4-129-145-42 (1)
Voordat u begint
Printer voor digitale foto’s
Voorbereidingen
Direct afdrukken
DPP-FP67/FP77 Afdrukken vanaf een PictBridge digitale camera Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth Afdrukken vanaf een PC
Foutmeldingen
Gebruiksaanwijzing
Oplossen van problemen
Voordat u deze printer gaat gebruiken, moet u de bijgeleverde "Lees dit eerst" , "Over afdrukpakketen" en deze "Gebruiksaanwijzing" aandachtig doorlezen. Bewaar de handleidingen voor het geval u deze later als referentiemateriaal nodig hebt.
Aanvullende informatie
Deze modellen zijn niet verkrijgbaar in alle regio's of landen.
© 2009 Sony Corporation
Lees de bijgeleverde "Lees dit eerst" en "Over afdrukpakketen" door.
WAARSCHUWING Om het gevaar van brand of elektrische schokken te verkleinen, mag het apparaat niet worden blootgesteld aan regen of vocht.
Waarschuwing voor klanten in Europa Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die zijn uiteengezet in de EMC-richtlijn voor het gebruik van een verbindingskabel van minder dan 3 meter.
Let op De elektromagnetische velden kunnen bij de opgegeven frequenties het beeld van deze digitale fotoprinter beïnvloeden.
Opmerking Als de gegevensoverdracht wordt onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit of elektromagnetische storing, moet u de toepassing opnieuw starten of de verbindingskabel (USB, enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten.
Kennisgeving voor klanten in de landen waar EU-richtlijnen van toepassing zijn De fabrikant van dit product is Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC en productveiligheid is Sony Deutschland GmbH, Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland. Voor kwesties met betrekking tot service of garantie kunt u het adres in de afzonderlijke service- en garantiedocumenten gebruiken.
Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen) Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD’s, televisieprogramma’s, auteursrechtelijk beschermde materialen, zoals beelden en publicaties, en alle andere materialen met uitzondering van eigen opnamen en creaties is beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik. Tenzij u in het bezit bent van de auteursrechten of toestemming hebt van de houder van de auteursrechten om deze materialen te kopiëren, kan gebruik van deze materialen een overtreding van de auteursrechtwetten betekenen en moet u wellicht schadevergoeding betalen aan de houder van de auteursrechten. Als u foto’s gebruikt met deze printer, moet u ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of aanpassing van portretten van andere personen kan ook een inbreuk op hun rechten betekenen. Op bepaalde demonstraties, optredens en tentoonstellingen is het nemen van foto’s niet toegestaan.
Reservekopiëen U kunt het beste een reservekopie van uw gegevens opslaan om gegevensverlies door een bedieningsfout of storing van de printer te voorkomen.
2 NL
Handelsmerken en auteursrechten Informatie IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF HET GEBRUIK VAN EEN PRODUCT. Sony is niet aansprakelijk voor enige incidentele schade of gevolgschade of verlies van opgenomen gegevens als gevolg van het gebruik van of een storing aan de printer of de geheugenkaart.
Opmerkingen over het LCD-scherm • Het weergegeven beeld heeft niet dezelfde beeldkwaliteit en kleuren als het afgedrukte beeld omdat de fosformethoden en -profielen anders zijn. U moet het weergegeven beeld beschouwen als indicatie. • Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan verkleuren, waardoor een storing wordt veroorzaakt. • Als het LCD-scherm langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden. • Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99% van de pixels effectief bruikbaar is. Deze punten duiden niet op fabricagefouten en hebben geen enkele invloed op de afdrukken. • In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.
• Cyber-shot,
, "Memory Stick", , "Memory Stick Duo", , "MagicGate Memory Stick", "Memory Stick PRO", , "Memory Stick PRO Duo", , "Memory Stick PRO-HG Duo", , "Memory Stick Micro", , , "Memory StickROM", , "MagicGate", en zijn handelsmerken van Sony Corporation. • Microsoft, Windows, Windows Vista en DirectX zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Intel en Pentium zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Intel Corporation. •
of xD-Picture Card™ is een handelsmerk van FUJIFILM Corporation.
•
is een handelsmerk van FotoNation Inc. in de Verenigde Staten. Dit product bevat lettertypen van Monotype Imaging Inc. Alle andere bedrijven en productnamen die hierin worden vermeld, kunnen de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van hun respectieve bedrijven. Bovendien worden "™" en "®" niet elke keer vermeld in deze gebruiksaanwijzing. Het Bluetooth woordmerk en logo’s zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van dergelijke merken door Sony Corporation gebeurt onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn van hun respectievelijke eigenaren.
• •
•
•
3 NL
Kennisgeving voor gebruikers Programma © 2009 Sony Corporation Documentatie © 2009 Sony Corporation Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding en de software die hierin wordt beschreven, geheel of gedeeltelijk, mogen niet worden gereproduceerd, vertaald of omgezet in een machineleesbare vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Sony Corporation. IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE HETZIJ ONDER DWANG, CONTRACT OF ANDERSZINS VOORTKOMEND UIT OF IN VERBAND MET DEZE HANDLEIDING, DE SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE HIERIN WORDT VERMELD OF HET GEBRUIK ERVAN. Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te verbreken, accepteert u alle bepalingen en voorwaarden van deze overeenkomst. Als u deze bepalingen en voorwaarden niet accepteert, retourneert u de ongeopende CD-ROM-verpakking samen met de rest van het pakket aan de handelaar bij wie u het pakket hebt gekocht. Sony Corporation behoudt zich het recht voor om te allen tijde deze handleiding of de informatie in deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De software die hierin wordt beschreven, kan ook vallen onder de bepalingen van een afzonderlijke gebruiksrechtovereenkomst. Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze software, mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik worden aangepast of gekopieerd. Het ongeoorloofd kopiëren van deze software is volgens de auteursrechtwetten verboden. Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd kopiëren of aanpassen van portretten van andere personen of van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk op de rechten van de houders van de auteursrechten kan betekenen. U wordt wellicht verwezen naar de bijgeleverde "Lees dit eerst" en "Over afdrukpakketen" als deze gedetailleerde beschrijvingen bevat.
Over de afbeeldingen en schermen die in deze handleiding worden gebruikt In de afbeeldingen en de schermen die in deze handleiding worden gebruikt, wordt de DPPFP77 weergegeven, tenzij anders aangegeven.
4 NL
Inhoudsopgave Kennisgeving voor gebruikers ........4
Voordat u begint Aanduiding van de onderdelen .......7
Voorbereidingen De inhoud van de verpakking controleren .....................................9 Het inktlint instellen ........................9 Het afdrukpapier inleggen .............10 Aansluiten op de netspanning .......12 Bedieningshandelingen in een beginstadium .................................13
Direct afdrukken LCD-schermweergave ..................14 Een afdrukvoorbeeld van een afbeelding ......................................14 Lijst van afbeeldingen ....................15 Lijst van pictogrammen ..................16 Eenvoudig afdrukken ....................17 Een geheugenkaart plaatsen ...........17 Geselecteerde afbeeldingen afdrukken ........................................................17 Genieten van diverse afdrukmogelijkheden ....................19 Belichting en Rode ogen-correctie ......................................................22 Een afbeelding bewerken ..............23 De grootte van een afbeelding laten toenemen of afnemen ....................23
Een afbeelding verplaatsen ............ 23 Een afbeelding draaien .................. 23 Een afbeelding aanpassen .............. 23 Een bewerkte afbeelding afdrukken ....................................................... 24 Bewerkingen ongedaan maken ..... 24 Menu aan het verlaten ................... 25 Een Lay-outafdruk maken ............25 Maken van een Batch Afdruk (Index Afdruk/Alles afdrukken/DPOF Afdruk) .........................................26 Een Kalender maken ....................27 Een ID-foto maken .......................28 Veranderen van de instellingen ....29 Datumafdruk instellen ................... 29 Instellen van de afdrukopmaak (afdruk met randen/zonder randen) ............ 30 Instellen van de schermweergave ....................................................... 31 Veranderen van de kleurinstellingen ....................................................... 31 Verbergen of weergeven van de weergave printerinformatie ............ 32 Terugzetten naar fabrieksinstellingen ....................................................... 32 Afdrukken vanaf een USB-geheugen ......................................................33
Afdrukken vanaf een PictBridge digitale camera Afdrukken vanaf een PictBridge digitale camera .............................34
Vervolg
5 NL
Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth ............35 Profielen die geschikt zijn voor Bluetooth-communicatie ................ 35 Procedures voor het afdrukken ...... 35
Afdrukken vanaf een PC Afdrukken vanaf een PC ................37 De software installeren .................37 Systeemvereisten ........................... 37 Het printerstuurprogramma installeren ....................................................... 38 Installeren van de PMB (Picture Motion Browser) ............................ 41 Foto’s afdrukken vanaf de PMB (Picture Motion Browser) .............42 Een bladermap registreren ............. 45 Afdrukken vanuit een in de handel verkrijgbare softwareapplicatie ....... 46
Foutmeldingen Als een foutmelding verschijnt ......47
Oplossen van problemen Als er problemen zijn ....................50 Bij papierstoringen .......................60 Reinigen .......................................61
6 NL
Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen .................62 Voor veiligheid ...............................62 Over de installatie ...........................62 Over het reinigen ............................62 Over de beperkingen op het kopiëren ........................................................63 Over de geheugenkaarten .............63 "Memory Stick" ..............................63 SD Geheugenkaart ..........................64 xD-Picture Card ..............................64 Opmerkingen over het gebruik van een geheugenkaart ................................65 Specificaties .................................65 Afdrukbereik ...................................67 Woordenlijst .................................68 Index ............................................69
Voordat u begint
Aanduiding van de onderdelen
A 1 (aan/standby)-toets/STANDBY aanduiding B CANCEL/ (Index Weergave) toets C MENU-toets D LCD-scherm
type 2,4 DPP-FP67
type 3,5 DPP-FP77
E ENTER-toets F Pijl (g/G/f/F) toetsen G AUTO TOUCH-UP-toets (.blz. 22) H PRINT-toets/aanduiding I Papierladehouder (.blz. 10) J Klep van de papierladehouder K "Memory Stick PRO" (Standaard/ Duo) sleuf (.pagina’s 17, 63) L xD-Picture Card-sleuf (.pagina’s 17, 64) M SD-geheugenkaartsleuf (.pagina’s 17, 64) N Uitwerphendel voor het inktlint (.blz. 9) O Inktlint (apart verkocht) (.blz. 9) P Klep voor inktlinthouder (.blz. 9)
Vervolg
7 NL
Voordat u begint
Zie voor nadere bijzonderheden de bladzijden die tussen haakjes worden genoemd. Afbeeldingen zijn van de DPP-FP77. De plaatsing van de toetsen en de namen van de DPP-FP67 zijn gelijk, maar het LCD-scherm heeft andere afmetingen.
Voorpaneel van de printer
Linkerzijpaneel van de printer E
USB-aansluiting (.blz. 39) Koppel deze tijdens het gebruik van uw computer via een USB-kabel aan deze aansluiting.
F PictBridge/EXT INTERFACEaansluiting (.pagina 33 tot 35)
Achterpaneel van de printer A Hendel Breng, wanneer u de printer draagt, de hendel omhoog, zoals de illustratie hieronder laat zien. Zet de hendel terug in de oorspronkelijke stand, wanneer u de printer gebruikt.
Opmerkingen • Het is belangrijk dat, wanneer u de printer draagt, u de geheugenkaarten, het USBgeheugen, de papierlade, netspanningsadapter en de andere kabels verwijdert. Er zouden anders storingen kunnen optreden. • Zet, wanneer u de DPP-FP77 gebruikt, het LCD-paneel in de oorspronkelijke stand.
B Ventilatieopeningen C Papieruitgang D DC IN 24 V- aansluiting (.blz. 12) Steek de geleverde netspanningsadapter in deze aansluiting. Steek vervolgens de stekker van de netspanningsadapter in het stopcontact.
8 NL
Koppel deze tijdens gebruik van een voor PictBridge geschikte digitale camera, een USB-geheugen, een Bluetooth USB-adapter (DPPA-BT1*), of ander extern USB-apparaat aan deze aansluiting. * In sommige regio's wordt de DPPA-BT1 Bluetooth USB-adapter niet verkocht.
Voorbereidingen
De inhoud van de verpakking controleren
*1
De vorm van de stekker en de specificaties van het netsnoer verschillen afhankelijk van de regio waar u de printer hebt aangeschaft.
Over Sony Afdrukpakketten (apart verkocht)
1 2
Trek de klep voor de inktlinthouder open. Zet het inktlint in de richting van de pijl totdat het op zijn plaats klikt.
Voorbereidingen
Controleer of de volgende accessoires met uw printer worden bijgeleverd. • Papierlade (1) • Netspanningsadapter (1) • USB-kabel (1) • Netsnoer*1 (1) • Reinigingscartridge (1)/Reinigingsvel (1) • CD-ROM (Windows Printer Driver Software Ver.1,0 en PMB (Picture Motion Browser) Ver.4,2) • Gebruiksaanwijzing (dit boekje) • Lees dit eerst (1) • Over afdrukpakketen (1) • Garantie (In sommige regio's wordt geen garantie bijgeleverd.) • Gebruiksrechtovereenkomst van Sony
Het inktlint instellen
3
Sluit de klep van de inktlinthouder. Het inktlint uitnemen Duw de uitwerphendel voor het inktlint omhoog en neem het gebruikte inktlint uit de printer.
Wij verzoeken u een als optie verkrijgbaar en voor de printer ontworpen Sony afdrukpakket voor kleuren te gebruiken. Voor informatie, zie de meegeleverde "Over de Afdrukpakketten".
Vervolg
9 NL
Opmerkingen • Raak het inktlint niet aan en zet het niet op een stoffige plek. Vingerafdrukken of stof op het inktlint kunnen minder goede afdrukken tot gevolg hebben. • Wind het inktlint niet opnieuw op en gebruik het opnieuw opgewonden inktlint niet opnieuw voor het afdrukken. Anders worden geen goede afdrukresultaten bereikt en kunnen er zelfs storingen optreden. Als het niet lukt het inktlint op zijn plaats te klikken, verwijder het dan en plaats het daarna opnieuw. Alleen wanneer het inktlint niet voldoende is opgewonden en u het niet kunt inzetten, drukt u op het middelste gedeelte van het lint en windt u het lint op in de richting van de pijl zodat de vrije slag in het lint verdwijnt.
Het afdrukpapier inleggen 1
Open de afdekplaat van de papierlade. Pak de afdekplaat van de papierlade aan weerszijden vast (aangeduid met de pijlen) en open de afdekplaat van de papierlade.
Wind het lint niet op in de richting zoals hier afgebeeld.
• Haal het inktlint niet uit elkaar. • Trek het lint niet uit de inktcartridge. • Haal het inktlint niet uit de printer tijdens het printen. • Berg het inktlint niet op een plaats waar hoge temperaturen of een hoge luchtvochtigheid heerst, waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht direct toegang heeft. Berg het op op een koele en donkere plaats en gebruik het korte tijd na de productiedatum. De kwaliteit van het inktlint kan afnemen afhankelijk van de omstandigheden waaronder het wordt bewaard. Het gebruik van een dergelijk inktlint kan gevolgen hebben voor de afdrukresultaten en wij kunnen daarvoor geen garantie of vergoeding bieden.
10 NL
2
Leg het afdrukpapier in de papierlade.
3
Sluit de afdekplaat van de papierlade.
• Om te voorkomen dat er papier vast komt te zitten in de printer of dat de printer niet goed functioneert, is het is belangrijk dat u: – Niet op het afdrukpapier schrijft of typt. – Geen stickers of zegels op het afdrukpapier plakt. – Wanneer u afdrukpapier toevoegt in de papierlade, dient u erop te letten dat er in totaal niet meer dan 20 vellen afdrukpapier in de lade zit.
Open de schuif.
– Geen verschillende typen afdrukpapier bij elkaar in de papierlade legt. – Niet afdrukt op gebruikt afdrukpapier. Het twee keer afdrukken van dezelfde afbeelding op hetzelfde vel papier maakt de afbeelding niet dikker. – Gebruik het afdrukpapier alleen voor deze printer. – Gebruik het afdrukpapier dat zonder afdruk uit de printer komt niet nogmaals.
5
Schuif de papierlade in de printer.
Opmerkingen • U kunt tot 20 vel afdrukpapier in de lade doen. Waaier het afdrukpapier grondig los. Leg het afdrukpapier zo in de printer dat het beschermvel bovenop ligt. Haal het beschermvel uit de lade. • Als er geen beschermvel is, leg het papier dan in de papierlade met de afdrukzijde (de zijde zonder opdruk) omhoog. • Raak het afdrukoppervlak niet aan. Vingerafdrukken of verontreiniging op het afdrukoppervlak kunnen leiden tot onvolkomenheden in de afdruk. • Buig het afdrukpapier niet en snijd het afdrukpapier niet los van de perforaties vóór het afdrukken.
Opmerkingen over het opslaan van papier • Als u papier in de lade wilt opbergen, verwijdert u de papierlade uit de printer en sluit u de schuif van de papierlade. • Berg papier niet gedurende langere tijd op met de bedrukte oppervlakken tegen elkaar of in contact met rubberen of kunststof producten die vinylchloride bevatten of die zijn geplastificeerd; hierdoor kunnen kleurveranderingen ontstaan of kan de kwaliteit van de afgedrukte afbeelding afnemen. • Berg het afdrukpapier niet op op een plaats waar hoge temperaturen of een hoge luchtvochtigheid heerst, waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht direct toegang heeft. • Wanneer u een gedeeltelijk gebruikt pak afdrukpapier opbergt, plaats het dan in de oorspronkelijke of vergelijkbare verpakking.
11 NL
Voorbereidingen
4
Aansluiten op de netspanning 1 2
Steek de stekker van de netspanningadapter in de DC IN 24 V - aansluiting aan de achterzijde van de printer.
10 cm
Steek de ene stekker van het netsnoer in de aansluiting van de netspanningsadapter en de andere stekker in het stopcontact.
Netspanningsadapter
Opmerkingen • Plaats de printer niet op een instabiele ondergrond, zoals een wankele tafel. • Bewaar voldoende ruimte rondom de printer. Het afdrukpapier komt tijdens het afdrukken enkele keren uit de achterzijde te voorschijn. Houd 10 cm of meer ruimte aan aan de achterzijde van de printer. • Sluit de netspanningsadapter aan op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact dicht bij de printer. Als er iets misgaat bij het gebruik van de adapter, verbreek dan onmiddellijk de netspanning door de stekker uit het stopcontact te trekken. • Sluit de stekker van de netspanningadapter niet kort met een metalen voorwerp, dit zou tot storingen kunnen leiden. • Plaats de netspanningsadapter niet in een smalle ruimte, dus bijvoorbeeld niet tussen een wand en een meubelstuk. • Nadat u klaar bent met het gebruik van de netspanningadapter, trek de plug dan uit de DC IN 24 V aansluiting van de printer en de netspanning. • Zo lang de stekker in het stopcontact zit, is de printer aangesloten op de netspanning, zelfs als de printer zelf is uitgeschakeld. • Het stopcontact dient zo dichtbij mogelijk te zijn en makkelijk bereikbaar.
12 NL
Netsnoer
Naar het stopcontact
Bedieningshandelingen in een beginstadium Wanneer u de fotoprinter aanzet zonder dat er een geheugenkaart is ingevoerd of een PC is aangesloten, verschijnt de onderstaande begindisplay op het scherm.
Voorbereidingen
Wanneer de printer 5 seconden lang niet wordt bediend, wordt de demostand weergegeven. Als een andere toets dan de toets 1 (on/ standby) wordt ingedrukt, keert het scherm terug naar de begindisplay. Als er een geheugenkaart is geplaatst of een PC is aangesloten, worden de afbeeldingen op de kaart of de PC weergegeven. Als u direct wilt afdrukken van een geheugenkaart of een extern toestel, zie dan blz. 14. Als u wilt afdrukken van een PC, zie dan blz. 37.
13 NL
Direct afdrukken
LCD-schermweergave Een afdrukvoorbeeld van een afbeelding
U kunt vanaf het menu de weergave van een afdrukvoorbeeld van een afbeelding veranderen door het instellen van "Schermweergave". (blz. 31)
A Toegangslampje Verschijnt als de printer toegang tot een geheugenkaart of een USB-geheugen heeft.
Schermweergave: Aan
Opmerking Als het toegangslampje wordt weergegeven, verwijder dan niet de geheugenkaart of USBgeheugen en schakel de netspanning niet uit. Gegevens kunnen beschadigd raken.
B Aanduidingen invoer/instelling Er worden aanduidingen voor de invoer en informatie over de instellingen voor een afbeelding weergegeven.
Pictog- Betekenis rammen "Memory Stick"-invoer SD Geheugenkaart-invoer xD-Picture Card-invoer USB geheugeninvoer Schermweergave: Uit
Aanduiding DPOF afdrukinstelling
C Aantal geselecteerde afbeeldingen/Totaal aantal van afbeelding D Aanduiding inktlint : P-afmeting : Reinigingscartridge
E Bestandinformatie Afbeelding ( bestandsindeling, bestandsgrootte, afbeeldingnummer (mapbestandsnummer)*) *
alleen voor DCF-geschikte bestanden. Bij andere bestandsindelingen, wordt slechts een deel van de bestandsnaam weergegeven.
F Bedieningstips G Opname of opslag -datum H Instelling afdrukhoeveelheid
14 NL
Lijst van afbeeldingen Geeft een lijst weer van de afbeeldingen die op het geselecteerde medium opgeslagen zijn. DPP-FP67
A Cursor (oranje kader)
Aanduiding DPOF afdrukinstelling
Een ander afdrukvoorbeeld van een afbeelding of een andere lijst van afbeeldingen kiezen U kunt als volgt een andere weergave kiezen: • De lijst van afbeeldingen weergeven Druk in een afdrukvoorbeeld op de (Index weergave)-toets. Als er meerdere pagina’s zijn, kunt u de pagina’s afwisselen door op f/F te drukken. • Een afdrukvoorbeeld van een afbeelding weergeven Druk in de lijst van afbeeldingen op g/G/f/Fzodat de cursor naar de afbeelding van uw keuze wordt verplaatst en druk op ENTER. U kunt in een afdrukvoorbeeld de weergegeven afbeelding wijzigen door op g/G te drukken. • Een afbeelding vergroten Druk in het afdrukvoorbeeld van een afbeelding op ENTER. Ieder keer als u op de toets drukt, vergroot de afbeelding tot 5 keer ten opzichte van de oorspronkelijke schaalgrootte: x1,5, x2, x3, x4 en vervolgens x5. U kunt in een vergroot afdrukvoorbeeld het weergegeven afbeeldinggedeelte wijzigen door op g/G/f/F te drukken.
x1 c x1,5 c x2 c x3 c x4 c x5
U kunt de cursor verplaatsen (selectie) door te drukken op g/G/f/F.
B Instelling afdrukhoeveelheid Verschijnt alleen wanneer het aantal afdrukken wordt ingesteld.
C Bladerbalk Geeft een aanduiding van de positie van de afbeelding in het totale aantal afbeeldingen. Vervolg
15 NL
Direct afdrukken
DPP-FP77
D
Lijst van pictogrammen Hieronder staan de pictogrammen die worden weergegeven op het LCD-scherm. U kunt met de werking doorgaan door het kiezen van het gewenste pictogram met g/G/f/F, en vervolgens te drukken op ENTER. Zie voor nadere uitleg de bladzijden tussen haakjes. Pictog- Betekenis rammen Bewerken (23) Opmaakafdruk (25) Batch-afdruk (26) Kalender (27)
Pictog- Betekenis rammen Een bewerkte afbeelding afdrukken (24) Menu aan het verlaten (25) Batch-afdruk Indexafdruk (26) (Drukt alle afbeeldingen af in deelschermen.) Alles afdrukken (26) (Drukt van iedere afbeelding één kopie af.) DPOF-afdruk (26) (Drukt de afbeeldingen met de afdrukmarkering ( ) af in een afdrukvoorbeeld met het vooraf ingestelde aantal kopieën in de volgorde van weergave.) Afdrukinstelling Datumafdruk (29)
ID foto (28) Randen/Randloos (30) Afdrukinstelling (29) Schermweergave (31) Bewerken/Lay-outafdruk/Kalender/IDfoto De grootte van een afbeelding laten toenemen of afnemen (23) Een afbeelding verplaatsen (23)
Weergave van de printerinformatie (32)
Een afbeelding draaien (23) (draait 90 rechtsom.)
Standaardinstelling (32) (Zet de instellingen terug naar de fabrieksinstellingen.)
Past de beeldkwaliteit van een afbeelding aan (23) Een foto veranderen in een monochrome plaat (29) (Deze optie is uitsluitend in ID fotobewerking beschikbaar.) Terugzetten van de bewerkingen (24)
16 NL
Kleurinstelling (31)
Eenvoudig afdrukken Een geheugenkaart plaatsen
Geselecteerde afbeeldingen afdrukken In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de afbeeldingen op een geheugenkaart of op een USB-geheugen op het LCD-scherm van de printer kunt weergeven en de geselecteerde afbeeldingen kunt afdrukken (Direct Afdrukken). Zie blz. 33 voor aanwijzingen voor het afdrukken vanaf een USB-geheugen.
Afdrukhoeveelheid instellen
1
Vanaf de linkerzijde met de gelabelde zijde naar boven, "Memory Stick", ( "Memory Stick Duo"), SD Geheugenkaart en xD-Picture Card
Een geheugenkaart uitwerpen Als u de geheugenkaart uit de sleuf wilt nemen, trekt u de kaart langzaam naar buiten.
Druk op de toets 1 (aan/standby) als u de printer wilt aanzetten. De STANDBY indicator gaat uit. Een afbeelding die op de geheugenkaart of op een USB-geheugen dat in de printer is geplaatst, is opgeslagen, wordt op het LCD-scherm weergegeven.
2 3
Geef de afbeelding die u wilt afdrukken, weer door op g/G te drukken. Stel de afdrukhoeveelheid in. Sla deze procedure over en ga naar de volgende stap als u één exemplaar van de weergegeven afbeelding wilt afdrukken. Geef de aanduiding van het aantal afdrukken weer door op f te drukken. Druk daarna op f/F zodat u het aantal afdrukken kunt opgeven.
Vervolg
17 NL
Direct afdrukken
Maak een geheugenkaart met afbeeldingen gereed om af te drukken: "Memory Stick", "Memory Stick Duo", SD Geheugenkaart of een xD-Picture Card. Schuif de gewenste kaart met de gelabelde zijde naar boven in de juiste sleuf en duw de kaart naar binnen tot u een klik hoort. Op de pagina's 63 tot 65 vindt u de typen geheugenkaarten die u bij deze printer kunt gebruiken.
Opmerkingen • Plaats alleen de geheugenkaart die u voor het afdrukken wilt gebruiken. Wanneer meerdere geheugenkaarten zijn geplaatst, heeft de geheugenkaart die het eerst is geplaatst prioriteit. • The printer ondersteunt kaarten van zowel standaardformaat als klein formaat. Een "Memory Stick Duo"-adapter is niet nodig. • Volg de opmerkingen op de pagina's 63 tot 65 , als u een geheugenkaart wilt gebruiken.
4
Druk op PRINT. Wanneer de toets PRINT groen brandt, is de printer gereed voor het maken van afdrukken. De weergegeven afbeelding wordt afgedrukt. Meerdere afbeeldingen afdrukken Herhaal de stappen 2 en 3. Het aantal afdrukken wijzigen Geef de afbeelding weer waarvan u het aantal afdrukken wilt aanpassen en wijzig het aantal afdrukken met f/F. Selecteert u "0", dan worden er geen afdrukken gemaakt.
Vergroten van een af te drukken afbeelding (Afdruk kaderen) Druk herhaaldelijk op ENTER totdat de afbeelding tot de gewenste afmeting is vergroot. U kunt een afbeelding tot vijf keer de oorspronkelijke schaal vergroten. Druk op g/G/f/F als u de afbeelding wilt verplaatsen. Druk op PRINT om voor het afdrukken het afdrukvoorbeeld weer te geven. Druk vervolgens nogmaals op PRINT om de bekeken afbeelding af te drukken. Zelfs wanneer u het aantal afdrukken voor andere afbeeldingen hebt ingesteld, wordt alleen de afbeelding die bekeken wordt, afgedrukt. Opmerkingen • Het is belangrijk dat u de printer tijdens het afdrukken nooit verplaatst of uitzet, het inktlint of het afdrukpapier zou vast kunnen komen te zitten. Als u de printer uitzet, laat de papierlade dan in de printer zitten en zet de printer weer aan. Als er papier waarop werd afgedrukt in de printer achterblijft, verwijder dan het papier dat automatisch wordt uitgeworpen en ga verder met afdrukken. • Haal niet de papierlade uit de printer tijdens het afdrukken. Er zou zich anders een storing kunnen voordoen. • Het afdrukpapier komt tijdens het afdrukken enkele keren te voorschijn. Raak het papier tijdens het afdrukproces niet aan. • Zie blz. 60, als er papier in de printer blijft steken.
18 NL
Over het selecteren van invoer De printer is niet uitgerust met een schakelaar voor het selecteren van de invoer. Wanneer u een geheugenkaart in de printer steekt of USBgeheugen op de printer aansluit, worden de afbeeldingen op de aangesloten media automatisch weergegeven. Als meerdere geheugenkaarten of een USB-geheugen zijn aangesloten, heeft de media die het eerst is aangesloten voorrang. Wanneer u de printer aanzet terwijl er meerdere media is geplaatst of aangesloten, detecteert de printer de media in de volgorde "Memory Stick", SD geheugenkaart, xD-Picture Card, en vervolgens een USB-geheugen die gekoppeld is met de PictBridge/EXT INTERFACE aansluiting.
Genieten van diverse afdrukmogelijkheden z Bediening met behulp van de printertoetsen AUTO TOUCH-UP
MENU
Druk op de toets AUTO TOUCH-UP als u automatisch een foto met problemen, zoals tegenlicht of het rode-ogenverschijnsel, wilt aanpassen.
Afdrukdiversiteit Druk op MENU en selecteer daarna het pictogram van de bedieningshandeling van uw keuze. • Druk op g/G/f/F, selecteer het gewenste pictogram en druk op ENTER. 1 Bewerken 2 Afdrukopmaak 3 Batch Afdruk 4 Kalender 5 ID-foto 6 Afdrukinstelling • Druk opnieuw op CANCEL of druk nogmaals op MENU als u het menu wilt afsluiten.
Vervolg
19 NL
Direct afdrukken
Belichting en Rode ogen-correctie .blz. 22
1 Bewerk
.blz. 23
U kunt het formaat, de positie, de tint of andere beeldeigenschappen van de geselecteerde afbeelding aanpassen.
Zie blz. 16 voor de pictogrammen die u kunt gebruiken.
2 Afdrukopmaak
.blz. 25
U kunt meerdere foto’s op deelschermen plaatsen om een afdruk te maken U kunt een afdruk maken met 2, 4, 9, 13 of 16 afbeeldingen.
3 Batch Afdruk
.blz. 26
U kunt een groot aantal afbeeldingen ineens van een geheugenkaart of een USB-geheugen afdrukken. U kunt kiezen uit afdrukopties zoals "indexafdruk", "alles afdrukken" en "DPOF-afdruk".
4 Kalender
.blz. 27
U kunt een originele kalender maken door afbeeldingen te selecteren.
5 ID-foto
.blz. 28
U kunt de gewenste breedte en hoogte van een foto specificeren. U kunt een foto gebruiken voor bijvoorbeeld een paspoort.
20 NL
6 Afdrukinstelling
.blz. 29
U kunt tijdens het afdrukken de printerinstellingen en de instellingen van de schermweergave wijzigen.
Direct afdrukken
21 NL
Tips
Belichting en Rode ogen-correctie 1
Breng een afbeelding op het scherm die u wilt aanpassen en druk daarna op de toets AUTO TOUCH-UP. De correctie van de geselecteerde afbeelding wordt gestart. De resultaten van de aanpassing worden op het scherm weergegeven. Weer de oorspronkelijke afbeelding (van vóór de correctie) weergeven Druk op de toets AUTO TOUCH-UP. Druk opnieuw op de toets AUTO TOUCH-UP als u de aangepaste afbeelding wilt weergeven. Correctie afbreken Druk op CANCEL. Tip U kunt de belichting en de status van Rode ogen-correctie controleren door te drukken op ENTER en u kunt de afbeelding vergroten, maar de afbeelding die wordt afgedrukt, wordt niet vergroot. Als u een vergrote en gecorrigeerde afbeelding wilt afdrukken, vergroot u eerst een afbeelding en voert u daarna de correctie uit.
Als u het aantal afdrukken voor meerdere afbeeldingen hebt ingesteld Alle afbeeldingen waarvoor u een aantal voor de afdrukken hebt ingesteld, worden aangepast. Druk op g/G als u andere afbeeldingen wilt weergeven. De afdrukhoeveelheid instellen Stel, voordat u op de toets AUTO TOUCH-UP drukt, de afdrukkwaliteit in (blz. 17). U kunt niet de afdrukhoeveelheid instellen of wijzigen nadat u de correctie hebt voltooid. Annuleer de correctie als u de instelling van de afdrukhoeveelheid wilt wijzigen.
22 NL
2
• Als er geen afbeeldingen zijn met instelling van de afdrukhoeveelheid, past de correctie de afbeelding aan waarvan een afdrukvoorbeeld wordt getoond. • Als er andere afbeeldingen met instellingen voor de afdrukhoeveelheid zijn en het aantal afdrukken van de afbeelding die bekeken wordt, is niet ingesteld, zal de afbeelding die bekeken wordt niet worden gecorrigeerd. De afbeeldingen met instellingen voor de afdrukhoeveelheid worden aangepast. • Als u een afbeelding vergroot, zal alleen de vergrote afbeelding worden aangepast en dan afgedrukt.
Druk op PRINT. Het afdrukken van de afbeelding die wordt aangepast, begint. Als het aantal afdrukken is ingesteld, zal het overeenkomstige aantal exemplaren worden afgedrukt.
Tips • Aanpassingen zijn alleen van invloed op de afbeelding die wordt afgedrukt. De oorspronkelijke afbeelding wordt niet aangepast. • U kunt geen bewerkingen uitvoeren op een afbeelding na de correctie. Opmerkingen • Afhankelijk van de afbeelding kan het zijn dat het niet mogelijk is de belichting te corrigeren. Selecteer in dat geval "Aanpassen" uit het menu Bewerken zodat u de helderheid zelf handmatig kunt aanpassen (blz. 23). • Afhankelijk van de afbeelding kan het zijn dat het verschijnsel van de rode ogen niet wordt gecorrigeerd. • Wanneer u de bewerkingen annuleert door (Reset) te selecteren in het menu Bewerken, wordt de correctie ook geannuleerd. • Tijdens het correctieproces wordt een animatie weergegeven die het lezen en behandelen van gegevens van een geheugenkaart of USB-geheugen laat zien. Verwijder niet de geheugenkaart, zolang de animatie wordt weergegeven, en koppel ook niet het USB-geheugen los. • U kunt niet alleen Rode ogen-correctie of alleen Belichtingscorrectie selecteren. • Afhankelijk van de staat van de afbeelding kan de correctie enige tijd in beslag nemen. De automatische rodeogencorrectie van deze printer gebruikt de technologie van FotoNation Inc. in de V.S.
Een afbeelding bewerken
Een afbeelding draaien
1
De grootte van een afbeelding laten toenemen of afnemen
Druk in het menu Bewerken (blz. 20), druk op g/G om (Draaien) te selecteren en druk vervolgens op ENTER. Iedere keer dat u op ENTER drukt, draait de afbeelding 90° rechtsom.
1
Iedere keer dat u op de toets drukt, wordt de afbeelding groter of kleiner: : tot 200% vergroot : tot 60% verkleind
2
2
Druk op PRINT.
Een afbeelding aanpassen
1
Druk in het menu Bewerken (blz. 20), druk op g/G om (Aanpassen) te selecteren en druk vervolgens op ENTER. Het menu Aanpassen wordt weergegeven.
Druk op PRINT.
Opmerking De beeldkwaliteit van een vergrote afbeelding kan afhankelijk van het formaat afnemen.
Pictogrammen
Aanpassen van de Brightness helderheid
Een afbeelding verplaatsen
Tint
1
Sharpness
Druk op g/G/f/F als u de afbeelding wilt verplaatsen.
Druk op ENTER. De afbeelding staat vast in de huidige positie.
4
Druk op PRINT.
Aanpassen van de scherpte Het menu Aanpassen afsluiten. Slaat de uitgevoerde bewerkingen op en past ze toe en keert terug naar de vorige stap.
De afbeelding wordt verplaatst in de geselecteerde richting.
3
Aanpassen van de tint
Aanpassen van de Saturation kleurverzadiging
Druk in het menu Bewerken (blz. 20), druk op g/G om (Verplaatsen) te selecteren en druk vervolgens op ENTER. De g/G/f/Fverschijnt links/rechts/ boven/onder de afbeelding en u kunt de afbeelding verplaatsen.
2
Betekenis
2
Selecteer met een druk op g/G het aanpassingsgereedschap van uw keuze en druk daarna op ENTER. Het aanpassingscherm van het geselecteerde gereedschap verschijnt. Vervolg
23 NL
Direct afdrukken
Druk vanaf het menu Bewerken (blz. 20) op g/G om (Vergroten) te selecteren om een afbeelding te vergroten of (Verkleinen) om het te verkleinen en druk vervolgens op ENTER.
Als
(Brightness) wordt geselecteerd
Een bewerkte afbeelding afdrukken
1
Druk op g/G om (Afdrukken) te selecteren en druk vervolgens op ENTER. Of druk op PRINT. Het afdrukvenster wordt nu weergegeven. De afdrukhoeveelheid wordt nu weergegeven.
2
• U kunt de afdrukhoeveelheid steeds met één laten toenemen door herhaaldelijk op f te drukken. • U kunt de afdrukhoeveelheid steeds met één laten afnemen door herhaaldelijk kort op F te drukken.
Schuifbalk Druk op g/Gals u een afbeelding wilt aanpassen terwijl u bijvoorbeeld het niveau controleert. • Brightness: Druk op Gals u het beeld helderder wilt maken of gals u het donkerder wilt maken. • Tint: Druk op Gals u het beeld een groene tint wilt geven of gals u het een rode tint wilt geven. • Saturation: Druk op Gals u de kleuren dieper wilt maken gals u de kleuren lichter wilt maken. • Sharpness: Druk op Gals u de contouren scherper wilt maken of gals u de contouren zachter wilt maken.
3
Druk op g/G om (Exit) te selecteren en druk vervolgens op ENTER. Het aanpassingmenu wordt gesloten.
5
3
Druk op ENTER.
Bewerkingen ongedaan maken
Druk op ENTER. De aanpassing wordt uitgevoerd en u kunt andere opties voor aanpassingen selecteren.
4
Stel de afdrukhoeveelheid in.
Druk op PRINT.
24 NL
1
Druk op g/G om (Opnieuw instellen) te selecteren en druk vervolgens op ENTER. Het bevestigingsvenster wordt nu weergegeven.
2
Druk op f/F, om "OK" te selecteren en druk op ENTER. De instellingen in het menu Bewerken en correctie van de belichting en van rode ogen worden uitgeschakeld en de afbeelding wordt teruggebracht in de staat van voor het bewerken. Het scherm Bewerken of Aanpassen wordt opnieuw weergegeven. Als u op CANCEL drukt of "CANCEL" selecteert en op ENTER drukt, wordt het vorige scherm weergegeven.
Een Lay-outafdruk maken 1
Druk in het hoofdmenu (blz. 19), op g/G/f/F om (Afdruk opmaken) te selecteren en druk vervolgens op ENTER. De opmaaksjablonen voor het afdrukken worden weergegeven.
2 Menu aan het verlaten Druk op g/G om (Exit) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het afdrukvoorbeeld van de geselecteerde sjabloon wordt weergegeven
3
Wanneer u een sjabloon met meerdere afbeeldingen selecteert, herhaalt u de onderstaande procedures en selecteert u een afbeelding voor elk gebied. 1 Druk op g/G/f/F, selecteer een afbeeldingsgebied en druk op ENTER. De lijst van afbeeldingen wordt weergegeven. 2 Druk op g/G/f/F, selecteer de afbeelding van uw keuze en druk op ENTER. Het venster dat wordt gebruikt voor het aanpassen van de afbeelding wordt weergegeven. Voor aanpassingen, zie "Een afbeelding aanpassen" op pagina 23. U kunt de afbeelding automatisch aanpassen door op de toets AUTO TOUCH-UP te drukken (blz. 22). Nadat de correctie is uitgevoerd, kunt u verder geen aanpassingen aanbrengen. Het is belangrijk dat u de correctie uitvoert nadat u andere aanpassingen hebt voltooid.
Het bevestigingsvenster wordt nu weergegeven.
2
Selecteer een afbeelding.
Druk op f/F, om "OK" te selecteren en druk op ENTER. De menubewerkingen worden afgebroken en het scherm voorafgaand aan die van het menu wordt opnieuw weergegeven. Als u op CANCEL drukt of "CANCEL" selecteert en op ENTER drukt, wordt het vorige scherm weergegeven.
4
Druk op g/G om druk op ENTER.
te selecteren en
De geselecteerde afbeelding wordt aan het afbeeldinggebied toegevoegd.
5
Druk op PRINT.
25 NL
Direct afdrukken
1
Selecteer met een druk op g/G/f/F de sjabloon van uw keuze en druk daarna op ENTER.
Maken van een Batch Afdruk
1
Druk in het hoofdmenu (blz. 19), op g/G/f/F om (Batch afdruk) te selecteren en druk vervolgens op ENTER. Het menu Batchafdruk wordt weergegeven.
(Index Afdruk/Alles afdrukken/ DPOF Afdruk) • Indexafdruk U kunt een lijst (index) afdrukken van alle afbeeldingen die in een geheugenkaart of een USB-geheugen opgeslagen staan, zodat u gemakkelijk kunt zien wat er op het geselecteerde medium staat. Het aantal afbeeldingen op een vel is gefixeerd op 8 horizontaal bij 6 verticaal.
2 • Alles afdrukken U kunt alle afbeeldingen die op een geheugenkaart of op een USB-geheugen zijn opgeslagen, in één keer afdrukken. • DPOF-afdruk De afbeeldingen die voor het afdrukken zijn ingesteld op DPOF (Digital Print Order Format) worden met een afdruk-merkteken ( ) weergegeven in een afdrukvoorbeeld van een afbeelding. U kunt deze afbeeldingen in één keer afdrukken. De afbeeldingen worden afgedrukt met het vooraf ingestelde aantal kopieën in de volgorde waarin zij zijn weergegeven. Opmerkingen • Raadpleeg de handleiding van uw digitale camera voor instructies voor het vooraf instellen van afbeeldingen voor het afdrukken. • Sommige typen digitale camera’s ondersteunen de DPOF-functie niet, of the printer ondersteunt misschien niet alle functies van de digitale camera.
26 NL
Druk op g/G voor (Index afdrukken), (Alle afdrukken), of (DPOF afdrukken) te selecteren en druk vervolgens op ENTER. Het dialoogvenster voor bevestiging wordt weergegeven. Opmerking Als er geen afbeeldingen zijn die vooraf zijn ingesteld op DPOF toen u "DPOF afdruk" selecteerde, wordt een foutmelding weergegeven.
3
Om het afdrukken te starten, druk op f/F om "OK" te selecteren en druk op ENTER. Wanneer u "OK" selecteert, wordt het afdrukken gestart.
Tips • Om het afdrukken te stoppen, druk op CANCEL en druk op ENTER in stap 3. • Als het onderdeel "Datum afdruk" in het menu Instellen afdruk is ingesteld op "ON" wordt de datum waarop de afbeelding werd genomen of opgeslagen niet afgedrukt in modus Index Afdruk.
Een Kalender maken U kunt een kalender maken door een afbeelding die is opgeslagen op de geheugenkaart of op een USB-geheugenapparaat te combineren met een sjabloon van uw keuze.
1
Druk in het hoofdmenu (blz. 19) op g/G/f/F, selecteer (Kalender) en druk daarna op ENTER. Het venster dat wordt gebruikt voor het selecteren van het kalender-sjabloon, wordt weergegeven.
Selecteer met een druk op g/G/f/F het sjabloon van uw keuze en druk daarna op ENTER. Het afdrukvoorbeeld van het geselecteerde sjabloon wordt weergegeven.
Items /
Afbeeldingsgebied
Kalendergebied
Procedures Vergroot of verkleint het formaat van een afbeelding wanneer ENTER wordt ingedrukt. Verplaats de afbeelding met g/G/f/F, en druk daarna op ENTER. Iedere keer dat u op ENTER drukt, draait de afbeelding 90° rechtsom. Wanneer u op ENTER drukt, wordt het menu Aanpassen weergegeven. (blz. 23)
Tip U kunt een afbeeldingsgebied of kalendergebied in elke gewenste volgorde selecteren en instellen.
3
Selecteer een afbeelding.
Wanneer u een afbeelding aanpast, wordt de afbeelding toegevoegd aan het afbeeldingsgebied.
Wanneer u een sjabloon met meerdere afbeeldingen selecteert, herhaalt u de onderstaande procedures en selecteert u een afbeelding voor elk gebied. 1 Druk op g/G/f/F, selecteer een afbeeldingsgebied en druk daarna op ENTER.
Voer bewerkingshandelingen zoals vergroten, de afmeting verkleinen van, roteren of verplaatsen van een afbeelding eerst uit, en druk daarna op de toets AUTO TOUCH-UP. Als Auto Touch-up eerst wordt uitgevoerd, worden de andere aanpassingen niet uitgevoerd.
Tip
Vervolg
27 NL
Direct afdrukken
2
De afbeeldingenlijst wordt weergegeven. 2 Druk op g/G/f/F, selecteer de afbeelding van uw keuze en druk daarna op ENTER. Het venster dat wordt gebruikt voor het aanpassen van de afbeelding wordt weergegeven. Zie voor de aanpassing "Een afbeelding aanpassen" op pagina 23. U kunt de afbeelding automatisch aanpassen door op de toets AUTO TOUCH-UP te drukken (blz. 22). Nadat de correctie is uitgevoerd, kunt u verder geen aanpassingen aanbrengen. Het is belangrijk dat u de correctie uitvoert nadat u andere aanpassingen hebt voltooid.
4
Stel de kalender in. 1 Druk op g/G/f/F, selecteer het kalendergebied en druk op ENTER. Het instelvenster voor de kalender wordt weergegeven.
Een ID-foto maken 1
Druk in het hoofdmenu (blz. 19), op g/G/f/F om (ID Foto) te selecteren en druk vervolgens op ENTER. Het venster voor het instellen van de hoogte en de breedte van een ID Foto wordt weergegeven.
2 Druk op f/F, selecteer het item dat u
wilt instellen en druk daarna op ENTER. Item
Instellingen/ Procedures
Start J/M
Stel de eerste maand en het jaar in waarmee de kalender begint. Druk op g/G, selecteer de maand of het jaar en druk op f/F en stel het getal in. Druk op ENTER.
Tip De maximale waarden die u kunt instellen zijn 7,0 (breedte) × 9,0 (hoogte) cm.
2
Startdag en Stel de combinatie in van Datumkleur de dag van de week die het verst naar links op de kalender wordt geplaatst en stel de kleur in van zaterdag en zondag. Druk op f/F, maak een selectie uit vier opties en druk op ENTER. Druk op g/G/f/F, selecteer en druk op ENTER. De kalender wordt weergegeven in het kalendergebied.
5
Druk op PRINT.
28 NL
Druk op g/G/f/F om de aan te passen "Hoogte" of "Breedte" te selecteren en druk op ENTER. De cursor wordt verplaatst naar het invoergebied voor getallen van het geselecteerde item. • Om de eenheid te specificeren : Selecteer "cm" of "inch". • Om de hoogte te specificeren : Selecteer het cijfervakje rechts op het fotoframe. • Om de breedte te specificeren: Selecteer het cijfervakje boven in het fotoframe.
3
Stel met een druk op f/F de afmeting in en druk daarna op ENTER. Het afdrukvoorbeeld van de ID-foto van het opgegeven formaat wordt weergegeven.
4 5
Herhaal stappen 2 en 3 als u het andere formaat wilt opgeven. Druk op f/F om en druk op ENTER.
te selecteren
Het venster voor het selecteren van een afbeelding wordt weergegeven.
6
Druk op g/G/f/F, selecteer de afbeelding van uw keuze, druk daarna op ENTER.
7
Druk op g/G om druk op ENTER.
Datumafdruk instellen Als de afbeelding is opgenomen met gebruik van het DCF-formaat (Design rule for Camera file system), kunt u een afbeelding met de datum van opname, die als onderdeel van de opname-informatie is vastgelegd, afdrukken. U kunt "ON" of "OFF" van datum afdruk selecteren en de volgorde jaar/maand/dag.
1
Druk in het (Afdrukinstelling) menu op g/G/f/F om (Datum afdruk) te selecteren en druk vervolgens op ENTER. Het menu afdrukinstelling wordt weergegeven.
te selecteren en
Een afdrukvoorbeeld van ID-fotoafdruk wordt weergegeven.
8
Druk op PRINT.
Opmerking Het is mogelijk dat het gebruik van een ID-fotoafdruk voor een identificatiekaart of een paspoort niet is toegestaan. Ga in de instructies na aan welke eisen een foto moet voldoen voordat u de aanvraag voor de kaart of het paspoort indient.
2 3
Druk op g/G om (datumafdruk) of (geen datumafdruk) te selecteren en druk op ENTER. Om de volgorde van de datumafdruk in te stellen, druk op F om , te selecteren en druk vervolgens op
Vervolg
29 NL
Direct afdrukken
Het venster dat wordt gebruikt voor het aanpassen van de positie van de afbeelding wordt weergegeven. Voor aanpassingen, zie stap "Een afbeelding aanpassen" op pagina 23. U kunt tevens een kleurenfoto in een monochrome afbeelding veranderen. Selecteer (Monochroom) en druk op ENTER. U kunt deze optie selecteren tijdens het maken van een ID Foto.
Veranderen van de instellingen
g/G om de gewenste volgorde te selecteren:
Items
Randen (patroon 1): Drukt een afbeelding af met een rand rond de afbeelding, zonder in de afbeelding te snijden.
• D-M-Y: De datum wordt weergegeven in de volgorde dag, maand en jaar. • M-D-Y: De datum wordt weergegeven in de volgorde maand, dag en jaar. • Y-M-D: De datum wordt weergegeven in de volgorde jaar, maand en dag.
4
Druk op ENTER. De instelling wordt vastgelegd. Het venster afdrukinstelling wordt opnieuw weergegeven.
Randen (patroon 2): Drukt een afbeelding af en laat boven en onder de afbeelding en links en rechts daarvan ongeveer gelijke randen achter.
Om de bewerking ongedaan te maken Druk op CANCEL. Het venster afdrukinstelling wordt opnieuw weergegeven.
Instellen van de afdrukopmaak (afdruk met randen/zonder randen)
1
2
Procedures
3
Druk op ENTER. De instelling wordt vastgelegd. Het venster afdrukinstelling wordt opnieuw weergegeven.
Druk in het (Afdrukinstelling) menu op g/G/f/F om (met randen/zonder randen) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Om de bewerking ongedaan te maken Druk op CANCEL. Het venster afdrukinstelling wordt opnieuw weergegeven.
Het menu afdrukken met randen/zonder randen wordt weergegeven.
Opmerkingen
Druk op g/G om de gewenste afdrukopmaak te selecteren. Items
Procedures Zonder randen: Drukt een afbeelding af zonder een lege ruimte rond de afbeelding.
30 NL
• Als u "zonder randen" selecteert, kan een standaard 4:3 opname door een digitale camera worden afgedrukt met de boven- en onderhoekjes gesneden en wordt het afgedrukt als een 3:2 afbeelding. • Wanneer u "Randen (patroon 2)" selecteert, kan het zijn dat de afbeelding - afhankelijk van de afbeelding - aan de boven- en onderzijde of aan de linker- en rechterzijde wordt bijgesneden.
Instellen van de schermweergave
1
Druk in het (Afdrukinstelling) menu op g/G/f/F om (Schermweergave) te selecteren en druk vervolgens op ENTER. Het menu schermweergave wordt weergegeven.
2
Druk op g/G om de gewenste iteminstelling te selecteren. Items
Veranderen van de kleurinstellingen
1
Het menu kleurinstelling wordt weergegeven.
2
De instelling wordt vastgelegd. Het venster afdrukinstelling wordt opnieuw weergegeven. Om de bewerking ongedaan te maken Druk op CANCEL. Het venster afdrukinstelling wordt opnieuw weergegeven.
3
Druk op ENTER. De instelling wordt vastgelegd. Het venster afdrukinstelling wordt opnieuw weergegeven.
Om de bewerking ongedaan te maken Druk op CANCEL. Het venster afdrukinstelling wordt opnieuw weergegeven.
Tip Het jaar, de maand en de dag van de opname worden weergegeven in dezelfde volgorde als de instelling van de datumafdruk. Vervolg
31 NL
Direct afdrukken
R: Past de rode en blauwe elementen aan. Hoe hoger u het niveau instelt, des te roder wordt het beeld, alsof er rood licht aanwezig is. Hoe lager het u het niveau instelt, des te donkerder wordt het beeld, alsof blauw licht wordt toegevoegd. G:Past de groene en paarse elementen aan. Hoe hoger u het niveau instelt, des te groener wordt het beeld, alsof er groen licht aanwezig is. Hoe lager het u het niveau instelt, des te donkerder wordt het beeld, alsof rood/paars licht wordt toegevoegd. B: Past de blauwe en gele elementen aan. Hoe hoger u het niveau instelt, des te blauwer wordt het beeld, alsof er blauw licht aanwezig is. Hoe lager het u het niveau instelt, des te donkerder wordt het beeld, alsof geel licht wordt toegevoegd.
Schermweergave staat aan. In een afdrukvoorbeeld wordt informatie zoals het aantal geselecteerde afbeeldingen, opnamedatum en de gegevens van een afbeeldingenbestand in toevoeging op de afdrukhoeveelheid en de invoerinstellingen weergegeven.
Druk op ENTER.
Druk op g/G, selecteer het gewenste kleurelement en druk op f/F om het niveau in te stellen. U kunt de niveaus voor een kleurenelement instellen: "R" (rood), "G" (groen) of "B" (blauw) in de reeks van +4 tot –4.
Procedures Schermweergave staat uit. In een afdrukvoorbeeld wordt de informatie anders dan de afdrukhoeveelheid en invoerinstellingen niet weergegeven.
3
Druk in het (Afdrukinstelling) menu op g/G/f/F om (Kleurinstelling) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Verbergen of weergeven van de weergave printerinformatie
1
Druk in het (Afdrukinstelling) menu op g/G/f/F om (Weergave printerinformatie) te selecteren en druk vervolgens op ENTER. Het menu printerinformatieweergave wordt weergegeven. U kunt het versienummer en de totale afdrukhoeveelheid van de printer controleren.
2
Druk op ENTER. Het menu printerinformatieweergave wordt gesloten.
32 NL
Terugzetten naar fabrieksinstellingen U kunt alle instellingen naar fabrieksinstellingen terugzetten.
1
Druk in het (Afdrukinstelling) menu op g/G/f/F om (Fabrieksinstelling) te selecteren en druk vervolgens op ENTER. Het bevestigingsvenster wordt nu weergegeven.
2
Druk op f/F, selecteer "OK" en druk op ENTER. De printerinstellingen zijn teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
Afdrukken vanaf een USB-geheugen U kunt een USB-geheugen en de printer met elkaar verbinden en een afbeelding direct vanaf het USB-geheugen afdrukken. Opmerkingen
1 2 3
Direct afdrukken
• Wij kunnen de aansluiting niet van alle typen USB-geheugens garanderen. • We kunnen de aansluiting met een voor massaopslag geschikte digitale camera of fotoopslag niet garanderen. • Als een geheugenkaart in de printer is gezet, kan de printer niet het signaal van een USB-geheugen dat is aangesloten op de PictBridge/EXT INTERFACE-connector van de printer, lezen. Neem een geheugenkaart uit de printer als deze eventueel is ingezet.
Opmerkingen • Schakel de stroom van de printer nooit uit als het toegangslampje van een USB-geheugen knippert. De gegevens die opgeslagen zijn in het USBgeheugen kunnen beschadigd raken. Wij kunnen geen schadevergoeding toekennen in het geval van verlies van gegevens of beschadiging. • U kunt niet een USB-hub of een USB-apparaat uitgerust met een USB-hub gebruiken. • Gecodeerde of gecomprimeerde gegevens door middel van vingerafdrukherkenning of wachtwoorden kunnen niet worden gebruikt.
Sluit de printer aan op de netspanning (blz. 12). Druk op de schakelaar 1 (aan/ standby) om de printer aan te zetten. Sluit een USB-geheugen aan op de PictBridge/EXT INTERFACE aansluiting van de printer.
Naar PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting
USB-geheugen
33 NL
Afdrukken vanaf een PictBridge digitale camera
Afdrukken vanaf een PictBridge digitale camera
• DPOF-afdruk • Afdruk met Randen/zonder Randen • Datumafdruk Naar PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting
U kunt niet een digitale camera gebruiken die geschikt is voor PictBridge en een afbeelding direct vanaf uw camera afdrukken. Voorafgaand aan het afdrukken in PictBridgemodus dienen geheugenkaart(en) en computer van de printer te worden losgekoppeld.
1
Breng uw digitale camera in gereedheid voor het afdrukken met een printer die geschikt is voor PictBridge. De vereiste instellingen en bewerkingen die voorafgaand aan de aansluiting moeten zijn uitgevoerd, verschillen afhankelijk van de digitale camera. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van uw digitale camera. (Bij de Sony Cyber-shot digitale camera, bijvoorbeeld, selecteert u de stand "PictBridge" voor "USB Connect".)
2 3 4
Sluit de printer aan op de netspanning (blz. 12). Druk op de schakelaar 1 (aan/ standby) om de printer aan te zetten. Sluit de voor PictBridge geschikte digitale camera aan op de PictBridge/EXT INTERFACEaansluiting van de printer. Wanneer u een voor PictBridge geschikte digitale camera aansluit op de printer, wordt "PictBridge" weergegeven op het LCD-scherm van de printer.
5
Druk afbeelding af door de digitale camera te bedienen. De printer ondersteunt de volgende afdrukken: • Afdruk met een enkele afbeelding • Afdruk met afbeeldingen • Indexafdruk
34 NL
Een PictBridge-camera
Naar USB-aansluiting
Opmerkingen • Als u een inktlint vervangt terwijl de printer is aangesloten op een digitale camera die geschikt is voor PictBridge, kan het zijn dat een afbeelding niet goed wordt afgedrukt. Als dit gebeurt, verbreek de aansluiting van de digitale camera dan en breng de aansluiting weer tot stand. • Tijdens het afdrukken via de PictBridge/EXT INTERFACE aansluiting wordt een afbeelding afgedrukt volgens de instellingen van het menu Afdrukinstellingen van de printer. Wanneer u met uw digitale camera de datumafdruk of afdrukken met randen/zonder randen instelt, hebben de instellingen van de digitale camera prioriteit. Als u "zonder randen" selecteert met de printer en "randen" met uw camera, wordt "randen (patroon 1)" gebruikt voor het afdrukken. • U kunt geen USB-hub of een digitale camera met een USB-hub gebruiken. • Raadpleeg voor foutmeldingen die worden weergegeven op uw digitale camera de gebruiksaanwijzing van uw digitale camera.
Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth
Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth Met het aansluiten van de Sony DPPA-BT1 Bluetooth USB-adapter (apart verkocht) op de PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting van uw printer, kunt u een afbeelding afdrukken van een mobiele telefoon, digitale camera of ander apparaat die/dat geschikt is voor Bluetooth. Opmerkingen • Gebruik de DPPA-BT1 niet buiten het gebied van aankoop. In bepaalde gebieden bent u mogelijk in overtreding van de voorschriften voor radiofrequentie als u de adapter gebruikt en kunt u een boete opgelegd krijgen. • In sommige regio's wordt de Sony DPPA-BT1 Bluetooth USB-adapter niet verkocht.
Maximaal aantal pixels dat kan worden gehanteerd Zie blz. 65.
Procedures voor het afdrukken Wanneer u afdrukt vanaf de PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting, let er dan wel op dat u eerst de geheugenkaart(en) uit de printer moet verwijderen.
1 2 3
Steek de stekker van de printer in het stopcontact (blz. 12). Druk op de schakelaar 1 (aanstandby) om de printer aan te zetten. Steek de Bluetooth-adapter in de PictBridge/EXIT INTERFACEaansluiting van uw printer.
De DPP-FP67/FP77 ondersteunt de volgende profielen: • BIP (Basic Imaging Profile) Image Push Responder • OPP (Object Push Profile) Object Push Server Raadpleeg, als u wilt weten welke profielen uw Bluetooth-apparaat ondersteunt, de bijbehorende handleiding. Wat is een "Profiel"? Een profiel bestaat uit de standaarden waarmee draadloze communicatie via Bluetooth mogelijk is. Er zijn verschillende profielen beschikbaar, afhankelijk van het product en de doelen waarvoor het wordt gebruikt. Bluetoothcommunicatie is alleen mogelijk als de apparaten die met elkaar communiceren hetzelfde profiel ondersteunen.
Opmerking Als een ander apparaat dan de Bluetooth adapter, zoals een geheugenkaart, camera, PC of ander USB-geheugen of een USB-kabel is aangesloten op een van de sleuven voor geheugenkaarten, de PictBridge/EXIT INTERFACE-aansluiting of de USBaansluiting van uw printer, verbreek dan de aansluiting daarvan met de printer en sluit daarna de Bluetooth-adapter aan.
4
Druk af vanaf de voor Bluetooth geschikte mobiele telefoon of vanaf een ander apparaat. Raadpleeg voor de procedures voor het afdrukken de handleiding van het Bluetooth-apparaat dat u gebruikt.
Geschikte bestandsindelingen voor afbeeldingen die afgedrukt kunnen worden Zie blz. 65.
Vervolg
35 NL
Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth
Profielen die geschikt zijn voor Bluetooth-communicatie
•
•
Om een printer te selecteren vanaf een Bluetooth-geschikt apparaat, selecteer: "Sony DPP-FP67 ##"/"Sony DPP-FP77 ##". "##" staat voor de twee cijfers van acht de rechterkant van het adres weergegeven in het LCD-scherm. Als het invoeren van de Toegangssleutel* is vereist Invoer "0000". U kunt de toegangssleutel niet wijzigen met de printer. * Een Toegangssleutel wordt ook vaak "wachtwoord" of "Pincode" genoemd. Opmerkingen • Gebruik de DPPA-BT1 niet buiten het gebied van aankoop. In bepaalde gebieden bent u, als u dit product gebruikt, mogelijk in overtreding van de voorschriften voor radiofrequentie en kunt u een boete opgelegd krijgen. • De communicatieafstand van het product kan variëren afhankelijk van de obstakels tussen het product (een menselijk lichaam, een metalen voorwerp of een muur) en de mobiele telefoon of het andere apparaat. • De gevoeligheid van de Bluetooth-communicatie kan onder de volgende omstandigheden worden beïnvloed: – Wanneer er een obstakel staat tussen het product en de mobiele telefoon of het andere product, zoals een menselijk lichaam een metalen voorwerp of een muur. – Waar een draadloze LAN is aangelegd of een magnetron dichtbij wordt gebruikt, of waar een andere elektromagnetische golf wordt uitgezonden. • Aangezien een Bluetooth-apparaat en een draadloze LAN (IEEE802.11b/g) in hetzelfde frequentiebereik zitten, kunnen zich storingen voordoen wanneer het product wordt gebruikt bij een apparaat dat is uitgerust met een draadloze LAN. Het kan zijn dat de communicatiesnelheid en de kwaliteit van de verbinding hierdoor nadelig worden beïnvloed. Neem de volgende maatregelen als dit zich voordoet:
36 NL
•
•
– Houd een afstand aan van ten minste 10 m tot een draadloze LAN wanneer u een verbinding tot stand brengt tussen het product en de mobiele telefoon. – Zet het draadloze LAN uit als u het product op een afstand van minder dan 10 m van een draadloze LAN-apparaat gebruikt. Het is niet zo dat dit product gegarandeerd goed werkt met alle apparaten die zijn uitgerust met draadloze Bluetooth-technologie. Sony is niet verantwoordelijk voor het eventueel lekken van informatie veroorzaakt door de Bluetooth-gegevensuitwisseling. Sony accepteert geen aansprakelijkheid van fouten waardoor niet wordt voldaan aan de veiligheidseisen, als deze fouten zijn veroorzaakt door niet aanbevolen wijzigingen of gebruik van het product. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw printer voor informatie over klantondersteuning.
P Voorzichtigheid • Radiogolven van een Bluetooth-apparaat kunnen de werking van elektrische en medische apparaten nadelig beïnvloeden en kunnen leiden tot ongelukken die het gevolg zijn van storingen. Het is belangrijk dat u het product en de mobiele telefoon uitzet en dit product niet gebruikt op de volgende plaatsen: – In medische klinieken en ziekenhuizen, treinen, vliegtuigen, tankstations of andere plaatsen waar ontvlambare gas vrij kan komen. – In de buurt van automatische deuren of brandalarmen of andere automatisch bestuurde apparaten. • Houd dit product ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. Radiogolven die door dit product worden uitgezonden, kunnen de werking van pacemakers nadelig beïnvloeden. • Haal dit product niet uit elkaar en breng er geen wijzigingen in aan. Als u dat doet, loopt u het risico van een elektrische schok of het risico dat er brand ontstaat.
Afdrukken vanaf een PC
Afdrukken vanaf een PC U kunt de afbeeldingen afdrukken vanaf een PC als u de geleverde software op uw PC installeert en een verbinding met de printer tot stand brengt. In dit hoofdstuk vindt u uitleg bij het installeren van de geleverde software op uw PC en bij het gebruik van de PMB (Picture Motion Browser)-software voor het afdrukken van een afbeelding. Raadpleeg ook de bedieningsinstructies die bij uw PC zijn meegeleverd voor informatie over bediening van de PC. U hoeft de software alleen te installeren wanneer u de printer voor de eerste keer op de PC aansluit.
Systeemvereisten U kunt het geleverde printerstuurprogramma en PMB alleen gebruiken als uw PC aan de volgende vereisten voldoet: Besturings- Microsoft Windows Vista SP1 / Windows XP SP3 / Windows 2000 systeem Professional SP4 voor printerstuur programma*1: Besturing- Microsoft Windows Vista SP1*3 / systeem Windows XP SP3*4 *1 voor Dit printerstuurprogramma werkt niet onder Windows 2000 Professional PMB*2:
*2
*3
*4
SP2 of een oudere versie, of Windows Me of een oudere versie. Deze printer werkt niet onder Macintosh. PMB installeren onder Windows 2000 of een ouder besturingssysteem is niet mogelijk . PMB werkt niet onder Macintosh. PMB draait in een 32-bit stand die compatibel is met een 64-bit Windows Vista. Start Editie wordt niet ondersteund. 64-bit versies en de Start Editie worden niet ondersteund.
CPU:
Pentium III 500MHz of sneller (Pentium III 800MHz of sneller wordt aanbevolen.)
RAM:
256 MB of meer (512 MB of meer wordt aanbevolen.)
Ruimte op 500 MB of meer (Afhankelijk van de harde de Windows-versie die u gebruikt, schijf: zal meer ruimte nodig zijn. Voor het bewerken van gegevens van de afbeeldingen zult u nog extra ruimte op de harde schijf nodig hebben.) Vervolg
37 NL
Afdrukken vanaf een PC
Op de geleverde CD-ROM Op de geleverde CD-ROM staat de volgende software: • Printerstuurprogramma voor de DPP-FP67/ FP77: De software beschrijft de eisen die de printer stelt en maakt het afdrukken vanaf de PC mogelijk. • PMB (Picture Motion Browser): Sony’s oorspronkelijke software-applicatie die het u mogelijk maakt foto's en bewegende beelden te bewerken—dit bevat het vastleggen, beheren, verwerken en afdrukken.
De software installeren
u mappen bekijkt. De PMB biedt krachtiger bewerkingsfuncties, zoals verbeterde aanpassing van het rode-ogeneffect en een nieuw toegevoegde tint-curveaanpassing. U kunt de software ook gebruiken om gegevens te schrijven op een externe geheugenkaart die u met u mee kunt nemen.
Schermin- Schermresolutie: 1024 × 768 stelling: stippen of meer Schermkleuren: Hoge Kleuren (16bit) of meer Aansluiting: USB-aansluiting Station:
CD-ROMstation (voor het installeren van de software)
Het printerstuurprogramma installeren
Opmerkingen • Als u een hub gebruikt voor de aansluiting tussen de printer en uw PC, of als u twee of meer USBapparaten, waaronder andere printers aansluit op uw PC, kunnen er storingen optreden. Als deze zich voordoen, breng dan de aansluiting tussen uw PC en de printer op eenvoudiger wijze tot stand. • U kunt de printer niet bedienen vanaf een ander USB-apparaat dat tegelijkertijd wordt gebruikt. • Haal de USB-kabel niet los van de printer en sluit de kabel niet aan op de printer terwijl er gegevenscommunicatie plaatsvindt of afdrukken worden gemaakt. Mogelijk zal de printer dan niet goed werken. • De printer biedt geen ondersteuning voor standbystand, slaapstand en sluimerstand, en het opstarten vanuit die standen. Zorg ervoor dat de computer die op de printer is aangesloten, overschakelt naar een van deze standen tijdens het afdrukken. Als dit gebeurt, kan het afdrukken mislukken. • Als het afdrukken mislukt is, ontkoppel dan een USB-kabel en sluit die weer aan of start uw computer opnieuw op. Probeer het afdrukken vervolgens opnieuw. • Als u een lopende afdrukopdracht pauzeert en het afdrukken na enige tijd hervat, zal het afdrukken mogelijk niet correct worden uitgevoerd. • Wij kunnen niet garanderen dat bewerkingen op alle PC’s goed verlopen, ook al wordt aan de systeemvereisten voldaan of worden deze overschreden. • PMB ondersteunt DirectX-technologie en het kan nodig zijn DirectX te moeten installeren. DirectX is beschikbaar op de CD-ROM. • Als de PMB wordt geïnstalleerd op een PC waarop de Cyber-shot Viewer al is geïnstalleerd, wordt de Cyber-shot Vieweroverschreven en vervangen door de PMB. De bladermappen worden, wanneer zij eenmaal zijn geïnstalleerd in de Cyber-shot Viewer, automatisch geregistreerd in de PMB. Wanneer u de PMB gebruikt, kunt u de mappen gemakkelijker bekijken dan wanneer u de Cybershot Viewer gebruikt, omdat de geregistreerde mappen per groep worden weergegeven, wanneer
38 NL
Volg onderstaande procedures voor het installeren van het printerstuurprogramma. Opmerkingen • Sluit de printer niet aan op de PC, voordat u het printerstuurprogramma installeert. • Log in op Windows met een "Beheerder van deze computer"-gebruikers-account. • Het is belangrijk dat u alle actieve programma's afsluit voordat u de software installeert. • De weergegeven dialoogvensters in dit hoofdstuk zijn van Windows Vista, tenzij anders wordt vermeld. De installatieprocedures en de dialoogvensters die worden getoond, variëren afhankelijk van het besturingsprogramma.
1
Zet uw PC aan, start Windows, leg de geleverde CD-ROM in het CD-ROM-station van uw PC. Het installatievenster wordt nu weergegeven.
Opmerkingen • Als het installatievenster niet automatisch wordt weergegeven, dubbelklikt u op de "Setup.exe" van de CD-ROM. • In Windows Vista kan het venster AutoPlayverschijnen. Selecteer, ook als dit gebeurt, de uitvoering van "Setup.exe" en
bijgeleverde USB-kabel of een in de handel verkrijgbaar exemplaar.
installeer het printerstuurprogramma volgens de instructies op het scherm.
2
Klik op "Bezig met installeren van printerstuurprogramma". Het dialoogvenster "InstallShield Wizard" wordt weergegeven.
3
Klik op "Volgende". Naar USBaansluiting
Het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst wordt weergegeven.
4
Lees de overeenkomst aandachtig door. Als u akkoord gaat, schakelt u het selectievakje "Ik ga akkoord met deze overeekomst" in en klik op "Volgende".
5
Naar USB-aansluiting Windows PC
Opmerking Als u een USB-kabel gebruikt die in de handel verkrijgbaar is, gebruik dan de USB-kabel van het B-TYPE (het type connector aan printerzijde), die korter is dan 3 m.
9
Wacht even en controleer vervolgens of "Sony DPP-FP67" of "Sony DPPFP77" is toegevoegd aan "Printers" of "Printers en faxapparaten".
Klik op "Installeren". De installatie wordt gestart.
6 7 8
Wanneer het dialoogvenster "Het printerstuurprogramma Sony DPPFP67/77 is geïnstalleerd." wordt weergegeven, klikt u op "Voltooien". Druk op de schakelaar 1 (aan/ standby) om de printer aan te zetten. Breng de verbinding tot stand tussen de USB-connectors van de printer en uw PC met de
10 Wanneer de installatie is voltooid, verwijdert u de CD-ROM uit uw PC en bergt u de CD-ROM op zodat u deze ook later nog kunt gebruiken. Als u verder wilt gaan met het installeren van de PMB-software, volgt u de procedures vanaf stap 2 op blz. 41. Vervolg
39 NL
Afdrukken vanaf een PC
Wanneer een oudere versie van het printerstuurprogramma op uw computer is geïnstalleerd, zal mogelijk de melding "Er zijn oudere versies van het printerstuurprogramma aangetroffen." op het scherm verschijnen. Klik op "Ja" en start uw PC opnieuw door de weergegeven instructies te volgen. Voer vervolgens de installatieprocedures opnieuw uit. Wanneer de computer opnieuw is gestart, is de oudere versie van het printerstuurprogramma verwijderd. Als u de nieuwe versie van het printerstuurprogramma installeert, kunt u de nieuwe versie van het printerstuurprogramma gebruiken.
5 Lees de overeenkomst aandachtig door. Als Opmerkingen • Als de installatie mislukt, verbreek dan de aansluiting van de printer met uw PC, start uw PC opnieuw op en voer de installatieprocedure vanaf stap 1 opnieuw uit. • Na de installatie is de "Sony DPP-FP67" of the "Sony DPP-FP77" nog niet ingesteld als de standaardprinter. Stel voor iedere applicatie de printer in die u gebruikt. • Als u het printerstuurprogramma deïnstalleert of opnieuw installeert, hebt u de CD-ROM nodig. Bewaar het voor mogelijk toekomstig gebruik. • Lees, voordat u de printer gebruikt, het bestand Readme door (de map Readme van de CD-ROM cDutch map c Readme.txt).
Wanneer de software is geïnstalleerd Het pictogram wordt weergegeven op het bureaublad van Windows evenals een snelkoppeling naar de website zodat u zich als gebruiker van de printer kunt registreren. Nadat u klaar bent met de registratie, kunt u informatie over ondersteuning vinden op: http:/ /www.sony.net/registration/di/
Het printerstuurprogramma deïnstalleren Wanneer het printerstuurprogramma niet meer nodig is, verwijder het dan volgens onderstaande procedure. 1 Neem de USB-kabel los van uw printer en de PC. 2 Plaats de bijgeleverde CD-ROM in het CD-ROM-station van uw PC. Het installatievenster wordt nu weergegeven. Opmerking Als het installatievenster niet automatisch wordt weergegeven, dubbelklikt u op de "Setup.exe" van de CD-ROM. 3 Klik op "Bezig met installeren van
printerstuurprogramma". Het dialoogvenster "InstallShield Wizard" wordt weergegeven. 4 Klik op "Volgende". Het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst wordt weergegeven.
40 NL
u akkoord gaat, schakelt u het selectievakje "Ik ga akkoord met deze overeekomst" in en klik op "Volgende". Het dialoogvenster voor de bevestiging dat wordt gebruikt voor het verwijderen van de software, wordt weergegeven. 6 Klik op "Ja". Het dialoogvenster voor bevestiging dat wordt gebruikt voor het opnieuw starten, wordt weergegeven. 7 Vink "Ja, ik wil mijn computer nu opnieuw opstarten" aan en klik op "OK". Wanneer u de computer opnieuw opstart, worden de relevante bestanden verwijderd en wordt het deïnstalleren voltooid.
Installeren van de PMB (Picture Motion Browser)
dialoogvenster voor de licentieovereenkomst weergegeven.
4
Volg onderstaande procedures voor het installeren van de PMB. Opmerkingen
Wanneer u hebt geklikt op "Volgende" in het dialoogvenster voor de licentieovereenkomst, wordt het dialoogvenster weergegeven waarin u de melding ziet dat het programma al is geïnstalleerd.
• Log in op Windows met een "Beheerder van deze computer"-gebruikers-account. • Het is belangrijk dat u alle actieve programma's afsluit voordat u de software installeert.
1
Zet uw PC aan, start Windows, leg de geleverde CD-ROM in het CD-ROM-station van uw PC. Het installatievenster wordt weergegeven (blz. 38).
2
Wanneer u uw taal selecteert en klikt op "Volgende", wordt het
Klik op "Installeren" en vervolg de installatie door de instructies op het scherm te volgen. Volg, wanneer u wordt gevraagd uw PC opnieuw te starten, de weergegeven instructies en start uw PC opnieuw op.
6
Wanneer de installatie is voltooid, verwijdert u de CD-ROM uit uw PC en bergt u de CD-ROM op zodat u deze ook later nog kunt gebruiken.
Opmerkingen • Voer, als de installatie niet lukt, de installatieprocedures vanaf stap 2 opnieuw uit. • Als u PMB de-installeert of opnieuw installeert, hebt u de geleverde CD-ROM nodig. Bewaar de CD-ROM goed zodat u deze later nog kunt gebruiken.
De-installeren van de PMB Verwijder deze software als volgt van uw PC, als u deze niet langer meer nodig hebt:
1
Klik op "Start" - "Configuratiescherm". Het Configuratiescherm wordt weergegeven.
2
Klik op "Bezig met installeren van PMB (Picture Motion Browser)". Het dialoogvenster "Taal voor de installatie kiezen" wordt weergegeven.
3
5
Klik op "Een programma verwijderen". Afhankelijk van het besturingssysteem kan het "Programma’s en onderdelen" of "Software" heten.
3
Selecteer "Sony Picture Utility" en klik op "Wijzigen/Verwijderen". Het deïnstallatieproces van de software wordt gestart.
41 NL
Afdrukken vanaf een PC
Als u al één of meer versies van PMB op uw computer hebt geïnstalleerd, controleer dan welke versie van PMB is geïnstalleerd. (Klik [Help] op de menubalk van PMB en selecteer [Over PMB]. De versie-informatie wordt weergegeven.) Vergelijk het versienummer van de geleverde CD-ROM met die van de eerdere PMB, en controleer zodat u er zeker van bent de versies in volgorde zijn geïnstalleerd, eerst de oudere en daarna de nieuwere. Wanneer er op de computer die u gebruikt, al een nieuwere versie van PMB is geïnstalleerd, de-installeer die versie dan eerst, en installeer beide versies opnieuw, te beginnen bij de oudere. Als u de nieuwere versie eerst installeert, zullen sommige functies van PMB mogelijk niet goed werken.
Lees de overeenkomst aandachtig door. Als u akkoord gaat, schakelt u het selectievakje "Ik ga akkoord met deze overeekomst" in en klik op "Volgende".
Foto’s afdrukken vanaf de PMB (Picture Motion Browser)
2
Klik op "Start". Het hoofdvenster van de PMB wordt weergegeven Wanneer de PMB voor de tweede keer wordt gestart, kunt u stap 2 overslaan.
U kunt met behulp van de PMB vanaf uw PC een afbeelding afdrukken op P size afdrukpapier.
1
Start het PMB-venster en gebruik daarvoor één van de volgende methoden: • Dubbelklik op (PMB) op het bureaublad van Windows. • Klik op "Start" - "Alle programma’s" (of "Programma’s" in Windows 2000) "Sony Picture Utility" - "PMB". Wanneer u de PMB voor het eerst start, wordt het dialoogvenster voor het registreren van een bekeken map weergegeven. Klik, als er al afbeeldingen zijn opgeslagen in de map "Afbeeldingen", op "Nu registreren". Als u afbeeldingen hebt opgeslagen in een andere map dan "Afbeeldingen", klik dan op "Later registreren". Zie "Een bladermap registreren" op pagina 45.
In het hoofdvenster zijn de volgende twee weergaven mogelijk. U kunt een andere weergave kiezen door op het tabblad "Mappen" of "Kalender" in het rechterkader te klikken. • "Mappen"-weergave De afbeeldingen worden geordend in de geregistreerde mappen en worden weergegeven als miniaturen. • "Kalender"-weergave De afbeeldingen worden geordend op opnamedatum en worden weergegeven als miniaturen op de datums van de kalender. In de weergave "Kalender" kunt u de weergave kiezen op jaar, op maand of op uur. In dit hoofdstuk worden vensters met "Mappen"-weergave gebruikt als voorbeelden.
Tip In Windows XP/Windows 2000, gelieve "Foto’s" te lezen als "Mijn foto’s".
Zo gaat u naar de map "Afbeeldingen" • In Windows 2000: Klik op "Mijn documenten" "Afbeeldingen" op het bureaublad. • In Windows Vista/XP: Klik op "Start" - "Afbeeldingen" in de taakbalk.
3
Klik op de map die de foto's bevat die u wilt afdrukken. Als voorbeeld wordt de "sample"-map geselecteerd in de volgende uitleg.
4
Selecteer de foto's die u wilt afdrukken en klik op (afdrukken). Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.
42 NL
5
Selecteer in de keuzelijst "Printer" "Sony DPP-FP67" of "Sony DPPFP77". Ga naar stap 6 als u de papierstand of andere afdrukopties wilt instellen. Om af te drukken, ga naar stap 11.
6
Het dialoogvenster "Eigenschappen" van de geselecteerde printer wordt weergegeven. Het printerstuurprogramma van de printer gebruikt de Universal Printer Driver, een door Microsoft veelgebruikt printerstuurprogramma. In de dialoogvensters staan enkele onderdelen die niet in deze printer worden gebruikt.
7
Items
In het tabblad "Indeling" geeft u de oriëntatie van het papier op of andere opties.
Functies Selecteer de printer die u gebruikt: "Sony DPP-FP67" of "Sony DPP-FP77"
Papierformaat
Klik op "Eigenschappen" als u het formaat wilt wijzigen. Opmerking: In sommige regio's wordt L size afdrukpapier niet verkocht.
Afdrukopties
• Zoom in op de afbeelding totdat het afdrukgebied is gevuld: Als u dit hebt aangekruist, wordt een afbeelding over het gehele afdrukgebied van het papier afgedrukt. Mogelijk wordt er een rand van de foto afgesneden. Als u dit niet hebt aangevinkt, wordt een afbeelding volledig zonder bijsnijdingen afgedrukt. • Opnamedatum afdrukken: Als u dit hebt aangekruist, wordt een afbeelding met de datum van de opname afgedrukt als de afbeelding een bestand is dat is opgenomen in de DCFindeling (DCF - Design rule for Camera File system).
Items
Functies
Afdrukstand
Selecteer de oriëntatie van een afbeelding wanneer deze wordt afgedrukt: • Staand • Liggend
Paginavolgorde
Selecteer de volgorde van de pagina's wanneer deze worden afgedrukt: • Vooraan beginnen • Achteraan beginnen
Pagina’s per vel
Geef het aantal kopieën per vel op dat wordt afgedrukt. Selecteer "1".
Geavanceerd
Geeft het papierformaat op of andere opties.
Geeft papierformaat, oriëntatie, beeldkwaliteit en andere bijzonderheden op. Vervolg
43 NL
Afdrukken vanaf een PC
Printer
Eigenschappen
Klik op "Eigenschappen" als u de papierstand of andere afdrukopties wilt instellen.
8
Klik op "Geavanceerd".
Items
Het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPP-FP67/77" wordt weergegeven.
Items Papier/ uitvoer
Functies • Papierformaat: Selecteer in de keuzelijst het papierformaat dat u werkelijk gebruikt voor het afdrukken: P size (briefkaartformaat)/L size Opmerking: In sommige regio's wordt L size afdrukpapier niet verkocht. • Aantal afdrukken: Geef het aantal kopieën op dat wordt afgedrukt.
Grafisch • ICM-methode: De printer Image Color ondersteunt niet de Management instellingen van de ICMmethode. Zelfs als u een andere optie selecteert dan "ICM uitgeschakeld" zullen de afdrukresultaten de instelling niet weergeven. Laat de optie zoals deze is ingesteld. • ICM-opzet: De printer ondersteunt niet de ICM Intent-instellingen. Laat de optie zoals deze is ingesteld.
44 NL
9
Functies
Documentopties
• Geavanceerde printerfuncties: Selecteer "Ingeschakeld" als u de geavanceerde afdrukopties wilt inschakelen, zoals "Paginavolgorde". Schakel deze functie uit als er zich problemen met de compatibiliteit voordoen. • Kleurenafdrukmodus: Selecteer "Ware kleuren (24 bpp)" als u in kleur wilt afdrukken. Selecteer "Monochroom" als u in monochroom wilt afdrukken.
Printerfuncties
• Afdrukken zonder rand: Selecteer "Aan" als u een afbeelding randloos wilt afdrukken. Selecteer "Uit" als u randloos wilt afdrukken. Afhankelijk van de applicatiesoftware wordt een afbeelding met randen afgedrukt, zelfs als "Aan" is geselecteerd. Stel een afbeelding die u wilt afdrukken volledig in binnen het afdrukbereik.
In het tabblad "Papier/Kwaliteit" geeft u de kleur of papierbron op.
Items
Functies
Ladeselectie
Selecteer uit de "Papierinvoer" vervolgkeuzelijst "Automatisch selecteren".
Kleur
Selecteer "Kleur" als u in kleur wilt afdrukken. Selecteer "Black & White" (Zwart-wit) als u in monochroom wilt afdrukken.
Geavanceerd
Het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPP-FP67/77" wordt weergegeven. (blz. 44) Zie voor nadere bijzonderheden stap 8.
10 Klik op "OK". Het dialoogvenster "Afdrukken" wordt weer weergegeven.
11 Klik op "Afdrukken".
Opmerking Verwijder niet een taak die wordt afgedrukt. Als u dat doet, zou dat een papierstoring tot gevolg kunnen hebben.
Een bladermap registreren In de PMB kunt u niet direct afbeeldingen weergeven die zijn opgeslagen op de harddisk van de PC. Eerst moet u de bladermap als volgt registreren:
1
Klik op "Bestand" - "Weergegeven map registreren" of klik op . Het dialoogvenster "Mappen registreren voor weergave" wordt weergegeven.
2
Het afdrukken wordt gestart. Raadpleeg voor de nadere bijzonderheden over de eigenschappen van de PMB de PMB Help.
Selecteer de map die u wilt registreren en klik op "Registreren".
Opmerking U kunt niet een bestand van bewegende beelden of bestanden van RAW-gegevens afdrukken.
Opmerking U kunt niet het gehele station registreren.
Het dialoogvenster voor bevestiging van de registratie wordt weergegeven.
3
Klik op "Ja". De registratie van de informatie van de afbeelding in de database wordt gestart.
4
Klik op "Sluiten".
Vervolg
45 NL
Afdrukken vanaf een PC
Tips • Klik als u een reeks stilstaande beelden in het afbeeldingengebied van het hoofdvenster wilt selecteren, op de eerste afbeelding van de reeks en klik daarna op de laatste afbeelding terwijl u de Shift-toets ingedrukt houdt. U kunt meerdere stilstaande beelden die niet een reeks vormen, selecteren door één voor één op de afbeeldingen te klikken terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt. • U kunt ook afdrukken vanuit een afdrukvoorbeeld van een afbeelding. • Ga als volgt te werk als u het afdrukken wilt annuleren. 1Dubbelklik op het printer-pictogram op de taakbalk en open het dialoogvenster "Afdrukken". 2Klik op de naam van het document waarvan u het afdrukken wilt annuleren en klik daarna op "Annuleren" in het menu "Document". Het dialoogvenster dat wordt gebruikt voor de bevestiging van het verwijderen, wordt weergegeven. 3Klik op "Ja". De afdruktaak wordt geannuleerd.
Opmerkingen • De map die u selecteert als bestemming van de geïmporteerde afbeeldingen wordt automatisch geregistreerd. • U kunt de registratie van de map die u hier registreert, niet annuleren.
Een andere bladermap kiezen Klik op "Extra" - "Instelling" - "Weergegeven mappen". Tips • Als er een submap staat in de bronmap, worden de afbeeldingen in de submap ook geregistreerd. • Wanneer de software voor het eerst wordt gestart, wordt een melding getoond waarin u wordt gevraagd "Afbeeldingen" te registreren. • Afhankelijk van het aantal afbeeldingen kan het registreren van afbeeldingen wel enkele tientallen minuten duren.
Afdrukken vanuit een in de handel verkrijgbare softwareapplicatie U kunt met een in de handel verkrijgbaar softwareapplicatie een afbeelding op de DPPFP67/FP77 afdrukken. Selecteer "DPP-FP67" of "DPP-FP77" als printer in het afdrukdialoogvenster en selecteer het papierformaat in het dialoogvenster voor de pagina-opmaak. Zie de stappen 5 en 7 op blz. 43 voor nadere bijzonderheden over de afdrukinstellingen. Over de instelling "Afdrukken zonder rand" in "Printerfuncties". Wanneer u een andere applicatie gebruikt dan de PMB, kan het zijn dat een afbeelding wordt afgedrukt met randen ook als u "Aan" selecteert voor "Afdrukken zonder rand" in "Printerfuncties" van het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPP-FP67/ 77". Wanneer u de randloze afdrukoptie selecteert, wordt de informatie van het afdrukbereik voor randloze afdrukken aangeboden aan de
46 NL
applicatie. Sommige applicaties zullen echter misschien de afbeelding rangschikken en afdrukken met randen binnen het opgegeven bereik. Als dit gebeurt, kunt u een afbeelding afdrukken zonder randen door als volgt te werk te gaan: • Wanneer u een afdrukbereik kunt instellen met een applicatie, stelt u een afbeelding die u wilt afdrukken volledig in binnen het beschikbare afdrukbereik. Bijvoorbeeld, als u afbeeldingen afdrukt met "Windows Fotogalerie" van Windows Vista, selecteert u "Fotoafdruk op volledige pagina" en schakelt u "Afbeelding aan lijst aanpassen" in. Instelling van de oriëntatie Afhankelijk van de softwareapplicatie die u gebruikt zal de oriëntatie misschien niet veranderen als u de instelling Portret of Landschap wijzigt. Met de instelling Randen/Geen randvan het printerstuurprogramma Wanneer de softwareapplicatie die u gebruikt, de instelling Randen/Geen rand heeft, adviseren wij dat u "Aan" voor "Afdrukken zonder rand" selecteert in "Printerfuncties" van het dialoogvenster "Geavanceerde opties voor Sony DPP-FP67/77" zoals de instelling van het printerstuurprogramma. Instelling aantal afdrukken Afhankelijk van de softwareapplicatie die u gebruikt, kan de gebruikte instelling voor het aantal afdrukken prioriteit hebben over de instelling die is opgegeven in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma.
Foutmeldingen
Als een foutmelding verschijnt Als een fout optreedt, kan de volgende foutweergave op het LCD-scherm verschijnen. Volg de hier beschreven aanwijzingen voor het oplossen van het probleem.
Foutweergave
Betekenis/Oplossingen c Er staan op de geheugenkaart of op een USB-geheugen geen bestanden van afbeeldingen die de printer kan verwerken. Sluit een geheugenkaart of apparaat aan waarop afbeeldingen staan die met de printer kunnen worden weergegeven. c Er zijn geen bestanden van afbeeldingen met DPOF- instelling op de geheugenkaart of op het USB-geheugen. Geef het afdrukmerkteken (DPOF) op met uw camera.
c De afbeelding kan een niet geschikt bestandsformaat zijn zoals een JPEG-bestand die op uw computer is gemaakt of een geschikt bestandsformaat dat geen miniatuurafbeelding, of gedeelte van een afbeeldingbestand voor weergave bevat. Selecteer het merkteken in de afbeelding en druk op ENTER als u het afdrukvoorbeeld van de afbeelding wilt weergeven. Als een afbeelding wordt weergegeven, kunt u de afbeelding afdrukken. Als hetzelfde merkteken weer wordt weergegeven, heeft de afbeelding een bestandsindeling die niet geschikt is en is afdrukken met de printer niet mogelijk.
c Er is misschien een USB apparaat aangesloten dat niet door de printer wordt ondersteund. Of de USB-instellingen van het aangesloten apparaat zijn niet geschikt. Raadpleeg de bedieningsinstructies van het USB-apparaat dat u gebruikt. c De printer ondersteunt geen USB-hub of een stuurprogramma met ingebouwde USB-hub. Sluit het apparaat direct aan op de printer of gebruik een apparaat dat niet voorzien is van een USB-hub-functie. Vervolg
47 NL
Foutmeldingen
c De afbeelding heeft een geschikt bestandsformaat waarvan de gegevens van de miniatuur of de gegevens zelf niet geopend kunnen worden. Selecteer het merkteken in de afbeelding en druk op ENTER als u het afdrukvoorbeeld van de afbeelding wilt weergeven. Als een afbeelding wordt weergegeven, kunt u de afbeelding afdrukken. Als hetzelfde merkteken weer wordt weergegeven, is afdrukken met de printer niet mogelijk.
Foutweergave
Betekenis/Oplossingen c Er is een ongeschikte geheugenkaart ingestoken. Gebruik een geheugenkaart of een USB-geheugen die de printer ondersteunt. (.pagina’s 63 tot 65)
c Er is een mogelijke fout opgetreden met de geheugenkaart of een USB-geheugen. Als deze meldingen vaak verschijnen, controleer dan de status van de geheugenkaart of een USBgeheugen met een ander apparaat. c De printer bevat geen inktlint. Plaats een inktlint van weergegeven afmeting op de volgende wijze en druk op PRINT. (.blz. 9) – P: P-afmeting inktlint c Het inktlint is op. Plaats een nieuw inktlint van weergegeven afmeting op de volgende wijze en druk op PRINT. (.blz. 9) – P: P-afmeting inktlint c Het verkeerde inktlint is geplaatst. Gebruik niet de verkeerde afmeting, maar stel de weergegeven afmeting als volgt in en druk op PRINT. (.blz. 9) – P: P-afmeting inktlint c Het inktlint zit vast. Koppel het netsnoer los van de printer, sluit het weer aan. Als de printermotor gestopt is, verwijder dan het inktlint en plaats een nieuw inktlint. Als u het inktlint niet kunt verwijderen, raadpleeg dan uw leverancier of de dienstverlening van Sony. c Er is geen afdrukpapier of reinigingsblad in de papierlade geplaatst. Plaats het afdrukpapier van de weergegeven afmeting als volgt in de papierlade, schuif de papierlade in de printer en druk vervolgens op PRINT. (.blz. 10) – P: P afmeting afdrukpapier – C: Reinigingsblad (.blz. 61) c Het verkeerde afdrukpapier of reinigingsblad in de papierlade geplaatst. Plaats het afdrukpapier van de weergegeven afmeting als volgt in de papierlade, schuif de papierlade in de printer en druk vervolgens op PRINT. (.blz. 10) – P: P afmeting afdrukpapier – C: Reinigingsblad (.blz. 61)
48 NL
Foutweergave
Betekenis/Oplossingen c Papierstoringen Zie "In het geval van papierstoringen" (.blz. 60) en verwijder vastgelopen papier uit de printer. Neem contact op met het dichtsbijzijnde Sony-servicecentrum als u het vastgelopen papier niet kunt verwijderen. c Er is geen papierlade in de printer geschoven. Plaats het afdrukpapier of reinigingsblad in de papierlade, schuif de lade in de printer en druk vervolgens op PRINT. (.blz. 10)
Foutmeldingen
49 NL
Oplossen van problemen
Als er problemen zijn Volg, als u op problemen stuit bij het gebruik van de printer, de volgende aanwijzingen voor het oplossen daarvan. Vraag advies aan uw Sony-dealer als het probleem blijft bestaan.
Netspanning Symptoom
Controle
De printer kan niet • Is het netsnoer goed worden aangezet aangesloten?
Oorzaak/Oplossing c Steek het netsnoer stevig in het stopcontact. (.blz. 12)
Afbeeldingen weergeven Symptoom Het LCD-scherm geeft geen afbeeldingen meer.
Oorzaak/Oplossing c Plaats op de juiste manier een geheugenkaart of een USB-geheugen. (.blz. 17, 33, 34) c Plaats een geheugenkaart of een USBgeheugen waarop de opgenomen afbeeldingen staan. c Controleer welke bestandsindelingen kunnen worden afgedrukt met de printer. (.blz. 65) c Als een afbeelding niet geschikt is voor de DCF, dan is afdrukken met de printer misschien niet mogelijk, ook al wordt de afbeelding weergegeven op het scherm van de PC. c Als de afbeelding wordt weergegeven • Worden er Sommige maar de afbeelding kan niet worden miniatuurafbeeldingen in de afbeeldingen in de afgedrukt, is het bestand dat wordt lijst (index) van lijst van gebruikt voor het afdrukken beschadigd. afbeeldingen weergegeven? afbeeldingen c Als een afbeelding niet geschikt is voor worden niet DCF (Design rule for Camera File-systeem), weergegeven of ze dan is afdrukken met de printer misschien worden niet niet mogelijk, ook al wordt de afbeelding afgedrukt terwijl weergegeven op het scherm van de PC. ze wel worden weergegeven. c De printer kan tot 999 • Zijn er meer dan 999 afbeeldingsbestanden weergeven, opslaan, afbeeldingen opgeslagen op verwijderen of verwerken. Gebruik, als er de geheugenkaart of op een meer dan 999 afbeeldingen zijn USB-geheugen? opgeslagen op een geheugenkaart of op een USB-geheugen, de PC of de stand PictBridge voor het weergeven en verwerken van de overige afbeeldingen. • Hebt u een bestand van een c Wanneer u een bestand van een afbeelding een naam geeft of een nieuwe naam geeft afbeelding met behulp van met behulp van uw computer en in de uw PC een naam gegeven of bestandsnaam komen andere tekens voor een nieuwe naam gegeven? dan de alfanumerieke tekens, kan het zijn dat de bestandsnaam niet goed wordt weergegeven of dat de afbeelding niet wordt weergegeven op de printer.
50 NL
Controle • Is de geheugenkaart of het USB-geheugen goed aangesloten? • Staan er op de geheugenkaart of op een USB-geheugen afbeeldingen die zijn vastgelegd met een digitale camera of een ander apparaat? • Is de bestandsindeling geschikt voor de DCF?
Symptoom
Controle
Sommige • Zijn er 7 of meer afbeeldingen in de hiërarchieën op de afbeeldingenlijst geheugenkaart of het USBworden niet geheugen? weergegeven of ze worden niet afgedrukt terwijl ze wel worden weergegeven.
Oorzaak/Oplossing c De printer kan de beelden niet weergeven die zijn opgeslagen in een map van de 7e of hogere hiërarchie.
c Wanneer u op uw computer een bestand van een afbeelding een naam of een nieuwe naam geeft en er staan in de naam van het bestand andere tekens dan alfanumerieke tekens, zal de naam van het bestand misschien niet juist worden weergegeven. Bij een bestand dat is aangemaakt met een PC-applicatie worden de eerste 8 tekens van de bestandsnaam als de bestandsnaam weergegeven. In het menu • Is de afbeelding waarvan u c Als een afbeelding zeer sterk in verticale bewerken zijn er in een afdrukvoorbeeld bekijkt, of horizontale richting wordt uitgerekt, het zeer sterk uitgerekt in kunnen er lege gedeelten verschijnen in afdrukvoorbeeld verticale of horizontale het menu bewerken. van de afbeelding richting? c De standaard beeldverhouding van een lege gedeelten aan afbeelding die genomen is met een de onder- en digitale camera is 3:4. Als u een ander bovenzijde. opname-/bewerkapparaat gebruikt dan de printer om een afbeelding te bewerken en op te slaan, wordt de afbeelding vaak opgeslagen als een afdrukafbeelding die groter is dan de beeldverhouding 3:4. In de afbeeldingenlijst worden die afbeeldingen in zwart weergegeven met gesneden bovenkant en hoekjes.
De bestandsnaam wordt niet juist weergegeven.
• Hebt u de naam van het bestand van de afbeelding met behulp van uw PC gewijzigd?
51 NL
Oplossen van problemen
Vervolg
Afdrukken Symptoom
Controle
Oorzaak/Oplossing
Er wordt geen papier ingevoerd.
• Is het papier goed in de papierlade gelegd?
c Als het afdrukpapier niet goed in de printer is gelegd, kunnen er moeilijkheden met de printer ontstaan. (.blz. 9, 10) Controleer het volgende: • Leg het juiste afdrukpapier in in combinatie met het juiste inktlint. • Leg het afdrukpapier in de juiste richting in de lade. • U kunt maximaal 20 vellen afdrukpapier in de lade leggen. Als er meer dan 20 vellen in de lade ligt, verwijder dan het overtollige papier. • Schud het afdrukpapier grondig los en leg het in de lade. • Buig of vouw het afdrukpapier niet vóór het afdrukken, hierdoor kan er storing aan de printer ontstaan.
• Gebruikt u afdrukpapier dat niet bedoeld is voor de printer?
c Gebruik afdrukpapier dat bedoeld is voor de printer. Als u ongeschikt afdrukpapier gebruikt, kan er storing in de printer ontstaan. (.Over de Print Packs)
Het afdrukpapier komt tijdens het afdrukproces gedeeltelijk te voorschijn.
52 NL
• Treedt dit probleem c Gebruik afdrukpapier dat bedoeld is voor halverwege het afdrukproces de printer. Als u ongeschikt afdrukpapier op? gebruikt, kan er storing in de printer • Gebruikt u afdrukpapier dat ontstaan. (.Over de Print Packs) niet bedoeld is voor de printer?
Afdrukresultaten Symptoom
Controle
De afgedrukte beelden zijn inferieur van kwaliteit.
• Hebt u afdrukvoorbeelden c Afhankelijk van het type digitale camera van afbeeldingen afgedrukt? dat u gebruikt, is het mogelijk in de miniaturenlijst afdrukvoorbeelden van afbeeldingen weer te geven naast de eigenlijke afbeeldingen. De afdrukkwaliteit van de afdrukvoorbeelden van afbeeldingen zal niet zo goed zijn als de eigenlijke afbeeldingen. N.B. Als u de afdrukvoorbeelden van de afbeeldingen verwijdert, kunnen de gegevens van de eigenlijke afbeeldingen beschadigd raken.
Oorzaak/Oplossing
• Hebt u een afbeelding c Als de miniatuurafbeelding niet op de afgedrukt waarvan de juiste manier wordt weergegeven, is het afmeting (breedte of hoogte) een kleine afbeelding. De afdruk is van kleiner is dan 480 dots? ruwe kwaliteit omdat de afbeelding een Wordt de kleine afmeting heeft. miniatuurafbeelding op de juiste manier weergegeven? c Een vergrote afbeelding, wordt, afhankelijk van de afmeting van de afbeelding, afgedrukt in een mindere beeldkwaliteit.
• Hebt u een afbeelding geschoten in de bestandsindeling RAW?
c Wanneer u een afbeelding schiet in de bestandsindeling RAW, wordt er mogelijk ook een zeer gecomprimeerd JPEGbestand vastgelegd. Omdat de printer de bestandsindeling RAW niet ondersteunt, kan het zijn dat het JPEG-bestand wordt gebruikt voor het afdrukken van een afbeelding. Een RAW-bestand kan worden afgedrukt vanaf een PC. Raadpleeg voor nadere bijzonderheden de bedieningsinstructies van de digitale camera die u gebruikt. Wat is een RAW-bestand? Een RAW-bestand is een oorspronkelijke bestandsindeling voor afbeeldingen voor het opslaan van ongecomprimeerde, onverwerkte gegevens van stilstaande beelden die met een digitale camera zijn vastgelegd. Raadpleeg de bedieningsinstructies van de digitale camera als u wilt weten of uw digitale camera een afbeelding in de bestandsindeling RAW kan vastleggen. Vervolg
53 NL
Oplossen van problemen
• Hebt u het menu bewerken gebruikt voor het vergroten van de afbeelding?
Symptoom De beeldkwaliteit en de kleuren van het afdrukvoorbeeld op het scherm verschillen van die van de afdruk.
De afdruk vanaf een pc verschilt van een afdruk dat direct afkomstig is van een op de printer aangesloten geheugenkaart.
Controle
Oorzaak/Oplossing
—
—
De datum kan niet • Is "Datum afdruk" ingesteld worden afgedrukt. op "ON"?
De datum wordt onbedoeld afgedrukt.
c Vanwege de verschillen in weergavemethode of profielen van een LCD-scherm, dient de weergegeven afbeelding slechts als referentie te worden beschouwd. Ga op een van de volgende manieren te werk als u de beeldkwaliteit wilt aanpassen: – Veranderen van de kleurinstellingen (.blz. 31) – Een afbeelding aanpassen (.blz. 23) De instellingen zijn uitsluitend van toepassing op de weergegevens afbeeldingen. c De afgedrukte afbeeldingen zullen verschillen en dit wordt veroorzaakt door de verschillen tussen de interne verwerking van de printer en de softwareverwerking van de PC.
c Stel de "Datum afdruk" in op "ON". (."Datumafdruk instellen" op pagina 29)
• Ondersteunt de afbeelding DCF?
c De functie "Datumafdruk" van deze unit ondersteunt een afbeelding die geschikt is voor de DCF-standaarden.
• Is "Datum afdruk" ingesteld op "OFF"?
c Stel de "Datum afdruk" in op "OFF". (."Datumafdruk instellen" op pagina 29)
• Is de datum opgeslagen bij c Als de afbeelding met datum is de afbeelding toen deze werd opgeslagen, kunt u geen afdruk zonder geschoten met de digitale datum maken. camera? De afbeelding kan niet volledig worden afgedrukt binnen het afdrukbereik. Randen blijven.
54 NL
• Hebt u "Randen (Patroon 1)" c Selecteer "Geen rand". (."Instellen of "Randen (Patroon 2)" van de afdrukopmaak (afdruk met randen/ geselecteerd? zonder randen)" op pagina 30) • Is de beeldverhouding van de afbeelding juist?
c Afhankelijk van het type digitale camera dat u hebt gebruikt, verschilt de beeldverhouding van de vastgelegde afbeelding, en daardoor wordt de afbeelding misschien niet over het volledige afdrukbare gebied afgedrukt.
Symptoom
Controle
Zelfs als "zonder randen" is geselecteerd, wordt de afbeelding afgedrukt met de randen aan beide zijden.
Oorzaak/Oplossing
—
c Als u een apparaat voor bewerking of opname gebruikt anders dan de printer om een afbeelding te bewerken of op te slaan, wordt de afbeelding opgeslagen met blanco gebied rondom de afbeelding. Zelfs als u de afbeelding afdrukt met de instelling "zonder randen", kunt u de randen aan beide zijden van een afdruk niet wegnemen.
Het is niet mogelijk het gehele gebied van een afbeelding af te drukken.
• Hebt u "Randen (Patroon 1)" c U kunt het hele gebied van een afbeelding geselecteerd? afdrukken als u "Randen (Patroon 1)" selecteert. (."Instellen van de afdrukopmaak (afdruk met randen/zonder randen)" op pagina 30)
De afbeelding wordt afgedrukt onder een hoek.
• Is de papierlade wel goed ingezet?
Er staan witte lijnen of stippen op de afgedrukte beelden.
—
Het beeld is te helder, te donker, te rood, te geel of te groen.
—
c Zet de papierlade stevig opnieuw in zover als mogelijk is. c Misschien is de afdrukkop of het papierpad vuil. Reinig de kop en het pad met behulp van de geleverde reinigingscartridge en het geleverde reinigingsvel. (."Reinigen" op pagina 61) c U kunt de afbeelding aanpassen. (."Een afbeelding aanpassen" op pagina 23)
Instellingen Symptoom
Controle
Oorzaak/Oplossing
De instelling randen/zonder randen heeft geen effect.
• Gebruikt u het menu afdrukopmaak?
c In het menu afdrukopmaak worden sjablonen gebruikt waardoor u het afdrukken met rand/randloos afdrukken niet kunt selecteren.
Vervolg
55 NL
Oplossen van problemen
Het is niet • Hebt u een afbeelding c U kunt het menu Bewerken niet gebruiken mogelijk het menu vergroot, gedraaid, na het uitvoeren van een correctie met de Bewerken te verplaatst of het formaat toets AUTO TOUCH-UP. Selecteer het gebruiken. ervan verkleind na de menu Bewerken en voer eerst deze correctie met de toets AUTO bewerkingshandelingen uit en voer daarna TOUCH-UP? de correctie uit.
Aansluiten op een digitale camera of een ander extern apparaat Symptoom
Controle
Oorzaak/Oplossing
Het PictBridgemerkteken verschijnt niet op het LCD-scherm van de digitale camera.
• Is de digitale camera goed aangesloten?
c Sluit de kabel goed aan.
• Is de schakelaar 1 (aan/ standby) in de stand Aan gezet?
c Zet de schakelaar 1 (aan/standby) in de stand Aan.
• Ondersteunt uw digitale camera PictBridge?
c Raadpleeg de handleiding die bij uw camera is geleverd of neem contact op met de fabrikant.
— • Staat de USB-instelling van uw camera in de stand PictBridge? U trekt de USBkabel los en sluit hem daarna weer aan, maar er gebeurt niets.
U kunt het afdrukken niet stoppen, zelfs niet als u drukt op CANCEL.
U kunt geen indexafdrukken maken.
56 NL
c Zit er een geheugenkaart in de sleuf van de printer? Verwijder de geheugenkaart als die geplaatst is. c Zet de USB-instelling van uw camera in de stand PictBridge.
—
c De printer staat in een foutstand die wordt veroorzaakt door een spanningspiek. U kunt de foutstand herstellen door de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact te trekken, de stekker weer in het stopcontact te steken en daarna op de schakelaar 1 (aan/standby) te drukken.
—
c De afdruk die volgt op de afdruk die nu wordt gemaakt, wordt geannuleerd. c Afhankelijk van de digitale camera die u gebruikt, kunt u het afdrukken niet vanaf de printer annuleren. Stop het afdrukken door de digitale camera te bedienen. Raadpleeg de bedieningsinstructies van de digitale camera.
—
c De printer kan geen indexafdrukken maken tijden het afdrukken van DPOF. Om Indexafdrukken te maken, dient u direct de geheugenkaart in te voeren (.blz. 26).
Aansluiten op een computer Symptoom De afbeeldingen op de geheugenkaart of op een USBgeheugen aangesloten op de printer worden niet op de PC weergegeven. U hebt de geleverde CD-ROM niet meer en u wilt een nieuwe aanvragen. Het printerstuurprogra mma kan niet worden geïnstalleerd.
Controle
Oorzaak/Oplossing c De printer biedt geen functie voor het bekijken van de afbeeldingen op de geheugenkaart of op een USB-geheugen vanaf de printer. —
—
• Weet u zeker dat u de installatieprocedures goed hebt doorlopen?
c Download het printerstuurprogramma van de homepage voor Klantenondersteuning (.blz. 67). Of neem contact op met uw Sony-dealer. c Doorloop de procedures in de bedieningsinstructies en installeer het printerstuurprogramma (.blz. 38). Als er een fout optreedt, start de computer opnieuw en voer de installatieprocedures opnieuw uit.
• Is er een ander c Sluit alle applicaties af en installeer het applicatieprogramma actief? printerstuurprogramma opnieuw. • Hebt u de CD-ROM op c Dubbelklik op My Computer (Deze juiste wijze als de installatiecomputer)en dan op het CD-ROMCD-ROM opgegeven? pictogram in het geopende venster. Doorloop de procedures in de bedieningsinstructies en installeer het printerstuurprogramma.
—
• Is er een antivirusprogramma of een ander programma actief op het systeem?
c Als er een anti-virusprogramma of een ander programma actief is op het systeem, sluit dat dan af en begin met het installeren van het stuurprogramma.
• Hebt u ingelogd met een Administratorgebruikersaccount?
c Om het stuurprogramma te installeren, moet u zich met een Administratorgebruikersaccount aanmelden aan Windows .
Vervolg
57 NL
Oplossen van problemen
c Het USB-stuurprogramma is misschien niet goed geïnstalleerd. Volg de bedieningsinstructies en installeer het USB-stuurprogramma opnieuw.
Symptoom
Controle
Oorzaak/Oplossing
The printer reageert niet op de opdracht tot afdrukken van de PC. —
Een afbeelding wordt afgedrukt met randen ook al selecteer ik "Geen rand".
De afdrukhoeveelheid die gespecificeerd is in "Pagina’s per vel" in het tabblad "Indeling" van het dialoogvenster "Eigenschappen voor Sony DPPFP67/FP77" komt niet overeen met de feitelijke afdrukhoeveelheid en afdrukresultaten. De kleuren van de afbeelding die wordt afgedrukt vanaf een PC, verschillen van die van de afbeelding die wordt afgedrukt vanaf een geheugenkaart.
58 NL
• Gebruikt u andere softwareapplicatie dan PMB?
c Als het Windows bureaublad geen moeilijkheden laat zien, kijk dan op het LCD-scherm van de printer. Ga als volgt te werk als de printer moeilijkheden laat zien: 1. Zet de toets 1 (on/standby) van de printer op Uit. 2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact, wacht 5 tot 10 seconden en steek de stekker van de kabel weer in het stopcontact. 3. Start uw computer opnieuw op. Als hiermee het probleem niet wordt verholpen, vraag dan advies aan uw Sonydealer of aan een Sony-servicecentrum. c Als u een andere applicatie gebruikt dan de PMB, kan een afbeelding worden geprint met Randen, zelfs als u Afdrukken zonder rand selecteert. Als u Randen/Geen rand met een applicatie kunt instellen, stelt u een afbeelding die u wilt afdrukken volledig in binnen het afdrukbereik, ook al wordt de afbeelding tot buiten het bereik afgedrukt. c Afhankelijk van de softwareapplicatie die u gebruikt, kan de gebruikte instelling voor het aantal afdrukken prioriteit hebben over de instelling die is opgegeven in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma.
—
—
c Omdat het proces van het afdrukken van een afbeelding vanaf een geheugenkaart verschilt van dat van het afdrukken vanaf een PC, kan het voorkomen dat de kleuren niet exact hetzelfde zijn.
Overige Symptoom Het inktlint inzetten gaat niet gemakkelijk.
Controle
Oorzaak/Oplossing
—
c Als het niet lukt het inktlint op zijn plaats te klikken, verwijder het dan en plaats het daarna opnieuw. Draai het inktlint strakker, maar alleen als u het niet kunt inzetten doordat het niet strak genoeg staat. (.blz. 9, 10)
—
c Zet de printer uit met behulp van de schakelaar 1 (aan/standby) en zet het vervolgens weer aan. Probeer of u het inktlint kunt uitnemen wanneer het geluid van de motor stopt. Als dit geen oplossing biedt voor het probleem, neem dan contact op met het Sony-servicecentrum of uw Sony-dealer.
U kunt het inktlint niet verwijderen.
Oplossen van problemen
59 NL
Bij papierstoringen 1
Zet de printer uit en daarna weer aan. Wacht tot het afdrukpapier automatisch wordt uitgeworpen. 1 (aan/standby)
Afdrukpapier
2 3
Neem het uitgeworpen afdrukpapier weg bij de printer. Haal de papierlade en het inktlint uit de printer en zorg ervoor dat er geen papier meer vastzit in de printer.
Kijk of er papier vastzit in de printer. Als dat zo is, verwijder het dan.
Opmerking Als u papier dat is vastgelopen niet kunt verwijderen, neem dan contact op met uw Sony-dealer.
60 NL
Reinigen Als er witte lijnen of stippen op de afbeeldingen worden afgedrukt, is de thermische transferkop misschien vervuild door het stof dat zich in de printer heeft verzameld. Reinig dan de binnenzijde van de printer met behulp van de reinigingscartridge en het reinigingvel. Verwijder voor het reinigen van de printer alle geheugenkaarten, USB-geheugens en USBkabels.
1 2
3 4
5
Zet de papierlade in de printer en druk op PRINT. De reinigingscartridge en het reinigingsvel zullen de printer binnenin schoonmaken. Wanneer de reiniging is voltooid, wordt het reinigingsvel automatisch uitgeworpen.
6
Haal de reinigingscartridge en het reinigingsvel uit de printer.
Tip Bewaar de reinigingscartridge en het reinigingsvel bij elkaar voor een latere reinigingsbeurt. Opmerkingen
Open de klep voor de inktlinthouder en als er een inktlint in de printer zit, verwijder dat dan. Zet de geleverde reinigingscartridge in de printer en sluit de klep van de inktlinthouder.
• Wanneer de printer goed presteert, zal een reinigingsbeurt geen verbetering opleveren van de kwaliteit van de afdruk. • Plaats het reinigingsvel niet op afdrukpapier wanneer u de reinigingsbeurt uitvoert, dit zou een papierstoring of andere moeilijkheden kunnen veroorzaken. • Voer de reinigingsbeurt enkele malen uit, als één reinigingsbeurt geen verbetering oplevert van de afdrukkwaliteit. • U kunt de printer niet reinigen terwijl deze is aangesloten op een PC of een PictBridge-camera.
Neem de papierlade uit de printer. Als er afdrukpapier in de lade ligt, haal dat er dan uit. Oplossen van problemen
Plaats het reinigingsvel in de papierlade met de niet-bedrukte zijde omhoog. Oppervlak zonder afdruk
61 NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
blokkeert, zou dat kunnen leiden tot interne warmteontwikkeling.
Over de netspanningsadapter
Voor veiligheid • Let er goed op dat u geen zware voorwerpen op het netsnoer zet of erop laat vallen en let er goed op dat u het netsnoer niet op een of andere manier beschadigt. Werk nooit met deze printer wanneer het netsnoer beschadigd is. • Als een vast voorwerp of een vloeistof in de kast zou vallen, trek de stekker van de printer dan uit het stopcontact en laat de printer nazien door vakbekwaam personeel voordat u de printer weer in gebruik neemt. • Haal de printer nooit uit elkaar. • Trek de stekker uit het stopcontact om het netsnoer van de netspanning los te koppelen. Trek nooit aan het netsnoer zelf. • Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact wanneer u de printer langere tijd niet zult gebruiken. • Behandel de printer met voorzichtigheid. • Voorkom het risico van een elektrische schok, trek altijd de stekker van de printer uit het stopcontact voordat u de printer gaat reinigen en nazien.
Over de installatie • U kunt de printer beter niet plaatsen op een locatie waar de printer blootstaat aan: – trilling – vocht – heel veel stof – direct zonlicht – extreem hoge of lage temperaturen • Gebruik niet elektrische apparatuur in de buurt van de printer. De printer zal niet goed werken in elektromagnetische velden. • Plaats geen zware voorwerpen op de printer. • Laat voldoende ruimte vrij rond de printer zodat de ventilatieopeningen niet worden geblokkeerd. Wanneer u deze openingen
62 NL
• Het is belangrijk dat u de netspanningsadapter bij de printer gebruikt. Gebruik geen andere netspanningsadapters omdat dit storingen zou kunnen veroorzaken. • Gebruik de meegeleverde netspanningadapter niet voor andere apparaten. • Gebruik geen elektrische transformator (reisconverter), omdat dat oververhitting of een storing zou kunnen veroorzaken. • Als het snoer van de netspanningadapter is beschadigd, gebruik het dan niet meer, omdat dat tot een gevaarlijke situatie kan leiden.
Over vochtcondensatie Als de printer direct uit een koude ruimte wordt binnengebracht of in een zeer warme of vochtige kamer wordt gezet, kan er vocht in het apparaat condenseren. In dergelijke gevallen zal de printer waarschijnlijk niet goed werken en kan zelfs onklaar raken als u het apparaat blijft gebruiken. Als er vochtcondensatie optreedt, trek dan de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en gebruik de printer ten minste één uur niet.
Over transport Wanneer u de printer vervoert, haal dan het inktlint, de papierlade, de netspanningadapter, de geheugenkaart of een USB-geheugen los van de printer en zet de printer en de bijbehorende randapparatuur in de originele doos met de beschermende verpakking. Als u de originele doos en de onderdelen van de verpakking niet meer hebt, gebruik dan vergelijkbaar verpakkingsmateriaal zodat de printer niet beschadigt tijdens het transport.
Over het reinigen Reinig de kast, het paneel en de bedieningsfuncties met een zachte, droge doek of een zachte doek die u licht vochtig hebt gemaakt met een milde oplossing van een schoonmaakmiddel. Gebruik niet een oplosmiddel van welk type dan ook, zoals alcohol of wasbenzine, omdat dat de afwerklaag zou kunnen beschadigen.
Over de beperkingen op het kopiëren Als u documenten kopieert met de printer, let dan vooral goed op het volgende: • Het kopiëren van bankbiljetten, munten of waardepapieren is wettelijk niet toegestaan. • Het kopiëren van blanco certificaten, licenties, paspoorten, privé-waardepapieren of ongebruikte postzegels is ook niet wettelijk toegestaan. • Op TV-programma’s, films, videobanden, portretten van andere mensen of andere materialen kan een auteursrecht rusten. Het zonder toestemming videokopieën maken van dergelijke materialen kan een overtreding zijn van de bepalingen van de auteurswet.
Over de geheugenkaarten "Memory Stick" Typen "Memory Stick" die de printer kan gebruiken Bij de printer kunt u de volgende typen "Memory Stick"*1 gebruiken: Type "Memory Stick"
Weergeven/ Afdrukken
"Memory Stick"*2 (Niet geschikt voor "MagicGate")
OK
"Memory Stick"*2 (Geschikt voor "MagicGate")
OK*5
"MagicGate Memory Stick"*2
OK*5
"Memory Stick
PRO-HG"*2
OK*5*6
"Memory Stick
PRO"*2
OK*5
"Memory Stick Micro"*3("M2"*4) *1
*2
*3
*4
*6
De printer ondersteunt FAT32. Gebleken is dat de printer kan worden gebruikt met een "Memory Stick" met een capaciteit van acht 8 GB of minder die geproduceerd is door de Sony Corporation. Wij garanderen echter niet dat de printer kan worden gebruikt met alle "Memory Stick"- media. De printer is uitgerust met een sleuf die geschikt is voor media van zowel standaardafmeting als van Duo-afmeting. Zonder een Memory Stick Duo adaptor, kunt u zowel een "Memory Stick" van standaardafmeting als een "Memory Stick Duo" van compacte afmeting gebruiken. Voor gebruik van een "Memory Stick Micro" met de printer, steek het altijd in een "M2"-adapter. "M2" is een afkorting van "Memory Stick Micro". In dit hoofdstuk wordt "M2"gebruikt om de "Memory Stick Micro" te beschrijven. De met "MagicGate"Auteursrechterlijk beschermde gegevens kunnen niet worden gelezen. "MagicGate" is de algemene naam van een technologie voor auteursrechterlijke bescherming die ontwikkeld is door Sony waarbij gebruik gemaakt wordt van techniek voor het vaststellen van de authenticiteit en het versleutelen van gegevens met behulp van encryptie. De printer ondersteunt niet 8-bit parallelle gegevensoverdracht. Vervolg
63 NL
Aanvullende informatie
*5
OK*5
Opmerkingen over gebruik • Plaats niet meer dan één "Memory Stick" tegelijkertijd, omdat dit moeilijkheden met de printer kan veroorzaken. • Als u een "Memory Stick Micro" inzet in de printer zonder een "M2"-adapter, is het misschien niet mogelijk de "Memory Stick Micro" uit te nemen. • Als u een "Memory Stick Micro" plaatst in een "M2"-adapter en een "M2"-adapter plaatst in de "Memory Stick Duo"-adapter, kan het zijn dat de printer niet goed functioneert. • Wanneer u een "Memory Stick" formatteert, Gebruik de formaatfunctie van uw digitale camera. Als u een "Memory Stick" formatteert met uw computer, worden de afbeeldingen misschien niet goed weergegeven. • Wanneer u een "Memory Stick" formatteert, worden alle gegevens van afbeeldingen, inclusief de beveiligde bestanden, gewist. Het is belangrijk dat u de inhoud van de Memory Stick controleert voordat u formatteert, zodat u voorkomt dat belangrijke gegevens per ongeluk worden gewist. • Plak niet een ander materiaal dan de geleverde label op de label-positie. Wanneer u de geleverde label vastplakt, is het belangrijk dat u deze plakt op de labelpositie. Let er goed op dat de label niet uitsteekt.
SD Geheugenkaart Met de SD geheugenkaartsleuf van de printer kunt u gebruik maken van: • SD-geheugenkaart*1 • miniSD-kaart, microSD-kaart (Er is een adapter nodig.)*2 • SDHC-geheugenkaart*2 • MMC standaard-geheugenkaart *3 Wij garanderen niet een goed functioneren van alle typen SD-geheugenkaarten en MMC standaard-geheugenkaarten. *1
De printer blijkt goed te functioneren met een SDgeheugenkaart met een capaciteit van 2 GB of minder.
*2
De printer blijkt goed te functioneren met een SDHC-kaartje met een capaciteit van 8 GB of minder.
*3
De printer blijkt goed te functioneren met een MMC standaard-geheugenkaart met een capaciteit van 2 GB of minder.
Opmerkingen over gebruik Het lezen van gegevens waarvoor auteursrechtbeveiliging nodig is, is niet mogelijk.
xD-Picture Card Met de xD-Picture Card sleuf van de printer, kunt u een xD-Picture Card*1 gebruiken. Niet alle bedieningsfuncties van geheugenkaarten worden ondersteund en wij garanderen niet een goed functioneren voor alle typen xD-Picture Card. *1 De printer blijkt goed te functioneren met een xDPicture Card met een capaciteit van 2 GB of minder.
64 NL
Opmerkingen over het gebruik van een geheugenkaart
x Printer Afdrukmethode Kleur-sublimatieprinten (Geel/Magenta/ Cyaan 3-pass) Resolutie 300 (H) × 300 (V) dpi Beeldverwerking per dot Verwerking op 256 niveaus (8 bits voor Geel/Magenta/Cyaan elk) Afdrukbereik 1 800 dots × 1 200 dots Afdrukformaat P size (Post Card): 101,6 × 152,4 mm (maximaal, randloos) Afdruktijd (per vel) Geheugenkaart*1*2*3*4: Ongeveer 63 sec. PictBridge*3*5: Ongeveer 63 sec. Via PC*6: Ongeveer 60 sec. Aansluiting Ingang/Uitgang USB (Volle snelheid) voor PC verbinding PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting sleuven "Memory Stick" Sleuf SD Geheugenkaartsleuf xD-Picture Card Sleuf Geschikte bestandsindelingen voor afbeeldingen JPEG: Geschikt voor DCF 2,0, geschikt voor Exif 2,21, JFIF*7 TIFF: Geschikt voor Exif 2,21 BMP*8: 1, 4, 8, 16, 24, 32 bit Windowsindeling Sommige bestandsindelingen van afbeeldingen zijn niet geschikt. Maximaal aantal pixels dat kan worden gehanteerd 8 000(H) × 6 000(V) stippen (Uitgezonderd Index afdruk) Bestandssysteem FAT12/16/32
Vervolg
65 NL
Aanvullende informatie
• De printer kan niet op een geheugenkaart schrijven, niets ervan verwijderen of erop formatteren. • Wanneer u een kaart gebruikt, is het belangrijk dat u controleert wat de juiste richting voor het insteken van de kaart en de juiste insteeksleuf is. • Verwijder geen kaart en zet de printer niet uit terwijl de printer gegevens benadert, of wanneer het toegangslampje knippert. Anders kan het gebeuren dat de gegevens onleesbaar worden of worden gewist. • Wij adviseren u een reservekopie van belangrijke gegevens te bewaren. • De gegevens die met de computer zijn verwerkt kunnen mogelijk niet vanaf de printer worden afgedrukt. • Wanneer u een kaartje meeneemt of opbergt, stop het dan in de verpakking die erbij is geleverd. • Raak het aansluitpunt van een kaartje niet aan met uw hand of met een metalen voorwerp. • Stoot niet tegen een kaart, verbuig het niet en laat het ook niet vallen. • Haal een kaartje niet uit elkaar en breng er geen wijzigingen in aan. • Stel een kaartje niet bloot aan water. • Gebruik of bewaar een kaartje niet onder de volgende omstandigheden: – Plaatsen waar omstandigheden heersen die verschillen van de vereiste gebruiksomstandigheden, waaronder het zeer warme interieur van een auto die in de zon is geparkeerd en/of ’s zomers in een geparkeerde auto, buitenshuis in direct zonlicht of op een plaats in de buurt van de verwarming. – Vochtige locaties of locaties waar bijtende stoffen zijn – Locaties die blootstaan aan statische elektriciteit of elektrische ruis
Specificaties
Naam afbeeldingbestand DCF format, 8,3 formaat, minder dan 6e of hogere hiërarchie. Maximaal aantal pixels dat kan worden gehanteerd 999 bestanden voor een geheugenkaart/ een USB-geheugen Inktlint/Afdrukpapier Voor informatie, zie de meegeleverde "Over de afdrukpakketten". LCD-scherm LCD-paneel: DPP-FP67: 6,0 cm (type 2,4) TFTstation DPP-FP77: 8,8 cm (type 3,5) TFTstation Totaal aantal stippen: DPP-FP67: 112 320 (480 × 234) punten DPP-FP77: 230 400 (320 RGB × 240) punten Eisen die worden gesteld aan de netspanning DC IN-aansluiting, 24 V Stroomverbruik Tijdens het afdrukken: 72 W (maximaal) In de stand Standby: minder dan 1 W Bedrijfstemperatuur 5 °C tot 35 °C Afmetingen [DPP-FP67] Hoogte: Ongeveer 65 mm Ongeveer 72 mm (inclusief LCD uitstekende delen) Breedte: Ongeveer 180 mm Diepte: Ongeveer 137 mm Ongeveer 148,5 mm (inclusief de hendel) [DPP-FP77] Hoogte: Ongeveer 66,8 mm Breedte: Ongeveer 180 mm Diepte: Ongeveer 137 mm Ongeveer 148,5 mm (inclusief de hendel)
66 NL
Diepte wanneer de papierlade is ingezet: Ongeveer 316 mm langer dan de hierboven vermelde diepte. Gewicht DPP-FP67: Ongeveer 1,0 kg DPP-FP77: Ongeveer 1,1 kg (exclusief de papierlade, het inktlint, de netspanningsadapter) Bijgeleverde accessoires Zie blz. 9 van "Gebruiksaanwijzing" (dit boekje)
x Netspanningsadapter AC-S2416 Eisen die worden gesteld aan de netspanning - 100 V tot 240 V, 50/60 Hz, 1,2 A MAX Nominale uitgangsspanning 24 V, 1,6 A (Peak 3,0 A, 9,2 s) Bedrijfstemperatuur 5 °C tot 35 °C Afmetingen Ongeveer 60 × 30,5 × 122 mm (b/h/d, exclusief uitstekende delen en kabels) Gewicht Ongeveer 300 gr Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. * Het totale aantal vellen afdrukpapier van P-afmeting die de printer kan afdrukken is geschat op ongeveer 2 000. Voor het totale aantal afgedrukte vellen, raadpleeg: "Printerinformatieweergave" op het menu "Afdrukinstelling" door te drukken op de toets MENU (blz. 32). *1
Afdrukinstellingen: Randloos, Geen datumafdruk
*2
*3
*4
Bij het afdrukken van een foto (bestandsgrootte ongeveer 4,3 MB) gemaakt met een digitale fotocamera van Sony die effectieve beeldelementen van ongeveer 12 100 000 of gelijkwaardig bevat. De benodigde tijd vanaf het moment waarop op de PRINT-knop is gedrukt, tot het moment waarop het afdrukken klaar is. (De afdruktijd kan variëren afhankelijk van de gebruikte apparatuur, de grootte en het formaat van de beeldgegevens, het type geheugenkaart, de instellingen van een programma, en de gebruiksomstandigheden.) Wanneer wordt afgedrukt van een "Memory Stick Duo" die in de sleuf van de printer is gestoken
*5
*6
*7 *8
De tijdsduur vanaf het moment waarop op de PRINT-knop is gedrukt op het display van de digitale camera DSC-W200 die met een USBkabel is aangesloten, tot het moment waarop het afdrukken via de camera klaar is. De tijd voor de verwerking en de overdracht van de gegevens is niet inbegrepen. Baseline JPEG met indeling 4:4:4, 4:2:2 of 4:2:0 U kunt niet afdrukken met behulp van PMB.
Homepage voor klantenondersteuning De meest recente informatie over ondersteuning is beschikbaar op het volgende hoofdpagina-adres: http://www.sony.net/
Afdrukbereik P-afmeting 152,4 mm (1 800 stippen)
95,5 mm (1 128 stippen)
101,6 mm (1 200 stippen)
146,3 mm (1 728 stippen)
Afdrukbereik met rand
Perforaties
De illustraties die u hierboven ziet zijn die van een afdruk van een afbeelding met een 2:3beeldverhouding. Het afdrukbereik voor een afdruk met een rand en een randloze afdruk is verschillend.
67 NL
Aanvullende informatie
Afdrukbereik zonder rand
Woordenlijst DCF (Design rule for Camera File system) Deze printer voldoet aan de DCF-standaard (DCF - Design rule for Camera Filesysteem) die is opgesteld door de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association) voor het behouden van uitwisselbaarheid en geschiktheid van bestanden tussen digitale camera's en gerelateerde producten. Volledige uitwisselbaarheid en geschiktheid worden echter niet gegarandeerd. DPOF (Digital Print Order Format) De indeling die wordt gebruikt voor het vastleggen van de informatie die nodig is voor het automatisch afdrukken in een afdrukcentrale of op een printer die thuis wordt gebruikt, van afbeeldingen die zijn gemaakt met een digitale camera. De printer ondersteunt DPOF-afdrukken en kan automatisch het vooraf ingestelde aantal kopieën van afbeeldingen met een DPOFinstelling afdrukken. Exif 2,21 (Exif Print) Exif Print (Exchangeable Image File Format voor digitale camera’s) is een mondiale standaard voor het afdrukken van digitale foto's. Een digitale camera die Exif Print ondersteunt, slaat de gegevens op die relevant zijn voor de omstandigheden waaronder de opnamen worden gemaakt. "Memory Stick"/SD Geheugenkaart/xDPicture Card Compact, licht, uitneembaar opslagmedium. Zie voor nadere bijzonderheden pagina's 63 tot 65.
68 NL
Miniaturen Miniatuur-afbeeldingen voor het weergeven van de oorspronkelijke afbeeldingen die door de digitale camera worden opgeslagen in de bestanden van de afbeeldingen. De printer maakt gebruik van miniaturen in de afbeeldingenlijst. PictBridge Een standaard die is opgesteld door de Camera & Imaging Products Association en die doet u mogelijk maakt een digitale camera die geschikt is voor PictBridge direct zonder een PC op een printer aan te sluiten, waardoor direct afdrukken ter plaatse mogelijk wordt.
Index A
F
Batch-afdruk 26 Beginstadium 13 Belichting en Rode ogencorrectie 22 Bijgeleverde accessoires 9 Bluetooth-apparaat 35
Foutmeldingen 47
D Datumafdruk 29 DC IN 24 V 12 DCF (Design rule for Camera File system) 29, 68 De grootte van een afbeelding laten toenemen of afnemen 15, 23 Deïnstalleren PMB (Picture Motion Browser) 41 Printerstuurprogramma 40 Demostand 13 Diverse afdrukmogelijkheden 19 DPOF 15, 26, 68
E Een afbeelding aanpassen 23 Een afbeelding bewerken 23 Een afbeelding draaien 23 Een afbeelding verplaatsen 23 Een andere schermweergave kiezen 15 Een bladermap registreren 45 Een geheugenkaart plaatsen 17 Een geheugenkaart uitwerpen 17 Een inktlint plaatsen 9 Extern apparaat 32
H Helderheid 24 Hendel 8 Het afdrukpapier inleggen 10
I ID-foto 28 Indexafdruk 26 Installeren PMB (Picture Motion Browser) 41 Printerstuurprogramma 38 Inzoomen/Uitzoomen 15, 23
K Kalender 27 Kleurinstellingen 31 Kleurverzadiging 24
L LCD-scherm 7 LCD-schermweergave 14 Lijst van afbeeldingen 15
M "Memory Stick" Opmerkingen over gebruik 64 Plaatsen 17 Typen 63 Menu 19 Menu aan het verlaten 25
N Netspanning 12
Vervolg
69 NL
Aanvullende informatie
Aanduidingen invoer 14 Aanduidingen op het scherm 14 Aansluiten Bluetooth-apparaat 35 Digitale camera 34 Extern apparaat 34, 35 Netspanning 12 PC 39 Achterpaneel 8 Afdruk kaderen 18 Afdrukbereik 67 Afdrukhoeveelheid 14, 15, 17, 24 Afdrukhoeveelheid instellen 17 Afdrukken Bewerkte afbeelding 24 De PMB (Picture Motion Browser) gebruiken 42 Een afbeelding op een geheugenkaart 17 ID-foto 28 Meerdere afbeeldingen tegelijk 26 Opmaakafdruk 25 Vanaf een Bluetoothapparaat 35 Vanaf een PC 37 Vanaf een PictBridgecamera 34 Vanuit een in de handel verkrijgbare applicatie 46 Vergrote afbeelding 18 Afdrukken stoppen 45 Afdrukvoorbeeld 14 Alles afdrukken 26
B
O
V
Onderdelen en bedieningsfuncties 7 Oplossen van problemen 50 Opmaakafdruk 25 Oriëntatie 43
Voorpaneel 7 Voorzorgsmaatregelen 62
P Papierlade 10 Papierstoringen 60 PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting 8 PictBridge-camera 34 Pictogrammen 16 PMB (Picture Motion Browser) 42
R Reinigen 61 Renden/Geen rand 30
S Schermweergave 14, 31 Scherpte 24 SD Geheugenkaart Opmerkingen over gebruik 64 Plaatsen 17 Typen 64 Specificaties 65 Systeemvereisten 37
T Tint 24 Toets aan/standby 17, 33, 34, 35, 39
U USB-aansluiting 8 USB-geheugen 33 USB-kabel 9, 39
70 NL
W Weergave van de printerinformatie 32
X xD-Picture Card Opmerkingen over gebruik 64 Plaatsen 17 Typen 64
PGedrukt met VOC (vluchtige organische verbinding)-vrije inkt op basis vanplantaardige olie.
Sony Corporation
Printed in China