p ers d oss i e r
Fabienne Verdier
HOMMAGE AAN DE VLAAMSE MEESTERS
TENTOONSTELLING
04/05 > 25/08/’13
Groeningemuseum, Dijver 12 & St.-Janshospitaal, Mariastr. 38 B - 8000 Brugge Fabienne Verdier (°1962, Parijs) treedt met haar monumentale schilderijen in dialoog met Vlaamse primitieven uit het Groeningemuseum. Info > www.museabrugge.be
p. 2
I. Fabienne Verdier: hommage aan de Vlaamse meesters Manfred Sellink, directeur van Musea Brugge, en Till-Holger Borchert, hoofdconservator van het Groeningemuseum, stelden aan Fabienne Verdier voor om een tentoonstelling van haar werken te organiseren tussen de permanente collectie van het museum, en dit als antwoord op zes meesterwerken van Van Eyck, Van der Weyden, Marmion, Memling, Van der Goes. Vier jaar lang heeft Fabienne Verdier, voor wie de Vlaamse primitieven altijd al een bron van inspiratie zijn geweest, onderzoek gedaan naar het werk van de oude meesters om er haar eigen, persoonlijke visie aan toe te voegen. Soms baseert ze zich op details, maar soms ook op de volledige compositie om er in talrijke variaties abstracte vormen uit te distilleren. Die verschillende benaderingswijzen hebben onvermoede aspecten aan het licht gebracht van topstukken waarvan wij meenden alles al te weten. Dit werk was voor de kunstenares de gelegenheid om te bewijzen dat de studie van de kalligrafie (waaraan zij de eerste tien jaar van haar carrière wijdde) voor haar een middel was om, zoals de inkt in het papier, door te dringen in alle aspecten van het denken, en in de vrijheid van het penseel de gratie terug te vinden die eigen was aan de Vlaamse meesters.
DE TENTOONSTELLING IN BRUGGE Fabienne Verdier: hommage aan de Vlaamse meesters Groeningemuseum, Brugge 4 mei – 25 augustus 2013 De confrontatie van hedendaagse kunst met de schilderkunst van de oude meesters is voor het Groeningemuseum een première. Terwijl in het Louvre, de National Gallery of het Kunsthistorisches Museum Vlaamse tijdgenoten als Wim Delvoye en Jan Fabre oude meesters ensceneren en becommentariëren in opzienbarende tentoonstellingen – die soms niet gespeend zijn van een dosis effectbejag – nodigt Fabienne Verdier ons uit om te mediteren over de schilderkunst zelf. Zij zet ons aan tot reflectie over haar eigen werk zowel als over de eeuwenoude meesterwerken die haar hebben geïnspireerd.
Installatie in het Sint-Janshospitaal, Brugge 4 mei – 25 augustus 2013 Het monumentale veelluik ‘Polyfonie – Ascese’ (7m35 x 4m07) werd in 2011 geschilderd door Fabienne Verdier. Met dit doek brengt ze hulde aan de ‘Madonna met kanunnik Joris van der Paele’, het paneel van Jan van Eyck dat bewaard wordt in het Groeningemuseum. De cirkels in zwarte inkt op een monochrome blauw-zilverachtige achtergrond verwijzen naar de cirkelvormige glasramen achter het baldakijn van de Maagd in het schilderij van Jan van Eyck. De Franse kunstenares liet zich ook inspireren door de polyfone muziek uit de middeleeuwen. De cirkels die een indruk nalaten van beweging en tegenbeweging, komen voor haar overeen met 12 stemmen van ascese.
p. 3
Extra: Voordracht door Fabienne Verdier over de tentoonstelling (in het Frans) op zondag 9 juni om 10.30 uur | Vriendenzaal Musea Brugge (gratis voor de leden van de Vriendenvereniging van Musea Brugge / € 2 voor niet-leden).
DE PUBLICATIE Fabienne Verdier. Het wezen van de schilderkunst. Hommage aan de Vlaamse meesters Dit boek beschrijft hoe Verdiers project tot stand is gekomen en geeft een extra dimensie aan de tentoonstelling in het Groeningemuseum, het Sint-Janshospitaal en het Brusselse Erasmushuis. Het opent met een gesprek tussen de kunstenares en Daniel Abadie, en eindigt met een essay van Pierre Daix. De zes onderdelen komen overeen met zes meesterwerken uit het Groeningemuseum. Deze worden in hun historische context geplaatst door hoofdconservator Till-Holger Borchert, en vanuit artistiek standpunt becommentarieerd en in verband gebracht met het werk van Fabienne Verdier door vooraanstaande persoonlijkheden uit de wereld van de kunst, en geconfronteerd met haar schilderijen en tekeningen. 210 pagina’s - Formaat 24,5 x 31 cm, € 35 (prijs voor de Nederlandstalige editie enkel geldig in de verkooppunten van Musea Brugge) Uitgegeven door Albin Michel Van deze catalogus bestaat eveneens een Franse uitgave, verschenen bij dezelfde uitgever.
Praktische info tentoonstelling Brugge Titel:
Fabienne Verdier. Hommage aan de Vlaamse meesters
Locatie:
Groeningemuseum, Dijver 12, Brugge Sint-Janshospitaal, Mariastraat 38, Brugge
Data:
van 4 mei tot 25 augustus 2013
Openingsuren: van dinsdag tot zondag van 9.30 tot 17 uur, gesloten op maandag. combiticket Groeningemuseum + Sint-Janshospitaal: € 11 | € 2 (12-25 j.) | gratis t/m 11 jaar | incl. permanente collectie
Meer info: www.museabrugge.be
p. 4
Tickets:
II. Fabienne Verdier. Het wezen van de schilderkunst (aantekeningen en notitieboekjes) DE TENTOONSTELLING IN BRUSSEL Fabienne Verdier. Het wezen van de schilderkunst (aantekeningen en notitieboekjes) Erasmushuis, Anderlecht 3 mei – 25 augustus 2013 Aan de hand van werken in inkt, tekeningen en aantekenboekjes volgen we Fabienne Verdiers jarenlange studie van de Vlaamse primitieven op de voet en ontdekken we het traject dat uiteindelijk leidde tot de schilderijen die in het Groeningemuseum worden geëxposeerd.
DE PUBLICATIE (enkel in het Frans) Alexandre Vanautgaerden, Fabienne Verdier et les maîtres flamands. Notes et carnets De notitieboekjes gunnen ons een blik op het ontstaansproces van Verdiers werk en haar schilderkunstige intuïtie. De samensteller van deze publicatie, kunsthistoricus Alexandre Vanautgaerden, stond gedurende bijna twintig jaar aan het roer van het Erasmushuis. Hij verzamelde de teksten en voorzag ze van deskundig commentaar. 144 pagina’s - Formaat 13 x 21 cm, 15 € Uitgegeven door Albin Michel
Praktische info tentoonstelling Brussel Titel:
Fabienne Verdier. Het wezen van de schilderkunst (aantekeningen en notitieboekjes)
Locatie:
Erasmushuis, Kapittelstraat 31, 1070 Brussel
Data:
van 3 mei tot 25 augustus 2013
Openingsuren: van dinsdag tot zondag van 10 tot 18 uur, gesloten op maandag. € 1,25
Meer info: www.erasmushouse.museum Voor meer informatie gelieve contact op te nemen met Ann Arend (
[email protected] of T +32 (0)2 521 13 83)
p. 5
Tickets:
III. Uittreksel uit het interview met Daniel Abadie, curator van de twee tentoonstellingen Daniel Abadie - Hoe is dit avontuur dat uiteindelijk vier jaar tijd in beslag heeft genomen, begonnen? Fabienne Verdier - Dat is in grote mate te danken aan Jan Broes, die vrij regelmatig tentoonstellingen organiseert in Brugge. Ik had altijd een voorliefde voor de Vlaamse meesters, hun helderheid, hun gevoel voor het buitengewone… Zij waren het die me hebben aangezet tot de eerste experimenten met licht, diepte, kleur en glacis… waar ik nu al twintig jaar mee bezig ben. Jan Broes zag in de notitieboekjes in mijn atelier mijn aantekeningen over Vlaamse schilders en herkende daarin ook een vorm van geestelijke zoektocht die mijn schilderijen altijd voedt, die er altijd mee samengaat. Hij voelde in mijn schilderijen de resonanties van een soort innerlijkheid. Samen met andere vrienden die mijn werk volgen, hoopte hij dat de Vlaamse schilderkunst van de vijftiende eeuw niet louter een getuigenis van de geschiedenis is en dat we kunnen voelen hoe deze specifieke geest nog kan voortleven in hedendaags werk. Dus heeft hij gepraat met Till-Holger Borchert, directeur van het Groeningemuseum, en met Manfred Sellink, directeur van Musea Brugge, die tevens een groot kenner is van de hedendaagse kunst. D.A.- Overstappen van de Chinese schilderkunst naar de Vlaamse meesters, is dat geen onmogelijkheid? F.V.- Intussen ben ik toch al dertig jaar bezig! In die dertig jaar heb ik mij losgemaakt van het ideogram en geprobeerd tot een meer persoonlijke abstracte schilderkunst te komen. De dag dat ik tegenover de Vlaamse meesters stond, ervoer ik dat uiteraard als een volstrekt beangstigende uitdaging in vergelijking met het hele traject dat achter me lag… Maar ik wilde de uitdaging aangaan om in zekere zin de cirkel rond te maken en te zien tot waar mijn idee van abstractie reikte. Ik weet dat dit een beetje gek kan lijken, maar wat me fascineert in de schilderkunst van de Vlaamse meesters is de eeuwigheid van het moment. Ik bedoel dat ze de realiteit en de mens zozeer gesacraliseerd hebben dat ze zelfs de kleinste zweetdruppel op het voorhoofd van Sint-Donatianus [Donaas] weergeven, of de gezwollen ader op het voorhoofd van kanunnik Van der Paele… Ze zijn dus erg ver gegaan in de sacralisering, de extreme uitbeelding van de levende materie van onze kosmos, met uiteraard de mens in het centrum van die kosmos. Wat ik probeer te doen is niet op te gaan in het vertellen van een verhaal, maar in de interpretatie van de essentie van een verhaal. Ik tracht een moment van de realiteit dat de ruimte doorkruist te vatten, me te laten meevoeren in die eeuwigheid van het moment en die ervaring te beleven exact op het moment waarop ik met mijn kwast de ruimte van mijn doek doorkruis. Ik denk dat ik op de Vlaamse meesters antwoord met een andere vorm van eeuwigheid van het moment: die van het opslaan van de intuïtieve gegevens van de geest, van een beweging die het leven zelf is. D.A.- Toch ben ik getroffen door het feit dat u in deze werken meestal hebt geprobeerd elementen te vinden die geen opvallende structurele elementen van het schilderij zijn, maar veeleer details die bij uw werk kunnen aansluiten: zo zullen weinig toeschouwers de triptiek van Memling identificeren met de grot van de kluizenaar, die alleen de aandachtige kijker ziet, of met de spanning die de geschilderde leegte tussen twee contouren van lichamen creëert. We kunnen ons afvragen hoe de Vlaamse meesters zouden reageren op een dergelijke interpretatie van hun schilderijen. Zo is het verrassend dat u de ader op de slaap van de kanunnik als voorbeeld geeft, maar hem niet als uitgangspunt hebt gebruikt!
Ik moest dus luisteren naar mijn instinct en intuïtieve kennis – die van dertig jaar ervaring in de schilderkunst, wat weinig is – en in deze schilderijen thema’s zoeken die volgens mij een grote diepte hebben en een picturale meditatie kunnen voeden.
p. 6
F.V.- Hij zit eigenlijk vervat in al mijn door dit schilderij geïnspireerde trekken, want het gaat om dat levensbloed, die beweging, die stromende levensdrang. Maar het is waar dat ik geen andere keuze had dan, zodra een schilderij was gekozen, bescheiden mijn pelgrimsstaf te nemen en als een geograaf een topografische studie van het terrein te gaan maken. Elk schilderij van de grote meesters van het bovennatuurlijke en de contemplatie waarvan ik ben vertrokken, is zo reusachtig, overstijgt zodanig het begrip, dat je tot deze benadering wordt gedwongen. En dat bijna religieuze vuur dat je in elk werk terugvindt, is zeer intimiderend.
Zo was ik gefascineerd door de ‘sedes sapientiae’, de troon van Maria, de troon van wijsheid en bewustwording in Van Eycks ‘Madonna met kanunnik Van der Paele’. De titel alleen al vond ik een buitengewoon gedicht. Meteen probeerde ik de essentie bloot te leggen van deze constructie, deze structuur die je archetypisch kan noemen en die terug te vinden is in alle geschilderde Madonna’s uit die tijd – de modellen werden immers doorgegeven van atelier tot atelier… Ik heb natuurlijk ook al die geleerde boeken gelezen van Panofsky, Todorov, etc. die de geschiedenis van de Vlaamse meesters hebben geanalyseerd. Maar met hen kwam ik terecht bij de verhalen, de geschiedenis van de kopieën, van de modellen, van de symbolen. Dat was bijzonder boeiend, maar ik vond er niets dat mijn werk echt kon voeden. Weinig auteurs durven inderdaad te spreken over metafysica, over de andere kant van de geschiedenis van de schilderkunst en over wat het wezen van de schilderkunst kan doen met de geest van de beschouwer. Nadat ik dat allemaal achter de rug had, luisterde ik alleen nog naar mijn hart en mijn instinct. Met elk thema dat ik koos heb ik veel geleerd en ben ik gestoten op vormen die fascinerend waren door wat ze me lieten ontdekken. Zo had ik nooit gedacht dat ik met deze ‘sedes sapientiae’ na heel wat onderzoek over het ontstaan van deze vorm, zou kunnen komen tot een uitzuivering van deze complexe structuur, tot een eenvoudige compositie waarin een driehoek de madonna voorstelt en twee verticalen de energieën die vervat zitten in dat erekleed achter de madonna en die in mijn ogen de communicatie tussen de mensheid en het hemelse voorstellen. Deze twee archetypische lijnen worden voor mij gewoonweg twee lijnen van communicatie tussen de mensheid en de hemel. Op elk van die schilderijen zou je inderdaad een heel leven kunnen werken. Zo raakte ik ook gefascineerd door de biddende man, kanunnik Van der Paele. De reflectie van het licht op het harnas van Sint-Joris en de manier waarop de Vlaamse meesters dat fenomeen wetenschappelijk hebben bestudeerd op basis van de eerste Arabische verhandelingen over dat onderwerp, hebben ook mijn aandacht getrokken. Wekenen maandenlang heb ik onderzocht hoe ik met mijn pigmenten de weerkaatsing van het licht op goud en op andere materialen kon weergeven en hoe die reflecties ontstaan. Het feit dat Van Eyck zichzelf als een reflectie in het harnas heeft geschilderd, heeft me getroffen als een buitengewone aanwezigheid in het werk. Wat me aanspreekt in de schilderkunst en met name in de schilderkunst die ik beoefen, is het eerbetoon aan het risico, dat wil zeggen het tegendeel van het neerschrijven van een concept dat je eindeloos herhaalt zonder het ooit nog te durven veranderen. Een penseel ter hand nemen is voor mij de verandering aandurven. Als je een ingeving hebt, als je een visioen hebt en nieuwe ideeën voelt opwellen, dan heb je te maken met de eindeloze verandering van een vorm. En omdat je nooit alles kunt zeggen in één vorm, moet je zoeken, doorgaan. Je zegt meer in een reeks, zo benader je beter de waarheid van de vorm die in ons zit. Mijn werk is niet gebaseerd op rationeel denken, het is een schilderkunst die steunt op intuïtief denken, een direct vatten van het je-ne-sais-quoi van Jankélévitch. Als je het niet meteen kunt vatten op het moment dat je de indruk hebt dat het er is, dan is er twee seconden later niets meer, het is er niet meer. Daniel Abadie was conservator van het Centre Pompidou, waar hij retrospectieve tentoonstellingen wijdde aan Dalí, Pollock en Dubuffet. Daarna was hij gedurende tien jaar directeur van de Galeries Nationales du Jeu de Paume. Intussen doceerde hij in Parijs aan de HEC (Ecole des Hautes Etudes commerciales) en later in Brussel aan de ULB (Université Libre de Bruxelles). Hij schreef talrijke monografieën over hedendaagse kunstenaars (onder wie Bryen, Hélion, Zao Wou-Ki, Dubuffet…). Hij is verantwoordelijk voor de publicatie ‘Fabienne Verdier. Het wezen van de schilderkunst. Hommage aan de Vlaamse meesters’, uitgegeven bij Albin Michel. Hij is ook curator van de twee tentoonstellingen in het Groeningemuseum en het Erasmushuis.
p. 7
De teksten van het interview zijn afkomstig uit de publicatie ‘Fabienne Verdier. Het wezen van de schilderkunst. Hommage aan de Vlaamse meesters’ (uitgegeven door Albin Michel).
IV. Biografie van Fabienne Verdier Fabienne Verdier werd in 1962 in Parijs geboren en studeerde aan de Ecole des Beaux-Arts in Toulouse. Dankzij een beurs kon zij zich na haar studie vanaf 1984 vervolmaken aan het kunstinstituut in Sichuan (China), waar ze bij de laatste grote Chinese meesters schilderkunst, esthetica en filosofie ging studeren. Bij haar aankomst wist ze nauwelijks iets over de omwentelingen die het gevolg waren van de Culturele Revolutie en de val van de Bende van Vier. Tijdens de tien jaar die zij in China doorbracht (1984–1993) ontdekte ze de levensomstandigheden in de afgelegen provincies en de haast onafwendbare teloorgang van een duizendjarige cultuur. Fabienne Verdier was vastbesloten om zich de principes van de Chinese kalligrafie en het werken met inkt eigen te maken en vond uiteindelijk een oude meester bereid om zijn kennis met haar te delen. Na haar terugkeer in Parijs schreef zij in 2003 het relaas van haar leertijd bij meester Huang Yuan neer in ‘Passagère du silence. Dix ans d’initiation en Chine’. Het boek verscheen bij Albin Michel in Parijs en werd met 250.000 verkochte exemplaren een bestseller. Het werd in verschillende talen vertaald. Intussen had zij als kunstenares een opmerkelijke evolutie doorgemaakt. Zij beperkte zich niet langer tot de zuivere kalligrafie maar vond, met inkt en steeds grotere kwasten, een geheel nieuwe en persoonlijke expressievorm uit waarin zij de lessen van de Chinese cultuur en van de moderne kunst tot een synthese verwerkte. Een individuele tentoonstelling in 2003 in de galerie van Ariane Dandois in Parijs maakte haar meteen bekend in hedendaagse kunstkringen. Dat haar werk sindsdien meer en meer internationale belangstelling geniet, blijkt uit haar solotentoonstellingen: Galerie Alice Pauli, Lausanne (2005 en 2007); Galerie Jaeger Bucher, Parijs (2009); Art Plural Gallery, Singapore, en Galerie Patrick Derom, Brussel (2013). Werk van Fabienne Verdier bevindt zich intussen al in verscheidene openbare collecties zoals het Musée Cernuschi in Parijs, de Fondation Hubert Looser in Zürich en het Musée national d’Art moderne, Centre Georges Pompidou in Parijs. In 2001 verscheen bij Albin Michel de eerste monografie over Fabienne Verdier, samengesteld door Jacques Dars en Cyrille Javary: ‘L’Unique Trait de pinceau’, in 2007 gevolgd door ‘Entre ciel et terre’, en door ‘Entretien avec Charles Juliet’. Daarnaast werden nog verscheidene publicaties aan haar werk gewijd: een boek van Eric Fouache en Corinna Thierolf over de twee monumentale wandschilderingen die zij in 2010 voor het Palazzo Torlonia in Rome realiseerde (Editions Xavier Barral) en ‘Painting Space, Fabienne Verdier’ van Doris von Drathen (Charta Art Books, Milaan). In het kader van de reeks ‘Empreintes’ zond France5 op 1 februari 2013 de film ‘Fabienne Verdier, peindre l’instant’ uit, een documentaire van Mark Kidel voor Les Films d’Ici (52 minuten).
p. 8
Fabienne Verdier woont en werkt in de omgeving van Parijs.
V. Over het oeuvre van Fabienne Verdier In de jaren 1990 koos Fabienne Verdier vaak oude gedichten en ideogrammen met filosofische inslag als uitgangspunt. Ze putte ook gretig uit de wereld van planten en mineralen. Overeenkomstig de regels van de Chinese kalligrafie bleef ze schilderen op een horizontale drager op de grond, en in de beste oosterse traditie kwamen haar schilderijen pas na langdurig mediteren tot stand. Toen ze de Chinese esthetische principes helemaal onder de knie had, begon Fabienne Verdier al snel de regels overhoop te halen door het invoegen van compleet nieuwe componenten zoals kleurinkten en collageelementen of door verrassend geplaatste stempels. De echte ommekeer in haar manier van schilderen kwam er pas met de overstap naar grote formaten. De traditionele dragers in de Chinese schilderkunst, papier en zijde, ruilde ze in voor het typisch westerse spieraam, bespannen met linnen of katoen.
p. 9
Vanaf de lente van 2006, toen ze naar haar nieuwe atelier – een ontwerp van Denis Valode – verhuisde, ging Verdier aan de slag met nog grotere doeken en een nog volumineuzere kwast, die ze zelf vervaardigd had volgens de traditionele Chinese methode. De kwast, gemaakt van een dertigtal paardenstaarten, is bijna twee meter lang en kan tot 100 liter inkt vasthouden. Om hem te kunnen bedienen, maakt de kunstenares hem vast aan een tien meter hoog touwwerk aan het plafond van haar atelier. Voor haar recente reusachtige schilderijen – ‘Margareta’ en ‘De heilige Christophorus doorwaadt de rivier’ bijvoorbeeld – heeft ze haar materiaal nog geperfectioneerd door een fietsstuur te bevestigen aan de steel van haar gigantische kwast, waardoor ze meer bewegingsvrijheid krijgt. Terwijl ze zich over haar doek op de grond voortbeweegt, hanteert ze de kwast met beide handen. Zo ontstaan haar uiterst originele creaties, die een bijzondere rust en een zeldzame, suggestieve kracht uitstralen.
VI. Meer info | Interviews Afspraak kan geregeld worden via
[email protected] of T +32 50 44 87 08
VII. Beeldmateriaal > Afbeeldingen kunnen enkel voor promotionele doeleinden ten gunste van deze expositie gedownload worden op volgende link: http://www.flickr.com/photos/museabrugge/ > De persmap kan ook online geraadpleegd worden en teksten kunnen overgenomen worden via www.museabrugge.be onder de rubriek ‘pers’. Jan van Eyck, Maria met Kind en kanunnik Joris van der Paele, 1434-1436 Olieverf op paneel, 141 x 176,5 cm (met lijst), Groeningemuseum, Brugge
Fabienne Verdier, Man in gebed I, 2010 Inkt, pigmenten en vernis op doek, 181 x 121 cm © Inès Dieleman
Fabienne Verdier, Man in gebed nr. 8, 2010 Inkt op Chinees papier, 39 × 50 cm © Inès Dieleman Fabienne Verdier, Dubbele bladzijde uit haar notitieboekjes, 2010-2011 21,5 x 30,5 cm © Inès Dieleman Fabienne Verdier, Sedes sapientiae II, 2011 Inkt, pigmenten en vernis op doek, 180 x 120 cm © Inès Dieleman
Fabienne Verdier, Sedes sapientiae nr. 1, 2011 Inkt op Chinees papier, 50 × 40 cm
p. 10
© Inès Dieleman
Fabienne Verdier, Polyfonie-Ascese, 2011 Inkt, pigmenten en vernis op doek, 7m35 x 4m07 © Inès Dieleman
Jan van Eyck, Portret van Margareta van Eyck, 1439 Olieverf op paneel, 41,2 x 34,6 cm, Groeningemuseum, Brugge
Fabienne Verdier, Margareta. De labyrintische gedachte I, 2011 Inkt, pigmenten en vernis op doek, 180 x 403 cm © Inès Dieleman Fabienne Verdier, De labyrintische gedachte nr. 6, 2011 Vetkrijt op getint Arches, 32 x 51 cm © Inès Dieleman Foto van Fabienne Verdier © Naoya Hatakeyama
Foto van Fabienne Verdier in haar atelier © Dolorès Marat
Verzoek Wij verzamelen alle mogelijke recensies betreffende onze musea en evenementen. Daarom vragen wij u een kopie van het door u gepubliceerde artikel, of een cd met de desbetreffende uitzending, op te sturen naar Sarah Bauwens, hfd pers & communicatie Musea Brugge, Dijver 12, B- 8000 Brugge. U kunt de bestanden ook digitaal bezorgen (ftp of url doorgeven) t.a.v.
[email protected]
p. 11
Met dank voor uw medewerking en belangstelling.
dankt zijn bijzondere begunstigers