Datum raadsvergadering / Nummer Openbare besluitenlijst 18 raadsvoorstel december 2007
2 december 2009 / 218/2009 Collegevergadering no 47 Fatale termijn: besluitvorming vóór:
Einde kalenderjaar 2009
Aanwezig: Th. de Graaf Voorzitter Onderwerp P. Depla, Wethouders Eenmalig rioolaansluitingsrecht 2010 H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa Gemeentesecretaris Programma / Programmanummer Groen en Recreatie / 9730 A. Kuil Communicatie M. Sofovic Verslag Portefeuillehouder
Wethouder P. Depla. Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
24 november 2009
Samenvatting
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Bij nieuwe bebouwing in bestaand stedelijk gebied dient soms een nieuwe rioolaansluiting op de bestaande riolering gemaakt worden. Het gedeelte van de rioolaansluiting in openbaar terrein moet door de gemeente worden aangelegd. Deze kosten mogen niet ten laste gebracht worden van de opbrengsten Rioolheffing. De huidige regeling uit 1989 die de gemeente tot dusver heeft gehanteerd voor het verhalen van DeVNG voorzitter, De secretaris, deze kosten is verouderd. De adviseert het verhaal van deze kosten te fiscaliseren via een verordening. Voorgesteld wordt een verordening eenmalig rioolaansluitrecht met bijbehorende tarieven vast te stellen.
Voorstel om te besluiten
De bijgevoegde Verordening op de heffing en invordering van het eenmalig rioolaansluitingsrecht 2010 (Verordening eenmalig rioolaansluitingsrecht 2010) vast te stellen. De regeling Aansluitvoorwaarden Gemeentelijk Rioolnet 1989 zoals vastgesteld bij collegebesluit van 31 oktober 1989 (agendapunt 2.10) en sedertdien op mandaat gewijzigd bij besluit van 24 mei 1994 te laten vervallen. De begrotingswijziging BW-00891 vast te stellen.
1
1.
Inleiding
Aanleg van nieuwe riolering mag niet via de opbrengsten uit de Rioolheffing bekostigd worden. Dit geldt ook voor de aanleg van nieuwe rioolaansluitingen in openbare ruimte op de bestaande riolering ten behoeve van nieuwe bebouwing. Op dit moment worden de kosten voor het maken van een nieuwe rioolaansluiting verhaald op basis van de ‘Aansluitvoorwaarden gemeentelijk rioolnet 1989’. Deze regeling is in 1989 door het college vastgesteld. De VNG adviseert het kostenverhaal door middel van een verordening te fiscaliseren. Voor een aanvrager van een rioolaansluiting verandert er weinig. De tarieven stijgen ten opzichte van 1994 licht (zie 5. Financiën). 1.1.
Wettelijk- of beleidskader
De wettelijke basis voor een rioolaansluitingsrecht is gebaseerd op artikel 229 van de Gemeentewet. Om op basis van dit wetsartikel tot een heffing te komen heeft de gemeente een verordening nodig, waarin zij de belasting nader uitwerkt. De verordening eenmalig aansluitingsrecht van de gemeente Nijmegen is gebaseerd op de modelverordening van de VNG. 1.2.
Relatie met programma
Realisatie van nieuwe rioolaansluitingen is ondergebracht onder het product Integraal waterbeheer van het programma Groen en Recreatie. 2.
Doelstellling
Het fiscaliseren van het kostenverhaal voor nieuwe rioolaansluitingen via een verordening. Het vaststellen van tarieven voor rioolaansluitingsrecht. 3.
Argumenten
Om op basis van artikel 229 van de Gemeentewet tot een werkelijke heffing te komen, heeft de gemeente een verordening nodig waarin zij de belasting nader uitwerkt. De verordening eenmalig rioolaansluitrecht is een belastingverordening. Zoals alle gemeentelijke belastingverordeningen moet ook deze verordening aldus een wettelijke basis hebben. Om die reden adviseert de VNG het kostenverhaal voor rioolaansluitingen te fiscaliseren. Dit is een reden van de vaststelling van Verordening eenmalig rioolaansluitrecht’. Een tweede reden is gelegen in het feit dat de huidige regeling sterk verouderd is. 4.
Risico’s
Door het fiscaliseren van het kostenverhaal worden juridische risico’s verminderd. 5.
Financiën
Momenteel staat er in de begroting onder programma Groen en recreatie zowel voor de lasten als de baten een bedrag van € 199.939,- begroot. Dit blijkt niet conform de realiteit te zijn. Op basis van recente kostenkengetallen zijn de tarieven opnieuw berekend. De nieuwe tarieven komen dan op € 2.433,- (huidig tarief € 2.133,-) voor rioolaansluitingen in asfalt of gelijkwaardig en € 878,- (huidig tarief € 903,-) voor rioolaansluitingen in klinkerverhardingen. De huidige tarieven stammen nog uit 1994 en zijn sindsdien niet bijgesteld of geïndexeerd.
Gerekend met het gemiddeld aantal aansluitingen over de jaren 2006 tot en met 2008 komt de begroting voor 2010 dan met deze nieuwe tarieven op € 66.000,- voor zowel lasten als baten. De begroting wordt middels bijgevoegde begrotingswijziging BW-00891 budgettair neutraal bijgesteld. 6. Communicatie De vaststelling van de gewijzigde tarieventabel wordt opgenomen in het Gemeenteblad, ter inzage gelegd in het Open Huis en geplaatst op de gemeentelijke website. Tevens zal daarvan melding worden gemaakt in "De Brug”. 7.
Uitvoering en evaluatie
De verordening en de tarieven zullen op basis van evaluatie en nacalculatie na een periode van twee jaar zo nodig aangepast worden.
De Burgemeester,
De Secretaris,
mr. Th.C. de Graaf
P. Eringa
Bijlage: verordening financiële bijsluiter begrotingswijziging
Verordening eenmalig rioolaansluitingsrecht 2010 De raad van de gemeente Nijmegen, bijeen in de openbare vergadering van 16 december 2009; gelezen het voorstel van het burgemeester en wethouders van 24 november 2009; / nr. 09.0027564; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet; Besluit: vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van een eenmalig rioolaansluitingsrecht 2010 (Verordening eenmalig rioolaansluitingsrecht 2010) Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt: a
onder gemeentelijke riolering mede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater begrepen;
b
onder eigendom verstaan een roerende of onroerende zaak;
c
onder aansluiting van een eigendom verstaan het leggen door de gemeente van een buisleiding van het in de openbare weg aanwezige afvoerstelsel tot aan het eigendom ten behoeve waarvan de aansluiting geschiedt, ertoe dienende om voor dat eigendom een directe of indirecte lozing op de gemeentelijke riolering mogelijk te maken.
Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam eenmalig rioolaansluitingsrecht wordt een recht geheven ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met het tot stand brengen van een directe of indirecte aansluiting van een eigendom op de gemeentelijke riolering. Artikel 3 Belastingplicht Het recht wordt geheven van de aanvrager van de dienst dan wel van degene voor wie de dienst wordt verleend. Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief Het recht bedoeld in artikel 2 bedraagt per eigendom: 1. € 2.433,- bij een rioolaansluiting in een gesloten wegdek (asfalt, beton) 2. € 878,- bij een rioolaansluiting in een niet-gesloten wegdek (klinkerverharding) Artikel 5 Wijze van heffing Het recht wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld Het recht is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 7 Termijnen van betaling 1
De aanslagen moeten worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand vermeld in de dagtekening van het aanslagbiljet.
2
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding Bij de invordering van het recht wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 9 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en invordering van het eenmalig rioolaansluitingsrecht. Artikel 10 Inwerkingtreding 1.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.
2
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.
Artikel 11 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening eenmalig rioolaansluitingsrecht 2010’ . Aldus is vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2009. De voorzitter,
de griffier,
TOELICHTING OP DE VERORDENING EENMALIG AANSLUITINGSRECHT
Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Begripsomschrijvingen Om duidelijkheid te scheppen over de inhoud van een aantal in de verordening voorkomende begrippen is daarvan een omschrijving opgenomen in artikel 1. Artikel 2 Belastbaar feit Het belastbaar feit is de omschrijving van de activiteit waarvoor de belasting in rekening wordt gebracht. In dit geval dus realisatie van een aansluiting op de gemeentelijke riolering. Artikel 3 Belastingplicht Degene die de belasting moet betalen, is degene die de gemeente vraagt de riolering aan te leggen. In dit geval dus de aanvrager van de dienst. Over het algemeen is dat de eigenaar van het eigendom, maar het kan ook iemand anders zijn. Daarom staat in de omschrijving dat degene voor wie de gemeente de dienst verleent, belastingplichtig kan zijn. Als de aannemer de aanvraag bijvoorbeeld voor de particulier indient, kan de particulier zo toch de belastingplichtige blijven. De aanslag wordt gestuurd naar degene die het meeste belang heeft bij de dienst. Een belangrijk element van een heffing gebaseerd op gemeentelijke dienstverlening is dat iemand daadwerkelijk om de dienst vraagt. Dat klinkt in eerste instantie problematischer dan het in de praktijk vaak is. Natuurlijk zitten veel mensen niet te wachten op een gemeentelijke belastingheffing op verzoek, maar de aansluitingsverplichting dwingt in dit geval de aanvraag af. Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief Op grond van artikel 219, tweede lid, van de Gemeentewet kan de gemeente belastingen heffen naar heffingsmaatstaven die zij in de belastingverordening bepaalt. Het bedrag mag niet afhankelijk zijn van inkomen, winst of vermogen. De gemeente mag haar belastingen niet naar draagkracht heffen. Alleen het rijk mag inkomensbeleid voeren. Bij het eenmalig rioolaansluitrecht speelt vooral mee dat er geen sprake is van een zuivere belastingheffing, maar van kostenverhaal van gemeentelijke dienstverlening. In de verordening wordt een vast bedrag per aansluiting geheven. Dit is een doelmatige en eenvoudige variant. In feite wordt met deze tariefstelling van elke belastingplichtige een bijdrage in de kosten gevraagd. Artikel 5 Wijze van heffing Dit artikel bepaalt dat de gemeente een aanslag verstuurt. De gemeente neemt dus het initiatief voor de belastingheffing door een aanslagbiljet te sturen. Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld Dit artikel bepaalt dat de gemeente direct na indiending van de aanvraag met het kostenverhaal begint. Artikel 7 Termijnen van betaling Er is gekozen voor een betaling in één termijn. Lid 2 is opgenomen om een aantal uitzonderingen over onder meer feestdagen in de algemene termijnenwet niet van toepassing te verklaren. Dit is voor gemeentelijke belastingen gebruikelijk. Artikel 8 Kwijtschelding Met dit artikel is bepaald dat kwijtschelding van deze belasting niet mogelijk is. Het gaat tenslotte om het verhaal van kosten voor dienstverlening op verzoek. Bovendien leidt deze belasting meestal tot waardevermeerdering van het eigendom van de aanvrager.
Artikel 9 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders Dit artikel bepaalt dat het College van Burgemeester en Wethouders uitvoeringtechnische zaken kan regelen. Artikel 10 Inwerkingtreding Ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet moet de gemeente het besluit tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen bekend maken. Bekendmaking geschiedt door middel van publicatie in het Gemeenteblad. In het huis aan huisblad "De Brug" wordt medegedeeld welk besluit is vastgesteld dan wel gewijzigd. De dag van bekendmaking is de dag waarop de uitgave feitelijk verkrijgbaar is. Dit is de datum waarop de tekst van de verordening daadwerkelijk beschikbaar is voor de burger. De datum van ingang van de heffing is vastgelegd in het tweede lid van dit artikel. Artikel 11 citeertitel In artikel 11 is in de citeertitel een jaartal genoemd