Permanente vorming “European Studies in Substance Misuse” Academiejaar 2005-2006 1. Achtergrond en motivering Drugmisbruik is een wereldwijd probleem dat geen enkele maatschappij of land onaangetast laat. Wereldwijd misbruiken meer dan 2 miljoen mensen illegale drugs en het aantal problematische druggebruikers in de Europese Unie wordt geschat op ongeveer 1.5 miljoen. Drugmisbruik is een belangrijke oorzaak van individueel en sociaal leed: gebroken gezinnen, inkomensverlies, besmetting met HIV of hepatitis C, psychosociale problemen, uit de pan swingende gezondheidskosten, criminaliteit, maatschappelijke overlast, uiteenvallende gemeenschappen en buurten, … . Voorliggend initiatief wil een bijdrage leveren aan het zich snel ontwikkelende netwerk van diensten die zich bezighouden met de preventie van en hulpverlening bij alcohol- en andere drugproblemen. De betrokken faculteiten en vakgroepen van de participerende universiteiten hebben allen een nauwe band met het betreffende werkveld en zijn betrokken bij wetenschappelijk onderzoek, vormingsprogramma’s, curriculumontwikkeling, advies, consult en training inzake drugproblemen. Gezien de “evidence-based”-benadering meer en meer ingang vindt in de verslavingszorg, wordt tijdens deze permanente vorming aandacht besteed aan een aantal specifieke preventie- en hulpverleningsstrategieën zoals motivationele gespreksvoering, gebruik van aangepaste diagnostische instrumenten, voorlichting en algemene preventie, afstemming van het zorgaanbod op specifieke doelgroepen, zorgcontinuïteit, terugvalpreventie, resocialisatie en reïntegratie, betrokkenheid van het sociaal netwerk, case management en netwerkvorming. In-service training en deskundigheidsbevordering van professionelen blijken immers cruciaal voor het optimaliseren van het hulpverleningsaanbod.
2. Doelstellingen De doelstellingen van deze permanente vorming over drugmisbruik zijn: - het stimuleren van de ontwikkeling van adequate en door wetenschappelijk onderzoek ondersteunde interventies op het vlak van preventie, diagnose en behandeling van drugproblemen; - inzicht verwerven in de huidige stand van zaken op het vlak van preventie, diagnose en behandeling met betrekking tot specifieke doelgroepen; - het creëren van een forum voor professionele hulpverleners voor het uitwisselen van nieuwe inzichten en ervaringen aan de hand van een elektronische leeromgeving en discussiegroepen; - het toepassen van de verworven kennis en inzichten op de werkvloer. De deelnemers verwerven tijdens deze vorming een aantal specifieke vaardigheden en technieken met betrekking tot preventie en diagnose, planning en evaluatie van behandeling van drugproblemen. Ze zijn bovendien in staat om door wetenschappelijk onderzoek onderbouwde bevindingen en ervaringen in de praktijk toe te passen.
3. Doelgroep Deze permanente vorming is voornamelijk gericht op houders van een universitair of hogeschooldiploma in de menswetenschappen, die actief zijn op het vlak van preventie, behandeling, het beleid of onderzoek inzake drugproblemen. Deelnemers die niet aan deze
1
voorwaarden voldoen, kunnen eventueel toegelaten worden na een gesprek met de verantwoordelijke lesgever en/of een toelatingsproef.
4. Praktische organisatie De permanente vorming “European Studies in Substance Misuse” is een on-line vormingsprogramma dat gezamenlijk wordt georganiseerd door de universiteiten van Aarhus (Denemarken), Gent, Maastricht (Nederland) en Stirling (Schotland). In Gent wordt deze permanente vorming ingericht door de Vakgroep Orthopedagogiek (Prof. Dr. E. Broekaert) van de Universiteit Gent. Elke partner-universiteit levert een bijdrage in deze permanente vorming en is verantwoordelijk voor de inrichting van deze vormingscursus in het eigen land: - In Denemarken wordt deze vorming georganiseerd door het Center for Rusmiddelforskning (Centre for Drug and Alcohol Research) van de Aarhus Universitet (Mads Uffe Pedersen & Vibeke Asmussen); - In Nederland wordt deze vorming georganiseerd door de Vakgroep Psychiatrie en Neuropsychologie, Afdeling Sociale Psychiatrie en Sociale Epidemiologie (International Institute for Psychosocial and Socio-ecological Research) van de Universiteit Maastricht (Charles Kaplan & Marie-Jeanne Haack); - In het Verenigd Koninkrijk (Schotland) ligt de verantwoordelijkheid voor de organisatie van deze permanente vorming bij het Department of Applied Social Sciences (Scottish Addiction Studies) van de University of Stirling (Rowdy Yates);
4.1. Titel European Studies in Substance Misuse 4.2. Taal Gezien dit een gezamenlijk vormingsprogramma betreft van een aantal Europese universiteiten waarbij onder meer gebruik wordt gemaakt van een interactieve leeromgeving en discussiegroepen, is het Engels de voertaal van deze permanente vorming. 4.3. Totaal aantal uren Deze permanente vorming bestaat uit 120 uren theorie (6 on-line modules van telkens 20u) en 120 uren praktijk en stage (inclusief begeleiding). Tevens worden 120 uren voorzien voor het schrijven van een afsluitende paper (inclusief begeleiding). 4.4. Onderwijsmethode Deze permanente vorming bestaat uit een aantal theoretische modules, een praktijkstage en een afsluitende paper. De vakinhouden, opdrachten en oefeningen van de theoretische modules worden via een elektronische leeromgeving (WebCT) aangeboden. Tijdens de praktijkstage verdiepen de studenten zich in één van de onderwerpen die aan bod kwamen tijdens de theoretische modules. Op de stageplek maken de studenten een wetenschappelijke evaluatie van de door hen bestudeerde preventie- of interventiestrategie, wat resulteert in een afsluitende paper. In functie van de praktijkstage en het schrijven van de afsluitende paper hebben de studenten regelmatig contact met hun begeleider.
2
4.5. Periode – duur Deze permanente vorming werd voor het eerst georganiseerd in het academiejaar 20032004 en zal opnieuw georganiseerd worden in het academiejaar 2005-2006. Deze vorming wordt tegelijk ook ingericht aan de universiteiten van Aarhus, Maastricht en Stirling. 4.6. Data en locatie -
-
De 6 theoretische modules worden in blokken van 3 weken georganiseerd van begin oktober 2005 tot midden februari 2006 en aangeboden via een elektronische leeromgeving. Deze leeromgeving wordt beheerd vanuit de universiteit van Stirling en is enkel toegankelijk met een persoonlijk paswoord. De praktijkstage gebeurt – na overleg met de begeleider – in een voorziening naar keuze tijdens de periode maart – juni 2006. De afsluitende paper dient tegen 15 juni 2006 afgewerkt te worden ofwel uiterlijk tegen 15 september 2006. 4.7. Toelatingsvoorwaarden (cf. art 3)
Om toegelaten te worden tot de permanente vorming dient men houder te zijn van een diploma van licentiaat of gegradueerde in de medische, sociale, psychologische of pedagogische wetenschappen en werkzaam te zijn op het terrein van of een speciale interesse hebben voor de preventie, behandeling, het beleid of onderzoek inzake drugproblemen. Deelnemers die niet aan deze voorwaarden voldoen, kunnen eventueel toegelaten worden na een gesprek met de verantwoordelijke lesgever en/of een toelatingsproef. 4.8. Inschrijvingsmodaliteiten en –kosten (cf. art. 5§2) Studenten kunnen zich voor deze vorming inschrijven in elk van de participerende universiteiten. Studenten die zich voor deze permanente vorming inschrijven aan de Universiteit Gent dienen zich officieel in te schrijven op de rol van de Universiteit Gent en moeten zich hiervoor aanmelden bij de studentenadministratie op het rectoraat (Sint-Pietersnieuwstraat 25, 9000 Gent). Voor deelname aan de permanente vorming dienen deelnemers een bijdrage van 1080€ te betalen (incl. 17% overhead en 50€ inschrijving op de rol). In deze prijs zijn alle kosten van het cursusmateriaal begrepen, alsook een login en paswoord voor de elektronische leeromgeving en de supervisie van de praktijkstage en het eindwerk. 4.9. Getuigschrift (cf. art. 8§2a) Deelnemers die met goed gevolg de verschillende modules hebben gevolgd en van wie de praktijkstage en afsluitende paper positief werden beoordeeld, ontvangen een getuigschrift van de universiteit waar ze zich officieel hebben ingeschreven. Een ontwerp van getuigschrift is als bijlage toegevoegd.
3
5. Programma1 De theoretische modules worden aangeboden op basis van afstandsonderwijs gedurende 3 opeenvolgende weken. Na afloop van deze theoretische modules doen de studenten – onder begeleiding – een praktijkstage rond een bepaald onderwerp dat aan bod kwam tijdens de cursus. De afsluitende paper is een onderzoekspaper over een geselecteerd onderwerp, bij voorkeur een evaluatie van de praktijkstage. 5.1 Theoretische modules aangeboden via de elektronische leeromgeving (WebCT) (6 x 20u=120u) (Oktober 2005 – februari 2006) 5.1.1. Policy & Prevention (Rowdy Yates, Stirling) (20 uren) (3 – 23 oktober 2005) -
historical trends and policy drug trafficking and repression national policy structures
5.1.2. Harm Reduction (Rowdy Yates, Stirling) (20 uren) (24 oktober – 13 november 2005) -
historical basis substitution treatment a moral dillemma
5.1.3. Treatment planning & social networks (Marie-Jeanne Haack, Maastricht & Veerle Soyez, Gent) (20 uren) (14 november – 4 december 2005) -
social networks treatment planning methods treatment planning exercises
5.1.4. Community as treatment method (Eric Broekaert, Gent) (20 uren) (5 –24 December 2005) -
therapeutic communities today encounter methods the video confrontation test
5.1.5. Continuity of care (Wouter Vanderplasschen, Gent) (20 uren) (9 – 29 januari 2006) -
co-ordination and continuity of care case management integration of treatment systems
5.1.8. Evaluation of substance abuse treatment (Mads Uffe Pedersen) (20 uren) (30 januari – 19 februari 2006) -
treatment evaluation standardized monitoring qualitative evaluations
1
De organiserende universiteiten houden zich het recht voor eventuele wijzigingen aan te brengen in de volgorde en/of de data van de modules.
4
5.2. Praktijkstage (20 februari – 31 mei 2006) Deelnemers doen een praktijkstage (120u) in een organisatie of dienst naar keuze die zich bezighoudt met de preventie, behandeling, beleid of onderzoek inzake drugproblemen. Onder begeleiding van een supervisor verdiepen ze zich in één van de preventie- en behandelingsstrategieën die tijdens het theoretisch gedeelte werden aangereikt.
5.3. Afsluitende paper (1 april – 15 juni 2006) Aansluitend bij de praktijkstage maken de studenten onder begeleiding van hun supervisor een individueel studieproject, dat onder meer een evaluatie inhoudt van een door hen bestudeerde interventie- of preventiestrategie.
6. Evaluatie Tijdens deze permanente vorming worden deelnemers permanent geëvalueerd. Over 3 van de 6 theoretische modules dienen de studenten een paper te schrijven. De praktijkstage en afsluitende paper worden begeleid en beoordeeld door de lesgever onder wiens supervisie de stage en het eindwerk werden uitgevoerd.
7. Verdere informatie Voor verdere informatie over deze permanente vorming kan contact opgenomen worden met: Prof. Dr. E. Broekaert Universiteit Gent Vakgroep Orthopedagogiek H. Dunantlaan 2 9000 Gent Tel. 09/264 64 65 Fax. 09/264 64 91 email:
[email protected]
5