Patiënt & co, design op maat Bijlagenbundel
Studiegebied Gezondheidszorg Opleiding Bachelor in de Ergotherapie Academiejaar 2015-2016 Module Bachelorproef
Promotor De heer Lode Sabbe Hoofdergotherapeut UZ Gent Studenten Indy Lonnoy Matthias Van de Walle
Howest – departement Professionele Bachelors Kortrijk, Campus RDR, Renaat De Rudderlaan 6, 8500 Kortrijk
Inleiding Deze bijlagenbundel hoort bij de bachelorproefscriptie Patiënt & co, design op maat. De behandelde cases worden in dit document uitgebreid toegelicht.
Lijst met afkortingen AM CAD CAM 3D FDM INNOWIZ RC SLS STL Uv UZ VAS VAPH VCWS VDAB
additive manufacturing computer aided design computer aided manufacturing drie dimensionaal fused depositive material Innovation Wizzard revalidatiecentrum selective laser sintering stereo lithografie ultra violet universitair ziekenhuis visuele analoge schaal Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap Valpar Component Work Sample Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling
Verklarende woordenlijst 3D-modelling
het virtueel uittekenen van een voorwerp met een 3D-CAD pakket
additive manufacturing
productieproces waarbij een product tot stand komt door materiaal laag per laag toe te voegen.
codesign
het met de eindgebruiker ontwerpen van een product
conventionele productietechnieken
productietechnieken die reeds lang in de industrie gebruikt worden en waar normen over bestaan
creatieve methodiek
een methodische manier om het creatieve proces te onderbouwen
creative commons
een licentie waaronder de auteur zijn werk ter beschikking stelt voor creatieve doeleinden
direct digital manufacturing
het direct produceren van een digitaal ontwerp zonder dat er veel deelhandelingen aan te pas komen.
forum
website waarop meningen en ervaringen over onderwerpen per onderwerp uitgewisseld worden
fused depositive material
3D print techniek waarbij laagjes materiaal op elkaar gelegd worden
laserscanning
het vertalen van een reëel opbject naar een virtueel 3D model d.m.v. een camera en een laser
gesmolten
1
lasersnijden
het uitbranden van een patron d.m.v. een zeer krachtige laserstraal
mesh modelling
is het opbouwen van een 3D-model door het verbindingen van punten in de ruimte
ontwerpproces
het ontwikkelproces van productidee tot gemaakt product
open source
software waarvan de broncode voor iedereen beschikbaar is en door iedereen te veranderen is
orthese
uitwendig gedragen medisch instrument voor het corrigeren van lichaamsafmetingen
parameters
variabele waaraan een bepaald doel een waarde wordt toegekend
patent
het alleenrecht tot produceren van een product of technologie
persoonlijke fabricage
producten gefabriceerd door de gebruiker
printshop
Winkel waar je kan printen
prothese
vervanging van een ontbrekend lichaamsdeel door een kunstmatig lichaamsdeel
prototype
eerste exemplaar van een nieuw product, na testen wordt deze verder uitgewerkt
Quick and dirty prototyping
het maken van een prototype ter aftoetsing of communicatie van een idee, meestal met eenvoudige materialen
rapid prototyping search engine
snel vervaardigen zoekrobot
van
prototypes
reverse engineering
is het vertalen van een bestaand product naar een 3D-model.
selectief lasersinteren
het selectief aan elkaar smelten van materiaal door het plaatselijk te doen gloeien of smelten
solid modelling
is het opbouwen van een 3D-model aan de hand van wiskundige definities
stakeholder
iemand die betrokken is bij een organisatie, als werknemer, aandeelhouder, leverancier, overheid, e.d. belanghebbende
surface modelling
is het opbouwen van een 3D-model aan de hand van curves
transradiaal
door de radius of onderarm
2
Inhoudstafel Inleiding .............................................................................................................. 1 Lijst met afkortingen ............................................................................................ 1 Verklarende woordenlijst ...................................................................................... 1 Inhoudstafel ........................................................................................................ 3 Case 1: bimanueel sleutelen ................................................................................. 5 Inleiding ........................................................................................................... 5 Patiënt ............................................................................................................. 6 Tijdslijn ............................................................................................................ 7 1. Codesign interventies .................................................................................... 7 Prototype 1 .................................................................................................... 7 Prototype 2 .................................................................................................. 10 Prototype 3 .................................................................................................. 11 Prototype 4 .................................................................................................. 15 2. Usual care: werken met verschillende protheses ........................................... 19 Michelangelo handprothese .......................................................................... 19 Ottobock Axonhook ..................................................................................... 20 Ottobock Workhook ..................................................................................... 22 Resultaten ...................................................................................................... 24 Performantie ................................................................................................ 24 Acceptatie van het hulpmiddel ..................................................................... 26 Case 2: Biefstuk snijden .................................................................................... 28 Inleiding ......................................................................................................... 28 Probleemanalyse ............................................................................................. 29 De patiënt ................................................................................................... 29 Interventie ...................................................................................................... 30 Tijdslijn ....................................................................................................... 31 Bepalen van doelen ...................................................................................... 31 Eerste brainstorm ........................................................................................ 34 Offerte van het ontwerpbureau ..................................................................... 34 Iteratie 1 ..................................................................................................... 35 Iteratie 2: hulpmiddel op basis van 3D-scan hand ........................................ 37 Iteratie 3: ontwerp op basis van 3D-scan kleimodel ....................................... 38 Les 3D-tekenen op vraag van patiënt ............................................................ 43 Iteratie 4: aanpassing van het prototype ....................................................... 43 Resultaat........................................................................................................ 49 3
Performantie ................................................................................................ 49 Acceptatie ................................................................................................... 49 Bijkomende resultaten ................................................................................. 49 Case 3: Computermuis ...................................................................................... 50 Inleiding ......................................................................................................... 50 Probleemanalyse ............................................................................................. 50 De patiënt ................................................................................................... 50 Interventie ...................................................................................................... 52 Tijdslijn ....................................................................................................... 52 Bepalen van doelen ...................................................................................... 52 Codesign ..................................................................................................... 54 Iteratie: 1 & 2 .............................................................................................. 55 Iteratie: 3 & 4 .............................................................................................. 57 Iteratie: 5 & 6 .............................................................................................. 59 Iteratie: 7 & 8 .............................................................................................. 61 Iteratie 9: finaal product .............................................................................. 62 Resultaat........................................................................................................ 64 Performantie ................................................................................................ 64 Acceptatie ................................................................................................... 66 Bijkomende resultaten ................................................................................. 66 Ontwerptijden.................................................................................................... 67 Bijlagen ............................................................................................................. 69
4
Case 1: bimanueel sleutelen
Figuur 1: het laatste prototype wordt getest de werkplaats
Inleiding Aan de hand van deze case wordt onderzocht waar de opportuniteiten en beperkingen van 3D-printen, 3D-CAD ontwerp en codesign liggen in de realiteit van een revalidatiecentrum. De casestudy loopt gedurende de eerste stageperiode van oktober tot december 2015. In deze casestudie wordt codesign parallel doorlopen met de usual care zoals besproken in de methode. Dit project is een samenwerking tussen patiënt, dienst ergotherapie van het UZ-Gent en de industrie. Onder de industrie vallen alle actoren die product gerelateerde diensten aanbieden van ontwerp tot productie. Deze casestudie is gelinkt aan de master thesis van een student Industrieel Ontwerp, die de rol van de industrie op zich neemt.
5
Patiënt De proefpersoon is een 39-jarige zelfstandige automecanicien met een transradiale bovenarmamputatie. Zijn specifieke hulpvraag is het opnieuw bimanueel sleutelen. Bij aanvang van het project beschikt de patiënt over een werkkoker met een lichaamsbekrachtigde werkhaak. De functionaliteit van de werkhaak is onvoldoende om een steeksleutel functioneel te gebruiken. Verder wordt er niet ingegaan op de achtergrond van de testpersoon.
Figuur 2: De huidige werkmogelijkheden van de patiënt
In de usual care krijgt de patiënt binnen de ergotherapie de mogelijkheid om verschillende protheses uit te proberen. Hij krijgt hiervoor training en ondersteuning. Om te evalueren met welke prothese hij best bimanueel kan sleutelen wordt het vierde paneel van de Valpar Component Work Sample (VCWS) getest met alle protheses. Enkel de relevante protheses worden getest. Zo heeft het geen zin om de complexe I-Limb in de werkplaats te testen als de patiënt zijn dagelijkse prothese niet als werkprothese wil inzetten. Als bijkomende interventie wordt aan de hand van codesign een passieve prothese ontwikkeld. Hierbij worden verschillende iteraties gemaakt en getest aan de hand aan de VCWS. Het maken van dit patiënt specifiek hulpmiddel gebeurt door de technische dienst van het revalidatiecentrum. Deze dienst beschikt enkel over conventionele productietechnieken en is niet vertrouwd met moderne productietechnieken. Omdat het ontwerp van een hulpmiddel op maat niet in alle revalidatiecentra aangeboden wordt rekenen we dit ook onder codesign. Deze twee therapievormen lopen parallel met elkaar maar worden hieronder afzonderlijk besproken.
6
Tijdslijn Deze case startte op 19 oktober met een gesprek tussen patiënt, ergotherapeut, ontwerper en technische dienst. De codesign sessies stopten op 2 december 2015. Op 13 april werden deze sessies terug opgenomen wanneer de ontwerper de nieuwe prototypes heeft. CD 4: meting en evaluatie
CD 1: hulpvraag
CD 2: verstelbare steeksleutel
UC: Michelangelo handprothese
CD 3: uitwisselbare sleutels
Werkplaatsbezoek CD 6: testing GTUB
CD 5: GTUB
UC: Ottobock Workhook UC: Ottobock Axonhook
Figuur 3: tijdslijn van de casestudy (CD: codesign sessie met de patiënt; UC: usual care)
1. Codesign interventies Prototype 1
Idee ontwikkeling prototype 1 19-10-2015, locatie: werkplaats ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Robbe Terryn, Matthias, Ergotherapeut Chris Doel: handelingsprobleem in kaart brengen, project opstarten Het project ging van start met het verduidelijken van de hulpvraag van de patiënt. De patiënt had al nagedacht met de technische dienst over hoe zijn hulpmiddel gemaakt kon worden. Zij hadden een idee maar ondervonden moeilijkheden bij de technische uitwerking en het gebruiksgemak. In samenspraak met de student ontwerper werd gezocht naar een oplossing die uitwisselen van sleutels en sleutelen in verschillende standen vereenvoudigd. ergotherapeut hielp de patiënt en de ontwerper met het analyseren van sleutelen als handeling en de daarbij horende afwezige polsfunctionaliteit van geamputeerde lidmaat.
het De het het
De ontwerper vroeg de patiënt naar de gewenste hoek waarin de sleutel zou moeten staan. Op onderstaande foto toont de patiënt wat volgens hem de correcte positie is.
7
Figuur 4: De patiënt toont de gewenste hoek aan
De ergotherapeut vroeg daarop aan de patiënt om eens stil te staan bij alle deelhandelingen die de patiënt moet uitvoeren om een onderdeel van een wagen te vervangen. Hierdoor kwam de patiënt tot het besef dat hij met één hoek niet voldoende zal hebben. Soms moet er in het verlengde van de arm gewerkt worden, soms haaks. Kleine sleutels zijn korter dan grote sleutels wat de lengte tot het sleuteluiteinde ook belangrijk maakt. In overleg werd er gekozen om een hulpmiddel te maken die in verschillende posities verstelbaar is. Het eerste prototype zal vooral dienen om ervaring op te doen. Dit zal ingezet worden tijdens een ergotherapeutische interventie waarbij de patiënt ervaart hoe het hulpmiddel werkt. Terwijl de patiënt zijn mogelijkheden onderzoekt kan de ergotherapeut observeren en waar nodig de patiënt ondersteunen of corrigeren. De ontwerper zal bij observatie inzicht krijgen in het gebruik van het hulpmiddel.
Testfase prototype 1 26-10-2016, locatie: werkplaats ergotherapie, aanwezig: de patiënt, ontwerper, Matthias Doel: de gewenste instelling van de steeksleutel vinden Één week na het overleg waren de onderdelen geprint, gelaserd en geassembleerd met standaardonderdelen. Tijdens een korte interventie kon de patiënt hiermee experimenteren.
Figuur 5: Links: 3D ontwerp van de polsfunctionaliteit, Midden: 3D assemblage van het hulpmiddel, Rechts: het prototype
8
De patiënt testte het hulpmiddel in verschillende hoeken. Zo probeerde hij recht voor zich uit te sleutelen, haaks, en in verschillende hoogtes. Hij gaf aan zeer positief te zijn over het eerste prototype.
Figuur 6: het hulpmiddel gemonteerd op de werkkoker
Figuur 7: de patiënt test het prototype uit
Figuur 8: De ergotherapeut corrigeert de houding van de patiënt
Conclusie prototype 1 Zijn bevindingen waren dat de range of motion van het hulpmiddel voldoende waren. Hij gaf aan dat het 90° draaien van de sleutel een betere functionaliteit zou opleveren. Wel had hij graag een fijnere regeling tussen de hoeken gehad. De ergotherapeut kwam met het idee dat het hulpmiddel de zwakste schakel in de kinetische keten moet zijn. Wanneer de prothesekoker breekt is dit een zeer dure aangelegenheid. De ergotherapeut merkte ook op dat de patiënt veel compenseert met de schouder. De technieker van het revalidatiecentrum was zeer onder de indruk van de mogelijkheden van 3D-printen en wou hier meer over weten.
9
Na het bespreken van de ervaringen en overleg over de mogelijkheden ging de ontwerper opnieuw aan de slag.
Prototype 2
Idee ontwikkeling prototype 2 Na de eerste codesignsessie werd er tijdens de therapiemomenten regelmatig nagedacht over mogelijke oplossingen. De patiënt en ergotherapeut overlegden spontaan, ook de technische dienst dacht na over oplossingen. Alle partijen vermoedden dat er uitwisselbare steeksleutelkoppen bestaan maar niemand wist waar deze te vinden. Op eigen initiatief overlegde de patiënt met zijn leverancier van werkplaatsgereedschap. Hij kwam terug met een catalogus waarin uitwisselbare steeksleutels stonden.
Figuur 9: Kraftwerk momentsleutel met uitwisselbare sleutelkoppen
De patiënt kocht enkele sleutels van deze kit aan om hulpmiddel hierop te baseren. De technische dienst maakt een vaste prothese gebaseerd op deze sleutelkoppen.
Testfase prototype 2 24-11-2015, locatie: werkplaats ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Matthias Doel: Het testen van het hulpmiddel gemaakt op de conventionele manier. Het tweede prototype werd gemaakt door de technische dienst van het revalidatiecentrum UZ-Gent. Hiervoor werden de conventionele technieken zoal lassen, slijpen, boren en draaien van metaal toegepast. De patiënt had reeds de uitwisselbare sleutelkoppen gekocht. Het idee werd snel afgetoetst door de VCWS in verschillende oriëntaties uit te proberen. De patiënt gaf aan dat het niet gemakkelijk was om de juiste positie te vinden om de steeksleutel over de bout te plaatsen. De student ergotherapie wees de patiënt erop dat hij veel met de schouder compenseerde.
10
Figuur 10: werken in verschillende posities
Conclusie prototype 2 De vaste oriëntering van de steeksleutel zorgt ervoor dat de patiënt overmatig moet compenseren om de sleutel juist te positioneren. Dit betekent dat de polsflexie en deviatie belangrijk zijn in deze activiteit.
Prototype 3
Idee ontwikkeling prototype 3 De student ergotherapie met ontwerpervaring werkt verder met deze feedback en ontwikkelt een polsgewricht waarop steeksleutels passen. In overleg met de technische dienst wordt een oplossing gezocht die met de conventionele machines te maken is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van standaardcomponenten.
Figuur 11: polsgewricht met conventionele technieken
11
Al snel blijkt dat dit prototype niet echt bruikbaar is. Het is groot, zwaar en heeft beperkte functionaliteit, omdat de manier van productie te weinig nauwkeurig is. Dit oplossen zou vele uren werk en het gebruik van andere machines vragen volgens de technische dienst. Daarom doet de student ergotherapie met ontwerpervaring een ontwerpvoorstel die met 3D-printing te maken is. Na overleg met de patiënt en de technische dienst aan de hand van een concepttekening werd samen beslist om de verstelling in lengte weg te laten om snel een prototype te hebben.
Figuur 12: het concept uitgetekend door Matthias
Met een voorlopige licentie (30dagen) van Autodesk Inventor werden de onderdelen in 3D uitgetekend. Er werd voor dit pakket gekozen omdat de student ergotherapie reeds 4 jaar op professionele basis met dit programma gewerkt heeft. Het totale ontwerp van concept tot bestellen van de 3D-print nam ongeveer 7uur in beslag. Er werden verschillende offertes opgevraagd bij Materialise OnSite, Shapeways en Triaxis. Prijzen schommelden tussen €202,50 voor ABS bij Materialise OnSite, $27 voor Shapeways Strong & Flexible, en €41,14 voor PC-ABS bij Triaxis. Deze prijzen zijn zonder verzendingskosten. In overleg met het diensthoofd werd gekozen voor een samenwerking met Triaxis omdat zij naast de snelste levertermijn dit project ook met advies kunnen ondersteunen.
Figuur 13: het 3D-geprint prototype
Op basis van deze 3D-bestanden werden er bijkomend offertes aangevraagd om te printen in titanium en carbonvezelversterkt hars. Het carbonvezelversterkte 3Dprint zou €190 kosten. Op de aanvraag bij de titanium 3D-print service kwam geen antwoord.
12
Testfase prototype 3 02-12-2015, locatie: werkplaats ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Matthias Bij aanvang probeerde de patiënt het passieve hulpstuk gemaakt door de technische dienst, prototype 2. Al snel wisselde hij dit met het hulpstuk met polsgewricht. De student ergotherapie vroeg hem waarom hij dat deed. “Kijk met dit hulpmiddel kan ik de sleutel niet goed op de bout plaatsen. Dat is niet goed voor de bout en is niet makkelijk sleutelen.” De patiënt toont dit nog even voor en snel wordt duidelijk dat hij de prothese volledig tegen de wand van het testpaneel moet houden. Ook moet hij afhankelijk van de positie van de bout compenseren met de schouder.
Figuur 14: vast hulpmiddel gemaakt door de technische dienst.
Figuur 15: Links: instellen van het polsgewricht, Rechts: sleutelen langs de achterkant
De patiënt experimenteerde met verschillende hoeken. Hij simuleerde het sleutelen langs de achterkant van de testopstelling. Hierbij was de hefboom niet voldoende om genoeg kracht te kunnen geven om bouten aan te spannen. Door de constructie van de koker kwam alle kracht op de biceps. “Wanneer iets echt vast zit moet ik in het verlengde kunnen werken om macht te geven.” merkte hij op terwijl hij dezelfde handeling met de niet aangedane hand uitvoerde. “Eén ding op voorhand, met de myo-werkhaak kan ik de bout perfect vasthouden om met de andere hand de moer op te draaien.” Gaf de patiënt aan voordat hij aan de test begon. Volgens hem kon hij daardoor sneller werken. Om sneller te werken met
13
de steeksleutel plakte hij deze af met plakband om de bout in de sleutel te positioneren. Uit voorgaande metingen met de Valpar Component Work Sample (VCWS), zie hoofdstuk usual care, werd bevonden dat frustratie, pijn en vermoeidheid in kaart gebracht moet worden. Hiervoor werd de Visueel Analoge Schaal Toegepast (VAS). Bij aanvang van de test werd er aan de patiënt gevraagd om zijn algemene vermoeidheid aan te geven aan de hand van deze VAS schaal. Hij duidde 4 aan. Hij had geen last in de stomp. “De laatste weken is hij enorm goed” gaf de patiënt aan.
Figuur 16: uitvoeren van de test met het polsgewricht in een comfortabele stand
Enkel de eerste rij kon voltooid worden omdat de uitwisselbare steeksleutels niet kleiner gaan dan sleutel 14. Voor de derde en vierde rij is sleutel 13 nodig, voor de vijfde en zesde rij sleutel 10. De cliënt beschikte nog niet over deze sleutels. De eerste rij werd voltooid in 6 min 30 seconden. VAS tevredenheid van 7, “gaat redelijk, ça va” 2e rij werd voltooid na 12 minuten. “Met een ratel zal het nog vlotter gaan denk ik. Nu heb ik niet het gevoel dat ik nog rapper zou kunnen werken.” Hij gaf aan dat hij zich veel meer moet focussen door de open steeksleutel. Hij vindt dat hij met de myo-elektrische prothese de bout beter onder controle heeft omdat hij de bout kan klemmen door de ringsleutel schuin te houden. Uitwisselbare ringsleutels heeft hij nog niet gevonden. Na de meting experimenteerde de patiënt met een ringsleutel die met tape op het prototype bevestigd wordt. Vanuit zittende houding was het niet zo gemakkelijk. Hij moest compenseren met de schouder en deed een te grote abductie. Hierop veranderde hij van houding en ging hij op de knieën zitten. Hij dacht dat hij met een ratel koppelstuk minder zou moeten compenseren. Hij gaf aan dat hij mogelijkheden ziet in het polsgewricht. Hij wist nog niet wat maar zou er ook andere koppelstukken op kunnen steken.
14
Figuur 17: experimenteren met een ringsleutel
Volgens de patiënt ging zijn voorkeur op dat moment naar de Ottobock myoelektrische werktang. Maar hij had schrik dat de connectie met de koker zal breken bij het lossen van een harde bout. Hij vond het wisselen van hand bij de myoelektrische protheses zeer omslachtig. Op het einde van de sessie gaf de patiënt aan dat het proces hem deed nadenken over simpele oplossingen. Hij deelt ook mee dat hij van het RIZIV niets van tegemoetkoming krijgt. “Volgens het RIZIV is mijn handicap niet ernstig genoeg.“ zegt hij spottend terwijl hij zijn stomp in de lucht steekt. “Ok, het werk lukt maar duurt veel langer. Dit betekent dat ik veel meer uren moet kloppen om hetzelfde te verdienen. En dan is er minder tijd voor het huishouden en dat gaat ook al minder snel. Er zijn maar vierentwintig uren in een dag en ik moet ook nog kunnen slapen.” Deze beslissing zal invloed hebben op het budget voor zijn hulpmiddelen.
Conclusie prototype 3 Performantie: Het sleutelen met sleutel 17 lukt in 1 min 19 sec met een tevredenheid van 7 op de VAS. Een ratelsleutelkop zou handig zijn en compensatie verminderen. Acceptatie: Het proces doet hem nadenken over eenvoudige oplossingen. Hij heeft het gevoel nog veel dingen met hulpstuk te kunnen, maar weet nog niet precies wat. De financiering van zijn protheses wordt niet gedekt door het RIZIV.
Prototype 4
Idee ontwikkeling prototype 4 De tussentijdse ontwikkeling na prototype 3 werd opnieuw opgenomen door de student Industrieel Ontwerpen. Hij doorliep de creatieve fase aan de hand van de feedback van de patiënt, de student ergotherapie en de ergotherapeuten van het UZ. Het doel van zijn thesis was het ontwerpen van een kit waarmee de patiënt met een transradiale amputatie kan experimenteren tijdens de zoektocht naar een hulpstuk om op de prothese te plaatsen. Deze kit kreeg de naam Ghent Toolkit Upperextremity Prothesis GTUP. 15
Testfase prototype 4 13-04-2016, locatie: ergotherapiezaal, aanwezig: de patiënt, Student Industrieel Ontwerpen, Matthias De patiënt stelt zelf zijn hulpmiddel samen op basis van de beschikbare onderdelen in de toolkit. Hij onderzoekt de mogelijkheden en stelt vervolgens de gewenste configuratie in.
Figuur 18: de verschillende onderdelen van de kit
Figuur 19: de patiënt stelt de gewenste hoeken in
Figuur 20: Links: eerste test met bimanueel sleutelen, Rechts: gebroken onderdeel
Tijdens het testen werden de limieten van het 3D-printen ondervonden. Het onderdeel was niet sterk genoeg om de test uit te voeren. De student Industreel ontwerper ging hierna terug aan de slag om verbeteringen aan te brengen.
16
Testfase prototype 4 versterkt 18-04-2016, locatie: werkplaats ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Matthias Er werd opnieuw via VCWS getest. Het gebroken onderdeel werd door de student Industrieel ontwerper aangepast op twee manieren en geprint.
Figuur 21: twee mogelijkheden om de sleutel te bevestigen
De patiënt stelde het hulpstuk op de volgens hem beste manier samen. Hij verkoos ervoor om de sleutel rechtop te zetten om een beter zicht te hebben en het hulpmiddel minder te moeten instellen. “Ik denk dat ik anders te ver achteruit zit. Het is een compromis tussen de verste en de dichtste” legde hij uit. Hij gaf aan dat hij meer vrijheden heeft met dit ontwerp waardoor dit mogelijk is.
Figuur 22: Links: instellen van het hulpmiddel, Rechts: gebruik tijdens de test
Voor aanvang:
VAS pijn: 2 “nee, ça va”, VAS vermoeidheid: “maandaggevoel” Hij heeft last van ochtendstijfheid in de stomp omdat hij geen kiné heeft gehad.
Testverloop:
1e rij: o o o
4’ 30, sleutel 17, VAS pijn: 0 Zet bout op tafel met linker hand en steekt de rondel erover. Werkt op het gemak, en compenseert niet in de schouder Spant de bouten hard aan 17
2e rij: 9’50, VAS Pijn: 0, VAS ongemak: 2
Geeft aan dat er tegenover de bolkop meer instelmogelijkheden zijn.
Alle mogelijkheden, ook naar beneden en boven Actieradius is groter zonder te moeten compenseren Het spansysteem vindt hij: “goed, in feite vrij eenvoudig” Zou je het anders doen? “niet echt. Ik zie niet echt iets om te verbeteren buiten misschien de sterkte” De dikte van het volledig geprinte koppelstuk voor de sleutel vindt hij wat dik. “Misschien minder gemakkelijk wanneer ik ergens tussen moet.“ “De sleutel zit beter vast dan de gewone myo-elektrische hand.” Dan de werktang? : “misschien, we moeten kijken wat het zegt.” “Het grootste nadeel is de koker van de werkprothese.” Lang aandoen weerhoudt hem om de werkkoker te gebruiken.
Observaties:
Vervangt eenhandig de onderdelen Compenseert niet in de schouder Werkt op het gemak en vertelt ondertussen
Conclusie prototype 4 Performantie: Het sleutelen duurt 1 min 5 sec per bout. Hij heeft alle instelmogelijkheden en kan dit eenhandig instellen. Het spansysteem is volgens hem vrij eenvoudig. Enkel de sterkte zou hij verbeteren. Acceptatie: Het grootste nadeel van het hulpmiddel is de werkkoker. Hij vindt het vervelend om telkens van koker te verwisselen en de werkkoker lang aan te doen. De patiënt ervaart geen pijn, en een ongemak van VAS 2.
18
2. Usual care: werken met verschillende protheses Michelangelo handprothese 23-10-2015, locatie: werkplaats ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Matthias
Figuur 23: Michelangelo myo-elektrische handprothese
Aan de hand van de VCWS, paneel 4 bimanueel sleutelen, werd er objectief gemeten hoeveel tijd er nodig is om 27 bouten en moeren op het paneel te monteren. Door deze test met verschillende protheses uit te voeren kon de patiënt naast zijn subjectieve bevinding ook objectief de protheses vergelijken op snelheid van het uitvoeren van sleutelwerkzaamheden. De testopstelling werd voor hem geplaatst, op 10cm van de tafelrand met paneel 5 naar zich toe gericht. Paneel 4 werd aan de rechterhand geplaatst daar links nu de meest functionele hand is. Aan de patiënt werd gevraagd de test uit te voeren aan het tempo waarop hij werkzaamheden in de garage zou uitvoeren. Het was hierbij de bedoeling dat hij enerzijds met de prothese oefent op sleutelen en anderzijds de metingen kon vergelijken. Hij voerde de test uit met de myo-elektrische oefenhand die standaard van het revalidatiecentrum. Deze heeft slechts één functionaliteit: open – dicht met een driepunts- of cilindergreep.
Observatie: • •
•
•
Tussenringen waren moeilijk vast te nemen De steeksleutels bleven niet geklemd tussen de vingers van de prothese. De patiënt gaf aan dat werken met sleutel 17 beter ging omdat de schroefdraad groter is. Hij stak de tussenringen aan rechterzijde met de linkerhand op. Hierbij neemt hij een slechte houding aan. Na de vijfde moer gaf de patiënt aan dat dit zeer frustrerend werken is. Hij liet veel tussenringen vallen. Soms kwamen de boutjes los en vielen deze bij het manueel opdraaien. Wegens het aflopen van de therapiesessie werd de test gestopt na 21 bouten gemonteerd te hebben. Na afloop van de test gaf de patiënt aan te verlangen naar zijn werkprothese.
19
Figuur 24: sleutelen met de myo-elektrische hand
Na de test werd geëxperimenteerd met gereedschap die hij met de cilindergreep kan vastgrijpen. Een dopschroevendraaier kan beter vastgehouden worden.
Figuur 25: Sleutelen met een dopschroevendraaier
Conclusie Performantie: Tijdens de test vielen de steeksleutels veel uit de hand door de beperkte grijpfunctie. Het monteren duurde 2 min 52 sec per bout of een totaal van 3625.71 seconden. De patiënt moest veel compenseren met de schouder om de steeksleutel goed over de bout te positioneren. Acceptatie: De patiënt gaf aan dat het zeer frustrerend werken is.
Ottobock Axonhook 13-11-2015, locatie: werkplaats ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Matthias, ergotherapeute Lien
Figuur 26: uitvoeren van de VCWS 1 paneel 4 met de Michelangelo werkhaak
20
De patiënt voert de VCWS1-paneel 4 uit met de Ottobock Axonhook. Dit is een myoelektrische werkhaak met open-dicht functie en polsrotator. De test werd op dezelfde manier afgenomen.
Observatie De patiënt werkte constant verder maar was niet gehaast. De steeksleutels vielen een aantal keren uit de prothese, 4x voor sleutel 17, 4x voor sleutel 13, en 1x bij sleutel 10. In tegenstelling tot de myo-elektrische hand kon de patiënt sleutel 10 wel voldoende vasthouden. Bij de derde keer dat de sleutel uit de prothese valt gromde de patiënt. Hij nam een bout en tussenring met de linkerhand en monteerde deze in het gat. Met de top van de prothese hield hij de bout tegen en draaide de moer op. Vervolgens nam hij de ringsleutel in de prothese en gebruikte deze om de bout tegen te houden. Met de steeksleutel in de linkerhand draaide hij de moer verder op. Het handvast opspannen lukte. Hij gaf aan dat hij de sleutel kon klemmen en fixeren om de bouten aan te spannen. Dit deed hij door de sleutel langs de boven- of onderkant van het vaste element te positioneren. Bij hard aanspannen gleed de sleutel uit de prothese. Hij haalde de sleutel met de linkerhand uit de prothese en legde deze op tafel. De polsrotator gebruikte hij bij het begin van een nieuwe rij om compensatie in de schouder te voorkomen. 1e rij 17 min, Bij het vragen hoe hem dit lukte antwoorde de patiënt met “ça va”. Tijdens de afname van de test gaf ergotherapeute Lien de opmerking dat de VAS gebruikt kan worden om de subjectieve ervaringen in kaart te brengen. Deze werd vanaf dit moment toegepast. 2e rij 13,5 min, VAS hoe goed lukt u dit? “10 t.o.v. de test met de myo-elektrische hand.” Hij gaf aan dat dit een 8 zou zijn t.o.v. zijn definitieve werkprothese. Hij gaf een aanpassing aan. Een beetje plakband op de ringsleutel zou het monteren van een moer versnellen. De moer zou hierdoor in de sleutel kleven en er dus niet uitvallen. VAS frustratie? “Geen prothese gerelateerde frustratie, wel rond de test en vermoeidheid speelt parten.” 3e rij 21 min, VAS vermoeidheid 2,5, algemeen ongemak in de spieren Fluit tijdens het sleutelen. Tijdens de test kreeg hij een belangrijke telefoon en nam op. Hij hield de telefoon tussen hoofd en schouder. Hij stopte niet met sleutelen, zijn tempo daalde ook niet en hij bleef de prothese correct aansturen. 4e rij 28 min, 5e rij 38 min, VAS vermoeidheid: 3,8 VAS frustratie: 10 voor de test 21
6e rij 45min VAS vermoeidheid: 4,5 in linkerschouder, 2 in spieren gebruikt om prothese aan te sturen. Hij gaf aan dat de haak goed reageert. VAS tevredenheid van de opdracht: 7 “’t is vrij vlot gegaan”
Conclusie Performantie: Het monteren van de bouten duurde 2715 seconden of 1min 40sec per bout. Rekening houden met het feit dat hij op een rustige manier tewerk ging. Zijn tempo kan zeker opgedreven worden. Acceptatie: De tevredenheid van de opdracht scoort hij met een 7.
Ottobock Workhook 24-11-2015 Sessie 11-12h
Figuur 27: Ottobock Workhook
De Ottobock Workhook heeft slechts één functionaliteit: open – dicht maar deze heeft meerder grijpfuncties. Zo is er een lateraal- en cilindergreep voorzien door het ontwerp van de prothese. De prothese heeft een scharnier ter hoogte van de pols die manueel verstelbaar is.
Observatie: Voor aanvang werden vermoeidheid en pijn bevraagd: VAS 1 vermoeidheid,VAS 1 pijn: “door de koude heb ik het gevoel van trekken in de stomp. Maar dat zal verbeteren tijdens het werken”. In tegenstelling tot het werken met de vorige prothese loste de sleutel niet uit de werktang. Hij nam alle bouten vast met de werktang zonder deze te laten vallen. 1e rij: 6’, sleutel 17 is geen enkele keer gevallen 2e rij: 10’ 30” 3e rij: 15’ 30”, sleutel 13: VAS lukken 6.5, VAS frustratie prothese: çava 2,5 (geeft aan dat andere prothese een betere batterij heeft) “Deze prothese is koudgevoeliger maar heeft wel veel meer mogelijkheden”
22
4e rij: 19’ 22”: VAS vermoeidheid algemeen: 2,7 “de stomp is goed aan het opwarmen” 5e rij: 25’ 20”, sleutel 10: “nu gaat mijn frustratie beginnen” o o o o
Opvallende lateroflexie van het hoofd naar links Compenseert niet in de schouder Laat de kleine sleutel niet vallen Denkt aan extra hulpstukken om op de werktang te bevestigen
6e rij: 30’ 15” o o o o o o o
Houdt de sleutel anders vast Compenseert niet Heeft geen last in de schouder Frustratie met de test, niet met de werktang Tevredenheid 9,5/10. Doet een vreugdedansje VAS vermoeidheid concentratie: 2,5 VAS vermoeidheid stomp 2
Hij geeft nog aan dat het moeilijk is om ‘achter de hoek’ te sleutelen omdat hij teveel moet compenseren.
Figuur 28, 30: werken met de Ottobock werktang
De patiënt gaf uitleg over hoe de constructeur bepaalt hoeveel tijd bepaalde handelingen kosten. Deze tijden worden gebruikt bij de expertise van een schadegeval. Maar deze tijden zijn gebaseerd op een 'normaal' persoon = werken in ideale omstandigheden.
Conclusie Performantie: Het monteren van de bouten duurt 1815 seconden of 1 min 7 sec per bout. Deze waarde komt overeen met 55% van het MTM. Met deze prothese heeft hij goede controle over de sleutel en compenseert hij weinig. Negatieve punten van deze prothese zijn de verminderde reactiesnelheid bij koude, kleinere batterij en het moeilijker achter de hoek sleutelen. 23
Acceptatie: Algemeen ligt de frustratie met de prothese in deze activiteit laag VAS 2. Ook de vermoeidheid van de stomp is laag VAS 2. De tevredenheid scoort hij 9.5/10. De patiënt denkt na over hulpstukken die hij op te prothese kan monteren. De patiënt gaf aan dat de constructeurs bepalen hoeveel tijd een herstelling in beslag neemt. Dit heeft invloed op het aantal uren die hij aan de verzekeringen kan doorrekenen bij een herstelling.
Resultaten Performantie De performantie van de verschillende protheses op gebied van bimanueel sleutelen wordt zoals vooropgesteld objectief gemeten aan de hand van het vierde paneel van de Valpar Component Work Sample (VCWS). Hiermee kunnen usual care en het taakspecifieke codesign hulpmiddel op het gebied van performantie met elkaar vergeleken worden. Om de performantie in realiteit te meten kreeg de patiënt de kans om het hulpmiddel in de werkplaats uit te testen. De resultaten hiervan worden onder praktijkervaring besproken.
Performantie volgens de VCWS De resultaten van de verschillende testen met de Valpar Component Work Sample (VCWS) worden in onderstaande tabel samengevat. gem. sec/ bout
Problemen
Michelangelo Hand
2min 53s
De sleutel kan amper vastgehouden worden.
Ottobock Axonhook
1min 40s
Ottobock Workhook
1min 7s
De sleutels vallen uit de werkhaak: 4x voor sleutel 17, 4x voor sleutel 13, en slechts 1x voor sleutel 10 “Kan niet gemakkelijk achter de hoek sleutelen”
GTUB
1min 5s
Heeft nog geen uitwisselbare sleutel 10 en 13
Mogelijkheden
Frustratie en vermoeidheid
Cilindergreep om een schroevendraaier vast te houden. Actieve polsrotator
Na de 5e bout geeft de patiënt aan zich te frustreren.
Goeie klemming en afstelmogelijkheden
Frustratie en vermoeidheid nemen niet toe gedurende de test Geen toename in frustratie of vermoeidheid.
Stelt de prothese optimaal in en geeft aan alle hoeken aan te kunnen
Vermoeidheid stijgt van VAS 2,5 bij aanvang naar 4,5 bij afloop.
Tabel 2: Vergelijking van de protheses
24
gemiddelde tijd per bout montagetijd in seconden
200
173
150 100 100
67
65
Ottobock Workhook
GTUB
50 0 Michelangelo Hand
Ottobock Axonhook
Figuur 1: Visuele weergave van de sleuteltijden
Performantie volgens praktijkervaring 29-04-2016, 8:30 – 9:30, locatie: Werkplaats, aanwezig: de patiënt, Matthias Ter evaluatie van het prototype werd een werkplaatsbezoek georganiseerd. Op basis van deze evaluatie werden definitieve onderdelen in metaal gemaakt. Tijdens dit werkbezoek werd ook de eindmeting afgenomen aan de hand van een vragenlijst. Een besluit op performantieniveau uit deze bijlage: “Hetgeen wat ik wou kunnen kan ik (bimanueel sleutelen). En het heeft uitbreidingsmogelijkheden. Ik denk bijvoorbeeld aan een pin, doorslag, schroevendraaier. Maar binnen een jaar zal ik daar meer zicht op hebben als ik er eens fulltime mee gewerkt heb.” Wat heeft u verrast? “Dat het compact geworden is tegenover het bolkop prototype”. Heeft u nieuwe wensen? “Momenteel niet, we zullen zien na een jaar gebruiken”.
Vragen van de ontwerper Eerst worden de technische aspecten van het hulpmiddel besproken om de ontwerper feedback te geven. Dit waren zijn bevindingen: “ça va, … goe. Ik heb er wel niet zoveel mee gedaan. Maar ’t geen ik wou doen ga wel. Wat het hulpmiddel betreft is bereikt wat ik voor ogen had. Én surplus. Met tijd zal ik wel ondervinden wat ik tekort heb. Na een jaar zal dit wel duidelijk worden. Ik denk dat het bijvoorbeeld moet lukken om een klopper (keukenmateriaal) op te zetten. Het enige ambetante is dat je de spanbanden telkens kapot moet knippen en vervangen. Dat gaat niet vlot.” Hij gaf aan dat er geen dingen zijn waaraan hij zich stoort en dat de toolkit hem geholpen heeft bij de zoektocht naar zijn hulpmiddel. “Er is iets uitgekomen dat praktisch is”. Verder zou hij het gebruik van deze toolkit aanraden aan andere patienten om te exploreren: “maar het hangt meer af van wat die patiënt zoekt. Patiënten die zoveel mogelijk willen herkunnen gaan er veel mee kunnen doen. Zo zou je er stukjes kunnen inklikken zoals een mes. Als een mes recht staat is dat moeilijk aan tafel. Je stoot dan met de elleboog tegen de persoon naast je.” 25
Wat wil je nu precies in de stalen versie, nadat je hebt kunnen testen met de kunststof versie? “hetzelfde zoals ik nu kan. Metaal zal natuurlijk wel veel zwaarder zijn en dat zal misschien wel lastig zijn om mee te werken.”
Figuur 29: de gewenste configuratie
Acceptatie van het hulpmiddel Aan de hand van een gestructureerd open interview wordt de codesign als interventie geëvalueerd. Het volledige interview zit in bijlage. De patiënt staat algemeen positief tegenover hulpmiddelen. Hij vindt dat hij daardoor onafhankelijker is. Ook zijn directe omgeving reageert positief. In de ruimere omgeving merkt de patiënt op dat mensen vooral: “verschietachtig en vragend kijken”. Hij gaat liever het gesprek niet aan als er geen vragen gesteld worden. Invloed op zijn zelfbeeld heeft dit volgens hem niet. Hij geeft aan zich niet te schamen voor het hulpmiddel. De patiënt vindt het samen ontwikkelen van een hulpmiddel op maat een meerwaarde. Hij maakt hierbij de bedenking dat het wel betaalbaar moet blijven. Hij geeft aan dat er geluisterd werd naar zijn noden en dat dit anders is dan het gewoon aanbieden van bestaande hulpmiddelen door een verstrekker. Ook het samen doorlopen van het ontwerpproces gaf hem inzicht in het trial en error proces.
Gebruik in de werkplaats Na de bespreking over codesign toont de patiënt enkele voorbeelden van bimanueel sleutelen in de werkplaats. Hij heeft momenteel geen opdracht maar simuleert voor welke opdrachten hij de sleutelprothese kan gebruiken. Terwijl hij onder de auto staat, beantwoordt hij de telefoon. Hij klemt de telefoon tussen rechter schouder en oor en stelt ondertussen de juiste hoek van de prothese in. Hieraan is te zien dat de patiënt zonder moeilijkheden de prothese kan instellen.
26
Figuur 30: bimanueel sleutelen twee praktische voorbeelden
Financiële component Tijdens het gesprek geeft de patiënt aan slecht nieuws te hebben. Zijn vraag om een tweede myo-elektrische koker om als werkkoker te gebruiken werd afgekeurd. Dit betekent dat er financieel geen tussenkomst is. De patiënt kan nu enkel nog zijn aanvraag indienen bij de VDAB onder de noemer werkpostaanpassing. Praktisch zou dit betekenen dat hij de Michelangelo hand zou moeten gebruiken in de werkplaats. Uit de testen blijkt dit de minst performante optie voor bimanueel sleutelen. Voor het hulpmiddel op maat heeft de patiënt 250 - 1000 euro over, afhankelijk van de zekerheid en service als er iets breekt (kunnen herstellen). Hoe hij dit zal financieren is hij nog aan het onderzoeken.
27
Case 2: Biefstuk snijden
Figuur 31: biefstuk snijden met het hulpmiddel
Inleiding De focus van de tweede en derde casestudy is het uitvoeren van een volwaardige reeks van codesign interventies met 3D-printing. De uitkomst van deze interventies is een hulpmiddel op maat die een oplossing biedt voor de hulpvraag van de cliënt waar nu geen bestaande oplossing voor is. Voorafgaand aan de interventies wordt de cliënt geselecteerd op basis van de selectiecriteria zoals weergegeven in de literatuurstudie. Uit de evaluatie van de eerste casestudie kwam dat het codesign proces gestructureerd moet verlopen. Op basis van de literatuurstudie wordt de INNOWIZ ontwerpmethodologie gebruikt om het ontwerpproces te structureren. Een gestructureerd open interview, pre en post, wordt gebruikt om het subjectieve aspect van codesign in kaart te brengen. Het MOHO wordt gebruikt om de cliënt te kaderen. Het procesmodel van het MOHO is een leidraad in het interventieproces. De belangrijkste informatie wordt opgesteld in een designbrief. Voor het 3D-ontwerp van het hulpmiddel zal onderzocht worden of er beroep gedaan kan worden op een professionele partner. Tijdens vorige casestudy werden op het prototyping 2015 event contacten gelegd. Samen met het diensthoofd, de verantwoordelijke ergotherapeuten en de zaakvoerder werd een mogelijke 28
samenwerking besproken. Op basis van de opgestelde designbrief zal een offerte aangevraagd worden. The Engineering Network (TEN) zou als industriële partner kunnen dienen omdat zij alle kennis en mogelijkheden in huis hebben voor dit project. Verder wordt ook gekeken wat er op online databases zoals Thingiverse en GrabCad reeds beschikbaar is van 3D-modellen die gebruikt of gehackt kunnen worden.
Probleemanalyse De eerste stap binnen het proces is het bedenken van relevante vragen die aan de patiënt gesteld moeten worden. Deze worden verweven in het gestructureerd open interview in de bijlage codesign nulmeting.
De patiënt De tweede stap is het verzamelen van informatie over de cliënt aan de hand van deze nulmeting. Deze informatie van de patiënt wordt hieronder beschreven in het Model Of Human Occupation.
Menselijke componenten De patiënt is een 23-jarige man die revalideert in het revalidatiecentrum van het UZ-Gent. Hij onderging een amputatie van de wijs-, middel- en ringvinger aan de rechter hand ten gevolge van een werkongeval.
Wil Persoonlijke effectiviteit: de patiënt vindt het vervelend dat hij zijn vlees niet zelf kan snijden. Zachte voeding kan hij snijden door de vork in aangedane zijde te fixeren terwijl hij met links snijdt. Voor biefstuk moet hij hulp vragen en hij geeft aan dit graag zelfstandig te kunnen. Het fietsen wil hij terug op professioneel niveau opnemen. Zijn amputatie weerhoudt hem niet om te trainen. Voor competitie voelt hij zich niet klaar omdat het vasthouden van zijn stuur moeilijker verloopt. Waarden: Zelfstandigheid vindt de patiënt een belangrijke eigenschap. Hij is niet graag tot last en vindt het kleinerend als iemand zijn eten moet snijden. Hij heeft niets tegen hulpmiddelen omdat ze zijn zelfstandigheid vergroten. Daartegenover vindt hij het wel belangrijk dat hulpmiddelen niet teveel opvallen. Zo vindt hij het belangrijk dat een prothese of orthese in huidskleur gemaakt wordt omdat zijn vriendin het nog steeds moeilijk heeft met de amputatie. Hij is positief ingesteld en geeft aan een grote interesse te hebben in dit project. Interesses: de patiënt is technisch geschoold en heeft interesse in techniek. Naast fietsen is ook karpervissen één van zijn passies.
Gewenning Tijdens zijn revalidatiefase gaat de patiënt nog steeds om met het herontdekken van de amputatie.
29
Uitvoeringsvermogen Verandering in handfunctionaliteit door amputatie DII, DIII en DIV. Hierdoor zijn functionele grepen zoals pincetgreep, sleutelgreep en cilindergreep niet meer mogelijk. De patiënt compenseert deze grepen door het grijpen tussen duim en pink. Naast een verminderde functionaliteit is er in de pink reeds last van overbelasting.
Handelingsniveaus Problemen in participatie door de amputatie ervaart de patiënt vooral in het gebied van zelfzorg en productiviteit. De drie problemen die hij als belangrijkste naar voor brengt zijn het vasthouden van zijn mountainbike stuur, het snijden van vlees en het sleutelen aan de fiets. Deze problemen worden voornamelijk beïnvloed door de verminderde uitvoeringsmogelijkheden als gevolg van zijn amputatie.
Omgevingsfactoren Economische condities: werkongeval (verzekeringsdossier) Culturele condities: westerse cultuur Politieke condities: minder van toepassing Handelingssituaties:
Voorwerpen die de persoon gebruikt: handspalk in aanvraag, prothese werd reeds uitgesloten door niveau van amputatie Handelingsvormen of taken: op restaurant, onderhoud van de fiets, fietsen op semiprofessioneel niveau Ruimten waarin de persoon handelt: restaurant, openbaar, thuis Sociale groepen waarin de persoon handelt: veel kennissen in technische beroepen en steeds goede contacten met zijn school, kennis bij de bandagist, lid van een wielerclub, patiënt in het revalidatiecentrum
Stakeholders: De patiënt, als gebruiker/cliënt, met zijn omgeving, partner, familie en vrienden Matthias Van De Walle, student ergotherapie Howest Lode Sabbe, diensthoofd ergotherapie UZ-Gent TEN The Engineering Network
Interventie De interventie is het samen ontwikkelen van een hulpmiddel op maat. Hiervoor wordt in sessies van 1 à 2 uur het ontwerpproces doorlopen. De patiënt is telkens betrokken bij de brainstorm en de evaluatie van het prototype. Het ontwerp van deze case wordt uitbesteed of gedaan door de student ergotherapie vanuit zijn rol als ontwerper.
30
Tijdslijn De tijdslijn is opgesteld om een overzicht te bieden in deze scriptie. Omdat er bij aanvang van dit project veel onbekenden zijn werd er geen planning opgesteld. Act case I Check case I Do case I Plan case I
Act case II & III Check case II & III Do case II & III Plan case II & III
Figuur 32: tijdslijn van de interventies
Bepalen van doelen 17-03-2016, locatie: atelier ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Matthias
Open interview Aan de hand van een gestructureerd open interview werd de focus van de interventie bepaald. De patiënt gaf de drie grootste problemen en wensen aan: een hulpmiddel om zijn fietsstuur beter vast te nemen, een hulpmiddel om zelfstandig een biefstuk te snijden en een hulpmiddel om aan zijn fiets te werken. Op basis van belangrijkheid en haalbaarheid werd in overleg gekozen om het hulpstuk om een biefstuk te snijden uit te werken.
Analyse van het handelen Door de afwezigheid van de wijs-, middel- en ringvinger kan het mes of de vork niet krachtig genoeg vastgehouden worden. Het snijden van biefstuk lukt niet met de rechterhand omdat de hand het mes niet genoeg omklemt. Het vasthouden van het vlees met de vork in de rechterhand en snijden met links lukt evenmin. Nu moet de maaltijd voorbereid worden door derden. Het prikken in biefstuk met de rechter hand lukt niet. De patiënt probeert zijn rechterhand zoveel mogelijk te ontlasten door alles met links te doen. Dit zorgt voor overbelasting en pijnklachten. Bij het herpositioneren van het bestek in de rechterhand wordt de linkerhand gebruikt. Bijvoorbeeld om te veranderen van positie tussen prikken en opscheppen.
Figuur 33: Links: voorkeurshouding van mes en vork, Rechts: detail vasthouden van de vork
31
Figuur 34: Links: prikken met rechts, Rechts: snijden met rechts
Figuur 35: Links: prikken met de linkerhand, rechts: opscheppen met de rechterhand
De cliënt geeft aan dat hij automatisch het mes met rechts neemt en telkens moet wisselen van hand om te snijden. Dit vindt hij vervelend. Hij heeft kracht genoeg maar na lang gebruik krijgt hij pijn in de pink. Hij prikt en snijdt nu met de linkerhand. Hij ondervindt daardoor overbelasting in de pink van de rechterhand bij het stabiliseren van de vork tijdens het snijden.
INNOWIZ methodologie De hulpvraag en ontwerpopdracht werd aan de hand van volgende creativiteitstechnieken uitgediept: Ideal final result, 5W’s, List of demands.
Ideal final result Gelijkaardig in functie en esthetiek aan een gewoon hand wanneer het om een orthese gaat. Een vork die op een magische manier blijft staan wanneer het om een hulpmiddel gaat.
5 W’s Who: 23-jarige enthousiaste man met passie voor cyclisme. Hij heeft een amputatie van de wijs-, middel- en ringvinger in zijn rechterhand. What: Het comfortabel kunnen snijden van taaie stukken vlees en positioneren van het mes in de aangedane hand. When: minimaal 1x per dag gebruiken 32
Why: om de ergonomie ter verbeteren, overbelasting van de pink te voorkomen en zelfstandigheid te vergroten, het vlees niet door een ander te laten snijden. Where: Thuis of op restaurant. How: Het vlees niet door anderen laten snijden.
List of demands Uiteindelijk wordt aan de hand van deze techniek een lijst opgesteld van alle voorwaarden waaraan het ontwerp moet voldoen. Dit zijn meteen de doelen van de codesign. Performantie Stabilisatie Prikken Snijden Opbergen / meenemen Hygiëne Bediening Bijkomend
Esthetiek Kleur: Vorm:
moet de vork of het mes moet goed vast kunnen houden moet gemakkelijk in biefstuk kunnen prikken moet gemakkelijk biefstuk kunnen snijden niet stigmatiserend op restaurant moet afwasbaar zijn, eventueel in de vaatwasser Is met één hand aan te doen of in te stellen Verschillende types vorken en messen bruikbaar om andere zaken vast te nemen, fietsstuur, gereedschap om aan de fiets te werken
Huidskleur, zo realistisch mogelijk Zo dicht mogelijk bij de vorm van echte vingers. Peergroup speelt hierin primaire rol Zo onopvallend mogelijk Technische materialen mogen
Hulpvraag De patiënt snijdt op een zelfstandige en ergonomische manier zijn vlees.
Designbrief Als besluit van de eerste brainstormfase werd samen met de patiënt een designbrief opgesteld. Dit had als bedoeling om de betrokken partijen te informeren over het project. Op basis van deze designbrief kon het ontwerpbureau een offerte maken. De volledige brief is te vinden in bijlage. 02/05/2016 werd als deadline voor het finale product vooropgesteld.
Ontwerpvraag Maak een orthese die gewoon bestek kan fixeren, op een ergonomische en esthetisch aanvaardbare manier. De orthese moet met de niet aangedane hand te bevestigen en in te stellen zijn. Of maak een bestek waarmee de cliënt op een ergonomische en niet stigmatiserende manier kan eten.
33
Eerste brainstorm 17-03-2016, locatie: werkplaats ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Matthias In eerste instantie werd het probleem uiteengetrokken. Dit werd gedaan aan de hand van de Innowiz technieken. Het was de bedoeling dat de patiënt ruimer ging denken. De patiënt was gefixeerd op een oplossing die technisch niet haalbaar leek zijn binnen de termijn van de interventies (mechanische vingerprothese met boal klemmen). De technieken die gebruikt werden zijn, de 9 windows, Cherry split, TRIZ lotusbloem techniek. De patiënt gaf aan geïnteresseerd te zijn in deze technieken. Hij werkte actief mee en bracht creatieve ideeën aan. Op het einde van de sessie gaf de patiënt aan dat hij nieuwe ideeën had en benieuwd te zijn naar wat het eindresultaat.
Figuur 36: Tijdens de brainstorm
Offerte van het ontwerpbureau 06-04-2016, locatie: bureau diensthoofd ergotherapie, Aanwezig: verantwoordelijken ergotherpie UZ-Gent, Projectmanager van The Engineering Network, Matthias & Indy Op basis van de designbrief maakte The Engineering Network een offerte. Zij deelden het proces op in verschillende fases, gebaseerd op hun ontwerpproces:
Design brief (8u) = overdracht, plan van aanpak en vastleggen van de scope van het project Functional analysis (24u) = volledige analyse van het probleem. In deze fase kunnen ontwerper en ergotherapeut overleggen om vooral de richting te bepalen waar er naartoe gewerkt wordt en wat we functioneel met het te ontwerpen product willen doen. Specification review (8u) = overzichtsdocument met pakket van de eisen Ideation (24u) = morfological mapping is het in kaart brengen van alle mogelijke opties van verbindingen, functies en de mogelijke combinaties. Hier brengt de ergotherapeut ook zijn ervaring bij. Concept development (64u) = uitwerken in 3D Prototyping (24u)
34
Concept review (8u) = bespreking van het prototype. Dit wordt als laatste stap gezien binnen dit project. TEN kan nog verder gaan tot en met productielijnen en de opstart van de testproductie.
Het budget werd geraamd tussen 5.000 en 10.000€. Dit budget is te groot bevonden door het UZ-Gent. Daarom werd beslist om voorlopig geen samenwerking te voorzien.
Iteratie 1
Brainstorm De patiënt heeft de wens om een prothese te maken die manueel in verschillende posities in te stellen is. Om de haalbaarheid te onderzoeken wordt er beroep gedaan op databases waar 3D-CAD bestanden gedeeld worden. Bestaande tekeningen kunnen gebruikt worden om een prothese te maken. Autodesk 123D-Catch kan gebruikt worden om via fotometrie een 3D-CAD model te maken op basis van foto’s.
Ontwerp 3D-scan van de hand 14-04-2016, locatie: werkplaats ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Matthias Tijdens de codesign interventie werden foto’s genomen van de hand. Deze foto’s dienden om op basis van fotometrie het 3D-model te maken. Het maken van dit 3Dmodel nam 3,5u in beslag. De eerder lange tijdspanne komt voornamelijk doordat het programma de foto’s online verwerkt en de eerste poging niet goed was. Dit bleek een nadeel van deze technologie.
Figuur 37: 3D-scan met 123D-Catch op basis van foto's
35
De 3D-scan was niet optimaal. Door de beperkte kwaliteit van de technologie van fotometrie bevatte het model heel wat foutjes. Zo werkten huidrimpels en andere details als storende elementen in het 3D-model. Het opkuisen van dit model in Blender tot op een aanvaardbaar niveau nam nog steeds 4 u in beslag.
3D-files op databases Zoals in de literatuur besproken bestaan er reeds heel wat 3D-modellen op internet. Op de website Thingiverse bestaan er reeds 3D-print protheses.
Figuur 38: Links: Wrist brace van piuLAB, Midden: Raptor Reloaded van e-NABLE, Rechts: Flexy Hand van Gyrobot
De scan van de hand wordt samen met de gedownloade 3D-bestanden van de Flexy Hand in Blender geïmporteerd. Blender is een artistiek 3D-tekenpakket dat nagenoeg met alle types 3D-CAD data overweg kan. Tijdens het ontwerp van de prothese hand wordt snel duidelijk dat de locatie van de amputatie de beperkende factor is om een functionele prothese te maken. Het metacarpaal phalangiaal gewricht (MCP) is nog aanwezig in de hand maar niet functioneel. Dit betekent dat er niet genoeg plaats is om dit gewricht na te bootsen in de prothese. De oplossing hiervoor is een intensieve ontwerpopdracht. Ook naar sterkte van de 3D-print inzake het vasthouden van het stuur zijn er twijfels.
Figuur 39: links een 3D-print orthese van de thingiverse database, rechts: 3D-scan van de hand
36
Figuur 40: virtueel beeld van het concept van de vingerprothese
Conclusie Het ontwerp van een vingerprothese vergt nog veel bijkomend onderzoek rond de duurzaamheid van de bewegende onderdelen, locatie van scharnierpunten, bevestiging op de hand en sterkte van het 3D-printmateriaal. Het ontwerp hiervan valt buiten de mogelijkheden van deze onderzoeksopzet. Complexe ontwerpen zoals een prothese zijn niet haalbaar binnen dit onderzoek. Er zijn te veel onbekende factoren die niet binnen de scope van dit onderzoek vallen.
Iteratie 2: hulpmiddel op basis van 3D-scan hand
Brainstorm Aan de hand van de reeds opgestelde designbrief werd een hulpmiddel ontworpen. De focus was hierbij het ergonomisch hanteren van alle messen. Het ontwerp begon met conceptuele tekeningen om het ontwerp te bestuderen en op punt te stellen alvorens in 3D te tekenen. Er werden verschillende pistes bedacht om een oplossing te vinden die voldoen aan alle criteria.
Figuur 41: ontwerptekeningen
37
Ontwerp Op basis van de 3D-scan van de hand werd een 3D-ontwerp van het hulpmiddel gemaakt. Met het 3D-CAD programma Autodesk Inventor 2016 werd een mes in de juist positie tegenover de hand geplaatst. De virtuele assemblage van de hand en het mes bood de mogelijkheid om gedetailleerd te onderzoeken welke ruimte gebruikt kan worden om hand en mes optimaal met elkaar te verbinden. Er werden verschillende concepten uitgeprobeerd. Het CAD-programma laat toe om nauwkeurig te ontwerpen. Eens een onderdeel uitgetekend is kan het heel gemakkelijk aangepast worden. Toch had Inventor een probleem met de 3D-scan van de hand. Deze bestaat uit heel veel kleine vlakjes waardoor het overnemen van de oppervlaktes niet lukt. De data is te complex voor deze solid modeller. Voor bijkomend achtergrondinformatie wordt naar de CAD-bijlage verwezen.
Figuur 42: Eerste concept in Autodesk Inventor
Vanuit mijn rol als designer had de student ergotherapeut te weinig informatie om meteen in 3D te werken. Wegens teveel onbekende factoren kon het ontwerp niet afgewerkt worden.
Conclusie Om de onbekende parameters te onderzoeken moet er nauwer met de patiënt samengewerkt worden. De patiënt moet aangeven wat hij als prettig of storend ervaart. De ergotherapeut moet gerichte observatie informatie geven over het correcte en ergonomische gebruik van het mes.
Iteratie 3: ontwerp op basis van 3D-scan kleimodel
Brainstorm 18-04-2016, locatie: eetzaal revalidatiecentrum, aanwezig: de patiënt, Matthias Tijdens een nieuwe codesign sessie werd overlegd hoe het concept vervolledigd kan worden. Samen met de patiënt werd gebrainstormd rond de problemen die niet opgelost raakten. Hij dacht hierbij na over hoe hij het hulpmiddel het liefst wil vasthouden, wat hij prettig of als storend ervaart en hij dacht mee over hoe het product er zou kunnen uitzien. Er werden tekeningen gemaakt en de patiënt had een actieve inbreng.
38
Figuur 43: brainstorm met de patiënt
Het abstracte denken is niet eenvoudig. De patiënt had nood aan het ervaren van het concept. Vanuit de rol handelingsdiagnosticus heeft de student ergotherapie nood aan het observeren van de patiënt om gerichte informatie te verkrijgen voor het ontwerp. Vanuit de rol adaptation & design is concrete informatie nodig om te weten welke zones van de hand gebruikt mogen worden. Een quick en dirty prototype en reverse engineering waren opportuun. Tijdens de sessie werd deze alternatieve methode ingezet. Net zoals in casestudy 3 werd er klei gebruikt om het hulpmiddel vorm te geven. De patiënt werd gevraagd om met een blok klei het concept te modelleren tot hij een comfortabele vorm bekomt. Hij ging hiermee aan de slag en het resultaat werd na uitharding gebruikt voor de 3D-scan.
Figuur 44: patiënt experimenteert met klei
Ontwerp 3D-scan werd opnieuw met Autodesk 123D-Catch gemaakt. Om het witte oppervlak te optimaliseren voor de scan werden extra details aangebracht met een marker. Na het berekenen van het 3D-model werden hierdoor fouten in het model sneller zichtbaar.
39
Figuur 45: voorbereiding van het kleimodel voor de 3D-scan
Op basis van de scan werd in Blender een nieuw 3D-ontwerp van het hulpmiddel gemaakt. Het ontwerpen hiervan nam 20u in beslag. Dit is een relatief lange tijdspanne door de leercurve van het programma.
Figuur 46: virtuele voorstelling van het hulpmiddel
Blender had de beperking dat het werken met schaal niet optimaal is. Voordat het ontwerp geprint werd, moest het model eerst op de juiste schaal gebracht worden. Dit kon met het open source programma FreeCAD.
3D-printing Op basis van het 3D-model werd een offerte aangevraagd bij de 3D-printshop. Zij gingen na of het onderdeel geprint kon worden, deden een voorstel van materiaal, kostprijs en levertermijn. Optie A: ABS (Wit) FDM resolutie 0,1mm Levertermijn 2à3 werkdagen € 52,75 inc. BTW Optie B: PA-12 nylon (Wit) SLS resolutie 0,1mm Levertermijn +/- 5 werkdagen € 151,80 inc. BTW Omdat dit het eerste prototype is en de student ergotherapie uit zijn ervaring als ontwerper weet dat daar meestal foutjes in zitten, werd gekozen voor optie A. Het materiaal is iets minder sterk en gevoeliger aan vochtigheid maar zeker voldoende sterk om mee te testen. 40
Evaluatie 27-04-2016, locatie: werkplaats ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Matthias De 3D-print werd tijdens een korte sessie van 20min geëvalueerd. De patiënt sneed met verschillende messen in klei en gaf zijn bevindingen terwijl de ergotherapeut observeerde en vragen stelde.
De bevindingen en reacties van de patiënt:
“Een smaller mes is iets moeilijker.” Geeft aan dat de pink ontlast wordt. “Ik kan ook trekken, dat scheelt. “ “Er is hier een bobbeltje dat vervelend is bij het snijden. Kan zijn omdat ik mijn beweging doe.” (stomp) “mohow. ’t Gaat vlotjes” reageert hij enthousiast tijdens het snijden. “Het ziet er wel neig vet uit met dat 3D-printen”.
Observatie:
De positie van de duim is niet optimaal. De hand verschuift tijdens het snijden.
Figuur 47: de positie van de duim
Gebruik in verschillende omgevingen 03-05-2016, Locatie: werkplaats ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Matthias Na de eerste evaluatie nam de patiënt zijn hulpmiddel mee naar huis om dit gedurende een week te proberen. Hij stelde zelfs voor om het hulpmiddel op restaurant uit te proberen.
41
Figuur 48: Links: de patiënt test het hulpmiddel tijdens de maaltijd thuis, Rechts: de patiënt doet zelf een brainstorm
Feedback van de patiënt: Positief Universeel voor andere dingen Lepel, vork?, ijslepel, pizzasnijder Goed voor ontlasten van de pink Geen negatieve reactie van de omgeving (ober op restaurant reageerde er niet op) Goed drukverdeling en vermogen -> goede snijbeweging Bij vuil makkelijk te reinigen Makkelijk opbergbaar Pols stabilisatie beter
Negatief Iets moeilijker voor kleine messen. Mogelijke oplossing: silicone fitting waar mes in gefixeerd wordt. Is silicone een oplossing? Kleur wit valt op maar niet storend voor mijzelf. Kan dit gepersonaliseerd worden? Antislip, is dit een meerwaarde of niet. Zone antislip aangeduid.
Figuur 49: aanpassing met anti-slip
Tijdens de interventie werd een stuk antislip op maat gesneden om de impact van grip te ondervinden. Dit wordt als beter ervaren. In de observatie was merkbaar dat de pols flexie te groot is en de positionering van de duim niet optimaal is. Er werd samen geopteerd om achteraan een extra steun te plaatsen tussen pink- en duimmuis zodat de trekbeweging ook tegengehouden wordt. Ook de hoek van het mes moest 10° aangepast worden.
Conclusie De patiënt was enthousiast over het hulpmiddel. Hij kon het hulpmiddel in zijn omgeving en sociale groepen uittesten. Hierop gaf hij gerichtere feedback van wat 42
goed en slecht is dan tijdens de interventie. De patiënt maakte een lijst van positieve en negatieve aspecten en bracht ideeën aan voor mogelijke oplossingen. Op basis hiervan werden een nieuw 3D-model en een nieuwe 3D-print gemaakt.
Les 3D-tekenen op vraag van patiënt 11-05-2016, locatie: werkplaats ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Matthias Op vraag van de patiënt werd een sessie 3D-CAD gegeven met Blender. Hij had interesse om zelf te kunnen tekenen. De sessie duurt één uur. Tijdens de interventie werd uitleg gegeven aan de hand van het 3D-model van de eerste iteratie. De ontwerpproblemen van deze iteratie werden besproken. Hij begreep dat door de complexiteit en de beperkingen van het materiaal niet voor deze dynamische orthese gekozen wordt. Toch gaf hij aan op lange termijn verder te willen werken op dit concept. De patiënt dacht actief na over werkoriëntering. “Als ik mijn eigen hulpmiddel kan ontwerpen kan dit zelfs mooi zijn op een sollicitatiegesprek”.
Iteratie 4: aanpassing van het prototype
Brainstorm 04-05-2016, locatie: werkplaats ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Matthias Tijdens de aanpassing van het 3D-model was het moeilijk om dit meteen correct te doen in 3D. Daarom werd er met Play-Doh snel een aanpassing gemaakt waarvan opnieuw een 3D-scan gemaakt werd met de 123D catch fotometrie software.
Figuur 50: aanpassingen met Playdough
Ontwerp Het aanpassen nam 12u in beslag. Dit is tijdrovend door de beperkingen van het CAD-programma. Alle punten moeten namelijk afzonderlijk aangepast worden. Een surface modeller zoals Rhinoceros zou dit veel sneller kunnen.
43
Figuur 51: eerste en tweede versie onder elkaar
3D-printing Offerte: ABS (Wit) FDM resolutie 0,1mm, aceton behandeling Levertermijn 2à3 werkdagen € 58,96 inc. BTW
Evaluatie 17-05-2016, 8:00-10:00, locatie: keuken ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Matthias Doel: snijden van een steak ter evaluatie van verschillende messen
Eerste bevindingen van het prototype Als eerste stap werden verschillende messen geprobeerd om de positie van de vingers, hand, arm en schouder te evalueren. “Het mes beweegt niet meer, de duim voelt beter door de afronding en de verhoging aan de achterkant is ook beter, de flap aan de pink (pinkmuis) is ook beter. De hoek van het mes zou misschien nog groter mogen zijn.”
Figuur 52: Links: messen van het RC, Rechts: mes in de orthese
44
Figuur 53: van links naar rechts: ergonomisch handvat, verdikt handvat, standaard schilmes, schilmes met orthese
Bij een passieve positionering was de compensatie bij de ergonomische messen nagenoeg hetzelfde als bij de orthese. De patiënt gaf wel aan dat hij bij deze ergonomische messen spanning voelde in de pink. Bij het standaard schilmes was er geen compensatie in de schouder maar wel veel spanning in de hand. Het hanteren van het hulpmiddel omschreef hij als comfortabel zonder spanningen. Omdat het biefstuk nog niet aangekomen was wordt een appel gesneden met verschillende messen om het prototype af te toetsen.
Snijden van een appel
Hulpmiddel VAS persoonlijke effectiviteit: 7-8 “vrij tamelijk” “redelijk goed maar het mes loopt soms weg” Mogelijkheid tot verbetering: “vastheid van het mes, eventueel antislip”
Figuur 54: aanpassing met antislip
De patiënt bracht zelf antislip aan. Hij stak de antislip in de ruimte voorzien voor het mes. Hij houdt het mes omgekeerd en deze valt er niet uit. “Pretty fixed” zegt hij al lachend. “Ik dacht eerst dat de antislip langs de bovenkant zou moeten. Maar nu zie ik dat het eigenlijk hier moet.”
45
Hulpmiddel met antislip Hoe goed lukt het snijden: VAS 8-9 Belasting van de pink: VAS 2 (0 is niets – 10 onhoudbaar) Mes zonder spalk Hoe goed lukt het snijden: VAS 5-6 Belasting van de pink: VAS 5 Mes met ergonomisch handvat hoe goed lukt het snijden: VAS 4-5 Belasting van de pink: VAS 5-6 “Esthetisch ziet het er niet uit. De 3D-print vind ik veel wijzer.”
Drukmetingen met de E-link Het standaardmes, het ergonomisch mes en het hulpmiddel werden getest aan de hand van drukmetingen met de E-link. Hierdoor konden objectieve meetwaarden met elkaar vergeleken worden. type mes Neerwaartse drukkracht
Trekkracht
Voorwaartse duwkracht
Meetwaarde VAS pijn kgs Standaard mes 1,6 6 Mes met 3,1 5-6 “op de stomp een tintelend ergonomisch handvat gevoel door de druk” 3D geprint 4,3 0 “geen pijn na het beter hulpmiddel positioneren van de hand” Niet aangedane hand 3,9 Standaard mes 3,6 6 “druk op de pink” Mes met 6,5 3 “viel goed mee” ergonomisch handvat Hulpmiddel 5,9 3 “de ergonomie van het hulpmiddel is veel bruikbaarder” Standaard mes 3,1 6-7 “pink” Mes met 3,6 4-5 ergonomisch handvat Hulpmiddel 3,8 2-3
Figuur 55: objectieve en subjectieve meetwaarden
Figuur 56: testen met de E-link sensor
46
Steak snijden De uiteindelijke performantie werd getest tijdens het snijden van een biefstuk. De patiënt gebruikte hiervoor het 3D-geprint hulpmiddel met antislip, een mes met ergonomisch handvat en een gewoon mes. Tijdens deze test gaf de patiënt volgende zaken aan:
mes met ergonomisch handvat VAS lukken: “ook redelijk goe” “maar ik voel dat ik de spieren in mijn schouder meer moet opspannen om de kracht te kunnen zetten.” gewone mes: “ik voel dat meteen in mijn pink” 3D-geprint hulpmiddel: o scoort hij 8-9/10 op tevredenheid o “Dat is veel beter” o “het is veel beter met de antislip” o “En je zou ook denken dat het te lomp is om vast te nemen omdat het toch eigenlijk redelijk groot is. Maar het zit totaal niet in de weg of zo. Het hindert niet. Ge zit niet tegen uw bord of zo. o “En het lukt goed. Ergonomisch denk ik ook. De schouder staat ook niet vré hoog of vré laag. “
Figuur 57: snijden van het biefstuk
Conclusie Performantie De patiënt scoorde het snijden met het hulpmiddel 8-9 op 10 op vlak van tevredenheid. Uit de drukmetingen kwam naar voor dat hij vooral meer neerwaartse druk kon uitoefenen, 4.3kgs met het hulpmiddel tegenover 3,1 kgs met het mes met ergonomische handgreep en 3,9 kgs met een gewoon mes in de niet aangedane hand. Er was weinig verschil in de drukmeetwaarden tussen de trek- en duwbeweging. Bij deze bewegingen was er wel een duidelijk verschil in ervaring van ongemak. De VAS-score voor pijn varieerde bij het gewone mes tussen 5 en 7, bij het mes met ergonomisch handvat van 3 tot 6, voor het hulpmiddel tussen 0 en 3. Dit gaf een duidelijke verbetering in comfort weer. Vooral de verminderde belasting in de pink en verminderde tintelend gevoel in de stomp gaf de patiënt als verbetering aan. 47
De patiënt scoort het hulpmiddel aan de hand van de vooropgestelde criteria qua tevredenheid. Performantie Criteria Stabilisatie: moet de vork of het mes goed kunnen vasthouden Prikken: moet gemakkelijk in biefstuk kunnen prikken Opbergen / meenemen: bv op restaurant, niet stigmatiserend Hygiëne: moet afwasbaar zijn, eventueel in de vaatwasser Verschillende types vorken en messen Is met één hand aan te doen Bijkomend: bruikbaar om andere zaken vast te nemen (fietsstuur en gereedschap) Esthetiek Criteria Zo dicht mogelijk bij de huidskleur Zo onopvallend mogelijk Acceptabel voor vriendin
Voldaan: score tussen 0 en 10 8 9 8 8 7 8 9
Voldaan: score tussen 0 en 10 Kleur nog niet beschikbaar bij de 3Dprint leverancier. Wel in bestelling. 7 7
Figuur 58: aftoetsen aan de vooropgestelde criteria
Het hulpmiddel kan nog verbeterd worden door antislip te voorzien in de uitsparing voor het mes. Bijkomend moet nog een oneffenheid weggewerkt worden.
Acceptatie De acceptatie van het hulpmiddel wordt bevraagd aan de hand van de eindmetingvragenlijst. Dit is een semigestructureerd kwalitatief interview. Hierin geeft de patiënt aan zich niet te schamen voor het hulpmiddel. Hij gebruikte het hulpmiddel reeds op restaurant. Hij geeft aan positief te staan tegenover het hulpmiddel, ook hulpmiddelen in het algemeen. De grootste invloed op zijn zelfbeeld i.v.m. het hulpmiddelgebruik is zijn vriendin. Dit scoort hij VAS 4,5 tegenover VAS 2 maximum voor zichzelf. Het esthetische aspect voor zijn vriendin heeft een VAS 3 van invloed op het gebruiken van het hulpmiddel. Zijn positieve reacties op het hulpmiddel: het zier er mooi uitziet, mensen begrijpen dat dit hulpmiddel handig is, en ze juichen proces van zoeken naar een oplossing en 3D-printen toe.
48
Resultaat Performantie Op het niveau van performantie voldoet het prototype aan nagenoeg alle vooropgestelde eisen. De patiënt kan op een ergonomische manier zijn biefstuk snijden en scoort deze handeling 8-9/10 op tevredenheid. Tegenover the usual care, het aanbieden van bestaande ergonomische messen, is er vooral een objectieve verbetering in drukkracht bij het snijden en een subjectieve verbetering door afname in pijnklachten.
Acceptatie Op het niveau van acceptatie scoort het hulpmiddel ook beter dan de ergonomische messen. Vooral de vormgeving en de 3D-printtechniek geeft de patiënt als positief aan. Hij geeft aan zich niet voor hulpmiddelen te schamen maar zou het laten van gebruiken in aanwezigheid van zijn vriendin. Dat de omgeving zijn proces kon volgen blijkt uit de vragenlijst ook een positieve invloed te hebben op het aanvaarden van dit hulpmiddel.
Bijkomende resultaten De creativiteitstechnieken hielpen de patiënt om zijn kijk te verbreden en zich niet te fixeren op één oplossing. De patiënt is zich tijdens de eindmeting bewust van de ergonomische houding en neiging tot compensatie. Hij reflecteert zelf op zijn houding tijdens het gebruik van verschillende messen. De opmerkingen “maar ik voel dat ik de spieren in mijn schouder meer moet opspannen om de kracht te kunnen zetten. “ en “De schouder staat ook niet vré hoog of vré laag.” zijn hier voorbeelden van. Dit betekent dat de patiënt het ergonomisch advies van de ergotherapeut tijdens de codesignsessies opgenomen heeft en actief toepast. De patiënt heeft een grote interesse in het 3D-printen. Hij installeerde zelf het 3Dpakket en ging hier actief mee aan de slag. Hij onderzoekt of hij zich kan bijscholen om te heroriënteren nu een job met handenarbeid minder geschikt is. De patiënt gaf aan nieuwe mogelijkheden in deze manier van werken te zien en misschien later zelf hulpstukken te ontwerpen. De patiënt geeft aan dat het proces nog sneller zou mogen verlopen en rekening moet houden met hoe lang patiënten opgenomen zijn in het revalidatiecentrum.
49
Case 3: Computermuis
Inleiding Het doel van deze casestudie is een volwaardige reeks van codesign interventies met 3D-printing uit te voeren. De uitkomst van deze interventies is een hulpmiddel op maat die een oplossing biedt voor de hulpvraag van de cliënt waar nu geen bestaande oplossing voor is. Voorafgaand aan de interventies worden de patiënten geselecteerd op basis van de selectiecriteria zoals weergegeven in de literatuurstudie. Er wordt een pre meting afgenomen om de hulpvragen, het netwerk en de invloed van stigma in kaart te brengen. Deze meting is een gestructureerd open interview.
Probleemanalyse Net zoals in de derde case begon het project met een semigestructureerd kwalitatief interview om de probleemstelling en verwachtingen in kaart te brengen. Zie hiervoor de Codesign nulmeting case 3.
De patiënt De verzamelde informatie over de cliënt aan de hand van de nulmeting wordt hieronder beschreven in het MOHO.
Menselijke component De patiënt is een vrouw van 45 jaar met een passie voor sport en koken. Ook werken is voor haar een passie, ze is lerares Engels en aardrijkskunde . Ten gevolge van necrose/ischemie (Steptococcen pyogenes sepsis) heeft de patiënt een bilaterale onderbeen amputatie, gedeeltelijke amputatie van digit II –IV rechts en amputatie van digit II links.
50
Wil Persoonlijke effectiviteit: de patiënt vindt het moeilijk om haar computer te bedienen, hierbij ondervindt ze vaak klachten bij langdurig gebruik. De moeilijkheid ligt hem bij het klikken met de computermuis, hierbij moet ze haar houding aanpassen om de knoppen te kunnen indrukken. De patiënt wil terug aan het werk en hiervoor moet ze haar computer op een efficiënte manier kunnen bedienen. Waarden: De patiënt vindt zelfstandigheid zeer belangrijk. Ze heeft geen negatief beeld tegenover hulpmiddelen. De patiënt maar wil alles zelfstandig kunnen met zo weinig mogelijk hulpmiddelen. Ze is positief ingesteld tegen om deel te nemen aan dit project. Interesses: De interesses van de patiënten liggen vooral in sport en koken. Hiernaast is haar job ook een grote drijfveer in haar persoonlijk leven.
Gewenning Bij het bedienen van haar laptop gebruikt de patiënt nu voornamelijk een trackpad. Dit doet ze met haar linker hand waarbij ze aangeeft dat dit niet zo vlot verloopt. Tijdens het bedienen van haar laptop is er vaak compensatie vanuit het polsgewricht die wat later kunnen leiden tot RSI-klachten.
Uitvoeringvermogen Verandering in handfunctionaliteit door gedeeltelijke amputatie DII, DII en DIV. Hierdoor zijn functionele grepen zoals sleutelgreep en cilindergreep moeilijker dan voordien, en pincetgreep onmogelijk.
Handelingsniveau Problemen in participatie door de amputaties ervaart de patiënt vooral in het gebied van productiviteit. De drie problemen die ze als belangrijkste naar voor brengt, zijn het bedienen van haar computer, het snijden van vlees en het schakelen met de wagen. Deze drie problemen worden voornamelijk beïnvloed door de verminderde uitvoeringsmogelijkheden als gevolg van haar amputaties.
Omgevingsfactoren Economische condities: Ziekenfonds + RIZIV Culturele condities: westerse cultuur Politieke condities: minder van toepassing Handelingssituaties:
Voorwerpen die de persoon gebruikt: Liners, prothesen Handelingsvormen of taken: Lesgeven met computer, mails lezen + beantwoorden, vrije tijd Ruimten waarin de persoon handelt: School, openbaar, thuis Sociale groepen waarin de persoon handelt: Collega’s binnen de werkomgeving Eigen studio bij ouders (kangoeroe wonen) Patiënt in het revalidatiecentrum
51
Stakeholders
De patiënt, gebruiker/cliënt De omgeving van de cliënt, partner, familie, collega’sen vrienden Indy Lonnoy, student ergotherapie Howest Lode Sabbe, diensthoofd ergotherapie UZ-Gent Chris Rabaey, Ergotherapeut UZ Gent Lien Van Peteghem, AGR
Interventie De interventie is het samen ontwikkelen van een hulpmiddel op maat. Hiervoor wordt in sessies van 1 à 2 uur het ontwerpproces doorlopen. De patiënt is telkens betrokken bij de brainstorm, prototyping en de evaluatie van het prototype. Het definitief ontwerp van deze case wordt uitbesteed of gedaan door Indy met ondersteuning van Matthias.
Tijdslijn De tijdslijn is opgesteld om een overzicht te bieden in deze bachelorproef. Deadline van het finaal product wordt bij aanvang op 02/05/2016 gepland. INNOWIZ: Eerste brainstorm Iteratie 1&2 Bepalen doelen
Iteratie 5&6
Iteratie 3&4
Iteratie 9: finaal product
Iteratie 7&8
Afgewerkt product: Testing + eindmeting
Afgewerkt product
Figuur 59: Tijdslijn van de interventies
Bepalen van doelen 17-03-2016, locatie: metaalatelier ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Indy
Open interview Aan de hand van een semigestructureerd kwalitatief interview, de nulmeting in bijlage, werd de focus van de interventie bepaald. De patiënt gaf de drie grootste problemen en wensen aan: efficiënt een computer bedienen, een hulpmiddel om makkelijker vlees te snijden en een aanpassing voor de versnellingspook. Op basis van belangrijkheid en haalbaarheid werd één van de wensen aangepakt. In overleg werd gekozen om de computerbediening aan te pakken, dit met zicht op werkhervatting. Bij haar werk als lerares heeft de patiënt voornamelijk een computer nodig voor het sturen van mails, bedienen van een PowerPointpresentaties, het opmaken van examens/taken en ingeven van punten op het online leerplatform.
52
Analyse van het handelen De analyse van handelen gaat gecombineerd met een marktonderzoek. De conclusie van het marktonderzoek resulteert in de opzet van het codesignproces.
Usual care In tegenstelling tot de tweede case wordt hier begonnen met usual care. Hierin werden twee bestaande producten getest de ergonomische Handshoemouse en een ergonomische Gaming Mouse van het merk Trust. De patiënt gaf feedback na het experimenteren met beide muizen. Deze feedback wordt geschetst in een kader waarbij de verwachte en onverwachte criteria in kaart worden gebracht.
Handshoemouse Vorm is ok en kan gelijkaardig zijn voor ons prototype. Knoppen zijn ter hoogte van DIP straal II & III. Hierbij is er compensatie nodig om bij deze knoppen te reiken. Mogelijkheid om te scrollen met de duim. Prototype moet compacter zijn. Verwacht
Positief Mooi design
Onverwacht
Makkelijk te bewegen
Negatief Klikfuncties enkel te hanteren mits compensatie in het polsgewricht. Kleur is levenloos (doorzichtig) Te groot
Tabel 2: beoordelingskader van de Handshoemouse
Trust Onmogelijk om knoppen te bedienen op ergonomische manier. Vorm is niet goed. Het is compacter dan de Handshoemouse, wat als positief wordt ervaren. Verwacht
Positief Compacter dan Handshoemouse
Negatief Klikfunctie enkel te hanteren mits compensatie in het polsgewricht.
Onverwacht
/
Lelijk
Tabel 3: beoordelingskader van de Trust Gaming muis
Conclusie Beide computermuizen hebben voor- en nadelen, doch zijn beide computermuizen niet optimaal. Het marktonderzoek verschafte de patiënt inzicht over het opstellen van mogelijke voorwaarden waaraan de computermuis moet voldoen. Deze criteria: compact, ergonomie en design worden later opgenomen in het ontwerp.
Hulpvraag De patiënt bedient op een efficiënte en ergonomische manier haar computer.
Performantie De patiënt neemt het hulpmiddel mee van huis naar haar werk. De patiënt bergt het hulpmiddel eenvoudig op. De patiënt heeft na langdurig gebruik van het hulpmiddel (+2u) geen pijnklachten in haar schouder, elleboog of hand. De patiënt kan het hulpmiddel makkelijk hanteren.
53
Acceptatie De patiënt gebruikt het hulpmiddel effectief, dit zowel thuis als op haar werk. De patiënt heeft een positievere kijk op het gebruik van hulpmiddelen.
Ontwerpvraag In deze case werd geen designbrief opgesteld omdat er niet werd gekeken om met externe organisaties samen te werken. Er werd wel een duidelijke ontwerpvraag gesteld door de patiënt: maak een aangepaste computermuis, die persoonlijk en op maat gemaakt is.
Codesign Aan de hand van de creativiteitstool INNOWIZ krijgt dit proces vorm. Hierbij biedt de creativiteitstool ondersteuning binnen het ontwerpproces, voornamelijk bij de ideegeneratie.
INNOWIZ methodologie 21-03-2016, locatie: metaalatelier ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Indy Hierbij wordt gebruik gemaakt van 4 creativiteitstechnieken: een brainstorm, List of demands, 5W1H en biomimicry. Dit diende om een breder beeld te hebben op het probleem en de mogelijke oplossing ervan.
Brainstorm In eerste instantie wordt het probleem uiteen getrokken met de brainstorm / mindmapping techniek. Het is de bedoeling dat de patiënt ruimer gaat denken over het gekozen probleem: Computermuis. De term computermuis werd centraal geplaatst en er werden hierrond ideeën gezocht. Enkele zaken die hier aanbod kwamen zijn: besturing, lelijk & saai, coördinaten, …
Figuur 60: Tijdens de brainstorm
5W1H Bij deze INNOWIZ-techniek moeten er antwoorden geformuleerd worden op de 5W’s. Who: De patiënt: een 45 jarige vrouw met interesse in sport. What: Het comfortabel en ergonomoisch kunnen hanteren van een computermuis. When: Minimaal 1x per dag gebruiken, deadline: begin mei 2016. Why: Betere ergonomie + hulp bij het werken Where: Thuis of op het werk. How: Minder pijnklachten tijdens het werken op een pc. 54
Biomimicry Biomimicry of het nabootsen van da natuur werd gebruikt om te brainstormen rond ergonomie en vormgeving. Hierbij werd naar de context van de patiënt gekeken, namelijk werkende op een maritieme school. Samen werd er naar een link gezocht tussen een computermuis en de natuur, namelijk de zee/oceaan. Er werd vast gesteld dat er vaak ideeën vanuit de brainstorm terug aan bod kwamen.
List of demands Als besluit werd de techniek List Of Demands toegepast. Via deze techniek werden alle noden en wensen van de cliënt opgenomen. Ze werden verdeeld in 2 categorieën: functie en esthetiek. Iedere wens wordt gescoord van 0 tot 10 qua belangrijkheid. Performantie Mechanische stevigheid Functioneel Bedieningslens Ecologisch Gebruiksvriendelijk Ergonomisch
Belangrijkheid 9/10 10/10 9/10 7/10 8/10 9/10
Esthetiek Niet te groot (compact) Hip/mooi
Belangrijkheid 8/10 7/10
Tabel 4: list of demands case 3
Het functionele aspect is belangrijker dan het esthetische aspect. Prioriteit zal dus het functionele aspect zijn. Dit wil niet zeggen dat er met het esthetische geen rekening zal gehouden worden. Op het vlak van esthetiek zei de patiënt: “beter totaal iets anders dan een beetje anders”.Daarom wordt er gekozen om rond het concept van een rog het ontwerpen te starten.
Plannen van de sessies De volgende stap is het ontwerpen van de concepten. Bij aanvang van de codesignsessies werd er telkens overlegd hoe de iteratie aangepakt zou worden, welk materiaal er gekozen wordt en waarom. Iedere sessie worden er 1 tot 2 iteraties gemaakt. Na het maken van de prototypes werden deze getest en vergeleken met de vooropgestelde criteria. Vervolgens werd een conclusie opgesteld die meegenomen werd naar de volgende sessie.
Iteratie: 1 & 2 11-04-2016, locatie: metaalatelier ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Indy Deze prototypes werden gemaakt om het omhulsel van de computermuis te visualiseren.
Brainstorm Met Play-Doh werd een computermuis gemaakt die voor de patiënt comfortabel in de hand ligt en voldoende ondersteuning biedt voor haar hand. Hierbij werd er 55
rekening gehouden met de vooropgestelde wensen en noden. Er werd naar het ontwerp van een rog toegewerkt. Als kennismaking met prototyping werd voor het eerste materiaal Play-Doh gekozen. Als aanpak werd gekozen voor quick & dirty prototyping, omdat dit een snelle visuele resultaat heeft.
Ontwerp Prototype 1 De patiënt vertrok vanuit een bol Play-Doh en bouwde vervolgens rond de bol verder. Hierbij werd er naar de contouren van een rog gewerkt. De patiënt nam vooral de leidende rol op zich, de student ergotherapie de assisterend rol.
Figuur 61: Prototype 1
Prototype 2 Bij prototype 2 werd een andere aanpak geprobeerd. Deze maal plaatste de patiënt haar hand opnieuw op een bol Play-Doh en bouwde de student ergotherapie verder rond de bol. Het doel van deze aanpak was het bekomen van een stabielere houding in het polsgewricht.
Figuur 4: Prototype 2
Figuur 62: Prototype 2 + hand patiënt
Evaluatie Prototype 1 De ergonomie is niet goed: er is geen ondersteuning ter hoogte van de duim en pink. (Carpaal I & V). De hellingshoek waarin de pols zich bevindt is niet goed. Deze hellingshoek moet groter zijn.
56
Prototype 2 De patiënt gaf aan dat deze manier van werken een beter resultaat gaf. Ergonomie: De hellingshoek was beter/groter en carpaal I & V zijn ondersteund. De patiënt gaf aan dat de ergonomie niet voldoende goed was.
Materiaal Niet stevig genoeg en vormloos, het materiaal blijft niet permanent dezelfde vorm. Door de zwaartekracht valt het prototype in elkaar.
Conclusie Bij de volgende prototypes moet er meer rekening gehouden worden met de ergonomie van de hand en het polsgewricht. Tevens moet er meer toegewerkt worden naar een neutrale stand van het polsgewricht. Ander materiaal voor prototyping zou een beter resultaat geven. Positieve en negatieve punten van het prototype moeten beter in kaart gebracht worden. Zo kunnen de mogelijkheden tot verbetering overzichtelijk weergegeven worden. De manier van aanpakken: quick & dirty, zal in volgende prototypes ook gebruikt worden.
Iteratie: 3 & 4 15-04-2016, metaalatelier ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Indy Deze prototypes werden gemaakt om het omhulsel van de computermuis te modelleren.
Brainstorm Bij deze prototypes werd er gewerkt met een ander materiaal, namelijk klei die we vervolgens laten uitharden. Dit kan een beter en permanent resultaat leveren. Om de te verbeteren criteria beter in kaart te brengen worden verwachte en onverwachte, negatieve en positieve aspecten afgetoetst bij de patiënt. Deze methode wordt aangeleerd in de opleidingmodule Design For Every One binnen de bachelor ergotherapie.
57
Ontwerp Uit vorige prototypes werd bevonden dat de aanpak van het modelleren rond de patiënt het meest effectief was. Voor dit prototype werd dezelfde aanpak gebruikt.
Prototype 3 Hierbij wordt het accent op de contouren van een rog gelegd.
Figuur 63: Bovenaanzicht Prototype 3
Figuur 64: Vooraanzicht prototype 3
Prototype 4 Bij dit prototype wordt er meer gewerkt rond de ergonomie en wordt het ontwerp van de rog als minder belangrijk geacht.
Figuur 65: Bovenaanzicht Prototype 4
Figuur 66: Rechterzijaanzicht prototype 4
Figuur 67: Linkerzijaanzicht prototype 4
58
Evaluatie Prototype 3 Verwacht Onverwacht
Positief Design van de rog is herkenbaar Klikposities zijn ok
Negatief Te zwaar Duurt lang om uit te drogen en na het uitdrogen is er een kleine vervorming in het ontwerp Slechte ergonomie, pols is niet in nulstand
Tabel 5: beoordeling prototype 3
Prototype 4 Positief
Negatief
Verwacht
Betere ergonomie
Onverwacht
/
Design van de rog is minder aanwezig Te zwaar Duurt lang om uit te drogen Na uitdrogen: kleine aanpassde patiëntn in het ontwerp De klikposities zijn niet op de correcte plaats
Tabel 6: beoordeling prototype 4
De patiënt gaf aan dat deze manier van werken goed resultaat levert: Quick & dirty biedt snel een oplossing.
Conclusie De aanpak die nu wordt gebruikt levert een goed resultaat, en zal bij de volgende prototypes ook gebruikt worden. De klikposities moeten beter bepaald worden. Een ander materiaal kan voor een betere uitharding zorgen en minder afwijking bevatten na uitdroging. Het materiaal kan ook lichter gemaakt worden, dit zal door middel van 3D-printing in het eind resultaat opgelost worden.
Iteratie: 5 & 6 18-04-2016, therapiezaal ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Indy
Brainstorm Door gebruik te maken van ‘Makey-Makey’ wordt voor prototype 3 & 4 de plaats bepaald voor de klikfunctie van de computermuis. Makey-Makey is een elektronisch circuit waarbij de gebruiker van het te besturen object deel uitmaakt van het circuit. De gewenste posities worden meegenomen in de volgende prototypes.
59
Ontwerp
Figuur 68 Makey-makey + aansluitingskabels Figuur 69 Makey-makey printplaat
Figuur 70 Prototype 3 + Makey-Makey
Evaluatie Prototype 5 Verwacht Onverwacht
Positief
Negatief
Juiste klikposities werden gevonden /
/ Muis is niet moeilijk te besturen doordat de klei op de printplaat ligt
Tabel 7: beoordeling prototype 5
Prototype 6 Verwacht Onverwacht
Positief Juiste klikposities werden gevonden /
Negatief / Muis is niet moeilijk te besturen doordat de klei op de printplaat ligt
Tabel 8: beoordeling prototype 6
Conclusie Er is een duidelijker zicht op de positie van de klikfuncties, dit wordt meegenomen in de creatie van volgende prototypes.
60
Iteratie: 7 & 8 20-04-2016, metaalatelier ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Indy
Brainstorm Tijdens deze brainstormsessie werd er gewerkt met een ander materiaal. Tweecomponentenpasta heeft de eigenschap sneller uit te harden dan klei. De twee componenten moet samen gekneed worden en vervolgens in de gewenste vorm gebracht worden. In bewerkbare toestand is materie vergelijkbaar met plasticine. In uitgeharde toestand heeft dit materiaal de eigenschappen van een stevige silicone.
Ontwerp Als aanpak wordt opnieuw dezelfde aanpak gebruikt zoals bij prototype 3 & 4. Hierbij worden prototype 7 & 8 de verfijnde en verbeterde versie van prototype 3 & 4. Er wordt voornamelijk naar de ergonomie van het prototype gekeken. Beide prototypes werden functioneel gemaakt om deze te testen op een computer. Enkel bij prototype 7 was het mogelijk om klikfuncties te ontwerpen, bij prototype 8 was het materiaal te dik om deze te bevestigen. Beide prototypes werden wel verbonden met de computer om de ergonomie tijdens het bewegen van de computermuis in kaart te brengen.
Figuur 71 Prototype 7: Klikopties bevestigen
Figuur 72 Prototype 8: Aangesloten op pc
Figuur 73 Vergelijking Prototype 4 & 8
Evaluatie In overleg met de patiënt wordt er beslist om scores tussen 0 en 7 als negatief te aanschouwen en scores vanaf 7/10 worden als positief gezien. Dit dient als vergelijking tussen beide prototypes om uiteindelijk één te selecteren en verder uit te werken.
61
Prototype 7 Verwacht
Onverwacht
Positief Ergonomie 7/10
Mechanische stevigheid 8/10
Negatief Gebruiksvriendelijk 5/10 Hip/mooi 3/10 Ecologisch 4/10 Compact 5/10 Functioneel 6/10
Tabel 9: beoordeling prototype 7
De ergonomie is behoorlijk goed, voor de patiënt ligt het goed in haar hand. Niet evident om te klikken, mogelijk niet de ideale posities gevonden bij het prototypen. Het prototype is te zwaar en te groot om het mee te nemen van het werk naar huis.
Prototype 8 Verwacht
Onverwacht
Positief Ergonomie 9/10
Mechanische stevigheid 8/10
Negatief Gebruiksvriendelijk ? Hip/mooi 5/10 Ecologisch 4/10 Compact 5/10 Functioneel ?
Tabel 10: beoordeling prototype 10
De patiënt ervaart duidelijk een verschil in ergonomie, dit prototype 8 ligt beter in de hand dan prototype 7. Het prototype is ook te zwaar en te groot. Functioneel zijn er nog twijfels omdat de klikfuncties niet getest werden zoals bij het vorige prototype.
Conclusie Het gebruikte materiaal is te zwaar, dit zal in het volgende prototype opgelost worden met het 3D-geprint materiaal. Idealiter wordt prototype 8 op dezelfde manier getest als prototype 7, maar wegens gebrek aan tijd en materiaal werd dit niet gedaan. Uiteindelijk wordt er door de patiënt beslist om op prototype 8 verder te bouwen. Door gebruik te maken van een VAS-schaal is er duidelijker zicht op de aan te passen factoren bij volgende iteratie.
Iteratie 9: finaal product 27-04-2016 – 10-05-2016, locatie: thuis, aanwezig: Indy
Brainstorm Bij dit prototype wordt met het computerprogramma 123D-catch een 3D-scan gemaakt van prototype 8. Dit programma maakt aan de hand van verschillende foto’s (fotometrie) een 3D- model van het object. Deze scan wordt uitgetekend op de
62
computer met het programma Blender. Tijdens het tekenen, wordt er samen met de patiënt besproken welke aanpassingen er nog nodig zijn.
Ontwerp Deze ruwe schets werd vervolgens verwerkt met het computerprogramma Blender tot de volledige schets van iteratie 9.
Figuur 74 Schets Prototype 9: Rechter zijaanzicht Figuur 75 Schets Prototype 9: Bovenaanzicht
3D printen Het bestand werd afgewerkt en op juist schaal gebracht door de student ergotherapie met ontwerpervaring. Hij gebruikte hiervoor de combinatie van Blender en FreeCad. Het uiteindelijke bestand werd vervolgens naar Triaxis gestuurd om dit te laten printen. Het gekozen materiaal is ABS, dit zal 3 mm dik geprint worden. ABS (zwart) FDM resolutie 0,1mm Levertermijn 2à3 werkdagen € 42,35 inc. BTW
Figuur 76 Iteratie 9: Afgeleverd product
Eenmaal de print ontvangen, wordt er verder gewerkt om de elektronica erin te verwerken. Hiervoor werd een oude printplaat van een bestaande computermuis, lijm en schuimkarton (kadapak) gebruikt. Met het schuimkarton (kadapak) worden verbindingsstukken gemaakt tussen de binnenkant van de computermuis en de printplaat.
63
Evaluatie Het finaal product werd getest. Verwacht
Onverwacht
Positief Ergonomie 10/10 Compact: zeer licht 8/10 Mechanische stevigheid: 9/10 Design 10/10 Lens/lichtje 9/10 Ecologisch 9/10 Functioneel 8/10
Negatief
Linker klikoptie is minder goed dan rechter klikoptie
Compact: Valt goed mee, kan quasi niet compacter omwille van de ergonomie voor de hand. Mechanische stevigheid: Zeer stevig materiaal Design: “Zeer mooi, abstracte gezichtsvorm die lijkt op een kunstwerk.” Functioneel/gebruiksvriendelijk: Goed, maar de linker klikoptie is nog niet optimaal. Eenmaal de juiste positie wordt gevonden lukt dit wel makkelijk. Maar deze positie aanhouden is niet steeds evident. Ergonomie: Zeer tevreden, na 2 uur werken op de computer ondervond de patiënt geen last. “Omgeving is gefascineerd door ontwerp, als feedback kreeg ik vaak te horen dat het een mooi en tof concept is”. ”Testen door anderen blijft moeilijk omwille van structuren van de hand. Toch is het klikken met de linker knop niet altijd evident”.
Conclusie Verrassend goede feedback omtrent het finaal product. De patiënt is zeer tevreden over het ontwerp en het 3D-geprinte resultaat. De linker klikfunctie moet nog wat aangepast en verfijnd worden, dit zou het product optimaal maken. Wegens tijdgebrek zal dit na de presentatie gedaan worden. In de toekomst zou een voorafgaande krachtmeting met een pinchmeter een duidelijker beeld moeten geven wat de maximale kracht is van de patiënt.
Resultaat 18-05-2016, therapiezaal ergotherapie, aanwezig: de patiënt, Indy
Performantie Op het niveau van performantie voldoet het prototype aan alle vooropgestelde eisen. De patiënt kan op een ergonomische manier haar computer bedienen en scoort deze handeling 8/10 qua tevredenheid. Als vergelijking tussen de usual care en codesign, werd een kliktest gedaan. Hierbij was het de bedoeling om zoveel mogelijk keer te klikken binnen 10s.
64
Resultaten kliktest Tijd Aantal kliks: Links Aantal kliks: Rechts Totaal
Trackpad 10s 57
Computermuis 10s 57
Final Product 10s 32
55
48
44
113
102
76
Kliktest 120 100 80 60 40 20 0 Trackpad
Computermuis Linkerkliks/10s
Rechterkliks/10s
Finaal product Totaal
Figuur 77 Resultaten kliktest
Observaties tijdens de kliktest Compensaties tijdens gebruik Trackpad
Computermuis
Polsgewricht dorsiflexie, radiale deviatie geen nulstand geen ondersteuning Hand Extensie van vingers zonder rust moment Polsgewricht palmaire flexie, radiale en ulnaire deaviatie bij het bewegen van de computermuis geen nulstand Geen ondersteuning Schoudergewricht Elevatie
Feedback van de patiënt zeer belastend bij langdurig gebruik
zeer last bij langdurig gebruik onaangename positie
65
Finaal product
Polsgewricht Weinig tot geen radiale en ulnaire deviatie bij het bewegen van de computermuis
Het ligt goed in de hand, waardoor ik langer kan werken met mijn pc.
Tabel 11: observaties tijdens de kliktest
Figuur 78: Links: compensatie met de trackpad, Midden: compensatie met een standaard muis, Rechts: ergonische houding met het hulpmiddel op maat
Uit de kliktest kunnen we afleiden dat het prototype het minst goed scoort op de kliktest. Qua ergonomie scoort het prototype best omdat er weinig tot geen compensatie is. Hierbij geeft de cliënt ook aan dat het prototype voor haar het best in de hand ligt en langdurig gebruik mogelijk is.
Acceptatie Doormiddel van het codesign geeft de patiënt aan dat ze het hulpmiddel effectief vaak zal gebruiken, terwijl andere hulpmiddelen al vaak in de kast durven te verdwijnen. Vooral de vormgeving en de 3D-printtechniek geeft de patiënt als positief aan. Ze geeft aan zich niet voor hulpmiddelen te schamen, maar wil zo zelfstandig mogelijk zijn zonder hulpmiddelen. De patiënt is ook fier op het geleverde werk en vertelt graag over haar ervaring met codesign.
Bijkomende resultaten De patiënt geeft aan dat het proces nog sneller zou mogen verlopen en dat dit bij meerdere patiënten moet worden uitgevoerd, omdat codesign volgens haar een positieve invloed heeft op de revalidatie. Materiaalkeuze en 3D-tekenen blijft voor de ergotherapeut een moeilijke opdracht, hierbij wil de student ergotherapie zichzelf beter bijscholen om tot een bredere kennis te komen. Dit kan resulteren tot een meer zelfstandige manier van samenwerking.
66
Ontwerptijden Case 1 Bimanueel sleutelen Polsgewricht in Inventor van concept tot 3D-print product
7h 10min
Case 2 Biefstuk snijden 3D-scan van de hand -> iteratie 2 Tijd van het nemen van de foto’s werd niet bijgehouden. Instellen en upload 123D-Catch 123D-Catch berekent 3D-model Evaluatie 3D-capture 123D-Catch berekent 3D-model II Mes uitteken ter referentie Conceptueel ontwerp plaatmateriaal Inventor Exporteren 3D-model II 123D-Catch Research: Blender en Inventor werken met mesh en .stl bestanden Herschalen van de 3D-scan Research: hoe 3D-mesh verschalen Herschalen, exporteren importeren Grabcad, Blender en Inventor Opkuisen van de 3D-scan in Blender Totaal
10min 13min 2min (mislukt) 25min 5min 20min 1min 1h 15min 15min 40min 8u 11u 26min
3D-scan van het kleimodel -> 3D werkmodel voor iteratie 3 Voorbereiden prototype Foto’s nemen Instellen en upload 123D-Catch Evaluatie 3D-capture 123D-Catch berekent 3D-model Exporteren 3D-model Totaal
5min 10min 15min 2min 10min 1min 43min
3D-ontwerp iteratie 3 Heropbouwen en opkuis 3D model Uitwerken concept Render concept Verschalen 3D-model Exporteren voor 3D-print Totaal
2u 16u 30min 15min 2min 18u 47min
67
3D-scan van het kleimodel -> 3D werkmodel voor iteratie 4 Voorbereiden prototype 3D scan Foto’s nemen Instellen en upload 123D-Catch Evaluatie 3D-capture 123D-Catch berekent 3D-model Exporteren 3D-model Totaal
5min 10min 20min 2min 15min 1min 53min
3D-ontwerp iteratie 4 Heropbouwen en opkuis 3D model Uitwerken concept Render concept Verschalen 3D-model Exporteren voor 3D-print Totaal
2u 6u 30min 15min 2min 8u 47min
Case 3: Computermuis Nemen foto’s Instellen en upload 123D-Catch 123D-Catch berekent 3D-model Evaluatie 3D-capture Les: Basics van Blender Try-out in Blender Blender schets I: mislukt Blender schets II Verfijning/opkuisen Blender schets II Doorsturen voor opkuisen Doorsturen naar student ergotherapie met ontwerpervaring voor verschalen Finale afwerking door student ergotherapie met ontwerpervaring voor verschalen en exporteren 3D print Totaal
30 min 20 min 56 min 10 min 30 min 4u 2u 12 u 10 u 10 min 10 min 2u 29u 46 min
68
Bijlagen Bijlage 1: Computer Aided Design Bijlage 2: Semigestructureerde kwalitatieve interviews
69