Position Paper: Meerkosten op elektriciteit: toestand 2015 Contact: Emilie Butaye (Federatie van de Glasindustrie) – +32 2 542 61 29 –
[email protected] Datum: 22/09/2015 Inleiding In deze position paper gaan we dieper in op het luik federale en regionale meerkosten op de kost van elektriciteit. Onder de benaming ‘meerkosten’ vallen de kosten die voortvloeien uit een bepaald beleid en waarvan de financiering rechtstreeks of onrechtstreeks gebeurt door de elektriciteitsverbruikers. We spreken bijgevolg over een meerkost op de elektriciteitskost wanneer de overheid kiest voor de financiering van een bepaalde doelstelling door middel van een extrakost per eenheid verbruikte elektriciteit in plaats van bijvoorbeeld in de algemene belastinginkomsten te gaan tasten. Noteer ook dat bepaalde diensten of meerkosten direct doorverrekend worden in de tarieven van de netoperatoren. Deze kosten worden bijgevolg niet gedetailleerd in deze position paper, aangezien zij variëren van de ene tot de andere operator. De prijs die ondernemingen in België betalen voor elektriciteit bestaat uit verschillende componenten, namelijk: basisprijs of commodity (de prijs voor de productie van elektriciteit, met inbegrip van eventuele windfall profits); transporttarief: prijs voor het transport van elektriciteit over het Elianet; distributienettarief: prijs voor de distributie van elektriciteit over de distributienetten (eventueel); federale meerkosten en heffingen en hun eventuele vrijstellingen; regionale meerkosten en heffingen en hun eventuele vrijstellingen. Een voorbeeld van dergelijke meerkost is de kost die een elektriciteitsverbruiker betaalt voor de financiering voor offshore groene stroom. Producenten van offshore windenergie krijgen immers groenestroomcertificaten voor hun geproduceerde elektriciteit. Deze certificaten worden opgekocht door Elia, die de last daarvan doorrekent in haar tarief. Een ander voorbeeld is het verlaagd tarief voor beschermde klanten waarbij elke gewone klant een ‘toeslag beschermde klanten’ betaalt (0,9020 €/MWh) zodat beschermde klanten, i.e. klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie, niet de marktprijs voor elektriciteit hoeven te betalen. Een meer eenvoudige definitie is natuurlijk: alle kosten die de elektriciteitsprijs doen stijgen maar die niet direct gelinkt zijn aan de productie van elektriciteit. Bestaande meerkosten In België bestaan er meerkosten die voortvloeien uit een openbaredienstverplichting die doorverrekend worden op nationaal of regionaal niveau, meerkosten afkomstig van federale of regionale heffingen en tenslotte meerkosten ter financiering van de mechanismen van groenestroomcertificaten. Febeliec onderscheidt volgenden meerkosten: de federale bijdrage. Oorspronkelijk droeg deze bijdrage bij tot de financiering van zes fondsen: werking van de CREG, sociale maatregelen, Kyoto, denuclearisatie, toeslag beschermde klanten en verwarmingspremie (zie position paper ‘Federale bijdrage op elektriciteit en aardgas’). In 2012 werd de verwarmingspremie afgeschaft en vervolgens ook de financiering van het Kyotofonds; De financiering voor offshore groene stroom via de offshore groenestroomcertificaten en de toeslag verbonden aan de aansluiting van de offshore windturbineparken (zie de position paper ‘offshorewindenergie’); De financiering voor het regionaal beleid van hernieuwbare energie onder de vorm van groenestroomcertificaten en WKK-certificaten (in Wallonië zijn WKK-certificaten opgenomen in de groenestroomcertificaten) (zie position paper GSC/WKC Vlaanderen en CV Wallonië); De energiebijdrage (accijns op elektriciteit); De meerkost ter financiering van de steunmaatregelen voor hernieuwbare energie in Vlaanderen en in Wallonië, eveneens “Elia ODV tarief” genoemd. Deze meerkost werd in 2011 ingevoerd in Vlaanderen en in 2012 in Wallonië; De REG-toeslag (rationeel energiegebruik – enkel in het Vlaams gewest), zijnde de toeslag ter financiering van de maatregelen ter bevordering van het rationeel energiegebruik;
FEBELIEC vzw/asbl Diamant Building, Bld. A. Reyerslaan 80, 1030 – Brussel/Bruxelles Tel: +32 (0)496 59 36 20, e-mail:
[email protected], www.febeliec.be TVA/BTW BE 0439 877 578
-
-
De toeslag voor het gebruik van openbaar domein in Wallonië en Brussel ("wegenisheffing") die dient om het verlies van immaterieel dividend van de gemeenten te vergoeden; De toeslag op de aansluitingsvergoeding op het elektriciteitsnetwerk in Wallonië. De VREG-toeslag (enkel in het Vlaams gewest). Deze toeslag is nieuw in 2015 en is enkel van toepassing per afnamepunt. Het betreft een forfaitair bedrag van 1,80€/jaar per afnamepunt. Gezien de zwakke impact wordt deze meerkost niet in rekening genomen in de verschillende berekeningen van deze documenten. De toeslag ‘strategische reserve’ die toelaat de maatregelen te financieren die Elia heeft moeten nemen als gevolg van de risico’s voor black-out voor de winter 2014-2015.
Tarief van de meerkosten in 2015 Het bedrag van de federale bijdrage blijft in zijn geheel gelijkaardig aan dat van 2014, met niettemin een lichte stijging in het geheel van de componenten van deze meerkost. Het tarief van de offshore toeslag blijft verder stijgen, ook al is deze nu onderworpen aan een vrijstelling en plafonnering via een gelijkaardig mechanisme als dat voor de federale bijdrage. Sinds 1 februari is een nieuwe federale toeslag van toepassing op alle eindverbruikers. Deze toeslag ‘strategische reserve’ wordt lineair doorgerekend zonder degressiviteits- of plafonneringsmechanisme. In Wallonië zijn de quota’s van GSCs die moeten worden ingediend, met 1% gestegen t.o.v. wat initieel voorzien was in het Besluit van de Waalse regering. Deze stijging gaat gepaard met de inwerkingtreding van het nieuwe systeem van vrijstelling van GSCs voor convenantbedrijven. Vanaf 1 september 2015, meer dan 2 jaar na de principiële beslissing van de Waalse regering, zal de vrijstelling van de Elia ODV-taks, vastgelegd in een notificatie van de Waalse regering van 7/02/2013, van toepassing zijn. Het basistarief van de meerkost blijft 13,81€/MWh maar vrijstellingen van respectievelijk 85 en 50% worden toegekend aan industriële verbruikers indien zij al of niet een vrjiwillig convenant onderschreven hebben (“accord de branche” of energiebeleidsovereenkomst). In het geval van een vrijstelling van 50%, moet aan volgende 2 voorwaarden voldaan zijn: Het jaarlijks verbruik moet 1 GWh overschrijden En De aansluiting van dit bedrijf moet op een spanningsniveau liggen dat hoger is dan de laagspanning. Tot slot zullen, zoals overeengekomen tijdens de onderhandelingen, de kosten verbonden aan dit mechanisme verdeeld worden over de vrijgestelde energie. Het tarief werd vastgesteld door de CREG in een beslissing van 17/07/2015, op 2,5495€/MWh vrijgesteld, en is van toepassing sinds 1/09/2015. Kost van de meerkosten in de 3 gewesten Hoeveel meerkosten een bedrijf betaalt op zijn elektriciteitsverbruik varieert in functie van verschillende parameters eigen aan het bedrijf. De doorslaggevende factoren zijn het volume van het jaarlijks energieverbruik, het al dan niet deelnemen van het bedrijf aan een vrijwillig energieconvenant (convenant in het Vlaamse gewest / accord de branche in Wallonië), de aansluiting van het bedrijf op het distributie- of transmissienet. Febeliec gaat ervan uit dat de energiebijdrage niet toepasbaar is op industriële verbruikers, gezien hun aansluiting op het net op een spanning hoger dan 1kV. Bovendien gaat Febeliec uit van de hypothese dat een verbruiker van 100 GWh/jaar aangesloten kan worden hetzij op het distributie-/lokaal transportnet, hetzij op het transmissienet. De verbruiker van 250 GWh/jaar of meer wordt beschouwd als zijnde aangesloten op het transmissienet. Onderstaande tabellen geven bij wijze van voorbeeld de bedragen van de verschillende meerkosten weer voor een jaarlijks elektriciteitsverbruik van resp. 10.000 MWh/j, 50.000 MWh/j, 100.000 MWh/j, 250.000 MWh/j en 500.000 MWh/j in 2015. Tabel 1 geeft de situatie weer in Vlaanderen, tabel 2 in Wallonië en tabel 3 in Brussel. Voor meer informatie over de afzonderlijke meerkosten verwijzen wij u naar de individuele position papers van Febeliec.
FEBELIEC vzw/asbl Diamant Building, Bld. A. Reyerslaan 80, 1030 – Brussel/Bruxelles Tel: +32 (0)496 59 36 20, e-mail:
[email protected], www.febeliec.be TVA/BTW BE 0439 877 578
Vlaanderen Jaarlijks verbruik (MWh/jaar) Aangesloten op het distributienet Aangesloten op het transmissienet 10 000 50 000 100 000 100 000 250 000 500 000 Meerskost (€/MWh) Federale bijdrage Geen conv. ondanks mogelijkheid 2,5310 2,5310 2,5310 2,5310 2,5310 2,5310 Degressiviteit convenant 1,9333 1,6661 1,5367 1,5367 1,0000 0,5000 0,6110 0,6110 0,6110 0,6110 0,6110 0,6110 Toeslag strategische reserve Certificaten offshore Geen conv. ondanks mogelijkheid 4,0475 4,0475 4,0475 4,0475 4,0475 4,0475 Degressiviteit convenant 3,0581 2,6354 2,4307 2,4307 1,0000 0,5000 0,0629 0,0629 0,0629 0,0629 0,0629 0,0629 Aansluiting offshore REG-toeslag* 0,0616 0,0616 0,0616 0,0000 0,0000 0,0000 Steunmaatregelen voor hernieuwbare 0,3309 0,2058 0,1657 0,0000 0,0000 0,0000 energie* GSC** 8,7384 5,4342 4,4238 4,4238 3,5973 1,8405 3,2016 2,8832 2,7982 2,7982 2,2046 1,4640 WKK* Minimale meerkost 17,9978 13,5602 12,0906 11,8633 8,4758 4,9784 19,5849 15,8372 14,7017 14,4744 13,0543 10,5569 Maximale meerkost * Nota 1: meerkost enkel toepasbaar indien aansluiting op het distributienet ** Nota 2: de inschatting van de meerkost te wijten aan hernieuwbare energie (GSC en WKK) is afhankelijk van de aangenomen doorrekeningfactor. In deze simulatie bedraagt die 85%.
Wallonië Jaarlijks verbruik (MWh/jaar) Aangesloten op het distributienet Aangesloten op het transmissienet 10 000
50 000
100 000
100 000
250 000
500 000
Toeslag strategische reserve
2,5310 1,9333 0,6110
2,5310 1,6661 0,6110
2,5310 1,5367 0,6110
2,5310 1,5367 0,6110
2,5310 1,0000 0,6110
2,5310 0,5000 0,6110
Certificaten offshore Geen convenant Convenant Aansluiting offshore
4,0475 3,0581 0,0629
4,0475 2,6354 0,0629
4,0475 2,4307 0,0629
4,0475 2,4307 0,0629
4,0475 1,0000 0,0629
4,0475 0,5000 0,0629
0,3446
0,3446
0,3446
0,0000
0,0000
0,0000
Geen convenant
7,3329
7,3329
7,3329
0,0000
0,0000
0,0000
Convenant
2,7947
2,7947
2,7947
0,0000
0,0000
0,0000
0,3000
0,3000
0,3000
0,3000
0,3000
0,3000
Meerkost (€/MWh) Federale bijdrage Geen convenant Convenant
Openbaar domein*voor Steunmaatregelen hernieuwbare energie (Elia ODVtaks)*
Heffing op aansluiting netwerk GSC
Geen convenant 18,0050 18,0050 18,0050 18,0050 18,0050 13,5038 10,8030 9,9028 9,9028 6,3018 Convenant Minimale meerkost 22,6084 19,2177 17,9834 14,8441 9,2757 32,6239 32,6239 32,6239 24,9464 24,9464 Maximale meerkost * Nota 1: meerkost enkel toepasbaar indien aansluiting op het distributienet of lokaal transportnet ** Nota 2: de inschatting van de meerkost te wijten aan hernieuwbare energie is afhankelijk van de aangenomen doorrekeningfactor van het certificaat aan 65€/certificaat.
FEBELIEC vzw/asbl Diamant Building, Bld. A. Reyerslaan 80, 1030 – Brussel/Bruxelles Tel: +32 (0)496 59 36 20, e-mail:
[email protected], www.febeliec.be TVA/BTW BE 0439 877 578
18,0050 4,6813 6,6552 24,9464
Brussel 10.000 Meerkost (€/MWh) Federale bijdrage Toeslag strategische reserve Certificaten offshore Degressiviteit convenant* Aansluiting offshore Openbaar domein Groenestroomcertificaten** Meerkost
Jaarlijks verbruik (MWh/jaar) 50.000 100.000
250.000
500.000
1,9333 0,6110
1,6661 0,6110
1,5367 0,6110
1,0000 0,6110
0,5000 0,6110
3,0581 0,0629 3,2530 3,8250
2,6354 0,0629 3,2530 3,8250
2,4307 0,0629 3,2530 3,8250
1,0000 0,0629 3,2530 3,8250
0,5000 0,0629 3,2530 3,8250
12,7433
12,0534
11,7193
9,7519
8,7519
* Nota 1: gezien de afwezigheid van een energieconvenant in Brussel, is de degressiviteit sowieso van toepassing. ** Nota 2: de kost van het GSC bedraagt 85€/GSC zoals vermeld op de website van Brugel.
Deze grafiek toont de meerkosten op de elektriciteitskost in 2015 in functie van het jaarlijks elektriciteitsverbruik (GWh/jaar) voor bedrijven in Wallonië, Vlaanderen en Brussel die deelnemen aan een vrijwillig energieconvenant.
25
Meerkosten op de elektriciteitskost in België
20 WALLONIE VLAANDEREN
€/MWhe
15
BRUSSEL
10
5
0 10 000
50 000
100 000
100 000
250 000
500 000
Jaarlijks verbruik (MWh)
Indien we bovenstaande gegevens samenvatten, kunnen we voor bedrijven met een jaarlijks verbruik tussen 10 en 500 GWh de spreiding van de meerkosten en hun impact in de totale elektriciteitskost afleiden.
FEBELIEC vzw/asbl Diamant Building, Bld. A. Reyerslaan 80, 1030 – Brussel/Bruxelles Tel: +32 (0)496 59 36 20, e-mail:
[email protected], www.febeliec.be TVA/BTW BE 0439 877 578
Minimale meerkost Kost in €/MWh % van totaalbedrag factuur 6,6 €/MWh 12% 5,0€/MWh 9% 8,7€/MWh 13%
Wallonië Vlaanderen Brussel
Maximale meerkost Kost in €/MWh % van totaalbedrag factuur 32 €/MWh 46% 19 €/MWh 21% 13 €/MWh 16%
De degressiviteit en plafonnering van de federale bijdrage, de meerkost offshore GSC en GSC, toegekend aan bedrijven die een vrijwillig energieconvenant onderschrijven, hebben een significante impact op het totaalbedrag van deze meerkosten. Deze voordelen zijn onmisbaar om de competitiviteit van de bedrijven in België te vrijwaren. Begin 2015 stellen wij vast dat na een lichte daling van de meerkosten, deze in het geheel weer stijgen. Evolutie meerkosten bij ongewijzigd beleid tot 2020 Op basis van onderstaande grafieken die de evolutie weergeven van de meerkosten op de elektriciteitskost bij ongewijzigd beleid voor verschillende verbruiksprofielen, stellen wij vast dat wij op een keerpunt staan.
Evolutie in €/MWh in Vlaanderen 35,00
30,00
25,00
20,00
Distributie : 10 à 100 GWh/jaar
15,00
10,00
Transmissie : 100 à 1.500 GWh/jaar 5,00
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
FEBELIEC vzw/asbl Diamant Building, Bld. A. Reyerslaan 80, 1030 – Brussel/Bruxelles Tel: +32 (0)496 59 36 20, e-mail:
[email protected], www.febeliec.be TVA/BTW BE 0439 877 578
2018
2019
2020
Evolutie in €/MWh in Wallonië 35,00
30,00
25,00
Distributie : 10 à 100 GWh/jaar 20,00
15,00
Transmissie : 100 à 1.500 GWh/jaar
10,00
5,00
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Na constante en jaarlijkse verhogingen van de federale meerkosten, werden reducties en degressiviteits- en plafonneringsmechanismen ingevoerd. Niettemin blijft Febeliec vragen om te onderzoeken of bepaalde uitgaven wel gefinancierd moeten worden door een taks op het elektriciteitsverbruik. Zo pleit zij voor een financiering van sociale en milieumaatregelen op basis van het staatsbudget. Er wordt ook een steeds grotere impact van het beleid inzake groene stroom vastgesteld. Vlaanderen liep vooruit in 2012 wat betreft de aanpassing van haar groenecertificatensysteem, maar in Wallonië stelt men vast dat deze kost steeds verder stijgt met de doelstellingen die Wallonië voor zichzelf vooropstelt. Op federaal niveau verwelkomt Febeliec het degressiviteits- en plafonneringsmechanisme voor de offshorecertificaten. Het geheel van deze maatregelen is een stap vooruit naar meer competitieve elektriciteitsprijzen voor onze industrie, en een begin van afbouw van de handicap t.o.v. onze buurlanden. Ter herinnering, volgens de Deloittestudie van 2013 en geüpdated in 2014 en 2015, betalen de Belgische industriële verbruikers beduidend meer voor hun elektriciteitsprijs (marktprijs, transportkosten, taksen en heffingen) dan hun concurrenten in het buitenland, en dit als gevolg van overheidsmaatregelen in de betrokken landen. In april 2015, toen een update van de Deloitte-studie gepubliceerd werd, varieerde de handicap van 27 tot 73% in functie van het verbruik en van het gewest. De evolutie van de meerkosttarieven zou in de toekomst sterk beïnvloed kunnen worden door de interpretatie van de Europese commissie inzake staatssteun zoals beschreven in de nieuwe richtlijnen die in juni 2014 gepubliceerd werden (EEAG). Deze richtlijnen definiëren de minimumdrempels die alle afnemers moeten betalen om onder andere hernieuwbare energie te steunen. De meerkosten die een impact zouden kunnen ondergaan zijn de kosten die gebonden zijn aan de verschillende mechanismen van groenestroomcertificaten, federaal en regionaal. Gezien de bevoegdheidsverdeling voor deze verschillende mechanismen, zullen 3 aparte dossiers worden ingediend door de Belgische overheden.
FEBELIEC vzw/asbl Diamant Building, Bld. A. Reyerslaan 80, 1030 – Brussel/Bruxelles Tel: +32 (0)496 59 36 20, e-mail:
[email protected], www.febeliec.be TVA/BTW BE 0439 877 578
Conclusies en standpunt van Febeliec Febeliec stelde vast dat in 2013-2014 de overheid maatregelen was beginnen treffen om de impact van meerkosten op elektriciteit te beperken, teneinde de competitiviteit van industriële bedrijven in België te vrijwaren. De nieuwe federale en gewestelijke regeringen hebben trouwens geschreven in hun overeenkomst / verklaring dat de meerkosten verlaagd zullen worden. Begin 2015 toont de realiteit echter het tegenovergestelde. Febeliec vraagt bijgevolg een snelle invoering van een energienorm zodat de energieprijzen in ons land, en in het bijzonder voor elektriciteit en aardgas, niet hoger zouden liggen dan die in onze buurlanden. Inderdaad, men moet zich blijven inspannen om de blijvende handicap t.o.v. onze buurlanden (Nederland, Frankrijk en Duitsland) te verminderen. Inderdaad, op basis van de Deloitte-studie die op vraag van Febeliec werd uitgevoerd, blijkt duidelijk dat Belgische industriële verbruikers beduidend meer betalen voor hun elektriciteitsprijs (marktprijs, transportkosten, taksen en heffingen) dan hun concurrenten in het buitenland, en dit als gevolg van overheidsmaatregelen in de betrokken landen. De CREG heeft eveneens een studie (A European comparison of electricity and gas prices for large industrial consumers – PwC – april 2015) laten uitvoeren die de energieprijzen vergelijkt die door de industriële gebruikders worden betaald. Deze studie bevestigt grotendeels de conclusies van de Deloitte-studie, dat onze industrie te kampen heeft met een alarmerende handicap inzake elektriciteitsprijzen t.o.v. onze buurlanden. De invoering van een energienorm is bijgevolg een dringende noodzaak. Zowel het federaal als het Vlaams regeerakkoord, evenals het ‘Plan Marshall 4.0’ in Wallonië, voorzien trouwens in de invoering van een dergelijke norm. Febeliec roept de verschillende overheden ertoe op hun beleid inzake meerkosten te blijven herzien: - De invoering van een energienorm om het geheel van de (federale en gewestelijke) meerkosten voor de industriële verbruikers af te stemmen op hun niveau in de buurlanden, om de competitiviteit van de industrie te vrijwaren. - Kerntaken van de overheid dienen te worden gefinancierd uit belastinginkomsten, niet uit heffingen op energieverbruik. - Meerkosten voor groene stroom dienen te worden beperkt door correcte steunmaatregelen en een coherent beleid. - Geen nieuwe meerkosten in te voeren op het verbruik, bijvoorbeeld voor het ondersteunen van investeringen in nieuwe productiecapaciteit. - De invoering van een degressiviteits- en plafonneringssysteem voor de nieuwe toeslag ‘strategische reserve’.
FEBELIEC vzw/asbl Diamant Building, Bld. A. Reyerslaan 80, 1030 – Brussel/Bruxelles Tel: +32 (0)496 59 36 20, e-mail:
[email protected], www.febeliec.be TVA/BTW BE 0439 877 578