PraktijkOpleidingsPlan Operatiekamercentra Erasmus MC Van de opleiding tot operatieassistenten en anesthesiemedewerkers December 2009
Inhoudsopgave
blz
Voorwoord
2
Inleiding
3
1.
Plaats en doelstelling
4
1.1
Visie op opleiden en begeleiden binnen het OKC
4
1.2
Het Erasmus MC en de verschillende locaties
5
1.2.1 Operatiekamercomplex Erasmus MC OK H-gebouw
6
1.2.2 Operatiekamercomplex Erasmus MC-Sophia
8
1.2.3 Operatiekamercomplex Erasmus MC-Daniel den Hoed
10
1.2.4 Operatiekamercomplex Erasmus MC-Thorax
12
1.2.5 Operatiekamercomplex Havenziekenhuis
14
2.
Organisatie praktijkopleiding
16
2.1
Inleiding
16
2.2
Betekenis van de visie op opleiden en begeleiden
18
2.2.1 Het opleidingsbureau
18
2.2.2 De praktijkopleider
18
2.2.3 Het mentorschap
19
2.2.4 De werkbegeleider
19
2.2.5 Het unithoofd
20
2.2.6 De student
21
2.2.7 Het leerklimaat
22
2.3
Opbouw van de opleiding in fasen
22
2.4
Stages en stageperioden
23
2.5
Studievorderingenbeleid
23
2.5.1 Voorwaarden voor het leerproces
24
2.5.2 Studieloopbaanbegeleiding (SLB)
24
2.5.3 Stappenplan bij start opleiding
24
2.5.4 Begeleidingsgesprekken
25
2.5.5 Gespreksverslagen
26
2.5.6 It’s Learning
26
2.5.7 Studiewijzer zorgacademie
27
2.5.8 Ziekmelding- en begeleiding
27
2.5.9 Ziekmelding en betermelding Havenziekenhuis
27
Bijlagenblad
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
2
VOORWOORD In dit praktijkopleidingsplan worden plaats en doelstelling van de verschillende onderdelen van de praktische opleiding verduidelijkt, hoe de praktische opleiding is gestructureerd, zowel wat betreft de oriënterende stages als de verplichte praktijkleerfasen, de mate waarin en de wijze waarop werkbegeleiding en praktijkbegeleiding plaatsvindt, evenals de beoordeling van de student tijdens de praktische opleiding en de hantering van het E-portfolio tijdens de opleiding. Het CZO, College Ziekenhuisopleidingen, heeft een nieuwe “Regeling Ziekenhuisopleidingen, Deskundigheidsgebieden en Eindtermen” geschreven. De nieuwe regeling is geldig vanaf het nieuwe opleidingsjaar in 2009. In verband met deze nieuwe regeling zijn ziekenhuizen verplicht opnieuw een erkenning voor de opleidingen aan te vragen bij het CZO. Deze erkenningaanvraag en het vernieuwde curriculum van de opleidingen tot operatieassistent en anesthesiemedewerker, zijn aanleiding geweest het praktijkopleidingsplan voor de opleiding tot operatieassistent en anesthesiemedewerker van het Erasmus MC, te herschrijven. De studenten volgen de theoretische opleiding aan de regionale opleiding tot medisch assisterenden bij Erasmus MC Zorgacademie. Deze regionale opleiding heeft, conform de regeling CZO september 2007, het curriculum voor deze opleiding vastgesteld. In het Erasmus MC zijn er op verschillende locaties operatieafdelingen waar de studenten operatieassistenten en anesthesiemedewerkers hun opleiding volgen, namelijk: operatiekamercomplex Erasmus MC OK H(oofd)-gebouw, operatiekamercomplex Erasmus MCSophia, operatiekamercomplex Erasmus MC-Daniël den Hoed en operatiekamercomplex Thoraxcentrum. In 2009 is een samenwerking gestart met het operatiekamercomplex van het Havenziekenhuis, waardoor er een wederzijdse uitbreiding is ontstaan in leerplekken voor onderhavige opleidingen. Het management van het Havenziekenhuis heeft zich geconformeerd aan het praktijkopleidingsplan van het Erasmus MC. Als gevolg van deze samenwerking is het operatiekamercomplex van het Havenziekenhuis onderdeel geworden van dit praktijkopleidingsplan. Daar waar “hij” of “zij” geschreven staat, kan uiteraard ook “zijn” of “ haar” gelezen worden. Voor de leesbaarheid van dit document, is ervoor gekozen het woord operatiekamercomplex af te korten tot OKC. Onze dank gaat uit naar een ieder die tijdens het proces van het schrijven van dit plan heeft meegedacht en gediscussieerd. Opleidingsbureau Cluster 17 Edith Spierings, Annelies Gielen en Isabel de Oliveira Canito Coördinatoren OK Opleiding Adressen Erasmus MC: OKC H-gebouw en OKC Thorax ’s Gravendijkwal 230/ Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam OKC Sophia
Dr. Molewaterplein 40/ Postbus 2060, 3000 CB Rotterdam
OKC Daniël den Hoed
Groene Hilledijk 301/ Postbus 5201, 3008 AE Rotterdam
OKC Havenziekenhuis
Haringvliet 2/ Postbus 70031, 3000 LN Rotterdam
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
3
INLEIDING De opleiding tot operatieassistent en anesthesiemedewerker is een leren-werken traject met een duur van drie jaar. De student krijgt gedurende de opleiding theorie en praktijk aangeboden om te worden opgeleid tot een beginnend beroepsbeoefenaar. De zorgacademie is verantwoordelijk voor het theoretische gedeelte en geeft door middel van het curriculum sturing aan de praktische opleiding van de individuele student. De opleiding wordt vormgegeven aan de hand van de beroepscompetenties die de operatieassistent c.q. anesthesiemedewerker dient te beheersen en is daarmee competentiegericht. Deze beroepscompetenties zijn afgeleid van de Canmeds, beroepscompetenties geschreven voor medici, zie ook paragraaf 1.1 op pagina 4. De OKC’s zijn verantwoordelijk voor de praktijkopleiding en geven hier door middel van onderliggend praktijkopleidingsplan structuur aan. Het doel van dit praktijkopleidingsplan is alle betrokkenen te informeren over de opbouw, planning, richtlijnen en visie over opleiden en begeleiden op de OKC’s. De verantwoordelijkheid van de individuele student met betrekking tot de eigen opleiding staat centraal. Samenvattend kan worden gesteld dat het praktijkopleidingsplan:
Uniformiteit in het totale leerproces bewerkstelligt
Kwaliteitsbewaking van het leerproces garandeert
Continuïteit bevordert van het leerproces
Een objectieve evaluatie en beoordeling van het leerproces garandeert
Integratie van praktijk en theorie bevordert
Een zo groot mogelijke zelfstandigheid van de studenten bewerkstelligt
Het betreft een praktijkopleidingsplan voor zowel operatieassistenten als anesthesiemedewerkers omdat de basis, visie en uitgangspunten met betrekking tot opleiden voor beide studierichtingen gelijk zijn. De praktijk stelt de eis dat de opleiding moet leiden tot een flexibele, zelfstandige en verantwoordelijke beroepsbeoefenaar. Tijdens zijn opleiding moet de student leren inzetbaar te zijn op alle specialismen. De eindtermen van de opleiding garanderen een startcompetent niveau. Het niveau “expert” zal na diplomering aandacht eisen van beroepsbeoefenaar en werkgever. De school en praktijk zorgen samen voor een goede aansluiting van theorie en praktijk. Dit vereist een goede samenwerking tussen de opleiders en praktijk. Om dit doel te kunnen realiseren zijn er verschillende soorten overlegsituaties en werkbesprekingen. Door structurering binnen de praktijkopleiding ontstaat uniformiteit, zodat op alle locaties ook dezelfde voorwaarden en condities aanwezig zijn. Deze uniformiteit is noodzakelijk om de doelstellingen, de kwaliteit en de continuïteit van de opleiding te waarborgen.
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
4
1.
PLAATS EN DOELSTELLING
1.1
Visie op opleiden en begeleiden binnen het OKC
De visie van het Erasmus MC is: “Onze strategische visie is niet alleen een verdere professionalisering van de organisatie, maar vooral een andere kijk op omgaan en samenwerking met patiënten en studenten, tussen medewerkers onderling en met organisaties en professionals buiten het Erasmus MC.” De visie van de OKC’s van het Erasmus MC op het opleiden van professionele beroepsbeoefenaren luidt: “De medewerkers van de OKC’s van het Erasmus MC zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van opleiden, waarbij de student zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen leerproces.” Het Erasmus MC heeft een meervoudige taak, te weten: patiëntenzorg, onderwijs, opleiding en onderzoek. De werkzaamheden die hieruit voortvloeien vragen om professioneel opgeleide beroepsbeoefenaren in relatie tot de beroepscompetenties. In de regeling “Opleidingen Operatieassistent en Anesthesiemedewerker” van het College Ziekenhuisopleidingen van 2009, staan de volgende beroepscompetenties beschreven: 1. Vakinhoudelijk handelen 2. Communicatie 3. Samenwerken 4. Kennis en wetenschap 5. Maatschappelijk handelen 6. Organisatie 7. Professionaliteit In toenemende mate wordt in het Erasmus MC van operatieassistenten en anesthesiemedewerkers gevraagd dat zij voldoende toegerust zijn om adequaat antwoord te kunnen geven op de veranderende medische en technologische aspecten op de operatiekamers. Binnen het uitvoeren van deze kwalitatief hoge zorg, valt ook het begeleiden van studenten voor de eigen beroepsgroep. Het begeleiden van de student operatieassistent en anesthesiemedewerker bestaat uit het ondersteunen van de individuele student bij het verwezenlijken van de doelen zonder verantwoordelijkheid uit handen te nemen. Dat wil zeggen dat de student zelf de grootst mogelijke verantwoordelijkheid voor zijn eigen leerproces moet dragen. Duidelijkheid, veiligheid en voldoende ruimte voor eigen inbreng van de student in het totale praktijkleerproces zijn kernpunten die wij vanuit onze visie nastreven. Omdat de student dit bewust en zelfstandig functioneren tijdens de opleiding zal moeten leren, is individuele begeleiding aansluitend bij de behoeften en kennis van de student essentieel. Inventariseren van eerder verworven competenties (EVC) en het bepalen van de leerstijl is van belang voor het vaststellen van de beginsituatie van de student. Deze inventarisatie kan leiden tot het verlenen van vrijstellingen in theorie en/of praktijk. Deze inventarisatie wordt gedaan volgens de EVC-procedure van de zorgacademie in overleg met de coördinatoren van het opleidingsbureau. Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
5
1.2
Het Erasmus MC en de verschillende locaties
Het Erasmus MC is een universitair medisch centrum, waar nieuwe kennis wordt ontwikkeld en overgedragen aan toekomstige professionals. Het terrein van deze kennis is zeer breed en strekt zich uit van ziekte tot gezondheid en van individuele tot maatschappelijke gezondheidszorg. Als grootste universitair medisch centrum van Nederland schept het Erasmus MC in Nederland bijzondere kansen voor onderwijs, onderzoek en patiëntenzorg. Binnen het ziekenhuis is de kerntaak de gezondheidszorg en binnen de faculteit zijn dit onderwijs en onderzoek. De missieomschrijving luidt als volgt: Het Erasmus MC is op het gebied van ziekte en gezondheid een internationaal erkend centrum voor excellente, met toewijding gegeven patiëntenzorg, gewaardeerde kennisoverdracht en hoogwaardige kennisontwikkeling. De visie op kwaliteit luidt als volgt: Samen streven naar voortdurende verbetering. Het Erasmus MC heeft nog een aantal bijzondere functies. Het Erasmus MC:
is een multitransplantatiecentrum
is een traumacentrum en beschikt over een traumahelikopter
heeft een IVF-kliniek
is een centrumziekenhuis bij de behandeling van AIDS
is geautoriseerd voor de uitvoering van bijzondere Neurologie
heeft een uitgebreide licentie voor Neonatologie
heeft een vergunning voor thuisbeademing
is bevoegd voor het uitvoeren van beenmergtransplantaties
heeft een pijnkenniscentrum
heeft een thoraxcentrum met een landelijke hartkleppenbank
heeft een moeder-kind centrum
is kenniscentrum voor arbeidsrelevante aandoeningen
Het Erasmus MC heeft OKC’s op vier verschillende locaties: het OKC Erasmus MC OK Hgebouw, OKC Erasmus MC-Sophia, OKC Erasmus MC-Daniël den Hoed, OKC Erasmus MCThorax. In 2009 is een samenwerking gestart met het OKC van het Havenziekenhuis, waardoor er een wederzijdse uitbreiding is ontstaan in leerplekken voor onderhavige opleidingen.
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
6
1.2.1 OKC Erasmus MC OK H-gebouw De locatie bestaat uit zestien klinische operatiekamers, een holding, een recovery en het dagbehandelingcentrum met drie operatiekamers, een holding, een recovery, een ESWL kamer en drie kamers voor poliklinische verrichtingen. Het OKC bevindt zich op de 11e verdieping van het hoofdgebouw. Het dagbehandelingcentrum bevindt zich op de eerste en tweede verdieping aan de zuidkant van het hoofdgebouw. Er zijn vijf units A t/m E, waarvan vier units ten behoeve van de klinische OK ‘s en één unit voor het dagbehandelingcentrum unit E. De vele specialismen zijn ondergebracht in de verschillende units. Unit A
Neurochirurgie, KNO, Oogheelkunde, Dermatologie en Longgeneeskunde
Unit B
Algemene heelkunde, Vaatchirurgie, Transplantatiechirurgie en Radiologie
Unit C
Orthopedie, Plastische Chirurgie, Kaakchirurgie en Traumatologie
Unit D
Gynaecologie en Urologie
Unit E
Alle voornoemde specialismen
De doelstelling van het OKC Erasmus MC OK H-gebouw luidt als volgt: Het opereren en bewaken van patiënten tijdens chirurgische en /of anesthesiologische behandelingen op het OKC met de daartoe vereiste middelen, kwaliteit, opleiding en wetenschap en faciliterend optreden naar de afdelingen die chirurgische en /of anesthesiologische ondersteuning behoeven bij de behandeling van patiënten. Het OK-H gebouw bevindt zich organisatorisch in cluster 17. De unithoofden hebben een hiërarchische aansturing aan de verschillende beroepsgroepen en een functionele aansturing aan de studenten operatieassistenten en anesthesiemedewerkers. De coördinatoren OK opleiding voeren hun taken uit binnen het opleidingsbureau en hebben een hiërarchische aansturing aan de studenten van beide beroepsgroepen. Zij worden hierbij hiërarchisch aangestuurd door de zorgmanager van cluster 17. Het organogram van het OK H-gebouw staat op de volgende pagina.
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
7
Organogram Erasmus MC locatie OK H-gebouw Waarbij het OKC is uitgewerkt
Zorgmanager cluster 17
Manager clusterbureau
Logistiek Adviseurs + Cluster bureau
Operatieassistenten, anesthesiemedewerkers, recoverymedewerkers, verpleegkundigen
Unithoofd OK unit E Medisch coördinator
Functioneel aansturend studenten OA/AM, recovery en stagiaires
Operatieassistenten, anesthesiemedewerkers
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Unithoofd OK unit A en C Medisch coördinator
Functioneel aansturend studenten OA/AM, recovery en stagiaires
Operatieassistenten, anesthesiemedewerkers, recoverymedewerkers
Unithoofd OK unit B en D Medisch coördinator
Opleidingsbureau Coördinatoren opleiding
Functioneel aansturend studenten OA/AM, recovery en stagiaires
Studenten opleiding OA en AM
Opleidingsbureau december 2009
8
1.2.2 OKC Erasmus MC-Sophia Erasmus MC OK Sophia is onderdeel van de KinderChirurgische Groep (KCG). De unit biedt faciliteiten in de vorm van ruimte, personeel en materieel aan medisch specialisten ten behoeve van het uitvoeren van operaties of verrichtingen. Daarnaast vindt er opleiding plaats van medisch specialisten en paramedisch personeel. Het complex omvat acht operatiekamers en één interventiekamer. Tevens worden er verrichtingen onder anesthesie gedaan op de röntgenafdeling Sophia (MRI, CT, angiografie), röntgenafdeling van het H-gebouw (embolisatie), op de locatie Thorax (hartcatheterisatie) en op de intensive care (ECMO). De recovery biedt plaats aan acht kinderen en beschikt tevens over een recoveryplaats ten behoeve van de obstetrie. De volgende afdelingen, vallend onder de diverse moederspecialismen, maken gebruik van Erasmus MC OK Sophia: • Kinderanesthesiologie
• Kinderurologie
• Kindercardiochirurgie
• Kinder KNO
• Obstetrie
• Kinderneurochirurgie
• Kinderkaakchirurgie
• Kinderoogheelkunde
• Kinderchirurgie
• Kinderorthopedie
• Kindergeneeskunde:
• Kinderplastische chirurgie
Kindergastro-enterologie
• Kinderradiologie
Kinderoncologie
• Kindertandheelkunde (Stichting de Bijter)
Kinderlongziekten
• Kinderneurologie
Kindercardiologie
Management van de OK Het managementteam van de KCG is eindverantwoordelijk voor het functioneren van de OK. De OK kent een bestuur bestaande uit de (vice-) voorzitter KCG, het sectorhoofd kinderanesthesiologie, de medisch coördinator (MECO) en het unithoofd OK. Zij bewaken gezamenlijk de kwaliteit en kwantiteit van de geleverde diensten binnen Erasmus MC OK Sophia. De directe leiding van de OK is in handen van de medisch coördinator en het unithoofd. Zij zorgen samen voor het optimaal functioneren van de unit. Het unithoofd is integraal verantwoordelijk voor de bedrijfsprocessen en wordt daarbij vanuit medisch perspectief gefaciliteerd door de medisch coördinator conform de bevoegdhedenregeling van het Erasmus MC. De aansturing van anesthesiemedewerkers en recoveryverpleegkundigen is gedelegeerd naar de coördinator anesthesie. De operatieassistenten en het overige ondersteunende personeel worden aangestuurd door de coördinator chirurgie. De afdelingssecretaresse, managementassistente, praktijkopleider, pijnconsulenten en coördinatoren worden rechtstreeks aangestuurd door het unithoofd. De dagelijkse coördinatie van het OK-programma is de verantwoordelijkheid van de programmacoördinator anesthesiologie, steeds in nauw overleg en samenwerking met de coördinator OK en de operateurs. Het organogram van het OKC staat op de volgende pagina.
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
9
Organogram Erasmus MC locatie Sophia Waarbij het OKC is uitgewerkt Afdelingshoofd KCG Sophia
Manager clusterbureau
Zorgmanager Sophia Cluster 10 & 11
Unithoofd OK Medisch coördinator
Coördinator operatieassistenten, coördinator anesthesie- en recoverymedewerkers
Praktijkopleider
Operatieassistenten
Anesthesiemedewerkers
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Recoverymedewerkers
Functioneel aansturend studenten OA/AM, recovery en stagiaires
Opleidingsbureau december 2009
10
1.2.3 OKC Erasmus MC-Daniël den Hoed Het betreft een kliniek voor oncologische aandoeningen. Het OKC bevindt zich op de derde verdieping. Hier zijn 4 operatiekamers, waarbij in één OK ook wordt bestraald. In deze OK worden de hoog complexe ingrepen gedaan; peroperatief worden de wondoppervlakken bestraald waar niet radicaal is geopereerd. De volgende specialismen worden beoefend:
Algemene heelkunde
KNO
Urologie
Kaakchirurgie
Plastische chirurgie
Gynaecologie
Radiotherapie
Het OKC is een onderdeel van de snijdende oncologie groep en bevindt zich in cluster 3. Het unithoofd is verantwoordelijk voor de praktijkopleiding. Het organogram van het OKC staat op de volgende pagina.
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
11 Organogram Snijdend Oncologische Groep (SOG) Waarbij het OKC is uitgewerkt
Voorzitter SOG
Manager clusterbureau
Zorgmanager Cluster 3
Unithoofd OK, High Care, Pacu Medisch coördinator
Coördinator operatieassistenten, coördinator anesthesie- en recoverymedewerkers
Praktijkopleider
Operatieassistenten
Anesthesiemedewerkers
Recoverymedewerkers
Functioneel aansturend studenten OA/AM,
recovery en stagiaires
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
12
1.2.4 OKC Erasmus MC-Thorax Het thoraxcentrum omvat de afdelingen cardiologie en cardiothoracale chirurgie met ruim 730 medewerkers en 33 nationaliteiten. Op de operatieafdeling van het thoraxcentrum worden patiënten in alle leeftijdscategorieën geopereerd aan hart, longen of grote vaten. Je kunt hierbij denken aan:
CABG’s
Diverse klepchirurgie
Hart- en longtransplantaties
Aortachirurgie
Longchirurgie
Congenitale chirurgie
Het team bestaat uit ongeveer 40 Fte verdeeld over drie disciplines. De unitleiding bestaat uit een unithoofd en twee medisch coördinatoren, een thoraxchirurg en een anesthesist. Elk team heeft een coördinator voor de dagelijkse leiding en zijn meewerkend. Er zijn twee praktijkopleiders die de coördinatie over de studenten hebben. De OK-Thoraxcentrum bevindt zich organisatorisch in cluster 9. Het organogram van het OKC staat op de volgende pagina.
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
13
Organogram Erasmus MC locatieThorax Waarbij het OKC is uitgewerkt
Afdelingshoofd Thoraxcentrum
Manager clusterbureau
Zorgmanager Cluster 9
Unithoofd OK Medisch coördinator
Coördinator operatieassistenten, coördinator anesthesiemedewerkers, coördinator perfusiemedewerkers
Praktijkopleider
Operatieassistenten
Anesthesiemedewerkers
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Recoverymedewerkers
Functioneel aansturend studenten OA/AM, recovery en stagiaires
Perfusionisten
Opleidingsbureau december 2009
14
1.2.5 OKC Havenziekenhuis Het Havenziekenhuis en Instituut voor Tropische Ziekten B.V. is een thuishaven voor wereldburgers, Rotterdammers, zeelieden en binnenschippers. Het is een ondernemend ziekenhuis dat vooral toegankelijke planbare basiszorg levert als dochter van het Erasmus MC. Het Havenziekenhuis heeft daarnaast specifieke kennis op het gebied van Tropengeneeskunde en verleent advies voor, tijdens en na het verblijf in het buitenland. Sinds kort is er ook een Steunpunt Krimpen en Kinderhaven. De kernwaarden van het Havenziekenhuis zijn deskundigheid, veiligheid, gastvrijheid, toegankelijkheid, betaalbaarheid, innovatief, ondernemerszin en herkenbaarheid. Het OKC van het Havenziekenhuis bevindt zich op de derde verdieping. Deze afdeling heeft 30 Fte. Het OKC bestaat uit drie operatiekamers, een holding en een recovery. Buiten het OKC worden door operatiekamermedewerkers pacemaker-implanties gedaan op de intensive care. De centrale sterilisatieafdeling is ook een onderdeel van het OKC en is gelegen op de eerste etage. De volgende specialismen worden op het OKC uitgevoerd:
Algemene Heelkunde
KNO
Urologie
Kaakchirurgie
Plastische Chirurgie
Orthopedie
Neurochirurgie
Gynaecologie
Dermatologie
Pijnbestrijding
De afdelingsleiding bestaat uit een unithoofd en een medisch coördinator. Een programmacoördinator coördineert dagelijks het verloop van het operatieprogramma en wordt daarbij ondersteund door de medewerker ondersteuning. Er zijn twee praktijkopleiders die de coördinatie over de studenten hebben. Het organogram van het OKC staat op de volgende pagina.
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
15
Organogram Havenziekenhuis Waarbij het OKC is uitgewerkt Bedrijfsleiding OKC
Leidinggevende OKC
Programmacoördinator
Praktijkopleider
Medewerker ondersteuning
Studenten OA/AM en stagiaires
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Recovery-, anesthesiemedewerkers en operatieassistenten
Functioneel aansturend studenten OA/AM van cluster 17
Opleidingsbureau december 2009
16
2.
ORGANISATIE PRAKTIJKOPLEIDING
2.1
Inleiding
In 1998 hebben de genoemde locaties, uitgezonderd het Havenziekenhuis, gezamenlijk besloten de studenten voor de OK opleiding formatief toe te wijzen aan het OK H-gebouw. Als gevolg van het project “Beter Besturen”, is de organisatie van het Erasmus MC gewijzigd in clusters, zo ook de organisatie op de OKC’s waar units zijn gevormd. In cluster 17, waar de studenten zich formatief bevinden, is gekozen voor de oprichting van een opleidingsbureau. In dit opleidingsbureau werken coördinatoren opleiding. In deze functie sturen zij alle studenten aan en zijn niet meer gebonden aan een beroepsgroep. Zij leiden dan ook niet meer inhoudelijk de studenten op, maar coördineren, structureren, organiseren en coachen ten behoeve van het leer- en begeleidingsproces. Zij vallen hiërarchisch onder het afdelingshoofd van het OK Hgebouw die de functionele aansturing heeft gedelegeerd aan de zorgmanager van dit cluster. Het POP wordt binnen alle locaties, inclusief het OKC van het Havenziekenhuis, toegepast en ondersteund door het OK management. Binnen de locaties OKC Erasmus MC-Sophia, OKC Erasmus MC-Daniël den Hoed, OKC Erasmus MC-Thorax en OKC Havenziekenhuis, zijn praktijkopleiders aangesteld die als contactpersoon optreden tussen de locatie en het opleidingsbureau. Deze praktijkopleiders zijn aanspreekpunt voor studenten, werkbegeleiders en leidinggevenden van de eigen locatie. Daarmee zijn zij verantwoordelijk voor de voortgang en uniformiteit van het leerproces van de beide beroepsgroepen op de eigen locatie. De eindverantwoordelijkheid ligt bij het unithoofd die de praktijkopleiders hiërarchisch aanstuurt. De functionele aansturing van alle praktijkopleiders, betreffende de praktijken werkbegeleiding, is gedelegeerd aan de coördinatoren van het opleidingsbureau. De opleiding is een leren-werken traject. Dit houdt in dat de studenten het vak al werkende moeten leren. De opleiding kent zes fasen van een half jaar: fase 1 is de beroepsvoorbereidende periode, leidend tot het niveau van beginner. Fasen 2 t/m 6 zijn de beroepsbegeleidende/beroepsverdiepende periodes, uiteindelijk leidend tot het niveau van startcompetent. De student doet tijdens zijn opleiding minimaal drie locaties aan, waarvan het OKC H-gebouw en OKC Sophia verplicht zijn in verband met het curriculum. De locaties OKC Thorax, OKC Daniël den Hoed en het OKC van het Havenziekenhuis zijn optioneel. De coördinatoren van het opleidingsbureau verzorgen de stageroute, waarin staat aangegeven waar en wanneer de studenten stage lopen. Ook vakanties, cursusweken en gespreksweken zijn daarop aangegeven. Er is een stageroute voor elke beroepsgroep en deze staat op het intranet onder: http://erasmusmcweb-intra/operatie_complex/organisatie/okc_opleidingsbureau/ Op de volgende pagina vindt u het organogram van de organisatie voor de praktijkopleiding. Tevens dient u de overige organogrammen in dit POP hierbij te beschouwen.
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
17
Toelichting bij dit organogram De afspraken met de Raad van Bestuur ten aanzien van de opleiding betreffende budgettering, productiviteit en formatieplaatsen worden gemaakt door het afdelingshoofd en de zorgmanager van cluster 17. Belangrijk is op te merken dat de hiërarchische aansturing van het opleidingsbureau ligt bij het afdelingshoofd van cluster 17. De functionele aansturing heeft het afdelingshoofd gedelegeerd aan de zorgmanager van cluster 17. Elke groep functionarissen dient op zijn eigen niveau overleg te hebben over de opleiding en een consensus te bereiken. Deze consensus dient als basis te hebben: de opdracht van de Raad van Bestuur wat betreft het opleiden van operatieassistenten en anesthesiemedewerkers, de gedeelde visie op opleiden en onderliggend praktijkopleidingsplan. Organogram Opleidingsbureau Raad van Bestuur
Afdelingshoofd OKC DDHK
Afdelingshoofd OKC Thorax
Afdelingshoofd OKC Sophia
Afdelingshoofd OKC Havenziekenhuis
Zorgmanager Cluster 17
Unithoofd OKC DDHK Medisch coördinator
Unithoofd OKC Thorax Medisch coördinator
Unithoofd OKC Sophia Medisch coördinator
Unithoofd OK C Havenziekenhuis
Unithoofden OK H-gebouw
OK medewerkers
OK medewerkers
OK medewerkers
OK medewerkers
Studenten opleiding OA/AM
Studenten opleiding OA/AM
Studenten opleiding OA/AM
Studenten opleiding OA/AM cluster 17
OK medewerkers
Studenten opleiding OA/AM
Opleidingsbureau – Coördinatoren opleidingen Hiërarchisch aangestuurd – afdelingshoofd OK-H gebouw Functioneel aangestuurd – zorgmanager cluster 17
= hiërarchische aansturing = functionele aansturing = wederzijdse overlegsituaties
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
18
2.2
Betekenis van de visie op opleiden en begeleiden
Om de visie, beschreven op pagina 4, op opleiden te kunnen vormgeven is de organisatie en coördinatie van de praktijkbegeleiding aan een opleidingsbureau toegewezen. 2.2.1 Het opleidingsbureau Hierin werken coördinatoren opleiding die de studenten hiërarchisch aansturen. Zij zijn verantwoordelijk voor het op de juiste manier hanteren van de richtlijnen en afspraken beschreven in het opleidingsreglement en het onderliggende POP. De coördinatoren zijn niet gebonden aan een beroepsgroep. Zij leiden de studenten dan ook niet meer inhoudelijk op, maar coördineren, structureren, organiseren en coachen het leer- en begeleidingsproces van de studenten. Om de werving en selectie van de studenten te professionaliseren en structureren, is de verantwoordelijkheid hiervoor gedelegeerd aan de coördinatoren opleiding. Hiertoe wordt nauw samengewerkt met de afdeling P&O van cluster 17. De rol van de coördinatoren opleidingen is het bewaken van het leerproces. Hun taak is het zorgdragen voor de organisatie en invulling van het praktijkdeel van de opleiding aan de hand van de opleidingsvisie en het curriculum. Zij zorgen voor een goede afstemming tussen het leren en werken. Tijdens het totale leerproces motiveren en coachen zij de praktijkopleiders, mentoren/werkbegeleiders en studenten op de verschillende locaties. De coördinatoren sturen de praktijkopleiders en mentoren/werkbegeleiders functioneel aan binnen het begeleidingsproces van de studenten. Zij houden de ontwikkelingen van het leerproces van de studenten bij in het Eportfolio en garanderen een objectieve evaluatie en beoordeling van het leerproces. De communicatie over de studenten loopt altijd via het opleidingsbureau. De coördinatoren doen een “opleiding voor coach”, zodat zij binnen de begeleiding van praktijkopleiders, mentoren/werkbegeleiders en studenten als praktijkcoach kunnen functioneren. Het gemeenschappelijke doel van de praktijkbegeleiding luidt als volgt: We leiden de student op, volgens een gestructureerd plan met tijdsafbakening, tot een zelfbewuste, hoog kwalitatief, zelfstandig functionerende operatieassistent of anesthesiemedewerker op startcompetent niveau. 2.2.2
De praktijkopleider
Op de OKC’s van het Erasmus MC-Sophia, Erasmus MC-Thorax, Erasmus MC-Daniël den Hoed en het Havenziekenhuis, zijn praktijkopleiders aangesteld die op die locatie aanspreekpunt zijn voor studenten, werkbegeleiders, leidinggevenden en de coördinatoren opleidingen. Deze praktijkopleiders zijn verantwoordelijk voor de voortgang en de uniformiteit van het leer- en begeleidingsproces van beide beroepsgroepen op hun locatie. Zij worden functioneel aangestuurd door de coördinatoren opleidingen. De eindverantwoordelijkheid ligt bij het unithoofd die de praktijkopleider hiërarchisch aanstuurt. Zij ondersteunen het praktijkopleidingsplan en de opleidingseisen in woord en gebaar. De praktijkopleiders leiden de verschillende beoordelingsgesprekken en waarborgen daarbij de randvoorwaarden van de beoordeling volgens de structuur beschreven in dit praktijkopleidingsplan. Zij zijn verantwoordelijk voor de registratie en verslaglegging van de vorderingen van de studenten op hun locatie. De coördinatoren zijn eindverantwoordelijk voor deze registratie en verslaglegging. Uiteindelijke beslissingen over het begeleidingstraject en de studievordering binnen de praktijk worden door de coördinatoren in overleg met de praktijkopleiders genomen. De praktijkopleider Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
19
ontvangt coaching in gesprekstechnieken, conflictbeheersing en specifieke begeleidingsproblemen. Deze coaching wordt aangeboden door de coördinatoren opleidingen. De praktijkopleiders zijn mede verantwoordelijk voor het leerklimaat op hun afdeling. De eindverantwoordelijkheid voor het leerklimaat op de verschillende locaties ligt bij het OKmanagement van de locaties. Het opleidingsbureau kan hier gevraagd en ongevraagd in adviseren. Naast de taak als praktijkopleider werken zij ook als werkbegeleider met de verschillende studenten van hun eigen beroepsgroep. 2.2.3 Het mentorschap Binnen de OKC’s is unaniem gekozen voor het mentorschap. Dit houdt in dat iedere student een mentor krijgt toegewezen uit zijn eigen beroepsgroep. Op elke locatie krijgt de student een eigen mentor, dit is op iedere locatie dus een ander persoon. Op het OK H-gebouw zijn er voor de student operatieassistent twee mentoren per unit (A, B, C en D); voor unit E is één mentor aangewezen. De student anesthesiemedewerker krijgt een individuele mentor. Als de student terugkomt op een locatie, krijgt hij dezelfde mentor toegewezen als voorheen. De mentor zal hem gedurende de periode op die locatie volgen, begeleiden en beoordelen. Uitgangspunt hierbij is dat de mentor zijn student regelmatig opzoekt en contact houdt met alle werkbegeleiders en de praktijkopleider over de leerprestaties van de betreffende student binnen zijn locatie. De beoordelingsgesprekken worden geleid door de praktijkopleider op de locaties en/of de coördinatoren van het opleidingsbureau. Er is geen onderlinge communicatie tussen de werkbegeleiding van de verschillende locaties. De communicatie over een student verloopt te allen tijde via de coördinatoren van het opleidingsbureau. Een mentor is een werkbegeleider die zich nauw betrokken voelt bij het opleiden van de student in de praktijk en kwaliteit van opleiden erg belangrijk vindt. Hij heeft een aantal extra taken in het begeleiden van studenten. De unithoofden benaderen de OK medewerkers die in aanmerking komen voor het mentorschap. Dit gebeurt in overleg met de coördinatoren. Op locatie gebeurt dit in overleg tussen de praktijkopleider en het unithoofd. De coördinatoren stellen samen met de praktijkopleiders van de locaties de mentoren, van de desbetreffende locatie, op de hoogte van de opleidingseisen en regels. De werkbegeleiding ontvangt coaching in gesprekstechnieken, conflictbeheersing en specifieke begeleidingsproblemen; deze coaching wordt aangeboden door de coördinatoren opleiding. De combinatie praktijkopleider/mentor is in de begeleidingsconstructie niet gewenst, omdat dezelfde persoon dan twee conflicterende rollen heeft voor de student, namelijk die van gespreksleider en beoordelaar. In bijlage 1 vindt u een beschrijving van de taken van de mentor. 2.2.4 De werkbegeleider “De praktijk is een krachtige leeromgeving”. Uit de vele literatuur betreffende het leren op de werkplek, is gebleken dat opleiders een zelfde uitgangspunt hebben: van onbekwaam naar bekwaam maken. Dit impliceert een goede begeleiding, een grote betrokkenheid en vakbekwaamheid bij het opleiden van de studenten door gediplomeerde collega’s (werkbegeleiders). In de taak-/functieomschrijving van de operatieassistenten en anesthesiemedewerkers is beschreven dat men een opleidingsverantwoordelijkheid bezit. Wij gaan er dan ook vanuit dat iedere Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
20
gediplomeerde operatieassistent en anesthesiemedewerker werkbegeleidingstaken uitvoert. In bijlage 2 is het gedeelte uit de functieomschrijving opgenomen van de operatieassistenten en anesthesiemedewerkers waarin deze taak staat beschreven. De mentoren/werkbegeleiders helpen de studenten de eindtermen te bereiken van de verschillende fasen. Deze eindtermen hebben betrekking op de vereiste kennis, het vaardigheidsniveau en de beroepshouding van de student. Samen met de persoonlijke mogelijkheden van de student heten dit beroepscompetenties. Deze zeven beroepscompetenties, beschreven op pagina 4, staan centraal en zijn uitgangspunt voor de theorie en praktijk. Deze beroepscompetenties zijn afgeleid van de Canmeds, beroepscompetenties geschreven voor medici. De toetsing van deze beroepscompetenties geschiedt onder meer door middel van de proeves van bekwaamheid, waarin operationalisaties staan beschreven, te behalen op de volgende niveaus: Volgens het model van Benner:
Beginner – gevorderd – startcompetent. De studenten dienen aan het eind van de opleiding het niveau startcompetent behaald te hebben
Volgens de niveaus van Miller:
De operationalisaties binnen de drie niveaus hebben de classificatie knows – knows how – shows how – does
De student zal tijdens zijn opleiding in toenemende mate verantwoordelijk zijn voor zijn leren, handelen en zelfstandig functioneren. De werkbegeleiders hebben als doel het praktijkleerproces te optimaliseren, waardoor de student gedurende de opleiding op niveau van de verschillende proeves kan functioneren. Aan het eind van de opleiding oefent de student op niveau van de eindtermen het beroep uit als zelfstandig beroepsbeoefenaar op startcompetent niveau. De werkbegeleiders dienen er dan ook op gericht te zijn leersituaties te creëren in de concrete beroepsuitoefening, waarin de complexiteit en zelfstandigheid in oplopende mate aanwezig dienen te zijn. Dit heeft als gevolg dat de student in toenemende mate zelfstandigheid en verantwoordelijkheid ontwikkelt. Voor alle werkbegeleiders ligt hier een taak: zorgdragen voor een goede afstemming in de praktijk tussen leren en werken en andere collega’s motiveren om van de student een goede collega te maken. In het Erasmus MC met zijn uitgebreide mogelijkheden mag ook plaats zijn voor begrip voor de student die wij daar laten leren: brede mogelijkheden die zorgen voor verdieping en verbreding van kennis, maar niet voor routine. Het gebruik van protocollenboeken bij de verschillende afdelingen kan voor de student van onschatbare waarde zijn. Zij lopen immers stage op verschillende OKC’s. Vanuit het opleidingsbureau worden de werkbegeleiders functioneel aangestuurd door de coördinatoren. 2.2.5
Het unithoofd
Om onze visie op opleiden te kunnen realiseren zijn in de praktijksituatie randvoorwaarden noodzakelijk om de student de gelegenheid te geven te kunnen leren. Het scheppen van deze randvoorwaarden is een verantwoordelijkheid van de unithoofden van de betrokken OKC’s. Welke voorwaarden zijn nodig om de werkbegeleiding te garanderen? 1.
De unithoofden ondersteunen het onderhavige praktijkopleidingsplan in woord en gebaar.
2.
De unithoofden benaderen de werkbegeleiders met de vraag mentor te willen worden in overleg met de coördinatoren en praktijkopleiders. De eisen die worden gesteld aan de
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
21
mentoren staan in bijlage 1. 3.
De student heeft de dubbelrol van student/werknemer. In het begin van de opleiding zal de student in de praktijk meer student zijn, tegen het eind van de opleiding zal de student meer werknemer zijn. De student zal zich al werkend bekwamen als beginnend beroepsbeoefenaar. De meetelling op de formatie is dan ook in fase 1, 2 en 3 0%, in fase 4 25%, in fase 5 50% en in fase 6 75%. In bijlage 9 zijn de afspraken over deze inzetbaarheid beschreven.
4.
De mentor/werkbegeleider heeft een aantal extra taken. Deze taken vergen tijd en horen bij zijn beroepsuitoefening. De opleidingsverantwoordelijkheid van OK medewerkers staan expliciet vermeld in de functieomschrijvingen.
5.
Op de locaties dient een gespreksruimte aanwezig te zijn, zodat gesprekken ongestoord kunnen plaatsvinden. Daar dient tevens een computer te staan die is aangesloten op het intranet. Op deze manier kunnen de praktijkopleiders en coördinatoren opleidingen de gesprekken ter plekke uitwerken, maar ook eventueel gegevens opzoeken die nodig zijn bij het voeren van het gesprek.
6.
De praktijkopleiders, mentoren/werkbegeleiders krijgen coaching van de coördinatoren, onderdeel hiervan is het mentorenoverleg. Een planning dienaangaande dient te worden ondersteund in tijd.
7.
De praktijkopleiders op de locaties dienen tijd te krijgen om hun taak te kunnen uitvoeren. Vanuit de regeling van het CZO, wordt gesteld dat de praktijkopleider minimaal twee uren per week aan iedere student dient te besteden. De praktijkopleiders dienen voor die tijd structureel uitgepland te zijn, onafhankelijk van de voortgang van het OK programma.
2.2.6
De student
Wij gaan er vanuit dat de studenten in toenemende mate zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces en studie. Wij bieden echter wel ondersteuning daar waar de studenten zelf aangeven hulp nodig te hebben, of wanneer wij signaleren dat hulp noodzakelijk is. Van de student mag worden verwacht dat hij in toenemende mate de communicatie tussen de werkbegeleiders, zijn mentor en praktijkopleiders of coördinatoren opleidingen stuurt. Hij dient hierin de spil te worden. De continuïteit van het leerproces wordt hierdoor versterkt, evenals de betrokkenheid van de student bij de afdeling. De student gebruikt een E-portfolio om zijn leerproces voor anderen inzichtelijk te maken. Een Eportfolio is een digitaal dossier waarin bewijsstukken worden bewaard, die aangeven waar men staat in de ontwikkeling van de competenties als beroepsbeoefenaar. Het E-portfolio is opengesteld voor de studiebegeleiders op de zorgacademie en in de praktijk. De student kan er in kaart brengen wat hij allemaal al aan competenties heeft verworven en hoe hij dat heeft gedaan. De student kan laten zien wat hij nog moet leren om een goede beroepsbeoefenaar te worden in zijn specifieke vakgebied. De student kan leerdoelen en leervragen formuleren en onderbrengen in een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP).
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
22
2.2.7 Het leerklimaat Randvoorwaarden voor een goed leerklimaat zijn:
Een eenduidige visie op opleiden op de alle locaties
De ondersteuning van de opleidingsvisie in woord en gebaar door alle bij de opleiding betrokken functionarissen
De coördinatie van het opleidingsproces in de praktijk door de praktijkopleiders en coördinatoren opleidingen
Een terugkerend overleg tussen de unithoofden en de coördinatoren opleidingen. De coördinatoren geven hierin gevraagd en ongevraagd advies over de voorwaarden voor een gunstig leerklimaat
Een terugkerend mentorenoverleg, met als doel het wederzijds informeren, evalueren en bijstellen van het begeleidingsproces, om de continuïteit van opleiden te kunnen waarborgen en verder te ontwikkelen
Een terugkerend studentenoverleg, met als doel het wederzijds informeren en evalueren van het begeleidingsproces
Een goede, praktische vertaling van het curriculum naar de werkplek. Dit betekent dat de unithoofden inzicht dienen te geven in de (on-)mogelijkheden van hun locatie, maar tevens bereid zijn deze mogelijkheden uit te breiden
Een goede stageroute voor iedereen inzichtelijk op het intranet
De functionele aansturing van de praktijkopleiders, mentoren en werkbegeleiders op alle locaties door de coördinatoren
Een goede coaching van de praktijkopleiders en mentoren/werkbegeleiders door de coördinatoren
Een grote betrokkenheid bij de opleiding van toekomstige collega’s door werkbegeleiders op de werkplek
Een zelfstandige leerhouding van de student
Een terugkerend overleg met de zorgacademie in Erasmus MC en regionaal verband
Een voor iedereen inzichtelijke proceduremap op het intranet, zodat alle betrokkenen op de hoogte zijn van de gemaakte afspraken en procedures
Een regelmatig terugkerend studentenoverleg. De uitgangspunten hiervoor staan beschreven in de proceduremap
Toepassen van 180 graden feedback
Het onderhavige praktijkopleidingsplan, dat op het intranet staat op de pagina van het opleidingsbureau. Link: http://erasmusmcweb-intra/operatie_complex/organisatie/okc_opleidingsbureau/
2.3
Opbouw van de opleiding in fasen
Het leerproces wordt gekenmerkt door een toenemende mate van complexiteit en zelfstandigheid van de werkzaamheden. De complexiteit wordt gevormd door de patiënt, operatietechniek, anesthesietechniek en omgevingsfactoren. Als rode draad door de opleiding loopt reflectie op het eigen handelen. Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
23
De opleiding bestaat uit 6 fasen, verspreid over de leerjaren. Deze fasen bestaan uit:
Kennis en wetenschap
Reproductieve vaardigheidstoetsen
Stageopdrachten
Praktijkleeropdrachten
Proeves van bekwaamheid
Beoordelings- en portfolio-assessmentgesprekken
2.4
Stages en stageperioden
Stages Tijdspad Functieafdelingen Fase 2 t/m 6 + opdracht CSA Fase 2 t/m 6 + opdracht SEH Fase 2 t/m 6 + opdracht Verpleegafdeling Fase 2 t/m 6 + opdracht IC Fase 2 t/m 6 + opdracht Recovery Fase 2 t/m 6 + opdracht 60 dagen totaal gedurende gehele opleiding AM/Recovery Fase 2 t/m 6 + opdracht OA Fase 2 t/m 6 + opdracht Keuzestage Fase 2 t/m 6 + opdracht
2.5
OA/AM 4 dagen beide beroepsgroepen AM niet OA 2 x 1 week OA 3 dagen AM 2 weken 1 week voor beide beroepsgroepen OA niet AM 2 weken Voor AM met verschillende opdrachten en aparte holdingopdracht. Wordt afgesloten met een zorgplan op startcompetent niveau.
2 weken voor OA 2 weken voor AM 1 week voor beide beroepsgroepen; student regelt alles zelf verslaglegging
Studievorderingenbeleid
De student in de beroepsvoorbereidende periode (BVP) heeft een leerovereenkomst met het Erasmus MC. De student die met een voldoende de theorie van fase 1 afsluit, wordt na een voldoende beoordeling door het praktijkveld aangenomen voor de duur van de opleiding. De student krijgt dan de zogenaamde leerarbeidsovereenkomst en wordt voor de duur van de opleiding aangenomen.
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
24
2.5.1 Voorwaarden voor het leerproces
De student is verantwoordelijk voor zijn leerproces. De student is verantwoordelijk voor het bijhouden van zijn E-portfolio, het communiceren hiervan met de werkbegeleiders/mentoren en het maken van afspraken voor de (beoordelings)gesprekken. De student zorgt dat zijn inlogcode bekend is bij de coördinatoren opleidingen, de praktijkopleiders locaties en de toegewezen mentoren.
De coördinatoren hebben een coördinerende en controlerende taak wat betreft de voortgang van het E-portfolio van de student.
De coördinatoren zullen het assessment afnemen van de student in samenwerking met de mentor/praktijkopleider locaties.
Bij de start van de opleiding in de praktijk worden de studenten verdeeld over de drie coördinatoren. De coördinator zal voor zijn toegewezen groep fungeren als praktijkcoach. Dit betekent concreet dat de praktijkcoach de student begeleidt in het ontwikkelen van zijn competenties, maar niet tegelijkertijd een rol heeft in de beoordelingsgesprekken. Als praktijkcoach is het mogelijk dat er individuele en groepsgesprekken (in de vorm van intervisie) plaatsvinden, al dan niet in aanwezigheid van de mentoren. Deze rol geldt voor de totale opleidingsduur en zal worden uitgevoerd op alle locaties. Het introductiegesprek wordt gevoerd met de mentor/praktijkopleider locaties en de praktijkcoach. Het portfolio-assessmentgesprek zal worden bijgewoond door de volgende assessoren uit de praktijk: de mentor, de praktijkopleider van de locatie (afhankelijk van de te beoordelen leerplaats) en een van de coördinatoren.
Op het OK H-gebouw zullen er voor de student operatieassistent per unit 2 mentoren zijn. Deze mentorfunctie wordt per toerbeurt door alle werkbegeleiders vervuld. Deze mentoren worden, na advies van de coördinatoren, door de unithoofden verzocht deze taak op zich te nemen. Gedurende de periode dat de student op een unit werkt, hebben deze mentoren gezamenlijk de in bijlage 1 beschreven taken. Voor de student anesthesiemedewerker geldt dat hij een individuele mentor krijgt toegewezen.
Op de locaties krijgen alle studenten één mentor toegewezen; bij terugkomst op deze locatie zal de student dezelfde mentor hebben.
2.5.2 Studieloopbaanbegeleiding (SLB) De studieloopbaanbegeleiding bestaat uit twee onderdelen:
Begeleiding vanuit de zorgacademie (theorie) = studiecoach
Begeleiding vanuit de praktijk = praktijkcoach (i.c. coördinatoren opleiding), praktijkopleiders locaties, mentoren en werkbegeleiders. Dit punt zal hieronder verder worden uitgewerkt onder het kopje begeleidingsgesprekken.
2.5.3 Stappenplan bij start opleiding
Coördinator krijgt een groep studenten toegewezen bij de start van de opleiding en is van deze groep praktijkcoach.
Overleg tussen opleidingsbureau en unithoofden OK H-gebouw over de keuze van de mentoren. De mentoren worden benaderd door de unithoofden. Op de locaties worden de mentoren benaderd door de praktijkopleiders en unithoofden aldaar
Communicatie over SLB vanuit opleidingsbureau naar de studenten; overhandiging
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
25
praktijkopleidingsplan en proceduremap. In het laatstgenoemde document staan alle afspraken die zijn gemaakt met het management van cluster 17 ten behoeve van de student. 2.5.4 Begeleiding- en beoordelingsgesprekken Bijlage 3 is het formulier PersoonlijkOntwikkelingsPlan (POP) voor de student. Bijlage 4 laat een stroomdiagram zien van de studiebegeleiding & studiebeoordeling in theorie en praktijk. Hierin zijn alle mogelijke gesprekken opgenomen. 1. Introductiegesprek In dit gesprek presenteert de student zijn PersoonlijkOntwikkelingsPlan. Dit POP wordt een week van te voren aangeboden aan de gesprekspartners. Dit gesprek wordt in de tweede week van de fase gevoerd door student, mentor/praktijkopleider locatie en praktijkcoach. 2. Voortgangsgesprek In dit gesprek worden de voortgang van het POP in combinatie met de proeves van bekwaamheid besproken. De ontwikkeling van de competenties staat hierin centraal. Proeve van bekwaamheid: toetsvorm waarbij een of meerdere beroepscompetenties worden aangetoond in de praktijk. Deze proeven kunnen vaker worden aangevraagd; zie ook de procedure voor het afnemen van de proeve van bekwaamheid (bijlage 5). De student organiseert dit gesprek met zijn mentor en coördinator opleidingen of praktijkopleider locatie. Dit gesprek heeft een beoordelend karakter en wordt halverwege de fase gevoerd. Bij het wisselen van een locatie wordt er een voortgangsgesprek gevoerd om het niveau van de student te kunnen bepalen. Het gespreksverslag wordt opgenomen in het Eportfolio. 3. Portfolio-assessmentgesprek Het beoordelen van het E-portfolio door assessoren uit de beroepspraktijk. Resulterend in voldoende of onvoldoende assessment. Aanwezig zijn: student, mentor, coördinator opleidingen, praktijkopleider locaties indien student op locatie zit. Ten behoeve van dit portfolio-assessmentgesprek wordt voorafgaand een portfolioscan gedaan door de gesprekspartners uit de praktijk en de groepsdocent van de zorgacademie. Bij problemen in de theorie kan de groepsdocent worden uitgenodigd voor deelname aan dit portfolio-assessmentgesprek. De portfolioscan Tijdstip scan: aan het einde van een leerfase (een half jaar). In bijlage 6 is een tijdspad opgenomen, waarin de planning van de gesprekken per fase is beschreven. De student vraagt de portfolioscan aan bij de zorgacademie, het opleidingsbureau en indien op locatie, bij de praktijkopleider daar. De scan wordt gedaan door de mentor, coördinator opleidingen en praktijkopleider locaties indien student op locatie zit. De portfolioscan wordt voor de theoretische leerweg uitgevoerd door de groepsdocent/studiecoach. De bevindingen hiervan worden door deze functionaris met het opleidingsbureau gecommuniceerd Aan de hand van de portfolioscan stelt men gezamenlijk vast of de bewijzen volgens afspraak in Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
26
het E-portfolio zijn opgenomen. Deze resultaten worden schriftelijk vastgelegd door het opleidingsbureau en de praktijkopleiders van de locaties en gecommuniceerd met de student en de zorgacademie. Positief advies leidt tot aanmelding voor portfolio-assessmentgesprek; negatief advies leidt tot één herkansing. Bij een tweede negatief advies leidt dit tot een verlenging van de leerweg en het vastleggen van nieuwe afspraken. De bevindingen van deze portfolioscan uit de praktijk worden door het opleidingsbureau gecommuniceerd met het opleidingscentrum. Ten behoeve van de portfolioscan en het portfolio-assessmentgesprek worden de coördinatoren en de praktijkopleiders van de locaties getraind door de zorgacademie. 4. Coachgesprekken De coachgesprekken zijn persoonlijk en worden gevoerd aan de hand van de in bijlage 7 opgenomen gesprekspunten. De verslagen hiervan worden door de praktijkcoach gemaakt en worden na diplomering vernietigd. 2.5.5 Gespreksverslagen De student maakt verslagen van de gesprekken genoemd in punt 1 tot en met 3. Van het portfolioassessmentgesprek wordt ook een verslag gemaakt door de bij het gesprek aanwezige praktijkopleider op locatie of coördinator van het opleidingsbureau. Alle verslagen worden door de gesprekspartners ondertekend. De verslagen worden op een uniforme manier gemaakt, met behulp van de digitale gespreksformulieren die worden verzorgd door het opleidingsbureau. Deze formulieren staan op de intranetpagina van het opleidingsbureau. De formulieren die van de zorgacademie worden gebruikt, zijn de formulieren voor het portfolio-assessmentgesprek en de portfolioscan. Link intranetpagina van het opleidingsbureau: http://erasmusmcweb-intra/operatie_complex/organisatie/okc_opleidingsbureau/ Alle gesprekken worden door de student schriftelijk vastgelegd en ter goedkeuring aangeboden aan de gesprekspartners. Na verwerking van feedback worden deze verslagen opnieuw aangeboden ter ondertekening, en kunnen zij getekend worden opgenomen in het E-portfolio. De student verzamelt de handtekeningen en kopieert de formulieren voor de coördinatoren. Het origineel is voor de student. Op het opleidingsbureau wordt een papieren en digitale file bijgehouden van elke student en worden daar bewaard tot 5 jaar na diplomering. De digitale afsluiting van de fasen gaat naar de zorgacademie. 2.5.6 It’s learning De studievorderingen worden geregistreerd in de E-portfolio’s van de studenten, dat is opgenomen in de digitale omgeving van It’s Learning. Deze digitale leeromgeving valt onder de verantwoordelijkheid van de zorgacademie. Door middel van een door de student gegeven inlogcode kunnen de coördinatoren, praktijkopleiders en mentoren de portfolio’s van de studenten inzien. In het portfolio dient de student alle bewijsvoering per fase op te slaan, zodat hij zijn ontwikkeling binnen de competenties transparant maakt. Daarmee is de student verantwoordelijk voor het bijhouden van de registratiegegevens. Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
27
2.5.7
Studiewijzer zorgacademie
Het studievorderingenbeleid is beschreven in de studiewijzer van de zorgacademie voor de opleidingen van operatieassistent en anesthesiemedewerker. Dit studievorderingenbeleid is opgenomen in de digitale omgeving van It’s Learning. 2.5.8 Ziekmelding en –begeleiding studenten De ziektedagen en onderbrekingsdagen van de studenten worden door het opleidingsbureau geregistreerd. Er is een maximum aan het aantal dagen dat een student ziek mag zijn. Dit is zestig dagen per drie jaar. Een teveel aan ziektedagen kan leiden tot studieduurverlenging. De registratie vindt centraal plaats bij de bedrijfsgeneeskundige dienst van cluster 17. De coördinatoren zijn verantwoordelijk voor de ziektebegeleiding van de studenten en nemen deel aan het Sociaal Medisch Overleg van cluster 17. De communicatie over de student tijdens ziekte wordt gevoerd door het opleidingsbureau. In de proceduremap op de intranetpagina van het opleidingsbureau staat de ziekmeldingsprocedure vermeld. Melding van ziekte vindt altijd plaats door de student bij het opleidingsbureau en het unithoofd van de locatie waar hij werkzaam is. Bij ziekte tijdens theoriedagen dient de student zich ziek te melden op de zorgacademie en op het opleidingsbureau. De ziektedagen tijdens theoriedagen worden door de zorgacademie gecommuniceerd met het opleidingsbureau. 2.5.9 Ziekmelding en betermelding Havenziekenhuis De student van het Havenziekenhuis is zelf verantwoordelijk voor zijn ziekmelding en meldt zich ziek bij de leidinggevende van de operatieafdeling. De ziekmelding dient op een zodanig tijdstip plaats te vinden dat de leidinggevende nog in staat is passende maatregelen te treffen, dus voor aanvang van zijn dienst. De leidinggevende zal een aantal vragen aan de student stellen om inzicht te krijgen in de vermoedelijke duur en de mogelijke oorzaak van de ziekte. De leidinggevende zal vragen naar de ernst van de ziekte, de vermoedelijke terugkomstdatum en of er iets moet worden geregeld in verband met de goede voortgang van het werk. Tevens zal de leidinggevende vragen naar de bereikbaarheid van de student en een vervolgafspraak maken. De student is niet verplicht de medische gegevens van zijn ziekte kenbaar te maken. Wanneer de student weer in staat is om te werken, moet de student dit doorgeven aan de leidinggevende van de operatieafdeling. Indien de student tijdens zijn ziekte een stage volgt, meldt hij zich ook ziek of beter op de stagewerkplek.
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8
Mentortaken Functieomschrijving anesthesiemedewerker/operatieassistent Relevante omschrijvingen met betrekking tot opleidingsverantwoordelijkheid Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) student OA en AM Stroomdiagram studieloopbaanbegeleiding (SLB) Procedure Proeve van Bekwaamheid Tijdspad planning gesprekken studieloopbaanbegeleiding in de praktijk Gesprekspunten voor coachgesprekken in de praktijk Afspraken met betrekking tot inzetbaarheid studenten
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
Bijlage 1
Mentortaken
Beschrijving van de mentor en zijn taken Een mentor is een werkbegeleider die zich nauw betrokken voelt bij het opleiden van de student in de praktijk en kwaliteit van opleiden erg belangrijk vindt. De unithoofden benaderen de werkbegeleiders die in aanmerking komen voor het mentorschap. Dit gebeurt in overleg met de coördinatoren. De mentoren ontvangen op opleidingsgebied functionele aansturing van de coördinatoren van het opleidingsbureau. Het betreffende unithoofd blijft hiërarchisch verantwoordelijk voor de mentor. De mentoren worden op de hoogte gesteld van de opleidingseisen en regels en hebben minimaal 3 maal per jaar een mentorenoverleg.
Taken Algemeen, de mentor: - volgt en begeleidt de student gedurende de periode op zijn locatie - is op de hoogte van het curriculum van de opleiding en de fase waarin de student zich bevindt - is op de hoogte van de vorderingen van en de gemaakte afspraken met zijn student die zijn geregistreerd in het E-portfolio - is aanspreekpunt voor de student - geeft feedback op functioneren - verwacht en zoekt informatie over zijn student van/bij zijn collega’s - volgt het leerproces en biedt hierin continuïteit aan de student - heeft regelmatig contact met de coördinatoren opleiding Gesprekken: - is aanwezig bij de beoordelingsgesprekken en is in staat een beoordeling te geven over zijn student, mede gebaseerd op de informatie van zijn collega’s - bereidt zich samen met de student voor op de beoordelingsgesprekken door middel van een beoordeling van de proeves van bekwaamheid, de feedbackformulieren en het POP van de student Eisen - minimaal 1 jaar gediplomeerd - affiniteit met opleiden - kan een voorbeeldrol vervullen - empatisch vermogen bezitten - communicatief vaardig zijn - heeft werkbegeleiderscursus gevolgd - weet wat de taken van een mentor zijn - krijgt functionele aansturing van de coördinator opleiding
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
Bijlage 2
Functieomschrijving anesthesiemedewerker/operatieassistent Relevante omschrijvingen met betrekking tot opleidingsverantwoordelijkheid
Anesthesiemedewerkers 2. Resultaatgebieden Onderwijs: Begeleidt medewerkers van het eigen functieniveau stagiaires, leerlingen, arts assistenten, collega’s uit paramedische disciplines bij de uitvoering van hun werkzaamheden; Verzorgt klinische lessen m.b.t. eigen praktijk; Geeft praktijkonderwijs c.q. instructie aan leerlingen, artsen in opleiding en artsassistenten. 4. Contacten Met nieuwe medewerkers, stagiaires en arts-assistenten om hen instructies te geven en te begeleiden; 5. Kennis Kennis van methoden van instructie en begeleiding. 6. Vaardigheden Vaardigheid in het geven van instructies aan en begeleiden van nieuwe medewerkers, stagiaires, leerlingen, arts-assistenten (para-) medische disciplines. Vaardigheid in het geven van klinische lessen.
Operatieassistenten 2. Resultaatgebieden Onderwijs: Begeleidt de medewerkers van het eigen functieniveau, stagiaires leerlingen, artsassistenten, collega’s uit (para)-medische disciplines bij de uitvoering van hun werkzaamheden; Verzorgt klinische lessen m.b.t. eigen praktijk; Geeft praktijkonderwijs en/of instructie aan leerlingen, artsen in opleiding en artsassistenten. 4. Contacten Met nieuwe medewerkers, stagiaires en arts-assistenten om instructies te geven en te begeleiden. 5. Kennis Kennis van methoden van instructie en begeleiding. 6. Vaardigheden Vaardigheid in het geven van instructies aan en het begeleiden van nieuwe medewerkers, stagiaires, leerlingen, arts-assistenten, collega's uit (para-)medische disciplines. Vaardigheid in het geven van klinische lessen.
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
Bijlage 3
Persoonlijk OntwikkelingsPlan student OA en AM
1
Persoonlijk Ontwikkelings Plan Naam:
Datum: Fase: A. Leerstijl Wat is je leerstijl en in hoeverre heeft die invloed op je persoonlijke leerproces en de begeleiding die je ontvangt
B. Wensen en kwaliteiten, competenties en ontwikkelpunten 1. Welke competenties zijn bij jou sterk ontwikkeld? (de digitale competentielijst kun je hier bij raadplegen)
2. Welke competenties wil je verder uitbouwen (SMARTI- doelstellingen)?
C. Plan van handelen 1. Welke activiteiten ga je ondernemen?
2. Wanneer ga je dat doen? (begin en einde van de looptijd aangeven)
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
Bijlage 3
Persoonlijk OntwikkelingsPlan student OA en AM
2
3. Hoe ga je dat doen? (in welke volgorde in tijd uitgezet)
4. Welk concreet gedrag wil je van jezelf zien?
5. Bij welk resultaat ben je tevreden?
D. Hulpbronnen / belemmeringen op je leerproces 1. Welke belemmerende factoren zijn eventueel aanwezig om deze fase goed te doorlopen
2. Welke factoren beïnvloeden vanuit jouw sociale omgeving je leerproces
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
Bijlage 3
Persoonlijk OntwikkelingsPlan student OA en AM
3
3.Wat gaat je goed en minder goed af? Maak hierbij gebruik van de SWOT analyse (sterkte-zwakte analyse) Goed:
Minder goed:
E. Hulp en ondersteuning. 1. Ik verwacht de volgende ondersteuning:
2. Ik heb ondersteuning van mijn collega’s nodig in de vorm van:
3. Wie vraag je om feedback te geven en waarom vraag je het juist aan die persoon?
F. Evaluatie/ Reflectie op dit P.O.P 1. Met wie blik je terug op dit P.O.P en wanneer?
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
Bijlage 3
Persoonlijk OntwikkelingsPlan student OA en AM
4
2. Hoe kijk je terug op de uitvoering van dit P.O.P.?
3. Ben je tevreden over het resultaat en hoe ga je verder (SMARTI-doelstellingen)?
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
Bijlage 4
Stroomdiagram SLB theorie en praktijk Start fase
Opleiding Groepsgewijs opstartgesprek met coach
Toetsing (kennistoetsen / integratieve toetsen / lesopdrachten / stageopdrachten / project / reproductieve vaardigheidstoetsen)
Praktijk Introductiegesprek met praktijkcoach, mentor/praktijkopleider
Toetsing (proeves van bekwaamheid)
Voor alle toetsen geldt: o voldoende portfolioscan o onvoldoende herkansen voldoende portfolioscan o onvoldoende herkansen onvoldoende betreffende leereenheid opnieuw (studieduurverlenging)
Facultatief coachgesprek met coach
Portfolioscan door coach
Verplicht voortgangsgesprek met coördinator, mentor/praktijkopleider
Toetsing (proeves van bekwaamheid)
Portfolioscan door coördinator, mentor/praktijkopleider o beide beoordelaars scoren voldoende portfolio-assessment o onvoldoende herkansen portfolio voldoende portfolio-assessment o onvoldoende herkansen portfolio onvoldoende (deel) fase opnieuw (studieduurverlenging)
Portfolio-assessment door coach
Portfolio-assessmentgesprek met coördinator, mentor/praktijkopleider
o beide beoordelaars scoren voldoende toegang tot volgende fase o onvoldoende herkansen voldoende toegang tot volgende fase o onvoldoende herkansen onvoldoende (deel) fase opnieuw (studieduurverlenging) Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
Bijlage 5
Procedure Proeve van Bekwaamheid
Procedure: Bewijslast: Randvoorwaarde:
Proeve van bekwaamheid Aantonen niveau start competent De student mag maximaal 2 proeven van bekwaamheid afleggen per leereenheid. De tweede proeve geldt als herkansing. Wanneer deze niet behaald wordt betekent dit voor de student een verlenging van zijn opleiding van tenminste 6 maanden Start competent betekent dat de student op de dag van de proeve van bekwaamheid van zijn werkbegeleider hoort bij welke operatiepatiënt van het programma hij zijn proeve ten uitvoer zal brengen. Hij kan zich daar dus niet op voorbereiden Verantwoordelijk: Student Datum: 12 juni 2008 Opleider: Marijke Veurink-Boere Stap Handeling 1. Student geeft minimaal 1 dag van tevoren aan werkbegeleider aan dat hij zijn proeve van bekwaamheid af wil leggen 2. Student hoort van werkbegeleider bij welke operatiepatiënt (dagdeel) van het programma hij zijn proeve aflegt 3. Werkbegeleider vult document “proeve van bekwaamheid” in voor student en overhandigt document getekend aan student 4. Aan de hand van het afgetekende document vindt een gesprek plaats tussen werkbegeleider, student en praktijkbegeleider 5. Student zorgt zelf voor digitale invoer van het document 6. Student overlegt document tezamen met digitale versie aan betreffende werkbegeleider 7. Werkbegeleider controleert beide document en tekent digitale versie 8. Student overhandigt beide formulieren aan praktijkbegeleider 9. Student stuurt digitale uitwerking van document aan praktijkbegeleider 10 Praktijkbegeleider voorziet deze van digitale handtekening 11 Praktijkbegeleider bewaart deze formulieren voor student 12 Praktijkbegeleider verstuurt digitaal het document naar assistent opleider 13 Assistent-opleider zorgt dat het document in pdf-bestand komt 14 Assistent-opleider verstuurt het document in pdf-bestand naar student en praktijkbegeleider 15 Assistent opleider bewaart pdf-bestand document digitaal (en of op papier) in archief op opleidingsinstituut 16 Student bewaart bewijslast in digitaal portfolio
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
1 dag vooraf Dag van proeve Binnen 2 dagen Binnen 1 week Binnen 2 dagen Binnen 2 dagen direct Binnen 1 dag Binnen 1 dag Binnen 2 dagen
1 week 2 dagen
Opleidingsbureau december 2009
Bijlage 6
Tijdspad beoordeling student per fase
Tijdspad beoordeling student per fase Week
Actie
Begin opleiding
Student geeft wachtwoord van e-portfolio aan praktijkbegeleiding EMC aan het begin van de praktijkperiode van de BVP Student maakt afspraak voor introductiegesprek in 2e week van fase. Belt als nodig de praktijkopleider van de locatie waar hij naar toe gaat, om zich voor te stellen en afspraken te maken Student levert zijn POP in bij zijn praktijkcoach, mentor en praktijkopleider op locatie (als van toepassing) Introductiegesprek met mentor, praktijkcoach en indien op locatie praktijkopleider aldaar Voortgangsgesprek met mentor, coördinator opleidingen en indien op locatie praktijkopleider aldaar OC / Praktijk: portfolioscan. De portfolioscan vindt plaats a.d.h.v. de feedbackformulieren, de proeves van bekwaamheid en de gespreksverslagen OC / Praktijk: portfolioscan (herkansing)
-2
1 2 12/13 23
24 25 26
Praktijk: portfolio-assessmentgesprek met mentor, coördinator opleidingen en indien op locatie praktijkopleider aldaar Praktijk: portfolio-assessmentgesprek (herkansing)
Bij wisseling locatie (stage): Wordt de achterliggende periode afgesloten met een voortgangsgesprek Een introductiegesprek zal opnieuw plaatsvinden op de nieuwe locatie a.d.h.v. het eerder geschreven POP, met dien verstande dat de student zijn POP van tevoren aanpast aan de leermogelijkheden van zijn nieuwe locatie Wordt de gehele fase op één locatie doorgebracht, worden er in principe de volgende gesprekken gevoerd: introductiegesprek voortgangsgesprek portfolio-assessmentgesprek
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
Bijlage 7
Gesprekspunten praktijkcoach
=================================================================== 1. Aandachtspunten profielschets a. Leerstijl; heeft student inzicht in de relatie tot de begeleidingsstijl van de begeleiding? b. Groepsrol c. SWOT-analyse; is deze analyse met inzicht gemaakt? Welke aandachtspunten zijn er en welke consequenties hebben deze voor de coachvraag? d. Persoonlijke leerwensen – coachvraag en gewenste ondersteuning praktijkcoach e. Invloed sociale omgeving (draagkracht en –last) f. Begeleidingsaspecten vanuit student g. Begeleidingsaspecten vanuit begeleider 2. Aandachtspunten POP a. Inzicht in ontwikkeling van de 7 kerncompetenties – samenwerken, communicatie, organisatie, vakinhoudelijk handelen, professionaliteit, kennis en wetenschap, maatschappelijk handelen b. Is POP SMARTI? c. Inzicht in eigen rol als student? 3. Bespreekpunten met mentor a. Begeleidingsstijl in relatie tot leerstijl student b. Persoonlijke leerwensen van mentor c. Afspraken met praktijkcoach 4. Gesprekspunten met Opleidingscentrum a. Aandachtspunten vanuit gedrag student op het opleidingscentrum b. Aandachtspunten vanuit opleidingscentrum naar student
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009
Bijlage 8
Begeleidingscriteria per fase en formatiepercentages
Algemeen: 0% telt niet mee op de formatie Anesthesie Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Fase 6
0% 0% 0% 25% 50% 75%
*Uitzondering:
1 begeleider op 1 OK 1 begeleider op 1 OK 1 begeleider op 1 OK 1 begeleider op 1 OK 1 begeleider op 2 OK’s zelfstandig met back-up via zoemer* OK’s waarbij normaliter 2 anesthesiemedewerkers staan ingepland. De leerling mag hier worden ingepland als 2e anesthesiemedewerker
Chirurgie Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Fase 6
0% 0% 0% 25% 50% 75%
altijd als extra op de kamer altijd als extra op de kamer + 2 gediplomeerden + 1 gediplomeerde en 1 leerling fase 6 + 1 gediplomeerde en 1 leerling fase 6 + 1 gediplomeerde en 1 leerling fase 4 of fase 5
Praktijkopleidingsplan Erasmus MC, cluster 17 Opleiding voor operatieassistent en anesthesiemedewerker Bijlagen: 8
Opleidingsbureau december 2009