Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
Voordat u dit aanvraagformulier invult, wordt u dringend verzocht om de bijbehorende ‘Call for proposals’ te lezen. Alle relevante documenten zijn beschikbaar via de website www.nro.nl.
1. Aanvrager(s) 1.1 Hoofdaanvrager Naam, titel(s)
Prof. dr. Jan van Driel
Universiteit/Instituut
Universiteit Leiden
Faculteit/Afdeling
ICLON
1.1.1
M
Correspondentieadres hoofdaanvrager
Correspondentieadres Postbus 905 Postcode, Plaats
2300 AX Leiden
Telefoon
071 5274027
Email:
[email protected]
M
1.2 Medeaanvrager(s) Naam, titel(s)
Dr. Nadira Saab
Organisatie
ICLON – Universiteit Leiden
Email:
[email protected]
Naam, titel(s)
Dr. Amanda Berry
Organisatie
ICLON – Universiteit Leiden
Email:
[email protected]
Naam, titel(s)
Kees van Ruitenbeek
Organisatie
Amsterdam International Community School
Email:
[email protected]
Naam, titel(s)
Jane Forrest
Organisatie
Rotterdam International Secondary School
Email:
[email protected]
Naam, titel(s)
David Butcher
Organisatie
International School of the Hague
Email:
[email protected]
2. Titel voorstel Nederlands
Delen van kennis: samen professionaliseren rond inquiry based teaching op internationale scholen
Engels
Sharing knowledge: joint professional development of inquiry based teaching at international schools
3. Samenvatting onderzoek
V
V
M
V
M
Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
(max. 400 woorden, vermeld a.u.b. word count). Bij toekenning wordt deze samenvatting op de website van het NRO geplaatst).
Nederlands (351
Met dit project wordt onderzocht hoe docenten op drie internationale scholen
woorden)
zich gezamenlijk professionaliseren rond het thema ‘Inquiry based teaching’. Deze internationale scholen zijn kortgeleden gestart met het implementeren van inquiry based teaching in hun hele curriculum.
Docenten op internationale scholen kunnen – in teams of zelfs op schoolniveaubepalen in welke richting zij zich willen ontwikkelen. Gegeven de rijkdom aan ervaring en achtergronden van de docenten op zulke scholen, kan worden verwacht dat docenten veel kunnen leren van elkaar en dat vormen van teamleren, peer coaching en gezamenlijk actieonderzoek op deze scholen effectief kunnen worden toegepast. Dit hangt af van de relaties van individuele docenten met elkaar en met de schoolleiding. Daarmee hangt ook samen in welke mate docenten hun eigen professionele ontwikkeling sturen, en in welke mate sturing vanuit school- of teamleiding plaatsvindt. De schoolleiding kan de docenten in verschillende mate autonomie bieden. De autonomiebeleving van docenten kan vervolgens van invloed zijn op de motivatie om les te geven en zich te professionaliseren. Hiermee hangt ook samen in welke mate docenten hun eigen professionele ontwikkeling sturen, en in welke mate sturing vanuit school- of teamleiding plaatsvindt. In dit onderzoek worden daarom de autonomiebeleving, de competentiebeleving en de motivatie van docenten onderzocht, en daarnaast wordt de schoolleiding geïnterviewd over het bieden van mogelijkheden tot professionalisering. Dit wordt vervolgens in relatie gebracht met de professionele ontwikkeling van docenten. In dit onderzoek zal er per school een professionaliseringsteam van vijf docenten gevormd worden onder leiding van één docent-onderzoeker. Elk professionaliseringsteam geeft vorm aan de ontwikkeling van professionalisering rond inquiry based teaching in hun school door professionaliseringsactiviteiten te ontplooien en het hele docentteam van de school hierbij te betrekken. De docentonderzoekers van de drie scholen zullen contact hebben met elkaar en schooloverstijgend ideeën en informatie uitwisselen. Met deze studie wordt onderzocht hoe docenten zelf - bottum up en in teamverband - hun eigen professionaliseringstraject rond eenzelfde thema vormgeven en welke voorwaarden hiervoor gelden. Door de rijke omgeving van de heterogene teamsamenstelling van drie verschillende internationale scholen verwachten we verschillende voorwaarden te kunnen formuleren voor een effectief professionaliseringsproces dat wordt vormgegeven door de docenten zelf.
Engels (344 words)
In this project we will investigate how the professional development around the theme of inquiry based teaching of teachers from three international schools takes place. These international schools have just started with the implementation of inquiry based teaching throughout their curriculum.
2
Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
Teachers from international schools can decide how and in which direction they want to develop professionally. Due to the rich body of experiences and backgrounds of those teachers, it is expected that teachers can learn from each other and that team learning, peer coaching or collaborative action research can be effectively applied at these schools. Whether the application of these kinds of learning is successful depends on relationships between individual teachers and school management. Can teachers orchestrate their own professional development or are they instructed by the school management? School management can provide opportunities for professional development and can influence the amount of autonomy a teacher has. The feelings of autonomy a teacher experiences can influence the motivation to teach. This relates to the amount of freedom teachers receive or acquire for their professional development. In this study, we will investigate perceptions of autonomy, competence and motivation of teachers. In addition, school management will be interviewed about the provision of opportunities for professional development. Next, this will be related to the professional development of teachers. In this project, for each school a team of five teachers will be assembled leaded by a teacher-researcher. Each team will organize activities for professional development regarding inquiry based teaching for themselves and the other teachers of their school. The teacher-researchers of the three schools will liaise with each other and share ideas and knowledge. With this study we will explore how teachers play a leading role in their own professional development – bottom up and with the use of team learningaround one theme and which conditions are applicable for an effective learning process. Because of the rich environment of the heterogeneous composition of the school teams, we expect to be able to formulate various conditions for an effective process of professional development lead by the teachers themselves.
4. Disciplinecode MaGW (zie www.nwo.nl/financiering/nwo-disciplinecodes)
4 1 9 0 0 0 5. Looptijd van het onderzoeksproject De uiterlijke startdatum is 3 maanden na toekenning. De maximale looptijd voor projecten binnen de verschillende thema’s is: 1. De rol van docenten met onderzoekservaring in de praktijk:
24 maanden
2. Professionalisering vanuit het perspectief van docenten en van de school:
24 maanden
3
Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
3. Status en imago van leraren:
12 maanden
4. Onderzoek naar aanleiding van TALIS 2013:
6 maanden
Looptijd (maanden)
24
Geplande startdatum
01-09-2015
(dd-mm-jj) Geplande einddatum
31-08-2017
(dd-mm-jj)
6. Beschrijving voorstel Beschrijving voorstel (max. 2500 woorden, vermeld a.u.b. word count) (2479 woorden) -
Operationalisering van het in de Call gevraagde onderzoek
Met dit voorstel willen we onderzoeken hoe docenten op drie internationale scholen zich gezamenlijk professionaliseren rond het thema ‘Inquiry based teaching’. Deze scholen zijn gestart met het implementeren van inquiry based teaching in hun hele curriculum. Docenten van deze internationale
scholen kunnen zich professionaliseren door het formele aanbod van een internationale organisatie zoals de International Baccalaruate Organisation (IBO) te volgen of door zelf informele leeractiviteiten te ontplooien. In dit onderzoek zal er per school een professionaliseringsteam van docenten gevormd worden onder leiding van één docent-onderzoeker. Elk professionaliseringsteam geeft vorm aan de ontwikkeling van professionalisering rond inquiry based teaching in hun school door professionaliseringsactiviteiten te ontplooien en het hele docentteam van de school hierbij te betrekken. De docent-onderzoekers van de drie scholen zullen contact hebben met elkaar en schooloverstijgend ideeën en informatie uitwisselen. Docenten op internationale scholen kunnen – in teams of zelfs op schoolniveau- bepalen in welke richting zij zich willen ontwikkelen. Gegeven de rijkdom aan ervaring en achtergronden van de docenten op zulke scholen, kan worden verwacht dat docenten veel kunnen leren van elkaar en dat vormen van teamleren, peer coaching en gezamenlijk actieonderzoek op deze scholen effectief kunnen worden toegepast. Uiteraard hangt dit af van de relaties van individuele docenten met elkaar en met de schoolleiding. Daarmee hangt ook samen in welke mate docenten hun eigen professionele ontwikkeling sturen, en in welke mate sturing vanuit schoolof teamleiding plaatsvindt. Met deze studie willen wij onderzoeken hoe docenten zelf - bottum up en in teamverband - hun eigen professionaliseringstraject rond eenzelfde thema vormgeven en welke voorwaarden hiervoor gelden. Door de rijke omgeving van de heterogene teamsamenstelling van drie verschillende internationale scholen verwachten we voorwaarden te kunnen formuleren voor een effectief professionaliseringsproces dat wordt vormgegeven door de docenten zelf. -
Aanvullende probleemverkenning; probleemstelling; onderzoeksvragen;
Zoals verschillende landen heeft ook Nederland een aantal internationale scholen waar de voertaal Engels is en waar vooral kinderen van buitenlandse expats maar ook Nederlandse kinderen onderwijs volgen. Deze scholen worden gekenmerkt door een aantal eigenschappen die hen onderscheiden van reguliere scholen in Nederland. Ten eerste volgen deze scholen het curriculum van een organisatie zoals de International Baccalaureate Organization (IBO) en dit is relatief open en meer op basis van thema’s gestructureerd dan op basis van vakinhoudelijke onderwerpen. Dit betekent dat het onderwijs minder door schoolboeken wordt bepaald dan in reguliere Nederlandse scholen en dat docenten meer ontwerpers van onderwijs zijn. Ten tweede bestaat het
4
Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
docententeam uit een heterogene groep docenten: naast Nederlandse docenten werken er docenten uit diverse landen met verschillende onderwijservaringen en achtergronden. Ten derde bieden verschillende internationale scholen zowel basisonderwijs als voortgezet onderwijs. Wat betreft de professionele ontwikkeling van docenten organiseren verschillende organisaties voor docenten van internationale scholen diverse activiteiten, op allerlei locaties in verschillende landen. Een thema dat bij internationale scholen momenteel centraal staat is inquiry-based teaching. Deze aanduiding is gebaseerd op de ideeën van klassieke onderwijsvisionairen, zoals John Dewey en Joseph Schwab, en kan als volgt worden omschreven: het onderwijzen van een vak op een onderzoeksmatige manier (‘inquiry’) impliceert dat leerlingen leren om gebruik te maken van kritische denkvaardigheden, zoals vragen stellen, en leren om te argumenteren en te redeneren op een manier waarbij gegevens (‘data’) worden betrokken bij het leren begrijpen van (aspecten van) de wereld om hen heen. Met name in de Verenigde Staten is deze benadering doorgedrongen in de eindtermen en standaarden, zoals de Next Generation of Science Standards voor het onderwijs in de natuurwetenschappelijke vakken (NGSS, 2013). Onderzoek in dit domein heeft laten zien dat: “There is ample evidence that classroom-based inquiry science can be beneficial to student learning, and for developing students’ positive attitudes towards life-long science learning.” (Crawford, 2014). Het consequent en systematisch invoeren van inquiry-based teaching heeft implicaties voor de didactiek die docenten in hun lessen hanteren. Deze didactiek wijkt nogal af van de directe instructie varianten die –zeker in het Nederlands onderwijs- het meest gangbaar is. Voor docenten aan internationale scholen kan het lesgeven op een inquiry-based manier op verschillende manieren voor uitdagingen zorgen. Afhankelijk van hun achtergrond en ervaring moeten zij leren om het leerproces van hun leerlingen als uitgangspunt te kiezen voor hun eigen gedrag. Daarbij zijn de leerdoelen voor een belangrijk deel gericht op het verwerven van vaardigheden zoals kritisch denken, verwerken van informatie, samenwerken en argumenteren. Deze vaardigheden staan ook centraal in de ‘21st century skills’ die ook voor het Nederlandse onderwijs steeds belangrijker worden geacht (Voogt & Pareja Roblin, 2010). Onderzoek heeft laten zien dat het voor docenten niet eenvoudig is om het leren van dit soort vaardigheden effectief en centraal in hun didactiek op te nemen (Janssen et al., 2014). Er zijn verschillende manieren waarop docenten zich kunnen ontwikkelen. Wij maken een onderscheid in formeel georganiseerde professionalisering en informele professionalisering (Kwakman, 2003; Van Veen et al., 2010). Formeel georganiseerde professionalisering vindt meestal plaats buiten de werkplek in de vorm van een cursus of een conferentie. Docenten hebben bij deze vorm van leren vaak een passieve rol waarbij zij vooral kennis tot zich nemen (Van Veen et al., 2010). Een nadeel van deze vorm van professionele ontwikkeling is dat de transfer van geleerde kennis naar de professionele praktijk niet vanzelfsprekend is (Kwakman, 2003). Informeel leren is minder gestructureerd dan formeel leren (Marsick & Watkins, 2001). De leeractiviteiten die in dit kader worden uitgevoerd, vinden meestal plaats in een werkcontext. Docenten hebben bij deze leeractiviteiten meer een actieve en sturende rol bij het construeren van hun eigen leerproces (Kwakman, 2003; Van Veen et al., 2001). Hierdoor is er een grotere kans op transfer van het geleerde naar de praktijk en op de ontwikkeling van een professionele houding (Evers, 2012; Van Veen et al., 2010). Docenten van internationale scholen kunnen naast het gebruik maken van het aanbod van de IBO of andere programma aanbieders ook hun eigen activiteiten in schoolverband uitvoeren. Gegeven de grote diversiteit aan achtergronden (nationaliteit, disciplinaire achtergrond) en ervaring (aantal jaren, verschillende landen en schooltypes) van de docenten op zulke scholen ontstaat in potentie een rijke leeromgeving voor docenten, oftewel een situatie waarin docenten veel van elkaar kunnen leren via gezamenlijk ontwikkelen van lesmateriaal, wederzijds lesbezoek, peer coaching en intervisie. Uiteraard hangt dit af van de relaties van individuele docenten met elkaar en met de schoolleiding (cf. Ryan & Deci, 2000). Een voorwaarde voor effectieve professionalisering, waarbij kennis geïmplementeerd wordt in de onderwijspraktijk en dit een positief effect heeft op de leerprestaties van leerlingen, is het bieden van ondersteuning door de schoolleiding bij het proces van professionalisering (Timperley et al., 2007). De schoolleiding kan de docenten in verschillende mate autonomie bieden (Mayer et al., 2013). De autonomiebeleving van docenten kan 5
Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
vervolgens van invloed zijn op de motivatie om les te geven en zich te professionaliseren (cf. Ryan & Deci, 2000). Hiermee hangt ook samen in welke mate docenten hun eigen professionele ontwikkeling sturen, en in welke mate sturing vanuit school- of teamleiding plaatsvindt. Wat en hoe docenten daadwerkelijk van elkaar leren, hangt af van de manier waarop zij in scholen met elkaar werken: worden zij bijvoorbeeld gestimuleerd en gefaciliteerd om als team te opereren, en bijvoorbeeld gezamenlijke activiteiten te organiseren of te volgen, is er tijd en gelegenheid voor dit soort activiteiten? In dit onderzoek worden daarom de autonomiebeleving, de competentiebeleving en de motivatie van docenten onderzocht, en daarnaast wordt de schoolleiding geïnterviewd. Dit wordt vervolgens in relatie gebracht met de professionele ontwikkeling van docenten. Docenten kunnen in het kader van hun professionele ontwikkeling verschillende leeractiviteiten uitvoeren. Evers (2012) onderscheidt zes categorieën leeractiviteiten die docenten kunnen uitvoeren om zich professioneel te ontwikkelen: 1) lezen, 2) volgen van een training, 3) nieuwe methoden uitproberen door te experimenteren, 4) evalueren van nieuw uitgeprobeerde methoden, 5) samenwerken met collega-docenten om lessen te verbeteren, 6) samenwerken met collega-docenten om schoolontwikkeling te verbeteren. De eerste vier categorieën zijn leeractiviteiten die vanuit een individueel perspectief kunnen worden uitgevoerd. De laatste twee zijn leeractiviteiten die samen met collega’s kunnen worden uitgevoerd. Door samen te werken wordt de docent ondersteund bij het leerproces en kunnen er meer nieuwe inzichten en ideeën ontwikkeld worden dan wanneer de docent zich zou houden bij individuele leeractiviteiten, zoals lezen (Kwakman, 2003). Als docenten het gevoel hebben zelf invloed te hebben op het professionaliseringsproces, zal dit bevorderend werken voor het samenwerkend leren (Admiraal et al., 2012). Voorwaarden voor effectief teamleren zijn wel dat er voldoende tijd beschikbaar is, dat er een gedeeld doel is en dat er ondersteuning van de schoolleiding is (Meirink, 2007). Ook is een heterogene groep bevorderlijk voor het teamleren. Wanneer docenten verschillen in kennisbasis, leren teams meer dan wanneer docenten ongeveer hetzelfde weten. Dit laatste wordt ook wel ‘pooled ignorance’ genoemd (Van Driel & Berry, 2012). De heterogene samenstelling van de docententeams van de participerende internationale scholen zou daarom bevorderlijk kunnen zijn voor het teamleren binnen en tussen deze scholen. Samenwerkend leren van docenten kan op verschillende manieren worden vormgegeven, waarbij de interactie en afhankelijkheid van docenten onderling bepalend kan zijn voor de kwaliteit van het leren (Little, 1990; Meirink et al. 2010). Het samen ontwikkelen van onderwijs waarbij docenten een gezamenlijke verantwoordelijkheid voelen, kan leiden tot een kwalitatief beter leerproces dan het alleen delen van ervaringen. Het experimenteren met werkvormen in hun lespraktijk in aanvulling op het samenwerken blijkt het leerpotentieel van docenten nog meer te vergroten (Meirink, 2007). Dit samenwerkingsproces wordt ook wel omschreven als een Professionele Leergemeenschap (PLG) (Stoll et al., 2006; Vescio et al., 2008; Little, 2012). Binnen een PLG werken docenten samen aan een gezamenlijk doel waarbij de expertise van de docenten wordt bevorderd door het regelmatig uitwisselen van ideeën en ervaringen en het gezamenlijk reflecteren hier op. Met dit voorstel willen we onderzoeken hoe docenten binnen de school en schooloverstijgend werken aan een gezamenlijke doel: professionalisering rond inquiry based teaching. In dit project samengestelde professionaliseringsteams zullen professionaliseringsactiviteiten organiseren voor de andere docenten in de school. Daarbij wordt nagegaan of en hoe de specifieke karakteristieken van internationale scholen van invloed zijn op het proces en de uitkomsten van professionalisering van docenten. Vormen van samenwerking binnen de professionaliseringsteams en met de andere docenten zijn hierbij van speciaal belang.
De probleemstelling van het hier voorgestelde project luidt: - Hoe leren docenten van internationale scholen van en met elkaar over inquiry based teaching?
6
Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
Deze probleemstelling omvat de volgende deelvragen: 1. Hoe kan de professionele competentie van docenten van internationale scholen op het gebied van inquiry based teaching worden omschreven in de zin van kennis, vaardigheden, opvattingen en attitudes? 2. Hoe verandert of ontwikkelt deze competentie zich gedurende een schooljaar waarin docenten diverse ervaringen opdoen met inquiry based teaching? 3. Hoe geven de professionaliseringsteams vorm aan de professionalisering van de andere docenten in de school? Hoe wordt de ontwikkeling van docenten beïnvloed door gezamenlijke activiteiten zoals lesvoorbereiding, materiaalontwikkeling, lesbezoek, uitwisseling van ervaring, etc.? 4. Hoe zijn de autonomiebeleving, de competentiebeleving en de motivatie van docenten om les te geven van invloed op hoe zij hun leren vormgeven? Bij het formuleren van antwoorden op deze vragen worden de verschillende kenmerken en specifieke karakteristieken van de deelnemende scholen (zoals omvang en samenstelling van leerling- en docentpopulatie) in ogenschouw genomen. Met deze antwoorden kunnen voorwaarden geformuleerd worden voor het effectief professionaliseren rond een thema in verschillende settings, namelijk de drie verschillende scholen.
-
Opzet van het onderzoek; methoden en technieken;
Onderzochte groep Alle docenten (ongeveer 250) en de schoolleiding van de drie in dit onderzoek participerende internationale scholen zullen deelnemen aan dit het onderzoek. Drie professionaliseringsteams van 5 docenten die ervaring hebben met inquiry based teaching zullen worden samengesteld en functioneren onder leiding van een docent-onderzoeker (N=15).
Design en dataverzameling Voor vraag 1 en 2 zal een instrumentarium worden opgezet onder andere gebaseerd op Crawford (2014) waarmee de professionele competentie over inquiry based teaching op een omvattende en valide manier kan worden bepaald. Dit instrumentarium wordt samen met onderzoekers en docentonderzoekers ontwikkeld in het eerste half jaar van het project. Vervolgens wordt bij de docenten van de scholen (ongeveer N=250) een nul-meting gedaan waarbij de competentie over inquiry based teaching, de autonomiebeleving, de competentiebeleving (self-efficacy) met betrekking tot lesgeven en de motivatie voor lesgeven van docenten worden getoetst. De laatste drie variabelen zullen door middel van een vragenlijst worden getoetst. Aanvullend zullen de docenten middels deze vragenlijst gevraagd worden welke leeractiviteiten zij ondernemen om zich zelf professioneel te ontwikkelen. Na een jaar zal deze meting worden herhaald. In het eerste half jaar zal er per school een professionaliseringsteam worden samengesteld bestaande uit vijf docenten. Deze teams zullen in het jaar volgend op de nul-meting professionaliseringsactiviteiten uitvoeren en organiseren voor het docententeam van hun school. In dit jaar zullen de leiders (docentonderzoekers) van de drie professionaliseringsteams van de verschillende scholen elkaar vier keer ontmoeten om kennis en ervaringen te delen. De samenwerking en de werkzaamheden van deze teams worden geobserveerd door de onderzoekers en de docenten zullen door middel van interviews bevraagd worden over hun individuele en gezamenlijke activiteiten. Ook zal de schoolleiding van de scholen rond de nul-meting worden geïnterviewd over hoe zij verwachten de professionalisering van de docenten te ondersteunen en hoe zij de kennisdeling tussen docenten willen bevorderen. Na een jaar zullen zij worden bevraagd over hun daadwerkelijke activiteiten rond de ondersteuning van de professionalisering van docenten en het bevorderen van de kennisdeling.
7
Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
Tabel 1 laat zien welke variabelen wanneer met welk instrument worden onderzocht. Tabel 1. Onderzochte variabelen met instrumenten en moment van dataverzameling Variabele Instrument Moment van dataverzameling Alle docenten (N=250) Competentie inquiry Nog te ontwikkelen instrumentarium oa Nul-meting (half jaar na start project) & 1 based teaching gebaseerd op Crawford (2014) jaar later Motivatie Vragenlijst gebaseerd op Ryan & Deci (2000) Nul-meting (half jaar na start project) & 1 jaar later Self-efficacy Vragenlijst gebaseerd op Dellinger et al. Nul-meting (half jaar na start project) & 1 (2008) jaar later Autonomiebeleving Vragenlijst gebaseerd op Morgeson & Nul-meting (half jaar na start project) & 1 Humphrey (2006) jaar later Professionele Vragenlijst gebaseerd op Teacher Professional Nul-meting (half jaar na start project) & 1 ontwikkeling en Development at Work survey (TPD@Work) jaar later ondernomen ontwikkeld door Evers (2012) leeractiviteiten Drie professionaliseringsteams (15 docenten) Professionele Interviews en observaties Gedurende het jaar na nul-meting ontwikkeling, teamleren, ondernomen en georganiseerde activiteiten Schoolleiding Ondersteuning Interviews Rond de nul-meting (half jaar na start professionalisering project) & 1 jaar later docenten en bevordering van kennisdeling
-
Maatschappelijke relevantie en kennisbenutting;
Door onderzoek te doen bij scholen die eenzelfde professionaliseringsfocus hebben, namelijk inquiry based teaching, is het mogelijk docenten te volgen die een PLG hebben vormgegeven in verschillende settings, maar met hetzelfde doel. Zo kunnen op systematische wijze voorwaarden geformuleerd worden voor effectieve professionalisering van docententeams. Gezien het belang dat inquiry based teaching in toenemende mate voor het Nederlandse onderwijs heeft, zijn de uitkomsten van de vragen 1 en 2 relevant voor zowel internationale als Nederlandse scholen. Met de antwoorden op onderzoeksvragen 3 en 4 beogen wij voorwaarden te formuleren voor effectieve professionalisering van en door docenten in de vorm van een PLG. Deze resultaten zijn relevant voor zowel internationale als Nederlandse scholen.
-
Literatuurverwijzingen (max. 2 pagina’s A4, telt niet mee voor het aantal woorden)
Admiraal, W., Lockhorst, D., & Pol, J. van der. (2012). An expert study on a descriptive model of teacher communities. Learning Environments Research, 15, 345-361. Crawford, B.A. (2014). From inquiry to scientific practices in the science classroom. In: Norman G. Lederman, Sandra K. Abell. Handbook of Research in Science Education, Volume 2. Routledge, New York, p. 515-541.
8
Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
Dellinger, A. B., Bobbett, J. J., Olivier, D. F., & Ellett, C. D. (2008). Measuring teachers’ self-efficacy beliefs: Development and use of the TEBS-Self. Teaching and Teacher Education, 24, 751–766. Evers, A. (2012). Teachers’ professional development at work: An organisational and task perspective. Unpublished doctoral thesis, Open University, Heerlen, The Netherlands.
IBO (2012). Sample programme of inquiry. http://xmltwo.ibo.org/publications/PYP/p_0_pypxx_poi_1112_1/pdf/POI_2012_e.pdf Janssen, F.J.J.M., Westbroek, H., Doyle, W., & Van Driel, J.H. (2013). How to make innovations practical? Teachers College Record, 115, 7, 1-42. Kwakman, K. (2003). Factors affecting teachers’ participation in professional learning activities. Teaching and Teacher Education, 19(2), 149-170. Little, J. W. (1990). The persistence of privacy: Autonomy and initiative in teachers’ professional relations. Teachers College Record, 91(4), 509-536. Little, J.W. (2012). Professional community and professional development in the learning-centered school. In M. Kooy & K. van Veen (Eds.). Teacher learning that matters. International Perspectives (pp. 22-43). New York: Routledge. Marsick, V. & Watkins, K. (2001). Informal and incidental learning. New Directions for Adult and Continuing Education, 89, 25-34. Mayer, A. P., Donaldson, M. L., LeChasseur, K., Welton, A. D. and Cobb, C. D. (2013) ‘Negotiating sitebased management and expanded teacher decision making: A case study of six urban schools’, Educational Administration Quarterly, 49, 695-731. Meirink, J. A., Imants, J., Meijer, P. C., & Verloop, N. (2010). Teacher learning and collaboration in innovative teams. Cambridge Journal of Education, 40 (2), 161-181. Morgeson, F. and Humphrey, S. (2006) ‘The Work Design Questionnaire (WDQ): Developing and Validating a Comprehensive Measure for Assessing Job Design and the Nature of Work’, Journal of Applied Psychology, 9 (6), 1321 – 1399 NGSS (2013). http://www.nextgenscience.org/next-generation-science-standards Ryan, R. M. & Deci, E. L. (2000). Intrinsic and extrinsic motivations: Classic definitions and new directions. Contemporary Educational Psychology, 25, 54-67. Stoll, L., Bolam, R., McMahon, A., Wallace, M., & Thomas, S. (2006). Professional learning communities: A review of the literature. Journal of Educational Change, 7(4), 221-258. Timperley, H., Wilson, A., Barrar, H. and Fung, I. Y. Y. (2007) ‘Teacher professional learning and development: Best Evidence Synthesis Iteration (BES)’ Wellington, New Zealand: Ministry of Education. http://www.educationcounts.govt.nz/goto/BES. (Accessed 21 November 2013). Van Veen, K., Zwart, R., Meirink, J. & Verloop, N. (2010). Professionele ontwikkeling van leraren. Een reviewstudie naar effectieve kenmerken van professionaliseringsinterventies van leraren, Leiden, ICLON. Vescio, V., Ross, D., & Adams, A. (2008). A review of research on the impact of professional learning communities on teaching practices and student learning. Teaching and Teacher Education, 24(1), 80-91.
9
Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
Voogt, J. & Pareja Roblin, N. (2010). 21st century skills. Discussienota. Enschede; Universiteit Twente. http://www.kennisnet.nl/fileadmin/contentelementen/kennisnet/21st_century_skills/21_st_century_ skills__discussie_paperNL__def.pdf
7. Samenstelling consortium en inbedding - Benodigde expertise, rol van de verschillende personen, etc. - Inbedding van het onderzoek in een adequate onderzoekinfrastructuur - Ander verricht relevant onderzoek m.b.t. thematiek van dit programma, onderdeel van een onderzoeksprogramma, etc. (Gebruik voor de toelichting max. 500 woorden, vermeld a.u.b. word count) Naam, Ptitels
Universiteit/hogeschool/instelling
Prof. dr. Jan van Driel
ICLON, Universiteit Leiden
Dr. Nadira Saab
ICLON, Universiteit Leiden
Dr. Amanda Berry
ICLON, Universiteit Leiden
Kees van Ruitenbeek
Amsterdam International Community School
Jane Forrest
Rotterdam International Secondary School
David Butcher
International School of the Hague
Toelichting Van Driel is werkzaam als directeur van het ICLON, de academische lerarenopleiding van de Universiteit Leiden. Hij heeft veel ervaring met onderzoek naar professionalisering van docenten en heeft hier veelvuldig over gepubliceerd. Van Driel begeleidt momenteel 15 promovendi. Van Driel zal vanuit zijn expertise advies en sturing aan het onderzoek geven. Saab is in 2005 gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam (Instituut voor de Lerarenopleiding) op onderzoek naar samenwerkend leren in elektronische leeromgevingen. Van 2007 tot 2014 heeft zij gewerkt als universitair docent bij de afdeling Onderwijsstudies, Instituut Pedagogische Wetenschappen, Universiteit Leiden. Momenteel is zij als universitair docent werkzaam bij het ICLON, Universiteit Leiden. Zij is lerarenopleider en onderzoeker. Haar onderzoek is onder andere gericht op motivatie, inquiry based learning (ontdekkend leren), samenwerkend leren en professionalisering van docenten. Momenteel begeleidt zij vijf promovendi bij hun promotieonderzoek. Berry is sinds 2012 werkzaam bij het ICLON als Universitair Hoofddocent. Hiervoor werkte zij aan de Monash University in Australie. Zij is momenteel onderzoeker, lerarenopleider en coördinator van het WTP (World Teacher Program), waar studenten worden opgeleid om les te geven op tweetalige of internationale scholen. Haar onderzoek is gericht op de ontwikkeling van kennis van docenten. Berry heeft veel ervaring met het (samen)werken met docenten en onderzoekers in projecten gericht op de ontwikkeling van kennis en vaardigheden van docenten. Van Driel, Saab en Berry zullen het onderzoek, uitgevoerd door de postdoc en de docenten, begeleiden. Het onderzoeksprogramma van het ICLON getiteld ‘Teaching and Teacher learning’ is gericht op het overbruggen van de kloof tussen doceerpraktijk, lerarenopleiding en de professionele ontwikkeling van docenten. Het ICLON biedt bij uitstek een adequate onderzoekinfrastructuur voor dit onderzoeksvoorstel. Van Ruitenbeek, Forrest en Butcher zijn allen directeur van een internationale school en werken al een aantal jaar in nauw contact samen met het ICLON bij het opleiden van docenten binnen het Word Teacher Program.
10
Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
8. Past performance aanvragers - Maximaal vijf relevante (wetenschappelijke of niet-wetenschappelijke) publicaties van de aanvragers (ofwel van de persoon, ofwel van de instelling namens welke wordt ingediend) in de afgelopen vijf jaar Hoofdaanvrager Prof. dr. Jan van Driel Publicaties Auteur
Titel
Gepubliceerd in
Jaar, deel, nummer, uitgever
Janssen, F.J.J.M.,
How to make innovations
Teachers
Westbroek, H., Doyle,
practical?
College Record
Van Driel, J.H.,
Current trends and missing links in
Studies in
Meirink, J.A., Van
studies on teacher professional
Science
Veen, K. & Zwart, R.
development in science education:
Education
C.
A review of design features and
2013, 115, 7
W., & Van Driel, J.H. 2012, 48, 2
quality of research. Van Driel, J.H. &
Teacher Professional Development
Educational
Berry, A.
Focusing on Pedagogical Content
Researcher
2012, 41, 1
Knowledge. Visser-Wijnveen,
Relating academics’ various ways
Studies in
G.J., Van Driel, J.H.,
of integrating research and
Higher
Van der Rijst, R.M.,
teaching to their students’
Education
Verloop, N., & Visser
perceptions.
2012, 37, 2
A. De Putter-Smits, L.,
An analysis of teaching
International
Taconis, R., Jochems,
competence in science teachers
Journal of
W.M.G., & Van Driel,
involved in the design of context-
Science
J.H.
based curriculum materials.
Education
Titel
Gepubliceerd in
2012, 34, 5
Medeaanvrager dr. Nadira Saab Publicaties Auteur
Jaar, deel, nummer, uitgever
Saab, N. & Stengs, S.
Teachers who use Flipping
International
Classroom: Professional
Journal of
development, feelings of
Social Media
autonomy and TPACK.
and Interactive
In press
Learning environments Saab, N., Van
Support of the collaborative
Metacognition
Joolingen, W.R., &
inquiry learning process: Influence
and Learning
Van Hout-Wolters,
of support on task and team
B.H.A.M.
regulation
Saab, N.
Team regulation, regulation of
Metacognition
social activities or co-regulation:
and Learning
2012, 7
2012, 7
11
Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
Different labels for effective regulation of learning in CSCL Anjewierden, A.,
Examining the relation between
Computers and
Gijlers, H., Kolloffel,
domain-related communication
Education
B., Saab, N., & De
and collaborative inquiry learning
2011, 57
Hoog, R. Medeaanvrager Dr. Amanda Berry Publicaties Auteur
Titel
Gepubliceerd in
Jaar, deel, nummer, uitgever
Admiraal, W. & Berry
Video narratives to assess
Teachers and
In press, 22,
A.K.
student-teachers’ competence as
Teaching:
1
new teachers.
Theory and Practice
Van Driel, J.H., Berry,
Research on science teacher
Handbook of
2014,
A., & Meirink, J.
knowledge
research on
Routledge
science education Van Driel, J.H. &
Teacher Professional Development
Educational
Berry A.
Focusing on Pedagogical Content
Researcher
2012, 41, 1
Knowledge. Berry, A. & Van Driel,
Teaching about teaching science:
Journal of
J.H.
Aims, strategies and backgrounds
Teacher
of science teacher educators.
Education.
Smith, K.V.,
Developing Scientific Literacy in a
International
Loughran, J., Berry,
Primary School.
Journal of
A., &
Science
Dimitrakopoulos, C.
Education
2012, 64, 2
2012, 34, 1
(Deze tabel kan meerdere keren worden gekopieerd en ingevoegd, afhankelijk van het aantal medeaanvragers) 9. Planning -
Werkplan (planning en fasering; taakverdeling; projectmanagement) (400 woorden)
(max. 600 woorden, vermeld a.u.b. word count) Planning Het onderzoeksteam bestaat uit Van Driel, Saab, Berry, de nog aan te stellen postdoc en drie docentonderzoekers van de drie participerende scholen. De rol van Van Driel, Saab en Berry is het begeleiden en sturen van het onderzoek (projectmanagement). De postdoc zal samen met de docent-onderzoekers geassisteerd door een student-assistent het onderzoek vormgeven en uitvoeren. De drie docentonderzoekrs zullen ieder de leiding hebben over een professionaliseringsteam wat de professionalisering rond inquiry based teaching in de school zal vormgeven. De schoolleiding van de drie scholen faciliteren het onderzoek op de scholen en maken ook deel uit van de te onderzoeken populatie (zij zullen op een aantal moment worden geïnterviewd, zie Tabel 2). Het eerste half jaar zal worden gebruikt voor het opstarten van het onderzoek, de samenstelling van de professionaliseringsteams, het ontwikkelen van het instrumentarium en het ontwikkelen van observatieschema’s en interviews. In het daaropvolgende jaar zal de data verzameld worden. In de laatste paar maanden van de projecttijd zullen de gegevens
12
Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
verwerkt worden en zal kennisdisseminatie plaatsvinden. De docent-onderzoekers zullen samen met de onderzoekers schrijven aan wetenschappelijke artikelen en presentaties verzorgen op wetenschappelijke internationale congressen. In Tabel 2 wordt de planning van het onderzoek weergegeven. Tabel 2. Planning van het onderzoek September – december 2015
Januari – februari 2016
maart 2016 - februari 2017
Maart 2017
April 2017- augustus 2017
•
Startbijeenkomst onderzoekers, schoolleiding en docenten
•
Samenstelling professionaliseringsteams
•
Literatuuronderzoek
•
Ontwikkeling instrumentarium competentie Inquiry based teaching (onderzoekers en docenten)
•
Gereedmaken vragenlijst motivatie, self-efficacy, autonomiebeleving, leeractiviteiten (onderzoekers)
•
Ontwikkeling interviews schoolleiding (onderzoekers en docenten)
•
Ontwikkeling interviews docenten (onderzoekers en docenten)
•
Ontwikkeling observatieschema’s (onderzoekers en docenten)
•
Vragenlijst afnemen bij alle docenten (N=250) pre-test(onderzoekers)
•
Interviewen schoolleiding (onderzoekers)
•
3 Professionaliseringsteams onder leiding van de docentonderzoekers ontplooien en organiseren activiteiten voor de professionalisering van de docententeams
•
Vier keer in dit jaar hebben de docentonderzoekers van de verschillende scholen contact met elkaar om kennis en vaardigheden uit te wisselen en hierop te reflecteren
•
Observeren docenten van professionaliseringsteams (N=15) (onderzoekers)
•
Maandelijks interviewen van docenten van professionaliseringsteams (N=15) (onderzoekers)
•
Verwerken interviews en observaties, coderen (onderzoekers en docenten)
•
Vragenlijst afnemen bij alle docenten (N=250) post-test (onderzoekers)
•
Interviewen schoolleiding (onderzoekers)
•
Verwerken interviews (rapport schrijven)
•
Verwerken gegevens vragenlijsten (rapport schrijven)
•
Organiseren seminar
13
Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
•
Verslag inleveren bij NRO
•
Schrijven van papers voor Earli conferentie 2017
•
Ontwikkelen van cursus voor docenten
•
Persbericht en een journalistiek artikel schrijven voor praktijktijdschriften zoals Didactief, 4W van Kennisnet en Het Onderwijsblad
•
Schrijven van wetenschappelijk artikelen (2) voor open access internationaal peer reviewed tijdschriften.
10. Kennisbenutting -
Communicatie- en disseminatieplan (benutting en verspreiding van kennis richting beleid en praktijk)
(max. 500 woorden, vermeld a.u.b. word count) (263 woorden) Kennisdisseminatie De kennisdisseminatie is opgezet vanuit twee perspectieven, inhoud gecombineerd met professionele ontwikkeling: inquiry based teaching en voorwaarden voor effectieve kennisdeling en teamleren binnen een heterogeen docententeam. Beide onderwerpen zijn relevant voor docenten en schoolleiding van zowel Nederlandse en internationale scholen.
In Nederland zal er een seminar voor belanghebbenden (onderzoekers, scholen, docenten, schoolleiding) worden georganiseerd. Ook zal er een cursus ‘Delen van kennis rond Inquiry based teaching’ voor docenten van scholen in Nederland worden georganiseerd. Deze cursus zal betrekking hebben op de leeractiviteiten die de docenten zelf kunnen ontplooien rond het thema inquiry based teaching. Deze cursus zal ontwikkeld worden door de onderzoekers samen met de drie docent-onderzoekers van de participerende scholen en experts op het gebied van inquiry based teaching en professionele ontwikkeling van en door docenten. Verder zullen de drie docentonderzoekers samen met onderzoekers de onderzoeksresultaten presenteren op binnenlandse en internationale wetenschappelijke congressen. Ook zullen er voor vakbladen en peer reviewed internationale tijdschriften artikelen worden geschreven. De volgende producten worden opgeleverd: • Voorwaarden voor effectieve kennisdeling binnen docententeams in de vorm van een brochure
•
Cursus
‘Delen van kennis rond Inquiry based teaching’ voor docenten in Nederland
De volgende activiteiten worden ondernemen om de verkregen kennis breed te benutten: • Schrijven van een paper voor de EARLI conferentie 2017.
• Verzorgen van workshops en/of presentatie op bijeenkomst van VELON en De OnderwijsResearchdagen.
• Verzorgen van seminar over effectief delen van kennis rond inquiry based teaching voor docenten, schoolleiders, onderzoekers en andere belanghebbenden.
• Schrijven van wetenschappelijk artikel voor twee open access internationaal peer reviewed tijdschriften.
• Schrijven van een of meerdere artikelen voor vakbladen (bijv. Didactief of Het Onderwijsblad).
14
Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
11. Gevraagde subsidie 11.1 Begroting Het maximale budget voor projecten binnen de verschillende thema’s is: 1. De rol van docenten met onderzoekservaring in de praktijk:
€ 200.000
2. Professionalisering vanuit het perspectief van docenten en van de school:
€ 300.000
3. Status en imago van leraren:
€ 200.000
4. Onderzoek naar aanleiding van TALIS 2013:
€ 50.000
Bij personeel onder de vaste tariefstelling zijn de meest recente VSNU salaristabellen van toepassing. Deze plus de overige richtlijnen voor wat kan worden aangevraagd zijn aangegeven in de programmabrochure.
Personeel Personeel onder vaste tariefstelling Type personeel Jr. WP (o.a. AiO) Sr. WP (Postdoc) Sr. WP (UD)
Naam (indien bekend)
Fte
Inschaling jaar (1 t/m 8)*
Aantal maanden
Bedrag in €
1 postdoc Mw. Dr. Nadira Saab
1 0,1
1 1
24 24
133.537,13.353,-
Aantal werkdagen
Bedrag in €
37 10
22.496,7.840,-
Aantal werkdagen
Bedrag in €
210
112.560,-
NWP MBO NWP HBO NWP Academisch Personeel onder vrije tariefstelling Type personeel Naam (indien bekend) (Functie zelf invullen) UHD Hoogleraar
Mw. Dr. A. Berry Dhr. Prof. dr. J.H. van Driel
Personeel aan onderwijsinstelling Functie Naam (indien bekend) Directie Projectleiders/docentonderzoekers 3 docenten bij onderwijsinstelling Secretariaat/OOP
3 docent-onderzoekers part-time 2 jaar € 67 p/u
Dagtarief 608 784
Dagtarief
536
Totaalbedrag personeel:
276.433,-
Materieel** Beschrijving
Twee publicaties in open acces tijdschrift Verzorgen seminar Ontwikkelen en verzorgen Cursus ‘Delen van kennis rond Inquiry based
Bedrag in € 4.000,1.000,3.000,-
15
Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
teaching’, drie bijeenkomsten met drie keynote speakers, € 1000,- per bijeenkomst Ontwikkelen en drukken vragenlijst Studentassistent (12 maanden SA4, 4 uur per week)
2.000,4.021,-
Reiskosten
2.000,-
Congreskosten postdoc, twee internationale congressen
2.400,-
Congreskosten drie docenten, internationaal congres
3.600,-
Ontwikkeling en publicatie brochure
1000,-
Totaalbedrag materieel:
23.021,299.454,-
Totaalbedrag: * Indien u meer ervaren personeelsleden wilt inschalen in een hoger salarisjaar, overeenkomstig met het aantal dienstjaren/jaren ervaring, geef dan in deze kolom het salarisjaar (1 t/m 8) aan en motiveer bij onderstaande vraag. ** minimaal 5% van het totale budget moet besteed worden aan kennisbenutting
11.2 Motivatie van de aangevraagde kosten Gedetailleerde toelichting op en motivatie voor het aangevraagde personeel De uitgave voor personele kosten betreffen de bekostiging van een postdoc en drie docent-onderzoekers van de participerende scholen voor het vormgeven van het onderzoek, de dataverzameling, data-analyse en rapportage van onderzoeksresultaten. De drie docent-onderzoekers zijn tevens de leiders van de professionaliseringsteams. De opzet en supervisie van het onderzoek vindt plaats door de hoofdonderzoekers, Van Driel, Berry en Saab.
Gedetailleerde toelichting op en motivatie voor de aangevraagde materiële kosten De materiele kosten betreffen kosten voor twee publicaties in internationaal wetenschappelijk open access tijdschriften. Daarnaast wordt een seminar georganiseerd over de professionele ontwikkeling van docenten door hen vormgegeven rond het thema inquiry based teaching voor docenten, onderzoekers en andere belanghebbenden. Hiervoor zal een zaal gehuurd worden, een keynotespeaker worden uitgenodigd en de catering verzorgd worden. Er zullen vragenlijsten ontwikkeld worden die automatisch kunnen worden ingelezen en verwerkt. De kosten hiervoor zijn interne kosten die het ICLON berekend voor projecten van de Universiteit Leiden. Er zal een brochure ontwikkeld worden waarin de uitkomsten van het onderzoek en gevonden voorwaarden voor effectieve professionele ontwikkeling van docenten worden beschreven. Deze brochure zal naar scholen worden gestuurd en verspreid worden op evenementen als VELON en de OnderwijsResearchDagen. Een studentassistent (vierde studiejaar) zal gedurende 12 maanden voor 4 uur per week helpen met de dataverzameling en verwerking, startend een half jaar na de start van het project. De studentassistent en de postdoc zullen docenten observeren en interviewen en schoolleiding interviewen, hiervoor worden reiskosten gerekend. De postdoc zal op twee internationale congressen (zoals de EARLI en de AERA) twee verschillende papers presenteren. De docent-onderzoekers zullen, onder begeleiding van de onderzoekers, ieder een paper schrijven en deze presenteren op internationale wetenschappelijke congressen. De posten die betrekking hebben op het publiceren, congresbezoek, organiseren van seminar en cursus en publicatie van brochure hebben betrekking op kennisbenutting (5 % van de totale subsidie).
16
Aanvraagformulier voor Lerarenagenda 2013-2020
12. Wetenschappelijke integriteit Bij het indienen van dit document verklaar ik te voldoen aan de nationaal en internationaal aanvaarde normen van wetenschappelijk handelen zoals neergelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2012 (VSNU). Ondertekening namens de hoofdaanvrager Naam: Jan van Driel
Plaats: Leiden
Datum: 10 februari 2015
Het formulier kan tot en met dinsdag 10 februari vóór 14.00 uur via het Iris-account van de hoofdaanvrager worden ingediend (in pdf-formaat)
17