Passive Fire Protection Association
Welkom Bienvenu 1
Passive Fire Protection Association Met welke eisen dient de ontwerper rekening te houden bij het waarborgen van de passieve brandveiligheid van een schoolgebouw? Quelles sont les exigences que le concepteur doit prendre en compte? Wat is hierbij het belang van een conform lastenboek en goede onderbouwde oplossingen binnen het wetgevend kader? Et quelle est l'importance d'un cahier des charges conforme au sein du cadre légal? 2
Inleiding
3
Passive Fire Protection Association P.F.P.A. is een vereniging van fabrikanten die zich ten doel stelt het gebruik van passieve brandbeveiligingsmaterialen te bevorderen. Partner van Fireforum, I.S.I.B, Spiegelcomité van NBN Lid van werkgroepen van de Hoge Raad (VBO) Medespeler in de ontwikkeling van brandveiligheid.
4
Passive Fire Protection Association La P.F.P.A. (Passive Fire Protection Association) est une A.S.B.L. belge qui réunit les principaux fabricants de produits pour la protection incendie passive pour le secteur de la construction. Au contraire de la sécurité incendie active, la protection incendie passive préserve de manière durable et sécurisée la structure d’un bâtiment et de ses éléments de construction.
5
Passive Fire Protection Association
www.pfpa.be
6
Basisintroductie Passieve Brandbescherming
7
Brandveilig bouwen De voorschriften voor gebouwen • De markt van de brandveiligheid is sterk gereglementeerd. • De Wetgever is bezorgd over: Mensenlevens Het milieu De vrijwaring van goederen
8
Brandveilig bouwen is sterk gereglementeerd • De Hoge Raad voor beveiliging tegen brand en ontploffing verleent advies aan de federale minister van B.Z. • De federale basisnormen formuleren de eisen voor algemene gebouwen. • De gewestelijke en lokale overheden vullen deze aan voor specifieke gebouwen (ziekenhuizen, studentenhuizen, e.a.).
9
Brandveilig bouwen De voorschriften voor gebouwen • De wetgever hecht belang aan de hoogte van het gebouw (omwille van de interventiemogelijkheden):
10
Brandveilig bouwen De voorschriften voor gebouwen • De wetgever hecht belang aan de hoogte van het gebouw (omwille van de interventiemogelijkheden): Hoge gebouwen Middelhoge gebouwen Lage gebouwen
• De Wetgever bepaalt de graad van brandweerstand van het gebouw en de brandreactie van de gebruikte materialen in functie van de aanwezige personen.
h > 25 m 10 m< h < 25 m h < 10 m
(R)EI 120 (R)EI 60 (R)EI 30
Al dan niet toegankelijk voor het publiek Wakend of slapend Zelfredzaam of niet
11
Brandveilig bouwen Fire Safety Engineering Passieve brandbeveiliging Preventieve veiligheidsmaatregelen die aan de brand voorafgaan.
Actieve brandbeveiliging Maatregelen die in werking treden wanneer het brandt.
12
Brandveilig bouwen Fire Safety Engineering Passieve brandbeveiliging Materialen met een goede Brandreactie Compartimentering met REI bouwelementen Beveiliging van de vluchtwegen/aanvalswegen voor de brandweer.
Actieve brandbeveiliging Maatregelen die in werking treden wanneer het brandt.
13
Brandveilig bouwen Fire Safety Engineering Passieve brandbeveiliging Materialen met een goede Brandreactie Compartimentering met Rf bouwelementen Beveiliging van de vluchtwegen/aanvalswegen voor de brandweer.
Actieve brandbeveiliging Detectie- en meldsystemen Automatische blusmiddelen Rook- en warmteafvoer Noodplannen & Personeelsopleiding 14
Brandveilig bouwen Fire Safety Engineering Passieve brandbeveiliging Materialen met een goede Brandreactie Compartimentering met Rf bouwelementen Beveiliging van de vluchtwegen/aanvalswegen voor de brandweer.
Actieve brandbeveiliging Detectie- en meldsystemen Automatische blusmiddelen Alles wat in geval van brand Rook- en warmteafvoer Noodplannen &eventueel Personeelsopleiding niet werkt! 15
Brandveilig bouwen Fire Safety Engineering Passieve brandbeveiliging Materialen met een goede Brandreactie Opleiding de plaatsers Compartimentering met Rfvan bouwelementen Beveiliging Concept van de vluchtwegen/aanvalswegen van de constructievoor de brandweer.
Actieve brandbeveiliging Detectie- en meldsystemen Automatische blusmiddelen Rook- en warmteafvoer Noodplannen & Personeelsopleiding 16
Brandveilig bouwen Compartimentering: de hoeksteen van brandveilig bouwen
17
Brandveilig bouwen Compartimentering Daarom zijn er brandwerende wanden
18
Brandveilig bouwen Compartimentering en beschermen wij de draagstructuren (staal, beton, hout)
19
Brandveilig bouwen Compartimentering en installeren wij rookafvoerkanalen in parkings
20
Brandveilig bouwen Compartimentering of voorzien wij brandkleppen en brandwerende deuren.
21
Wetgeving Brandbescherming 22
Brandreactie
• Brandreactie Rf 1 uur
23
Brandweerstand • Brandwerende plaat met Rf = 1uur
24
Brandreactie schoolgebouwen 1) NBN S21-204 Brandreactie volgens NBN S21-203 Oude Belgische Klassen 2) KB 21-9-2012 (Basisnormen KB 7-7-1994) Brandreactie volgens NBN EN 13501-1 Nieuwe Euroclass
25
Compartimentering Brand: de verschillende fasen Elke brand is anders!
Temperatuur
Volledig ontwikkelde brand
Uitdoving
Flashover Gebrek aan zuurstof
Groei
Backdraft
Ontvlamming
I
Toevoer van lucht
II
III
IV
Tijd 26
Compartimentering Brand: de verschillende fasen
Temperatuur
Elke brand is anders! Volledig ontwikkelde brand
BRANDREACTIE
Uitdoving
Gebrek aan zuurstof
BRANDWEERSTAND Groei Ontvlamming
I
Toevoer van lucht
II
III
IV
Tijd 27
Wetgevend kader: brandreactie • Reactie bij brand = Gedrag van een materiaal dat in gespecifieerde testomstandigheden, door zijn eigen ontbinding, een vuur waaraan het blootgesteld wordt, voedt. • Belgische normering NBN S21-203 → 5 klassen van A0 t/m A4 (oude Bijlage 5 Basisnormen) • Europese normering NBN EN 13501-1 (1/1/2003 in EU) → 7 klassen A1 tot en met F (nieuwe Bijlage 5 Basisnormen) → A1 Europees ≠ A1 Belgisch → Testen in heel Europa hetzelfde, eisen kunnen verschillen per land → Verschijnsel rook en druppelvorming bij vermelden indien geen A1
28
Cadre législatif : réaction au feu • Réaction au feu = comportement d’un matériau qui alimente par sa propre décomposition un feu auquel il est exposé • Les normes belge NBN S21-203 → 5 classes A0 jusqu’à A4 (l’Annexe 5 des normes de base) • Les normes européenne NBN EN 13501-1 (1/1/2003 dans EU) → 7 classes A1 jusqu’à F (projet Annexe 5 des normes de base) → A1 européenne ≠ A1 belge → les mêmes essais dans toute l’Europe, des exigences différentes pour chaque pays → à partir de la classe A2 l’indication de la production de fumée et gouttelettes/particules enflammées obligatoire
29
Wetgevend kader: brandreactie
30
Cadre législatif : réaction au feu
31
Wetgevend kader: brandreactie
32
Wetgevend kader: brandreactie
33
Wetgevend kader: brandreactie
34
Cadre législatif : réaction au feu
35
Wetgevend kader: brandreactie – Europese normering NBN EN 13501-1 •
Verschijnsel rook wordt ingedeeld als volgt: S1 = geringe rookproductie S2 = matige rookproductie S3 = zware rookproductie of niet gemeten
•
Verschijnsel druppelvorming wordt ingedeeld als volgt: D0 = geen productie van brandbare delen D1 = delen branden korter dan 10 seconden D2 = delen branden langer dan 10 seconden
36
Cadre législatif : réaction au feu
–
La norme européenne NBN EN 13501-1 Production de fumée: S1 = faible dégagement de fumée S2 = dégagement de fumée moyen S3 = fort dégagement de fumée Gouttelettes/particules enflammées: D0 = aucune formation de gouttelettes D1 = les gouttelettes brûlent pendant moins de 10 sec. D2 = les gouttelettes brûlent pendant plus de 10 sec.
37
Wetgevend kader: brandreactie Spouwmuur isolatie: Euroclass A1
38
Wetgevend kader: brandreactie Sandwichpanelen: Euroclass A2-s1,d0
39
Wetgevend kader: brandreactie Isolatie in binnendozen van metalen gevels: Euroclass A1
40
Wetgevend kader: brandreactie Isolatie in binnenwanden en voorzetwanden: Euroclass A1
41
Wetgevend kader: brandreactie Platdak isolatie: Euroclass A1
42
Wetgevend kader: brandreactie Platdak isolatie: Euroclass B-s1,d0
43
Wetgevend kader: brandreactie
A1
44
Wetgevend kader: brandreactie
B-s1,d0
45
Wetgevend kader: brandreactie
E
46
Wetgevend kader: brandreactie
D-s2,d0 B-s2,d0 47
Wetgevend kader: brandreactie
NBN EN 13823: SBI-test
48
Wetgevend kader: brandreactie SBI prullenbak brand 30 kW gedurende 20 minuten Doel: branduitbreiding in een hoek End-use opbouw van een ruimte zonder plafond/dak Euroclass B-s2,d0
PIR isolatie Euroclass D-s2,d0
Stalen profielplaat Euroclass A1 49
Cadre législatif : réaction au feu L’ essai SBI simule un incendie dans une poubelle 30 kW Le but : l’embrasement dans le coin sans plafond/toiture
Isolation PIR Euroclass D-s2,d0
Construction Enduse Euroclass B-s2,d0
Tôles profilées en acier Euroclass A1
50
Wetgevend kader: brandreactie SBI prullenbak brand 30 kW gedurende 20 minuten Doel: branduitbreiding in een hoek End-use opbouw van een ruimte zonder plafond/dak Euroclass A1
Rotswol isolatie Euroclass A1
Stalen profielplaat Euroclass A1 51
Wetgevend kader: brandreactie Voorbeeld: end-use opbouw geventileerde gevel
Euroclass A2-s1,d0 Rockpanel FS-Xtra Aluminium achterconstructie Rotswol isolatie Euroclass A1
Met inbegrip van achterliggende lagen!
52
Cadre législatif : réaction au feu Exemple : construction end-use façade ventilée
Euroclass A2-s1,d0 Rockpanel FS-Xtra Construction sous-jacente en aluminium Isolation en laine de roche Euroclass A1
Couches sous-jacentes comprises !
53
Wetgevend kader: brandreactie •
Euroclass classificatiesysteem verplicht vanaf 1 maart 2003 • Euroclass zichtbaar op CE-markering van verpakking • “End-use” classificatie is facultatief • Voorbeeld etiket van een isolatiemateriaal: – Euroclass D-s2,d0 (general applications) – Euroclass B-s2,d0 (end-use)
Om te kunnen voldoen aan de “End-use” brandclassificatie moet de constructie waarin het isolatiemateriaal verwerkt is, op de juiste wijze, overeenkomstig de test en de verwerkingsvoorschriften van de fabrikant, opgebouwd, aangebracht en afgewerkt zijn.
54
Cadre législatif : réaction au feu Le système de classement Euroclass obligé depuis le 1er mars 2003 Le marquage CE Euroclass visible sur l’étiquette de l’emballage Le classement au feu End-use est facultatif Exemple :
Euroclass D-s2,d0 Euroclass B-s2,d0
(general applications) (end-use)
Pour satisfaire au classement au feu End-use, la construction dans laquelle le matériau isolant est appliquée doit être exécutée et parachevée de la bonne manière et conformément à l’essai et aux prescriptions du fabricant.
55
Wetgevend kader: brandreactie • Valt onder Federale wetgeving > Basisnormen – Bijlage 2: Lage gebouwen > LG – Bijlage 3: Middelhoge gebouwen > MG – Bijlage 4: Hoge genouwen > HG Nieuwe Bijlage 5 – Bijlage 5: Reactie bij brand – Bijlage 6: Industriegebouwen • Bijkomende eisen van de Gemeenschappen zijn aanvullend! – Helaas nog géén aanpassing naar Europese normen • Bijlage 5 van toepassing op alle gebouwen in Bijlage 2,3 en 4
56
Cadre législatif : réaction au feu • Gouvernement fédéral > normes de base – Annexe 2 : bâtiments bas > B.B. – Annexe 3 : bâtiments moyens > B.M. – Annexe 4 : bâtiments élevés > B.E. Nouvelle annexe 5 – Annexe 5 : réaction au feu – Annexe 6 : bâtiments industriels • Les exigences supplémentaires des Régions et Communautés ne sont pas encore adaptées à la réglementation européenne • L’Annexe 5 s'applique aux bâtiments de l’Annexe 2,3 et 4
57
Wetgevend kader: brandreactie •Nieuwe Bijlage 5 van de Basisnormen: vereisten inzake de reactie bij brand zijn van toepassing op de bouwproducten die gebruikt worden voor de bekleding van verticale wanden, plafonds en vloeren van lokalen. •Bijlage 2, 3 en 4 van de Basisnormen: vereisten inzake brandweerstand zijn van toepassing op de dragende en/of scheidende elementen in lage, middelhoge en hoge gebouwen. •Industriegebouwen Bijlage 6, kleine gebouwen en ééngezinswoningen vallen niet onder het toepassingsgebied.
58
Cadre législatif : réaction au feu • La nouvelle annexe 5 des Normes de base reprend les exigences en matière de réaction au feu applicables aux matériaux de construction utilisés pour le revêtement de cloisons verticales, plafonds et planchers dans des locaux. • Les annexes 2, 3 et 4 des Normes de bases reprennent les exigences en matière de résistance au feu applicables aux éléments porteurs et/ou séparateurs dans les bâtiments bas, moyens et élevés. • L’annexe 6 Bâtiments industriels, les petits immeubles et les maisons unifamiliales ne ressortent pas de ce champs d’application.
59
Wetgevend kader: brandreactie •
Een belangrijke wijziging hierbij is de noodzakelijke karakterisering van de eindgebruiker voor de bepaling van de vereiste brandreactie van de gebruikte bouwproducten: Type 1: Niet zelfredzame(1) bezetters Type 2: Zelfredzame en slapende bezetters Type 3: Zelfredzame en wakende bezetters
(1) Niet zelfredzaam: niet in de mogelijkheid zich fysisch en/of psychisch onmiddellijk in veiligheid te brengen zonder fysieke hulp van derden. De vereisten van de nu volgende tabellen zijn van toepassing op de bouwproducten in hun uiteindelijke toepassingsvoorwaarden, met andere woorden met inbegrip van de onderliggende lagen en bevestigingswijze
60
Cadre législatif : réaction au feu •
Un changement important est la caractérisation nécessaire de l’utilisateur final afin de déterminer la réaction au feu exigée des matériaux de construction utilisés : Type 1: occupants non-autonomes(1) Type 2: occupants autonomes et dormants Type 3: occupants autonomes et vigilants
(1) Non-autonome : qui ne dispose pas de la capacité physique et/ou psychique à se mettre lui-même immédiatement en sécurité sans l’aide physique de tiers. Les exigences reprises dans les tableaux ci-après s’appliquent aux matériaux de construction dans leurs conditions d’utilisation finales, c.à.d. les couches sous-jacentes et les moyens de fixation y compris.
61
Wetgevend kader: brandreactie De vereisten van de tabellen in Bijlage 5 zijn van toepassing op de bouwproducten in hun uiteindelijke toepassingsvoorwaarden, met andere woorden met inbegrip van de onderliggende lagen en bevestigingswijze (*)
*De onderliggende lagen moeten echter niet beoordeeld worden als zij beschermd worden door een bouwelement met een brandbeschermingsvermogen K
62
Wat is K? NL: brandbeschermingsvermogen FR: capacité de protection contre l’incendie EN: fire protection ability = het vermogen of de capaciteit van een wand-, vloer- of plafondbekleding om het bouwmateriaal dat achter deze bekleding is aangebracht te beschermen tegen ontvlamming, verkoling of andere schade gedurende een bepaalde periode.
63
Wat is K? • !! Bouwproducten in hun uiteindelijke toepassingsvoorwaarden (“end use conditions”) met inbegrip van de onderliggende lagen en bevestigingswijzen
• Voorbeeld: – Staal (bekleding van sandwichpaneel): A1 – Sandwichpaneel MW: A2 s1 d0 – Sandwichpaneel PUR: C s3 d0 64
Wat is K? • De onderliggende lagen moeten niet beoordeeld worden als ze beschermd worden door een bouwelement met een brandbeschermingsvermogen K (volgens NBN EN 13501-2) volgens tabel:
Het brandbeschermingsvermogen K is het vermogen of de capaciteit van een wand-, vloer- of plafondbekleding om het bouwmateriaal dat achter deze bekleding is aangebracht te beschermen tegen ontvlamming, verkoling of andere schade gedurende een bepaalde periode. 65
Wat is K? K1 10
K2 10 - K2 30 - K2 60
10 minuten
resp. 10, 30 of 60 minuten
Alleen geldig voor ondergronden met densiteit > 300 kg/m³
Geldig voor alle ondergronden
De Belgische wetgeving vraagt enkel K2 10 en K2 30.
66
Wat is K? • Norm EN 14135 • Steeds horizontaal toepassing mag zowel horizontaal als verticaal • Spaanplaat met gedefinieerde densiteit en dikte • Beschermingsplaat op bepaalde manier bevestigd (schroeven, lijm, …) • Criteria: – Gem. ∆T < 250 °C – Max. ∆T < 270 °C – Geen verkoling, ontvlamming of andere schade van de spaanplaat 67
Wat is K?
Afhalen van de oven en koeling door water
Na: er mogen geen sporen zijn van verkoling of inbranding van de ondergrond
68
Toepassingsgebied K
69
Wetgevend kader: brandreactie De vereisten van de tabellen in Bijlage 5 zijn van toepassing op de bouwproducten in hun uiteindelijke toepassingsvoorwaarden, met andere woorden met inbegrip van de onderliggende lagen en bevestigingswijze (*)
*De onderliggende lagen moeten echter niet beoordeeld worden als zij beschermd worden door een bouwelement met een brandbeschermingsvermogen K
70
Wetgevend kader: brandreactie Lage Gebouwen (LG)
Tabel 1: Technische ruimten, parkeerruimten, machinekamers en technische schachten
Liftkooien
Keukens
* Behalve luchtkanalen
Middelhoge Gebouwen (MG)
Hoge Gebouwen (HG)
Verticale wanden
A2 s3 d2
A2 s3 d2
A2 s3 d2
Plafonds en valse plafonds
A2 s3 d0**
A2 s3 d0**
A2 s3 d0**
Vloeren
A2FL s2
A2FL s2
A2FL s2
Thermische isolatie leidingen*
C s3 d2***
C s3 d2***
C s3 d2***
Verticale wanden
E d2
C s2 d2
C s2 d2
Plafonds
E d2
C s2 d2
C s2 d2
Vloeren
EFL
CFL s2
CFL s2
Verticale wanden
A2 s3 d2
A2 s3 d2
A2 s3 d2
Plafonds
A2 s3 d0
A2 s3 d0
A2 s3 d0
Vloeren
BFL s2
BFL s2
BFL s2
Thermische isolatie leidingen*
C s3 d2***
C s3 d2***
C s3 d2***
** d2 in lokalen <= 30m²
*** voor kanalen > 300 mm 71
Wetgevend kader: brandreactie Tabel 2: Voor andere lokalen speelt ook de karakterisering van de eindgebruiker een rol bij de bepaling van de noodzakelijke classificatie: Type 1
Zalen
Overige lokalen
Type 2 & 3
LG
MG
HG
LG
MG
HG
Verticale wanden
B s1 d2
B s1 d2
B s1 d2
C s2 d2
C s2 d2
C s2 d2
Plafonds en Valse plafonds
B s1 d0
B s1 d0
B s1 d0
C s2 d0
C s2 d0
C s2 d0
Vloeren
BFL s1
BFL s1
BFL s1
CFL s2
CFL s2
CFL s2
Verticale wanden
C s2 d2
C s2 d2
C s2 d2
E d2
E d2
D s3 d2
Plafonds en Valse plafonds
C s2 d1
C s2 d1
C s2 d1
E**
E**
D s3 d1**
Vloeren
CFL s1
CFL s1
CFL s1
EFL
EFL
DFL s2
** d2 in lokalen < 30 m²
72
Wetgevend kader: brandreactie
Tabel 3 & 4: Voor evacuatiewegen en trappenhuizen is eveneens karakterisering van de eindgebruiker alsook de aanwezigheid van een branddetectie Type Totale Bewaking die al dan niet voorzien is in het gebouw, die bepalend zijn voor de noodzakelijke classificatie van de gebruikte materialen
73
Wetgevend kader: brandreactie Tabel 3 & 4
Type 1
Type 2 LG Hor
MG
Type 3 HG
Vert
LG
MG
HG
Hor
Vert
Hor
Vert
Zonder detectie Type Totale Bewaking in het gebouw Verticale wanden
A2 s1 d1
C s2 d2
B s1 d2
B s1 d2
B s1 d2
D s3 d2
C s3 d2
C s2 d2
B s2 d2
B s1 d2
Plafonds en Valse plafonds
A2 s1 d0
C s2 d0
B s1 d0
B s1 d0
B s1 d0
D s3 d0
C s3 d0
C s2 d0
B s2 d0
B s1 d0
Vloeren
A2FL s1
CFL s1
BFL s1
BFL s1
BFL s1
DFL s2
CFL s2
CFL s1
BFL s1
BFL s1
Met detectie Type Totale Bewaking aanwezig in het gebouw zoals beschreven in artikel 4.2 van bijlage 5 van de basisnormen Verticale wanden
B s1 d2
D s2 d2
C s1 d2
C s1 d2
B s1 d2
D s3 d2
D s3 d2
C s2 d2
C s2 d2
B s1 d2
Plafonds en Valse plafonds
B s1 d0
D s2 d0
C s1 d0
C s1 d0
B s1 d0
D s3 d0
D s3 d0
C s2 d0
C s2 d0
B s1 d0
Vloeren
BFL s1
DFL s1
CFL s1
CFL s1
BFL s1
DFL s2
DFL s2
CFL s1
CFL s1
BFL s1
"Hor": Horizontale vluchtwegen met uitzondering van die op het gelijkvloers "Vert": Verticale vluchtwegen (d.w.z.: de trapzalen met inbegrip van de sassen, de overlopen en de trappen zelf) en het horizontale deel van de evacuatieweg op het gelijkvloers vanaf de trapzalen tot buiten het gebouw
74
Wetgevend kader: brandreactie Lage Gebouwen (LG)
Tabel 1: Technische ruimten, parkeerruimten, machinekamers en technische schachten
Liftkooien
Keukens
* Behalve luchtkanalen
Middelhoge Gebouwen (MG)
Hoge Gebouwen (HG)
Verticale wanden
A2 s3 d2
A2 s3 d2
A2 s3 d2
Plafonds en valse plafonds
A2 s3 d0**
A2 s3 d0**
A2 s3 d0**
Vloeren
A2FL s2
A2FL s2
A2FL s2
Thermische isolatie leidingen*
C s3 d2***
C s3 d2***
C s3 d2***
Verticale wanden
E d2
C s2 d2
C s2 d2
Plafonds
E d2
C s2 d2
C s2 d2
Vloeren
EFL
CFL s2
CFL s2
Verticale wanden
A2 s3 d2
A2 s3 d2
A2 s3 d2
Plafonds
A2 s3 d0
A2 s3 d0
A2 s3 d0
Vloeren
BFL s2
BFL s2
BFL s2
Thermische isolatie leidingen*
C s3 d2***
C s3 d2***
C s3 d2***
** d2 in lokalen <= 30m²
*** voor kanalen > 300 mm 75
Wetgevend kader: brandreactie Overgangsbepaling m.b.t. bouwproducten voor de bekleding van verticale wanden en plafonds. Ten laatste tot 4 jaar na inwerking treding op 1 december 2012.
Voorbeeld: verticale wand van een technische ruimte van een middelhoog gebouw A2-s3,d2 volgens NBN EN 13501-1 A0 volgens NBN S21-203 (geen EUROCLASS beschikbaar)
Page 76 76
Cadre législatif : réaction au feu Disposition transitoire relative aux matériaux de construction destinés au revêtement de cloisons verticales et plafonds. Cette disposition prend fin au plus tard 4 ans après son entrée en vigueur le 1er décembre 2012.
Exemple : cloison verticale d’un local technique dans un bâtiment moyen A2-s3,d2 suivant NBN EN 13501-1 A0 suivant NBN S21-203 (pas d’ EUROCLASS disponible)
Page 77 77
Voorbeeld: schoolgebouwen
De vereisten voor schoolgebouwen zijn van toepassing op de bouwproducten in hun uiteindelijke toepassingsvoorwaarden, met andere woorden met inbegrip van de onderliggende lagen en bevestigingswijze
78
Voorbeeld: schoolgebouwen
79
Voorbeeld: schoolgebouwen
Page 80 80
Voorbeeld: schoolgebouwen
Page 81 81
Voorbeeld: schoolgebouwen
Page 82 82
Voorbeeld: schoolgebouwen
Page 83 83
Voorbeeld: schoolgebouwen
Page 84 84
Voorbeeld: schoolgebouwen
Page 85 85
Voorbeeld: schoolgebouwen
Page 86 86
Brandweerstand schoolgebouwen 1) NBN S21-204 Brandweerstand volgens NBN 713-020 Oude Belgische Rf 2) KB 21-9-2012 (Basisnormen KB 7-7-1994) Brandweerstand volgens NBN EN 13501-2 Nieuwe REI
87
Compartimentering Brand: de verschillende fasen
Temperatuur
Elke brand is anders! Volledig ontwikkelde brand
BRANDREACTIE
Uitdoving
Gebrek aan zuurstof
BRANDWEERSTAND Groei Ontvlamming
I
Toevoer van lucht
II
III
IV
Tijd 88
Compartimentering Doelstellingen • Vermijden dat het gebouw instort • De verspreiding van brand en rook verhinderen
Aantonen! Beproeven: standaardcurve Berekenen: computermodellen-F.S.E. I.S.I.B-attest op basis van proefresultaten
89
Compartimentering Doelstellingen: de standaardcurve • De brandweerstand van een bouwelement wordt bepaald door een brandproef. • Hierbij vormt het proefelement de “zesde” wand van de oven.
90
Compartimentering Doelstellingen: de standaardcurve • De brandweerstand van een bouwelement wordt bepaald door een brandproef. • Hierbij vormt het proefelement de “zesde” wand van de oven. • De brandaanval wordt gesimuleerd door blootstelling aan de “ISO-curve”.
91
Compartimentering Doelstellingen • Wat gaan wij meten? • Hoe tonen wij de brandweerstand aan?
92
Compartimentering Brandweerstand van bouwelementen • De brandweerstand van een bouwelement is de tijd gedurende dewelke dat bouwelement in geval van brand zijn functie in het gebouw vervult. Dragende functie Scheidende functie Technische uitrustingen Openingen en doorvoeringen
93
Compartimentering Brandweerstand van bouwelementen • De brandweerstand van een bouwelement is de tijd gedurende dewelke dat bouwelement in geval van brand zijn functie in het gebouw vervult. Dragende functie R E I (Temperatuur) Scheidende functie Technische uitrustingen Openingen en doorvoeringen
94
Compartimentering Brandweerstand van bouwelementen • De brandweerstand van een bouwelement is de tijd gedurende dewelke dat bouwelement in geval van brand zijn functie in het gebouw vervult. Dragende functie R 60 E I 60 – R E I 60 Scheidende functie Technische uitrustingen Openingen en doorvoeringen REI WMCSGKP 15, 20, 30, 45, 60, 90, 120, 180, 240, 360. 6 temperatuurcurves – i en o 95
Observeringscriteria Draagfunctie (R) Uitknikken Doorbuiging en doorbuigingssnelheid
96
Observeringscriteria Scheidende functie (E, E I, R E I) Géén vlamdoorslag Beperkte temperatuurstijging (zowel ∆Tgem als ∆Tmax)
97
Observeringscriteria E – criterium (Vlamdichtheid)
“Sustained flaming” Spontane ontvlamming 10 s EN 1363 – 1
98
Observeringscriteria E – criterium (Vlamdichtheid)
“Gap jauge” Staaf 6 mm /150 mm Staaf 25 mm
EN 1363 – 1
99
Observeringscriteria I – criterium (Temperatuur)
∆Tm = 140°C ∆TM = 180°C
- EN 1363 - 1
100
Omzetting REI
Rf (tot dec 2016)
101
Brandwerende bouwelementen volgens NBN 713-020 Auto-certificatie
Rf 1h
102
Brandwerende bouwelementen geklasseerd volgens EN 13501
103
Brandweerstand van bouwelementen Rf of (R) E I - volgens nieuw KB • Aantonen van de brandweerstand van een bouwelement (Rf of R E I) kan gebeuren door: • Het CE Label • Een classificatierapport opgesteld door een aangemelde insop basis van: Proeven volgens EN Proeven volgens Andere Lidstaten indien gelijkwaardig Een analyse van beproevingsresultaten die leidt tot het toepassingsgebied.
104
Compartimentering • Grootte compartiment: – Bijlage 2: Lage gebouwen – Bijlage 3: Middelhoge gebouwen – Bijlage 4: Hoge gebouwen – Bijlage 6: Industriegebouwen
≤ 2.500m² (3.500m² gelijkvloers) ≤ 2.500m² ≤ 2.500m² afhankelijk van klasse en aanwezigheid sprinkler
• Bijkomende eisen van de Gemeenschappen en uitzonderingen zijn aanvullend! (enkele voorbeelden) – Hotels: ≤ 1.250m² – Rustoorden: ≤ 1.250m² / ≤ 2.500m² (Afhankelijk van de Gemeenschap) – Scholen: ≤ 1.250m² / ≤ 2.500m² (Nacht/Dag) 105
Compartimentage • Superficie compartiment : – Annexe 2 : Bâtiments bas
≤ 2.500m² (3.500m² rez-dechaussée) – Annexe 3 : Bâtiments moyens ≤ 2.500m² – Annexe 4 : Bâtiments élevés ≤ 2.500m² – Annexe 6 : Bâtiments industriels dépend de la classe et de la présence de sprinker
• Exigences supplémentaires des Communautés et les exceptions sont supplémentaires ! (quelques exemples) – Hôtels : ≤ 1.250m² – Maisons de repos : ≤ 1.250m² / ≤ 2.500m² (dépendant de la Communauté) – Écoles : ≤ 1.250m² / ≤ 2.500m² (Nuit/Jour) 106
Brandweerstand schoolgebouw Voorbeeld
LET OP: ook geldig voor platte daken in stalen profielplaten
107
Bâtiments scolaires Exemple
108
Brandweerstand schoolgebouw 30’ = EI 30 minuten 60’ = EI 60 minuten 120’ = EI 120 minuten
Voorbeeld: Bijlage 2: lage gebouwen
109
Compartimentering schoolgebouw 30’ = EI 30 minuten 60’ = EI 60 minuten 120’ = EI 120 minuten
Voorbeeld: Bijlage 4: hoge gebouwen
Page 110 110
Besluit 1) NBN S21-204 Brandreactie volgens NBN S21-203 Oude Belgische Klassen Brandweerstand volgens NBN 713-020 Oude Belgische Rf 2) KB 21-9-2012 (Basisnormen KB 7-7-1994) Brandreactie volgens NBN EN 13501-1 Nieuwe Euroclass Brandweerstand volgens NBN EN 13501-2 Nieuwe REI
111
Passive Fire Protection Association
Bedankt voor uw aandacht
Vragen ? www.pfpa.be
112
Passive Fire Protection Association
www.pfpa.be
113