevek. De beheervennootschap hanteert de volgende criteria bij het bepalen van haar houding m.b.t. de agendapunten die ter stemming worden voorgelegd: De waarde voor de aandeelhouders mag niet negatief beïnvloed worden. De regels inzake corporate governance, inzonderheid deze met betrekking tot de rechten van de minderheidsaandeelhouders, moeten gerespecteerd worden. Er moet aan de minimumnormen inzake duurzaam en maatschappelijk ondernemen voldaan worden. De lijst van ondernemingen waarvoor het stemrecht werd uitgeoefend, is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de Bevek.
Effect KBC Equity Fund-America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Family Enterprises-Institutional B Shares KBC Participation-Local Emerging Market Bonds-Institutional B Shares KBC Bonds-Corporates USD-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-Corporates Euro-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-EMU Short KBC Bonds-High Interest-Institutional B Shares capitalisation KBC Interest fund-EURO MEDIUM-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Emurenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Eurorenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Strategic Accents 1-Institutional B Shares Capitalisation Celest-Volatility Strategy - Andromeda-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Buyback America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Central Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Global Leaders-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend North America-Classic Shares KBC Equity Fund-High Dividend Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend New Markets-Institutional B Shares KBC Equity Fund-New Asia-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Quant EMU-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Satellites-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Finance-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Non Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Telecom & Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Turkey-Institutional B Shares KBC Equity Fund-US Small Caps-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Currencies-Institutional B Shares KBC Participation-Commodities-Institutional B Shares KBC Participation-SRI Corporate Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Real Estate-Institutional B Shares KBC Multi Track-Germany-Classic Shares KBC Interest fund-CASH EURO-Capitalisation Privileged Portfolio-Dynamic
Maximale beheerloon 1,50 1,50 1,60 1,20 1,10 1,10 0,40 1,10 0,50 1,10 1,10 1,10 1,50 1,50 1,60 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 0,50 1,10 1,25 0,93 0,70 0,50 1,05
48
Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2014
INHOUDSOPGAVE 2.
Informatie over Privileged Portfolio Pro 95 November 2.1. Beheerverslag 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs 2.1.2. Beursnotering 2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.1.4. Financieel portefeuillebeheer 2.1.5. Distributeurs 2.1.6. Index en benchmark 2.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.1.8. Toekomstig beleid 2.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator (SRRI) 2.2. Balans 2.3. Resultatenrekening 2.4. Samenstelling van de activa en kerncijfers 2.4.1. Samenstelling van de activa 2.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa 2.4.3. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en inventariswaarde 2.4.5. Rendementscijfers 2.4.6. Kosten 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
van
de
netto-
49
50
2
INFORMATIE OVER PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 95 NOVEMBER
2.1
BEHEERVERSLAG
2.1.1
LANCERINGSDATUM EN INSCHRIJVINGSPRIJS
Lanceringsdatum: 2 november 2006 Initiële inschrijvingsprijs: 250 EUR Uitdrukkingsmunt: EUR
2.1.2
BEURSNOTERING
Niet van toepassing.
2.1.3
DOEL EN KRACHTLIJNEN VAN HET BELEGGINGSBELEID
DOEL VAN HET COMPARTIMENT : Het voornaamste doel van het compartiment bestaat erin de houders van rechten van deelneming een zo hoog mogelijk rendement te bieden d.m.v. rechtstreekse of onrechtstreekse beleggingen in verhandelbare effecten. Dit komt tot uiting in een streven naar meerwaarden en inkomsten. Het compartiment stelt zich bovendien tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden.
BELEGGINGSBELEID VAN HET COMPARTIMENT : CATEGORIEËN VAN TOEGELATEN ACTIVA: De beleggingen van het compartiment kunnen bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, deposito’s, financiële derivaten, liquide middelen en alle andere instrumenten voor zover en in de mate dit toegelaten is door de toepasselijke regelgeving en kadert binnen het vermelde doel.
GRENZEN VAN HET BELEGGINGSBELEID: Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de door de regelgeving gestelde grenzen. Het compartiment mag ontleningen aangaan tot 10% van haar netto-activa, voor zover het gaat om kortlopende ontleningen met het doel tijdelijke liquiditeitsproblemen op te lossen.
TOEGELATEN DERIVATENTRANSACTIES: Derivaten kunnen zowel gebruikt worden om de beleggingsdoelstellingen te realiseren als om risico’s in te dekken. Er kan met al dan niet genoteerde derivaten worden gewerkt: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps m.b.t. effecten, indexen, munten of rente of om andere transacties met derivaten. Niet genoteerde derivatentransacties worden enkel afgesloten met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties. Het compartiment streeft ernaar om, binnen de toepasselijke regelgeving en het beheerreglement, steeds de meest doelgerichte transacties af te sluiten. Alle kosten verbonden aan de transacties zijn ten laste van het compartiment en alle opbrengsten komen toe aan het compartiment. Als er door de transacties een risico ontstaat op de tegenpartij, kan dat risico worden ingeperkt door gebruik te maken van een margebeheersysteem dat verzekert dat het compartiment de begunstigde is van een zekerheid onder de vorm van contanten of investment grade obligaties. Bij het bepalen van de waarde van de obligaties wordt een marge toegepast die varieert in functie van de resterende looptijd en de uitdrukkingsmunt van de betreffende obligatie. De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten. De ICB kan contracten afsluiten die betrekking hebben op een kredietrisico op emittenten van schuldinstrumenten. Het kredietrisico is het risico dat de emittent van het schuldinstrument in gebreke blijft. Dit kredietrisico heeft betrekking op partijen waarvan de kredietwaardigheid op het moment van het sluiten van het contract evenwaardig is aan die van de emittenten van wie de ICB rechtstreeks schuldinstrumenten aanhoudt. Derivaten kunnen ook worden gebruikt om de activa van het compartiment in te dekken tegen open wisselkoersrisico’s ten opzichte van de uitdrukkingsmunt.
51
Een eventueel gebruik van kredietderivaten kan enkel ter uitvoering van de beleggingsdoelstellingen en binnen het bestaande risicoprofiel, zonder dat dit een verschuiving impliceert naar minder kredietwaardige debiteuren. Bijgevolg verhoogt het kredietrisico niet. In zoverre er met derivaten wordt gewerkt, gaat het om vlot verhandelbare en liquide instrumenten. Bijgevolg heeft het gebruik van derivaten geen invloed op het liquiditeitsrisico. Het gebruik van derivaten verandert ook niets aan de spreiding van de portefeuille over regio’s, sectoren of thema’s. Bijgevolg heeft het geen invloed op het concentratierisico. Derivaten worden niet gebruikt om een gehele of gedeeltelijke kapitaalbescherming te waarborgen. Ze verhogen noch verminderen het kapitaalrisico. Het gebruik van derivaten heeft ook geen invloed op het afwikkelingsrisico, het bewaarnemingsrisico, het flexibiliteitsrisico, het inflatierisico of het risico afhankelijk van externe factoren.
BEPAALDE STRATEGIE: Het rendement is afhankelijk van de marktevolutie. Het compartiment stelt zich tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden. De bodemgrens heeft een geldigheidsduur van 1 jaar en is steeds gelijk aan 95% van de inventariswaarde op de laatste bankwerkdag van de voorgaande maand oktober (de bodemgrens voor het eerste jaar wordt vastgesteld op basis van de initiële inventariswaarde). Deze doelstelling vormt evenwel geen garantie: noch voor wat betreft het rendement; noch voor wat betreft de terugkoopprijs, die minder kan bedragen dan de bodemgrens, zoals hierboven bepaald. Het compartiment biedt geen kapitaalbescherming of kapitaalgarantie, noch een gegarandeerd rendement. Telkens na vastlegging van de bodemgrens wordt hoofdzakelijk belegd in obligaties (en/of obligatieICB’s) en/of geldmarktinstrumenten. Bij een daling van de inventariswaarde in de richting van de bodemgrens zal de beheerder ingrijpen door de beleggingen in meer risicovolle activa (vb. aandelen en/of aandelen-ICB’s) te vervangen door beleggingen in minder risicovolle activa (vb. obligaties, obligatie-ICB’s en/of geldmarktinstrumenten). Indien de inventariswaarde de bodemgrens raakt, zal de beheerder volledig omschakelen naar beleggingen in geldmarktinstrumenten. Omgekeerd zal de beheerder bij een stijging van de inventariswaarde weg van de bodemgrens ingrijpen door de spreidingen van de activa opnieuw en gradueel aan te passen, teneinde, bij voldoende sterke toename van de inventariswaarde, opnieuw de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Bij gunstige marktontwikkelingen en voor zover de inventariswaarde voldoende hoog is ten opzichte van de bodemgrens, en zolang deze voorwaarden vervuld zijn, kan het compartiment tijdelijk afwijken van de spreiding bij vastlegging van de bodemgrens, door de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Hierdoor zal het percentage meer risicovolle activa stijgen ten opzichte van het percentage dat was bepaald bij vastlegging van de bodemgrens. Dit gebeurt op weloverwogen manier die ondermeer functie is van de historische volatiliteit op de markten (die voldoende laag moet zijn alvorens risicovolle activa verder te kunnen opbouwen). Hierdoor kan tijdelijk en eerder uitzonderlijk, bij zeer gunstige marktomstandigheden, hoofdzakelijk belegd worden in aandelen en hiermee samenhangende financiële instrumenten, met als doelstelling om, naast de bewaking van de bodemgrens, ook een zo hoog mogelijk rendement te realiseren.
KENMERKEN VAN DE OBLIGATIES EN SCHULDINSTRUMENTEN: De activa worden gedeeltelijk belegd in obligaties en schuldbewijzen, zowel uitgegeven door bedrijven als door overheidsinstanties. Het compartiment belegt rechtstreeks en/of onrechtstreeks minimaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa in effecten die een investment grade (minimaal BBB-/Baa3 lange termijn, A3/F3/P3 korte termijn) rating hebben van minstens 1 van volgende ratingagentschappen: o Moody’s (Moody’s Investors Service); o S&P (Standard & Poor’s, a Division of the McGraw-Hill Companies); o Fitch (Fitch Ratings), en/of in geldmarktinstrumenten waarvan de emittent over een investment grade rating van 1 van bovenstaande agentschappen beschikt. Daarnaast kan het compartiment tot maximaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa beleggen in effecten die over een lagere rating beschikken (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent over een lagere rating beschikt) en/of in effecten waarvoor geen kredietrating van één van boven genoemde agentschappen beschikbaar is (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent niet over een rating van één van boven genoemde agentschappen beschikt). Bij de selectie van de obligaties en schuldinstrumenten worden alle looptijden in aanmerking genomen.
52
VOORNAMELIJKE BELEGGING IN ANDERE ACTIVA DAN EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN. Het compartiment zal voornamelijk beleggen in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
UITLENING VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN: Het compartiment mag financiële instrumenten uitlenen binnen de beperkingen bepaald door de toepasselijke regelgeving. Het uitlenen gebeurt in het kader van een effectenleningensysteem beheerd door hetzij een ‘principaal’, hetzij een ‘agent’. In het eerste geval heeft het compartiment enkel een relatie met de principaal van het effectenleningensysteem die als tegenpartij optreedt en aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met enerzijds de agent (als beheerder van het systeem) en anderzijds één of meerdere tegenpartijen aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De agent zelf treedt op als tussenpersoon tussen het compartiment en de tegenpartij(en). De effectenleningen hebben geen wijziging van het risicoprofiel van het compartiment tot gevolg aangezien: De keuze van zowel principaal, agent als elke tegenpartij aan strenge selectiecriteria is onderworpen. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten op elk ogenblik kan gevraagd worden. Zo is gewaarborgd dat de effectenleningen het beheer van de activa van het compartiment niet beïnvloeden. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten wordt gegarandeerd door de principaal, respectievelijk de agent. Via een margebeheersysteem wordt steeds verzekerd dat het compartiment de begunstigde is van een financiële zekerheid onder de vorm van contanten of andere welbepaalde categorieën effecten met een laag risicoprofiel, zoals overheidsobligaties, dit voor het geval de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, geen gelijkwaardige effecten zou teruggeven. De reële waarde van de zekerheid onder de vorm van effecten met een laag risicoprofiel overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten met 5%. Daarenboven wordt bij het bepalen van de waarde van de als zekerheid verstrekte effecten met een laag risicoprofiel een marge van 3% toegepast die moet vermijden dat een negatieve koersevolutie tot gevolg zou kunnen hebben dat de reële waarde van de effecten met een laag risicoprofiel niet meer de reële waarde van de uitgeleende effecten overtreft. De waarde van de zekerheid onder de vorm van contanten overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten. Indien het compartiment een financiële zekerheid ontvangt onder de vorm van contanten kan het deze contanten herinvesteren in deposito’s bij kredietinstellingen die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen, mits de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de EER gevestigd is, of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gevestigd is, mits deze instelling onderworpen is aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Europees recht zijn vastgesteld. kortetermijngeldmarktfondsen zoals beschreven in de ESMA-richtsnoeren CESR/10049 van 19 mei 2010 betreffende een gemeenschappelijke definitie van Europese geldmarktfondsen. overheidsobligaties in dezelfde munteenheid als de ontvangen contanten en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot effectenleningen door bepaalde instellingen voor collectieve belegging. Deze herinvestering kan tot gevolg hebben dat het compartiment met betrekking tot de financiële zekerheid niet langer een kredietrisico loopt t.o.v. de financiële instelling waar de contantenrekening wordt aangehouden maar wel bijvoorbeeld t.o.v. de emittent(en) van het (de) schuldinstrument(en). De beheervennootschap kan de uitvoering van het herinvesteringsbeleid delegeren aan een derde, met inbegrip van de agent die het effectenleningensysteem beheert.
53
Het uitlenen van effecten stelt het compartiment in de mogelijkheid een bijkomende opbrengst te behalen. Deze opbrengst kan bestaan uit enerzijds een vergoeding die de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, betaalt en anderzijds inkomsten uit herinvestering. Van deze opbrengst worden directe en indirecte kosten afgehouden. Deze kosten worden forfaitair bepaald op 35% van de ontvangen vergoeding en bestaan uit de kosten voor de clearing services van KBC Bank, de kosten van de beheervennootschap voor het opzetten en opvolgen van het systeem voor uitlenen van effecten, de kosten voor het margebeheer, de kosten verbonden aan cash- en effectenrekeningen en -verkeer, de vergoeding voor het eventuele beheer van herinvesteringen en, indien gewerkt wordt via een agent, de vergoeding betaald aan de agent De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten.
ALGEMENE STRATEGIE TER DEKKING VAN HET WISSELRISICO: Om zijn activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen en binnen de beperkingen die uiteengezet worden in het beheerreglement, kan het compartiment transacties verrichten die betrekking hebben op de verkoop van termijnovereenkomsten op deviezen, evenals de verkoop van callopties of de aankoop van putopties op valuta’s. De hier beoogde transacties mogen enkel betrekking hebben op contracten die verhandeld worden op een gereglementeerde markt die regelmatig werkt, erkend is en opengesteld is voor het publiek, of verhandeld worden met een erkende financiële instelling van eerste rang die gespecialiseerd is in dit type van transacties en die actief is op de 'over the counter' (OTC)-markt voor opties. Met dezelfde doelstelling kan het compartiment ook valuta’s verkopen op termijn of uitwisselen in het kader van onderhandse transacties met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties.
SOCIALE, ETHISCHE EN MILIEUASPECTEN: Er mag niet belegd worden in financiële instrumenten uitgegeven door producenten van controversiële wapens, waarvan de voorbije vijf decennia bij internationale consensus is vastgesteld dat het gebruik ervan onevenredig veel menselijk leed veroorzaakt aan de burgerbevolking. Het betreft de producenten van antipersoonsmijnen, clusterbommen en -munitie en wapens met verarmd uranium. Er mogen daarnaast sinds 31.3.2014 geen nieuwe beleggingen gebeuren in financiële instrumenten uitgegeven door ondernemingen zonder anti-corruptie beleid die bovendien in de afgelopen twee jaar een negatieve evaluatie kregen bij een diepgaande screening op de aanwezigheid van corruptie. De onderneming heeft geen anti-corruptie beleid als niet kan worden aangetoond dat de onderneming een aanvaardbaar beleid heeft aangaande de bestrijding van corruptie. Een aanvaardbaar beleid dient publiek gemaakt te worden en houdt minstens in dat omkoping niet gedoogd wordt, en dat de wet dienaangaande wordt nageleefd. De screening zal gebeuren op basis van een algemeen aanvaarde en onafhankelijke ‘Sociale, ethische en milieuaspecten’ database. Op deze wijze wordt niet alleen een louter financiële realiteit weergegeven, maar ook een sociale realiteit van de sector of regio. Voor de eventuele toepassing van de Europese en Belgische fiscale bepalingen wordt verwezen naar het prospectus onder 'Informatie betreffende het gemeenschappelijk beleggingsfonds Belastingstelsel' .
2.1.4
FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER
Het intellectueel beheer (inclusief de toewijziging van de activa), wordt door de beheervennootschap gedelegeerd aan KBC Fund Management Limited, Joshua Dawson House, Dawson Street, Dublin 2, IRELAND.
2.1.5
DISTRIBUTEURS
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
2.1.6
INDEX EN BENCHMARK
Zie ‘Beleggingsbeleid van het compartiment’.
54
2.1.7
TIJDENS HET BOEKJAAR GEVOERD BELEID
De investeringsdoelstelling van elk subfonds is om het hoogst mogelijk rendement te genereren en tegelijk ernaar te streven de netto inventariswaarde boven de bodemgrens te houden. Als dusdanig is er een dynamische allocatie tussen meer risicovolle investeringen en minder risicovolle investeringen zoals bepaald door een mathematisch model. Twijfels over de duurzaamheid van het economische herstel blijven het beleggingsklimaat beheersen. Maar in de zomermaanden begon de stemming positiever te worden. Europa schudde de recessie van zich af en de eurocrisis loste haar wurggreep. Japan doorbrak de negatieve deflatiespiraal. De VS waren niet van de zo gevreesde “fiscal cliff” gevallen. In december wisten de Democraten en de Republikeinen de patstelling rond het begrotingsbeleid verrassend te doorbreken. Voor de Amerikaanse centrale bank was dat het signaal dat de economie sterk genoeg was geworden om geleidelijk van het monetair infuus afgekoppeld te worden. Op de laatste bankwerkdag van november kende het fonds zijn jaarlijkse reset van de bodemgrens.
2.1.8
TOEKOMSTIG BELEID
Het toekomstige investeringsbeleid en participatieniveau in risicovolle investeringen zal bepaald worden door het dynamisch portefeuille-algoritme terwijl ernaar te streven dat de bodemgrens wordt beschermd.
2.1.9
SYNTHETISCHE RISICO- EN OPBRENGSTINDICATOR
4 op een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). De waarde van een recht van deelneming kan stijgen of dalen en de belegger kan minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd. Overeenkomstig Verordening 583/2010 is een synthetische risico- en opbrengstindicator bepaald. Deze geeft een cijfermatige aanduiding van de mogelijke opbrengst van het compartiment, maar ook van het bijhorende risico, berekend in de uitdrukkingsmunt van het compartiment. De indicator wordt geformuleerd als een cijfer tussen 1 en 7. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger de mogelijke opbrengst, maar ook hoe moeilijker voorspelbaar dit rendement. Ook verliezen zijn mogelijk. Het laagste cijfer betekent niet dat de belegging volledig risicoloos is. Wel wijst het erop dat, vergeleken met hogere cijfers, dit product normaal een lager, maar eveneens beter voorspelbaar rendement zal bieden. De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt geregeld geëvalueerd en kan dus verlaagd of verhoogd worden op basis van gegevens uit het verleden. Gegevens uit het verleden zijn niet altijd een betrouwbare aanwijzing voor opbrengst en risico in de toekomst.
55
2.2
BALANS
Balansschema TOTAAL NETTO ACTIEF II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming Financiële derivaten j) Op deviezen Termijncontracten (+/-)
E.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
1.549.088.933,49
1.060.630.488,92
3.409.301,32 1.521.892.770,11
1.044.931.231,90
63,54
24,71
8.591.332,89
4.454.809,49
-8.702.591,97
-1.600.748,35 -11.538,16
27.933.442,76
9.886.959,08
-626.083,84
-439.551,07
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
1.549.088.933,49
1.060.630.488,92
A.
Kapitaal
1.479.558.109,20
1.030.203.335,30
B.
Deelneming in het resultaat
3.089.468,97
749.346,40
D.
Resultaat van het boekjaar
66.441.355,32
29.677.807,22
22.977,94
14.514,84
F.
IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A. B.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-) c) Ontleningen (-)
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
VI. Overlopende rekeningen
C. Toe te rekenen kosten (-)
Posten buiten-balanstelling III
Notionele bedragen van de termijncontracten(+)
III.A
Gekochte termijncontracten
56
2.3
RESULTATENREKENING
Resultatenrekening I.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten l) Op financiële indexen Termijncontracten H. Wisselposities en -verrichtingen a) Financiële derivaten Termijncontracten b) Andere wisselposities en verrichtingen
263,16
-420,92 48.826,65
65.066.073,47
50.501.558,26
60.294,34
-393.033,08
38,83 18.092.120,53
24,71 -7.002.889,38
Det.rubriek I winst en verlies op beleggingen
Gerealiseerde winsten op beleggingen Ongerealiseerde winsten op beleggingen Gerealiseerde verliezen op beleggingen Ongerealiseerde verliezen op beleggingen II.
69.632.785,10 25.483.563,61 -17.337.854,49 5.440.296,11
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
Dividenden Interesten a) Effecten en geldmarkt instrumenten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-)
8.288,25
A. B.
III.
Andere opbrengsten
B.
Andere
40.700,42 20.902,18 -9.764,83
61.999,75 2.659,43 -1.800,46 20.858,34
57
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer E. Administratiekosten (-) F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-6.137.410,74
-6.035.378,46
-2.577,53 -2.719,84
-631,87 -4.466,61
-9.154.666,69 -1.197.905,67 -2.195,94 -2.341,26 -25.117,31 -304.337,80
-6.440.498,17 -839.054,26 -0,02 -2.924,06 -4.278,48 -20.000,08 -221.032,32
-16.777.435,01
-13.476.259,02
66.441.355,32
29.677.807,22
66.441.355,32
29.677.807,22
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
VII. Resultaat van het boekjaar
58
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) II.
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
69.530.824,29
30.427.153,62
66.441.355,32
29.677.807,22
3.089.468,97
749.346,40
-69.530.824,29
-30.427.153,62
59
2.4
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
2.4.1
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 95 NOVEMBER
Benaming
Hoeveelheid op 31/12/2014
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie % (in de valuta van het in het bezit compartiment) van de ICB
% Porte feuille
% Nettoactief
NETTOACTIVA EFFECTENPORTEFEUILLE Beleggingsfondsen Gesloten fondsen Genoteerde gesloten beleggingsfondsen België KBC EQUITY FUND AMERICA IS B KAP
12.950,00
USD
2.217,030
23.726.737,32
3,62
1,56
1,53
KBC EQUITY FUND EUROPE IS
12.385,00
EUR
1.453,940
18.007.046,90
3,64
1,18
1,16
KBC EQUITY FUND STRATEGIC
89.707,00
EUR
721,760
64.746.924,32
4,58
4,25
4,18
KBC PARTICIPATION CASH PLUS IS B KAP KBC PARTICIPATION LOCAL EMERGING MARKET BONDS KAP IS B PRIVILEGED PORTFOLIO LIQUIDITY IS B KAP
65.042,34
EUR
1.062,860
69.130.903,62
42,19
4,54
4,46
46.070,00
EUR
970,520
44.711.856,40
5,28
2,94
2,89
245.040,00
EUR
281,850
69.064.524,00
29,54
4,54
4,46
KBC BONDS CORPOR USD IS B KAP
28.561,00
USD
1.033,800
24.400.943,60
6,65
1,60
1,58
KBC BONDS CORPORATES EURO IS B KAP
83.173,00
EUR
856,680
71.252.645,64
6,49
4,68
4,60
KBC BONDS EMU SHORTIS B KAP
89.771,00
EUR
1.067,990
95.874.530,29
9,34
6,30
6,19
KBC BONDS HIGH INTEREST IS B KAP
36.062,00
EUR
2.073,780
74.784.654,36
4,69
4,91
4,83
KBC INTEREST FUND EURO MEDIUM IS B_KAP
25.600,00
EUR
4.164,380
106.608.128,00
8,71
7,01
6,88
KBC RENTA EMURENTA IS B KAP
49.646,00
EUR
632,690
31.410.527,74
9,00
2,06
2,03
KBC RENTA EURORENTA IS B KAP
10.819,00
EUR
2.837,050
30.694.043,95
6,30
2,02
1,98
KBC RENTA SHORT USD IS B KAP
70.282,00
USD
887,860
51.568.593,46
6,83
3,39
3,33
122.864,00
EUR
1.216,150
149.421.053,60
9,38
9,82
9,65
Luxemburg
KBC RENTA STRATEGIC ACCENTS 1 IS B KAP
Open beleggingsfondsen ICBE ingeschreven bij de FSMA België CELEST VOLATILITY STRATEGY ANDROMEDA IS B
9.379,00
EUR
974,600
9.140.773,40
5,92
0,60
0,59
13.859,00
USD
1.567,360
17.951.359,23
2,57
1,18
1,16
100.245,00
EUR
436,490
43.755.940,05
3,72
2,88
2,83
20.086,00
EUR
455,780
9.154.797,08
2,81
0,60
0,59
14.069,00
EUR
1.226,470
17.255.206,43
2,59
1,13
1,11
13.662,00
EUR
474,380
6.480.979,56
3,22
0,43
0,42
42.211,00
EUR
674,140
28.456.123,54
4,18
1,87
1,84
KBC EQUITY FUND SATELLITES IS B KAP
14.204,00
EUR
1.234,160
17.530.008,64
3,59
1,15
1,13
KBC EQUITY FUND STRATEGIC CYCLICALS IS KAP
82.988,00
EUR
794,010
65.893.301,88
3,92
4,33
4,25
KBC EQUITY FUND STRATEGIC FINANCE IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC NON CYCLICALS IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC TEL & TECHNOLOGY IS B KAP KBC EQUITY FUND TURKEY IS B KAP
112.513,00
EUR
405,600
45.635.272,80
3,84
3,00
2,95
88.408,00
EUR
332,650
29.408.921,20
3,91
1,93
1,90
146.395,00
EUR
150,540
22.038.303,30
3,73
1,45
1,42
4.091,00
TRY
1.504,420
2.175.686,59
3,05
0,14
0,14
KBC EQUITY FUND BUYBACK AMERICA IS B KAP KBC EQUITY FUND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND NEW MARKETS IS B KAP KBC EQUITY FUND QUANT EMU IS B KAP
KBC EQUITY FUND US SMALL CAPS IS B KAP KBC MULTI INTEREST CURRENCIES IS KAP KBC MULTI INTEREST 3 MONTH DURATION - INST SH B KAP
6.899,00
USD
1.510,820
8.613.815,28
3,59
0,57
0,56
31.489,00
EUR
1.001,330
31.530.880,37
6,61
2,07
2,04
69.193,00
EUR
999,050
69.127.266,65
29,89
4,54
4,46
60
KBC MULTI INTEREST 5 MONTH DURATION IS B
69.101,00
EUR
1.000,470
69.133.477,47
30,03
4,54
4,46
KBC PARTICIPATION COMMODITIES IS B KBC PARTICIPATION SRI CORPORATE BONDS IS B KAP PRIVILEGED PORTFOLIO REAL ESTATE IS B KAP
10.802,00
EUR
751,260
8.115.110,52
6,00
0,53
0,52
57.348,00
EUR
1.242,190
71.237.112,12
6,41
4,68
4,60
47.130,00
EUR
506,160
23.855.320,80 1.521.892.770,11
6,18
1,57 100,00
1,54 98,24
100,00
98,24
Totaal beleggingsfondsen Termijncontracten
EUR
63,54
TOTAAL EFFECTENPORTEFEUILLE
1.521.892.833,65
LIQUIDE MIDDELEN Zichtrekeningen België KBC GROUP AUD
363,61
AUD
1,000
245,91
KBC GROUP CAD
1.821,24
CAD
1,000
1.299,45
KBC GROUP CHF
450,08
CHF
1,000
374,33
KBC GROUP CZK
29.658,56
CZK
1,000
1.070,13
KBC GROUP DKK
3.481,89
DKK
1,000
467,60
27.905.718,13
EUR
1,000
27.905.718,13
KBC GROUP GBP
3.725,13
GBP
1,000
4.800,12
KBC GROUP HUF
282.734,50
HUF
1,000
895,44
KBC GROUP JPY
709.671,00
JPY
1,000
4.891,62
KBC GROUP NOK
6.728,23
NOK
1,000
741,62
KBC GROUP PLN
4.426,94
PLN
1,000
1.029,98
KBC GROUP SEK
6.153,07
SEK
1,000
649,57
KBC GROUP SGD
9.641,67
SGD
1,000
6.013,08
KBC GROUP TRY
3.409,76
TRY
1,000
1.205,37
KBC GROUP USD
4.885,64
USD
1,000
4.037,55 27.933.439,90
KBC GROUP EURO
Totaal zichtrekeningen
1,80
1,80
Beheerde futuresrekeningen België KBC GROUP EURO FUT REK
2,04
EUR
1,000
2,04
KBC GROUP USD FUT REK
0,99
USD
1,000
0,82 2,86
Totaal beheerde futurerekeningen
TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN
27.933.442,76
1,80
OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN Vorderingen België KBC GROUP EUR TE ONTVANGEN
7.231.884,93
EUR
1,000
7.231.884,93
0,47
KBC GROUP USD TE ONTVANGEN
1.645.000,00
USD
1,000
1.359.447,96 8.591.332,89
0,09 0,56
KBC GROUP EUR TE BETALEN
-7.315.378,89
EUR
1,000
-7.315.378,89
-0,47
KBC GROUP TRY TE BETALEN
-66.326,87
TRY
1,000
-23.447,00
0,00
KBC GROUP USD TE BETALEN
-1.650.225,14
USD
1,000
-1.363.766,08 -8.702.591,97
-0,09 -0,56
-111.259,08
-0,01
Totaal vorderingen Schulden België
Totaal schulden
TOTAAL VORDERINGEN EN SCHULDEN
61
ANDERE Te betalen kosten
TOTAAL ANDERE TOTAAL VAN DE NETTOACTIVA
EUR
-626.083,84
-0,04
-626.083,84
-0,04
1.549.088.933,49
100,00
62
Geografische spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Ver.Arab.Emir. Argentinië Australië Oostenrijk België Bahrein Bermuda Brazilië Centr.Amerika Canada Zwitserland Chili China Ivoorkust Colombië Tsjechië Kaaimaneilanden Duitsland Denemarken Egypte Spanje Europa Finland Frankrijk Gabon V.K. Griekenland Hong Kong Hongarije Indië Indonesië Ierland Ijsland Israël Italië Jersey Kanaaleilanden Japan Kazakhstan Zuid-Korea Kroatië Luxemburg Mexico Maleisië Noord Amerika Nigeria Nederland Noorwegen Nieuw Zeeland Oekraïne Panama Peru Filipijnen
30/06/2013 0,04 0,00 1,45 1,87 3,35 0,00 0,10 0,57 0,64 1,05 1,29 0,03 0,57 0,00 0,24 0,12 0,27 7,79 0,28 0,00 5,57 0,00 0,34 11,19 0,00 4,68 0,02 0,51 0,19 0,18 0,18 4,88 0,00 0,30 9,14 0,36 2,31 0,00 1,64 0,02 1,83 1,05 0,81 0,00 0,00 6,57 1,36 0,01 0,00 0,00 0,27 0,24
31/12/2013 0,53 0,03 1,16 0,89 9,99 0,02 0,10 0,61 0,00 0,80 1,04 0,04 0,49 0,00 0,29 0,02 0,32 8,42 0,23 0,02 5,99 0,28 0,36 13,92 0,00 4,10 0,03 0,44 0,25 0,15 0,22 5,12 0,02 0,06 9,01 0,14 1,58 0,02 1,25 0,05 1,93 0,99 0,56 0,01 0,02 6,28 0,41 0,00 0,06 0,03 0,26 0,31
30/06/2014 0,02 0,02 0,78 0,69 5,63 0,01 0,12 0,73 0,00 1,47 1,34 0,04 1,22 0,00 0,25 0,03 0,31 8,81 0,46 0,01 5,18 0,00 0,86 12,58 0,05 4,53 0,04 0,68 0,20 0,49 0,35 1,42 0,01 0,11 6,52 0,19 2,75 0,00 1,67 0,03 1,33 0,92 0,87 0,00 0,00 5,07 0,26 0,01 0,05 0,02 0,20 0,19
31/12/2014 0,05 0,00 1,19 1,13 9,77 0,00 0,08 0,33 0,00 1,40 0,72 0,02 1,54 0,02 0,22 0,03 0,28 8,16 0,82 0,00 4,61 0,00 0,58 16,17 0,02 4,51 0,05 0,49 0,30 0,38 0,15 1,90 0,00 0,06 5,05 0,15 1,77 0,00 1,29 0,00 3,09 1,22 1,35 0,00 0,00 4,64 0,61 0,13 0,00 0,00 0,00 0,38
63
Papua N.Guin. Polen Portugal Roemenië Rusland Saoedi Arabië Singapore Slovenie Int.Org. Slovakije Zweden Thailand Turkije Taiwan V.S.A. Venezuela Brit.Virgin Buiten grondgebied BLEU(EX.EUINSTEL) Instel.EU buiten grondgebied BLEU Zuid-Afrika Totaal
0,00 1,01 0,09 0,09 0,19 0,00 0,13 0,00 0,04 0,08 1,72 0,73 0,42 0,39 20,50 0,00 0,00
0,00 0,80 0,08 0,09 0,45 0,01 0,11 0,10 0,03 0,05 0,91 0,46 0,45 0,44 15,60 0,15 0,00
0,01 1,11 0,26 0,04 0,27 0,02 0,17 0,03 0,00 0,06 0,73 0,33 0,47 0,89 26,27 0,12 0,01
0,01 0,82 0,10 0,31 0,05 0,05 0,10 0,01 0,00 0,07 0,97 0,45 0,66 0,58 18,51 0,00 0,01
0,13
0,06
0,06
0,11
0,74 0,43 100,00
1,06 0,30 100,00
0,41 0,22 100,00
2,04 0,49 100,00
30/06/2014 14,78 10,21 4,64 4,71 21,07 7,75 2,62 2,21 2,93 28,69 0,04 0,35 100,00
31/12/2014 9,16 7,42 3,97 3,18 25,61 5,40 2,86 1,83 2,41 38,02 0,00 0,14 100,00
Sectorale spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Cyclische Sectoren Consumenten(Cyclisch) Consumenten(Niet cyclisch) Farma Financiële sectoren Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven Vastgoed Overheid Beleggingsfondsen Diversen Totaal
30/06/2013 7,31 6,75 5,26 3,45 20,80 2,78 2,66 4,39 2,35 43,78 0,05 0,42 100,00
31/12/2013 7,20 6,21 3,54 3,35 25,81 3,73 2,36 2,02 2,04 43,21 0,13 0,40 100,00
64
Muntspreiding (in % van de nettoactiva)
AUD BRL CAD CHF CLP CNH CNY COP CZK DKK EUR GBP HKD HUF IDR ILS INR JPY KRW MXN MYR NGN NOK NZD PEN PHP PLN RON RUB SEK SGD SKK THB TRY TWD USD ZAR Totaal
30/06/2013 1,23 0,96 1,56 0,87 0,02 0,00 0,19 0,35 0,17 0,29 57,49 2,74 1,04 0,21 0,39 0,31 0,20 1,86 1,54 1,31 0,83 0,05 1,33 0,01 0,27 0,26 0,87 0,07 0,54 1,09 0,13 0,01 0,73 0,62 0,39 19,40 0,67 100,00
31/12/2013 0,35 0,68 0,74 0,77 0,03 0,00 0,13 0,26 0,01 0,21 67,61 2,21 0,94 0,12 0,20 0,18 0,21 1,19 1,20 0,89 0,54 0,05 0,32 0,00 0,21 0,25 0,74 0,06 0,52 0,28 0,11 0,01 0,46 0,22 0,38 17,60 0,32 100,00
30/06/2014 0,47 0,85 1,26 1,16 0,01 0,00 0,08 0,29 0,10 0,31 51,54 3,64 1,91 0,05 0,34 0,05 0,56 1,94 1,59 0,81 0,85 0,02 0,58 0,01 0,18 0,21 1,12 0,04 0,11 0,36 0,16 0,01 0,33 0,43 0,79 27,53 0,31 100,00
31/12/2014 0,38 0,40 1,30 0,51 0,00 0,08 0,51 0,24 0,13 0,12 62,78 2,76 1,71 0,33 0,37 0,20 0,77 1,23 1,19 1,12 1,36 0,00 0,77 0,13 0,00 0,34 0,86 0,30 0,09 0,15 0,10 0,01 0,44 0,83 0,55 17,24 0,70 100,00
65
2.4.2
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN HET COMPARTIMENT PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 95 NOVEMBER (IN DE VALUTA VAN HET COMPARTIMENT) 1
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
de
halfjaar 819.990.542,50 781.739.264,45 1.601.729.806,95 121.408.421,29 76.204.900,41 197.613.321,70 1.113.453.477,96
2 halfjaar 1.894.066.990,88 1.542.502.638,63 3.436.569.629,52 441.629.403,43 67.656.982,88 509.286.386,31 1.274.889.971,78
Jaar 2.714.057.533,38 2.324.241.903,08 5.038.299.436,46 563.037.824,72 143.861.883,29 706.899.708,01 1.195.168.246,43
126,10 %
229,61 %
362,41 %
halfjaar 819.990.542,50 781.739.264,45 1.601.729.806,95 121.408.421,29 76.204.900,41 197.613.321,70 1.100.361.651,38
2 halfjaar 1.894.066.990,88 1.542.502.638,63 3.436.569.629,52 441.629.403,43 67.656.982,88 509.286.386,31 1.248.697.139,50
Jaar 2.714.057.533,38 2.324.241.903,08 5.038.299.436,46 563.037.824,72 143.861.883,29 706.899.708,01 1.170.832.111,10
127,60 %
234,43 %
369,94 %
1 Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale gecorrigeerde activa Gecorrigeerde Omloopsnelheid
ste
ste
de
De tabel hierboven toont het kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief aan het begin en het einde van de periode. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. Een actief beheer van het vermogen kan resulteren in hoge omloopsnelheidpercentages (maandelijks percentage > 50%). De gedetailleerde lijst van de transacties kan gratis worden ingekeken op de zetel van de Bevek of het Fonds, Havenlaan 2, 1080 Brussel.
2.4.3
BEDRAG VAN DE VERPLICHTINGEN INZAKE FINANCIËLE DERIVATENPOSITIES
In effecten KBC AK-VK TRY-EUR 150106-150102 2.836644
Valuta
In valuta
TRY
65.000,00
In valuta van het compartiment 22.977,94
Lotsize n.v.t
Verrichtingsdatum 30.12.2014
66
2.4.4
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INSCHRIJVINGEN, TERUGBETALINGEN EN VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Periode Jaar
Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop Inschrijvingen Kap.
Einde periode
Terugbetalingen
Dis.
Kap.
Dis.
Kap.
Dis.
Totaal
2012 - 12
850.241,86
215.587,45
2.648.470,80
2.648.470,80
2013 - 12
1.198.320,73
360.436,69
3.486.354,84
3.486.354,84
2014 - 12
1.777.143,33
454.020,74
4.809.477,43
4.809.477,43
Bedragen ontvangen en betaald door de ICB (in de valuta van het compartiment)
Periode Jaar
Inschrijvingen
Terugbetalingen
Kapitalisatie
Distributie
Kapitalisatie
2012 - 12
245.566.521,31
61.502.948,41
2013 - 12
362.398.429,49
108.189.546,09
2014 - 12
564.792.262,22
142.775.172,97
Periode Jaar
Distributie
Netto-inventariswaarde Einde periode (in de valuta van het compartiment) van één recht van deelneming
van het compartiment
Kapitalisatie
2012 - 12
776.743.798,30
293,28
2013 - 12
1.059.074.070,00
304,09
2014 - 12
1.549.088.933,49
322,09
Distributie
67
2.4.5
RENDEMENTSCIJFERS
1 Jaar Kap Div
ISIN code
Munt
KAP
BE0946431021
EUR
3 Jaar*
5 Jaar*
10 Jaar*
Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench klassen mark klassen mark klassen mark klassen mark 5.88%
5.42%
4.42%
Sinds start* Startdatum
Aandelen klassen
02/11/2006
3.15%
* De rendementscijfers zijn op jaarbasis. Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst.
Het staafdiagram geeft de performance weer van volledige boekjaren. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. Berekend in EUR. Het rendement wordt berekend als de wijziging van de inventariswaarde tussen twee tijdstippen uitgedrukt in procent. Berekeningsmethode voor datum D waarbij NIW staat voor inventariswaarde: Kapitalisatie deelbewijzen (KAP) Return op datum D over een periode van X jaar: [NIW(D) / NIW(Y)] ^ [1 / X] - 1 met Y = D-X Return op datum D sinds de startdatum S van het deelbewijs: [NIW(D) / NIW(S)] ^ [1 / F] - 1 met F = 1 indien het deelbewijs minder dan één jaar bestaat op datum D met F = (D-S) / 365.25 indien het deelbewijs langer dan één jaar bestaat op datum D Indien de periode tussen de twee tijdstippen groter is dan één jaar, dan wordt de gewone rendementsberekening omgezet in een rendement op jaarbasis door de n-de machtswortel te nemen van 1 plus het totale rendement van het deelbewijs. De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en terugkopen van de rechten van deelneming. Het gaat om de rendementscijfers van kapitalisatie rechten van deelneming.
68
2.4.6
KOSTEN
Lopende kosten: * Kapitalisatie: 2.474% * Zijn niet opgenomen in de vermelde kosten: instap- en uitstapkosten, prestatiegebonden vergoedingen, transactiekosten betaald in het kader van de verwerving of vervreemding van activa, betaalde rente, betalingen met het oog op zekerheidsstelling in het kader van afgeleide financiële instrumenten en vergoedingen inzake Commission Sharing Agreements of geIijkaardige vergoedingen ontvangen door de beheervennootschap of enige hiermee verbonden persoon. Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Het beheerloon bedraagt 170.384,90 EUR. Bijkomend werd er een vergoeding van 8.984.281,79 EUR aangerekend met betrekking tot provisies en kosten voor de toewijzing van de activa.
BESTAAN VAN COMMISSION SHARING AGREEMENTS Niet van toepassing.
BESTAAN VAN FEE SHARING AGREEMENTS EN REBATES: De beheervennootschap kan haar vergoeding delen met de Distributeur, institutionele en/of professionele partijen. In principe gaat het om 35% tot 60% indien de distributeur een entiteit is van KBC Groep NV en om 35% tot 70% indien de distributeur geen entiteit is van KBC Groep NV, doch in een beperkt aantal gevallen bedraagt de vergoeding van de distributeur minder dan 35%. De belegger zal, op verzoek, meer informatie kunnen bekomen inzake deze gevallen. Indien de beheervennootschap de activa van de instelling voor collectieve belegging belegt in rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging die niet worden beheerd door een entiteit van KBC Groep NV en de beheervennootschap ontvangt hiervoor een vergoeding, zal de beheervennootschap deze vergoeding betalen aan de instelling voor collectieve belegging. Fee sharing heeft geen invloed op de hoogte van de beheercommissie die het compartiment betaalt aan de beheervennootschap. Deze beheercommissie is onderworpen aan de beperkingen bepaald in de statuten. Deze beperkingen kunnen enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de algemene vergadering. De beheervennootschap heeft een distributieovereenkomst afgesloten met de Distributeur om een ruimere verspreiding van de rechten van deelneming van het compartiment mogelijk te maken, door gebruik te maken van meerdere distributiekanalen. Het is in het belang van de deelnemers, van het compartiment en van de Distributeur dat een zo groot mogelijk aantal rechten van deelneming wordt verkocht, en dat de activa van het compartiment dus zo hoog mogelijk zijn. In dit opzicht is er dus geen sprake van tegenstrijdige belangen.
2.4.7
TOELICHTING BIJ DE FINANCIËLE STATEN EN ANDERE GEGEVENS
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille: max.1.05% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, er wordt geen beheersprovisie aangerekend op de activa die belegd zijn in instellingen voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Bijkomend: provisies en kosten voor de toewijzing van de activa: max. 0.75% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. KBC Fund Management Limited ontvangt van de beheervennootschap een vergoeding van max. 0.75% berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, zonder dat de totale provisies en kosten voor de toewijzing van de activa die de beheervennootschap ontvangt zullen worden overschreden. De vergoeding voor administratief agent is betaalbaar op het einde van elk maand en is berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. Vergoeding van de commissaris: 1786 EUR per jaar. Deze vergoeding is exclusief BTW en kan jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de beslissing van de algemene vergadering. Het bewaarloon is berekend op de waarde van de stukken die de bewaarder in depot heeft op de laatste bankwerkdag van het voorafgaande kalenderjaar, behalve op de activa die belegd zijn in instelling voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Het bewaarloon wordt betaald in het begin van het kalenderjaar.
69
Uitoefenen van stemrechten: Indien nodig, relevant en in het belang van de aandeelhouders zal de beheervennootschap de stemrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de aandelen in de portefeuille van de Bevek. De beheervennootschap hanteert de volgende criteria bij het bepalen van haar houding m.b.t. de agendapunten die ter stemming worden voorgelegd: De waarde voor de aandeelhouders mag niet negatief beïnvloed worden. De regels inzake corporate governance, inzonderheid deze met betrekking tot de rechten van de minderheidsaandeelhouders, moeten gerespecteerd worden. Er moet aan de minimumnormen inzake duurzaam en maatschappelijk ondernemen voldaan worden. De lijst van ondernemingen waarvoor het stemrecht werd uitgeoefend, is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de Bevek.
Effect KBC Equity Fund-America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Satellites-Institutional B Shares KBC Participation-Cash Plus-Institutional B Shares KBC Participation-Local Emerging Market Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Liquidity-Institutional B Shares KBC Bonds-Corporates USD-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-Corporates Euro-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-EMU Short KBC Bonds-High Interest-Institutional B Shares capitalisation KBC Interest fund-EURO MEDIUM-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Emurenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Eurorenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Short USD-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Strategic Accents 1-Institutional B Shares Capitalisation Celest-Volatility Strategy - Andromeda-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Buyback America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend New Markets-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Quant EMU-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Satellites-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Finance-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Non Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Telecom & Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Turkey-Institutional B Shares KBC Equity Fund-US Small Caps-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Currencies-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Cash 3 Month Duration-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Cash 5 Month Duration-Institutional B Shares KBC Participation-Commodities-Institutional B Shares KBC Participation-SRI Corporate Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Real Estate-Institutional B Shares Privileged Portfolio-Pro 95 November
Maximale beheerloon 1,50 1,50 1,50 0,40 1,20 0,40 1,10 1,10 0,40 1,10 0,50 1,10 1,10 1,17 1,10 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 0,50 0,40 0,40 1,10 1,25 0,93 1,05
70
Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2014
INHOUDSOPGAVE 2.
Informatie over Privileged Portfolio Pro 90 November 2.1. Beheerverslag 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs 2.1.2. Beursnotering 2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.1.4. Financieel portefeuillebeheer 2.1.5. Distributeurs 2.1.6. Index en benchmark 2.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.1.8. Toekomstig beleid 2.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator (SRRI) 2.2. Balans 2.3. Resultatenrekening 2.4. Samenstelling van de activa en kerncijfers 2.4.1. Samenstelling van de activa 2.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa 2.4.3. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en inventariswaarde 2.4.5. Rendementscijfers 2.4.6. Kosten 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
van
de
netto-
71
72
2
INFORMATIE OVER PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 90 NOVEMBER
2.1
BEHEERVERSLAG
2.1.1
LANCERINGSDATUM EN INSCHRIJVINGSPRIJS
Lanceringsdatum: 2 november 2006 Initiële inschrijvingsprijs: 250 EUR Uitdrukkingsmunt: EUR
2.1.2
BEURSNOTERING
Niet van toepassing.
2.1.3
DOEL EN KRACHTLIJNEN VAN HET BELEGGINGSBELEID
DOEL VAN HET COMPARTIMENT : Het voornaamste doel van het compartiment bestaat erin de houders van rechten van deelneming een zo hoog mogelijk rendement te bieden d.m.v. rechtstreekse of onrechtstreekse beleggingen in verhandelbare effecten. Dit komt tot uiting in een streven naar meerwaarden en inkomsten. Het compartiment stelt zich bovendien tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden.
BELEGGINGSBELEID VAN HET COMPARTIMENT : CATEGORIEËN VAN TOEGELATEN ACTIVA: De beleggingen van het compartiment kunnen bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, deposito’s, financiële derivaten, liquide middelen en alle andere instrumenten voor zover en in de mate dit toegelaten is door de toepasselijke regelgeving en kadert binnen het vermelde doel.
GRENZEN VAN HET BELEGGINGSBELEID: Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de door de regelgeving gestelde grenzen. Het compartiment mag ontleningen aangaan tot 10% van haar netto-activa, voor zover het gaat om kortlopende ontleningen met het doel tijdelijke liquiditeitsproblemen op te lossen.
TOEGELATEN DERIVATENTRANSACTIES: Derivaten kunnen zowel gebruikt worden om de beleggingsdoelstellingen te realiseren als om risico’s in te dekken. Er kan met al dan niet genoteerde derivaten worden gewerkt: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps m.b.t. effecten, indexen, munten of rente of om andere transacties met derivaten. Niet genoteerde derivatentransacties worden enkel afgesloten met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties. Het compartiment streeft ernaar om, binnen de toepasselijke regelgeving en het beheerreglement, steeds de meest doelgerichte transacties af te sluiten. Alle kosten verbonden aan de transacties zijn ten laste van het compartiment en alle opbrengsten komen toe aan het compartiment. Als er door de transacties een risico ontstaat op de tegenpartij, kan dat risico worden ingeperkt door gebruik te maken van een margebeheersysteem dat verzekert dat het compartiment de begunstigde is van een zekerheid onder de vorm van contanten of investment grade obligaties. Bij het bepalen van de waarde van de obligaties wordt een marge toegepast die varieert in functie van de resterende looptijd en de uitdrukkingsmunt van de betreffende obligatie. De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten. De ICB kan contracten afsluiten die betrekking hebben op een kredietrisico op emittenten van schuldinstrumenten. Het kredietrisico is het risico dat de emittent van het schuldinstrument in gebreke blijft. Dit kredietrisico heeft betrekking op partijen waarvan de kredietwaardigheid op het moment van het sluiten van het contract evenwaardig is aan die van de emittenten van wie de ICB rechtstreeks schuldinstrumenten aanhoudt. Derivaten kunnen ook worden gebruikt om de activa van het compartiment in te dekken tegen open wisselkoersrisico’s ten opzichte van de uitdrukkingsmunt.
73
Een eventueel gebruik van kredietderivaten kan enkel ter uitvoering van de beleggingsdoelstellingen en binnen het bestaande risicoprofiel, zonder dat dit een verschuiving impliceert naar minder kredietwaardige debiteuren. Bijgevolg verhoogt het kredietrisico niet. In zoverre er met derivaten wordt gewerkt, gaat het om vlot verhandelbare en liquide instrumenten. Bijgevolg heeft het gebruik van derivaten geen invloed op het liquiditeitsrisico. Het gebruik van derivaten verandert ook niets aan de spreiding van de portefeuille over regio’s, sectoren of thema’s. Bijgevolg heeft het geen invloed op het concentratierisico. Derivaten worden niet gebruikt om een gehele of gedeeltelijke kapitaalbescherming te waarborgen. Ze verhogen noch verminderen het kapitaalrisico. Het gebruik van derivaten heeft ook geen invloed op het afwikkelingsrisico, het bewaarnemingsrisico, het flexibiliteitsrisico, het inflatierisico of het risico afhankelijk van externe factoren.
BEPAALDE STRATEGIE: Het rendement is afhankelijk van de marktevolutie. Het compartiment stelt zich tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden. De bodemgrens heeft een geldigheidsduur van 1 jaar en is steeds gelijk aan 90% van de inventariswaarde op de laatste bankwerkdag van de voorgaande maand oktober (de bodemgrens voor het eerste jaar wordt vastgesteld op basis van de initiële inventariswaarde). Deze doelstelling vormt evenwel geen garantie: noch voor wat betreft het rendement; noch voor wat betreft de terugkoopprijs, die minder kan bedragen dan de bodemgrens, zoals hierboven bepaald. Het compartiment biedt geen kapitaalbescherming of kapitaalgarantie, noch een gegarandeerd rendement. Telkens na vastlegging van de bodemgrens wordt, in functie van het door de beheerder ingeschatte marktpotentieel, voor minimaal 20% belegd in obligaties (en/of obligatie-ICB’s) en/of geldmarktinstrumenten en voor minimaal 20% in aandelen (en/of aandelen-ICB’s) en hiermee samenhangende financiële instrumenten. Het door de beheerder ingeschatte marktpotentieel wordt voor obligaties bepaald door de verwachte rente-evolutie. Bij een verwachting van stijgende middellange- tot langetermijnrente zal relatief minder worden belegd in obligaties en bij een verwachting van stabiele of dalende rente zal relatief meer worden belegd in obligaties. Ook het absolute niveau van deze rente is een bepalende factor, waarbij relatief hoge rente het gewicht obligaties zal doen toenemen (en omgekeerd). Het door de beheerder ingeschatte marktpotentieel wordt voor aandelen bepaald door o.m. de winstverwachtingen van de bedrijven en de brede macroeconomische context. Bij positieve winstverwachtingen en/of een brede macro-economische context van bevredigende groeiverwachting zal relatief meer worden belegd in aandelen en bij negatieve winstverwachtingen en/of een beperkte groeiverwachting zal relatief minder worden belegd in aandelen. Het opbrengstpotentieel van beide activaklassen (obligaties en aandelen) wordt tegen elkaar afgewogen rekening houdend met de risicopremie van aandelen (de som van de in de toekomst verwachte aandelendividenden, verminderd met de risicoloze rente). Daarbij zal meer worden belegd in die activaklasse waarvan het opbrengstpotentieel (rekening houdend met de risicopremie) het hoogst wordt ingeschat. Indien het opbrengstpotentieel van beide activaklassen gelijkaardig is, kan evenwichtig worden belegd in beide activaklassen. Bij een daling van de inventariswaarde in de richting van de bodemgrens zal de beheerder ingrijpen door de beleggingen in meer risicovolle activa (vb. aandelen en/of aandelen-ICB’s) te vervangen door beleggingen in minder risicovolle activa (vb. obligaties, obligatie-ICB’s en/of geldmarktinstrumenten). Indien de inventariswaarde de bodemgrens raakt, zal de beheerder volledig omschakelen naar beleggingen in geldmarktinstrumenten. Omgekeerd zal de beheerder bij een stijging van de inventariswaarde weg van de bodemgrens ingrijpen door de spreidingen van de activa opnieuw en gradueel aan te passen, teneinde, bij voldoende sterke toename van de inventariswaarde, opnieuw de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Bij gunstige marktontwikkelingen en voor zover de inventariswaarde voldoende hoog is ten opzichte van de bodemgrens, en zolang deze voorwaarden vervuld zijn, kan het commpartiment tijdelijk afwijken van de spreiding bij vastlegging van de bodemgrens, door de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Hierdoor zal het percentage meer risicovolle activa stijgen ten opzichte van het percentage dat was bepaald bij vastlegging van de bodemgrens. Dit gebeurt op weloverwogen manier die ondermeer functie is van de historische volatiliteit op de markten (die voldoende laag moet zijn alvorens risicovolle activa verder te kunnen opbouwen). Het is daarbij de doelstelling om, naast de bewaking van de bodemgrens, een zo hoog mogelijk rendement te realiseren.
74
KENMERKEN VAN DE OBLIGATIES EN SCHULDINSTRUMENTEN: De activa worden gedeeltelijk belegd in obligaties en schuldbewijzen, zowel uitgegeven door bedrijven als door overheidsinstanties. Het compartiment belegt rechtstreeks en/of onrechtstreeks minimaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa in effecten die een investment grade (minimaal BBB-/Baa3 lange termijn, A3/F3/P3 korte termijn) rating hebben van minstens 1 van volgende ratingagentschappen: o Moody’s (Moody’s Investors Service); o S&P (Standard & Poor’s, a Division of the McGraw-Hill Companies); o Fitch (Fitch Ratings), en/of in geldmarktinstrumenten waarvan de emittent over een investment grade rating van 1 van bovenstaande agentschappen beschikt. Daarnaast kan het compartiment tot maximaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa beleggen in effecten die over een lagere rating beschikken (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent over een lagere rating beschikt) en/of in effecten waarvoor geen kredietrating van één van boven genoemde agentschappen beschikbaar is (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent niet over een rating van één van boven genoemde agentschappen beschikt). Bij de selectie van de obligaties en schuldinstrumenten worden alle looptijden in aanmerking genomen.
VOORNAMELIJKE BELEGGING IN ANDERE ACTIVA DAN EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN. Het compartiment zal voornamelijk beleggen in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
UITLENING VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN: Het compartiment mag financiële instrumenten uitlenen binnen de beperkingen bepaald door de toepasselijke regelgeving. Het uitlenen gebeurt in het kader van een effectenleningensysteem beheerd door hetzij een ‘principaal’, hetzij een ‘agent’. In het eerste geval heeft het compartiment enkel een relatie met de principaal van het effectenleningensysteem die als tegenpartij optreedt en aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met enerzijds de agent (als beheerder van het systeem) en anderzijds één of meerdere tegenpartijen aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De agent zelf treedt op als tussenpersoon tussen het compartiment en de tegenpartij(en). De effectenleningen hebben geen wijziging van het risicoprofiel van het compartiment tot gevolg aangezien: De keuze van zowel principaal, agent als elke tegenpartij aan strenge selectiecriteria is onderworpen. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten op elk ogenblik kan gevraagd worden. Zo is gewaarborgd dat de effectenleningen het beheer van de activa van het compartiment niet beïnvloeden. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten wordt gegarandeerd door de principaal, respectievelijk de agent. Via een margebeheersysteem wordt steeds verzekerd dat het compartiment de begunstigde is van een financiële zekerheid onder de vorm van contanten of andere welbepaalde categorieën effecten met een laag risicoprofiel, zoals overheidsobligaties, dit voor het geval de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, geen gelijkwaardige effecten zou teruggeven. De reële waarde van de zekerheid onder de vorm van effecten met een laag risicoprofiel overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten met 5%. Daarenboven wordt bij het bepalen van de waarde van de als zekerheid verstrekte effecten met een laag risicoprofiel een marge van 3% toegepast die moet vermijden dat een negatieve koersevolutie tot gevolg zou kunnen hebben dat de reële waarde van de effecten met een laag risicoprofiel niet meer de reële waarde van de uitgeleende effecten overtreft. De waarde van de zekerheid onder de vorm van contanten overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten.
75
Indien het compartiment een financiële zekerheid ontvangt onder de vorm van contanten kan het deze contanten herinvesteren in deposito’s bij kredietinstellingen die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen, mits de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de EER gevestigd is, of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gevestigd is, mits deze instelling onderworpen is aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Europees recht zijn vastgesteld. kortetermijngeldmarktfondsen zoals beschreven in de ESMA-richtsnoeren CESR/10049 van 19 mei 2010 betreffende een gemeenschappelijke definitie van Europese geldmarktfondsen. overheidsobligaties in dezelfde munteenheid als de ontvangen contanten en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot effectenleningen door bepaalde instellingen voor collectieve belegging. Deze herinvestering kan tot gevolg hebben dat het compartiment met betrekking tot de financiële zekerheid niet langer een kredietrisico loopt t.o.v. de financiële instelling waar de contantenrekening wordt aangehouden maar wel bijvoorbeeld t.o.v. de emittent(en) van het (de) schuldinstrument(en). De beheervennootschap kan de uitvoering van het herinvesteringsbeleid delegeren aan een derde, met inbegrip van de agent die het effectenleningensysteem beheert. Het uitlenen van effecten stelt het compartiment in de mogelijkheid een bijkomende opbrengst te behalen. Deze opbrengst kan bestaan uit enerzijds een vergoeding die de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, betaalt en anderzijds inkomsten uit herinvestering. Van deze opbrengst worden directe en indirecte kosten afgehouden. Deze kosten worden forfaitair bepaald op 35% van de ontvangen vergoeding en bestaan uit de kosten voor de clearing services van KBC Bank, de kosten van de beheervennootschap voor het opzetten en opvolgen van het systeem voor uitlenen van effecten, de kosten voor het margebeheer, de kosten verbonden aan cash- en effectenrekeningen en -verkeer, de vergoeding voor het eventuele beheer van herinvesteringen en, indien gewerkt wordt via een agent, de vergoeding betaald aan de agent De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten.
ALGEMENE STRATEGIE TER DEKKING VAN HET WISSELRISICO: Om zijn activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen en binnen de beperkingen die uiteengezet worden in het beheerreglement, kan het compartiment transacties verrichten die betrekking hebben op de verkoop van termijnovereenkomsten op deviezen, evenals de verkoop van callopties of de aankoop van putopties op valuta’s. De hier beoogde transacties mogen enkel betrekking hebben op contracten die verhandeld worden op een gereglementeerde markt die regelmatig werkt, erkend is en opengesteld is voor het publiek, of verhandeld worden met een erkende financiële instelling van eerste rang die gespecialiseerd is in dit type van transacties en die actief is op de 'over the counter' (OTC)-markt voor opties. Met dezelfde doelstelling kan het compartiment ook valuta’s verkopen op termijn of uitwisselen in het kader van onderhandse transacties met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties.
SOCIALE, ETHISCHE EN MILIEUASPECTEN: Er mag niet belegd worden in financiële instrumenten uitgegeven door producenten van controversiële wapens, waarvan de voorbije vijf decennia bij internationale consensus is vastgesteld dat het gebruik ervan onevenredig veel menselijk leed veroorzaakt aan de burgerbevolking. Het betreft de producenten van antipersoonsmijnen, clusterbommen en -munitie en wapens met verarmd uranium. Er mogen daarnaast sinds 31.3.2014 geen nieuwe beleggingen gebeuren in financiële instrumenten uitgegeven door ondernemingen zonder anti-corruptie beleid die bovendien in de afgelopen twee jaar een negatieve evaluatie kregen bij een diepgaande screening op de aanwezigheid van corruptie. De onderneming heeft geen anti-corruptie beleid als niet kan worden aangetoond dat de onderneming een aanvaardbaar beleid heeft aangaande de bestrijding van corruptie. Een aanvaardbaar beleid dient publiek gemaakt te worden en houdt minstens in dat omkoping niet gedoogd wordt, en dat de wet dienaangaande wordt nageleefd. De screening zal gebeuren op basis van een algemeen aanvaarde en onafhankelijke ‘Sociale, ethische en milieuaspecten’ database. Op deze wijze wordt niet alleen een louter financiële realiteit weergegeven, maar ook een sociale realiteit van de sector of regio.
76
Voor de eventuele toepassing van de Europese en Belgische fiscale bepalingen wordt verwezen naar het prospectus onder 'Informatie betreffende het gemeenschappelijk beleggingsfonds Belastingstelsel' .
2.1.4
FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER
Het intellectueel beheer (inclusief de toewijziging van de activa), wordt door de beheervennootschap gedelegeerd aan KBC Fund Management Limited, Joshua Dawson House, Dawson Street, Dublin 2, IRELAND.
2.1.5
DISTRIBUTEURS
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
2.1.6
INDEX EN BENCHMARK
Zie ‘Beleggingsbeleid van het compartiment’.
2.1.7
TIJDENS HET BOEKJAAR GEVOERD BELEID
De investeringsdoelstelling van elk subfonds is om het hoogst mogelijk rendement te genereren en tegelijk ernaar te streven de netto inventariswaarde boven de bodemgrens te houden. Als dusdanig is er een dynamische allocatie tussen meer risicovolle investeringen en minder risicovolle investeringen zoals bepaald door een mathematisch model. Twijfels over de duurzaamheid van het economische herstel blijven het beleggingsklimaat beheersen. Maar in de zomermaanden begon de stemming positiever te worden. Europa schudde de recessie van zich af en de eurocrisis loste haar wurggreep. Japan doorbrak de negatieve deflatiespiraal. De VS waren niet van de zo gevreesde “fiscal cliff” gevallen. In december wisten de Democraten en de Republikeinen de patstelling rond het begrotingsbeleid verrassend te doorbreken. Voor de Amerikaanse centrale bank was dat het signaal dat de economie sterk genoeg was geworden om geleidelijk van het monetair infuus afgekoppeld te worden. Op de laatste bankwerkdag van november kende het fonds zijn jaarlijkse reset van de bodemgrens.
2.1.8
TOEKOMSTIG BELEID
Het toekomstige investeringsbeleid en participatieniveau in risicovolle investeringen zal bepaald worden door het dynamisch portefeuille-algoritme terwijl ernaar te streven dat de bodemgrens wordt beschermd.
2.1.9
SYNTHETISCHE RISICO- EN OPBRENGSTINDICATOR
4 op een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). De waarde van een recht van deelneming kan stijgen of dalen en de belegger kan minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd. Overeenkomstig Verordening 583/2010 is een synthetische risico- en opbrengstindicator bepaald. Deze geeft een cijfermatige aanduiding van de mogelijke opbrengst van het compartiment, maar ook van het bijhorende risico, berekend in de uitdrukkingsmunt van het compartiment. De indicator wordt geformuleerd als een cijfer tussen 1 en 7. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger de mogelijke opbrengst, maar ook hoe moeilijker voorspelbaar dit rendement. Ook verliezen zijn mogelijk. Het laagste cijfer betekent niet dat de belegging volledig risicoloos is. Wel wijst het erop dat, vergeleken met hogere cijfers, dit product normaal een lager, maar eveneens beter voorspelbaar rendement zal bieden. De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt geregeld geëvalueerd en kan dus verlaagd of verhoogd worden op basis van gegevens uit het verleden. Gegevens uit het verleden zijn niet altijd een betrouwbare aanwijzing voor opbrengst en risico in de toekomst.
77
2.2
BALANS
Balansschema TOTAAL NETTO ACTIEF II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming Financiële derivaten j) Op deviezen Termijncontracten (+/-)
E. F.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
1.117.672.071,57
717.351.736,21
2.206.600,00 1.104.060.940,68
710.795.134,11
1.618,69
IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-) c) Ontleningen (-)
5.484.571,01
4.404.748,67
-1.183.803,08 -15,93
-10.157.198,46 -2.464,57
9.795.228,63
10.420.159,01
-484.849,74
-316.861,24
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
1.117.672.071,57
717.351.736,21
A.
Kapitaal
1.060.680.824,55
674.762.527,17
B.
Deelneming in het resultaat
743.306,52
-718.008,71
D.
Resultaat van het boekjaar
56.247.940,50
43.307.217,75
B.
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
VI. Overlopende rekeningen
C. Toe te rekenen kosten (-)
Posten buiten-balanstelling III
Notionele bedragen van de termijncontracten(+)
III.A
Gekochte termijncontracten
950.722,11
78
2.3
RESULTATENREKENING
Resultatenrekening I.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten l) Op financiële indexen Termijncontracten H. Wisselposities en -verrichtingen a) Financiële derivaten Termijncontracten b) Andere wisselposities en verrichtingen
-6.600,00
-660,00 47.139,39
54.761.429,81
55.794.730,61
-1.922.544,35
-4.032,51
-1.618,69 15.411.514,14
1.618,69 -4.146.453,55
Det.rubriek I winst en verlies op beleggingen
Gerealiseerde winsten op beleggingen Ongerealiseerde winsten op beleggingen Gerealiseerde verliezen op beleggingen Ongerealiseerde verliezen op beleggingen II.
42.938.799,49 34.400.345,32 -12.982.568,66 3.885.604,76
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
Dividenden Interesten a) Effecten en geldmarkt instrumenten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-)
9.911,38
A. B.
III.
Andere opbrengsten
B.
Andere
7.037,11 12.251,21 -2.499,30
6.728,76 1.387,92 -1.282,10 14.512,04
79
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer E. Administratiekosten (-) F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-4.201.697,82
-3.974.111,23
-1.936,86 -1.765,28
-387,94 -3.803,31
-6.681.439,20 -875.662,29 -1.656,51 -2.124,90 -12.778,79 -231.967,78
-3.758.160,41 -490.604,90 -0,02 -2.245,54 -3.975,86 -9.016,91 -174.076,76
-11.994.240,41
-8.385.124,88
56.247.940,50
43.307.217,75
56.247.940,50
43.307.217,75
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
VII. Resultaat van het boekjaar
80
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) II.
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
56.991.247,02
42.589.209,04
56.247.940,50
43.307.217,75
743.306,52
-718.008,71
-56.991.247,02
-42.589.209,04
81
2.4
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
2.4.1
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 90 NOVEMBER
Benaming
Hoeveelheid op 31/12/2014
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie % (in de valuta van het in het bezit compartiment) van de ICB
% Porte feuille
% Nettoactief
NETTOACTIVA EFFECTENPORTEFEUILLE Beleggingsfondsen Gesloten fondsen Genoteerde gesloten beleggingsfondsen België KBC EQUITY FUND AMERICA IS B KAP
18.920,00
USD
2.217,030
34.664.854,84
5,28
3,14
3,10
KBC EQUITY FUND EUROPE IS
18.098,00
EUR
1.453,940
26.313.406,12
5,32
2,38
2,35
KBC EQUITY FUND STRATEGIC
130.779,00
EUR
721,760
94.391.051,04
6,68
8,55
8,45
22.352,00
EUR
1.062,860
23.757.046,72
14,50
2,15
2,13
22.167,44
EUR
970,520
21.513.941,93
2,54
1,95
1,93
84.208,00
EUR
281,850
23.734.024,80
10,15
2,15
2,12
KBC BONDS CORPOR USD IS B KAP
11.909,80
USD
1.033,800
10.175.077,29
2,77
0,92
0,91
KBC BONDS CORPORATES EURO IS B KAP
34.625,89
EUR
856,680
29.663.307,45
2,70
2,69
2,65
KBC BONDS EMU SHORTIS B KAP
37.373,00
EUR
1.067,990
39.913.990,27
3,89
3,62
3,57
KBC BONDS HIGH INTEREST IS B KAP
15.012,41
EUR
2.073,780
31.132.431,46
1,95
2,82
2,79
KBC INTEREST FUND EURO MEDIUM IS B_KAP
10.657,24
EUR
4.164,380
44.380.801,28
3,63
4,02
3,97
KBC RENTA EMURENTA IS B KAP
20.666,37
EUR
632,690
13.075.402,47
3,75
1,18
1,17
KBC RENTA EURORENTA IS B KAP
4.503,79
EUR
2.837,050
12.777.471,75
2,62
1,16
1,14
KBC RENTA SHORT USD IS B KAP
56.033,40
USD
887,860
41.113.852,47
5,44
3,72
3,68
KBC RENTA STRATEGIC ACCENTS 1 IS B KAP
51.149,74
EUR
1.216,150
62.205.761,17
3,91
5,63
5,57
KBC PARTICIPATION CASH PLUS IS B KAP KBC PARTICIPATION LOCAL EMERGING MARKET BONDS KAP IS B PRIVILEGED PORTFOLIO LIQUIDITY IS B KAP
Luxemburg
Open beleggingsfondsen ICBE ingeschreven bij de FSMA België CELEST VOLATILITY STRATEGY ANDROMEDA IS B KBC EQUITY FUND BUYBACK AMERICA IS B KAP KBC EQUITY FUND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND NEW MARKETS IS B KAP KBC EQUITY FUND QUANT EMU IS B KAP KBC EQUITY FUND SATELLITES IS B KAP
7.871,00
EUR
974,600
7.671.076,60
4,96
0,70
0,69
20.210,00
USD
1.567,360
26.177.716,29
3,74
2,37
2,34
146.142,00
EUR
436,490
63.789.521,58
5,42
5,78
5,71
29.285,00
EUR
455,780
13.347.517,30
4,09
1,21
1,19
20.510,00
EUR
1.226,470
25.154.899,70
3,78
2,28
2,25
20.132,00
EUR
474,380
9.550.218,16
4,75
0,87
0,85
61.537,00
EUR
674,140
41.484.553,18
6,09
3,76
3,71
20.757,00
EUR
1.234,160
25.617.459,12
5,25
2,32
2,29
KBC EQUITY FUND STRATEGIC CYCLICALS IS KAP
120.983,00
EUR
794,010
96.061.711,83
5,71
8,70
8,60
KBC EQUITY FUND STRATEGIC FINANCE IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC NON CYCLICALS IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC TEL & TECHNOLOGY IS B KAP KBC EQUITY FUND TURKEY IS B KAP
164.029,00
EUR
405,600
66.530.162,40
5,60
6,03
5,95
128.892,00
EUR
332,650
42.875.923,80
5,70
3,88
3,84
213.426,00
EUR
150,540
32.129.150,04
5,44
2,91
2,88
5.965,00
TRY
1.504,420
3.172.322,29
4,45
0,29
0,28
KBC EQUITY FUND US SMALL CAPS IS B KAP
10.062,00
USD
1.510,820
12.563.010,49
5,23
1,14
1,12
KBC MULTI INTEREST CURRENCIES IS KAP KBC MULTI INTEREST 3 MONTH DURATION - INST SH B KAP
25.088,00
EUR
1.001,330
25.121.367,04
5,27
2,28
2,25
23.778,00
EUR
999,050
23.755.410,90
10,27
2,15
2,13
82
KBC MULTI INTEREST 5 MONTH DURATION IS B KBC PARTICIPATION COMMODITIES IS B KBC PARTICIPATION SRI CORPORATE BONDS IS B KAP PRIVILEGED PORTFOLIO REAL ESTATE IS B KAP
23.746,00
EUR
1.000,470
23.757.160,62
10,32
2,15
2,13
9.074,05
EUR
751,260
6.816.970,80
5,04
0,62
0,61
23.874,38
EUR
1.242,190
29.656.519,82
2,67
2,69
2,65
39.544,51
EUR
506,160
20.015.847,66 1.104.060.940,68
5,19
1,81 100,00
1,79 98,78
100,00
98,78
Totaal beleggingsfondsen
TOTAAL EFFECTENPORTEFEUILLE
1.104.060.940,68
LIQUIDE MIDDELEN Zichtrekeningen België KBC GROUP AUD
1.602,44
AUD
1,000
1.083,72
KBC GROUP CAD
9.760,05
CAD
1,000
6.963,75
KBC GROUP CHF
886,07
CHF
1,000
736,95
KBC GROUP CZK
13.862,93
CZK
1,000
500,20
KBC GROUP DKK
6.788,51
DKK
1,000
911,66
9.765.367,62
EUR
1,000
9.765.367,62
KBC GROUP GBP
3.698,54
GBP
1,000
4.765,85
KBC GROUP HUF
290.460,11
HUF
1,000
919,91
KBC GROUP JPY
-2.311,00
JPY
1,000
-15,93
KBC GROUP NOK
30.587,22
NOK
1,000
3.371,46
KBC GROUP PLN
25.809,32
PLN
1,000
6.004,82
KBC GROUP SEK
7.262,06
SEK
1,000
766,64
KBC GROUP TRY
3.980,82
TRY
1,000
1.407,25
KBC GROUP USD
2.823,93
USD
1,000
2.333,73 9.795.117,63
KBC GROUP EURO
Totaal zichtrekeningen
0,00
0,87
0,00
0,88
Beheerde futuresrekeningen België KBC GROUP EURO FUT REK
23,10
EUR
1,000
23,10
KBC GROUP FUT.REK.GBP
40,74
GBP
1,000
52,50
KBC GROUP JPY FUT REK
1.080,00
JPY
1,000
7,44
KBC GROUP USD FUT REK
14,56
USD
1,000
12,03 95,07
Totaal beheerde futurerekeningen
TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN
9.795.212,70
0,88
OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN Vorderingen België KBC GROUP EUR TE ONTVANGEN
5.484.571,01
EUR
1,000
5.484.571,01 5.484.571,01
0,49 0,49
-1.183.803,08
EUR
1,000
-1.183.803,08 -1.183.803,08
-0,11 -0,11
4.300.767,93
0,39
-484.849,74
-0,04
-484.849,74
-0,04
1.117.672.071,57
100,00
Totaal vorderingen Schulden België KBC GROUP EUR TE BETALEN
Totaal schulden
TOTAAL VORDERINGEN EN SCHULDEN ANDERE Te betalen kosten
TOTAAL ANDERE TOTAAL VAN DE NETTOACTIVA
EUR
83
Geografische spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Ver.Arab.Emir. Argentinië Australië Oostenrijk België Bahrein Bermuda Brazilië Centr.Amerika Canada Zwitserland Chili China Ivoorkust Colombië Tsjechië Kaaimaneilanden Duitsland Denemarken Egypte Spanje Finland Frankrijk Gabon V.K. Griekenland Hong Kong Hongarije Indië Indonesië Ierland Ijsland Israël Italië Jersey Kanaaleilanden Japan Kazakhstan Zuid-Korea Kroatië Luxemburg Mexico Maleisië Noord Amerika Nigeria Nederland Noorwegen Nieuw Zeeland Oekraïne Panama Peru Filipijnen Papua N.Guin.
30/06/2013 0,02 0,00 1,18 0,92 2,56 0,00 0,24 0,75 0,26 1,38 2,00 0,09 1,20 0,00 0,14 0,09 0,23 9,20 0,37 0,00 3,78 0,43 9,40 0,00 4,73 0,04 0,96 0,11 0,47 0,34 2,77 0,00 0,18 4,89 0,29 4,53 0,00 1,62 0,01 0,63 0,67 0,63 0,00 0,00 4,71 0,65 0,03 0,00 0,00 0,12 0,19 0,01
31/12/2013 0,04 0,02 0,82 0,65 3,38 0,01 0,21 0,62 0,00 1,46 1,76 0,06 0,94 0,00 0,21 0,03 0,39 10,26 0,44 0,01 5,34 0,61 12,23 0,00 4,82 0,05 0,74 0,18 0,30 0,25 4,37 0,01 0,06 7,10 0,18 3,05 0,02 1,45 0,03 1,16 0,73 0,55 0,01 0,01 5,49 0,36 0,01 0,04 0,02 0,17 0,24 0,01
30/06/2014 0,01 0,01 0,88 0,32 5,19 0,00 0,16 0,49 0,00 1,94 1,70 0,04 1,62 0,00 0,09 0,02 0,32 9,53 0,56 0,00 3,92 0,94 11,85 0,01 4,76 0,06 0,87 0,06 0,68 0,32 1,20 0,00 0,14 4,01 0,23 3,78 0,00 1,69 0,01 0,64 0,30 0,54 0,00 0,00 3,94 0,20 0,02 0,01 0,01 0,05 0,13 0,02
31/12/2014 0,02 0,00 1,08 0,63 5,33 0,00 0,13 0,31 0,00 1,89 1,05 0,02 1,79 0,01 0,14 0,02 0,29 9,93 0,58 0,00 4,20 0,76 12,94 0,01 4,81 0,09 0,72 0,24 0,69 0,24 2,05 0,00 0,09 3,90 0,21 2,46 0,00 1,60 0,00 1,83 0,73 0,99 0,00 0,00 4,29 0,49 0,14 0,00 0,00 0,00 0,28 0,01
84
Polen Portugal Roemenië Rusland Saoedi Arabië Singapore Slovenie Int.Org. Slovakije Zweden Thailand Turkije Taiwan V.S.A. Venezuela Buiten grondgebied BLEU(EX.EUINSTEL) Instel.EU buiten grondgebied BLEU Zuid-Afrika Zaïre Totaal
0,52 0,21 0,04 0,21 0,00 0,20 0,00 0,02 0,03 1,12 0,59 0,31 0,87 32,23 0,00
0,55 0,17 0,06 0,45 0,01 0,18 0,06 0,02 0,03 0,90 0,48 0,33 0,89 24,15 0,10
0,32 0,37 0,01 0,16 0,01 0,21 0,01 0,00 0,02 0,64 0,32 0,22 1,27 32,85 0,03
0,51 0,19 0,29 0,06 0,03 0,14 0,01 0,00 0,04 0,63 0,47 0,70 1,09 27,31 0,00
0,05
0,04
0,02
0,07
0,31 0,46 0,01 100,00
0,38 0,30 0,00 100,00
0,11 0,16 0,00 100,00
0,99 0,48 0,00 100,00
30/06/2014 19,68 13,33 6,16 6,40 21,29 10,80 2,95 2,06 3,14 13,95 0,01 0,23 100,00
31/12/2014 14,36 11,28 5,77 5,30 22,92 9,61 3,43 2,10 3,04 22,12 0,00 0,07 100,00
Sectorale spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Cyclische Sectoren Consumenten(Cyclisch) Consumenten(Niet cyclisch) Farma Financiële sectoren Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven Vastgoed Overheid Beleggingsfondsen Diversen Totaal
30/06/2013 14,32 11,51 9,84 7,48 19,88 6,74 3,03 3,79 2,96 20,36 0,02 0,07 100,00
31/12/2013 12,96 10,26 6,01 6,44 23,16 7,16 3,30 1,99 2,50 25,85 0,09 0,28 100,00
85
Muntspreiding (in % van de nettoactiva)
AUD BRL CAD CHF CLP CNH CNY COP CZK DKK EUR GBP HKD HUF IDR ILS INR JPY KRW MXN MYR NGN NOK NZD PEN PHP PLN RON RUB SEK SGD SKK THB TRY TWD USD ZAR Totaal
30/06/2013 1,04 0,88 1,56 1,79 0,01 0,00 0,10 0,15 0,06 0,36 42,83 4,05 2,22 0,12 0,44 0,19 0,43 3,40 1,59 0,75 0,64 0,02 0,66 0,03 0,11 0,21 0,46 0,03 0,22 0,85 0,20 0,00 0,60 0,39 0,92 32,13 0,56 100,00
31/12/2013 0,65 0,66 1,42 1,56 0,02 0,00 0,09 0,18 0,02 0,43 53,45 3,79 1,86 0,09 0,25 0,13 0,32 2,31 1,41 0,66 0,54 0,03 0,31 0,01 0,14 0,20 0,51 0,04 0,35 0,56 0,18 0,01 0,48 0,18 0,79 26,06 0,31 100,00
30/06/2014 0,61 0,52 1,75 1,63 0,00 0,00 0,02 0,10 0,05 0,44 44,53 4,49 2,65 0,02 0,34 0,05 0,65 2,64 1,64 0,26 0,53 0,00 0,29 0,02 0,05 0,13 0,32 0,01 0,03 0,49 0,19 0,00 0,33 0,20 1,12 33,72 0,18 100,00
31/12/2014 0,55 0,35 1,81 0,92 0,00 0,08 0,35 0,15 0,09 0,23 49,97 3,88 2,44 0,30 0,39 0,17 0,88 2,17 1,52 0,68 1,00 0,00 0,57 0,14 0,00 0,26 0,53 0,29 0,06 0,23 0,14 0,01 0,47 0,79 1,03 26,95 0,60 100,00
86
2.4.2
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN HET COMPARTIMENT PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 90 NOVEMBER (IN DE VALUTA VAN HET COMPARTIMENT) 1
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
de
halfjaar 625.769.220,50 529.332.720,95 1.155.101.941,45 156.691.573,13 47.167.852,24 203.859.425,37 809.275.092,50
2 halfjaar 1.026.615.648,49 802.649.089,20 1.829.264.737,70 287.982.539,40 53.627.842,77 341.610.382,17 934.997.936,87
Jaar 1.652.384.868,99 1.331.981.810,15 2.984.366.679,15 444.674.112,53 100.795.695,01 545.469.807,54 872.919.022,02
117,54 %
159,11 %
279,40 %
halfjaar 625.769.220,50 529.332.720,95 1.155.101.941,45 156.691.573,13 47.167.852,24 203.859.425,37 796.285.380,95
2 halfjaar 1.026.615.648,49 802.649.089,20 1.829.264.737,70 287.982.539,40 53.627.842,77 341.610.382,17 921.039.850,13
Jaar 1.652.384.868,99 1.331.981.810,15 2.984.366.679,15 444.674.112,53 100.795.695,01 545.469.807,54 859.947.417,79
119,46 %
161,52 %
283,61 %
1 Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale gecorrigeerde activa Gecorrigeerde Omloopsnelheid
ste
ste
de
De tabel hierboven toont het kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief aan het begin en het einde van de periode. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. Een actief beheer van het vermogen kan resulteren in hoge omloopsnelheidpercentages (maandelijks percentage > 50%). De gedetailleerde lijst van de transacties kan gratis worden ingekeken op de zetel van de Bevek of het Fonds, Havenlaan 2, 1080 Brussel.
2.4.3
BEDRAG VAN DE VERPLICHTINGEN INZAKE FINANCIËLE DERIVATENPOSITIES Nihil
87
2.4.4
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INSCHRIJVINGEN, TERUGBETALINGEN EN VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Periode Jaar
Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop Inschrijvingen Kap.
Einde periode
Terugbetalingen
Dis.
Kap.
Dis.
Kap.
Dis.
Totaal
2012 - 12
310.485,58
198.813,62
1.592.147,86
1.592.147,86
2013 - 12
1.046.876,94
209.896,46
2.429.128,34
2.429.128,34
2014 - 12
1.448.306,74
327.326,83
3.550.108,25
3.550.108,25
Bedragen ontvangen en betaald door de ICB (in de valuta van het compartiment)
Periode Jaar
Inschrijvingen
Terugbetalingen
Kapitalisatie
Distributie
Kapitalisatie
2012 - 12
82.498.077,80
52.225.325,12
2013 - 12
303.851.441,97
59.247.032,40
2014 - 12
443.983.087,04
99.910.692,17
Periode Jaar
Netto-inventariswaarde Einde periode (in de valuta van het compartiment) van één recht van deelneming
van het compartiment
Kapitalisatie 429.440.108,89
269,72
2013 - 12
715.617.907,53
295,17
2014 - 12
1.117.672.071,57
314,83
2012 - 12
Distributie
Distributie
88
2.4.5
RENDEMENTSCIJFERS
1 Jaar Kap Div
ISIN code
Munt
KAP
BE0946433043
EUR
3 Jaar*
5 Jaar*
10 Jaar*
Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench klassen mark klassen mark klassen mark klassen mark 6.65%
7.67%
5.44%
Sinds start* Startdatum
Aandelen klassen
02/11/2006
2.86%
* De rendementscijfers zijn op jaarbasis. Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst.
Het staafdiagram geeft de performance weer van volledige boekjaren. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. Berekend in EUR. Het rendement wordt berekend als de wijziging van de inventariswaarde tussen twee tijdstippen uitgedrukt in procent. Berekeningsmethode voor datum D waarbij NIW staat voor inventariswaarde: Kapitalisatie deelbewijzen (KAP) Return op datum D over een periode van X jaar: [NIW(D) / NIW(Y)] ^ [1 / X] - 1 met Y = D-X Return op datum D sinds de startdatum S van het deelbewijs: [NIW(D) / NIW(S)] ^ [1 / F] - 1 met F = 1 indien het deelbewijs minder dan één jaar bestaat op datum D met F = (D-S) / 365.25 indien het deelbewijs langer dan één jaar bestaat op datum D Indien de periode tussen de twee tijdstippen groter is dan één jaar, dan wordt de gewone rendementsberekening omgezet in een rendement op jaarbasis door de n-de machtswortel te nemen van 1 plus het totale rendement van het deelbewijs. De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en terugkopen van de rechten van deelneming. Het gaat om de rendementscijfers van kapitalisatie rechten van deelneming.
89
2.4.6
KOSTEN
Lopende kosten: * Kapitalisatie: 2.697% * Zijn niet opgenomen in de vermelde kosten: instap- en uitstapkosten, prestatiegebonden vergoedingen, transactiekosten betaald in het kader van de verwerving of vervreemding van activa, betaalde rente, betalingen met het oog op zekerheidsstelling in het kader van afgeleide financiële instrumenten en vergoedingen inzake Commission Sharing Agreements of geIijkaardige vergoedingen ontvangen door de beheervennootschap of enige hiermee verbonden persoon. Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Het beheerloon bedraagt 113.979,47 EUR. Bijkomend werd er een vergoeding van 6.567.459,73 EUR aangerekend met betrekking tot provisies en kosten voor de toewijzing van de activa.
BESTAAN VAN COMMISSION SHARING AGREEMENTS Niet van toepassing.
BESTAAN VAN FEE SHARING AGREEMENTS EN REBATES: De beheervennootschap kan haar vergoeding delen met de Distributeur, institutionele en/of professionele partijen. In principe gaat het om 35% tot 60% indien de distributeur een entiteit is van KBC Groep NV en om 35% tot 70% indien de distributeur geen entiteit is van KBC Groep NV, doch in een beperkt aantal gevallen bedraagt de vergoeding van de distributeur minder dan 35%. De belegger zal, op verzoek, meer informatie kunnen bekomen inzake deze gevallen. Indien de beheervennootschap de activa van de instelling voor collectieve belegging belegt in rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging die niet worden beheerd door een entiteit van KBC Groep NV en de beheervennootschap ontvangt hiervoor een vergoeding, zal de beheervennootschap deze vergoeding betalen aan de instelling voor collectieve belegging. Fee sharing heeft geen invloed op de hoogte van de beheercommissie die het compartiment betaalt aan de beheervennootschap. Deze beheercommissie is onderworpen aan de beperkingen bepaald in de statuten. Deze beperkingen kunnen enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de algemene vergadering. De beheervennootschap heeft een distributieovereenkomst afgesloten met de Distributeur om een ruimere verspreiding van de rechten van deelneming van het compartiment mogelijk te maken, door gebruik te maken van meerdere distributiekanalen. Het is in het belang van de deelnemers, van het compartiment en van de Distributeur dat een zo groot mogelijk aantal rechten van deelneming wordt verkocht, en dat de activa van het compartiment dus zo hoog mogelijk zijn. In dit opzicht is er dus geen sprake van tegenstrijdige belangen.
2.4.7
TOELICHTING BIJ DE FINANCIËLE STATEN EN ANDERE GEGEVENS
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille: max.1.05% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, er wordt geen beheersprovisie aangerekend op de activa die belegd zijn in instellingen voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Bijkomend: provisies en kosten voor de toewijzing van de activa: max. 0.75% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. KBC Fund Management Limited ontvangt van de beheervennootschap een vergoeding van max. 0.75% berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, zonder dat de totale provisies en kosten voor de toewijzing van de activa die de beheervennootschap ontvangt zullen worden overschreden. De vergoeding voor administratief agent is betaalbaar op het einde van elk maand en is berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. Vergoeding van de commissaris: 1786 EUR per jaar. Deze vergoeding is exclusief BTW en kan jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de beslissing van de algemene vergadering. Het bewaarloon is berekend op de waarde van de stukken die de bewaarder in depot heeft op de laatste bankwerkdag van het voorafgaande kalenderjaar, behalve op de activa die belegd zijn in instelling voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Het bewaarloon wordt betaald in het begin van het kalenderjaar.
90
Uitoefenen van stemrechten: Indien nodig, relevant en in het belang van de aandeelhouders zal de beheervennootschap de stemrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de aandelen in de portefeuille van de Bevek. De beheervennootschap hanteert de volgende criteria bij het bepalen van haar houding m.b.t. de agendapunten die ter stemming worden voorgelegd: De waarde voor de aandeelhouders mag niet negatief beïnvloed worden. De regels inzake corporate governance, inzonderheid deze met betrekking tot de rechten van de minderheidsaandeelhouders, moeten gerespecteerd worden. Er moet aan de minimumnormen inzake duurzaam en maatschappelijk ondernemen voldaan worden. De lijst van ondernemingen waarvoor het stemrecht werd uitgeoefend, is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de Bevek.
Effect KBC Equity Fund-America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Satellites-Institutional B Shares KBC Participation-Cash Plus-Institutional B Shares KBC Participation-Local Emerging Market Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Liquidity-Institutional B Shares KBC Bonds-Corporates USD-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-Corporates Euro-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-EMU Short KBC Bonds-High Interest-Institutional B Shares capitalisation KBC Interest fund-EURO MEDIUM-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Emurenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Eurorenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Short USD-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Strategic Accents 1-Institutional B Shares Capitalisation Celest-Volatility Strategy - Andromeda-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Buyback America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend New Markets-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Quant EMU-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Satellites-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Finance-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Non Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Telecom & Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Turkey-Institutional B Shares KBC Equity Fund-US Small Caps-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Currencies-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Cash 3 Month Duration-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Cash 5 Month Duration-Institutional B Shares KBC Participation-Commodities-Institutional B Shares KBC Participation-SRI Corporate Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Real Estate-Institutional B Shares Privileged Portfolio-Pro 90 November
Maximale beheerloon 1,50 1,50 1,50 0,40 1,20 0,40 1,10 1,10 0,40 1,10 0,50 1,10 1,10 1,17 1,10 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 0,50 0,40 0,40 1,10 1,25 0,93 1,05
91
Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2014
INHOUDSOPGAVE 2.
Informatie over Privileged Portfolio Defensive 2.1. Beheerverslag 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs 2.1.2. Beursnotering 2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.1.4. Financieel portefeuillebeheer 2.1.5. Distributeurs 2.1.6. Index en benchmark 2.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.1.8. Toekomstig beleid 2.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator (SRRI) 2.2. Balans 2.3. Resultatenrekening 2.4. Samenstelling van de activa en kerncijfers 2.4.1. Samenstelling van de activa 2.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa 2.4.3. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en inventariswaarde 2.4.5. Rendementscijfers 2.4.6. Kosten 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
van
de
netto-
92
93
2
INFORMATIE OVER PRIVILEGED PORTFOLIO DEFENSIVE
2.1
BEHEERVERSLAG
2.1.1
LANCERINGSDATUM EN INSCHRIJVINGSPRIJS
Lanceringsdatum: 3 maart 2006 Initiële inschrijvingsprijs: 250 EUR Uitdrukkingsmunt: EUR
2.1.2
BEURSNOTERING
Niet van toepassing.
2.1.3
DOEL EN KRACHTLIJNEN VAN HET BELEGGINGSBELEID
DOEL VAN HET COMPARTIMENT : Het voornaamste doel van het compartiment bestaat erin de houders van rechten van deelneming een zo hoog mogelijk rendement te bieden d.m.v. rechtstreekse of onrechtstreekse beleggingen in verhandelbare effecten. Dit komt tot uiting in een streven naar meerwaarden en inkomsten. Het beleggingsbeleid is gericht op het volgen van de beleggingsstrategie voor een belegger met een bepaald risicoprofiel.
BELEGGINGSBELEID VAN HET COMPARTIMENT : CATEGORIEËN VAN TOEGELATEN ACTIVA: De beleggingen van het compartiment kunnen bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, deposito’s, financiële derivaten, liquide middelen en alle andere instrumenten voor zover en in de mate dit toegelaten is door de toepasselijke regelgeving en kadert binnen het vermelde doel.
GRENZEN VAN HET BELEGGINGSBELEID: Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de door de regelgeving gestelde grenzen. Het compartiment mag ontleningen aangaan tot 10% van haar netto-activa, voor zover het gaat om kortlopende ontleningen met het doel tijdelijke liquiditeitsproblemen op te lossen.
TOEGELATEN DERIVATENTRANSACTIES: Derivaten kunnen zowel gebruikt worden om de beleggingsdoelstellingen te realiseren als om risico’s in te dekken. Er kan met al dan niet genoteerde derivaten worden gewerkt: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps m.b.t. effecten, indexen, munten of rente of om andere transacties met derivaten. Niet genoteerde derivatentransacties worden enkel afgesloten met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties. Het compartiment streeft ernaar om, binnen de toepasselijke regelgeving en het beheerreglement, steeds de meest doelgerichte transacties af te sluiten. Alle kosten verbonden aan de transacties zijn ten laste van het compartiment en alle opbrengsten komen toe aan het compartiment. Als er door de transacties een risico ontstaat op de tegenpartij, kan dat risico worden ingeperkt door gebruik te maken van een margebeheersysteem dat verzekert dat het compartiment de begunstigde is van een zekerheid onder de vorm van contanten of investment grade obligaties. Bij het bepalen van de waarde van de obligaties wordt een marge toegepast die varieert in functie van de resterende looptijd en de uitdrukkingsmunt van de betreffende obligatie. De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten. De ICB kan contracten afsluiten die betrekking hebben op een kredietrisico op emittenten van schuldinstrumenten. Het kredietrisico is het risico dat de emittent van het schuldinstrument in gebreke blijft. Dit kredietrisico heeft betrekking op partijen waarvan de kredietwaardigheid op het moment van het sluiten van het contract evenwaardig is aan die van de emittenten van wie de ICB rechtstreeks schuldinstrumenten aanhoudt. Derivaten kunnen ook worden gebruikt om de activa van het compartiment in te dekken tegen open wisselkoersrisico’s ten opzichte van de uitdrukkingsmunt.
94
Een eventueel gebruik van kredietderivaten kan enkel ter uitvoering van de beleggingsdoelstellingen en binnen het bestaande risicoprofiel, zonder dat dit een verschuiving impliceert naar minder kredietwaardige debiteuren. Bijgevolg verhoogt het kredietrisico niet. In zoverre er met derivaten wordt gewerkt, gaat het om vlot verhandelbare en liquide instrumenten. Bijgevolg heeft het gebruik van derivaten geen invloed op het liquiditeitsrisico. Het gebruik van derivaten verandert ook niets aan de spreiding van de portefeuille over regio’s, sectoren of thema’s. Bijgevolg heeft het geen invloed op het concentratierisico. Derivaten worden niet gebruikt om een gehele of gedeeltelijke kapitaalbescherming te waarborgen. Ze verhogen noch verminderen het kapitaalrisico. Het gebruik van derivaten heeft ook geen invloed op het afwikkelingsrisico, het bewaarnemingsrisico, het flexibiliteitsrisico, het inflatierisico of het risico afhankelijk van externe factoren.
BEPAALDE STRATEGIE: Het compartiment belegt, rechtstreeks of onrechtstreeks via financiële instrumenten met een gelijklopende evolutie, hoofdzakelijk in internationale aandelen en obligaties. Aan deze activa wordt een richtspreiding toegekend. Deze richtspreiding is 30% aandelen of aandelengerelateerde beleggingen, 70% obligaties of obligatiegerelateerde beleggingen, en 0% in elk van de overige activaklassen. In functie van de verwachtingen ten aanzien van de ontwikkeling van deze activa, wordt beslist aan welke activa een onder- of overweging wordt toegekend ten opzichte van bovengenoemde richtspreidingen. Dit gebeurt in lijn met de maandelijkse beleggingsstrategie van KBC Asset Management NV, zoals terug te vinden op www.kbcam.be/activaklassen. Het compartiment zal steeds minder aandelen dan obligaties bevatten. Het aandelenluik belegt in een wereldwijde selectie van aandelen, waarbij alle regio’s, sectoren en thema’s in aanmerking kunnen worden genomen.
KENMERKEN VAN DE OBLIGATIES EN SCHULDINSTRUMENTEN: De activa worden gedeeltelijk belegd in obligaties en schuldbewijzen, zowel uitgegeven door bedrijven als door overheidsinstanties. Het compartiment belegt rechtstreeks en/of onrechtstreeks minimaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa in effecten die een investment grade (minimaal BBB-/Baa3 lange termijn, A3/F3/P3 korte termijn) rating hebben van minstens 1 van volgende ratingagentschappen: o Moody’s (Moody’s Investors Service); o S&P (Standard & Poor’s, a Division of the McGraw-Hill Companies); o Fitch (Fitch Ratings), en/of in geldmarktinstrumenten waarvan de emittent over een investment grade rating van 1 van bovenstaande agentschappen beschikt. Daarnaast kan het compartiment tot maximaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa beleggen in effecten die over een lagere rating beschikken (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent over een lagere rating beschikt) en/of in effecten waarvoor geen kredietrating van één van boven genoemde agentschappen beschikbaar is (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent niet over een rating van één van boven genoemde agentschappen beschikt). Bij de selectie van de obligaties en schuldinstrumenten worden alle looptijden in aanmerking genomen.
VOORNAMELIJKE BELEGGING IN ANDERE ACTIVA DAN EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN. Het compartiment kan voornamelijk beleggen in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
95
UITLENING VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN: Het compartiment mag financiële instrumenten uitlenen binnen de beperkingen bepaald door de toepasselijke regelgeving. Het uitlenen gebeurt in het kader van een effectenleningensysteem beheerd door hetzij een ‘principaal’, hetzij een ‘agent’. In het eerste geval heeft het compartiment enkel een relatie met de principaal van het effectenleningensysteem die als tegenpartij optreedt en aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met enerzijds de agent (als beheerder van het systeem) en anderzijds één of meerdere tegenpartijen aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De agent zelf treedt op als tussenpersoon tussen het compartiment en de tegenpartij(en). De effectenleningen hebben geen wijziging van het risicoprofiel van het compartiment tot gevolg aangezien: De keuze van zowel principaal, agent als elke tegenpartij aan strenge selectiecriteria is onderworpen. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten op elk ogenblik kan gevraagd worden. Zo is gewaarborgd dat de effectenleningen het beheer van de activa van het compartiment niet beïnvloeden. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten wordt gegarandeerd door de principaal, respectievelijk de agent. Via een margebeheersysteem wordt steeds verzekerd dat het compartiment de begunstigde is van een financiële zekerheid onder de vorm van contanten of andere welbepaalde categorieën effecten met een laag risicoprofiel, zoals overheidsobligaties, dit voor het geval de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, geen gelijkwaardige effecten zou teruggeven. De reële waarde van de zekerheid onder de vorm van effecten met een laag risicoprofiel overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten met 5%. Daarenboven wordt bij het bepalen van de waarde van de als zekerheid verstrekte effecten met een laag risicoprofiel een marge van 3% toegepast die moet vermijden dat een negatieve koersevolutie tot gevolg zou kunnen hebben dat de reële waarde van de effecten met een laag risicoprofiel niet meer de reële waarde van de uitgeleende effecten overtreft. De waarde van de zekerheid onder de vorm van contanten overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten. Indien het compartiment een financiële zekerheid ontvangt onder de vorm van contanten kan het deze contanten herinvesteren in deposito’s bij kredietinstellingen die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen, mits de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de EER gevestigd is, of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gevestigd is, mits deze instelling onderworpen is aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Europees recht zijn vastgesteld. kortetermijngeldmarktfondsen zoals beschreven in de ESMA-richtsnoeren CESR/10049 van 19 mei 2010 betreffende een gemeenschappelijke definitie van Europese geldmarktfondsen. overheidsobligaties in dezelfde munteenheid als de ontvangen contanten en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot effectenleningen door bepaalde instellingen voor collectieve belegging. Deze herinvestering kan tot gevolg hebben dat het compartiment met betrekking tot de financiële zekerheid niet langer een kredietrisico loopt t.o.v. de financiële instelling waar de contantenrekening wordt aangehouden maar wel bijvoorbeeld t.o.v. de emittent(en) van het (de) schuldinstrument(en). De beheervennootschap kan de uitvoering van het herinvesteringsbeleid delegeren aan een derde, met inbegrip van de agent die het effectenleningensysteem beheert. Het uitlenen van effecten stelt het compartiment in de mogelijkheid een bijkomende opbrengst te behalen. Deze opbrengst kan bestaan uit enerzijds een vergoeding die de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, betaalt en anderzijds inkomsten uit herinvestering. Van deze opbrengst worden directe en indirecte kosten afgehouden. Deze kosten worden forfaitair bepaald op 35% van de ontvangen vergoeding en bestaan uit de kosten voor de clearing services van KBC Bank, de kosten van de beheervennootschap voor het opzetten en opvolgen van het systeem voor uitlenen van effecten, de kosten voor het margebeheer, de kosten verbonden aan cash- en effectenrekeningen en -verkeer, de vergoeding voor het eventuele beheer van herinvesteringen en, indien gewerkt wordt via een agent, de vergoeding betaald aan de agent
96
De relatie met de tegenpartij(en) standaardovereenkomsten.
wordt
geregeld
op
basis
van
internationale
ALGEMENE STRATEGIE TER DEKKING VAN HET WISSELRISICO: Om zijn activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen en binnen de beperkingen die uiteengezet worden in het beheerreglement, kan het compartiment transacties verrichten die betrekking hebben op de verkoop van termijnovereenkomsten op deviezen, evenals de verkoop van callopties of de aankoop van putopties op valuta’s. De hier beoogde transacties mogen enkel betrekking hebben op contracten die verhandeld worden op een gereglementeerde markt die regelmatig werkt, erkend is en opengesteld is voor het publiek, of verhandeld worden met een erkende financiële instelling van eerste rang die gespecialiseerd is in dit type van transacties en die actief is op de 'over the counter' (OTC)-markt voor opties. Met dezelfde doelstelling kan het compartiment ook valuta’s verkopen op termijn of uitwisselen in het kader van onderhandse transacties met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties.
SOCIALE, ETHISCHE EN MILIEUASPECTEN: Er mag niet belegd worden in financiële instrumenten uitgegeven door producenten van controversiële wapens, waarvan de voorbije vijf decennia bij internationale consensus is vastgesteld dat het gebruik ervan onevenredig veel menselijk leed veroorzaakt aan de burgerbevolking. Het betreft de producenten van antipersoonsmijnen, clusterbommen en -munitie en wapens met verarmd uranium. Er mogen daarnaast sinds 31.3.2014 geen nieuwe beleggingen gebeuren in financiële instrumenten uitgegeven door ondernemingen zonder anti-corruptie beleid die bovendien in de afgelopen twee jaar een negatieve evaluatie kregen bij een diepgaande screening op de aanwezigheid van corruptie. De onderneming heeft geen anti-corruptie beleid als niet kan worden aangetoond dat de onderneming een aanvaardbaar beleid heeft aangaande de bestrijding van corruptie. Een aanvaardbaar beleid dient publiek gemaakt te worden en houdt minstens in dat omkoping niet gedoogd wordt, en dat de wet dienaangaande wordt nageleefd. De screening zal gebeuren op basis van een algemeen aanvaarde en onafhankelijke ‘Sociale, ethische en milieuaspecten’ database. Op deze wijze wordt niet alleen een louter financiële realiteit weergegeven, maar ook een sociale realiteit van de sector of regio. Voor de eventuele toepassing van de Europese en Belgische fiscale bepalingen wordt verwezen naar het prospectus onder 'Informatie betreffende het gemeenschappelijk beleggingsfonds Belastingstelsel' .
2.1.4
FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER
Er is geen delegatie van het beheer van de beleggingsportefeuille.
2.1.5
DISTRIBUTEURS
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
2.1.6
INDEX EN BENCHMARK
Zie ‘Beleggingsbeleid van het compartiment’.
97
2.1.7
TIJDENS HET BOEKJAAR GEVOERD BELEID
In 2014 begon men meer vertrouwen te krijgen in de duurzaamheid van het economisch herstel wereldwijd. De VS verteerden met gemak een zwaar saneringsprogramma. De arbeidsmarkt won aan dynamiek. De Bank of England wist met succes de Britse economie van het liquiditeiteninfuus af te koppelen. Japan doorbrak de negatieve deflatiespiraal. De aandelenmarkten koesterden het conjunctuuroptimisme. De eurozone bleef echter met recessie flirten. De obligatiemarkten raakten in de ban van het vooruitzicht dat de Europese Centrale Bank (ECB) het Amerikaanse voorbeeld zou volgen en op grote schaal overheidsobligaties zou gaan inkopen. De economische groei was in 2014 meer dan behoorlijk. De regionale verschillen zijn evenwel (heel) groot. Globaal viel de groei wat trager uit voor de opkomende markten. In het Westen versnelde die, met dank aan de VS. De EMU haakt echter af. De eurocrisis en de vrees dat de Europese bankensector eronder zou bezwijken, wierpen in de periode van april 2010 tot oktober 2011 bijna permanent een schaduw over de aandelenmarkten. De stemming veranderde in de loop van 2012 dankzij betere berichten uit de Amerikaanse arbeidsmarkt. In 2014 versterkten vrij stevige PMI’s (indicatoren voor het ondernemersvertrouwen) overal in de wereld, met uitzondering van de EMU, het conjunctuuroptimisme. Sterke arbeidsmarktrapporten in de VS gaf dat optimisme een stevige basis. Vanaf oktober 2012 was de onderliggende trend op de internationale aandelenmarkten onmiskenbaar positief. Bijna zonder haperingen, getuige de historisch lage koersvolatiliteit. De S&P-500 zette in 2014 het ene record na het andere neer en bereikte op 29 december zijn hoogste notering ooit. Al bij al noteerde de MSCI All Countries Index (de ruimste wereldindex) op 31 december 2014 in euro sterk hoger dan eind 2013. West-Europa wist zijn inhaalbeweging, ingezet in 2012, niet voort te zetten. De vrees dat de problemen van de EMU een systeemrisico inhouden, verdween volledig. Zo zorgde het debacle van Banco Espirito Santo (april) voor weinig opschudding. De val van de Griekse regering (december) had wel marktimpact. In de plaats kwam de vrees voor deflatie. De goedkopere waardering van Europa (tegenover de VS) gaf weinig steun, want al twee jaar waren de bedrijfswinsten in Europa sterk achtergebleven, zowel ten opzichte van de verwachtingen als in vergelijking met de winstontwikkeling in de VS. De ontluikende regio’s kenden een comeback, na enkele jaren ondermaats te hebben gepresteerd. De Aziatische opkomende markten zetten vanaf maart-april een sterke outperformance neer. Dat herstel verliep geheel parallel met betere PMI’s (in de regio, maar ook wereldwijd) en een, zij het schuchter, herstel van de uitvoer van de regio. Die ontwikkelingen deden meteen de bezorgdheid over een kredietzeepbel in China afnemen. Latijns-Amerika presteerde aanvankelijk zeer sterk, maar zonder sterke fundamenten. Het economisch klimaat in Brazilië verslechterde immers aanzienlijk en Argentinië raakte in financiële ademnood ten gevolge van een rechterlijke uitspraak in de VS waardoor het land tot de status van ‘Selective Default’ (‘gedeeltelijke wanbetaling’) is afgewaardeerd. OostEuropa werd ontvlucht vanwege de crisis in Oekraïne en de kapitaalvlucht uit Rusland. De sterke conjunctuurtwijfels, het besef dat de inflatie zo goed als dood is en de interventies van de centrale banken houden de obligatierente historisch laag. Eind mei 2013 kondigt de toenmalige Fedvoorzitter Ben Bernanke aan dat de tijd stilaan aangebroken is om de inkoopprogramma’s van overheidsobligaties terug te schroeven. De aankondiging van “tapering” deed de Amerikaanse tienjaarsrente in 2013 sterk opveren. Een overvloedige, transparante en geruststellende communicatie van de Amerikaanse centrale bank miste zijn uitwerking niet en de Amerikaanse obligatierente ontspande weer in 2014. De Duitse obligatierente daalde nog sterker. Hoe lager de inflatiecijfers en hoe zwakker de gepubliceerde groeicijfers, hoe sterker de overtuiging dat een grootschalig programma van de ECB voor de inkoop van overheidsobligaties niet lang meer kan uitblijven. Op 15 augustus 2014 daalde de Duitse tienjaarsrente voor het eerst onder 1%. Op 26 november deed de Belgische dat ook. Het verder wegebben van de eurocrisis deed de renteverschillen tussen de EMU-partners verder dalen, bijna zonder haperingen – behalve dan in het geval van Griekenland. Ook het Belgisch-Duitse renteverschil kalfde verder af tot 29 basispunten eind 2014. Belangrijke faillissementen in de bedrijvensector blijven de voorbije jaren uit. Daardoor daalden de renteverschillen van bedrijfsobligaties tegenover overheidspapier verder. De premie voor het kredietrisico is nu op een fair niveau beland, het extraatje is verdwenen.
98
In 2013 was de euro de sterkste munt ter wereld. De ECB is ook de enige van de vier belangrijkste centrale banken die niet op grote schaal schuldpapier inkoopt maar, integendeel, geconfronteerd wordt met een krimpende balans. Aanvankelijk ging de euro in 2014 op hetzelfde elan door. Almaar nadrukkelijker verklaarde ECB-voorzitter M. Draghi ongelukkig te zijn met de sterke wisselkoers van de euro en een eigen versie van Quantitative Easing te zullen opstarten. Terzelfdertijd liet de VS de inkoop-programma’s van schuldpapier uitdoven (tapering). Deze verschuiving in monetair beleid tussen de ECB (vooruitzicht op een expansie van de balans, na een periode van krimp) en de Fed (beëindigen van de balansexpansie) bleef niet zonder gevolgen voor de USD/EUR-wisselkoers. Op 31 december noteert de EUR sterk zwakker dan eind 2013.
2.1.8
TOEKOMSTIG BELEID
Wie op het Europese continent woont, beseft het misschien niet, maar de wereldeconomie stoomt voort op kruissnelheid. Het groeicijfer voor 2014 (op dit moment geraamd op +3%) is behoorlijk, maar niet uitzonderlijk. In de VS en Opkomend Azië neemt het groei-optimisme toe. Wat meer koopkracht voor de consument en wat minder saneren door de overheid zijn de voornaamste redenen. In de eurozone blijft de conjunctuurmotor sputteren. Het schuchtere economische herstel dat in 2013 was ingezet, begon in 2014 alweer te stokken. In Duitsland kende het producentenvertrouwen een scherpe daling, toen eerst de EU sancties aankondigde tegen Rusland en daarna Rusland tegenmaatregelen uitvaardigde. Er hoeft niet veel te gebeuren of de Europese conjunctuur verzeilt in een derde recessie in zes jaar tijd. We verwachten niet dat het zover zal komen. Uitvoer naar Rusland is niet zo belangrijk voor het geheel van de Duitse of de Europese economie. Het effect van een aantrekkende wereldeconomie en de verzwakkende euro op de Duitse en Europese export is veel belangrijker. De lage en dalende inflatie geeft zuurstof aan de koopkracht van de gezinnen, die bovendien profiteren van een lichte versnelling van de loonstijgingen. Het consumentenvertrouwen verbetert en de banken hebben hun kredietpolitiek versoepeld. Neen, deflatie is niet aan de orde in Europa. De eurocrisis is naar de achtergrond verdreven – Griekenland ten spijt -, maar vele problemen wachten nog op een oplossing. In 2014 ging de aandacht uit naar het grootschalige onderzoek van de ECB naar de kwaliteit van de kredietportefeuilles van de Europese banken. Dat onderzoek en de daaropvolgende stresstests (die nagaan of de kapitaalbuffers van de banken voldoende ruim zijn om crisissen te overleven) moeten de ECB voldoende informatie hebben verschaft om haar taak van panEuropese toezichthouder te vervullen. Frankfurt hoopt vooral dat het onderzoek het onderlinge vertrouwen tussen de Europese banken voldoende herstelt, zodat zij hun interbancaire relaties normaliseren. In 2015 zal het zaak zijn de Europese banken aan te zetten wat vlotter krediet te geven aan de gezinnen en KMO’s. Dat is meer een kwestie van vertrouwen (deflatievrees afwenden) dan liquiditeitinjecties door de ECB. Op het vlak van begrotingsdiscipline worden de teugels wat gevierd. De controle op de nationale begrotingen is wel verscherpt, maar de normen zijn minder absoluut geworden en daardoor is er meer speelruimte. De die manoeuvreerruimte wordt maximaal benut. Een aantal landen (waaronder Frankrijk en Italië) heeft zelfs openlijk verklaard de Europese normen naast zich neer te leggen. Een van de grote uitdagingen voor dit decennium is de verdere ontwikkeling van de consumptie in China en de rest van Azië. Die kan bijdragen tot een meer evenwichtige economische wereldorde. Het vermindert niet alleen de uitvoerafhankelijkheid van de regio. Minstens even belangrijk is de weerslag op de internationale kapitaalstromen. Meer consumptie in China betekent minder besparingen en meer invoer, ook uit de VS en Europa. Dat helpt het Westen om uit zijn schuldproblemen te groeien. Inflatie is al lang geen reden tot bezorgdheid meer. Integendeel, die is eerder te laag (dichter bij 0% dan bij de officiële doelstelling van 2% voor de inflatie in de eurozone). Er is wel veel ongerustheid over de groei. En de ECB wil absoluut vermijden dat de eurocrisis opnieuw opflakkert. Allicht blijft ze streven naar een normaal tarief van 3% voor de kortetermijnrente in de eurozone, maar dat is nu een doelstelling op zeer lange termijn geworden. Op korte termijn (horizon eind 2015) is dat absoluut uitgesloten. De grootste bezorgdheid van de ECB vandaag is niet de hoogte van haar rentetarieven, maar hoe ze ervoor kan zorgen dat die lage rente ook doorsijpelt in de marktrente in Zuid-Europa. Daar is een lage rente het meest nodig, maar uitgerekend daar blijft de marktrente het hoogst. De obligatierente heeft allicht zijn bodem bereikt. Gezien de huidige laagterecords zou het logisch zijn dat de obligatierente stijgt, gevoed door een betere economische omgeving. Daardoor zal de markt al in de loop van de volgende maanden kunnen anticiperen op een strakker monetair beleid in de loop van 2015 (VS) of later (EMU). Die rentestijging zal de volgende maanden wel (nog) niet heel sterk zijn. De centrale banken zullen dat, uit vrees voor negatieve gevolgen voor de groei, tot elke prijs vermijden.
99
De premie voor het debiteurenrisico op de markt van de bedrijfsobligaties is in de voorbije jaren sterk gedaald. Het huidige niveau vergoedt het debiteurenrisico op een correcte manier. Veel spreadvernauwing valt dus niet meer te verwachten, ook al is de financiële structuur van de meeste ondernemingen heel gezond. Ook de renteverschillen binnen de EMU zijn al fors gedaald en weerspiegelen stilaan op een correcte manier de kwaliteitsverschillen van de verschillende overheden als debiteuren. Gezien de hangende problemen van de euro is een opstoot van risicoaversie en volatiliteit van de renteverschillen niet uit te sluiten. De geldmarktrente zal niet snel stijgen en de obligatierente bevindt zich op een historisch dieptepunt. Alles lijkt naar aandelen te wijzen als het meest interessante beleggingsalternatief voor de komende maanden. Maar een gebrek aan alternatieven is natuurlijk niet voldoende om een opwaardering van de markt te krijgen. Daarvoor moeten de beleggers opnieuw wat meer risicoappetijt krijgen. In vergelijking met obligaties zijn aandelen toch nog altijd spotgoedkoop.
2.1.9
SYNTHETISCHE RISICO- EN OPBRENGSTINDICATOR
3 op een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). De waarde van een recht van deelneming kan stijgen of dalen en de belegger kan minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd. Overeenkomstig Verordening 583/2010 is een synthetische risico- en opbrengstindicator bepaald. Deze geeft een cijfermatige aanduiding van de mogelijke opbrengst van het compartiment, maar ook van het bijhorende risico, berekend in de uitdrukkingsmunt van het compartiment. De indicator wordt geformuleerd als een cijfer tussen 1 en 7. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger de mogelijke opbrengst, maar ook hoe moeilijker voorspelbaar dit rendement. Ook verliezen zijn mogelijk. Het laagste cijfer betekent niet dat de belegging volledig risicoloos is. Wel wijst het erop dat, vergeleken met hogere cijfers, dit product normaal een lager, maar eveneens beter voorspelbaar rendement zal bieden. De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt geregeld geëvalueerd en kan dus verlaagd of verhoogd worden op basis van gegevens uit het verleden. Gegevens uit het verleden zijn niet altijd een betrouwbare aanwijzing voor opbrengst en risico in de toekomst.
100
2.2
BALANS
Balansschema TOTAAL NETTO ACTIEF II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
E.
ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming Financiële derivaten j) Op deviezen Termijncontracten (+/-)
F.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
13.945.080,34
10.236.266,67
13.833.035,29
10.063.226,11
7.741,93
-2.868,08
IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A. B.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-) c) Ontleningen (-)
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
4.036.624,92 -4.023.104,81 -0,02 108.728,31
164.639,16
-4.425,19
-2.250,61
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
13.945.080,34
10.236.266,67
A.
Kapitaal
12.899.466,26
9.765.738,40
B.
Deelneming in het resultaat
25.752,78
-4.447,63
D.
Resultaat van het boekjaar
1.019.861,30
474.975,90
561.133,84
377.385,88
VI. Overlopende rekeningen
C. Toe te rekenen kosten (-)
Posten buiten-balanstelling III
Notionele bedragen van de termijncontracten(+)
III.A
Gekochte termijncontracten
101
2.3
RESULTATENREKENING
Resultatenrekening I.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten a) Op obligaties Termijncontracten l) Op financiële indexen Termijncontracten G. Vorderingen, deposito's, liquide middelen en schulden H. Wisselposities en -verrichtingen a) Financiële derivaten Termijncontracten b) Andere wisselposities en verrichtingen
826,39 877.270,75
645.483,73
-290,00 9.327,31
2.560,00
0,01
-0,01
10.610,01 168.567,25
-2.868,08 -81.274,99
Det.rubriek I winst en verlies op beleggingen
Gerealiseerde winsten op beleggingen Ongerealiseerde winsten op beleggingen Gerealiseerde verliezen op beleggingen Ongerealiseerde verliezen op beleggingen II.
404.649,04 888.517,40 -57.320,60 -170.360,51
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
Dividenden Interesten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-)
109,86
A. B.
III.
Andere opbrengsten
B.
Andere
823,04 -533,60
172,41 -47,92 471,94
102
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-12.512,24
-29.438,88
-110,05
-1.360,08 -24,17
-30.642,93 -11.365,19 13.679,51 -1.533,56 -97,03 -3.331,98
-28.555,00 -10.486,12 -15.198,27 -3.592,38 -257,86 -1.544,67
-45.624,03
-89.751,14
1.019.861,30
474.975,90
1.019.861,30
474.975,90
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
VII. Resultaat van het boekjaar
103
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) II.
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
1.045.614,08
470.528,27
1.019.861,30
474.975,90
25.752,78
-4.447,63
-1.045.614,08
-470.528,27
104
2.4
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
2.4.1
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRIVILEGED PORTFOLIO DEFENSIVE
Benaming
Hoeveelheid op 31/12/2014
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie % (in de valuta van het in het bezit compartiment) van de ICB
% Porte feuille
% Nettoactief
NETTOACTIVA EFFECTENPORTEFEUILLE Beleggingsfondsen Gesloten fondsen Genoteerde gesloten beleggingsfondsen België KBC EQUITY FUND AMERICA IS B KAP
149,00
USD
2.217,030
272.994,89
0,04
1,97
1,96
KBC EQUITY FUND EUROPE IS
129,00
EUR
1.453,940
187.558,26
0,04
1,36
1,35
85,00
EUR
1.021,780
86.851,30
0,08
0,63
0,62
508,00
EUR
970,520
493.024,16
0,06
3,56
3,54
1,42
KBC EQUITY FUND FAMILY ENTERPRISES IS B CAP KBC PARTICIPATION LOCAL EMERGING MARKET BONDS KAP IS B
Luxemburg KBC BONDS CORPOR USD IS B KAP
231,00
USD
1.033,800
197.353,66
0,05
1,43
KBC BONDS CORPORATES EURO IS B KAP
1.093,00
EUR
856,680
936.351,24
0,09
6,77
6,72
KBC BONDS EMU SHORTIS B KAP
1.441,00
EUR
1.067,990
1.538.973,59
0,15
11,17
11,04
KBC BONDS HIGH INTEREST IS B KAP
294,00
EUR
2.073,780
609.691,32
0,04
4,41
4,37
KBC INTEREST FUND EURO MEDIUM IS B_KAP
313,00
EUR
4.164,380
1.303.450,94
0,11
9,42
9,35
KBC RENTA MEDIUM EUR IS B KAP KBC RENTA STRATEGIC ACCENTS 1 IS B KAP
224,00
EUR
1.110,050
248.651,20
0,71
1,80
1,78
1.151,00
EUR
1.216,150
1.399.788,65
0,09
10,11
10,04
Open beleggingsfondsen ICBE ingeschreven bij de FSMA België CELEST VOLATILITY STRATEGY ANDROMEDA IS B
97,00
EUR
974,600
94.536,20
0,06
0,68
0,68
KBC EQUITY FUND BUYBACK AMERICA IS B KAP
159,00
USD
1.567,360
205.950,37
0,03
1,49
1,48
KBC EQUITY FUND CENTRAL EUROPE IS B KAP
30,00
EUR
979,870
29.396,10
0,08
0,21
0,21
KBC EQUITY FUND EUROZONE IS B KAP
734,00
EUR
436,490
320.383,66
0,03
2,32
2,30
KBC EQUITY FUND GLOBAL LEADERS IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND NEW MARKETS IS B KAP KBC EQUITY FUND NEW ASIA IS B KAP
580,00
EUR
347,270
201.416,60
0,12
1,46
1,44
433,00
EUR
455,780
197.352,74
0,06
1,43
1,42
163,00
EUR
1.226,470
199.914,61
0,03
1,44
1,43
172,00
EUR
474,380
81.593,36
0,04
0,59
0,59
385,00
EUR
630,890
242.892,65
0,09
1,76
1,74
KBC EQUITY FUND QUANT EMU IS B KAP
474,00
EUR
674,140
319.542,36
0,05
2,31
2,29
KBC EQUITY FUND SATELLITES IS B KAP
174,00
EUR
1.234,160
214.743,84
0,04
1,55
1,54
KBC EQUITY FUND STRATEGIC CYCLICALS IS KAP
954,00
EUR
794,010
757.485,54
0,05
5,47
5,43
KBC EQUITY FUND STRATEGIC FINANCE IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC NON CYCLICALS IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC TEL & TECHNOLOGY IS B KAP KBC EQUITY FUND TECHNOLOGY IS B KAP
1.298,00
EUR
405,600
526.468,80
0,04
3,80
3,78
1.022,00
EUR
332,650
339.968,30
0,05
2,46
2,44
1.703,00
EUR
150,540
256.369,62
0,04
1,85
1,84
1.189,00
USD
208,460
204.833,63
0,14
1,48
1,47
50,00
TRY
1.504,420
26.591,13
0,04
0,19
0,19
KBC EQUITY FUND TURKEY IS B KAP KBC EQUITY FUND US SMALL CAPS IS B KAP
84,00
USD
1.510,820
104.879,04
0,04
0,76
0,75
KBC MULTI INTEREST CURRENCIES IS KAP
356,00
EUR
1.001,330
356.473,48
0,08
2,58
2,56
KBC PARTICIPATION COMMODITIES IS B
115,00
EUR
751,260
86.394,90
0,06
0,62
0,62
KBC PARTICIPATION SRI CORPORATE BONDS IS B
755,00
EUR
1.242,190
937.853,45
0,08
6,78
6,73
105
KAP PRIVILEGED PORTFOLIO REAL ESTATE IS B KAP
572,00
EUR
506,160
289.523,52
0,08
2,09
2,08
406,00
EUR
266,880
108.353,28
0,08
0,78
0,78
75,92
EUR
5.998,800
455.428,90 13.833.035,29
0,39
3,29 99,94
3,27 99,20
ICB ingeschreven bij de FSMA België KBC MULTI TRACK GERMANY KAP
Luxemburg KBC INTEREST FUND CASH EURO KAP
Totaal beleggingsfondsen Termijncontracten
EUR
7.741,93
TOTAAL EFFECTENPORTEFEUILLE
13.840.777,22
0,06
100,00
99,25
LIQUIDE MIDDELEN Zichtrekeningen België KBC GROUP AUD
5.770,04
AUD
1,000
3.902,24
0,03
KBC GROUP CAD
952,71
CAD
1,000
679,75
0,01
KBC GROUP CZK
1.938,51
CZK
1,000
69,94
0,00
KBC GROUP DKK
39,05
DKK
1,000
5,24
56.243,12
EUR
1,000
56.243,12
0,40
KBC GROUP GBP
1.965,07
GBP
1,000
2.532,14
0,02
KBC GROUP HUF
5.215,74
HUF
1,000
16,52
KBC GROUP JPY
1.663,00
JPY
1,000
11,46
KBC GROUP NOK
6.182,91
NOK
1,000
681,51
0,01
KBC GROUP PLN
4.658,93
PLN
1,000
1.083,95
0,01
KBC GROUP SEK
3.745,50
SEK
1,000
395,41
0,00
KBC GROUP TRY
2.433,93
TRY
1,000
860,41
0,01
KBC GROUP USD
8.847,67
USD
1,000
7.311,82 73.793,51
0,05 0,53
KBC GROUP EURO FUT REK
19.782,30
EUR
1,000
19.782,30
0,14
KBC GROUP USD FUT REK
18.335,28
USD
1,000
15.152,50 34.934,80
0,11 0,25
108.728,31
0,78
-4.425,19
-0,03
-4.425,19
-0,03
13.945.080,34
100,00
KBC GROUP EURO
Totaal zichtrekeningen Beheerde futuresrekeningen België
Totaal beheerde futurerekeningen
TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN ANDERE Te betalen kosten
TOTAAL ANDERE TOTAAL VAN DE NETTOACTIVA
EUR
106
Geografische spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Ver.Arab.Emir. Argentinië Australië Oostenrijk België Bahrein Bermuda Brazilië Centr.Amerika Canada Zwitserland Chili China Ivoorkust Colombië Tsjechië Kaaimaneilanden Duitsland Denemarken Egypte Spanje Finland Frankrijk Gabon V.K. Griekenland Hong Kong Hongarije Indië Indonesië Ierland Ijsland Israël Italië Jersey Kanaaleilanden Japan Kazakhstan Zuid-Korea Kroatië Luxemburg Mexico Maleisië Noord Amerika Nigeria Nederland Noorwegen Nieuw Zeeland Oekraïne Panama Peru Filipijnen Papua N.Guin.
30/06/2013 0,11 0,00 1,49 1,60 3,66 0,00 0,10 0,58 0,65 1,07 1,29 0,03 0,56 0,00 0,25 0,13 0,28 7,26 0,30 0,00 6,53 0,67 12,97 0,00 4,81 0,02 0,50 0,19 0,17 0,18 3,88 0,00 0,31 9,19 0,37 2,28 0,00 1,67 0,02 1,61 1,09 0,83 0,00 0,00 7,25 1,39 0,01 0,00 0,00 0,28 0,25 0,00
31/12/2013 0,29 0,03 0,99 0,94 5,55 0,02 0,14 0,74 0,00 1,02 1,38 0,05 0,70 0,00 0,34 0,03 0,42 9,24 0,30 0,02 6,22 0,56 12,89 0,00 5,16 0,03 0,59 0,29 0,20 0,26 4,09 0,02 0,07 8,44 0,18 2,03 0,03 1,55 0,06 1,18 1,19 0,70 0,01 0,02 7,57 0,60 0,01 0,07 0,03 0,32 0,36 0,00
30/06/2014 0,95 0,04 1,99 1,45 7,19 0,03 0,09 1,12 0,00 1,04 1,11 0,05 0,83 0,00 0,44 0,07 0,40 7,00 0,57 0,02 5,62 0,79 11,81 0,10 5,43 0,03 0,57 0,38 0,31 0,39 2,00 0,02 0,08 7,15 0,19 1,85 0,00 1,73 0,06 3,02 1,66 1,23 0,00 0,00 7,44 0,44 0,01 0,09 0,04 0,36 0,27 0,01
31/12/2014 0,13 0,00 1,52 0,79 3,76 0,00 0,10 0,46 0,00 1,77 1,06 0,02 1,45 0,01 0,26 0,06 0,40 9,67 0,38 0,00 5,47 0,74 11,77 0,03 5,26 0,07 0,67 0,41 0,51 0,20 2,45 0,00 0,08 6,33 0,20 1,77 0,00 1,56 0,00 3,32 1,38 1,53 0,00 0,00 6,29 0,76 0,18 0,00 0,00 0,00 0,46 0,01
107
Polen Portugal Roemenië Rusland Saoedi Arabië Singapore Slovenie Int.Org. Slovakije Zweden Thailand Turkije Taiwan V.S.A. Venezuela Brit.Virgin Buiten grondgebied BLEU(EX.EUINSTEL) Instel.EU buiten grondgebied BLEU Zuid-Afrika Totaal
1,05 0,09 0,10 0,20 0,00 0,13 0,00 0,05 0,12 1,76 0,75 0,44 0,38 17,75 0,00 0,00
0,97 0,11 0,10 0,53 0,01 0,15 0,13 0,04 0,06 1,15 0,56 0,52 0,57 16,88 0,17 0,00
2,34 0,16 0,10 0,40 0,06 0,16 0,06 0,00 0,10 1,12 0,34 0,77 0,54 15,01 0,21 0,01
1,06 0,16 0,42 0,07 0,07 0,13 0,02 0,00 0,07 0,91 0,57 0,89 0,79 20,00 0,00 0,01
0,14
0,07
0,11
0,14
0,77 0,44 100,00
0,69 0,36 100,00
0,74 0,30 100,00
0,75 0,65 100,00
30/06/2014 10,81 8,02 3,48 3,27 30,98 4,95 2,79 3,17 3,47 28,54 0,08 0,44 100,00
31/12/2014 11,88 10,03 5,00 4,49 25,28 7,42 3,41 2,71 3,52 26,14 0,00 0,12 100,00
Sectorale spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Cyclische Sectoren Consumenten(Cyclisch) Consumenten(Niet cyclisch) Farma Financiële sectoren Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven Vastgoed Overheid Beleggingsfondsen Diversen Totaal
30/06/2013 7,48 6,92 5,29 3,47 21,68 2,77 2,70 3,96 2,38 43,11 0,05 0,19 100,00
31/12/2013 9,51 8,24 4,49 4,36 27,04 4,84 3,28 2,95 2,55 32,36 0,15 0,23 100,00
108
Muntspreiding (in % van de nettoactiva)
AUD BRL CAD CHF CLP CNH CNY COP CZK DKK EUR GBP HKD HUF IDR ILS INR JPY KRW MXN MYR NGN NOK NZD PEN PHP PLN RON RUB SEK SGD SKK THB TRY TWD USD ZAR Totaal
30/06/2013 1,22 0,97 1,55 0,85 0,02 0,00 0,20 0,35 0,18 0,28 56,91 2,70 1,00 0,21 0,39 0,32 0,19 1,81 1,53 1,32 0,83 0,05 1,33 0,01 0,27 0,26 0,87 0,07 0,54 1,06 0,13 0,01 0,73 0,63 0,37 20,17 0,67 100,00
31/12/2013 0,49 0,82 0,95 0,97 0,03 0,00 0,16 0,31 0,01 0,25 58,51 2,84 1,23 0,14 0,24 0,20 0,26 1,52 1,47 1,06 0,67 0,05 0,41 0,01 0,26 0,29 0,88 0,06 0,62 0,36 0,14 0,01 0,55 0,26 0,49 23,10 0,38 100,00
30/06/2014 0,94 1,22 1,28 0,69 0,02 0,00 0,14 0,49 0,20 0,17 52,49 2,78 1,27 1,34 0,35 0,04 0,48 1,29 1,59 1,38 1,19 0,03 1,40 0,54 0,32 0,29 2,33 0,10 0,19 0,24 0,15 0,02 0,34 0,67 0,50 23,08 0,45 100,00
31/12/2014 0,56 0,51 1,68 0,75 0,00 0,10 0,55 0,28 0,21 0,18 51,33 3,54 2,12 0,45 0,49 0,27 0,94 1,70 1,45 1,24 1,57 0,00 0,84 0,18 0,00 0,43 1,11 0,42 0,12 0,27 0,13 0,01 0,56 1,06 0,76 23,31 0,88 100,00
109
2.4.2
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN HET COMPARTIMENT PRIVILEGED PORTFOLIO DEFENSIVE (IN DE VALUTA VAN HET COMPARTIMENT) 1
ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
halfjaar 3.737.626,04 4.297.005,60 8.034.631,64 1.756.019,85 2.271.551,05 4.027.570,90 10.467.888,04
2
de
38,28 %
1
ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale gecorrigeerde activa Gecorrigeerde Omloopsnelheid
halfjaar 3.737.626,04 4.297.005,60 8.034.631,64 1.756.019,85 2.271.551,05 4.027.570,90 10.051.828,08 39,86 %
2
de
halfjaar 7.533.275,03 4.212.377,07 11.745.652,10 4.014.556,64 835.825,85 4.850.382,49 12.226.191,18
Jaar 11.270.901,08 8.509.382,67 19.780.283,74 5.770.576,49 3.107.376,90 8.877.953,39 11.368.658,09
56,40 %
95,90 %
halfjaar 7.533.275,03 4.212.377,07 11.745.652,10 4.014.556,64 835.825,85 4.850.382,49 12.071.339,10
Jaar 11.270.901,08 8.509.382,67 19.780.283,74 5.770.576,49 3.107.376,90 8.877.953,39 11.215.350,79
57,12 %
97,21 %
De tabel hierboven toont het kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief aan het begin en het einde van de periode. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. Een actief beheer van het vermogen kan resulteren in hoge omloopsnelheidpercentages (maandelijks percentage > 50%). De gedetailleerde lijst van de transacties kan gratis worden ingekeken op de zetel van de Bevek of het Fonds, Havenlaan 2, 1080 Brussel.
2.4.3
BEDRAG VAN DE VERPLICHTINGEN INZAKE FINANCIËLE DERIVATENPOSITIES
In effecten KBC AK-VK USD-EUR 150128-141224 1.227262
Valuta
In valuta
USD
679.000,00
In valuta van het compartiment 561.133,84
Lotsize n.v.t
Verrichtingsdatum 22.12.2014
110
2.4.4
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INSCHRIJVINGEN, TERUGBETALINGEN EN VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Periode Jaar 2012 - 12
Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop Inschrijvingen Kap.
Einde periode
Terugbetalingen
Dis.
Kap.
6.695,47
Dis.
Kap.
Dis.
Totaal
8.425,41
39.072,86
39.072,86
2013 - 12
4.470,00
8.628,29
34.914,57
34.914,57
2014 - 12
18.888,39
10.279,83
43.523,12
43.523,12
Bedragen ontvangen en betaald door de ICB (in de valuta van het compartiment)
Periode Jaar
Inschrijvingen Kapitalisatie
Terugbetalingen Distributie
Kapitalisatie
2012 - 12
1.811.520,04
2.302.979,96
2013 - 12
1.286.557,54
2.488.568,35
2014 - 12
5.812.377,46
3.123.425,09
Periode Jaar
Distributie
Netto-inventariswaarde Einde periode (in de valuta van het compartiment) van één recht van deelneming
van het compartiment
Kapitalisatie
2012 - 12
10.963.301,58
280,59
2013 - 12
10.230.843,39
293,03
2014 - 12
13.945.080,34
320,41
Distributie
111
2.4.5
RENDEMENTSCIJFERS
1 Jaar Kap Div
ISIN code
Munt
KAP
BE0945926799
EUR
3 Jaar*
5 Jaar*
10 Jaar*
Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench klassen mark klassen mark klassen mark klassen mark 9.30%
7.30%
5.77%
Sinds start* Startdatum
Aandelen klassen
03/03/2006
2.85%
* De rendementscijfers zijn op jaarbasis. Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst.
Het staafdiagram geeft de performance weer van volledige boekjaren. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. Berekend in EUR. Het rendement wordt berekend als de wijziging van de inventariswaarde tussen twee tijdstippen uitgedrukt in procent. Berekeningsmethode voor datum D waarbij NIW staat voor inventariswaarde: Kapitalisatie deelbewijzen (KAP) Return op datum D over een periode van X jaar: [NIW(D) / NIW(Y)] ^ [1 / X] - 1 met Y = D-X Return op datum D sinds de startdatum S van het deelbewijs: [NIW(D) / NIW(S)] ^ [1 / F] - 1 met F = 1 indien het deelbewijs minder dan één jaar bestaat op datum D met F = (D-S) / 365.25 indien het deelbewijs langer dan één jaar bestaat op datum D Indien de periode tussen de twee tijdstippen groter is dan één jaar, dan wordt de gewone rendementsberekening omgezet in een rendement op jaarbasis door de n-de machtswortel te nemen van 1 plus het totale rendement van het deelbewijs. De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en terugkopen van de rechten van deelneming. Het gaat om de rendementscijfers van kapitalisatie rechten van deelneming.
112
2.4.6
KOSTEN
Lopende kosten: * Kapitalisatie: 1.608% * Zijn niet opgenomen in de vermelde kosten: instap- en uitstapkosten, prestatiegebonden vergoedingen, transactiekosten betaald in het kader van de verwerving of vervreemding van activa, betaalde rente, betalingen met het oog op zekerheidsstelling in het kader van afgeleide financiële instrumenten en vergoedingen inzake Commission Sharing Agreements of geIijkaardige vergoedingen ontvangen door de beheervennootschap of enige hiermee verbonden persoon. Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Het beheerloon bedraagt 2.230,08 EUR. Bijkomend werd er een vergoeding van 28.412,85 EUR aangerekend met betrekking tot provisies en kosten voor de toewijzing van de activa.
BESTAAN VAN COMMISSION SHARING AGREEMENTS Niet van toepassing.
BESTAAN VAN FEE SHARING AGREEMENTS EN REBATES: De beheervennootschap kan haar vergoeding delen met de Distributeur, institutionele en/of professionele partijen. In principe gaat het om 35% tot 60% indien de distributeur een entiteit is van KBC Groep NV en om 35% tot 70% indien de distributeur geen entiteit is van KBC Groep NV, doch in een beperkt aantal gevallen bedraagt de vergoeding van de distributeur minder dan 35%. De belegger zal, op verzoek, meer informatie kunnen bekomen inzake deze gevallen. Indien de beheervennootschap de activa van de instelling voor collectieve belegging belegt in rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging die niet worden beheerd door een entiteit van KBC Groep NV en de beheervennootschap ontvangt hiervoor een vergoeding, zal de beheervennootschap deze vergoeding betalen aan de instelling voor collectieve belegging. Fee sharing heeft geen invloed op de hoogte van de beheercommissie die het compartiment betaalt aan de beheervennootschap. Deze beheercommissie is onderworpen aan de beperkingen bepaald in de statuten. Deze beperkingen kunnen enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de algemene vergadering. De beheervennootschap heeft een distributieovereenkomst afgesloten met de Distributeur om een ruimere verspreiding van de rechten van deelneming van het compartiment mogelijk te maken, door gebruik te maken van meerdere distributiekanalen. Het is in het belang van de deelnemers, van het compartiment en van de Distributeur dat een zo groot mogelijk aantal rechten van deelneming wordt verkocht, en dat de activa van het compartiment dus zo hoog mogelijk zijn. In dit opzicht is er dus geen sprake van tegenstrijdige belangen.
2.4.7
TOELICHTING BIJ DE FINANCIËLE STATEN EN ANDERE GEGEVENS
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille: 1.05% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, er wordt geen beheersprovisie aangerekend op de activa die belegd zijn in instellingen voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Bijkomend: provisies en kosten voor de toewijzing van de activa: 0.25% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. De vergoeding voor administratief agent is betaalbaar op het einde van elk maand en is berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. Vergoeding van de commissaris: 1786 EUR per jaar. Deze vergoeding is exclusief BTW en kan jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de beslissing van de algemene vergadering. Het bewaarloon is berekend op de waarde van de stukken die de bewaarder in depot heeft op de laatste bankwerkdag van het voorafgaande kalenderjaar, behalve op de activa die belegd zijn in instelling voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Het bewaarloon wordt betaald in het begin van het kalenderjaar.
113
Uitoefenen van stemrechten: Indien nodig, relevant en in het belang van de aandeelhouders zal de beheervennootschap de stemrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de aandelen in de portefeuille van de Bevek. De beheervennootschap hanteert de volgende criteria bij het bepalen van haar houding m.b.t. de agendapunten die ter stemming worden voorgelegd: De waarde voor de aandeelhouders mag niet negatief beïnvloed worden. De regels inzake corporate governance, inzonderheid deze met betrekking tot de rechten van de minderheidsaandeelhouders, moeten gerespecteerd worden. Er moet aan de minimumnormen inzake duurzaam en maatschappelijk ondernemen voldaan worden. De lijst van ondernemingen waarvoor het stemrecht werd uitgeoefend, is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de Bevek.
Effect KBC Equity Fund-America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Family Enterprises-Institutional B Shares KBC Participation-Local Emerging Market Bonds-Institutional B Shares KBC Bonds-Corporates USD-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-Corporates Euro-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-EMU Short KBC Bonds-High Interest-Institutional B Shares capitalisation KBC Interest fund-EURO MEDIUM-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Medium EUR-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Strategic Accents 1-Institutional B Shares Capitalisation Celest-Volatility Strategy - Andromeda-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Buyback America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Central Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Global Leaders-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend New Markets-Institutional B Shares KBC Equity Fund-New Asia-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Quant EMU-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Satellites-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Finance-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Non Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Telecom & Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Turkey-Institutional B Shares KBC Equity Fund-US Small Caps-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Currencies-Institutional B Shares KBC Participation-Commodities-Institutional B Shares KBC Participation-SRI Corporate Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Real Estate-Institutional B Shares KBC Multi Track-Germany-Classic Shares KBC Interest fund-CASH EURO-Capitalisation Privileged Portfolio-Defensive
Maximale beheerloon 1,50 1,50 1,60 1,20 1,10 1,10 0,40 1,10 0,50 1,10 1,10 1,50 1,50 1,60 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 0,50 1,10 1,25 0,93 0,70 0,50 1,05
114
Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2014
INHOUDSOPGAVE 2.
Informatie over Privileged Portfolio Highly Dynamic 2.1. Beheerverslag 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs 2.1.2. Beursnotering 2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.1.4. Financieel portefeuillebeheer 2.1.5. Distributeurs 2.1.6. Index en benchmark 2.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.1.8. Toekomstig beleid 2.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator (SRRI) 2.2. Balans 2.3. Resultatenrekening 2.4. Samenstelling van de activa en kerncijfers 2.4.1. Samenstelling van de activa 2.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa 2.4.3. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en inventariswaarde 2.4.5. Rendementscijfers 2.4.6. Kosten 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
van
de
netto-
115
116
2
INFORMATIE OVER PRIVILEGED PORTFOLIO HIGHLY DYNAMIC
2.1
BEHEERVERSLAG
2.1.1
LANCERINGSDATUM EN INSCHRIJVINGSPRIJS
Lanceringsdatum: 3 maart 2006 Initiële inschrijvingsprijs: 250 EUR Uitdrukkingsmunt: EUR
2.1.2
BEURSNOTERING
Niet van toepassing.
2.1.3
DOEL EN KRACHTLIJNEN VAN HET BELEGGINGSBELEID
DOEL VAN HET COMPARTIMENT : Het voornaamste doel van het compartiment bestaat erin de houders van rechten van deelneming een zo hoog mogelijk rendement te bieden d.m.v. rechtstreekse of onrechtstreekse beleggingen in verhandelbare effecten. Dit komt tot uiting in een streven naar meerwaarden en inkomsten. Het beleggingsbeleid is gericht op het volgen van de beleggingsstrategie voor een belegger met een bepaald risicoprofiel.
BELEGGINGSBELEID VAN HET COMPARTIMENT : CATEGORIEËN VAN TOEGELATEN ACTIVA: De beleggingen van het compartiment kunnen bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, deposito’s, financiële derivaten, liquide middelen en alle andere instrumenten voor zover en in de mate dit toegelaten is door de toepasselijke regelgeving en kadert binnen het vermelde doel.
GRENZEN VAN HET BELEGGINGSBELEID: Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de door de regelgeving gestelde grenzen. Het compartiment mag ontleningen aangaan tot 10% van haar netto-activa, voor zover het gaat om kortlopende ontleningen met het doel tijdelijke liquiditeitsproblemen op te lossen.
TOEGELATEN DERIVATENTRANSACTIES: Derivaten kunnen zowel gebruikt worden om de beleggingsdoelstellingen te realiseren als om risico’s in te dekken. Er kan met al dan niet genoteerde derivaten worden gewerkt: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps m.b.t. effecten, indexen, munten of rente of om andere transacties met derivaten. Niet genoteerde derivatentransacties worden enkel afgesloten met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties. Het compartiment streeft ernaar om, binnen de toepasselijke regelgeving en het beheerreglement, steeds de meest doelgerichte transacties af te sluiten. Alle kosten verbonden aan de transacties zijn ten laste van het compartiment en alle opbrengsten komen toe aan het compartiment. Als er door de transacties een risico ontstaat op de tegenpartij, kan dat risico worden ingeperkt door gebruik te maken van een margebeheersysteem dat verzekert dat het compartiment de begunstigde is van een zekerheid onder de vorm van contanten of investment grade obligaties. Bij het bepalen van de waarde van de obligaties wordt een marge toegepast die varieert in functie van de resterende looptijd en de uitdrukkingsmunt van de betreffende obligatie. De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten. De ICB kan contracten afsluiten die betrekking hebben op een kredietrisico op emittenten van schuldinstrumenten. Het kredietrisico is het risico dat de emittent van het schuldinstrument in gebreke blijft. Dit kredietrisico heeft betrekking op partijen waarvan de kredietwaardigheid op het moment van het sluiten van het contract evenwaardig is aan die van de emittenten van wie de ICB rechtstreeks schuldinstrumenten aanhoudt. Derivaten kunnen ook worden gebruikt om de activa van het compartiment in te dekken tegen open wisselkoersrisico’s ten opzichte van de uitdrukkingsmunt.
117
Een eventueel gebruik van kredietderivaten kan enkel ter uitvoering van de beleggingsdoelstellingen en binnen het bestaande risicoprofiel, zonder dat dit een verschuiving impliceert naar minder kredietwaardige debiteuren. Bijgevolg verhoogt het kredietrisico niet. In zoverre er met derivaten wordt gewerkt, gaat het om vlot verhandelbare en liquide instrumenten. Bijgevolg heeft het gebruik van derivaten geen invloed op het liquiditeitsrisico. Het gebruik van derivaten verandert ook niets aan de spreiding van de portefeuille over regio’s, sectoren of thema’s. Bijgevolg heeft het geen invloed op het concentratierisico. Derivaten worden niet gebruikt om een gehele of gedeeltelijke kapitaalbescherming te waarborgen. Ze verhogen noch verminderen het kapitaalrisico. Het gebruik van derivaten heeft ook geen invloed op het afwikkelingsrisico, het bewaarnemingsrisico, het flexibiliteitsrisico, het inflatierisico of het risico afhankelijk van externe factoren.
BEPAALDE STRATEGIE: Het compartiment belegt, rechtstreeks of onrechtstreeks via financiële instrumenten met een gelijklopende evolutie, hoofdzakelijk in internationale aandelen en obligaties. Aan deze activa wordt een richtspreiding toegekend. Deze richtspreiding is 70% aandelen of aandelengerelateerde beleggingen, 30% obligaties of obligatiegerelateerde beleggingen, en 0% in elk van de overige activaklassen. In functie van de verwachtingen ten aanzien van de ontwikkeling van deze activa, wordt beslist aan welke activa een onder- of overweging wordt toegekend ten opzichte van bovengenoemde richtspreidingen. Dit gebeurt in lijn met de maandelijkse beleggingsstrategie van KBC Asset Management NV zoals terug te vinden op www.kbcam.be/activaklassen. Het compartiment zal doorgaans meer aandelen dan obligaties bevatten. Het aandelenluik belegt in een wereldwijde selectie van aandelen, waarbij alle regio’s, sectoren en thema’s in aanmerking kunnen worden genomen.
KENMERKEN VAN DE OBLIGATIES EN SCHULDINSTRUMENTEN: De activa worden gedeeltelijk belegd in obligaties en schuldbewijzen, zowel uitgegeven door bedrijven als door overheidsinstanties. Het compartiment belegt rechtstreeks en/of onrechtstreeks minimaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa in effecten die een investment grade (minimaal BBB-/Baa3 lange termijn, A3/F3/P3 korte termijn) rating hebben van minstens 1 van volgende ratingagentschappen: o Moody’s (Moody’s Investors Service); o S&P (Standard & Poor’s, a Division of the McGraw-Hill Companies); o Fitch (Fitch Ratings), en/of in geldmarktinstrumenten waarvan de emittent over een investment grade rating van 1 van bovenstaande agentschappen beschikt. Daarnaast kan het compartiment tot maximaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa beleggen in effecten die over een lagere rating beschikken (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent over een lagere rating beschikt) en/of in effecten waarvoor geen kredietrating van één van boven genoemde agentschappen beschikbaar is (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent niet over een rating van één van boven genoemde agentschappen beschikt). Bij de selectie van de obligaties en schuldinstrumenten worden alle looptijden in aanmerking genomen.
VOORNAMELIJKE BELEGGING IN ANDERE ACTIVA DAN EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN. Het compartiment kan voornamelijk beleggen in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
118
UITLENING VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN: Het compartiment mag financiële instrumenten uitlenen binnen de beperkingen bepaald door de toepasselijke regelgeving. Het uitlenen gebeurt in het kader van een effectenleningensysteem beheerd door hetzij een ‘principaal’, hetzij een ‘agent’. In het eerste geval heeft het compartiment enkel een relatie met de principaal van het effectenleningensysteem die als tegenpartij optreedt en aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met enerzijds de agent (als beheerder van het systeem) en anderzijds één of meerdere tegenpartijen aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De agent zelf treedt op als tussenpersoon tussen het compartiment en de tegenpartij(en). De effectenleningen hebben geen wijziging van het risicoprofiel van het compartiment tot gevolg aangezien: De keuze van zowel principaal, agent als elke tegenpartij aan strenge selectiecriteria is onderworpen. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten op elk ogenblik kan gevraagd worden. Zo is gewaarborgd dat de effectenleningen het beheer van de activa van het compartiment niet beïnvloeden. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten wordt gegarandeerd door de principaal, respectievelijk de agent. Via een margebeheersysteem wordt steeds verzekerd dat het compartiment de begunstigde is van een financiële zekerheid onder de vorm van contanten of andere welbepaalde categorieën effecten met een laag risicoprofiel, zoals overheidsobligaties, dit voor het geval de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, geen gelijkwaardige effecten zou teruggeven. De reële waarde van de zekerheid onder de vorm van effecten met een laag risicoprofiel overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten met 5%. Daarenboven wordt bij het bepalen van de waarde van de als zekerheid verstrekte effecten met een laag risicoprofiel een marge van 3% toegepast die moet vermijden dat een negatieve koersevolutie tot gevolg zou kunnen hebben dat de reële waarde van de effecten met een laag risicoprofiel niet meer de reële waarde van de uitgeleende effecten overtreft. De waarde van de zekerheid onder de vorm van contanten overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten. Indien het compartiment een financiële zekerheid ontvangt onder de vorm van contanten kan het deze contanten herinvesteren in deposito’s bij kredietinstellingen die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen, mits de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de EER gevestigd is, of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gevestigd is, mits deze instelling onderworpen is aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Europees recht zijn vastgesteld. kortetermijngeldmarktfondsen zoals beschreven in de ESMA-richtsnoeren CESR/10049 van 19 mei 2010 betreffende een gemeenschappelijke definitie van Europese geldmarktfondsen. overheidsobligaties in dezelfde munteenheid als de ontvangen contanten en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot effectenleningen door bepaalde instellingen voor collectieve belegging. Deze herinvestering kan tot gevolg hebben dat het compartiment met betrekking tot de financiële zekerheid niet langer een kredietrisico loopt t.o.v. de financiële instelling waar de contantenrekening wordt aangehouden maar wel bijvoorbeeld t.o.v. de emittent(en) van het (de) schuldinstrument(en). De beheervennootschap kan de uitvoering van het herinvesteringsbeleid delegeren aan een derde, met inbegrip van de agent die het effectenleningensysteem beheert. Het uitlenen van effecten stelt het compartiment in de mogelijkheid een bijkomende opbrengst te behalen. Deze opbrengst kan bestaan uit enerzijds een vergoeding die de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, betaalt en anderzijds inkomsten uit herinvestering. Van deze opbrengst worden directe en indirecte kosten afgehouden. Deze kosten worden forfaitair bepaald op 35% van de ontvangen vergoeding en bestaan uit de kosten voor de clearing services van KBC Bank, de kosten van de beheervennootschap voor het opzetten en opvolgen van het systeem voor uitlenen van effecten, de kosten voor het margebeheer, de kosten verbonden aan cash- en effectenrekeningen en -verkeer, de vergoeding voor het eventuele beheer van herinvesteringen en, indien gewerkt wordt via een agent, de vergoeding betaald aan de agent
119
De relatie met de tegenpartij(en) standaardovereenkomsten.
wordt
geregeld
op
basis
van
internationale
ALGEMENE STRATEGIE TER DEKKING VAN HET WISSELRISICO: Om zijn activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen en binnen de beperkingen die uiteengezet worden in het beheerreglement, kan het compartiment transacties verrichten die betrekking hebben op de verkoop van termijnovereenkomsten op deviezen, evenals de verkoop van callopties of de aankoop van putopties op valuta’s. De hier beoogde transacties mogen enkel betrekking hebben op contracten die verhandeld worden op een gereglementeerde markt die regelmatig werkt, erkend is en opengesteld is voor het publiek, of verhandeld worden met een erkende financiële instelling van eerste rang die gespecialiseerd is in dit type van transacties en die actief is op de 'over the counter' (OTC)-markt voor opties. Met dezelfde doelstelling kan het compartiment ook valuta’s verkopen op termijn of uitwisselen in het kader van onderhandse transacties met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties.
SOCIALE, ETHISCHE EN MILIEUASPECTEN: Er mag niet belegd worden in financiële instrumenten uitgegeven door producenten van controversiële wapens, waarvan de voorbije vijf decennia bij internationale consensus is vastgesteld dat het gebruik ervan onevenredig veel menselijk leed veroorzaakt aan de burgerbevolking. Het betreft de producenten van antipersoonsmijnen, clusterbommen en -munitie en wapens met verarmd uranium. Er mogen daarnaast sinds 31.3.2014 geen nieuwe beleggingen gebeuren in financiële instrumenten uitgegeven door ondernemingen zonder anti-corruptie beleid die bovendien in de afgelopen twee jaar een negatieve evaluatie kregen bij een diepgaande screening op de aanwezigheid van corruptie. De onderneming heeft geen anti-corruptie beleid als niet kan worden aangetoond dat de onderneming een aanvaardbaar beleid heeft aangaande de bestrijding van corruptie. Een aanvaardbaar beleid dient publiek gemaakt te worden en houdt minstens in dat omkoping niet gedoogd wordt, en dat de wet dienaangaande wordt nageleefd. De screening zal gebeuren op basis van een algemeen aanvaarde en onafhankelijke ‘Sociale, ethische en milieuaspecten’ database. Op deze wijze wordt niet alleen een louter financiële realiteit weergegeven, maar ook een sociale realiteit van de sector of regio. Voor de eventuele toepassing van de Europese en Belgische fiscale bepalingen wordt verwezen naar het prospectus onder 'Informatie betreffende het gemeenschappelijk beleggingsfonds Belastingstelsel' .
2.1.4
FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER
Er is geen delegatie van het beheer van de beleggingsportefeuille.
2.1.5
DISTRIBUTEURS
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
2.1.6
INDEX EN BENCHMARK
Zie ‘Beleggingsbeleid van het compartiment’.
120
2.1.7
TIJDENS HET BOEKJAAR GEVOERD BELEID
In 2014 begon men meer vertrouwen te krijgen in de duurzaamheid van het economisch herstel wereldwijd. De VS verteerden met gemak een zwaar saneringsprogramma. De arbeidsmarkt won aan dynamiek. De Bank of England wist met succes de Britse economie van het liquiditeiteninfuus af te koppelen. Japan doorbrak de negatieve deflatiespiraal. De aandelenmarkten koesterden het conjunctuuroptimisme. De eurozone bleef echter met recessie flirten. De obligatiemarkten raakten in de ban van het vooruitzicht dat de Europese Centrale Bank (ECB) het Amerikaanse voorbeeld zou volgen en op grote schaal overheidsobligaties zou gaan inkopen. De economische groei was in 2014 meer dan behoorlijk. De regionale verschillen zijn evenwel (heel) groot. Globaal viel de groei wat trager uit voor de opkomende markten. In het Westen versnelde die, met dank aan de VS. De EMU haakt echter af. De eurocrisis en de vrees dat de Europese bankensector eronder zou bezwijken, wierpen in de periode van april 2010 tot oktober 2011 bijna permanent een schaduw over de aandelenmarkten. De stemming veranderde in de loop van 2012 dankzij betere berichten uit de Amerikaanse arbeidsmarkt. In 2014 versterkten vrij stevige PMI’s (indicatoren voor het ondernemersvertrouwen) overal in de wereld, met uitzondering van de EMU, het conjunctuuroptimisme. Sterke arbeidsmarktrapporten in de VS gaf dat optimisme een stevige basis. Vanaf oktober 2012 was de onderliggende trend op de internationale aandelenmarkten onmiskenbaar positief. Bijna zonder haperingen, getuige de historisch lage koersvolatiliteit. De S&P-500 zette in 2014 het ene record na het andere neer en bereikte op 29 december zijn hoogste notering ooit. Al bij al noteerde de MSCI All Countries Index (de ruimste wereldindex) op 31 december 2014 in euro sterk hoger dan eind 2013. West-Europa wist zijn inhaalbeweging, ingezet in 2012, niet voort te zetten. De vrees dat de problemen van de EMU een systeemrisico inhouden, verdween volledig. Zo zorgde het debacle van Banco Espirito Santo (april) voor weinig opschudding. De val van de Griekse regering (december) had wel marktimpact. In de plaats kwam de vrees voor deflatie. De goedkopere waardering van Europa (tegenover de VS) gaf weinig steun, want al twee jaar waren de bedrijfswinsten in Europa sterk achtergebleven, zowel ten opzichte van de verwachtingen als in vergelijking met de winstontwikkeling in de VS. De ontluikende regio’s kenden een comeback, na enkele jaren ondermaats te hebben gepresteerd. De Aziatische opkomende markten zetten vanaf maart-april een sterke outperformance neer. Dat herstel verliep geheel parallel met betere PMI’s (in de regio, maar ook wereldwijd) en een, zij het schuchter, herstel van de uitvoer van de regio. Die ontwikkelingen deden meteen de bezorgdheid over een kredietzeepbel in China afnemen. Latijns-Amerika presteerde aanvankelijk zeer sterk, maar zonder sterke fundamenten. Het economisch klimaat in Brazilië verslechterde immers aanzienlijk en Argentinië raakte in financiële ademnood ten gevolge van een rechterlijke uitspraak in de VS waardoor het land tot de status van ‘Selective Default’ (‘gedeeltelijke wanbetaling’) is afgewaardeerd. OostEuropa werd ontvlucht vanwege de crisis in Oekraïne en de kapitaalvlucht uit Rusland. De sterke conjunctuurtwijfels, het besef dat de inflatie zo goed als dood is en de interventies van de centrale banken houden de obligatierente historisch laag. Eind mei 2013 kondigt de toenmalige Fedvoorzitter Ben Bernanke aan dat de tijd stilaan aangebroken is om de inkoopprogramma’s van overheidsobligaties terug te schroeven. De aankondiging van “tapering” deed de Amerikaanse tienjaarsrente in 2013 sterk opveren. Een overvloedige, transparante en geruststellende communicatie van de Amerikaanse centrale bank miste zijn uitwerking niet en de Amerikaanse obligatierente ontspande weer in 2014. De Duitse obligatierente daalde nog sterker. Hoe lager de inflatiecijfers en hoe zwakker de gepubliceerde groeicijfers, hoe sterker de overtuiging dat een grootschalig programma van de ECB voor de inkoop van overheidsobligaties niet lang meer kan uitblijven. Op 15 augustus 2014 daalde de Duitse tienjaarsrente voor het eerst onder 1%. Op 26 november deed de Belgische dat ook. Het verder wegebben van de eurocrisis deed de renteverschillen tussen de EMU-partners verder dalen, bijna zonder haperingen – behalve dan in het geval van Griekenland. Ook het Belgisch-Duitse renteverschil kalfde verder af tot 29 basispunten eind 2014. Belangrijke faillissementen in de bedrijvensector blijven de voorbije jaren uit. Daardoor daalden de renteverschillen van bedrijfsobligaties tegenover overheidspapier verder. De premie voor het kredietrisico is nu op een fair niveau beland, het extraatje is verdwenen.
121
In 2013 was de euro de sterkste munt ter wereld. De ECB is ook de enige van de vier belangrijkste centrale banken die niet op grote schaal schuldpapier inkoopt maar, integendeel, geconfronteerd wordt met een krimpende balans. Aanvankelijk ging de euro in 2014 op hetzelfde elan door. Almaar nadrukkelijker verklaarde ECB-voorzitter M. Draghi ongelukkig te zijn met de sterke wisselkoers van de euro en een eigen versie van Quantitative Easing te zullen opstarten. Terzelfdertijd liet de VS de inkoop-programma’s van schuldpapier uitdoven (tapering). Deze verschuiving in monetair beleid tussen de ECB (vooruitzicht op een expansie van de balans, na een periode van krimp) en de Fed (beëindigen van de balansexpansie) bleef niet zonder gevolgen voor de USD/EUR-wisselkoers. Op 31 december noteert de EUR sterk zwakker dan eind 2013.
2.1.8
TOEKOMSTIG BELEID
Wie op het Europese continent woont, beseft het misschien niet, maar de wereldeconomie stoomt voort op kruissnelheid. Het groeicijfer voor 2014 (op dit moment geraamd op +3%) is behoorlijk, maar niet uitzonderlijk. In de VS en Opkomend Azië neemt het groei-optimisme toe. Wat meer koopkracht voor de consument en wat minder saneren door de overheid zijn de voornaamste redenen. In de eurozone blijft de conjunctuurmotor sputteren. Het schuchtere economische herstel dat in 2013 was ingezet, begon in 2014 alweer te stokken. In Duitsland kende het producentenvertrouwen een scherpe daling, toen eerst de EU sancties aankondigde tegen Rusland en daarna Rusland tegenmaatregelen uitvaardigde. Er hoeft niet veel te gebeuren of de Europese conjunctuur verzeilt in een derde recessie in zes jaar tijd. We verwachten niet dat het zover zal komen. Uitvoer naar Rusland is niet zo belangrijk voor het geheel van de Duitse of de Europese economie. Het effect van een aantrekkende wereldeconomie en de verzwakkende euro op de Duitse en Europese export is veel belangrijker. De lage en dalende inflatie geeft zuurstof aan de koopkracht van de gezinnen, die bovendien profiteren van een lichte versnelling van de loonstijgingen. Het consumentenvertrouwen verbetert en de banken hebben hun kredietpolitiek versoepeld. Neen, deflatie is niet aan de orde in Europa. De eurocrisis is naar de achtergrond verdreven – Griekenland ten spijt -, maar vele problemen wachten nog op een oplossing. In 2014 ging de aandacht uit naar het grootschalige onderzoek van de ECB naar de kwaliteit van de kredietportefeuilles van de Europese banken. Dat onderzoek en de daaropvolgende stresstests (die nagaan of de kapitaalbuffers van de banken voldoende ruim zijn om crisissen te overleven) moeten de ECB voldoende informatie hebben verschaft om haar taak van panEuropese toezichthouder te vervullen. Frankfurt hoopt vooral dat het onderzoek het onderlinge vertrouwen tussen de Europese banken voldoende herstelt, zodat zij hun interbancaire relaties normaliseren. In 2015 zal het zaak zijn de Europese banken aan te zetten wat vlotter krediet te geven aan de gezinnen en KMO’s. Dat is meer een kwestie van vertrouwen (deflatievrees afwenden) dan liquiditeitinjecties door de ECB. Op het vlak van begrotingsdiscipline worden de teugels wat gevierd. De controle op de nationale begrotingen is wel verscherpt, maar de normen zijn minder absoluut geworden en daardoor is er meer speelruimte. De die manoeuvreerruimte wordt maximaal benut. Een aantal landen (waaronder Frankrijk en Italië) heeft zelfs openlijk verklaard de Europese normen naast zich neer te leggen. Een van de grote uitdagingen voor dit decennium is de verdere ontwikkeling van de consumptie in China en de rest van Azië. Die kan bijdragen tot een meer evenwichtige economische wereldorde. Het vermindert niet alleen de uitvoerafhankelijkheid van de regio. Minstens even belangrijk is de weerslag op de internationale kapitaalstromen. Meer consumptie in China betekent minder besparingen en meer invoer, ook uit de VS en Europa. Dat helpt het Westen om uit zijn schuldproblemen te groeien. Inflatie is al lang geen reden tot bezorgdheid meer. Integendeel, die is eerder te laag (dichter bij 0% dan bij de officiële doelstelling van 2% voor de inflatie in de eurozone). Er is wel veel ongerustheid over de groei. En de ECB wil absoluut vermijden dat de eurocrisis opnieuw opflakkert. Allicht blijft ze streven naar een normaal tarief van 3% voor de kortetermijnrente in de eurozone, maar dat is nu een doelstelling op zeer lange termijn geworden. Op korte termijn (horizon eind 2015) is dat absoluut uitgesloten. De grootste bezorgdheid van de ECB vandaag is niet de hoogte van haar rentetarieven, maar hoe ze ervoor kan zorgen dat die lage rente ook doorsijpelt in de marktrente in Zuid-Europa. Daar is een lage rente het meest nodig, maar uitgerekend daar blijft de marktrente het hoogst. De obligatierente heeft allicht zijn bodem bereikt. Gezien de huidige laagterecords zou het logisch zijn dat de obligatierente stijgt, gevoed door een betere economische omgeving. Daardoor zal de markt al in de loop van de volgende maanden kunnen anticiperen op een strakker monetair beleid in de loop van 2015 (VS) of later (EMU). Die rentestijging zal de volgende maanden wel (nog) niet heel sterk zijn. De centrale banken zullen dat, uit vrees voor negatieve gevolgen voor de groei, tot elke prijs vermijden.
122
De premie voor het debiteurenrisico op de markt van de bedrijfsobligaties is in de voorbije jaren sterk gedaald. Het huidige niveau vergoedt het debiteurenrisico op een correcte manier. Veel spreadvernauwing valt dus niet meer te verwachten, ook al is de financiële structuur van de meeste ondernemingen heel gezond. Ook de renteverschillen binnen de EMU zijn al fors gedaald en weerspiegelen stilaan op een correcte manier de kwaliteitsverschillen van de verschillende overheden als debiteuren. Gezien de hangende problemen van de euro is een opstoot van risicoaversie en volatiliteit van de renteverschillen niet uit te sluiten. De geldmarktrente zal niet snel stijgen en de obligatierente bevindt zich op een historisch dieptepunt. Alles lijkt naar aandelen te wijzen als het meest interessante beleggingsalternatief voor de komende maanden. Maar een gebrek aan alternatieven is natuurlijk niet voldoende om een opwaardering van de markt te krijgen. Daarvoor moeten de beleggers opnieuw wat meer risicoappetijt krijgen. In vergelijking met obligaties zijn aandelen toch nog altijd spotgoedkoop.
2.1.9
SYNTHETISCHE RISICO- EN OPBRENGSTINDICATOR
5 op een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). De waarde van een recht van deelneming kan stijgen of dalen en de belegger kan minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd. Overeenkomstig Verordening 583/2010 is een synthetische risico- en opbrengstindicator bepaald. Deze geeft een cijfermatige aanduiding van de mogelijke opbrengst van het compartiment, maar ook van het bijhorende risico, berekend in de uitdrukkingsmunt van het compartiment. De indicator wordt geformuleerd als een cijfer tussen 1 en 7. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger de mogelijke opbrengst, maar ook hoe moeilijker voorspelbaar dit rendement. Ook verliezen zijn mogelijk. Het laagste cijfer betekent niet dat de belegging volledig risicoloos is. Wel wijst het erop dat, vergeleken met hogere cijfers, dit product normaal een lager, maar eveneens beter voorspelbaar rendement zal bieden. De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt geregeld geëvalueerd en kan dus verlaagd of verhoogd worden op basis van gegevens uit het verleden. Gegevens uit het verleden zijn niet altijd een betrouwbare aanwijzing voor opbrengst en risico in de toekomst.
123
2.2
BALANS
Balansschema TOTAAL NETTO ACTIEF II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
E.
ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming Financiële derivaten j) Op deviezen Termijncontracten (+/-)
F.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
12.186.487,19
9.168.809,63
12.058.810,59
9.112.183,08
6.738,57
-2.448,90
IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A. B.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-)
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
4.416.394,22 -4.432.278,49 124.177,28
76.815,84
-3.239,25
-1.856,12
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
12.186.487,19
9.168.809,63
A.
Kapitaal
11.006.974,63
8.071.058,95
B.
Deelneming in het resultaat
-1.104,97
-445,88
D.
Resultaat van het boekjaar
1.180.617,53
1.098.196,56
488.409,57
322.229,48
VI. Overlopende rekeningen
C. Toe te rekenen kosten (-)
Posten buiten-balanstelling III
Notionele bedragen van de termijncontracten(+)
III.A
Gekochte termijncontracten
124
2.3
RESULTATENREKENING
Resultatenrekening I.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten l) Op financiële indexen Termijncontracten H. Wisselposities en -verrichtingen a) Financiële derivaten Termijncontracten b) Andere wisselposities en verrichtingen
1.920,53 986.954,09
1.206.947,91
-2.398,10
2.894,05
9.187,47 247.588,69
-2.448,90 -58.463,15
Det.rubriek I winst en verlies op beleggingen
Gerealiseerde winsten op beleggingen Ongerealiseerde winsten op beleggingen Gerealiseerde verliezen op beleggingen Ongerealiseerde verliezen op beleggingen II.
368.412,84 1.096.112,00 -63.201,36 -159.991,33
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
Dividenden Interesten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-)
255,27
A. B.
III.
Andere opbrengsten
B.
Andere
298,36 -132,93
126,63 -14,16 210,59
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-16.421,62
-14.059,08
-106,98
-1.354,56 -56,16
-29.280,59 -11.062,32 -204,42 -1.533,86 -116,97 -2.153,29
-22.636,76 -8.391,60 -1.317,76 -3.590,75 -144,06 -1.681,48
-60.714,62
-52.653,88
1.180.617,53
1.098.196,56
1.180.617,53
1.098.196,56
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
VII. Resultaat van het boekjaar
125
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) II.
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
1.179.512,56
1.097.750,68
1.180.617,53
1.098.196,56
-1.104,97
-445,88
-1.179.512,56
-1.097.750,68
126
2.4
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
2.4.1
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRIVILEGED PORTFOLIO HIGHLY DYNAMIC
Benaming
Hoeveelheid op 31/12/2014
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie % (in de valuta van het in het bezit compartiment) van de ICB
% Porte feuille
% Nettoactief
NETTOACTIVA EFFECTENPORTEFEUILLE Beleggingsfondsen Gesloten fondsen Genoteerde gesloten beleggingsfondsen België KBC EQUITY FUND AMERICA IS B KAP
299,00
USD
2.217,030
547.821,97
0,08
4,54
4,50
KBC EQUITY FUND EUROPE IS
245,00
EUR
1.453,940
356.215,30
0,07
2,95
2,92
KBC EQUITY FUND FAMILY ENTERPRISES IS B CAP KBC PARTICIPATION LOCAL EMERGING MARKET BONDS KAP IS B
162,00
EUR
1.021,780
165.528,36
0,14
1,37
1,36
104,00
EUR
970,520
100.934,08
0,01
0,84
0,83
Luxemburg KBC BONDS CORPOR USD IS B KAP
50,00
USD
1.033,800
42.717,24
0,01
0,35
0,35
KBC BONDS CORPORATES EURO IS B KAP
142,00
EUR
856,680
121.648,56
0,01
1,01
1,00
KBC BONDS EMU SHORTIS B KAP
151,00
EUR
1.067,990
161.266,49
0,02
1,34
1,32
KBC BONDS HIGH INTEREST IS B KAP
60,00
EUR
2.073,780
124.426,80
0,01
1,03
1,02
KBC INTEREST FUND EURO MEDIUM IS B_KAP
44,00
EUR
4.164,380
183.232,72
0,02
1,52
1,50
KBC RENTA EMURENTA IS B KAP
84,00
EUR
632,690
53.145,96
0,02
0,44
0,44
KBC RENTA EURORENTA IS B KAP
18,00
EUR
2.837,050
51.066,90
0,01
0,42
0,42
209,00
EUR
1.216,150
254.175,35
0,02
2,11
2,09
KBC RENTA STRATEGIC ACCENTS 1 IS B KAP
Open beleggingsfondsen ICBE ingeschreven bij de FSMA België CELEST VOLATILITY STRATEGY ANDROMEDA IS B
86,00
EUR
974,600
83.815,60
0,05
0,70
0,69
KBC EQUITY FUND BUYBACK AMERICA IS B KAP
320,00
USD
1.567,360
414.491,30
0,06
3,44
3,40
KBC EQUITY FUND CENTRAL EUROPE IS B KAP
57,00
EUR
979,870
55.852,59
0,15
0,46
0,46
KBC EQUITY FUND EUROZONE IS B KAP
1.484,00
EUR
436,490
647.751,16
0,06
5,37
5,32
KBC EQUITY FUND GLOBAL LEADERS IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND NEW MARKETS IS B KAP KBC EQUITY FUND NEW ASIA IS B KAP
1.173,00
EUR
347,270
407.347,71
0,23
3,38
3,34
877,00
EUR
455,780
399.719,06
0,12
3,31
3,28
329,00
EUR
1.226,470
403.508,63
0,06
3,34
3,31
327,00
EUR
474,380
155.122,26
0,08
1,29
1,27
777,00
EUR
630,890
490.201,53
0,18
4,06
4,02
962,00
EUR
674,140
648.522,68
0,10
5,38
5,32
KBC EQUITY FUND QUANT EMU IS B KAP KBC EQUITY FUND SATELLITES IS B KAP
330,00
EUR
1.234,160
407.272,80
0,08
3,38
3,34
KBC EQUITY FUND STRATEGIC CYCLICALS IS KAP
1.925,00
EUR
794,010
1.528.469,25
0,09
12,72
12,54
KBC EQUITY FUND STRATEGIC FINANCE IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC NON CYCLICALS IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC TEL & TECHNOLOGY IS B KAP KBC EQUITY FUND TECHNOLOGY IS B KAP
2.625,00
EUR
405,600
1.064.700,00
0,09
8,82
8,74
2.062,00
EUR
332,650
685.924,30
0,09
5,69
5,63
3.446,00
EUR
150,540
518.760,84
0,09
4,30
4,26
2.406,00
USD
208,460
414.490,94
0,28
3,44
3,40
KBC EQUITY FUND TURKEY IS B KAP
96,00
TRY
1.504,420
51.054,98
0,07
0,42
0,42
KBC EQUITY FUND US SMALL CAPS IS B KAP
159,00
USD
1.510,820
198.521,04
0,08
1,65
1,63
KBC MULTI INTEREST CURRENCIES IS KAP
301,00
EUR
1.001,330
301.400,33
0,06
2,50
2,47
91,00
EUR
751,260
68.364,66
0,05
0,57
0,56
KBC PARTICIPATION COMMODITIES IS B
127
KBC PARTICIPATION SRI CORPORATE BONDS IS B KAP PRIVILEGED PORTFOLIO REAL ESTATE IS B KAP
104,00
EUR
1.242,190
129.187,76
0,01
1,07
1,06
518,00
EUR
506,160
262.190,88
0,07
2,17
2,15
772,00
EUR
266,880
206.031,36
0,15
1,71
1,69
59,00
EUR
5.998,800
353.929,20 12.058.810,59
0,30
2,93 99,94
2,90 98,95
ICB ingeschreven bij de FSMA België KBC MULTI TRACK GERMANY KAP
Luxemburg KBC INTEREST FUND CASH EURO KAP
Totaal beleggingsfondsen Termijncontracten
EUR
6.738,57
TOTAAL EFFECTENPORTEFEUILLE
12.065.549,16
0,06
100,00
99,01
LIQUIDE MIDDELEN Zichtrekeningen België KBC GROUP AUD
4.160,98
AUD
1,000
2.814,04
0,02
KBC GROUP CAD
339,98
CAD
1,000
242,57
0,00
KBC GROUP CZK
2.066,85
CZK
1,000
74,58
0,00
KBC GROUP DKK
510,57
DKK
1,000
68,57
0,00
87.718,58
EUR
1,000
87.718,58
0,72
333,77
GBP
1,000
430,09
0,00
KBC GROUP HUF
873,20
HUF
1,000
2,77
KBC GROUP JPY
3.579,00
JPY
1,000
24,67
KBC GROUP NOK
4.758,57
NOK
1,000
524,51
0,00
KBC GROUP PLN
4.300,35
PLN
1,000
1.000,52
0,01
KBC GROUP SEK
303,34
SEK
1,000
32,02
KBC GROUP EURO KBC GROUP GBP
KBC GROUP TRY
498,31
TRY
1,000
176,16
0,00
KBC GROUP USD
6.109,07
USD
1,000
5.048,61 98.157,69
0,04 0,81
KBC GROUP EURO FUT REK
14.838,30
EUR
1,000
14.838,30
0,12
KBC GROUP USD FUT REK
13.529,92
USD
1,000
11.181,29 26.019,59
0,09 0,21
124.177,28
1,02
-3.239,25
-0,03
-3.239,25
-0,03
12.186.487,19
100,00
Totaal zichtrekeningen Beheerde futuresrekeningen België
Totaal beheerde futurerekeningen
TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN ANDERE Te betalen kosten
TOTAAL ANDERE TOTAAL VAN DE NETTOACTIVA
EUR
128
Geografische spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Ver.Arab.Emir. Argentinië Australië Oostenrijk België Bermuda Brazilië Centr.Amerika Canada Zwitserland Chili China Colombië Tsjechië Kaaimaneilanden Duitsland Denemarken Egypte Spanje Finland Frankrijk Gabon V.K. Griekenland Hong Kong Hongarije Indië Indonesië Ierland Israël Italië Jersey Kanaaleilanden Japan Kazakhstan Zuid-Korea Kroatië Luxemburg Mexico Maleisië Nederland Noorwegen Nieuw Zeeland Oekraïne Panama Peru Filipijnen Papua N.Guin. Polen Portugal Roemenië Rusland Saoedi Arabië
30/06/2013 0,10 0,00 1,14 0,74 2,99 0,29 0,83 0,13 1,50 2,22 0,11 1,38 0,11 0,08 0,22 10,19 0,44 0,01 3,35 0,47 9,42 0,00 4,91 0,05 1,08 0,09 0,56 0,37 2,12 0,14 3,69 0,26 5,14 0,00 1,60 0,00 0,54 0,57 0,57 4,43 0,41 0,04 0,00 0,00 0,08 0,18 0,01 0,38 0,25 0,02 0,23 0,00
31/12/2013 0,26 0,01 1,23 0,36 3,80 0,30 0,56 0,00 1,95 2,26 0,07 1,40 0,10 0,03 0,41 11,51 0,58 0,00 4,02 0,80 11,94 0,00 5,41 0,07 0,98 0,08 0,44 0,24 2,97 0,06 4,33 0,18 4,18 0,01 1,48 0,01 0,66 0,37 0,51 4,85 0,28 0,01 0,01 0,01 0,06 0,14 0,01 0,22 0,24 0,02 0,39 0,00
30/06/2014 0,75 0,01 1,86 1,03 6,50 0,17 0,49 0,00 1,96 1,63 0,04 1,58 0,09 0,11 0,33 9,93 0,63 0,00 3,84 0,98 11,21 0,01 4,89 0,07 0,91 0,09 0,67 0,29 1,28 0,12 3,90 0,21 3,79 0,00 1,68 0,01 1,15 0,28 0,52 4,40 0,19 0,02 0,01 0,01 0,05 0,12 0,02 0,84 0,36 0,08 0,16 0,01
31/12/2014 0,06 0,00 1,35 0,41 2,85 0,17 0,29 0,00 2,36 1,40 0,02 2,11 0,07 0,08 0,31 11,33 0,37 0,00 4,05 0,89 10,80 0,00 5,21 0,12 0,91 0,21 0,94 0,30 1,96 0,12 3,19 0,24 3,04 0,00 1,83 0,01 1,07 0,33 0,70 4,20 0,40 0,15 0,00 0,00 0,00 0,20 0,02 0,54 0,30 0,30 0,06 0,01
129
Singapore Slovenie Int.Org. Slovakije Zweden Thailand Turkije Taiwan V.S.A. Venezuela Buiten grondgebied BLEU(EX.EUINSTEL) Instel.EU buiten grondgebied BLEU Zuid-Afrika Zaïre Totaal
0,22 0,00 0,01 0,07 0,95 0,54 0,28 1,01 32,78 0,00
0,23 0,02 0,01 0,01 0,94 0,43 0,17 1,25 26,69 0,04
0,22 0,02 0,00 0,01 0,65 0,30 0,21 1,21 27,80 0,03
0,17 0,01 0,00 0,01 0,50 0,49 0,72 1,47 30,72 0,00
0,03
0,01
0,02
0,03
0,18 0,48 0,01 100,00
0,13 0,26 0,00 100,00
0,10 0,15 0,00 100,00
0,14 0,46 0,00 100,00
30/06/2014 19,80 13,27 6,22 6,45 26,63 10,68 2,94 2,12 3,43 8,22 0,01 0,23 100,00
31/12/2014 18,46 14,50 7,30 7,10 22,79 12,90 3,89 2,36 3,74 6,38 0,00 0,58 100,00
Sectorale spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Cyclische Sectoren Consumenten(Cyclisch) Consumenten(Niet cyclisch) Farma Financiële sectoren Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven Vastgoed Overheid Beleggingsfondsen Diversen Totaal
30/06/2013 16,86 13,17 11,31 8,81 20,70 8,01 3,19 3,63 3,12 11,14 0,01 0,05 100,00
31/12/2013 17,47 13,40 8,10 8,80 25,01 9,81 3,87 1,71 2,76 8,89 0,03 0,15 100,00
130
Muntspreiding (in % van de nettoactiva)
AUD BRL CAD CHF CLP CNH CNY COP CZK DKK EUR GBP HKD HRK HUF IDR ILS INR JPY KRW MXN MYR NGN NOK NZD PEN PHP PLN RON RUB SEK SGD THB TRY TWD USD ZAR Totaal
30/06/2013 0,98 0,86 1,55 2,04 0,00 0,00 0,07 0,09 0,03 0,39 37,85 4,42 2,51 0,00 0,09 0,44 0,15 0,48 3,82 1,57 0,59 0,57 0,01 0,43 0,04 0,06 0,19 0,34 0,02 0,13 0,74 0,22 0,55 0,33 1,04 36,86 0,54 100,00
31/12/2013 0,89 0,55 1,94 2,15 0,01 0,00 0,03 0,07 0,03 0,57 44,06 4,91 2,65 0,00 0,05 0,26 0,07 0,40 3,16 1,46 0,35 0,50 0,01 0,27 0,01 0,05 0,13 0,20 0,01 0,12 0,77 0,23 0,43 0,12 1,12 32,15 0,27 100,00
30/06/2014 1,03 0,51 2,12 1,54 0,00 0,00 0,02 0,09 0,13 0,39 42,61 4,14 2,70 0,00 1,00 0,31 0,04 0,64 2,62 1,64 0,25 0,50 0,00 0,67 0,42 0,05 0,13 0,83 0,08 0,03 0,43 0,21 0,31 0,20 1,13 33,06 0,17 100,00
31/12/2014 0,74 0,31 2,28 1,33 0,00 0,08 0,24 0,08 0,11 0,33 38,58 4,73 3,02 0,01 0,30 0,39 0,13 0,96 2,97 1,78 0,31 0,70 0,00 0,43 0,15 0,00 0,19 0,56 0,30 0,02 0,41 0,17 0,49 0,77 1,42 35,20 0,51 100,00
131
2.4.2
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN HET COMPARTIMENT PRIVILEGED PORTFOLIO HIGHLY DYNAMIC (IN DE VALUTA VAN HET COMPARTIMENT) 1
ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
halfjaar 4.672.656,79 2.955.336,08 7.627.992,87 2.118.316,53 222.007,76 2.340.324,29 10.171.870,54
2
de
51,98 %
1
ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale gecorrigeerde activa Gecorrigeerde Omloopsnelheid
halfjaar 4.672.656,79 2.955.336,08 7.627.992,87 2.118.316,53 222.007,76 2.340.324,29 9.907.195,87 53,37 %
2
de
halfjaar 3.859.556,43 3.807.359,33 7.666.915,76 1.046.751,21 1.104.894,99 2.151.646,20 11.881.497,82
Jaar 8.532.213,22 6.762.695,41 15.294.908,63 3.165.067,74 1.326.902,75 4.491.970,49 11.037.325,01
46,42 %
97,88 %
halfjaar 3.859.556,43 3.807.359,33 7.666.915,76 1.046.751,21 1.104.894,99 2.151.646,20 11.718.409,78
Jaar 8.532.213,22 6.762.695,41 15.294.908,63 3.165.067,74 1.326.902,75 4.491.970,49 10.882.927,66
47,06 %
99,26 %
De tabel hierboven toont het kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief aan het begin en het einde van de periode. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. Een actief beheer van het vermogen kan resulteren in hoge omloopsnelheidpercentages (maandelijks percentage > 50%). De gedetailleerde lijst van de transacties kan gratis worden ingekeken op de zetel van de Bevek of het Fonds, Havenlaan 2, 1080 Brussel.
2.4.3
BEDRAG VAN DE VERPLICHTINGEN INZAKE FINANCIËLE DERIVATENPOSITIES
In effecten KBC AK-VK USD-EUR 150128-141224 1.227262
Valuta
In valuta
USD
591.000,00
In valuta van het compartiment 488.409,57
Lotsize n.v.t
Verrichtingsdatum 22.12.2014
132
2.4.4
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INSCHRIJVINGEN, TERUGBETALINGEN EN VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Periode Jaar
Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop Inschrijvingen Kap.
Einde periode
Terugbetalingen
Dis.
Kap.
Dis.
Kap.
Dis.
Totaal
2.125,35
5.119,00
32.210,94
32.210,94
2013 - 12
3.928,58
2.416,00
33.723,51
33.723,51
2014 - 12
11.064,90
4.429,61
40.358,80
40.358,80
2012 - 12
Bedragen ontvangen en betaald door de ICB (in de valuta van het compartiment)
Periode Jaar
Inschrijvingen Kapitalisatie
Terugbetalingen Distributie
Kapitalisatie
2012 - 12
491.428,58
2013 - 12
1.006.251,75
623.769,63
2014 - 12
3.114.040,03
1.276.980,01
Periode Jaar
Netto-inventariswaarde Einde periode (in de valuta van het compartiment) van één recht van deelneming
van het compartiment
Kapitalisatie 7.688.130,95
238,68
2013 - 12
9.164.194,01
271,74
2014 - 12
12.186.487,19
301,95
2012 - 12
Distributie
1.164.524,03
Distributie
133
2.4.5
RENDEMENTSCIJFERS
1 Jaar Kap Div
ISIN code
Munt
KAP
BE0945923762
EUR
3 Jaar*
5 Jaar*
10 Jaar*
Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench klassen mark klassen mark klassen mark klassen mark 11.15%
12.00%
8.63%
Sinds start* Startdatum
Aandelen klassen
03/03/2006
2.17%
* De rendementscijfers zijn op jaarbasis. Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst.
Het staafdiagram geeft de performance weer van volledige boekjaren. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. Berekend in EUR. Het rendement wordt berekend als de wijziging van de inventariswaarde tussen twee tijdstippen uitgedrukt in procent. Berekeningsmethode voor datum D waarbij NIW staat voor inventariswaarde: Kapitalisatie deelbewijzen (KAP) Return op datum D over een periode van X jaar: [NIW(D) / NIW(Y)] ^ [1 / X] - 1 met Y = D-X Return op datum D sinds de startdatum S van het deelbewijs: [NIW(D) / NIW(S)] ^ [1 / F] - 1 met F = 1 indien het deelbewijs minder dan één jaar bestaat op datum D met F = (D-S) / 365.25 indien het deelbewijs langer dan één jaar bestaat op datum D Indien de periode tussen de twee tijdstippen groter is dan één jaar, dan wordt de gewone rendementsberekening omgezet in een rendement op jaarbasis door de n-de machtswortel te nemen van 1 plus het totale rendement van het deelbewijs. De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en terugkopen van de rechten van deelneming. Het gaat om de rendementscijfers van kapitalisatie rechten van deelneming.
134
2.4.6
KOSTEN
Lopende kosten: * Kapitalisatie: 2.105% * Zijn niet opgenomen in de vermelde kosten: instap- en uitstapkosten, prestatiegebonden vergoedingen, transactiekosten betaald in het kader van de verwerving of vervreemding van activa, betaalde rente, betalingen met het oog op zekerheidsstelling in het kader van afgeleide financiële instrumenten en vergoedingen inzake Commission Sharing Agreements of geIijkaardige vergoedingen ontvangen door de beheervennootschap of enige hiermee verbonden persoon. Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Het beheerloon bedraagt 1.624,95 EUR. Bijkomend werd er een vergoeding van 27.655,64 EUR aangerekend met betrekking tot provisies en kosten voor de toewijzing van de activa.
BESTAAN VAN COMMISSION SHARING AGREEMENTS Niet van toepassing.
BESTAAN VAN FEE SHARING AGREEMENTS EN REBATES: De beheervennootschap kan haar vergoeding delen met de Distributeur, institutionele en/of professionele partijen. In principe gaat het om 35% tot 60% indien de distributeur een entiteit is van KBC Groep NV en om 35% tot 70% indien de distributeur geen entiteit is van KBC Groep NV, doch in een beperkt aantal gevallen bedraagt de vergoeding van de distributeur minder dan 35%. De belegger zal, op verzoek, meer informatie kunnen bekomen inzake deze gevallen. Indien de beheervennootschap de activa van de instelling voor collectieve belegging belegt in rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging die niet worden beheerd door een entiteit van KBC Groep NV en de beheervennootschap ontvangt hiervoor een vergoeding, zal de beheervennootschap deze vergoeding betalen aan de instelling voor collectieve belegging. Fee sharing heeft geen invloed op de hoogte van de beheercommissie die het compartiment betaalt aan de beheervennootschap. Deze beheercommissie is onderworpen aan de beperkingen bepaald in de statuten. Deze beperkingen kunnen enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de algemene vergadering. De beheervennootschap heeft een distributieovereenkomst afgesloten met de Distributeur om een ruimere verspreiding van de rechten van deelneming van het compartiment mogelijk te maken, door gebruik te maken van meerdere distributiekanalen. Het is in het belang van de deelnemers, van het compartiment en van de Distributeur dat een zo groot mogelijk aantal rechten van deelneming wordt verkocht, en dat de activa van het compartiment dus zo hoog mogelijk zijn. In dit opzicht is er dus geen sprake van tegenstrijdige belangen.
2.4.7
TOELICHTING BIJ DE FINANCIËLE STATEN EN ANDERE GEGEVENS
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille: 1.05% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, er wordt geen beheersprovisie aangerekend op de activa die belegd zijn in instellingen voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Bijkomend: provisies en kosten voor de toewijzing van de activa: 0.25% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. De vergoeding voor administratief agent is betaalbaar op het einde van elk maand en is berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. Vergoeding van de commissaris: 1786 EUR per jaar. Deze vergoeding is exclusief BTW en kan jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de beslissing van de algemene vergadering. Het bewaarloon is berekend op de waarde van de stukken die de bewaarder in depot heeft op de laatste bankwerkdag van het voorafgaande kalenderjaar, behalve op de activa die belegd zijn in instelling voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Het bewaarloon wordt betaald in het begin van het kalenderjaar.
135
Uitoefenen van stemrechten: Indien nodig, relevant en in het belang van de aandeelhouders zal de beheervennootschap de stemrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de aandelen in de portefeuille van de Bevek. De beheervennootschap hanteert de volgende criteria bij het bepalen van haar houding m.b.t. de agendapunten die ter stemming worden voorgelegd: De waarde voor de aandeelhouders mag niet negatief beïnvloed worden. De regels inzake corporate governance, inzonderheid deze met betrekking tot de rechten van de minderheidsaandeelhouders, moeten gerespecteerd worden. Er moet aan de minimumnormen inzake duurzaam en maatschappelijk ondernemen voldaan worden. De lijst van ondernemingen waarvoor het stemrecht werd uitgeoefend, is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de Bevek.
Effect KBC Equity Fund-America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Family Enterprises-Institutional B Shares KBC Participation-Local Emerging Market Bonds-Institutional B Shares KBC Bonds-Corporates USD-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-Corporates Euro-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-EMU Short KBC Bonds-High Interest-Institutional B Shares capitalisation KBC Interest fund-EURO MEDIUM-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Emurenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Eurorenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Strategic Accents 1-Institutional B Shares Capitalisation Celest-Volatility Strategy - Andromeda-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Buyback America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Central Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Global Leaders-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend New Markets-Institutional B Shares KBC Equity Fund-New Asia-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Quant EMU-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Satellites-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Finance-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Non Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Telecom & Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Turkey-Institutional B Shares KBC Equity Fund-US Small Caps-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Currencies-Institutional B Shares KBC Participation-Commodities-Institutional B Shares KBC Participation-SRI Corporate Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Real Estate-Institutional B Shares KBC Multi Track-Germany-Classic Shares KBC Interest fund-CASH EURO-Capitalisation Privileged Portfolio-Highly Dynamic
Maximale beheerloon 1,50 1,50 1,60 1,20 1,10 1,10 0,40 1,10 0,50 1,10 1,10 1,10 1,50 1,50 1,60 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 0,50 1,10 1,25 0,93 0,70 0,50 1,05
136
Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2014
INHOUDSOPGAVE 2.
Informatie over Privileged Portfolio Pro 95 February 2.1. Beheerverslag 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs 2.1.2. Beursnotering 2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.1.4. Financieel portefeuillebeheer 2.1.5. Distributeurs 2.1.6. Index en benchmark 2.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.1.8. Toekomstig beleid 2.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator (SRRI) 2.2. Balans 2.3. Resultatenrekening 2.4. Samenstelling van de activa en kerncijfers 2.4.1. Samenstelling van de activa 2.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa 2.4.3. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en inventariswaarde 2.4.5. Rendementscijfers 2.4.6. Kosten 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
van
de
netto-
137
138
2
INFORMATIE OVER PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 95 FEBRUARY
2.1
BEHEERVERSLAG
2.1.1
LANCERINGSDATUM EN INSCHRIJVINGSPRIJS
Lanceringsdatum: 3 maart 2006 Initiële inschrijvingsprijs: 250 EUR Uitdrukkingsmunt: EUR
2.1.2
BEURSNOTERING
Niet van toepassing.
2.1.3
DOEL EN KRACHTLIJNEN VAN HET BELEGGINGSBELEID
DOEL VAN HET COMPARTIMENT : Het voornaamste doel van het compartiment bestaat erin de houders van rechten van deelneming een zo hoog mogelijk rendement te bieden d.m.v. rechtstreekse of onrechtstreekse beleggingen in verhandelbare effecten. Dit komt tot uiting in een streven naar meerwaarden en inkomsten. Het compartiment stelt zich bovendien tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden.
BELEGGINGSBELEID VAN HET COMPARTIMENT : CATEGORIEËN VAN TOEGELATEN ACTIVA: De beleggingen van het compartiment kunnen bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, deposito’s, financiële derivaten, liquide middelen en alle andere instrumenten voor zover en in de mate dit toegelaten is door de toepasselijke regelgeving en kadert binnen het vermelde doel.
GRENZEN VAN HET BELEGGINGSBELEID: Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de door de regelgeving gestelde grenzen. Het compartiment mag ontleningen aangaan tot 10% van haar netto-activa, voor zover het gaat om kortlopende ontleningen met het doel tijdelijke liquiditeitsproblemen op te lossen.
TOEGELATEN DERIVATENTRANSACTIES: Derivaten kunnen zowel gebruikt worden om de beleggingsdoelstellingen te realiseren als om risico’s in te dekken. Er kan met al dan niet genoteerde derivaten worden gewerkt: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps m.b.t. effecten, indexen, munten of rente of om andere transacties met derivaten. Niet genoteerde derivatentransacties worden enkel afgesloten met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties. Het compartiment streeft ernaar om, binnen de toepasselijke regelgeving en het beheerreglement, steeds de meest doelgerichte transacties af te sluiten. Alle kosten verbonden aan de transacties zijn ten laste van het compartiment en alle opbrengsten komen toe aan het compartiment. Als er door de transacties een risico ontstaat op de tegenpartij, kan dat risico worden ingeperkt door gebruik te maken van een margebeheersysteem dat verzekert dat het compartiment de begunstigde is van een zekerheid onder de vorm van contanten of investment grade obligaties. Bij het bepalen van de waarde van de obligaties wordt een marge toegepast die varieert in functie van de resterende looptijd en de uitdrukkingsmunt van de betreffende obligatie. De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten. De ICB kan contracten afsluiten die betrekking hebben op een kredietrisico op emittenten van schuldinstrumenten. Het kredietrisico is het risico dat de emittent van het schuldinstrument in gebreke blijft. Dit kredietrisico heeft betrekking op partijen waarvan de kredietwaardigheid op het moment van het sluiten van het contract evenwaardig is aan die van de emittenten van wie de ICB rechtstreeks schuldinstrumenten aanhoudt. Derivaten kunnen ook worden gebruikt om de activa van het compartiment in te dekken tegen open wisselkoersrisico’s ten opzichte van de uitdrukkingsmunt.
139
Een eventueel gebruik van kredietderivaten kan enkel ter uitvoering van de beleggingsdoelstellingen en binnen het bestaande risicoprofiel, zonder dat dit een verschuiving impliceert naar minder kredietwaardige debiteuren. Bijgevolg verhoogt het kredietrisico niet. In zoverre er met derivaten wordt gewerkt, gaat het om vlot verhandelbare en liquide instrumenten. Bijgevolg heeft het gebruik van derivaten geen invloed op het liquiditeitsrisico. Het gebruik van derivaten verandert ook niets aan de spreiding van de portefeuille over regio’s, sectoren of thema’s. Bijgevolg heeft het geen invloed op het concentratierisico. Derivaten worden niet gebruikt om een gehele of gedeeltelijke kapitaalbescherming te waarborgen. Ze verhogen noch verminderen het kapitaalrisico. Het gebruik van derivaten heeft ook geen invloed op het afwikkelingsrisico, het bewaarnemingsrisico, het flexibiliteitsrisico, het inflatierisico of het risico afhankelijk van externe factoren.
BEPAALDE STRATEGIE: Het rendement is afhankelijk van de marktevolutie. Het compartiment stelt zich tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden. De bodemgrens heeft een geldigheidsduur van 1 jaar (behalve de initiële bodemgrens, die geldig is tot de laatste bankwerkdag van januari 2007) en is steeds gelijk aan 95% van de inventariswaarde op de laatste bankwerkdag van de voorgaande maand januari (de bodemgrens voor het eerste jaar wordt vastgesteld op basis van de initiële inventariswaarde). Deze doelstelling vormt evenwel geen garantie: noch voor wat betreft het rendement; noch voor wat betreft de terugkoopprijs, die minder kan bedragen dan de bodemgrens, zoals hierboven bepaald. Het compartiment biedt geen kapitaalbescherming of kapitaalgarantie, noch een gegarandeerd rendement. Telkens na vastlegging van de bodemgrens wordt hoofdzakelijk belegd in obligaties (en/of obligatieICB’s) en/of geldmarktinstrumenten. Bij een daling van de inventariswaarde in de richting van de bodemgrens zal de beheerder ingrijpen door de beleggingen in meer risicovolle activa (vb. aandelen en/of aandelen-ICB’s) te vervangen door beleggingen in minder risicovolle activa (vb. obligaties, obligatie-ICB’s en/of geldmarktinstrumenten). Indien de inventariswaarde de bodemgrens raakt, zal de beheerder volledig omschakelen naar beleggingen in geldmarktinstrumenten. Omgekeerd zal de beheerder bij een stijging van de inventariswaarde weg van de bodemgrens ingrijpen door de spreidingen van de activa opnieuw en gradueel aan te passen, teneinde, bij voldoende sterke toename van de inventariswaarde, opnieuw de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Bij gunstige marktontwikkelingen en voor zover de inventariswaarde voldoende hoog is ten opzichte van de bodemgrens, en zolang deze voorwaarden vervuld zijn, kan het compartiment tijdelijk afwijken van de spreiding bij vastlegging van de bodemgrens, door de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Hierdoor zal het percentage meer risicovolle activa stijgen ten opzichte van het percentage dat was bepaald bij vastlegging van de bodemgrens. Dit gebeurt op weloverwogen manier die ondermeer functie is van de historische volatiliteit op de markten (die voldoende laag moet zijn alvorens risicovolle activa verder te kunnen opbouwen). Hierdoor kan tijdelijk en eerder uitzonderlijk, bij zeer gunstige marktomstandigheden, hoofdzakelijk belegd worden in aandelen en hiermee samenhangende financiële instrumenten, met als doelstelling om, naast de bewaking van de bodemgrens, ook een zo hoog mogelijk rendement te realiseren.
140
KENMERKEN VAN DE OBLIGATIES EN SCHULDINSTRUMENTEN: De activa worden gedeeltelijk belegd in obligaties en schuldbewijzen, zowel uitgegeven door bedrijven als door overheidsinstanties. Het compartiment belegt rechtstreeks en/of onrechtstreeks minimaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa in effecten die een investment grade (minimaal BBB-/Baa3 lange termijn, A3/F3/P3 korte termijn) rating hebben van minstens 1 van volgende ratingagentschappen: o Moody’s (Moody’s Investors Service); o S&P (Standard & Poor’s, a Division of the McGraw-Hill Companies); o Fitch (Fitch Ratings), en/of in geldmarktinstrumenten waarvan de emittent over een investment grade rating van 1 van bovenstaande agentschappen beschikt. Daarnaast kan het compartiment tot maximaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa beleggen in effecten die over een lagere rating beschikken (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent over een lagere rating beschikt) en/of in effecten waarvoor geen kredietrating van één van boven genoemde agentschappen beschikbaar is (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent niet over een rating van één van boven genoemde agentschappen beschikt). Bij de selectie van de obligaties en schuldinstrumenten worden alle looptijden in aanmerking genomen.
VOORNAMELIJKE BELEGGING IN ANDERE ACTIVA DAN EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN. Het compartiment zal voornamelijk beleggen in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
UITLENING VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN: Het compartiment mag financiële instrumenten uitlenen binnen de beperkingen bepaald door de toepasselijke regelgeving. Het uitlenen gebeurt in het kader van een effectenleningensysteem beheerd door hetzij een ‘principaal’, hetzij een ‘agent’. In het eerste geval heeft het compartiment enkel een relatie met de principaal van het effectenleningensysteem die als tegenpartij optreedt en aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met enerzijds de agent (als beheerder van het systeem) en anderzijds één of meerdere tegenpartijen aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De agent zelf treedt op als tussenpersoon tussen het compartiment en de tegenpartij(en). De effectenleningen hebben geen wijziging van het risicoprofiel van het compartiment tot gevolg aangezien: De keuze van zowel principaal, agent als elke tegenpartij aan strenge selectiecriteria is onderworpen. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten op elk ogenblik kan gevraagd worden. Zo is gewaarborgd dat de effectenleningen het beheer van de activa van het compartiment niet beïnvloeden. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten wordt gegarandeerd door de principaal, respectievelijk de agent. Via een margebeheersysteem wordt steeds verzekerd dat het compartiment de begunstigde is van een financiële zekerheid onder de vorm van contanten of andere welbepaalde categorieën effecten met een laag risicoprofiel, zoals overheidsobligaties, dit voor het geval de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, geen gelijkwaardige effecten zou teruggeven. De reële waarde van de zekerheid onder de vorm van effecten met een laag risicoprofiel overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten met 5%. Daarenboven wordt bij het bepalen van de waarde van de als zekerheid verstrekte effecten met een laag risicoprofiel een marge van 3% toegepast die moet vermijden dat een negatieve koersevolutie tot gevolg zou kunnen hebben dat de reële waarde van de effecten met een laag risicoprofiel niet meer de reële waarde van de uitgeleende effecten overtreft. De waarde van de zekerheid onder de vorm van contanten overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten.
141
Indien het compartiment een financiële zekerheid ontvangt onder de vorm van contanten kan het deze contanten herinvesteren in deposito’s bij kredietinstellingen die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen, mits de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de EER gevestigd is, of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gevestigd is, mits deze instelling onderworpen is aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Europees recht zijn vastgesteld. kortetermijngeldmarktfondsen zoals beschreven in de ESMA-richtsnoeren CESR/10049 van 19 mei 2010 betreffende een gemeenschappelijke definitie van Europese geldmarktfondsen. overheidsobligaties in dezelfde munteenheid als de ontvangen contanten en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot effectenleningen door bepaalde instellingen voor collectieve belegging. Deze herinvestering kan tot gevolg hebben dat het compartiment met betrekking tot de financiële zekerheid niet langer een kredietrisico loopt t.o.v. de financiële instelling waar de contantenrekening wordt aangehouden maar wel bijvoorbeeld t.o.v. de emittent(en) van het (de) schuldinstrument(en). De beheervennootschap kan de uitvoering van het herinvesteringsbeleid delegeren aan een derde, met inbegrip van de agent die het effectenleningensysteem beheert. Het uitlenen van effecten stelt het compartiment in de mogelijkheid een bijkomende opbrengst te behalen. Deze opbrengst kan bestaan uit enerzijds een vergoeding die de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, betaalt en anderzijds inkomsten uit herinvestering. Van deze opbrengst worden directe en indirecte kosten afgehouden. Deze kosten worden forfaitair bepaald op 35% van de ontvangen vergoeding en bestaan uit de kosten voor de clearing services van KBC Bank, de kosten van de beheervennootschap voor het opzetten en opvolgen van het systeem voor uitlenen van effecten, de kosten voor het margebeheer, de kosten verbonden aan cash- en effectenrekeningen en -verkeer, de vergoeding voor het eventuele beheer van herinvesteringen en, indien gewerkt wordt via een agent, de vergoeding betaald aan de agent De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten.
ALGEMENE STRATEGIE TER DEKKING VAN HET WISSELRISICO: Om zijn activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen en binnen de beperkingen die uiteengezet worden in het beheerreglement, kan het compartiment transacties verrichten die betrekking hebben op de verkoop van termijnovereenkomsten op deviezen, evenals de verkoop van callopties of de aankoop van putopties op valuta’s. De hier beoogde transacties mogen enkel betrekking hebben op contracten die verhandeld worden op een gereglementeerde markt die regelmatig werkt, erkend is en opengesteld is voor het publiek, of verhandeld worden met een erkende financiële instelling van eerste rang die gespecialiseerd is in dit type van transacties en die actief is op de 'over the counter' (OTC)-markt voor opties. Met dezelfde doelstelling kan het compartiment ook valuta’s verkopen op termijn of uitwisselen in het kader van onderhandse transacties met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties.
SOCIALE, ETHISCHE EN MILIEUASPECTEN: Er mag niet belegd worden in financiële instrumenten uitgegeven door producenten van controversiële wapens, waarvan de voorbije vijf decennia bij internationale consensus is vastgesteld dat het gebruik ervan onevenredig veel menselijk leed veroorzaakt aan de burgerbevolking. Het betreft de producenten van antipersoonsmijnen, clusterbommen en -munitie en wapens met verarmd uranium. Er mogen daarnaast sinds 31.3.2014 geen nieuwe beleggingen gebeuren in financiële instrumenten uitgegeven door ondernemingen zonder anti-corruptie beleid die bovendien in de afgelopen twee jaar een negatieve evaluatie kregen bij een diepgaande screening op de aanwezigheid van corruptie. De onderneming heeft geen anti-corruptie beleid als niet kan worden aangetoond dat de onderneming een aanvaardbaar beleid heeft aangaande de bestrijding van corruptie. Een aanvaardbaar beleid dient publiek gemaakt te worden en houdt minstens in dat omkoping niet gedoogd wordt, en dat de wet dienaangaande wordt nageleefd. De screening zal gebeuren op basis van een algemeen aanvaarde en onafhankelijke ‘Sociale, ethische en milieuaspecten’ database. Op deze wijze wordt niet alleen een louter financiële realiteit weergegeven, maar ook een sociale realiteit van de sector of regio.
142
Voor de eventuele toepassing van de Europese en Belgische fiscale bepalingen wordt verwezen naar het prospectus onder 'Informatie betreffende het gemeenschappelijk beleggingsfonds Belastingstelsel' .
2.1.4
FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER
Het intellectueel beheer (inclusief de toewijziging van de activa), wordt door de beheervennootschap gedelegeerd aan KBC Fund Management Limited, Joshua Dawson House, Dawson Street, Dublin 2, IRELAND.
2.1.5
DISTRIBUTEURS
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
2.1.6
INDEX EN BENCHMARK
Zie ‘Beleggingsbeleid van het compartiment’.
2.1.7
TIJDENS HET BOEKJAAR GEVOERD BELEID
De investeringsdoelstelling van elk subfonds is om het hoogst mogelijk rendement te genereren en tegelijk ernaar te streven de netto inventariswaarde boven de bodemgrens te houden. Als dusdanig is er een dynamische allocatie tussen meer risicovolle investeringen en minder risicovolle investeringen zoals bepaald door een mathematisch model. In 2014 begon men meer vertrouwen te krijgen in de duurzaamheid van het economisch herstel wereldwijd. De VS verteerden met gemak een zwaar saneringsprogramma. De arbeidsmarkt won aan dynamiek. De Bank of England wist met succes de Britse economie van het liquiditeiteninfuus af te koppelen. Japan doorbrak de negatieve deflatiespiraal. De aandelenmarkten koesterden het conjunctuuroptimisme. De eurozone bleef echter met recessie flirten. De obligatiemarkten raakten in de ban van het vooruitzicht dat de Europese Centrale Bank (ECB) het Amerikaanse voorbeeld zou volgen en op grote schaal overheidsobligaties zou gaan inkopen.
2.1.8
TOEKOMSTIG BELEID
Het toekomstige investeringsbeleid en participatieniveau in risicovolle investeringen zal bepaald worden door het dynamisch portefeuille-algoritme terwijl ernaar te streven dat de bodemgrens wordt beschermd.
2.1.9
SYNTHETISCHE RISICO- EN OPBRENGSTINDICATOR
4 op een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). De waarde van een recht van deelneming kan stijgen of dalen en de belegger kan minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd. Overeenkomstig Verordening 583/2010 is een synthetische risico- en opbrengstindicator bepaald. Deze geeft een cijfermatige aanduiding van de mogelijke opbrengst van het compartiment, maar ook van het bijhorende risico, berekend in de uitdrukkingsmunt van het compartiment. De indicator wordt geformuleerd als een cijfer tussen 1 en 7. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger de mogelijke opbrengst, maar ook hoe moeilijker voorspelbaar dit rendement. Ook verliezen zijn mogelijk. Het laagste cijfer betekent niet dat de belegging volledig risicoloos is. Wel wijst het erop dat, vergeleken met hogere cijfers, dit product normaal een lager, maar eveneens beter voorspelbaar rendement zal bieden. De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt geregeld geëvalueerd en kan dus verlaagd of verhoogd worden op basis van gegevens uit het verleden. Gegevens uit het verleden zijn niet altijd een betrouwbare aanwijzing voor opbrengst en risico in de toekomst.
143
2.2
BALANS
Balansschema TOTAAL NETTO ACTIEF II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming
E.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
2.534.132.076,17
1.737.357.954,64
7.321.054,19 2.506.334.936,49
1.721.181.775,38
1.467.630,64
1.296.022,94
-1.459.354,13
-3.150.213,53
28.842.185,71
11.496.142,64
-1.053.322,54
-786.826,98
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
2.534.132.076,17
1.737.357.954,64
A.
Kapitaal
2.388.055.045,86
1.676.855.607,18
B.
Deelneming in het resultaat
464.790,52
740.223,26
D.
Resultaat van het boekjaar
145.612.239,79
59.762.124,20
IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A. B.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-)
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
VI. Overlopende rekeningen
C. Toe te rekenen kosten (-)
144
2.3
RESULTATENREKENING
Resultatenrekening I.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten a) Op obligaties Termijncontracten l) Op financiële indexen Termijncontracten H. Wisselposities en -verrichtingen b) Andere wisselposities en verrichtingen
-12.052,32
-1.626,16 98.209,86
138.929.581,14
95.818.412,05
-5.889,60 124.116,85
263.267,93
38.878.808,00
-13.496.998,60
Det.rubriek I winst en verlies op beleggingen
Gerealiseerde winsten op beleggingen Ongerealiseerde winsten op beleggingen Gerealiseerde verliezen op beleggingen Ongerealiseerde verliezen op beleggingen II.
140.551.524,30 57.877.707,56 -31.236.494,43 10.727.716,24
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
Dividenden Interesten a) Effecten en geldmarkt instrumenten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-)
12.968,55
A. B.
III.
Andere opbrengsten
B.
Andere
51.420,88 28.380,58 -3.109,81
70.892,70 3.138,74 -10.045,55 38.046,48
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-12.220.242,91
-9.077.251,98
-4.490,17 -5.849,69
-2.450,11 -9.637,84
-17.373.891,09 -2.274.465,02 -4.057,33 -3.109,15 -26.288,71 -472.511,46
-11.916.458,22 -1.552.619,16 -4.090,55 -4.953,32 -21.742,32 -439.048,70
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat
-32.308.213,88
-22.913.251,28
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
145.612.239,79
59.762.124,20
145.612.239,79
59.762.124,20
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
V.
VII. Resultaat van het boekjaar
145
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) II.
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
146.077.030,31
60.502.347,46
145.612.239,79
59.762.124,20
464.790,52
740.223,26
-146.077.030,31
-60.502.347,46
146
2.4
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
2.4.1
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 95 FEBRUARY
Benaming
Hoeveelheid op 31/12/2014
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie % (in de valuta van het in het bezit compartiment) van de ICB
% Porte feuille
% Nettoactief
NETTOACTIVA EFFECTENPORTEFEUILLE Beleggingsfondsen Gesloten fondsen Genoteerde gesloten beleggingsfondsen België KBC EQUITY FUND AMERICA IS B KAP
36.417,00
USD
2.217,030
66.722.516,85
10,17
2,66
2,63
KBC EQUITY FUND EUROPE IS
34.831,00
EUR
1.453,940
50.642.184,14
10,24
2,02
2,00
251.685,00
EUR
721,760
181.656.165,60
12,86
7,25
7,17
89.192,00
EUR
970,520
86.562.619,84
10,22
3,45
3,42
KBC EQUITY FUND STRATEGIC KBC PARTICIPATION LOCAL EMERGING MARKET BONDS KAP IS B
Luxemburg KBC BONDS CORPOR USD IS B KAP
43.227,00
USD
1.033,800
36.930.765,34
10,06
1,47
1,46
KBC BONDS CORPORATES EURO IS B KAP
125.518,00
EUR
856,680
107.528.760,24
9,79
4,29
4,24
KBC BONDS EMU SHORTIS B KAP
135.472,00
EUR
1.067,990
144.682.741,28
14,10
5,77
5,71
KBC BONDS HIGH INTEREST IS B KAP
54.420,00
EUR
2.073,780
112.855.107,60
7,07
4,50
4,45
KBC INTEREST FUND EURO MEDIUM IS B_KAP
38.632,00
EUR
4.164,380
160.878.328,16
13,15
6,42
6,35
KBC RENTA EMURENTA IS B KAP
74.920,00
EUR
632,690
47.401.134,80
13,58
1,89
1,87
KBC RENTA EURORENTA IS B KAP
16.328,00
EUR
2.837,050
46.323.352,40
9,51
1,85
1,83
KBC RENTA SHORT USD IS B KAP
139.780,00
USD
887,860
102.561.936,12
13,57
4,09
4,05
KBC RENTA STRATEGIC ACCENTS 1 IS B KAP
185.413,00
EUR
1.216,150
225.490.019,95
14,16
9,00
8,90
CELEST VOLATILITY STRATEGY ANDROMEDA IS B
19.070,00
EUR
974,600
18.585.622,00
12,03
0,74
0,73
KBC EQUITY FUND BUYBACK AMERICA IS B KAP
38.968,00
USD
1.567,360
50.474.678,30
7,21
2,01
1,99
281.253,00
EUR
436,490
122.764.121,97
10,43
4,90
4,84
56.360,00
EUR
455,780
25.687.760,80
7,87
1,03
1,01
39.473,00
EUR
1.226,470
48.412.450,31
7,28
1,93
1,91
38.748,00
EUR
474,380
18.381.276,24
9,14
0,73
0,73
118.429,00
EUR
674,140
79.837.726,06
11,73
3,19
3,15
39.946,00
EUR
1.234,160
49.299.755,36
10,10
1,97
1,95
KBC EQUITY FUND STRATEGIC CYCLICALS IS KAP
232.834,00
EUR
794,010
184.872.524,34
10,99
7,38
7,30
KBC EQUITY FUND STRATEGIC FINANCE IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC NON CYCLICALS IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC TEL & TECHNOLOGY IS B KAP KBC EQUITY FUND TURKEY IS B KAP
315.679,00
EUR
405,600
128.039.402,40
10,78
5,11
5,05
248.052,00
EUR
332,650
82.514.497,80
10,97
3,29
3,26
410.740,00
EUR
150,540
61.832.799,60
10,47
2,47
2,44
Open beleggingsfondsen ICBE ingeschreven bij de FSMA België
KBC EQUITY FUND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND NEW MARKETS IS B KAP KBC EQUITY FUND QUANT EMU IS B KAP KBC EQUITY FUND SATELLITES IS B KAP
11.479,00
TRY
1.504,420
6.104.792,56
8,56
0,24
0,24
KBC EQUITY FUND US SMALL CAPS IS B KAP
19.397,00
USD
1.510,820
24.218.317,87
10,08
0,97
0,96
KBC MULTI INTEREST CURRENCIES IS KAP
62.509,00
EUR
1.001,330
62.592.136,97
13,12
2,50
2,47
KBC PARTICIPATION COMMODITIES IS B KBC PARTICIPATION SRI CORPORATE BONDS IS B KAP
21.966,00
EUR
751,260
16.502.177,16
12,20
0,66
0,65
86.545,00
EUR
1.242,190
107.505.333,55
9,67
4,29
4,24
147
PRIVILEGED PORTFOLIO REAL ESTATE IS B KAP
95.768,00
EUR
506,160
Totaal beleggingsfondsen
TOTAAL EFFECTENPORTEFEUILLE
48.473.930,88 2.506.334.936,49
2.506.334.936,49
12,56
1,93 100,00
1,91 98,90
100,00
98,90
LIQUIDE MIDDELEN Zichtrekeningen België KBC GROUP AUD
76,28
AUD
1,000
51,59
KBC GROUP CAD
2.002,14
CAD
1,000
1.428,52
KBC GROUP CHF
159,62
CHF
1,000
132,76
KBC GROUP CZK
5.084,49
CZK
1,000
183,46
KBC GROUP DKK
10.926,30
DKK
1,000
1.467,34
KBC GROUP EURO
27.662.471,51
EUR
1,000
27.662.471,51
KBC GROUP GBP
2.285,08
GBP
1,000
2.944,50
KBC GROUP HUF
348.891,68
HUF
1,000
1.104,96
KBC GROUP JPY
20.524,00
JPY
1,000
141,47
KBC GROUP NOK
5.614,84
NOK
1,000
618,89
KBC GROUP PLN
7.663,09
PLN
1,000
1.782,90
KBC GROUP SEK
2.786,40
SEK
1,000
294,16
KBC GROUP TRY
2.553,04
TRY
1,000
902,52
KBC GROUP USD
820,29
USD
1,000
677,90 27.674.202,48
1,09
Totaal zichtrekeningen
1,09
Beheerde futuresrekeningen België KBC GROUP EURO FUT REK KBC GROUP USD FUT REK
1.167.983,11
EUR
1,000
1.167.983,11
0,05
0,15
USD
1,000
0,12 1.167.983,23
0,05
28.842.185,71
1,14
Totaal beheerde futurerekeningen
TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN Vorderingen België KBC GROUP EUR TE ONTVANGEN
1.467.630,64
EUR
1,000
1.467.630,64 1.467.630,64
0,06 0,06
-1.459.354,13
EUR
1,000
-1.459.354,13 -1.459.354,13
-0,06 -0,06
Totaal vorderingen Schulden België KBC GROUP EUR TE BETALEN
Totaal schulden
TOTAAL VORDERINGEN EN SCHULDEN
8.276,51
ANDERE Te betalen kosten
TOTAAL ANDERE TOTAAL VAN DE NETTOACTIVA
EUR
-1.053.322,54
-0,04
-1.053.322,54
-0,04
2.534.132.076,17
100,00
148
Geografische spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Ver.Arab.Emir. Argentinië Australië Oostenrijk België Bahrein Bermuda Brazilië Centr.Amerika Canada Zwitserland Chili China Ivoorkust Colombië Tsjechië Kaaimaneilanden Duitsland Denemarken Egypte Spanje Europa Finland Frankrijk Gabon V.K. Griekenland Hong Kong Hongarije Indië Indonesië Ierland Ijsland Israël Italië Jersey Kanaaleilanden Japan Kazakhstan Zuid-Korea Kroatië Luxemburg Mexico Maleisië Noord Amerika Nigeria Nederland Noorwegen Nieuw Zeeland Oekraïne Panama Peru Filipijnen
30/06/2013 0,09 0,00 1,51 1,74 8,44 0,00 0,09 0,51 0,57 0,94 1,15 0,03 0,51 0,00 0,22 0,11 0,25 7,48 0,38 0,00 5,00 0,39 0,31 11,75 0,00 4,37 0,02 0,45 0,17 0,16 0,16 4,46 0,00 0,27 8,21 0,32 2,07 0,00 1,47 0,02 1,77 0,94 0,73 0,00 0,00 6,15 1,21 0,01 0,00 0,00 0,25 0,22
31/12/2013 0,05 0,02 0,73 0,83 3,80 0,02 0,16 0,66 0,00 1,19 1,48 0,05 0,76 0,00 0,26 0,03 0,38 9,79 0,36 0,02 6,05 0,00 0,51 12,61 0,00 4,55 0,04 0,62 0,23 0,24 0,25 4,98 0,01 0,07 8,63 0,17 2,44 0,02 1,44 0,04 1,47 0,92 0,59 0,01 0,02 6,05 0,41 0,01 0,06 0,03 0,23 0,29
30/06/2014 0,02 0,02 0,78 0,69 5,63 0,01 0,12 0,73 0,00 1,47 1,34 0,04 1,22 0,00 0,25 0,03 0,31 8,81 0,46 0,01 5,18 0,00 0,86 12,58 0,05 4,53 0,04 0,68 0,20 0,49 0,35 1,42 0,01 0,11 6,52 0,19 2,75 0,00 1,67 0,03 1,33 0,92 0,87 0,00 0,00 5,07 0,26 0,01 0,05 0,02 0,20 0,19
31/12/2014 0,04 0,00 0,98 0,56 2,27 0,00 0,12 0,40 0,00 1,93 1,04 0,02 1,48 0,01 0,24 0,03 0,34 10,13 0,36 0,00 4,87 0,00 0,79 10,78 0,02 4,92 0,08 0,71 0,35 0,63 0,23 2,33 0,00 0,09 5,26 0,21 2,09 0,00 1,74 0,00 2,78 1,23 1,47 0,00 0,00 5,11 0,64 0,16 0,00 0,00 0,00 0,44
149
Papua N.Guin. Polen Portugal Roemenië Rusland Saoedi Arabië Singapore Slovenie Int.Org. Slovakije Zweden Thailand Turkije Taiwan V.S.A. Venezuela Brit.Virgin Buiten grondgebied BLEU(EX.EUINSTEL) Instel.EU buiten grondgebied BLEU Zuid-Afrika Totaal
0,00 0,91 0,08 0,08 0,17 0,00 0,12 0,00 0,04 0,08 1,53 0,65 0,38 0,35 18,67 0,00 0,00
0,00 0,73 0,13 0,08 0,48 0,01 0,15 0,08 0,03 0,04 0,89 0,50 0,42 0,70 21,17 0,13 0,00
0,01 1,11 0,26 0,04 0,27 0,02 0,17 0,03 0,00 0,06 0,73 0,33 0,47 0,89 26,27 0,12 0,01
0,01 0,83 0,17 0,36 0,06 0,04 0,14 0,02 0,00 0,06 0,62 0,56 0,88 0,98 26,96 0,00 0,01
0,12
0,05
0,06
0,13
1,53 0,39 100,00
0,51 0,32 100,00
0,41 0,22 100,00
0,68 0,61 100,00
30/06/2014 14,78 10,21 4,64 4,71 21,07 7,75 2,62 2,20 2,93 28,70 0,04 0,35 100,00
31/12/2014 13,43 10,64 5,39 5,01 20,98 8,87 3,31 2,33 3,22 26,69 0,00 0,13 100,00
Sectorale spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Cyclische Sectoren Consumenten(Cyclisch) Consumenten(Niet cyclisch) Farma Financiële sectoren Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven Vastgoed Overheid Beleggingsfondsen Diversen Totaal
30/06/2013 6,54 6,11 4,71 3,09 23,00 2,49 2,38 3,94 2,20 45,34 0,04 0,16 100,00
31/12/2013 10,66 8,64 4,96 5,17 23,23 5,75 3,00 2,14 2,35 33,62 0,12 0,36 100,00
150
Muntspreiding (in % van de nettoactiva)
AUD BRL CAD CHF CLP CNH CNY COP CZK DKK EUR GBP HKD HUF IDR ILS INR JPY KRW MXN MYR NGN NOK NZD PEN PHP PLN RON RUB SEK SGD SKK THB TRY TWD USD ZAR Totaal
30/06/2013 1,10 0,86 1,39 0,78 0,02 0,00 0,17 0,31 0,15 0,26 62,02 2,44 0,93 0,19 0,35 0,28 0,18 1,66 1,38 1,17 0,74 0,04 1,18 0,01 0,24 0,23 0,77 0,06 0,48 0,96 0,12 0,01 0,65 0,55 0,35 17,37 0,60 100,00
31/12/2013 0,53 0,72 1,14 1,23 0,03 0,00 0,12 0,24 0,01 0,33 58,02 3,18 1,49 0,12 0,24 0,16 0,28 1,85 1,40 0,84 0,58 0,04 0,34 0,01 0,19 0,24 0,67 0,05 0,47 0,45 0,15 0,01 0,50 0,21 0,62 23,20 0,34 100,00
30/06/2014 0,47 0,85 1,25 1,15 0,01 0,00 0,08 0,29 0,10 0,31 51,71 3,61 1,90 0,05 0,34 0,05 0,56 1,92 1,58 0,80 0,85 0,02 0,57 0,01 0,18 0,20 1,12 0,04 0,11 0,36 0,16 0,01 0,33 0,42 0,78 27,50 0,31 100,00
31/12/2014 0,55 0,49 1,84 0,84 0,00 0,09 0,51 0,26 0,16 0,20 47,81 3,92 2,45 0,39 0,50 0,25 1,01 2,00 1,63 1,15 1,49 0,00 0,79 0,16 0,00 0,40 0,87 0,36 0,11 0,22 0,14 0,01 0,55 1,03 0,93 26,07 0,82 100,00
151
2.4.2
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN HET COMPARTIMENT PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 95 FEBRUARY (IN DE VALUTA VAN HET COMPARTIMENT) ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
2 halfjaar 2.223.048.113,59 2.108.441.937,52 4.331.490.051,11 229.678.805,87 110.147.439,77 339.826.245,64 2.458.273.252,51
Jaar 4.335.308.807,06 3.735.736.267,49 8.071.045.074,56 893.649.258,61 244.007.365,57 1.137.656.624,18 2.268.188.721,43
141,88 %
162,38 %
305,68 %
1 halfjaar 2.112.260.693,47 1.627.294.329,98 3.739.555.023,44 663.970.452,74 133.859.925,80 797.830.378,54 2.029.797.515,24
2 halfjaar 2.223.048.113,59 2.108.441.937,52 4.331.490.051,11 229.678.805,87 110.147.439,77 339.826.245,64 2.429.053.614,96
Jaar 4.335.308.807,06 3.735.736.267,49 8.071.045.074,56 893.649.258,61 244.007.365,57 1.137.656.624,18 2.239.278.500,63
144,93 %
164,33 %
309,63 %
ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale gecorrigeerde activa Gecorrigeerde Omloopsnelheid
de
1 halfjaar 2.112.260.693,47 1.627.294.329,98 3.739.555.023,44 663.970.452,74 133.859.925,80 797.830.378,54 2.073.312.143,36
de
De tabel hierboven toont het kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief aan het begin en het einde van de periode. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. Een actief beheer van het vermogen kan resulteren in hoge omloopsnelheidpercentages (maandelijks percentage > 50%). De gedetailleerde lijst van de transacties kan gratis worden ingekeken op de zetel van de Bevek of het Fonds, Havenlaan 2, 1080 Brussel.
2.4.3
BEDRAG VAN DE VERPLICHTINGEN INZAKE FINANCIËLE DERIVATENPOSITIES Nihil
152
2.4.4
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INSCHRIJVINGEN, TERUGBETALINGEN EN VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Periode Jaar
Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop Inschrijvingen Kap.
Einde periode
Terugbetalingen
Dis.
Kap.
Dis.
Kap.
Dis.
Totaal
2012 - 12
1.030.699,46
343.293,06
3.494.723,30
3.494.723,30
2013 - 12
2.492.261,12
580.309,65
5.406.674,78
5.406.674,78
2014 - 12
2.721.055,65
731.291,70
7.396.438,73
7.396.438,73
Bedragen ontvangen en betaald door de ICB (in de valuta van het compartiment)
Periode Jaar
Inschrijvingen
Terugbetalingen
Kapitalisatie
Distributie
Kapitalisatie
2012 - 12
306.482.157,35
102.669.530,57
2013 - 12
783.344.603,70
183.284.700,84
2014 - 12
893.126.304,06
241.964.422,31
Periode Jaar
Distributie
Netto-inventariswaarde Einde periode (in de valuta van het compartiment) van het compartiment
van één recht van deelneming Kapitalisatie
2012 - 12
1.077.535.927,58
308,33
2013 - 12
1.736.659.670,39
321,18
2014 - 12
2.534.132.076,17
342,62
Distributie
153
2.4.5
RENDEMENTSCIJFERS
1 Jaar Kap Div
ISIN code
Munt
KAP
BE0945922756
EUR
3 Jaar*
5 Jaar*
10 Jaar*
Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench klassen mark klassen mark klassen mark klassen mark 6.64%
5.95%
4.48%
Sinds start* Startdatum
Aandelen klassen
03/03/2006
3.63%
* De rendementscijfers zijn op jaarbasis. Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst.
Het staafdiagram geeft de performance weer van volledige boekjaren. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. Berekend in EUR. Het rendement wordt berekend als de wijziging van de inventariswaarde tussen twee tijdstippen uitgedrukt in procent. Berekeningsmethode voor datum D waarbij NIW staat voor inventariswaarde: Kapitalisatie deelbewijzen (KAP) Return op datum D over een periode van X jaar: [NIW(D) / NIW(Y)] ^ [1 / X] - 1 met Y = D-X Return op datum D sinds de startdatum S van het deelbewijs: [NIW(D) / NIW(S)] ^ [1 / F] - 1 met F = 1 indien het deelbewijs minder dan één jaar bestaat op datum D met F = (D-S) / 365.25 indien het deelbewijs langer dan één jaar bestaat op datum D Indien de periode tussen de twee tijdstippen groter is dan één jaar, dan wordt de gewone rendementsberekening omgezet in een rendement op jaarbasis door de n-de machtswortel te nemen van 1 plus het totale rendement van het deelbewijs. De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en terugkopen van de rechten van deelneming. Het gaat om de rendementscijfers van kapitalisatie rechten van deelneming.
154
2.4.6
KOSTEN
Lopende kosten: * Kapitalisatie: 2.723% * Zijn niet opgenomen in de vermelde kosten: instap- en uitstapkosten, prestatiegebonden vergoedingen, transactiekosten betaald in het kader van de verwerving of vervreemding van activa, betaalde rente, betalingen met het oog op zekerheidsstelling in het kader van afgeleide financiële instrumenten en vergoedingen inzake Commission Sharing Agreements of geIijkaardige vergoedingen ontvangen door de beheervennootschap of enige hiermee verbonden persoon. Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Het beheerloon bedraagt 315.423,44 EUR. Bijkomend werd er een vergoeding van 17.058.467,65 EUR aangerekend met betrekking tot provisies en kosten voor de toewijzing van de activa.
BESTAAN VAN COMMISSION SHARING AGREEMENTS Niet van toepassing.
BESTAAN VAN FEE SHARING AGREEMENTS EN REBATES: De beheervennootschap kan haar vergoeding delen met de Distributeur, institutionele en/of professionele partijen. In principe gaat het om 35% tot 60% indien de distributeur een entiteit is van KBC Groep NV en om 35% tot 70% indien de distributeur geen entiteit is van KBC Groep NV, doch in een beperkt aantal gevallen bedraagt de vergoeding van de distributeur minder dan 35%. De belegger zal, op verzoek, meer informatie kunnen bekomen inzake deze gevallen. Indien de beheervennootschap de activa van de instelling voor collectieve belegging belegt in rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging die niet worden beheerd door een entiteit van KBC Groep NV en de beheervennootschap ontvangt hiervoor een vergoeding, zal de beheervennootschap deze vergoeding betalen aan de instelling voor collectieve belegging. Fee sharing heeft geen invloed op de hoogte van de beheercommissie die het compartiment betaalt aan de beheervennootschap. Deze beheercommissie is onderworpen aan de beperkingen bepaald in de statuten. Deze beperkingen kunnen enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de algemene vergadering. De beheervennootschap heeft een distributieovereenkomst afgesloten met de Distributeur om een ruimere verspreiding van de rechten van deelneming van het compartiment mogelijk te maken, door gebruik te maken van meerdere distributiekanalen. Het is in het belang van de deelnemers, van het compartiment en van de Distributeur dat een zo groot mogelijk aantal rechten van deelneming wordt verkocht, en dat de activa van het compartiment dus zo hoog mogelijk zijn. In dit opzicht is er dus geen sprake van tegenstrijdige belangen.
2.4.7
TOELICHTING BIJ DE FINANCIËLE STATEN EN ANDERE GEGEVENS
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille: max.1.05% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, er wordt geen beheersprovisie aangerekend op de activa die belegd zijn in instellingen voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Bijkomend: provisies en kosten voor de toewijzing van de activa: max. 0.75% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. KBC Fund Management Limited ontvangt van de beheervennootschap een vergoeding van max. 0.75% berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, zonder dat de totale provisies en kosten voor de toewijzing van de activa die de beheervennootschap ontvangt zullen worden overschreden. De vergoeding voor administratief agent is betaalbaar op het einde van elk maand en is berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. Vergoeding van de commissaris: 1786 EUR per jaar. Deze vergoeding is exclusief BTW en kan jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de beslissing van de algemene vergadering. Het bewaarloon is berekend op de waarde van de stukken die de bewaarder in depot heeft op de laatste bankwerkdag van het voorafgaande kalenderjaar, behalve op de activa die belegd zijn in instelling voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Het bewaarloon wordt betaald in het begin van het kalenderjaar.
155
Uitoefenen van stemrechten: Indien nodig, relevant en in het belang van de aandeelhouders zal de beheervennootschap de stemrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de aandelen in de portefeuille van de Bevek. De beheervennootschap hanteert de volgende criteria bij het bepalen van haar houding m.b.t. de agendapunten die ter stemming worden voorgelegd: De waarde voor de aandeelhouders mag niet negatief beïnvloed worden. De regels inzake corporate governance, inzonderheid deze met betrekking tot de rechten van de minderheidsaandeelhouders, moeten gerespecteerd worden. Er moet aan de minimumnormen inzake duurzaam en maatschappelijk ondernemen voldaan worden. De lijst van ondernemingen waarvoor het stemrecht werd uitgeoefend, is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de Bevek.
Effect KBC Equity Fund-America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Satellites-Institutional B Shares KBC Participation-Local Emerging Market Bonds-Institutional B Shares KBC Bonds-Corporates USD-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-Corporates Euro-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-EMU Short KBC Bonds-High Interest-Institutional B Shares capitalisation KBC Interest fund-EURO MEDIUM-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Emurenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Eurorenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Short USD-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Strategic Accents 1-Institutional B Shares Capitalisation Celest-Volatility Strategy - Andromeda-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Buyback America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend New Markets-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Quant EMU-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Satellites-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Finance-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Non Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Telecom & Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Turkey-Institutional B Shares KBC Equity Fund-US Small Caps-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Currencies-Institutional B Shares KBC Participation-Commodities-Institutional B Shares KBC Participation-SRI Corporate Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Real Estate-Institutional B Shares Privileged Portfolio-Pro 95 February
Maximale beheerloon 1,50 1,50 1,50 1,20 1,10 1,10 0,40 1,10 0,50 1,10 1,10 1,17 1,10 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 0,50 1,10 1,25 0,93 1,05
156
Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2014
INHOUDSOPGAVE 2.
Informatie over Privileged Portfolio Pro 90 February 2.1. Beheerverslag 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs 2.1.2. Beursnotering 2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.1.4. Financieel portefeuillebeheer 2.1.5. Distributeurs 2.1.6. Index en benchmark 2.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.1.8. Toekomstig beleid 2.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator (SRRI) 2.2. Balans 2.3. Resultatenrekening 2.4. Samenstelling van de activa en kerncijfers 2.4.1. Samenstelling van de activa 2.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa 2.4.3. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en inventariswaarde 2.4.5. Rendementscijfers 2.4.6. Kosten 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
van
de
netto-
157
158
2
INFORMATIE OVER PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 90 FEBRUARY
2.1
BEHEERVERSLAG
2.1.1
LANCERINGSDATUM EN INSCHRIJVINGSPRIJS
Lanceringsdatum: 3 maart 2006 Initiële inschrijvingsprijs: 250 EUR Uitdrukkingsmunt: EUR
2.1.2
BEURSNOTERING
Niet van toepassing.
2.1.3
DOEL EN KRACHTLIJNEN VAN HET BELEGGINGSBELEID
DOEL VAN HET COMPARTIMENT : Het voornaamste doel van het compartiment bestaat erin de houders van rechten van deelneming een zo hoog mogelijk rendement te bieden d.m.v. rechtstreekse of onrechtstreekse beleggingen in verhandelbare effecten. Dit komt tot uiting in een streven naar meerwaarden en inkomsten. Het compartiment stelt zich bovendien tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden.
BELEGGINGSBELEID VAN HET COMPARTIMENT : CATEGORIEËN VAN TOEGELATEN ACTIVA: De beleggingen van het compartiment kunnen bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, deposito’s, financiële derivaten, liquide middelen en alle andere instrumenten voor zover en in de mate dit toegelaten is door de toepasselijke regelgeving en kadert binnen het vermelde doel.
GRENZEN VAN HET BELEGGINGSBELEID: Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de door de regelgeving gestelde grenzen. Het compartiment mag ontleningen aangaan tot 10% van haar netto-activa, voor zover het gaat om kortlopende ontleningen met het doel tijdelijke liquiditeitsproblemen op te lossen.
TOEGELATEN DERIVATENTRANSACTIES: Derivaten kunnen zowel gebruikt worden om de beleggingsdoelstellingen te realiseren als om risico’s in te dekken. Er kan met al dan niet genoteerde derivaten worden gewerkt: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps m.b.t. effecten, indexen, munten of rente of om andere transacties met derivaten. Niet genoteerde derivatentransacties worden enkel afgesloten met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties. Het compartiment streeft ernaar om, binnen de toepasselijke regelgeving en het beheerreglement, steeds de meest doelgerichte transacties af te sluiten. Alle kosten verbonden aan de transacties zijn ten laste van het compartiment en alle opbrengsten komen toe aan het compartiment. Als er door de transacties een risico ontstaat op de tegenpartij, kan dat risico worden ingeperkt door gebruik te maken van een margebeheersysteem dat verzekert dat het compartiment de begunstigde is van een zekerheid onder de vorm van contanten of investment grade obligaties. Bij het bepalen van de waarde van de obligaties wordt een marge toegepast die varieert in functie van de resterende looptijd en de uitdrukkingsmunt van de betreffende obligatie. De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten. De ICB kan contracten afsluiten die betrekking hebben op een kredietrisico op emittenten van schuldinstrumenten. Het kredietrisico is het risico dat de emittent van het schuldinstrument in gebreke blijft. Dit kredietrisico heeft betrekking op partijen waarvan de kredietwaardigheid op het moment van het sluiten van het contract evenwaardig is aan die van de emittenten van wie de ICB rechtstreeks schuldinstrumenten aanhoudt. Derivaten kunnen ook worden gebruikt om de activa van het compartiment in te dekken tegen open wisselkoersrisico’s ten opzichte van de uitdrukkingsmunt.
159
Een eventueel gebruik van kredietderivaten kan enkel ter uitvoering van de beleggingsdoelstellingen en binnen het bestaande risicoprofiel, zonder dat dit een verschuiving impliceert naar minder kredietwaardige debiteuren. Bijgevolg verhoogt het kredietrisico niet. In zoverre er met derivaten wordt gewerkt, gaat het om vlot verhandelbare en liquide instrumenten. Bijgevolg heeft het gebruik van derivaten geen invloed op het liquiditeitsrisico. Het gebruik van derivaten verandert ook niets aan de spreiding van de portefeuille over regio’s, sectoren of thema’s. Bijgevolg heeft het geen invloed op het concentratierisico. Derivaten worden niet gebruikt om een gehele of gedeeltelijke kapitaalbescherming te waarborgen. Ze verhogen noch verminderen het kapitaalrisico. Het gebruik van derivaten heeft ook geen invloed op het afwikkelingsrisico, het bewaarnemingsrisico, het flexibiliteitsrisico, het inflatierisico of het risico afhankelijk van externe factoren.
BEPAALDE STRATEGIE: Het rendement is afhankelijk van de marktevolutie. Het compartiment stelt zich tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden. De bodemgrens heeft een geldigheidsduur van 1 jaar (behalve de initiële bodemgrens, die geldig is tot de laatste bankwerkdag van januari 2007) en is steeds gelijk aan 90% van de inventariswaarde op de laatste bankwerkdag van de voorgaande maand januari (de bodemgrens voor het eerste jaar wordt vastgesteld op basis van de initiële inventariswaarde). Deze doelstelling vormt evenwel geen garantie: noch voor wat betreft het rendement; noch voor wat betreft de terugkoopprijs, die minder kan bedragen dan de bodemgrens, zoals hierboven bepaald. Het compartiment biedt geen kapitaalbescherming of kapitaalgarantie, noch een gegarandeerd rendement. Telkens na vastlegging van de bodemgrens wordt, in functie van het door de beheerder ingeschatte marktpotentieel, voor minimaal 20% belegd in obligaties (en/of obligatie-ICB’s) en/of geldmarktinstrumenten en voor minimaal 20% in aandelen (en/of aandelen-ICB’s) en hiermee samenhangende financiële instrumenten. Het door de beheerder ingeschatte marktpotentieel wordt voor obligaties bepaald door de verwachte rente-evolutie. Bij een verwachting van stijgende middellange- tot langetermijnrente zal relatief minder worden belegd in obligaties en bij een verwachting van stabiele of dalende rente zal relatief meer worden belegd in obligaties. Ook het absolute niveau van deze rente is een bepalende factor, waarbij relatief hoge rente het gewicht obligaties zal doen toenemen (en omgekeerd). Het door de beheerder ingeschatte marktpotentieel wordt voor aandelen bepaald door o.m. de winstverwachtingen van de bedrijven en de brede macroeconomische context. Bij positieve winstverwachtingen en/of een brede macro-economische context van bevredigende groeiverwachting zal relatief meer worden belegd in aandelen en bij negatieve winstverwachtingen en/of een beperkte groeiverwachting zal relatief minder worden belegd in aandelen. Het opbrengstpotentieel van beide activaklassen (obligaties en aandelen) wordt tegen elkaar afgewogen rekening houdend met de risicopremie van aandelen (de som van de in de toekomst verwachte aandelendividenden, verminderd met de risicoloze rente). Daarbij zal meer worden belegd in die activaklasse waarvan het opbrengstpotentieel (rekening houdend met de risicopremie) het hoogst wordt ingeschat. Indien het opbrengstpotentieel van beide activaklassen gelijkaardig is, kan evenwichtig worden belegd in beide activaklassen. Bij een daling van de inventariswaarde in de richting van de bodemgrens zal de beheerder ingrijpen door de beleggingen in meer risicovolle activa (vb. aandelen en/of aandelen-ICB’s) te vervangen door beleggingen in minder risicovolle activa (vb. obligaties, obligatie-ICB’s en/of geldmarktinstrumenten). Indien de inventariswaarde de bodemgrens raakt, zal de beheerder volledig omschakelen naar beleggingen in geldmarktinstrumenten. Omgekeerd zal de beheerder bij een stijging van de inventariswaarde weg van de bodemgrens ingrijpen door de spreidingen van de activa opnieuw en gradueel aan te passen, teneinde, bij voldoende sterke toename van de inventariswaarde, opnieuw de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Bij gunstige marktontwikkelingen en voor zover de inventariswaarde voldoende hoog is ten opzichte van de bodemgrens, en zolang deze voorwaarden vervuld zijn, kan het compartiment tijdelijk afwijken van de spreiding bij vastlegging van de bodemgrens, door de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Hierdoor zal het percentage meer risicovolle activa stijgen ten opzichte van het percentage dat was bepaald bij vastlegging van de bodemgrens. Dit gebeurt op weloverwogen manier die ondermeer functie is van de historische volatiliteit op de markten (die voldoende laag moet zijn alvorens risicovolle activa verder te kunnen opbouwen). Het is daarbij de doelstelling om, naast de bewaking van de bodemgrens, een zo hoog mogelijk rendement te realiseren.
160
KENMERKEN VAN DE OBLIGATIES EN SCHULDINSTRUMENTEN: De activa worden gedeeltelijk belegd in obligaties en schuldbewijzen, zowel uitgegeven door bedrijven als door overheidsinstanties. Het compartiment belegt rechtstreeks en/of onrechtstreeks minimaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa in effecten die een investment grade (minimaal BBB-/Baa3 lange termijn, A3/F3/P3 korte termijn) rating hebben van minstens 1 van volgende ratingagentschappen: o Moody’s (Moody’s Investors Service); o S&P (Standard & Poor’s, a Division of the McGraw-Hill Companies); o Fitch (Fitch Ratings), en/of in geldmarktinstrumenten waarvan de emittent over een investment grade rating van 1 van bovenstaande agentschappen beschikt. Daarnaast kan het compartiment tot maximaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa beleggen in effecten die over een lagere rating beschikken (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent over een lagere rating beschikt) en/of in effecten waarvoor geen kredietrating van één van boven genoemde agentschappen beschikbaar is (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent niet over een rating van één van boven genoemde agentschappen beschikt). Bij de selectie van de obligaties en schuldinstrumenten worden alle looptijden in aanmerking genomen.
VOORNAMELIJKE BELEGGING IN ANDERE ACTIVA DAN EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN. Het compartiment zal voornamelijk beleggen in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
UITLENING VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN: Het compartiment mag financiële instrumenten uitlenen binnen de beperkingen bepaald door de toepasselijke regelgeving. Het uitlenen gebeurt in het kader van een effectenleningensysteem beheerd door hetzij een ‘principaal’, hetzij een ‘agent’. In het eerste geval heeft het compartiment enkel een relatie met de principaal van het effectenleningensysteem die als tegenpartij optreedt en aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met enerzijds de agent (als beheerder van het systeem) en anderzijds één of meerdere tegenpartijen aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De agent zelf treedt op als tussenpersoon tussen het compartiment en de tegenpartij(en). De effectenleningen hebben geen wijziging van het risicoprofiel van het compartiment tot gevolg aangezien: De keuze van zowel principaal, agent als elke tegenpartij aan strenge selectiecriteria is onderworpen. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten op elk ogenblik kan gevraagd worden. Zo is gewaarborgd dat de effectenleningen het beheer van de activa van het compartiment niet beïnvloeden. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten wordt gegarandeerd door de principaal, respectievelijk de agent. Via een margebeheersysteem wordt steeds verzekerd dat het compartiment de begunstigde is van een financiële zekerheid onder de vorm van contanten of andere welbepaalde categorieën effecten met een laag risicoprofiel, zoals overheidsobligaties, dit voor het geval de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, geen gelijkwaardige effecten zou teruggeven. De reële waarde van de zekerheid onder de vorm van effecten met een laag risicoprofiel overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten met 5%. Daarenboven wordt bij het bepalen van de waarde van de als zekerheid verstrekte effecten met een laag risicoprofiel een marge van 3% toegepast die moet vermijden dat een negatieve koersevolutie tot gevolg zou kunnen hebben dat de reële waarde van de effecten met een laag risicoprofiel niet meer de reële waarde van de uitgeleende effecten overtreft. De waarde van de zekerheid onder de vorm van contanten overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten.
161
Indien het compartiment een financiële zekerheid ontvangt onder de vorm van contanten kan het deze contanten herinvesteren in deposito’s bij kredietinstellingen die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen, mits de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de EER gevestigd is, of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gevestigd is, mits deze instelling onderworpen is aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Europees recht zijn vastgesteld. kortetermijngeldmarktfondsen zoals beschreven in de ESMA-richtsnoeren CESR/10049 van 19 mei 2010 betreffende een gemeenschappelijke definitie van Europese geldmarktfondsen. overheidsobligaties in dezelfde munteenheid als de ontvangen contanten en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot effectenleningen door bepaalde instellingen voor collectieve belegging. Deze herinvestering kan tot gevolg hebben dat het compartiment met betrekking tot de financiële zekerheid niet langer een kredietrisico loopt t.o.v. de financiële instelling waar de contantenrekening wordt aangehouden maar wel bijvoorbeeld t.o.v. de emittent(en) van het (de) schuldinstrument(en). De beheervennootschap kan de uitvoering van het herinvesteringsbeleid delegeren aan een derde, met inbegrip van de agent die het effectenleningensysteem beheert. Het uitlenen van effecten stelt het compartiment in de mogelijkheid een bijkomende opbrengst te behalen. Deze opbrengst kan bestaan uit enerzijds een vergoeding die de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, betaalt en anderzijds inkomsten uit herinvestering. Van deze opbrengst worden directe en indirecte kosten afgehouden. Deze kosten worden forfaitair bepaald op 35% van de ontvangen vergoeding en bestaan uit de kosten voor de clearing services van KBC Bank, de kosten van de beheervennootschap voor het opzetten en opvolgen van het systeem voor uitlenen van effecten, de kosten voor het margebeheer, de kosten verbonden aan cash- en effectenrekeningen en -verkeer, de vergoeding voor het eventuele beheer van herinvesteringen en, indien gewerkt wordt via een agent, de vergoeding betaald aan de agent De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten.
ALGEMENE STRATEGIE TER DEKKING VAN HET WISSELRISICO: Om zijn activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen en binnen de beperkingen die uiteengezet worden in het beheerreglement, kan het compartiment transacties verrichten die betrekking hebben op de verkoop van termijnovereenkomsten op deviezen, evenals de verkoop van callopties of de aankoop van putopties op valuta’s. De hier beoogde transacties mogen enkel betrekking hebben op contracten die verhandeld worden op een gereglementeerde markt die regelmatig werkt, erkend is en opengesteld is voor het publiek, of verhandeld worden met een erkende financiële instelling van eerste rang die gespecialiseerd is in dit type van transacties en die actief is op de 'over the counter' (OTC)-markt voor opties. Met dezelfde doelstelling kan het compartiment ook valuta’s verkopen op termijn of uitwisselen in het kader van onderhandse transacties met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties.
SOCIALE, ETHISCHE EN MILIEUASPECTEN: Er mag niet belegd worden in financiële instrumenten uitgegeven door producenten van controversiële wapens, waarvan de voorbije vijf decennia bij internationale consensus is vastgesteld dat het gebruik ervan onevenredig veel menselijk leed veroorzaakt aan de burgerbevolking. Het betreft de producenten van antipersoonsmijnen, clusterbommen en -munitie en wapens met verarmd uranium. Er mogen daarnaast sinds 31.3.2014 geen nieuwe beleggingen gebeuren in financiële instrumenten uitgegeven door ondernemingen zonder anti-corruptie beleid die bovendien in de afgelopen twee jaar een negatieve evaluatie kregen bij een diepgaande screening op de aanwezigheid van corruptie. De onderneming heeft geen anti-corruptie beleid als niet kan worden aangetoond dat de onderneming een aanvaardbaar beleid heeft aangaande de bestrijding van corruptie. Een aanvaardbaar beleid dient publiek gemaakt te worden en houdt minstens in dat omkoping niet gedoogd wordt, en dat de wet dienaangaande wordt nageleefd. De screening zal gebeuren op basis van een algemeen aanvaarde en onafhankelijke ‘Sociale, ethische en milieuaspecten’ database. Op deze wijze wordt niet alleen een louter financiële realiteit weergegeven, maar ook een sociale realiteit van de sector of regio.
162
Voor de eventuele toepassing van de Europese en Belgische fiscale bepalingen wordt verwezen naar het prospectus onder 'Informatie betreffende het gemeenschappelijk beleggingsfonds Belastingstelsel' .
2.1.4
FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER
Het intellectueel beheer (inclusief de toewijziging van de activa), wordt door de beheervennootschap gedelegeerd aan KBC Fund Management Limited, Joshua Dawson House, Dawson Street, Dublin 2, IRELAND.
2.1.5
DISTRIBUTEURS
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
2.1.6
INDEX EN BENCHMARK
Zie ‘Beleggingsbeleid van het compartiment’.
2.1.7
TIJDENS HET BOEKJAAR GEVOERD BELEID
De investeringsdoelstelling van elk subfonds is om het hoogst mogelijk rendement te genereren en tegelijk ernaar te streven de netto inventariswaarde boven de bodemgrens te houden. Als dusdanig is er een dynamische allocatie tussen meer risicovolle investeringen en minder risicovolle investeringen zoals bepaald door een mathematisch model. In 2014 begon men meer vertrouwen te krijgen in de duurzaamheid van het economisch herstel wereldwijd. De VS verteerden met gemak een zwaar saneringsprogramma. De arbeidsmarkt won aan dynamiek. De Bank of England wist met succes de Britse economie van het liquiditeiteninfuus af te koppelen. Japan doorbrak de negatieve deflatiespiraal. De aandelenmarkten koesterden het conjunctuuroptimisme. De eurozone bleef echter met recessie flirten. De obligatiemarkten raakten in de ban van het vooruitzicht dat de Europese Centrale Bank (ECB) het Amerikaanse voorbeeld zou volgen en op grote schaal overheidsobligaties zou gaan inkopen.
2.1.8
TOEKOMSTIG BELEID
Het toekomstige investeringsbeleid en participatieniveau in risicovolle investeringen zal bepaald worden door het dynamisch portefeuille-algoritme terwijl ernaar te streven dat de bodemgrens wordt beschermd.
2.1.9
SYNTHETISCHE RISICO- EN OPBRENGSTINDICATOR
5 op een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). De waarde van een recht van deelneming kan stijgen of dalen en de belegger kan minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd. Overeenkomstig Verordening 583/2010 is een synthetische risico- en opbrengstindicator bepaald. Deze geeft een cijfermatige aanduiding van de mogelijke opbrengst van het compartiment, maar ook van het bijhorende risico, berekend in de uitdrukkingsmunt van het compartiment. De indicator wordt geformuleerd als een cijfer tussen 1 en 7. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger de mogelijke opbrengst, maar ook hoe moeilijker voorspelbaar dit rendement. Ook verliezen zijn mogelijk. Het laagste cijfer betekent niet dat de belegging volledig risicoloos is. Wel wijst het erop dat, vergeleken met hogere cijfers, dit product normaal een lager, maar eveneens beter voorspelbaar rendement zal bieden. De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt geregeld geëvalueerd en kan dus verlaagd of verhoogd worden op basis van gegevens uit het verleden. Gegevens uit het verleden zijn niet altijd een betrouwbare aanwijzing voor opbrengst en risico in de toekomst.
163
2.2
BALANS
Balansschema
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
1.678.525.065,97
1.021.028.604,20
1.661.584.388,85
1.009.549.209,26
3.394.615,05
2.631.286,09
-1.329.411,38
-2.254.810,92
15.613.281,35
11.526.329,52
-737.807,90
-423.409,75
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
1.678.525.065,97
1.021.028.604,20
A.
Kapitaal
1.553.577.237,21
943.006.861,39
B.
Deelneming in het resultaat
-810.234,88
-149.162,38
D.
Resultaat van het boekjaar
125.758.063,64
78.170.905,19
TOTAAL NETTO ACTIEF II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
E.
ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming
IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A. B.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-)
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
VI. Overlopende rekeningen
C. Toe te rekenen kosten (-)
164
2.3
RESULTATENREKENING
Resultatenrekening I.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten a) Op obligaties Termijncontracten l) Op financiële indexen Termijncontracten H. Wisselposities en -verrichtingen b) Andere wisselposities en verrichtingen
110.937,05 116.716.950,83
99.474.116,32
-7.200,00 252.894,93 28.726.171,81
-7.806.473,44
Det.rubriek I winst en verlies op beleggingen
Gerealiseerde winsten op beleggingen Ongerealiseerde winsten op beleggingen Gerealiseerde verliezen op beleggingen Ongerealiseerde verliezen op beleggingen II.
70.075.911,97 83.571.137,35 -12.072.611,50 3.868.684,82
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
Dividenden Interesten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-)
17.294,57
A. B.
III.
Andere opbrengsten
B.
Andere
18.962,70 -4.888,92
5.657,16 -1.381,91 25.769,15
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer E. Administratiekosten (-) F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-6.354.140,47
-5.930.756,43
-2.617,46
-1.962,39 -4.194,56
-11.451.734,80 -1.502.082,80 -2.665,09 -2.580,20 -16.034,82 -367.277,14
-6.833.129,03 -891.300,32 -0,04 -2.933,14 -4.346,01 -14.539,15 -217.547,57
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat
-19.685.059,00
-13.853.369,67
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
125.758.063,64
78.170.905,19
125.758.063,64
78.170.905,19
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
V.
VII. Resultaat van het boekjaar
165
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) II.
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
124.947.828,76
78.021.742,81
125.758.063,64
78.170.905,19
-810.234,88
-149.162,38
-124.947.828,76
-78.021.742,81
166
2.4
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
2.4.1
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 90 FEBRUARY
Benaming
Hoeveelheid op 31/12/2014
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie % (in de valuta van het in het bezit compartiment) van de ICB
% Porte feuille
% Nettoactief
4,49
NETTOACTIVA EFFECTENPORTEFEUILLE Beleggingsfondsen Gesloten fondsen Genoteerde gesloten beleggingsfondsen België KBC EQUITY FUND AMERICA IS B KAP
41.153,00
USD
2.217,030
75.399.723,64
11,49
4,54
KBC EQUITY FUND EUROPE IS
39.283,00
EUR
1.453,940
57.115.125,02
11,55
3,44
3,40
284.519,00
EUR
721,760
205.354.433,44
14,54
12,36
12,23
13.756,00
EUR
970,520
13.350.473,12
1,58
0,80
0,80
KBC EQUITY FUND STRATEGIC KBC PARTICIPATION LOCAL EMERGING MARKET BONDS KAP IS B
Luxemburg KBC BONDS CORPOR USD IS B KAP
6.505,00
USD
1.033,800
5.557.513,33
1,51
0,33
0,33
KBC BONDS CORPORATES EURO IS B KAP
18.828,00
EUR
856,680
16.129.571,04
1,47
0,97
0,96
KBC BONDS EMU SHORTIS B KAP
20.322,00
EUR
1.067,990
21.703.692,78
2,12
1,31
1,29
KBC BONDS HIGH INTEREST IS B KAP
8.163,00
EUR
2.073,780
16.928.266,14
1,06
1,02
1,01
KBC INTEREST FUND EURO MEDIUM IS B_KAP
5.795,00
EUR
4.164,380
24.132.582,10
1,97
1,45
1,44
KBC RENTA EMURENTA IS B KAP
11.238,00
EUR
632,690
7.110.170,22
2,04
0,43
0,42
KBC RENTA EURORENTA IS B KAP
2.455,00
EUR
2.837,050
6.964.957,75
1,43
0,42
0,42
KBC RENTA SHORT USD IS B KAP
91.547,00
USD
887,860
67.171.537,89
8,89
4,04
4,00
KBC RENTA STRATEGIC ACCENTS 1 IS B KAP
27.800,00
EUR
1.216,150
33.808.970,00
2,12
2,04
2,01
CELEST VOLATILITY STRATEGY ANDROMEDA IS B
12.851,00
EUR
974,600
12.524.584,60
8,11
0,75
0,75
KBC EQUITY FUND BUYBACK AMERICA IS B KAP
44.036,00
USD
1.567,360
57.039.184,30
8,15
3,43
3,40
317.945,00
EUR
436,490
138.779.813,05
11,79
8,35
8,27
63.717,00
EUR
455,780
29.040.934,26
8,90
1,75
1,73
44.622,00
EUR
1.226,470
54.727.544,34
8,23
3,29
3,26
43.806,00
EUR
474,380
20.780.690,28
10,33
1,25
1,24
133.882,00
EUR
674,140
90.255.211,48
13,26
5,43
5,38
45.052,00
EUR
1.234,160
55.601.376,32
11,40
3,35
3,31
KBC EQUITY FUND STRATEGIC CYCLICALS IS KAP
263.206,00
EUR
794,010
208.988.196,06
12,42
12,58
12,45
KBC EQUITY FUND STRATEGIC FINANCE IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC NON CYCLICALS IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC TEL & TECHNOLOGY IS B KAP KBC EQUITY FUND TURKEY IS B KAP
356.856,00
EUR
405,600
144.740.793,60
12,18
8,71
8,62
280.416,00
EUR
332,650
93.280.382,40
12,40
5,61
5,56
464.334,00
EUR
150,540
69.900.840,36
11,84
4,21
4,16
Open beleggingsfondsen ICBE ingeschreven bij de FSMA België
KBC EQUITY FUND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND NEW MARKETS IS B KAP KBC EQUITY FUND QUANT EMU IS B KAP KBC EQUITY FUND SATELLITES IS B KAP
12.981,00
TRY
1.504,420
6.903.590,22
9,68
0,42
0,41
KBC EQUITY FUND US SMALL CAPS IS B KAP
21.922,00
USD
1.510,820
27.370.931,81
11,40
1,65
1,63
KBC MULTI INTEREST CURRENCIES IS KAP
40.921,00
EUR
1.001,330
40.975.424,93
8,59
2,47
2,44
KBC PARTICIPATION COMMODITIES IS B KBC PARTICIPATION SRI CORPORATE BONDS IS B KAP
14.823,00
EUR
751,260
11.135.926,98
8,23
0,67
0,66
12.969,00
EUR
1.242,190
16.109.962,11
1,45
0,97
0,96
167
PRIVILEGED PORTFOLIO REAL ESTATE IS B KAP
64.608,00
EUR
506,160
Totaal beleggingsfondsen
TOTAAL EFFECTENPORTEFEUILLE
32.701.985,28 1.661.584.388,85
1.661.584.388,85
8,48
1,97 100,00
1,95 98,99
100,00
98,99
LIQUIDE MIDDELEN Zichtrekeningen België KBC GROUP AUD
287,17
AUD
1,000
194,21
KBC GROUP CAD
2.195,82
CAD
1,000
1.566,71
KBC GROUP CHF
309,02
CHF
1,000
257,01
KBC GROUP CZK
81.769,66
CZK
1,000
2.950,38
KBC GROUP DKK
2.726,77
DKK
1,000
366,19
15.594.259,76
EUR
1,000
15.594.259,76
KBC GROUP GBP
508,45
GBP
1,000
655,18
KBC GROUP HUF
479.630,31
HUF
1,000
1.519,02
KBC GROUP JPY
804.565,00
JPY
1,000
5.545,70
KBC GROUP NOK
9.264,80
NOK
1,000
1.021,21
KBC GROUP PLN
2.443,95
PLN
1,000
568,61
KBC GROUP SEK
4.166,98
SEK
1,000
439,90
KBC GROUP TRY
1.688,47
TRY
1,000
596,89
KBC GROUP USD
4.042,27
USD
1,000
3.340,58 15.613.281,35
0,93
15.613.281,35
0,93
KBC GROUP EURO
Totaal zichtrekeningen
TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN
0,93
OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN Vorderingen België KBC GROUP EUR TE ONTVANGEN
3.394.615,05
EUR
1,000
3.394.615,05 3.394.615,05
0,20 0,20
-1.329.411,38
EUR
1,000
-1.329.411,38 -1.329.411,38
-0,08 -0,08
2.065.203,67
0,12
-737.807,90
-0,04
-737.807,90
-0,04
1.678.525.065,97
100,00
Totaal vorderingen Schulden België KBC GROUP EUR TE BETALEN
Totaal schulden
TOTAAL VORDERINGEN EN SCHULDEN ANDERE Te betalen kosten
TOTAAL ANDERE TOTAAL VAN DE NETTOACTIVA
EUR
168
Geografische spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Ver.Arab.Emir. Argentinië Australië Oostenrijk België Bermuda Brazilië Centr.Amerika Canada Zwitserland Chili China Colombië Tsjechië Kaaimaneilanden Duitsland Denemarken Spanje Finland Frankrijk Gabon V.K. Griekenland Hong Kong Hongarije Indië Indonesië Ierland Israël Italië Jersey Kanaaleilanden Japan Kazakhstan Zuid-Korea Kroatië Luxemburg Mexico Maleisië Nederland Noorwegen Nieuw Zeeland Oekraïne Panama Peru Filipijnen Papua N.Guin. Polen Portugal Roemenië Rusland Saoedi Arabië Singapore
30/06/2013 0,03 0,00 1,27 1,23 2,82 0,20 0,70 0,38 1,28 1,78 0,07 1,01 0,17 0,10 0,25 8,80 0,34 4,38 0,40 10,02 0,00 4,74 0,04 0,82 0,14 0,38 0,29 3,30 0,22 6,27 0,31 3,84 0,00 1,63 0,01 1,02 0,80 0,69 5,33 0,88 0,03 0,00 0,00 0,17 0,21 0,01 0,68 0,17 0,06 0,21 0,00 0,18
31/12/2013 0,01 0,01 0,98 0,32 2,60 0,28 0,56 0,00 1,95 2,28 0,07 1,29 0,10 0,03 0,42 11,13 0,60 4,03 0,78 11,53 0,00 5,32 0,07 0,95 0,08 0,42 0,25 3,63 0,06 4,29 0,19 4,18 0,01 1,48 0,01 0,59 0,38 0,48 4,48 0,28 0,01 0,01 0,01 0,06 0,14 0,01 0,22 0,24 0,02 0,40 0,00 0,22
30/06/2014 0,01 0,01 0,88 0,32 5,19 0,16 0,49 0,00 1,94 1,70 0,04 1,62 0,09 0,02 0,32 9,53 0,56 3,92 0,94 11,85 0,01 4,76 0,06 0,87 0,06 0,68 0,32 1,20 0,14 4,01 0,23 3,78 0,00 1,69 0,01 0,64 0,30 0,54 3,94 0,20 0,02 0,01 0,01 0,05 0,13 0,02 0,32 0,37 0,01 0,16 0,01 0,21
31/12/2014 0,01 0,00 1,00 0,24 1,87 0,18 0,28 0,00 2,28 1,30 0,02 1,99 0,07 0,02 0,30 11,34 0,39 3,93 0,90 10,47 0,00 5,05 0,12 0,90 0,18 0,94 0,30 2,14 0,11 3,06 0,25 2,98 0,00 1,84 0,00 0,89 0,32 0,70 4,04 0,40 0,15 0,00 0,00 0,00 0,19 0,02 0,26 0,25 0,26 0,06 0,01 0,17
169
Slovenie Int.Org. Slovakije Zweden Thailand Turkije Taiwan V.S.A. Venezuela Buiten grondgebied BLEU(EX.EUINSTEL) Instel.EU buiten grondgebied BLEU Zuid-Afrika Totaal
0,00 0,03 0,05 1,31 0,63 0,35 0,72 28,27 0,00
0,02 0,01 0,01 0,90 0,44 0,17 1,24 29,31 0,04
0,01 0,00 0,02 0,64 0,32 0,22 1,27 32,85 0,03
0,00 0,00 0,01 0,37 0,49 0,70 1,48 34,14 0,00
0,08
0,01
0,02
0,03
0,45 0,45 100,00
0,13 0,26 100,00
0,11 0,16 100,00
0,14 0,46 100,00
30/06/2014 19,68 13,33 6,16 6,40 21,29 10,80 2,95 2,06 3,14 13,95 0,01 0,23 100,00
31/12/2014 18,32 14,21 7,16 6,93 20,85 12,81 3,86 2,32 3,45 10,07 0,00 0,02 100,00
Sectorale spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Cyclische Sectoren Consumenten(Cyclisch) Consumenten(Niet cyclisch) Farma Financiële sectoren Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven Vastgoed Overheid Beleggingsfondsen Diversen Totaal
30/06/2013 12,16 10,06 8,43 6,24 19,60 5,53 2,93 4,00 2,78 27,90 0,03 0,34 100,00
31/12/2013 17,17 13,23 7,94 8,77 22,99 9,75 3,84 1,71 2,78 11,66 0,03 0,13 100,00
170
Muntspreiding (in % van de nettoactiva)
AUD BRL CAD CHF CLP CNH CNY COP CZK DKK EUR GBP HKD HUF IDR ILS INR JPY KRW MXN MYR NGN NOK NZD PEN PHP PLN RON RUB SEK SGD SKK THB TRY TWD USD ZAR Totaal
30/06/2013 1,10 0,90 1,56 1,50 0,01 0,00 0,13 0,21 0,10 0,34 47,48 3,63 1,84 0,15 0,43 0,23 0,35 2,91 1,57 0,93 0,70 0,03 0,88 0,03 0,16 0,22 0,59 0,04 0,32 0,92 0,18 0,01 0,64 0,46 0,75 28,10 0,60 100,00
31/12/2013 0,87 0,55 1,92 2,15 0,01 0,00 0,03 0,07 0,03 0,59 45,30 4,89 2,56 0,05 0,26 0,07 0,39 3,14 1,45 0,35 0,47 0,01 0,27 0,01 0,05 0,13 0,21 0,01 0,12 0,76 0,22 0,00 0,44 0,11 1,10 31,15 0,26 100,00
30/06/2014 0,61 0,52 1,74 1,63 0,00 0,00 0,02 0,10 0,05 0,44 44,55 4,49 2,65 0,02 0,34 0,05 0,66 2,64 1,64 0,26 0,53 0,00 0,29 0,02 0,05 0,13 0,32 0,01 0,03 0,49 0,19 0,00 0,33 0,20 1,12 33,70 0,18 100,00
31/12/2014 0,69 0,30 2,21 1,23 0,00 0,08 0,23 0,07 0,05 0,31 40,26 4,75 3,01 0,27 0,39 0,13 0,95 2,90 1,78 0,30 0,70 0,00 0,43 0,14 0,00 0,18 0,27 0,27 0,02 0,29 0,17 0,00 0,48 0,74 1,41 34,49 0,50 100,00
171
2.4.2
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN HET COMPARTIMENT PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 90 FEBRUARY (IN DE VALUTA VAN HET COMPARTIMENT) ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
1 halfjaar 1.357.959.827,58 874.995.791,01 2.232.955.618,59 564.970.486,10 60.652.533,21 625.623.019,31 1.363.024.467,35
de
halfjaar 928.450.919,77 905.070.521,18 1.833.521.440,95 134.066.725,41 104.652.379,73 238.719.105,14 1.630.483.413,88
Jaar 2.286.410.747,35 1.780.066.312,19 4.066.477.059,54 699.037.211,51 165.304.912,94 864.342.124,45 1.498.418.622,85
97,81 %
213,70 %
halfjaar 928.450.919,77 905.070.521,18 1.833.521.440,95 134.066.725,41 104.652.379,73 238.719.105,14 1.611.595.157,35
Jaar 2.286.410.747,35 1.780.066.312,19 4.066.477.059,54 699.037.211,51 165.304.912,94 864.342.124,45 1.479.271.637,29
98,96 %
216,47 %
117,92 % ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale gecorrigeerde activa Gecorrigeerde Omloopsnelheid
2
1 halfjaar 1.357.959.827,58 874.995.791,01 2.232.955.618,59 564.970.486,10 60.652.533,21 625.623.019,31 1.338.317.415,58 120,10 %
2
de
De tabel hierboven toont het kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief aan het begin en het einde van de periode. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. Een actief beheer van het vermogen kan resulteren in hoge omloopsnelheidpercentages (maandelijks percentage > 50%). De gedetailleerde lijst van de transacties kan gratis worden ingekeken op de zetel van de Bevek of het Fonds, Havenlaan 2, 1080 Brussel.
2.4.3
BEDRAG VAN DE VERPLICHTINGEN INZAKE FINANCIËLE DERIVATENPOSITIES Nihil
172
2.4.4
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INSCHRIJVINGEN, TERUGBETALINGEN EN VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Periode Jaar
Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop Inschrijvingen Kap.
Einde periode
Terugbetalingen
Dis.
Kap.
Dis.
Kap.
Dis.
Totaal
2012 - 12
469.208,01
366.324,90
2.356.161,78
2.356.161,78
2013 - 12
1.168.490,61
352.460,71
3.172.191,68
3.172.191,68
2014 - 12
2.133.986,19
490.967,31
4.815.210,56
4.815.210,56
Bedragen ontvangen en betaald door de ICB (in de valuta van het compartiment)
Periode Jaar
Inschrijvingen
Terugbetalingen
Kapitalisatie
Distributie
Kapitalisatie
2012 - 12
133.726.950,23
104.630.676,58
2013 - 12
358.022.450,37
108.710.123,89
2014 - 12
695.851.975,73
164.113.577,60
Periode Jaar
Distributie
Netto-inventariswaarde Einde periode (in de valuta van het compartiment) van één recht van deelneming
van het compartiment
Kapitalisatie
2012 - 12
693.545.372,53
294,35
2013 - 12
1.020.861.570,68
321,72
2014 - 12
1.678.525.065,97
348,59
Distributie
173
2.4.5
RENDEMENTSCIJFERS
1 Jaar Kap Div
ISIN code
Munt
KAP
BE0945921741
EUR
3 Jaar*
5 Jaar*
10 Jaar*
Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench klassen mark klassen mark klassen mark klassen mark 8.37%
8.20%
5.71%
Sinds start* Startdatum
Aandelen klassen
03/03/2006
3.84%
* De rendementscijfers zijn op jaarbasis. Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst.
Het staafdiagram geeft de performance weer van volledige boekjaren. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. Berekend in EUR. Het rendement wordt berekend als de wijziging van de inventariswaarde tussen twee tijdstippen uitgedrukt in procent. Berekeningsmethode voor datum D waarbij NIW staat voor inventariswaarde: Kapitalisatie deelbewijzen (KAP) Return op datum D over een periode van X jaar: [NIW(D) / NIW(Y)] ^ [1 / X] - 1 met Y = D-X Return op datum D sinds de startdatum S van het deelbewijs: [NIW(D) / NIW(S)] ^ [1 / F] - 1 met F = 1 indien het deelbewijs minder dan één jaar bestaat op datum D met F = (D-S) / 365.25 indien het deelbewijs langer dan één jaar bestaat op datum D Indien de periode tussen de twee tijdstippen groter is dan één jaar, dan wordt de gewone rendementsberekening omgezet in een rendement op jaarbasis door de n-de machtswortel te nemen van 1 plus het totale rendement van het deelbewijs. De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en terugkopen van de rechten van deelneming. Het gaat om de rendementscijfers van kapitalisatie rechten van deelneming.
174
2.4.6
KOSTEN
Lopende kosten: * Kapitalisatie: 2.858% * Zijn niet opgenomen in de vermelde kosten: instap- en uitstapkosten, prestatiegebonden vergoedingen, transactiekosten betaald in het kader van de verwerving of vervreemding van activa, betaalde rente, betalingen met het oog op zekerheidsstelling in het kader van afgeleide financiële instrumenten en vergoedingen inzake Commission Sharing Agreements of geIijkaardige vergoedingen ontvangen door de beheervennootschap of enige hiermee verbonden persoon. Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Het beheerloon bedraagt 186.127,27 EUR. Bijkomend werd er een vergoeding van 11.265.607,53 EUR aangerekend met betrekking tot provisies en kosten voor de toewijzing van de activa.
BESTAAN VAN COMMISSION SHARING AGREEMENTS Niet van toepassing.
BESTAAN VAN FEE SHARING AGREEMENTS EN REBATES: De beheervennootschap kan haar vergoeding delen met de Distributeur, institutionele en/of professionele partijen. In principe gaat het om 35% tot 60% indien de distributeur een entiteit is van KBC Groep NV en om 35% tot 70% indien de distributeur geen entiteit is van KBC Groep NV, doch in een beperkt aantal gevallen bedraagt de vergoeding van de distributeur minder dan 35%. De belegger zal, op verzoek, meer informatie kunnen bekomen inzake deze gevallen. Indien de beheervennootschap de activa van de instelling voor collectieve belegging belegt in rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging die niet worden beheerd door een entiteit van KBC Groep NV en de beheervennootschap ontvangt hiervoor een vergoeding, zal de beheervennootschap deze vergoeding betalen aan de instelling voor collectieve belegging. Fee sharing heeft geen invloed op de hoogte van de beheercommissie die het compartiment betaalt aan de beheervennootschap. Deze beheercommissie is onderworpen aan de beperkingen bepaald in de statuten. Deze beperkingen kunnen enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de algemene vergadering. De beheervennootschap heeft een distributieovereenkomst afgesloten met de Distributeur om een ruimere verspreiding van de rechten van deelneming van het compartiment mogelijk te maken, door gebruik te maken van meerdere distributiekanalen. Het is in het belang van de deelnemers, van het compartiment en van de Distributeur dat een zo groot mogelijk aantal rechten van deelneming wordt verkocht, en dat de activa van het compartiment dus zo hoog mogelijk zijn. In dit opzicht is er dus geen sprake van tegenstrijdige belangen.
2.4.7
TOELICHTING BIJ DE FINANCIËLE STATEN EN ANDERE GEGEVENS
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille: max.1.05% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, er wordt geen beheersprovisie aangerekend op de activa die belegd zijn in instellingen voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Bijkomend: provisies en kosten voor de toewijzing van de activa: max. 0.75% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. KBC Fund Management Limited ontvangt van de beheervennootschap een vergoeding van max. 0.75% berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, zonder dat de totale provisies en kosten voor de toewijzing van de activa die de beheervennootschap ontvangt zullen worden overschreden. De vergoeding voor administratief agent is betaalbaar op het einde van elk maand en is berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. Vergoeding van de commissaris: 1786 EUR per jaar. Deze vergoeding is exclusief BTW en kan jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de beslissing van de algemene vergadering. Het bewaarloon is berekend op de waarde van de stukken die de bewaarder in depot heeft op de laatste bankwerkdag van het voorafgaande kalenderjaar, behalve op de activa die belegd zijn in instelling voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Het bewaarloon wordt betaald in het begin van het kalenderjaar.
175
Uitoefenen van stemrechten: Indien nodig, relevant en in het belang van de aandeelhouders zal de beheervennootschap de stemrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de aandelen in de portefeuille van de Bevek. De beheervennootschap hanteert de volgende criteria bij het bepalen van haar houding m.b.t. de agendapunten die ter stemming worden voorgelegd: De waarde voor de aandeelhouders mag niet negatief beïnvloed worden. De regels inzake corporate governance, inzonderheid deze met betrekking tot de rechten van de minderheidsaandeelhouders, moeten gerespecteerd worden. Er moet aan de minimumnormen inzake duurzaam en maatschappelijk ondernemen voldaan worden. De lijst van ondernemingen waarvoor het stemrecht werd uitgeoefend, is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de Bevek.
Effect KBC Equity Fund-America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Satellites-Institutional B Shares KBC Participation-Local Emerging Market Bonds-Institutional B Shares KBC Bonds-Corporates USD-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-Corporates Euro-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-EMU Short KBC Bonds-High Interest-Institutional B Shares capitalisation KBC Interest fund-EURO MEDIUM-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Emurenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Eurorenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Short USD-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Strategic Accents 1-Institutional B Shares Capitalisation Celest-Volatility Strategy - Andromeda-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Buyback America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend New Markets-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Quant EMU-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Satellites-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Finance-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Non Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Telecom & Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Turkey-Institutional B Shares KBC Equity Fund-US Small Caps-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Currencies-Institutional B Shares KBC Participation-Commodities-Institutional B Shares KBC Participation-SRI Corporate Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Real Estate-Institutional B Shares Privileged Portfolio-Pro 90 February
Maximale beheerloon 1,50 1,50 1,50 1,20 1,10 1,10 0,40 1,10 0,50 1,10 1,10 1,17 1,10 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 0,50 1,10 1,25 0,93 1,05
176
Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2014
INHOUDSOPGAVE 2.
Informatie over Privileged Portfolio Pro 85 February 2.1. Beheerverslag 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs 2.1.2. Beursnotering 2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.1.4. Financieel portefeuillebeheer 2.1.5. Distributeurs 2.1.6. Index en benchmark 2.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.1.8. Toekomstig beleid 2.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator (SRRI) 2.2. Balans 2.3. Resultatenrekening 2.4. Samenstelling van de activa en kerncijfers 2.4.1. Samenstelling van de activa 2.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa 2.4.3. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en inventariswaarde 2.4.5. Rendementscijfers 2.4.6. Kosten 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
van
de
netto-
177
178
2
INFORMATIE OVER PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 85 FEBRUARY
2.1
BEHEERVERSLAG
2.1.1
LANCERINGSDATUM EN INSCHRIJVINGSPRIJS
Lanceringsdatum: 3 maart 2006 Initiële inschrijvingsprijs: 250 EUR Uitdrukkingsmunt: EUR
2.1.2
BEURSNOTERING
Niet van toepassing.
2.1.3
DOEL EN KRACHTLIJNEN VAN HET BELEGGINGSBELEID
DOEL VAN HET COMPARTIMENT : Het voornaamste doel van het compartiment bestaat erin de houders van rechten van deelneming een zo hoog mogelijk rendement te bieden d.m.v. rechtstreekse of onrechtstreekse beleggingen in verhandelbare effecten. Dit komt tot uiting in een streven naar meerwaarden en inkomsten. Het compartiment stelt zich bovendien tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden.Het beleggingsbeleid is gericht op het volgen van de beleggingsstrategie voor een belegger met een bepaald risicoprofiel.
BELEGGINGSBELEID VAN HET COMPARTIMENT : CATEGORIEËN VAN TOEGELATEN ACTIVA: De beleggingen van het compartiment kunnen bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, deposito’s, financiële derivaten, liquide middelen en alle andere instrumenten voor zover en in de mate dit toegelaten is door de toepasselijke regelgeving en kadert binnen het vermelde doel.
GRENZEN VAN HET BELEGGINGSBELEID: Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de door de regelgeving gestelde grenzen. Het compartiment mag ontleningen aangaan tot 10% van haar netto-activa, voor zover het gaat om kortlopende ontleningen met het doel tijdelijke liquiditeitsproblemen op te lossen.
TOEGELATEN DERIVATENTRANSACTIES: Derivaten kunnen zowel gebruikt worden om de beleggingsdoelstellingen te realiseren als om risico’s in te dekken. Er kan met al dan niet genoteerde derivaten worden gewerkt: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps m.b.t. effecten, indexen, munten of rente of om andere transacties met derivaten. Niet genoteerde derivatentransacties worden enkel afgesloten met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties. Het compartiment streeft ernaar om, binnen de toepasselijke regelgeving en het beheerreglement, steeds de meest doelgerichte transacties af te sluiten. Alle kosten verbonden aan de transacties zijn ten laste van het compartiment en alle opbrengsten komen toe aan het compartiment. Als er door de transacties een risico ontstaat op de tegenpartij, kan dat risico worden ingeperkt door gebruik te maken van een margebeheersysteem dat verzekert dat het compartiment de begunstigde is van een zekerheid onder de vorm van contanten of investment grade obligaties. Bij het bepalen van de waarde van de obligaties wordt een marge toegepast die varieert in functie van de resterende looptijd en de uitdrukkingsmunt van de betreffende obligatie. De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten. De ICB kan contracten afsluiten die betrekking hebben op een kredietrisico op emittenten van schuldinstrumenten. Het kredietrisico is het risico dat de emittent van het schuldinstrument in gebreke blijft. Dit kredietrisico heeft betrekking op partijen waarvan de kredietwaardigheid op het moment van het sluiten van het contract evenwaardig is aan die van de emittenten van wie de ICB rechtstreeks schuldinstrumenten aanhoudt. Derivaten kunnen ook worden gebruikt om de activa van het compartiment in te dekken tegen open wisselkoersrisico’s ten opzichte van de uitdrukkingsmunt.
179
Een eventueel gebruik van kredietderivaten kan enkel ter uitvoering van de beleggingsdoelstellingen en binnen het bestaande risicoprofiel, zonder dat dit een verschuiving impliceert naar minder kredietwaardige debiteuren. Bijgevolg verhoogt het kredietrisico niet. In zoverre er met derivaten wordt gewerkt, gaat het om vlot verhandelbare en liquide instrumenten. Bijgevolg heeft het gebruik van derivaten geen invloed op het liquiditeitsrisico. Het gebruik van derivaten verandert ook niets aan de spreiding van de portefeuille over regio’s, sectoren of thema’s. Bijgevolg heeft het geen invloed op het concentratierisico. Derivaten worden niet gebruikt om een gehele of gedeeltelijke kapitaalbescherming te waarborgen. Ze verhogen noch verminderen het kapitaalrisico. Het gebruik van derivaten heeft ook geen invloed op het afwikkelingsrisico, het bewaarnemingsrisico, het flexibiliteitsrisico, het inflatierisico of het risico afhankelijk van externe factoren.
BEPAALDE STRATEGIE: Het rendement is afhankelijk van de marktevolutie. Het compartiment stelt zich tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden. De bodemgrens heeft een geldigheidsduur van 1 jaar (behalve de initiële bodemgrens, die geldig is tot de laatste bankwerkdag van januari 2007) en is steeds gelijk aan 85% van de inventariswaarde op de laatste bankwerkdag van de voorgaande maand januari (de bodemgrens voor het eerste jaar wordt vastgesteld op basis van de initiële inventariswaarde). Deze doelstelling vormt evenwel geen garantie: noch voor wat betreft het rendement; noch voor wat betreft de terugkoopprijs, die minder kan bedragen dan de bodemgrens, zoals hierboven bepaald. Het compartiment biedt geen kapitaalbescherming of kapitaalgarantie, noch een gegarandeerd rendement. Telkens na vastlegging van de bodemgrens wordt hoofdzakelijk belegd in aandelen (en/of aandelenICB’s) en hiermee samenhangende financiële instrumenten. Bij een daling van de inventariswaarde in de richting van de bodemgrens zal de beheerder ingrijpen door de beleggingen in meer risicovolle activa (vb. aandelen en/of aandelen-ICB’s) te vervangen door beleggingen in minder risicovolle activa (vb. obligaties, obligatie-ICB’s en/of geldmarktinstrumenten). Indien de inventariswaarde de bodemgrens raakt, zal de beheerder volledig omschakelen naar beleggingen in geldmarktinstrumenten. Omgekeerd zal de beheerder bij een stijging van de inventariswaarde weg van de bodemgrens ingrijpen door de spreidingen van de activa opnieuw en gradueel aan te passen, teneinde, bij voldoende sterke toename van de inventariswaarde, opnieuw de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Bij gunstige marktontwikkelingen en voor zover de inventariswaarde voldoende hoog is ten opzichte van de bodemgrens, en zolang deze voorwaarden vervuld zijn, kan het compartiment tijdelijk afwijken van de spreiding bij vastlegging van de bodemgrens, door de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Hierdoor zal het percentage meer risicovolle activa stijgen ten opzichte van het percentage dat was bepaald bij vastlegging van de bodemgrens. Dit gebeurt op weloverwogen manier die ondermeer functie is van de historische volatiliteit op de markten (die voldoende laag moet zijn alvorens risicovolle activa verder te kunnen opbouwen). Het is daarbij de doelstelling om, naast de bewaking van de bodemgrens, een zo hoog mogelijk rendement te realiseren.
KENMERKEN VAN DE OBLIGATIES EN SCHULDINSTRUMENTEN: De activa worden gedeeltelijk belegd in obligaties en schuldbewijzen, zowel uitgegeven door bedrijven als door overheidsinstanties. Het compartiment belegt rechtstreeks en/of onrechtstreeks minimaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa in effecten die een investment grade (minimaal BBB-/Baa3 lange termijn, A3/F3/P3 korte termijn) rating hebben van minstens 1 van volgende ratingagentschappen: o Moody’s (Moody’s Investors Service); o S&P (Standard & Poor’s, a Division of the McGraw-Hill Companies); o Fitch (Fitch Ratings), en/of in geldmarktinstrumenten waarvan de emittent over een investment grade rating van 1 van bovenstaande agentschappen beschikt. Daarnaast kan het compartiment tot maximaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa beleggen in effecten die over een lagere rating beschikken (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent over een lagere rating beschikt) en/of in effecten waarvoor geen kredietrating van één van boven genoemde agentschappen beschikbaar is (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent niet over een rating van één van boven genoemde agentschappen beschikt). Bij de selectie van de obligaties en schuldinstrumenten worden alle looptijden in aanmerking genomen.
180
VOORNAMELIJKE BELEGGING IN ANDERE ACTIVA DAN EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN. Het compartiment zal voornamelijk beleggen in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
UITLENING VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN: Het compartiment mag financiële instrumenten uitlenen binnen de beperkingen bepaald door de toepasselijke regelgeving. Het uitlenen gebeurt in het kader van een effectenleningensysteem beheerd door hetzij een ‘principaal’, hetzij een ‘agent’. In het eerste geval heeft het compartiment enkel een relatie met de principaal van het effectenleningensysteem die als tegenpartij optreedt en aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met enerzijds de agent (als beheerder van het systeem) en anderzijds één of meerdere tegenpartijen aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De agent zelf treedt op als tussenpersoon tussen het compartiment en de tegenpartij(en). De effectenleningen hebben geen wijziging van het risicoprofiel van het compartiment tot gevolg aangezien: De keuze van zowel principaal, agent als elke tegenpartij aan strenge selectiecriteria is onderworpen. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten op elk ogenblik kan gevraagd worden. Zo is gewaarborgd dat de effectenleningen het beheer van de activa van het compartiment niet beïnvloeden. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten wordt gegarandeerd door de principaal, respectievelijk de agent. Via een margebeheersysteem wordt steeds verzekerd dat het compartiment de begunstigde is van een financiële zekerheid onder de vorm van contanten of andere welbepaalde categorieën effecten met een laag risicoprofiel, zoals overheidsobligaties, dit voor het geval de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, geen gelijkwaardige effecten zou teruggeven. De reële waarde van de zekerheid onder de vorm van effecten met een laag risicoprofiel overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten met 5%. Daarenboven wordt bij het bepalen van de waarde van de als zekerheid verstrekte effecten met een laag risicoprofiel een marge van 3% toegepast die moet vermijden dat een negatieve koersevolutie tot gevolg zou kunnen hebben dat de reële waarde van de effecten met een laag risicoprofiel niet meer de reële waarde van de uitgeleende effecten overtreft. De waarde van de zekerheid onder de vorm van contanten overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten. Indien het compartiment een financiële zekerheid ontvangt onder de vorm van contanten kan het deze contanten herinvesteren in deposito’s bij kredietinstellingen die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen, mits de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de EER gevestigd is, of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gevestigd is, mits deze instelling onderworpen is aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Europees recht zijn vastgesteld. kortetermijngeldmarktfondsen zoals beschreven in de ESMA-richtsnoeren CESR/10049 van 19 mei 2010 betreffende een gemeenschappelijke definitie van Europese geldmarktfondsen. overheidsobligaties in dezelfde munteenheid als de ontvangen contanten en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot effectenleningen door bepaalde instellingen voor collectieve belegging. Deze herinvestering kan tot gevolg hebben dat het compartiment met betrekking tot de financiële zekerheid niet langer een kredietrisico loopt t.o.v. de financiële instelling waar de contantenrekening wordt aangehouden maar wel bijvoorbeeld t.o.v. de emittent(en) van het (de) schuldinstrument(en). De beheervennootschap kan de uitvoering van het herinvesteringsbeleid delegeren aan een derde, met inbegrip van de agent die het effectenleningensysteem beheert.
181
Het uitlenen van effecten stelt het compartiment in de mogelijkheid een bijkomende opbrengst te behalen. Deze opbrengst kan bestaan uit enerzijds een vergoeding die de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, betaalt en anderzijds inkomsten uit herinvestering. Van deze opbrengst worden directe en indirecte kosten afgehouden. Deze kosten worden forfaitair bepaald op 35% van de ontvangen vergoeding en bestaan uit de kosten voor de clearing services van KBC Bank, de kosten van de beheervennootschap voor het opzetten en opvolgen van het systeem voor uitlenen van effecten, de kosten voor het margebeheer, de kosten verbonden aan cash- en effectenrekeningen en -verkeer, de vergoeding voor het eventuele beheer van herinvesteringen en, indien gewerkt wordt via een agent, de vergoeding betaald aan de agent De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten.
ALGEMENE STRATEGIE TER DEKKING VAN HET WISSELRISICO: Om zijn activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen en binnen de beperkingen die uiteengezet worden in het beheerreglement, kan het compartiment transacties verrichten die betrekking hebben op de verkoop van termijnovereenkomsten op deviezen, evenals de verkoop van callopties of de aankoop van putopties op valuta’s. De hier beoogde transacties mogen enkel betrekking hebben op contracten die verhandeld worden op een gereglementeerde markt die regelmatig werkt, erkend is en opengesteld is voor het publiek, of verhandeld worden met een erkende financiële instelling van eerste rang die gespecialiseerd is in dit type van transacties en die actief is op de 'over the counter' (OTC)-markt voor opties. Met dezelfde doelstelling kan het compartiment ook valuta’s verkopen op termijn of uitwisselen in het kader van onderhandse transacties met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties.
SOCIALE, ETHISCHE EN MILIEUASPECTEN: Er mag niet belegd worden in financiële instrumenten uitgegeven door producenten van controversiële wapens, waarvan de voorbije vijf decennia bij internationale consensus is vastgesteld dat het gebruik ervan onevenredig veel menselijk leed veroorzaakt aan de burgerbevolking. Het betreft de producenten van antipersoonsmijnen, clusterbommen en -munitie en wapens met verarmd uranium. Er mogen daarnaast sinds 31.3.2014 geen nieuwe beleggingen gebeuren in financiële instrumenten uitgegeven door ondernemingen zonder anti-corruptie beleid die bovendien in de afgelopen twee jaar een negatieve evaluatie kregen bij een diepgaande screening op de aanwezigheid van corruptie. De onderneming heeft geen anti-corruptie beleid als niet kan worden aangetoond dat de onderneming een aanvaardbaar beleid heeft aangaande de bestrijding van corruptie. Een aanvaardbaar beleid dient publiek gemaakt te worden en houdt minstens in dat omkoping niet gedoogd wordt, en dat de wet dienaangaande wordt nageleefd. De screening zal gebeuren op basis van een algemeen aanvaarde en onafhankelijke ‘Sociale, ethische en milieuaspecten’ database. Op deze wijze wordt niet alleen een louter financiële realiteit weergegeven, maar ook een sociale realiteit van de sector of regio. Voor de eventuele toepassing van de Europese en Belgische fiscale bepalingen wordt verwezen naar het prospectus onder 'Informatie betreffende het gemeenschappelijk beleggingsfonds Belastingstelsel' .
2.1.4
FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER
Het intellectueel beheer (inclusief de toewijziging van de activa), wordt door de beheervennootschap gedelegeerd aan KBC Fund Management Limited, Joshua Dawson House, Dawson Street, Dublin 2, IRELAND.
2.1.5
DISTRIBUTEURS
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
2.1.6
INDEX EN BENCHMARK
Zie ‘Beleggingsbeleid van het compartiment’.
182
2.1.7
TIJDENS HET BOEKJAAR GEVOERD BELEID
De investeringsdoelstelling van elk subfonds is om het hoogst mogelijk rendement te genereren en tegelijk ernaar te streven de netto inventariswaarde boven de bodemgrens te houden. Als dusdanig is er een dynamische allocatie tussen meer risicovolle investeringen en minder risicovolle investeringen zoals bepaald door een mathematisch model. In 2014 begon men meer vertrouwen te krijgen in de duurzaamheid van het economisch herstel wereldwijd. De VS verteerden met gemak een zwaar saneringsprogramma. De arbeidsmarkt won aan dynamiek. De Bank of England wist met succes de Britse economie van het liquiditeiteninfuus af te koppelen. Japan doorbrak de negatieve deflatiespiraal. De aandelenmarkten koesterden het conjunctuuroptimisme. De eurozone bleef echter met recessie flirten. De obligatiemarkten raakten in de ban van het vooruitzicht dat de Europese Centrale Bank (ECB) het Amerikaanse voorbeeld zou volgen en op grote schaal overheidsobligaties zou gaan inkopen.
2.1.8
TOEKOMSTIG BELEID
Het toekomstige investeringsbeleid en participatieniveau in risicovolle investeringen zal bepaald worden door het dynamisch portefeuille-algoritme terwijl ernaar te streven dat de bodemgrens wordt beschermd.
2.1.9
SYNTHETISCHE RISICO- EN OPBRENGSTINDICATOR
5 op een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). De waarde van een recht van deelneming kan stijgen of dalen en de belegger kan minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd. Overeenkomstig Verordening 583/2010 is een synthetische risico- en opbrengstindicator bepaald. Deze geeft een cijfermatige aanduiding van de mogelijke opbrengst van het compartiment, maar ook van het bijhorende risico, berekend in de uitdrukkingsmunt van het compartiment. De indicator wordt geformuleerd als een cijfer tussen 1 en 7. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger de mogelijke opbrengst, maar ook hoe moeilijker voorspelbaar dit rendement. Ook verliezen zijn mogelijk. Het laagste cijfer betekent niet dat de belegging volledig risicoloos is. Wel wijst het erop dat, vergeleken met hogere cijfers, dit product normaal een lager, maar eveneens beter voorspelbaar rendement zal bieden. De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt geregeld geëvalueerd en kan dus verlaagd of verhoogd worden op basis van gegevens uit het verleden. Gegevens uit het verleden zijn niet altijd een betrouwbare aanwijzing voor opbrengst en risico in de toekomst.
183
2.2
BALANS
Balansschema
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
94.224.191,83
65.072.678,02
93.759.526,78
64.610.809,57
90.828,29
333.725,28
-17.591,73
-51.157,46
430.791,07
206.690,80
-39.362,58
-27.390,17
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
94.224.191,83
65.072.678,02
A.
Kapitaal
85.947.754,56
57.486.465,37
B.
Deelneming in het resultaat
-23.554,02
-3.183,84
D.
Resultaat van het boekjaar
8.299.991,29
7.589.396,49
TOTAAL NETTO ACTIEF II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
E.
ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming
IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A. B.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-)
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
VI. Overlopende rekeningen
C. Toe te rekenen kosten (-)
184
2.3
RESULTATENREKENING
Resultatenrekening I.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten l) Op financiële indexen Termijncontracten H. Wisselposities en -verrichtingen b) Andere wisselposities en verrichtingen
10.620,33 7.881.971,36
8.789.759,31
28.358,16 1.425.318,24
-358.603,66
Det.rubriek I winst en verlies op beleggingen
Gerealiseerde winsten op beleggingen Ongerealiseerde winsten op beleggingen Gerealiseerde verliezen op beleggingen Ongerealiseerde verliezen op beleggingen II.
4.236.959,69 5.364.359,83 -480.030,35 186.000,43
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
Dividenden Interesten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-)
2.043,05
A. B.
III.
Andere opbrengsten
B.
Andere
793,87 -872,04
379,40 -1.319,03 2.565,14
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-249.155,54
-334.403,65
-198,53
-1.387,17 -412,91
-650.587,86 -86.034,94 -346,93 -1.587,37 -451,99 -18.856,98
-466.350,80 -61.190,83 -1.424,90 -3.637,54 -743,52 -14.854,89
-1.007.298,31
-880.737,65
8.299.991,29
7.589.396,49
8.299.991,29
7.589.396,49
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
VII. Resultaat van het boekjaar
185
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) II.
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
8.276.437,27
7.586.212,65
8.299.991,29
7.589.396,49
-23.554,02
-3.183,84
-8.276.437,27
-7.586.212,65
186
2.4
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
2.4.1
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 85 FEBRUARY
Benaming
Hoeveelheid op 31/12/2014
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie % (in de valuta van het in het bezit compartiment) van de ICB
% Porte feuille
% Nettoactief
4,98
NETTOACTIVA EFFECTENPORTEFEUILLE Beleggingsfondsen Gesloten fondsen Genoteerde gesloten beleggingsfondsen België KBC EQUITY FUND AMERICA IS B KAP
2.562,00
USD
2.217,030
4.694.046,41
0,72
5,01
KBC EQUITY FUND EUROPE IS
2.447,00
EUR
1.453,940
3.557.791,18
0,72
3,80
3,78
17.680,00
EUR
721,760
12.760.716,80
0,90
13,61
13,54
388,00
EUR
970,520
376.561,76
0,04
0,40
0,40
KBC BONDS CORPOR USD IS B KAP
182,00
USD
1.033,800
155.490,76
0,04
0,17
0,17
KBC BONDS CORPORATES EURO IS B KAP
530,00
EUR
856,680
454.040,40
0,04
0,48
0,48
KBC BONDS EMU SHORTIS B KAP
572,00
EUR
1.067,990
610.890,28
0,06
0,65
0,65
KBC BONDS HIGH INTEREST IS B KAP
230,00
EUR
2.073,780
476.969,40
0,03
0,51
0,51
KBC INTEREST FUND EURO MEDIUM IS B_KAP
164,00
EUR
4.164,380
682.958,32
0,06
0,73
0,73
KBC RENTA EMURENTA IS B KAP
317,00
EUR
632,690
200.562,73
0,06
0,21
0,21
KBC RENTA EURORENTA IS B KAP
69,00
EUR
2.837,050
195.756,45
0,04
0,21
0,21
2.573,00
USD
887,860
1.887.908,58
0,25
2,01
2,00
784,00
EUR
1.216,150
953.461,60
0,06
1,02
1,01
KBC EQUITY FUND STRATEGIC KBC PARTICIPATION LOCAL EMERGING MARKET BONDS KAP IS B
Luxemburg
KBC RENTA SHORT USD IS B KAP KBC RENTA STRATEGIC ACCENTS 1 IS B KAP
Open beleggingsfondsen ICBE ingeschreven bij de FSMA België CELEST VOLATILITY STRATEGY ANDROMEDA IS B
723,00
EUR
974,600
704.635,80
0,46
0,75
0,75
2.736,00
USD
1.567,360
3.543.900,63
0,51
3,78
3,76
19.756,00
EUR
436,490
8.623.296,44
0,73
9,20
9,15
3.959,00
EUR
455,780
1.804.433,02
0,55
1,93
1,92
2.773,00
EUR
1.226,470
3.401.001,31
0,51
3,63
3,61
2.722,00
EUR
474,380
1.291.262,36
0,64
1,38
1,37
8.319,00
EUR
674,140
5.608.170,66
0,82
5,98
5,95
2.799,00
EUR
1.234,160
3.454.413,84
0,71
3,68
3,67
KBC EQUITY FUND STRATEGIC CYCLICALS IS KAP
16.355,00
EUR
794,010
12.986.033,55
0,77
13,85
13,78
KBC EQUITY FUND STRATEGIC FINANCE IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC NON CYCLICALS IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC TEL & TECHNOLOGY IS B KAP KBC EQUITY FUND TURKEY IS B KAP
22.175,00
EUR
405,600
8.994.180,00
0,76
9,59
9,55
17.424,00
EUR
332,650
5.796.093,60
0,77
6,18
6,15
28.852,00
EUR
150,540
4.343.380,08
0,74
4,63
4,61
KBC EQUITY FUND BUYBACK AMERICA IS B KAP KBC EQUITY FUND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND NEW MARKETS IS B KAP KBC EQUITY FUND QUANT EMU IS B KAP KBC EQUITY FUND SATELLITES IS B KAP
807,00
TRY
1.504,420
429.180,90
0,60
0,46
0,46
KBC EQUITY FUND US SMALL CAPS IS B KAP
1.362,00
USD
1.510,820
1.700.538,69
0,71
1,81
1,81
KBC MULTI INTEREST CURRENCIES IS KAP
1.151,00
EUR
1.001,330
1.152.530,83
0,24
1,23
1,22
833,00
EUR
751,260
625.799,58
0,46
0,67
0,66
366,00
EUR
1.242,190
454.641,54
0,04
0,49
0,48
KBC PARTICIPATION COMMODITIES IS B KBC PARTICIPATION SRI CORPORATE BONDS IS B KAP
187
PRIVILEGED PORTFOLIO REAL ESTATE IS B KAP
3.633,00
EUR
506,160
Totaal beleggingsfondsen
TOTAAL EFFECTENPORTEFEUILLE
1.838.879,28 93.759.526,78
93.759.526,78
0,48
1,96 100,00
1,95 99,51
100,00
99,51
LIQUIDE MIDDELEN Zichtrekeningen België KBC GROUP AUD
87,63
AUD
1,000
59,26
KBC GROUP CAD
1.791,02
CAD
1,000
1.277,89
KBC GROUP CHF
21,94
CHF
1,000
18,25
KBC GROUP CZK
71.239,77
CZK
1,000
2.570,44
0,00
KBC GROUP DKK
5.346,65
DKK
1,000
718,02
0,00
415.965,36
EUR
1,000
415.965,36
0,44
KBC GROUP GBP
137,23
GBP
1,000
176,83
KBC GROUP HUF
251.118,26
HUF
1,000
795,31
0,00
KBC GROUP JPY
668.854,00
JPY
1,000
4.610,27
0,01
KBC GROUP NOK
5.282,80
NOK
1,000
582,29
0,00
KBC GROUP PLN
6.865,26
PLN
1,000
1.597,28
0,00
KBC GROUP SEK
2.286,52
SEK
1,000
241,38
KBC GROUP TRY
4.843,44
TRY
1,000
1.712,19
0,00
KBC GROUP USD
564,25
USD
1,000
466,30 430.791,07
0,46
430.791,07
0,46
KBC GROUP EURO
Totaal zichtrekeningen
TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN
0,00
OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN Vorderingen België KBC GROUP EUR TE ONTVANGEN
90.828,29
EUR
1,000
90.828,29 90.828,29
0,10 0,10
-17.591,73
EUR
1,000
-17.591,73 -17.591,73
-0,02 -0,02
73.236,56
0,08
-39.362,58
-0,04
-39.362,58
-0,04
94.224.191,83
100,00
Totaal vorderingen Schulden België KBC GROUP EUR TE BETALEN
Totaal schulden
TOTAAL VORDERINGEN EN SCHULDEN ANDERE Te betalen kosten
TOTAAL ANDERE TOTAAL VAN DE NETTOACTIVA
EUR
188
Geografische spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Ver.Arab.Emir. Australië Oostenrijk België Bermuda Brazilië Centr.Amerika Canada Zwitserland Chili China Colombië Tsjechië Kaaimaneilanden Duitsland Denemarken Spanje Finland Frankrijk Gabon V.K. Griekenland Hong Kong Hongarije Indië Indonesië Ierland Israël Italië Jersey Kanaaleilanden Japan Zuid-Korea Kroatië Luxemburg Mexico Maleisië Nederland Noorwegen Nieuw Zeeland Oekraïne Peru Filipijnen Papua N.Guin. Polen Portugal Roemenië Rusland Singapore Slovenie Int.Org. Slovakije Zweden
30/06/2013 0,01 1,10 0,63 2,33 0,29 0,81 0,15 1,49 2,23 0,11 1,40 0,10 0,08 0,22 9,68 0,41 3,25 0,46 8,90 0,00 4,77 0,05 1,10 0,09 0,57 0,38 2,28 0,14 3,61 0,27 5,23 1,63 0,00 0,27 0,56 0,57 4,16 0,44 0,04 0,00 0,08 0,18 0,01 0,37 0,24 0,02 0,22 0,23 0,00 0,01 0,02 0,94
31/12/2013 0,01 1,04 0,24 2,43 0,31 0,56 0,00 2,14 2,48 0,08 1,42 0,07 0,03 0,44 11,63 0,66 3,73 0,85 11,58 0,00 5,58 0,08 1,04 0,06 0,47 0,25 3,29 0,06 3,57 0,20 4,59 1,52 0,01 0,40 0,28 0,47 4,28 0,26 0,01 0,01 0,03 0,11 0,01 0,13 0,26 0,01 0,39 0,24 0,01 0,00 0,01 0,92
30/06/2014 0,00 0,89 0,26 3,47 0,18 0,48 0,00 2,17 1,89 0,04 1,78 0,06 0,02 0,34 10,30 0,59 3,91 1,02 11,49 0,01 5,03 0,07 0,97 0,03 0,77 0,33 1,20 0,15 3,75 0,25 4,23 1,81 0,00 0,45 0,18 0,50 3,78 0,19 0,02 0,01 0,03 0,13 0,02 0,17 0,42 0,00 0,15 0,22 0,00 0,00 0,01 0,62
31/12/2014 0,00 0,96 0,21 1,87 0,19 0,27 0,00 2,30 1,39 0,02 2,05 0,04 0,02 0,31 11,88 0,41 3,94 0,95 10,74 0,00 5,10 0,13 0,96 0,09 1,01 0,31 2,13 0,12 2,87 0,27 3,20 1,91 0,00 0,63 0,20 0,52 4,03 0,26 0,08 0,00 0,00 0,16 0,02 0,14 0,28 0,13 0,06 0,18 0,00 0,00 0,01 0,35
189
Thailand Turkije Taiwan V.S.A. Venezuela Buiten grondgebied BLEU(EX.EUINSTEL) Instel.EU buiten grondgebied BLEU Zuid-Afrika Zaïre Totaal
0,55 0,28 1,03 35,32 0,00
0,44 0,13 1,37 29,45 0,02
0,34 0,18 1,43 33,42 0,02
0,38 0,66 1,60 34,25 0,00
0,03
0,01
0,01
0,01
0,18 0,47 0,01 100,00
0,07 0,26 0,00 100,00
0,06 0,15 0,00 100,00
0,07 0,33 0,00 100,00
30/06/2014 22,02 14,80 6,89 7,18 21,19 12,16 3,21 2,17 3,26 6,92 0,01 0,19 100,00
31/12/2014 19,61 15,18 7,64 7,42 21,48 13,78 4,07 2,39 3,52 4,92 0,00 -0,01 100,00
Sectorale spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Cyclische Sectoren Consumenten(Cyclisch) Consumenten(Niet cyclisch) Farma Financiële sectoren Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven Vastgoed Overheid Beleggingsfondsen Diversen Totaal
30/06/2013 16,52 13,01 11,27 8,74 19,10 7,99 3,16 3,63 3,17 13,36 0,01 0,04 100,00
31/12/2013 18,79 14,39 8,68 9,65 23,33 10,72 4,08 1,67 2,88 5,69 0,02 0,10 100,00
190
Muntspreiding (in % van de nettoactiva)
AUD BRL CAD CHF CNH CNY COP CZK DKK EUR GBP HKD HUF IDR ILS INR JPY KRW MXN MYR NGN NOK NZD PEN PHP PLN RON RUB SEK SGD THB TRY TWD USD ZAR Totaal
30/06/2013 0,99 0,85 1,57 2,06 0,00 0,07 0,09 0,03 0,39 38,44 4,45 2,57 0,09 0,46 0,15 0,50 3,86 1,60 0,58 0,58 0,01 0,46 0,04 0,06 0,19 0,33 0,02 0,13 0,77 0,22 0,55 0,32 1,07 35,97 0,53 100,00
31/12/2013 0,95 0,53 2,13 2,38 0,00 0,02 0,04 0,03 0,66 43,60 5,34 2,84 0,04 0,28 0,05 0,42 3,47 1,50 0,27 0,46 0,01 0,26 0,01 0,02 0,11 0,13 0,01 0,06 0,84 0,24 0,44 0,10 1,22 31,28 0,26 100,00
30/06/2014 0,67 0,49 1,98 1,85 0,00 0,01 0,07 0,04 0,50 41,88 4,99 3,00 0,02 0,37 0,06 0,72 2,99 1,78 0,17 0,50 0,00 0,25 0,02 0,02 0,13 0,17 0,00 0,01 0,55 0,21 0,35 0,17 1,27 34,59 0,17 100,00
31/12/2014 0,66 0,28 2,24 1,34 0,04 0,11 0,05 0,04 0,34 40,23 4,92 3,21 0,14 0,38 0,12 0,98 3,15 1,87 0,20 0,53 0,00 0,27 0,08 0,00 0,16 0,14 0,13 0,01 0,31 0,18 0,38 0,69 1,53 34,94 0,35 100,00
191
2.4.2
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN HET COMPARTIMENT PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 85 FEBRUARY (IN DE VALUTA VAN HET COMPARTIMENT) 1
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
halfjaar 61.671.115,01 41.933.493,45 103.604.608,46 27.597.415,70 7.912.027,64 35.509.443,34 80.757.592,55
2
de
84,32 %
1 Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale gecorrigeerde activa Gecorrigeerde Omloopsnelheid
ste
ste
halfjaar 61.671.115,01 41.933.493,45 103.604.608,46 27.597.415,70 7.912.027,64 35.509.443,34 80.241.289,05 84,86 %
2
de
halfjaar 34.244.659,96 33.608.601,50 67.853.261,46 7.929.209,83 6.711.201,35 14.640.411,18 90.764.570,64
Jaar 95.915.774,97 75.542.094,95 171.457.869,92 35.526.625,53 14.623.228,99 50.149.854,52 85.844.473,07
58,63 %
141,31 %
halfjaar 34.244.659,96 33.608.601,50 67.853.261,46 7.929.209,83 6.711.201,35 14.640.411,18 90.195.857,89
Jaar 95.915.774,97 75.542.094,95 171.457.869,92 35.526.625,53 14.623.228,99 50.149.854,52 85.247.479,22
59,00 %
142,30 %
De tabel hierboven toont het kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief aan het begin en het einde van de periode. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. Een actief beheer van het vermogen kan resulteren in hoge omloopsnelheidpercentages (maandelijks percentage > 50%). De gedetailleerde lijst van de transacties kan gratis worden ingekeken op de zetel van de Bevek of het Fonds, Havenlaan 2, 1080 Brussel.
2.4.3
BEDRAG VAN DE VERPLICHTINGEN INZAKE FINANCIËLE DERIVATENPOSITIES Nihil
192
2.4.4
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INSCHRIJVINGEN, TERUGBETALINGEN EN VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Periode Jaar
Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop Inschrijvingen Kap.
Einde periode
Terugbetalingen
Dis.
Kap.
Dis.
Kap.
Dis.
Totaal
42.714,22
67.119,45
175.745,53
175.745,53
2013 - 12
84.552,87
53.074,74
207.223,67
207.223,67
2014 - 12
110.718,74
44.374,39
273.568,02
273.568,02
2012 - 12
Bedragen ontvangen en betaald door de ICB (in de valuta van het compartiment)
Periode Jaar
Inschrijvingen Kapitalisatie
Terugbetalingen Distributie
Kapitalisatie
2012 - 12
11.564.380,07
18.086.159,79
2013 - 12
24.688.152,07
15.820.997,88
2014 - 12
35.265.602,65
14.414.080,13
Periode Jaar
Distributie
Netto-inventariswaarde Einde periode (in de valuta van het compartiment) van één recht van deelneming
van het compartiment
Kapitalisatie
2012 - 12
48.616.127,34
276,63
2013 - 12
65.019.423,63
313,89
2014 - 12
94.224.191,83
344,43
Distributie
193
2.4.5
RENDEMENTSCIJFERS
1 Jaar Kap Div
ISIN code
Munt
KAP
BE0945920735
EUR
3 Jaar*
5 Jaar*
10 Jaar*
Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench klassen mark klassen mark klassen mark klassen mark 9.78%
9.71%
6.57%
Sinds start* Startdatum
Aandelen klassen
03/03/2006
3.70%
* De rendementscijfers zijn op jaarbasis. Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst.
Het staafdiagram geeft de performance weer van volledige boekjaren. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. Berekend in EUR. Het rendement wordt berekend als de wijziging van de inventariswaarde tussen twee tijdstippen uitgedrukt in procent. Berekeningsmethode voor datum D waarbij NIW staat voor inventariswaarde: Kapitalisatie deelbewijzen (KAP) Return op datum D over een periode van X jaar: [NIW(D) / NIW(Y)] ^ [1 / X] - 1 met Y = D-X Return op datum D sinds de startdatum S van het deelbewijs: [NIW(D) / NIW(S)] ^ [1 / F] - 1 met F = 1 indien het deelbewijs minder dan één jaar bestaat op datum D met F = (D-S) / 365.25 indien het deelbewijs langer dan één jaar bestaat op datum D Indien de periode tussen de twee tijdstippen groter is dan één jaar, dan wordt de gewone rendementsberekening omgezet in een rendement op jaarbasis door de n-de machtswortel te nemen van 1 plus het totale rendement van het deelbewijs. De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en terugkopen van de rechten van deelneming. Het gaat om de rendementscijfers van kapitalisatie rechten van deelneming.
194
2.4.6
KOSTEN
Lopende kosten: * Kapitalisatie: 2.804% * Zijn niet opgenomen in de vermelde kosten: instap- en uitstapkosten, prestatiegebonden vergoedingen, transactiekosten betaald in het kader van de verwerving of vervreemding van activa, betaalde rente, betalingen met het oog op zekerheidsstelling in het kader van afgeleide financiële instrumenten en vergoedingen inzake Commission Sharing Agreements of geIijkaardige vergoedingen ontvangen door de beheervennootschap of enige hiermee verbonden persoon. Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Het beheerloon bedraagt 5.326,41 EUR. Bijkomend werd er een vergoeding van 645.261,45 EUR aangerekend met betrekking tot provisies en kosten voor de toewijzing van de activa.
BESTAAN VAN COMMISSION SHARING AGREEMENTS Niet van toepassing.
BESTAAN VAN FEE SHARING AGREEMENTS EN REBATES: De beheervennootschap kan haar vergoeding delen met de Distributeur, institutionele en/of professionele partijen. In principe gaat het om 35% tot 60% indien de distributeur een entiteit is van KBC Groep NV en om 35% tot 70% indien de distributeur geen entiteit is van KBC Groep NV, doch in een beperkt aantal gevallen bedraagt de vergoeding van de distributeur minder dan 35%. De belegger zal, op verzoek, meer informatie kunnen bekomen inzake deze gevallen. Indien de beheervennootschap de activa van de instelling voor collectieve belegging belegt in rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging die niet worden beheerd door een entiteit van KBC Groep NV en de beheervennootschap ontvangt hiervoor een vergoeding, zal de beheervennootschap deze vergoeding betalen aan de instelling voor collectieve belegging. Fee sharing heeft geen invloed op de hoogte van de beheercommissie die het compartiment betaalt aan de beheervennootschap. Deze beheercommissie is onderworpen aan de beperkingen bepaald in de statuten. Deze beperkingen kunnen enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de algemene vergadering. De beheervennootschap heeft een distributieovereenkomst afgesloten met de Distributeur om een ruimere verspreiding van de rechten van deelneming van het compartiment mogelijk te maken, door gebruik te maken van meerdere distributiekanalen. Het is in het belang van de deelnemers, van het compartiment en van de Distributeur dat een zo groot mogelijk aantal rechten van deelneming wordt verkocht, en dat de activa van het compartiment dus zo hoog mogelijk zijn. In dit opzicht is er dus geen sprake van tegenstrijdige belangen.
2.4.7
TOELICHTING BIJ DE FINANCIËLE STATEN EN ANDERE GEGEVENS
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille: max.1.05% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, er wordt geen beheersprovisie aangerekend op de activa die belegd zijn in instellingen voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Bijkomend: provisies en kosten voor de toewijzing van de activa: max. 0.75% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. KBC Fund Management Limited ontvangt van de beheervennootschap een vergoeding van max. 0.75% berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, zonder dat de totale provisies en kosten voor de toewijzing van de activa die de beheervennootschap ontvangt zullen worden overschreden. De vergoeding voor administratief agent is betaalbaar op het einde van elk maand en is berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. Vergoeding van de commissaris: 1786 EUR per jaar. Deze vergoeding is exclusief BTW en kan jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de beslissing van de algemene vergadering. Het bewaarloon is berekend op de waarde van de stukken die de bewaarder in depot heeft op de laatste bankwerkdag van het voorafgaande kalenderjaar, behalve op de activa die belegd zijn in instelling voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Het bewaarloon wordt betaald in het begin van het kalenderjaar.
195
Uitoefenen van stemrechten: Indien nodig, relevant en in het belang van de aandeelhouders zal de beheervennootschap de stemrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de aandelen in de portefeuille van de Bevek. De beheervennootschap hanteert de volgende criteria bij het bepalen van haar houding m.b.t. de agendapunten die ter stemming worden voorgelegd: De waarde voor de aandeelhouders mag niet negatief beïnvloed worden. De regels inzake corporate governance, inzonderheid deze met betrekking tot de rechten van de minderheidsaandeelhouders, moeten gerespecteerd worden. Er moet aan de minimumnormen inzake duurzaam en maatschappelijk ondernemen voldaan worden. De lijst van ondernemingen waarvoor het stemrecht werd uitgeoefend, is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de Bevek.
Effect KBC Equity Fund-America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Satellites-Institutional B Shares KBC Participation-Local Emerging Market Bonds-Institutional B Shares KBC Bonds-Corporates USD-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-Corporates Euro-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-EMU Short KBC Bonds-High Interest-Institutional B Shares capitalisation KBC Interest fund-EURO MEDIUM-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Emurenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Eurorenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Short USD-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Strategic Accents 1-Institutional B Shares Capitalisation Celest-Volatility Strategy - Andromeda-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Buyback America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend New Markets-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Quant EMU-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Satellites-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Finance-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Non Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Telecom & Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Turkey-Institutional B Shares KBC Equity Fund-US Small Caps-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Currencies-Institutional B Shares KBC Participation-Commodities-Institutional B Shares KBC Participation-SRI Corporate Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Real Estate-Institutional B Shares Privileged Portfolio-Pro 85 February
Maximale beheerloon 1,50 1,50 1,50 1,20 1,10 1,10 0,40 1,10 0,50 1,10 1,10 1,17 1,10 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 0,50 1,10 1,25 0,93 1,05
196
Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2014
INHOUDSOPGAVE 2.
Informatie over Privileged Portfolio Pro 95 May 2.1. Beheerverslag 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs 2.1.2. Beursnotering 2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.1.4. Financieel portefeuillebeheer 2.1.5. Distributeurs 2.1.6. Index en benchmark 2.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.1.8. Toekomstig beleid 2.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator (SRRI) 2.2. Balans 2.3. Resultatenrekening 2.4. Samenstelling van de activa en kerncijfers 2.4.1. Samenstelling van de activa 2.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa 2.4.3. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en inventariswaarde 2.4.5. Rendementscijfers 2.4.6. Kosten 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
van
de
netto-
197
198
2
INFORMATIE OVER PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 95 MAY
2.1
BEHEERVERSLAG
2.1.1
LANCERINGSDATUM EN INSCHRIJVINGSPRIJS
Lanceringsdatum: 27 april 2006 Initiële inschrijvingsprijs: 250 EUR Uitdrukkingsmunt: EUR
2.1.2
BEURSNOTERING
Niet van toepassing.
2.1.3
DOEL EN KRACHTLIJNEN VAN HET BELEGGINGSBELEID
DOEL VAN HET COMPARTIMENT : Het voornaamste doel van het compartiment bestaat erin de houders van rechten van deelneming een zo hoog mogelijk rendement te bieden d.m.v. rechtstreekse of onrechtstreekse beleggingen in verhandelbare effecten. Dit komt tot uiting in een streven naar meerwaarden en inkomsten. Het compartiment stelt zich bovendien tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden.
BELEGGINGSBELEID VAN HET COMPARTIMENT : CATEGORIEËN VAN TOEGELATEN ACTIVA: De beleggingen van het compartiment kunnen bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, deposito’s, financiële derivaten, liquide middelen en alle andere instrumenten voor zover en in de mate dit toegelaten is door de toepasselijke regelgeving en kadert binnen het vermelde doel.
GRENZEN VAN HET BELEGGINGSBELEID: Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de door de regelgeving gestelde grenzen. Het compartiment mag ontleningen aangaan tot 10% van haar netto-activa, voor zover het gaat om kortlopende ontleningen met het doel tijdelijke liquiditeitsproblemen op te lossen.
TOEGELATEN DERIVATENTRANSACTIES: Derivaten kunnen zowel gebruikt worden om de beleggingsdoelstellingen te realiseren als om risico’s in te dekken. Er kan met al dan niet genoteerde derivaten worden gewerkt: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps m.b.t. effecten, indexen, munten of rente of om andere transacties met derivaten. Niet genoteerde derivatentransacties worden enkel afgesloten met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties. Het compartiment streeft ernaar om, binnen de toepasselijke regelgeving en het beheerreglement, steeds de meest doelgerichte transacties af te sluiten. Alle kosten verbonden aan de transacties zijn ten laste van het compartiment en alle opbrengsten komen toe aan het compartiment. Als er door de transacties een risico ontstaat op de tegenpartij, kan dat risico worden ingeperkt door gebruik te maken van een margebeheersysteem dat verzekert dat het compartiment de begunstigde is van een zekerheid onder de vorm van contanten of investment grade obligaties. Bij het bepalen van de waarde van de obligaties wordt een marge toegepast die varieert in functie van de resterende looptijd en de uitdrukkingsmunt van de betreffende obligatie. De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten. De ICB kan contracten afsluiten die betrekking hebben op een kredietrisico op emittenten van schuldinstrumenten. Het kredietrisico is het risico dat de emittent van het schuldinstrument in gebreke blijft. Dit kredietrisico heeft betrekking op partijen waarvan de kredietwaardigheid op het moment van het sluiten van het contract evenwaardig is aan die van de emittenten van wie de ICB rechtstreeks schuldinstrumenten aanhoudt. Derivaten kunnen ook worden gebruikt om de activa van het compartiment in te dekken tegen open wisselkoersrisico’s ten opzichte van de uitdrukkingsmunt.
199
Een eventueel gebruik van kredietderivaten kan enkel ter uitvoering van de beleggingsdoelstellingen en binnen het bestaande risicoprofiel, zonder dat dit een verschuiving impliceert naar minder kredietwaardige debiteuren. Bijgevolg verhoogt het kredietrisico niet. In zoverre er met derivaten wordt gewerkt, gaat het om vlot verhandelbare en liquide instrumenten. Bijgevolg heeft het gebruik van derivaten geen invloed op het liquiditeitsrisico. Het gebruik van derivaten verandert ook niets aan de spreiding van de portefeuille over regio’s, sectoren of thema’s. Bijgevolg heeft het geen invloed op het concentratierisico. Derivaten worden niet gebruikt om een gehele of gedeeltelijke kapitaalbescherming te waarborgen. Ze verhogen noch verminderen het kapitaalrisico. Het gebruik van derivaten heeft ook geen invloed op het afwikkelingsrisico, het bewaarnemingsrisico, het flexibiliteitsrisico, het inflatierisico of het risico afhankelijk van externe factoren.
BEPAALDE STRATEGIE: Het rendement is afhankelijk van de marktevolutie. Het compartiment stelt zich tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden. De bodemgrens heeft een geldigheidsduur van 1 jaar en is steeds gelijk aan 95% van de inventariswaarde op de laatste bankwerkdag van de voorgaande maand april (de bodemgrens voor het eerste jaar wordt vastgesteld op basis van de initiële inventariswaarde). Deze doelstelling vormt evenwel geen garantie: noch voor wat betreft het rendement; noch voor wat betreft de terugkoopprijs, die minder kan bedragen dan de bodemgrens, zoals hierboven bepaald. Het compartiment biedt geen kapitaalbescherming of kapitaalgarantie, noch een gegarandeerd rendement. Telkens na vastlegging van de bodemgrens wordt hoofdzakelijk belegd in obligaties (en/of obligatieICB’s) en/of geldmarktinstrumenten. Bij een daling van de inventariswaarde in de richting van de bodemgrens zal de beheerder ingrijpen door de beleggingen in meer risicovolle activa (vb. aandelen en/of aandelen-ICB’s) te vervangen door beleggingen in minder risicovolle activa (vb. obligaties, obligatie-ICB’s en/of geldmarktinstrumenten). Indien de inventariswaarde de bodemgrens raakt, zal de beheerder volledig omschakelen naar beleggingen in geldmarktinstrumenten. Omgekeerd zal de beheerder bij een stijging van de inventariswaarde weg van de bodemgrens ingrijpen door de spreidingen van de activa opnieuw en gradueel aan te passen, teneinde, bij voldoende sterke toename van de inventariswaarde, opnieuw de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Bij gunstige marktontwikkelingen en voor zover de inventariswaarde voldoende hoog is ten opzichte van de bodemgrens, en zolang deze voorwaarden vervuld zijn, kan het compartiment tijdelijk afwijken van de spreiding bij vastlegging van de bodemgrens, door de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Hierdoor zal het percentage meer risicovolle activa stijgen ten opzichte van het percentage dat was bepaald bij vastlegging van de bodemgrens. Dit gebeurt op weloverwogen manier die ondermeer functie is van de historische volatiliteit op de markten (die voldoende laag moet zijn alvorens risicovolle activa verder te kunnen opbouwen). Hierdoor kan tijdelijk en eerder uitzonderlijk, bij zeer gunstige marktomstandigheden, hoofdzakelijk belegd worden in aandelen en hiermee samenhangende financiële instrumenten, met als doelstelling om, naast de bewaking van de bodemgrens, ook een zo hoog mogelijk rendement te realiseren.
KENMERKEN VAN DE OBLIGATIES EN SCHULDINSTRUMENTEN: De activa worden gedeeltelijk belegd in obligaties en schuldbewijzen, zowel uitgegeven door bedrijven als door overheidsinstanties. Het compartiment belegt rechtstreeks en/of onrechtstreeks minimaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa in effecten die een investment grade (minimaal BBB-/Baa3 lange termijn, A3/F3/P3 korte termijn) rating hebben van minstens 1 van volgende ratingagentschappen: o Moody’s (Moody’s Investors Service); o S&P (Standard & Poor’s, a Division of the McGraw-Hill Companies); o Fitch (Fitch Ratings), en/of in geldmarktinstrumenten waarvan de emittent over een investment grade rating van 1 van bovenstaande agentschappen beschikt. Daarnaast kan het compartiment tot maximaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa beleggen in effecten die over een lagere rating beschikken (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent over een lagere rating beschikt) en/of in effecten waarvoor geen kredietrating van één van boven genoemde agentschappen beschikbaar is (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent niet over een rating van één van boven genoemde agentschappen beschikt). Bij de selectie van de obligaties en schuldinstrumenten worden alle looptijden in aanmerking genomen.
200
VOORNAMELIJKE BELEGGING IN ANDERE ACTIVA DAN EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN. Het compartiment zal voornamelijk beleggen in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
UITLENING VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN: Het compartiment mag financiële instrumenten uitlenen binnen de beperkingen bepaald door de toepasselijke regelgeving. Het uitlenen gebeurt in het kader van een effectenleningensysteem beheerd door hetzij een ‘principaal’, hetzij een ‘agent’. In het eerste geval heeft het compartiment enkel een relatie met de principaal van het effectenleningensysteem die als tegenpartij optreedt en aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met enerzijds de agent (als beheerder van het systeem) en anderzijds één of meerdere tegenpartijen aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De agent zelf treedt op als tussenpersoon tussen het compartiment en de tegenpartij(en). De effectenleningen hebben geen wijziging van het risicoprofiel van het compartiment tot gevolg aangezien: De keuze van zowel principaal, agent als elke tegenpartij aan strenge selectiecriteria is onderworpen. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten op elk ogenblik kan gevraagd worden. Zo is gewaarborgd dat de effectenleningen het beheer van de activa van het compartiment niet beïnvloeden. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten wordt gegarandeerd door de principaal, respectievelijk de agent. Via een margebeheersysteem wordt steeds verzekerd dat het compartiment de begunstigde is van een financiële zekerheid onder de vorm van contanten of andere welbepaalde categorieën effecten met een laag risicoprofiel, zoals overheidsobligaties, dit voor het geval de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, geen gelijkwaardige effecten zou teruggeven. De reële waarde van de zekerheid onder de vorm van effecten met een laag risicoprofiel overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten met 5%. Daarenboven wordt bij het bepalen van de waarde van de als zekerheid verstrekte effecten met een laag risicoprofiel een marge van 3% toegepast die moet vermijden dat een negatieve koersevolutie tot gevolg zou kunnen hebben dat de reële waarde van de effecten met een laag risicoprofiel niet meer de reële waarde van de uitgeleende effecten overtreft. De waarde van de zekerheid onder de vorm van contanten overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten. Indien het compartiment een financiële zekerheid ontvangt onder de vorm van contanten kan het deze contanten herinvesteren in deposito’s bij kredietinstellingen die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen, mits de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de EER gevestigd is, of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gevestigd is, mits deze instelling onderworpen is aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Europees recht zijn vastgesteld. kortetermijngeldmarktfondsen zoals beschreven in de ESMA-richtsnoeren CESR/10049 van 19 mei 2010 betreffende een gemeenschappelijke definitie van Europese geldmarktfondsen. overheidsobligaties in dezelfde munteenheid als de ontvangen contanten en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot effectenleningen door bepaalde instellingen voor collectieve belegging. Deze herinvestering kan tot gevolg hebben dat het compartiment met betrekking tot de financiële zekerheid niet langer een kredietrisico loopt t.o.v. de financiële instelling waar de contantenrekening wordt aangehouden maar wel bijvoorbeeld t.o.v. de emittent(en) van het (de) schuldinstrument(en). De beheervennootschap kan de uitvoering van het herinvesteringsbeleid delegeren aan een derde, met inbegrip van de agent die het effectenleningensysteem beheert.
201
Het uitlenen van effecten stelt het compartiment in de mogelijkheid een bijkomende opbrengst te behalen. Deze opbrengst kan bestaan uit enerzijds een vergoeding die de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, betaalt en anderzijds inkomsten uit herinvestering. Van deze opbrengst worden directe en indirecte kosten afgehouden. Deze kosten worden forfaitair bepaald op 35% van de ontvangen vergoeding en bestaan uit de kosten voor de clearing services van KBC Bank, de kosten van de beheervennootschap voor het opzetten en opvolgen van het systeem voor uitlenen van effecten, de kosten voor het margebeheer, de kosten verbonden aan cash- en effectenrekeningen en -verkeer, de vergoeding voor het eventuele beheer van herinvesteringen en, indien gewerkt wordt via een agent, de vergoeding betaald aan de agent De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten.
ALGEMENE STRATEGIE TER DEKKING VAN HET WISSELRISICO: Om zijn activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen en binnen de beperkingen die uiteengezet worden in het beheerreglement, kan het compartiment transacties verrichten die betrekking hebben op de verkoop van termijnovereenkomsten op deviezen, evenals de verkoop van callopties of de aankoop van putopties op valuta’s. De hier beoogde transacties mogen enkel betrekking hebben op contracten die verhandeld worden op een gereglementeerde markt die regelmatig werkt, erkend is en opengesteld is voor het publiek, of verhandeld worden met een erkende financiële instelling van eerste rang die gespecialiseerd is in dit type van transacties en die actief is op de 'over the counter' (OTC)-markt voor opties. Met dezelfde doelstelling kan het compartiment ook valuta’s verkopen op termijn of uitwisselen in het kader van onderhandse transacties met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties.
SOCIALE, ETHISCHE EN MILIEUASPECTEN: Er mag niet belegd worden in financiële instrumenten uitgegeven door producenten van controversiële wapens, waarvan de voorbije vijf decennia bij internationale consensus is vastgesteld dat het gebruik ervan onevenredig veel menselijk leed veroorzaakt aan de burgerbevolking. Het betreft de producenten van antipersoonsmijnen, clusterbommen en -munitie en wapens met verarmd uranium. Er mogen daarnaast sinds 31.3.2014 geen nieuwe beleggingen gebeuren in financiële instrumenten uitgegeven door ondernemingen zonder anti-corruptie beleid die bovendien in de afgelopen twee jaar een negatieve evaluatie kregen bij een diepgaande screening op de aanwezigheid van corruptie. De onderneming heeft geen anti-corruptie beleid als niet kan worden aangetoond dat de onderneming een aanvaardbaar beleid heeft aangaande de bestrijding van corruptie. Een aanvaardbaar beleid dient publiek gemaakt te worden en houdt minstens in dat omkoping niet gedoogd wordt, en dat de wet dienaangaande wordt nageleefd. De screening zal gebeuren op basis van een algemeen aanvaarde en onafhankelijke ‘Sociale, ethische en milieuaspecten’ database. Op deze wijze wordt niet alleen een louter financiële realiteit weergegeven, maar ook een sociale realiteit van de sector of regio. Voor de eventuele toepassing van de Europese en Belgische fiscale bepalingen wordt verwezen naar het prospectus onder 'Informatie betreffende het gemeenschappelijk beleggingsfonds Belastingstelsel' .
2.1.4
FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER
Het intellectueel beheer (inclusief de toewijziging van de activa), wordt door de beheervennootschap gedelegeerd aan KBC Fund Management Limited, Joshua Dawson House, Dawson Street, Dublin 2, IRELAND.
2.1.5
DISTRIBUTEURS
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
2.1.6
INDEX EN BENCHMARK
Zie ‘Beleggingsbeleid van het compartiment’.
202
2.1.7
TIJDENS HET BOEKJAAR GEVOERD BELEID
De investeringsdoelstelling van elk subfonds is om het hoogst mogelijk rendement te genereren en tegelijk ernaar te streven de netto inventariswaarde boven de bodemgrens te houden. Als dusdanig is er een dynamische allocatie tussen meer risicovolle investeringen en minder risicovolle investeringen zoals bepaald door een mathematisch model. Twijfels over de duurzaamheid van het economische herstel blijven het beleggingsklimaat beheersen. Maar in de zomermaanden begon de stemming positiever te worden. Europa schudde de recessie van zich af en de eurocrisis loste haar wurggreep. Japan doorbrak de negatieve deflatiespiraal. De VS waren niet van de zo gevreesde “fiscal cliff” gevallen. In december wisten de Democraten en de Republikeinen de patstelling rond het begrotingsbeleid verrassend te doorbreken. Voor de Amerikaanse centrale bank was dat het signaal dat de economie sterk genoeg was geworden om geleidelijk van het monetair infuus afgekoppeld te worden. Op de laatste bankwerkdag van mei kende het fonds zijn jaarlijkse reset van de bodemgrens.
2.1.8
TOEKOMSTIG BELEID
Het toekomstige investeringsbeleid en participatieniveau in risicovolle investeringen zal bepaald worden door het dynamisch portefeuille-algoritme terwijl ernaar te streven dat de bodemgrens wordt beschermd.
2.1.9
SYNTHETISCHE RISICO- EN OPBRENGSTINDICATOR
4 op een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). De waarde van een recht van deelneming kan stijgen of dalen en de belegger kan minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd. Overeenkomstig Verordening 583/2010 is een synthetische risico- en opbrengstindicator bepaald. Deze geeft een cijfermatige aanduiding van de mogelijke opbrengst van het compartiment, maar ook van het bijhorende risico, berekend in de uitdrukkingsmunt van het compartiment. De indicator wordt geformuleerd als een cijfer tussen 1 en 7. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger de mogelijke opbrengst, maar ook hoe moeilijker voorspelbaar dit rendement. Ook verliezen zijn mogelijk. Het laagste cijfer betekent niet dat de belegging volledig risicoloos is. Wel wijst het erop dat, vergeleken met hogere cijfers, dit product normaal een lager, maar eveneens beter voorspelbaar rendement zal bieden. De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt geregeld geëvalueerd en kan dus verlaagd of verhoogd worden op basis van gegevens uit het verleden. Gegevens uit het verleden zijn niet altijd een betrouwbare aanwijzing voor opbrengst en risico in de toekomst.
203
2.2
BALANS
Balansschema TOTAAL NETTO ACTIEF II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming
E.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
1.151.992.817,83
1.016.209.726,31
3.910.669,17 1.138.361.494,27
1.011.600.176,51
592.405,83
161.454,54
-1.104.295,17
-2.170.265,28 -10.707,22
14.583.424,03
3.147.104,94
-440.211,13
-428.706,35
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
1.151.992.817,83
1.016.209.726,31
A.
Kapitaal
1.091.397.245,46
1.004.349.326,49
B.
Deelneming in het resultaat
259.519,80
259.617,06
D.
Resultaat van het boekjaar
60.336.052,57
11.600.782,76
IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A. B.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-) c) Ontleningen (-)
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
VI. Overlopende rekeningen
C. Toe te rekenen kosten (-)
204
2.3
RESULTATENREKENING
Resultatenrekening I.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten l) Op financiële indexen Termijncontracten G. Vorderingen, deposito's, liquide middelen en schulden H. Wisselposities en -verrichtingen b) Andere wisselposities en verrichtingen
301,86
-482,82 87.248,45
57.984.826,45
34.089.574,54
58.417,86
397.881,06 -0,01
17.179.608,55
-5.701.528,35
Det.rubriek I winst en verlies op beleggingen
Gerealiseerde winsten op beleggingen Ongerealiseerde winsten op beleggingen Gerealiseerde verliezen op beleggingen Ongerealiseerde verliezen op beleggingen II.
44.341.958,28 40.872.698,31 -12.093.383,47 2.101.881,60
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
Dividenden Interesten a) Effecten en geldmarkt instrumenten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-)
14.084,39
A. B.
III.
Andere opbrengsten
B.
Andere
46.685,75 11.811,19 -8.791,26
71.117,37 2.917,13 -13.871,00 38.996,52
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-5.532.973,05
-7.946.439,72
-2.436,47 -3.119,81
-848,60 -6.266,40
-8.148.047,90 -1.067.324,46 -2.024,38 -2.238,22 -12.769,22 -165.874,32
-8.101.443,31 -1.055.612,16 -3.311,95 -8.358,21 -9.227,45 -253.646,72
-14.887.102,15
-17.271.910,11
60.336.052,57
11.600.782,76
60.336.052,57
11.600.782,76
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
VII. Resultaat van het boekjaar
205
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) II.
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
60.595.572,37
11.860.399,82
60.336.052,57
11.600.782,76
259.519,80
259.617,06
-60.595.572,37
-11.860.399,82
206
2.4
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
2.4.1
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 95 M AY
Benaming
Hoeveelheid op 31/12/2014
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie % (in de valuta van het in het bezit compartiment) van de ICB
% Porte feuille
% Nettoactief
NETTOACTIVA EFFECTENPORTEFEUILLE Beleggingsfondsen Gesloten fondsen Genoteerde gesloten beleggingsfondsen België KBC EQUITY FUND AMERICA IS B KAP
11.764,00
USD
2.217,030
21.553.771,27
3,28
1,89
1,87
KBC EQUITY FUND EUROPE IS
11.219,00
EUR
1.453,940
16.311.752,86
3,30
1,43
1,42
KBC EQUITY FUND STRATEGIC KBC PARTICIPATION LOCAL EMERGING MARKET BONDS KAP IS B
81.253,00
EUR
721,760
58.645.165,28
4,15
5,15
5,09
51.934,00
EUR
970,520
50.402.985,68
5,95
4,43
4,38
KBC BONDS CORPOR USD IS B KAP
25.936,00
USD
1.033,800
22.158.288,34
6,04
1,95
1,92
KBC BONDS CORPORATES EURO IS B KAP
75.336,00
EUR
856,680
64.538.844,48
5,88
5,67
5,60
KBC BONDS EMU SHORTIS B KAP
81.312,25
EUR
1.067,990
86.840.668,81
8,46
7,63
7,54
KBC BONDS HIGH INTEREST IS B KAP
32.663,00
EUR
2.073,780
67.735.876,14
4,24
5,95
5,88
KBC INTEREST FUND EURO MEDIUM IS B_KAP
23.187,00
EUR
4.164,380
96.559.479,06
7,89
8,48
8,38
KBC RENTA EMURENTA IS B KAP
44.968,00
EUR
632,690
28.450.803,92
8,15
2,50
2,47
KBC RENTA EURORENTA IS B KAP
9.800,00
EUR
2.837,050
27.803.090,00
5,71
2,44
2,41
KBC RENTA SHORT USD IS B KAP
63.828,00
USD
887,860
46.833.046,63
6,20
4,11
4,07
111.285,00
EUR
1.216,150
135.339.252,75
8,50
11,89
11,75
Luxemburg
KBC RENTA STRATEGIC ACCENTS 1 IS B KAP
Open beleggingsfondsen ICBE ingeschreven bij de FSMA België CELEST VOLATILITY STRATEGY ANDROMEDA IS B
8.495,00
EUR
974,600
8.279.227,00
5,36
0,73
0,72
KBC EQUITY FUND BUYBACK AMERICA IS B KAP
12.588,00
USD
1.567,360
16.305.051,59
2,33
1,43
1,42
KBC EQUITY FUND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND NEW MARKETS IS B KAP KBC EQUITY FUND QUANT EMU IS B KAP
90.800,00
EUR
436,490
39.633.292,00
3,37
3,48
3,44
18.196,00
EUR
455,780
8.293.372,88
2,54
0,73
0,72
12.744,00
EUR
1.226,470
15.630.133,68
2,35
1,37
1,36
12.508,00
EUR
474,380
5.933.545,04
2,95
0,52
0,52
38.235,00
EUR
674,140
25.775.742,90
3,79
2,26
2,24
KBC EQUITY FUND SATELLITES IS B KAP
12.866,00
EUR
1.234,160
15.878.702,56
3,25
1,40
1,38
KBC EQUITY FUND STRATEGIC CYCLICALS IS KAP
75.169,00
EUR
794,010
59.684.937,69
3,55
5,24
5,18
KBC EQUITY FUND STRATEGIC FINANCE IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC NON CYCLICALS IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC TEL & TECHNOLOGY IS B KAP KBC EQUITY FUND TURKEY IS B KAP
101.911,00
EUR
405,600
41.335.101,60
3,48
3,63
3,59
80.081,00
EUR
332,650
26.638.944,65
3,54
2,34
2,31
132.596,00
EUR
150,540
19.961.001,84
3,38
1,75
1,73
3.705,00
TRY
1.504,420
1.970.403,03
2,76
0,17
0,17
6.267,00
USD
1.510,820
7.824.725,37
3,26
0,69
0,68
28.523,00
EUR
1.001,330
28.560.935,59
5,99
2,51
2,48
9.784,00
EUR
751,260
7.350.327,84
5,44
0,65
0,64
51.945,00
EUR
1.242,190
64.525.559,55
5,80
5,67
5,60
KBC EQUITY FUND US SMALL CAPS IS B KAP KBC MULTI INTEREST CURRENCIES IS KAP KBC PARTICIPATION COMMODITIES IS B KBC PARTICIPATION SRI CORPORATE BONDS IS B KAP
207
PRIVILEGED PORTFOLIO REAL ESTATE IS B KAP
42.689,00
EUR
506,160
Totaal beleggingsfondsen
TOTAAL EFFECTENPORTEFEUILLE
21.607.464,24 1.138.361.494,27
1.138.361.494,27
5,60
1,90 100,00
1,88 98,82
100,00
98,82
LIQUIDE MIDDELEN Zichtrekeningen België KBC GROUP AUD
194,76
AUD
1,000
131,71
KBC GROUP CAD
2.894,46
CAD
1,000
2.065,18
KBC GROUP CHF
72,29
CHF
1,000
60,12
KBC GROUP CZK
92.394,37
CZK
1,000
3.333,73
KBC GROUP DKK
9.193,75
DKK
1,000
1.234,67
14.562.677,82
EUR
1,000
14.562.677,82
KBC GROUP GBP
3.753,67
GBP
1,000
4.836,89
KBC GROUP HUF
60.560,41
HUF
1,000
191,80
KBC GROUP JPY
586.417,00
JPY
1,000
4.042,05
KBC GROUP NOK
4.378,07
NOK
1,000
482,57
KBC GROUP PLN
9.990,30
PLN
1,000
2.324,35
KBC GROUP SEK
1.610,05
SEK
1,000
169,97
KBC GROUP TRY
1.094,53
TRY
1,000
386,92
KBC GROUP USD
1.796,58
USD
1,000
1.484,72 14.583.422,50
KBC GROUP EURO
Totaal zichtrekeningen
1,26
1,27
Beheerde futuresrekeningen België KBC GROUP EURO FUT REK KBC GROUP JPY FUT REK
1,37
EUR
1,000
1,37
23,00
JPY
1,000
0,16 1,53
Totaal beheerde futurerekeningen
TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN
14.583.424,03
1,27
OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN Vorderingen België KBC GROUP EUR TE ONTVANGEN
592.405,83
EUR
1,000
592.405,83 592.405,83
0,05 0,05
-1.104.295,17
EUR
1,000
-1.104.295,17 -1.104.295,17
-0,10 -0,10
-511.889,34
-0,04
-440.211,13
-0,04
-440.211,13
-0,04
1.151.992.817,83
100,00
Totaal vorderingen Schulden België KBC GROUP EUR TE BETALEN
Totaal schulden
TOTAAL VORDERINGEN EN SCHULDEN ANDERE Te betalen kosten
TOTAAL ANDERE TOTAAL VAN DE NETTOACTIVA
EUR
208
Geografische spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Ver.Arab.Emir. Argentinië Australië Oostenrijk België Bahrein Bermuda Brazilië Centr.Amerika Canada Zwitserland Chili China Ivoorkust Colombië Tsjechië Kaaimaneilanden Duitsland Denemarken Egypte Spanje Europa Finland Frankrijk Gabon V.K. Griekenland Hong Kong Hongarije Indië Indonesië Ierland Ijsland Israël Italië Jersey Kanaaleilanden Japan Kazakhstan Zuid-Korea Kroatië Luxemburg Mexico Maleisië Nigeria Nederland Noorwegen Nieuw Zeeland Oekraïne Panama Peru Filipijnen Papua N.Guin.
30/06/2013 0,34 0,00 1,84 1,06 35,69 0,00 0,03 0,20 0,22 0,37 0,45 0,01 0,20 0,00 0,09 0,04 0,10 5,87 0,94 0,00 1,95 2,49 0,12 14,72 0,00 2,74 0,01 0,18 0,07 0,06 0,06 3,71 0,00 0,11 3,20 0,13 0,81 0,00 0,57 0,01 1,50 0,37 0,28 0,00 3,91 0,47 0,00 0,00 0,00 0,10 0,08 0,00
31/12/2013 1,92 0,01 2,71 0,51 27,32 0,01 0,06 0,35 0,00 0,46 0,60 0,02 0,28 0,00 0,16 0,01 0,18 5,70 0,13 0,01 3,44 1,13 0,21 16,55 0,00 3,57 0,01 0,25 0,15 0,09 0,13 3,78 0,01 0,04 5,17 0,08 0,91 0,01 0,72 0,03 2,31 0,57 0,32 0,01 5,17 0,23 0,00 0,04 0,02 0,15 0,18 0,00
30/06/2014 0,03 0,03 0,72 0,89 5,87 0,02 0,10 0,86 0,00 1,21 1,14 0,04 1,00 0,00 0,34 0,03 0,31 8,41 0,40 0,02 5,87 0,00 0,82 12,98 0,08 4,41 0,03 0,58 0,28 0,38 0,36 1,53 0,02 0,09 7,88 0,18 2,19 0,00 1,66 0,05 1,71 1,27 1,05 0,00 5,68 0,29 0,01 0,07 0,03 0,28 0,23 0,01
31/12/2014 0,06 0,00 0,97 0,72 2,47 0,00 0,10 0,46 0,00 1,76 0,91 0,02 1,23 0,02 0,32 0,03 0,36 9,55 0,34 0,00 5,34 0,00 0,73 10,95 0,03 4,86 0,06 0,62 0,43 0,48 0,20 2,40 0,00 0,08 6,37 0,18 1,65 0,00 1,69 0,00 3,72 1,67 1,83 0,00 5,65 0,76 0,17 0,00 0,00 0,00 0,55 0,01
209
Polen Portugal Roemenië Rusland Saoedi Arabië Singapore Slovenie Int.Org. Slovakije Zweden Thailand Turkije Taiwan V.S.A. Venezuela Brit.Virgin Buiten grondgebied BLEU(EX.EUINSTEL) Instel.EU buiten grondgebied BLEU Zuid-Afrika Totaal
0,35 0,03 0,03 0,07 0,00 0,05 0,00 0,02 0,03 0,64 0,26 0,15 0,14 7,18 0,00 0,00
0,46 0,05 0,05 0,26 0,00 0,06 0,05 0,02 0,03 0,97 0,27 0,26 0,25 8,95 0,09 0,00
1,55 0,20 0,05 0,33 0,03 0,15 0,04 0,00 0,08 0,79 0,33 0,61 0,69 22,62 0,16 0,01
1,11 0,13 0,41 0,07 0,06 0,12 0,02 0,00 0,09 0,74 0,59 0,95 0,74 23,42 0,00 0,01
0,05
0,04
0,09
0,17
5,75 0,15 100,00
2,30 0,17 100,00
0,58 0,25 100,00
0,94 0,68 100,00
30/06/2014 12,08 8,49 3,80 3,79 20,96 6,07 2,44 2,29 2,82 36,79 0,06 0,41 100,00
31/12/2014 10,96 8,84 4,50 4,05 21,05 6,89 3,04 2,34 3,08 35,07 0,00 0,18 100,00
Sectorale spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Cyclische Sectoren Consumenten(Cyclisch) Consumenten(Niet cyclisch) Farma Financiële sectoren Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven Vastgoed Overheid Beleggingsfondsen Diversen Totaal
30/06/2013 2,53 2,76 1,83 1,19 33,19 0,96 0,92 1,55 1,42 53,57 0,02 0,06 100,00
31/12/2013 4,13 4,01 2,63 1,92 34,03 2,14 1,35 1,16 1,58 46,74 0,08 0,23 100,00
210
Muntspreiding (in % van de nettoactiva)
AUD BRL CAD CHF CLP CNH CNY COP CZK DKK EUR GBP HKD HUF IDR ILS INR JPY KRW MXN MYR NGN NOK NZD PEN PHP PLN RON RUB SEK SGD SKK THB TRY TWD USD ZAR Totaal
30/06/2013 0,42 0,33 0,53 0,30 0,01 0,00 0,07 0,12 0,06 0,10 85,37 0,94 0,36 0,07 0,14 0,11 0,07 0,65 0,53 0,45 0,28 0,02 0,45 0,00 0,09 0,09 0,30 0,02 0,18 0,37 0,05 0,00 0,25 0,21 0,13 6,70 0,23 100,00
31/12/2013 0,20 0,40 0,43 0,45 0,02 0,00 0,08 0,15 0,01 0,12 81,16 1,28 0,55 0,07 0,12 0,10 0,12 0,69 0,70 0,52 0,31 0,03 0,19 0,00 0,12 0,15 0,43 0,03 0,30 0,17 0,06 0,00 0,27 0,13 0,22 10,23 0,19 100,00
30/06/2014 0,39 1,03 0,98 0,90 0,01 0,00 0,11 0,39 0,13 0,24 55,62 3,15 1,49 0,07 0,34 0,04 0,51 1,54 1,54 1,10 1,02 0,02 0,73 0,01 0,25 0,24 1,55 0,05 0,15 0,29 0,14 0,01 0,33 0,54 0,60 24,12 0,37 100,00
31/12/2014 0,48 0,58 1,65 0,64 0,00 0,10 0,64 0,35 0,21 0,15 51,66 3,51 2,17 0,44 0,54 0,31 1,03 1,56 1,55 1,55 1,86 0,00 0,97 0,17 0,00 0,50 1,16 0,41 0,15 0,18 0,12 0,02 0,58 1,16 0,70 21,93 0,97 100,00
211
2.4.2
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN HET COMPARTIMENT PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 95 M AY (IN DE VALUTA VAN HET COMPARTIMENT) ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
2 halfjaar 1.053.137.469,11 1.029.939.058,99 2.083.076.528,11 107.344.578,57 81.033.567,87 188.378.146,44 1.145.334.440,87
Jaar 2.100.935.774,17 2.053.667.758,73 4.154.603.532,90 308.671.019,58 232.931.141,44 541.602.161,02 1.065.623.578,97
174,64 %
165,43 %
339,05 %
1 halfjaar 1.047.798.305,06 1.023.728.699,74 2.071.527.004,80 201.326.441,01 151.897.573,57 353.224.014,58 963.087.946,27
2 halfjaar 1.053.137.469,11 1.029.939.058,99 2.083.076.528,11 107.344.578,57 81.033.567,87 188.378.146,44 1.130.454.569,77
Jaar 2.100.935.774,17 2.053.667.758,73 4.154.603.532,90 308.671.019,58 232.931.141,44 541.602.161,02 1.051.149.739,14
178,42 %
167,60 %
343,72 %
ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale gecorrigeerde activa Gecorrigeerde Omloopsnelheid
de
1 halfjaar 1.047.798.305,06 1.023.728.699,74 2.071.527.004,80 201.326.441,01 151.897.573,57 353.224.014,58 983.919.945,52
de
De tabel hierboven toont het kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief aan het begin en het einde van de periode. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. Een actief beheer van het vermogen kan resulteren in hoge omloopsnelheidpercentages (maandelijks percentage > 50%). De gedetailleerde lijst van de transacties kan gratis worden ingekeken op de zetel van de Bevek of het Fonds, Havenlaan 2, 1080 Brussel.
2.4.3
BEDRAG VAN DE VERPLICHTINGEN INZAKE FINANCIËLE DERIVATENPOSITIES Nihil
212
2.4.4
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INSCHRIJVINGEN, TERUGBETALINGEN EN VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Periode Jaar
Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop Inschrijvingen Kap.
Einde periode
Terugbetalingen
Dis.
Kap.
Dis.
Kap.
Dis.
Totaal
2012 - 12
772.979,63
406.991,65
3.069.526,93
3.069.526,93
2013 - 12
1.511.877,37
1.145.365,53
3.436.038,77
3.436.038,77
2014 - 12
1.011.679,25
768.397,10
3.679.320,93
3.679.320,93
Bedragen ontvangen en betaald door de ICB (in de valuta van het compartiment)
Periode Jaar
Inschrijvingen
Terugbetalingen
Kapitalisatie
Distributie
Kapitalisatie
2012 - 12
217.249.646,81
115.274.421,12
2013 - 12
452.104.157,03
338.680.449,31
2014 - 12
306.878.933,31
231.431.894,36
Periode Jaar
Distributie
Netto-inventariswaarde Einde periode (in de valuta van het compartiment) van één recht van deelneming
van het compartiment
Kapitalisatie
2012 - 12
891.185.235,83
290,33
2013 - 12
1.016.209.726,31
295,75
2014 - 12
1.151.992.817,83
313,10
Distributie
213
2.4.5
RENDEMENTSCIJFERS
1 Jaar Kap Div
ISIN code
Munt
KAP
BE0946105641
EUR
3 Jaar*
5 Jaar*
10 Jaar*
Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench klassen mark klassen mark klassen mark klassen mark 5.81%
4.14%
2.86%
Sinds start* Startdatum
Aandelen klassen
27/04/2006
2.62%
* De rendementscijfers zijn op jaarbasis. Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst.
Het staafdiagram geeft de performance weer van volledige boekjaren. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. Berekend in EUR. Het rendement wordt berekend als de wijziging van de inventariswaarde tussen twee tijdstippen uitgedrukt in procent. Berekeningsmethode voor datum D waarbij NIW staat voor inventariswaarde: Kapitalisatie deelbewijzen (KAP) Return op datum D over een periode van X jaar: [NIW(D) / NIW(Y)] ^ [1 / X] - 1 met Y = D-X Return op datum D sinds de startdatum S van het deelbewijs: [NIW(D) / NIW(S)] ^ [1 / F] - 1 met F = 1 indien het deelbewijs minder dan één jaar bestaat op datum D met F = (D-S) / 365.25 indien het deelbewijs langer dan één jaar bestaat op datum D Indien de periode tussen de twee tijdstippen groter is dan één jaar, dan wordt de gewone rendementsberekening omgezet in een rendement op jaarbasis door de n-de machtswortel te nemen van 1 plus het totale rendement van het deelbewijs. De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en terugkopen van de rechten van deelneming. Het gaat om de rendementscijfers van kapitalisatie rechten van deelneming.
214
2.4.6
KOSTEN
Lopende kosten: * Kapitalisatie: 2.594% * Zijn niet opgenomen in de vermelde kosten: instap- en uitstapkosten, prestatiegebonden vergoedingen, transactiekosten betaald in het kader van de verwerving of vervreemding van activa, betaalde rente, betalingen met het oog op zekerheidsstelling in het kader van afgeleide financiële instrumenten en vergoedingen inzake Commission Sharing Agreements of geIijkaardige vergoedingen ontvangen door de beheervennootschap of enige hiermee verbonden persoon. Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Het beheerloon bedraagt 143.123,94 EUR. Bijkomend werd er een vergoeding van 8.004.923,96 EUR aangerekend met betrekking tot provisies en kosten voor de toewijzing van de activa.
BESTAAN VAN COMMISSION SHARING AGREEMENTS Niet van toepassing.
BESTAAN VAN FEE SHARING AGREEMENTS EN REBATES: De beheervennootschap kan haar vergoeding delen met de Distributeur, institutionele en/of professionele partijen. In principe gaat het om 35% tot 60% indien de distributeur een entiteit is van KBC Groep NV en om 35% tot 70% indien de distributeur geen entiteit is van KBC Groep NV, doch in een beperkt aantal gevallen bedraagt de vergoeding van de distributeur minder dan 35%. De belegger zal, op verzoek, meer informatie kunnen bekomen inzake deze gevallen. Indien de beheervennootschap de activa van de instelling voor collectieve belegging belegt in rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging die niet worden beheerd door een entiteit van KBC Groep NV en de beheervennootschap ontvangt hiervoor een vergoeding, zal de beheervennootschap deze vergoeding betalen aan de instelling voor collectieve belegging. Fee sharing heeft geen invloed op de hoogte van de beheercommissie die het compartiment betaalt aan de beheervennootschap. Deze beheercommissie is onderworpen aan de beperkingen bepaald in de statuten. Deze beperkingen kunnen enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de algemene vergadering. De beheervennootschap heeft een distributieovereenkomst afgesloten met de Distributeur om een ruimere verspreiding van de rechten van deelneming van het compartiment mogelijk te maken, door gebruik te maken van meerdere distributiekanalen. Het is in het belang van de deelnemers, van het compartiment en van de Distributeur dat een zo groot mogelijk aantal rechten van deelneming wordt verkocht, en dat de activa van het compartiment dus zo hoog mogelijk zijn. In dit opzicht is er dus geen sprake van tegenstrijdige belangen.
2.4.7
TOELICHTING BIJ DE FINANCIËLE STATEN EN ANDERE GEGEVENS
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille: max.1.05% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, er wordt geen beheersprovisie aangerekend op de activa die belegd zijn in instellingen voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Bijkomend: provisies en kosten voor de toewijzing van de activa: max. 0.75% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. KBC Fund Management Limited ontvangt van de beheervennootschap een vergoeding van max. 0.75% berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, zonder dat de totale provisies en kosten voor de toewijzing van de activa die de beheervennootschap ontvangt zullen worden overschreden. De vergoeding voor administratief agent is betaalbaar op het einde van elk maand en is berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. Vergoeding van de commissaris: 1786 EUR per jaar. Deze vergoeding is exclusief BTW en kan jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de beslissing van de algemene vergadering. Het bewaarloon is berekend op de waarde van de stukken die de bewaarder in depot heeft op de laatste bankwerkdag van het voorafgaande kalenderjaar, behalve op de activa die belegd zijn in instelling voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Het bewaarloon wordt betaald in het begin van het kalenderjaar.
215
Uitoefenen van stemrechten: Indien nodig, relevant en in het belang van de aandeelhouders zal de beheervennootschap de stemrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de aandelen in de portefeuille van de Bevek. De beheervennootschap hanteert de volgende criteria bij het bepalen van haar houding m.b.t. de agendapunten die ter stemming worden voorgelegd: De waarde voor de aandeelhouders mag niet negatief beïnvloed worden. De regels inzake corporate governance, inzonderheid deze met betrekking tot de rechten van de minderheidsaandeelhouders, moeten gerespecteerd worden. Er moet aan de minimumnormen inzake duurzaam en maatschappelijk ondernemen voldaan worden. De lijst van ondernemingen waarvoor het stemrecht werd uitgeoefend, is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de Bevek.
Effect KBC Equity Fund-America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Satellites-Institutional B Shares KBC Participation-Local Emerging Market Bonds-Institutional B Shares KBC Bonds-Corporates USD-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-Corporates Euro-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-EMU Short KBC Bonds-High Interest-Institutional B Shares capitalisation KBC Interest fund-EURO MEDIUM-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Emurenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Eurorenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Short USD-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Strategic Accents 1-Institutional B Shares Capitalisation Celest-Volatility Strategy - Andromeda-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Buyback America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend New Markets-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Quant EMU-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Satellites-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Finance-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Non Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Telecom & Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Turkey-Institutional B Shares KBC Equity Fund-US Small Caps-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Currencies-Institutional B Shares KBC Participation-Commodities-Institutional B Shares KBC Participation-SRI Corporate Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Real Estate-Institutional B Shares Privileged Portfolio-Pro 95 May
Maximale beheerloon 1,50 1,50 1,50 1,20 1,10 1,10 0,40 1,10 0,50 1,10 1,10 1,17 1,10 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 0,50 1,10 1,25 0,93 1,05
216
Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2014
INHOUDSOPGAVE 2.
Informatie over Privileged Portfolio Pro 90 May 2.1. Beheerverslag 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs 2.1.2. Beursnotering 2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.1.4. Financieel portefeuillebeheer 2.1.5. Distributeurs 2.1.6. Index en benchmark 2.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.1.8. Toekomstig beleid 2.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator (SRRI) 2.2. Balans 2.3. Resultatenrekening 2.4. Samenstelling van de activa en kerncijfers 2.4.1. Samenstelling van de activa 2.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa 2.4.3. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en inventariswaarde 2.4.5. Rendementscijfers 2.4.6. Kosten 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
van
de
netto-
217
218
2
INFORMATIE OVER PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 90 MAY
2.1
BEHEERVERSLAG
2.1.1
LANCERINGSDATUM EN INSCHRIJVINGSPRIJS
Lanceringsdatum: 27 april 2006 Initiële inschrijvingsprijs: 250 EUR Uitdrukkingsmunt: EUR
2.1.2
BEURSNOTERING
Niet van toepassing.
2.1.3
DOEL EN KRACHTLIJNEN VAN HET BELEGGINGSBELEID
DOEL VAN HET COMPARTIMENT : Het voornaamste doel van het compartiment bestaat erin de houders van rechten van deelneming een zo hoog mogelijk rendement te bieden d.m.v. rechtstreekse of onrechtstreekse beleggingen in verhandelbare effecten. Dit komt tot uiting in een streven naar meerwaarden en inkomsten. Het compartiment stelt zich bovendien tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden.
BELEGGINGSBELEID VAN HET COMPARTIMENT : CATEGORIEËN VAN TOEGELATEN ACTIVA: De beleggingen van het compartiment kunnen bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, deposito’s, financiële derivaten, liquide middelen en alle andere instrumenten voor zover en in de mate dit toegelaten is door de toepasselijke regelgeving en kadert binnen het vermelde doel.
GRENZEN VAN HET BELEGGINGSBELEID: Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de door de regelgeving gestelde grenzen. Het compartiment mag ontleningen aangaan tot 10% van haar netto-activa, voor zover het gaat om kortlopende ontleningen met het doel tijdelijke liquiditeitsproblemen op te lossen.
TOEGELATEN DERIVATENTRANSACTIES: Derivaten kunnen zowel gebruikt worden om de beleggingsdoelstellingen te realiseren als om risico’s in te dekken. Er kan met al dan niet genoteerde derivaten worden gewerkt: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps m.b.t. effecten, indexen, munten of rente of om andere transacties met derivaten. Niet genoteerde derivatentransacties worden enkel afgesloten met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties. Het compartiment streeft ernaar om, binnen de toepasselijke regelgeving en het beheerreglement, steeds de meest doelgerichte transacties af te sluiten. Alle kosten verbonden aan de transacties zijn ten laste van het compartiment en alle opbrengsten komen toe aan het compartiment. Als er door de transacties een risico ontstaat op de tegenpartij, kan dat risico worden ingeperkt door gebruik te maken van een margebeheersysteem dat verzekert dat het compartiment de begunstigde is van een zekerheid onder de vorm van contanten of investment grade obligaties. Bij het bepalen van de waarde van de obligaties wordt een marge toegepast die varieert in functie van de resterende looptijd en de uitdrukkingsmunt van de betreffende obligatie. De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten. De ICB kan contracten afsluiten die betrekking hebben op een kredietrisico op emittenten van schuldinstrumenten. Het kredietrisico is het risico dat de emittent van het schuldinstrument in gebreke blijft. Dit kredietrisico heeft betrekking op partijen waarvan de kredietwaardigheid op het moment van het sluiten van het contract evenwaardig is aan die van de emittenten van wie de ICB rechtstreeks schuldinstrumenten aanhoudt. Derivaten kunnen ook worden gebruikt om de activa van het compartiment in te dekken tegen open wisselkoersrisico’s ten opzichte van de uitdrukkingsmunt.
219
Een eventueel gebruik van kredietderivaten kan enkel ter uitvoering van de beleggingsdoelstellingen en binnen het bestaande risicoprofiel, zonder dat dit een verschuiving impliceert naar minder kredietwaardige debiteuren. Bijgevolg verhoogt het kredietrisico niet. In zoverre er met derivaten wordt gewerkt, gaat het om vlot verhandelbare en liquide instrumenten. Bijgevolg heeft het gebruik van derivaten geen invloed op het liquiditeitsrisico. Het gebruik van derivaten verandert ook niets aan de spreiding van de portefeuille over regio’s, sectoren of thema’s. Bijgevolg heeft het geen invloed op het concentratierisico. Derivaten worden niet gebruikt om een gehele of gedeeltelijke kapitaalbescherming te waarborgen. Ze verhogen noch verminderen het kapitaalrisico. Het gebruik van derivaten heeft ook geen invloed op het afwikkelingsrisico, het bewaarnemingsrisico, het flexibiliteitsrisico, het inflatierisico of het risico afhankelijk van externe factoren.
BEPAALDE STRATEGIE: Het rendement is afhankelijk van de marktevolutie. Het compartiment stelt zich tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden. De bodemgrens heeft een geldigheidsduur van 1 jaar en is steeds gelijk aan 90% van de inventariswaarde op de laatste bankwerkdag van de voorgaande maand april (de bodemgrens voor het eerste jaar wordt vastgesteld op basis van de initiële inventariswaarde). Deze doelstelling vormt evenwel geen garantie: noch voor wat betreft het rendement; noch voor wat betreft de terugkoopprijs, die minder kan bedragen dan de bodemgrens, zoals hierboven bepaald. Het compartiment biedt geen kapitaalbescherming of kapitaalgarantie, noch een gegarandeerd rendement. Telkens na vastlegging van de bodemgrens wordt, in functie van het door de beheerder ingeschatte marktpotentieel, voor minimaal 20% belegd in obligaties (en/of obligatie-ICB’s) en/of geldmarktinstrumenten en voor minimaal 20% in aandelen (en/of aandelen-ICB’s) en hiermee samenhangende financiële instrumenten. Het door de beheerder ingeschatte marktpotentieel wordt voor obligaties bepaald door de verwachte rente-evolutie. Bij een verwachting van stijgende middellange- tot langetermijnrente zal relatief minder worden belegd in obligaties en bij een verwachting van stabiele of dalende rente zal relatief meer worden belegd in obligaties. Ook het absolute niveau van deze rente is een bepalende factor, waarbij relatief hoge rente het gewicht obligaties zal doen toenemen (en omgekeerd). Het door de beheerder ingeschatte marktpotentieel wordt voor aandelen bepaald door o.m. de winstverwachtingen van de bedrijven en de brede macroeconomische context. Bij positieve winstverwachtingen en/of een brede macro-economische context van bevredigende groeiverwachting zal relatief meer worden belegd in aandelen en bij negatieve winstverwachtingen en/of een beperkte groeiverwachting zal relatief minder worden belegd in aandelen. Het opbrengstpotentieel van beide activaklassen (obligaties en aandelen) wordt tegen elkaar afgewogen rekening houdend met de risicopremie van aandelen (de som van de in de toekomst verwachte aandelendividenden, verminderd met de risicoloze rente). Daarbij zal meer worden belegd in die activaklasse waarvan het opbrengstpotentieel (rekening houdend met de risicopremie) het hoogst wordt ingeschat. Indien het opbrengstpotentieel van beide activaklassen gelijkaardig is, kan evenwichtig worden belegd in beide activaklassen. Bij een daling van de inventariswaarde in de richting van de bodemgrens zal de beheerder ingrijpen door de beleggingen in meer risicovolle activa (vb. aandelen en/of aandelen-ICB’s) te vervangen door beleggingen in minder risicovolle activa (vb. obligaties, obligatie-ICB’s en/of geldmarktinstrumenten). Indien de inventariswaarde de bodemgrens raakt, zal de beheerder volledig omschakelen naar beleggingen in geldmarktinstrumenten. Omgekeerd zal de beheerder bij een stijging van de inventariswaarde weg van de bodemgrens ingrijpen door de spreidingen van de activa opnieuw en gradueel aan te passen, teneinde, bij voldoende sterke toename van de inventariswaarde, opnieuw de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Bij gunstige marktontwikkelingen en voor zover de inventariswaarde voldoende hoog is ten opzichte van de bodemgrens, en zolang deze voorwaarden vervuld zijn, kan het compartiment tijdelijk afwijken van de spreiding bij vastlegging van de bodemgrens, door de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Hierdoor zal het percentage meer risicovolle activa stijgen ten opzichte van het percentage dat was bepaald bij vastlegging van de bodemgrens. Dit gebeurt op weloverwogen manier die ondermeer functie is van de historische volatiliteit op de markten (die voldoende laag moet zijn alvorens risicovolle activa verder te kunnen opbouwen). Het is daarbij de doelstelling om, naast de bewaking van de bodemgrens, een zo hoog mogelijk rendement te realiseren.
220
KENMERKEN VAN DE OBLIGATIES EN SCHULDINSTRUMENTEN: De activa worden gedeeltelijk belegd in obligaties en schuldbewijzen, zowel uitgegeven door bedrijven als door overheidsinstanties. Het compartiment belegt rechtstreeks en/of onrechtstreeks minimaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa in effecten die een investment grade (minimaal BBB-/Baa3 lange termijn, A3/F3/P3 korte termijn) rating hebben van minstens 1 van volgende ratingagentschappen: o Moody’s (Moody’s Investors Service); o S&P (Standard & Poor’s, a Division of the McGraw-Hill Companies); o Fitch (Fitch Ratings), en/of in geldmarktinstrumenten waarvan de emittent over een investment grade rating van 1 van bovenstaande agentschappen beschikt. Daarnaast kan het compartiment tot maximaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa beleggen in effecten die over een lagere rating beschikken (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent over een lagere rating beschikt) en/of in effecten waarvoor geen kredietrating van één van boven genoemde agentschappen beschikbaar is (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent niet over een rating van één van boven genoemde agentschappen beschikt). Bij de selectie van de obligaties en schuldinstrumenten worden alle looptijden in aanmerking genomen.
VOORNAMELIJKE BELEGGING IN ANDERE ACTIVA DAN EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN. Het compartiment zal voornamelijk beleggen in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
UITLENING VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN: Het compartiment mag financiële instrumenten uitlenen binnen de beperkingen bepaald door de toepasselijke regelgeving. Het uitlenen gebeurt in het kader van een effectenleningensysteem beheerd door hetzij een ‘principaal’, hetzij een ‘agent’. In het eerste geval heeft het compartiment enkel een relatie met de principaal van het effectenleningensysteem die als tegenpartij optreedt en aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met enerzijds de agent (als beheerder van het systeem) en anderzijds één of meerdere tegenpartijen aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De agent zelf treedt op als tussenpersoon tussen het compartiment en de tegenpartij(en). De effectenleningen hebben geen wijziging van het risicoprofiel van het compartiment tot gevolg aangezien: De keuze van zowel principaal, agent als elke tegenpartij aan strenge selectiecriteria is onderworpen. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten op elk ogenblik kan gevraagd worden. Zo is gewaarborgd dat de effectenleningen het beheer van de activa van het compartiment niet beïnvloeden. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten wordt gegarandeerd door de principaal, respectievelijk de agent. Via een margebeheersysteem wordt steeds verzekerd dat het compartiment de begunstigde is van een financiële zekerheid onder de vorm van contanten of andere welbepaalde categorieën effecten met een laag risicoprofiel, zoals overheidsobligaties, dit voor het geval de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, geen gelijkwaardige effecten zou teruggeven. De reële waarde van de zekerheid onder de vorm van effecten met een laag risicoprofiel overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten met 5%. Daarenboven wordt bij het bepalen van de waarde van de als zekerheid verstrekte effecten met een laag risicoprofiel een marge van 3% toegepast die moet vermijden dat een negatieve koersevolutie tot gevolg zou kunnen hebben dat de reële waarde van de effecten met een laag risicoprofiel niet meer de reële waarde van de uitgeleende effecten overtreft. De waarde van de zekerheid onder de vorm van contanten overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten.
221
Indien het compartiment een financiële zekerheid ontvangt onder de vorm van contanten kan het deze contanten herinvesteren in deposito’s bij kredietinstellingen die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen, mits de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de EER gevestigd is, of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gevestigd is, mits deze instelling onderworpen is aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Europees recht zijn vastgesteld. kortetermijngeldmarktfondsen zoals beschreven in de ESMA-richtsnoeren CESR/10049 van 19 mei 2010 betreffende een gemeenschappelijke definitie van Europese geldmarktfondsen. overheidsobligaties in dezelfde munteenheid als de ontvangen contanten en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot effectenleningen door bepaalde instellingen voor collectieve belegging. Deze herinvestering kan tot gevolg hebben dat het compartiment met betrekking tot de financiële zekerheid niet langer een kredietrisico loopt t.o.v. de financiële instelling waar de contantenrekening wordt aangehouden maar wel bijvoorbeeld t.o.v. de emittent(en) van het (de) schuldinstrument(en). De beheervennootschap kan de uitvoering van het herinvesteringsbeleid delegeren aan een derde, met inbegrip van de agent die het effectenleningensysteem beheert. Het uitlenen van effecten stelt het compartiment in de mogelijkheid een bijkomende opbrengst te behalen. Deze opbrengst kan bestaan uit enerzijds een vergoeding die de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, betaalt en anderzijds inkomsten uit herinvestering. Van deze opbrengst worden directe en indirecte kosten afgehouden. Deze kosten worden forfaitair bepaald op 35% van de ontvangen vergoeding en bestaan uit de kosten voor de clearing services van KBC Bank, de kosten van de beheervennootschap voor het opzetten en opvolgen van het systeem voor uitlenen van effecten, de kosten voor het margebeheer, de kosten verbonden aan cash- en effectenrekeningen en -verkeer, de vergoeding voor het eventuele beheer van herinvesteringen en, indien gewerkt wordt via een agent, de vergoeding betaald aan de agent De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten.
ALGEMENE STRATEGIE TER DEKKING VAN HET WISSELRISICO: Om zijn activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen en binnen de beperkingen die uiteengezet worden in het beheerreglement, kan het compartiment transacties verrichten die betrekking hebben op de verkoop van termijnovereenkomsten op deviezen, evenals de verkoop van callopties of de aankoop van putopties op valuta’s. De hier beoogde transacties mogen enkel betrekking hebben op contracten die verhandeld worden op een gereglementeerde markt die regelmatig werkt, erkend is en opengesteld is voor het publiek, of verhandeld worden met een erkende financiële instelling van eerste rang die gespecialiseerd is in dit type van transacties en die actief is op de 'over the counter' (OTC)-markt voor opties. Met dezelfde doelstelling kan het compartiment ook valuta’s verkopen op termijn of uitwisselen in het kader van onderhandse transacties met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties.
SOCIALE, ETHISCHE EN MILIEUASPECTEN: Er mag niet belegd worden in financiële instrumenten uitgegeven door producenten van controversiële wapens, waarvan de voorbije vijf decennia bij internationale consensus is vastgesteld dat het gebruik ervan onevenredig veel menselijk leed veroorzaakt aan de burgerbevolking. Het betreft de producenten van antipersoonsmijnen, clusterbommen en -munitie en wapens met verarmd uranium. Er mogen daarnaast sinds 31.3.2014 geen nieuwe beleggingen gebeuren in financiële instrumenten uitgegeven door ondernemingen zonder anti-corruptie beleid die bovendien in de afgelopen twee jaar een negatieve evaluatie kregen bij een diepgaande screening op de aanwezigheid van corruptie. De onderneming heeft geen anti-corruptie beleid als niet kan worden aangetoond dat de onderneming een aanvaardbaar beleid heeft aangaande de bestrijding van corruptie. Een aanvaardbaar beleid dient publiek gemaakt te worden en houdt minstens in dat omkoping niet gedoogd wordt, en dat de wet dienaangaande wordt nageleefd. De screening zal gebeuren op basis van een algemeen aanvaarde en onafhankelijke ‘Sociale, ethische en milieuaspecten’ database. Op deze wijze wordt niet alleen een louter financiële realiteit weergegeven, maar ook een sociale realiteit van de sector of regio.
222
Voor de eventuele toepassing van de Europese en Belgische fiscale bepalingen wordt verwezen naar het prospectus onder 'Informatie betreffende het gemeenschappelijk beleggingsfonds Belastingstelsel' .
2.1.4
FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER
Het intellectueel beheer (inclusief de toewijziging van de activa), wordt door de beheervennootschap gedelegeerd aan KBC Fund Management Limited, Joshua Dawson House, Dawson Street, Dublin 2, IRELAND.
2.1.5
DISTRIBUTEURS
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
2.1.6
INDEX EN BENCHMARK
Zie ‘Beleggingsbeleid van het compartiment’.
2.1.7
TIJDENS HET BOEKJAAR GEVOERD BELEID
De investeringsdoelstelling van elk subfonds is om het hoogst mogelijk rendement te genereren en tegelijk ernaar te streven de netto inventariswaarde boven de bodemgrens te houden. Als dusdanig is er een dynamische allocatie tussen meer risicovolle investeringen en minder risicovolle investeringen zoals bepaald door een mathematisch model. Twijfels over de duurzaamheid van het economische herstel blijven het beleggingsklimaat beheersen. Maar in de zomermaanden begon de stemming positiever te worden. Europa schudde de recessie van zich af en de eurocrisis loste haar wurggreep. Japan doorbrak de negatieve deflatiespiraal. De VS waren niet van de zo gevreesde “fiscal cliff” gevallen. In december wisten de Democraten en de Republikeinen de patstelling rond het begrotingsbeleid verrassend te doorbreken. Voor de Amerikaanse centrale bank was dat het signaal dat de economie sterk genoeg was geworden om geleidelijk van het monetair infuus afgekoppeld te worden. Op de laatste bankwerkdag van mei kende het fonds zijn jaarlijkse reset van de bodemgrens.
2.1.8
TOEKOMSTIG BELEID
Het toekomstige investeringsbeleid en participatieniveau in risicovolle investeringen zal bepaald worden door het dynamisch portefeuille-algoritme terwijl ernaar te streven dat de bodemgrens wordt beschermd.
2.1.9
SYNTHETISCHE RISICO- EN OPBRENGSTINDICATOR
5 op een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). De waarde van een recht van deelneming kan stijgen of dalen en de belegger kan minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd. Overeenkomstig Verordening 583/2010 is een synthetische risico- en opbrengstindicator bepaald. Deze geeft een cijfermatige aanduiding van de mogelijke opbrengst van het compartiment, maar ook van het bijhorende risico, berekend in de uitdrukkingsmunt van het compartiment. De indicator wordt geformuleerd als een cijfer tussen 1 en 7. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger de mogelijke opbrengst, maar ook hoe moeilijker voorspelbaar dit rendement. Ook verliezen zijn mogelijk. Het laagste cijfer betekent niet dat de belegging volledig risicoloos is. Wel wijst het erop dat, vergeleken met hogere cijfers, dit product normaal een lager, maar eveneens beter voorspelbaar rendement zal bieden. De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt geregeld geëvalueerd en kan dus verlaagd of verhoogd worden op basis van gegevens uit het verleden. Gegevens uit het verleden zijn niet altijd een betrouwbare aanwijzing voor opbrengst en risico in de toekomst.
223
2.2
BALANS
Balansschema TOTAAL NETTO ACTIEF II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming
E.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
1.153.105.583,65
896.522.323,93
1.403.829,96 1.148.402.156,77
887.356.339,09
428.321,80
973.330,26
-2.872.969,25 -26,75
-943.012,42
7.590.367,83
8.096.770,12
-442.266,75
-364.933,08
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
1.153.105.583,65
896.522.323,93
A.
Kapitaal
1.087.980.360,84
845.683.956,72
B.
Deelneming in het resultaat
-198.079,27
-910.884,85
D.
Resultaat van het boekjaar
65.323.302,08
51.749.252,06
IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A. B.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-) c) Ontleningen (-)
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
VI. Overlopende rekeningen
C. Toe te rekenen kosten (-)
224
2.3
RESULTATENREKENING
Resultatenrekening I.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten l) Op financiële indexen Termijncontracten H. Wisselposities en -verrichtingen b) Andere wisselposities en verrichtingen
108,36
-173,32 107.965,99
62.279.454,84
69.963.128,98
188.480,00 19.713.566,72
-6.028.517,37
Det.rubriek I winst en verlies op beleggingen
Gerealiseerde winsten op beleggingen Ongerealiseerde winsten op beleggingen Gerealiseerde verliezen op beleggingen Ongerealiseerde verliezen op beleggingen II.
62.394.855,11 30.756.529,28 -15.256.749,16 4.098.494,69
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
Dividenden Interesten a) Effecten en geldmarkt instrumenten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-)
17.971,52
A. B.
III.
Andere opbrengsten
B.
Andere
16.758,99 14.842,45 -4.151,46
25.529,31 1.983,37 -1.045,14 29.915,11
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-7.320.672,61
-5.429.433,19
-1.959,49 -1.119,93
-641,14 -5.042,49
-8.112.984,75 -1.063.065,64 -2.000,11 -2.242,61 -4.693,55 -188.539,13
-5.943.735,15 -775.656,35 -2.783,55 -201.285,45 -11.890,34 -185.518,73
-16.669.827,84
-12.481.632,22
65.323.302,08
51.749.252,06
65.323.302,08
51.749.252,06
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
VII. Resultaat van het boekjaar
225
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) II.
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
65.125.222,81
50.838.367,21
65.323.302,08
51.749.252,06
-198.079,27
-910.884,85
-65.125.222,81
-50.838.367,21
226
2.4
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
2.4.1
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 90 M AY
Benaming
Hoeveelheid op 31/12/2014
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie % (in de valuta van het in het bezit compartiment) van de ICB
% Porte feuille
% Nettoactief
3,96
NETTOACTIVA EFFECTENPORTEFEUILLE Beleggingsfondsen Gesloten fondsen Genoteerde gesloten beleggingsfondsen België KBC EQUITY FUND AMERICA IS B KAP
24.895,00
USD
2.217,030
45.612.133,26
6,95
3,97
KBC EQUITY FUND EUROPE IS
23.865,00
EUR
1.453,940
34.698.278,10
7,01
3,02
3,01
172.455,00
EUR
721,760
124.471.120,80
8,81
10,84
10,79
19.928,00
EUR
970,520
19.340.522,56
2,28
1,68
1,68
1,00
EUR
281,850
281,85
KBC EQUITY FUND STRATEGIC KBC PARTICIPATION LOCAL EMERGING MARKET BONDS KAP IS B PRIVILEGED PORTFOLIO LIQUIDITY IS B KAP
Luxemburg KBC BONDS CORPOR USD IS B KAP
9.052,00
USD
1.033,800
7.733.529,69
2,11
0,67
0,67
KBC BONDS CORPORATES EURO IS B KAP
26.084,00
EUR
856,680
22.345.641,12
2,04
1,95
1,94
KBC BONDS EMU SHORTIS B KAP
28.154,00
EUR
1.067,990
30.068.190,46
2,93
2,62
2,61
KBC BONDS HIGH INTEREST IS B KAP
11.309,00
EUR
2.073,780
23.452.378,02
1,47
2,04
2,03
KBC INTEREST FUND EURO MEDIUM IS B_KAP
8.034,00
EUR
4.164,380
33.456.628,92
2,74
2,91
2,90
KBC RENTA EMURENTA IS B KAP
15.569,00
EUR
632,690
9.850.350,61
2,82
0,86
0,85
KBC RENTA EURORENTA IS B KAP
3.393,00
EUR
2.837,050
9.626.110,65
1,98
0,84
0,84
KBC RENTA SHORT USD IS B KAP
63.476,00
USD
887,860
46.574.770,76
6,16
4,06
4,04
KBC RENTA STRATEGIC ACCENTS 1 IS B KAP
38.532,00
EUR
1.216,150
46.860.691,80
2,94
4,08
4,06
8.898,00
EUR
974,600
8.671.990,80
5,61
0,76
0,75
Open beleggingsfondsen ICBE ingeschreven bij de FSMA België CELEST VOLATILITY STRATEGY ANDROMEDA IS B KBC EQUITY FUND BUYBACK AMERICA IS B KAP
26.640,00
USD
1.567,360
34.506.400,89
4,93
3,01
2,99
192.715,00
EUR
436,490
84.118.170,35
7,15
7,33
7,30
38.620,00
EUR
455,780
17.602.223,60
5,40
1,53
1,53
27.048,00
EUR
1.226,470
33.173.560,56
4,99
2,89
2,88
26.550,00
EUR
474,380
12.594.789,00
6,26
1,10
1,09
81.148,00
EUR
674,140
54.705.112,72
8,04
4,76
4,74
27.372,00
EUR
1.234,160
33.781.427,52
6,92
2,94
2,93
KBC EQUITY FUND STRATEGIC CYCLICALS IS KAP
159.538,00
EUR
794,010
126.674.767,38
7,53
11,03
10,99
KBC EQUITY FUND STRATEGIC FINANCE IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC NON CYCLICALS IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC TEL & TECHNOLOGY IS B KAP KBC EQUITY FUND TURKEY IS B KAP
216.300,00
EUR
405,600
87.731.280,00
7,38
7,64
7,61
169.968,00
EUR
332,650
56.539.855,20
7,52
4,92
4,90
281.440,00
EUR
150,540
42.367.977,60
7,18
3,69
3,67
KBC EQUITY FUND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND NEW MARKETS IS B KAP KBC EQUITY FUND QUANT EMU IS B KAP KBC EQUITY FUND SATELLITES IS B KAP
7.867,00
TRY
1.504,420
4.183.849,03
5,87
0,36
0,36
KBC EQUITY FUND US SMALL CAPS IS B KAP
13.263,00
USD
1.510,820
16.559.650,97
6,90
1,44
1,44
KBC MULTI INTEREST CURRENCIES IS KAP
28.375,00
EUR
1.001,330
28.412.738,75
5,96
2,47
2,46
KBC PARTICIPATION COMMODITIES IS B KBC PARTICIPATION SRI CORPORATE BONDS IS B KAP
10.257,00
EUR
751,260
7.705.673,82
5,70
0,67
0,67
17.986,00
EUR
1.242,190
22.342.029,34
2,01
1,95
1,94
227
PRIVILEGED PORTFOLIO REAL ESTATE IS B KAP
44.729,00
EUR
506,160
Totaal beleggingsfondsen
TOTAAL EFFECTENPORTEFEUILLE
22.640.030,64 1.148.402.156,77
1.148.402.156,77
5,87
1,97 100,00
1,96 99,59
100,00
99,59
LIQUIDE MIDDELEN Zichtrekeningen België KBC GROUP AUD
917,62
AUD
1,000
620,58
KBC GROUP CAD
4.138,92
CAD
1,000
2.953,10
KBC GROUP CHF
1.311,35
CHF
1,000
1.090,66
KBC GROUP CZK
42.479,60
CZK
1,000
1.532,73
KBC GROUP DKK
47.339,32
DKK
1,000
6.357,39
0,00
7.560.370,23
EUR
1,000
7.560.370,23
0,66
KBC GROUP GBP
4.936,35
GBP
1,000
6.360,87
0,00
KBC GROUP HUF
76.923,61
HUF
1,000
243,62
KBC GROUP JPY
368.025,00
JPY
1,000
2.536,72
KBC GROUP NOK
9.362,56
NOK
1,000
1.031,98
KBC GROUP PLN
27.576,14
PLN
1,000
6.415,89
KBC GROUP SEK
600,28
SEK
1,000
63,37
KBC GROUP TRY
2.236,70
TRY
1,000
790,69
KBC GROUP USD
-32,37
USD
1,000
-26,75 7.590.341,08
0,66
7.590.341,08
0,66
KBC GROUP EURO
Totaal zichtrekeningen
TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN
0,00
OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN Vorderingen België KBC GROUP EUR TE ONTVANGEN
428.321,80
EUR
1,000
428.321,80 428.321,80
0,04 0,04
-2.872.969,25
EUR
1,000
-2.872.969,25 -2.872.969,25
-0,25 -0,25
-2.444.647,45
-0,21
-442.266,75
-0,04
-442.266,75
-0,04
1.153.105.583,65
100,00
Totaal vorderingen Schulden België KBC GROUP EUR TE BETALEN
Totaal schulden
TOTAAL VORDERINGEN EN SCHULDEN ANDERE Te betalen kosten
TOTAAL ANDERE TOTAAL VAN DE NETTOACTIVA
EUR
228
Geografische spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Ver.Arab.Emir. Argentinië Australië Oostenrijk België Bahrein Bermuda Brazilië Centr.Amerika Canada Zwitserland Chili China Ivoorkust Colombië Tsjechië Kaaimaneilanden Duitsland Denemarken Egypte Spanje Europa Finland Frankrijk Gabon V.K. Griekenland Hong Kong Hongarije Indië Indonesië Ierland Ijsland Israël Italië Jersey Kanaaleilanden Japan Kazakhstan Zuid-Korea Kroatië Luxemburg Mexico Maleisië Noord Amerika Nigeria Nederland Noorwegen Nieuw Zeeland Oekraïne Panama Peru Filipijnen
30/06/2013 0,19 0,00 1,53 1,02 19,99 0,00 0,13 0,46 0,25 0,84 1,17 0,05 0,66 0,00 0,11 0,07 0,16 7,43 0,67 0,00 2,88 1,31 0,26 12,26 0,00 3,69 0,02 0,54 0,09 0,25 0,19 3,32 0,00 0,14 4,13 0,21 2,52 0,00 1,08 0,01 1,12 0,53 0,45 0,00 0,00 4,35 0,58 0,02 0,00 0,00 0,11 0,14
31/12/2013 0,04 0,02 0,82 0,65 3,38 0,01 0,21 0,63 0,00 1,46 1,76 0,06 0,94 0,00 0,21 0,03 0,39 10,28 0,44 0,01 5,35 0,00 0,61 12,25 0,00 4,83 0,05 0,74 0,18 0,30 0,25 4,54 0,01 0,06 7,11 0,18 3,06 0,02 1,45 0,03 1,16 0,73 0,55 0,01 0,01 5,50 0,37 0,01 0,04 0,02 0,17 0,24
30/06/2014 0,01 0,01 0,88 0,32 5,19 0,00 0,16 0,49 0,00 1,95 1,70 0,04 1,62 0,00 0,09 0,02 0,32 9,53 0,56 0,00 3,92 0,00 0,94 11,85 0,01 4,76 0,06 0,87 0,06 0,68 0,32 1,20 0,00 0,14 4,01 0,23 3,78 0,00 1,69 0,01 0,64 0,30 0,54 0,00 0,00 3,94 0,20 0,02 0,01 0,01 0,05 0,13
31/12/2014 0,02 0,00 0,99 0,33 1,98 0,00 0,16 0,32 0,00 2,19 1,23 0,02 1,85 0,01 0,12 0,03 0,31 11,00 0,38 0,00 4,17 0,00 0,87 10,54 0,01 5,01 0,11 0,85 0,23 0,85 0,28 2,20 0,00 0,10 3,65 0,24 2,73 0,00 1,81 0,00 1,40 0,58 0,91 0,00 0,00 4,33 0,47 0,15 0,00 0,00 0,00 0,27
229
Papua N.Guin. Polen Portugal Roemenië Rusland Saoedi Arabië Singapore Slovenie Int.Org. Slovakije Zweden Thailand Turkije Taiwan V.S.A. Venezuela Buiten grondgebied BLEU(EX.EUINSTEL) Instel.EU buiten grondgebied BLEU Zuid-Afrika Totaal
0,00 0,45 0,11 0,04 0,14 0,00 0,12 0,00 0,02 0,03 0,88 0,42 0,23 0,48 18,63 0,00
0,01 0,55 0,17 0,06 0,45 0,01 0,18 0,06 0,02 0,03 0,90 0,48 0,33 0,89 23,87 0,10
0,02 0,32 0,37 0,01 0,16 0,01 0,21 0,01 0,00 0,02 0,64 0,32 0,21 1,27 32,85 0,03
0,02 0,42 0,23 0,29 0,06 0,02 0,16 0,01 0,00 0,03 0,44 0,51 0,76 1,34 32,15 0,00
0,05
0,04
0,02
0,06
3,17 0,30 100,00
0,38 0,30 100,00
0,11 0,16 100,00
0,30 0,50 100,00
30/06/2014 19,68 13,33 6,16 6,40 21,29 10,80 2,95 2,06 3,14 13,95 0,01 0,23 100,00
31/12/2014 17,00 13,25 6,68 6,41 20,88 11,75 3,71 2,32 3,40 14,55 0,00 0,05 100,00
Sectorale spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Cyclische Sectoren Consumenten(Cyclisch) Consumenten(Niet cyclisch) Farma Financiële sectoren Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven Vastgoed Overheid Beleggingsfondsen Diversen Totaal
30/06/2013 7,97 6,81 5,53 4,09 26,70 3,62 1,92 2,64 2,14 38,49 0,02 0,07 100,00
31/12/2013 12,98 10,28 6,02 6,45 23,04 7,17 3,30 1,99 2,50 25,90 0,09 0,28 100,00
230
Muntspreiding (in % van de nettoactiva)
AUD BRL CAD CHF CLP CNH CNY COP CZK DKK EUR GBP HKD HUF IDR ILS INR JPY KRW MXN MYR NGN NOK NZD PEN PHP PLN RON RUB SEK SGD SKK THB TRY TWD USD ZAR Totaal
30/06/2013 0,72 0,59 1,02 0,98 0,01 0,00 0,08 0,14 0,06 0,22 65,64 2,37 1,20 0,10 0,28 0,15 0,23 1,90 1,03 0,61 0,46 0,02 0,57 0,02 0,11 0,15 0,38 0,03 0,21 0,60 0,12 0,00 0,42 0,30 0,49 18,40 0,39 100,00
31/12/2013 0,65 0,66 1,42 1,55 0,02 0,00 0,09 0,18 0,02 0,43 53,53 3,78 1,87 0,09 0,25 0,13 0,32 2,30 1,41 0,66 0,54 0,03 0,31 0,01 0,14 0,20 0,51 0,04 0,35 0,56 0,18 0,01 0,48 0,18 0,79 26,00 0,31 100,00
30/06/2014 0,60 0,52 1,74 1,62 0,00 0,00 0,02 0,10 0,05 0,44 44,56 4,48 2,64 0,02 0,34 0,05 0,65 2,63 1,64 0,26 0,53 0,00 0,29 0,02 0,05 0,13 0,32 0,01 0,03 0,48 0,19 0,00 0,33 0,20 1,11 33,77 0,18 100,00
31/12/2014 0,65 0,36 2,12 1,14 0,00 0,08 0,31 0,13 0,08 0,28 41,84 4,55 2,88 0,31 0,43 0,17 0,98 2,68 1,75 0,55 0,93 0,00 0,53 0,15 0,00 0,25 0,44 0,30 0,05 0,27 0,17 0,00 0,51 0,83 1,29 32,39 0,60 100,00
231
2.4.2
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN HET COMPARTIMENT PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 90 M AY (IN DE VALUTA VAN HET COMPARTIMENT) ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
2 halfjaar 1.446.906.943,61 1.437.255.659,47 2.884.162.603,08 92.316.620,46 86.196.053,20 178.512.673,66 1.152.855.216,16
Jaar 2.465.048.111,77 2.287.705.577,83 4.752.753.689,61 335.881.475,89 144.226.292,90 480.107.768,79 1.061.100.453,88
162,18 %
234,69 %
402,66 %
1 halfjaar 1.018.141.168,17 850.449.918,36 1.868.591.086,53 243.564.855,43 58.030.239,70 301.595.095,13 947.930.814,42
2 halfjaar 1.446.906.943,61 1.437.255.659,47 2.884.162.603,08 92.316.620,46 86.196.053,20 178.512.673,66 1.147.848.006,88
Jaar 2.465.048.111,77 2.287.705.577,83 4.752.753.689,61 335.881.475,89 144.226.292,90 480.107.768,79 1.056.288.794,16
165,31 %
235,72 %
404,50 %
ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale gecorrigeerde activa Gecorrigeerde Omloopsnelheid
de
1 halfjaar 1.018.141.168,17 850.449.918,36 1.868.591.086,53 243.564.855,43 58.030.239,70 301.595.095,13 966.235.360,68
de
De tabel hierboven toont het kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief aan het begin en het einde van de periode. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. Een actief beheer van het vermogen kan resulteren in hoge omloopsnelheidpercentages (maandelijks percentage > 50%). De gedetailleerde lijst van de transacties kan gratis worden ingekeken op de zetel van de Bevek of het Fonds, Havenlaan 2, 1080 Brussel.
2.4.3
BEDRAG VAN DE VERPLICHTINGEN INZAKE FINANCIËLE DERIVATENPOSITIES Nihil
232
2.4.4
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INSCHRIJVINGEN, TERUGBETALINGEN EN VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Periode Jaar
Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop Inschrijvingen Kap.
Einde periode
Terugbetalingen
Dis.
Kap.
Dis.
Kap.
Dis.
Totaal
2012 - 12
330.898,78
419.883,89
2.347.378,77
2.347.378,77
2013 - 12
1.033.179,22
355.154,64
3.025.403,35
3.025.403,35
2014 - 12
1.097.434,18
466.651,29
3.656.186,24
3.656.186,24
Bedragen ontvangen en betaald door de ICB (in de valuta van het compartiment)
Periode Jaar
Inschrijvingen
Terugbetalingen
Kapitalisatie
Distributie
Kapitalisatie
2012 - 12
88.635.346,42
113.179.484,61
2013 - 12
300.001.261,77
102.407.527,63
2014 - 12
333.813.113,00
142.553.155,36
Periode Jaar
Netto-inventariswaarde Einde periode (in de valuta van het compartiment) van één recht van deelneming
van het compartiment
Kapitalisatie 647.179.337,73
275,70
2013 - 12
895.664.744,43
296,19
2014 - 12
1.153.105.583,65
315,38
2012 - 12
Distributie
Distributie
233
2.4.5
RENDEMENTSCIJFERS
1 Jaar Kap Div
ISIN code
Munt
KAP
BE0946104636
EUR
3 Jaar*
5 Jaar*
10 Jaar*
Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench klassen mark klassen mark klassen mark klassen mark 6.49%
6.30%
4.00%
Sinds start* Startdatum
Aandelen klassen
27/04/2006
2.71%
* De rendementscijfers zijn op jaarbasis. Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst.
Het staafdiagram geeft de performance weer van volledige boekjaren. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. Berekend in EUR. Het rendement wordt berekend als de wijziging van de inventariswaarde tussen twee tijdstippen uitgedrukt in procent. Berekeningsmethode voor datum D waarbij NIW staat voor inventariswaarde: Kapitalisatie deelbewijzen (KAP) Return op datum D over een periode van X jaar: [NIW(D) / NIW(Y)] ^ [1 / X] - 1 met Y = D-X Return op datum D sinds de startdatum S van het deelbewijs: [NIW(D) / NIW(S)] ^ [1 / F] - 1 met F = 1 indien het deelbewijs minder dan één jaar bestaat op datum D met F = (D-S) / 365.25 indien het deelbewijs langer dan één jaar bestaat op datum D Indien de periode tussen de twee tijdstippen groter is dan één jaar, dan wordt de gewone rendementsberekening omgezet in een rendement op jaarbasis door de n-de machtswortel te nemen van 1 plus het totale rendement van het deelbewijs. De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en terugkopen van de rechten van deelneming. Het gaat om de rendementscijfers van kapitalisatie rechten van deelneming.
234
2.4.6
KOSTEN
Lopende kosten: * Kapitalisatie: 3.053% * Zijn niet opgenomen in de vermelde kosten: instap- en uitstapkosten, prestatiegebonden vergoedingen, transactiekosten betaald in het kader van de verwerving of vervreemding van activa, betaalde rente, betalingen met het oog op zekerheidsstelling in het kader van afgeleide financiële instrumenten en vergoedingen inzake Commission Sharing Agreements of geIijkaardige vergoedingen ontvangen door de beheervennootschap of enige hiermee verbonden persoon. Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Het beheerloon bedraagt 140.001,72 EUR. Bijkomend werd er een vergoeding van 7.972.983,03 EUR aangerekend met betrekking tot provisies en kosten voor de toewijzing van de activa.
BESTAAN VAN COMMISSION SHARING AGREEMENTS Niet van toepassing.
BESTAAN VAN FEE SHARING AGREEMENTS EN REBATES: De beheervennootschap kan haar vergoeding delen met de Distributeur, institutionele en/of professionele partijen. In principe gaat het om 35% tot 60% indien de distributeur een entiteit is van KBC Groep NV en om 35% tot 70% indien de distributeur geen entiteit is van KBC Groep NV, doch in een beperkt aantal gevallen bedraagt de vergoeding van de distributeur minder dan 35%. De belegger zal, op verzoek, meer informatie kunnen bekomen inzake deze gevallen. Indien de beheervennootschap de activa van de instelling voor collectieve belegging belegt in rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging die niet worden beheerd door een entiteit van KBC Groep NV en de beheervennootschap ontvangt hiervoor een vergoeding, zal de beheervennootschap deze vergoeding betalen aan de instelling voor collectieve belegging. Fee sharing heeft geen invloed op de hoogte van de beheercommissie die het compartiment betaalt aan de beheervennootschap. Deze beheercommissie is onderworpen aan de beperkingen bepaald in de statuten. Deze beperkingen kunnen enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de algemene vergadering. De beheervennootschap heeft een distributieovereenkomst afgesloten met de Distributeur om een ruimere verspreiding van de rechten van deelneming van het compartiment mogelijk te maken, door gebruik te maken van meerdere distributiekanalen. Het is in het belang van de deelnemers, van het compartiment en van de Distributeur dat een zo groot mogelijk aantal rechten van deelneming wordt verkocht, en dat de activa van het compartiment dus zo hoog mogelijk zijn. In dit opzicht is er dus geen sprake van tegenstrijdige belangen.
2.4.7
TOELICHTING BIJ DE FINANCIËLE STATEN EN ANDERE GEGEVENS
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille: max.1.05% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, er wordt geen beheersprovisie aangerekend op de activa die belegd zijn in instellingen voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Bijkomend: provisies en kosten voor de toewijzing van de activa: max. 0.75% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. KBC Fund Management Limited ontvangt van de beheervennootschap een vergoeding van max. 0.75% berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, zonder dat de totale provisies en kosten voor de toewijzing van de activa die de beheervennootschap ontvangt zullen worden overschreden. De vergoeding voor administratief agent is betaalbaar op het einde van elk maand en is berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. Vergoeding van de commissaris: 1786 EUR per jaar. Deze vergoeding is exclusief BTW en kan jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de beslissing van de algemene vergadering. Het bewaarloon is berekend op de waarde van de stukken die de bewaarder in depot heeft op de laatste bankwerkdag van het voorafgaande kalenderjaar, behalve op de activa die belegd zijn in instelling voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Het bewaarloon wordt betaald in het begin van het kalenderjaar.
235
Uitoefenen van stemrechten: Indien nodig, relevant en in het belang van de aandeelhouders zal de beheervennootschap de stemrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de aandelen in de portefeuille van de Bevek. De beheervennootschap hanteert de volgende criteria bij het bepalen van haar houding m.b.t. de agendapunten die ter stemming worden voorgelegd: De waarde voor de aandeelhouders mag niet negatief beïnvloed worden. De regels inzake corporate governance, inzonderheid deze met betrekking tot de rechten van de minderheidsaandeelhouders, moeten gerespecteerd worden. Er moet aan de minimumnormen inzake duurzaam en maatschappelijk ondernemen voldaan worden. De lijst van ondernemingen waarvoor het stemrecht werd uitgeoefend, is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de Bevek.
Effect KBC Equity Fund-America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Satellites-Institutional B Shares KBC Participation-Local Emerging Market Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Liquidity-Institutional B Shares KBC Bonds-Corporates USD-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-Corporates Euro-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-EMU Short KBC Bonds-High Interest-Institutional B Shares capitalisation KBC Interest fund-EURO MEDIUM-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Emurenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Eurorenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Short USD-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Strategic Accents 1-Institutional B Shares Capitalisation Celest-Volatility Strategy - Andromeda-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Buyback America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend New Markets-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Quant EMU-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Satellites-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Finance-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Non Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Telecom & Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Turkey-Institutional B Shares KBC Equity Fund-US Small Caps-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Currencies-Institutional B Shares KBC Participation-Commodities-Institutional B Shares KBC Participation-SRI Corporate Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Real Estate-Institutional B Shares Privileged Portfolio-Pro 90 May
Maximale beheerloon 1,50 1,50 1,50 1,20 0,40 1,10 1,10 0,40 1,10 0,50 1,10 1,10 1,17 1,10 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 0,50 1,10 1,25 0,93 1,05
236
Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2014
INHOUDSOPGAVE 2.
Informatie over Privileged Portfolio Pro 85 May 2.1. Beheerverslag 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs 2.1.2. Beursnotering 2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.1.4. Financieel portefeuillebeheer 2.1.5. Distributeurs 2.1.6. Index en benchmark 2.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.1.8. Toekomstig beleid 2.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator (SRRI) 2.2. Balans 2.3. Resultatenrekening 2.4. Samenstelling van de activa en kerncijfers 2.4.1. Samenstelling van de activa 2.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa 2.4.3. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en inventariswaarde 2.4.5. Rendementscijfers 2.4.6. Kosten 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
van
de
netto-
237
238
2
INFORMATIE OVER PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 85 MAY
2.1
BEHEERVERSLAG
2.1.1
LANCERINGSDATUM EN INSCHRIJVINGSPRIJS
Lanceringsdatum: 27 april 2006 Initiële inschrijvingsprijs: 250 EUR Uitdrukkingsmunt: EUR
2.1.2
BEURSNOTERING
Niet van toepassing.
2.1.3
DOEL EN KRACHTLIJNEN VAN HET BELEGGINGSBELEID
DOEL VAN HET COMPARTIMENT : Het voornaamste doel van het compartiment bestaat erin de houders van rechten van deelneming een zo hoog mogelijk rendement te bieden d.m.v. rechtstreekse of onrechtstreekse beleggingen in verhandelbare effecten. Dit komt tot uiting in een streven naar meerwaarden en inkomsten. Het compartiment stelt zich bovendien tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden.
BELEGGINGSBELEID VAN HET COMPARTIMENT : CATEGORIEËN VAN TOEGELATEN ACTIVA: De beleggingen van het compartiment kunnen bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, deposito’s, financiële derivaten, liquide middelen en alle andere instrumenten voor zover en in de mate dit toegelaten is door de toepasselijke regelgeving en kadert binnen het vermelde doel.
GRENZEN VAN HET BELEGGINGSBELEID: Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de door de regelgeving gestelde grenzen. Het compartiment mag ontleningen aangaan tot 10% van haar netto-activa, voor zover het gaat om kortlopende ontleningen met het doel tijdelijke liquiditeitsproblemen op te lossen.
TOEGELATEN DERIVATENTRANSACTIES: Derivaten kunnen zowel gebruikt worden om de beleggingsdoelstellingen te realiseren als om risico’s in te dekken. Er kan met al dan niet genoteerde derivaten worden gewerkt: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps m.b.t. effecten, indexen, munten of rente of om andere transacties met derivaten. Niet genoteerde derivatentransacties worden enkel afgesloten met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties. Het compartiment streeft ernaar om, binnen de toepasselijke regelgeving en het beheerreglement, steeds de meest doelgerichte transacties af te sluiten. Alle kosten verbonden aan de transacties zijn ten laste van het compartiment en alle opbrengsten komen toe aan het compartiment. Als er door de transacties een risico ontstaat op de tegenpartij, kan dat risico worden ingeperkt door gebruik te maken van een margebeheersysteem dat verzekert dat het compartiment de begunstigde is van een zekerheid onder de vorm van contanten of investment grade obligaties. Bij het bepalen van de waarde van de obligaties wordt een marge toegepast die varieert in functie van de resterende looptijd en de uitdrukkingsmunt van de betreffende obligatie. De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten. De ICB kan contracten afsluiten die betrekking hebben op een kredietrisico op emittenten van schuldinstrumenten. Het kredietrisico is het risico dat de emittent van het schuldinstrument in gebreke blijft. Dit kredietrisico heeft betrekking op partijen waarvan de kredietwaardigheid op het moment van het sluiten van het contract evenwaardig is aan die van de emittenten van wie de ICB rechtstreeks schuldinstrumenten aanhoudt. Derivaten kunnen ook worden gebruikt om de activa van het compartiment in te dekken tegen open wisselkoersrisico’s ten opzichte van de uitdrukkingsmunt.
239
Een eventueel gebruik van kredietderivaten kan enkel ter uitvoering van de beleggingsdoelstellingen en binnen het bestaande risicoprofiel, zonder dat dit een verschuiving impliceert naar minder kredietwaardige debiteuren. Bijgevolg verhoogt het kredietrisico niet. In zoverre er met derivaten wordt gewerkt, gaat het om vlot verhandelbare en liquide instrumenten. Bijgevolg heeft het gebruik van derivaten geen invloed op het liquiditeitsrisico. Het gebruik van derivaten verandert ook niets aan de spreiding van de portefeuille over regio’s, sectoren of thema’s. Bijgevolg heeft het geen invloed op het concentratierisico. Derivaten worden niet gebruikt om een gehele of gedeeltelijke kapitaalbescherming te waarborgen. Ze verhogen noch verminderen het kapitaalrisico. Het gebruik van derivaten heeft ook geen invloed op het afwikkelingsrisico, het bewaarnemingsrisico, het flexibiliteitsrisico, het inflatierisico of het risico afhankelijk van externe factoren.
BEPAALDE STRATEGIE: Het rendement is afhankelijk van de marktevolutie. Het compartiment stelt zich tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden. De bodemgrens heeft een geldigheidsduur van 1 jaar en is steeds gelijk aan 85% van de inventariswaarde op de laatste bankwerkdag van de voorgaande maand april (de bodemgrens voor het eerste jaar wordt vastgesteld op basis van de initiële inventariswaarde). Deze doelstelling vormt evenwel geen garantie: noch voor wat betreft het rendement; noch voor wat betreft de terugkoopprijs, die minder kan bedragen dan de bodemgrens, zoals hierboven bepaald. Het compartiment biedt geen kapitaalbescherming of kapitaalgarantie, noch een gegarandeerd rendement. Telkens na vastlegging van de bodemgrens wordt hoofdzakelijk belegd in aandelen (en/of aandelenICB’s) en hiermee samenhangende financiële instrumenten. Bij een daling van de inventariswaarde in de richting van de bodemgrens zal de beheerder ingrijpen door de beleggingen in meer risicovolle activa (vb. aandelen en/of aandelen-ICB’s) te vervangen door beleggingen in minder risicovolle activa (vb. obligaties, obligatie-ICB’s en/of geldmarktinstrumenten). Indien de inventariswaarde de bodemgrens raakt, zal de beheerder volledig omschakelen naar beleggingen in geldmarktinstrumenten. Omgekeerd zal de beheerder bij een stijging van de inventariswaarde weg van de bodemgrens ingrijpen door de spreidingen van de activa opnieuw en gradueel aan te passen, teneinde, bij voldoende sterke toename van de inventariswaarde, opnieuw de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Bij gunstige marktontwikkelingen en voor zover de inventariswaarde voldoende hoog is ten opzichte van de bodemgrens, en zolang deze voorwaarden vervuld zijn, kan het compartiment tijdelijk afwijken van de spreiding bij vastlegging van de bodemgrens, door de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Hierdoor zal het percentage meer risicovolle activa stijgen ten opzichte van het percentage dat was bepaald bij vastlegging van de bodemgrens. Dit gebeurt op weloverwogen manier die ondermeer functie is van de historische volatiliteit op de markten (die voldoende laag moet zijn alvorens risicovolle activa verder te kunnen opbouwen). Het is daarbij de doelstelling om, naast de bewaking van de bodemgrens, een zo hoog mogelijk rendement te realiseren.
KENMERKEN VAN DE OBLIGATIES EN SCHULDINSTRUMENTEN: De activa worden gedeeltelijk belegd in obligaties en schuldbewijzen, zowel uitgegeven door bedrijven als door overheidsinstanties. Het compartiment belegt rechtstreeks en/of onrechtstreeks minimaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa in effecten die een investment grade (minimaal BBB-/Baa3 lange termijn, A3/F3/P3 korte termijn) rating hebben van minstens 1 van volgende ratingagentschappen: o Moody’s (Moody’s Investors Service); o S&P (Standard & Poor’s, a Division of the McGraw-Hill Companies); o Fitch (Fitch Ratings), en/of in geldmarktinstrumenten waarvan de emittent over een investment grade rating van 1 van bovenstaande agentschappen beschikt. Daarnaast kan het compartiment tot maximaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa beleggen in effecten die over een lagere rating beschikken (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent over een lagere rating beschikt) en/of in effecten waarvoor geen kredietrating van één van boven genoemde agentschappen beschikbaar is (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent niet over een rating van één van boven genoemde agentschappen beschikt). Bij de selectie van de obligaties en schuldinstrumenten worden alle looptijden in aanmerking genomen.
240
VOORNAMELIJKE BELEGGING IN ANDERE ACTIVA DAN EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN: Het compartiment zal voornamelijk beleggen in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
UITLENING VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN: Het compartiment mag financiële instrumenten uitlenen binnen de beperkingen bepaald door de toepasselijke regelgeving. Het uitlenen gebeurt in het kader van een effectenleningensysteem beheerd door hetzij een ‘principaal’, hetzij een ‘agent’. In het eerste geval heeft het compartiment enkel een relatie met de principaal van het effectenleningensysteem die als tegenpartij optreedt en aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met enerzijds de agent (als beheerder van het systeem) en anderzijds één of meerdere tegenpartijen aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De agent zelf treedt op als tussenpersoon tussen het compartiment en de tegenpartij(en). De effectenleningen hebben geen wijziging van het risicoprofiel van het compartiment tot gevolg aangezien: De keuze van zowel principaal, agent als elke tegenpartij aan strenge selectiecriteria is onderworpen. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten op elk ogenblik kan gevraagd worden. Zo is gewaarborgd dat de effectenleningen het beheer van de activa van het compartiment niet beïnvloeden. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten wordt gegarandeerd door de principaal, respectievelijk de agent. Via een margebeheersysteem wordt steeds verzekerd dat het compartiment de begunstigde is van een financiële zekerheid onder de vorm van contanten of andere welbepaalde categorieën effecten met een laag risicoprofiel, zoals overheidsobligaties, dit voor het geval de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, geen gelijkwaardige effecten zou teruggeven. De reële waarde van de zekerheid onder de vorm van effecten met een laag risicoprofiel overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten met 5%. Daarenboven wordt bij het bepalen van de waarde van de als zekerheid verstrekte effecten met een laag risicoprofiel een marge van 3% toegepast die moet vermijden dat een negatieve koersevolutie tot gevolg zou kunnen hebben dat de reële waarde van de effecten met een laag risicoprofiel niet meer de reële waarde van de uitgeleende effecten overtreft. De waarde van de zekerheid onder de vorm van contanten overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten. Indien het compartiment een financiële zekerheid ontvangt onder de vorm van contanten kan het deze contanten herinvesteren in deposito’s bij kredietinstellingen die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen, mits de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de EER gevestigd is, of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gevestigd is, mits deze instelling onderworpen is aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Europees recht zijn vastgesteld. kortetermijngeldmarktfondsen zoals beschreven in de ESMA-richtsnoeren CESR/10049 van 19 mei 2010 betreffende een gemeenschappelijke definitie van Europese geldmarktfondsen. overheidsobligaties in dezelfde munteenheid als de ontvangen contanten en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot effectenleningen door bepaalde instellingen voor collectieve belegging. Deze herinvestering kan tot gevolg hebben dat het compartiment met betrekking tot de financiële zekerheid niet langer een kredietrisico loopt t.o.v. de financiële instelling waar de contantenrekening wordt aangehouden maar wel bijvoorbeeld t.o.v. de emittent(en) van het (de) schuldinstrument(en). De beheervennootschap kan de uitvoering van het herinvesteringsbeleid delegeren aan een derde, met inbegrip van de agent die het effectenleningensysteem beheert.
241
Het uitlenen van effecten stelt het compartiment in de mogelijkheid een bijkomende opbrengst te behalen. Deze opbrengst kan bestaan uit enerzijds een vergoeding die de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, betaalt en anderzijds inkomsten uit herinvestering. Van deze opbrengst worden directe en indirecte kosten afgehouden. Deze kosten worden forfaitair bepaald op 35% van de ontvangen vergoeding en bestaan uit de kosten voor de clearing services van KBC Bank, de kosten van de beheervennootschap voor het opzetten en opvolgen van het systeem voor uitlenen van effecten, de kosten voor het margebeheer, de kosten verbonden aan cash- en effectenrekeningen en -verkeer, de vergoeding voor het eventuele beheer van herinvesteringen en, indien gewerkt wordt via een agent, de vergoeding betaald aan de agent De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten.
ALGEMENE STRATEGIE TER DEKKING VAN HET WISSELRISICO: Om zijn activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen en binnen de beperkingen die uiteengezet worden in het beheerreglement, kan het compartiment transacties verrichten die betrekking hebben op de verkoop van termijnovereenkomsten op deviezen, evenals de verkoop van callopties of de aankoop van putopties op valuta’s. De hier beoogde transacties mogen enkel betrekking hebben op contracten die verhandeld worden op een gereglementeerde markt die regelmatig werkt, erkend is en opengesteld is voor het publiek, of verhandeld worden met een erkende financiële instelling van eerste rang die gespecialiseerd is in dit type van transacties en die actief is op de 'over the counter' (OTC)-markt voor opties. Met dezelfde doelstelling kan het compartiment ook valuta’s verkopen op termijn of uitwisselen in het kader van onderhandse transacties met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties.
SOCIALE, ETHISCHE EN MILIEUASPECTEN: Er mag niet belegd worden in financiële instrumenten uitgegeven door producenten van controversiële wapens, waarvan de voorbije vijf decennia bij internationale consensus is vastgesteld dat het gebruik ervan onevenredig veel menselijk leed veroorzaakt aan de burgerbevolking. Het betreft de producenten van antipersoonsmijnen, clusterbommen en -munitie en wapens met verarmd uranium. Er mogen daarnaast sinds 31.3.2014 geen nieuwe beleggingen gebeuren in financiële instrumenten uitgegeven door ondernemingen zonder anti-corruptie beleid die bovendien in de afgelopen twee jaar een negatieve evaluatie kregen bij een diepgaande screening op de aanwezigheid van corruptie. De onderneming heeft geen anti-corruptie beleid als niet kan worden aangetoond dat de onderneming een aanvaardbaar beleid heeft aangaande de bestrijding van corruptie. Een aanvaardbaar beleid dient publiek gemaakt te worden en houdt minstens in dat omkoping niet gedoogd wordt, en dat de wet dienaangaande wordt nageleefd. De screening zal gebeuren op basis van een algemeen aanvaarde en onafhankelijke ‘Sociale, ethische en milieuaspecten’ database. Op deze wijze wordt niet alleen een louter financiële realiteit weergegeven, maar ook een sociale realiteit van de sector of regio. Voor de eventuele toepassing van de Europese en Belgische fiscale bepalingen wordt verwezen naar het prospectus onder 'Informatie betreffende het gemeenschappelijk beleggingsfonds Belastingstelsel' .
2.1.4
FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER
Het intellectueel beheer (inclusief de toewijziging van de activa), wordt door de beheervennootschap gedelegeerd aan KBC Fund Management Limited, Joshua Dawson House, Dawson Street, Dublin 2, IRELAND.
2.1.5
DISTRIBUTEURS
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
2.1.6
INDEX EN BENCHMARK
Zie ‘Beleggingsbeleid van het compartiment’.
242
2.1.7
TIJDENS HET BOEKJAAR GEVOERD BELEID
De investeringsdoelstelling van elk subfonds is om het hoogst mogelijk rendement te genereren en tegelijk ernaar te streven de netto inventariswaarde boven de bodemgrens te houden. Als dusdanig is er een dynamische allocatie tussen meer risicovolle investeringen en minder risicovolle investeringen zoals bepaald door een mathematisch model. Twijfels over de duurzaamheid van het economische herstel blijven het beleggingsklimaat beheersen. Maar in de zomermaanden begon de stemming positiever te worden. Europa schudde de recessie van zich af en de eurocrisis loste haar wurggreep. Japan doorbrak de negatieve deflatiespiraal. De VS waren niet van de zo gevreesde “fiscal cliff” gevallen. In december wisten de Democraten en de Republikeinen de patstelling rond het begrotingsbeleid verrassend te doorbreken. Voor de Amerikaanse centrale bank was dat het signaal dat de economie sterk genoeg was geworden om geleidelijk van het monetair infuus afgekoppeld te worden. Op de laatste bankwerkdag van mei kende het fonds zijn jaarlijkse reset van de bodemgrens.
2.1.8
TOEKOMSTIG BELEID
Het toekomstige investeringsbeleid en participatieniveau in risicovolle investeringen zal bepaald worden door het dynamisch portefeuille-algoritme terwijl ernaar te streven dat de bodemgrens wordt beschermd.
2.1.9
SYNTHETISCHE RISICO- EN OPBRENGSTINDICATOR
5 op een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). De waarde van een recht van deelneming kan stijgen of dalen en de belegger kan minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd. Overeenkomstig Verordening 583/2010 is een synthetische risico- en opbrengstindicator bepaald. Deze geeft een cijfermatige aanduiding van de mogelijke opbrengst van het compartiment, maar ook van het bijhorende risico, berekend in de uitdrukkingsmunt van het compartiment. De indicator wordt geformuleerd als een cijfer tussen 1 en 7. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger de mogelijke opbrengst, maar ook hoe moeilijker voorspelbaar dit rendement. Ook verliezen zijn mogelijk. Het laagste cijfer betekent niet dat de belegging volledig risicoloos is. Wel wijst het erop dat, vergeleken met hogere cijfers, dit product normaal een lager, maar eveneens beter voorspelbaar rendement zal bieden. De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt geregeld geëvalueerd en kan dus verlaagd of verhoogd worden op basis van gegevens uit het verleden. Gegevens uit het verleden zijn niet altijd een betrouwbare aanwijzing voor opbrengst en risico in de toekomst.
243
2.2
BALANS
Balansschema
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
63.068.634,21
54.800.370,70
62.960.640,16
54.376.330,64
292,84
223.292,57
-5.147,52
-40.532,16
136.349,60
262.387,81
-23.500,87
-21.108,16
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
63.068.634,21
54.800.370,70
A.
Kapitaal
57.276.669,45
48.762.540,27
B.
Deelneming in het resultaat
-16.240,68
-16.085,08
D.
Resultaat van het boekjaar
5.808.205,44
6.053.915,51
TOTAAL NETTO ACTIEF II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
E.
ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming
IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A. B.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-)
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
VI. Overlopende rekeningen
C. Toe te rekenen kosten (-)
244
2.3
RESULTATENREKENING
Resultatenrekening I.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten l) Op financiële indexen Termijncontracten H. Wisselposities en -verrichtingen b) Andere wisselposities en verrichtingen
10.221,80 5.452.537,61
7.075.691,33
2.028,11 1.038.402,77
-348.965,00
Det.rubriek I winst en verlies op beleggingen
Gerealiseerde winsten op beleggingen Ongerealiseerde winsten op beleggingen Gerealiseerde verliezen op beleggingen Ongerealiseerde verliezen op beleggingen II.
3.503.775,06 3.100.821,06 -310.803,18 197.147,44
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
Dividenden Interesten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-)
1.681,99
A. B.
III.
Andere opbrengsten
B.
Andere
816,29 -180,54
411,58 -122,85 3.097,48
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-155.104,78
-240.554,23
-153,67
-120,61 -378,68
-455.823,62 -60.334,85 -307,98 -1.569,14 -121,46 -9.955,19
-382.702,83 -50.208,60 -1.410,74 -3.628,87 -499,84 -10.624,53
-682.734,94
-685.060,73
5.808.205,44
6.053.915,51
5.808.205,44
6.053.915,51
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
VII. Resultaat van het boekjaar
245
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) II.
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
5.791.964,76
6.037.830,43
5.808.205,44
6.053.915,51
-16.240,68
-16.085,08
-5.791.964,76
-6.037.830,43
246
2.4
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
2.4.1
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 85 M AY
Benaming
Hoeveelheid op 31/12/2014
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie % (in de valuta van het in het bezit compartiment) van de ICB
% Porte feuille
% Nettoactief
5,00
NETTOACTIVA EFFECTENPORTEFEUILLE Beleggingsfondsen Gesloten fondsen Genoteerde gesloten beleggingsfondsen België KBC EQUITY FUND AMERICA IS B KAP
1.720,00
USD
2.217,030
3.151.350,44
0,48
5,01
KBC EQUITY FUND EUROPE IS
1.643,00
EUR
1.453,940
2.388.823,42
0,48
3,79
3,79
11.873,00
EUR
721,760
8.569.456,48
0,61
13,61
13,59
260,00
EUR
970,520
252.335,20
0,03
0,40
0,40
KBC BONDS CORPOR USD IS B KAP
122,00
USD
1.033,800
104.230,07
0,03
0,17
0,17
KBC BONDS CORPORATES EURO IS B KAP
356,00
EUR
856,680
304.978,08
0,03
0,48
0,48
KBC BONDS EMU SHORTIS B KAP
384,00
EUR
1.067,990
410.108,16
0,04
0,65
0,65
KBC BONDS HIGH INTEREST IS B KAP
154,00
EUR
2.073,780
319.362,12
0,02
0,51
0,51
KBC INTEREST FUND EURO MEDIUM IS B_KAP
110,00
EUR
4.164,380
458.081,80
0,04
0,73
0,73
KBC RENTA EMURENTA IS B KAP
213,00
EUR
632,690
134.762,97
0,04
0,21
0,21
KBC RENTA EURORENTA IS B KAP
46,00
EUR
2.837,050
130.504,30
0,03
0,21
0,21
1.728,00
USD
887,860
1.267.899,74
0,17
2,01
2,01
526,00
EUR
1.216,150
639.694,90
0,04
1,02
1,01
KBC EQUITY FUND STRATEGIC KBC PARTICIPATION LOCAL EMERGING MARKET BONDS KAP IS B
Luxemburg
KBC RENTA SHORT USD IS B KAP KBC RENTA STRATEGIC ACCENTS 1 IS B KAP
Open beleggingsfondsen ICBE ingeschreven bij de FSMA België CELEST VOLATILITY STRATEGY ANDROMEDA IS B
485,00
EUR
974,600
472.681,00
0,31
0,75
0,75
1.838,00
USD
1.567,360
2.380.734,42
0,34
3,78
3,78
13.268,00
EUR
436,490
5.791.349,32
0,49
9,20
9,18
2.659,00
EUR
455,780
1.211.919,02
0,37
1,93
1,92
1.862,00
EUR
1.226,470
2.283.687,14
0,34
3,63
3,62
1.828,00
EUR
474,380
867.166,64
0,43
1,38
1,38
5.587,00
EUR
674,140
3.766.420,18
0,55
5,98
5,97
1.880,00
EUR
1.234,160
2.320.220,80
0,48
3,69
3,68
KBC EQUITY FUND STRATEGIC CYCLICALS IS KAP
10.983,00
EUR
794,010
8.720.611,83
0,52
13,85
13,83
KBC EQUITY FUND STRATEGIC FINANCE IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC NON CYCLICALS IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC TEL & TECHNOLOGY IS B KAP KBC EQUITY FUND TURKEY IS B KAP
14.891,00
EUR
405,600
6.039.789,60
0,51
9,59
9,58
11.701,00
EUR
332,650
3.892.337,65
0,52
6,18
6,17
19.376,00
EUR
150,540
2.916.863,04
0,49
4,63
4,63
KBC EQUITY FUND BUYBACK AMERICA IS B KAP KBC EQUITY FUND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND NEW MARKETS IS B KAP KBC EQUITY FUND QUANT EMU IS B KAP KBC EQUITY FUND SATELLITES IS B KAP
542,00
TRY
1.504,420
288.247,89
0,40
0,46
0,46
KBC EQUITY FUND US SMALL CAPS IS B KAP
915,00
USD
1.510,820
1.142.432,38
0,48
1,82
1,81
KBC MULTI INTEREST CURRENCIES IS KAP
773,00
EUR
1.001,330
774.028,09
0,16
1,23
1,23
KBC PARTICIPATION COMMODITIES IS B KBC PARTICIPATION SRI CORPORATE BONDS IS B KAP
559,00
EUR
751,260
419.954,34
0,31
0,67
0,67
246,00
EUR
1.242,190
305.578,74
0,03
0,49
0,49
247
PRIVILEGED PORTFOLIO REAL ESTATE IS B KAP
2.440,00
EUR
506,160
Totaal beleggingsfondsen
TOTAAL EFFECTENPORTEFEUILLE
1.235.030,40 62.960.640,16
62.960.640,16
0,32
1,96 100,00
1,96 99,83
100,00
99,83
LIQUIDE MIDDELEN Zichtrekeningen België KBC GROUP AUD
2,39
AUD
1,000
1,62
KBC GROUP CAD
3.602,72
CAD
1,000
2.570,53
0,00
KBC GROUP CZK
8.931,91
CZK
1,000
322,28
0,00
KBC GROUP DKK
4.789,23
DKK
1,000
643,16
0,00
108.212,68
EUR
1,000
108.212,68
0,17
KBC GROUP GBP
3.839,06
GBP
1,000
4.946,92
0,01
KBC GROUP HUF
476.311,00
HUF
1,000
1.508,51
0,00
KBC GROUP JPY
571.971,00
JPY
1,000
3.942,48
0,01
KBC GROUP NOK
8.452,65
NOK
1,000
931,69
0,00
KBC GROUP PLN
2.643,17
PLN
1,000
614,96
0,00
KBC GROUP SEK
2.777,04
SEK
1,000
293,17
KBC GROUP EURO
KBC GROUP TRY
4.198,86
TRY
1,000
1.484,33
0,00
KBC GROUP USD
13.162,04
USD
1,000
10.877,27 136.349,60
0,02 0,22
136.349,60
0,22
Totaal zichtrekeningen
TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN Vorderingen België KBC GROUP EUR TE ONTVANGEN
292,84
EUR
1,000
292,84 292,84
-5.147,52
EUR
1,000
-5.147,52 -5.147,52
-0,01 -0,01
-4.854,68
-0,01
-23.500,87
-0,04
-23.500,87
-0,04
63.068.634,21
100,00
Totaal vorderingen Schulden België KBC GROUP EUR TE BETALEN
Totaal schulden
TOTAAL VORDERINGEN EN SCHULDEN ANDERE Te betalen kosten
TOTAAL ANDERE TOTAAL VAN DE NETTOACTIVA
EUR
248
Geografische spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Ver.Arab.Emir. Australië Oostenrijk België Bermuda Brazilië Centr.Amerika Canada Zwitserland Chili China Colombië Tsjechië Kaaimaneilanden Duitsland Denemarken Spanje Europa Finland Frankrijk Gabon V.K. Griekenland Hong Kong Hongarije Indië Indonesië Ierland Israël Italië Jersey Kanaaleilanden Japan Zuid-Korea Kroatië Luxemburg Mexico Maleisië Nederland Noorwegen Nieuw Zeeland Oekraïne Peru Filipijnen Papua N.Guin. Polen Portugal Roemenië Rusland Singapore Slovenie Int.Org. Slovakije
30/06/2013 0,17 1,23 0,48 14,45 0,22 0,62 0,11 1,14 1,70 0,08 1,07 0,08 0,06 0,17 8,38 0,61 2,49 1,19 0,35 10,40 0,00 4,07 0,04 0,84 0,07 0,43 0,29 2,62 0,10 2,76 0,20 4,00 1,24 0,00 0,51 0,43 0,44 3,96 0,33 0,03 0,00 0,06 0,14 0,01 0,28 0,19 0,02 0,17 0,17 0,00 0,01 0,02
31/12/2013 0,01 1,04 0,24 2,43 0,31 0,56 0,00 2,14 2,48 0,08 1,42 0,07 0,03 0,44 11,62 0,66 3,73 0,00 0,85 11,58 0,00 5,58 0,08 1,04 0,06 0,47 0,25 3,29 0,06 3,57 0,20 4,59 1,52 0,01 0,40 0,28 0,47 4,28 0,26 0,01 0,01 0,03 0,11 0,01 0,13 0,26 0,01 0,39 0,24 0,01 0,00 0,01
30/06/2014 0,00 0,89 0,26 3,46 0,18 0,47 0,00 2,17 1,89 0,04 1,78 0,06 0,02 0,34 10,32 0,59 3,91 0,00 1,02 11,49 0,01 5,03 0,07 0,97 0,03 0,77 0,33 1,19 0,15 3,75 0,25 4,24 1,81 0,00 0,45 0,18 0,50 3,78 0,19 0,02 0,01 0,03 0,13 0,02 0,17 0,42 0,00 0,15 0,22 0,00 0,00 0,01
31/12/2014 0,00 0,96 0,21 1,87 0,19 0,27 0,00 2,30 1,39 0,02 2,05 0,04 0,02 0,31 11,88 0,41 3,94 0,00 0,95 10,74 0,00 5,10 0,13 0,96 0,09 1,01 0,31 2,13 0,12 2,87 0,27 3,20 1,91 0,00 0,63 0,20 0,52 4,03 0,26 0,08 0,00 0,00 0,16 0,02 0,14 0,28 0,13 0,06 0,18 0,00 0,00 0,01
249
Zweden Thailand Turkije Taiwan V.S.A. Venezuela Buiten grondgebied BLEU(EX.EUINSTEL) Instel.EU buiten grondgebied BLEU Zuid-Afrika Zaïre Totaal
0,73 0,42 0,21 0,79 27,11 0,00
0,92 0,44 0,13 1,37 29,46 0,02
0,62 0,34 0,18 1,43 33,42 0,02
0,35 0,38 0,66 1,60 34,25 0,00
0,02
0,01
0,01
0,01
1,92 0,36 0,01 100,00
0,07 0,26 0,00 100,00
0,06 0,15 0,00 100,00
0,07 0,33 0,00 100,00
30/06/2014 22,03 14,82 6,90 7,19 21,19 12,17 3,22 2,17 3,25 6,86 0,01 0,19 100,00
31/12/2014 19,61 15,18 7,64 7,42 21,48 13,78 4,07 2,39 3,52 4,92 0,00 -0,01 100,00
Sectorale spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Cyclische Sectoren Consumenten(Cyclisch) Consumenten(Niet cyclisch) Farma Financiële sectoren Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven Vastgoed Overheid Beleggingsfondsen Diversen Totaal
30/06/2013 12,63 10,15 8,62 6,68 24,25 6,11 2,42 2,79 2,62 23,69 0,01 0,03 100,00
31/12/2013 18,79 14,38 8,68 9,65 23,34 10,72 4,08 1,67 2,88 5,69 0,02 0,10 100,00
250
Muntspreiding (in % van de nettoactiva)
AUD BRL CAD CHF CNH CNY COP CZK DKK EUR GBP HKD HUF IDR ILS INR JPY KRW MXN MYR NGN NOK NZD PEN PHP PLN RON RUB SEK SGD THB TRY TWD USD ZAR Totaal
30/06/2013 0,76 0,65 1,20 1,58 0,00 0,05 0,07 0,02 0,30 52,64 3,41 1,98 0,07 0,35 0,11 0,38 2,97 1,23 0,45 0,45 0,01 0,35 0,03 0,05 0,15 0,26 0,01 0,10 0,59 0,17 0,43 0,25 0,82 27,70 0,41 100,00
31/12/2013 0,95 0,53 2,13 2,38 0,00 0,02 0,04 0,03 0,66 43,63 5,35 2,83 0,04 0,28 0,05 0,42 3,47 1,50 0,27 0,46 0,01 0,26 0,01 0,02 0,11 0,13 0,01 0,06 0,84 0,24 0,44 0,10 1,22 31,25 0,26 100,00
30/06/2014 0,68 0,49 1,99 1,85 0,00 0,01 0,07 0,04 0,50 41,79 5,01 3,01 0,02 0,37 0,06 0,73 3,00 1,78 0,17 0,50 0,00 0,25 0,02 0,02 0,13 0,18 0,00 0,01 0,55 0,21 0,35 0,17 1,27 34,60 0,17 100,00
31/12/2014 0,66 0,28 2,25 1,34 0,04 0,12 0,05 0,04 0,34 40,01 4,94 3,22 0,14 0,38 0,12 0,98 3,16 1,88 0,20 0,53 0,00 0,27 0,08 0,00 0,16 0,14 0,13 0,01 0,31 0,19 0,38 0,69 1,54 35,07 0,35 100,00
251
2.4.2
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN HET COMPARTIMENT PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 85 M AY (IN DE VALUTA VAN HET COMPARTIMENT) 1
ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
2
de
76,83 %
1 Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale gecorrigeerde activa Gecorrigeerde Omloopsnelheid
halfjaar 34.710.346,82 29.284.902,15 63.995.248,96 12.887.213,99 7.317.654,79 20.204.868,78 56.992.440,95
ste
halfjaar 34.710.346,82 29.284.902,15 63.995.248,96 12.887.213,99 7.317.654,79 20.204.868,78 56.714.474,67 77,21 %
2
de
halfjaar 24.274.625,90 26.794.119,21 51.068.745,12 4.301.366,53 7.378.850,98 11.680.217,51 63.397.727,10
Jaar 58.984.972,72 56.079.021,36 115.063.994,08 17.188.580,52 14.696.505,77 31.885.086,29 60.234.950,95
62,13 %
138,09 %
halfjaar 24.274.625,90 26.794.119,21 51.068.745,12 4.301.366,53 7.378.850,98 11.680.217,51 63.257.468,01
Jaar 58.984.972,72 56.079.021,36 115.063.994,08 17.188.580,52 14.696.505,77 31.885.086,29 60.092.551,40
62,27 %
138,42 %
De tabel hierboven toont het kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief aan het begin en het einde van de periode. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. Een actief beheer van het vermogen kan resulteren in hoge omloopsnelheidpercentages (maandelijks percentage > 50%). De gedetailleerde lijst van de transacties kan gratis worden ingekeken op de zetel van de Bevek of het Fonds, Havenlaan 2, 1080 Brussel.
2.4.3
BEDRAG VAN DE VERPLICHTINGEN INZAKE FINANCIËLE DERIVATENPOSITIES Nihil
252
2.4.4
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INSCHRIJVINGEN, TERUGBETALINGEN EN VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Periode Jaar
Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop Inschrijvingen Kap.
Einde periode
Terugbetalingen
Dis.
Kap.
Dis.
Kap.
Dis.
Totaal
2012 - 12
18.121,72
64.302,85
170.682,75
170.682,75
2013 - 12
57.252,71
39.142,60
188.792,86
188.792,86
2014 - 12
56.967,79
48.485,01
197.275,63
197.275,63
Bedragen ontvangen en betaald door de ICB (in de valuta van het compartiment)
Periode Jaar
Inschrijvingen Kapitalisatie
Terugbetalingen Distributie
Kapitalisatie
2012 - 12
4.490.787,71
16.177.616,85
2013 - 12
15.842.691,85
10.790.487,97
2014 - 12
17.033.545,10
14.573.487,03
Periode Jaar
Distributie
Netto-inventariswaarde Einde periode (in de valuta van het compartiment) van één recht van deelneming
van het compartiment
Kapitalisatie
2012 - 12
43.694.251,31
256,00
2013 - 12
54.745.532,49
290,15
2014 - 12
63.068.634,21
319,70
Distributie
253
2.4.5
RENDEMENTSCIJFERS
1 Jaar Kap Div
ISIN code
Munt
KAP
BE0946103620
EUR
3 Jaar*
5 Jaar*
10 Jaar*
Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench klassen mark klassen mark klassen mark klassen mark 10.23%
9.53%
5.66%
Sinds start* Startdatum
Aandelen klassen
27/04/2006
2.88%
* De rendementscijfers zijn op jaarbasis. Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst.
Het staafdiagram geeft de performance weer van volledige boekjaren. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. Berekend in EUR. Het rendement wordt berekend als de wijziging van de inventariswaarde tussen twee tijdstippen uitgedrukt in procent. Berekeningsmethode voor datum D waarbij NIW staat voor inventariswaarde: Kapitalisatie deelbewijzen (KAP) Return op datum D over een periode van X jaar: [NIW(D) / NIW(Y)] ^ [1 / X] - 1 met Y = D-X Return op datum D sinds de startdatum S van het deelbewijs: [NIW(D) / NIW(S)] ^ [1 / F] - 1 met F = 1 indien het deelbewijs minder dan één jaar bestaat op datum D met F = (D-S) / 365.25 indien het deelbewijs langer dan één jaar bestaat op datum D Indien de periode tussen de twee tijdstippen groter is dan één jaar, dan wordt de gewone rendementsberekening omgezet in een rendement op jaarbasis door de n-de machtswortel te nemen van 1 plus het totale rendement van het deelbewijs. De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en terugkopen van de rechten van deelneming. Het gaat om de rendementscijfers van kapitalisatie rechten van deelneming.
254
2.4.6
KOSTEN
Lopende kosten: * Kapitalisatie: 2.771% * Zijn niet opgenomen in de vermelde kosten: instap- en uitstapkosten, prestatiegebonden vergoedingen, transactiekosten betaald in het kader van de verwerving of vervreemding van activa, betaalde rente, betalingen met het oog op zekerheidsstelling in het kader van afgeleide financiële instrumenten en vergoedingen inzake Commission Sharing Agreements of geIijkaardige vergoedingen ontvangen door de beheervennootschap of enige hiermee verbonden persoon. Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Het beheerloon bedraagt 3.312,31 EUR. Bijkomend werd er een vergoeding van 452.511,31 EUR aangerekend met betrekking tot provisies en kosten voor de toewijzing van de activa.
BESTAAN VAN COMMISSION SHARING AGREEMENTS Niet van toepassing.
BESTAAN VAN FEE SHARING AGREEMENTS EN REBATES: De beheervennootschap kan haar vergoeding delen met de Distributeur, institutionele en/of professionele partijen. In principe gaat het om 35% tot 60% indien de distributeur een entiteit is van KBC Groep NV en om 35% tot 70% indien de distributeur geen entiteit is van KBC Groep NV, doch in een beperkt aantal gevallen bedraagt de vergoeding van de distributeur minder dan 35%. De belegger zal, op verzoek, meer informatie kunnen bekomen inzake deze gevallen. Indien de beheervennootschap de activa van de instelling voor collectieve belegging belegt in rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging die niet worden beheerd door een entiteit van KBC Groep NV en de beheervennootschap ontvangt hiervoor een vergoeding, zal de beheervennootschap deze vergoeding betalen aan de instelling voor collectieve belegging. Fee sharing heeft geen invloed op de hoogte van de beheercommissie die het compartiment betaalt aan de beheervennootschap. Deze beheercommissie is onderworpen aan de beperkingen bepaald in de statuten. Deze beperkingen kunnen enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de algemene vergadering. De beheervennootschap heeft een distributieovereenkomst afgesloten met de Distributeur om een ruimere verspreiding van de rechten van deelneming van het compartiment mogelijk te maken, door gebruik te maken van meerdere distributiekanalen. Het is in het belang van de deelnemers, van het compartiment en van de Distributeur dat een zo groot mogelijk aantal rechten van deelneming wordt verkocht, en dat de activa van het compartiment dus zo hoog mogelijk zijn. In dit opzicht is er dus geen sprake van tegenstrijdige belangen.
2.4.7
TOELICHTING BIJ DE FINANCIËLE STATEN EN ANDERE GEGEVENS
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille: max.1.05% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, er wordt geen beheersprovisie aangerekend op de activa die belegd zijn in instellingen voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Bijkomend: provisies en kosten voor de toewijzing van de activa: max. 0.75% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. KBC Fund Management Limited ontvangt van de beheervennootschap een vergoeding van max. 0.75% berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, zonder dat de totale provisies en kosten voor de toewijzing van de activa die de beheervennootschap ontvangt zullen worden overschreden. De vergoeding voor administratief agent is betaalbaar op het einde van elk maand en is berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. Vergoeding van de commissaris: 1786 EUR per jaar. Deze vergoeding is exclusief BTW en kan jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de beslissing van de algemene vergadering. Het bewaarloon is berekend op de waarde van de stukken die de bewaarder in depot heeft op de laatste bankwerkdag van het voorafgaande kalenderjaar, behalve op de activa die belegd zijn in instelling voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Het bewaarloon wordt betaald in het begin van het kalenderjaar.
255
Uitoefenen van stemrechten: Indien nodig, relevant en in het belang van de aandeelhouders zal de beheervennootschap de stemrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de aandelen in de portefeuille van de Bevek. De beheervennootschap hanteert de volgende criteria bij het bepalen van haar houding m.b.t. de agendapunten die ter stemming worden voorgelegd: De waarde voor de aandeelhouders mag niet negatief beïnvloed worden. De regels inzake corporate governance, inzonderheid deze met betrekking tot de rechten van de minderheidsaandeelhouders, moeten gerespecteerd worden. Er moet aan de minimumnormen inzake duurzaam en maatschappelijk ondernemen voldaan worden. De lijst van ondernemingen waarvoor het stemrecht werd uitgeoefend, is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de Bevek.
Effect KBC Equity Fund-America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Satellites-Institutional B Shares KBC Participation-Local Emerging Market Bonds-Institutional B Shares KBC Bonds-Corporates USD-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-Corporates Euro-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-EMU Short KBC Bonds-High Interest-Institutional B Shares capitalisation KBC Interest fund-EURO MEDIUM-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Emurenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Eurorenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Short USD-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Strategic Accents 1-Institutional B Shares Capitalisation Celest-Volatility Strategy - Andromeda-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Buyback America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend New Markets-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Quant EMU-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Satellites-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Finance-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Non Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Telecom & Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Turkey-Institutional B Shares KBC Equity Fund-US Small Caps-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Currencies-Institutional B Shares KBC Participation-Commodities-Institutional B Shares KBC Participation-SRI Corporate Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Real Estate-Institutional B Shares Privileged Portfolio-Pro 85 May
Maximale beheerloon 1,50 1,50 1,50 1,20 1,10 1,10 0,40 1,10 0,50 1,10 1,10 1,17 1,10 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 0,50 1,10 1,25 0,93 1,05
256
Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2014
INHOUDSOPGAVE 2.
Informatie over Privileged Portfolio Pro 95 August 2.1. Beheerverslag 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs 2.1.2. Beursnotering 2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.1.4. Financieel portefeuillebeheer 2.1.5. Distributeurs 2.1.6. Index en benchmark 2.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.1.8. Toekomstig beleid 2.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator (SRRI) 2.2. Balans 2.3. Resultatenrekening 2.4. Samenstelling van de activa en kerncijfers 2.4.1. Samenstelling van de activa 2.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa 2.4.3. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en inventariswaarde 2.4.5. Rendementscijfers 2.4.6. Kosten 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
van
de
netto-
257
258
2
INFORMATIE OVER PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 95 AUGUST
2.1
BEHEERVERSLAG
2.1.1
LANCERINGSDATUM EN INSCHRIJVINGSPRIJS
Lanceringsdatum: 28 juli 2006 Initiële inschrijvingsprijs: 250 EUR Uitdrukkingsmunt: EUR
2.1.2
BEURSNOTERING
Niet van toepassing.
2.1.3
DOEL EN KRACHTLIJNEN VAN HET BELEGGINGSBELEID
DOEL VAN HET COMPARTIMENT : Het voornaamste doel van het compartiment bestaat erin de houders van rechten van deelneming een zo hoog mogelijk rendement te bieden d.m.v. rechtstreekse of onrechtstreekse beleggingen in verhandelbare effecten. Dit komt tot uiting in een streven naar meerwaarden en inkomsten. Het compartiment stelt zich bovendien tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden.
BELEGGINGSBELEID VAN HET COMPARTIMENT : CATEGORIEËN VAN TOEGELATEN ACTIVA: De beleggingen van het compartiment kunnen bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, deposito’s, financiële derivaten, liquide middelen en alle andere instrumenten voor zover en in de mate dit toegelaten is door de toepasselijke regelgeving en kadert binnen het vermelde doel.
GRENZEN VAN HET BELEGGINGSBELEID: Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de door de regelgeving gestelde grenzen. Het compartiment mag ontleningen aangaan tot 10% van haar netto-activa, voor zover het gaat om kortlopende ontleningen met het doel tijdelijke liquiditeitsproblemen op te lossen.
TOEGELATEN DERIVATENTRANSACTIES: Derivaten kunnen zowel gebruikt worden om de beleggingsdoelstellingen te realiseren als om risico’s in te dekken. Er kan met al dan niet genoteerde derivaten worden gewerkt: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps m.b.t. effecten, indexen, munten of rente of om andere transacties met derivaten. Niet genoteerde derivatentransacties worden enkel afgesloten met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties. Het compartiment streeft ernaar om, binnen de toepasselijke regelgeving en het beheerreglement, steeds de meest doelgerichte transacties af te sluiten. Alle kosten verbonden aan de transacties zijn ten laste van het compartiment en alle opbrengsten komen toe aan het compartiment. Als er door de transacties een risico ontstaat op de tegenpartij, kan dat risico worden ingeperkt door gebruik te maken van een margebeheersysteem dat verzekert dat het compartiment de begunstigde is van een zekerheid onder de vorm van contanten of investment grade obligaties. Bij het bepalen van de waarde van de obligaties wordt een marge toegepast die varieert in functie van de resterende looptijd en de uitdrukkingsmunt van de betreffende obligatie. De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten. De ICB kan contracten afsluiten die betrekking hebben op een kredietrisico op emittenten van schuldinstrumenten. Het kredietrisico is het risico dat de emittent van het schuldinstrument in gebreke blijft. Dit kredietrisico heeft betrekking op partijen waarvan de kredietwaardigheid op het moment van het sluiten van het contract evenwaardig is aan die van de emittenten van wie de ICB rechtstreeks schuldinstrumenten aanhoudt. Derivaten kunnen ook worden gebruikt om de activa van het compartiment in te dekken tegen open wisselkoersrisico’s ten opzichte van de uitdrukkingsmunt.
259
Een eventueel gebruik van kredietderivaten kan enkel ter uitvoering van de beleggingsdoelstellingen en binnen het bestaande risicoprofiel, zonder dat dit een verschuiving impliceert naar minder kredietwaardige debiteuren. Bijgevolg verhoogt het kredietrisico niet. In zoverre er met derivaten wordt gewerkt, gaat het om vlot verhandelbare en liquide instrumenten. Bijgevolg heeft het gebruik van derivaten geen invloed op het liquiditeitsrisico. Het gebruik van derivaten verandert ook niets aan de spreiding van de portefeuille over regio’s, sectoren of thema’s. Bijgevolg heeft het geen invloed op het concentratierisico. Derivaten worden niet gebruikt om een gehele of gedeeltelijke kapitaalbescherming te waarborgen. Ze verhogen noch verminderen het kapitaalrisico. Het gebruik van derivaten heeft ook geen invloed op het afwikkelingsrisico, het bewaarnemingsrisico, het flexibiliteitsrisico, het inflatierisico of het risico afhankelijk van externe factoren.
BEPAALDE STRATEGIE: Het rendement is afhankelijk van de marktevolutie. Het compartiment stelt zich tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden. De bodemgrens heeft een geldigheidsduur van 1 jaar en is steeds gelijk aan 95% van de inventariswaarde op de laatste bankwerkdag van de voorgaande maand juli (de bodemgrens voor het eerste jaar wordt vastgesteld op basis van de initiële inventariswaarde). Deze doelstelling vormt evenwel geen garantie: noch voor wat betreft het rendement: noch voor wat betreft de terugkoopprijs, die minder kan bedragen dan de bodemgrens, zoals hierboven bepaald. Het compartiment biedt geen kapitaalbescherming of kapitaalgarantie, noch een gegarandeerd rendement. Telkens na vastlegging van de bodemgrens wordt hoofdzakelijk belegd in obligaties (en/of obligatieICB’s) en/of geldmarktinstrumenten. Bij een daling van de inventariswaarde in de richting van de bodemgrens zal de beheerder ingrijpen door de beleggingen in meer risicovolle activa (vb. aandelen en/of aandelen-ICB’s) te vervangen door beleggingen in minder risicovolle activa (vb. obligaties, obligatie-ICB’s en/of geldmarktinstrumenten). Indien de inventariswaarde de bodemgrens raakt, zal de beheerder volledig omschakelen naar beleggingen in geldmarktinstrumenten. Omgekeerd zal de beheerder bij een stijging van de inventariswaarde weg van de bodemgrens ingrijpen door de spreidingen van de activa opnieuw en gradueel aan te passen, teneinde, bij voldoende sterke toename van de inventariswaarde, opnieuw de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Bij gunstige marktontwikkelingen en voor zover de inventariswaarde voldoende hoog is ten opzichte van de bodemgrens, en zolang deze voorwaarden vervuld zijn, kan het compartiment tijdelijk afwijken van de spreiding bij vastlegging van de bodemgrens, door de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Hierdoor zal het percentage meer risicovolle activa stijgen ten opzichte van het percentage dat was bepaald bij vastlegging van de bodemgrens. Dit gebeurt op weloverwogen manier die ondermeer functie is van de historische volatiliteit op de markten (die voldoende laag moet zijn alvorens risicovolle activa verder te kunnen opbouwen). Hierdoor kan tijdelijk en eerder uitzonderlijk, bij zeer gunstige marktomstandigheden, hoofdzakelijk belegd worden in aandelen en hiermee samenhangende financiële instrumenten, met als doelstelling om, naast de bewaking van de bodemgrens, ook een zo hoog mogelijk rendement te realiseren.
KENMERKEN VAN DE OBLIGATIES EN SCHULDINSTRUMENTEN: De activa worden gedeeltelijk belegd in obligaties en schuldbewijzen, zowel uitgegeven door bedrijven als door overheidsinstanties. Het compartiment belegt rechtstreeks en/of onrechtstreeks minimaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa in effecten die een investment grade (minimaal BBB-/Baa3 lange termijn, A3/F3/P3 korte termijn) rating hebben van minstens 1 van volgende ratingagentschappen: o Moody’s (Moody’s Investors Service); o S&P (Standard & Poor’s, a Division of the McGraw-Hill Companies); o Fitch (Fitch Ratings), en/of in geldmarktinstrumenten waarvan de emittent over een investment grade rating van 1 van bovenstaande agentschappen beschikt. Daarnaast kan het compartiment tot maximaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa beleggen in effecten die over een lagere rating beschikken (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent over een lagere rating beschikt) en/of in effecten waarvoor geen kredietrating van één van boven genoemde agentschappen beschikbaar is (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent niet over een rating van één van boven genoemde agentschappen beschikt). Bij de selectie van de obligaties en schuldinstrumenten worden alle looptijden in aanmerking genomen.
260
VOORNAMELIJKE BELEGGING IN ANDERE ACTIVA DAN EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN. Het compartiment zal voornamelijk beleggen in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
UITLENING VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN: Het compartiment mag financiële instrumenten uitlenen binnen de beperkingen bepaald door de toepasselijke regelgeving. Het uitlenen gebeurt in het kader van een effectenleningensysteem beheerd door hetzij een ‘principaal’, hetzij een ‘agent’. In het eerste geval heeft het compartiment enkel een relatie met de principaal van het effectenleningensysteem die als tegenpartij optreedt en aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met enerzijds de agent (als beheerder van het systeem) en anderzijds één of meerdere tegenpartijen aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De agent zelf treedt op als tussenpersoon tussen het compartiment en de tegenpartij(en). De effectenleningen hebben geen wijziging van het risicoprofiel van het compartiment tot gevolg aangezien: De keuze van zowel principaal, agent als elke tegenpartij aan strenge selectiecriteria is onderworpen. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten op elk ogenblik kan gevraagd worden. Zo is gewaarborgd dat de effectenleningen het beheer van de activa van het compartiment niet beïnvloeden. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten wordt gegarandeerd door de principaal, respectievelijk de agent. Via een margebeheersysteem wordt steeds verzekerd dat het compartiment de begunstigde is van een financiële zekerheid onder de vorm van contanten of andere welbepaalde categorieën effecten met een laag risicoprofiel, zoals overheidsobligaties, dit voor het geval de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, geen gelijkwaardige effecten zou teruggeven. De reële waarde van de zekerheid onder de vorm van effecten met een laag risicoprofiel overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten met 5%. Daarenboven wordt bij het bepalen van de waarde van de als zekerheid verstrekte effecten met een laag risicoprofiel een marge van 3% toegepast die moet vermijden dat een negatieve koersevolutie tot gevolg zou kunnen hebben dat de reële waarde van de effecten met een laag risicoprofiel niet meer de reële waarde van de uitgeleende effecten overtreft. De waarde van de zekerheid onder de vorm van contanten overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten. Indien het compartiment een financiële zekerheid ontvangt onder de vorm van contanten kan het deze contanten herinvesteren in deposito’s bij kredietinstellingen die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen, mits de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de EER gevestigd is, of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gevestigd is, mits deze instelling onderworpen is aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Europees recht zijn vastgesteld. kortetermijngeldmarktfondsen zoals beschreven in de ESMA-richtsnoeren CESR/10049 van 19 mei 2010 betreffende een gemeenschappelijke definitie van Europese geldmarktfondsen. overheidsobligaties in dezelfde munteenheid als de ontvangen contanten en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot effectenleningen door bepaalde instellingen voor collectieve belegging. Deze herinvestering kan tot gevolg hebben dat het compartiment met betrekking tot de financiële zekerheid niet langer een kredietrisico loopt t.o.v. de financiële instelling waar de contantenrekening wordt aangehouden maar wel bijvoorbeeld t.o.v. de emittent(en) van het (de) schuldinstrument(en). De beheervennootschap kan de uitvoering van het herinvesteringsbeleid delegeren aan een derde, met inbegrip van de agent die het effectenleningensysteem beheert.
261
Het uitlenen van effecten stelt het compartiment in de mogelijkheid een bijkomende opbrengst te behalen. Deze opbrengst kan bestaan uit enerzijds een vergoeding die de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, betaalt en anderzijds inkomsten uit herinvestering. Van deze opbrengst worden directe en indirecte kosten afgehouden. Deze kosten worden forfaitair bepaald op 35% van de ontvangen vergoeding en bestaan uit de kosten voor de clearing services van KBC Bank, de kosten van de beheervennootschap voor het opzetten en opvolgen van het systeem voor uitlenen van effecten, de kosten voor het margebeheer, de kosten verbonden aan cash- en effectenrekeningen en -verkeer, de vergoeding voor het eventuele beheer van herinvesteringen en, indien gewerkt wordt via een agent, de vergoeding betaald aan de agent De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten.
ALGEMENE STRATEGIE TER DEKKING VAN HET WISSELRISICO: Om zijn activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen en binnen de beperkingen die uiteengezet worden in het beheerreglement, kan het compartiment transacties verrichten die betrekking hebben op de verkoop van termijnovereenkomsten op deviezen, evenals de verkoop van callopties of de aankoop van putopties op valuta’s. De hier beoogde transacties mogen enkel betrekking hebben op contracten die verhandeld worden op een gereglementeerde markt die regelmatig werkt, erkend is en opengesteld is voor het publiek, of verhandeld worden met een erkende financiële instelling van eerste rang die gespecialiseerd is in dit type van transacties en die actief is op de 'over the counter' (OTC)-markt voor opties. Met dezelfde doelstelling kan het compartiment ook valuta’s verkopen op termijn of uitwisselen in het kader van onderhandse transacties met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties.
SOCIALE, ETHISCHE EN MILIEUASPECTEN: Er mag niet belegd worden in financiële instrumenten uitgegeven door producenten van controversiële wapens, waarvan de voorbije vijf decennia bij internationale consensus is vastgesteld dat het gebruik ervan onevenredig veel menselijk leed veroorzaakt aan de burgerbevolking. Het betreft de producenten van antipersoonsmijnen, clusterbommen en -munitie en wapens met verarmd uranium. Er mogen daarnaast sinds 31.3.2014 geen nieuwe beleggingen gebeuren in financiële instrumenten uitgegeven door ondernemingen zonder anti-corruptie beleid die bovendien in de afgelopen twee jaar een negatieve evaluatie kregen bij een diepgaande screening op de aanwezigheid van corruptie. De onderneming heeft geen anti-corruptie beleid als niet kan worden aangetoond dat de onderneming een aanvaardbaar beleid heeft aangaande de bestrijding van corruptie. Een aanvaardbaar beleid dient publiek gemaakt te worden en houdt minstens in dat omkoping niet gedoogd wordt, en dat de wet dienaangaande wordt nageleefd. De screening zal gebeuren op basis van een algemeen aanvaarde en onafhankelijke ‘Sociale, ethische en milieuaspecten’ database. Op deze wijze wordt niet alleen een louter financiële realiteit weergegeven, maar ook een sociale realiteit van de sector of regio. Voor de eventuele toepassing van de Europese en Belgische fiscale bepalingen wordt verwezen naar het prospectus onder 'Informatie betreffende het gemeenschappelijk beleggingsfonds Belastingstelsel' .
2.1.4
FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER
Het intellectueel beheer (inclusief de toewijziging van de activa), wordt door de beheervennootschap gedelegeerd aan KBC Fund Management Limited, Joshua Dawson House, Dawson Street, Dublin 2, IRELAND.
2.1.5
DISTRIBUTEURS
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
2.1.6
INDEX EN BENCHMARK
Zie ‘Beleggingsbeleid van het compartiment’.
262
2.1.7
TIJDENS HET BOEKJAAR GEVOERD BELEID
De investeringsdoelstelling van elk subfonds is om het hoogst mogelijk rendement te genereren en tegelijk ernaar te streven de netto inventariswaarde boven de bodemgrens te houden. Als dusdanig is er een dynamische allocatie tussen meer risicovolle investeringen en minder risicovolle investeringen zoals bepaald door een mathematisch model. Twijfels over de duurzaamheid van het economische herstel blijven het beleggingsklimaat beheersen. Maar in de zomermaanden begon de stemming positiever te worden. Europa schudde de recessie van zich af en de eurocrisis loste haar wurggreep. Japan doorbrak de negatieve deflatiespiraal. De VS waren niet van de zo gevreesde “fiscal cliff” gevallen. In december wisten de Democraten en de Republikeinen de patstelling rond het begrotingsbeleid verrassend te doorbreken. Voor de Amerikaanse centrale bank was dat het signaal dat de economie sterk genoeg was geworden om geleidelijk van het monetair infuus afgekoppeld te worden. Op de laatste bankwerkdag van augustus kende het fonds zijn jaarlijkse reset van de bodemgrens.
2.1.8
TOEKOMSTIG BELEID
Het toekomstige investeringsbeleid en participatieniveau in risicovolle investeringen zal bepaald worden door het dynamisch portefeuille-algoritme terwijl ernaar te streven dat de bodemgrens wordt beschermd.
2.1.9
SYNTHETISCHE RISICO- EN OPBRENGSTINDICATOR
4 op een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). De waarde van een recht van deelneming kan stijgen of dalen en de belegger kan minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd. Overeenkomstig Verordening 583/2010 is een synthetische risico- en opbrengstindicator bepaald. Deze geeft een cijfermatige aanduiding van de mogelijke opbrengst van het compartiment, maar ook van het bijhorende risico, berekend in de uitdrukkingsmunt van het compartiment. De indicator wordt geformuleerd als een cijfer tussen 1 en 7. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger de mogelijke opbrengst, maar ook hoe moeilijker voorspelbaar dit rendement. Ook verliezen zijn mogelijk. Het laagste cijfer betekent niet dat de belegging volledig risicoloos is. Wel wijst het erop dat, vergeleken met hogere cijfers, dit product normaal een lager, maar eveneens beter voorspelbaar rendement zal bieden. De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt geregeld geëvalueerd en kan dus verlaagd of verhoogd worden op basis van gegevens uit het verleden. Gegevens uit het verleden zijn niet altijd een betrouwbare aanwijzing voor opbrengst en risico in de toekomst.
263
2.2
BALANS
Balansschema TOTAAL NETTO ACTIEF II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming
E.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
1.209.386.807,52
742.622.401,26
802.188,55 1.191.377.777,93
737.729.529,59
224.431,94
704.828,26
-367.432,29
-1.823.526,69 -5,54
18.666.385,86
5.516.239,60
-514.355,92
-306.852,51
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
1.209.386.807,52
742.622.401,26
A.
Kapitaal
1.149.479.157,51
717.125.519,30
B.
Deelneming in het resultaat
2.667.207,34
414.668,08
D.
Resultaat van het boekjaar
57.240.442,67
25.082.213,88
IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A. B.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-) c) Ontleningen (-)
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
VI. Overlopende rekeningen
C. Toe te rekenen kosten (-)
264
2.3
RESULTATENREKENING
Resultatenrekening I.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten l) Op financiële indexen Termijncontracten H. Wisselposities en -verrichtingen b) Andere wisselposities en verrichtingen
61,92
-99,04 23.170,88
56.659.059,04
38.318.155,73
52.898,09
55.340,05
14.231.121,26
-4.515.223,36
Det.rubriek I winst en verlies op beleggingen
Gerealiseerde winsten op beleggingen Ongerealiseerde winsten op beleggingen Gerealiseerde verliezen op beleggingen Ongerealiseerde verliezen op beleggingen II.
53.711.874,13 22.368.453,41 -9.463.913,31 4.326.726,08
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
Dividenden Interesten a) Effecten en geldmarkt instrumenten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-)
9.773,69
A. B.
III.
Andere opbrengsten
B.
Andere
9.576,57 12.511,49 -615,06
14.588,17 1.649,94 -776,61 14.365,74
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-5.527.424,81
-3.372.136,22
-2.013,52 -639,96
-536,38 -1.873,03
-6.988.873,30 -915.506,17 -1.682,50 -2.077,86 -16.663,03 -269.289,49
-4.679.992,44 -610.322,00 -2.132,96 -4.121,13 -7.628,45 -159.988,70
-13.702.697,64
-8.799.130,38
57.240.442,67
25.082.213,88
57.240.442,67
25.082.213,88
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
VII. Resultaat van het boekjaar
265
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) II.
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
59.907.650,01
25.496.881,96
57.240.442,67
25.082.213,88
2.667.207,34
414.668,08
-59.907.650,01
-25.496.881,96
266
2.4
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
2.4.1
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 95 AUGUST
Benaming
Hoeveelheid op 31/12/2014
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie % (in de valuta van het in het bezit compartiment) van de ICB
% Porte feuille
% Nettoactief
NETTOACTIVA EFFECTENPORTEFEUILLE Beleggingsfondsen Gesloten fondsen Genoteerde gesloten beleggingsfondsen België KBC EQUITY FUND AMERICA IS B KAP
11.725,00
USD
2.217,030
21.482.316,23
3,27
1,80
1,78
KBC EQUITY FUND EUROPE IS
11.195,00
EUR
1.453,940
16.276.858,30
3,29
1,37
1,35
KBC EQUITY FUND STRATEGIC
81.084,00
EUR
721,760
58.523.187,84
4,14
4,91
4,84
KBC PARTICIPATION CASH PLUS IS B KAP KBC PARTICIPATION LOCAL EMERGING MARKET BONDS KAP IS B PRIVILEGED PORTFOLIO LIQUIDITY IS B KAP
14.039,00
EUR
1.062,860
14.921.491,54
9,11
1,25
1,23
47.562,00
EUR
970,520
46.159.872,24
5,45
3,87
3,82
52.891,00
EUR
281,850
14.907.328,35
6,38
1,25
1,23
KBC BONDS CORPOR USD IS B KAP
25.853,00
USD
1.033,800
22.087.377,71
6,02
1,85
1,83
KBC BONDS CORPORATES EURO IS B KAP
75.179,00
EUR
856,680
64.404.345,72
5,87
5,41
5,33
KBC BONDS EMU SHORTIS B KAP
81.142,00
EUR
1.067,990
86.658.844,58
8,45
7,27
7,17
KBC BONDS HIGH INTEREST IS B KAP
32.595,00
EUR
2.073,780
67.594.859,10
4,24
5,67
5,59
KBC INTEREST FUND EURO MEDIUM IS B_KAP
23.139,00
EUR
4.164,380
96.359.588,82
7,88
8,09
7,97
KBC RENTA EMURENTA IS B KAP
44.872,00
EUR
632,690
28.390.065,68
8,13
2,38
2,35
KBC RENTA EURORENTA IS B KAP
9.780,00
EUR
2.837,050
27.746.349,00
5,70
2,33
2,29
KBC RENTA SHORT USD IS B KAP
63.620,00
USD
887,860
46.680.429,07
6,18
3,92
3,86
111.053,00
EUR
1.216,150
135.057.105,95
8,48
11,34
11,17
Luxemburg
KBC RENTA STRATEGIC ACCENTS 1 IS B KAP
Open beleggingsfondsen ICBE ingeschreven bij de FSMA België CELEST VOLATILITY STRATEGY ANDROMEDA IS B
8.476,00
EUR
974,600
8.260.709,60
5,35
0,69
0,68
KBC EQUITY FUND BUYBACK AMERICA IS B KAP
12.547,00
USD
1.567,360
16.251.944,89
2,32
1,36
1,34
KBC EQUITY FUND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND NEW MARKETS IS B KAP KBC EQUITY FUND QUANT EMU IS B KAP
90.608,00
EUR
436,490
39.549.485,92
3,36
3,32
3,27
18.158,00
EUR
455,780
8.276.053,24
2,54
0,70
0,68
12.717,00
EUR
1.226,470
15.597.018,99
2,35
1,31
1,29
12.484,00
EUR
474,380
5.922.159,92
2,94
0,50
0,49
38.154,00
EUR
674,140
25.721.137,56
3,78
2,16
2,13
KBC EQUITY FUND SATELLITES IS B KAP
12.838,00
EUR
1.234,160
15.844.146,08
3,25
1,33
1,31
KBC EQUITY FUND STRATEGIC CYCLICALS IS KAP
75.011,00
EUR
794,010
59.559.484,11
3,54
5,00
4,93
KBC EQUITY FUND STRATEGIC FINANCE IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC NON CYCLICALS IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC TEL & TECHNOLOGY IS B KAP KBC EQUITY FUND TURKEY IS B KAP
101.698,00
EUR
405,600
41.248.708,80
3,47
3,46
3,41
79.911,00
EUR
332,650
26.582.394,15
3,53
2,23
2,20
132.327,00
EUR
150,540
19.920.506,58
3,37
1,67
1,65
3.699,00
TRY
1.504,420
1.967.212,10
2,76
0,17
0,16
KBC EQUITY FUND US SMALL CAPS IS B KAP KBC MULTI INTEREST CURRENCIES IS KAP KBC MULTI INTEREST 3 MONTH DURATION - INST SH B KAP
6.246,00
USD
1.510,820
7.798.505,62
3,25
0,66
0,65
28.463,00
EUR
1.001,330
28.500.855,79
5,97
2,39
2,36
14.935,00
EUR
999,050
14.920.811,75
6,45
1,25
1,23
267
KBC MULTI INTEREST 5 MONTH DURATION IS B KBC PARTICIPATION COMMODITIES IS B KBC PARTICIPATION SRI CORPORATE BONDS IS B KAP PRIVILEGED PORTFOLIO REAL ESTATE IS B KAP
14.915,00
EUR
1.000,470
14.922.010,05
6,48
1,25
1,23
9.764,00
EUR
751,260
7.335.302,64
5,42
0,62
0,61
51.835,00
EUR
1.242,190
64.388.918,65
5,79
5,41
5,32
42.596,00
EUR
506,160
21.560.391,36 1.191.377.777,93
5,59
1,81 100,00
1,78 98,51
100,00
98,51
Totaal beleggingsfondsen
TOTAAL EFFECTENPORTEFEUILLE
1.191.377.777,93
LIQUIDE MIDDELEN Zichtrekeningen België KBC GROUP AUD
674,15
AUD
1,000
455,92
KBC GROUP CAD
4.540,21
CAD
1,000
3.239,42
KBC GROUP CHF
29,04
CHF
1,000
24,15
KBC GROUP CZK
4.331,86
CZK
1,000
156,30
KBC GROUP DKK
4.854,74
DKK
1,000
651,96
18.642.546,31
EUR
1,000
18.642.546,31
KBC GROUP GBP
3.788,53
GBP
1,000
4.881,81
KBC GROUP HUF
517.831,51
HUF
1,000
1.640,00
KBC GROUP JPY
829.710,00
JPY
1,000
5.719,02
KBC GROUP NOK
1.767,17
NOK
1,000
194,79
KBC GROUP PLN
7.789,63
PLN
1,000
1.812,34
KBC GROUP SEK
3.058,78
SEK
1,000
322,91
KBC GROUP TRY
3.198,06
TRY
1,000
1.130,54
KBC GROUP USD
4.368,30
USD
1,000
3.610,02 18.666.385,49
KBC GROUP EURO
Totaal zichtrekeningen
1,54
1,54
Beheerde futuresrekeningen België KBC GROUP EURO FUT REK
0,37
EUR
1,000
Totaal beheerde futurerekeningen
TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN
0,37 0,37
18.666.385,86
1,54
OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN Vorderingen België KBC GROUP EUR TE ONTVANGEN
224.431,94
EUR
1,000
224.431,94 224.431,94
0,02 0,02
-367.432,29
EUR
1,000
-367.432,29 -367.432,29
-0,03 -0,03
-143.000,35
-0,01
-514.355,92
-0,04
-514.355,92
-0,04
1.209.386.807,52
100,00
Totaal vorderingen Schulden België KBC GROUP EUR TE BETALEN
Totaal schulden
TOTAAL VORDERINGEN EN SCHULDEN ANDERE Te betalen kosten
TOTAAL ANDERE TOTAAL VAN DE NETTOACTIVA
EUR
268
Geografische spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Ver.Arab.Emir. Argentinië Australië Oostenrijk België Bahrein Bermuda Brazilië Centr.Amerika Canada Zwitserland Chili China Ivoorkust Colombië Tsjechië Kaaimaneilanden Duitsland Denemarken Egypte Spanje Finland Frankrijk Gabon V.K. Griekenland Hong Kong Hongarije Indië Indonesië Ierland Ijsland Israël Italië Jersey Kanaaleilanden Japan Kazakhstan Zuid-Korea Kroatië Luxemburg Mexico Maleisië Noord Amerika Nigeria Nederland Noorwegen Nieuw Zeeland Oekraïne Panama Peru Filipijnen Papua N.Guin.
30/06/2013 0,04 0,00 1,36 1,54 3,08 0,00 0,15 0,63 0,51 1,17 1,54 0,05 0,79 0,00 0,21 0,11 0,26 8,31 0,31 0,00 4,97 0,37 10,60 0,00 4,71 0,03 0,67 0,16 0,28 0,24 4,01 0,00 0,26 7,69 0,34 3,09 0,00 1,64 0,02 1,42 0,92 0,75 0,00 0,00 5,94 1,12 0,02 0,00 0,00 0,22 0,23 0,00
31/12/2013 0,07 0,03 0,65 1,02 4,27 0,02 0,12 0,70 0,00 0,91 1,19 0,04 0,56 0,00 0,33 0,03 0,36 9,35 0,27 0,02 6,85 0,41 13,09 0,00 4,29 0,03 0,50 0,29 0,17 0,25 5,35 0,02 0,07 10,30 0,16 1,80 0,03 1,43 0,06 1,81 1,13 0,64 0,01 0,02 6,67 0,47 0,01 0,07 0,03 0,30 0,35 0,00
30/06/2014 0,02 0,02 0,78 0,69 5,63 0,01 0,12 0,73 0,00 1,47 1,34 0,04 1,22 0,00 0,25 0,03 0,31 8,81 0,46 0,01 5,18 0,86 12,58 0,05 4,53 0,04 0,68 0,20 0,49 0,35 1,42 0,01 0,11 6,52 0,19 2,75 0,00 1,67 0,03 1,33 0,92 0,87 0,00 0,00 5,07 0,26 0,01 0,05 0,02 0,20 0,19 0,01
31/12/2014 0,05 0,00 1,03 0,84 4,55 0,00 0,09 0,41 0,00 1,66 0,85 0,02 1,32 0,02 0,29 0,03 0,34 9,17 0,48 0,00 5,15 0,69 12,46 0,03 4,77 0,06 0,58 0,39 0,45 0,18 2,26 0,00 0,07 6,00 0,17 1,69 0,00 1,57 0,00 3,55 1,53 1,68 0,00 0,00 5,37 0,72 0,16 0,00 0,00 0,00 0,49 0,01
269
Polen Portugal Roemenië Rusland Saoedi Arabië Singapore Slovenie Int.Org. Slovakije Zweden Thailand Turkije Taiwan V.S.A. Venezuela Brit.Virgin Buiten grondgebied BLEU(EX.EUINSTEL) Instel.EU buiten grondgebied BLEU Zuid-Afrika Totaal
0,84 0,13 0,07 0,20 0,00 0,16 0,00 0,03 0,07 1,51 0,68 0,38 0,56 24,47 0,00 0,00
0,92 0,10 0,10 0,51 0,01 0,13 0,11 0,03 0,06 0,90 0,53 0,51 0,51 17,79 0,17 0,00
1,11 0,26 0,04 0,27 0,02 0,17 0,03 0,00 0,06 0,73 0,33 0,47 0,89 26,27 0,12 0,01
1,02 0,12 0,38 0,06 0,06 0,11 0,02 0,00 0,08 0,81 0,55 0,85 0,70 22,05 0,00 0,01
0,11
0,07
0,06
0,15
0,59 0,44 100,00
0,66 0,34 100,00
0,41 0,22 100,00
1,23 0,62 100,00
30/06/2014 14,78 10,21 4,64 4,71 21,07 7,75 2,62 2,20 2,93 28,70 0,04 0,35 100,00
31/12/2014 10,46 8,45 4,36 3,80 22,36 6,47 2,99 2,20 2,89 35,85 0,00 0,17 100,00
Sectorale spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Cyclische Sectoren Consumenten(Cyclisch) Consumenten(Niet cyclisch) Farma Financiële sectoren Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven Vastgoed Overheid Beleggingsfondsen Diversen Totaal
30/06/2013 9,80 8,45 6,89 4,88 20,36 4,19 2,80 4,20 2,58 35,67 0,04 0,14 100,00
31/12/2013 8,24 6,95 3,86 3,83 22,91 4,27 2,71 2,31 2,20 42,12 0,15 0,45 100,00
270
Muntspreiding (in % van de nettoactiva)
AUD BRL CAD CHF CLP CNH CNY COP CZK DKK EUR GBP HKD HUF IDR ILS INR JPY KRW MXN MYR NGN NOK NZD PEN PHP PLN RON RUB SEK SGD SKK THB TRY TWD USD ZAR Totaal
30/06/2013 1,17 0,93 1,56 1,19 0,02 0,00 0,16 0,28 0,13 0,31 52,37 3,20 1,45 0,18 0,41 0,27 0,28 2,40 1,56 1,11 0,76 0,04 1,10 0,02 0,21 0,24 0,72 0,06 0,43 1,00 0,16 0,01 0,68 0,54 0,57 23,85 0,63 100,00
31/12/2013 0,40 0,78 0,85 0,88 0,03 0,00 0,15 0,30 0,01 0,24 62,75 2,54 1,08 0,14 0,23 0,20 0,25 1,36 1,38 1,02 0,62 0,05 0,37 0,01 0,24 0,29 0,85 0,06 0,60 0,33 0,13 0,01 0,53 0,25 0,44 20,26 0,37 100,00
30/06/2014 0,47 0,85 1,25 1,16 0,01 0,00 0,08 0,29 0,10 0,31 51,67 3,62 1,90 0,05 0,34 0,05 0,56 1,92 1,58 0,80 0,85 0,02 0,57 0,01 0,18 0,20 1,12 0,04 0,11 0,36 0,16 0,01 0,33 0,42 0,78 27,52 0,31 100,00
31/12/2014 0,45 0,52 1,55 0,61 0,00 0,09 0,61 0,31 0,18 0,14 55,00 3,29 2,04 0,41 0,48 0,27 0,95 1,46 1,44 1,41 1,70 0,00 0,91 0,16 0,00 0,44 1,06 0,37 0,13 0,17 0,11 0,02 0,54 1,05 0,66 20,59 0,88 100,00
271
2.4.2
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN HET COMPARTIMENT PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 95 AUGUST (IN DE VALUTA VAN HET COMPARTIMENT) 1
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
de
halfjaar 655.611.451,26 653.888.183,55 1.309.499.634,81 73.253.852,44 57.159.281,90 130.413.134,34 756.886.520,55
2 halfjaar 1.734.643.486,67 1.354.679.309,50 3.089.322.796,17 439.140.230,78 48.277.814,47 487.418.045,25 1.068.958.961,37
Jaar 2.390.254.937,93 2.008.567.493,05 4.398.822.430,98 512.394.083,22 105.437.096,37 617.831.179,59 915.480.711,79
155,78 %
243,40 %
413,01 %
halfjaar 655.611.451,26 653.888.183,55 1.309.499.634,81 73.253.852,44 57.159.281,90 130.413.134,34 743.138.917,37
2 halfjaar 1.734.643.486,67 1.354.679.309,50 3.089.322.796,17 439.140.230,78 48.277.814,47 487.418.045,25 1.050.112.098,49
Jaar 2.390.254.937,93 2.008.567.493,05 4.398.822.430,98 512.394.083,22 105.437.096,37 617.831.179,59 899.659.801,55
158,66 %
247,77 %
420,27 %
1 Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale gecorrigeerde activa Gecorrigeerde Omloopsnelheid
ste
ste
de
De tabel hierboven toont het kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief aan het begin en het einde van de periode. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. Een actief beheer van het vermogen kan resulteren in hoge omloopsnelheidpercentages (maandelijks percentage > 50%). De gedetailleerde lijst van de transacties kan gratis worden ingekeken op de zetel van de Bevek of het Fonds, Havenlaan 2, 1080 Brussel.
2.4.3
BEDRAG VAN DE VERPLICHTINGEN INZAKE FINANCIËLE DERIVATENPOSITIES Nihil
272
2.4.4
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INSCHRIJVINGEN, TERUGBETALINGEN EN VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Periode Jaar
Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop Inschrijvingen Kap.
Einde periode
Terugbetalingen
Dis.
Kap.
Dis.
Kap.
Dis.
Totaal
698.815,80
185.978,70
1.948.789,61
1.948.789,61
2013 - 12
934.148,57
329.818,28
2.553.119,91
2.553.119,91
2014 - 12
1.694.071,08
350.396,49
3.896.794,50
3.896.794,50
2012 - 12
Bedragen ontvangen en betaald door de ICB (in de valuta van het compartiment)
Periode Jaar
Inschrijvingen
Terugbetalingen
Kapitalisatie
Distributie
Kapitalisatie
2012 - 12
190.962.603,89
2013 - 12
267.051.352,57
94.210.900,30
2014 - 12
514.664.587,50
105.140.623,91
Periode Jaar
Netto-inventariswaarde Einde periode (in de valuta van het compartiment) van één recht van deelneming
van het compartiment
Kapitalisatie 544.699.735,11
279,51
2013 - 12
742.245.408,99
290,73
2014 - 12
1.209.386.807,52
310,35
2012 - 12
Distributie
50.665.923,48
Distributie
273
2.4.5
RENDEMENTSCIJFERS
1 Jaar Kap Div
ISIN code
Munt
KAP
BE0946344125
EUR
3 Jaar*
5 Jaar*
10 Jaar*
Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench klassen mark klassen mark klassen mark klassen mark 6.69%
5.27%
4.10%
Sinds start* Startdatum
Aandelen klassen
28/07/2006
2.59%
* De rendementscijfers zijn op jaarbasis. Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst.
Het staafdiagram geeft de performance weer van volledige boekjaren. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. Berekend in EUR. Het rendement wordt berekend als de wijziging van de inventariswaarde tussen twee tijdstippen uitgedrukt in procent. Berekeningsmethode voor datum D waarbij NIW staat voor inventariswaarde: Kapitalisatie deelbewijzen (KAP) Return op datum D over een periode van X jaar: [NIW(D) / NIW(Y)] ^ [1 / X] - 1 met Y = D-X Return op datum D sinds de startdatum S van het deelbewijs: [NIW(D) / NIW(S)] ^ [1 / F] - 1 met F = 1 indien het deelbewijs minder dan één jaar bestaat op datum D met F = (D-S) / 365.25 indien het deelbewijs langer dan één jaar bestaat op datum D Indien de periode tussen de twee tijdstippen groter is dan één jaar, dan wordt de gewone rendementsberekening omgezet in een rendement op jaarbasis door de n-de machtswortel te nemen van 1 plus het totale rendement van het deelbewijs. De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en terugkopen van de rechten van deelneming. Het gaat om de rendementscijfers van kapitalisatie rechten van deelneming.
274
2.4.6
KOSTEN
Lopende kosten: * Kapitalisatie: 2.654% * Zijn niet opgenomen in de vermelde kosten: instap- en uitstapkosten, prestatiegebonden vergoedingen, transactiekosten betaald in het kader van de verwerving of vervreemding van activa, betaalde rente, betalingen met het oog op zekerheidsstelling in het kader van afgeleide financiële instrumenten en vergoedingen inzake Commission Sharing Agreements of geIijkaardige vergoedingen ontvangen door de beheervennootschap of enige hiermee verbonden persoon. Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Het beheerloon bedraagt 122.585,37 EUR. Bijkomend werd er een vergoeding van 6.866.287,93 EUR aangerekend met betrekking tot provisies en kosten voor de toewijzing van de activa.
BESTAAN VAN COMMISSION SHARING AGREEMENTS Niet van toepassing.
BESTAAN VAN FEE SHARING AGREEMENTS EN REBATES: De beheervennootschap kan haar vergoeding delen met de Distributeur, institutionele en/of professionele partijen. In principe gaat het om 35% tot 60% indien de distributeur een entiteit is van KBC Groep NV en om 35% tot 70% indien de distributeur geen entiteit is van KBC Groep NV, doch in een beperkt aantal gevallen bedraagt de vergoeding van de distributeur minder dan 35%. De belegger zal, op verzoek, meer informatie kunnen bekomen inzake deze gevallen. Indien de beheervennootschap de activa van de instelling voor collectieve belegging belegt in rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging die niet worden beheerd door een entiteit van KBC Groep NV en de beheervennootschap ontvangt hiervoor een vergoeding, zal de beheervennootschap deze vergoeding betalen aan de instelling voor collectieve belegging. Fee sharing heeft geen invloed op de hoogte van de beheercommissie die het compartiment betaalt aan de beheervennootschap. Deze beheercommissie is onderworpen aan de beperkingen bepaald in de statuten. Deze beperkingen kunnen enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de algemene vergadering. De beheervennootschap heeft een distributieovereenkomst afgesloten met de Distributeur om een ruimere verspreiding van de rechten van deelneming van het compartiment mogelijk te maken, door gebruik te maken van meerdere distributiekanalen. Het is in het belang van de deelnemers, van het compartiment en van de Distributeur dat een zo groot mogelijk aantal rechten van deelneming wordt verkocht, en dat de activa van het compartiment dus zo hoog mogelijk zijn. In dit opzicht is er dus geen sprake van tegenstrijdige belangen.
2.4.7
TOELICHTING BIJ DE FINANCIËLE STATEN EN ANDERE GEGEVENS
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille: max.1.05% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, er wordt geen beheersprovisie aangerekend op de activa die belegd zijn in instellingen voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Bijkomend: provisies en kosten voor de toewijzing van de activa: max. 0.75% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. KBC Fund Management Limited ontvangt van de beheervennootschap een vergoeding van max. 0.75% berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, zonder dat de totale provisies en kosten voor de toewijzing van de activa die de beheervennootschap ontvangt zullen worden overschreden. De vergoeding voor administratief agent is betaalbaar op het einde van elk maand en is berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. Vergoeding van de commissaris: 1786 EUR per jaar. Deze vergoeding is exclusief BTW en kan jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de beslissing van de algemene vergadering. Het bewaarloon is berekend op de waarde van de stukken die de bewaarder in depot heeft op de laatste bankwerkdag van het voorafgaande kalenderjaar, behalve op de activa die belegd zijn in instelling voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Het bewaarloon wordt betaald in het begin van het kalenderjaar.
275
Uitoefenen van stemrechten: Indien nodig, relevant en in het belang van de aandeelhouders zal de beheervennootschap de stemrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de aandelen in de portefeuille van de Bevek. De beheervennootschap hanteert de volgende criteria bij het bepalen van haar houding m.b.t. de agendapunten die ter stemming worden voorgelegd: De waarde voor de aandeelhouders mag niet negatief beïnvloed worden. De regels inzake corporate governance, inzonderheid deze met betrekking tot de rechten van de minderheidsaandeelhouders, moeten gerespecteerd worden. Er moet aan de minimumnormen inzake duurzaam en maatschappelijk ondernemen voldaan worden. De lijst van ondernemingen waarvoor het stemrecht werd uitgeoefend, is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de Bevek.
Effect KBC Equity Fund-America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Satellites-Institutional B Shares KBC Participation-Cash Plus-Institutional B Shares KBC Participation-Local Emerging Market Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Liquidity-Institutional B Shares KBC Bonds-Corporates USD-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-Corporates Euro-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-EMU Short KBC Bonds-High Interest-Institutional B Shares capitalisation KBC Interest fund-EURO MEDIUM-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Emurenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Eurorenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Short USD-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Strategic Accents 1-Institutional B Shares Capitalisation Celest-Volatility Strategy - Andromeda-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Buyback America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend New Markets-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Quant EMU-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Satellites-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Finance-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Non Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Telecom & Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Turkey-Institutional B Shares KBC Equity Fund-US Small Caps-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Currencies-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Cash 3 Month Duration-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Cash 5 Month Duration-Institutional B Shares KBC Participation-Commodities-Institutional B Shares KBC Participation-SRI Corporate Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Real Estate-Institutional B Shares Privileged Portfolio-Pro 95 August
Maximale beheerloon 1,50 1,50 1,50 0,40 1,20 0,40 1,10 1,10 0,40 1,10 0,50 1,10 1,10 1,17 1,10 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 0,50 0,40 0,40 1,10 1,25 0,93 1,05
276
Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2014
INHOUDSOPGAVE 2.
Informatie over Privileged Portfolio Pro 90 August 2.1. Beheerverslag 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs 2.1.2. Beursnotering 2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.1.4. Financieel portefeuillebeheer 2.1.5. Distributeurs 2.1.6. Index en benchmark 2.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.1.8. Toekomstig beleid 2.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator (SRRI) 2.2. Balans 2.3. Resultatenrekening 2.4. Samenstelling van de activa en kerncijfers 2.4.1. Samenstelling van de activa 2.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa 2.4.3. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en inventariswaarde 2.4.5. Rendementscijfers 2.4.6. Kosten 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
van
de
netto-
277
278
2
INFORMATIE OVER PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 90 AUGUST
2.1
BEHEERVERSLAG
2.1.1
LANCERINGSDATUM EN INSCHRIJVINGSPRIJS
Lanceringsdatum: 28 juli 2006 Initiële inschrijvingsprijs: 250 EUR Uitdrukkingsmunt: EUR
2.1.2
BEURSNOTERING
Niet van toepassing.
2.1.3
DOEL EN KRACHTLIJNEN VAN HET BELEGGINGSBELEID
DOEL VAN HET COMPARTIMENT : Het voornaamste doel van het compartiment bestaat erin de houders van rechten van deelneming een zo hoog mogelijk rendement te bieden d.m.v. rechtstreekse of onrechtstreekse beleggingen in verhandelbare effecten. Dit komt tot uiting in een streven naar meerwaarden en inkomsten. Het compartiment stelt zich bovendien tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden.
BELEGGINGSBELEID VAN HET COMPARTIMENT : CATEGORIEËN VAN TOEGELATEN ACTIVA: De beleggingen van het compartiment kunnen bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, deposito’s, financiële derivaten, liquide middelen en alle andere instrumenten voor zover en in de mate dit toegelaten is door de toepasselijke regelgeving en kadert binnen het vermelde doel.
GRENZEN VAN HET BELEGGINGSBELEID: Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de door de regelgeving gestelde grenzen. Het compartiment mag ontleningen aangaan tot 10% van haar netto-activa, voor zover het gaat om kortlopende ontleningen met het doel tijdelijke liquiditeitsproblemen op te lossen.
TOEGELATEN DERIVATENTRANSACTIES: Derivaten kunnen zowel gebruikt worden om de beleggingsdoelstellingen te realiseren als om risico’s in te dekken. Er kan met al dan niet genoteerde derivaten worden gewerkt: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps m.b.t. effecten, indexen, munten of rente of om andere transacties met derivaten. Niet genoteerde derivatentransacties worden enkel afgesloten met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties. Het compartiment streeft ernaar om, binnen de toepasselijke regelgeving en het beheerreglement, steeds de meest doelgerichte transacties af te sluiten. Alle kosten verbonden aan de transacties zijn ten laste van het compartiment en alle opbrengsten komen toe aan het compartiment. Als er door de transacties een risico ontstaat op de tegenpartij, kan dat risico worden ingeperkt door gebruik te maken van een margebeheersysteem dat verzekert dat het compartiment de begunstigde is van een zekerheid onder de vorm van contanten of investment grade obligaties. Bij het bepalen van de waarde van de obligaties wordt een marge toegepast die varieert in functie van de resterende looptijd en de uitdrukkingsmunt van de betreffende obligatie. De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten. De ICB kan contracten afsluiten die betrekking hebben op een kredietrisico op emittenten van schuldinstrumenten. Het kredietrisico is het risico dat de emittent van het schuldinstrument in gebreke blijft. Dit kredietrisico heeft betrekking op partijen waarvan de kredietwaardigheid op het moment van het sluiten van het contract evenwaardig is aan die van de emittenten van wie de ICB rechtstreeks schuldinstrumenten aanhoudt. Derivaten kunnen ook worden gebruikt om de activa van het compartiment in te dekken tegen open wisselkoersrisico’s ten opzichte van de uitdrukkingsmunt.
279
Een eventueel gebruik van kredietderivaten kan enkel ter uitvoering van de beleggingsdoelstellingen en binnen het bestaande risicoprofiel, zonder dat dit een verschuiving impliceert naar minder kredietwaardige debiteuren. Bijgevolg verhoogt het kredietrisico niet. In zoverre er met derivaten wordt gewerkt, gaat het om vlot verhandelbare en liquide instrumenten. Bijgevolg heeft het gebruik van derivaten geen invloed op het liquiditeitsrisico. Het gebruik van derivaten verandert ook niets aan de spreiding van de portefeuille over regio’s, sectoren of thema’s. Bijgevolg heeft het geen invloed op het concentratierisico. Derivaten worden niet gebruikt om een gehele of gedeeltelijke kapitaalbescherming te waarborgen. Ze verhogen noch verminderen het kapitaalrisico. Het gebruik van derivaten heeft ook geen invloed op het afwikkelingsrisico, het bewaarnemingsrisico, het flexibiliteitsrisico, het inflatierisico of het risico afhankelijk van externe factoren.
BEPAALDE STRATEGIE: Het rendement is afhankelijk van de marktevolutie. Het compartiment stelt zich tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden. De bodemgrens heeft een geldigheidsduur van 1 jaar en is steeds gelijk aan 90% van de inventariswaarde op de laatste bankwerkdag van de voorgaande maand juli (de bodemgrens voor het eerste jaar wordt vastgesteld op basis van de initiële inventariswaarde). Deze doelstelling vormt evenwel geen garantie: noch voor wat betreft het rendement; noch voor wat betreft de terugkoopprijs, die minder kan bedragen dan de bodemgrens, zoals hierboven bepaald. Het compartiment biedt geen kapitaalbescherming of kapitaalgarantie, noch een gegarandeerd rendement. Telkens na vastlegging van de bodemgrens wordt, in functie van het door de beheerder ingeschatte marktpotentieel, voor minimaal 20% belegd in obligaties (en/of obligatie-ICB’s) en/of geldmarktinstrumenten en voor minimaal 20% in aandelen (en/of aandelen-ICB’s) en hiermee samenhangende financiële instrumenten. Het door de beheerder ingeschatte marktpotentieel wordt voor obligaties bepaald door de verwachte rente-evolutie. Bij een verwachting van stijgende middellange- tot langetermijnrente zal relatief minder worden belegd in obligaties en bij een verwachting van stabiele of dalende rente zal relatief meer worden belegd in obligaties. Ook het absolute niveau van deze rente is een bepalende factor, waarbij relatief hoge rente het gewicht obligaties zal doen toenemen (en omgekeerd). Het door de beheerder ingeschatte marktpotentieel wordt voor aandelen bepaald door o.m. de winstverwachtingen van de bedrijven en de brede macroeconomische context. Bij positieve winstverwachtingen en/of een brede macro-economische context van bevredigende groeiverwachting zal relatief meer worden belegd in aandelen en bij negatieve winstverwachtingen en/of een beperkte groeiverwachting zal relatief minder worden belegd in aandelen. Het opbrengstpotentieel van beide activaklassen (obligaties en aandelen) wordt tegen elkaar afgewogen rekening houdend met de risicopremie van aandelen (de som van de in de toekomst verwachte aandelendividenden, verminderd met de risicoloze rente). Daarbij zal meer worden belegd in die activaklasse waarvan het opbrengstpotentieel (rekening houdend met de risicopremie) het hoogst wordt ingeschat. Indien het opbrengstpotentieel van beide activaklassen gelijkaardig is, kan evenwichtig worden belegd in beide activaklassen. Bij een daling van de inventariswaarde in de richting van de bodemgrens zal de beheerder ingrijpen door de beleggingen in meer risicovolle activa (vb. aandelen en/of aandelen-ICB’s) te vervangen door beleggingen in minder risicovolle activa (vb. obligaties, obligatie-ICB’s en/of geldmarktinstrumenten). Indien de inventariswaarde de bodemgrens raakt, zal de beheerder volledig omschakelen naar beleggingen in geldmarktinstrumenten. Omgekeerd zal de beheerder bij een stijging van de inventariswaarde weg van de bodemgrens ingrijpen door de spreidingen van de activa opnieuw en gradueel aan te passen, teneinde, bij voldoende sterke toename van de inventariswaarde, opnieuw de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Bij gunstige marktontwikkelingen en voor zover de inventariswaarde voldoende hoog is ten opzichte van de bodemgrens, en zolang deze voorwaarden vervuld zijn, kan het compartiment tijdelijk afwijken van de spreiding bij vastlegging van de bodemgrens, door de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Hierdoor zal het percentage meer risicovolle activa stijgen ten opzichte van het percentage dat was bepaald bij vastlegging van de bodemgrens. Dit gebeurt op weloverwogen manier die ondermeer functie is van de historische volatiliteit op de markten (die voldoende laag moet zijn alvorens risicovolle activa verder te kunnen opbouwen). Het is daarbij de doelstelling om, naast de bewaking van de bodemgrens, een zo hoog mogelijk rendement te realiseren.
280
KENMERKEN VAN DE OBLIGATIES EN SCHULDINSTRUMENTEN: De activa worden gedeeltelijk belegd in obligaties en schuldbewijzen, zowel uitgegeven door bedrijven als door overheidsinstanties. Het compartiment belegt rechtstreeks en/of onrechtstreeks minimaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa in effecten die een investment grade (minimaal BBB-/Baa3 lange termijn, A3/F3/P3 korte termijn) rating hebben van minstens 1 van volgende ratingagentschappen: o Moody’s (Moody’s Investors Service); o S&P (Standard & Poor’s, a Division of the McGraw-Hill Companies); o Fitch (Fitch Ratings), en/of in geldmarktinstrumenten waarvan de emittent over een investment grade rating van 1 van bovenstaande agentschappen beschikt. Daarnaast kan het compartiment tot maximaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa beleggen in effecten die over een lagere rating beschikken (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent over een lagere rating beschikt) en/of in effecten waarvoor geen kredietrating van één van boven genoemde agentschappen beschikbaar is (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent niet over een rating van één van boven genoemde agentschappen beschikt). Bij de selectie van de obligaties en schuldinstrumenten worden alle looptijden in aanmerking genomen.
VOORNAMELIJKE BELEGGING IN ANDERE ACTIVA DAN EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN. Het compartiment zal voornamelijk beleggen in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
UITLENING VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN: Het compartiment mag financiële instrumenten uitlenen binnen de beperkingen bepaald door de toepasselijke regelgeving. Het uitlenen gebeurt in het kader van een effectenleningensysteem beheerd door hetzij een ‘principaal’, hetzij een ‘agent’. In het eerste geval heeft het compartiment enkel een relatie met de principaal van het effectenleningensysteem die als tegenpartij optreedt en aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met enerzijds de agent (als beheerder van het systeem) en anderzijds één of meerdere tegenpartijen aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De agent zelf treedt op als tussenpersoon tussen het compartiment en de tegenpartij(en). De effectenleningen hebben geen wijziging van het risicoprofiel van het compartiment tot gevolg aangezien: De keuze van zowel principaal, agent als elke tegenpartij aan strenge selectiecriteria is onderworpen. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten op elk ogenblik kan gevraagd worden. Zo is gewaarborgd dat de effectenleningen het beheer van de activa van het compartiment niet beïnvloeden. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten wordt gegarandeerd door de principaal, respectievelijk de agent. Via een margebeheersysteem wordt steeds verzekerd dat het compartiment de begunstigde is van een financiële zekerheid onder de vorm van contanten of andere welbepaalde categorieën effecten met een laag risicoprofiel, zoals overheidsobligaties, dit voor het geval de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, geen gelijkwaardige effecten zou teruggeven. De reële waarde van de zekerheid onder de vorm van effecten met een laag risicoprofiel overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten met 5%. Daarenboven wordt bij het bepalen van de waarde van de als zekerheid verstrekte effecten met een laag risicoprofiel een marge van 3% toegepast die moet vermijden dat een negatieve koersevolutie tot gevolg zou kunnen hebben dat de reële waarde van de effecten met een laag risicoprofiel niet meer de reële waarde van de uitgeleende effecten overtreft. De waarde van de zekerheid onder de vorm van contanten overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten.
281
Indien het compartiment een financiële zekerheid ontvangt onder de vorm van contanten kan het deze contanten herinvesteren in deposito’s bij kredietinstellingen die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen, mits de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de EER gevestigd is, of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gevestigd is, mits deze instelling onderworpen is aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Europees recht zijn vastgesteld. kortetermijngeldmarktfondsen zoals beschreven in de ESMA-richtsnoeren CESR/10049 van 19 mei 2010 betreffende een gemeenschappelijke definitie van Europese geldmarktfondsen. overheidsobligaties in dezelfde munteenheid als de ontvangen contanten en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot effectenleningen door bepaalde instellingen voor collectieve belegging. Deze herinvestering kan tot gevolg hebben dat het compartiment met betrekking tot de financiële zekerheid niet langer een kredietrisico loopt t.o.v. de financiële instelling waar de contantenrekening wordt aangehouden maar wel bijvoorbeeld t.o.v. de emittent(en) van het (de) schuldinstrument(en). De beheervennootschap kan de uitvoering van het herinvesteringsbeleid delegeren aan een derde, met inbegrip van de agent die het effectenleningensysteem beheert. Het uitlenen van effecten stelt het compartiment in de mogelijkheid een bijkomende opbrengst te behalen. Deze opbrengst kan bestaan uit enerzijds een vergoeding die de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, betaalt en anderzijds inkomsten uit herinvestering. Van deze opbrengst worden directe en indirecte kosten afgehouden. Deze kosten worden forfaitair bepaald op 35% van de ontvangen vergoeding en bestaan uit de kosten voor de clearing services van KBC Bank, de kosten van de beheervennootschap voor het opzetten en opvolgen van het systeem voor uitlenen van effecten, de kosten voor het margebeheer, de kosten verbonden aan cash- en effectenrekeningen en -verkeer, de vergoeding voor het eventuele beheer van herinvesteringen en, indien gewerkt wordt via een agent, de vergoeding betaald aan de agent De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten.
ALGEMENE STRATEGIE TER DEKKING VAN HET WISSELRISICO: Om zijn activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen en binnen de beperkingen die uiteengezet worden in het beheerreglement, kan het compartiment transacties verrichten die betrekking hebben op de verkoop van termijnovereenkomsten op deviezen, evenals de verkoop van callopties of de aankoop van putopties op valuta’s. De hier beoogde transacties mogen enkel betrekking hebben op contracten die verhandeld worden op een gereglementeerde markt die regelmatig werkt, erkend is en opengesteld is voor het publiek, of verhandeld worden met een erkende financiële instelling van eerste rang die gespecialiseerd is in dit type van transacties en die actief is op de 'over the counter' (OTC)-markt voor opties. Met dezelfde doelstelling kan het compartiment ook valuta’s verkopen op termijn of uitwisselen in het kader van onderhandse transacties met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties.
SOCIALE, ETHISCHE EN MILIEUASPECTEN: Er mag niet belegd worden in financiële instrumenten uitgegeven door producenten van controversiële wapens, waarvan de voorbije vijf decennia bij internationale consensus is vastgesteld dat het gebruik ervan onevenredig veel menselijk leed veroorzaakt aan de burgerbevolking. Het betreft de producenten van antipersoonsmijnen, clusterbommen en -munitie en wapens met verarmd uranium. Er mogen daarnaast sinds 31.3.2014 geen nieuwe beleggingen gebeuren in financiële instrumenten uitgegeven door ondernemingen zonder anti-corruptie beleid die bovendien in de afgelopen twee jaar een negatieve evaluatie kregen bij een diepgaande screening op de aanwezigheid van corruptie. De onderneming heeft geen anti-corruptie beleid als niet kan worden aangetoond dat de onderneming een aanvaardbaar beleid heeft aangaande de bestrijding van corruptie. Een aanvaardbaar beleid dient publiek gemaakt te worden en houdt minstens in dat omkoping niet gedoogd wordt, en dat de wet dienaangaande wordt nageleefd. De screening zal gebeuren op basis van een algemeen aanvaarde en onafhankelijke ‘Sociale, ethische en milieuaspecten’ database. Op deze wijze wordt niet alleen een louter financiële realiteit weergegeven, maar ook een sociale realiteit van de sector of regio.
282
Voor de eventuele toepassing van de Europese en Belgische fiscale bepalingen wordt verwezen naar het prospectus onder 'Informatie betreffende het gemeenschappelijk beleggingsfonds Belastingstelsel' .
2.1.4
FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER
Het intellectueel beheer (inclusief de toewijziging van de activa), wordt door de beheervennootschap gedelegeerd aan KBC Fund Management Limited, Joshua Dawson House, Dawson Street, Dublin 2, IRELAND.
2.1.5
DISTRIBUTEURS
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
2.1.6
INDEX EN BENCHMARK
Zie ‘Beleggingsbeleid van het compartiment’.
2.1.7
TIJDENS HET BOEKJAAR GEVOERD BELEID
De investeringsdoelstelling van elk subfonds is om het hoogst mogelijk rendement te genereren en tegelijk ernaar te streven de netto inventariswaarde boven de bodemgrens te houden. Als dusdanig is er een dynamische allocatie tussen meer risicovolle investeringen en minder risicovolle investeringen zoals bepaald door een mathematisch model. Twijfels over de duurzaamheid van het economische herstel blijven het beleggingsklimaat beheersen. Maar in de zomermaanden begon de stemming positiever te worden. Europa schudde de recessie van zich af en de eurocrisis loste haar wurggreep. Japan doorbrak de negatieve deflatiespiraal. De VS waren niet van de zo gevreesde “fiscal cliff” gevallen. In december wisten de Democraten en de Republikeinen de patstelling rond het begrotingsbeleid verrassend te doorbreken. Voor de Amerikaanse centrale bank was dat het signaal dat de economie sterk genoeg was geworden om geleidelijk van het monetair infuus afgekoppeld te worden. Op de laatste bankwerkdag van augustus kende het fonds zijn jaarlijkse reset van de bodemgrens.
2.1.8
TOEKOMSTIG BELEID
Het toekomstige investeringsbeleid en participatieniveau in risicovolle investeringen zal bepaald worden door het dynamisch portefeuille-algoritme terwijl ernaar te streven dat de bodemgrens wordt beschermd.
2.1.9
SYNTHETISCHE RISICO- EN OPBRENGSTINDICATOR
5 op een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). De waarde van een recht van deelneming kan stijgen of dalen en de belegger kan minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd. Overeenkomstig Verordening 583/2010 is een synthetische risico- en opbrengstindicator bepaald. Deze geeft een cijfermatige aanduiding van de mogelijke opbrengst van het compartiment, maar ook van het bijhorende risico, berekend in de uitdrukkingsmunt van het compartiment. De indicator wordt geformuleerd als een cijfer tussen 1 en 7. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger de mogelijke opbrengst, maar ook hoe moeilijker voorspelbaar dit rendement. Ook verliezen zijn mogelijk. Het laagste cijfer betekent niet dat de belegging volledig risicoloos is. Wel wijst het erop dat, vergeleken met hogere cijfers, dit product normaal een lager, maar eveneens beter voorspelbaar rendement zal bieden. De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt geregeld geëvalueerd en kan dus verlaagd of verhoogd worden op basis van gegevens uit het verleden. Gegevens uit het verleden zijn niet altijd een betrouwbare aanwijzing voor opbrengst en risico in de toekomst.
283
2.2
BALANS
Balansschema TOTAAL NETTO ACTIEF II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming
E.
31/12/2014
31/12/2013
889.435.957,76
507.145.792,06
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
1.303.556,38 879.814.758,55
501.810.495,23
1.461.626,97
1.252.018,52
-802.617,50
-832.102,69 -26,45
9.376.298,85
3.831.402,72
-414.109,11
-219.551,65
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
889.435.957,76
507.145.792,06
A.
Kapitaal
852.053.768,76
474.170.242,95
B.
Deelneming in het resultaat
613.262,44
-286.554,43
D.
Resultaat van het boekjaar
36.768.926,56
33.262.103,54
IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A. B.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-) c) Ontleningen (-)
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
VI. Overlopende rekeningen
C. Toe te rekenen kosten (-)
284
2.3
RESULTATENREKENING
Resultatenrekening I.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten l) Op financiële indexen Termijncontracten G. Vorderingen, deposito's, liquide middelen en schulden H. Wisselposities en -verrichtingen b) Andere wisselposities en verrichtingen
100,62
-160,94 53.928,76
34.662.817,16
42.323.489,47
36.372,95
127.100,00 0,01
12.219.311,84
-3.039.602,04
Det.rubriek I winst en verlies op beleggingen
Gerealiseerde winsten op beleggingen Ongerealiseerde winsten op beleggingen Gerealiseerde verliezen op beleggingen Ongerealiseerde verliezen op beleggingen II.
33.625.475,64 21.141.433,89 -9.531.760,58 1.683.453,62
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
Dividenden Interesten a) Effecten en geldmarkt instrumenten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-)
9.207,83
A. B.
III.
Andere opbrengsten
B.
Andere
15.561,93 8.669,54 -1.464,17
23.705,79 1.331,61 -334,93 11.659,83
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-4.217.726,70
-2.765.429,82
-1.531,12 -1.039,94
-356,40 -3.017,92
-5.058.778,58 -664.279,68 -1.271,93 -1.924,33 -9.075,73 -216.815,30
-2.961.553,45 -387.079,74 -2.067,19 -3.916,81 -6.804,91 -117.995,61
-10.149.676,01
-6.202.651,72
36.768.926,56
33.262.103,54
36.768.926,56
33.262.103,54
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
VII. Resultaat van het boekjaar
285
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) II.
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
37.382.189,00
32.975.549,11
36.768.926,56
33.262.103,54
613.262,44
-286.554,43
-37.382.189,00
-32.975.549,11
286
2.4
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
2.4.1
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 90 AUGUST
Benaming
Hoeveelheid op 31/12/2014
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie % (in de valuta van het in het bezit compartiment) van de ICB
% Porte feuille
% Nettoactief
NETTOACTIVA EFFECTENPORTEFEUILLE Beleggingsfondsen Gesloten fondsen Genoteerde gesloten beleggingsfondsen België KBC EQUITY FUND AMERICA IS B KAP
16.399,00
USD
2.217,030
30.045.927,83
4,58
3,42
3,38
KBC EQUITY FUND EUROPE IS
15.691,00
EUR
1.453,940
22.813.772,54
4,61
2,59
2,57
KBC EQUITY FUND STRATEGIC
113.384,00
EUR
721,760
81.836.035,84
5,79
9,30
9,20
1.284,00
EUR
1.062,860
1.364.712,24
0,83
0,16
0,15
18.743,00
EUR
970,520
18.190.456,36
2,15
2,07
2,05
4.835,00
EUR
281,850
1.362.744,75
0,58
0,16
0,15
KBC BONDS CORPOR USD IS B KAP
10.322,00
USD
1.033,800
8.818.547,66
2,40
1,00
0,99
KBC BONDS CORPORATES EURO IS B KAP
30.021,00
EUR
856,680
25.718.390,28
2,34
2,92
2,89
KBC BONDS EMU SHORTIS B KAP
32.402,00
EUR
1.067,990
34.605.011,98
3,37
3,93
3,89
KBC BONDS HIGH INTEREST IS B KAP
13.016,00
EUR
2.073,780
26.992.320,48
1,69
3,07
3,04
9.240,00
EUR
4.164,380
38.478.871,20
3,15
4,37
4,33
KBC RENTA EMURENTA IS B KAP
17.918,00
EUR
632,690
11.336.539,42
3,25
1,29
1,28
KBC RENTA EURORENTA IS B KAP
3.905,00
EUR
2.837,050
11.078.680,25
2,28
1,26
1,25
KBC RENTA SHORT USD IS B KAP
48.564,00
USD
887,860
35.633.265,60
4,72
4,05
4,01
KBC RENTA STRATEGIC ACCENTS 1 IS B KAP
44.346,00
EUR
1.216,150
53.931.387,90
3,39
6,13
6,06
KBC PARTICIPATION CASH PLUS IS B KAP KBC PARTICIPATION LOCAL EMERGING MARKET BONDS KAP IS B PRIVILEGED PORTFOLIO LIQUIDITY IS B KAP
Luxemburg
KBC INTEREST FUND EURO MEDIUM IS B_KAP
Open beleggingsfondsen ICBE ingeschreven bij de FSMA België CELEST VOLATILITY STRATEGY ANDROMEDA IS B KBC EQUITY FUND BUYBACK AMERICA IS B KAP KBC EQUITY FUND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND NEW MARKETS IS B KAP KBC EQUITY FUND QUANT EMU IS B KAP KBC EQUITY FUND SATELLITES IS B KAP
6.825,00
EUR
974,600
6.651.645,00
4,30
0,76
0,75
17.516,00
USD
1.567,360
22.688.217,64
3,24
2,58
2,55
126.704,00
EUR
436,490
55.305.028,96
4,70
6,29
6,22
25.390,00
EUR
455,780
11.572.254,20
3,55
1,32
1,30
17.783,00
EUR
1.226,470
21.810.316,01
3,28
2,48
2,45
17.456,00
EUR
474,380
8.280.777,28
4,12
0,94
0,93
53.354,00
EUR
674,140
35.968.065,56
5,28
4,09
4,04
17.997,00
EUR
1.234,160
22.211.177,52
4,55
2,53
2,50
KBC EQUITY FUND STRATEGIC CYCLICALS IS KAP
104.892,00
EUR
794,010
83.285.296,92
4,95
9,47
9,37
KBC EQUITY FUND STRATEGIC FINANCE IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC NON CYCLICALS IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC TEL & TECHNOLOGY IS B KAP KBC EQUITY FUND TURKEY IS B KAP
142.213,00
EUR
405,600
57.681.592,80
4,85
6,56
6,49
111.748,00
EUR
332,650
37.172.972,20
4,94
4,23
4,18
185.042,00
EUR
150,540
27.856.222,68
4,72
3,17
3,13
5.173,00
TRY
1.504,420
2.751.118,73
3,86
0,31
0,31
KBC EQUITY FUND US SMALL CAPS IS B KAP KBC MULTI INTEREST CURRENCIES IS KAP KBC MULTI INTEREST 3 MONTH DURATION - INST SH B KAP
8.721,00
USD
1.510,820
10.888.691,56
4,53
1,24
1,22
21.752,00
EUR
1.001,330
21.780.930,16
4,57
2,48
2,45
1.365,00
EUR
999,050
1.363.703,25
0,59
0,16
0,15
287
KBC MULTI INTEREST 5 MONTH DURATION IS B
1.364,00
EUR
1.000,470
1.364.641,08
0,59
0,16
0,15
KBC PARTICIPATION COMMODITIES IS B KBC PARTICIPATION SRI CORPORATE BONDS IS B KAP PRIVILEGED PORTFOLIO REAL ESTATE IS B KAP
7.867,00
EUR
751,260
5.910.162,42
4,37
0,67
0,66
20.699,00
EUR
1.242,190
25.712.090,81
2,31
2,92
2,89
34.284,00
EUR
506,160
17.353.189,44 879.814.758,55
4,50
1,97 100,00
1,95 98,92
100,00
98,92
Totaal beleggingsfondsen
TOTAAL EFFECTENPORTEFEUILLE
879.814.758,55
LIQUIDE MIDDELEN Zichtrekeningen België KBC GROUP AUD
607,15
AUD
1,000
410,61
KBC GROUP CAD
3.012,27
CAD
1,000
2.149,24
KBC GROUP CHF
1.273,34
CHF
1,000
1.059,04
KBC GROUP CZK
99.057,54
CZK
1,000
3.574,15
KBC GROUP DKK
28.623,31
DKK
1,000
3.843,94
9.346.423,55
EUR
1,000
9.346.423,55
1,05
KBC GROUP GBP
4.975,25
GBP
1,000
6.410,99
0,00
KBC GROUP HUF
523.952,94
HUF
1,000
1.659,39
KBC GROUP JPY
856.701,00
JPY
1,000
5.905,07
KBC GROUP NOK
13.901,97
NOK
1,000
1.532,34
KBC GROUP PLN
3.151,26
PLN
1,000
733,18
KBC GROUP SEK
8.413,32
SEK
1,000
888,18
KBC GROUP TRY
2.661,23
TRY
1,000
940,76
KBC GROUP USD
926,18
USD
1,000
765,41 9.376.295,85
KBC GROUP EURO
Totaal zichtrekeningen
0,00
1,05
Beheerde futuresrekeningen België KBC GROUP EURO FUT REK
3,00
EUR
1,000
Totaal beheerde futurerekeningen
TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN
3,00 3,00
9.376.298,85
1,05
OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN Vorderingen België KBC GROUP EUR TE ONTVANGEN
1.461.626,97
EUR
1,000
1.461.626,97 1.461.626,97
0,16 0,16
-802.617,50
EUR
1,000
-802.617,50 -802.617,50
-0,09 -0,09
659.009,47
0,07
-414.109,11
-0,05
-414.109,11
-0,05
889.435.957,76
100,00
Totaal vorderingen Schulden België KBC GROUP EUR TE BETALEN
Totaal schulden
TOTAAL VORDERINGEN EN SCHULDEN ANDERE Te betalen kosten
TOTAAL ANDERE TOTAAL VAN DE NETTOACTIVA
EUR
288
Geografische spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Ver.Arab.Emir. Argentinië Australië Oostenrijk België Bahrein Bermuda Brazilië Centr.Amerika Canada Zwitserland Chili China Ivoorkust Colombië Tsjechië Kaaimaneilanden Duitsland Denemarken Egypte Spanje Finland Frankrijk Gabon V.K. Griekenland Hong Kong Hongarije Indië Indonesië Ierland Ijsland Israël Italië Jersey Kanaaleilanden Japan Kazakhstan Zuid-Korea Kroatië Luxemburg Mexico Maleisië Nigeria Nederland Noorwegen Nieuw Zeeland Oekraïne Panama Peru Filipijnen Papua N.Guin. Polen
30/06/2013 0,02 0,00 1,18 0,92 2,56 0,00 0,24 0,75 0,26 1,39 2,00 0,09 1,20 0,00 0,14 0,09 0,23 9,21 0,37 0,00 3,79 0,43 9,40 0,00 4,74 0,04 0,96 0,11 0,47 0,34 3,18 0,00 0,18 4,89 0,29 4,53 0,00 1,62 0,01 0,63 0,67 0,63 0,00 4,71 0,65 0,03 0,00 0,00 0,12 0,19 0,01 0,52
31/12/2013 0,03 0,01 0,90 0,48 2,97 0,01 0,24 0,59 0,00 1,71 2,03 0,07 1,12 0,00 0,15 0,03 0,41 10,69 0,52 0,01 4,66 0,70 11,86 0,00 5,07 0,06 0,85 0,13 0,36 0,25 4,25 0,01 0,06 5,65 0,18 3,63 0,01 1,46 0,02 0,87 0,55 0,51 0,01 4,97 0,32 0,01 0,03 0,01 0,11 0,19 0,01 0,38
30/06/2014 0,01 0,01 0,88 0,32 5,19 0,00 0,16 0,49 0,00 1,94 1,70 0,04 1,62 0,00 0,09 0,02 0,32 9,53 0,56 0,00 3,92 0,94 11,85 0,01 4,76 0,06 0,87 0,06 0,68 0,32 1,20 0,00 0,14 4,01 0,23 3,78 0,00 1,69 0,01 0,64 0,30 0,54 0,00 3,94 0,20 0,02 0,01 0,01 0,05 0,13 0,02 0,32
31/12/2014 0,03 0,00 0,99 0,44 2,33 0,00 0,15 0,33 0,00 2,08 1,15 0,02 1,71 0,01 0,15 0,03 0,32 10,63 0,39 0,00 4,45 0,83 10,84 0,01 4,98 0,10 0,79 0,26 0,76 0,26 2,25 0,00 0,10 4,28 0,23 2,49 0,00 1,76 0,00 1,95 0,79 1,09 0,00 4,62 0,53 0,15 0,00 0,00 0,00 0,31 0,02 0,56
289
Portugal Roemenië Rusland Saoedi Arabië Singapore Slovenie Int.Org. Slovakije Zweden Thailand Turkije Taiwan V.S.A. Venezuela Brit.Virgin Buiten grondgebied BLEU(EX.EUINSTEL) Instel.EU buiten grondgebied BLEU Zuid-Afrika Zaïre Totaal
0,21 0,04 0,21 0,00 0,20 0,00 0,02 0,03 1,12 0,59 0,31 0,88 31,77 0,00 0,00
0,21 0,04 0,42 0,00 0,20 0,04 0,01 0,02 0,90 0,46 0,25 1,07 26,60 0,07 0,00
0,37 0,01 0,16 0,01 0,21 0,01 0,00 0,02 0,64 0,32 0,22 1,27 32,85 0,03 0,00
0,21 0,31 0,06 0,03 0,15 0,01 0,00 0,04 0,52 0,52 0,76 1,19 29,98 0,00 0,01
0,05
0,03
0,02
0,07
0,31 0,46 0,01 100,00
0,25 0,28 0,00 100,00
0,11 0,16 0,00 100,00
0,45 0,52 0,00 100,00
30/06/2014 19,68 13,33 6,16 6,40 21,29 10,80 2,95 2,06 3,14 13,95 0,01 0,23 100,00
31/12/2014 15,53 12,17 6,16 5,83 21,12 10,56 3,55 2,31 3,34 19,36 0,00 0,07 100,00
Sectorale spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Cyclische Sectoren Consumenten(Cyclisch) Consumenten(Niet cyclisch) Farma Financiële sectoren Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven Vastgoed Overheid Beleggingsfondsen Diversen Totaal
30/06/2013 14,34 11,52 9,85 7,49 19,79 6,76 3,03 3,80 2,97 20,36 0,02 0,07 100,00
31/12/2013 15,11 11,77 7,00 7,63 23,17 8,48 3,57 1,84 2,64 18,52 0,06 0,21 100,00
290
Muntspreiding (in % van de nettoactiva)
AUD BRL CAD CHF CLP CNH CNY COP CZK DKK EUR GBP HKD HUF IDR ILS INR JPY KRW MXN MYR NGN NOK NZD PEN PHP PLN RON RUB SEK SGD SKK THB TRY TWD USD ZAR Totaal
30/06/2013 1,05 0,88 1,57 1,80 0,01 0,00 0,10 0,15 0,06 0,37 42,49 4,07 2,23 0,12 0,45 0,19 0,43 3,41 1,60 0,76 0,64 0,02 0,67 0,03 0,11 0,21 0,46 0,03 0,22 0,85 0,20 0,00 0,60 0,39 0,92 32,34 0,57 100,00
31/12/2013 0,76 0,60 1,68 1,86 0,01 0,00 0,06 0,12 0,02 0,51 49,34 4,35 2,22 0,07 0,26 0,10 0,35 2,73 1,43 0,50 0,50 0,02 0,29 0,01 0,09 0,16 0,35 0,02 0,23 0,66 0,20 0,00 0,46 0,14 0,95 28,66 0,29 100,00
30/06/2014 0,61 0,52 1,75 1,63 0,00 0,00 0,02 0,10 0,05 0,44 44,51 4,49 2,65 0,02 0,34 0,05 0,66 2,64 1,64 0,26 0,53 0,00 0,29 0,02 0,05 0,13 0,32 0,01 0,03 0,49 0,19 0,00 0,33 0,20 1,12 33,73 0,18 100,00
31/12/2014 0,61 0,38 1,99 1,01 0,00 0,08 0,39 0,16 0,10 0,25 45,06 4,27 2,69 0,33 0,42 0,18 0,96 2,39 1,67 0,74 1,10 0,00 0,63 0,15 0,00 0,28 0,58 0,31 0,06 0,25 0,15 0,01 0,51 0,87 1,14 29,63 0,65 100,00
291
2.4.2
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN HET COMPARTIMENT PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 90 AUGUST (IN DE VALUTA VAN HET COMPARTIMENT) 1
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
1 Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale gecorrigeerde activa Gecorrigeerde Omloopsnelheid
ste
de
halfjaar 450.457.643,74 410.634.625,38 861.092.269,13 82.571.975,81 35.578.111,03 118.150.086,84 540.108.307,70
2 halfjaar 1.376.373.400,36 1.086.476.120,18 2.462.849.520,53 343.280.202,61 44.687.281,74 387.967.484,35 783.246.068,80
Jaar 1.826.831.044,10 1.497.110.745,56 3.323.941.789,66 425.852.178,42 80.265.392,77 506.117.571,19 663.190.493,82
137,55 %
264,91 %
424,89 %
halfjaar 450.457.643,74 410.634.625,38 861.092.269,13 82.571.975,81 35.578.111,03 118.150.086,84 532.525.415,04
2 halfjaar 1.376.373.400,36 1.086.476.120,18 2.462.849.520,53 343.280.202,61 44.687.281,74 387.967.484,35 773.211.464,37
Jaar 1.826.831.044,10 1.497.110.745,56 3.323.941.789,66 425.852.178,42 80.265.392,77 506.117.571,19 654.744.572,92
139,51 %
268,35 %
430,37 %
ste
de
De tabel hierboven toont het kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief aan het begin en het einde van de periode. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. Een actief beheer van het vermogen kan resulteren in hoge omloopsnelheidpercentages (maandelijks percentage > 50%). De gedetailleerde lijst van de transacties kan gratis worden ingekeken op de zetel van de Bevek of het Fonds, Havenlaan 2, 1080 Brussel.
2.4.3
BEDRAG VAN DE VERPLICHTINGEN INZAKE FINANCIËLE DERIVATENPOSITIES Nihil
292
2.4.4
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INSCHRIJVINGEN, TERUGBETALINGEN EN VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Periode Jaar
Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop Inschrijvingen Kap.
Einde periode
Terugbetalingen
Dis.
Kap.
Dis.
Kap.
Dis.
Totaal
273.678,21
194.016,49
1.259.897,57
1.259.897,57
2013 - 12
738.206,94
204.656,50
1.793.448,01
1.793.448,01
2014 - 12
1.445.375,18
273.196,06
2.965.627,13
2.965.627,13
2012 - 12
Bedragen ontvangen en betaald door de ICB (in de valuta van het compartiment)
Periode Jaar
Inschrijvingen Kapitalisatie
Terugbetalingen Distributie
Kapitalisatie
2012 - 12
69.876.605,90
49.067.338,65
2013 - 12
202.305.683,21
55.858.752,05
2014 - 12
425.062.276,62
79.541.037,48
Periode Jaar
Distributie
Netto-inventariswaarde Einde periode (in de valuta van het compartiment) van één recht van deelneming
van het compartiment
Kapitalisatie
2012 - 12
327.436.757,36
259,89
2013 - 12
506.778.044,36
282,64
2014 - 12
889.435.957,76
299,91
Distributie
293
2.4.5
RENDEMENTSCIJFERS
1 Jaar Kap Div
ISIN code
Munt
KAP
BE0946343119
EUR
3 Jaar*
5 Jaar*
10 Jaar*
Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench klassen mark klassen mark klassen mark klassen mark 6.10%
6.88%
4.54%
Sinds start* Startdatum
Aandelen klassen
28/07/2006
2.18%
* De rendementscijfers zijn op jaarbasis. Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst.
Het staafdiagram geeft de performance weer van volledige boekjaren. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. Berekend in EUR. Het rendement wordt berekend als de wijziging van de inventariswaarde tussen twee tijdstippen uitgedrukt in procent. Berekeningsmethode voor datum D waarbij NIW staat voor inventariswaarde: Kapitalisatie deelbewijzen (KAP) Return op datum D over een periode van X jaar: [NIW(D) / NIW(Y)] ^ [1 / X] - 1 met Y = D-X Return op datum D sinds de startdatum S van het deelbewijs: [NIW(D) / NIW(S)] ^ [1 / F] - 1 met F = 1 indien het deelbewijs minder dan één jaar bestaat op datum D met F = (D-S) / 365.25 indien het deelbewijs langer dan één jaar bestaat op datum D Indien de periode tussen de twee tijdstippen groter is dan één jaar, dan wordt de gewone rendementsberekening omgezet in een rendement op jaarbasis door de n-de machtswortel te nemen van 1 plus het totale rendement van het deelbewijs. De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en terugkopen van de rechten van deelneming. Het gaat om de rendementscijfers van kapitalisatie rechten van deelneming.
294
2.4.6
KOSTEN
Lopende kosten: * Kapitalisatie: 2.925% * Zijn niet opgenomen in de vermelde kosten: instap- en uitstapkosten, prestatiegebonden vergoedingen, transactiekosten betaald in het kader van de verwerving of vervreemding van activa, betaalde rente, betalingen met het oog op zekerheidsstelling in het kader van afgeleide financiële instrumenten en vergoedingen inzake Commission Sharing Agreements of geIijkaardige vergoedingen ontvangen door de beheervennootschap of enige hiermee verbonden persoon. Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Het beheerloon bedraagt 76.686,76 EUR. Bijkomend werd er een vergoeding van 4.982.091,82 EUR aangerekend met betrekking tot provisies en kosten voor de toewijzing van de activa.
BESTAAN VAN COMMISSION SHARING AGREEMENTS Niet van toepassing.
BESTAAN VAN FEE SHARING AGREEMENTS EN REBATES: De beheervennootschap kan haar vergoeding delen met de Distributeur, institutionele en/of professionele partijen. In principe gaat het om 35% tot 60% indien de distributeur een entiteit is van KBC Groep NV en om 35% tot 70% indien de distributeur geen entiteit is van KBC Groep NV, doch in een beperkt aantal gevallen bedraagt de vergoeding van de distributeur minder dan 35%. De belegger zal, op verzoek, meer informatie kunnen bekomen inzake deze gevallen. Indien de beheervennootschap de activa van de instelling voor collectieve belegging belegt in rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging die niet worden beheerd door een entiteit van KBC Groep NV en de beheervennootschap ontvangt hiervoor een vergoeding, zal de beheervennootschap deze vergoeding betalen aan de instelling voor collectieve belegging. Fee sharing heeft geen invloed op de hoogte van de beheercommissie die het compartiment betaalt aan de beheervennootschap. Deze beheercommissie is onderworpen aan de beperkingen bepaald in de statuten. Deze beperkingen kunnen enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de algemene vergadering. De beheervennootschap heeft een distributieovereenkomst afgesloten met de Distributeur om een ruimere verspreiding van de rechten van deelneming van het compartiment mogelijk te maken, door gebruik te maken van meerdere distributiekanalen. Het is in het belang van de deelnemers, van het compartiment en van de Distributeur dat een zo groot mogelijk aantal rechten van deelneming wordt verkocht, en dat de activa van het compartiment dus zo hoog mogelijk zijn. In dit opzicht is er dus geen sprake van tegenstrijdige belangen.
2.4.7
TOELICHTING BIJ DE FINANCIËLE STATEN EN ANDERE GEGEVENS
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille: max.1.05% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, er wordt geen beheersprovisie aangerekend op de activa die belegd zijn in instellingen voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Bijkomend: provisies en kosten voor de toewijzing van de activa: max. 0.75% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. KBC Fund Management Limited ontvangt van de beheervennootschap een vergoeding van max. 0.75% berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, zonder dat de totale provisies en kosten voor de toewijzing van de activa die de beheervennootschap ontvangt zullen worden overschreden. De vergoeding voor administratief agent is betaalbaar op het einde van elk maand en is berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. Vergoeding van de commissaris: 1786 EUR per jaar. Deze vergoeding is exclusief BTW en kan jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de beslissing van de algemene vergadering. Het bewaarloon is berekend op de waarde van de stukken die de bewaarder in depot heeft op de laatste bankwerkdag van het voorafgaande kalenderjaar, behalve op de activa die belegd zijn in instelling voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Het bewaarloon wordt betaald in het begin van het kalenderjaar.
295
Uitoefenen van stemrechten: Indien nodig, relevant en in het belang van de aandeelhouders zal de beheervennootschap de stemrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de aandelen in de portefeuille van de Bevek. De beheervennootschap hanteert de volgende criteria bij het bepalen van haar houding m.b.t. de agendapunten die ter stemming worden voorgelegd: De waarde voor de aandeelhouders mag niet negatief beïnvloed worden. De regels inzake corporate governance, inzonderheid deze met betrekking tot de rechten van de minderheidsaandeelhouders, moeten gerespecteerd worden. Er moet aan de minimumnormen inzake duurzaam en maatschappelijk ondernemen voldaan worden. De lijst van ondernemingen waarvoor het stemrecht werd uitgeoefend, is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de Bevek.
Effect KBC Equity Fund-America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Satellites-Institutional B Shares KBC Participation-Cash Plus-Institutional B Shares KBC Participation-Local Emerging Market Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Liquidity-Institutional B Shares KBC Bonds-Corporates USD-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-Corporates Euro-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-EMU Short KBC Bonds-High Interest-Institutional B Shares capitalisation KBC Interest fund-EURO MEDIUM-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Emurenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Eurorenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Short USD-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Strategic Accents 1-Institutional B Shares Capitalisation Celest-Volatility Strategy - Andromeda-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Buyback America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend New Markets-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Quant EMU-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Satellites-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Finance-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Non Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Telecom & Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Turkey-Institutional B Shares KBC Equity Fund-US Small Caps-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Currencies-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Cash 3 Month Duration-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Cash 5 Month Duration-Institutional B Shares KBC Participation-Commodities-Institutional B Shares KBC Participation-SRI Corporate Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Real Estate-Institutional B Shares Privileged Portfolio-Pro 90 August
Maximale beheerloon 1,50 1,50 1,50 0,40 1,20 0,40 1,10 1,10 0,40 1,10 0,50 1,10 1,10 1,17 1,10 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 0,50 0,40 0,40 1,10 1,25 0,93 1,05
296
Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2014
INHOUDSOPGAVE 2.
Informatie over Privileged Portfolio Pro 85 August 2.1. Beheerverslag 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs 2.1.2. Beursnotering 2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.1.4. Financieel portefeuillebeheer 2.1.5. Distributeurs 2.1.6. Index en benchmark 2.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.1.8. Toekomstig beleid 2.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator (SRRI) 2.2. Balans 2.3. Resultatenrekening 2.4. Samenstelling van de activa en kerncijfers 2.4.1. Samenstelling van de activa 2.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa 2.4.3. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en inventariswaarde 2.4.5. Rendementscijfers 2.4.6. Kosten 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
van
de
netto-
297
298
2
INFORMATIE OVER PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 85 AUGUST
2.1
BEHEERVERSLAG
2.1.1
LANCERINGSDATUM EN INSCHRIJVINGSPRIJS
Lanceringsdatum: 28 juli 2006 Initiële inschrijvingsprijs: 250 EUR Uitdrukkingsmunt: EUR
2.1.2
BEURSNOTERING
Niet van toepassing.
2.1.3
DOEL EN KRACHTLIJNEN VAN HET BELEGGINGSBELEID
DOEL VAN HET COMPARTIMENT : Het voornaamste doel van het compartiment bestaat erin de houders van rechten van deelneming een zo hoog mogelijk rendement te bieden d.m.v. rechtstreekse of onrechtstreekse beleggingen in verhandelbare effecten. Dit komt tot uiting in een streven naar meerwaarden en inkomsten. Het compartiment stelt zich bovendien tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden.
BELEGGINGSBELEID VAN HET COMPARTIMENT : CATEGORIEËN VAN TOEGELATEN ACTIVA: De beleggingen van het compartiment kunnen bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, deposito’s, financiële derivaten, liquide middelen en alle andere instrumenten voor zover en in de mate dit toegelaten is door de toepasselijke regelgeving en kadert binnen het vermelde doel.
GRENZEN VAN HET BELEGGINGSBELEID: Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de door de regelgeving gestelde grenzen. Het compartiment mag ontleningen aangaan tot 10% van haar netto-activa, voor zover het gaat om kortlopende ontleningen met het doel tijdelijke liquiditeitsproblemen op te lossen.
TOEGELATEN DERIVATENTRANSACTIES: Derivaten kunnen zowel gebruikt worden om de beleggingsdoelstellingen te realiseren als om risico’s in te dekken. Er kan met al dan niet genoteerde derivaten worden gewerkt: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps m.b.t. effecten, indexen, munten of rente of om andere transacties met derivaten. Niet genoteerde derivatentransacties worden enkel afgesloten met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties. Het compartiment streeft ernaar om, binnen de toepasselijke regelgeving en het beheerreglement, steeds de meest doelgerichte transacties af te sluiten. Alle kosten verbonden aan de transacties zijn ten laste van het compartiment en alle opbrengsten komen toe aan het compartiment. Als er door de transacties een risico ontstaat op de tegenpartij, kan dat risico worden ingeperkt door gebruik te maken van een margebeheersysteem dat verzekert dat het compartiment de begunstigde is van een zekerheid onder de vorm van contanten of investment grade obligaties. Bij het bepalen van de waarde van de obligaties wordt een marge toegepast die varieert in functie van de resterende looptijd en de uitdrukkingsmunt van de betreffende obligatie. De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten. De ICB kan contracten afsluiten die betrekking hebben op een kredietrisico op emittenten van schuldinstrumenten. Het kredietrisico is het risico dat de emittent van het schuldinstrument in gebreke blijft. Dit kredietrisico heeft betrekking op partijen waarvan de kredietwaardigheid op het moment van het sluiten van het contract evenwaardig is aan die van de emittenten van wie de ICB rechtstreeks schuldinstrumenten aanhoudt. Derivaten kunnen ook worden gebruikt om de activa van het compartiment in te dekken tegen open wisselkoersrisico’s ten opzichte van de uitdrukkingsmunt.
299
Een eventueel gebruik van kredietderivaten kan enkel ter uitvoering van de beleggingsdoelstellingen en binnen het bestaande risicoprofiel, zonder dat dit een verschuiving impliceert naar minder kredietwaardige debiteuren. Bijgevolg verhoogt het kredietrisico niet. In zoverre er met derivaten wordt gewerkt, gaat het om vlot verhandelbare en liquide instrumenten. Bijgevolg heeft het gebruik van derivaten geen invloed op het liquiditeitsrisico. Het gebruik van derivaten verandert ook niets aan de spreiding van de portefeuille over regio’s, sectoren of thema’s. Bijgevolg heeft het geen invloed op het concentratierisico. Derivaten worden niet gebruikt om een gehele of gedeeltelijke kapitaalbescherming te waarborgen. Ze verhogen noch verminderen het kapitaalrisico. Het gebruik van derivaten heeft ook geen invloed op het afwikkelingsrisico, het bewaarnemingsrisico, het flexibiliteitsrisico, het inflatierisico of het risico afhankelijk van externe factoren.
BEPAALDE STRATEGIE: Het rendement is afhankelijk van de marktevolutie. Het compartiment stelt zich tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden. De bodemgrens heeft een geldigheidsduur van 1 jaar en is steeds gelijk aan 85% van de inventariswaarde op de laatste bankwerkdag van de voorgaande maand juli (de bodemgrens voor het eerste jaar wordt vastgesteld op basis van de initiële inventariswaarde). Deze doelstelling vormt evenwel geen garantie: noch voor wat betreft het rendement; noch voor wat betreft de terugkoopprijs, die minder kan bedragen dan de bodemgrens, zoals hierboven bepaald. Het compartiment biedt geen kapitaalbescherming of kapitaalgarantie, noch een gegarandeerd rendement. Telkens na vastlegging van de bodemgrens wordt hoofdzakelijk belegd in aandelen (en/of aandelenICB’s) en hiermee samenhangende financiële instrumenten. Bij een daling van de inventariswaarde in de richting van de bodemgrens zal de beheerder ingrijpen door de beleggingen in meer risicovolle activa (vb. aandelen en/of aandelen-ICB’s) te vervangen door beleggingen in minder risicovolle activa (vb. obligaties, obligatie-ICB’s en/of geldmarktinstrumenten). Indien de inventariswaarde de bodemgrens raakt, zal de beheerder volledig omschakelen naar beleggingen in geldmarktinstrumenten. Omgekeerd zal de beheerder bij een stijging van de inventariswaarde weg van de bodemgrens ingrijpen door de spreidingen van de activa opnieuw en gradueel aan te passen, teneinde, bij voldoende sterke toename van de inventariswaarde, opnieuw de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Bij gunstige marktontwikkelingen en voor zover de inventariswaarde voldoende hoog is ten opzichte van de bodemgrens, en zolang deze voorwaarden vervuld zijn, kan het compartiment tijdelijk afwijken van de spreiding bij vastlegging van de bodemgrens, door de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Hierdoor zal het percentage meer risicovolle activa stijgen ten opzichte van het percentage dat was bepaald bij vastlegging van de bodemgrens. Dit gebeurt op weloverwogen manier die ondermeer functie is van de historische volatiliteit op de markten (die voldoende laag moet zijn alvorens risicovolle activa verder te kunnen opbouwen). Het is daarbij de doelstelling om, naast de bewaking van de bodemgrens, een zo hoog mogelijk rendement te realiseren.
KENMERKEN VAN DE OBLIGATIES EN SCHULDINSTRUMENTEN: De activa worden gedeeltelijk belegd in obligaties en schuldbewijzen, zowel uitgegeven door bedrijven als door overheidsinstanties. Het compartiment belegt rechtstreeks en/of onrechtstreeks minimaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa in effecten die een investment grade (minimaal BBB-/Baa3 lange termijn, A3/F3/P3 korte termijn) rating hebben van minstens 1 van volgende ratingagentschappen: o Moody’s (Moody’s Investors Service); o S&P (Standard & Poor’s, a Division of the McGraw-Hill Companies); o Fitch (Fitch Ratings), en/of in geldmarktinstrumenten waarvan de emittent over een investment grade rating van 1 van bovenstaande agentschappen beschikt. Daarnaast kan het compartiment tot maximaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa beleggen in effecten die over een lagere rating beschikken (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent over een lagere rating beschikt) en/of in effecten waarvoor geen kredietrating van één van boven genoemde agentschappen beschikbaar is (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent niet over een rating van één van boven genoemde agentschappen beschikt). Bij de selectie van de obligaties en schuldinstrumenten worden alle looptijden in aanmerking genomen.
300
VOORNAMELIJKE BELEGGING IN ANDERE ACTIVA DAN EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN. Het compartiment zal voornamelijk beleggen in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
UITLENING VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN: Het compartiment mag financiële instrumenten uitlenen binnen de beperkingen bepaald door de toepasselijke regelgeving. Het uitlenen gebeurt in het kader van een effectenleningensysteem beheerd door hetzij een ‘principaal’, hetzij een ‘agent’. In het eerste geval heeft het compartiment enkel een relatie met de principaal van het effectenleningensysteem die als tegenpartij optreedt en aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met enerzijds de agent (als beheerder van het systeem) en anderzijds één of meerdere tegenpartijen aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De agent zelf treedt op als tussenpersoon tussen het compartiment en de tegenpartij(en). De effectenleningen hebben geen wijziging van het risicoprofiel van het compartiment tot gevolg aangezien: De keuze van zowel principaal, agent als elke tegenpartij aan strenge selectiecriteria is onderworpen. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten op elk ogenblik kan gevraagd worden. Zo is gewaarborgd dat de effectenleningen het beheer van de activa van het compartiment niet beïnvloeden. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten wordt gegarandeerd door de principaal, respectievelijk de agent. Via een margebeheersysteem wordt steeds verzekerd dat het compartiment de begunstigde is van een financiële zekerheid onder de vorm van contanten of andere welbepaalde categorieën effecten met een laag risicoprofiel, zoals overheidsobligaties, dit voor het geval de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, geen gelijkwaardige effecten zou teruggeven. De reële waarde van de zekerheid onder de vorm van effecten met een laag risicoprofiel overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten met 5%. Daarenboven wordt bij het bepalen van de waarde van de als zekerheid verstrekte effecten met een laag risicoprofiel een marge van 3% toegepast die moet vermijden dat een negatieve koersevolutie tot gevolg zou kunnen hebben dat de reële waarde van de effecten met een laag risicoprofiel niet meer de reële waarde van de uitgeleende effecten overtreft. De waarde van de zekerheid onder de vorm van contanten overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten. Indien het compartiment een financiële zekerheid ontvangt onder de vorm van contanten kan het deze contanten herinvesteren in deposito’s bij kredietinstellingen die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen, mits de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de EER gevestigd is, of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gevestigd is, mits deze instelling onderworpen is aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Europees recht zijn vastgesteld. kortetermijngeldmarktfondsen zoals beschreven in de ESMA-richtsnoeren CESR/10049 van 19 mei 2010 betreffende een gemeenschappelijke definitie van Europese geldmarktfondsen. overheidsobligaties in dezelfde munteenheid als de ontvangen contanten en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot effectenleningen door bepaalde instellingen voor collectieve belegging. Deze herinvestering kan tot gevolg hebben dat het compartiment met betrekking tot de financiële zekerheid niet langer een kredietrisico loopt t.o.v. de financiële instelling waar de contantenrekening wordt aangehouden maar wel bijvoorbeeld t.o.v. de emittent(en) van het (de) schuldinstrument(en). De beheervennootschap kan de uitvoering van het herinvesteringsbeleid delegeren aan een derde, met inbegrip van de agent die het effectenleningensysteem beheert.
301
Het uitlenen van effecten stelt het compartiment in de mogelijkheid een bijkomende opbrengst te behalen. Deze opbrengst kan bestaan uit enerzijds een vergoeding die de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, betaalt en anderzijds inkomsten uit herinvestering. Van deze opbrengst worden directe en indirecte kosten afgehouden. Deze kosten worden forfaitair bepaald op 35% van de ontvangen vergoeding en bestaan uit de kosten voor de clearing services van KBC Bank, de kosten van de beheervennootschap voor het opzetten en opvolgen van het systeem voor uitlenen van effecten, de kosten voor het margebeheer, de kosten verbonden aan cash- en effectenrekeningen en -verkeer, de vergoeding voor het eventuele beheer van herinvesteringen en, indien gewerkt wordt via een agent, de vergoeding betaald aan de agent De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten.
ALGEMENE STRATEGIE TER DEKKING VAN HET WISSELRISICO: Om zijn activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen en binnen de beperkingen die uiteengezet worden in het beheerreglement, kan het compartiment transacties verrichten die betrekking hebben op de verkoop van termijnovereenkomsten op deviezen, evenals de verkoop van callopties of de aankoop van putopties op valuta’s. De hier beoogde transacties mogen enkel betrekking hebben op contracten die verhandeld worden op een gereglementeerde markt die regelmatig werkt, erkend is en opengesteld is voor het publiek, of verhandeld worden met een erkende financiële instelling van eerste rang die gespecialiseerd is in dit type van transacties en die actief is op de 'over the counter' (OTC)-markt voor opties. Met dezelfde doelstelling kan het compartiment ook valuta’s verkopen op termijn of uitwisselen in het kader van onderhandse transacties met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties.
SOCIALE, ETHISCHE EN MILIEUASPECTEN: Er mag niet belegd worden in financiële instrumenten uitgegeven door producenten van controversiële wapens, waarvan de voorbije vijf decennia bij internationale consensus is vastgesteld dat het gebruik ervan onevenredig veel menselijk leed veroorzaakt aan de burgerbevolking. Het betreft de producenten van antipersoonsmijnen, clusterbommen en -munitie en wapens met verarmd uranium. Er mogen daarnaast sinds 31.3.2014 geen nieuwe beleggingen gebeuren in financiële instrumenten uitgegeven door ondernemingen zonder anti-corruptie beleid die bovendien in de afgelopen twee jaar een negatieve evaluatie kregen bij een diepgaande screening op de aanwezigheid van corruptie. De onderneming heeft geen anti-corruptie beleid als niet kan worden aangetoond dat de onderneming een aanvaardbaar beleid heeft aangaande de bestrijding van corruptie. Een aanvaardbaar beleid dient publiek gemaakt te worden en houdt minstens in dat omkoping niet gedoogd wordt, en dat de wet dienaangaande wordt nageleefd. De screening zal gebeuren op basis van een algemeen aanvaarde en onafhankelijke ‘Sociale, ethische en milieuaspecten’ database. Op deze wijze wordt niet alleen een louter financiële realiteit weergegeven, maar ook een sociale realiteit van de sector of regio. Voor de eventuele toepassing van de Europese en Belgische fiscale bepalingen wordt verwezen naar het prospectus onder 'Informatie betreffende het gemeenschappelijk beleggingsfonds Belastingstelsel' .
2.1.4
FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER
Het intellectueel beheer (inclusief de toewijziging van de activa), wordt door de beheervennootschap gedelegeerd aan KBC Fund Management Limited, Joshua Dawson House, Dawson Street, Dublin 2, IRELAND.
2.1.5
DISTRIBUTEURS
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
2.1.6
INDEX EN BENCHMARK
Zie ‘Beleggingsbeleid van het compartiment’.
302
2.1.7
TIJDENS HET BOEKJAAR GEVOERD BELEID
De investeringsdoelstelling van elk subfonds is om het hoogst mogelijk rendement te genereren en tegelijk ernaar te streven de netto inventariswaarde boven de bodemgrens te houden. Als dusdanig is er een dynamische allocatie tussen meer risicovolle investeringen en minder risicovolle investeringen zoals bepaald door een mathematisch model. Twijfels over de duurzaamheid van het economische herstel blijven het beleggingsklimaat beheersen. Maar in de zomermaanden begon de stemming positiever te worden. Europa schudde de recessie van zich af en de eurocrisis loste haar wurggreep. Japan doorbrak de negatieve deflatiespiraal. De VS waren niet van de zo gevreesde “fiscal cliff” gevallen. In december wisten de Democraten en de Republikeinen de patstelling rond het begrotingsbeleid verrassend te doorbreken. Voor de Amerikaanse centrale bank was dat het signaal dat de economie sterk genoeg was geworden om geleidelijk van het monetair infuus afgekoppeld te worden. Op de laatste bankwerkdag van augustus kende het fonds zijn jaarlijkse reset van de bodemgrens.
2.1.8
TOEKOMSTIG BELEID
Het toekomstige investeringsbeleid en participatieniveau in risicovolle investeringen zal bepaald worden door het dynamisch portefeuille-algoritme terwijl ernaar te streven dat de bodemgrens wordt beschermd.
2.1.9
SYNTHETISCHE RISICO- EN OPBRENGSTINDICATOR
5 op een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). De waarde van een recht van deelneming kan stijgen of dalen en de belegger kan minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd. Overeenkomstig Verordening 583/2010 is een synthetische risico- en opbrengstindicator bepaald. Deze geeft een cijfermatige aanduiding van de mogelijke opbrengst van het compartiment, maar ook van het bijhorende risico, berekend in de uitdrukkingsmunt van het compartiment. De indicator wordt geformuleerd als een cijfer tussen 1 en 7. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger de mogelijke opbrengst, maar ook hoe moeilijker voorspelbaar dit rendement. Ook verliezen zijn mogelijk. Het laagste cijfer betekent niet dat de belegging volledig risicoloos is. Wel wijst het erop dat, vergeleken met hogere cijfers, dit product normaal een lager, maar eveneens beter voorspelbaar rendement zal bieden. De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt geregeld geëvalueerd en kan dus verlaagd of verhoogd worden op basis van gegevens uit het verleden. Gegevens uit het verleden zijn niet altijd een betrouwbare aanwijzing voor opbrengst en risico in de toekomst.
303
2.2
BALANS
Balansschema TOTAAL NETTO ACTIEF II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
E.
ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming Financiële derivaten j) Op deviezen Termijncontracten (+/-)
F.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
49.426.485,81
31.241.824,58
48.975.780,89
31.110.263,82
18,53
IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-) c) Ontleningen (-)
587.950,55
178.350,77
-727.313,45
-183.932,77 -0,16
613.019,15
149.903,86
-22.951,33
-12.779,47
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
49.426.485,81
31.241.824,58
A.
Kapitaal
46.169.412,38
27.695.993,52
B.
Deelneming in het resultaat
4.011,07
-27.826,98
D.
Resultaat van het boekjaar
3.253.062,36
3.573.658,04
B.
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
VI. Overlopende rekeningen
C. Toe te rekenen kosten (-)
Posten buiten-balanstelling III
Notionele bedragen van de termijncontracten(+)
III.A
Gekochte termijncontracten
10.886,13
304
2.3
RESULTATENREKENING
Resultatenrekening I.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten l) Op financiële indexen Termijncontracten H. Wisselposities en -verrichtingen a) Financiële derivaten Termijncontracten b) Andere wisselposities en verrichtingen
5.010,78 2.996.642,63
4.063.735,30
6.171,54
-18,53 759.381,36
18,53 -162.440,80
Det.rubriek I winst en verlies op beleggingen
Gerealiseerde winsten op beleggingen Ongerealiseerde winsten op beleggingen Gerealiseerde verliezen op beleggingen Ongerealiseerde verliezen op beleggingen II.
2.250.004,66 1.752.783,42 -337.627,85 90.845,23
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
Dividenden Interesten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-)
836,62
A. B.
III.
Andere opbrengsten
B.
Andere
599,73 -95,71
291,77 -4,34 920,78
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-142.812,84
-108.395,17
-114,84
-104,80 -183,93
-305.835,01 -40.362,28 -253,95 -1.552,95 -429,24 -12.086,01
-194.452,18 -25.543,08 -1.346,08 -3.607,96 -230,73 -7.018,21
-502.943,10
-338.837,31
3.253.062,36
3.573.658,04
3.253.062,36
3.573.658,04
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
VII. Resultaat van het boekjaar
305
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) II.
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
3.257.073,43
3.545.831,06
3.253.062,36
3.573.658,04
4.011,07
-27.826,98
-3.257.073,43
-3.545.831,06
306
2.4
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
2.4.1
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 85 AUGUST
Benaming
Hoeveelheid op 31/12/2014
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie % (in de valuta van het in het bezit compartiment) van de ICB
% Porte feuille
% Nettoactief
4,50
NETTOACTIVA EFFECTENPORTEFEUILLE Beleggingsfondsen Gesloten fondsen Genoteerde gesloten beleggingsfondsen België KBC EQUITY FUND AMERICA IS B KAP
1.213,00
USD
2.217,030
2.222.434,93
0,34
4,54
KBC EQUITY FUND EUROPE IS
1.158,00
EUR
1.453,940
1.683.662,52
0,34
3,44
3,41
KBC EQUITY FUND STRATEGIC KBC PARTICIPATION LOCAL EMERGING MARKET BONDS KAP IS B
8.385,00
EUR
721,760
6.051.957,60
0,43
12,36
12,24
401,00
EUR
970,520
389.178,52
0,05
0,80
0,79
KBC BONDS CORPOR USD IS B KAP
192,00
USD
1.033,800
164.034,21
0,05
0,34
0,33
KBC BONDS CORPORATES EURO IS B KAP
555,00
EUR
856,680
475.457,40
0,04
0,97
0,96
KBC BONDS EMU SHORTIS B KAP
599,00
EUR
1.067,990
639.726,01
0,06
1,31
1,29
KBC BONDS HIGH INTEREST IS B KAP
241,00
EUR
2.073,780
499.780,98
0,03
1,02
1,01
KBC INTEREST FUND EURO MEDIUM IS B_KAP
171,00
EUR
4.164,380
712.108,98
0,06
1,45
1,44
KBC RENTA EMURENTA IS B KAP
332,00
EUR
632,690
210.053,08
0,06
0,43
0,43
KBC RENTA EURORENTA IS B KAP
72,00
EUR
2.837,050
204.267,60
0,04
0,42
0,41
2.698,00
USD
887,860
1.979.625,87
0,26
4,04
4,01
820,00
EUR
1.216,150
997.243,00
0,06
2,04
2,02
Luxemburg
KBC RENTA SHORT USD IS B KAP KBC RENTA STRATEGIC ACCENTS 1 IS B KAP
Open beleggingsfondsen ICBE ingeschreven bij de FSMA België CELEST VOLATILITY STRATEGY ANDROMEDA IS B
379,00
EUR
974,600
369.373,40
0,24
0,75
0,75
KBC EQUITY FUND BUYBACK AMERICA IS B KAP
1.298,00
USD
1.567,360
1.681.280,34
0,24
3,43
3,40
KBC EQUITY FUND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND NEW MARKETS IS B KAP KBC EQUITY FUND QUANT EMU IS B KAP
9.371,00
EUR
436,490
4.090.347,79
0,35
8,35
8,28
1.878,00
EUR
455,780
855.954,84
0,26
1,75
1,73
1.315,00
EUR
1.226,470
1.612.808,05
0,24
3,29
3,26
1.304,00
EUR
474,380
618.591,52
0,31
1,26
1,25
3.946,00
EUR
674,140
2.660.156,44
0,39
5,43
5,38
KBC EQUITY FUND SATELLITES IS B KAP
1.328,00
EUR
1.234,160
1.638.964,48
0,34
3,35
3,32
KBC EQUITY FUND STRATEGIC CYCLICALS IS KAP
7.758,00
EUR
794,010
6.159.929,58
0,37
12,58
12,46
KBC EQUITY FUND STRATEGIC FINANCE IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC NON CYCLICALS IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC TEL & TECHNOLOGY IS B KAP KBC EQUITY FUND TURKEY IS B KAP
10.517,00
EUR
405,600
4.265.695,20
0,36
8,71
8,63
8.265,00
EUR
332,650
2.749.352,25
0,37
5,61
5,56
13.685,00
EUR
150,540
2.060.139,90
0,35
4,21
4,17
383,00
TRY
1.504,420
203.688,09
0,29
0,42
0,41
646,00
USD
1.510,820
806.569,75
0,34
1,65
1,63
1.206,00
EUR
1.001,330
1.207.603,98
0,25
2,47
2,44
436,00
EUR
751,260
327.549,36
0,24
0,67
0,66
382,00
EUR
1.242,190
474.516,58
0,04
0,97
0,96
KBC EQUITY FUND US SMALL CAPS IS B KAP KBC MULTI INTEREST CURRENCIES IS KAP KBC PARTICIPATION COMMODITIES IS B KBC PARTICIPATION SRI CORPORATE BONDS IS B KAP
307
PRIVILEGED PORTFOLIO REAL ESTATE IS B KAP
1.904,00
EUR
506,160
Totaal beleggingsfondsen
TOTAAL EFFECTENPORTEFEUILLE
963.728,64 48.975.780,89
48.975.780,89
0,25
1,97 100,00
1,95 99,09
100,00
99,09
LIQUIDE MIDDELEN Zichtrekeningen België KBC GROUP AUD
291,61
AUD
1,000
197,21
KBC GROUP CAD
2.359,76
CAD
1,000
1.683,68
0,00
KBC GROUP CZK
7.521,31
CZK
1,000
271,38
0,00
KBC GROUP DKK
6.673,20
DKK
1,000
896,17
0,00
604.097,23
EUR
1,000
604.097,23
1,22
KBC GROUP GBP
659,24
GBP
1,000
849,48
0,00
KBC GROUP HUF
285.045,62
HUF
1,000
902,76
0,00
KBC GROUP JPY
43.584,00
JPY
1,000
300,42
0,00
KBC GROUP NOK
2.724,43
NOK
1,000
300,30
0,00
KBC GROUP PLN
4.613,83
PLN
1,000
1.073,46
0,00
KBC GROUP SEK
3.651,38
SEK
1,000
385,47
0,00
KBC GROUP TRY
2.561,56
TRY
1,000
905,53
0,00
KBC GROUP USD
1.398,89
USD
1,000
1.156,06 613.019,15
0,00 1,24
613.019,15
1,24
KBC GROUP EURO
Totaal zichtrekeningen
TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN Vorderingen België KBC GROUP EUR TE ONTVANGEN
513.750,67
EUR
1,000
513.750,67
1,04
KBC GROUP TRY TE ONTVANGEN
6.005,64
TRY
1,000
2.123,03
0,00
KBC GROUP USD TE ONTVANGEN
87.216,59
USD
1,000
72.076,85 587.950,55
0,15 1,19
KBC GROUP EUR TE BETALEN
-657.068,42
EUR
1,000
-657.068,42
-1,33
KBC GROUP USD TE BETALEN
-85.000,00
USD
1,000
-70.245,03 -727.313,45
-0,14 -1,47
-139.362,90
-0,28
-22.951,33
-0,05
-22.951,33
-0,05
49.426.485,81
100,00
Totaal vorderingen Schulden België
Totaal schulden
TOTAAL VORDERINGEN EN SCHULDEN ANDERE Te betalen kosten
TOTAAL ANDERE TOTAAL VAN DE NETTOACTIVA
EUR
308
Geografische spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Ver.Arab.Emir. Australië Oostenrijk België Bermuda Brazilië Centr.Amerika Canada Zwitserland Chili China Colombië Tsjechië Kaaimaneilanden Duitsland Denemarken Egypte Spanje Finland Frankrijk Gabon V.K. Griekenland Hong Kong Hongarije Indië Indonesië Ierland Israël Italië Jersey Kanaaleilanden Japan Zuid-Korea Kroatië Luxemburg Mexico Maleisië Nederland Noorwegen Nieuw Zeeland Oekraïne Peru Filipijnen Papua N.Guin. Polen Portugal Roemenië Rusland Saoedi Arabië Singapore Slovenie Int.Org.
30/06/2013 0,01 1,07 0,44 2,03 0,33 0,87 0,08 1,59 2,43 0,13 1,58 0,08 0,08 0,22 10,22 0,43 0,01 2,95 0,48 8,73 0,00 4,90 0,06 1,22 0,07 0,65 0,43 1,86 0,11 2,77 0,26 5,82 1,66 0,00 0,19 0,49 0,55 3,86 0,30 0,04 0,00 0,05 0,17 0,01 0,27 0,28 0,01 0,23 0,00 0,24 0,00 0,01
31/12/2013 0,01 1,04 0,24 2,43 0,31 0,56 0,00 2,14 2,48 0,08 1,42 0,07 0,03 0,44 11,63 0,66 0,00 3,73 0,85 11,58 0,00 5,58 0,08 1,03 0,06 0,47 0,25 3,29 0,06 3,57 0,20 4,59 1,51 0,01 0,39 0,28 0,47 4,28 0,26 0,01 0,01 0,03 0,11 0,01 0,13 0,26 0,01 0,39 0,00 0,24 0,01 0,00
30/06/2014 0,00 0,89 0,26 3,46 0,18 0,48 0,00 2,17 1,89 0,04 1,78 0,06 0,02 0,34 10,32 0,59 0,00 3,91 1,02 11,49 0,01 5,03 0,07 0,97 0,03 0,77 0,33 1,19 0,15 3,75 0,25 4,24 1,81 0,00 0,45 0,18 0,50 3,78 0,20 0,02 0,01 0,03 0,13 0,02 0,17 0,42 0,00 0,15 0,00 0,22 0,00 0,00
31/12/2014 0,01 1,00 0,24 1,87 0,18 0,28 0,00 2,28 1,30 0,02 1,99 0,07 0,02 0,30 11,34 0,39 0,00 3,93 0,90 10,47 0,00 5,05 0,12 0,90 0,18 0,94 0,30 2,13 0,11 3,06 0,25 2,98 1,84 0,00 0,89 0,32 0,69 4,04 0,40 0,15 0,00 0,00 0,19 0,02 0,26 0,25 0,26 0,06 0,01 0,17 0,00 0,00
309
Slovakije Zweden Thailand Turkije Taiwan V.S.A. Venezuela Buiten grondgebied BLEU(EX.EUINSTEL) Instel.EU buiten grondgebied BLEU Zuid-Afrika Zaïre Totaal
0,01 0,83 0,53 0,26 1,16 36,33 0,00
0,01 0,92 0,44 0,13 1,37 29,48 0,02
0,01 0,62 0,34 0,17 1,43 33,41 0,02
0,01 0,37 0,49 0,70 1,48 34,16 0,00
0,02
0,01
0,01
0,03
0,09 0,49 0,01 100,00
0,07 0,26 0,00 100,00
0,06 0,15 0,00 100,00
0,14 0,46 0,00 100,00
30/06/2014 22,03 14,81 6,90 7,19 21,19 12,18 3,22 2,17 3,25 6,86 0,01 0,19 100,00
31/12/2014 18,32 14,21 7,16 6,93 20,85 12,81 3,86 2,32 3,45 10,07 0,00 0,02 100,00
Sectorale spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Cyclische Sectoren Consumenten(Cyclisch) Consumenten(Niet cyclisch) Farma Financiële sectoren Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven Vastgoed Overheid Beleggingsfondsen Diversen Totaal
30/06/2013 18,43 14,34 12,50 9,82 19,09 9,03 3,31 3,51 3,33 6,54 0,01 0,09 100,00
31/12/2013 18,79 14,39 8,68 9,65 23,33 10,72 4,08 1,67 2,88 5,69 0,02 0,10 100,00
310
Muntspreiding (in % van de nettoactiva)
AUD BRL CAD CHF CNH CNY COP CZK DKK EUR GBP HKD HUF IDR ILS INR JPY KRW MXN MYR NGN NOK NZD PEN PHP PLN RON RUB SEK SGD THB TRY TWD USD ZAR Totaal
30/06/2013 0,98 0,86 1,62 2,31 0,00 0,05 0,05 0,00 0,41 35,81 4,85 2,90 0,08 0,48 0,12 0,56 4,30 1,66 0,48 0,55 0,01 0,33 0,04 0,03 0,18 0,25 0,01 0,06 0,75 0,24 0,54 0,29 1,22 37,46 0,52 100,00
31/12/2013 0,96 0,53 2,14 2,39 0,00 0,02 0,04 0,03 0,66 43,41 5,36 2,84 0,04 0,28 0,05 0,42 3,48 1,50 0,27 0,46 0,01 0,26 0,01 0,02 0,11 0,13 0,01 0,06 0,85 0,24 0,44 0,11 1,22 31,39 0,26 100,00
30/06/2014 0,67 0,49 1,98 1,85 0,00 0,01 0,07 0,04 0,50 41,87 5,00 3,01 0,02 0,37 0,06 0,73 2,98 1,78 0,17 0,50 0,00 0,25 0,02 0,02 0,13 0,18 0,00 0,01 0,55 0,21 0,35 0,18 1,27 34,56 0,17 100,00
31/12/2014 0,69 0,30 2,21 1,24 0,08 0,23 0,07 0,05 0,31 40,17 4,75 3,02 0,27 0,39 0,13 0,95 2,91 1,78 0,30 0,70 0,00 0,43 0,15 0,00 0,18 0,27 0,27 0,02 0,29 0,17 0,48 0,75 1,41 34,53 0,50 100,00
311
2.4.2
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN HET COMPARTIMENT PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 85 AUGUST (IN DE VALUTA VAN HET COMPARTIMENT) 1
ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
2
de
42,26 %
1 Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale gecorrigeerde activa Gecorrigeerde Omloopsnelheid
halfjaar 14.238.340,09 10.573.497,48 24.811.837,57 7.044.563,36 3.139.017,07 10.183.580,43 34.618.877,80
ste
halfjaar 14.238.340,09 10.573.497,48 24.811.837,57 7.044.563,36 3.139.017,07 10.183.580,43 34.337.825,73 42,60 %
2
de
halfjaar 49.480.746,13 39.044.085,74 88.524.831,88 16.336.020,11 5.313.978,60 21.649.998,71 45.790.612,84
Jaar 63.719.086,22 49.617.583,22 113.336.669,45 23.380.583,47 8.452.995,67 31.833.579,14 40.297.843,11
146,04 %
202,25 %
halfjaar 49.480.746,13 39.044.085,74 88.524.831,88 16.336.020,11 5.313.978,60 21.649.998,71 45.239.802,44
Jaar 63.719.086,22 49.617.583,22 113.336.669,45 23.380.583,47 8.452.995,67 31.833.579,14 39.788.853,83
147,82 %
204,84 %
De tabel hierboven toont het kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief aan het begin en het einde van de periode. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. Een actief beheer van het vermogen kan resulteren in hoge omloopsnelheidpercentages (maandelijks percentage > 50%). De gedetailleerde lijst van de transacties kan gratis worden ingekeken op de zetel van de Bevek of het Fonds, Havenlaan 2, 1080 Brussel.
2.4.3
BEDRAG VAN DE VERPLICHTINGEN INZAKE FINANCIËLE DERIVATENPOSITIES Nihil
312
2.4.4
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INSCHRIJVINGEN, TERUGBETALINGEN EN VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Periode Jaar
Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop Inschrijvingen Kap.
Einde periode
Terugbetalingen
Dis.
Kap.
Dis.
Kap.
Dis.
Totaal
2012 - 12
26.002,22
29.888,00
89.160,14
89.160,14
2013 - 12
42.604,77
19.044,65
112.720,26
112.720,26
2014 - 12
80.849,46
28.907,76
164.661,96
164.661,96
Bedragen ontvangen en betaald door de ICB (in de valuta van het compartiment)
Periode Jaar
Inschrijvingen Kapitalisatie
Terugbetalingen Distributie
Kapitalisatie
2012 - 12
6.053.550,37
7.009.713,78
2013 - 12
11.183.160,15
5.000.020,65
2014 - 12
23.381.598,51
8.449.999,64
Periode Jaar
Distributie
Netto-inventariswaarde Einde periode (in de valuta van het compartiment) van één recht van deelneming
van het compartiment
Kapitalisatie
2012 - 12
21.485.027,04
240,97
2013 - 12
31.196.656,35
277,05
2014 - 12
49.426.485,81
300,17
Distributie
313
2.4.5
RENDEMENTSCIJFERS
1 Jaar Kap Div
ISIN code
Munt
KAP
BE0946346146
EUR
3 Jaar*
5 Jaar*
10 Jaar*
Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench klassen mark klassen mark klassen mark klassen mark 8.37%
9.70%
6.18%
Sinds start* Startdatum
Aandelen klassen
28/07/2006
2.20%
* De rendementscijfers zijn op jaarbasis. Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst.
Het staafdiagram geeft de performance weer van volledige boekjaren. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. Berekend in EUR. Het rendement wordt berekend als de wijziging van de inventariswaarde tussen twee tijdstippen uitgedrukt in procent. Berekeningsmethode voor datum D waarbij NIW staat voor inventariswaarde: Kapitalisatie deelbewijzen (KAP) Return op datum D over een periode van X jaar: [NIW(D) / NIW(Y)] ^ [1 / X] - 1 met Y = D-X Return op datum D sinds de startdatum S van het deelbewijs: [NIW(D) / NIW(S)] ^ [1 / F] - 1 met F = 1 indien het deelbewijs minder dan één jaar bestaat op datum D met F = (D-S) / 365.25 indien het deelbewijs langer dan één jaar bestaat op datum D Indien de periode tussen de twee tijdstippen groter is dan één jaar, dan wordt de gewone rendementsberekening omgezet in een rendement op jaarbasis door de n-de machtswortel te nemen van 1 plus het totale rendement van het deelbewijs. De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en terugkopen van de rechten van deelneming. Het gaat om de rendementscijfers van kapitalisatie rechten van deelneming.
314
2.4.6
KOSTEN
Lopende kosten: * Kapitalisatie: 2.794% * Zijn niet opgenomen in de vermelde kosten: instap- en uitstapkosten, prestatiegebonden vergoedingen, transactiekosten betaald in het kader van de verwerving of vervreemding van activa, betaalde rente, betalingen met het oog op zekerheidsstelling in het kader van afgeleide financiële instrumenten en vergoedingen inzake Commission Sharing Agreements of geIijkaardige vergoedingen ontvangen door de beheervennootschap of enige hiermee verbonden persoon. Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Het beheerloon bedraagt 3.117,97 EUR. Bijkomend werd er een vergoeding van 302.717,04 EUR aangerekend met betrekking tot provisies en kosten voor de toewijzing van de activa.
BESTAAN VAN COMMISSION SHARING AGREEMENTS Niet van toepassing.
BESTAAN VAN FEE SHARING AGREEMENTS EN REBATES: De beheervennootschap kan haar vergoeding delen met de Distributeur, institutionele en/of professionele partijen. In principe gaat het om 35% tot 60% indien de distributeur een entiteit is van KBC Groep NV en om 35% tot 70% indien de distributeur geen entiteit is van KBC Groep NV, doch in een beperkt aantal gevallen bedraagt de vergoeding van de distributeur minder dan 35%. De belegger zal, op verzoek, meer informatie kunnen bekomen inzake deze gevallen. Indien de beheervennootschap de activa van de instelling voor collectieve belegging belegt in rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging die niet worden beheerd door een entiteit van KBC Groep NV en de beheervennootschap ontvangt hiervoor een vergoeding, zal de beheervennootschap deze vergoeding betalen aan de instelling voor collectieve belegging. Fee sharing heeft geen invloed op de hoogte van de beheercommissie die het compartiment betaalt aan de beheervennootschap. Deze beheercommissie is onderworpen aan de beperkingen bepaald in de statuten. Deze beperkingen kunnen enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de algemene vergadering. De beheervennootschap heeft een distributieovereenkomst afgesloten met de Distributeur om een ruimere verspreiding van de rechten van deelneming van het compartiment mogelijk te maken, door gebruik te maken van meerdere distributiekanalen. Het is in het belang van de deelnemers, van het compartiment en van de Distributeur dat een zo groot mogelijk aantal rechten van deelneming wordt verkocht, en dat de activa van het compartiment dus zo hoog mogelijk zijn. In dit opzicht is er dus geen sprake van tegenstrijdige belangen.
2.4.7
TOELICHTING BIJ DE FINANCIËLE STATEN EN ANDERE GEGEVENS
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille: max.1.05% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, er wordt geen beheersprovisie aangerekend op de activa die belegd zijn in instellingen voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Bijkomend: provisies en kosten voor de toewijzing van de activa: max. 0.75% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. KBC Fund Management Limited ontvangt van de beheervennootschap een vergoeding van max. 0.75% berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, zonder dat de totale provisies en kosten voor de toewijzing van de activa die de beheervennootschap ontvangt zullen worden overschreden. De vergoeding voor administratief agent is betaalbaar op het einde van elk maand en is berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. Vergoeding van de commissaris: 1786 EUR per jaar. Deze vergoeding is exclusief BTW en kan jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de beslissing van de algemene vergadering. Het bewaarloon is berekend op de waarde van de stukken die de bewaarder in depot heeft op de laatste bankwerkdag van het voorafgaande kalenderjaar, behalve op de activa die belegd zijn in instelling voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Het bewaarloon wordt betaald in het begin van het kalenderjaar.
315
Uitoefenen van stemrechten: Indien nodig, relevant en in het belang van de aandeelhouders zal de beheervennootschap de stemrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de aandelen in de portefeuille van de Bevek. De beheervennootschap hanteert de volgende criteria bij het bepalen van haar houding m.b.t. de agendapunten die ter stemming worden voorgelegd: De waarde voor de aandeelhouders mag niet negatief beïnvloed worden. De regels inzake corporate governance, inzonderheid deze met betrekking tot de rechten van de minderheidsaandeelhouders, moeten gerespecteerd worden. Er moet aan de minimumnormen inzake duurzaam en maatschappelijk ondernemen voldaan worden. De lijst van ondernemingen waarvoor het stemrecht werd uitgeoefend, is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de Bevek.
Effect KBC Equity Fund-America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Satellites-Institutional B Shares KBC Participation-Local Emerging Market Bonds-Institutional B Shares KBC Bonds-Corporates USD-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-Corporates Euro-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-EMU Short KBC Bonds-High Interest-Institutional B Shares capitalisation KBC Interest fund-EURO MEDIUM-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Emurenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Eurorenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Short USD-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Strategic Accents 1-Institutional B Shares Capitalisation Celest-Volatility Strategy - Andromeda-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Buyback America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend New Markets-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Quant EMU-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Satellites-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Finance-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Non Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Telecom & Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Turkey-Institutional B Shares KBC Equity Fund-US Small Caps-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Currencies-Institutional B Shares KBC Participation-Commodities-Institutional B Shares KBC Participation-SRI Corporate Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Real Estate-Institutional B Shares Privileged Portfolio-Pro 85 August
Maximale beheerloon 1,50 1,50 1,50 1,20 1,10 1,10 0,40 1,10 0,50 1,10 1,10 1,17 1,10 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 0,50 1,10 1,25 0,93 1,05
316
Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2014
INHOUDSOPGAVE 2.
Informatie over Privileged Portfolio Pro 85 November 2.1. Beheerverslag 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs 2.1.2. Beursnotering 2.1.3. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.1.4. Financieel portefeuillebeheer 2.1.5. Distributeurs 2.1.6. Index en benchmark 2.1.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.1.8. Toekomstig beleid 2.1.9. Synthetische risico- en opbrengstindicator (SRRI) 2.2. Balans 2.3. Resultatenrekening 2.4. Samenstelling van de activa en kerncijfers 2.4.1. Samenstelling van de activa 2.4.2. Wijziging in de samenstelling van de activa 2.4.3. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en inventariswaarde 2.4.5. Rendementscijfers 2.4.6. Kosten 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
van
de
netto-
317
318
2
INFORMATIE OVER PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 85 NOVEMBER
2.1
BEHEERVERSLAG
2.1.1
LANCERINGSDATUM EN INSCHRIJVINGSPRIJS
Lanceringsdatum: 2 november 2006 Initiële inschrijvingsprijs: 250 EUR Uitdrukkingsmunt: EUR
2.1.2
BEURSNOTERING
Niet van toepassing.
2.1.3
DOEL EN KRACHTLIJNEN VAN HET BELEGGINGSBELEID
DOEL VAN HET COMPARTIMENT : Het voornaamste doel van het compartiment bestaat erin de houders van rechten van deelneming een zo hoog mogelijk rendement te bieden d.m.v. rechtstreekse of onrechtstreekse beleggingen in verhandelbare effecten. Dit komt tot uiting in een streven naar meerwaarden en inkomsten. Het compartiment stelt zich bovendien tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden.
BELEGGINGSBELEID VAN HET COMPARTIMENT : CATEGORIEËN VAN TOEGELATEN ACTIVA: De beleggingen van het compartiment kunnen bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, deposito’s, financiële derivaten, liquide middelen en alle andere instrumenten voor zover en in de mate dit toegelaten is door de toepasselijke regelgeving en kadert binnen het vermelde doel.
GRENZEN VAN HET BELEGGINGSBELEID: Het beleggingsbeleid wordt gevoerd binnen de door de regelgeving gestelde grenzen. Het compartiment mag ontleningen aangaan tot 10% van haar netto-activa, voor zover het gaat om kortlopende ontleningen met het doel tijdelijke liquiditeitsproblemen op te lossen.
TOEGELATEN DERIVATENTRANSACTIES: Derivaten kunnen zowel gebruikt worden om de beleggingsdoelstellingen te realiseren als om risico’s in te dekken. Er kan met al dan niet genoteerde derivaten worden gewerkt: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps m.b.t. effecten, indexen, munten of rente of om andere transacties met derivaten. Niet genoteerde derivatentransacties worden enkel afgesloten met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties. Het compartiment streeft ernaar om, binnen de toepasselijke regelgeving en het beheerreglement, steeds de meest doelgerichte transacties af te sluiten. Alle kosten verbonden aan de transacties zijn ten laste van het compartiment en alle opbrengsten komen toe aan het compartiment. Als er door de transacties een risico ontstaat op de tegenpartij, kan dat risico worden ingeperkt door gebruik te maken van een margebeheersysteem dat verzekert dat het compartiment de begunstigde is van een zekerheid onder de vorm van contanten of investment grade obligaties. Bij het bepalen van de waarde van de obligaties wordt een marge toegepast die varieert in functie van de resterende looptijd en de uitdrukkingsmunt van de betreffende obligatie. De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten. De ICB kan contracten afsluiten die betrekking hebben op een kredietrisico op emittenten van schuldinstrumenten. Het kredietrisico is het risico dat de emittent van het schuldinstrument in gebreke blijft. Dit kredietrisico heeft betrekking op partijen waarvan de kredietwaardigheid op het moment van het sluiten van het contract evenwaardig is aan die van de emittenten van wie de ICB rechtstreeks schuldinstrumenten aanhoudt. Derivaten kunnen ook worden gebruikt om de activa van het compartiment in te dekken tegen open wisselkoersrisico’s ten opzichte van de uitdrukkingsmunt.
319
Een eventueel gebruik van kredietderivaten kan enkel ter uitvoering van de beleggingsdoelstellingen en binnen het bestaande risicoprofiel, zonder dat dit een verschuiving impliceert naar minder kredietwaardige debiteuren. Bijgevolg verhoogt het kredietrisico niet. In zoverre er met derivaten wordt gewerkt, gaat het om vlot verhandelbare en liquide instrumenten. Bijgevolg heeft het gebruik van derivaten geen invloed op het liquiditeitsrisico. Het gebruik van derivaten verandert ook niets aan de spreiding van de portefeuille over regio’s, sectoren of thema’s. Bijgevolg heeft het geen invloed op het concentratierisico. Derivaten worden niet gebruikt om een gehele of gedeeltelijke kapitaalbescherming te waarborgen. Ze verhogen noch verminderen het kapitaalrisico. Het gebruik van derivaten heeft ook geen invloed op het afwikkelingsrisico, het bewaarnemingsrisico, het flexibiliteitsrisico, het inflatierisico of het risico afhankelijk van externe factoren.
BEPAALDE STRATEGIE: Het rendement is afhankelijk van de marktevolutie. Het compartiment stelt zich tot doel aan de inventariswaarde op jaarbasis een bodemgrens te verbinden. De bodemgrens heeft een geldigheidsduur van 1 jaar en is steeds gelijk aan 85% van de inventariswaarde op de laatste bankwerkdag van de voorgaande maand oktober (de bodemgrens voor het eerste jaar wordt vastgesteld op basis van de initiële inventariswaarde). Deze doelstelling vormt evenwel geen garantie: noch voor wat betreft het rendement; noch voor wat betreft de terugkoopprijs, die minder kan bedragen dan de bodemgrens, zoals hierboven bepaald. Het compartiment biedt geen kapitaalbescherming of kapitaalgarantie, noch een gegarandeerd rendement. Telkens na vastlegging van de bodemgrens wordt hoofdzakelijk belegd in aandelen (en/of aandelenICB’s) en hiermee samenhangende financiële instrumenten. Bij een daling van de inventariswaarde in de richting van de bodemgrens zal de beheerder ingrijpen door de beleggingen in meer risicovolle activa (vb. aandelen en/of aandelen-ICB’s) te vervangen door beleggingen in minder risicovolle activa (vb. obligaties, obligatie-ICB’s en/of geldmarktinstrumenten). Indien de inventariswaarde de bodemgrens raakt, zal de beheerder volledig omschakelen naar beleggingen in geldmarktinstrumenten. Omgekeerd zal de beheerder bij een stijging van de inventariswaarde weg van de bodemgrens ingrijpen door de spreidingen van de activa opnieuw en gradueel aan te passen, teneinde, bij voldoende sterke toename van de inventariswaarde, opnieuw de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Bij gunstige marktontwikkelingen en voor zover de inventariswaarde voldoende hoog is ten opzichte van de bodemgrens, en zolang deze voorwaarden vervuld zijn, kan het compartiment tijdelijk afwijken van de spreiding bij vastlegging van de bodemgrens, door de vermelde minder risicovolle activa te vervangen door de vermelde meer risicovolle activa. Hierdoor zal het percentage meer risicovolle activa stijgen ten opzichte van het percentage dat was bepaald bij vastlegging van de bodemgrens. Dit gebeurt op weloverwogen manier die ondermeer functie is van de historische volatiliteit op de markten (die voldoende laag moet zijn alvorens risicovolle activa verder te kunnen opbouwen). Het is daarbij de doelstelling om, naast de bewaking van de bodemgrens, een zo hoog mogelijk rendement te realiseren.
KENMERKEN VAN DE OBLIGATIES EN SCHULDINSTRUMENTEN: De activa worden gedeeltelijk belegd in obligaties en schuldbewijzen, zowel uitgegeven door bedrijven als door overheidsinstanties. Het compartiment belegt rechtstreeks en/of onrechtstreeks minimaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa in effecten die een investment grade (minimaal BBB-/Baa3 lange termijn, A3/F3/P3 korte termijn) rating hebben van minstens 1 van volgende ratingagentschappen: o Moody’s (Moody’s Investors Service); o S&P (Standard & Poor’s, a Division of the McGraw-Hill Companies); o Fitch (Fitch Ratings), en/of in geldmarktinstrumenten waarvan de emittent over een investment grade rating van 1 van bovenstaande agentschappen beschikt. Daarnaast kan het compartiment tot maximaal 50 % van de in obligaties en schuldinstrumenten belegde activa beleggen in effecten die over een lagere rating beschikken (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent over een lagere rating beschikt) en/of in effecten waarvoor geen kredietrating van één van boven genoemde agentschappen beschikbaar is (of waarvan voor geldmarktinstrumenten de emittent niet over een rating van één van boven genoemde agentschappen beschikt). Bij de selectie van de obligaties en schuldinstrumenten worden alle looptijden in aanmerking genomen.
320
VOORNAMELIJKE BELEGGING IN ANDERE ACTIVA DAN EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN. Het compartiment zal voornamelijk beleggen in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
UITLENING VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN: Het compartiment mag financiële instrumenten uitlenen binnen de beperkingen bepaald door de toepasselijke regelgeving. Het uitlenen gebeurt in het kader van een effectenleningensysteem beheerd door hetzij een ‘principaal’, hetzij een ‘agent’. In het eerste geval heeft het compartiment enkel een relatie met de principaal van het effectenleningensysteem die als tegenpartij optreedt en aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. In het tweede geval heeft het compartiment een relatie met enerzijds de agent (als beheerder van het systeem) en anderzijds één of meerdere tegenpartijen aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten wordt overgedragen. De agent zelf treedt op als tussenpersoon tussen het compartiment en de tegenpartij(en). De effectenleningen hebben geen wijziging van het risicoprofiel van het compartiment tot gevolg aangezien: De keuze van zowel principaal, agent als elke tegenpartij aan strenge selectiecriteria is onderworpen. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten op elk ogenblik kan gevraagd worden. Zo is gewaarborgd dat de effectenleningen het beheer van de activa van het compartiment niet beïnvloeden. De teruggave van effecten gelijkwaardig aan de uitgeleende effecten wordt gegarandeerd door de principaal, respectievelijk de agent. Via een margebeheersysteem wordt steeds verzekerd dat het compartiment de begunstigde is van een financiële zekerheid onder de vorm van contanten of andere welbepaalde categorieën effecten met een laag risicoprofiel, zoals overheidsobligaties, dit voor het geval de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, geen gelijkwaardige effecten zou teruggeven. De reële waarde van de zekerheid onder de vorm van effecten met een laag risicoprofiel overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten met 5%. Daarenboven wordt bij het bepalen van de waarde van de als zekerheid verstrekte effecten met een laag risicoprofiel een marge van 3% toegepast die moet vermijden dat een negatieve koersevolutie tot gevolg zou kunnen hebben dat de reële waarde van de effecten met een laag risicoprofiel niet meer de reële waarde van de uitgeleende effecten overtreft. De waarde van de zekerheid onder de vorm van contanten overtreft te allen tijde de reële waarde van de uitgeleende effecten. Indien het compartiment een financiële zekerheid ontvangt onder de vorm van contanten kan het deze contanten herinvesteren in deposito’s bij kredietinstellingen die onmiddellijk opeisbaar zijn of kunnen worden opgevraagd, en die binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vervallen, mits de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de EER gevestigd is, of, indien de statutaire zetel van de kredietinstelling in een derde land gevestigd is, mits deze instelling onderworpen is aan bedrijfseconomische voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Europees recht zijn vastgesteld. kortetermijngeldmarktfondsen zoals beschreven in de ESMA-richtsnoeren CESR/10049 van 19 mei 2010 betreffende een gemeenschappelijke definitie van Europese geldmarktfondsen. overheidsobligaties in dezelfde munteenheid als de ontvangen contanten en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot effectenleningen door bepaalde instellingen voor collectieve belegging. Deze herinvestering kan tot gevolg hebben dat het compartiment met betrekking tot de financiële zekerheid niet langer een kredietrisico loopt t.o.v. de financiële instelling waar de contantenrekening wordt aangehouden maar wel bijvoorbeeld t.o.v. de emittent(en) van het (de) schuldinstrument(en). De beheervennootschap kan de uitvoering van het herinvesteringsbeleid delegeren aan een derde, met inbegrip van de agent die het effectenleningensysteem beheert.
321
Het uitlenen van effecten stelt het compartiment in de mogelijkheid een bijkomende opbrengst te behalen. Deze opbrengst kan bestaan uit enerzijds een vergoeding die de principaal of de tegenpartij, bij effectenleningen afgesloten via een agent, betaalt en anderzijds inkomsten uit herinvestering. Van deze opbrengst worden directe en indirecte kosten afgehouden. Deze kosten worden forfaitair bepaald op 35% van de ontvangen vergoeding en bestaan uit de kosten voor de clearing services van KBC Bank, de kosten van de beheervennootschap voor het opzetten en opvolgen van het systeem voor uitlenen van effecten, de kosten voor het margebeheer, de kosten verbonden aan cash- en effectenrekeningen en -verkeer, de vergoeding voor het eventuele beheer van herinvesteringen en, indien gewerkt wordt via een agent, de vergoeding betaald aan de agent De relatie met de tegenpartij(en) wordt geregeld op basis van internationale standaardovereenkomsten.
ALGEMENE STRATEGIE TER DEKKING VAN HET WISSELRISICO: Om zijn activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen en binnen de beperkingen die uiteengezet worden in het beheerreglement, kan het compartiment transacties verrichten die betrekking hebben op de verkoop van termijnovereenkomsten op deviezen, evenals de verkoop van callopties of de aankoop van putopties op valuta’s. De hier beoogde transacties mogen enkel betrekking hebben op contracten die verhandeld worden op een gereglementeerde markt die regelmatig werkt, erkend is en opengesteld is voor het publiek, of verhandeld worden met een erkende financiële instelling van eerste rang die gespecialiseerd is in dit type van transacties en die actief is op de 'over the counter' (OTC)-markt voor opties. Met dezelfde doelstelling kan het compartiment ook valuta’s verkopen op termijn of uitwisselen in het kader van onderhandse transacties met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties.
SOCIALE, ETHISCHE EN MILIEUASPECTEN: Er mag niet belegd worden in financiële instrumenten uitgegeven door producenten van controversiële wapens, waarvan de voorbije vijf decennia bij internationale consensus is vastgesteld dat het gebruik ervan onevenredig veel menselijk leed veroorzaakt aan de burgerbevolking. Het betreft de producenten van antipersoonsmijnen, clusterbommen en -munitie en wapens met verarmd uranium. Er mogen daarnaast sinds 31.3.2014 geen nieuwe beleggingen gebeuren in financiële instrumenten uitgegeven door ondernemingen zonder anti-corruptie beleid die bovendien in de afgelopen twee jaar een negatieve evaluatie kregen bij een diepgaande screening op de aanwezigheid van corruptie. De onderneming heeft geen anti-corruptie beleid als niet kan worden aangetoond dat de onderneming een aanvaardbaar beleid heeft aangaande de bestrijding van corruptie. Een aanvaardbaar beleid dient publiek gemaakt te worden en houdt minstens in dat omkoping niet gedoogd wordt, en dat de wet dienaangaande wordt nageleefd. De screening zal gebeuren op basis van een algemeen aanvaarde en onafhankelijke ‘Sociale, ethische en milieuaspecten’ database. Op deze wijze wordt niet alleen een louter financiële realiteit weergegeven, maar ook een sociale realiteit van de sector of regio. Voor de eventuele toepassing van de Europese en Belgische fiscale bepalingen wordt verwezen naar het prospectus onder 'Informatie betreffende het gemeenschappelijk beleggingsfonds Belastingstelsel' .
2.1.4
FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER
Het intellectueel beheer (inclusief de toewijziging van de activa), wordt door de beheervennootschap gedelegeerd aan KBC Fund Management Limited, Joshua Dawson House, Dawson Street, Dublin 2, IRELAND.
2.1.5
DISTRIBUTEURS
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
2.1.6
INDEX EN BENCHMARK
Zie ‘Beleggingsbeleid van het compartiment’.
322
2.1.7
TIJDENS HET BOEKJAAR GEVOERD BELEID
De investeringsdoelstelling van elk subfonds is om het hoogst mogelijk rendement te genereren en tegelijk ernaar te streven de netto inventariswaarde boven de bodemgrens te houden. Als dusdanig is er een dynamische allocatie tussen meer risicovolle investeringen en minder risicovolle investeringen zoals bepaald door een mathematisch model. Twijfels over de duurzaamheid van het economische herstel blijven het beleggingsklimaat beheersen. Maar in de zomermaanden begon de stemming positiever te worden. Europa schudde de recessie van zich af en de eurocrisis loste haar wurggreep. Japan doorbrak de negatieve deflatiespiraal. De VS waren niet van de zo gevreesde “fiscal cliff” gevallen. In december wisten de Democraten en de Republikeinen de patstelling rond het begrotingsbeleid verrassend te doorbreken. Voor de Amerikaanse centrale bank was dat het signaal dat de economie sterk genoeg was geworden om geleidelijk van het monetair infuus afgekoppeld te worden. Op de laatste bankwerkdag van november kende het fonds zijn jaarlijkse reset van de bodemgrens.
2.1.8
TOEKOMSTIG BELEID
Het toekomstige investeringsbeleid en participatieniveau in risicovolle investeringen zal bepaald worden door het dynamisch portefeuille-algoritme terwijl ernaar te streven dat de bodemgrens wordt beschermd.
2.1.9
SYNTHETISCHE RISICO- EN OPBRENGSTINDICATOR
5 op een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). De waarde van een recht van deelneming kan stijgen of dalen en de belegger kan minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd. Overeenkomstig Verordening 583/2010 is een synthetische risico- en opbrengstindicator bepaald. Deze geeft een cijfermatige aanduiding van de mogelijke opbrengst van het compartiment, maar ook van het bijhorende risico, berekend in de uitdrukkingsmunt van het compartiment. De indicator wordt geformuleerd als een cijfer tussen 1 en 7. Hoe hoger het cijfer, hoe hoger de mogelijke opbrengst, maar ook hoe moeilijker voorspelbaar dit rendement. Ook verliezen zijn mogelijk. Het laagste cijfer betekent niet dat de belegging volledig risicoloos is. Wel wijst het erop dat, vergeleken met hogere cijfers, dit product normaal een lager, maar eveneens beter voorspelbaar rendement zal bieden. De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt geregeld geëvalueerd en kan dus verlaagd of verhoogd worden op basis van gegevens uit het verleden. Gegevens uit het verleden zijn niet altijd een betrouwbare aanwijzing voor opbrengst en risico in de toekomst.
323
2.2
BALANS
Balansschema TOTAAL NETTO ACTIEF II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
E.
ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming Financiële derivaten j) Op deviezen Termijncontracten (+/-)
F.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
64.077.517,61
45.516.084,43
63.477.287,04
44.746.963,64
9,78
IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-) c) Ontleningen (-)
635.597,79
278.392,22
-711.706,68
-168.813,59 -2.533,10
703.572,25
682.793,67
-27.242,57
-20.718,41
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
64.077.517,61
45.516.084,43
A.
Kapitaal
59.227.965,69
41.788.729,06
B.
Deelneming in het resultaat
21.388,59
-102.441,95
D.
Resultaat van het boekjaar
4.828.163,33
3.829.797,32
B.
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
VI. Overlopende rekeningen
C. Toe te rekenen kosten (-)
Posten buiten-balanstelling III
Notionele bedragen van de termijncontracten(+)
III.A
Gekochte termijncontracten
3.535,07
324
2.3
RESULTATENREKENING
Resultatenrekening I.
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen E. ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming F. Financiële derivaten l) Op financiële indexen Termijncontracten H. Wisselposities en -verrichtingen a) Financiële derivaten Termijncontracten b) Andere wisselposities en verrichtingen
5.116,98 4.530.591,17
4.415.413,26
-12.383,90
9,78 883.222,09
-174.801,56
Det.rubriek I winst en verlies op beleggingen
Gerealiseerde winsten op beleggingen Ongerealiseerde winsten op beleggingen Gerealiseerde verliezen op beleggingen Ongerealiseerde verliezen op beleggingen II.
2.258.517,43 3.361.142,57 -294.719,55 88.882,59
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
Dividenden Interesten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-)
1.046,36
A. B.
III.
Andere opbrengsten
B.
Andere
986,40 -316,25
285,73 -17,82 1.377,36
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-132.241,12
-138.331,98
-138,43
-109,17 -199,78
-387.564,04 -51.111,75 -287,40 -1.562,48 -568,77 -12.855,87
-221.190,45 -29.016,87 -1.354,86 -3.608,19 -811,91 -11.615,88
-585.659,71
-403.547,46
4.828.163,33
3.829.797,32
4.828.163,33
3.829.797,32
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
VII. Resultaat van het boekjaar
325
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) II.
(Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal
31/12/2014
31/12/2013
(in de valuta van het compartiment) (in de valuta van het compartiment)
4.849.551,92
3.727.355,37
4.828.163,33
3.829.797,32
21.388,59
-102.441,95
-4.849.551,92
-3.727.355,37
326
2.4
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
2.4.1
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 85 NOVEMBER
Benaming
Hoeveelheid op 31/12/2014
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie % (in de valuta van het in het bezit compartiment) van de ICB
% Porte feuille
% Nettoactief
4,50
NETTOACTIVA EFFECTENPORTEFEUILLE Beleggingsfondsen Gesloten fondsen Genoteerde gesloten beleggingsfondsen België KBC EQUITY FUND AMERICA IS B KAP
1.573,00
USD
2.217,030
2.882.019,91
0,44
4,54
KBC EQUITY FUND EUROPE IS
1.501,00
EUR
1.453,940
2.182.363,94
0,44
3,44
3,41
10.872,00
EUR
721,760
7.846.974,72
0,56
12,36
12,25
519,00
EUR
970,520
503.699,88
0,06
0,79
0,79
2,00
EUR
281,850
563,70
0,00
0,00
KBC BONDS CORPOR USD IS B KAP
249,00
USD
1.033,800
212.731,87
0,06
0,34
0,33
KBC BONDS CORPORATES EURO IS B KAP
720,00
EUR
856,680
616.809,60
0,06
0,97
0,96
KBC BONDS EMU SHORTIS B KAP
776,00
EUR
1.067,990
828.760,24
0,08
1,31
1,29
KBC BONDS HIGH INTEREST IS B KAP
312,00
EUR
2.073,780
647.019,36
0,04
1,02
1,01
KBC INTEREST FUND EURO MEDIUM IS B_KAP
221,00
EUR
4.164,380
920.327,98
0,08
1,45
1,44
KBC RENTA EMURENTA IS B KAP
430,00
EUR
632,690
272.056,70
0,08
0,43
0,43
KBC RENTA EURORENTA IS B KAP
94,00
EUR
2.837,050
266.682,70
0,06
0,42
0,42
KBC RENTA SHORT USD IS B KAP
3.499,00
USD
887,860
2.567.350,23
0,34
4,05
4,01
KBC RENTA STRATEGIC ACCENTS 1 IS B KAP
1.062,00
EUR
1.216,150
1.291.551,30
0,08
2,04
2,02
491,00
EUR
974,600
478.528,60
0,31
0,75
0,75
KBC EQUITY FUND STRATEGIC KBC PARTICIPATION LOCAL EMERGING MARKET BONDS KAP IS B PRIVILEGED PORTFOLIO LIQUIDITY IS B KAP
Luxemburg
Open beleggingsfondsen ICBE ingeschreven bij de FSMA België CELEST VOLATILITY STRATEGY ANDROMEDA IS B KBC EQUITY FUND BUYBACK AMERICA IS B KAP
1.682,00
USD
1.567,360
2.178.669,91
0,31
3,43
3,40
12.150,00
EUR
436,490
5.303.353,50
0,45
8,36
8,28
2.435,00
EUR
455,780
1.109.824,30
0,34
1,75
1,73
1.705,00
EUR
1.226,470
2.091.131,35
0,31
3,29
3,26
1.656,00
EUR
474,380
785.573,28
0,39
1,24
1,23
5.116,00
EUR
674,140
3.448.900,24
0,51
5,43
5,38
1.721,00
EUR
1.234,160
2.123.989,36
0,44
3,35
3,32
KBC EQUITY FUND STRATEGIC CYCLICALS IS KAP
10.058,00
EUR
794,010
7.986.152,58
0,48
12,58
12,46
KBC EQUITY FUND STRATEGIC FINANCE IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC NON CYCLICALS IS B KAP KBC EQUITY FUND STRATEGIC TEL & TECHNOLOGY IS B KAP KBC EQUITY FUND TURKEY IS B KAP
13.636,00
EUR
405,600
5.530.761,60
0,47
8,71
8,63
10.715,00
EUR
332,650
3.564.344,75
0,47
5,62
5,56
17.744,00
EUR
150,540
2.671.181,76
0,45
4,21
4,17
496,00
TRY
1.504,420
263.784,05
0,37
0,42
0,41
838,00
USD
1.510,820
1.046.293,26
0,44
1,65
1,63
1.564,00
EUR
1.001,330
1.566.080,12
0,33
2,47
2,44
566,00
EUR
751,260
425.213,16
0,31
0,67
0,66
495,00
EUR
1.242,190
614.884,05
0,06
0,97
0,96
KBC EQUITY FUND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND EUROZONE IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND IS B KAP KBC EQUITY FUND HIGH DIVIDEND NEW MARKETS IS B KAP KBC EQUITY FUND QUANT EMU IS B KAP KBC EQUITY FUND SATELLITES IS B KAP
KBC EQUITY FUND US SMALL CAPS IS B KAP KBC MULTI INTEREST CURRENCIES IS KAP KBC PARTICIPATION COMMODITIES IS B KBC PARTICIPATION SRI CORPORATE BONDS IS B KAP
327
PRIVILEGED PORTFOLIO REAL ESTATE IS B KAP
2.469,00
EUR
506,160
Totaal beleggingsfondsen Termijncontracten
EUR
1.249.709,04 63.477.287,04
0,32
1,97 100,00
1,95 99,06
100,00
99,06
9,78
TOTAAL EFFECTENPORTEFEUILLE
63.477.296,82
LIQUIDE MIDDELEN Zichtrekeningen België KBC GROUP AUD
464,95
AUD
1,000
314,44
KBC GROUP CAD
1.400,87
CAD
1,000
999,51
0,00
KBC GROUP CHF
1.025,10
CHF
1,000
852,58
0,00
KBC GROUP CZK
68.019,00
CZK
1,000
2.454,23
0,00
KBC GROUP DKK
6.372,67
DKK
1,000
855,81
0,00
673.097,72
EUR
1,000
673.097,72
1,05
KBC GROUP GBP
8.874,55
GBP
1,000
11.435,54
0,02
KBC GROUP HUF
69.810,83
HUF
1,000
221,10
KBC GROUP JPY
75.965,00
JPY
1,000
523,61
0,00
KBC GROUP NOK
7.526,25
NOK
1,000
829,58
0,00
KBC GROUP PLN
3.040,18
PLN
1,000
707,33
0,00
KBC GROUP SEK
5.616,94
SEK
1,000
592,97
0,00
KBC GROUP TRY
2.569,16
TRY
1,000
908,22
0,00
KBC GROUP USD
11.833,82
USD
1,000
9.779,61 703.572,25
0,02 1,10
703.572,25
1,10
KBC GROUP EURO
Totaal zichtrekeningen
TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN Vorderingen België KBC GROUP EUR TE ONTVANGEN
544.692,46
EUR
1,000
544.692,46
0,85
KBC GROUP USD TE ONTVANGEN
110.000,00
USD
1,000
90.905,33 635.597,79
0,14 0,99
KBC GROUP EUR TE BETALEN
-612.160,83
EUR
1,000
-612.160,83
-0,96
KBC GROUP TRY TE BETALEN
-7.537,14
TRY
1,000
-2.664,43
0,00
KBC GROUP USD TE BETALEN
-117.231,36
USD
1,000
-96.881,42 -711.706,68
-0,15 -1,11
-76.108,89
-0,12
Totaal vorderingen Schulden België
Totaal schulden
TOTAAL VORDERINGEN EN SCHULDEN ANDERE Te betalen kosten
TOTAAL ANDERE TOTAAL VAN DE NETTOACTIVA
EUR
-27.242,57
-0,04
-27.242,57
-0,04
64.077.517,61
100,00
328
Geografische spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Ver.Arab.Emir. Argentinië Australië Oostenrijk België Bermuda Brazilië Centr.Amerika Canada Zwitserland Chili China Colombië Tsjechië Kaaimaneilanden Duitsland Denemarken Egypte Spanje Finland Frankrijk Gabon V.K. Griekenland Hong Kong Hongarije Indië Indonesië Ierland Israël Italië Jersey Kanaaleilanden Japan Kazakhstan Zuid-Korea Kroatië Luxemburg Mexico Maleisië Nederland Noorwegen Nieuw Zeeland Oekraïne Panama Peru Filipijnen Papua N.Guin. Polen Portugal Roemenië Rusland Saoedi Arabië
30/06/2013 0,01 0,00 1,07 0,44 2,03 0,33 0,87 0,08 1,59 2,43 0,13 1,58 0,08 0,08 0,22 10,22 0,43 0,01 2,95 0,48 8,73 0,00 4,90 0,06 1,22 0,07 0,65 0,43 1,86 0,11 2,77 0,26 5,82 0,00 1,66 0,00 0,19 0,49 0,55 3,86 0,30 0,04 0,00 0,00 0,05 0,17 0,01 0,27 0,28 0,01 0,23 0,00
31/12/2013 0,01 0,01 0,98 0,32 2,60 0,28 0,56 0,00 1,95 2,28 0,07 1,29 0,10 0,03 0,42 11,13 0,60 0,00 4,03 0,78 11,53 0,00 5,32 0,07 0,95 0,08 0,42 0,25 3,63 0,06 4,29 0,19 4,17 0,01 1,48 0,01 0,59 0,38 0,48 4,48 0,28 0,01 0,01 0,01 0,06 0,14 0,01 0,22 0,24 0,02 0,40 0,00
30/06/2014 0,00 0,00 0,89 0,26 3,46 0,18 0,47 0,00 2,17 1,89 0,04 1,78 0,06 0,02 0,34 10,31 0,59 0,00 3,91 1,02 11,49 0,01 5,03 0,07 0,97 0,03 0,77 0,33 1,20 0,15 3,75 0,25 4,23 0,00 1,81 0,00 0,45 0,18 0,50 3,78 0,19 0,02 0,01 0,00 0,03 0,13 0,02 0,17 0,42 0,00 0,15 0,00
31/12/2014 0,01 0,00 1,00 0,24 1,87 0,18 0,28 0,00 2,28 1,30 0,02 1,99 0,07 0,02 0,30 11,34 0,39 0,00 3,93 0,91 10,47 0,00 5,05 0,12 0,90 0,18 0,94 0,30 2,14 0,11 3,06 0,25 2,98 0,00 1,83 0,00 0,89 0,32 0,69 4,04 0,40 0,15 0,00 0,00 0,00 0,19 0,02 0,26 0,25 0,26 0,06 0,01
329
Singapore Slovenie Int.Org. Slovakije Zweden Thailand Turkije Taiwan V.S.A. Venezuela Buiten grondgebied BLEU(EX.EUINSTEL) Instel.EU buiten grondgebied BLEU Zuid-Afrika Zaïre Totaal
0,24 0,00 0,01 0,01 0,83 0,53 0,26 1,16 36,33 0,00
0,22 0,02 0,01 0,01 0,90 0,44 0,17 1,24 29,32 0,04
0,22 0,00 0,00 0,01 0,62 0,34 0,17 1,43 33,44 0,02
0,17 0,00 0,00 0,01 0,37 0,49 0,70 1,47 34,16 0,00
0,02
0,01
0,01
0,03
0,09 0,49 0,01 100,00
0,13 0,26 0,00 100,00
0,06 0,15 0,00 100,00
0,14 0,46 0,00 100,00
30/06/2014 22,02 14,80 6,89 7,18 21,19 12,17 3,22 2,17 3,26 6,90 0,01 0,19 100,00
31/12/2014 18,32 14,22 7,16 6,93 20,84 12,81 3,86 2,32 3,45 10,07 0,00 0,02 100,00
Sectorale spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Cyclische Sectoren Consumenten(Cyclisch) Consumenten(Niet cyclisch) Farma Financiële sectoren Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven Vastgoed Overheid Beleggingsfondsen Diversen Totaal
30/06/2013 18,44 14,34 12,51 9,82 18,97 9,04 3,31 3,51 3,33 6,63 0,01 0,09 100,00
31/12/2013 17,17 13,22 7,94 8,77 23,00 9,75 3,84 1,71 2,78 11,66 0,03 0,13 100,00
330
Muntspreiding (in % van de nettoactiva)
AUD BRL CAD CHF CLP CNH CNY COP CZK DKK EUR GBP HKD HUF IDR ILS INR JPY KRW MXN MYR NGN NOK NZD PEN PHP PLN RON RUB SEK SGD THB TRY TWD USD ZAR Totaal
30/06/2013 0,98 0,86 1,63 2,33 0,00 0,00 0,05 0,05 0,01 0,42 35,43 4,87 2,92 0,08 0,48 0,12 0,56 4,32 1,67 0,48 0,56 0,01 0,33 0,04 0,03 0,18 0,26 0,01 0,06 0,76 0,25 0,54 0,29 1,23 37,66 0,53 100,00
31/12/2013 0,86 0,54 1,91 2,14 0,01 0,00 0,03 0,07 0,03 0,59 45,55 4,88 2,55 0,05 0,26 0,07 0,38 3,12 1,44 0,35 0,47 0,01 0,27 0,01 0,05 0,13 0,21 0,01 0,12 0,76 0,22 0,44 0,12 1,09 31,00 0,26 100,00
30/06/2014 0,68 0,49 1,98 1,85 0,00 0,00 0,01 0,07 0,04 0,50 41,72 5,03 3,01 0,01 0,37 0,06 0,73 2,99 1,78 0,17 0,50 0,00 0,25 0,02 0,02 0,13 0,17 0,00 0,01 0,55 0,21 0,35 0,17 1,27 34,69 0,17 100,00
31/12/2014 0,69 0,29 2,21 1,24 0,00 0,08 0,23 0,07 0,05 0,31 40,18 4,77 3,01 0,27 0,39 0,13 0,95 2,91 1,78 0,30 0,70 0,00 0,43 0,15 0,00 0,18 0,27 0,27 0,02 0,29 0,17 0,48 0,74 1,41 34,53 0,50 100,00
331
2.4.2
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN HET COMPARTIMENT PRIVILEGED PORTFOLIO PRO 85 NOVEMBER (IN DE VALUTA VAN HET COMPARTIMENT) 1
ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
halfjaar 26.569.808,50 24.156.200,77 50.726.009,27 8.583.764,79 6.549.021,49 15.132.786,28 49.021.484,01
2
de
72,61 %
1
ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale gecorrigeerde activa Gecorrigeerde Omloopsnelheid
halfjaar 26.569.808,50 24.156.200,77 50.726.009,27 8.583.764,79 6.549.021,49 15.132.786,28 48.877.690,49 72,82 %
2
de
halfjaar 26.080.248,18 14.536.240,20 40.616.488,37 16.213.925,84 4.552.766,38 20.766.692,22 52.831.008,18
Jaar 52.650.056,68 38.692.440,97 91.342.497,65 24.797.690,63 11.101.787,87 35.899.478,50 50.957.992,13
37,57 %
108,80 %
halfjaar 26.080.248,18 14.536.240,20 40.616.488,37 16.213.925,84 4.552.766,38 20.766.692,22 51.828.497,23
Jaar 52.650.056,68 38.692.440,97 91.342.497,65 24.797.690,63 11.101.787,87 35.899.478,50 50.176.494,30
38,30 %
110,50 %
De tabel hierboven toont het kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief aan het begin en het einde van de periode. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. Een actief beheer van het vermogen kan resulteren in hoge omloopsnelheidpercentages (maandelijks percentage > 50%). De gedetailleerde lijst van de transacties kan gratis worden ingekeken op de zetel van de Bevek of het Fonds, Havenlaan 2, 1080 Brussel.
2.4.3
BEDRAG VAN DE VERPLICHTINGEN INZAKE FINANCIËLE DERIVATENPOSITIES
In effecten KBC AK-VK TRY-EUR 150106-150102 2.836644
Valuta
In valuta
TRY
10.000,00
In valuta van het compartiment 3.535,07
Lotsize n.v.t
Verrichtingsdatum 30.12.2014
332
2.4.4
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INSCHRIJVINGEN, TERUGBETALINGEN EN VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Periode Jaar
Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop Inschrijvingen Kap.
Einde periode
Terugbetalingen
Dis.
Kap.
Dis.
Kap.
Dis.
Totaal
2012 - 12
21.275,58
23.158,99
106.611,73
106.611,73
2013 - 12
68.981,94
21.546,35
154.047,32
154.047,32
2014 - 12
79.109,32
35.365,62
197.791,03
197.791,03
Bedragen ontvangen en betaald door de ICB (in de valuta van het compartiment)
Periode Jaar
Inschrijvingen Kapitalisatie
Terugbetalingen Distributie
Kapitalisatie
2012 - 12
5.364.056,17
2013 - 12
20.011.931,58
5.844.844,32
2014 - 12
24.506.008,01
10.772.738,16
Periode Jaar
Distributie
5.733.641,44
Netto-inventariswaarde Einde periode (in de valuta van het compartiment) van één recht van deelneming
van het compartiment
Kapitalisatie
2012 - 12
27.519.199,85
258,13
2013 - 12
45.462.730,00
295,33
2014 - 12
64.077.517,61
323,97
Distributie
333
2.4.5
RENDEMENTSCIJFERS
1 Jaar Kap Div
ISIN code
Munt
KAP
BE0946432037
EUR
3 Jaar*
5 Jaar*
10 Jaar*
Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench klassen mark klassen mark klassen mark klassen mark 9.72%
11.36%
7.20%
Sinds start* Startdatum
Aandelen klassen
09/08/2006
3.14%
* De rendementscijfers zijn op jaarbasis. Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst.
Het staafdiagram geeft de performance weer van volledige boekjaren. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. Berekend in EUR. Het rendement wordt berekend als de wijziging van de inventariswaarde tussen twee tijdstippen uitgedrukt in procent. Berekeningsmethode voor datum D waarbij NIW staat voor inventariswaarde: Kapitalisatie deelbewijzen (KAP) Return op datum D over een periode van X jaar: [NIW(D) / NIW(Y)] ^ [1 / X] - 1 met Y = D-X Return op datum D sinds de startdatum S van het deelbewijs: [NIW(D) / NIW(S)] ^ [1 / F] - 1 met F = 1 indien het deelbewijs minder dan één jaar bestaat op datum D met F = (D-S) / 365.25 indien het deelbewijs langer dan één jaar bestaat op datum D Indien de periode tussen de twee tijdstippen groter is dan één jaar, dan wordt de gewone rendementsberekening omgezet in een rendement op jaarbasis door de n-de machtswortel te nemen van 1 plus het totale rendement van het deelbewijs. De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en terugkopen van de rechten van deelneming. Het gaat om de rendementscijfers van kapitalisatie rechten van deelneming.
334
2.4.6
KOSTEN
Lopende kosten: * Kapitalisatie: 2.695% * Zijn niet opgenomen in de vermelde kosten: instap- en uitstapkosten, prestatiegebonden vergoedingen, transactiekosten betaald in het kader van de verwerving of vervreemding van activa, betaalde rente, betalingen met het oog op zekerheidsstelling in het kader van afgeleide financiële instrumenten en vergoedingen inzake Commission Sharing Agreements of geIijkaardige vergoedingen ontvangen door de beheervennootschap of enige hiermee verbonden persoon. Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Het beheerloon bedraagt 4.225,69 EUR. Bijkomend werd er een vergoeding van 383.338,35 EUR aangerekend met betrekking tot provisies en kosten voor de toewijzing van de activa.
BESTAAN VAN COMMISSION SHARING AGREEMENTS Niet van toepassing.
BESTAAN VAN FEE SHARING AGREEMENTS EN REBATES: De beheervennootschap kan haar vergoeding delen met de Distributeur, institutionele en/of professionele partijen. In principe gaat het om 35% tot 60% indien de distributeur een entiteit is van KBC Groep NV en om 35% tot 70% indien de distributeur geen entiteit is van KBC Groep NV, doch in een beperkt aantal gevallen bedraagt de vergoeding van de distributeur minder dan 35%. De belegger zal, op verzoek, meer informatie kunnen bekomen inzake deze gevallen. Indien de beheervennootschap de activa van de instelling voor collectieve belegging belegt in rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging die niet worden beheerd door een entiteit van KBC Groep NV en de beheervennootschap ontvangt hiervoor een vergoeding, zal de beheervennootschap deze vergoeding betalen aan de instelling voor collectieve belegging. Fee sharing heeft geen invloed op de hoogte van de beheercommissie die het compartiment betaalt aan de beheervennootschap. Deze beheercommissie is onderworpen aan de beperkingen bepaald in de statuten. Deze beperkingen kunnen enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de algemene vergadering. De beheervennootschap heeft een distributieovereenkomst afgesloten met de Distributeur om een ruimere verspreiding van de rechten van deelneming van het compartiment mogelijk te maken, door gebruik te maken van meerdere distributiekanalen. Het is in het belang van de deelnemers, van het compartiment en van de Distributeur dat een zo groot mogelijk aantal rechten van deelneming wordt verkocht, en dat de activa van het compartiment dus zo hoog mogelijk zijn. In dit opzicht is er dus geen sprake van tegenstrijdige belangen.
2.4.7
TOELICHTING BIJ DE FINANCIËLE STATEN EN ANDERE GEGEVENS
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille: max.1.05% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, er wordt geen beheersprovisie aangerekend op de activa die belegd zijn in instellingen voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Bijkomend: provisies en kosten voor de toewijzing van de activa: max. 0.75% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. KBC Fund Management Limited ontvangt van de beheervennootschap een vergoeding van max. 0.75% berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment, zonder dat de totale provisies en kosten voor de toewijzing van de activa die de beheervennootschap ontvangt zullen worden overschreden. De vergoeding voor administratief agent is betaalbaar op het einde van elk maand en is berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het compartiment. Vergoeding van de commissaris: 1786 EUR per jaar. Deze vergoeding is exclusief BTW en kan jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de beslissing van de algemene vergadering. Het bewaarloon is berekend op de waarde van de stukken die de bewaarder in depot heeft op de laatste bankwerkdag van het voorafgaande kalenderjaar, behalve op de activa die belegd zijn in instelling voor collectieve belegging beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Het bewaarloon wordt betaald in het begin van het kalenderjaar.
335
Uitoefenen van stemrechten: Indien nodig, relevant en in het belang van de aandeelhouders zal de beheervennootschap de stemrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de aandelen in de portefeuille van de Bevek. De beheervennootschap hanteert de volgende criteria bij het bepalen van haar houding m.b.t. de agendapunten die ter stemming worden voorgelegd: De waarde voor de aandeelhouders mag niet negatief beïnvloed worden. De regels inzake corporate governance, inzonderheid deze met betrekking tot de rechten van de minderheidsaandeelhouders, moeten gerespecteerd worden. Er moet aan de minimumnormen inzake duurzaam en maatschappelijk ondernemen voldaan worden. De lijst van ondernemingen waarvoor het stemrecht werd uitgeoefend, is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de Bevek.
Effect KBC Equity Fund-America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Europe-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Satellites-Institutional B Shares KBC Participation-Local Emerging Market Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Liquidity-Institutional B Shares KBC Bonds-Corporates USD-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-Corporates Euro-Institutional B Shares capitalisation KBC Bonds-EMU Short KBC Bonds-High Interest-Institutional B Shares capitalisation KBC Interest fund-EURO MEDIUM-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Emurenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Eurorenta-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Short USD-Institutional B Shares Capitalisation KBC Renta-Strategic Accents 1-Institutional B Shares Capitalisation Celest-Volatility Strategy - Andromeda-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Buyback America-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend Eurozone-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend-Institutional B Shares KBC Equity Fund-High Dividend New Markets-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Quant EMU-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Satellites-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Finance-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Non Cyclicals-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Strategic Telecom & Technology-Institutional B Shares KBC Equity Fund-Turkey-Institutional B Shares KBC Equity Fund-US Small Caps-Institutional B Shares KBC Multi Interest-Currencies-Institutional B Shares KBC Participation-Commodities-Institutional B Shares KBC Participation-SRI Corporate Bonds-Institutional B Shares Privileged Portfolio Fund-Privileged Portfolio Real Estate-Institutional B Shares Privileged Portfolio-Pro 85 November
Maximale beheerloon 1,50 1,50 1,50 1,20 0,40 1,10 1,10 0,40 1,10 0,50 1,10 1,10 1,17 1,10 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 1,60 1,50 0,50 1,10 1,25 0,93 1,05