PERSPECTIEFPLAN 2015-2019
1
2
Inhoudsopgave
Beleidsplan Ten geleide Inleiding 1 2 3 4 5
een school die midden in de samenleving staat onderwijs waar leerlingen wijzer van worden personeel dat bekwaam blijft een organisatie die professioneel ondersteunend is een organisatie die financieel gezond blijft
4 6 9 11 15 18 20
Begroting 2015
23
1
inleiding en opbouw
24
2
financiële en personele ontwikkelingen
25
3
risico-inventarisatie 2014
32
4
kaders voor de begroting van 2015 en later
37
5
begroting 2015 (ongewijzigd beleid)
38
6
meerjarenbegroting 2015-2019 (ongewijzigd beleid)
42
7
beleidsvoorstellen 2015-2019
44
8
ontwikkeling vermogenspositie
46
9
meerjarenbegroting 2015-2019 inclusief nieuw beleid
47
10 formatieplan 2015/2019
49
Bijlagen Begroting 2015 (nieuw beleid) uitgebreid Verklarende woordenlijst
56 59
3
ten geleide In dit perspectiefplan worden de contouren van het schoolbeleid voor de komende vijf jaar geformuleerd, voorzien van een meerjarenbegroting waarin helder gemaakt wordt op welke wijze de voorgenomen beleidsplannen gefinancierd worden. Deze beleidsplannen zijn verbonden aan de missie van de school die we een aantal jaren geleden hebben getypeerd met ‘mooi onderwijs in een mooie organisatie’. In de globale omschrijvingen van beide elementen konden en kunnen de beide Trinitas-locaties zich herkennen. Ze vormen de verbindende Trinitas-inspiratiebronnen voor de verdere ontwikkeling van het onderwijs en de organisatie met de eigen en typische kenmerken van de beide scholen.
mooi onderwijs: De pedagogische relatie tussen leerling en docent staat centraal: ‘gekend worden’; ‘er mogen zijn’, ‘wederzijds vertrouwen’, ‘hoge verwachtingen’, ‘veiligheid’ zijn hierbij kernbegrippen. Het onderwijs wordt gegeven door mensen die hun vak verstaan én goede begeleiders zijn bij het leren. Het onderwijs is actueel en in de lessen wordt de samenhang tussen vakken en binnen vakgebieden zichtbaar gemaakt. We bieden variëteit in leeromgevingen aan, opdat rekening wordt gehouden met de verschillen tussen leerlingen in leervoorkeur; ook door onze vorm van begeleiding tonen we dat we rekening houden met verschillen tussen leerlingen. We leiden onze leerlingen op voor het diploma dat het beste bij hen past. mooie organisatie: We hebben veelvuldig en zorgvuldig contact met de ouders van onze leerlingen over het verloop van hun schoolloopbaan en hun wel en wee. Onze organisatie biedt personeelsleden volop ontwikkelingsmogelijkheden. We zijn een organisatie waarin we oog hebben voor de verschillende talenten van medewerkers. We kennen een heldere organisatiestructuur met een duidelijke set regels en afspraken. We zijn een organisatie waarin we van elkaars ervaringen leren. We zoeken actief naar verbindingen tussen de school en de samenleving in al haar facetten.
We hebben de ambitie geformuleerd dat het werken met deze missie leidt tot resultaten die meer dan gemiddeld zijn in vergelijking met vergelijkbare scholen. Met deze missie en ambitie als basis hebben wij in 2012 aan de hand van vijf uitdagingen onze beleidsplannen voor de komende vier jaar geformuleerd: 1 een school die midden in de samenleving staat 2 onderwijs waar leerlingen wijzer van worden 3 personeel dat bekwaam blijft 4 een organisatie die professioneel ondersteunend is 5 een organisatie die financieel gezond blijft
4
In de activiteitenplannen vormen zij de kapstokken waaraan de concrete actieplannen voor het betreffende schooljaar gehangen worden. In de managementrapportages voor de Raad van Toezicht, de evaluatie van de activiteitenplannen en het jaarverslag wordt gerapporteerd op welke wijze de school slaagt de beoogde activiteiten rond de vijf uitdagingen te realiseren. In het perspectiefplan wordt, zoals gezegd, het beleid voor een periode van vijf jaar geformuleerd met de bijbehorende meerjarenbegroting. We kiezen ervoor om dat meerjarenperspectief ter gelegenheid van de vaststelling van de jaarbegroting elk jaar te actualiseren, zodat er aan het begin van een nieuw jaar steeds een meerjarendoorkijk is die voorzien is van de laatste ontwikkelingen en plannen. Nu gaat de tijd wel snel, maar niet zodanig dat met deze jaarlijkse actualisering er ook elk jaar een totaal nieuw perspectiefplan verschijnt. Daarom zal het perspectiefplan een deel ‘oude’ en een deel nieuwe tekst bevatten. Om het onderscheid tussen oude en nieuwe tekst zichtbaar te maken, is bij de nieuwe tekst de aanduiding [N>] geplaatst. In dit perspectiefplan zijn ook de zogenaamde kwaliteitsafspraken uit het Sectorakkoord opgenomen. Deze afspraken weerspiegelen de ambities van de sector zoals besproken tussen VO-raad en ministerie van OCW. In de tekst is het met [S>] aangegeven wanneer die betrekking heeft op afspraken uit dat akkoord. Voorheen maakte het activiteitenplan van het schooljaar waarin het perspectiefplan werd gepubliceerd deel van het perspectiefplan uit. Voor de overzichtelijkheid – een activiteitenplan is een gedetailleerde uitwerking van de globaal geformuleerde meerjarenplannen – is besloten om beide documenten los van elkaar te publiceren. Daarmee is het perspectiefplan weer precies wat de naam aangeeft: een meerjarenperspectief op de ontwikkeling van de schoolorganisatie met de financiële onderbouwing van de verwoorde plannen en voornemens. Met genoegen bied ik het Perspectiefplan 2015-2019 aan, dat tot stand is gekomen in nauwe samenwerking met de sectordirecties en het stafbureau. Gerritjan van Luin, algemeen directeur/bestuurder
5
inleiding Het motto van het Trinitas College is: Jouw talent telt! We spreken daarmee uit dat de individuele ontwikkeling van de talenten van onze leerlingen én van onze medewerkers ons ter harte gaan. Wat het onderwijs betreft willen we ermee twee belangrijke uitgangspunten tot uitdrukking brengen: met ons onderwijs willen we leerlingen helpen wijzer te worden voor hun toekomst in de 21e eeuw én we willen daarbij recht doen aan de verschillen tussen onze leerlingen en hen stimuleren hun eigen talenten te ontwikkelen. Onderwijs van nu moet leerlingen helpen om goed voorbereid te zijn op hun toekomst. De kern is vertrouwd: de school helpt nog steeds leerlingen zich die kennis en vaardigheden eigen te maken waarbij zij het diploma kunnen behalen dat past bij hun mogelijkheden. En de school is nog steeds de omgeving waar leerlingen – in de belangrijke fase van hun ontwikkeling - meer zicht krijgen op wie ze zijn en wat ze willen worden. Ze groeien ook in hun verantwoordelijkheidsgevoel en in hun sociale rol. Maar het onderwijs van de nabije toekomst zal ook veel nieuwe aspecten bevatten. Verstand hebben van veel zaken en informatiebronnen met elkaar kunnen verbinden lijken meer dan ooit belangrijk te zijn in een wereld waarin feiten en meningen op een verwarrende manier door elkaar lopen. En juist wanneer veel informatie beschikbaar is, is het belangrijk om over een zodanige stevige basiskennis te beschikken dat met goede vragen naar informatie gezocht kan worden en die gewogen kan worden. De manier waarop kennis en vaardigheden verworven wordt, zal de komende jaren aanmerkelijk veranderen door de mogelijkheden die digitaal leermateriaal biedt om tegemoet te komen aan individuele behoeften van leerlingen en leervoorkeuren. De veranderingen in de samenleving, die sneller verlopen dan vroeger, hebben ook invloed op de ontwikkeling van onze leerlingen in hun verhouding tot elkaar, hun ouders en hun landgenoten die een andere culturele achtergrond hebben. Ook voor scholen ligt hier een verantwoordelijkheid om deze veranderingen en de consequenties voor het onderwijs en de zorg onder ogen te zien. Het onderwijs van de nabije toekomst zal leerlingen moeten voorbereiden op een internationaler perspectief: de kans dat in het werk internationaler (samen)gewerkt zal worden, is groot en, ook als dat niet het geval is, zal het feit dat Nederland onderdeel uitmaakt van een groter geheel zich ongetwijfeld manifesteren in veel soorten werk. Van de toekomstige student en werknemer wordt verwacht dat hij zichzelf zal blijven ontwikkelen. ‘Zin in leren’ stimuleren, om zo een leven lang te kunnen en willen blijven leren is een andere kernopdracht van een school. Flexibiliteit om regelmatig van baan te kunnen veranderen zal ook een steeds belangrijkere competentie worden. En volgens sommige onderwijskundigen is de eigenlijke opdracht van het onderwijs: leerlingen helpen hun creativiteit te ontwikkelen. En een kwaliteit waarover de wereldburger van de 21ste eeuw zal moeten beschikken is leren leven met onzekerheid. En dat is geen eenvoudige opgave in deze tijd, waarin risicobeheersing en de ge-
6
dachte dat voor elk probleem wel een (technische) oplossing voor handen is of komt, nogal prominent zijn. Samengevat, van het onderwijs nu en in de toekomst wordt verwacht dat ze het ‘oude’ onverminderd goed en liever steeds beter doet: leerlingen kennis en vaardigheden laten verwerven op een aanzienlijk aantal vakgebieden en hen te ondersteunen bij hun ontwikkeling als mens. Maar naast het ‘oude’ is er veel ‘nieuws’ dat van scholen gevraagd wordt: leerlingen stimuleren zich te ontwikkelen in de vaardigheden die belangrijk zijn in 21ste eeuw, leerlingen helpen zich te aarden in de samenleving, hun kennis en vaardigheden in verband te brengen met de ontwikkelingen in die samenleving en de wereld en hen te helpen daaraan betekenis te geven. De invloed van ict op de samenleving vraagt van de school dat zij leerlingen helpt vaardig(er) te worden in het gebruiken van apparatuur en het verwerven en beoordelen van informatie. Ook over de risico’s die kleven aan het gebruik van ict zal met leerlingen gesproken moeten worden. Dit alles vraagt van de school dat zij midden in de samenleving staat. Maatschappelijke ontwikkelingen bepalen mede de koers van het onderwijs. De school moet zich ook willen laten beïnvloeden. Betekenisvol leren in een doorlopende leerlijn kan alleen als ook geleerd kan worden in samenwerkingsverbanden met andere scholen, instituten en organisaties. Midden in de samenleving staan wil ook zeggen dat je met een heldere koers voor ogen onderzoek doet naar de kwaliteit die je biedt en je daarover verantwoordt. In de school van de nabije toekomst maakt de school onderdeel uit van een netwerk van samenwerkende organisaties en instituten. Als je onderwijs wilt bieden waar je leerlingen wijzer van worden, impliceert dit dat je als organisatie ook steeds wijzer wil moeten worden. Of anders gezegd, leerlingen hebben recht op personeel dat bekwaam blijft. De schoolorganisatie zal daartoe het personeel in staat moeten stellen met een breed scala aan mogelijkheden om zich individueel en als lid van een team of sectie te bekwamen. In de school van de nabije toekomst is leren en ontwikkelen (individueel, groepsgewijs, in de school, op de werkplek, buiten de school) een vanzelfsprekendheid geworden. Personeelsleden werken in de schoolorganisatie en maken die ook. In onze professioneel ondersteunende organisatie wordt er zorg voor gedragen dat de systemen, structuren en voorzieningen het mogelijk maken dat de personeelsleden de ambitie die uit de koers van de school spreekt waar kunnen maken. [N>] Een simpele tekening maakt duidelijk hoe we naar die professionele ondersteuning kijken. Centraal staat de ‘bedoeling’ van ons onderwijs: wat willen we dat onze leerlingen leren? Waartoe zijn we er als school? Rond die bedoeling hebben we een krachtige leefwereld georganiseerd waarin medewerkers veel eigenaarschap voelen en verantwoordelijkheid kunnen en willen nemen. En - ondersteunend daaraan - is een systeemwereld ingericht waarin zich de noodzakelijke procedures, regels, afspraken, werkwijzen en verantwoordingseisen bevinden. Aan de verleiding om in plaats van binnen naar buiten juist van buiten naar binnen te denken en te handelen bieden we weerstand. [N>] De financiële situatie van het voortgezet onderwijs is wat gunstiger geworden. Met het afsluiten van het Sectorakkoord 2014-2017 zijn de extra middelen die vanuit het Bestuursakkoord 2012-2015
7
tijdelijk beschikbaar waren omgezet in structurele middelen. Zeker op langere termijn heeft dat effect op de financiële armslag van de school. Tegenover deze positieve ontwikkeling staat de constatering dat de bezuinigingen die de beide kabinetten Rutte noodzakelijk hebben geacht blijven doorwerken in de begroting; een deel ervan moet nog gerealiseerd worden. Bij het verwerken van de ‘plussen’ en de ‘minnen’ binnen het zich snel veranderende beleid van de overheid, zoals we dat in de afgelopen jaren hebben ervaren, past maar één uitgangspunt: zorgdragen dat de school ook op lange termijn financieel gezond blijft. Zo tonen zich de vijf uitdagingen van het Trinitas College voor de komende jaren waar we inhoud aan gaan geven: 1 een school die midden in de samenleving staat 2 onderwijs waar leerlingen wijzer van worden 3 personeel dat bekwaam blijft 4 een organisatie die professioneel ondersteunend is 5 een organisatie die financieel gezond blijft In de volgende hoofdstukken worden de hoofdlijnen van de uitwerking van deze uitdagingen geschetst.
8
1
een school die midden in de samenleving staat
uitgangspunten Het Trinitas College is een katholieke school waar elke leerling ongeacht zijn geloofsopvatting of levensovertuiging welkom is. Waarden als verdraagzaamheid en solidariteit zijn in de omgang met elkaar op school zichtbaar. We vinden het belangrijk dat onze leerlingen kennis nemen van verschillende geloofsopvattingen en levensovertuigingen. Onze leerlingen groeien immers op in een samenleving die multicultureler en mondialer wordt. Het Trinitas College en de beide locaties hebben een goede naam in Heerhugowaard en omstreken. Dat willen we graag zo houden. We blijven werken aan een heldere onderwijskundige profilering van de beide locaties, zodat we, naast onze degelijkheid, ook gewaardeerd worden als een school met actueel en inspirerend onderwijs en een school waar we ons motto ‘Jouw talent telt’ in de praktijk waarmaken. We zullen systematisch en structureel bij onze leerlingen, ouders, toeleverende basisscholen en het vervolgonderwijs nagaan of we de goede keuzes maken en of we onze kwaliteit goed over het voetlicht weten te brengen: de blik naar buiten met veel oog en oor voor onze omgeving. we zien samenwerkingskansen [S>] We zoeken samenwerking met instellingen, bedrijfsleven en organisaties om het onderwijs voor onze leerlingen rijker, actueler en realistischer te laten zijn. Buitenschools leren in realistische contexten zijn krachtige vormen van leren gebleken. Samenwerking realiseren we ook als daarmee ontwikkelingskansen voor personeelsleden ontstaan. we bouwen aan bestaande samenwerkingsrelaties [S>] Regionaal overleg tussen schoolbesturen is er binnen het Samenwerkingsverband VO-VSO Noord-Kennemerland (zorgdragen dat alle leerlingen passend onderwijs ontvangen), het Regionaal Platform Onderwijsvoorzieningen (waarbinnen afspraken gemaakt worden over het totale voonderwijs in de regio) en de Topgroep (schoolbesturen van de ‘top’ van Noord-Holland werken samen rond de domeinen financiën, ict, personeel, kwaliteitszorg). Deze vormen van samenwerking worden waar nodig en wenselijk versterkt. [N>] [S>] De digitale overdracht van de gegevens van leerlingen die vanuit het po naar het vo gaan is voor veel po-scholen inmiddels gerealiseerd. De laatste po-scholen sluiten zich de komende jaren aan. Ook aan een verbetering van de digitale overdracht van leerlinggegevens tussen vo en mbo zal verder worden gewerkt. [N>] [S>] De school zal het initiatief nemen om rond inhoudelijke thema’s (digitaal leren en omgaan met verschillende leerbehoeften) de deskundigen uit po, mbo, (hbo, wo) en vo bij elkaar te brengen om van elkaars ervaringen te leren, om de kwaliteit van het onderwijs te versterken en de overgang tussen de verschillende vormen van onderwijs voor de leerlingen te verbeteren. Binnen de gemeente Heerhugowaard wordt samengewerkt binnen het Onderwijsoverleg gemeente/po/vo (maatschappelijke stage, huisvesting en zorg) en het Centrum voor Jeugd en Gezin (inloop-
9
centrum voor ouders en jongeren rond opvoeding, opgroeien, gezondheid, vrije tijdsbesteding, verslaving, geldproblemen, enz.). [N>] Die samenwerking zal - onder regie van het Samenwerkingsverband VO-VSO NoordKennemerland - geïntensiveerd worden met de komst van de Jeugdwet, waarbij de gemeente verantwoordelijk wordt voor alle jeugdzorg. Aandachtspunt is de verbinding tussen school en de toegang tot externe schoolvoorzieningen. [N>] Met de komst van een asielzoekerscentrum in een voormalige penitentiaire inrichting in Heerhugowaard zal een voorziening worden ingericht om de kinderen van de asielzoekers passend onderwijs te kunnen bieden. De vo-scholen in de gemeente hebben de intentie uitgesproken die samen met de gemeente te realiseren. we organiseren kleinschalig onderwijs dat past binnen onze huisvestingsmogelijkheden Het Trinitas College is een relatief grote school. De omvang biedt ons de mogelijkheden om een omvangrijk onderwijsaanbod te kunnen realiseren. Tegelijk weerhoudt die omvang ons niet om binnen een kleinschalige setting kwalitatief hoogwaardig onderwijs aan te bieden. [N>] In de afgelopen jaren hebben we met huisvestingsaanpassingen voldoende onderwijsruimte gecreëerd om de groei van het aantal leerlingen te kunnen opvangen. Met ons toelatingsbeleid waarmee we de instroom in het eerste leerjaar beperken verwachten we op basis van de prognoses voor de leerlingenaantallen in de komende jaren dat de huisvestigingssituatie op orde is; op termijn kan de tijdelijke huisvestiging verlaten worden.
10
2
onderwijs waar leerlingen wijzer van worden
uitgangspunten We zien twee belangrijke opdrachten voor ons onderwijs: (1) onze leerlingen voorbereiden op een rol van betekenis in de 21ste eeuw (2) onze leerlingen helpen om zich onderdeel te voelen van de samenleving en daar een bijdrage aan te leveren Dit betekent dat we met ons onderwijs onze leerlingen helpen om binnen de gestelde tijd het diploma te halen dat past bij hun talenten en mogelijkheden. Wij bieden daartoe onderwijs van een hoge kwaliteit. In het aanbod wordt rekening gehouden met verschillen tussen leerlingen. We hebben hoge verwachtingen van onze leerlingen. We helpen hen in onze begeleiding die verwachtingen waar te maken. Maar ‘wijzer worden’ is niet alleen meer kennis opdoen en vaardiger worden, om een ‘rol van betekenis’ te kunnen spelen is het ook belangrijk dat een leerling zelfstandig kan denken en handelen, creatief en nieuwsgierig is en over doorzettingsvermogen en zelfvertrouwen beschikt. We willen onze leerlingen ook bij het verwerven daarvan ondersteunen. Voor de tweede opdracht zijn het vermogen om je in de ander te verplaatsen, verdraagzaamheid en een democratische gezindheid belangrijk. Burgerschapsontwikkeling is een nadrukkelijk onderdeel van het curriculum. er valt iets te kiezen [S>] Het Trinitas College heeft met uitzondering van praktijkonderwijs alle onderwijstypen in huis: van gymnasium tot en met vmbo met lwoo. Ons aanbod is in de afgelopen jaren voortdurend uitgebreid met keuzevakken en nieuwe programma’s. [N>] [S>] Besloten is om met ingang van het schooljaar 2015-2016 voor de leerlingen die geïnteresseerd zijn in de taal en geschiedenis van de klassieken een gymnasiumopleiding zonder tweetalig onderwijs (tto) aan te bieden. Voor de leerlingen die hun vaardigheid in de Engelse taal willen vergroten is de mogelijkheid tot het volgen van een atheneumopleiding met tto. [N>] [S>] Voor de leerlingen van het vmbo komen er met ingang van het schooljaar 2016-2017 nieuwe examenprogramma’s met kern- en keuzevakken die beter aansluiten op actuele ontwikkelingen in de (beroeps)werkelijkheid en de vervolgopleidingen in het mbo. In 2018 worden de eerste beroepsgerichte vmbo-examens nieuwe stijl afgelegd. De basis- en kaderleerlingen van de Johannes Bosco kunnen vanaf het derde leerjaar kiezen uit een aantal leerroutes; vanaf het eerste leerjaar vormt het leren kiezen (loopbaanleren) een belangrijke rode draad door het onderwijs. Voor vmbo-tl leerlingen wordt het mogelijk als zevende vak een beroepsgericht vak te kiezen en daarmee de gemengde leerweg te volgen, die overigens ook toegang tot havo-4 biedt. we leiden onze leerlingen breed op [N>] [S>] We hebben in onze missie staan dat we onze leerlingen willen opleiden tot zich verantwoordelijk voelende wereldburgers. Daarom leiden we onze leerlingen breed op met in het onderwijs niet alleen aandacht voor cognitieve en beroepsgerichte vaardigheden, maar ook voor persoonlijke en maatschappelijke vorming. Gelukkig is het belang hiervan – na de periode waarin nogal een-
11
zijdig de nadruk werd gelegd op het belang van taal en rekenen – terug te vinden in de laatste beleidsstukken van het ministerie. Om zichtbaar te maken hoe leerlingen gewerkt hebben aan een brede voorbereiding op hun toekomst en welke resultaten ze hierbij geboekt hebben, ontvangen leerlingen vanaf schooljaar 20152016, bij de uitreiking van hun diploma, een zogenaamd plusdocument, waarop succesvol afgeronde (talent)programma’s, stage-vaardigheden en specifieke vaardigheden van de leerling op het gebied van bijvoorbeeld loopbaan, burgerschap, ondernemerschap, creativiteit of sport staan beschreven. we voelen ons verantwoordelijk We voelen ons ervoor verantwoordelijk dat de leerlingen die we aannemen op het Trinitas College binnen de daarvoor gestelde tijd het diploma behalen dat het beste bij hen past. Dat zal voor de meeste leerlingen het diploma zijn van de locatie waar de leerling zijn schoolloopbaan start. Doordat we bijna alle schooltypes in huis hebben, zullen er elk jaar leerlingen van de ene naar de andere locatie gaan. Deze overstap moet - bijzondere situaties daargelaten en mits voldaan wordt aan de toelatingscriteria - in principe voor elke leerling van het Trinitas College mogelijk zijn. [N>] [S>] Om er nauwkeuriger zicht op te krijgen doen we onderzoek naar de praktijk van op- en afstroom van de Trinitas-leerlingen binnen en tussen de locaties. Waar nodig en wenselijk is wordt die praktijk aangepast. [S>] We hebben de ambitie uitgesproken om als school resultaten te behalen die ten minste gelijk zijn aan de gemiddelde resultaten van vergelijkbare scholen. We gebruiken als schoolindicatoren: het gemiddelde CE-cijfer, het verschil tussen CE- en SE-cijfers, de rendementscijfers voor onder- en bovenbouw, het percentage voortijdig schoolverlaters, de tevredenheid van leerlingen en ouders. Waar we deze ambitie niet realiseren onderzoeken we de oorza(a)k(en) en ondernemen actie om de resultaten te doen verbeteren. [S>] De bestrijding en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten is landelijk een belangrijk aandachtspunt geworden. Over het terugdringen ervan hebben de besturen van de scholen voor vo in Noord-Holland in 2012 opnieuw een convenant met de staatssecretaris gesloten. Via dit convenant heeft het Trinitas College zich verplicht zich zodanig in te spannen dat het percentage voortijdig schoolverlaters niet uitkomt boven het vastgestelde maximale percentage per afdeling. we bieden modern onderwijs [S>] Het gebruik van digitale middelen en materiaal in het onderwijs is de afgelopen jaren vanzelfsprekend geworden. Onderzoek laat zien dat ict het onderwijs efficiënter, effectiever en aantrekkelijker maakt. Ook biedt het gebruik van ict meer mogelijkheden om beter te kunnen inspelen op de behoefte en noodzaak om te differentiëren tussen leerlingen. Maar de aanschaf van computers of digitale borden leiden niet zonder meer tot kwaliteitsverbetering. De ‘winst’ van ict hangt nauw samen met de activiteiten van de leraar die samenhang weet aan te brengen tussen de leerinhoud, de icttoepassing en het leren van de leerling. De komende jaren is het doorontwikkelen van de inzet van ict in het onderwijs (digitaal leren) een van de belangrijkste speerpunten. [N>] [S>] Als vervolg op de tweejarige pilot notebooks is in het schooljaar 2014-2015 gestart met het
12
project ‘digitaal leren’: op de beide locaties werken in een aantal klassen leerlingen met notebooks van school (in combinatie met leer- en werkboeken). Voor de beide locaties wordt een plan ontwikkeld waarvan de uitkomst is dat op de meeste afdelingen elke leerling over een ‘device’ (notebook of tablet) beschikt. Over de financiering ervan zal met ouders overleg gevoerd worden. Docenten zullen in de gelegenheid worden gesteld om zich verder te bekwamen in het ontwikkelen en gebruik van digitaal leermateriaal, het gebruik van de elektronische leeromgeving (elo) en het didactisch gebruik van het digibord. een leerling wordt gekend in een veilige omgeving De basis voor een veilig en goed pedagogisch klimaat in de school wordt gelegd in de klas. Leren gaat beter als de relatie tussen docent en leerlingen gekenmerkt wordt door vertrouwen, erkenning, respect voor verschillen tussen mensen, reële eisen en verwachtingen. Discriminatie op grond van verschillen in ras, gedrag, kleding en seksuele geaardheid accepteren wij niet. Pesten pakken we aan. We registeren incidenten om ook in kwantitatieve zin zicht te houden op aard en omvang van incidenten. Tijdens de opleiding van studenten en de scholingstrajecten van mentoren wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan het bijdragen aan een goed pedagogisch leerklimaat. we hebben zorg voor onze leerlingen [N] Leerlingbegeleiding wordt op het Trinitas College breed ingevuld en is van een hoge kwaliteit. Ze omvat aandacht van docenten en mentoren bij het leren van hun leerlingen, ondersteuning voor leerlingen met fysieke beperkingen en voor leerlingen met sociale en psychologische problemen. Leerlingenzorg is te beschouwen als een continuüm van lichte naar intensieve zorg waarbinnen docenten, mentoren, zorgcoördinatoren, specialistische hulpverleners en zorgteams werkzaam zijn. De school is aangesloten bij het Samenwerkingsverband VO-VSO Noord-Kennemerland. [N>] [S>] Met ingang van het schooljaar 2014-2015 hebben scholen een ondersteuningsplicht voor de leerlingen die zich aanmelden: elke leerling dient een passend onderwijsprogramma te worden aangeboden. Binnen het samenwerkingsverband zijn afspraken gemaakt over de basiszorg die elke school haar leerlingen biedt. Daarnaast is een dekkende infrastructuur ingericht om voor alle leerlingen met een extra zorgvraag een passend aanbod te bieden. De beide locaties hebben hun ondersteuning beschreven in een Schoolondersteuningsplan; het overzicht van alle vormen van (bovenschoolse) ondersteuning wordt beschreven in het Ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Gelet op de nieuwe verantwoordingsplicht van het samenwerkingsverband wordt in het schooljaar 2014-2015 de infrastructuur voor passend onderwijs in de regio verder ingericht en de noodzakelijke (plaatsings)procedures vastgesteld. Over de verdeling van de ondersteuningsmiddelen die via het samenwerkingsverband naar de scholen gaan wordt een beslissing genomen. we willen weten hoe we het doen [S>] We willen weten hoe goed we het doen. We evalueren de kwaliteit van ons onderwijs al jaren door onze door- en uitstroomgegevens, de resultaten van tevredenheidsonderzoeken en examenre-
13
sultaten elk jaar in de school met mentoren, docenten en secties te bespreken. Maatregelen worden genomen om verbeteringen aan te brengen waar nodig is. Daarnaast wordt systematisch en periodiek het welbevinden van het personeel onderzocht en de oordelen van onze leerlingen en hun ouders over ons onderwijs verzameld. We gaan de komende jaren ervaring opdoen met onderzoek in de school door studenten en docenten. We verbinden daarmee onze eigen wens om meer inzicht te krijgen in ‘taaie’ problemen en de eisen die vanuit de academische school gesteld worden aan studenten.
14
3
personeel dat bekwaam blijft
uitgangspunt Onze leerlingen hebben recht op goed onderwijs dat verzorgd wordt door bekwame docenten en onderwijsondersteuners. Ze laten zien dat ze verstand hebben van het vak dat ze geven. Ze gebruiken verschillende leermiddelen en onderzoeken de mogelijkheden van ict in hun onderwijs. Ze zetten hun didactische bekwaamheden in om recht te kunnen doen aan leerverschillen tussen leerlingen. Met hun pedagogische expertise creëren ze een veilige en uitnodigende werksfeer. [S>] Onze docenten houden hun bekwaamheden op peil, delen hun expertise en ervaringen en leren van elkaar. Voor de ondersteuning van het onderwijs en de organisatie zijn toegewijde, deskundige en eveneens lerende onderwijsondersteuners nodig. Bekwame schoolleiders geven als onderwijskundige leiders leiding aan het proces om de gemeenschappelijke doelen van de school en de organisatie te bereiken.
we leiden studenten op Sinds 1 januari 2012 maakt het Trinitas College deel uit van de Academische Opleidingsschool NoordHolland West. Als opleidingsschool verzorgt het Trinitas College - in samenwerking met de opleidingsinstituten - een deel van de opleiding van beginnende leraren. Voor de opleiding op school zijn vier schoolopleiders verantwoordelijk; voor de begeleiding van de studenten op het vakgebied is een groot aantal - inmiddels opgeleide - vakbegeleiders actief. [S>] We hebben de ambitie om onder leiding van een onderzoekscoördinator en een aantal onderzoeksdocenten de komende jaren het doen van praktijkonderzoek in de school door studenten en docenten in het kader van de zgn. academische kop verder te ontwikkelen. Als opleidingsschool zullen we ons houden aan de afspraken die gemaakt zijn en worden over kwaliteit en kwaliteitsborging. We zullen bijdragen aan het verder inhoudelijk ontwikkelen van de Academische Opleidingsschool Noord-Holland West. We dragen ook bij aan de opleiding van studenten in mbo en hbo door het aanbieden van stageplaatsen binnen de afdelingen financiën, ict en p&o. [N>] [S>] we begeleiden onze nieuwe docenten We hebben op beide locaties al jarenlang begeleidingsprogramma’s voor startende en ervaren nieuwe docenten. Deze programma’s worden regelmatig geactualiseerd. we willen onze leraren een carrièreperspectief bieden [N>] De doelstelling van het in 2008 afgesloten Convenant Leerkracht is onder meer het aantal LC- en LD-functies fors uit te breiden (functiemix). Onderdeel was het per 1 augustus 2014 uitvoeren van het zgn. entreerecht voor eerstegraads docenten die 50% of meer van hun lessen structureel in de bovenbouw havo/vwo geven. In de nieuwe cao-vo is dit recht op een LD-functie op basis van bevoegdheid en afdeling waarin gewerkt wordt beperkt tot één schooljaar. Recente berekeningen hebben bevestigd wat we al eerder hadden geconstateerd dat de middelen die de school ontvangt om de doelstellingen van het convenant uit te voeren onvoldoende zijn. Hierdoor is het noodzakelijk het aantal LD-functies de komende jaren te verkleinen en de uitbreiding van het aantal LC-functies te bevriezen. Daarover is onlangs met de pmr een maatwerkafspraak gemaakt.
15
We gaan ons op deze situatie bezinnen en onderzoeken of er middelen zijn vrij te maken om de komende jaren toch LC-functies te kunnen uitgeven. we waarderen alle functies op niveau [N>] De functiebeschrijvingen en -waarderingen van het onderwijsondersteunend personeel (oop) en van de directieleden stammen uit 2003. De organisatie is sinds die tijd aanzienlijk gegroeid en heeft inhoudelijk en in omvang een behoorlijke ontwikkeling doorgemaakt. We gaan de functiebeschrijvingen actualiseren in 2015. we houden ons vakmanschap bij We willen een organisatie zijn waarin mensen zich competent voelen en zich erkend weten vanwege hun deskundigheid en hun bijdrage. Met het oog hierop zijn er volop mogelijkheden om zich professioneel te ontwikkelen. Professionalisering is een continu proces dat tot de kerntaak van het personeel behoort. Van alle personeelsleden wordt verwacht dat zij hun vak(manschap) bijhouden en beter willen worden in de verschillende aspecten van dat vak. [N>] [S>] In het sectorakkoord zijn concrete afspraken gemaakt over de gewenste vakbekwaamheid van docenten (basisvaardigheden en complexe vaardigheden; ict-vaardigheden). We gaan aan de realisering van die afspraak de komende jaren werken. Met alle personeelsleden wordt elk jaar een gesprek gevoerd in de driejarige cyclus ‘ontwikkelingsgericht functioneringsgesprek’. [S>] We zullen een standpunt innemen over het stimuleren van leraren om zich te registeren in het lerarenregister. we vinden het belangrijk dat de school goed geleid wordt We vinden het belangrijk dat de school door goede leiders geleid worden. Leiders die kunnen managen en leidinggeven. Leiders die zich realiseren dat de kwaliteit van het onderwijs ook bepaald wordt door de professionele ruimte die de medewerkers ervaren. Vertrouwen, vrijheid, verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen. Leidinggeven aan een schoolorganisatie betekent deze cyclus mogelijk maken en faciliteren. Goede leiders hebben zelfinzicht en zetten hun talent, passie en geweten in voor een groter doel dan het eigenbelang. [N>] [S>] We vinden het belangrijk dat elke schoolleider werk maakt van het actualiseren van zijn vak. Er worden volop mogelijkheden geboden voor leidinggevenden om zich verder te ontwikkelen in de vorm van opleidingen en verdiepende masters. We leveren er in de regio ook een bijdrage aan door diverse netwerken en masterclasses voor de leidinggevenden in Noord-Holland Noord te ontwikkelen. [S>] We zullen een standpunt innemen over het stimuleren van schoolleider om zich te registeren in het schoolleidersregister. we zijn actief in het werven van nieuw personeel Er zijn op (korte) termijn knelpunten te verwachten bij het werven van bekwaam personeel, met name in het eerstegraads gebied. Ervoor blijven zorgen dat we een aantrekkelijke school zijn om in te werken, goede contacten met de eerstegraads lerarenopleidingen blijven onderhouden en de hulp van personeelsleden mobiliseren bij het vervullen van een vacature worden in elk geval ingezet om vacatures met bekwame docenten vervuld te krijgen.
16
Vanuit het platform Onderwijsarbeidsmarkt wordt het project ‘Vernieuwen en verbinden’ gestart met zes deelprojecten die als doel hebben te verwachten knelpunten op de arbeidsmarkt op te lossen. Het project heeft een looptijd van vier jaar en wordt gefinancierd door het ministerie van OCW.
we zijn attent op (dreigend) verzuim Al een aantal jaren geleden hebben we gekozen voor een meer preventief beleid in het kader van arbo & verzuim. We zien op basis van de verzuimcijfers dat dit haar vruchten afwerpt. De komende jaren blijven we inzetten op de bewustwording van het voorkomen van uitval bij de schoolleiding en de personeelsleden zelf. We hebben aandacht voor mensen met achterstand tot de arbeidsmarkt. In de cao-vo is vastgelegd dat schoolbesturen zich extra zullen inzetten voor personeel met grote afstand tot de arbeidsmarkt. Wij denken dit te kunnen realiseren door bij de uitvoering van de schoonmaakwerkzaamheden (al dan niet in eigen beheer) medewerkers van het Werkvoorzieningschap in te zetten.
17
4
een organisatie die professioneel ondersteunend is
uitgangspunten Het bestaansrecht van de organisatie is dat er leerlingen naar de beide schoollocaties komen om onderwijs te ontvangen en om te leren. In formele zin ligt de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs bij de locaties. Het stafbureau draagt zorg voor de bovenschoolse ondersteunende processen om het onderwijs mogelijk te maken. Omdat de werknemers een Trinitas-aanstelling hebben, zijn over de arbeidsvoorwaarden Trinitas-brede afspraken gemaakt. Werving- en selectie vindt daarom in overleg met het stafbureau plaats. De locaties zijn financieel verantwoordelijk voor het locatiebudget. De financiële eindverantwoordelijkheid ligt bij het bestuur. Een professionele schoolcultuur wordt gekenmerkt door erkende ongelijkheid. Als mens is iedereen gelijkwaardig, maar tussen professionals zijn er verschillen en die mogen er ook zijn. Sterker, van die verschillen wordt gebruik gemaakt. In een professionele cultuur worden mensen op kwaliteit gemobiliseerd. In een professionele cultuur wordt gedacht en gesproken in oplossingen (en niet in problemen), wordt er gewerkt aan ontwikkeling en verbetering van de professie, mogen fouten gemaakt worden, is men actief ten aanzien van informatieverwerving en voelt men zich verantwoordelijk voor de rol die men in de organisatie vervult. Een organisatie die professioneel ondersteunend is draagt zorg voor een goede en adequate informatievoorziening naar allen die bij de schoolorganisatie betrokken zijn.
we zorgen voor een professionele organisatiestructuur [N>] [S>] Er zal steeds worden gezocht naar mogelijkheden voor het vergroten van de mogelijkheden voor personeelsleden, leerlingen en ouders om mee te praten en invloed uit te oefenen op de ontwikkelingen in de school. we houden de administratieve organisatie up to date De administratieve organisatie betreft het geheel van structuren, regels en procedures die nodig zijn om de organisatie zo goed mogelijk te laten functioneren. Administratieve organisatie is geen doel op zich en altijd ondersteunend aan het primaire proces, het verzorgen van onderwijs voor onze leerlingen: de ‘bedoeling’ van waarvoor we er als school zijn. Dit betekent dat de administratieve organisatie helder en efficiënt moet zijn. De noodzakelijke gegevens die voor de diverse geledingen moeten worden gegenereerd, moeten snel en zonder veel extra inspanning uit de diverse systemen gehaald kunnen worden. Daarnaast is interne controle een belangrijk aandachtspunt. Immers we zijn een organisatie die bestaat uit mensen en waar mensen samenwerken, kunnen fouten gemaakt worden. Met een goede interne controle kunnen we het hoge niveau van onze administratieve organisatie waarborgen. Daarnaast is de administratieve organisatie onontbeerlijk voor het genereren van informatie ten behoeve van de horizontale en verticale verantwoording op diverse niveaus. [N>] We achten automatisering en digitalisering van de systemen noodzakelijk om de toegankelijkheid van de beschikbare informatie te vergroten en handiger voor meer betrokkenen om mee te kunnen werken.
18
we zorgen voor een ict-infrastructuur die de gewenste onderwijsontwikkelingen mogelijk maakt en het administratieve proces ondersteunt [N>] [S>] In 2014 zijn alle lokalen - met uitzondering van die van de tijdelijke nevenvestiging JB2 toegerust voor het gebruik van ict-middelen in het onderwijs. De bandbreedte van de wifi-verbinding wordt aangepast aan het groeiende gebruik van devices in en om het onderwijs. In het onderwijs wordt al enige tijd gebruik gemaakt van de elektronische leeromgeving It’s Learning. In 2015 zal - wanneer het contract afloopt - bezien worden of continuering wenselijk is, dan wel dat voor een andere elo wordt gekozen. Steeds meer software is beschikbaar via het internet. We zien ook een ontwikkeling waarbij bestanden niet meer centraal op onze servers worden opgeslagen, maar toegankelijk zijn in the cloud. We gaan deze ontwikkeling op zijn toepasbaarheid voor onderwijs en organisatie onderzoeken; een belangrijk aandachtspunt hierbij is de beveiliging van de opgeslagen gegevens en de betrouwbaarheid van de opslag. we zorgen voor adequate huisvesting van onze leerlingen [N>] De huidige huisvestingssituatie (Han Fortmann: hoofdgebouw, vijf tijdelijke lokalen; Johannes Bosco: hoofdgebouw, vier tijdelijke lokalen, JB2) is passend om onderwijs te bieden voor het huidige leerlingenaantal en een mogelijke lichte groei. De meerjarenprognose die we baseren op het leerlingenaantal van de toeleverende basisscholen laat zien dat we op termijn te maken zullen krijgen met een dalend leerlingenaantal, waardoor we de huidige instroombeperking kunnen opheffen. we verantwoorden ons over ons beleid en onze activiteiten Verantwoording is er op verschillende manieren. Verticale verantwoording vanuit de locaties naar de Raad van Bestuur en van de Raad van Bestuur naar de medezeggenschapsraad, de Raad van Toezicht en de inspectie. Centraal daarbij staat de beleids- en planning & control-cyclus. Hierover wordt via een samenhangend geheel van perspectiefplan, activiteitenplannen en jaarverslagen gerapporteerd. De basis hiervoor vormt het perspectiefplan. Waar nodig zal het werken volgens de beleids- en planning & control-cyclus worden aangescherpt. Horizontale verantwoording is er in eerste instantie naar de ouders van de leerlingen: een verantwoording over de manier waarop de school haar missie waarmaakt en haar visie realiseert. Ook de wijze waarop de school zich verantwoordt over haar maatschappelijke rol komt daarbij aan de orde. Dit gebeurt via de jaarlijkse schoolgids en de website.
19
5
een organisatie die financieel gezond blijft
uitgangspunten Het Trinitas College is een financieel gezonde school. Er wordt zorgvuldig omgegaan met de beschikbare middelen, de locaties zien erop toe dat de formatieve uitgaven in principe niet hoger zijn dan de inkomsten, de bovenschoolse personele inzet is beperkt tot het noodzakelijke. Een risicoprofiel vormt de verantwoorde onderbouwing voor de algemene reserve. Het financieel beleid is erop gericht de ambities van de school waar te kunnen maken, investeringen in onderwijs, personeel en huisvesting te kunnen blijven doen en een verantwoorde algemene reserve te behouden. We voeren beleid dat zorgt dat de financiële situatie ook op lange termijn gezond is In 2013 zijn in het kader van het begrotingsakkoord 2014 eenmalig extra middelen beschikbaar gekomen (€ 987.196). Deze middelen hebben we destijds gereserveerd voor de te verwachten exploitatietekorten in de jaren 2014 en de daaropvolgende jaren. Naar verwachting zullen we in het boekjaar 2014 nauwelijks aanspraak hoeven te maken op deze reserve. Ook de begroting 2015 sluit - bij ongewijzigd beleid - met een positief resultaat (+€ 293.090). Vanaf 2014 ontvangen we structureel extra middelen voor de uitvoering van het sectorakkoord. Deze extra middelen en de inzet van de reserve begrotingsakkoord 2014 leidt tot een sluitende exploitatie tot en met 2017 en een beperkt tekort in 2018 en 2019. investeringen ict in het onderwijs De pilotfase met betrekking tot de digiklassen is afgerond. Het schooljaar 2014-2015 wordt als overgangsjaar gezien waarbij het gebruik van notebooks in de lessen wordt voortgezet. In dit schooljaar worden ook definitieve plannen gemaakt over de wijze waarop leerlingen digitale hulpmiddelen kunnen gebruiken. Hierbij is het uitgangspunt dat de hieruit voortvloeiende kosten in principe voor rekening van de ouders komen. Voor ouders die dit niet kunnen betalen zal op school een alternatief worden geboden. risicomanagement We hebben onze risicoanalyse geactualiseerd. Op basis van deze analyse is een financiële buffer van ca. € 5.930.000 noodzakelijk om mogelijke risico’s het hoofd te kunnen bieden. De geactualiseerde risicoanalyse is als bijlage bij dit perspectiefplan toegevoegd. financieel beleid Het financieel beleid van het Trinitas College is erop gericht om op een verantwoorde wijze de beschikbare financiële middelen in te zetten voor het zo goed mogelijk aanbieden van onderwijs aan onze leerlingen. ouderbijdrage De ouderbijdrage is voor het schooljaar 2014-2015 gelijk gebleven. Aangezien de inkomsten onvoldoende zijn om de uitgaven te dekken zal de ouderbijdrage vanaf 2015-2016 verhoogd moeten worden, dan wel zullen bepaalde activiteiten geschrapt moeten worden om een sluitende bekostiging vanuit de ouderbijdrage te realiseren.
20
exploitatieresultaat 2015-2019 De begroting 2015 sluit na de toevoeging/onttrekking aan de bestemmingsreserves met een overschot van € 293.090. In 2017 en 2018 worden nog negatieve resultaten verwacht. Exploitatie 2015-2019 Exploitatieresultaat voor bestemming Mutaties bestemmingsreserves Bezuinigingstaakstelling 1,5% Totaal na bestemming
2015 € 16.783 213.472 62.835 293.090
2016 € -97.564 -15.784 216.775 103.427
2017 € -34.293 -318.510 306.226 -46.577
2018 € 70.472 -437.994 305.631 -61.891
2019 € 133.111 -415.495 307.033 24.649
In het perspectiefplan 2014-2018 is aangegeven dat de reguliere formatie met ingang van het schooljaar 2015-2016 met 0,75% is verlaagd vanwege de bezuinigingen van de beide kabinetten Rutte. Eenzelfde operatie zou in 2016-2017 (-0,75%) moeten plaats vinden. Gelet op het feit dat er de komende jaren extra structurele middelen ter beschikking komen als uitvloeisel van het afgesloten sectorakkoord, willen we deze middelen vanaf 2018 in samenhang met de inzet van de reserve begrotingsakkoord 2014 inzetten om een structureel sluitende exploitatie te kunnen realiseren zonder dat hiervoor nog aanvullende bezuinigingen nodig zijn. In het perspectiefplan 2014-2018 is al aangegeven dat de functiebeschrijvingen voor het onderwijsondersteunend personeel en de directie opnieuw moeten worden vastgesteld en gewaardeerd. In verband hiermee is voor de eventuele financiële gevolgen die hieruit voortvloeien vanaf 2015 een bedrag van € 150.000 uitgetrokken. In het overleg met de mr over het maken van maatwerkafspraken met betrekking tot de uitvoering van de functiemix is toegezegd te onderzoeken of er uit eigen middelen extra LC-functies voor tweedegraads docenten gecreëerd kunnen worden. We stellen voor vanaf het schooljaar 2015-2016 voor dit doel zeven extra LC-functies uit te geven (per locatie te verdelen naar rato van het personeelsbestand tweedegraads gebied). De financiering hiervoor kan worden gevonden door de vooralsnog structurele onderbesteding van de gratis leermiddelen hiervoor voor de helft aan te wenden. Om in te kunnen spelen op knelpunten bij het vervullen van vacature als gevolg van krapte op de arbeidsmarkt trekken wij met ingang van het schooljaar 2015-2016 een bedrag van € 35.000 uit voor arbeidsmarktknelpunten. De vergoeding voor maatschappelijke stages komt in 2015 te vervallen. Wij hechten echter groot belang aan het voortzetten van een aantal activiteiten, dat in het kader van maatschappelijke stage zijn ontwikkeld. De personele inzet die hiermee is gemoeid wordt vanuit de daartoe reeds opgehoogde formatie bekostigd. Om de kwaliteitsafspraken uit het in 2014 afgesloten Sectorakkoord op locatieniveau te kunnen nakomen, zullen locatieactiviteiten worden ontwikkeld. Voor de financiering hiervan worden naast de middelen die wij hiervoor ontvangen, zo nodig de reserve prestatiebox c.q. de reserve leermiddelen ingezet.
21
Rekening houdend met het bovenstaande ziet het meerjarenbeeld er als volgt uit:
Exploitatie 2015-2019 Exploitatieresultaat voor bestemming
2015 € 16.783
2016 € -97.564
2017 € -34.293
Mutaties bestemmingsreserves Bezuinigingstaakstelling 1,5% Totaal na bestemming
213.472 62.835 293.090
-15.784 -318.510 216.774 306.226 103.426 -46.577
Vervallen bezuinigingsopdracht Uitbreiding LC-functies 2e graads gebied
-62.835 -216.774 -306.226 -35.000 -70.000 -70.000
Herwaardering FUWA Dir/OOP -150.000 -150.000 -150.000 Ten laste van reserve begrotingsakkoord 2014 -80.255 263.348 502.803 Inzet extra middelen prestatiebox Beperking toevoeging reserve leermiddelen 52.000 105.000 105.000 Oplossen arbeidsmarktknelpunten -17.000 -35.000 -35.000 0 0 0
2018 2019 € € 70.472 133.111 -437.994 415.495 305.631 307.033 -61.891 24.649 -305.631 307.033 -70.000 -70.000 -150.000 150.000 137.625 65.000 379.025 366.146 105.000 105.000 -35.000 -35.000 -872 -1.238
Op deze manier is de begroting de komende vijf jaar sluitend. De verwachting is dat de loonkosten vanaf 2019 verder zullen dalen als gevolg van het aflopen van de overgangsregeling die in het kader van het afbouwen van de bapo voor een periode van vijf jaar is getroffen. Het bovenstaande is in de hoofdstukken ‘Begroting 2015’ en ‘Meerjarenbegroting 2015-2019’ gedetailleerd uitgewerkt.
22
Begroting 2015 INHOUD 1.
inleiding en opbouw
2.
financiële en personele ontwikkelingen
3.
risico-inventarisatie 2014
4.
kaders voor de begroting van 2015 en later
5.
begroting 2015 (ongewijzigd beleid)
6.
meerjarenbegroting 2015-2019 (ongewijzigd beleid)
7.
beleidsvoorstellen 2015-2019
8.
ontwikkeling vermogenspositie
9.
meerjarenbegroting 2015-2019 inclusief nieuw beleid
10.
formatieplan 2015/2019
23
1
inleiding en opbouw
We zijn gewend om in het voorjaar na te denken over de financiële kaders die we gaan hanteren voor het volgende begrotingsjaar. Aan de hand van deze financiële kaders wordt dan de definitieve begroting en het perspectiefplan opgesteld. Dit jaar hebben we voor het eerst een kadernota vastgesteld, waarin wordt teruggekeken op de ontwikkelingen in de financiële situatie en vooruit wordt geblikt op de ontwikkelingen in de komende vijf jaar. Hiermee zetten we een belangrijke stap binnen de planning en control en maken we een noodzakelijke stap naar het verder beheersen van de personele en materiële bestedingen. Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving en analyse van de periode 2009-2014 aan de hand van de jaarrekeningen over de betreffende periode en het te verwachten eindresultaat 2014 conform de managementrapportage van november 2014. De risico-inventarisatie in beschreven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 worden de kaders voor de meerjarenbegroting 2015-2019 aangegeven. De financiële visie op de toekomst leidt in hoofdstuk 5 (begroting 2015-2019) tot een meerjarige raming (hoofdstuk 6). In hoofdstuk 7 doen wij voorstellen voor nieuw beleid, die we vervolgens verwerkt hebben in de meerjarenbegroting 2015-2019, incl. nieuw beleid (hoofdstuk 9). De ontwikkeling vermogenspositie staat in hoofdstuk 8 en in hoofdstuk 10 staan de gevolgen van de beleidskeuzes voor het Formatieplan 2015-2019.
24
2
financiële en personele ontwikkelingen verwacht
2010
2011
2012
2013
2014
X € 1000
X € 1000
X € 1000
X € 1000
X € 1000
Gebouwen en terreinen overige vaste activa Vlottende activa
€ € €
2.845 9.610
€ € €
892 € 2.961 € 9.611 €
Totaal activa
€
12.455
€
13.464
Algemene reserves Overige reserves Voorzieningen (Overig) vreemd vermogen - lang Vreemd vermogen - kort Totaal passiva
€ € € € € €
6.444 2.372 1.335 2.304 12.455
€ € € € € €
6.598 2.662 1.656 2.548 13.464
1.179 3.421 9.862
€ € €
1.078 3.346 11.906
€ € €
1.262 3.191 13.310
€
14.462
€
16.330
€
17.763
€ € € € € €
6.612 2.928 2.068 2.854 14.462
€ € € € € €
6.640 4.120 2.580 2.990 16.330
€ € €
6.640 4.254 3.879
€ €
2.990 17.763
BALANSANALYSE Solvabiliteitspercentage
2010 70,78%
2011 68,78%
2012 65,97%
2013 65,89%
2014 61,33%
Liquiditeit - current ratio
4,17
3,77
3,46
3,98
4,45
Netto werkkapitaal
€
7.306
€
7.063
€
7.008
€
8.916
€
10.320
Weerstandsvermogen
39,57%
41,42%
39,77%
44,86%
41,49%
Kapitalisatiefactor
55,90%
56,23%
55,38%
62,16%
62,84%
2.1 ontwikkeling balanspositie Op grond van de in de jaarrekeningen opgenomen balans en de op basis van de managementrapportage van november te verwachten balanspositie ultimo 2014 kan de vermogenssituatie in beeld worden gebracht. Vervolgens zijn over dezelfde periode de gangbare indicatoren of kengetallen bepaald. De solvabiliteit geeft de verhouding aan tussen het eigen en het vreemd vermogen en duidt aan in hoeverre de organisatie in staat is op lange termijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Als minimaal percentage wordt doorgaans 35% aangehouden. De voorzieningen worden in onze definiering gerekend tot de verplichtingen dus het vreemd vermogen op lange termijn. De solvabiliteit loopt in 2014 enigszins terug naar ruim 61% als gevolg van de in 2014 te treffen personele voorzieningen. Deze personele voorzieningen moeten worden getroffen in verband met de opgebouwde verlofrechten van het personeel. De solvabiliteit is nog ruim voldoende, zie grafiek op de volgende pagina.
25
Solvabiliteitspercentage
80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% 2010
2011
2012
2013
2014
Het weerstandsvermogen is een aanwijzing voor de financiële veerkracht van de onderwijsinstelling. De waarde ervan is het percentage van het eigen vermogen c.q. de reserves ten opzichte van de exploitatie (totaal van de baten) van het betreffende jaar. Voor de onderwijsinstellingen wordt in het algemeen een gemiddeld 15-25% als veilige weerstand aangehouden. Uiteraard is een en ander ook afhankelijk van het ingeschatte risico. Ons weerstandsvermogen loopt in 2014 enigszins terug, maar blijft ruim boven de grenswaarde. Het teruglopen van het weerstandsvermogen wordt ook veroorzaakt door het treffen van de personele voorzieningen. Weerstandsvermogen
46,00% 45,00% 44,00% 43,00% 42,00% 41,00% 40,00% 39,00% 38,00% 37,00% 36,00%
2010
2011
2012
2013
2014
In het licht van het rapport van de commissie Don is ook de kapitalisatiefactor toegevoegd, de uitkomst van de deling van het totaal van de activa op het totaal van de baten. Voor een zelfstandige en grotere school noemt dit rapport het percentage 35 als een na te streven waarde. Mede als gevolg van de eenmalige middelen die we in 2013 hebben ontvangen is de kapitalisatiefactor in 2013 fors verbeterd. In 2014 neemt deze eveneens toe omdat bij de berekening van de kapitalisatiefactor geen rekening wordt gehouden met de te treffen voorzieningen; bij de berekening van het weerstandsvermogen gebeurt dat wel.
26
Kapitalisatiefactor
64,00% 62,00% 60,00% 58,00% 56,00% 54,00% 52,00% 50,00%
2010
2011
2012
2013
2014
Als indicator voor de liquiditeit is de liquiditeitsratio gebruikt. Dit getal geeft aan in hoeverre de stichting op korte termijn voldoende vlottende bezittingen (dat zijn de bezittingen die op korte termijn te gelde gemaakt kunnen worden) heeft om aan haar korte termijn (financiële) verplichtingen te kunnen voldoen. De liquiditeitsratio is de verhouding tussen de vlottende activa en het kort vreemd vermogen. De minimale waarde is 1,5. Onze liquiditeitsratio is 4,45 en daarmee zeer goed te noemen.
5,00 4,50 4,00 3,50 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00
Liquiditeit - current ratio 4,45
4,17 3,77
2010
2011
3,98 3,46
2012
2013
2014
27
2.2 beeld van de exploitatie In dit deel zal een beeld van de exploitatie worden verstrekt over de periode 2010–2014. Dit gebeurt eveneens op grond van de in de jaarrekeningen en in de managementrapportage november 2014 opgenomen informatie.
% verandering verwacht
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten
2010 x € 1000 x € 21.224 € € 414 € € 641 € € 22.279 €
Personele lasten Kosten afschrijving Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
€ € € € €
EXPLOITATIESALDO Saldo financiële baten en lasten RESULTAAT GEWONE BEDR.V.
17.536 693 1.343 1.787 21.359
2011 € 1000 21.429 406 524 22.359
€ € € € €
€ 920 € € 140 € € 1.060 €
17.882 747 1.417 2.030 22.076
2012 x € 1000 x € 23.122 € € 261 € € 602 € € 23.985 € € € € € €
18.918 914 1.644 2.392 23.868
283 € 161 € 444 €
€ € € € €
117 € 162 € 279 €
2013 € 1000 25.129 464 951 26.544 20.040 1.036 1.768 2.591 25.435
2014 x € 1000 € 25.159 € 255 € 846 € 26.260 € € € € €
21.239 1.154 1.783 2.341 26.517
1.109 € 118 € 1.227 €
257121 136-
2010 - 2014 18,5% -38,4% 32,0% 17,9% 21,1% 66,5% 32,8% 31,0% 24,1% -127,9% -13,6% -112,8%
Hoewel de jaarresultaten een indicatie geven hoe financieel gezond we zijn, zeggen deze nog niets over de onderliggende cijfers. Om daar meer zicht op te geven laten we in een tabel allereerst de personele en materiële kosten, het exploitatieresultaat en de opbrengsten per leerling zien.
Beeld exploitatie - totaal
€ 30.000
Opbrengsten totaal x € 1000
€ 25.000 € 20.000
Personele lasten totaal x € 1000
€ 15.000 € 10.000
Materiële lasten totaal x € 1000
€ 5.000 €0 -€ 5.000
2010
2011
2012
2013
2014
Exploitatieresultaat totaal (excl. fin. baten) x € 1000
28
Vervolgens zoomen we in door het opbrengsten- en kostenverloop uit de jaarrekeningen en de managementrapportage uit te drukken in indexcijfers met 2010 als basisjaar. jaar Totaal opbrengsten x € 1.000 Personele lasten x € 1.000 Kosten afschrijving x € 1.000 Huisvestingslasten x € 1.000 Overige lasten x € 1.000 Aantal leerlingen
2010 22.279 17.536 693 1.343 1.787
2011 22.359 17.882 747 1.417 2.030
2012 23.985 18.918 914 1.644 2.392
2013 26.544 20.040 1.036 1.768 2.591
2014 26.260 21.239 1.154 1.783 2.341
3007
3167
3359
3488
3513
INDEXCIJFER jaar Totaal opbrengsten Personele lasten Kosten afschrijving Huisvestingslasten Overige lasten Aantal leerlingen
2010 100 100 100 100 100 100
2011 100 102 108 106 114 105
2012 108 108 132 122 134 112
2013 119 114 149 132 145 116
2014 118 121 167 133 131 117
We kunnen vaststellen dat de personele lasten meer gestegen zijn dan de opbrengsten. Dit is o.a. het gevolg van de door de overheid opgelegde bezuinigingen, de uitvoering van het Convenant Leerkracht en de gestegen pensioenpremies. Ook de afschrijvingskosten zijn de afgelopen vijf jaar fors toegenomen. Belangrijkste oorzaak hiervoor is de realisatie van extra huisvesting die noodzakelijk was door de toename van het leerlingenaantal. Deze huisvestingskosten werden slechts gedeeltelijk vergoed door de gemeente. Ook de uitvoering van het project digiklassen en het installeren van smartboards in de lokalen heeft tot extra investeringen en daarmee extra afschrijvingen geleid.
29
2.3 beeld van de ontwikkeling van de formatie Door de voltijd equivalenten (fte’s) te koppelen aan een personeelscategorie kan een beeld gegeven worden van de ontwikkeling van de omvang van formatie van het onderwijzend en onderwijs ondersteunend personeel en van de directie. In de tabel is per jaar de samenstelling van het personeel in percentages weergegeven. De lesurenbelastingsratio wordt berekend door het aantal uitgegeven lesuren te delen door het aantal ingezette fte’s voor het OP vermenigvuldigd met 25 (het maximaal aantal te geven lessen in een voltijds betrekking). Hiermee berekenen we het deel van de OP-capaciteit dat daadwerkelijk aan lesgevende activiteiten is besteed. De gemiddelde aanstellingsomvang wordt berekend door het aantal fte’s te delen door het aantal personeelsleden. De lesurenbelastingsratio is de afgelopen jaren gestegen als gevolg van de doorgevoerde bezuinigingen. De directieratio is afgenomen als gevolg van de groei van de school en het vertrek van een directielid. De gemiddelde aanstellingsomvang is de afgelopen jaren licht terug gelopen. WEERGAVE INZET FTE'S 1. 2. 3.
schooljaar schooljaar schooljaar schooljaar schooljaar
Directie Onderwijzend personeel Onderwijs ondersteunend pers. totaal
4. 5.
Aantal lesuren volgens rooster Aantal personeelsleden
2010/2011
2011/2012
2012/2013
2013/2014
2014/2015
10,8 205,7 49,7 266,2
10,8 213,6 51,1 275,5
10,8 222,5 56,0 289,3
10,0 226,9 54,7 291,6
9,0 228,4 54,4 291,8
4046 338
4239 345
4440 367
4616 378
4664 386
schooljaar schooljaar schooljaar schooljaar schooljaar A. B. C. D. E.
Directie ratio OP-ratio OOP-ratio Lesurenbelastingsratio Gemiddelde aanstellingsomvang
2010/2011
2011/2012
2012/2013
2013/2014
2014/2015
4,1% 77,2% 18,7% 0,79 0,79
3,9% 77,5% 18,5% 0,79 0,80
3,7% 76,9% 19,3% 0,80 0,79
3,4% 77,8% 18,8% 0,81 0,77
3,1% 78,3% 18,6% 0,82 0,76
2.4 beeld van de te verwachten aantallen leerlingen We hebben een prognose opgesteld op basis van de aanmeldingen voor het schooljaar 2014-2015, de leerlingenaantallen per leerjaar van de aanleverende basisscholen en een over de afgelopen twee schooljaren gemiddeld percentage van de leerlingen van die basisscholen die kiezen voor het Trinitas College; de op- en afstroom tussen de leerjaren op de beide locaties en tussen de locaties is verwerkt. Het leerlingenaantal in het schooljaar 2014-2015 bevindt zich naar verwachting op het hoogste niveau en zal de komende jaren gaan dalen. Dit is een gevolg van de kleiner wordende basisgeneratie op de aanleverende basisscholen. Ook is een tendens zichtbaar van het fors teruglopen van het aantal lwoo-leerlingen.
30
Het leerlingenaantal zal de komende jaren met circa 10% teruglopen. We verwachten dat de nu nog geldende beperking in de instroom binnen enkele jaren niet meer nodig is. Deze ontwikkelingen hebben vanzelfsprekend gevolgen voor de formatie. De komende jaren zal deze met circa 28 fte moeten worden teruggebracht (excl. projectformatie). We hopen deze reductie - gezien het grote aantal medewerkers dat de komende jaren met pensioen gaat - grotendeels via natuurlijk verloop te kunnen opvangen.
31
3
Risico-inventarisatie 2014
Vanaf 2011 maken we jaarlijks een risico-inventarisatie van de mogelijke risico’s die we als organisatie lopen. Deze inventarisatie wordt opgesteld met de zogenaamde kans/impactmethode. Aan de hand van deze methode wordt bepaald of er voor het genoemde risico een voorziening moet worden getroffen en voor welk deel van het risicobedrag een voorziening noodzakelijk is. Deze inventarisatie gebruiken we om een uitspraak te kunnen doen over de noodzakelijke omvang van de algemene reserve als financiële buffer. Deze inventarisatie is dit voorjaar opnieuw geactualiseerd voor wat betreft de risico’s en de financiële vertaling ervan. politiek niet tijdig inspelen op economische ontwikkelingen Als gevolg van de in 2013 ontvangen eenmalige bijdrage van € 987.000 waarvoor een bestemmingsreserve is gevormd, is het risico dat niet alle komende bezuinigingen direct door kostenbesparingen kunnen worden opgevangen (o.a. verschil kalenderjaar-schooljaar) tot een minimum teruggebracht. Het risico dat niet alle bezuinigingen al in het eerste jaar hun financiële effect opleveren kan door middel van deze bestemmingsreserve de komende jaren worden opgevangen. Een nadere voorziening is op dit moment niet noodzakelijk. imago plotselinge imagoschade Als gevolg van bepaalde calamiteiten kan het imago van één van de locaties beschadigd worden, waardoor een plotselinge daling van het leerlingenaantal volgt. Dit risico is ingeschat op 100 leerlingen à € 6.300 = € 630.000. De beperking van het personeelsbestand die hiervan het gevolg is kan voor 50% via natuurlijk verloop worden opgevangen. Daarnaast kunnen extra PR-activiteiten nodig zijn om de imago-schade te beperken. De kosten hiervan worden geschat op € 50.000. leerlingen krimp leerlingaantallen op grond van demografische ontwikkelingen We verwachten - op grond van de prognose – de komende jaren wel krimp, maar niet dat dit een financieel risico met zich meebrengt. concurrentiepositie vmbo Vanaf het schooljaar 2013-2014 is een gelimiteerde aanname van leerlingen noodzakelijk geworden. Deze limitering kan ook leiden tot een verminderde belangstelling voor de vmbo-opleiding. We schatten deze risico's op maximaal 50 leerlingen. Dit betekent, uitgaande van € 6.300 per leerling, een inkomstenderving van € 315.000. De aanpassing van de organisatie als gevolg van het lagere leerlingaantal kan echter trager verlopen dan de inkomstenderving. concurrentiepositie havo/vwo Er is gekozen voor een gelimiteerde aanname van 320-330 leerlingen per jaar. Deze limitering kan echter ook leiden tot een verminderde belangstelling voor de havo/vwo-opleiding. We schatten dit risico op maximaal 30 leerlingen. Dit betekent, uitgaande van € 6.300 per leerling een inkomstenval van € 189.000 bij ongewijzigd beleid. De aanpassing van de organisatie als gevolg van de inkomstenderving kan echter trager verlopen dan de inkomstenderving.
32
onderwijs breedte van het aanbod Landelijk staat de belangstelling voor techniek op het vmbo onder druk. Het risico bestaat dat de belangstelling onder een minimumniveau daalt, waardoor bepaalde opleidingen niet meer kunnen worden aangeboden of gecombineerd moeten worden. Dit zal gepaard gaan met kapitaalsvernietiging van investeringen. We zien vooralsnog een behoorlijke belangstelling voor de techniekopleiding. Er is geen aanvullende voorziening noodzakelijk. De invoering van tweetalig onderwijs op het vwo kan leiden tot een onvoordelige klassenindeling waardoor een splitsing van een klas noodzakelijk is. De extra kosten, indien deze niet uit de reguliere formatie betaald kunnen worden, worden begroot op € 94.000. kwaliteit van het onderwijs: Het risico dat de onderwijskwaliteit fors achteruit gaat wordt als beperkt ingeschat. De eventuele kosten worden begroot op de inzet van een extra formatieplaats belast met de kwaliteitszorg. personeel ziekteverzuim Het ziekteverzuim bedroeg in 2013 3,8%. En zit daarmee ruim onder het landelijk gemiddelde (5%). Sinds 2012 zijn we eigenrisicodrager voor het ziekteverzuim. We gaan er van uit dat het ziekteverzuim niet hoger zal worden dan 7,5%. Dan bedragen de maximale vervangingskosten € 1.425.000. In de begroting is een raming van € 338.000 opgenomen, zodat het risico € 1.087.000 bedraagt. wachtgeld Als gevolg van het ontslag van (tijdelijk) personeel is het bevoegd gezag op grond van de cao verplicht de 25% van de wachtgeldkosten te betalen. Hiervoor is een stelpost opgenomen van € 100.000 voor het geval dat reguliere formatie onvoldoende is om deze kosten te dragen. arbeidsconflicten Het noodgedwongen onvrijwillig afscheid nemen van medewerkers via de juridische weg leidt tot extra eenmalige kosten (afkoopsom voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst en juridische kosten). De hoogte is afhankelijk van de looptijd van het dienstverband en de verwijtbaarheid van de werkgever. Voor de afwikkeling van de arbeidsconflicten en de juridische bijstand is een bedrag van € 600.000 opgenomen. deskundigheid In verband met de krapte op de arbeidsmarkt moet soms gebruik gemaakt worden van onbevoegde docenten. Omdat elke docent uiteindelijk bevoegd moet zijn, worden scholingsafspraken gemaakt. Een risico is dat een onevenredig aandeel van het nieuwe personeel niet over de vereiste bevoegdheid beschikt en dat hiervoor extra scholingsmiddelen moeten worden uitgetrokken. Een ander risico heeft te maken met het Trinitas College als opleidingsschool: er kunnen zich te weinig studenten melden, waardoor er te weinig middelen voor de begeleiding beschikbaar komen in vergelijking met de kosten die worden gemaakt. Voor beide risico’s wordt een bedrag van steeds € 50.000 opgenomen.
33
uitstroom personeel als gevolg van pensionering In de periode tot 2020 zal circa een derde van het personeel door natuurlijk verloop (pensionering) uitstromen. Dit geldt niet alleen voor het Trinitas College maar globaal ook voor het totale onderwijsveld. Dit zou kunnen leiden tot krapte op de arbeidsmarkt als de daling van het leerlingenaantal minder sterk verloopt. Er zullen maatregelen getroffen moeten worden om vroegtijdig op deze uitstroom te anticiperen. Het kan noodzakelijk zijn voor moeilijk vervulbare vakken docenten aan te trekken via uitzendbureaus dan wel arbeidsmarkttoelages te moeten toekennen. Het risico schatten we op maximaal het docentensalaris van 2 fte. kosten bapo Op dit moment zijn de kosten van de bapo voor de werkgever ca. 3,6% van de loonsom, terwijl ca. 2% in de lumpsum wordt vergoed. Deze meerkosten kunnen tot op heden worden opgevangen binnen de begroting. Als gevolg van het overgangsrecht in verband met afschaffing van de bapo zal er de komende jaren sprake zijn van dubbele kosten (omdat de vrijval van de bapokosten reeds voor andere cao-verplichtingen is ingezet). We schatten deze dubbele kosten voor de komende jaren in op 1% van de loonsom (€ 190.000). organisatie kwaliteit management Het risico dat er kosten komen door onvoldoende kwaliteit van het management wordt als beperkt geschat. Voorwaarde is dat er sprake is van doorlopende ontwikkelingstrajecten en scholingsprogramma's. kwaliteit beheersorganisatie/secundaire processen Met de relatief kleine staforganisatie lopen we een continuïteitsrisico. Gezien de complexe processen die bij (tijdelijke) uitval van stafleden gevaar lopen is tijdelijke inhuur van specialisten bij het wegvallen van het eigen personeel noodzakelijk om de continuïteit te kunnen waarborgen. Dit risico wordt geschat op € 200.000 (maximaal 2 jaar). gebouwen bezettingsgraad Als gevolg van daling van het leerlingenaantal kan er leegstand ontstaan in de gebouwen waardoor de instandhoudingskosten niet meer uit de lumpsum-bijdrage gefinancierd kan worden. Gezien de huidige bezetting en de te verwachten leerlingenstroom op basis van de prognoses voor de komende jaren is dit risico verwaarloosbaar. aantrekkelijkheid De (on)aantrekkelijkheid van de gebouwen kan leiden tot een verminderde belangstelling voor de scholen. Gezien het feit dat we in twee relatief nieuwe gebouwen zitten met goede voorzieningen is dit risico verwaarloosbaar. onderhoudsbehoefte Het risico voor onverwacht groot onderhoud is beperkt, aangezien gebruik wordt gemaakt van een actueel meerjarenonderhoudsplan. Op grond van dit plan is een toereikende onderhoudsvoorziening gevormd.
34
aangepast aan actuele onderwijskundige ontwikkelingen Het onderwijs is continu in ontwikkeling. Het is denkbaar dat vanwege onderwijskundige ontwikkelingen het gebouw moet worden aangepast. We nemen ter afdekking van dit risico een bedrag op van € 500.000. inventaris onderwijskundige ontwikkelingen De inrichting van het onderwijsproces is continue in ontwikkeling. Deze ontwikkeling kan met zich meebrengen dat de inventaris vroegtijdig moet worden aangepast om hierop in te kunnen spelen. We nemen voor dit risico een bedrag op van € 250.000. algemeen bedrijfsrisico Voor onvoorziene risico's die niet reeds genoemd zijn hanteren we 1% van de jaarlijkse materiële uitgaven als buffer voor onvoorziene calamiteiten (€ 50.000). financiering materiële vaste activa Voor de financiering van de materiële vaste activa zou een lening kunnen worden gesloten. We doen dat niet en kiezen ervoor een gedeelte van de algemene reserve voor die financiering af te zonderen. Het niveau wordt bepaald op de boekwaarde van de materiële vaste activa van het afgelopen jaar verhoogd met de voorgenomen investeringen in het boekjaar en verminderd met de afschrijvingen in het boekjaar.
35
Risicoanalyse Trinitas College 2014 omschrijving risico's per categorie
Risico Impact kans
Politiek Niet tijdig kunnen inspelen op Econ. ontw. en bezuinigingen Imago plotselinge imagoschade.
leerlingen ontwikkeling leerlingaantallen (krimpregio) concurrentiepositie VMBO concurrentiepositie HAVO/VWO
IxK
huidige beheersmaatr.
te nemen beheersmaatr.
6
4
24 strenge budgetbewaking
doorvoeren bezuinigingen
10
2
20 PR-plan
extra PR-activiteiten inschakeling communicatieadviseur
kst. beheers- datum maatr. gereed
status maatregel
1-8-2015 doorlopend
1 4 4
10 geen 24 gelimiteerde aanname 20 max. 320 ll. toelaatbaar
opstellen meerjarenprognoses geen geen
1-8-2014 doorlopend 1-3-2015 doorlopend 1-3-2015 doorlopend
7 5
3 5
21 bund. aanbod/comb. Klassenpubliciteit techniek 25 invoering TTO
25.000 1-8-2015 in uitvoering 1-8-2015 in uitvoering
kwaliteit van het onderwijs loopt terug
7
3
21 kwaliteitszorg
Hanteren kwaliteitssysteem
70.000
Personeel hoog ziekteverzuim wachtgeldrisico's
8 7
4 8
inzet arbeidsdesk.+preventie outplacement
in uitvoering
arbeidsconflicten deskundigheid krapte arbeidsmarkt kosten BAPO
8 6 8 7
7 5 6 10
32 verzuimprotocol 56 beoordelingscycli, actief herplaatsingsbeleid 56 CAO 30 scholingsbeleid 48 geen 70 Afschaffen bapo +
zorgvuldige dossieropbouw geen Strategische personeelsplan nieuw levensloopbeleid
Organisatie kwaliteit beheersorganisatie/secundaire processen.
6
4
24 administratieve orgtie interne controle
geen
ICT Aanvallen (hacken) van buiten op de systemen van het TC
6
6
36 beveiligingsmaatregelen
dichten informatielek. herstel systemen
Gebouwen bezettingsgraad aantrekkelijkheid onderhoudsbehoefte aangepast aan actuele onderwijskundige ontwikkelingen
9 5 6 7
4 2 1 8
36 geen 10 geen 6 Opbouwen onderhouds56 meerjareninvesteringsplan
geen geen geen verfijnen meerjareninvesteringsplan + formuleren visie en ambities.
Inventaris aangepast aan actuele onderwijskundige ontwikkelingen
7
8
56 meerjareninvesteringsplan verfijnen meerjareninvesteringsplan + formuleren visie en ambities.
schatting kosten
te treffen voorziening
sector directeuren
0
0
managementteam
315.000 50.000
50.000
50.000
10 6 5
Onderwijs breedte van het aanbod wijzigt
risicoeigenaar
hoofd stafbureau sectordir. JB sectordir. HF
0
0
315.000 189.000
0
sectordir. JB sectordir. HF
25.000 94.000
0
sectordirecteuren
70.000
70.000
sectordirecteuren
1.087.000 100.000
358.710
doorlopend managementteam doorlopend sectordirecteuren in ontwikkeling managementteam nog te ontwikk. managementteam
600.000 50.000 150.000 190.000
300.000
doorlopend
200.000
0
100.000
33.000
0
0
hfd stafbureau
0
0
50.000
16.500 49.500 125.400
doorlopend
hfd stafbureau sectordirecteuren hfd stafbureau managementteam
500.000
250.000
doorlopend
managementteam
250.000
125.000
0 0
1.428.110
Algemeen onvoorziene risico's 1% v.d. materiële uitgaven Financiering materiële vaste activa MINIMUM ALGEMENE RESERVE
50.000 4.457.610 5.935.720
afgerond
5.935.000
36
4
kaders voor de begroting van 2015 en later
Voor het begrotingsjaar 2015 hebben we te maken met de uitvoering van het Sectorakkoord, als vervolg op het in 2015 aflopende Bestuursakkoord. Het Sectorakkoord kent een tweetal grote pijlers: professionalisering en toekomstbestendig onderwijs waarbij de inzet van digitale hulpmiddelen in het onderwijsproces als belangrijk thema geldt. In 2015 is daarnaast een grote verlegging van een geldstroom aan de orde: een uitname uit het gemeentefonds ten behoeve van de onderwijshuisvesting. Voor het Trinitas College is dit een structureel extra bedrag van ca. € 385.000 te beschikking dat aan de lumpsum wordt toegevoegd. Dit extra bedrag is voor het schoolbestuur in principe vrij besteedbaar. Bij de opstelling van de begroting voor 2015 en de daaropvolgende jaren hanteren we de volgende algemene uitgangspunten: 1. een sluitende meerjarenexploitatie; 2. ruimte voor stijgende materiële lasten conform de algemene prijsinflatie; 3. ruimte voor vervangingsinvesteringen; 4. een gezond weerstandsvermogen; 5. voldoende middelen voor het onderhoud van de gebouwen op basis van een meerjarenonderhoudsplan; 6. ruimte voor nieuw beleid o.a. op basis van de uitvoering van het Sectorakkoord. Daarbij maken we gebruik van: het leerlingenaantal per 1 oktober 2014; de (eigen gemaakte) prognose waarin uitgegaan wordt van een gelimiteerde aanname in het eerste leerjaar voor Han Fortmann en Johannes Bosco van 320 respectievelijk 350 leerlingen; de onderstaande ratio’s: Ratio's tbv berekening uitgaven formatie obv leerlingaantal havo-vwo (OP) 19,8074 vmbo-tl (OP) 19,4107 vmbo-bl (OP) 17,9979 lwoo (OP) 9,1935 OOP 105,4238 directie 170,8112 het budget passend onderwijs 2014-2015, dat bepalend is voor het jaar 2015 en de daaropvolgende jaren; de cao 2014-2015; de afspraken uit het Convenant Leerkracht van Nederland, inclusief maatwerkafspraken; een prijsontwikkeling gelijk aan het percentage dat door het rijk wordt gecompenseerd (vooralsnog 0%); een verwachte ontwikkeling van de personele lumpsum van 3,3% in 2015 oplopend naar 3,96% in 2019 als gevolg van de door de overheid gedane toezeggingen; een rendement op de liggende gelden van 1%.
37
5. Begroting 2015 Trinitas College (ongewijzigd beleid)
SKVOH
2015
2014
€
€
Baten Rijksbijdragen
25.804.307
25.198.030
221.564
258.667
823.167
660.496
Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten
26.849.039
Totaal baten
26.117.192
Lasten 21.192.650
21.210.855
Afschrijvingen
1.198.353
1.148.483
Huisvestingslasten Overige lasten
1.866.292
1.812.703
2.699.960
2.611.963
Personele lasten
Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Nettoresultaat
26.957.255
26.784.003
108.217-
666.811-
125.000
140.000 125.000
140.000
16.783
526.811-
56.113
31.445-
Reserve leermiddelen
74.340-
82.309-
Reserve schoolfonds
24.027
8.495
Reserve lustrum
4.000-
4.000-
38.059-
23.576-
Reserve BAPO
Reserve prestatiebox Reserve Begrotingsakkoord 2014
415.488
Reserve OPLIS
80.247
102.897
Reserve MAS
40.026
157.521
Reserve functiemix
63.000
16.260-
Reserve LGF/Passend Onderwijs
66.457
-
230.255
0
subtotaal Taakstelling 2015-2017 Totaal
62.835 293.090
0
38
vergelijking begroting 2015 met begroting 2014 De begroting 2015 (ongewijzigd beleid) is opgesteld op basis van de bestaande beleidsuitgangspunten alsmede de structurele afwijkingen die bij de uitvoering van de begroting 2014 naar voren zijn gekomen (zie o.a. managementrapportage november 2014) In de begroting van 2015 is ter vergelijking die van 2014 opgenomen. De volgende opvallende afwijkingen ten opzichte van die begroting zijn: 1. De toename van de rijksvergoeding personeel met € 606.000 wordt o.a. veroorzaakt door de overheveling van een deel van de huisvestingsmiddelen naar het schoolbestuur (+€ 383.000) en de te verwachten loonruimte van1,2% (+€ 245.000). Het resterende deel (-€ 22.000) komt voort uit doorgevoerde bezuinigingen, extra middelen Convenant Leerkracht en wijziging van het aantal leerlingen. 2. De stijging van de materiële vergoeding is het gevolg van een aanpassing aan gestegen prijzen en een hoger leerlingaantal (+€ 162.000). 3. De personele lasten zullen in 2015 ten opzichte van de begroting nagenoeg gelijk blijven. Dit is onder andere het resultaat van enerzijds het aflopen van projectformatie (bijv. maatschappelijke stages) en het teruglopen van de formatie als gevolg van de te verwachten daling van het leerlingenaantal met ingang van het schooljaar 2015-2016. Hiertegenover staan de hogere kosten voor de uitvoering van de cao-vo, zoals de loonsverhoging van 1,2%. 4. De afschrijvingskosten zijn toegenomen als gevolg van de realisatie van de tijdelijke huisvesting bij de locatie Han Fortmann. 5. De huisvestingskosten zijn met € 54.000 gestegen. Dit komt voort uit een hogere bijdrage voor het gebruik van gymnastieklokalen (+€ 34.000) als gevolg van een andere berekeningsmethodiek die door de gemeente voor het gebruik van de gymnastieklokalen wordt gehanteerd. Daarnaast zijn de schoonmaakkosten gestegen als gevolg van de ingebruikname van de tijdelijke huisvesting op het terrein van het Han Fortmann. 6. De wervingskosten personeel zullen in 2015 circa € 50.000 hoger uitvallen als gevolg van de werving voor een aantal vrijkomende directiefuncties. 7. De kosten voor beheer en administratie zijn € 40.000 hoger begroot in verband met toegenomen (kleur)kopieerkosten. investeringen 2015 In 2015 wordt voor een bedrag van € 495.341 geïnvesteerd (in 2013 was dat een bedrag van € 801.334). De investeringen voor 2015 betreffen: algemeen ict algemeen inventaris algemeen Han Fortmann: ict vervangingen vervanging inventaris voorzieningen gebouw
€ 50.886 € 5.640 € 56.526 € 59.788 € 63.850 € 12.000 € 135.638
39
Johannes Bosco ict vervangingen vervanging inventaris/machines uitbreiding fietsenstalling personeel kleine aanpassingen gebouw
€ € € € €
147.830 88.448 12.000 54.900 303.178
Omdat niet alle investeringen per 1 januari worden uitgevoerd, maar gedurende het gehele jaar, tellen we de afschrijvingen in de begroting in het eerste jaar voor 50% mee. Dit leidt tot het volgende afschrijvingsoverzicht: Afschrijvingen
Investe-
2015
2016
2017
2018
2019
€ 1.000
€ 1.000
€ 1.000
€ 1.000
€ 1.000
ringen € 1.000 Investeringen gebouwen tm 2014
1.252.664
146.314
119.624
81.117
81.117
34.880
-
-
-
-
-
-
440.277
39.978
39.978
39.978
39.978
39.978
40.500
2.025
4.050
4.050
4.050
4.050
4.407.949
498.305
410.341
272.011
226.968
189.708
Inventaris aanschaffingen in 2015
454.841
41.118
82.236
82.236
82.236
82.236
Inventaris aanschaffingen in 2016
652.106
42.315
84.631
84.631
84.631
Inventaris aanschaffingen in 2017
724.685
60.478
120.956
120.956
Inventaris aanschaffingen in 2018
227.195
16.586
33.172
Inventaris aanschaffingen in 2019
98.621
Investeringen gebouwen 2015 Investeringen verbouwingen tm 2014 Investeringen verbouwingen 2015 Inventaris aanschaffingen t/m 2014
Leermid. aanschaf. t/m. 2014
7.747
2.206.438
445.632
299.602
201.347
115.066
38.000
Leermid. aanschaf. 2015
380.000
38.000
76.000
76.000
76.000
76.000
Leermid. aanschaf. 2016
380.000
38.000
76.000
76.000
76.000
Leermid. aanschaf. 2017
380.000
38.000
76.000
76.000
Leermid. aanschaf. 2018
380.000
38.000
76.000
Leermid. aanschaf. 2019
380.000
Totaal t.l.v. de exploitatie doorberekening Afschrijvingskosten Totaal afschrijvingskosten
38.000 1.211.371
1.112.147
1.015.847
1.037.588
977.358
13.018-
13.018-
13.018-
13.018-
13.018-
1.198.353
1.099.129
1.002.829
1.024.570
964.340
De afschrijvingskosten zijn als lasten in de begroting opgenomen.
40
6
meerjarenbegroting 2015-2019
41
Meerjarenbegroting Ongewijzigd beleid
Trinitas College
SKVOH
2015 € Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten Totaal baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Saldo financiële baten en lasten Nettoresultaat BAPO dotatie/onttrekking Reserve leermiddelen Reserve schoolfonds Reserve lustrum Reserve prestatiebox Reserve functiemix Reserve Passend onderwijs/LGF Reserve OPLIS Reserve MAS Taakstelling 2015-2017 Totaal
2017 €
2018 €
2019 €
25.804.307
24.927.543
24.380.316
24.096.329
23.846.284
221.564 823.167
220.750 755.310
215.791 757.338
212.484 757.445
210.143 754.019
26.849.039
21.192.650 1.198.353 1.866.292 2.699.960
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten
2016 €
25.903.603
20.633.301 1.099.129 1.862.720 2.531.016
25.353.446
20.191.640 1.002.829 1.828.392 2.489.878
25.066.258
19.846.177 1.024.569 1.785.709 2.464.330
24.810.446
19.618.019 964.340 1.780.833 2.439.143
26.957.255
26.126.167
25.512.739
25.120.785
24.802.335
108.217-
222.564-
159.293-
54.528-
8.111
125.000
125.000
125.000
125.000
125.000
125.000
125.000
125.000
125.000
125.000
16.783
97.564-
34.293-
70.472
133.111
56.113 74.34024.027 4.00038.05963.000 66.457 80.247 40.026 62.835 293.090
62.465 131.73823.196 4.000109.31463.000
68.690 141.13922.350 4.00098.4746.182
67.000 141.80619.837 4.000379.025-
78.427 135.35111.574 4.000366.146-
80.247
27.881
216.774 103.427
306.226 46.577-
305.631 61.890-
307.033 24.649
42
6.1 meerjarenresultaat Voor de jaren 2015 en 2016 worden positieve resultaten verwacht van respectievelijk € 293.090 en € 103.427. Voor 2017 en 2018 worden op basis van het huidige beleid na bestemming van het resultaat tekorten verwacht van respectievelijk € 46.577 en € 61.890. In 2019 ontstaat weer een positief resultaat van € 24.649. De tekorten in de periode van 2017 en 2018 zijn o.a. het gevolg van de effecten van de cao-vo 20142015 waarbij ten behoeve van de afbouw van de bapo een overgangsregeling van vijf jaar is getroffen. Na afloop van deze periode zullen de besparingen op de bapo pas volledig zichtbaar worden. Daarnaast stijgen de personeelskosten als gevolg van de jaarlijkse periodieken waarop medewerkers conform de cao-vo recht op hebben.
43
7 a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
beleidsvoorstellen 2015-2019 Als gevolg van het in 2015 aflopende Bestuursakkoord zou de projectformatie in 2016 en 2017 moeten worden afgebouwd. We stellen voor in plaats van het afstoten van deze projectformatie deze uren in te zetten ten behoeve van de uitvoering van het Sectorakkoord. In verband met de extra middelen die we de komende jaren als uitvloeisel van het Sectorakkoord zullen gaan ontvangen stellen we voor de nog resterende bezuinigingstaakstelling van 1,5% op de formatie te schrappen. We stellen voor om de voor het kalenderjaar 2015 en 2016 opgenomen extra middelen voor onderwijsontwikkeling te laten vervallen. Deze kunnen bekostigd worden uit de middelen die in het kader van het Sectorakkoord ter beschikking komen. Als gevolg van de maatwerkafspraken die in het kader van de uitvoering van het Convenant Leerkracht zijn gemaakt, hebben we toegezegd te onderzoeken of extra uitgifte van LC-functies voor de tweedegraads sector binnen de eigen budgettaire mogelijkheden kan worden gerealiseerd. We stellen voor met ingang van 1 augustus 2015 zeven LC-functies open te stellen. Bij de begrotingen 2016 e.v. zullen wij opnieuw bezien of er middelen vrijgemaakt kunnen worden voor verdere uitbreiding van het aantal LC-functies. Aangezien de functiebeschrijvingen en -waarderingen van het onderwijsondersteunend personeel en de directie na 2003 niet meer zijn herzien stellen we voor deze opnieuw tegen het licht te houden en zo nodig te herwaarderen. Voor de financiële gevolgen stellen we voor om € 150.000 aan structurele middelen uit te trekken. We stellen voor de niet bestede middelen in de jaren 2014-2015 toe te voegen aan de reserve begrotingsakkoord 2014 en deze aan te wenden voor de tekorten van 2016 en de daaropvolgende jaren. In verband met te verwachten krapte op de arbeidsmarkt voor een aantal vakken trekken we met ingang van het schooljaar 2015-2016 een bedrag van € 35.000 uit om arbeidsmarktknelpunten op te lossen. Ter uitvoering van het sectorakkoord worden de komende jaren een aantal activiteiten ontwikkeld. Voor de financiering hiervan zullen de komende jaren - naast de extra middelen die wij hiervoor ontvangen - zo nodig de reserve prestatiebox en de reserve leermiddelen worden gebruikt om tijdelijk extra personele en materiële inzet mogelijk te maken.
Ter dekking van de tekorten in de periode van 2015-2019 en ter financiering van het nieuwe beleid stellen we het volgende voor: 1. De te verwachten positieve resultaten voor de boekjaren 2014 (zie managementrapportage november 2014) en 2015 voegen we toe aan de reserve begrotingsakkoord 2014. 2. De reserve ‘Begrotingsakkoord 2014’ wordt besteed ter dekking van de tekorten in de periode 2016-2019. 3. De extra (onbestede) middelen in het kader van het Sectorakkoord worden vanaf 2018 ingezet om het tekort te financieren. 4. De onderbesteding gratis leermiddelen vanaf het schooljaar 2015-2016 voor 75% in te zetten. Dit betreft een bedrag van € 105.000. Na verwerking van voornoemde maatregelen ontstaat het volgende meerjarenbeeld: een dekkende begroting voor de komende vijf jaar.
44
Meerjarenbegroting Tekort bij ongewijzigd beleid Beleidswijzigingen: * Vervallen bezuinigingstaakstelling 1,5% * Uitbreiding aantal LC-functies tweedegraads gebied * Herwaardering fuwa directie/oop * Ten laste van reserve begrotingsakkoord 2014 * Inzet extra middelen prestatiebox * Beperking toevoeging reserve leermiddelen * Oplossen arbeidsmarktknelpunten totaal
2015 293
2016 103
2017 -47
2018 -62
2019 25
-63 -35 -150 -80 0 52 -17 0
-217 -70 -150 263 0 105 -35 0
-306 -70 -150 503 0 105 -35 0
-306 -70 -150 138 379 105 -35 -1
-307 -70 -150 65 366 105 -35 -1
Tabel 2 Meerjarenbegroting na beleidswijziging
45
8
ontwikkeling vermogenspositie
Deze meerjarenbegroting leidt tot de volgende ontwikkelingen in de vermogenspositie. Voor 2014 is uitgegaan van het te verwachten resultaat zoals weergegeven in de managementrapportage van november 2014. Vermogenspositie(x € 1000) Algemene Reserve Bestemmingsreserves: - Maatschappelijke stages - Leermiddelen - Prestatiebox (Sectorakkoord)
2013 6.640
2014 6.640
2015 6.640
2016 6.640
2017 6.640
2018 6.640
2019 6.640
157 1.097 284
40 1.119 344
0 1.141 382
0 1.167 491
0 1.203 789
0 1.240 789
0 1.270 789
- Leerlinggebonden financiering - Jonge leraren - begrotingsakkoord 2014 Reserve vergoedingen OCW Reserve BAPO Reserve nascholing Reserve convenant leerkacht Reserve personeel Reserve kantinefonds Reserve schoolfonds Reserve lustrum Reserve kluisjes totaal
109 234 754 58 691 84 132 359 56 57 11 37 10.760
67 234 889 58 417 119 148 359 59 59 11 37 10.600
0 154 969 58 361 119 85 359 59 35 11 37 10.410
0 74 706 58 299 119 22 359 59 12 11 37 10.054
0 46 203 58 230 119 16 359 59 -10 11 37 9.760
0
0
65 58 163 119 16 359 59 -30 11 37 9.526
0 58 85 119 16 359 59 -42 11 37 9.401
Tabel 3 Vermogenspositie 2013-2019
Na verwerking van bovenstaande maatregelen ziet de meerjarenbegroting na wijziging beleid en bestemming van het resultaat eruit zoals hierna weergegeven:
46
Meerjarenbegroting Trinitas College nieuw beleid
SKVOH 2015 €
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten Totaal baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Nettoresultaat BAPO dotatie/onttrekking Reserve leermiddelen Reserve schoolfonds Reserve lustrum Reserve prestatiebox Reserve begrotingsakkoord 2014 Reserve functiemix Reserve Passend onderwijs/LGF Reserve OPLIS Reserve MAS Totaal
2017 €
2018 €
2019 €
25.804.307
24.927.543
24.380.316
24.096.329
23.846.284
221.564 823.167
220.750 755.310
215.791 757.338
212.484 757.445
210.143 754.019
26.849.039
21.394.650 1.198.353 1.866.292 2.699.960
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Saldo financiële baten en lasten
2016 €
25.903.603
20.888.301 1.099.129 1.862.720 2.531.016
25.353.446
20.446.640 1.002.829 1.828.392 2.489.878
25.066.258
20.101.177 1.024.569 1.785.709 2.464.330
24.810.446
19.863.019 964.340 1.780.833 2.439.143
27.159.256
26.381.167
25.767.739
25.375.785
25.057.335
293.217-
442.564-
379.293-
274.528-
211.889-
125.000
125.000
125.000
125.000
125.000
125.000
125.000
125.000
125.000
125.000
185.217-
352.564-
289.293-
184.528-
121.889-
56.113 22.33924.027 4.00038.05980.25563.000 66.457 80.247 40.026 0
62.465 26.37823.196 4.000109.314263.348 63.000
68.690 36.13922.350 4.000298.474502.803 6.182
67.000 36.80619.837 4.000-
78.427 30.35111.574 4.000-
137.625
65.000
80.247
27.881
0-
0
871-
1.238-
47
48
9. FORMATIEPLAN 2015-2019 1
introductie
In het formatieplan zijn de personele en financiële consequenties doorgerekend van het in de vorige hoofdstukken geformuleerde beleid voor de komende jaren. Hierbij is rekening gehouden met de personele inzet per 1 oktober 2014 en de te verwachten lumpsum-bekostiging. 2
formatiebeleid
Voor wat betreft de inzet van het personeel is ons beleid dat we de feitelijke inzet in een schooljaar baseren op het (te verwachten) aantal aanwezige leerlingen. 3
prognoses
Wij hebben op grond van de ervaringscijfers met betrekking tot in- en doorstroom en de leerlinggegevens van de aanleverende basisscholen een eigen prognose gemaakt van het te verwachten leerlingenaantal in de komende schooljaren. Hierbij is rekening gehouden met een gemaximeerde aanname van leerlingen in de brugklas op zowel Han Fortmann (320) als Johannes Bosco (350). Het leerlingenaantal van 2014-2015 in de onderstaande tabel geeft de feitelijke situatie weer van de teldatum van 1 oktober 2014 (excl. vavo-leerlingen). De andere getallen zijn prognosegetallen. De prognose laat voor het schooljaar 2015-2016 een daling van het aantal leerlingen zien. Deze daling zal naar verwachting in de jaren daarna verder doorzetten als gevolg van de teruglopende basisgeneratie. De trend van een lager aantal lwoo-leerlingen, dat zich voor de brugklas aanmeldt lijkt door te zetten. Het aantal aanmeldingen (52) voor het schooljaar 2014-2015 met een lwoo-indicatie is op hetzelfde lagere niveau als in 2013. Wij hebben het aantal aanmeldingen in het eerste jaar in 20142015 als uitgangspunt genomen voor het aantal lwoo-leerlingen voor de jaren erna. Dit heeft zijn uitwerking in een forse geprognosticeerde terugloop van het aantal lwoo-leerlingen de komende jaren. Aantal leerlingen
2015/16 ilt
2016/17 ilt
2017/18 ilt
2018/19 ilt
2019/20 ilt
JB-tl (excl. lwoo)
748
748
746
756
740
JB-kb/bl (excl. lwoo)
500
491
489
483
484
JB-lwoo
265
209
195
188
185
JB -totaal
1513
1448
1430
1427
1409
HF-totaal
1918
1901
1870
1837
1782
TRINITAS
3431
3349
3300
3264
3191
Tabel 1
Prognose aantal leerlingen op basis van gelimiteerde aanname
49
4
inkomsten
Voor de inkomsten hanteren we de GPL van 1 januari 2014, verhoogd met 3,3% als gevolg van de te verwachten rijksmaatregelen in het kader van o.a. de loonruimte 2015 (1,2%), overheveling huisvestingsgelden (2%), bezuinigingen (-0,67%), Convenant Leerkracht (0,18%), compensatie stijging sociale lasten (0,21%) en Sectorakkoord (0,38%). In de onderstaande tabel zijn de reguliere inkomsten (lumpsum) berekend op basis van de gegevens van tabel 5 aangevuld met de andere (externe) financieringsbronnen (passend onderwijs, prestatiebox, detacheringen, etc.). Daarnaast zijn de bezuinigingsbedragen opgenomen zoals deze door de overheid worden doorgevoerd. Inkomsten Personeel Op basis van leerlingenaantal 1-10-14
2015 2016 2017 2018 2019 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 20.853
20.853
20.853
20.853
20.853
-727
-1.351
-1.640
-1.828
-62
-32
-32
-31
731
794
983
1.064
1.051
21.584
20.858
20.453
20.245
20.045
Mutatie 2016-2019 ogv lln-aantal Bezuiniging 2016-2017 Externe financiering(projecten) Totaal Tabel 2 Inkomsten
5
personele uitgaven
De mutaties in het aantal leerlingen hebben consequenties voor de inzet van personeel. Voor de berekening van het aantal in te zetten medewerkers en dientengevolge van het aantal gewenste formatieplaatsen, werken we met zgn. ratio’s, waarmee voor de verschillende afdelingen uitgedrukt wordt op hoeveel leerlingen één medewerker in de betreffende functiegroep aangesteld kan worden. We hanteren voor het onderwijzend personeel vier ratio’s (versie 1 augustus 2013; ongewijzigd), die van elkaar verschillen omdat de inkomsten voor deze afdelingen ook verschillend zijn. Ratio's tbv berekening uitgaven formatie obv leerlingaantal havo-vwo (OP) 19,8074 vmbo-tl (OP) 19,4107 vmbo-bl (OP) 17,9979 lwoo (OP) 9,1935 OOP 105,4238 directie 170,8112 Tabel 3 Ratio’s directie/OOP/OP
In het volgende overzicht staat de inzet van onderwijzend personeel voor het schooljaar 2014-2015 en de daarop volgende jaren vermeld, gebaseerd op de in tabel 5 opgenomen prognose van het aantal leerlingen en rekening houdend met de komende jaren te laten vervallen projectformatie (o.a. maatschappelijke stages).
50
Ontwikkeling fte’s o.b.v. ingezette formatie OP Han Fortmann Ingezet obv Foleta 14/15 Correctie ivm leerlingfluctuatie Totaal OP HF Verschil t.o.v. 2014/2015 Johannes Bosco Ingezet obv Foleta 14/15 Correctie ivm leerlingfluctuatie Totaal OP JB Verschil t.o.v. 2014/2015 TRINITAS Verschil t.o.v. 2014/2015
2014/15 2015/16 2016/17 2017/18 2018/19 2019/20 fte fte fte fte fte fte 110,80 110,80
99,88 99,88
210,68
110,80 -1,59 109,21 -1,59
110,80 -2,70 108,10 -2,70
110,80 -4,73 106,07 -4,73
110,80 -6,91 103,89 -6,91
110,80 -10,54 100,26 -10,54
99,88 -6,72 93,16 -6,72
99,88 -14,29 85,59 -14,29
99,88 -16,30 83,58 -16,30
99,88 -16,91 82,97 -16,91
99,88 -18,21 81,67 -18,21
202,37 -8,31
193,69 -16,99
189,65 -21,03
186,86 -23,82
181,93 -28,75
Tabel 4 Formatieverloop 2014-2019
5.1 kosten personeel Op basis van het hiervoor vermelde formatieverloop kan aan de hand van de GPL worden berekend wat de financiële effecten zijn. In de volgende tabel zijn de loonkosten voor de reguliere formatie opgenomen. Hieronder worden verstaan de kosten van het vaste personeel en van het tijdelijke personeel, exclusief de personeelsleden die op vervangingsbasis in dienst zijn. Deze laatste groep wordt betaald uit de post kosten ziektevervanging. De personeelskosten die uit externe financieringsbronnen worden gefinancierd zijn in de tabel opgenomen. Uitgaven Reguliere formatie Reguliere formatie 2014-2015 Uitzendkrachten Formatie extern gefinancierd Totaal Verschil tov 2015
2015 2016 2017 2018 2019 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 19.083 19.540 19.555 19.121 19.226 117 30 30 30 30 1.169 1.021 1.021 1.400 1.387 20.369
20.591
20.606
20.551
20.643
222
237
182
274
Tabel 5 uitgaven reguliere formatie
5.2 aanvullende personeelskosten Uit de formatievergoeding worden diverse vormen van scholing betaald. De kosten voor reguliere scholing bedragen € 121.000 per jaar. Ter realisatie van de ambitie om het aantal onbevoegde docenten terug te dringen is € 25.000 per jaar voor opleidingskosten opgenomen. Voor scholing aan de opleiders die in het kader van de opleidingsschool (OPLIS) actief zijn is een bedrag van € 1.750 begroot.
51
Uitgaven Scholing Scholing regulier Scholing OPLIS Totaal
2015 € 1.000 146 2 148
2016 € 1.000 134 2 136
2017 € 1.000 131 2 133
2018 € 1.000 130 2 132
2019 € 1.000 129 2 131
Tabel 6 Uitgaven scholing
Uit de personele bekostiging wordt een bedrag van € 73.000 per jaar onttrokken voor externe advisering. Vanuit de gelden van het Sectorakkoord is in 2015 € 100.000 beschikbaar voor externe ondersteuning. Voor de vervangingskosten wegens ziekte is in 2015 € 353.658 uitgetrokken. Het ziekteverzuim is in 2013 opnieuw ruim onder het landelijke gemiddelde van circa 5% gekomen. Naar verwachting zullen we ook in 2014 onder het landelijk gemiddelde uitkomen. De personele vergoeding van € 112.339 die we ontvangen voor de 35 vavo-leerlingen (deze volgen voonderwijs aan het ROC) betalen we door aan het ROC. Voor de periode 2016-2019 zijn nog geen vavoleerlingen begroot. Voor een mogelijke detachering van 2 à 3 leerlingen op een andere school is € 5.000 (2015) en € 3.000 (2016 e.v.) begroot. Een bedrag van € 21.800 is per jaar begroot voor de vergoedingen van vrijwilligers en stagiaires. Uitgaven Overige(personele)activiteiten Externe ondersteuning Ziektevervanging Loonkosten det. Leerlingen Kosten vrijwilligers/stagiaires/lio Doorbetaling VAVO aan ROC Totaal
2015 € 1.000 173 354 5 22 113
2016 € 1.000 173 346 3 22
2017 € 1.000 173 337 3 22
2018 € 1.000 173 332 3 22
2019 € 1.000 173 329 3 22
667
544
535
530
527
Tabel 7 Overige personele activiteiten
52
De totale loonkosten, met daarin opgenomen de personeelsmutaties als gevolg van de ontwikkeling van het leerlingenaantal worden dan voor de komende jaren als volgt begroot: Loonkosten incl. externe ondersteuning Reguliere formatie Scholing Overige(personele)activiteiten Dotatie/onttrekking personele voorz.
2015 2016 2017 2018 2019 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 20.369 20.591 20.606 20.551 20.643 148 136 133 132 131 667 544 535 530 527 265
242
294
270
223
-256
-880
-1.376
-1.637
-1.906
subtotaal Formatie gefinancierd uit ouderbijdrage/onderwijsontw.
21.193
20.633
20.192
19.846
19.618
137
95
100
101
100
Totaal
21.330
20.728
20.292
19.947
19.718
Mutatie personeel agv leerlingfluctuatie
Tabel 8 Totale loonkosten
overig Op de volgende pagina is het overzicht opgenomen van de functies zoals die in het schooljaar 20142015 voorkomen en die in het door de MR goedgekeurde functieboek zijn opgenomen.
53
6. Functielijst - schooljaar 2014-2015 Geleding Raad van Bestuur Directie Onderwijzend Personeel
Onderwijs Ondersteunend Personeel
Functie Voorzitter Raad van Bestuur (Algemeen Directeur) Sectordirecteur Adjunct-sectordirecteur Leraar Leraar Leraar Teamleider JB Afdelingsleider HF Hoofd Stafbureau Hoofd afdeling Financiën Hoofd afdeling P&O Hoofd afdeling ict Hoofd facilitaire zaken Specialist Zorg en Begeleiding Staffunctionaris P&O Remedial teacher Coördinerend Technisch Onderwijs Assistent Hoofdmedewerker facilitaire dienst Mediathecaris Roostermaker 1e Boekhoudkundig-financieel medewerker Medewerker personeels- en salarisadministratie Systeem-/netwerkbeheerder Technisch Onderwijs Assistent Applicatiebeheerder Boekhoudkundig-financieel medewerker Directiesecretaresse Hoofd Secretariaat Medewerker ict Secretarieel en salarisadmin. medewerker P&O Technisch Onderwijs Assistent Techniek Administratief en secretarieel medewerker P&O Assistent mediatheek Assistent leerlingzaken en activiteiten coördinator Hoofdconciërge Medewerker secretariële en adm.ondersteuning Technisch Medewerker Facilitaire Dienst Conciërge Docentassistent Medewerker adm.onderst./telef./receptioniste Administratief Assistent Kantinebeheerder Kantinemedewerker Schoolschoonmaker
Schaal 16 14 13 LD LC LB LD LD 13 11 11 11 10 10 9 9 8 8 8 8 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 5 5 5 5 5 5 4 4 4 3 3 2 1
54
BIJLAGEN
BEGROTING 2015 (NIEUW BELEID) UITGEBREID VERKLARENDE WOORDENLIJST
55
Begroting 2015 Trinitas College (Nieuw beleid)
SKVOH
BATEN Rijksbijdragen OCW 2015 €
2014 €
€
€
Rijksbijdrage OCW (normatief) Vergoeding personeel Vergoeding materieel
21.077.612 3.129.672
20.386.489 2.967.437 24.207.285
23.353.925
Overige subsidies OCW Verrekening uitkeringskosten Vergoeding nieuwkomers vo Verg. auditief vis. gehandicapten Verg. bestrijding voortijdig schoolverlaten Verg. maatschappelijke stage Verg. leerling gebonden financiering Verg. subsidie voor verlof (lerarenbeurs) Verg. subsidie zij-instroom Verg. prestatiebox Verg. jonge leraren Vergoeding lesmateriaal
225.0008.243 35.000 40.000 647.592 1.091.187
Totaal Rijksbijdragen OCW
206.22735.000 179.040 195.632 27.705 563.516 1.049.438 1.597.023
1.844.104
25.804.307
25.198.030
Overige overheidsbijdragen 2015 Gemeentelijke bijdragen:
€
Vergoeding sporthal Vergoeding sportterreinen Vergoeding 1e inrichting Vergoeding schoolmaatschappelijk werk
165.219 56.345 -
Totaal overige overheidsbijdragen
2014 €
€
€
203.956 54.710 -
221.564
258.667
Overige baten Verhuur Ouderbijdragen Overige: Overige baten personeel Inkomsten uit exploitatie Totaal overige baten Totale baten
€ 18.000 403.475
€ 17.000 407.896
379.542 22.150
212.450 23.150
€
823.167
660.496
26.849.039
26.117.192
56
LASTEN Personele lasten Lonen en salarissen: Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
2015 €
2014 €
€
20.199.349
€
20.339.828
20.199.349 Overige personele lasten: Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig
331.260 172.750 757.446
20.339.828 26.836 157.750 708.540
1.261.456 Uitkeringen / onttrekkingen: Onttrekking voorz. personeel: spaarverlof Onttrekking voorziening innovatie personeel
66.155-
Totaal personele lasten Afschrijvingen
22.10066.155-
22.100-
21.394.650
21.210.855
2015 €
Gebouwen: Dakopbouw en noodlokalen
893.126
2014 €
€
€
146.314
117.567
42.003
39.043
Inventaris
539.423
524.576
Doorberekende afschr.kn. inventaris
13.018-
12.863-
483.632
480.160
Verbouwingen: Verbouwingen Inventaris en apparatuur:
Lesmateriaal: Lesmateriaal Totaal afschrijvingen
1.198.353
Huisvestingslasten
2015 €
Huur Klein onderhoud en exploitatie: Planmatig onderhoud Onttrekking voorziening onderhoud gebouwen Overige onderhoudskosten
Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingskosten: Dotatie onderhoudsvoorziening Overige huisvestingskosten Totaal huisvestingslasten
1.148.483
2014 €
€
221.564 521.579 558.88887.309
€ 258.667
496.791 525.73686.248 50.000
57.303
209.400 428.000 20.000
216.700 413.100 19.000
707.593 229.735
695.515 152.418 937.328 1.866.292
847.933 1.812.703
57
Overige instellingslasten
2015 €
Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen: Inventaris en apparatuur Onderhoudskosten inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen
2014 €
€
€
722.066 65.534 46.500 700.549
681.660 83.475 44.123 709.208
812.583 Overige lasten: Overige personeelskosten Overige onderwijskosten Uitgaven eigen activiteiten
316.417 425.392 423.502
Totaal overige instellingslasten Totale lasten
Financiële baten en lasten
279.568 401.538 412.391 1.165.311
1.093.497
2.699.960
2.611.963
27.159.256
26.784.003
2015 €
Rentebaten
836.805
2014 €
€
125.000
€
140.000
Saldo financiële baten en lasten
125.000
140.000
Nettoresultaat voor bestemming
185.217-
526.811-
BAPO dotatie/onttrekking Reserve leermiddelen
€ €
56.113 22.339-
Reserve schoolfonds
€
24.027
Reserve lustrum
€
4.000-
Reserve prestatiebox
€
38.059-
Reserve begrotingsakkoord 2014
€
80.255-
Reserve functiemix
€
63.000
Reserve Passendonderwijs/LGF
€
66.457
Reserve OPLIS
€
80.247
Reserve MAS
€
40.026
Totaal na bestemming
€
0
58
VERKLARENDE WOORDENLIJST abp aonhw aow bapo-regeling bhv bl cao ce cjg cito duo elo fpu-regeling fte gpl havo hbo hrm ict idu-gegevens kl lgf lwoo-leerlingen mas mbo ministerie OCW mr oogo oop’ers op po ROC pmr pr-beleid rt sdv se SOM tl tto vavo vmbo vo vsv vwo wia wismas wo z-ruimte
algemeen burgerlijk pensioenfonds academische opleIdingsschool Noord-Holland West algemene ouderdomswet bevordering arbeidsparticipatie ouderenregeling bedrijfshulpverlening basisberoepsgerichte leerweg collectieve arbeidsovereenkomst centraal examen Centrum voor jeugd en gezin centraal instituut voor toetsontwikkeling dienst uitvoering onderwijs elektronische leeromgeving flexibel pensioen en uittreden-regeling full time equivalent gemiddelde personeelslast hoger algemeen voortgezet onderwijs hoger beroepsonderwijs human resource management informatie communicatie technologie in-, door- en uitstroomgegevens kaderberoepsgerichte leerweg leerlinggebonden financiering leerwegondersteunend onderwijs-leerlingen maatschappelijke stages middelbaar beroepsonderwijs ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap medezeggenschapsraad op overeenstemming gericht overleg onderwijsondersteunend personeel onderwijspersoneel primair onderwijs regionaal opleidingscentrum personeelsmedezeggenschapsraad public relations-beleid remedial teaching sport, dienstverlening en veiligheid schoolexamen schoolinformatiesysteem theoretische leerweg tweetalig onderwijs voortgezet algemeen volwassenen onderwijs voorbereidend middelbaar beroeps onderwijs voortgezet onderwijs voortijdig schoolverlater voorbereidend wetenschappelijk onderwijs wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen applicatie voor registratie maatschappelijke stages wetenschappelijk onderwijs ruimte in de school, waar leerlingen zelfstandig kunnen werken met computerfaciliteiten
59
60