Bijlage 2 bij PS stuk 26 oktober. Wat is doelmatig vaarwegbeheer?
Inleiding De afgelopen jaren is er door de overheden veel geld gestoken in het opwaarderen van de Friese vaarwegen. Ook de komende jaren wordt er nog veel geïnvesteerd. De uitdaging is om dit prachtige netwerk goed en zo doelmatig mogelijk te onderhouden zodat het ook over 20 jaar nog uitstekend bevaarbaar is!
Taakverdeling nu In Fryslân is het vaarwegbeheer momenteel verdeeld over 4 partijen nl. Rijkswaterstaat, de provincie, de gemeenten en particulieren (in bijvoorbeeld havens). Daarnaast is het zo dat het Wetterskip Fryslân een taak heeft qua waterkwantiteitsbeheer in alle Friese wateren. Dat betekent dat er feitelijk 4 overheidspartijen actief zijn in het beheer van de Friese vaarwegen. Bijlage 1 van het PS stuk laat zien wie in de huidige situatie de vaarwegen beheert. Per vaarweg komen deze partijen elkaar steeds tegen bij de afstemming van werkzaamheden aan oever of bodem. In onderstaand plaatje is het bijvoorbeeld zo dat de taakverdeling als volgt is: Blauwe bak: Wetterskip Fryslân Rode bak: provincie of gemeente Groene oever: is niet formeel toegedeeld; in de praktijk vaak Wetterskip Fryslân Weg: de wegbeheerder ( gemeente of provincie).
Blauwe bak= waterkwantiteitsbeheer Rode bak = vaarwegbeheer Groen = oeverbeheer Auto ca = aangrenzende functie (weg, fietspad of tuin), soms in combinatie met waterkerende functie (kade)
1
Bijlage 2 bij PS stuk 26 oktober. Wat is doelmatig vaarwegbeheer?
Deze wirwar aan taakverdeling is niet efficiënt. Er is veel afstemming nodig, en er is veel onduidelijkheid met name bij de oevers over de vraag wie waarvoor verantwoordelijk is.
Doelmatigheid bij bodembeheer (baggeren) Doelmatigheid bij baggerbeheer betekent dat de taakverdeling helder is, dat iedereen zijn planning op orde heeft, en dat de opgaven per partij een voldoende schaalgrootte hebben. Op dit moment is de situatie daarin als volgt. Sommige gemeenten hebben de zaak wat betreft baggeren goed op orde. Zij weten wat ze elk jaar moeten doen, inspecteren periodiek, hebben een meerjarenplanning, en de benodigde middelen zijn opgenomen in de begroting. Ruim voordat ze aan uitvoering toe zijn nemen ze contact op met de andere partijen die iets doen in het gebied. De afstemming loopt in de praktijk dan goed, met aansluitende planningen, zodat werk met werk combinaties worden gemaakt. Maar het gaat niet altijd en overal goed: De aansluiting met de oeverconstructies is niet altijd helder en vraagt soms (oeverloze) discussies; Het is een minderheid van de gemeenten die bovenbeschreven ideaalbeeld heeft gerealiseerd. Er heeft een inventarisatie plaatsgevonden bij gemeenten. De resultaten zijn opgenomen in figuur 1. Daarnaast is er in de ambtelijke voorbereidingsgroep een analyse gemaakt van de situatie van het vaarwegbeheer in Fryslân. Hieruit blijkt het volgende: Baggeren wordt met regelmaat op projectbasis gefinancierd (=onzeker); Baggeren is niet altijd populair bij bestuurders in tijden van bezuinigingen; Ook de provincie heeft onvoldoende structurele middelen in haar begroting voor baggeren; Hoe meer er op projectbasis gaat hoe lastiger afstemming is (het geld moet wel in een bepaald jaar uitgegeven worden; planningen zijn er om gehaald te worden) ; Voor het Wetterskip geldt dat ze nu op 20 à 30 verschillende plekken overleg voert over samenloop. Niet erg efficiënt; Iedereen peilt (dieptemeting) nu voor zich. Sommige gemeente nooit; provincie eens per 4 jaar; sommige gemeenten eens per 15 jaar. Het Wetterskip peilt zelf en heeft een eigen lab voor kwaliteitsonderzoek wat een deel van het benodigd onderzoek uitvoert. De andere overheden besteden dat uit.
2
Bijlage 2 bij PS stuk 26 oktober. Wat is doelmatig vaarwegbeheer?
Inventarisatie gemeentelijk onderhoud vaarwegen 25
20
15
4
4
0
0
7
7
3 0
4
7
4
3
4
1
0 4 9
10
13
7
9 5
9
9
4
10 7 3
3
5
0
Onbekend/n.v.t./Overig Deels Nee
Ja
Figuur 1: gemeentelijk onderhoud op basis van inventarisatie 2011. Er hebben 20 gemeenten gereageerd op de uitgezette vragen. De nummers in de kolommen geven aan hoeveel gemeenten dit antwoord hebben gegeven.
Voor het baggeren zou een grote verbetering van de doelmatigheid zijn als er het volgende was: Één legger voor de hele provincie Één baggerbeleidsplan Één baggerprogramma met een fasering per jaar Uitvoering per gebied in niet te kleine en niet te grote brokken; integratie met andere uitvoeringsprojecten Een dergelijke werkwijze is naar verwachting efficiënter, geeft een beter resultaat en voor het totaal levert het een besparing van kosten op.
3
Bijlage 2 bij PS stuk 26 oktober. Wat is doelmatig vaarwegbeheer?
Qua doelmatigheid is het naar verwachting het meest efficiënt als al deze functies worden uitgevoerd door dezelfde partij. Vanuit andere overwegingen, zoals belang, kan een andere afweging worden gemaakt. In dat geval is het wel belangrijk dat er in ieder geval één legger komt. De vaarwegbeheerders zouden die taak samen kunnen oppakken.
Doelmatigheid bij oeverbeheer Oeverbeheer is op dit moment op geen enkele manier geregeld, in die zin dat nergens is gedefinieerd waar de beheergrenzen liggen. Dat betekent dat zodra onderhoud aan de orde is er langdurige discussies ontstaan over wie waarvoor verantwoordelijk is en wie wat moet betalen; ook dit is ondoelmatig. We gaan er nu vaak vanuit dat de eigenaar van de oeverconstructie ook verantwoordelijk is voor het onderhoud. De waterwet gaat uit van vaarwegbeheer van oever tot oever (integraal). In de modelverordening wordt expliciet aangegeven dat onder onderhoud wordt verstaan “het in goede staat houden of brengen van de oevers, oevervoorzieningen en kunstwerken zodanig dat de instandhouding en de bruikbaarheid van de vaarweg gewaarborgd blijven”. Qua opgave en kosten gaat het vooral om die oevers waar een damwand ligt. Dat zijn de “dure oevers”. Rietoevers worden door het Wetterskip onderhouden mits de breedte niet groter is dan 5 meter. De functie van de damwand bepaalt veelal wie hem onderhoudt. Onder-water-constructies wordt vaak onderhouden door Wetterskip, boven water damwand door de droge functie op de oever. De damwand in het GSVW (grootscheepsvaarwater) voor een groot deel door de provincie, behalve de stedelijke oevers, bedrijfsoevers en particuliere oevers. Het is zinvol om het oeverbeheer te regelen in de nieuwe verordening. Door de onduidelijkheid ontstaat er nu te vaak –langdurige- discussie en/of gebeurt er niets. Aanwijzen van oeverbeheerders zal naar verwachting een groeimodel zijn. In de verordening kunnen de oeverbeheerders worden aangewezen, waarna een “proefperiode” ontstaat waarin aanpassingen noodzakelijk blijken te zijn. Het is immers de eerste keer dat ook de oevers dan expliciet worden toegewezen. In de verordening moet hiervoor een aanpassingsregime worden voorzien. Voorgesteld wordt om het oeverbeheer helder toe te delen, en hierbij het soort oever en de functie ervan als criterium te gebruiken. Dat sluit nl. goed aan bij de huidige praktijk van oeverbeheer. Het wordt aanbevolen om oeverbeheerders aan te wijzen en afspraken te maken over de kostenverdeling. Vanuit doelmatigheid zou het al een grote winst zijn als van elke oever wordt vastgelegd wie hem onderhoudt en wie wat betaald. Het wordt aanbevolen om hierbij te redeneren vanuit het belang van de verschillende partijen. Wetterskip Fryslân heeft bijvoorbeeld belang bij stabiele oevers voor (boezem) kaden en natuurvriendelijke oevers (voor de waterkwaliteit). De wegbeheerder heeft belang bij een stabiele ondergrond en berm. De gemeente heeft belang bij bruikbaar openbaar terrein. Vaak zijn de oevers van bijvoorbeeld openbaar groen uitgerust met damwand. Deze gemeente is dan ook belanghebbende bij het in stand houden van deze oever.
4
Bijlage 2 bij PS stuk 26 oktober. Wat is doelmatig vaarwegbeheer?
Conclusies Algemeen: 1. het huidig vaarwegbeheer is niet echt doelmatig geregeld omdat er teveel partijen mee annex zijn; 2. minimaal is nodig dat er in gezamenlijkheid wordt toegewerkt naar één legger voor alle vaarwegen in Fryslân; bodem: 3. het zou voorts zeer wenselijk zijn als er één baggerbeleidsplan en één baggerprogramma zou komen; oevers: 4. het is nodig om voor alle oevers te bepalen wie verantwoordelijk is voor het beheer en hoe de kosten verdeeld worden; 5. bij die aanwijzing kan gedacht worden vanuit het belang wat eenieder heeft bij de betrokken oeverconstructie.
5