Aan:
PFHO Gezondheidszorg GOOI & V E C H
Van:
Ans Engelsman
Datum:
16 februari 2012
Betreft:
Meidcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
Nummer:
12.0001536
Naar verwachting zal in de loop van 2012 van kracht worden de Wet meidcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Op grond van deze wet worden tal van instellingen, waaronder die binnen de gezondheidszorg, verplicht een meidcode te implementeren en het gebruik en kennis hiervan te bevorderen. In bijgaand overzicht van vragen en antwoorden vindt u nadere informatie over de code en de achtergronden daarvan. Bijgaand treft u aan de meidcode die ik voornemens ben in de GGD in te voeren. De code is gebaseerd op een landelijk basismodel. Dit basismodel gaat uit van het vaststellen van de code door het bevoegd gezag. Gevraagd besluit De meidcode huiselijk geweld en kindermishandeling vast te stellen De directeur GGD opdracht te geven tot implementatie van de meidcode.
TREEK
Meidcode Kindermishandeling en Huiselijk geweld GGD Gooi 8t Vechtstreek De code geeft richtlijnen en informatie voor het signaleren, handelen en melden in geval van vermoedens en tekenen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het systeem biedt een overzichtelijk vijfstappenplan waarin staat wat een professional in zo'n geval het beste kan doen. Handelen volgens de code is geen individuele keuze van de beroepsbeoefenaar maar door de overheid opgelegd beleid.
Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi £t Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in PFHO Gezondheidszorg van 22 maart 2012 Geldigheidsduur: 31 december 2013 Reg. nr.: 12.0001421
Inhoud: 1. Algemeen 2. Stappenplan Bijlagen: 0. V e r a n t w o o r d e l i j k h e d e n meidcode HG en KM binnen de GGD Gooi Vechtstreek 0. Specifieke r i c h t l i j n a f d e l i n g JGZ 0. Specifieke r i c h t l i j n a f d e l i n g AGZ 0. Lijst m e t risico- en beschermende f a c t o r e n en signalen k i n d e r m i s h a n d e l i n 0. Beroepsgeheim, m e i d c o d e en m e l d r e c h t 0. Evaluatie
Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi & Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
1. Meidcode bij signalen van huiselijk kindermishandeling GGD Gooi & Vechtstreek 1
geweld
en
1 . Algemeen Het bevoegd gezag van de G e w e s t e l i j k e Gezondheidsdienst Gooi & Vechtstreek overwegende: • dat de GGD Gooi & Vechtstreek v e r a n t w o o r d e l i j k is voor een goede k w a l i t e i t van de dienstverlening aan haar c l i ë n t e n en dat deze v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d zeker ook aan de orde is in geval van d i e n s t v e r l e n i n g aan c l i ë n t e n die (vermoedelijk) te maken hebben met huiselijk geweld of kindermishandeling; •
•
•
d a t van de beroepskrachten, die w e r k z a a m z i j n b i j de GGD Gooi & Vechtstreek en die meidcode plichtig zijn op basis van deze v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d , w o r d t v e r w a c h t d a t z i j in alle c o n t a c t e n m e t c l i ë n t e n a t t e n t z i j n op signalen die kunnen d u i d e n op huiselijk geweld of kindermishandeling en dat z i j e f f e c t i e f reageren op deze signalen; d a t de GGD Gooi & Vechtstreek een m e i d c o d e w e n s t vast t e stellen zodat de beroepskrachten die binnen de GGD Gooi & V e c h t s t r e e k w e r k z a a m z i j n en c l i ë n t e n c o n t a c t e n hebben, w e t e n w e l k e stappen van hen w o r d e n v e r w a c h t b i j signalen van huiselijk geweld of k i n d e r m i s h a n d e l i n g ; d a t de managers van de afdelingen AGZ en JGZ van de GGD Gooi & V e c h t s t r e e k deze algemene m e i d c o d e u i t w e r k e n / a a n v u l l e n (in r i c h t l i j n e n , stappenplannen of een h a n d e l i n g s p r o t o c o l ) voor de specifieke situatie van hun b e t r e f f e n d e afdeling (deze w o r d e n beschreven in de bij deze meidcode behorende bijlagen 2 en 3; h i e r b i j w o r d t gebruik gemaakt van het p r o t o c o l en het stappenplan Kindermishandeling en Huiselijk g e w e l d (2010) dat door de z . g . RAAK-coördinatoren op grond van h e t l a n d e l i j k basismodel Meidcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling is o n t w i k k e l d ) ; dat de GGD Gooi & Vechtstreek in deze code ook v a s t l e g t op w e l k e w i j z e z i j zorgdraagt voor een veilig w e r k - , m e l d - en v e r w i j s k l i m a a t en dat z i j de beroepskrachten b i j de stappen van de m e i d c o d e o n d e r s t e u n t ; dat de GGD Gooi en Vechtstreek zorgdraagt voor een a d e q u a t e scholing van n i e u w e beroepskrachten en r e g e l m a t i g e bijscholing van de reeds in dienst zijnde beroepskrachten; het bijhouden van actuele kennis over r i s i c o f a c t o r e n en over signalen van k i n d e r m i s h a n d e l i n g en huiselijk g e w e l d , alsook het onderhouden van vaardigheden o m gesprekken t e voeren m e t alle b e t r o k k e n e n staan h i e r b i j c e n t r a a l ; 2
3
•
•
1.De meidcode van de GGD sluit aan bij het landelijk basismodel van de Meidcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling, Ministerie VWS, 2010 Er bestaat een digitaal handelingsprotocol dat per beroeps-/functiegroep is in te richten (VWS, 2011) 2
3
RAAK= Reflectie en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling
Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi & Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig t o t en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
3
•
dat de m e i d c o d e en b i j b e h o r e n d e bijlagen van de a f d e l i n g e n AGZ en JGZ in eerste i n s t a n t i e j a a r l i j k s w o r d e n geëvalueerd en zo nodig w o r d e n b i j g e s t e l d ; in bijlage 6 van de m e i d c o d e worden de inhoud en de procedure van de e v a l u a t i e beschreven;
•
dat de GGD Gooi en Vechtstreek in relevant PR m a t e r i a a l en op de w e b s i t e a a n g e e f t dat z i j volgens de Meidcode w e r k t ; d a t onder huiselijk g e w e l d w o r d t verstaan: geweld gepleegd door i e m a n d u i t de h u i s e l i j k e kring van het slachtoffer; de h u i s e l i j k e kring b e t e k e n t : p a r t n e r s , e x - p a r t n e r s , gezinsleden, f a m i l i e l e d e n en huisvrienden; de t e r m 'huiselijk g e w e l d ' v e r w i j s t naar de r e l a t i e tussen pleger en s l a c h t o f f e r . Er is meestal sprake van een machtsverschil; het s l a c h t o f f e r h e e f t een a f h a n k e l i j k h e i d s r e l a t i e m e t de dader; een ander k e n m e r k van h u i s e l i j k g e w e l d is de o m s t a n d i g h e i d dat dader en s l a c h t o f f e r (waaronder ook m i n d e r j a r i g e slachtoffers) desondanks - en soms noodgedwongen - b l i j v e n d d e e l u i t m a k e n van eikaars leef- en w o o n o m g e v i n g . ; h i e r m e e hangt samen dat huiselijk g e w e l d vaak een stelselmatig karakter h e e f t en er een hoog risico op recidive is; het gaat bij huiselijk geweld o m l i c h a m e l i j k e , seksuele en psychische v o r m e n van g e w e l d ; vormen van huiselijk g e w e l d z i j n (zie ook www.huiselijkgeweld.nl): - p a r t n e r g e w e l d en e x - p a r t n e r g e w e l d in alle v e r s c h i j n i n g s v o r m e n , ook psychische mishandeling en stalking; k i n d e r m i s h a n d e l i n g : seksueel kindermisbruik en v e r w a a r l o z i n g ; ouderenmishandeling; oudermishandeling; - eergerelateerd geweld zoals eerwraak, vrouwelijke genitale v e r m i n k i n g ('vrouwenbesnijdenis') of h u w e l i j k s d w a n g ' ; dat onder kindermishandeling w o r d t verstaan: elke v o r m van - voor een m i n d e r j a r i g e - bedreigende of gewelddadige i n t e r a c t i e van fysieke, psychische of seksuele a a r d , die de ouders of andere personen t e n o p z i c h t e van w i e de m i n d e r j a r i g e in een relatie van a f h a n k e l i j k h e i d of van o n v r i j h e i d staat, a c t i e f of passief o p d r i n g e n , waardoor ernstige schade w o r d t berokkend of d r e i g t t e w o r d e n berokkend aan de m i n d e r j a r i g e in de v o r m van fysiek of psychisch letsel (Wet op de Jeugdzorg, 2005); k i n d e r m i s h a n d e l i n g o m v a t in deze d e f i n i t i e ook een bedreigde o n t w i k k e l i n g van het k i n d ; het f e i t dat er geweld tussen de opvoeders p l a a t s v i n d t , waarvan een kind getuige is, v o r m t een p o t e n t i ë l e bedreiging voor het w e l z i j n en de o n t w i k k e l i n g van het k i n d ; daarom w o r d t ook het getuige z i j n van huiselijk geweld opgevat als vorm van kindermishandeling. ( I n t e n t i e v e r k l a r i n g Kindspoor A m s t e r d a m , 2006); dat onder beroepskracht in deze code w o r d t v e r s t a a n : de beroepskracht die voor de GGD Gooi Et V e c h t s t r e e k werkzaam is en die in d i t verband aan c l i ë n t e n van de organisatie zorg, begeleiding, of een andere w i j z e van ondersteuning b i e d t ; dat onder cliënt in deze code w o r d t verstaan: iedere persoon aan w i e de beroepskracht van de GGD z i j n professionele diensten v e r l e e n t .
•
•
•
•
In aanmerking n e m e n d e : Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi & Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
4
• • •
de W e t bescherming persoonsgegevens; de W e t inzake de geneeskundige b e h a n d e l o v e r e e n k o m s t (WGBO); de K w a l i t e i t s w e t zorginstellingen;
• • • • •
de de de de de
•
het Privacyreglement van de GGD Gooi & V e c h t s t r e e k .
Wet Wet Wet Wet Wet
op de beroepen in de i n d i v i d u e l e gezondheidszorg; publieke gezondheid; op de j e u g d z o r g ; maatschappelijke o n d e r s t e u n i n g ; k l a c h t r e c h t c l i ë n t e n zorgsector;
s t e l t de volgende Meidcode Huiselijk G e w e l d en Kindermishandeling vast. Noodsituaties Bij signalen die wijzen op acuut en zodanig ernstig geweld dat de cliënt of zijn/haar gezinslid daartegen onmiddellijk moet worden beschermd, kunt u 112 bellen of meteen advies vragen aan het Advies en Meldpunt Kindermishandeling of aan het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (035 6991199). Komt men daar, op basis van de signalen, tot het oordeel dat onmiddellijke actie is geboden, dan kunt u zonodig in hetzelfde gesprek een melding doen zodat op korte termijn de noodzakelijke acties in gang kunnen worden gezet. In noodsituaties kunt u overigens ook contact zoeken met de crisisdienst van bureau Jeugdzorg (088-777000) en/of de politie vragen om hulp te bieden.
Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi & Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
5
2. Stappenplan bij kindermishandeling
signalen
van
huiselijk
geweld
en
Vooraf: De h a n d e l w i j z e b i j huiselijk g e w e l d is h e t z e l f d e als die b i j kindermishandeling of bij een v e r m o e d e n d a a r v a n . De volgorde van de stappen is logisch maar zeker niet d w i n g e n d . Soms is het nodig om een stap m e e r d e r e keren t e z e t t e n . T e allen tijde moeten alle stappen worden doorlopen alvorens tot e e n besluit over het doen van e e n melding te komen. Verder z i j n d i t in algemene zin de stappen in geval van signalering huiselijk geweld of kindermishandeling b i j de GGD. Voor meer specifieke i n f o r m a t i e w o r d t v e r w e z e n naar bijlagen 2 en 3. Bij alle stappen kan advies gevraagd w o r d e n b i j h e t Steunpunt Huiselijk Geweld o f het Advies- en M e l d p u n t Kindermishandeling. Deze hebben een advies- en consultfunctie. Stap 1 : In kaart brengen v a n s i g n a l e n Breng de signalen die een v e r m o e d e n van huiselijk geweld o f kindermishandeling bevestigen of o n t k r a c h t e n in kaart en leg deze vast. Leg ook de c o n t a c t e n over de signalen vast, evenals de stappen die w o r d e n gezet en de besluiten die w o r d e n g e n o m e n . Registraties vinden zoveel m o g e l i j k plaats binnen geautomatiseerde systemen (bijvoorbeeld het elektronisch kinddossier). Indien bepaalde beroepskrachten n i e t m e t dossiers w e r k e n , dan d i e n t door h e t MT van de GGD aangegeven t e w o r d e n waar en hoe de signalen vastgelegd m o e t e n w o r d e n . Bij h e t in kaart brengen van signalen volgt de beroepskracht de hieronder beschreven 5 stappen m e t e v t . aanvullingen in de p r o t o c o l l e n / r i c h t l i j n e n van de a f z o n d e r l i j k e afdelingen (zie bijlagen 2 en 3). Maak b i j h e t signaleren van huiselijk g e w e l d of kindermishandeling gebruik van een s i g n a l e r i n g s - / r i s i c o t a x a t i e i n s t r u m e n t . De JGZ g e b r u i k t op d i t m o m e n t h e t Balansmodel van Bakker. Ten behoeve van h e t wegen van aard en ernst van kindermishandeling en huiselijk g e w e l d w o r d t in bijlage 4 in grote l i j n e n aangegeven w a a r risicofactoren en beschermende f a c t o r e n kunnen liggen en w e l k e signalen m o g e l i j k e r w i j z e kunnen d u i d e n op kindermishandeling. 4
Beschrijf uw signalen zo f e i t e l i j k m o g e l i j k . Worden ook i n t e r p r e t a t i e s , hypothesen en v e r o n d e r s t e l l i n g e n vastgelegd, v e r m e l d d i t dan u i t d r u k k e l i j k . Maak een v e r v o l g a a n t e k e n i n g als een hypothese of veronderstelling l a t e r w o r d t bevestigd of o n t k r a c h t . V e r m e l d de bron als er i n f o r m a t i e van derden w o r d t vastgelegd. Leg medische diagnoses alleen vast als ze z i j n gesteld door een bevoegde beroepskracht. Leg ook vast m e t w i e gesproken is (naam en f u n c t i e ) , w a t er is afgesproken en aan w i e e v e n t u e e l de vervolgstappen z i j n overgedragen. Verder:
Signaleren is geen stap in het stappenplan, maar een grondhouding in het contact met cliënten. Meidcode b i j signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi Et Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig t o t en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
6
-
-
-
h e e f t u zelf geen c o n t a c t m e t de k i n d e r e n van u w c l i ë n t , dan kunt u t o c h signalen vastleggen over de s i t u a t i e w a a r i n deze kinderen zich m o g e l i j k e r w i j s bevinden, als de t o e s t a n d van u w c l i ë n t daar aanleiding t o e g e e f t ; b e t r e f f e n de signalen huiselijk geweld of k i n d e r m i s h a n d e l i n g gepleegd door een collega u i t de eigen organisatie, m e l d de signalen dan b i j de leidinggevende, c o n f o r m de i n t e r n e r i c h t l i j n e n ; in d i t geval is d i t stappenplan niet van toepassing; h e t stappenplan gaat er v a n u i t d a t j e als beroepskracht r e g e l m a t i g c o n t a c t hebt m e t de zorgvrager; d a t is n i e t a l t i j d h e t geval, b i j v . b i j de afdeling AGZ van de GGD, w a a r d o o r n i e t alle stappen z i j n t e z e t t e n . In dat geval b e s c h r i j f t de a f d e l i n g s r i c h t l i j n op w e l k e w i j z e de zaak w o r d t overgedragen en w i e e v e n t u e l e v e r v o l g s t a p p e n z e t ;
Stap 2: C o l l e g i a l e c o n s u l t a t i e e n z o n o d i g r a a d p l e g e n v a n h e t A d v i e s M e l d p u n t K i n d e r m i s h a n d e l i n g of h e t S t e u n p u n t H u i s e l i j k G e w e l d
en
Bespreek de signalen altijd met een deskundige collega, i.e. de aandachtsfunctionarissen Jantine Arts (06-52578119) en M a r l i n d e Sinnige ((0356991199). Ook kan het AMK w o r d e n geraadpleegd. Indien er naast het consulteren van een van de aandachtsfunctionarissen, het AMK of SHG, b i j de beroepskracht b e h o e f t e is aan e m o t i o n e l e of praktische s t e u n , dan w o r d t d i t aan de leidinggevende kenbaar g e m a a k t . Deze zorgt ervoor dat deze steun via w e r k o v e r l e g , casusbespreking of anderszins w o r d t g e b o d e n . Indien er t i j d e n s collegiale consultatie een verschil van mening bestaat over het advies i n w i n n e n b i j AMK of SHG, dan kan de beroepskracht h i e r t o e zelf beslissen, w a a r b i j alleen z i j n eigen bevindingen worden doorgegeven. Ongeacht h e t meningsverschil kan de beroepskracht u i t e i n d e l i j k zélf een m e l d i n g d o e n . Adviesgesprekken, in het kader van stap 2, v i n d e n plaats op basis van anonieme cliëntgegevens. Voor een adviesgesprek b e h o e f t u u w beroepsgeheim dus niet t e verbreken. Stap 3 tot e n m e t 5 Stappen 3 t o t en m e t 5 kunnen voor de verschillende a f d e l i n g e n van de GGD, gezien de aard van de w e r k z a a m h e d e n , verschillend w o r d e n ingevuld (zie hiervoor de b i j l a g e n 3 en 4 ) . Stap 3: G e s p r e k m e t d e c l i ë n t Een gesprek m e t de c l i ë n t over het signaal m o e t t e allen t i j d e p l a a t s v i n d e n . De b e r o e p s k r a c h t m o e t de volgende p u n t e n aan de o r d e s t e l l e n : • h e t d o e l van het gesprek; • de signalen, d i t w i l zeggen de f e i t e n die h i j h e e f t vastgesteld en de w a a r n e m i n g e n die h i j h e e f t gedaan (geen o o r d e l e n ) ; • reactie cliënt; 5
Een uitzondering kan worden gemaakt als de veiligheid van de cliënt of beroepskracht in gevaar dreigt te komen en/of het risico bestaat dat de cliënt door gesprek het contact zal verbreken. Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi & Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig t o t en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
7
•
het na deze r e a c t i e zonodig komen t o t een i n t e r p r e t a t i e van w a t de beroepskracht h e e f t gezien en gehoord en w a t hem in r e a c t i e daarop v e r t e l d is.
Soms zal het v e r m o e d e n door het gesprek w o r d e n w e g g e n o m e n , in dat geval z i j n de hierna volgende stappen van het stappenplan niet meer van toepassing. Het gesprek z a l , indien het een m i n d e r j a r i g e onder de 12 j a a r b e t r e f t , a l t i j d m e t een ouder w o r d e n gevoerd. Tussen de 12 en 16 j a a r kan m e t de m i n d e r j a r i g e alleen of samen m e t de ouder w o r d e n gesproken. In verband m e t de v e i l i g h e i d van het kind of a n d e r e n , kan t o c h besloten w o r d e n om het eerste gesprek m e t het kind alleen t e v o e r e n , zonder de ouders t e i n f o r m e r e n . In het geval de v e i l i g h e i d van één van de betrokkenen in het geding is of d a t het risico bestaat dat de c l i ë n t het c o n t a c t v e r b r e e k t m e t de beroepskracht, w o r d t afgezien van een gesprek (maar w o r d t w e l , indien nodig, d o o r g e p a k t ) . De r e s u l t a t e n van h e t gesprek dienen a l t i j d t e w o r d e n vastgelegd in een dossier. Stap 4: W e e g d e a a r d e n d e e r n s t In deze stap k o m t het er op aan d a t de beroepskracht alle verkregen i n f o r m a t i e w e e g t . Deze stap vraagt van de beroepskracht dat deze het risico op huiselijk g e w e l d of kindermishandeling inschat, evenals de aard en de ernst h i e r v a n . Vraag b i j de t a x a t i e zo nodig advies van één van de aandachtsfunctionarissen of van het SHG of AMK. Leg alles vast in het cliëntdossier. Bij de w e g i n g h a n t e e r t de beroepskracht een r i s i c o t a x a t i e - i n s t r u m e n t (zie hiervoor stap 2 ) . Ten behoeve van het signaleringsproces is in bijlage 4 een l i j s t m e t risicoen beschermende f a c t o r e n o p g e n o m e n . Stap 5: Beslissen: h u l p o r g a n i s e r e n o f m e l d e n Na de weging van stap 4 k o m t de beroepskracht, zonodig ondersteund door deskundigen, t o t een besluit: zélf hulp organiseren of een m e l d i n g d o e n . Waar het b i j deze a f w e g i n g om gaat, is dat de beroepskracht b e o o r d e e l t of hij z e l f / z i j n organisatie, gelet op z i j n c o m p e t e n t i e s , z i j n v e r a n t w o o r d e l i j k h e d e n en z i j n professionele g r e n z e n , in voldoende m a t e e f f e c t i e v e hulp kan bieden of kan organiseren. In alle gevallen w a a r i n h i j m e e n t dat d i t niet of maar g e d e e l t e l i j k het geval is, d o e t h i j een m e l d i n g . Hulp organiseren en e f f e c t e n volgen Meent de beroepskracht dat hij m e t z i j n organisatie de c l i ë n t v o l d o e n d e kan beschermen tegen het risico op huiselijk geweld of op k i n d e r m i s h a n d e l i n g , dan b i e d t of organiseert h i j de hulp die daarvoor nodig is. Hij v o l g t de e f f e c t e n van deze hulp en d o e t alsnog een melding als het geweld niet b l i j k t t e stoppen of opnieuw oplaait. Contact m e t de cliënt of z i j n ouder(s) over de melding en de inspanning om toestemming voor de melding te krijgen Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi £t Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
8
Als h o o f d r e g e l g e l d t dat de beroepskracht, v o o r d a t h i j een m e l d i n g d o e t , c o n t a c t zoekt m e t de c l i ë n t over de melding (vanaf 12 j a a r ) (als c l i ë n t nog geen 16 j a a r is ook m e t de o u d e r ) . Hij legt hem uit dat h i j een m e l d i n g w i l d o e n , w a t een m e l d i n g voor de c l i ë n t b e t e k e n t , en w a t het doel van de m e l d i n g is. Vervolgens vraagt de beroepskracht de c l i ë n t om een reactie hierop. Laat de c l i ë n t m e r k e n d a t hij bezwaar h e e f t tegen de m e l d i n g , dan gaat de beroepskracht over deze bezwaren m e t de c l i ë n t in gesprek en b e k i j k t hij hoe hij aan deze bezwaren t e g e m o e t kan komen. Blijven de bezwaren van de c l i ë n t desondanks o v e r e i n d , dan m a a k t de beroepskracht een a f w e g i n g . Hij w e e g t de aangevoerde bezwaren af t e g e n de noodzaak om de c l i ë n t of een ander tegen het g e w e l d of de mishandeling t e beschermen door een melding t e doen. Daarbij b e t r e k t hij in ieder geval de aard en de ernst van het geweld en de noodzaak om de c l i ë n t of een ander d a a r t e g e n t e beschermen. Op deze manier spant de beroepskracht zich in om t o e s t e m m i n g van de c l i ë n t t e k r i j g e n . A l l e e n in die gevallen waarin d i t hem n i e t l u k t , ook n i e t nadat h i j in gesprek is gegaan over de bezwaren van de c l i ë n t , k o m t het doen van een m e l d i n g zonder t o e s t e m m i n g van de c l i ë n t in b e e l d . Voor meer i n f o r m a t i e hierover w o r d t v e r w e z e n naar bijlage 5. De beroepskracht h o e f t geen c o n t a c t m e t de m e l d e r over de m e l d i n g t e hebben indien de veiligheid in het geding is, dan w e l h e t risico bestaat d a t de m e l d e r het c o n t a c t zal v e r b r e k e n . Bij m e l d e n zonder t o e s t e m m i n g van de z o r g v r a g e r / o u d e r w o r d t het beroepsgeheim v e r b r o k e n , maar de melding is dan zorgvuldig afgewogen (zie b i j l a g e 5). Alle i n f o r m a t i e verkregen via gesprekken ( m e t w i e , f u n c t i e , reden e t c . ) en de vervolgstappen (door w i e e t c . ) w o r d e n g e n o t e e r d in het dossier. Indien in behandeling b i j AMK of SHG dient de beroepskracht a l t i j d a t t e n t t e b l i j v e n op signalen die er op zouden kunnen w i j z e n d a t de s i t u a t i e v e r s l e c h t e r t . Is de c l i ë n t nog geen 12 j a a r o u d , dan v o e r t de beroepskracht het gesprek zoals hierboven beschreven m e t de ouder(s) van de c l i ë n t . Is de c l i ë n t 12 j a a r en nog geen 16 dan w o r d t het gesprek gevoerd m e t de c l i ë n t en of m e t de o u d e r . Melden Meent de beroepskracht dat hij met z i j n organisatie n i e t in staat is om de c l i ë n t voldoende te beschermen tegen het risico op huiselijk geweld of k i n d e r m i s h a n d e l i n g , dan doet h i j een melding z o d a t de signalen nader kunnen w o r d e n o n d e r z o c h t en acties in gang kunnen w o r d e n gezet die de c l i ë n t en z i j n gezinsleden v o l d o e n d e beschermen. Er w o r d t dan g e m e l d b i j het AMK of SHG. Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling doet na een m e l d i n g onderzoek naar de signalen. Dit w i l zeggen dat de medewerkers in gesprek gaan m e t de ouders en m e t beroepskrachten die m e t het kind t e maken h e b b e n . Op basis van de r e s u l t a t e n van d i t onderzoek besluit men w a t er m o e t g e b e u r e n : - vrijwillige hulp; Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi & Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
9
-
melding doen b i j de Raad voor de Kinderbescherming e n / o f a a n g i f t e van mishandeling doen b i j de p o l i t i e .
Het Steunpunt Huiselijk geweld zal na een melding c o n t a c t zoeken m e t de c l i ë n t o m t e beoordelen w e l k e hulp noodzakelijk is, om vervolgens deze hulp voor het s l a c h t o f f e r en de pleger (op v r i j w i l l i g e basis) t e organiseren en hen daarvoor zonodig t e m o t i v e r e n . Sluit i n d e m e l d i n g a a n b i j d e f e i t e n Bij een m e l d i n g d i e n t de m e l d e r zoveel mogelijk z i j n signalen t e m e l d e n . Dat w i l zeggen de f e i t e n en gebeurtenissen die z i j n w a a r g e n o m e n . M e l d t de m e l d e r ook f e i t e n en gebeurtenissen die anderen hebben gezien of g e h o o r d , dan m o e t h i j deze ' a n d e r e b r o n ' d u i d e l i j k in de m e l d i n g noemen. V e r w i j si n d e x Een beroepskracht kan na het doorlopen van de stappen één en t w e e van de m e i d c o d e komen t o t een melding aan de Verwijsindex (VIR). Een m e l d i n g aan de VIR is een andersoortige m e l d i n g dan een melding aan het AMK of SHG. Een melding aan de VIR bevat het burgerservicenummer van de g e m e l d e j e u g d i g e en de contactgegevens van de m e l d e r . Daarnaast bevat een m e l d i n g aan de VIR géén i n h o u d e l i j k e i n f o r m a t i e . Die m e l d i n g zegt dus niets over de m o g e l i j k e p r o b l e m e n die b i j de b e t r o k k e n j e u g d i g e spelen. De VIR stelt professionals, die een bepaalde jeugdige hebben g e m e l d , op de hoogte van eikaars b e t r o k k e n h e i d b i j die j e u g d i g e . B e k e n d m a k e n v a n d e i d e n t i t e i t van d e m e l d e r bij vermoedens van kindermishandeling A r t i k e l 55 van het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg g e e f t als hoofdregel dat de i d e n t i t e i t van de melder door het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling aan het gezin bekend w o r d t g e m a a k t . Een melder kan e c h t e r t e n o p z i c h t e van het gezin anoniem b l i j v e n als de m e l d i n g : • een bedreiging v o r m t of kan vormen voor de j e u g d i g e , voor andere j e u g d i g e n of voor de beroepskracht of z i j n m e d e w e r k e r s ; • of de v e r t r o u w e n s r e l a t i e zou kunnen verstoren tussen de beroepskracht en de c l i ë n t of z i j n gezin. NB: Het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld kent (nog) geen specifieke regeling op d i t p u n t . In het algemeen kan worden gezegd dat ook hier openheid over meldingen de hoofdregel is en d a t , bij w i j z e van u i t z o n d e r i n g , m e t name op grond van overwegingen in v e r b a n d m e t de veiligheid de i d e n t i t e i t van de m e l d e r voor de b e t r o k k e n e n kan w o r d e n afgeschermd. In de b i j l a g e n 2 en 3 w o r d t aangegeven of de melding door de beroepskracht zelf of door de manager van de betreffende afdeling wordt gedaan. De e i n d v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d voor het besluit over het al dan n i e t m e l d e n , ligt bij de manager van de a f d e l i n g w a a r de d e s b e t r e f f e n d e beroepskracht w e r k z a a m is. I n s p a n n i n g e n na d e m e l d i n g Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi & Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
io
Een m e l d i n g is geen e i n d p u n t . Als een beroepskracht een m e l d i n g d o e t , g e e f t het stappenplan daarom aan, dat de beroepskracht in z i j n c o n t a c t m e t het Steunpunt Huiselijk G e w e l d of het Advies- en Steunpunt Kindermishandeling ook bespreekt w a t hij z e l f , na z i j n m e l d i n g , binnen de grenzen van z i j n g e b r u i k e l i j k e t a a k u i t o e f e n i n g kan doen om de c l i ë n t of z i j n gezinsleden t e beschermen en t e o n d e r s t e u n e n . Dit is u i t d r u k k e l i j k in stap 5 b i j de melding opgenomen om d u i d e l i j k t e maken dat de b e t r o k k e n h e i d van de beroepskracht bij de c l i ë n t na de melding n i e t o p h o u d t . Van hem w o r d t v e r w a c h t dat h i j , naar de m a t e van z i j n m o g e l i j k h e d e n , de c l i ë n t b l i j f t ondersteunen en beschermen. U i t e r a a r d gebeurt d i t in overleg m e t het Advies- en M e l d p u n t Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk G e w e l d om zo t o t een gemeenschappelijke aanpak t e k o m e n . Het Adviesen M e l d p u n t Kindermishandeling en het Steunpunt Huiselijk Geweld houden melders op de hoogte van de u i t k o m s t e n van het onderzoek en van de acties die in gang w o r d e n gezet. Indien d i t niet g e b e u r t , dan gaat de beroepskracht hier zelf actief achteraan.
Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi & Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
11
Bijlage 1: Verantwoordelijkheden meidcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Directie o
o o
o
o
o
o o
o o
o o
Legt m e i d c o d e en b i j b e h o r e n d e specifieke afdelingsbij lagen voor aan het MT ( d i t geldt ook voor de wijzigingen die in de loop der t i j d worden voorgesteld), G e e f t de beleidsmedewerker k w a l i t e i t opdracht de m e i d c o d e op t e nemen als o n d e r d e e l van het k w a l i t e i t s b e l e i d , Is e i n d v e r a n t w o o r d e l i j k voor de uitvoering van de m e i d c o d e Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en draagt zorg voor b e s t u u r l i j k e b e s l u i t v o r m i n g dienaangaande, Draagt zorg voor het i n f o r m e r e n van ouders en b e r o e p s k r a c h t e n over kwaliteitsbeleid en het beleid rond huiselijk geweld en k i n d e r m i s h a n d e l i n g . Draagt zorg dat o u d e r s / c l i ë n t e n op de hoogte z i j n van het f e i t d a t de GGD m e t de Meidcode w e r k t , Is eindverantwoordelijk voor de benoeming van aandachtsfunctionarissen HG/KM en voor het beschikbaar s t e l l e n van voor deze f u n c t i e voldoende aantal uren. Legt andere v e r a n t w o o r d e l i j k h e d e n vast: Wie (namen en f u n c t i e s ) dragen w e l k e v e r a n t w o o r d e l i j k h e d e n en t a k e n die behoren b i j i m p l e m e n t a t i e en uitvoering Meidcode; Plaatst de m e i d c o d e als terugkerend o n d e r w e r p op agenda van het MT. Draagt zorg voor regelmatige deskundigheidsbevordering van beroepskrachten van de afdelingen AGZ en JGZ in het b e l e i d rond HG en KM en in het w e r k e n met de meidcode en legt d i t in een j a a r l i j k s b i j t e s t e l l e n scholingsplan vast. Draagt zorg voor r e g e l m a t i g terugkerende e v a l u a t i e van de m e i d c o d e , w a a r b i j in de eerste j a r e n sprake is van een j a a r l i j k s e e v a l u a t i e . G e e f t o p d r a c h t aan de afdeling GBBO (bedrijfsvoering) o m meldingen (van en aan de GGD) op te nemen in de MARAP's van de a f d e l i n g e n AGZ en JGZ. O n d e r h o u d t c o n t a c t e n m e t de e x t e r n e m e d i a . Draagt zo nodig zorg voor juridische c o n t a c t e n en het i n i t i ë r e n en o n d e r h o u d e n van c o n t a c t e n tussen de organisatie en de Inspectie.
M a n a g e m e n t AGZ e n JGZ o Draagt zorg voor aansluiting van de meidcode op de werkprocessen van de b e t r e f f e n d e a f d e l i n g e n . Legt d i t vast in a p a r t e r i c h t l i j n e n of h a n d e l i n g s p r o t o c o l l e n , die onderdeel vormen van de m e i d c o d e en d a a r m e e n i e t s t r i j d i g z i j n met de meidcode voor de GGD als g e h e e l . o Is e i n d v e r a n t w o o r d e l i j k voor het besluit over het al dan n i e t m e l d e n . o Plaatst de meidcode in samenwerking met de aandachtsfunctionaris(sen) t e n minste j a a r l i j k s als t e r u g k e r e n d t h e m a Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi Et Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
12
o
o o o
o
o
op de agenda van afdelings- en t e a m o v e r l e g g e n : betrokken medewerkers k r i j g e n , h o u d e n , hebben kennis van de inhoud en d o e l van de m e i d c o d e . Draagt samen m e t de aandachtsfunctionaris zorg voor regelmatige e v a l u a t i e van de Meidcode en de d a a r b i j behorende specifieke r i c h t l i j n e n en indien n o d i g , voor aanpassing van de specifieke r i c h t l i j n e n van de a f d e l i n g , Draagt zorg voor de randvoorwaarden benodigd voor het f u n c t i o n e r e n van een aandachtsfunctionaris ( u r e n , scholing, overleggen e . d . ) . Draagt samen m e t de aandachtsfunctionarissen zorg voor (de u i t v o e r i n g van) een scholingsplan van de b e r o e p s k r a c h t e n , S t i m u l e e r t laagdrempelig c o n t a c t van de aandachtsfunctionaris m e t de beroepskrachten bij h e t u i t v o e r e n van de Meidcode en specifieke richtlijnen Draagt zorg voor (de m o g e l i j k h e i d t o t ) een goede registratie van de stappen u i t de Meidcode in de voor de a f d e l i n g of sector geldende registratiesystemen. Bespreekt crisissituaties m e t d i r e c t i e en aandachtsfunctionaris; w a a r nodig volgt rapportage aan Inspectie.
Aandachtsfunctionaris o Loopt j a a r l i j k s de algemene m e i d c o d e van de GGD door, d o e t e v e n t u e e l voorstellen aan het MT t o t aanpassingen in de algemene meidcode en specifieke a f d e l i n g s b i j l a g e n . o I n f o r m e e r t en s t i m u l e e r t d i r e c t i e , m a n a g e m e n t , beroepskrachten en o u d e r s / c l i ë n t e n over de m e i d c o d e . o Draagt zorg, samen met de d i r e c t i e , voor het op de agenda houden van de meidcode in de hele organisatie, b i j v o o r b e e l d door middel van een nieuwsbrief, themabijeenkomsten en/of binnen reguliere overleggen binnen de GGD. o Draagt samen m e t de managers van de afdelingen AGZ en JGZ zorg voor (de uitvoering van) een scholingsplan van de beroepskrachten; o n d e r d e e l hiervan is een i n w e r k p r o g r a m m a , d a t geldig is voor nieuwe medewerkers m e t c l i ë n t c o n t a c t e n ; de aandachtsfunctionaris h e e f t inventariseert hiertoe de wensen en b e h o e f t e n op de w e r k v l o e r . Draagt samen m e t de manager AGZ en JGZ zorg voor regelmatige evaluatie van de meidcode en de daarbij behorende afdelingsspecifieke bijlagen en past deze, indien de resultaten daar aanleiding t o e geven, a a n . Houdt z i c h t op de e f f e c t e n van de meidcode en brengt deze in t e n behoeve van de e v a l u a t i e . o
o
G e e f t extra aandacht aan het kenbaar maken in de eigen organisaties van de f u n c t i e van aandachtsfunctionaris en de d a a r b i j behorende t a k e n en z i j n / h a a r b e r e i k b a a r h e i d . Zorgt voor ondersteuning en advisering van de beroepskrachten b i j het doorlopen van de 5 stappen van de meidcode en afdelingsrichtlijnen.
Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi Et Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
13
o o
o
Draagt zorg voor aanwezigheid van achtergrondinformatie, beleidsafspraken en l i t e r a t u u r op een bereikbare plaats. Organiseert samen m e t andere instellingen en ketenpartners bijeenkomsten over informatie-uitwisseling, overdracht en terugkoppeling. Neemt d e e l aan het regionaal n e t w e r k van aandachtsfunctionarissen, dat 1 x per j a a r p l a a t s v i n d t .
B e r o e p s k r a c h t e n AGZ e n J G Z d i e c l i ë n t c o n t a c t e n h e b b e n o Neemt kennis van de inhoud van de Meidcode en de voor de a f d e l i n g geldende r i c h t l i j n , o Is in staat de 5 stappen uit de Meidcode te v o l g e n , o O n d e r h o u d t d a a r t o e z i j n kennis en ervaring. o Is bekend m e t d e , v e r a n t w o o r d e l i j k h e d e n , t a k e n en m o g e l i j k h e d e n van de aandachtsfunctionaris, o Ziet t o e op zorgvuldige omgang m e t de privacy van het b e t r e f f e n d e gezin, w a a r b i j het privacyreglement van de GGD l e i d e n d is. o Waarborgt c o n t i n u ï t e i t van b i j v . o n d e r w i j s , zorg en kinderopvang van cliënt. o Stelt de directie meteen in kennis bij (vermoeden van) kindermishandeling en huiselijk geweld door een beroepskracht binnen de eigen i n s t e l l i n g . o W e r k t mee aan r e g e l m a t i g terugkerende e v a l u a t i e .
Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi £t Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
14
Bijlage 2 Bijlage afdeling Jeugdgezondheidszorg Nader in t e v u l l e n , m e t het volgende als uitgangspunt. Op stap 3 (Gesprek m e t de c l i ë n t ) , stap 4 (Weeg de aard en de ernst van het h u i s e l i j k g e w e l d of de kindermishandeling) en stap 5 (Beslissen: zelf hulp organiseren of melden) is binnen de a f d e l i n g Jeugdgezondheidszorg van toepassing h e t 'Stappenplan Kindermishandeling afdeling JGZ GGD Gooi & Vechtstreek. Deze d i e n t , zo nodig t e w o r d e n aangepast aan de algemene Meidcode van de GGD.
Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi & Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
15
Bijlage 3 Bijlage afdeling Algemene Gezondheidszorg Het stappenplan gaat er vanuit dat j e als beroepskracht r e g e l m a t i g c o n t a c t h e b t m e t de zorgvrager. Binnen de sector I n f e c t i e z i e k e n , Milieu en T o e z i c h t Kinderopvang is d i t zelden het geval, zodat het in de p r a k t i j k , misschien m e t u i t z o n d e r i n g van de begeleiding van een p a t i ë n t door de sociaal-verpleegkundige t u b e r c u l o s e b e s t r i j d i n g , n i e t t o t een melding op grond van de code l i j k t t e kunnen komen. Voor de sector Openbare G e e s t e l i j k e Gezondheidszorg d i e n t de Meidcode uitgewerkt te worden.
Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi & Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
nog
16
Bijlage 4 Lijst met risico- en beschermende factoren en signalen Kindermishandeling B e l a n g r i j k : wees zorgvuldig ! ! ! ! Het o p m e r k e n van de signalen in de l i j s t hierna h o e f t geen grond t e z i j n voor een v e r m o e d e n van kindermishandeling of h u i s e l i j k g e w e l d . Een andere oorzaak is ook m o g e l i j k . Bovendien is deze l i j s t niet v o l l e d i g . Ook signalen d i e n i e t in deze l i j s t staan, kunnen w i j z e n op kindermishandeling of h u i s e l i j k g e w e l d . M e t andere w o o r d e n : wees zorgvuldig. Risicofactoren: b i j ouders ( b i j v . verslaving); in omgeving ( b i j v . w e i n i g s t e u n , w e r k l o o s h e i d ) ; b i j kind (huilbaby, gedragsproblemen); b i j i n t e r a c t i e ouder en kind (gebrek aan kennis over opvoeding). Beschermende f a c t o r e n : b i j ouders ( b i j v . positief z e l f b e e l d , ondersteuning p a r t n e r ) ; b i j kind ( b i j v . sociaal v a a r d i g , e g o v e e r k r a c h t ) ; b i j gezin en omgeving ( b i j v . steun u i t n e t w e r k ) . Signalen: -
-
l i c h a m e l i j k e signalen b i j kinderen t o t 12 j a a r ( o . a . b l a u w e plekken, slechte verzorging); e m o t i e s en gedrag b i j kinderen t o t 12 j a a r (o.a. depressief, passief); b o u l i m i a , anorexia, c r i m i n e e l , schoolverzuim b i j kinderen 1 2 - 1 9 j a a r signalen b i j het gezin (o.a. sociale i s o l a t i e , slechte behuizing); signalen b i j ouders (o.a. s c h r e e u w e n , komen afspraken n i e t n a ) ; signalen b i j zwangere v r o u w e n ( o . a . a l c o h o l , drugs, r o k e n ) ; signalen b i j kinderopvang ( o . a . t e laat ophalen van k i n d , onverzorgd kind); signalen op school (o.a. s c h o o l v e r z u i m , geen o n t b i j t , onverzorgd).
Te allen t i j d e g e l d t d a t de eigen deskundigheid voorop s t a a t ! ! ! ! ! Voor u i t g e b r e i d e i n f o r m a t i e : www.protocolkindermishandelin6i.nl
Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi 6t Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig t o t en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
17
Bijlage 5 Beroepsgeheim, meidcode en meldrecht 5.1 Inleiding In deze bijlage b i j de meidcode w o r d t enige a c h t e r g r o n d i n f o r m a t i e gegeven, m e t name over het beroepsgeheim, het w e t t e l i j k m e l d r e c h t en de verhouding tussen het beroepsgeheim en het m e l d r e c h t . 5.2 Inhoud en doel van het b e r o e p s g e h e i m Algemene zwijgplicht Iedere beroepskracht die i n d i v i d u e l e c l i ë n t e n hulp, zorg, steun of een andere v o r m van begeleiding biedt h e e f t een beroepsgeheim. Deze z w i j g p l i c h t , zoals het beroepsgeheim ook w e l w o r d t genoemd, v e r p l i c h t de beroepskracht o m , k o r t gezegd, geen i n f o r m a t i e over de c l i ë n t aan derden t e v e r s t r e k k e n , t e n z i j de c l i ë n t hem daarvoor t o e s t e m m i n g h e e f t gegeven. Doel van het beroepsgeheim is de d r e m p e l voor de toegang t o t de h u l p v e r l e n i n g zo laag m o g e l i j k t e maken en de c l i ë n t het v e r t r o u w e n t e geven dat h i j v r i j u i t kan spreken. De hierboven beschreven algemene z w i j g p l i c h t voor hulpverleners en begeleiders is n i e t specifiek opgenomen in een bepaalde w e t , maar w o r d t afgeleid u i t de privacybepalingen u i t het Europees Verdrag voor de Rechten van de mens en de f u n d a m e n t e l e v r i j h e d e n ( a r t i k e l 8) en uit de G r o n d w e t ( a r t i k e l 10). Deze bepalingen w o r d e n nog eens ondersteund door a r t i k e l 272 W e t b o e k van S t r a f r e c h t d a t een v e r b o d bevat op het v e r b r e k e n van geheimen die aan de beroepskracht z i j n toevertrouwd. Specifieke zwijgplicht Een a a n t a l beroepsgroepen kent een specifieke z w i j g p l i c h t d i e is geregeld in een ' e i g e n ' w e t . Dit geldt b i j v o o r b e e l d voor medisch hulpverleners, zoals artsen en v e r p l e e g k u n d i g e n . Zij vinden hun z w i j g p l i c h t in a r t i k e l 88 van de Wet op de beroepen in de i n d i v i d u e l e gezondheidszorg en in a r t i k e l 7:457 B u r g e r l i j k W e t b o e k . Voor beroepskrachten in de j e u g d z o r g is de z w i j g p l i c h t specifiek geregeld in a r t i k e l 53 van de W e t op de j e u g d z o r g . Paradox van de geheimhoudingsplicht Er d o e t zich b i j de omgang m e t de z w i j g p l i c h t een zekere paradox voor. De z w i j g p l i c h t is hét i n s t r u m e n t b i j uitstek om er voor t e zorgen d a t mensen naar de beroepskracht t o e komen en ook bereid z i j n om open over hun zorgen t e spreken. Ze mogen er immers op v e r t r o u w e n dat hun verhaal n i e t zomaar elders t e r e c h t k o m t . Maar een t e rigide omgang m e t het beroepsgeheim kan t o t gevolg hebben d a t een c l i ë n t die dringend hulp nodig h e e f t j u i s t niet geholpen w o r d t o m d a t de beroepskracht m e e n t dat hij vanwege z i j n beroepsgeheim n i e t in mag g r i j p e n . Al m e t al is de omgang m e t het beroepsgeheim een v o r m van evenwichtskunst: g e h e i m h o u d i n g w a a r m o g e l i j k , zorgvuldige doorbreking van het geheim waar nodig. Vragen van
toestemming
Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi & Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
18
Bij het v e r s t r e k k e n van gegevens van een c l i ë n t aan een ander, dus ook b i j het doen van een melding aan het Advies- en M e l d p u n t Kindermishandeling of aan het Steunpunt Huiselijk G e w e l d , geldt als hoofdregel d a t de beroepskracht zich inspant om t o e s t e m m i n g voor z i j n melding t e k r i j g e n . De m e i d c o d e schetst daarvoor de w e r k w i j z e . G e e f t de c l i ë n t z i j n t o e s t e m m i n g , dan kan een melding w o r d e n gedaan. W e i g e r t de c l i ë n t ondanks de t o e s t e m m i n g , dan houdt het niet op maar maakt de beroepskracht een nieuwe a f w e g i n g , zie daarover paragraaf 3.3. NB1: De W e t bescherming persoonsgegevens bepaalt dat een c l i ë n t vanaf z i j n 16e j a a r zelf t o e s t e m m i n g g e e f t aan een beroepskracht voor het v e r s t r e k k e n van z i j n gegevens aan een ander (al dan niet in de v o r m van het doen van een m e l d i n g ) . De Wet op de jeugdzorg en de Wet inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst geven een c l i ë n t d i t recht zelfs al vanaf z i j n 12e j a a r . Toch m o e t over een m e l d i n g , als het gaat om een c l i ë n t vanaf 12 of 16 j a a r die nog thuis w o o n t , ook gesproken w o r d e n m e t z i j n ouders. W a n t b i j de m e l d i n g w o r d e n doorgaans n i e t alleen gegevens over de j o n g e r e v e r s t r e k t maar ook over z i j n ouder(s). NB2: Van h e t vragen van t o e s t e m m i n g kan w o r d e n afgezien in v e r b a n d m e t de v e i l i g h e i d van de c l i ë n t , van de beroepskracht of die van a n d e r e n . 5.3 Conflict van plichten In de ( t u c h t ) r e c h t s p r a a k w o r d t in geval van een c o n f l i c t van p l i c h t e n erkend dat een beroepskracht ook zonder t o e s t e m m i n g van de c l i ë n t over hem mag spreken. U i t e r a a r d m o e t een d e r g e l i j k besluit o m de z w i j g p l i c h t t e d o o r b r e k e n zorgvuldig worden genomen. Als hulpmiddel bij de besluitvorming over geheimhoudingsplicht wordt verwezen www.huiseliikgeweld.nl/cgi-bin/beroepsgeheim.cgi
het naar
verbreken van de de webpagina
B e a n t w o o r d i n g van de volgende v i j f vragen l e i d t doorgaans t o t een zorgvuldige besluitvorming: o kan ik door t e spreken zwaarwegende belangen van m i j n c l i ë n t of van z i j n kinderen behartigen? o is er een andere m o g e l i j k h e i d om d i t z e l f d e doel t e bereiken zonder d a t ik m i j n beroepsgeheim hoef t e verbreken? o w a a r o m is het niet m o g e l i j k om t o e s t e m m i n g van de c l i ë n t t e vragen of t e krijgen voor het bespreken van z i j n s i t u a t i e m e t i e m a n d die hem kan helpen? o z i j n de belangen van de c l i ë n t die ik w i l dienen m e t m i j n spreken zo zwaar dat deze naar m i j n o o r d e e l opwegen tegen de belangen die de c l i ë n t h e e f t b i j m i j n zwijgen? o als ik besluit om t e spreken aan w i e m o e t ik dan w e l k e i n f o r m a t i e v e r s t r e k k e n zodat het geweld of de mishandeling e f f e c t i e f kan w o r d e n aangepakt?
Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi Et Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
19
Positie van de cliënt Bij het besluit om de geheimhouding t e d o o r b r e k e n , speelt de positie van de c l i ë n t een b e l a n g r i j k e r o l . Bij c l i ë n t e n d i e zich in een a f h a n k e l i j k e positie bevinden w a a r d o o r ze minder goed in staat z i j n zelf op t e t r e d e n t e g e n mishandeling of g e w e l d , zal een beroepskracht eerder dan ' g e m i d d e l d ' kunnen besluiten dat h i j z i j n z w i j g p l i c h t v e r b r e e k t . Te denken v a l t op de eerste plaats aan kinderen en j o n g e r e n . Het kan dan gaan om kinderen die zelf c l i ë n t z i j n van de beroepskracht of om de kinderen van de c l i ë n t . M e e r d e r j a r i g e n beslissen in beginsel zelf over de w i j z e w a a r o p ze hun leven inrichten en of ze daarin hulp of andere inmenging wensen. Dit zelfbeschikkingsrecht is een belangrijk uitgangspunt bij het bieden van hulp aan c l i ë n t e n . Maar d i t uitgangspunt is niet absoluut. Er z i j n situaties w a a r i n een inbreuk op de zelfbeschikking n o o d z a k e l i j k kan z i j n o m d a t de c l i ë n t in een zeer ernstige situatie v e r k e e r t . In geval van huiselijk geweld kan d i t zeker aan de orde z i j n . Uit onderzoek is gebleken hoezeer slachtoffers gevangen kunnen z i t t e n in hun s i t u a t i e , zodanig dat ze daar op eigen kracht n i e t uit k o m e n . De beroepskracht zal zich eerst t o t het u i t e r s t e in m o e t e n spannen o m de t o e s t e m m i n g van z i j n c l i ë n t t e k r i j g e n . Maar k r i j g t h i j deze n i e t , dan kan h i j zich daar n i e t z o n d e r m e e r b i j neerleggen. Hij dient de ernst van de s i t u a t i e w a a r i n de c l i ë n t zich b e v i n d t , af t e wegen tegen het gegeven dat de c l i ë n t hem geen t o e s t e m m i n g g e e f t voor het doen van een melding. Komt h i j t o t de slotsom dat de c l i ë n t , vanwege de ernst van het huiselijk g e w e l d , tegen d i t g e w e l d m o e t w o r d e n b e s c h e r m d , dan d o e t h i j een m e l d i n g , ook al h e e f t hij daarvoor geen t o e s t e m m i n g . Hij k o m t dan in f e i t e t o t de conclusie dat het z w a r e belang van z i j n geheimhoudingsplicht in deze specifieke situatie m o e t w i j k e n voor het nog z w a a r d e r e belang van het beschermen van z i j n c l i ë n t tegen zwaar e n / o f structureel geweld. NB: Voor een zorgvuldige besluitvorming is de s i t u a t i e , v o o r d a t hij z i j n besluit n e e m t , en zo nodig ook (op basis van anonieme Advies- en Steunpunt Kindermishandeling of
het noodzakelijk d a t de beroepskracht bespreekt m e t een deskundige collega cliëntgegevens) advies vraagt aan het het Steunpunt H u i s e l i j k G e w e l d .
Beoordeling van een besluit over het doorbreken van het beroepsgeheim Zou a c h t e r a f een toetsende organisatie gevraagd worden om een o o r d e e l t e geven over het o p t r e d e n van de beroepskracht, dan w o r d t v o o r a l de zorgvuldigheid beoordeeld w a a r m e e het besluit om de geheimhouding t e v e r b r e k e n t o t stand is g e k o m e n . Daarbij w o r d t onder andere gelet o p : o collegiale c o n s u l t a t i e ; o raadpleging van het Steunpunt Huiselijk G e w e l d of het Advies- en Steunpunt Kindermishandeling; o aanwezigheid van voldoende relevante f e i t e n of signalen en zorgvuldige verzameling van deze f e i t e n en signalen; o zorgvuldige en c o n c r e t e afweging van belangen; Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi & Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
20
o
de c o n t a c t e n die er m e t de c l i ë n t z i j n geweest over de m e l d i n g ; c o n c r e e t gaat het er dan om of de beroepskracht z i c h , gelet op z i j n m o g e l i j k h e d e n en op de omstandigheden w a a r i n de c l i ë n t v e r k e e r t , h e e f t ingespannen om de c l i ë n t t o e s t e m m i n g t e vragen of o m hem t e i n f o r m e r e n , indien het v e r k r i j g e n van t o e s t e m m i n g n i e t m o g e l i j k bleek.
Als hulpmiddel bij de besluitvorming over het verbreken van de g e h e i m h o u d i n g s p l i c h t en het doen van een m e l d i n g , w o r d t nogmaals v e r w e z e n naar de w e b p a g i n a van de privacy helpdesk van het Ministerie van J u s t i t i e : www.huiseliikgeweld.nl/cgi-bin/beroepsgeheim.cgi NB: Het is, ook in verband m e t de t o e t s b a a r h e i d van het besluit a c h t e r a f , b e l a n g r i j k om een besluit over het m e l d e n van een c l i ë n t zonder d a t h i j daarvoor z i j n t o e s t e m m i n g h e e f t gegeven, zorgvuldig vast t e leggen. Niet alleen de melding d i e n t t e w o r d e n vastgelegd, ook de belangen die z i j n afgewogen en de personen die van t e voren over het besluit z i j n g e r a a d p l e e g d . 5.4 W e t t e l i j k meldrecht Voor vermoedens van kindermishandeling is het leerstuk van het c o n f l i c t van p l i c h t e n nog eens bevestigd in a r t i k e l 53 lid 3 van de W e t op de j e u g d z o r g dat een u i t d r u k k e l i j k m e l d r e c h t bevat. Iedere beroepskracht m e t een beroepsgeheim of een andere z w i j g p l i c h t h e e f t op basis van d i t w e t t e l i j k m e l d r e c h t het recht om vermoedens van kindermishandeling, zonodig zonder t o e s t e m m i n g van het kind e n / o f de ouder, bij het Advies- en M e l d p u n t Kindermishandeling t e m e l d e n . Daarnaast o m v a t het m e l d r e c h t het r e c h t voor de beroepskracht o m op verzoek van het Advies- en M e l d p u n t Kindermishandeling i n f o r m a t i e over het kind e n / o f z i j n ouders t e v e r s t r e k k e n , eveneens zonodig zonder t o e s t e m m i n g van het kind e n / o f de o u d e r . Voor vermoedens van huiselijk g e w e l d w a a r b i j alleen m e e r d e r j a r i g e n z i j n b e t r o k k e n , zal middels a r t i k e l 21c, d e r d e lid van de W e t M a a t s c h a p p e l i j k e Opvang (WMO) beroepskrachten een m e l d r e c h t w o r d e n geboden. T o t die t i j d biedt het c o n f l i c t van p l i c h t e n u i t k o m s t in die gevallen w a a r i n geen t o e s t e m m i n g w o r d t verkregen - of kan w o r d e n gevraagd - en een m e l d i n g t o c h n o o d z a k e l i j k is om het g e w e l d t e stoppen en de c l i ë n t tegen d i t g e w e l d t e beschermen.
Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi & Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
21
Bijlage 6 Evaluatie De e v a l u a t i e van de Meidcode van de GGD draagt zoveel m o g e l i j k u n i f o r m e t e evalueren aspecten in zich en zo min mogelijk afdelingsspecifieke. De e v a l u a t i e bevat een k w a l i t a t i e f en een k w a n t i t a t i e f o n d e r d e e l . Het k w a l i t a t i e v e d e e l gaat o . a . in o p : - de stappen en de c o n t a c t e n m e t geraadpleegde collega's (incl. aandachtsfunctionarissen) i n t e r n en e x t e r n ; - de f a c i l i t e i t e n als i n w e r k e n , scholing, t i j d e . d . ; - de r e g i s t r a t i e m o g e l i j k h e d e n ; k n e l p u n t e n en suggesties ter v e r b e t e r i n g . Het k w a n t i t a t i e v e g e d e e l t e van de evaluatie bevat o.a. een analyse van diverse aspecten van de registraties van kindermishandeling of huiselijk g e w e l d . Het e v a l u a t i e p l a n w o r d t door de aandachtsfunctionarissen en de b e t r e f f e n d e afdelingshoofden g e m a a k t en vervolgens vastgesteld in het MT. Van belang is o m vanaf het begin de e p i d e m i o l o o g van de GGD b i j d i t proces t e b e t r e k k e n , zodat d u i d e l i j k is w a a r o p en hoe door een ieder geregistreerd en geëvalueerd w o r d t . De e v a l u a t i e , die j a a r l i j k s in het vierde kwartaal plaatsvindt, b i e d t de basis voor vervolg(jaar)plannen.
Meidcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling GGD Gooi & Vechtstreek Documenteigenaar: Directeur Vastgesteld in MT van: Geldig tot en met 31 december 2012 Reg.nr: 11.0005897
22
Vraag & Antwoord Project Meidcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
1. Waarom wordt de Wet Meidcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling ingevoerd? Signalen van geweld en mishandeling worden vaak over het hoofd gezien of niet herkend. Veel professionals weten vervolgens niet goed hoe te handelen, wanneer zij geconfronteerd worden met slachtoffers van geweld. Het doel van de verplichting is dat sneller en adequater wordt ingegrepen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit kan worden bereikt door het consequent toepassen van een meidcode waardoor bij vroegsignalering van huiselijk geweld en kindermishandeling effectief wordt opgetreden. Bij de verplichting om te werken met een meidcode weten organisaties en professionals welke stappen zij moeten zetten als zij huiselijk geweld e n / o f kindermishandeling signaleren.
2. Waarom is er sprake van een meldrecht en geen meldplicht? Uit onderzoek is gebleken dat er meerdere redenen zijn om de toegevoegde waarde van een meldplicht te relativeren. Een professional die meldt op grond van een meldplicht, zal niet alleen melden op basis van een gefundeerd vermoeden van geweld, maar ook uit eventuele angst voor aansprakelijkheid in geval van het niet melden. Daardoor stijgt weliswaar het aantal meldingen, maar wordt de kwaliteit van de meldingen niet bevorderd. Een meldplicht leidt zo t o t overbelasting van het systeem en onnodig stigmatiserende onderzoeken, zonder duidelijke pluspunten voor hulp aan en bescherming van het kind en het gezin. Bovendien is het bij gebrek aan wetenschappelijk effectonderzoek onduidelijk welke effecten een meldplicht heeft. Verder is er geen bewijs dat een wettelijke meldplicht leidt tot het terugdringen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Een betere weg is dan het ondersteunen van de professional bij zijn of haar handelen. Het gebruik van het instrument meidcode blijkt sneller signaleren en ook eerder melden van (potentiële) geweldsituaties te bevorderen. K o r t o m : een meldplicht heeft een aantal grote nadelen en heeft geen toegevoegde waarde ten opzichte van een goed en breed toegepaste verplichte meidcode.
3. Wat verplicht de Wet Meidcode? De Wet Meidcode verplicht organisaties om een meidcode in de eigen organisatie te implementeren en het gebruik en kennis hiervan te bevorderen.
4. Wat is een meidcode? Een meidcode is een stappenplan, waarin wordt beschreven hoe een professional hoort om te gaan met het signaleren en het melden van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het stappenplan biedt houvast voor de professional in de te zetten stappen als hij huiselijk geweld of kindermishandeling signaleert. Bijvoorbeeld om een gesprek m e t ouders aan te gaan of hulpverlening in te schakelen. Een meidcode geeft richting aan de stappen die een professional kan zetten om slachtoffers te helpen.
5. Wanneer treedt de Wet in werking? De wet treedt naar verwachting begin 2012 in werking.
6. Voor welke sectoren is het hebben van een meidcode verplicht? De verplichte meidcode zal gaan gelden voor de volgende sectoren: •
• • •
• •
Gezondheidszorg (bijv. artsen, verpleegkundigen, verloskundigen, tandartsen, fysiotherapeuten, kraamzorg en geestelijke gezondheidszorg psychologen) Onderwijs Kinderopvang (bijv. onderwijspersoneel, kinderopvangpersoneel en leerplichtambtenaren); Maatschappelijke ondersteuning, waaronder de sectoren welzijn en sport (bijv. algemeen maatschappelijk werkers, (thuis)zorgmedewerkers, welzijnswerkers en personeel in de sport, MEE consulenten, jongerenwerkers en peuterspeelzaalpersoneel); Jeugdzorg (bijv. medewerkers Bureau Jeugdzorg, gedragswetenschappers en medewerkers van zorgaanbieders); Justitie (bijv. reclasseringswerkers en groepswerkers van de justitiële jeugdinrichtingen).
2
7. Waarom worden bijvoorbeeld dierenartsen niet in de verplichting meegenomen? In eerste instantie is de Wet bedoeld voor de sectoren Gezondheidszorg, Onderwijs, Kinderopvang, Maatschappelijke ondersteuning, Jeugdzorg en Justitie. Het kabinet is van mening dat deze sectoren het meest contact hebben met de mensen zelf. Er is bewust voor gekozen om een afbakening te maken en daarna te kijken hoe het voor een bredere doelgroep kan worden verplicht. Doelgroepen die de verplichting niet krijgen opgelegd, zoals bijvoorbeeld de dierenartsen, kunnen wel aan de slag met het opstellen van een meidcode voor de eigen organisatie of praktijk. Het basismodel meidcode staat op www.meldcode.nl.
8. Voor welke vormen van geweld geldt de Wet meidcode? De Wet meidcode geldt voor geweld in afhankelijkheidsrelaties (binnen familiaire sfeer). De Wet Meidcode geldt voor alle vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling, hierbij ook inbegrepen seksueel geweld, vrouwelijk genitale verminkingen (meisjesbesnijdenis), eergerelateerd geweld en ouderen mishandeling.
9. Geldt de verplichting van een meidcode ook voor zelfstandig werkende professionals? Voor zelfstandig werkende professionals, zoals huisartsen, gelden dezelfde verplichtingen als voor organisaties: beschikken over een meidcode, daarvan gebruik maken en kennis op peil houden. Zij zouden daarvoor gebruik kunnen maken van meidcodes en richtingen van hun beroeps- en bracheorganisaties.
10.Wat is de rol van de organisaties? De organisaties dienen een meidcode huiselijk geweld en kindermishandeling te beschikken. Zij dienen deze meidcode zelf vast te stellen, waarbij zij gebruik kunnen maken van het basismodel meidcode die te downloaden is op w w w . m e l d c o d e . n l . Tevens dienen de organisaties er zorg voor te dragen dat het gebruik van een meidcode door de professionals binnen de organisaties is geborgd en dat de daarvoor benodigde kennis op peil wordt gehouden.
3
11.Wat is rol van de branche- en beroepsverenigingen? De branche- en beroepsverenigingen ondersteunen de organisaties bij de implementatie en het gebruik van de meidcode. Het is hun taak om een (uniforme) meidcode binnen de beroepsgroep uit te dragen. Daarnaast informeren zij de organisaties en de beroepskrachten hoe om te gaan met (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling en waar ze terecht kunnen voor vragen.
12.Wat is de rol van (centrum)gemeenten? Van de gemeenten wordt verwacht dat zij een actieve bijdrage leveren bij het bekend maken en positief uitdragen van de meidcode. Hun taak is er op toe te zien dat organisaties in de sector maatschappelijke ondersteuning een meidcode vaststellen en het gebruik er van bevorderen. Centrumgemeenten hebben een regionale taak voor beleid op het gebied van geweld in huiselijke kring en zijn, in overleg met de regiogemeenten, verantwoordelijk voor het maken van samenwerkingsafspraken in de regio.
13.Waar moet een meidcode minimaal aan voldoen? De meidcode dient minimaal te bestaan uit de volgende vijf stappen: 1. In kaart brengen van de signalen 2. Collegiale consultatie en zonodig raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld 3. Gesprek met de cliënt of leerling 4. Weging van het (vermoeden van) geweld of mishandeling 5. Beslissen: hulp organiseren of melden
14.Wat is de functie van het basismodel meidcode? Het model fungeert als voorbeeld en hulpmiddel waarmee organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaars binnen de genoemde sectoren een meidcode voor de eigen organisatie of praktijk kunnen vaststellen. Het model is te vinden op www.meldcode.nl.
15.Hoe is het basismodel tot stand gekomen? In samenwerking met de ministeries en enkele instanties uit het veld, waaronder de KNMG en Bond Katholiek Primair Onderwijs, is in 2009 j a a r hard gewerkt aan het ontwikkelen van het basismodel meidcode huiselijk geweld en
kindermishandeling. Tevens is het basismodel ter consultatie voorgelegd aan een tiental verschillende branche- en beroepsorganisaties afkomstig uit de zorg, w e l z i j n , het onderwijs en de justitie.
16.In hoeverre wijkt de KNMG meidcode af van het landelijk basismodel meidcode? De KNMG heeft een meidcode kindermishandeling o n t w i k k e l d . Zij gaan in de z o m e r van 2010 een ademdent voor huiselijk geweld aan de meidcode kindermishandeling toevoegen. De KNMG meidcode kent net als het landelijk basismodel 5 stappen, die bijna identiek zijn.
17.In hoeverre wijkt de Rotterdamse meidcode af van het landelijk basismodel meidcode? De Rotterdamse meidcode w i j k t op één belangrijk aspect af van het landelijk basismodel meidcode. In het landelijk basismodel v i n d t er eerst collegiale consultatie plaats voordat de professional in gesprek gaat met de cliënt. De Rotterdamse meidcode heeft deze stappen omgedraaid, te weten eerst in gesprek met de cliënt en vervolgens overleg met de collega om zonodig raadplegen AMK e n / of SHG. Aangezien de wet niet voorschrijft in welke volgorde de stappen moeten worden gezet, voldoet de Rotterdamse meidcode aan de wet.
18.Wat is de relatie met de verwijsindex risicojongeren ( V I R ) ? De VIR en de meidcode zijn ondersteunend aan elkaar. Wanneer een professional na het doorlopen van de stappen van de meidcode een melding doet bij het AMK of het Steunpunt HG, dan doet hij of zij ook een melding aan de VIR. Het is niet de bedoeling dat een professional moet kiezen tussen het gebruik van een meidcode en het doen van een melding aan de VIR. De verwijsindex risicojongeren (VIR) is bedoeld om hulpverleners die werken met dezelfde jongere met elkaar in contact brengen. Het is een digitaal systeem dat risicosignalen van hulpverleners over jongeren (tot 23 j a a r ) bij elkaar brengt. De VIR stelt professionals, die een bepaalde jeugdige hebben g e m e l d , op de hoogte van eikaars betrokkenheid bij die jeugdige. Een melding aan de VIR bevat de persoonsgegevens van de gemelde jeugdige en de contactgegevens van de melder. De meidcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling moet het professionals
5
duidelijk maken wat zij moeten doen als zij huiselijk geweld en/of kindermishandeling signaleren. Het draagt bij aan de verbetering van de handelswijze van professionals binnen hun eigen organisatie bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling.
19.Hoe kunnen de professionals opgeleid worden in het werken met een meidcode? De Ministeries van VWS, Jeugd en Gezin, Justitie en OCW onderkennen het belang goed trainingen aan professionals aangaande het werken met een meidcode. Vanuit de Ministeries is er een basistraining 'Werken met een Meidcode" en een train-de-trainer ontwikkeld voor wie zich goed wil voorbereiden op het werken met een meidcode. Op www.huiseliikqeweld.nl staat een databank waarin aanbieders van deze training te vinden zijn. Ook andere trainingen op het gebied van huiselijk geweld en/of kindermishandeling zijn in de databank te vinden. Ook zijn e-learning modules ontwikkeld door The Next Page in samenwerking met VWS. De modulen zijn te vinden op www.thenextpaqe.nl. De landelijke elearning bestaat uit: • Een voorlichtingsmodule 'Werken met een meidcode' voor professionals. In deze module wordt ingegaan op het werken met de stappen uit de meidcode, de verschillende vormen van geweld in huiselijke kring en de rol van ketenpartners. • Een module 'Werken met een meidcode' voor managers. De module leert werkgevers hoe zij de meidcode in hun organisatie kunnen implementeren. • Verdiepende modulen voor bepaalde beroepsgroepen, zoals huisartsen, kinderopvangwerkers en leerkrachten. Met deze modulen kunnen professionals oefenen met het herkennen van signalen.
20.Waarom is huiselijk geweld en kindermishandeling samengevoegd in één meidcode De Meidcode is integraal, voor zowel het signaleren van huiselijk geweld als voor kindermishandeling. Huiselijk geweld en kindermishandeling zijn vaak onlosmakelijk met elkaar verbonden. Partnergeweld valt onder de definitie van huiselijk geweld, maar komt vaak voor in combinatie met kindermishandeling, bijvoorbeeld omdat kinderen getuigen kunnen zijn van het geweld. Wanneer kinderen getuige zijn van geweld in het gezin, wordt dat ook gezien als een vorm van kindermishandeling. Een integrale meidcode ligt ook voor de hand omdat professionals bij signalen
van huiselijk geweld en kindermishandeling dezelfde stappen doorlopen.
21.Wanneer mag je als professional het beroepsgeheim doorbreken? Het wetsvoorstel verplichte meidcode regelt een meldrecht voor professionals. Dit houdt in dat professionals bij signalen van huiselijk geweld, net als nu al is geregeld voor kindermishandeling, hun beroepsgeheim mogen doorbreken om een melding te doen. Er kan dus ook gemeld worden zonder t o e s t e m m i n g van de cliënt.
22.Hoe gaan het AMK en Steunpunt huiselijk geweld bij de in werking treding van de Wet met elkaar samenwerken? Na inwerkingtreding van de wet zijn SHG's en het AMK verplicht elkaar in kennis te stellen van een melding van (een vermoeden v a n ) huiselijk geweld als er sprake is van (een vermoeden van) kindermishandeling en vice versa. Beide meldpunten zullen vervolgens verantwoordelijk zijn voor de melding en dienen daarom hun betrokkenheid onderling af te s t e m m e n . Verder dient de ( c e n t r u m ) g e m e e n t e een goede samenwerking tussen het SHG en AMK te bevorderen. De wijze waarop de samenwerking wordt geregeld w o r d t overgelaten wordt wettelijk niet geregeld. Hierover kunnen de brancheverenigingen of lokale partijen zelf afspraken m a k e n .
23.Moet ik wachten met het invoeren van de meidcode tot de wet inwerking treedt? Nee, het is belangrijk dat professionals zo snel mogelijk weten wat zij kunnen doen bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, zodat eerder hulp kan worden ingezet. Bovendien gaat de verplichting om over een meidcode te beschikken direct in bij inwerkingtreding van de wet. De voorbereidingen dienen dus nu al plaats te vinden.
24.Moeten vrijwilligers ook met een meidcode werken? Vrijwilligersorganisaties zijn niet verplicht te beschikken over een meidcode. Wanneer vrijwilligersorganisaties op eigen initiatief met een meidcode w e r k e n , j u i c h t het Rijk dit van harte toe. Organisaties die met vrijwilligers werken waarvoor de verplichting wel geldt, kunnen in hun eigen meidcode aangeven welke rol de vrijwilligers in hun eigen organisatie kunnen spelen. Dit zal verschillen naar soort vrijwilliger en organisatie.
7
25.Welke hulpmiddelen zijn er als ik de meidcode binnen mijn organisatie wil implementeren? Er is een toolkit voor de implementatie van de meidcode ontwikkeld. De toolkit bestaat uit: • Basismodule "Werken met een meidcode" • Landelijk E-learning modules "Werken met een meidcode" • Databank cursussen en trainingen • Landelijke Basismodel meidcode • Wegwijzer beroepsgeheim • Checklist implementatie meidcode binnen eigen organisatie • Risicotaxatie-instrument bij stap 4 van meidcode (nog niet gereed) Voor meer informatie over deze instrumenten kunt u hierboven doorklikken.
26.Mijn organisatie werkt al met een meidcode. Wat betekent de wet voor ons? Als uw meidcode minimaal de vijf stappen van de landelijke meidcode bevat (de volgorde mag afwijken) en uw personeel is getraind in het signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling en het werken met de meidcode, dan voldoet u aan de wet. Als de wet in werking treedt, mogen professionals ook zonder t o e s t e m m i n g van de cliënt vermoedens van huiselijk geweld melden bij het steunpunt huiselijk geweld (SHG). Voor kindermishandeling bestaat al een dergelijk meldrecht. We weten dat veel organisaties al met een meidcode werken. Maar o m d a t dat niet geldt voor alle organisaties, wordt het werken met een meidcode wettelijk verplicht. Het landelijke basismodel van de meidcode is bedoeld als handreiking voor organisaties die nog niet werken met een meidcode. Zij kunnen het basismodel gebruiken om hun eigen meidcode op te stellen.
27.Hoe verhoudt de landelijke meidcode zich tot meidcode uit de RAAK-regio's, sectorspecifieke of andere regionale meidcodes? Veel organisaties werken al met een meidcode, maar nog niet allemaal. Daarom w o r d t het werken met een meidcode wettelijk verplicht. Het landelijke basismodel van de meidcode is een handreiking waarmee organisaties, regio's of sectoren hun eigen meidcode kunnen opstellen. Sectorspecifieke en regionale meidcodes zijn meestal een verfijning van de landelijke meidcode. Het is ook de bedoeling dat de landelijke meidcode verder wordt uitgewerkt. De sectorspecifieke en regionale meidcodes moeten volgens de wet minimaal
de vijf stappen van de landelijke meidcode bevatten (de volgorde mag a f w i j k e n ) . Ook moet het personeel getraind zijn in het signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling en het werken met een meidcode. Is dit het geval, dan voldoet de meidcode aan de wet.
28.Welke gemeente-ambtenaren moeten straks werken met een meidcode? De verplichting gaat gelden voor leerplichtambtenaren en ambtenaren die in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning in direct contact staan met cliënten. Denk bijvoorbeeld aan jongerenwerkers of medewerkers van een W m o - l o k e t , als die in dienst zijn van de gemeente. Andere ambtenaren zijn niet verplicht om te werken met een meidcode, maar indien voor bijvoorbeeld consulenten werk en inkomen toch een meidcode wordt opgesteld, dan juicht het Rijk dit van harte toe. Toelichting Met de wet verplichte meidcode worden andere wetten gewijzigd. Het is dus geen w e t met ' e i g e n ' artikelen. Omdat wel de leerplichtwet en Wmo worden gewijzigd, geldt de verplicht straks voor leerplichtambtenaren en a m b t e n a r e n die maatschappelijke ondersteuning bieden. De wet inburgering en wet werk en inkomen worden bijvoorbeeld niet gewijzigd. Daarom geldt de verplichting niet voor de consulent werk & inkomen of consulent inburgering.
9