POST HBO-‐OPLEIDING EIGEN KRACHT
SOCIAAL WERK IN GEZINNEN EN WIJKEN OPLOSSINGS-‐, ERVARINGS-‐ EN SYSTEEMGERICHT
OP“EIGEN
EMPOWERMENT VAN CLIËNT EN HULPVERLENER UITGANGSPUNTEN Wmo, Welzijn nieuwe Stijl, Eropaf, Eigen Kracht, Burgerkracht: de ontwikkelingen gaan razendsnel. Zij vragen een heroriëntatie op het vak en stellen nieuwe eisen aan de werker. Veel werkers maken zich hierover zorgen. Wij geloven dat het MW al veel in huis heeft om aan die nieuwe uitdaging te beantwoorden. Als het maatschappelijk werk iets kan, dan is het wel verbindingen leggen met mensen uit lagere sociale klassen die in praktische en/of psychosociale problemen zijn geraakt. Zij reageert daarop met een integraal aanbod van informatie en advies en van materiële en immateriële hulp op maat. Het MW heeft een sociale vangnet functie en is lokaal en breed geworteld in de samenleving. Het is juist de praktische hulp-‐ en dienstverlening gecombineerd met de begeleiding van de persoonlijke en sociale oorzaken en gevolgen van de alledaagse problemen die de doelgroep aanspreekt. Wordt alleen het psychische deel besproken, dan laten we hen in de steek; wordt alleen het praktische besproken, dan doen we hen tekort. Het is deze Eigen Kracht van de werksoort die de basis en het uitgangspunt is van deze opleiding. Een van de reden van onze effectiviteit en van de waardering van onze cliënten is de manier waarop we met hen werken. Persoonlijk, betrokken, professioneel nabij, gericht op de hier en nu interactie rondom concrete, alledaagse problemen , met respect voor wie de cliënt is en als doel dat hij zichzelf verder kan helpen kenmerken die. De persoonlijke verdieping van die houdingsaspecten is een van de kernen van deze opleiding. Het gaat ons in deze opleiding om uitbreiding, verdieping van wat goed gaat en effectief is gebleken in het MW en vernieuwing van wat niet goed gaat en beter kan. We onderzoeken typische maatschappelijk werk oplossingen voor de nieuwe opdrachten die de WMO en Welzijn nieuwe Stijl aan ons stellen. Deze opleiding geeft de cursist inzichten en vooral praktische handvaten in handen om de vernieuwingen te integreren en mee te helpen vorm te geven.
INHOUD
In de opleiding staan twee belangrijke, recente ontwikkelingen centraal. Ten eerste de nieuwste inzichten in Wat Werkt? (1) in de werkzame bestanddelen van de hulpverlening. Aan het eind van de opleiding weet de cursist wat die inhouden en kan hij die processen effectief hanteren. Daardoor kan hij zijn hulp-‐ en dienstverlening aanzienlijk verbeteren. Ten tweede de recente maatschappelijke veranderingen van de welzijnssector, hier samengevat als het Nieuwe Welzijn. Aan het eind van de opleiding heeft de cursist een gedegen inzicht in die ontwikkelingen en wat die betekenen voor de dagelijkse praktijk van het werk. En hoe hij daar als MW-‐er zijn eigen positie in kan innemen. (1) Zie; S. de Vries; Wat Werkt. De kern en kracht van het Maatschappelijk werk SWP (2007)
THEMA’S Het Wat Werkt onderdeel heeft thema’s als; empowerment, de eigen kracht van de cliënt, het aangaan en onderhouden van een persoonlijke werkrelatie, een oplossingsgerichte, motiverende communicatie, het werken met hoop en positieve verwachtingen, het meten van vorderingen en het evalueren van het resultaat. Het onderdeel Nieuwe Welzijn kent onderwerpen als: generalistisch , outreachend, eropaf werken, werken met vrijwilligers en mantelzorgers, werken in opdracht van derden, werken met kinderen, adolescenten Vooral het werken in systemen zoals (multiprobleem) gezinnen en mantelzorgnetwerken, maar ook in professionele netwerken zal veel aandacht krijgen. Daarnaast het combineren van en praktische, concrete hulp met psychosociale hulp. Als derde onderdeel is er de persoonlijke ontwikkeling van de hulpverlener. Zowel aan zijn houding, aan zijn manier waarop hij (werk)relaties aangaat wordt veel aandacht besteed, zowel qua inzicht als qua vaardigheden. Daarom is er een leertherapeutisch onderdeel waarin de cursist op zoek gaat naar zijn sterke en zwakke kanten, hoe die een rol spelen in zijn werk (en leven) en hoe hij zich daarin kan ontwikkelen. Per bijeenkomst zullen deze thema’s zowel theoretisch als praktisch aan bod komen.
WERKWIJZEN
Het is vooral een praktische opleiding en daarom ligt de nadruk op ervaringsgericht leren en op leren van en met elkaar. De opleidingsgroep functioneert als een Community of practice: live supervisies, video-‐analyse, casusbesprekingen en rollenspellen zijn naast praktische vaardigheidsoefeningen de belangrijkste leermethoden. Ook leren de cursisten hoe collegiale consulten te geven en intervisies te begeleiden. In de intervisie bijeenkomsten die de gehele opleiding door plaatsvinden leren de cursisten vooral door en van elkaar.
DOEL
De opleiding leidt MW-‐ers op tot breed inzetbare generalisten die in het besef van hun eigen kracht werken met de aan het maatschappelijk werk eigen werkprincipes, voor en met doelgroepen die maatschappelijk in het gedrang zijn. Deze tweede fase opleiding wil de student met inzichten en methodische handvatten toe-‐ rusten om de nieuwe methodische aspecten, waar de huidige inhoudelijke en maat-‐ schappelijke ontwikkelingen om vragen, te integreren tot een persoonlijke werkwijze. Deze opleiding bouwt voort op de aanwezige competenties en ervaring om zo een vernieuwing en verdieping van de eigen werkwijze te verkrijgen. De afgestudeerde zal in staat zijn daarmee een bijdrage te leveren aan de inhoudelijke en praktijkgerichte verbetering van het maatschappelijk werk en met name de psychosociale hulpverlening en zo bijdragen aan practice based beroepsinnovatie.
VOOR WIE? De opleiding is bedoeld voor uitvoerend maatschappelijk werkers, die werkzaam zijn in het algemeen maatschappelijk werk, school maatschappelijk werk, de jeugdhulpverlening medisch maatschappelijk werk, bedrijfsmaatschappelijk werk, de verslavingszorg, de reclas-‐ sering, (verstandelijk) gehandicaptenzorg, het vluchtelingenwerk, pastoraal werk en thuis-‐ lozenzorg. En voor al die werkers die hun vakbekwaamheid willen vernieuwen zodat ze adequaat kunnen werken in het kader van de nieuwe ontwikkelingen.
METHODISCHE INNOVATIE
Hoewel deze opleiding geen pure methodiektraining inhoudt heeft hij als basis twee, in het maatschappelijk werk ontwikkelde basismethoden die goed aansluiten bij de Common factors en het beroepsprofiel. De Ervaringsgerichte Psychosociale Hulpverlening (EPT) (2) welke goed omschreven methodische richtlijnen geeft voor het aangaan en onderhouden van een authentieke werkrelatie en het bespreekbaar maken van de obstakels en dilemma’s in de hulpverlening. Dat doet zij ook waar het het innemen van een persoonlijk en professioneel standpunt betreft, in de hulpverlening zelf als ook in professionele netwerken. De EPT geeft goede richtlijnen om de eigen kracht van de hulpverlener te ontwikkelen. Tenslotte beschrijft de EPT een systeemgerichte manier van werken wat een noodzaak is in het nieuwe welzijn. De Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie (KOT) (3) is de beste methodische vertaling van het Eigen Kracht principe. Deze in vele opzichten vernieuwende methode is bij veel doelgroepen en probleemgebieden inzetbaar en is een kortdurende lichte vorm van hulpverlenen en daardoor bij uitstek geschikt voor het MW. In de opleiding zullen docenten en studenten op een onderzoekende manier bezig zijn om de oplossingsgerichte principes toe te passen in werkvormen (bijvoorbeeld groepswerk) en bij doelgroepen (bijvoorbeeld Multi probleemgezinnen) waar deze nog niet goed beschreven zijn. De uit deze stroming voortgekomen methoden als Signs of safety voor gecompliceerde gevallen als huiselijk geweld en Kids’ Skills voor een systeemgerichte hulp aan kinderen vormen onderdeel van deze opleiding. Ook daarin valt er voor de toepassing in de Nederlandse situatie nog veel te ontdekken en methodisch vorm te geven. De integratie van de EPT en zijn meer optredende hulpverlenerspositie met de KOT en zijn meer terugtredende hulpverlenerspositie roept een spannende mogelijkheid tot gezamen-‐ lijke reflectie op wat, hoe, wanneer, bij wie werkt (4). Het kan innovatief werken naar beide methoden. De integratie van deze twee methoden en de werkzame elementen uit enkele anderen zullen geïntegreerd worden in het methodisch handelen in specifieke toepassingsgebieden zoals het outreachend werken, het werken met Multi probleemgezinnen, de gedwongen hulpverlening, het werken in opdracht en het leidinggeven als wijkcoach, gezinscoach of case-‐manager. (2) Zie; R. Bouwkamp, S. de Vries; Handboek Psychosociale Therapie De Tijdstroom 1992 (3) Zie; P. de Jong, I.K. Berg; De kracht van oplossingen. Harcourt 2004 (4) Sjef de Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening, Bohn Stafleu van Lochem, 2010, Houten
EINDTERMEN De opleiding is bedoeld voor hulpverleners die hun competenties als professioneel werker met individuen en hun sociale context willen vergroten en die daarnaast een bijdrage willen leveren aan het in gang zetten van de ontwikkeling en toepassing van nieuwe methodische werkwijzen, die zich richten op het verbeteren van de effectiviteit van het sociaal werk en daardoor een beter antwoord geven op de huidige maatschappelijke opdracht zoals die o.a. in WNS naar voren komt. De doelstellingen en eindtermen sluiten direct aan bij het com-‐ petentieprofiel van de MW-‐ers (1). Aan het eind van de opleiding is de cursist in staat om: Eigen Kracht: Werken met Wat Werkt De cliënt De hulpverlener is in staat om: o Zijn cliënten en hun context te empoweren d.w.z. de eigen krachten die binnen het systeem aanwezig zijn te ontdekken, te versterken en uit te breiden. En wanneer gewenst nieuwe vaardigheden aan te brengen. o Zijn cliënten en hun context in staat te stellen om de eigen veranderingsdoelen en manieren van veranderen vorm te geven. o Een werkrelatie aan te gaan die past bij de persoon en zijn waarden en bij de fase van veranderingsbereidheid. De hulpverlener De hulpverlener is in staat om: o Diverse methodische vaardigheden te integreren in een persoonlijke werkwijze waar-‐ in hij gelooft dat deze effectief is. o Cliënten respectvol, persoonlijk en betrokken tegemoet te treden. o De stappen die hij neemt, de dilemma’s die hij heeft in een open dialoog met de cliënt te bespreken. o Een professionele en persoonlijke positie in te nemen in gecompliceerde interacties (met collega’s en met cliënten). o Zijn geloof in de verandermogelijkheden (hoe klein ook) van de cliënt over te brengen en een hoopvol perspectief aan te brengen. o Zelfvertrouwen en hoop bij de cliënt wakker te roepen door nauwkeurig de vooruit-‐ gang te monitoren. De werkrelatie De hulpverlener is in staat om: o Een werkrelatie aan te gaan die past bij de persoon en zijn waarden van hemzelf en van de cliënt. o De doelen van de cliënt centraal te stellen evenals de stappen die hij wenst te nemen. o Tot overeenstemming te komen over de doelen en de taken van de hulpverlening als deze niet (geheel) overeenkomen met die van de cliënt. o Met een verscheidenheid aan werkrelaties om te gaan aangepast bij cliënten, hulp-‐ vragen en interventies (dienst-‐, hulpverlening, begeleiding vrijwilligers etc.).
Methodisch handelen. De hulpverlener is in staat om: o Zijn werkwijze methodisch te structureren. o De methodische interventies die hij gebruikt uit te voeren zoals bedoeld. o Methodisch te reflecteren op wat werkt in de casus en wat niet. o Methodische interventies af te stemmen op de mogelijkheden van de cliënt. o Het effect van zijn hulp systematisch door de cliënt te laten evalueren en met hem te bespreken. o Integraal te werken d.w.z. dienstverlening, hulpverlening, opbouwwerkgerichte en contextgerichte interventies te integreren en af te stemmen op de cliënt. Te werken in het kader van Welzijn Nieuwe Stijl De hulpverlener is in staat om: o Outreachend te werken. o Te werken in het kader van een gedwongen hulpverlening. o Systeemgericht te werken. o Cliënten en cliëntsystemen in verbinding te brengen met de directe social support. o Hulp-‐ en dienstverlening te integreren met opbouwwerk gerichte activiteiten. o Hulpverleningsinterventies te combineren met opbouwwerk gerichte interventies of tenminste zo samen te werken met collega’s dat die combinatie tot stand komt. o Constructief samen te werken in professionele netwerken. o Samen te werken met vrijwilligers, mantelzorgers en hun organisaties en deze eventueel vraaggerichte te ondersteunen. o Volgens het stepped care principe te werken: lichte hulpverleningsinterventies voordat gespecialiseerde hulp wordt ingeroepen. Te werken aan professionalisering van het beroep De hupverlener is in staat: o Zijn nieuw verworven inzichten en vaardigheden over te dragen aan collega’s in zijn huidige werksituatie. o Zich met zijn nieuw verworven inzichten en vaardigheden te profileren als effectief generalist vooral t.o.v. opdrachtgevers en netwerkprofessionals (gebrekkige profi-‐ lering wordt hier gezien als een lacune in de beroepsuitoefening).
OPZET
Een leidraad in onze opleiding is dat het beter is om weinig goed te weten en te kunnen dan veel oppervlakkig. Dat weinige moet dan wel essentieel zijn. De opleiding streeft dus bewust een beperking van thema’s en onderwerpen na. Opbouw De opleiding is opgebouwd uit 4 modules: o De Leertherapiemodule waarin naast kennismaking met de leergroep men zijn persoonlijke leerdoelen voor de opleiding formuleert en het wezenskwadranten-‐ traject opstart. Ook de persoonlijk evaluaties en het reflecteren op de groeps-‐ deelname behoren hiertoe.
o De Wat Werkt module waarin men systematisch de belangrijkste facetten en proces-‐ sen in het werken met de vijf factoren bestudeert, doorwerkt en praktisch oefent. o De Eigen Kracht module waarin men op basis van wat men geleerd heeft over Wat Werkt, de methodische opgaven voor het werken aan Eigen Kracht en in het kader van het nieuwe welzijn bestudeert en oefent. De nadruk zal liggen op integrale en lichte vormen van oplossingsgerichte hulp en op outreachend werken, werken met Multi probleemgezinnen, het betrekken van de hulpbronnen uit de sociale context en het constructief samenwerken in professionele netwerken. o De Afstudeermodule. Deze module omvat niet alleen de eindtoets: het eindverslag en de peer-‐review daarvan, maar ook de professionele evaluatie aan het eind van het eerste jaar en het bijstellen van de leerdoelen aan het begin van het tweede jaar.
Structuur Het eerste jaar, dat ook als zelfstandig jaar gevolgd kan worden en bevat de basis ingrediënten: leren werken met wat werkt, leren werken met de eigen kracht van cliënt(systemen) en outreachend werken. Het tweede jaar verbreedt en verdiept de stof: de eigen kracht van specifieke doelgroepen, Multi probleemgezinnen, leren werken met de breder sociale context, werken in netwerken, etc. Elk jaar kent 10 maandelijkse, tweedaagse bijeenkomsten. Deze spreiding is er om een goede balans te creëren tussen continuïteit en intensiteit en om de studenten de kans te geven het geleerde in de dagelijkse praktijk van hun werk uit te proberen en te integreren. Elke bijeenkomst is onderdeel van een module en heeft een daarop betrekking hebbend (sub)thema. Theorie en praktische vaardigheidstrainingen zijn daarop afgestemd. Elke opleidingsdag bevat zo een mix van theorie, supervisie, vaardigheidstraining en leer-‐ therapeutische elementen. Op die manier kan de theorie direct praktisch worden toegepast en kunnen eventuele persoonlijke obstakels in het professionele handelen opgepakt worden. Tussen de bijeenkomsten komen de groepsleden tenminste 8 maal in (regionale) intervisie-‐ groepen bij elkaar om zonder begeleiding aan de verwerking en integratie te werken. De opleidingsgroep: een Community of practice De opleidingsgroep biedt de veiligheid om al experimenterend en ervaringsgericht van de eigen en elkaar successen en fouten te leren. Supervisie, rollenspelen, oefenen als consultant voor (werk)problemen van collega’s zijn de ervaringsgerichte manieren van leren die we gebruiken. De sfeer en de werkrelaties in de groep hebben dezelfde open, doelgerichte en betrokken kwaliteit als die wij praktiseren in onze hulpverlening en andere professionele contacten, Vanuit respect en vanuit gelijkwaardigheid zijn wij op zoek naar zowel autonomie als naar verbondenheid. Deze positieve, constructieve en taakgerichte sfeer bereiken we door persoonlijk en open te zijn over onszelf en persoonlijk en rechtstreeks te reageren op onze medecursisten. Door als opleiders zo te werk te gaan stimuleren wij de studenten om ook op die manier met ons en met elkaar om te gaan. Zo
ontstaat er ruimte voor ieder om zijn eigen, unieke leertraject te volgen. Door het werken met deze houding en de veelvuldige en intensieve inbreng van praktijkervaringen is er sprake van een sociaal leerklimaat waarin spontane leerprocessen ontstaan, kortom van een “Community of practice”.
Gelaagde leermogelijkheden In de opleiding komen een variëteit van ervaringsgerichte en reflectieve leermogelijkheden voor die in vorm en intensiteit verschillen en daardoor de student de mogelijkheid geven om op verschillende manieren leerervaringen op te doen. De ervaringsgerichte werkwijze wil zeggen dat er uitgaande van concrete casussen op praktische wijze wordt geoefend, op deze manier doen de cursisten zo ter plekke ervaringen op en ontwikkelen vaardigheden in het op een persoonlijke en effectieve manier hulpverlenen. Steeds weer blijkt dat het geleerde hierdoor direct toepasbaar is in de dagelijkse praktijk. De leervormen die worden gehanteerd zijn: -‐ Live supervisie -‐ Praktische vaardigheidsoefening via casusinbreng -‐ Bestuderen en bespreken van theorie -‐ Persoonlijke integratie van inzichten en vaardigheden -‐ Videoanalyses -‐ Leertherapeutisch reflecties -‐ Terugkoppelen van de tussentijdse praktijkervaring
Leren door en van elkaar De opleidingsgroep vormt een collegiale leergroep. De cursisten zijn betrokken op en mede verantwoordelijk voor elkaars persoonlijke en professionele leerproces. In de intervisie-‐ groepen die zowel tijdens en tussen de bijeenkomsten bij elkaar komen wordt die betrokkenheid in praktijk gebracht. Het is vooral de persoonlijke interactie en feedback op hoe men in de (intervisie)groep in persoonlijke en werkrelaties handelt dat een rijke “in vivo” bron van inter-‐persoonlijke leertherapeutische leermomenten oplevert. Structurele integratie Deze onderdelen worden in de opleiding geïntegreerd. Iedere bijeenkomst bestaat uit supervisie, leertherapie, praktische vaardigheidstraining, theorie Tijdens de tweedaagse komen daar een begeleide groepsopdracht “praktijk/theorie integratie” bij. Hierdoor kan theorie direct worden uitgeprobeerd in bijvoorbeeld een rollenspel. En kan bijvoorbeeld een persoonlijk obstakel, naar voren gekomen in een supervisie een leertherapeutisch gesprek worden doorgewerkt. Aan de vooruitgang t.a.v. de diverse vaardigheden zowel als de individuele, inter-‐persoonlijke en groepsprocessen wordt continue aandacht gegeven bijvoorbeeld door de uitgebreide nabesprekingen van de diverse activiteiten. Omvang Het eerste jaar, het Basisjaar bestaat uit 20 opleidingsdagen die maandelijks in de vorm van tweedaagsen op vrijdag en zaterdag gegeven worden. Daarnaast zijn er 8 intervisie bijeenkomsten van tweeënhalf uur en een apart leertherapeutisch traject van 5 uur. De totale studiebelasting bedraagt 314 uur waarvan 165 contacturen.
Het tweede jaar bestaat eveneens uit 20 opleidingsdagen verdeeld over 10 tweedaagsen. Ook zijn er de 8 intervisiebijeenkomsten. Er wordt afgesloten met een Eindverslag. De tijd-‐ investering voor zelfstudie, maken van verslagen en evaluatie e.d. wordt geschat op twee tot drie uur per week. De uren zijn per jaar ongeveer als volgt over de verschillende onderdelen van de opleiding verdeeld: Vaardigheidstraining 75 uur Supervisie 40 uur Leertherapie 15 uur Theoriebespreking 30 uur Intervisie 20 uur Literatuurstudie 80 uur Huiswerk, evaluaties e.d. 49 uur Eindverslag (2e jaar) 60 uur Opmerking cursist: “Deze opleiding
PRAKTISCHE REGELINGEN
versterkt je carrière positie.”
Intakeprocedure Om toegelaten te kunnen worden tot de opleiding dient de student minimaal in het bezit te zijn van een diploma van een HBO-‐opleiding. Tevens dient de student tenminste 2 jaar werkervaring te hebben in een beroepspraktijk, waar hij daadwerkelijk met cliënten (systemen) werkt. Wanneer de student een deeltijd HBO-‐opleiding op initieel niveau heeft gevolgd, geldt een werkervaring van 1 jaar na het behalen van hun HBO-‐opleiding. Het is van belang dat de kandidaat tijdens de opleiding (on)bezoldigd werkt met cliënten(systemen). In enkele gevallen kan in overleg met het NMW een uitzondering hierop worden gemaakt (bijv. bij een MBO-‐diploma), dit is afhankelijk van werkervaring, werksituatie, persoonlijke mogelijkheden, motivatie, etc. Toelatingsprocedure De toelating gebeurt via een aanmeldingsformulier waarin gevraagd wordt naar opleiding, werkervaring en een motivering waarom men deel wil nemen en met welk persoonlijk en professioneel leerdoel. De aanvraag is definitief na overmaking van € 35,-‐ inschrijfgeld. De staf van het NMW beoordeelt, eventueel na een persoonlijk intakegesprek, of toelating mogelijk is. Het oordeel van de staf is beslissend. De kandidaat ontvangt binnen een maand bericht of hij toegelaten is. De inschrijving is definitief na overmaking van € 1250,-‐ aanbetaling. Inschrijven kan tot 1 september 2014. Tot een maand voor de start van de opleiding vindt restitutie van de aanbetaling plaats, daarna niet meer.
Kosten De kosten voor de opleiding bedragen € 2375,-‐ per jaar, exclusief aan te schaffen literatuur circa € 150,-‐ en exclusief verblijfskosten (o.b.v. volledige verzorging voor een 2-‐daagse zonder overnachting circa € 65,-‐ en met overnachting circa € 130,-‐. Voor aanvang van ieder cursusjaar moet € 1250,-‐ voldaan zijn. Het resterende bedrag dient voor 15 februari van het daarop volgende jaar voldaan zijn. Eventueel in overleg kan een gespreide betalingsregeling overeengekomen worden. Groepsgrootte De groep bestaat uit minimaal 12 en maximaal 22 personen. Plaats De bijeenkomsten vinden plaats in Beekbergen. Opmerking cursist: “Deze opleiding maakt waar wat hij belooft.” Open dag en start 23 mei 2014 van 10.00 – 15.00 uur. Kosten € 25,-‐ incl. lunch. Aanmelden kan per mail:
[email protected] of tel: 0495 – 450667. De opleiding start in september 2014. Diploma, erkenning en kwaliteitswaarborg De opleiding is Post HBO erkend door het CPION en gewaardeerd door het BAMw met 26,65 registerpunten voor het opleidingstraject. De cursisten die aan de opleidingseisen hebben voldaan ontvangen naast het diploma Maatschappelijk Werker Nieuwe Stijl van het NMW tevens een Post HBO diploma. Het eerste jaar (basisjaar) kan apart worden gevolgd en indien voldaan aan de opleidings-‐ eisen worden afgesloten met een NMW certificaat. Het NMW is lid van NRTO en CRKBO geregistreerd (BTW vrijstelling).
DE DOCENTEN José Bijker (1956). Docent/trainer NMW en aan de Post HBO erkende opleiding van het Kempler Instituut Nederland; maatschappelijk werker, (VO diploma) relatie-‐ en gezins-‐ therapeut, supervisor en gezinstherapeut heeft veel affiniteit en een zeer ruime ervaring met Multi probleemgezinnen, risico-‐jongeren met meervoudige problematiek en hun gezinnen zowel in uitvoerend als in netwerkgericht werken met allerlei disciplines zoals o.a. onderwijs, politie, jongerenwerk en jeugdhulpverlening. Zij volgde een intensieve training in de Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie. Daarnaast heeft zij veel ervaring opgedaan met relatie therapie en ontrouw binnen de relatie.
Sjef de Vries (1944). Docent/trainer NMW, studeerde af als Andragoog en werkte 12 jaar als studentenpsycholoog aan de Katholieke universiteit van Nijmegen. In 1980 richtte hij samen met Walter Kempler, Roel en Sonja Bouwkamp het Kempler Instituut Nederland op. Sinds-‐ dien geeft hij opleidingen en trainingen in binnen-‐ en buitenland (België, Slovenië, Kroatië, Bosnië, Noorwegen, Hongarije). Hij was erkend Gestalttherapeut (EAGT) en volgde de 4-‐ jarige opleiding Experientiéle Gezinstherapie bij Walter Kempler en door hem erkend als therapeut/supervisor/trainer. Van 1987 tot 1990 gaf hij, samen met Roel Bouwkamp leiding aan het landelijke JOINT/NIZW project “Nascholing Maatschappelijk Werk: Psychosociale Hulpverlening”. Van 1980 tot 2005 was hij directielid en opleider van het Kempler Instituut Nederland en gaf vele nascholingen in de Ervaringsgerichte Hulpverlening. Vanaf 1993 was hij actief betrokken in de vluchtelingenhulpverlening in de landen van Ex-‐Joegoslavië. Hij is gecertificeerd master in Solution Focused Therapy en geeft de laatste jaren trainingen om de mogelijkheden van de Oplossingsgerichte manier van werken een plaats te geven in het maatschappelijk werk. In 2005 richtte hij het Nascholingscentrum Maatschappelijk Werk (NMW) op. Hij is (co) auteur van een tiental boeken waaronder Basismethodiek Psycho-‐ sociale hulpverlening (2009) en het spraakmakende Wat Werkt? De kern en kracht van het MW. (2007). Recentelijk publiceerde hij het Eropaf …en dan? (2012), een genuanceerde kritiek op het nieuwe welzijn. Daarnaast publiceerde een dertigtal artikelen in (inter) nationale vaktijdschriften.
Mary de Vries (1947). Docent /Supervisor/Coach aan de Hogeschool Arnhem – Nijmegen (HAN) Faculteit gezondheid, gedrag en maatschappij, afdeling verpleegkunde. Zij gaf ruim 40 jaar les in sociale vaardigheden, attitudevorming en oplossingsgericht werken aan o.a. SPV-‐ ers en wijkverpleegkundigen. De laatste jaren coachte zij haar collega’s door middel van het Wezenskwadrantentraject.
Jo Janssen (1956). Docent/trainer NMW, maatschappelijk werker (VO diploma) is sinds 1977 werkzaam als hulpverlener in diverse functies in de gezondheidszorg. Zijn interesse gaat bovenal uit naar psychosociale problematiek van individuen, relaties en gezinnen. Hij is als psychosociaal therapeut in de eerste en tweede lijn van de gezondheidszorg actief en zet zich in voor een integrale benadering van psychosociale problemen van cliënten. Hij is Multi-‐ methodisch geschoold maar zijn benaderingswijze wordt gekenmerkt door een combinatie van Ervaringsgerichte Psychosociale-‐ en Oplossingsgerichte therapie. Jo Janssen is gespecia-‐ liseerd in het begeleiden van verwerkings-‐ processen rondom verlies, rouw en trauma en in het helpen bij partnerrelatieproblemen. Hij volgde een intensieve training in de Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie. Daarnaast is hij recensent van vakliteratuur en columnist. Bij het NMW is hij opleider in korte oplossingsgerichte therapie en in het oplossingsgericht begeleiden van verwerkingsprocessen bij verlies, rouw en trauma.
NASCHOLINGSCENTRUM MAATSCHAPPELIJK WERK OPLOSSINGSGERICHT WERKEN IN WELZIJN NIEUWE STIJL Het maatschappelijk werk wordt geconfronteerd met de herziening van de welzijnssector. Het NMW wil een vakinhoudelijke bijdrage geven aan dit Welzijn Nieuwe Stijl. Daarin sluiten we aan bij wat we al jaren trainen: een outreachende, systeemgerichte en oplossingsgerichte werkwijze. Doen wat werkt is ons centraal uitgangs-‐ punt. Wij integreren in onze nascholingen de Oplossingsgerichte Hulpverlening en de Ervaringsgerichte Psycho-‐ sociale Hulpverlening. Deze zijn binnen het maatschappelijk werk context ontwikkeld, worden er veel gebruikt en zijn effectief gebleken. Wij stellen ons tot doel om deze persoonlijke manier van werken waarin de eigen kracht van de cliënt centraal staat toe te passen op de nieuwe uitdagingen die het werken in het Welzijn Nieu-‐ we Stijl van werkers vraagt. Het doel van het Maatschappelijk Werk is de empowerment van de cliënt en zijn sociale context. Daarom hanteren wij een empowerment perspectief op zowel de cliënt als de hulpverlener. Ook de hulpverlener dient empowert te worden om zich te positioneren en over de grenzen van de eigen in-‐ stelling samen te werken in zijn generalistische en integrale werkwijze. `Wij willen daarmee doorgeven wat ons inspireert, in de hoop dat het anderen inspireert tot het verder ontwikkelen van het vak dat ons na aan het hart ligt: Maatschappelijk Werker.` Onze nascholingen zijn gebaseerd op wat wetenschappelijk onderzoek en wat cliënten zeggen dat er werkt inde hulpverlening. De nascholingen worden als teamnascholingen gegeven. Zij zijn praktisch, innovatief en inspi-‐ rerend. Het Maatschappelijk werk is sterk in beweging om inhoud te geven aan de eisen die momenteel aan het nieuwe welzijn worden gesteld. Onze innovatieve teamnascholing geeft werkers inzicht en vooral concrete handvatten om zich daarin een eigen positie te verwerven. Daarbij gaan we uit van werkwijzen en principes die eigen zijn aan het maatschappelijk werk. Het NMW heeft veel expertise opgebouwd in het nascholen en im-‐ plementeren van Oplossingsgericht werken in de hele instellingen. Werkers uit het AMW, SchoolMW, Be-‐ drijfsMW, MedischMW, de Ouderenzorg, Mee, Jeugdhulpverlening, Welzijnswerk, CJG, WMO-‐ loketten, reclas-‐ sering hebben deelgenomen aan onze nascholingen. ONZE OPLEIDINGEN: • • • • • • • • • • • • • • •
Oplossingsgericht werken (met fcb subsidie !) Vechtscheidingen Eigen kracht van de cliënt Generalistisch, integraal werken Combineren van formele met informele hulp -‐ Buurtgericht, outreachend werken Positioneren en samenwerken; de eigen kracht van de werker (met fcb subsidie !) Gezinscoaching Veiligheid in gezinnen – 3 kolommen Ontrouw School maatschappelijk werk Oplossingsgericht werken met multiprobleemgezinnen Outreachend werken Ervaringsgerichte psychosociale hulpverlening intervisie
Aanmeldingsformulier
Achternaam
___________________________________________________________
(Meisjesnaam)
___________________________________________________________
Voornamen
___________________________________________________________
Roepnaam
___________________________________________________________
Geboortedatum
__________________Geboorteplaats ____________________________
Geslacht m/v
___________________________________________________________
Titel(s)
___________________________________________________________
Adres
___________________________________________________________
Postcode
__________________Woonplaats_______________________________
Woonplaats
___________________________________________________________
Telefoon privé
___________________________________________________________
Telefoon werk
___________________________________________________________
Werkzaam bij
___________________________________________________________
E-‐mail
___________________________________________________________
meldt zich aan voor: 0 0
het basisjaar Opleiding “Eigen Kracht” de tweejarige Opleiding “Eigen Kracht”
Ondergetekende heeft hierbij € 35,-‐ inschrijfgeld overgemaakt op rekening: 4824527 Nascholingscentrum Maatschappelijk Werk in Weert.
Datum:
Plaats:
Handtekening:
Welke opleidingen en/of cursussen heb je tot nu toe gevolgd? Welke praktijkervaring heb je tot nu toe opgedaan? Huidige functie? Wat is de belangrijkste reden/motivatie om deze opleiding te volgen? Wat zijn jouw persoonlijke en/of professionele leerdoelen? S.v.p. opsturen naar: NMW, Van Goghlaan 14, 6006 PP Weert of
[email protected]