Pestprotocol Bloemcampschool Bloemcamplaan 52 2244 EE Wassenaar Tel. 070-517 97 83 Fax. 070 514 46 73 E-mail:
[email protected]
1
Inhoudsopgave Inleiding
3
Definitie van pesten
3
Vormen van pestgedrag
3
Mogelijke activiteiten van de pester
4
Rollen in pestsituaties
4
Gevolgen
5
Plan van aanpak Preventief Aanpak pestgedrag Consequenties
6
Hulp
8
Adviezen aan de ouders
9
Nuttige adressen en telefoonnummers
11
Voorbeeld pestformulier
12
2
Inleiding Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken. Dit pestprotocol is een verklaring van de vertegenwoordigers van de school en ouders, waarin is vastgelegd dat we pestgedrag niet accepteren en volgens een vooraf bepaalde handelswijze willen voorkomen en aanpakken. Hierbij hanteren wij de volgende 5 uitgangspunten: 1) de Bloemcampschool wil een veilig pedagogisch klimaat voor haar leerlingen; 2) pesten is het probleem van alle betrokkenen; 3) docenten moeten pesten kunnen signaleren en zowel pesters als gepesten kunnen adresseren en aanpakken; 4) hiervoor is een duidelijke en gefaseerde aanpak van pesten vereist; 5) een preventieve aanpak kan het pesten verminderen. Allereerst zal een definitie worden gegeven van pesten met daarbij het verschil met plagen. Vervolgens worden de vormen die pesten kan aannemen beschreven evenals de herkenbare pestactiviteiten. Daarna wordt ingegaan op de verschillende rollen die mensen in pestsituaties kunnen vervullen. De negatieve gevolgen van pesten voor zowel het gepeste kind als de pester worden genoemd. Een plan van aanpak geeft zicht op wat er wordt gedaan aan preventie, het adresseren van pestgedrag en wat de mogelijke consequenties zijn voor de dader(s) en welke hulp kan worden geboden aan pester, slachtoffer en ouders. Ter afsluiting volgen enige nuttige adressen en telefoonnummers.
Definitie van pesten Pesten is systematisch geweld (psychisch en/of lichamelijk) van een leerling of een groep leerlingen ten opzichte van één of meer slachtoffers (klasgenoten), die zich gekwetst en/of buitengesloten voelen en niet (meer) in staat zijn om zichzelf te verdedigen. Pesten of plagen? Bij pesten is er sprake van een ongelijke machtsverdeling met desastreuze gevolgen voor het slachtoffer(s). Bij “plagen” is er sprake van een andere situatie. Daarin gaat het om een ongelijke machtsverdeling, maar om gelijke kansen en rollen in het spel. Met name, dat laatste is belangrijk, “het spel”. Plagen is een spelletje, waarin beide partijen gelijk zijn en waar géén van de partijen nadelige gevolgen aan overhoudt. Het belangrijkste verschil tussen pesten en plagen is dus dat er bij plagen geen slachtoffer(s) is (zijn). Daarentegen: PESTEN IS GEEN SPELLETJE
Vormen van pestgedrag Er zijn een aantal vormen te onderscheiden bij het pesten: 1. verbale pesterijen= iemand uitschelden, bijnamen geven of kwalijke opmerkingen maken naar de ander. 2. sociale pesterijen= iemand buitensluiten door hem niet mee te laten spelen of door hem niet mee te laten werken in een groepje. 3. mentale pesterijen= iemand bedreigen of dingen laten doen. Dit soort pesterijen vindt vaker na school plaats dan op school. 4. fysieke pesterijen= iemand opzettelijk pijn doen door te schoppen, slaan, krabben, duwen, aan haren te trekken, etc. 5. materiële pesterijen= iemands spullen stelen, beschadigen of verstoppen.
3
Mogelijke activiteiten van de pester -
volstrekt doodzwijgen isoleren psychisch, fysiek of seksueel mishandelen een kring vormen of insluiten in klas, gang of schoolplein buiten school opwachten, slaan of schoppen op weg van school en naar school achterna rijden naar het huis van het slachtoffer gaan opbellen als slaaf behandelen nooit de echte naam, maar een bijnaam gebruiken voortdurend zogenaamd leuke opmerkingen maken in de klas over de klasgenoten bezittingen vernielen of afpakken cadeaus eisen of geld afpakken jennen het slachtoffer voortdurend de schuld van iets geven het slachtoffer uitschelden of ertegen schreeuwen opmerkingen maken over kleding beledigen briefjes doorgeven met kwetsende teksten over een ander
Rollen in pestsituaties Functie Rol 1. pester pest (zie gevolgen) 2. slachtoffer wordt gepest (zie gevolgen) 3. meeloper staat aan de kant van de pester en steunt het pesten 4. omstander ziet het gebeuren maar houdt zich afzijdig 5. onwetende weet niet wat er aan de hand is en ziet het pesten niet De meelopers ● De meelopers zijn direct en/of incidenteel betrokken bij het pesten. ● Het specifieke kenmerk van een meeloper is de grote angst om zelf in de slachtofferrol te geraken. ● Het kan ook zijn dat meelopers stoer gedrag wel interessant vinden en denken daardoor in populariteit mee te liften met de pester. De omstanders • Veel leerlingen houden zich afzijdig als er wordt gepest. Ze voelen zich wel vaak schuldig over het feit dat ze niet in de bres springen voor het slachtoffer of hulp inschakelen, maar durven niet goed. • Echter: alle leerlingen en dus ook omstanders zijn verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep! • Omstanders hebben dan ook de verantwoordelijkheid om het pestgedrag aan te kaarten bij de pester of meeloper (het pesten wordt daarmee minder vanzelfsprekend en riskanter voor de pesters en meelopers. Vooral meelopers zullen hun gedrag herzien indien duidelijk wordt dat het geen groepsnorm is om mee te gaan in pestgedrag). Als dit niet helpt of ze durven dit niet dan kunnen ze een ouder of leraar inlichten. Pesters, meelopers en slachtoffers kunnen hun situatie zelf vaak moeilijk doorbreken. Omstanders kunnen echter veel verschil maken!
4
Onwetenden ● Er zijn ook vaak kinderen die helemaal niet in de gaten hebben dat er in hun omgeving gepest wordt. Ze zien wel het een en ander gebeuren, maar kunnen dit niet benoemen als pestgedrag. Voor hen is het ook zeker nuttig pesten te bespreken, zodat zij de situatie eerder kunnen herkennen en hanteren.
Gevolgen Gevolgen voor daders (pesters) ● Agressief gedrag is op korte termijn lonend (meer macht, nieuwe vrienden e.d.), hierdoor kan de pester het gedrag blijven vertonen. ● Ook pesters hebben op termijn last van hun pestgedrag. Door hun verkeerde en vooral beperkte sociale vaardigheden hebben ze vaak moeite om een vriendschap op te bouwen en deze te onderhouden op andere gronden dan die van macht en het delen in die macht. Pesters maken een abnormale sociale ontwikkeling door met alle gevolgen van dien voor de pester zelf. ● De schoolprestaties kunnen afnemen. ● Er bestaat een verhoogde kans op delinquentie, als gedrag ongestraft blijft op school en thuis. Gevolgen voor het slachtoffer (gepeste kind) ● Zelfvertrouwen neemt af. ● Twijfel aan zichzelf en anderen, omdat ze onjuist behandeld zijn in hun omgeving. ● Leermotivatie kan afnemen door antipathie tegen school. ● Schoolprestaties worden hierdoor negatief beïnvloed. ● Sociale vaardigheden nemen af door onzekerheid in sociale relaties. ● Uiteindelijk kan dit (vooral op latere leeftijd) leiden tot depressie. ● In het ergste geval eindigt pesten met zelfdoding.
Plan van aanpak Preventief 1. Aan het begin van elk schooljaar worden samen met de kinderen positieve klassenregels opgesteld naar aanleiding van de schoolregels, over hoe ze met klasgenoten omgaan. Deze regels hangen in de klas. Deze school- en klassenregels gelden dus ook na schooltijd. 2. Maandelijks wordt er tijdens de lessen “Kinderen en… hun sociale talenten” aandacht besteed aan het probleem pesten in algemene zin. Onderwerpen die elk schooljaar vast staan zijn: - aardig zijn; - opkomen voor je zelf; - omgaan met ruzie; - samen spelen en werken. Elke 8 á 10 weken staat een van deze thema’s in alle klassen centraal. Dit zal ook worden aangegeven in de nieuwsbrief aan de ouders. 3. In de klas wordt het verschil tussen klikken en melden besproken. De volgende slagzin wordt daarbij gebruikt:
5
Is er verschil tussen klikken en melden? Ja, zeker weten!!! Bij klikken wil je dat de ander straf krijgt. Bij melden wil je dat ongewenst gedrag stopt en vraag je hulp voor jezelf of een ander!!! Als er dus wordt gepest (jijzelf of een ander), praat er dan thuis en op school over, met de eigen docent of met iemand die je vertrouwt.
Regels De volgende Bloemcampregels zijn bij ons op school het uitgangspunt. -
Iedereen kan en mag zichzelf zijn. We luisteren naar elkaar. Kijk, luister en voel mee met de ander. We zijn netjes op onze en andermans spullen. We houden ons allemaal aan de regels.
Negatieve regels: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Kom niet aan een ander als de ander dat niet wil. Je scheldt een kind niet uit en je verzint geen bijnamen. Je komt niet zonder toestemming aan de spullen van een ander kind. Uitlachen, roddelen of kinderen buitensluiten vinden we niet goed. Je mag niet iemand op het uiterlijk beoordelen. Iemand opwachten buiten school of achterna zitten is beslist niet toegestaan.
Positieve regels: 1. 2. 3. 4. 5.
Wij bemoeien ons niet met een ruzie en kiezen niet zomaar partij. Als je zelf ruzie hebt, praat het uit. Lukt dat niet dan meld je dat bij de leerkracht. Als je ziet dat een kind gepest wordt, dan vertel je dat aan de leerkracht. Dat is geen klikken!!! Wij accepteren elkaar zoals we zijn. Wij luisteren naar elkaar.
Aanpak pestgedrag 1. De leerkracht inventariseert het probleem ‘pesten’ in de groep. Hiermee wordt bedoeld dat de leerkracht signalen probeert op te vangen die te maken hebben met pesten met behulp van een screeningslijst. Het doel is dat de leerkracht het pesten zichtbaar maakt voor zichzelf. Het is niet de bedoeling dat de leerkracht pestgevallen openlijk bespreekt in de groep. 2. Wanneer leerlingen elkaar pesten proberen zij er eerst zelfstandig met elkaar uit te komen. 3. Op het moment dat een van de leerlingen er niet uitkomt (in feite het onderspit delft en verliezer of zondebok wordt) heeft deze het recht het probleem aan de leerkracht voor te leggen. Tijdens het uitspreken van het probleem komt de leerkracht erbij staan om het verloop te volgen. De gemaakte afspraken worden door de leerkracht gecontroleerd. 4. De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderingsgesprek en probeert samen met hen de pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. Dit wordt vast gelegd in een ‘stop het pesten’ formulier in het leerlingenvolgsysteem (zie bijlage).
6
5. Bij herhaling van pesterijen tussen dezelfde leerlingen volgen sancties. (zie consequenties). Bij het begin van het nieuwe schooljaar zullen de nieuwe leerkrachten van de groepen door de vorige leerkrachten over deze mogelijke situatie ingelicht worden. Tevens kunnen andere collega’s gevraagd worden om leerlingen te observeren op mogelijk pestgedrag op het schoolplein of lessen buiten het leslokaal. 6. Meelopers aanspreken en mobiliseren omstanders. Het gedrag van de meelopers is evenals dat van de pester laakbaar en dus bestrafbaar (zie consequenties). Zij zorgen er immers voor dat het pesten in stand wordt gehouden. Zij lopen mee met de pester, waardoor de pester zich ook voor de groep wil uitsloven. Meestal is het zo dat meelopers zich niet bewust zijn van hun rol. Als de rol van meelopers besproken is in de klas, evenals het feit dat ook zij gestraft zullen worden, kan het aantal meelopers al vanzelf afnemen. In de regels over het pesten moet dus vermeld worden dat meelopers bestraft zullen worden en welke straf zij mogelijk krijgen. Dit laatste is belangrijk, want zo voorkom je discussies met een meeloper over de straf. Met het mobiliseren van omstanders kan het pestgedrag wellicht doorbroken worden voordat het te zeer uit de hand loopt. 7. Tijdens de bouwvergaderingen (overleg van directie met de boven-, middenen de onderbouw) komt het pestgedrag vast op de agenda te staan. Andere leerkrachten worden hierbij op de hoogte gesteld van de daders en de slachtoffers. Hierdoor kan er adequater worden gereageerd op pestgedrag van kinderen die niet bij de leerkracht in de groep zitten.
Consequenties Consequenties voor de pester: Fase 1: • • • • • •
Excuses aan laten bieden aan het gepeste kind (slachtoffer). Uitsluiting van situaties die zich lenen voor pestgedrag (zoals: buitenspelen, overblijven, gymles, excursies, schoolreisjes en bibliotheekbezoek). Nablijven wanneer andere kinderen naar huis vertrokken zijn. Een schriftelijke opdracht maken zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn of haar rol in het pestprobleem. Gesprekken voeren tussen docenten en pester en eventueel slachtoffer, met als doel bewustwording van wat hij of zij met het gepeste kind uithaalt. Afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week (gedurende een vooraf bepaalde periode) in een kort gesprek aan de orde.
Fase 2 (gaat in wanneer de docent merkt dat voorgaande acties onvoldoende resultaat boeken): • De directie wordt op de hoogte gesteld van het aanhoudende pestgedrag en ontvangt het ‘stop het pesten’ formulier met daarin de data van de gebeurtenissen, de data en inhoud van de gevoerde gesprekken en de vastgelegde afspraken zoals die gemaakt zijn om het pesten aan te pakken. • Een gesprek volgt met de ouders van zowel de pester als het gepeste kind (eventueel met de directie en/of groepsleerkracht van vorig schooljaar). De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. De school heeft alle activiteiten vastgelegd in een sociaal handelingsplan en de school heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem.
7
Fase 3: (na 6 weken) • Bij aanhoudend pestgedrag volgt een tweede gesprek en kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals S.A.D, de schoolarts, of schoolmaatschappelijk werk. • Bij aanhoudend pestgedrag kan er eveneens voor gekozen worden om een leerling tijdelijk in een andere groep te plaatsen, binnen de school. • In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden. N.b. Indien pesterijen dusdanig ernstig van aard zijn, kan de directie besluiten deze gefaseerde aanpak te versnellen. Consequentie voor de meelopers: Als het aanspreken van de meelopers niet werkt en ze de pester blijven steunen, gaat bovenstaand stappenplan ook voor hen in werking.
Hulp Hulp aan de pester • Een probleemoplossend gesprek aangaan met de leerling. Dit gesprek is moeilijk, omdat de leerkracht samen met de pester erachter dient te komen wat de oorzaak is van het pestgedrag. Aangezien het moeilijk is voor een leerling een oorzaak aan te geven, kan een leerkracht een aantal oorzaken voorleggen. Hieronder staan er 6 (overgenomen uit het Nationaal Protocol Tegen Pesten): 1. weinig aandacht van de ouders; 2. lichamelijke straf van de ouders; 3. ouders corrigeren agressief gedrag niet; 4. zelf gepest zijn; 5. allergie voor kleur-, geur- of smaakstoffen; 6. slecht voorbeeld uit de omgeving •
• • •
Het probleem van de pester is waarschijnlijk niet zomaar op te lossen in een gesprek. Toch kan een dergelijk gesprek zinvol zijn omdat op deze manier er een begin gemaakt wordt met het doorbreken van een gedragspatroon van de pester. Ook kan de leerkracht een beroep doen op de gevoeligheid van de leerling. Dit kan de leerkracht doen door de gevolgen te vertellen voor het slachtoffer. Bovendien kan ook de pester SOVA-training volgen. De pester moet immers op een goede manier leren omgaan met anderen. Andere mogelijkheden kunnen zijn (zie ook blz 11): • De Jutters • Opvoedkundig bureau van de S.A.D. • Jeugdzorg
8
Hulp aan het slachtoffer Als een leerling veelvuldig gepest is dan heeft dit effect op het zelfbeeld van de leerling. Zo’n leerling kan voor zichzelf tot de conclusie komen dat hij/zij niets waard is, dom is, etc. het zelfbeeld is dus op een negatieve manier beïnvloed. Leerlingen lopen de kans hier blijvend iets aan over te houden zoals onzekerheid in sociale relaties, sociale angsten, eenzaamheid of isolement. Het proces van het creëren van een negatief zelfbeeld moet worden omgedraaid. Het begin hiervan kan een leerkracht bewerkstellingen door individuele gesprekken met de leerling te houden. Dit geeft de leerling vertrouwen om te praten over het pesten. Wat niet werkt: 1. In de klas openlijk de leerling meer aandacht geven of bescherming bieden, want dit kan leiden tot nieuwe aanknopingspunten om de leerling te gaan pesten. 2. Bemoedigende opmerkingen zoals ‘kop op, joh’ of ‘het valt wel mee, ga maar met iemand anders spelen’. 3. Preken, oftewel uitleggen aan de leerling waarom men pest. Dit werkt als zout in de wond. Waar moet de leerkracht aan denken in een individueel gesprek? 1. Actief luisteren naar de leerling. Inleven in de situatie. 2. Vragen wat de leerling al gedaan heeft tegen het pesten. 3. De leerling laten zien dat hij/zij op een andere manier op het pestgedrag kan reageren. Huilen of heel boos worden zijn vaak reacties die de pester juist uitlokken. 4. Vragen welke oplossingen de leerling ziet. 5. Samen een goede oplossing zoeken en die gaan uitproberen. Het is belangrijk dat een leerling het gevoel heeft dat hij zijn verhaal kwijt kan. Dat er naar hem geluisterd wordt. Vraag ook aan de leerling wat hij wil dat de leerkracht doet. Welke straf zou de pester moeten krijgen volgens het slachtoffer? Op deze manier worden de rollen als het ware omgedraaid. Nu is het slachtoffer machtig en de dader niet meer. Dat betekent vaak heel veel voor beide partijen. Naast een individueel gesprek kan men ook kiezen voor SOVA (sociale vaardigheids)trainingen. In deze trainingen leren leerlingen beter met zichzelf en anderen om te gaan in verschillende sociale contexten.
Adviezen aan de ouders Adviezen • • • • • • • •
aan de ouders van de pesters: Neem het probleem van uw kind serieus. Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden. Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen. Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet. Besteed extra aandacht aan uw kind. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind. Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat.
9
Adviezen aan ouders van gepeste kinderen: • Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind en neem het pesten serieus. • Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken. • Door positieve stimulering en zgn. schouderklopjes kan het zelfrespect vergroot worden of weer terug komen. • Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt. • Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport • Laat uw kind deelnemen aan sociale vaardigheidstrainingen. • Komt u er niet zelf uit, zoek dan professionele hulp (etc, via school)
10
Nuttige adressen en telefoonnummers: Kindertelefoon 0800-0432 Opvoedkundig bureau SAD: Raadhuislaan 22 2242 CP Wassenaar 070 5118500 www.sadwassenaar.nl GGD Zuid West Holland Algemeen nummer: 079 3430888 Jeugdgezondheidszorg 088 0549999 (08.30-12.00) www.ggdwh.nl Bezoekadressen: GGD Zuid-Holland West Hoofdvestiging Brechtzijde 1 2725 NR Zoetermeer GGD Zuid-Holland West Spreekuurlocatie Delft Van Bleyswijckstraat 93 2613 RR Delft Sova-trainingen Stichting ‘de Jutters’ Dr. Van Welylaan 2 2566 ER Den Haag 070-3737500
11
’Stop het pesten’ formulier Leerlingen Leerlingen Leerlingen Leerlingen Leerlingen Leerlingen
naam naam naam naam naam naam
(slachtoffer) en groep (pester) en groep (meeloper) en groep (meeloper) en groep (meeloper) en groep (meeloper) en groep
Waar & wanneer wordt gepest: In de klas, bij de gymles, op het schoolplein, Anders: Hoe wordt gepest:
Wat is er aan gedaan:
Wat is nu de volgende stap:
(Enz.)
12
buiten schooltijd, + data