Pedagogisch beleidsplan Ons Dorp Start Juli 2012
Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 1
Inleiding Hoofdstuk 1: De Visie 1.1. Uitgangspunten 1.2. Opvoedingsdoelen 1.2.1. Een gevoel van emotionele veiligheid bieden 1.2.2. Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties 1.2.3. Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties bieden 1.2.4. De kans om zich waarden en normen, de “cultuur” van een samenleving, eigen te maken, socialisatie Hoofdstuk 2: De doelstelling 2.1. Ontwikkelingsstimulering 2.2. Pedagogische middelen 2.2.1. De PM-er-kind interactie 2.2.2. De fysieke omgeving 2.2.3. De groep 2.2.4. Het activiteitenaanbod (VVE) 2.2.5. Het spelmateriaal Hoofdstuk 3: De methodiek 3.1. VVE-programma Uk en Puk 3.2. Beweegkriebels Hoofdstuk 4: De intakeprocedure 4.1. Organisatiebeleid 4.2. De intakeprocedure 4.3. Het contract Hoofdstuk 5: De groepssamenstelling 5.1. De medewerkers van ons kindcentrum 5.2. Dagritme Hoofdstuk 6: De Ouders 6.1. Ouderparticipatie 6.2. De oudercommissie Hoofdstuk 7: Veiligheid en Gezondheid 7.1. Veiligheid en gezondheid Hoofdstuk 8: Extra informatie Ontwikkelingslijn kinderen
Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 3 Pagina 4 Pagina 4 Pagina 4 Pagina 4 Pagina 5 Pagina 5 Pagina 5 Pagina 6 Pagina 6 Pagina 6 Pagina 6 Pagina 7 Pagina 9 Pagina 9 Pagina 10 Pagina 12 Pagina 12 Pagina 14 Pagina 15 Pagina 15 Pagina 15 Pagina 15 Pagina 17 Pagina 17 Pagina 18 Pagina 19 Pagina 19 Pagina 19 Pagina 20 Pagina 20 Pagina 21
Pagina 2
INLEIDING Kindcentrum Ons Dorp biedt een voorschoolse voorziening, een kinderdagopvang voor kinderen van 0 – 4 jaar. Het primaire doel is het bieden van ontwikkelingskansen aan kinderen. Daarnaast maakt Ons Dorp het voor ouders mogelijk om de zorg voor kinderen en deelname aan het arbeidsproces te combineren. Wij zijn ervan overtuigd dat we bij de realisatie en uitvoering van het concept Ons Dorp prachtige samenwerkingslijnen kunnen trekken naar de reeds bestaande activiteiten in Haaksbergen. De activiteiten m.b.t. taal, sport, (programma beweegkriebelen), en verantwoorde voeding, bieden voldoende aanknopingspunten om een cross-over programmering te creëren. We willen graag een bijdrage leveren in de ontwikkeling en totstandkoming van het nieuwe Kulturhus in Haaksbergen. Het pedagogisch beleidsplan van Ons Dorp is gebaseerd op het Pedagogisch Kader Kindercentra 0-4 jaar van Elly Singer en Loes Kleerekoper (Elsevier Gezondheidszorg Maarssen, 2009). Het Pedagogisch Kader geldt als het Nederlands pedagogisch raamwerk voor het werken met jonge kinderen in kindercentra voor 0-4 jarigen. Het pedagogisch beleidsplan heeft daarmee een degelijke wetenschappelijke fundering en is tegelijkertijd herkenbaar en werkbaar voor onze organisatie en partnerorganisaties in het veld. Aangevuld door “Samen verschillend pedagogisch kader diversiteit in kindercentra 0 – 13 jaar van Elly Singer en Anke van Keulen (Reed Business Amsterdam 2012). In het pedagogisch beleidsplan worden de uitgangspunten van het werken met kinderen in kindcentrum Ons Dorp beschreven. Het plan geeft richtlijnen voor het pedagogisch handelen in de praktijk en biedt daarmee structuur voor medewerkers en kinderen. Bovendien bevordert het de communicatie met de ouders. Het pedagogisch beleidsplan is de basis van waaruit overig beleid en werkplannen worden ontwikkeld. De indeling van het pedagogisch beleidsplan is als volgt: - hoofdstuk 1: de visie - hoofdstuk 2: de doelstelling - hoofdstuk 3: de methodiek - hoofdstuk 4: de intakeprocedure - hoofdstuk 5: de groepssamenstelling - hoofdstuk 6: de ouders - hoofdstuk 7: veiligheid en gezondheid - hoofdstuk 8: extra informatie: bijlage Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 3
HOOFDSTUK 1: DE VISIE 1.1
Uitgangspunten
In de Wet Kinderopvang wordt onder andere aangegeven wat de overheid verstaat onder kwaliteit in de kinderopvang: ‘verantwoorde kinderopvang is kinderopvang die liefdevolle zorg biedt en bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige omgeving’. Ervaren van emotionele veiligheid is voor kindcentrum Ons Dorp een belangrijk uitgangspunt. Een kind dat zich niet veilig voelt in een omgeving, is niet in staat om indrukken en ervaringen op te nemen. 1.2
Opvoedingsdoelen
We onderkennen vier opvoedingsdoelen: een gevoel van emotionele veiligheid bieden gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties bieden gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties bieden de kans om zich waarden en normen, de "cultuur" van een samenleving, eigen te maken; socialisatie Deze opvoedingsdoelen gelden voor alle kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar.
1.2.1 Een gevoel van emotionele veiligheid bieden.
Het bieden van een gevoel van veiligheid is de meest basale pedagogische doelstelling voor alle vormen van kinderopvang. Er zijn drie bronnen van veiligheid te onderscheiden: Vaste en sensitieve pedagogisch medewerkers (pm-ers)/verzorgers die bewust zijn van hun eigen handelen en hoe hun handelen overkomt op de kinderen. De beschikbaarheid van sensitief reagerende opvoeders in de eerste levensjaren blijkt bevorderlijk voor de veerkracht van kinderen, ook op de langere termijn. Aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten. In een vertrouwde groep kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. De inrichting van de omgeving. De inrichting van een ruimte kan een bijdrage leveren aan een gevoel van geborgenheid. Aandachtspunten zijn akoestiek, licht, kleur en indeling van de ruimte.
Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 4
1.2.2 Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties bieden.
Met het begrip persoonlijke competentie worden persoonskenmerken zoals bijvoorbeeld veerkracht, zelfstandigheid en zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit bedoeld. Dit stelt een kind in staat om allerlei typen problemen adequaat aan te pakken en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Exploratie en spel kunnen worden bevorderd door: Inrichting van de ruimte en aanbod van materialen en activiteiten. De inrichting van de ruimte moet zodanig zijn dat een kind zich veilig voelt en met aan de leeftijd aangepast materiaal kan spelen. Vaardigheden van pm-ers in het uitlokken en begeleiden van spel. Pedagogisch medewerksters scheppen condities voor spel door een aanbod van materialen en activiteiten dat aansluit bij het ontwikkelingsniveau en de interesse van een kind, zonder een kind het initiatief uit handen te geven. De PM-er is te allen tijde het instrument in de overdracht en communicatie richting de kinderen. Herhaling en “vooraap” functie zijn van het allergrootste belang. Aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. Het streven naar een zo groot mogelijke stabiliteit bij het samenstellen van groepen verdient prioriteit.
1.2.3 Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competenties bieden.
Het begrip "sociale competentie" omvat een scala aan sociale kennis en vaardigheden, zoals zich in een ander kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, andere helpen, conflicten voorkomen en oplossen, het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. De interactie met leeftijdsgenoten, het deel zijn van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen biedt kinderen een leefomgeving voor het opdoen van sociale competenties. Het geeft aan kinderen kansen om zich te ontwikkelen tot evenwichtige personen die functioneren in de samenleving.
1.2.4 De kans om zich waarden en normen, de "cultuur" van een samenleving, eigen te maken; socialisatie. Kinderopvang biedt een bredere samenleving dan het gezin, waar kinderen in aanraking komen met andere aspecten van de cultuur en de diversiteit die onze samenleving kenmerkt. De groepssetting biedt daarom in aanvulling op de socialisatie in het gezin, heel eigen mogelijkheden tot socialisatie en cultuuroverdracht. Bij paragraaf 2.2 gaan we dieper in op de pedagogische middelen. Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 5
HOOFDSTUK 2: DE DOELSTELLING 2.1
Ontwikkelingsstimulering
Het kind staat centraal in kindcentrum Ons Dorp. We willen bereiken dat elk kind zich thuis voelt in Ons Dorp. Naast liefdevolle zorg wordt ieder kind gestimuleerd in zijn ontwikkeling, zodat het goed voorbereid de overstap naar de basisschool kan maken. Ons Dorp is een hoogwaardige voorschoolse voorziening voor kinderen van 0-4 jaar. Kindcentrum Ons Dorp is er dus voor het kind en biedt een veilige omgeving waarin kinderen samen met leeftijdgenootjes onder deskundige begeleiding spelend leren en zich ontwikkelen. De kerndoelen van het werk in kindcentrum Ons Dorp zijn het leveren van een aandeel in de ontwikkelingsstimulering van de kinderen en hen goed voorbereiden op de basisschool, naast het bieden van flexibele opvang gedurende de dagdelen. De ontwikkeling van persoonlijke en sociale competenties maakt daar deel van uit, evenals het overdragen van waarden en normen. Daarnaast worden ouders ondersteund bij de opvoeding. 2.2
Pedagogische middelen
Kindcentrum Ons Dorp beschikt over vijf pedagogische middelen om de vier voornoemde opvoedingsdoelen te realiseren (zie 1.2.) De PM-er-kind interactie De fysieke omgeving De groep Het activiteitenaanbod (VVE) Het spelmateriaal
2.2.1 De PM-er-kind interactie
Het welbevinden van de kinderen (het “goedpluisgevoel” en “lekker in je vel zitten”) en de ouders zijn van het allergrootste belang. Maar ook het welbevinden van de pm-ers is belangrijk. Het VVE programma (intensief taal ontwikkelprogramma), als onderdeel van het dagprogramma, heeft nog eens extra de nadruk gelegd op de interactie tussen pm-er en kind. Voorwaarde is het besef bij de pedagogisch medewerkster(s) dat hun inbreng cruciaal is voor de ontwikkeling van de kinderen. Dat vraagt het vermogen en de bereidheid naar het eigen handelen te kijken. Door het bespreekbaar maken en ruimte te geven tot het bespreekbaar maken van alle bovenstaande zaken blijven we alert. Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 6
Denk, werk, creëer vanuit liefde. Laat je inspireren door de kinderen zodat je samen nog iets beters/mooiers kunt maken. Door terug te gaan naar de basis, door eerlijk, open en transparant te worden, door het bieden van echte waarde, kunnen we dat vertrouwen winnen. Toon respect voor een kind op een manier waarop jezelf ook gerespecteerd wilt worden. Spreek kinderen aan op een manier waarop jezelf ook aangesproken wilt worden. Verbeter de communicatie, begin bij jezelf, als pedagogisch medewerkster ben je een voorbeeld voor de kinderen. (bronvermelding: Jeroen Boschma en Inez Groen, Generatie Einstein.) We zijn zorgzaam, sensitief en responsief, dat betekent dat het kind wordt gezien en gehoord en dat we op signalen en behoeften van het kind reageren. Er zijn vaste pmers die het kind kent. We zorgen ervoor dat elk kind zich prettig voelt en geven het tijd om dingen zelf te proberen. Een goede lichamelijke verzorging, voldoende beweging en buitenlucht horen hier bij. Juist omdat elk kind uniek is richten we ons op het niveau en de behoeften van het kind. We sluiten aan bij de ontwikkeling en zoeken een goede verhouding tussen gezamenlijke en individuele activiteiten. Hierbij respecteren we de autonomie van het kind met betrekking tot de cognitieve en energetische ontwikkeling. We stimuleren daarbij de ontwikkeling van persoonlijke competenties. We respecteren uiteraard ook de lichamelijke autonomie van een kind, we zeggen wat we gaan doen voordat we bijvoorbeeld een kind optillen of de neus afvegen. We kijken kinderen aan en luisteren als ze wat vertellen willen. In Ons Dorp is aandacht voor veiligheid en hygiëne, we werken collegiaal en verantwoordelijk.
2.2.2 De fysieke omgeving
Kindcentrum Ons Dorp beschikt over een Nederlandstalige verticale dagopvanggroep voor maximaal 16 kinderen. Verticaal houdt in dat kinderen vanaf 6 weken tot 4 jaar opgevangen worden binnen een groep en een Nederlandstalige horizontale peutergroep voor maximaal 16 kinderen van 2 en 3 jaar. Dagelijks treft u daar bij de start en het einde van de dag 2 pm-ers aan. Vanaf 9 uur zal er een 3e pm-er de leiding versterken. Dit betekent dat er bij een volle groep van 16 kinderen 3 pm-ers aanwezig zijn, tot 11 of 12 kinderen werken er 2 pm-ers.
Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 7
Achterwacht: De openingsuren van Ons Dorp zijn van 7:00 uur tot 19:00 uur op de maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag. In het weekend is Ons Dorp gesloten. Met alle pedagogisch medewerksters werkzaam binnen Ons Dorp is afgesproken dat iedere ochtend minimaal twee leidsters aanwezig zijn om te openen en minimaal twee leidsters samen afsluiten. (4-ogenprincipe). Indien slechts 1 beroepskracht voor de groep (BKR) noodzakelijk is, wordt er alleen ondersteuning geboden door gediplomeerde PM-ers die ook in het bezit zijn van een geldig VOG. Ons Dorp werkt niet met vrijwilligers. Een kloppende begeleiding-kindratio is te allen tijde voor onze organisatie de leidraad. Het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen is geïmplementeerd in de wijze waarop wij de flexibele opvang hebben georganiseerd. Ouders plannen hun maandelijkse opvanguren in, middels rooster en in overleg met de locatiemanager. Hierdoor ontstaat er voor ouders geen snijverlies en wordt optimaal gebruik gemaakt van de opvanguren. Bij calamiteiten bestaat altijd de mogelijkheid incidenteel terstond extra uren af te nemen. Doordat wij flexibel aanbieden kunnen wij een groep nooit vol plannen met 16 kinderen omdat dan de planruimte op is. Dit biedt dus de mogelijkheid om ad hoc in overleg met de locatiemanager extra opvanguren af te nemen. Een extra achterwacht wordt gevormd door twee medewerksters van Ons Dorp die in Haaksbergen wonen op slechts enkele minuten rijafstand. Op de locatie is een telefoonlijst aanwezig van de leidsters met daarop het telefoonnummer thuis plus het mobiele nummer De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar Ieder kind wordt opgevangen in een vaste stamgroep met een eigen groepsruimte. Deze groepsruimte is een herkenbare en vertrouwde plek voor het kind. De groepsruimte is zodanig ingericht en ingedeeld dat kinderen van verschillende leeftijd op de leeftijd afgestemde activiteiten kunnen ontwikkelen. De inrichting is kindgericht door materiaal en kleurkeuze. Ook bij de inrichting houden we rekening Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 8
met het gevoel van geborgenheid. Aandachtspunten hierbij zijn akoestiek, licht, kleur en indeling van de ruimte. In kindcentrum Ons Dorp heerst een liefdevolle, positieve en vrolijke sfeer. We handhaven onze waarden en normen en brengen deze ook over op de kinderen, door het stellen en uitleggen van regels en grenzen. We helpen kinderen goed met elkaar om te gaan. Hiermee haken wij in op de denkwijze van de vierkapstokregels. Deze regel betekent dat er respect voor ik, jij, materiaal en omgeving hoort te zijn. We brengen kinderen in contact met de natuur en verbinden Ons Dorp met de wereld van thuis. Bijvoorbeeld door kinderen foto’s of dingen van thuis mee te laten brengen. We stemmen af op diversiteit en zorgen voor multicultureel speelgoed en materiaal. Ons Dorp biedt een bredere samenleving dan het gezin, waar kinderen in aanraking komen met andere aspecten van de cultuur en de diversiteit die onze samenleving kenmerkt. (Extra vermelding: http://www.veldwerknederland.nl/, literatuur ‘Horen en zien, ruiken, voelen en proeven’ van Annet Weterings, beschrijving rol pedagogisch medewerker.)
2.2.3 De groep
Kinderen hebben ruimte nodig om zich te kunnen ontwikkelen en ontplooien. We leren hen keuzes maken en geven gelegenheid om nieuwe dingen uit te proberen. Kinderen mogen fouten maken, van herhaling en fouten maken leren mensen (“geen glans zonder wrijving”). We laten kinderen zelf creatief zijn, het proces is daarbij belangrijker dan het resultaat. We willen met elk kind contact hebben en binding aangaan. We zijn betrouwbaar voor de kinderen, ons bewust van de belangrijke rol die we in hun leven spelen en de hechting die het kind voelt. Als kinderen hier behoefte aan hebben wordt er ook geknuffeld. Samen spelen en delen is belangrijk, we leren kinderen hoe ze dit kunnen doen en werken aan het ontwikkelen van sociale competenties. We zorgen voor de aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten, zodat de kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. We streven naar een zo groot mogelijke stabiliteit bij het samenstellen van groepen. We gaan uit van zelfredzaamheid en geven kinderen gepaste verantwoordelijkheid. We koesteren en prijzen zelfstandigheid en werken eraan door het kind inzicht te geven in de consequenties van zijn gedrag of handelen. Een kind is een uniek individu, dat deel uitmaakt van de groep en daarin zijn eigen inbreng heeft. Er zijn veel manieren waarop kinderen zich kunnen uiten (honderd Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 9
talen) en dingen kunnen leren. We zijn flexibel en sluiten aan bij het kind, maar verliezen daarbij ons doel niet uit het oog. We leren het kind die vaardigheden die het nodig heeft om goed voorbereid naar de basisschool te gaan.
2.2.4 Het activiteitenaanbod (VVE)
De leeftijd van 0-4 jaar is een belangrijke periode in de (taal)ontwikkeling van kinderen. In Ons Dorp wordt gewerkt met de VVE-methode Uk & Puk, als leidraad voor het dagprogramma. Ontwikkelingsgericht en opbrengstgericht werken betekent dat we zien wat het kind beleeft in het spel en daar op ingaan, vragen stellen aan het kind en energie in kind en relatie steken. Daarbij hebben we oog voor alle ontwikkelingsgebieden. Jonge kinderen leren vanuit emotionele betrokkenheid en spel, daarom sluiten we aan bij de belevingswereld van het kind. We hanteren een kind-volgsysteem, waarin we kijken naar de cognitieve, fysieke en sociaal-emotionele ontwikkeling, dat we ook met de ouders bespreken. Er wordt goed naar kinderen en hun ontwikkeling gekeken en zo nodig wordt er in overleg met ouders tijdig hulp ingeschakeld. We maken daarvoor deel uit van het netwerk en de zorgstructuur rond Ons Dorp. Waar nodig zullen we altijd, in overleg met de ouders, expertise inroepen van buiten en/of een kindje in ons kwartaal overleg met het ZAT (Zorg en Advies) team bespreken. Samenwerking met ouders betekent niet alleen het stimuleren en mogelijk maken van ouderparticipatie, maar ook dat we open staan voor suggesties en vragen van ouders. In Ons Dorp wordt ontwikkelingsgericht gewerkt, we helpen kinderen grenzen verleggen en zorgen voor een prikkelende en uitdagende omgeving en activiteitenaanbod. We zijn daarbij tegelijkertijd opbrengstgericht: alle kinderen goed voorbereid naar de basisschool is ons doel. Daar waar nodig zorgen we voor extra ontwikkelingsstimulering (intensief taalontwikkelingsprogramma VVE) en we toetsen of ons handelen de gewenste resultaten oplevert. Spelend ontwikkelen en leren is hierbij het uitgangspunt. Een prachtige hulpbrug hiertoe vormt het Beweegkriebelsprogramma (zie paragraaf 3.2). Ons Dorp werkt graag samen met de basisscholen, er moet geen breuk ontstaan bij de overgang naar de basisschool. Voor goede inhoudelijke samenwerking en afstemming is regelmatig overleg en kennis nemen van elkaars visie en werkwijze nodig. Op individueel niveau wordt gezorgd voor een ‘warme’ overdracht, het overdrachtsformulier maakt hier onderdeel van uit.
Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 10
Nieuwe dingen en mogelijkheden ontdekken, kinderen uitdagen om iets te proberen en activiteiten aanbieden uit de zone van de naaste ontwikkeling, zijn onderdelen van het ontwikkelingsgericht werken. We kijken en luisteren objectief naar elk kind. We zijn er op uit om het kind spelenderwijs verder te brengen in zijn ontwikkeling en de Nederlandse taal op het gewenste niveau te leren verstaan en spreken.
2.2.5 Het spelmateriaal
We hebben hoge verwachtingen van elk kind, dat betekent dat we uitdagend spel aanbieden, kinderen dingen zelf laten proberen en de sterke kanten van elk kind willen ontdekken en stimuleren. We geven kinderen veel eerlijke complimenten en zorgen ervoor dat zij succes ervaren als zij iets ondernemen. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen hun zintuigen (leren) gebruiken. Ik zie met mijn ogen, ik voel met mijn handen en voeten, ik ruik met mijn neus. Deze werkwijze ligt nauw samen met onze visie en het intensief taalontwikkelingsprogramma (VVE). Naast de cognitieve en fysieke ontwikkeling erkennen wij een derde (energetische) ontwikkelingslijn bij kinderen. In de bijlage gaan wij hier verder op in.
Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 11
HOOFDSTUK 3: DE METHODIEK 3.1
VVE programma Uk en Puk
VVE ontwikkelingsgebieden Het uitgangspunt van Uk en Puk is de ontwikkeling van taal, sociaal-communicatieve vaardigheden en beginnend rekenen binnen de brede ontwikkeling van jonge kinderen. Kinderen leren al spelend, knutselend, bewegend en ontdekkend een taal, maar ze leren zo ook sociale vaardigheden als samen spelen, een keuze maken en het oplossen van een conflict. Deze ontwikkelingsgebieden maken deel uit van de cognitieve, fysieke en sociaal/emotionele ontwikkeling. Verder hanteert Uk en Puk vier belangrijke dimensies die kinderen nodig hebben om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Emotioneel ondersteunen, respect voor de autonomie, structuur bieden, informatie en uitleg geven. Als deze vier dimensies in acht genomen worden geeft dit het kind (zelf)vertrouwen. VVE activiteiten De activiteiten die wij gebruiken bestaan uit taal-, knutsel- en doe activiteiten. - taal: denk hierbij aan activiteiten waarin de begrippen van het thema goed en duidelijk in terugkomen. Bij deze activiteiten kunnen de kinderen spelenderwijs hun begrip en uitspraak oefenen. - knutsel: denk hierbij aan activiteiten waarbij de kinderen voornamelijk zelf kunnen knutselen. - doe: denk hierbij aan activiteiten waarin het accent ligt op de fysieke ontwikkeling. In deze activiteiten komt regelmatig beweegkriebels (zie paragraaf 3.2) goed van pas. Ook bij niet-talige activiteiten staan talige doelen voorop. Het is de taak van de pm-er om de kansen te benutten om taal uit te lokken en te stimuleren. Ouderparticipatie Ouders zijn belangrijke partners van de pm-ers. De methodiek Uk en Puk is een combinatieprogramma waarbij activiteiten op het kinderdagverblijf worden aangeboden, maar waarbij ook activiteiten aangeboden kunnen worden die ouders thuis kunnen doen met hun kinderen. Door middel van ouderactiviteiten stimuleren de ouders de ontwikkeling van hun kind. Het programma ‘Uk en Puk thuis’ biedt activiteiten aan die ouders thuis met hun kinderen kunnen uitvoeren. Deze activiteiten sluiten nauw aan bij de thema’s van Uk en Puk.
Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 12
Vier dimensies van sociale ondersteuning in contacten met ouders zijn emotionele ondersteuning, respect voor de autonomie, structuur en informatie uitwisselen. Plakboeken In de loop van dit jaar zullen er plakboeken gerealiseerd worden voor alle kinderen. Het plakboek is een verzameling van de activiteiten die een kind heeft gemaakt. Hierin kunnen ook foto’s van het kind bij Ons Dorp worden opgenomen. Elke pm-er heeft een aantal kinderen waarvan zij het plakboek bijhoudt. Na elk thema worden alle 2d activiteiten ingeplakt. Verder zijn er ook versjes en liedjes die erin opgeplakt kunnen worden. Het plakboek is ter ondersteuning bij observaties en is een extra hulpmiddel bij de warme overdracht. Observaties De drie doelen waarom we kinderen observeren zijn doelgericht ingrijpen in interactie/spel, stadium van de (taal)ontwikkeling vaststellen en vorderingen bijhouden. Door de verschillende observatiemomenten met elkaar te vergelijken kan een pm-er bepalen of er voldoende vooruitgang zit in de (taal)ontwikkeling en aan welke (taal)vaardigheidsaspecten eventueel meer aandacht moet worden besteed. Bovendien vormen de ingevulde observatielijsten een belangrijk aanknopingspunt voor de bespreking tussen collega’s die met dezelfde kinderen werken, maar ook op het moment dat een kind overgaat naar de basisschool. De observaties samen met het plakboek zorgen voor een warme overdracht, dat bestaat uit een driehoeksgesprek met de ouders, pedagogisch medewerkster, basisschoolleraar of IB-er. Versiering op de groep en de hal Dit kan tot stand komen door activiteiten op te hangen. Hierover kan dan nagepraat worden met de kinderen en hun ouders. De terugkoppeling naar de ouders is een belangrijk punt, omdat ouders op deze manier goed bij het thema betrokken worden. Een verdiepingsslag met betrekking tot de versiering kan gemaakt worden door de groep en hal in te delen in hoekjes. Bijvoorbeeld thema dieren: een junglehoekje, een huisdierenhoekje, een boerderijdierenhoekje, etcetera. De versiering kan ook gekoppeld worden aan de activiteiten, bijvoorbeeld kerstballen knutselen en ophangen in de kerstboom. De leidsters zijn zelf verantwoordelijk voor de versiering op de groep en in de hal. Zij mogen hier zo creatief mogelijk in zijn. Napraten over activiteiten met de kinderen en vooral ook de ouders is erg belangrijk zodat de activiteiten extra aandacht krijgen. De terugkoppeling wordt gedaan tijdens de overdracht tussen pm-er en ouders. De kinderen zijn trots op wat ze gemaakt hebben en laten dit graag zien aan hun ouders. Spelenderwijs worden de begrippen herhaalt Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 13
door de terugkoppeling en daardoor beklijven ze beter bij de kinderen. Herhaling is opbrengst vergrotend. Om borging en continuïteit te garanderen werken wij met een VVE-opleidingsplan welke separaat is toegevoegd aan dit pedagogisch plan. 3.2
Beweegkriebels
Beweegkriebels is een programma dat met name de fysieke ontwikkeling stimuleert, maar waarbij ook een deel van de andere ontwikkelingsgebieden in meegepakt worden. Beweegkriebels gaat over bewegen met jonge kinderen, over een actieve leefstijl en over het aanbieden van beweegmogelijkheden. (bron: http://www.beweegkriebels.nl/ en http://www.nisb.nl/) Naast zorg voor de cognitieve en fysieke ontwikkeling is er uiteraard een vastliggende structuur van de opvangdag: vaste activiteiten op vaste momenten bieden het kind zekerheid en structuur. Ook vaste rituelen zijn hier onderdeel van zoals bij de maaltijd een liedje, het slapen gaan, een verjaardag vieren, een nieuwe groepsgenoot welkom heten. Daarnaast biedt het programma ruimte voor het kiezen van eigen activiteiten en/of wel/niet mee doen met de groep. Als een thema aansluit bij activiteiten die plaatsvinden buiten de locatie, bijv: nationale voorleesochtend in de bibliotheek, de kinderboerderij of theater, peutersportochtend, zullen wij altijd in direct overleg en na toestemming van de ouders, deze mogelijkheden benutten. Als een thema uitnodigt om zelf activiteiten te organiseren buiten de locatie (bijv: gezamenlijk een ijsje eten, een boodschap doen in de supermarkt) zullen wij ook altijd na overleg en toestemming van de ouders deze kans pakken. De pm-er biedt het kind steun bij deze activiteiten door: actief optreden, passief bewaken, voelbare aanwezigheid uitdagen en stimuleren tot grensverkenning troostend, helpend, bevestigend sensitieve houding alertheid op restrictieve (beperkend, stoppend) houdingen Buitenspeelplein Kindcentrum Ons Dorp beschikt over een eigen afgesloten buitenspeelplaats.
Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 14
HOOFDSTUK 4: DE INTAKEPROCEDURE 4.1
Organisatiebeleid
Kindcentrum Ons Dorp is een bedrijfsmatig georganiseerde voorziening voor kinderen van 0-4 jaar. Gedurende de opvang wordt ontwikkelingsstimulering, liefdevolle verzorging en opvoeding geboden. Aanmelding, intake en plaatsing gebeurt volgens de daarvoor vastgestelde procedures. Kinderen van 0 tot 4 jaar oud worden geplaatst in een vaste stamgroep van maximaal 16 kinderen . De kinderen volgen elke dag een vast dagritme. Er wordt gewerkt conform de eisen die de brandweer, GGD, wet Kinderopvang en gemeente stellen. Een afschrift van het inspectierapport wordt op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats gelegd. Er is een geldig reglement. De Nederlandse taal is de voertaal. 4.2
De intakeprocedure
Ouders kunnen hun kind(eren) aanmelden via de website van kindcentrum Ons Dorp (www.onsdorp.info) of ze kunnen telefonisch een afspraak maken met de locatiemanager, Anita Oosterholt (telefoonnummer: 06-13094221). Na aanmelding volgt een kennismakingsgesprek, waarin wordt besproken wat Ons Dorp biedt en wat de opvangmogelijkheden zijn. In dit gesprek worden ook afspraken gemaakt met betrekking tot wendagen, intakegesprek op de groep, contract et cetera. Ouders worden nog eens gewezen op de website waarop de door ons gehanteerde protocollen te vinden zijn. Kinderen komen één tot twee keer wennen op de groep alvorens het contract ingaat. De kinderen kunnen dan wennen aan de leidsters, de kinderen en de omgeving. Tijdens de eerste wendag zal er een intakegesprek op de groep plaatsvinden ter kennismaking met de pm-ers. Verder worden er verschillende punten besproken zoals het dagritme van de groep, het dagritme van het kind, huisregels, bijzonderheden (formulier buikslapen), etcetera. 4.3
Het contract
De contracten zijn per kind verschillend. Ouders kunnen kiezen voor flexibele, vaste of verlengde dagdelen. Ons Dorp hanteert een uurprijs van € 7,=. Ouders moeten minimaal 1 dagdeel (5,25 uur). Voor meer informatie over kinderdagopvang kunnen ouders contact opnemen met de locatiemanager, Anita Oosterholt of met de manager
Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 15
logistiek, Paula ter Riet (telefoonnummer: 06-29428220). De manager logistiek is verantwoordelijk voor het opstellen van de contracten. De locatiemanager en de manager logistiek zijn werkzaam bij kindcentrum Hofferie (Lage Bothofstraat 301/303). Zij zijn mede organisatoren van kindcentrum Ons Dorp.
Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 16
HOOFDSTUK 5: DE GROEPSSAMENSTELLING
5.1
De medewerkers van kindcentrum Ons Dorp
De pedagogisch medewerksters De groep heeft een aantal vaste pm-ers. Zij zijn allemaal in het bezit van een diploma, dat aantoont dat zij gekwalificeerd zijn voor het werken op een kinderdagverblijf. De locatiemanager De locatiemanager is het aanspreekpunt voor (nieuwe) ouders en instanties. Zij draagt zorg voor de organisatie binnen Ons Dorp en werkt nauw samen met de manager logistiek. De manager logistiek De manager logistiek is verantwoordelijk voor de administratieve werkzaamheden binnen het Ons Dorp en werkt nauw samen met de locatiemanager. De stagiaires De stagiaires komen voornamelijk van MBO opleidingen. Bij Ons Dorp worden er verschillende soorten stageplaatsen aangeboden. De SPW (nu PW) en Helpende Welzijn stagiaires ondersteunen de pm-er met haar taken. De stagiaires worden begeleidt door de locatiemanager. Verder komen er regelmatig stagiaires van het ROC, deze stagiaires verzorgen een dagdeel activiteiten met betrekking tot Beweegkriebels. Informatie De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezig kinderen in de groep is conform de wet op de kinderopvang. De pedagogisch medewerkers hebben minimaal een gerichte 3-jarige MBO opleiding afgesloten. Personen werkzaam bij Ons Dorp zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag, die wordt overlegd voor aanvang van de werkzaamheden en bij overleggen niet ouder is dan 2 maanden. Alle pedagogisch medewerkers die VVE uitvoeren hebben naast de MBO-opleiding ook een VVE-training gevolgd en zijn gecertificeerd. Stagiaires zijn welkom als de groep het toelaat, zij worden door de pedagogisch medewerkers begeleid. Bij ziekte wordt een pedagogisch medewerker vervangen. Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 17
Pedagogisch medewerkers volgen regelmatig cursussen en trainingen, gericht op kennis, inzicht, vaardigheden en verbreding en verdieping van competenties. Zij worden daarnaast gecoacht en ondersteund op de werkvloer in het werken volgens het pedagogisch beleid. De pedagogisch medewerkers worden aangestuurd en ondersteund door de locatiemanager. Vanaf mei 2013 zal er ook een VVE-coördinator aanwezig zijn voor gerichte begeleiding, scholing, sturing van het programma. 5.2
Dagritme Ons Dorp
Eén groep kinderen: Ons Dorp (max. 16 kinderen). VVE programma tijden zijn van 8.30 – 11.30 uur en van 12.45 – 15.30 uur. Tijd 7.00 – 8.30 uur 9.30 – 10.00 uur 10.30 – 11.00 uur 11.30 – 12.30 uur 12.30 – 12.45 uur 14.00 15.30 16.00 17.00
– 14.15 uur – 16.00 uur – 16.30 uur – 19.00 uur
Activiteit Brengmoment alle kinderen. Fruit eten en drinkmoment. Verschoon- en wc moment. Brood een en melk drinken, gevolgd door slaapmoment voor sommige kinderen. Wisselmoment dagdelen: ophalen en brengen (en overdracht) Verschoon- en wc moment. Eet en drinkmoment. Verschoon- en wc moment. Ophalen en overdracht kinderen.
Tijdens de breng- en haalmomenten zorgen de pm-ers voor de overdracht. Naderhand informeren de pm-ers elkaar, zodat elke pm-er goed op de hoogte is van elk kind. Hiervoor hanteren de leidsters een logboek en heeft ieder kind een dossier. Het is belangrijk dat de ophaalmomenten voor alle kinderen rustig verloopt, maar er moet wel aandacht aan geschonken worden. De pm-ers zorgen voor een adequaat moment zodat de kinderen weten dat hun vriendjes naar huis gaan. Gedurende het dagprogramma zijn er eet-, drink-, wc en verschoon- en ophaalmomenten. Al deze momenten worden op VVE wijze benaderd zodat zij adequaat kunnen worden ingepast in het intensief ontwikkelprogramma dat wordt aangeboden ook aan de daartoe geïndiceerde kinderen. Onder andere wordt er gewerkt met dagritme kaarten voor inzicht, vooruitkijken en tijdsbesef. Tijdens deze momenten zal elke pm-er ruimschoots de kansen benutten om de taalontwikkeling van alle kinderen te stimuleren. Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 18
HOOFDSTUK 6: DE OUDERS 6.1
Ouderparticipatie
Kindcentrum Ons Huis wil ouders en pedagogisch medewerkers bij elkaar betrekken, wil de voorwaarden scheppen waardoor ouders en pedagogisch medewerkers daadwerkelijk partners en bondgenoten kunnen zijn in het belang van het kind. Ouders zijn verschillend en hebben ook verschillende behoeften en mogelijkheden als het gaat om betrokkenheid bij de peutergroep en kinderopvang. Daarom onderscheiden we in het beleid met betrekking tot ouderparticipatie vier vormen: meeleven, meedoen, meedenken en meebeslissen. 6.2
De oudercommissie
Er is een oudercommissie die uit minimaal 3 leden bestaat en een reglement heeft opgesteld. Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden, de wijze van kiezen van de leden en de zittingsduur. Het reglement wordt vastgesteld door Ons Dorp en uitsluitend gewijzigd na instemming van de oudercommissie. De oudercommissie bepaalt haar eigen werkwijze en wordt door de organisaties in staat gesteld om advies uit te brengen over voorgenomen besluiten omtrent de in de Wet Kinderopvang genoemde onderwerpen. De organisaties verstrekken de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. Van een gevraagd advies van de oudercommissie wordt alleen afgeweken indien de organisaties schriftelijk en gemotiveerd hebben aangegeven dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. De oudercommissie wordt ook in de gelegenheid gesteld om ongevraagd te adviseren over de in de wet genoemde onderwerpen. Ouders worden ondersteund bij de opvoeding en de begeleiding van de ontwikkeling van hun kind. Er wordt jaarlijks met ouders gesproken over de ontwikkeling van het kind en bij zorgen wordt intensief met hen overlegd. Bij plaatsing ontvangen de ouders een oudermap met uitgebreide informatie, het reglement en de klachtenregeling.
Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 19
HOOFDSTUK 7: VEILIGHEID EN GEZONDHEID 7.1
Veiligheid en gezondheid
Er zijn Risico-inventarisaties Veiligheid en Gezondheid van maximaal een jaar oud, betreffende de actuele situatie en een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s en de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen. Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld. Kindcentrum Ons Dorp hanteert een Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, die voldoet aan de wettelijke eisen. De beroepskrachten kennen de inhoud van de meldcode en handelen hiernaar. De leidsters van Ons Dorp hebben een EHBO en BHV certificaat en voldoen aan de eisen voor de geldigheidsduur van de certificaten. Verder zijn er op de groep protocollen aanwezig met betrekking op wiegendood, borst- en flesvoeding, hygiëne, veiligheid en gezondheid.
Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 20
HOOFDSTUK 8: EXTRA INFORMATIE BIJLAGE 1: ONTWIKKELINGSLIJN KINDEREN “Ze ontwikkelen op alle fronten, maar met een sterkere zielenimpuls en daardoor extra sterke motivatie en inspiratie”. (bronvermelding: Drs. Aris Otzen. Een stroom van liefde.) Als we een kind vanaf de geboorte voluit schouwen kunnen we een drietal ontwikkelingsstadia onderscheiden. Naast de cognitieve- en de fysieke ontwikkeling is er nog een derde belangrijke ontwikkeling te benoemen. De energetische ontwikkeling, de bewustwording van een kind. Als er geen aandacht en oog is voor deze groei, of om welke reden dan ook geen ruimte is voor deze belangrijke ontwikkeling, zullen er blokkades optreden die de groei en ontwikkeling van het kind ernstig kunnen stagneren of belemmeren. Ons doel en tevens wens voor het oKe-huis is dat we met kennis, respect, aandacht en vertrouwen de energetische ontwikkeling van het kind gaan begeleiden, naast de cognitieve ontwikkeling middels: VVE en de fysieke ontwikkeling middels: Beweegkriebels. De ontwikkeling van de eerste vier fases vindt plaats in de eerste vier levensjaren, de doelgroep van het oKe-huis. De eerste ontwikkelingsfase is de laatste drie maanden van de zwangerschap tot de leeftijd van een jaar. Als dit energiepunt zich goed ontwikkelt, zal een kind gezond, energiek en geaard zijn. Het zal een gevoel van basisveiligheid en basisvertrouwen opbouwen. Is dit energiepunt te gesloten zal een kind angsten ontwikkelen, ongedisciplineerd worden, angst voor tekort ontwikkelen. Wordt dit energiepunt over gestimuleerd dan zal dit overgewicht en hebzucht in de hand werken, vermoeidheid en zwaarmoedigheid kunnen ontwikkelen. Kinderen leren GRONDEN: gerichte aandacht, bewust knuffelen, voeten aandacht, waterspel, kleuren van de aarde, muziek, snoezelen, enz. De tweede ontwikkelingsfase is vanaf een half jaar tot twee jaar. Als dit energiepunt zich goed ontwikkelt, zal een kind in verbinding zijn met gevoel en lichaam, gezonde grenzen kunnen stellen, kunnen koesteren en intimiteit verdragen en aangaan. Is dit energiepunt te gesloten wordt een kind star, niet verbonden met gevoel, moeite met sociale contacten. Wordt dit energiepunt over Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 21
gestimuleerd werk je afhankelijkheid afhankelijkheid en over-emotioneel.
en
manipulatief
gedrag
in
de
hand,
Kinderen leren EMOTIE: gerichte beweegkriebel oefeningen die de doorstroming bevorderen van kruin tot aan de tenen, met name rond de heupen. Hoepels, ballen, muziek, rollen als kroketjes! De derde ontwikkelingsfase is van 1,5 tot vier jaar. Als dit energiepunt zich goed ontwikkelt, zal een kind eigenwaarde, verantwoordelijkheid en zelfvertrouwen ontwikkelen. Het werkwoord willen is belangrijk in deze fase. Is dit energiepunt te gesloten wordt een kind passief, zal het weinig eigenwaarde ontwikkelen, weinig energie hebben en zelfs slachtoffergedrag kunnen gaan vertonen. Wordt dit energiepunt over gestimuleerd werk je agressie, koppigheid, autoritair gedrag in de hand. Kinderen leren IK WIL: hardloop oefeningen, kinderen die op tenen lopen zijn slecht geaard, als kinderen praten met hun eigen naam voorop, in plaats van ik. De vierde ontwikkelingsfase is vanaf drie en een half tot zeven jaar. Als dit energiepunt zich goed ontwikkelt, zal een kind liefdevol, empatisch, evenwichtig zijn. Is dit energiepunt te gesloten wordt een kind eenzaam, kritisch, kil, en krijgt angst voor verbinding in relaties. Wordt dit energiepunt over gestimuleerd werk je jaloezie, afhankelijkheid in de hand en zal een kind sneller over zijn eigen grens laten gaan. Kinderen leren LIEFDE: beweegkriebels: windmolen, snoezelen, VVE opdrachten, voeding, natuur.
Pedagogisch beleidsplan 2013 - 1
Pagina 22